REGLEMENT
OP HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS VAN DE HERVORMDE GEMEENTE ROTTERDAM IJSSELMONDE 2011 Hoofdstuk I
Algemene bepalingen ARTIKEL 1.
Beheer. 1.
Het beheer van de begraafplaats van de Hervormde Gemeente Rotterdam IJsselmonde is opgedragen aan het College van Kerkrentmeesters (voorheen College van Kerkvoogden) van deze gemeente, hierna te noemen “het College”.
2.
Dit College is bevoegd om, met in achtneming van de bepalingen van dit reglement, over toekenning van aanvragen voor grafruimte(n) te beslissen.
3.
Dit College is tevens bevoegd om uit haar midden, dan wel buiten het College, een administrateur/ Bestuur voor de begraafplaats te benoemen. Dit Bestuur draagt namens het College de verantwoordelijkheid voor de door hem gevoerde beheer en administratie.
4.
Het College wijst een opzichter aan, die onder verantwoording van het Bestuur de dagelijkse leiding over de begraafplaats heeft. ARTIKEL 2.
Begripsbepalingen. 1.
Dit reglement verstaat onder:
Administrateur:/ Bestuur degene, die door het College is/zijn aangewezen voor het beheer en het verzorgen van de administratie en het inzamelen van de inkomsten van de begraafplaats. Opzichter: degene, die door het College aangesteld is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats, of degene die hem vervangt. Graven met uitsluitend recht (eigen graf): - een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen begraven en begraven houden van lijken; - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 0
- het doen verstrooien van as. (Sinds 9 juli 1998 worden deze graven niet meer uitgegeven) Huurgraf: (particuliergraf met uitsluitend recht) - een graf, dat voor de aanvrager hiervan wordt gereserveerd vanaf het moment van toekenning van de aanvraag en tegen betaling van de daarvoor geldende tarieven en door aanvrager wordt bestemd tot: - het doen begraven en begraven houden van lijken; - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as.
Algemeen graf: - een graf, bij de opzichter in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken. Eigen urnengraf: - een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarin aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as. (Sinds 9 juli 1998 worden deze eigen urnengraven niet meer uitgegeven) Huur-urnengraf: - een graf, dat door de aanvrager hiervan wordt gereserveerd vanaf het moment van toekenning van de aanvraag en tegen betaling van de daarvoor geldende tarieven, voor het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen. Algemeen urnengraf: - een graf, bij de opzichter in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen. Urn:
een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.
Asbus:
een bus ter berging van de as van een overledene.
Gedenkplaats:
een plaats ingericht om overledenen te gedenken.
Grafbedekking:
gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting.
Gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken of anderszins. Grafbeplanting: beplanting, welke door of namens de rechthebbende op een graf wordt aangebracht. Graftermijn: de termijn gedurende welke men krachtens uitsluitend recht, of recht uit huurgraf of algemeen graf een lijk begraven mag houden. Rechthebbende:
degene, die een uitsluitend recht op een graf heeft.
1
Uitsluitend recht: het recht om gedurende een (on)bepaalde periode één of meer lijken in een particulier (huur) graf te doen begraven en/of begraven houden. 2. Voor toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaald wordt, voorzover van belang, onder “eigen graf” mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis en eigen verstrooiingsplaats; onder “huurgraf” wordt mede verstaan: huururnengraf en onder “algemeen graf”: algemeen urnengraf.
ARTIKEL 3. Graven. 1. De graven op de begraafplaats van de Hervormde Gemeente Rotterdam IJsselmonde zijn verdeeld in : eigen graven – huurgraven (particulier) – algemene graven. 2. Eigen graven worden niet meer uitgegeven. Voor de reeds bestaande eigen graven gelden dezelfde voorwaarden als voor de huur- en algemene graven in dit reglement. 3. Het College is bevoegd de kosten van onderhoud van bestaande eigen graven, waarvan het onderhoud als bedoeld in artikel 22 nog niet is afgekocht, in rekening te brengen bij de nagelaten betrekkingen casu quo rechtsopvolgers van degene, op wiens naam het eigen graf is gesteld. 4. Een eigen graf werd verleend voor de duur van ten hoogste 30 jaar, te rekenen vanaf de teraardebestelling van de laatstoverledene, tenzij schriftelijk anders werd overeengekomen. 5. Een huurgraf is een particulier graf, dat voor de aanvrager hiervan wordt gereserveerd vanaf het moment van toekenning van de aanvraag en tegen betaling van de daarvoor geldende tarieven. 6.
Een huurgraf biedt plaats aan ten hoogste twee overledenen.
7. Het recht op een huurgraf wordt verleend voor de duur van 25 jaar, gerekend vanaf het moment van uitgifte. 8. Na afloop van deze periode is steeds een verlenging met 10 jaar mogelijk. Het College zal hiertoe tijdig aan de nog levende belanghebbende(n) dan wel aan de nagelaten betrekkingen c.q. rechtsopvolgers schriftelijk bericht geven. Bij niet gebruik maken van deze mogelijkheid tot verlenging of door het niet reageren hierop door belanghebbende(n) binnen drie maanden na datum van bovengenoemd bericht vervalt het graf aan het College. Indien daarna alsnog wordt verzocht om bijzetting in het huurgraf, waarvan de huurperiode is verstreken, zijn alsnog de kosten van reservering over de verlengingstermijn(en) verschuldigd. 9. Een algemeen graf is een graf, waarin meerdere overledenen van verschillende families teraardebesteld kunnen worden.. Deze graven kunnen niet tevoren besproken worden. 2
10. Het recht op een algemeen graf wordt verleend voor de duur van 15 jaar, gerekend vanaf het moment van teraardebestelling. Verlenging van deze periode is niet mogelijk. 11. De mogelijkheid bestaat om een huurgraf te reserveren voor de bijzetting van 2 urnen en tegen betaling van de daarvoor geldende tarieven en tijdsduur van 25 jaar, gerekend vanaf het moment van uitgifte. Ook is asverstrooiing mogelijk op ons Strooiveld “de BEUK”. 12. Graven van overleden Ned. Hervormde predikanten, die de gemeente alhier hebben gediend, blijven te allen tijde bestaan. HOOFDSTUK II
OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS. ARTIKEL 4.
Openstelling begraafplaats. 1. De begraafplaats is voor iedereen dagelijks toegankelijk gedurende de door het College bij nadere regels vast te stellen tijden, die door het College worden bekendgemaakt. Kinderen beneden de 12 jaar hebben slechts toegang indien zij zijn vergezeld van een volwassene. 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 3. Het is verboden gedurende de tijd, dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. ARTIKEL 5. Ordemaatregelen. 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens het College, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven. 2. Het is verboden zonder noodzaak over de graven te lopen, beplantingen te beschadigen of bloemen te plukken. 3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen, die op de begraafplaats werkzaamheden hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de opzichter. 4. Degenen, die het in artikel 4 lid 3 en het in dit artikel lid 2 bepaalde overtreden, of zich niet houden aan de in dit artikel lid 3 bedoelde aanwijzingen, moeten zich op eerste aanzegging van de opzichter van de begraafplaats verwijderen. Wanneer zij daaraan geen gehoor geven, dan is de opzichter bevoegd dezen te doen verwijderen. ARTIKEL 6. 3
1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten 5 dagen tevoren worden gemeld aan het bestuur van het College onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van het bestuur van het College of de opzichter. 3. Bijeenkomsten op de begraafplaats, die het karakter van een openbare manifestatie hebben, kunnen door het College worden verboden. HOOFDSTUK III
VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING.
ARTIKEL 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf. 1. De begraving vindt niet eerder plaats dan 36 uur na het overlijden en uiterlijk op de zesde werkdag na overlijden. De zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de opzichter zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2. Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitsmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de bij het stoffelijk overschot behorende papieren en met de administratie van de begraafplaats. 3. In opdracht van het College worden de begrafenissen of asbijzettingen en hun volgorde door bestuur en de opzichter geregeld. De opzichter draagt zorg voor het handhaven van de goede orde op de begraafplaats en voor het tijdig vervullen van de nodige werkzaamheden voor de plaats te vinden begrafenissen en bijzettingen, e.e.a. met inachtneming van nader door het College te geven voorschriften. 4. Het openen van een graf ter begraving of voor het bijzetten van as en het sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de opzichter. De nabestaanden kunnen de werkzaamheden voor het sluiten van een huurgraf onder toezicht van de opzichter geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de opzichter hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de opzichter op te volgen.
ARTIKEL 8. Tijden van begraving en asbijzetting. 1. Op Zondagen, christelijke of algemeen erkende feestdagen wordt geen gelegenheid gegeven tot begraven of bezorgen van as, tenzij het bestuur van het College hiervoor toestemming heeft verleend. 4
2. Op de overige dagen zijn de tijden van begraven of asbijzetting zoals door het College wordt vastgesteld. ARTIKEL 9. Over te leggen stukken. 1.Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraving, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand, is overlegd aan de opzichter. De verzorging van as, dient vergezeld te gaan met een verklaring van het crematorium. Tevens dient de kist of de asbus, resp. urn van het door de administrateur resp. crematorium afgegeven duurzame kenteken te worden voorzien. 2.Begraving of bijzetting in een huurgraf, waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode, dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaren. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 3.De opzichter onderzoekt de genoegzaamheid van de overlegde stukken. ARTIKEL 10. Opgravingen en ruimen van graven. 1. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan, indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan diegenen, die met deze werkzaamheden zijn belast en de daarvoor vereiste toestemmingen zijn verleend. 2. In geval van herbegraving dienen tevoren de wettelijk vereiste vergunningen verkregen te zijn en aan de opzichter, c.q. de administrateur van de begraafplaats te worden getoond en de wettelijk te nemen maatregelen genomen te worden. 3. Indien zich in eenzelfde graf boven de te herbegraven overledene een andere overledene begraven ligt, dienen de nagelaten betrekkingen c.q. rechtsopvolgers van deze tweede overledene schriftelijk toestemming te verlenen tot deze herbegraving alvorens men aan deze herbegraving begint. Indien deze toestemming niet wordt verleend, kan niet tot herbegraving worden overgegaan. 4. Deze herbegraving dient te allen tijde te geschieden door daartoe bevoegde personen. ARTIKEL 11. 1. Met inachtneming van de bepalingen in de Wet op de Lijkbezorging 2010 en de bepalingen gesteld in dit reglement kan de opzichter graven doen ruimen. Het ruimen van eigen graven (waarop een uitsluitend recht rust) kan niet dan met toestemming van de rechthebbende tenzij de graf termijn is verstreken en geen verlenging is aangevraagd. 2. Het voornemen van de opzichter om een graf te ruimen moet tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming schriftelijk aan de rechthebbende worden meegedeeld.Mocht het adres van de rechthebbende niet bekend zijn, dan zal bekendmaking worden gerealiseerd d.m.v. aanplakking op een bij het te ruimen graf geplaatst bordje en op het mededelingenbord aan de ingang van de begraafplaats. 5
3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een daartoe bestemd, afgesloten gedeelte van de begraafplaats. 4. Nabestaanden van een overledenen, die begraven is in een algemeen graf, kunnen gedurende in het lid 2 genoemde termijn de opzichter schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. 5. De rechthebbende op een eigen graf kan de opzichter schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om elders te doen begraven. 6. De kosten voor het in de leden 4 en 5 genoemde zullen de nabestaanden in rekening worden gebracht. HOOFSTUK IV
ADMINISTRATIE ARTIKEL 12.
1. De administrateur van de begraafplaats zorgt, dat in de daartoe bestemde registers aantekening wordt gehouden van de overledenen, die op de begraafplaats teraardebesteld worden/zijn c.q. waarvan de as op de begraafplaats wordt/is bijgezet, met vermelding van: a. de dag van de begrafenis/asbijzetting; b. naam, voorna(a)m(en) en ouderdom van de overledene(n); c. het nummer van het op de kist of asbus/urn geplaatste kenteken; d. in welke ruimte, onder welk nummer van graf, in welke rij kisten/urnen/asbussen en op welke diepte de begraving/bijzetting heeft plaatsgevonden. Deze gegevens worden dagelijks door de opzichter van de begraafplaats aan de administrateur verstrekt. ARTIKEL 13. Verlenging termijn eigen graf. 1. De rechthebbende van een graf, waarop een uitsluitend recht is gevestigd, voor bepaalde tijd (eigen graf) kan verzoeken om de termijn van eigendom (30 jaar) te verlengen. Deze verlenging wordt verleend mits een verzoek daartoe wordt gedaan binnen twee jaren vóór het verstrijken van de termijn en geschiedt telkens voor een periode van 10 jaar. 2. Het College doet binnen een jaar na de aanvang van de termijn, waarin verlenging van het recht kan worden verzocht, aan de rechthebbende, wiens adres bij de administrateur bekend is of op redelijkerwijze bekend kan zijn, schriftelijk mededeling van het verstrijken van de termijn(en) van het bepaalde in lid 1. 3. Blijkt het adres onbekend, dan geschiedt de mededeling door aanplakking daarvan bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats. Deze mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn, waarvoor het uitsluitend recht op een graf werd gevestigd. ARTIKEL 14. 6
Overschrijving van verleende rechten. 1. Het uitsluitend recht op een graf kan op schriftelijk verzoek van rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner, dan wel van een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan, zulks mede ter beoordeling van het College. 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht worden overgeschreven op naam van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner dan wel bloedverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan, zulks mede ter beoordeling van het College. 3. Indien binnen de in lid 2 gestelde termijn geen verzoek tot overschrijving is gedaan, vervalt het recht aan het College. ARTIKEL 15. 1. Van iedere overboeking van het recht op een graf wordt aantekening gehouden in het artikel 12 genoemde register. 2. De rechthebbende krijgt een bewijs van overboeking. De kosten hiervan, zoals deze worden vastgesteld door het College, zullen de nieuwe rechthebbende in rekening worden gebracht. ARTIKEL 16. Grafkelder Het College kan aan de rechthebbende op een huur (particulier) graf, indien daartoe de mogelijkheden aanwezig zijn, vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen onderbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het College te stellen voorwaarden. Het College brengt de rechthebbende voor deze vergunning een door het College te bepalen vergoeding in rekening. ARTIKEL 17. Afstand doen van graven. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende afstand doen van het recht op het eigen graf ten behoeve van het College. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het College schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. HOOFDSTUK V
GRAFBEDEKKINGEN ARTIKEL 18.
Grafbedekkingen 1. Voor het hebben van grafbedekking is schriftelijk toestemming nodig van het College. 7
Het College kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van toestemming, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen. 2. Onder grafbedekking worden in dit artikel verstaan: bouwwerken, gedenktekenen, beplantingen en inscripties, hoe ook genaamd. Bloemen mogen niet anders dan in de daarvoor bestemde, door het College beschikbaar gestelde puntvazen bij de graven worden geplaatst. 3. Voor het hebben van het in het eerste lid omschreven, voorzover bij het in werking treden van dit reglement op de graven reeds aanwezig, wordt de gevorderde toestemming geacht verleend te zijn, behoudens voldoening van de volgens het reglement tot heffing en invordering van de begrafenisrechten verschuldigde bedragen en behoudens de bevoegdheid van het College om te allen tijde tot intrekking over te gaan en verwijdering te gelasten. 4.
Het College kan de toestemming weigeren indien: a. niet wordt voldaan aan de eventueel door hen vastgestelde nadere regels b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats c. de duurzaamheid van de te gebruiken materialen onvoldoende is d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is
5. De toestemming voor het hebben van grafbedekking moet worden aangevraagd door en wordt gesteld op naam van de rechthebbende op de grafruimte. Bij overschrijving van dat recht wordt de alsdan ingeschreven rechthebbende beschouwd als de houder van de toestemming. Toestemming voor het hebben van een grafbedekking op algemene graven wordt gesteld op naam van de aanvrager. Bij overlijden van de houder van de toestemming wordt deze toestemming gesteld op naam van degene, die zich binnen drie maanden na dit overlijden daartoe aanmeldt. ARTIKEL 19. Afmetingen grafbedekkingen Op de graven moeten de gedenktekenen voldoen aan de volgende afmetingen: bestaande eigen graven 180 x 80 cm huurgraven (enkel) 180 x 80 cm (oude gedeelte) huurgraven (dubbel) 180 x150 cm (oude gedeelte) huurgraven 90 x 70 cm (nieuwe gedeelte) kindergraven 50 x 50 cm algemene graven 75 x 50 cm omranding (enkel huurgraf) 100 x 225 cm omranding (dubbel huurgraf) 150 x 225 cm Staande gedenkstenen mogen uitsluitend worden geplaatst op huurgraven op het zgn. oude gedeelte van de begraafplaats, zulks in combinatie met een liggende gedenksteen. De staande gedenkstenen moeten voldoen aan de volgende eisen: hoogte min. 0.80 m. max. 1.20 m. breedte max. 0.80 m. dikte min. 0.06 m max 0.40 m. bodemplaat beton 0.70 m. x 0.40 m. dikte 0.06 m. 8
ARTIKEL 20. Grafbeplanting Blijvende en niet-blijvende beplantingen op een graf, die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de opzichter worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de opzichter. ARTIKEL 21. Verwijderen grafbedekking 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door of namens het College worden verwijderd. 2. Het voornemen tot de verwijdering van een grafbedekking wordt door het College tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, aan de rechthebbende c.q. zijn/haar opvolgers schriftelijk bekend gemaakt. Indien het adres van de rechthebbende bij het College niet bekend is, zal dit voornemen op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje en op het mededelingenbord aan de ingang van de begraafplaats worden aangeplakt. 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het College ingediend verzoek blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van diegenen aan wie toestemming was verleend om de grafbedekking te plaatsen. Het verzoek daartoe kan worden ingediend een jaar voordat de grafbedekking zal worden verwijderd. 4.
De grafbedekking vervalt aan de hervormde gemeente indien: a. geen verzoek op grond van lid 3 is ingediend; b. de grafbedekking niet binnen drie maanden, nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.
HOOFDSTUK VI
ONDERHOUD ARTIKEL 22.
Onderhoud door het College 1. Teneinde de kosten van aanleg, instandhouding en onderhoud van de begraafplaats en de graven, waarin door het College wordt voorzien, te dekken worden rechten geheven volgens de bij dit reglement behorende tarievenlijst. Het College kan deze tarievenlijst jaarlijks herzien. 2. Het College belast zich met het onderhouden van de begraafplaats, waaronder wordt verstaan het onderhoud aan gebouwen en paden, het maaien van het gras, het verzorgen van de algehele, niet tot de directe grafbeplanting behorende, beplanting en de watergangen en faciliteiten op de begraafplaats.
9
3. Het College belast zich tevens met het algemene onderhoud der graven, waaronder wordt verstaan het snoeien van de blijvende beplanting, alsmede het opnieuw stellen na verzakking en het schoonhouden van gedenktekenen, voorzover deze niet als steenhouwerwerkzaamheden zijn aan te merken. 4. Het College stelt zich niet aansprakelijk voor enige schade, door welke oorzaak ook ontstaan aan de grafbedekking of ieder ander voorwerp, dat zich op het graf bevindt. 5. Mocht een grafbedekking door welke oorzaak ook worden beschadigd, dan zal het College de rechthebbende hiervan schriftelijk op de hoogte stellen. Mocht het adres van de rechthebbende niet kunnen worden achterhaald, dan zal bekendmaking geschieden door aanplakking bij het graf en op het mededelingenbord aan de ingang van de begraafplaats. 6. De opdracht tot vernieuwing c.q. reparatie van de beschadigde grafbedekking dient door de rechthebbende te worden gegeven en de kosten hiervan zijn eveneens ten laste van de rechthebbende. ARTIKEL 23. Onderhoud door rechthebbende 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, waaronder wordt verstaan het meer dan algemene onderhoud als bedoeld in artikel 22 lid 3, zoals steenhouwerwerkzaamheden (herstel of vernieuwing), onderhoud aan hekwerken en afscheidingen e.d., het kleuren en bijwerken van opschriften en het verzorgen van graftuintjes en niet-blijvende grafbeplantingen. 2. Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het College de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zodanig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van rechthebbende en vervalt daarna de hervormde gemeente zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 3. De verwijdering vindt niet plaats, dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. Als het adres van de rechthebbende niet bekend is zal de oproeping geschieden door aanplakking op het mededelingenbord bij de ingang van de begraafplaats. Tevens zal bij het graf een verwijzing naar deze mededeling worden aangebracht. HOOFDSTUK VII INSTAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN. ARTIKEL 24. 1. Het College houdt een lijst bij van graven, die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 2. Alvorens tot ruiming van graven over te gaan onderzoekt het College of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. 10
3. Het College beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in lid 1 genoemde lijst staan. HOOFDSTUK VIII KLACHTEN ARTIKEL 25. 1. Rechthebbende en andere bij de begraafplaats een belang hebbende personen en leden van de hervormde gemeente kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het College een schriftelijke klacht indienen. 2. Het College beslist binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Zij kan deze termijn verlengen met ten hoogste dertig dagen. 3. Het College brengt de beslissing omtrent de klacht terstond schriftelijk ter kennis van de klager. HOOFDSTUK IX
DIVERSE BEPALINGEN. ARTIKEL 26.
1. De aanstelling en bezoldiging van de aan het hoofd van de begraafplaats gestelde opzichter en het overig personeel wordt gedaan en vastgesteld door het College, dat deze taak indien gewenst kan delegeren. Voor de tewerkstelling en bezoldiging wordt uitgegaan van bestaande, algemeen aanvaarde regelingen en verordeningen. 2. Het is aan het personeel van de begraafplaats verboden zonder vergunning van het College werkzaamheden voor anderen op zich te nemen of in hun betrekking van wie ook enige gift en/of belofte aan te nemen. Voor het overige is het personeel gehouden tot inachtneming van al datgene, dat uit wettelijke en/of ambtelijke voorschriften en/of nader aanwijzingen van het College voortvloeit. ARTIKEL 27. 1. Bij alle begravingen op de begraafplaats is het gebruik van de kapel toegestaan. (tenzij anders overeengekomen) Het tarief hiervoor wordt vastgesteld door het College. 2. Wanneer tijdens een begrafenis de aanwezigheid in de kapel van een organist wordt gewenst, zullen de kosten hiervoor bij de rechthebbende in rekening worden gebracht. 3. De draagbaren en gereedschappen, benodigd voor het neerlaten van de kisten waarin de stoffelijke overschotten zich bevinden, worden door het College kosteloos ter beschikking gesteld. HOOFDSTUK X
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN. ARTIKEL 28. 11
1. Het College is te allen tijde gerechtigd de bepalingen van dit reglement aan te passen dan wel te wijzingen. 2. Het recht op een eigen graf, verleend vóór het in werking treden van dit reglement, wordt echter geacht een uitsluitend recht op een graf te zijn in de zin van de Wet op de Lijkbezorging 2010. 3. Door het nemen van een huurgraf of een algemeen graf onderwerpt men zich aan de bepalingen van dit reglement, zoals deze luiden of vanuit het bepaalde in lid 1 zullen gaan luiden. Hetzelfde geldt t.a.v. de reeds bestaande huurgraven en algemene graven. 4. In geval van geschil over de toepassing van dit reglement en in alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het College. 5. Dit reglement noch het handelen van het College mogen in strijd zijn met de Wet op de Lijkbezorging 2010 of daarop volgende wijzingen van deze wet, noch met enige andere wettelijke bepaling. Wijzingen op de Wet op de Lijkbezorging 2010 zullen, zover nodig, in dit reglement worden verwerkt. 6 Overeenkomstig de wijziging van de wet op de lijkbezorging (Wlb) van kracht zijnde per 1.1.2010 is het begrip eigen- en huurgraf gewijzigd in “particulier graf”. 7. Dit reglement treedt in werking met ingang van 1.1.2011. Alsdan vervallen de voordien bestaande voorschriften en bepalingen op dit gebied, behoudens eerbiediging van rechten, verkregen vóór inwerkingtreding van dit reglement.
Aldus vastgesteld te Rotterdam op 30 december 2010. Namens de Hervormde Gemeente Rotterdam-IJsselmonde, Het College van Kerkrentmeesters (voorheen Kerkvoogden) en diens gemachtende(n).
INHOUD Pagina HOOFDSTUK Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3
I
HOOFDSTUK Artikel 4 Artikel 5/6
II
Algemene bepalingen. Beheer. Begripsbepalingen. Graven.
1 1 3
Openstelling, orde en rust op de begraafplaats. Openstelling begraafplaats. Ordemaatregelen.
4 4 12
HOOFSTUK Artikel 7
III
Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 HOOFDSTUK Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14/15 Artikel 16 Artikel 17
IV
HOOFDSTUK Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21
V
HOOFDSTUK Artikel 22 Artikel 23
VI
HOOFDSTUK
VII
Voorschriften voor lijkbezorging Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf. Tijden van begraving en asbijzetting. Over te leggen stukken. Opgravingen en ruimen van graven. Opgravingen en ruimen van graven
5 6 6 6 7
Administratie. Verlenging termijn eigen graf. Overschrijving van verleende rechten. Grafkelder. Afstand doen van graven.
7 8 8 9 9
Grafbedekkingen. Grafbedekkingen. Afmetingen grafbedekkingen. Grafbeplanting. Verwijderen van grafbedekking.
9 10 10 10
Onderhoud. Onderhoud door het College. Onderhoud door rechthebbende.
11 12
Instandhouding historische graven en opvallende grafbedekkingen.
Artikel 24
12
HOOFDSTUK Artikel 25
VIII
HOOFDSTUK Artikel 26/27
IX
HOOFDSTUK Artikel 28
X
Klachten. 12 Diverse bepalingen. 13 Overgangs- en slotbepalingen. 13/14
Adreswijzigingen s.v.p. doorgeven aan: Emailadres:
[email protected] Begraafplaats van de Hervormde Gemeente Rotterdam IJsselmonde Benedenrijweg 489 3077 CJ Rotterdam.
13