Reglement: i Voor het beheer van de begraafplaats van de HH.Marcellinus en Petrus parochie te Geleen
REGLEMENT: VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS VAN DE HH. MARCELLINUS en PETRUS PAROCHIE TE GELEEN. L ALGEMENE BEPALINGEN. Begripsaanduidingen. Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: a: Bestuur: Het kerkbestuur van de parochie van de HH Marcellinus en Petrus te Oud-Geleen. b Begraafplaats; Het terrein, gelegen aan de v.Banninglaan, bestemd voor het begraven van overledenen en het begraven dan wel bijzetten van asbussen. c. Beheerder: Een door het kerkbestuur te benoemen persoon, c.q. commissie die belast is met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats. d Graf: Een bepaalde ruimte op de begraafplaats, waarvan het gebruiksrecht aan een rechthebbende is verleend overeenkomstig de bepalingen van dit reglement. e. Rechthebbende: De meerderjarige natuurlijke persoon aan wie het recht op een graf is verleend; hier wordt mede onder verstaan degene, die na het overlijden van de oorspronkelijke rechthebbende ten overstaan van het bestuur aangeeft, dat hij gedurende de looptijd van het grafrecht de daaruit voortvloeiende verplichtingen zal nakomen. f Grafrecht: Het recht op een graf. Dit recht wordt vastgelegd in een grafakte. g. Bijzetting: 1. Het begraven van een overledene in een graf waarin reeds een overleden is begraven. 2. Het begraven van een asbus/um in een graf waarin reeds een overledene of een asbus/um is begraven. 1
h. Asbus: Hemetisch afgesloten koker met de as van een overledene, waarop diens naam en voorletters, alsmede een registratienummer in onuitwisbare letters en cijfers staan vermeld. Bestuur: Artikel 2. Het bestuur is gebonden aan het Algemeen Reglement voor het bestuur van een parochie van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland en waar het gaat om het beheer van de begraafplaats bovendien aan de bepalingen van dit reglement, en de wet op de lijkbezorging. Beheerder: Artikel 3. Het bestuur benoemt een beheerder, in dit reglement te noemen beheerder is belast met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats. De beheerder is bevoegd, binnen de grenzen van zijn mandaat, namens het bestuur opdrachten te geven die het beheer van de begraafplaats betreffen, en om namens het bestuur overeenkomsten te sluiten. Van het mandaat van de beheerder zijn uitgesloten het aangaan van overeenkomsten tot onderhoud van de begraafplaats en het delven van graven, dit laatste tenzij zich naar oordeel een noodsituatie voordoet, en van overeenkomsten tot het recht graftekens te plaatsen. Bescheiden voor een begraving: Artikel 4: Voor de begraving dient aan de pastoor en bij diens afwezigheid aan de beheerder het verlof tot begraving dan wel het verlof tot bezorging van de as te worden gevraagd en de akte waaruit het vestigen van het grafrecht ten behoeve van de overledene büjkt, te worden getoond. Indien ten behoeve van de overledene nog geen grafrecht was gevestigd, is de pastoor, in overleg met de beheerder, gerechtigd het grafrecht te vestigen en de betreffende akte op te maken. De pastoor of de beheerder controleert voor de begraving of het registratienummer, dat verplicht op de lijkkist dan wel op de asbus moet zijn 2
aangebracht, overeenkomt met het nummer op het document. Indien de nummers niet overeenstemmen is er sprake van gerede twijfel aan de identiteit van de overledene en neemt hij de noodzakelijke maatregelen tot identificatie. Het registratienummer moet door de beheerder worden opgenomen in de administratie van de begraafJDlaats. De begraving en de bewaring van een asbus: Artikel 5. Een begraving of de bewaring van een asbus geschiedt op een dag en een uur, die met de pastoor en bij zijn afwezigheid met de beheerder van te voren zijn overeengekomen. De aanwijzingen van de pastoor en/of de beheerder dienen te worden opgevolgd. De begraafplaats is niet toegankelijk voor de lijkwagen en de volgwagens. Werkzaamheden op de begraafplaats: Artikel 6. 1. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschiedt uitsluitend door de door het bestuur aangewezen grafdelver. 2. Het bestuur geefl aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van graftekens en/of beplantingen de gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder. 3. Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen. Op zaterdagen mogen geen werkzaamheden door beroepskrachten worden verricht, maar uitsluitend de grafverzorging door nabestaanden toegelaten. De beheerder kan, indien de omstandigheden daar, naar zijn oordeel, aanleiding toegeven, ontheffing verlenen. 4 Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzingen van de beheerder. 3
Bezoekers: Artikel 7. De begraafplaats is dagelijks geopend en voor bezoekers toegankelijk. De begraafplaats is voor motorvoertuigen en voor fietsen gesloten. Honden zijn op de begraafplaats niet toegelaten. Bezoekers wordt verzocht zich waardig te gedragen. Administratie: Artikel 8. 1. Het bestuur is verantwoordelijk voor de wettelijke verplichting tot het voeren van de administratie van de begraafplaats. De administratie bevat in ieder geval een register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en aanduiding van de plaats op de begraafplaats waar zij begraven zijn alsmede een dergelijk register van de bewaarde asbussen. Deze registers zijn openbaar. Daarnaast is er het register grafrechten, waarin de namen en de adressen van de rechthebbenden en de overige noodzakelijke gegevens omtrent de grafrechten zijn vastgelegd. 2. Het boekjaar loopt vanaf de datum van de begrafenis. II HET VESTIGEN VAN GRAFRECHTEN: Schriftelijke overeenkomst Artikel 9. Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het bestuur, genaamd grafakte. In deze akte wordt ondermeer vastgelegd voor welke periode het recht is verleend, aan wie en ten behoeve van wie het recht is verieend, voor welk graf het recht geldt en welk bedrag aan grafrecht dient te worden voldaan. Uitgifte van graven: Artikel 10. De volgorde waarin de graven worden uitgegeven wordt door de beheerder bepaald. 4
Recht op een graf: Artikel 11. ^ . 1. Het bestuur kan aan een meerderjarig persoon het recht verlenen om voor 20 jaren gebruik te maken van een bepaald graf, ten behoeve van hemzelf, de echtgenoot of partner en bloedverwanten, daaronder begrepen pleeg- en stiefldnderen tot in de vierde graad. Per graf (enkelbreed) kan slechts een recht tot begraven gevestigd worden voor maximaal twee bij het opmaken van de grafidcte of nadien door de rechthebbende met name te noemen personen 2. Dit recht wordt verleend onder voorwaarden, in dit reglement gesteld of nadien door het bestuur te stellen. Voor het rechtsgeldig bestaan van het recht is naast het opmaken van de graMte de betaling van het verschuldigde recht bepalend. Tevens dient de rechtverkrijgende er mee in te stemmen, dat het graf wordt geruimd, zodra het recht op het graf door welke oorzaak dan ook geëindigd is en het ruimen van het graf op grond van de dan geldende bepalingen is toegestaan. 3. Indien daar naar het oordeel van het bestuur gegronde redenen voor zijn, kan het bestuur ontheffing verlenen van het het bepaalde in het eerste lid. Het bestuur geeft in zijn besluit uitdrukkelijk aan waarop de ontheflBng betrekking heeft. Adres rechthebbende: Artikel 12. De rechthebbende is veiplicht zijn adres aan het bestuur op te geven, alsmede wijzigingen van zijn adres. Tevens wordt hij verzocht de naam en het adres op te geven van degene die na zijn eventueel vooroverlijden er mee instemt als rechthebbende te worden aangemerkt. Artikel 13. Indien de rechthebbende bij zijn leven niet heeft aangegeven, wie bij zijn overlijden als rechthebbende moet worden aangemerkt, moeten na zijn overlijden de erfgenamen een persoon aanwijzen, die als rechthebbende zal optreden. Deze persoon moet met vermelding van zijn naam en adres aan het bestuur worden kenbaar gemaakt, binnen een jaar na bedoeld overlijden.
5
Wanneer een jaar na het overlijden geen aanwijzing heeft plaatsgevonden en aan het bestuur is gemeld, vervalt het verleende grafrecht. Er bestaat dan geen recht op evenredige terugbetaling. Overdracht grafrecht: Artikel 14.
.
.
.
Een rechthebbende kan zijn rechten aan een ander persoon overdragen, indien dit schriftelijk geschiedt, onder aanvaarding van zijn opdracht en een afschrift van deze overdracht met vermelding van de naam en het adres van de rechtsopvolger aan het bestuur is toegezonden. Overdracht aan een ander dan een bloed- of aanverwant tot in de vierde graad, pleeg- of stiefkinderen daaronder begrepen, is slechts mogelijk indien daar, naar het oordeel van het bestuur, gewichtige redenen voor bestaan. Ontbindende voorwaarde grafrechten: Artikel 15. Het bestuur verieent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd, gedurende welke het terrein gedeelte, waarin zich het graf bevindt, tot de begraafplaats blijft behoren en voor de tijd, dat de begraafplaats in exploitatie blijft. Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen de bestemmingsverandering van (een gedeelte van) de begraafplaats of tegen een voorgenomen sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats. III HET VERLENGEN VAN GRAFRECHTEN: Schriftelijk informeren van de rechthebbende: Artikel 16. 1. Het bestuur zal uiterlijk 1 maand voor het verstrijken van de termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die kunnen worden verlengd, de rechthebbende schriftelijk opmerkzaam maken op het eindigen van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken, waaronder deze grafrechten kmmen worden veriengd voor een termijn van vijf of tien jaar.
6
2. Indien het adres van de rechthebbende niet kan worden achterhaald, dan zal bij het ontbreken van een adres het eindigen van de termijn door aanplakking worden medegedeeld bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. De mededeling blijft aangeplakt tot een jaar na de termijn van het grafrecht. Verzoek rechthebbende: Artikel 17. 1. Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van vijf of tien jaren. 2. Het bestuur zal een aanvraag ingevolge het eerste lid inwilligen. Indien bijzondere redenen, zoals de ruiming van een gedeelte van de begraafplaats de voortzetting in de weg staan, zal een graf elders op de begraafjplaats worden aangeboden, waar het grafrecht kan worden voortgezet. De kosten van de oveitTrenging van de stoffelijke resten komen voor rekening van het bestuur. Voorwaarden voor verlenguig: Artikel 18 De verlenging van de grafrechten wordt slechts verleend wanneer het onderhoud van het graf zich naar het oordeel van het bestuur niet bevindt in kennelijke staat van verwaarlozing en op de voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de alsdan geldende tarieven. Verlenging bij bijzetting: Artikel 19. Wanneer in een graf bestemd tot het begraven van meerdere overledenen een bijzetting heeft plaatsgevonden, wordt een lopende termijn van het grafrecht verlengd, en wel met 20 jaren te reken vanaf de datum van bijzetting.
7
IV EINDE VAN DE GRAFRECHTEN: Artikel 20. De grafrechten vervallen: a. Door het verlopen van de gestelde termijn; b. Indien de betaling van een overeengekomen verlening van het grafrecht niet binnen een jaar na de aanvang van de verlenging overeenkomstig dit reglement is geschied; c Indien de rechthebbende is overleden en geen aanwijzing en mededeling volgens artikel 13 heefr plaatsgevonden; d Indien een terreingedeelte, waarin zich de graven bevinden, aan de bestemming van de begraafplaats wordt onttrokken of wanneer de begraafplaats niet meer als zodanig wordt geëxploiteerd, overeenkomstig artikel 15; e. Indien de aankondiging van het verlopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig artikel 16 bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd; f. Overeenkomstig artikel 30, indien de rechthebbende het onderiioud van het grafteken of beplanting verwaarloost en na sommatie weigert hierin te voorzien of nalatig blijft de herstelkosten te voldoen; V. INDELING VAN DE BEGRAAFPLAATS EN ONDERSCHEID VAN DE GRAVEN: Indeling door bestuur. Artikel 21. Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen. Soorten van graven: Artikel 22. 1. Het bestuur kan grafrechten verlenen ten aanzien van: a. Een enkel-breed graf. b Een kindergraf. c. Een graf bestemd voor begraving of bewaring van een asbus
8
2. Op het gedeehe van de begraafplaats dat is aangewezen voor begraving of bewaring van asbussen, worden alleen grafrechten gevestigd voor de graven bedoeld onder artikel 22 l.a. Op het vrije gedeelte van de begraafplaats kunnen grafrechten gevestigd worden met uitzondering van de grafrechten bedoeld onder artikel 22 1 .b. •
3. De voorwaarden waaraan graftekens en beplanting van de graven dienen te voldoen zijn voorzien in artikel 30. Enkel - breed graf: Artikel 23. In een enkel breed graf, dat niet dubbel - diep gedolven is, mag indien mogelijk bijzetting plaatsvinden van asbussen of urnen. Kindergraf: Artikel 24. In een kindergraf wordt een overleden kind begraven dat niet ouder was dan 12 jaar. Urnen: Artikel 25. 1 Onder het begraven van een overledene dient mede te worden verstaan het begraven van een urn in een graf. 2. Indien in een graf reeds het daartoe bestemde aantal overledenen is begraven kunnen, op verzoek van de rechthebbende en na toestemming van het bestuur urnen worden bijgezet. 3. Een asbus dient op een diepte van 50 centimeter te worden bijgezet. Grafkelders: Artikel 26. Grafkelders worden op de begraafplaats niet toegestaan, tenzij reeds aanwezig.
9
VI ASBUSSEN: Bewaring van asbussen. t • Artikel 21. ^ Asbussen kunnen op de begraafplaats worden bewaard door bijzetting in een bestaand graf. Recht op het bewaren van een asbus: Artikel 28. De artikelen 9 t/m 17 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen die en recht willen vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats zoals in artikel 27 genoemde wijzen. Ruiming van asbussen: Artikel 29. Ruiming van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door verstrooiing van de as, tenzij door de rechthebbende een andere wijze waarin de wet voorziet is aangegeven en hij de kosten daarvan draagt. VII GRAFTEKENS EN GRAFBEPLANTINGEN: Artikel 30. 1. De rechthebbende kan op het graf een grafteken of beplanting doen aanbrengen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: a. Graftekens en grafbeplantingen mogen de grenzen van het graf niet te buiten gaan: b. Graftekens op het gedeelte van de begraafplaats, waar de rechthebbende een grafteken naar eigen keuze kan laten plaatsen, dienen deugdelijk te word gefundeerd (paalfimdering) en mogen een maximale hoogte van 1.20 meter niet overschrijden. 10
2. Graftekens en/of beplantingen, die naar het oordeel van het bestuur niet aan boven - vermelde voorwaarden voldoen, kunnen na aangebracht te zijn door het bestuur op kosten van de rechthebbende worden verwijderd. t Risico schade aan graftekens: Artikel 31. De graftekens zijn eigendom van de rechthebbende. Het bestuur aanvaardt deze graftekens niet in beheer. Het bestuur is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, die zich op de graven bevinden. Voor schade aan graftekens en/of aan voorwerpen op de graven door welke oorzaak dan ook, stelt het bestuur zich uitsluitend aansprakelijk voor zover deze risico's door de aansprakelijkheidsverzekering van het bestuur zijn gedekt. Onderhoud graftekens en grafbeplantingen: Artikel 32. I. De graftekens en grafbeplantingen moeten ter goedkeuring worden onderiiouden door de rechthebbende. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van graftekens en/of beplanting. 2 Wanneer naar het oordeel van het bestuur het onderhoud word verwaarloosd, zal rechthebbende schrifteüjk worden gesommeerd dit herstel of ondeiiioud te doen plaatsvinden. Afschrift van deze sommatie wordt, als rechthebbende onbereikbaar is, bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na een jaar is het bestuur gerechtigd ofwel het omschreven herstel of onderhoud op kosten van rechthebbende te doen plaatsvind ofwel het grafteken en/of beplantingen op kosten van rechthebbende te doen verwijderen. Wanneer rechthebbende verklaart deze kosten voor herstel, onderhoud of verwijdering met te willen voldoen of wanneer rechthebbende deze kosten na uitvoering niet binnen drie maanden na faktuurdatum aan het bestuur heeft voldaan of wanneer rechthebbende in gene dele heeft gereageerd op de sommatie vervalt het grafrecht zonder dat een evenredige terugbetaling kan worden verlangd. 11
3. De aangeplakte sommatie wordt eerst verwijderd indien de rechthebbende in het ondeAoud heeft voorzien of het grafrecht is vervallen. ^
*
Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende: Artikel 33. Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot verwijderen van een grafteken voor bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats bevindt en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaats, is het bestuur gerechtigd de delen daarvan van de begraaQ)laats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechdiebbende. Tijdelijke verwijdering grafteken door beheerder: Artikel 34. 1. Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de beheerder nodig is kunnen het grafteken en/of beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en op rekening van het bestuur worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd. De rechthebbende wordt hiervan tevoren in kennis gesteld. 2. Verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen kunnen door de beheerder zonder voorafgaande waarschuwing van de graven worden verwijderd. Verwijdering graftekens na einde grafrecht: Artikel 35. Na verloop van een tennijn van drie maanden na het eindigen van het grafrecht kan de beplanting en/of het grafteken van het graf verwijderd en vernietigd worden. Dit verwijderen en vernietigen vindt bij uitsluiting plaats door de zorg van het bestuur. Na verloop van genoemde termijn wordt de rechthebbende geacht afstand te hebben gedaan van zijn eigenaarsrechten op grafteken en/of beplanting. Indien een rechthebbende na einde van het grafrecht, doch voor verwijderen van het grafteken ten overstaan van het bestuur aangeeft over het grafteken te 12
willen blijven beschikken, wordt grafteken na verwijdering op kosten van de rechthebbende naar een door hem aan te wijzen plaats vervoerd. Eventuele schade aan het grafteken bij verwijdering en/of het vervoer zijn voor risico van de rechthebbende. Vin TARIEVEN EN ONDERHOUD: Tarieven. Artikel 36. 1. Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht en voor bijzettingen worden tarieven geheven. 2 Het tarief voor het grafrecht heeft uitsluitend betrekking op de huur van de grafruimte voor de duur van het grafrecht. 3. Het bestuur stelt een afeonderlijke hjst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven. Indien dit naar het oordeel van het bestuur nodig is, worden de tarieven aangepast. 4 De kosten van de grafdelver en eventuele andere bijzondere kosten verbonden aan de l)egraving of de bijzetting worden aan de rechthebbende afzonderlijk in rekening gebracht, door de verleners van de betreffende dienst. Algemeen onderhoud: Artikel 37. 1. Het bestuur zal zorgdragen dat de afrasteringen, de gebouwen, de paden, de groenvoorziening en de beplanting van de begraafplaats worden onderhouden. 2. Na sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats is het bestuur gehouden in het onderhoud van de begraafplaats te voorzien, tenzij anderen op basis van de dan ontstane situatie daarin zullen voorzien.
13
Ruimen van graven en asbussen: Artikel 38. . • Het bestuur heeft het recht de graven en de bewaarde asbussen, waarvan de grafi'echten met meer dan drie maanden vervallen zijn, te doen ruimen, met inachtneming van de wettelijke termijn en het overigens bij of krachtens de wet op de lijkbezorging bepaalde. IX OVERGANGSBEPALING: Artikel 39. 1. Indien de tijdsduur, die in het verleden aan een grafi'echt was verbonden, niet meer aantoonbaar is vast te stellen, wordt deze bij het van kracht worden van dit reglement ambtshalve vastgesteld op 10 jaren. Over deze periode is geen grafi'echt verschuldigd 2. Een grafrecht, voor de datum van in werking treden van dit reglement verleend voor onbepaalde tijd (zogenaamd eeuwigdurend grafrecht) geldt uitsluitend ten behoeve van persoon dan wel personen ten behoeve van wie dit recht persoonlijk is verleend en levert geen grafrecht op ten behoeve van enig ander familielid. Op verzoek van een familielid kan het bestuur een grafrecht verlenen ten behoeve van verzoeker of andere familieleden, indien in het graf nog bijzetting kan plaatsvinden, dan we grond van tijd die verstreken is sedert de laatste bijzet opnieuw een bijzetting in het betreffende graf kan plaatsvinden. Op dit nieuw verleende grafrecht zijn al bepalingen van dit reglement onverkort van toepassing. Bij eindigen van dit grafrecht, blijft oorspronkelijk voor onbepaalde tijd verleende grafrecht bestaan. 3. Op een grafrecht, voor de datum van in werking treden van dit reglement voor onbepaalde tijd verleend, zijn alle bepaUngen van dit reglement onverkort van toepassing, met dien verstande, dat er geen verlenging van het grafrecht door rechthebbende behoeft te worden gevraagd en dat geen grafrecht verschuldigd is.
14
X SLOTBEPALINGEN: Sluiting van de begraafplaats. Artikel 40. Het bestuur behoudt zich het recht voor de begraafplaats voor begravingen en voor het bijzetten van asbussen te sluiten of gesloten te doen veridaren. Het bestuur is niet aansprakelijk voor opgravings - en overplaatsingskosten van resten en/of graftekens naar een andere begraafylaats. Klachten: Artikel 41. Belan^ebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het bestuur een schriftelijke klacht indienen. Het bestuur zal binnen 30 dagen na ontvangst van de klacht beslissen en de klager daarvan in kennis stellen. Onvoorzien: Artikel 42. Voor de begraafplaats gelden de bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging en aanverwante regelingen. Dit reglement wordt geacht daarmee niet in strijd te zijn. In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur. Vervallen - verUaring eerdere voorschriften: Artikel 43. Het bestuur herroept met ingang van de datum waarop dit reglement in weridng treedt, eerdere voorschriften de begraafplaats betreffend en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.
15
Wijziging reglement: Artikel 44. Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen. Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het bestuur d.d 3 maart 1998 en treedt in werking op 1 mei 1998.
De Voorzitter: De Beheerder:
16