Reglement Beachkorfbal België 1. Veld en uitrusting 1.1 Speelveld 1. Het speelveld bedraagt 20x10m, waarop 2 korven geplaatst zijn op een gelijke afstand van de zijlijnen en 4m van de achterlijn. Er zal gespeeld worden in 1 zone, zonder middenlijn. De belijning bestaat uit duidelijk zichtbare, contrasterende lijnen van minstens 3.0 cm dikte, die op zo’n manier in de ondergrond bevestigd zijn, zodat deze geen blessures kunnen veroorzaken. De palen zijn uitgerust met door de IKF goedgekeurd synthetische korven en worden geplaatst op een gelijke afstand van de zijlijnen en 4 m van de achterlijn. Er worden geen strafworppunten geplaatst in het speelveld. Aan de beide zijkanten van het speelveld zal er een markring geplaatst worden op 2.5m voor de korf, zodat er een denkbeeldige lijn kan getrokken worden om de afstand te bepalen voor de strafworp en vrije worp. De voetplaten van de korfbalpalen dienen minstens 10cm ingegraven te worden in het zand om blessures bij de spelers te vermijden. De palen zullen bevestigd worden op een voldoende grote en zware grondplaat met een minimum diameter van 80cm. Er wordt gespeeld met een IKF goedgekeurde korfbal nummer 5 (nummer 4 bij de U14). De bal zal minstens 2 kleurig zijn, waarbij er een duidelijk contrast moet zijn met de omgeving. 1.2 Uitrusting Beide ploegen dienen aan te treden in een duidelijk van elkaar verschillende sportuitrusting. Schoenen zijn niet toegelaten. Het is wel toegelaten om een hoofddeksel of sportzonnebril te dragen. De scheidsrechter dient ervoor te zorgen dat zijn uitrusting duidelijk verschillend is van deze van de beide teams. De ploeg die als thuisploeg zal aantreden, behoudt het recht om in zijn uitrusting aan te treden wanneer beide outfits te gelijkend zijn (beslissing van de scheidsrechter). Het andere team dient zich op dat moment aan te passen. Het is niet toegelaten om enig voorwerp te dragen waaraan een speler zich kan kwetsen tijdens de wedstrijd. Deze dient men te verwijderen voor de start van de wedstrijd, of af te tapen, zodat deze geen gevaar meer betekenen.
2. Personen 2.1 Spelers Een team bestaat uit minstens 6 en maximum 10 spelers, waarvan er op elk moment 4 spelers (2 heren en 2 dames) op het speelveld staan. Spelers kunnen op elk moment vervangen worden wanneer het team in balbezit is onder volgende voorwaarden: -
-
De inkomende speler mag pas het speelveld betreden wanneer de uitgaande speler het speelveld heeft verlaten. Indien de inkomende speler het speelveld te vroeg betreedt, zal dit bestraft worden met een vrijworp voor het andere team. De vervangende spelers dienen plaats te nemen in de wisselzone langs de zijlijn, aangeduid door de scheidsrechter, tussen de 2 markeringen die geplaatst zijn op 2.5m voor de korf. De spelers nemen plaats bij de markering die het dichts bij de korf staan die men verdedigd.
Een speler die vervangen is, kan steeds terugkeren in de wedstrijd, al dient ten allen tijde de verhouding 2 heren en 2 dames op het speelveld behouden te blijven. De vervangende spelers dienen zich steeds te bevinden in de wisselzone naast het veld. Spelers die niet tijdig aanwezig zijn bij de start van de wedstrijd, of die deze zone verlaten tijdens de wedstrijd, kunnen niet meer deelnemen. Wanneer een speler een rode kaart wordt getoond, dient deze het speelveld en de wisselzone te verlaten, en kan deze niet meer terugkeren tijdens de wedstrijd. De speler kan wel nog vervangen worden. 2.2 Kapitein, coach en andere personen verbonden aan het team Elk team dient via het wedstrijdformulier een kapitein aan te duiden. Deze speler zal zich voor de wedstrijd kenbaar maken bij de scheidsrechter en zal tijdens de wedstrijd duidelijk herkenbaar zijn aan een kapiteinsband aan de linkerarm. De kapitein is verantwoordelijk voor het gedrag van zijn team tijdens de wedstrijd. Wanneer deze speler vervangen wordt, zal deze zijn functie blijven behouden, zolang hij zich in de wisselzone bevindt. Wordt de kapitein uitgesloten, dient het team een nieuwe kapitein aan te duiden. Elk team kan eveneens een coach en assistent-coach aanduiden indien gewenst. Deze persoon mag zich eveneens begeven in de wisselzone, maar dient een duidelijk verschillend herkenbaar te zijn tov de spelers. Ook deze persoon zal zich voor de aanvang van de wedstrijd kenbaar maken bij de scheidsrechter. Is er geen coach aanwezig, gaan de taken automatisch naar de kapitein. Bij jeugdwedstrijden is een coach (min. 18 jaar) verplicht. Deze persoon zal hierbij de taken overnemen van de kapitein zoals hierboven beschreven en is dan ook verantwoordelijk voor het team. Is er bij deze wedstrijden geen coach aanwezig, kan de wedstrijd niet aanvangen. Bij onenigheid betreffende het wedstrijdformulier, dienen de coachen van beide team een controle uit te oefenen. Is er hierna geen akkoord bereikt, zal de tornooileiding deze controle overnemen. Andere personen verbonden aan het team (sportverzorger, kinesist,…) , mogen zich enkel begeven op het speelveld en de wisselzone, mits toestemming van de scheidsrechter.
2.3 Scheidsrechter De scheidsrechter zorgt voor een goed verloop van het spel. De scheidsrechter zal eveneens verantwoordelijk zijn voor het opvolgen van de tijdsduur en het scoreverloop van de wedstrijd. Indien gewenst kan hij hiervoor een persoon aanduiden. 3. De wedstrijd 3.1 Tijdsduur en onderbreking De tijdsduur bij beachkorfbal is bepaald op 2x7.5 min. Er is een pauze voorzien van 1 min tussen beide helften. Na de pauze zullen beide teams wisselen van aanvalskorf. Er zijn geen Time-outs toegelaten. Bij een vervanging dient de tijd niet stopgezet te worden. 3.2 Doelpunt Een doelpunt telt wanneer: -
De bal volledig door de korf is geweest van boven naar beneden. Wanneer er een eigen doelpunt gemaakt wordt, telt dit doelpunt voor het andere team.
Wanneer de bal de handen van de speler reeds verlaten heeft bij een doelpoging, wanneer de scheidsrechter het einde van een speelhelft aangeeft, zal dit doelpunt toch tellen. Elke score telt voor 1 punt. 3.3 Aanvalskant Het thuisspelende team zal bij de start van de wedstrijd een korf kiezen naar waar zij eerst wensen aan te vallen. Zij mogen de wedstrijd ook starten. De tweede helft start de bezoekende ploeg. Bij finalewedstrijden zal er getost worden om te bepalen welk team het thuisvoordeel heeft. 3.4 Uitworp Een uitworp wordt gegeven: -
Bij de start van elke helft
-
Na elke doelpunt
De uitworp wordt genomen door een aanvaller vanaf de virtuele strafworpstip voor de korf voor de korf die deze speler verdedigd. 3.5 Spelhervatting/ vrijworp/strafworp Er wordt een onderscheid gemaakt tussen fouten gemaakt door een verdediger en fouten gemaakt door een aanvaller. Voor de duidelijkheid van deze regel, geldt dat aanvallers het team zijn die in balbezit zijn. De fouten worden ingedeeld in volgende onderverdelingen en zoals gekend in de spelregels:
-
Spelhervattingen: genomen op de plaats van de fout. De scheidsrechter fluit de overtreding en door middel van een handsignaal aangeven waar de spelhervatting dient genomen te worden. Het spel mag gestart worden van zodra de speler die de spelhervatting neemt, de bal kan spelen zonder dat hiervoor de scheidsrechter opnieuw dient te fluiten. Het spelen van een spelhervatting mag niet gehinderd worden. Wanneer een speler van het andere team op dat moment het nemen van de spelhervatting toch hindert, zal dat bestraf worden met een vrijworp of, indien een doelkans wordt verhinderd, een strafworp. Herhaaldelijk hinderen van een spelhervatting, zal beschouwd worden als wangedrag. Er mag niet rechtstreeks gescoord worden vanuit een spelhervatting.
-
Vrijworpen: genomen vanaf het virtuele strafworppunt. De scheidsrechter fluit de overtreding en heft de arm verticaal. Een vrijworp mag enkel genomen worden door een speler die op het moment van de fout deelnam aan het spel. Er mag niet rechtstreeks gescoord worden vanuit een vrijworp.
-
Strafworpen: genomen vanaf het virtuele strafworppunt. De scheidsrechter fluit de overtreding en wijst richting de korf. Een strafworp mag enkel genomen worden door een speler die op het moment van de fout deelnam aan het spel. Een strafworp dient ook steeds genomen te worden, ook al is de speeltijd reeds verstreken. Er mag rechtstreeks gescoord worden vanuit een strafworp.
3.6 Uitbal De bal is buiten het speelveld in de volgende situaties: -
Wanneer deze een zijlijn raakt
-
Wanneer deze de grond, een persoon of een voorwerp raakt buiten het speelveld
Het spel zal terug gestart worden met een uitworp aan de zijlijn op de plek waar de bal het speelveld verlaten heeft. De wisselzone behoort niet tot het speelveld. Raakt een speler die in het veld komt de bal alvorens deze het veld heeft betreden na een geldige wissel, dan wordt dit beschouwd als buiten het speelveld. 4. Samenvatting van de spelregels De officiële korfbalspelregels opgesteld door de KBKB zijn van toepassing, voor zover daar in bovenstaande regels niet van is afgeweken. Regels die bijna vanzelf sprekend zijn maar we toch even onder de aandacht willen brengen zijn: (zie ook Tuchtreglement Tornooien KBKB) - Bij wangedrag heeft de scheidsrechter het recht een speler uit te sluiten voor desbetreffende wedstrijd. - In overleg met de toernooileiding kan besloten worden een speler uit te sluiten voor alle nog te spelen wedstrijden.
5. Specifiek toernooi reglement: 5.1 Finalewedstrijden: Tijdens de finaleronden zal er door de scheidsrechter getost worden om te bepalen welke ploeg zal doorgaan als de “thuis spelende ploeg”. De winnaar van deze tos zal dan ook de wedstrijd mogen starten. Bij finaleronden worden bij gelijkspel aan het einde van de wedstrijd strafworpen genomen door de 4 spelers van elke ploeg die de wedstrijd hebben beëindigd. Is ook na deze strafworpserie geen winnaar bekend, worden er verder beurtelings strafworpen genomen door deze 4 spelers tot er een winnaar is. 5.2 Ploegen Aan de European Beach Challenge kunnen team deelnemen, waarvan minstens 80% van de spelers van dit team aangesloten zijn bij een bij het IKF aangesloten federatie. Om deel te nemen aan het Belgisch Kampioenschap dient een ploeg te bestaan uit enkel spelers met de Belgische Nationaliteit, woonachtig op het grondgebied België of aangesloten bij de Kon. Belgische Korfbalbond - Vlaamse Liga vzw. Een ploeg dient te bestaan uit minstens 6 en maximum 10 spelers. De namen van alle spelers van de ploeg dienen voor de aanvang van het tornooi opgegeven te worden aan de tornooileiding via het wedstrijdformulier. De tornooileiding kan steeds vragen aan de spelers om zich te legitimeren adv de ID-kaart van de speler(s). Voldoet een team niet aan deze voorwaarden, dan kan het wel deelnemen aan het BK Beachkorfbal of de European Beach Challenge, maar zal het niet worden opgenomen in het klassement. Wel kunnen ze het tornooi op zich winnen. 5.3 Rangschikking European Beach Challenge: Op het einde van het tornooi zal een rangschikking worden opgemaakt met de ploegen die voldoen aan bovenstaande regels om kans te maken op de eerste plaats op de “European Beach Challenge”. Belgisch Kampioenschap: Op het einde van het tornooi zal een rangschikking worden opgemaakt met de ploegen die voldoen aan bovenstaande regels om kans te maken op de titel “Belgisch Kampioen”. Bij een gelijke stand in deze rangschikking wordt er gekeken volgens volgende criteria in deze volgorde: - Doelpunten gescoord - Doelsaldo (aantal doelpunten gescoord - aantal doelpunten tegen) - Doelgemiddelde (aantal doelpunten gescoord / aantal doelpunten tegen) 5.4 Toernooileiding Bij onvoorziene omstandigheden en situaties welke niet vermeld zijn in deze afwijkingen, zal de toernooileiding een beslissing nemen, waartegen geen beroep mogelijk is.