REGELS. deel uitmakende van het bestemmingsplan "Dommelen 2009" Dommelen 2009, vastgesteld 57

REGELS deel uitmakende van het bestemmingsplan "Dommelen 2009"

Dommelen 2009, vastgesteld

57

Hoofdstuk 1.

Inleidende regels

ARTIKEL 1 BEGRIPPEN In deze regels wordt verstaan onder: 1

plan:

het bestemmingsplan "Dommelen 2009" van de gemeente Valkenswaard; 2

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO met de bijbehorende regels en bijlagen; 3

aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 4

aanduidingsgrens:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 5

aanbouw/uitbouw:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, dan wel als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw (door de vorm) onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 6

afhankelijke woonruimte:

een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woningen en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is; 7

agrarisch gebruik:

gebruik dat gericht is op het voortbrengen van plantaardige en/of dierlijke producten; 8

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 9

bebouwingspercentage:

het percentage van de voor de desbetreffende bestemming aangewezen gronden, dat per bouwperceel mag worden bebouwd;

58


10

bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; 11

bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak; 12

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 13

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 14

bouwgrens:

de grens van een bouwvlak. 15

bouwlaag:

het geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte gelegen ruimten in een gebouw met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder, onderbouw, zolder en vliering; 16

bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 17

bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel; 18

bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 19

bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 20

bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;


59

21

cafetaria/afhaalrestaurant:

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en nietalcoholische dranken; 22

corsotent:

tijdelijk bouwwerk, dat dient als onderkomen voor de opbouw van praalwagens die deelnemen aan het jaarlijkse bloemencorso; 23

cultuurhistorische waarde:

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt; 24

de naar de weg gekeerde bouwvlakgrens:

een op de plankaart aangegeven lijn die de grens vormt van een bouwvlak aan de zijde van de weg; 25

de van de weg afgekeerde bouwvlakgrens:

een op de plankaart aangegeven lijn die de grens vormt van een bouwvlak aan de zijde van het achtererf; 26

detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 27

eengezinswoningen:

woningen waar geen andere woningen boven of onder zijn gebouwd; 28

gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 29

gestapelde woningen:

woningen of wooneenheden die geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen zijn zoals appartementsgebouwen; 30

glastuinbouwbedrijf:

een agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend plaatsvindt in kassen (permanente tunnels en plastic kassen daaronder begrepen) met een hoogte van 1,50 meter of meer;

60


31

grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de bij het bedrijf behorende open grond; 32

handel in volumineuze goederen:

detailhandel in goederen van grote omvang, waaronder in ieder geval worden begrepen: bouwmarkten, keuken-, sanitair- en tegelbedrijven, alsmede handel in grove bouwmaterialen, meubelen (meubelmarkten), auto's, caravans, boten en tenten; 33

hoofdgebouw:

een gebouw dat gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken; 34

horecabedrijf:

een bedrijf, dat is gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen (alcoholische) dranken en/of voedsel en/of van nachtverblijf al dan niet in combinatie met het exploiteren van zaalaccommodatie; 35

kamerverhuurbedrijf:

de verhuur van een woning of woongebouw geheel of nagenoeg geheel via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken er in van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet; 36

landschappelijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied; 37

mantelzorg:

het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband; 38

natuurlijke waarden:

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied; 39

niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of overwegend in gebouwen plaatsvindt of los van het voortbrengend vermogen van de open grond plaatsvindt; 40

overkapping:

een bouwwerk dat bestaat uit een dakconstructie en is voorzien van ten hoogste één wand;


61

41

prostitutiebedrijf:

een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding als beroep wordt uitgeoefend; 42

referentie-maaiveld

a. bij nieuw te bouwen hoofdgebouwen en daarbij behorende aan- of uitbouwen: het straatpeil ter plaatse van de perceelgrens vermeerderd met 3 centimeter per meter afstand tussen de hoofdtoegang van het gebouw en die perceelgrens met een maximum van 30 centimeter; b. bij bijgebouwen: de gemiddelde maaiveldhoogte van het aansluitend afgewerkte terrein; c. bij bestaande gebouwen: een denkbeeldig vlak op 5 centimeter onder het niveau van de afgewerkte begane grondvloer; 43

restaurant:

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken; 44

seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 45

uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep:

het in een woning (met inbegrip van aanbouwen en bijgebouwen) beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, waaronder tevens begrepen de beroepen van schoonheidsspecialist(e), mani- en/of pedicure en kapper, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt; 46

waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater; 47

winkelondersteunende horeca:

een bedrijf, dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleine maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee en fris- en zwak alcoholische dranken; 48

woning/wooneenheid:

een complex van ruimten, dat uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;

62


49

woningen (halfvrijstaande)

woningen waarvan het hoofdgebouw aan één zijde vrij van de zijdelingse perceelgrens is gesitueerd; 50

woningen (rijtjes)

woningen waarvan het hoofdgebouw aan twee zijden op de zijdelingse perceelgrens is gesiteerd; 51

woningen (vrijstaande)

woningen waarvan het hoofdgebouw aan twee zijden vrij van de zijdelingse perceelgrens is gesitueerd; 52

(zakelijke) dienstverlening:

het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, al dan niet door middel van een baliefunctie, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.


63

ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 2.1

Meetwijzen

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 1

afstand tot de zijdelingse perceelgrens:

de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zijdelingse grens van het bouwperceel; 2

bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:

de gezamenlijke oppervlakten van de gebouwen, die op hetzelfde perceel zijn of mogen worden opgericht, daaronder de oppervlakten van kelderruimten onder maaiveld mede begrepen met uitzondering van parkeerkelders; 3

bouw-/nokhoogte van een gebouw:

het hoogste punt van het gebouw, gemeten van het referentie-maaiveld; hierbij worden niet meegerekend bouwdelen van ondergeschikte betekenis als schoorstenen, antennes, balkonafscheidingen en vergelijkbare afschermingen op niveau, alsmede lichtkoepels en lichtstraten; 4

breedte van een bouwperceel:

tussen de zijdelingse perceelgrenzen, in de naar de weg gekeerde bestemmingsgrens; 5

goothoogte van een gebouw:

de hoogte van de bovenkant van goot, boeiboord, druiplijn of daarmee gelijk te stellen constructiedeel van een gebouw, gemeten van het referentie-maaiveld; hierbij worden niet meegerekend ondergeschikte bouwdelen als goten van dakkapellen; 6

hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

van het hoogste punt van het bouwwerk tot aan het gemiddelde maaiveldpeil van het aansluitende afgewerkte terrein; hierbij worden niet meegerekend schoorstenen, antennes, balkonafscheidingen en vergelijkbare afschermingen op niveau, alsmede andere ondergeschikte bouwelementen, voor zover geplaatst op of aan gebouwen; 7

lengte, breedte en diepte van een gebouw:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidsmuren. 2.2

Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits: a. de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1½ meter bedraagt; b. de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet plaatsvindt boven openbare ruimten.

64


Hoofdstuk 2.

Bestemmingen

ARTIKEL 3 AGRARISCH (A) 3.1

Bestemmingsomschrijving

De gronden op de plankaart aangewezen voor "AGRARISCH (A)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. een grondgebonden agrarisch bedrijf, voor zover geen glastuinbouwbedrijf zijnde; 2. voor zover op de plankaart aangeduid met (w), mede voor wonen en ondergeschikte detailhandel in ambachtelijke producten, met bijbehorende aanbouwen en bijgebouwen; met daaraan ondergeschikt: b. waterhuishoudkundige voorzieningen; met de daarbij behorende: c. parkeervoorzieningen; d. erven, verhardingen en terreinen; e. groenvoorzieningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 3.1 omschreven bestemming onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; c. bouwen voor omschakeling naar een agrarisch glastuinbouwbedrijf en/of een nietgrondgebonden agrarisch bedrijf is niet toegestaan; d. hoogte: 1. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart voor bouwvlakken is aangegeven; 2. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter, van silo's maximaal 15 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 4,5 meter; e. inhoud: de inhoud van mestopslagsilo's bedraagt maximaal 200 m³. 3.3

Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval gerekend: het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandelsbedrijven, anders dan als nevenactiviteit, (incl. handel in volumineuze goederen), horecabedrijven en daarmee gelijk te stellen bedrijven. 3.4

Aanlegvergunning

3.4.1

Verboden werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) ter plaatse van de gronden die zijn aangeduid als “beschermingszone natte natuurparel” de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 30 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet;


65

b. de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage; c. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen met uitzondering van grondwateronttrekkingen; d. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk. 3.4.2

Voorwaarden voor ontheffing

De in artikel 3.4.1 vermelde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting van de waterhuishoudkundige situatie ontstaat. 3.5

Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsbevoegdheid' ten behoeve van de uitbreiding van de begraafplaats gelegen aan de Bergstraat en de bestemming "Agrarisch (A)" geheel of gedeeltelijk te verwijderen en de gronden te bestemmen voor "Maatschappelijk - Begraafplaats (M-BP)", zoals omschreven in en met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 12, onder de voorwaarden dat: a. middels een capaciteitsonderzoek wordt aangetoond, dat een uitbreiding van de begraafplaats noodzakelijk is; b. middels een onderzoek naar de bodemgesteldheid en de gemiddelde hoogste grondwaterstand wordt aangetoond, dat betreffende gronden geschikt zijn voor een uitbreiding van de begraafplaats; c. de uitbreiding van de begraafplaats stedenbouwkundig en landschappelijk wordt ingepast in de directe omgeving en aansluit bij de directe omgeving; d. geen sprake is van strijd met rijks-, provinciaal dan wel gemeentelijk beleid.

66


ARTIKEL 4 BEDRIJF (B) 4.1


De gronden op de plankaart aangewezen voor "BEDRIJF (B)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. kleinschalige productiebedrijven, ambachtelijke bedrijven en vervoersbedrijven met een beperkte milieuhinder, die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, voor zover nader op de plankaart aangeduid met (b2); 2. productiebedrijven, ambachtelijke bedrijven, bouwbedrijven en vervoersbedrijven, die voorkomen in de categorieën 1 tot en met 3 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, voor zover nader op de plankaart aangeduid met (b3); 3. (groot-)handelsbedrijven met een beperkte milieuhinder, niet zijnde: detailhandelsbedrijven (incl. handel in volumineuze goederen), die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, voor zover nader op de plankaart aangeduid met (b2); 4. (groot-)handelsbedrijven, niet zijnde: detailhandelsbedrijven (incl. handel in volumineuze goederen), die voorkomen in de categorieën 1 tot en met 3 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, voor zover nader op de plankaart aangeduid met (b3); 5. garagebedrijven, al dan niet met bijbehorende showrooms, die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, voor zover nader op de plankaart aangeduid met (b2); 6. garagebedrijven, al dan niet met bijbehorende showrooms, die voorkomen in de categorieën 1 tot en met 3 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, voor zover nader op de plankaart aangeduid met (b3); 7. voor zover op de plankaart aangeduid met (vm) mede verkooppunt voor motorbrandstoffen; 8. magazijnen en opslagplaatsen, die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, voor zover nader op de plankaart aangeduid met (b2); 9. een bedrijfswoning, als zodanig ondergeschikt aan de bijbehorende bedrijf; 10. voor zover op de plankaart aangeduid met (bb) uitsluitend bierbrouwerij; 11. voor zover op de plankaart aangeduid met (m) uitsluitend magazijnen en opslagplaatsen, die voorkomen in de categorie 1 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, voor zover nader op de plankaart aangeduid met (b1); 12. voor zover op de plankaart aangeduid met (bw) uitsluitend wonen, zijnde een bedrijfswoning, met bijbehorende aanbouwen en bijgebouwen; met daaraan ondergeschikt: b. waterhuishoudkundige voorzieningen; met de daarbijbehorende: c. d. e. f.

parkeervoorzieningen; erven en terreinen; groenvoorzieningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Toegelaten bedrijfsactiviteiten in kader van milieu Toelaatbaar zijn slechts bedrijven, die voorkomen in de aangegeven categorie(ën) van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, mits die bedrijven niet vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Bij de hantering van de Staat van Inrichtingen voor gevallen waarin: a. vergunning wordt gevraagd voor een activiteit die niet in de staat voorkomt, of


67

b. vergunning wordt gevraagd voor een activiteit die in de staat is vermeld in een categorie die in principe niet is toegestaan op het desbetreffende perceel, terwijl de vergunningaanvrager van mening is, dat de activiteit naar aard en omvang wel passend is, kunnen burgemeester en wethouders onderzoeken of de bedoelde activiteit qua milieubelasting kan worden gelijkgesteld met de krachtens de bepalingen van dit plan ter plaatse toelaatbare categorie bedrijfsactiviteiten. In de gevallen onder a en b zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen voor uitoefening van de gewenste activiteit, mits het voormelde onderzoek de gelijkstelling in milieubelasting aantoont. Bedrijven, die op de plankaart zijn aangeduid met (m), zijn slechts toelaatbaar, als zij voorkomen in de categorie 1 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen. Nevenactiviteit detailhandel Detailhandel is slechts toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten. De verkoop van motorbrandstoffen is evenwel uitgesloten tenzij waar dit op de plankaart expliciet is aangegeven. 4.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 4.1 omschreven bestemming onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; c. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan één per bedrijfsperceel; d. hoogte: 1. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart voor bouwvlakken is aangegeven; 2. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter; e. bouwkundige wijzigingen van de op de plankaart met het teken © aangeduide gebouwen met cultuurhistorische waarde zijn slechts toegestaan, mits de ingreep de bestaande architectonische en beeldbepalende kwaliteit niet aantast; alvorens te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie. 4.3


Tot een strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor: 1. detailhandelsbedrijven, anders dan als nevenactiviteit, (incl. handel in volumineuze goederen), horecabedrijven en daarmee gelijk te stellen bedrijven, alsmede zelfstandige kantoren; 2. de uitoefening van een bedrijf, dat voorkomt in de categorieën 4, 5 of 6 van de bij dit plan behorende Staat van Inrichtingen, of daarmee vergelijkbare bedrijven, uitgezonderd een bierbrouwerij waar dit op de plankaart expliciet is aangegeven; 3. een bedrijf, dat valt onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.

68


4.4

Aanlegvergunning

4.4.1


Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) gebouwen met cultuurhistorische waarde - als zodanig aangegeven op de plankaart met het teken © - geheel of gedeeltelijk te slopen. 4.4.2

Toegestane werkzaamheden

Het in artikel 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 4.4.3


De in artikel 4.4.1 vermelde vergunning kan slechts worden verleend indien de ter plaatse aanwezige gebouwen met cultuurhistorische waarde niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van deze waarde niet onevenredig worden verkleind. Alvorens te beslissen omtrent de aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie.


69

ARTIKEL 5 BEDRIJF - NUTSVOORZIENING (B-NV) 5.1


De gronden op de plankaart aangewezen voor "BEDRIJF - NUTSVOORZIENING (B-NV)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van het openbaar nut; met de daarbijbehorende: b. terreinen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 5.1 omschreven bestemmingen onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; c. de goothoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3,3 meter; d. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter.

70


ARTIKEL 6 CENTRUM (C) 6.1


De gronden op de plankaart aangewezen voor "CENTRUM (C)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. op de begane grond: y detailhandel, niet zijnde: handel in volumineuze goederen; y (zakelijke) dienstverlening; y winkelondersteunende horeca; y openbare en maatschappelijke dienstverlening; y openbare verkeersruimten, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en goederenstalling, zulks mede voor functies op de verdieping(en); y en voorts, voor zover op de plankaart aangeduid met bouwvlak (h3), mede cafetaria's/afhaalrestaurants; 2. op de verdieping(en): y (zakelijke) dienstverlening (inclusief kantoren), mits de functie een ruimtelijk en functionele eenheid vormt met het gebruik op de begane grond; met de daarbijbehorende: b. erven en terreinen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 6.1 omschreven bestemming onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart voor bouwvlakken is aangegeven; d. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter. 6.3

Ontheffing van de gebruiksregels

6.3.1

Ontheffing m.b.t. dienstverlening

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 6.1.a.2, ten behoeve van openbare en maatschappelijke dienstverlening op de verdieping(en), mits: a. het een uitbreiding betreft van het op de begane grond gelegen bedrijf en daarmee ruimtelijk en functioneel een eenheid vormt; b. het gebruik geen overmatige overlast voor de (woon-)omgeving oplevert; c. het gebruik de afwikkeling van het verkeer niet nadelig beïnvloedt en/of niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in de buurt.


71

ARTIKEL 7 DETAILHANDEL (DH) 7.1


De gronden op de plankaart aangewezen voor "DETAILHANDEL (DH)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. op de begane grond: detailhandel; 2. op de verdieping: opslag; met de daarbijbehorende: b. groenvoorzieningen; c. erven en terreinen; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 7.2

Bouwregels



7.3.1

Ontheffing m.b.t. dienstverlening

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 7.1, ten behoeve van (zakelijke) dienstverlening (inclusief kantoren) op de begane grond, mits: a. het gebruik geen overmatige overlast voor de (woon-)omgeving oplevert; b. het gebruik de afwikkeling van het verkeer niet nadelig beïnvloedt en/of niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in de buurt.

72


ARTIKEL 8 DIENSTVERLENING (DV) 8.1


De gronden op de plankaart aangewezen voor "DIENSTVERLENING (DV)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van (zakelijke) dienstverlening (inclusief kantoren), zowel op de begane grond als op de verdieping, mits de functie op de verdieping ruimtelijk en functioneel een eenheid vormt met het bedrijf op de begane grond; met de daarbijbehorende: b. groenvoorzieningen; c. erven en terreinen; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 8.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 8.1 omschreven bestemming onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart voor bouwvlakken is aangegeven; d. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter; e. bouwkundige wijzigingen van de op de plankaart met het teken © aangeduide gebouwen met cultuurhistorische waarde zijn slechts toegestaan, mits de ingreep de bestaande architectonische en beeldbepalende kwaliteit niet aantast; alvorens te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie. 8.3

Aanlegvergunning

8.3.1


Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) gebouwen met cultuurhistorische waarde - als zodanig aangegeven op de plankaart met het teken © - geheel of gedeeltelijk te slopen. 8.3.2

Toegestane werkzaamheden

Het in artikel 8.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 8.3.3


De in artikel 8.3.1 vermelde vergunning kan slechts worden verleend indien de ter plaatse aanwezige gebouwen met cultuurhistorische waarde niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van deze waarde niet onevenredig worden verkleind. Alvorens te beslissen omtrent de aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie.


73

ARTIKEL 9 GROEN (G) 9.1


De gronden op de plankaart aangewezen voor "GROEN (G)" zijn bestemd voor: a. plantsoenen, parken, groenstroken en andere groenvoorzieningen; b. bermen; c. leggerwatergangen; d. riooltransportleiding; met daaraan ondergeschikt: e. voet- en fietspaden; f. speelvoorzieningen; g. dagrecreatie; h. waterhuishoudkundige voorzieningen; met de daarbijbehorende: i.

9.2

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder tevens begrepen geluidwerende voorzieningen. Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 9.1 omschreven bestemming met een maximale hoogte van 5 meter.

74


ARTIKEL 10 10.1

HORECA (H)


De gronden op de plankaart aangewezen voor "HORECA (H)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. horecabedrijven, 2. voor zover op de plankaart aangeduid met (w) mede voor wonen; met de daarbijbehorende: b. c. d. e.

groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; erven en terreinen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 10.1 omschreven bestemming onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart voor bouwvlakken is aangegeven; d. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter; e. bouwkundige wijzigingen van de op de plankaart met het teken © aangeduide gebouwen met cultuurhistorische waarde zijn slechts toegestaan, mits de ingreep de bestaande architectonische en beeldbepalende kwaliteit niet aantast; alvorens te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie. 10.3

Aanlegvergunning

10.3.1 Verboden werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) gebouwen met cultuurhistorische waarde - als zodanig aangegeven op de plankaart met het teken © - geheel of gedeeltelijk te slopen. 10.3.2 Toegestane werkzaamheden Het in artikel 10.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 10.3.3 Voorwaarden voor ontheffing De in artikel 10.3.1 vermelde vergunning kan slechts worden verleend indien de ter plaatse aanwezige gebouwen met cultuurhistorische waarde niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van deze waarde niet onevenredig worden verkleind. Alvorens te beslissen omtrent de aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie.


75

ARTIKEL 11 11.1

MAATSCHAPPELIJK (M)


De gronden op de plankaart aangewezen voor "MAATSCHAPPELIJK (M)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. het openbaar bestuur, openbare en maatschappelijke dienstverlening, religie, educatie, sport, verenigingsleven, (para-) medische, sociale en culturele doeleinden en hiermee gelijkte stellen voorzieningen, alsook ondergeschikte detailhandel en horecabedrijven ten dienste van deze voorzieningen; 2. voor zover op de plankaart aangeduid met (w) mede voor wonen; met de daarbijbehorende: b. c. d. e.

groenvoorzieningen; (parkeer-)voorzieningen; erven en terreinen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 11.1 omschreven bestemming onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het aantal woningen mag maximaal het op de plankaart aangegeven aantal woningen bedragen; c. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; d. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart voor bouwvlakken is aangegeven; e. het aantal bouwlagen boven de maximaal toegestane goothoogte mag maximaal 1 bedragen. f. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter; g. bouwkundige wijzigingen van de op de plankaart met het teken © aangeduide gebouwen met cultuurhistorische waarde zijn slechts toegestaan, mits de ingreep de bestaande architectonische en beeldbepalende kwaliteit niet aantast; alvorens te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie. 11.3

Aanlegvergunning

11.3.1 Verboden werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning): a. gebouwen met cultuurhistorische waarde - als zodanig aangegeven op de plankaart met het teken © - geheel of gedeeltelijk te slopen; b. op de gronden -aangegeven als archeologisch waardevol- de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: y het aanleggen en/of verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; y het afgraven, ophogen of egaliseren, dan wel ontginnen van gronden; y het kappen en rooien van houtwallen en/of -singels of bosjes; y het door nieuwe aanplant realiseren van houtwallen en/of -singels of bosjes; 76


y

het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.

11.3.2 Toegestane werkzaamheden Het in artikel 11.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond; c. reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 11.3.3 Voorwaarden voor ontheffing De in artikel 11.3.1 vermelde vergunning kan slechts worden verleend: a. indien de ter plaatse aanwezige gebouwen met cultuurhistorische waarde niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van deze waarde niet onevenredig worden verkleind; b. indien de gronden met archeologische waarde niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van deze waarde niet onevenredig worden verkleind; c. indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en/of landschappelijke waarden van de gronden; Alvorens te beslissen omtrent de aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie. 11.4


Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsbevoegdheid' ten behoeve van de uitbreiding van de begraafplaats gelegen aan de Bergstraat en de bestemming "Maatschappelijk (M)" geheel of gedeeltelijk te verwijderen en de gronden te bestemmen voor "Maatschappelijk - Begraafplaats (M-BP)", zoals omschreven in en met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 12 en met in achtneming van het bepaalde in artikel 11.3, onder de voorwaarden dat: a. middels een capaciteitsonderzoek wordt aangetoond, dat een uitbreiding van de begraafplaats noodzakelijk is; b. middels een onderzoek naar de bodemgesteldheid en de gemiddelde hoogste grondwaterstand wordt aangetoond, dat betreffende gronden geschikt zijn voor een uitbreiding van de begraafplaats; c. de uitbreiding van de begraafplaats stedenbouwkundig en landschappelijk wordt ingepast in de directe omgeving en aansluit bij de directe omgeving; d. op basis van archeologisch onderzoek wordt aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; e. geen sprake is van strijd met rijks-, provinciaal dan wel gemeentelijk beleid.


77

ARTIKEL 12 12.1

MAATSCHAPPELIJK - BEGRAAFPLAATS (M-BP)


De gronden op de plankaart aangewezen voor "MAATSCHAPPELIJK - BEGRAAFPLAATS (MBP)" zijn bestemd voor: a. begraafplaats; b. gebouwen ten behoeve van de begraafplaats en daarbijbehorende voorzieningen; met de daarbijbehorende: c. d. e. f.

groenvoorzieningen; wegen en paden; parkeervoorzieningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

12.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 12.1 omschreven bestemmingen onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart voor bouwvlakken is aangegeven; d. de hoogte van terreinafscheidingen en van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 meter.

78


ARTIKEL 13 13.1

MAATSCHAPPELIJK - MOLEN (M-M)


De gronden op de plankaart aangewezen voor "MAATSCHAPPELIJK - MOLEN (M-M)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. het functioneren van een molen; 2. voor zover op de plankaart aangeduid met (dh) mede voor detailhandel; 3. voor zover op de plankaart aangeduid met (w) mede voor één woning; b. waterhuishoudkundige voorzieningen; met de daarbijbehorende: c. d. e. f.

groenvoorzieningen; (parkeer-)voorzieningen; erven en terreinen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.2

Bouwregels


Aanlegvergunning

13.3.1 Verboden werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op de gronden -aangegeven als archeologisch waardevol- de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het afgraven, ophogen of egaliseren, dan wel ontginnen van gronden; c. het kappen en rooien van houtwallen en/of -singels of bosjes; d. het door nieuwe aanplant realiseren van houtwallen en/of -singels of bosjes; e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen. 13.3.2 Toegestane werkzaamheden Het in artikel 13.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond; c. reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.


79

13.3.3 Voorwaarden voor ontheffing De in artikel 13.3.1 vermelde vergunning kan slechts worden verleend: a. indien de gronden met archeologische waarde niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van deze waarde niet onevenredig worden verkleind; b. indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en/of landschappelijke waarden van de gronden; Alvorens te beslissen omtrent de aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie.

80


ARTIKEL 14 14.1

SPORT (S)


De gronden op de plankaart aangewezen voor "SPORT (S)" zijn bestemd voor: a. sportterreinen en recreatieve voorzieningen; b. gebouwen ten behoeve van sportieve en recreatieve doeleinden en daarbijbehorende voorzieningen, waaronder mede begrepen ondergeschikte horecabedrijven (in kantines) en kleinschalige detailhandel; met daaraan ondergeschikt: c. waterhuishoudkundige voorzieningen; met de daarbijbehorende: d. e. f. g.

wegen en paden; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

14.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 14.1 omschreven bestemmingen onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart voor bouwvlakken is aangegeven; d. de hoogte van tribunes, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6 meter, van lichtmasten maximaal 18 meter, van vangnetten en ballenvangers maximaal 5,5 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter.


81

ARTIKEL 15 15.1

VERKEER (V)


De gronden op de plankaart aangewezen voor "VERKEER (V)" zijn bestemd voor: a. wegen, straten en pleinen; b. voet- en fietspaden; waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer; met daaraan ondergeschikt: c. parkeervoorzieningen; d. groenvoorzieningen, waaronder tevens begrepen speelterreintjes; e. waterhuishoudkundige voorzieningen; f. voor zover op de plankaart apart aangeduid met (mb) verkooppunt voor motorbrandstoffen; met de daarbijbehorende: g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder tevens begrepen geluidwerende voorzieningen. 15.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 15.1 omschreven bestemming: a. die gerekend worden tot de specifieke uitrusting van een weg, mits de bebouwing van geringe afmetingen is en met uitzondering van verkoop en/of afleverpunten voor motorbrandstoffen; b. waarbij op de grond, die op de plankaart apart is aangeduid met raster voor verkooppunt voor motorbrandstoffen, de goothoogte van een luifel niet meer mag bedragen dan 6 meter en verdere bebouwing van geringe afmetingen is. 15.3

Aanlegvergunning

15.3.1 Verboden werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op de gronden -aangegeven als archeologisch waardevol- de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het afgraven, ophogen of egaliseren, dan wel ontginnen van gronden; c. het kappen en rooien van houtwallen en/of -singels of bosjes; d. het door nieuwe aanplant realiseren van houtwallen en/of -singels of bosjes; e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen. 15.3.2 Toegestane werkzaamheden Het in artikel 15.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond; c. reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

82


15.3.3 Voorwaarden voor ontheffing De in artikel 15.3.1 vermelde vergunning kan slechts worden verleend: a. indien de gronden met archeologische waarde niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van deze waarde niet onevenredig worden verkleind; b. indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en/of landschappelijke waarden van de gronden; Alvorens te beslissen omtrent de aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie.


83

ARTIKEL 16 16.1

VERKEER - GARAGEBOXEN (V-GB)


De gronden op de plankaart aangewezen voor "VERKEER - GARAGEBOXEN (V-GB)" zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van de stalling van in hoofdzaak auto's en andere voertuigen; met de daarbijbehorende: b. terreinen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 16.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 16.1 omschreven bestemming onder de navolgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage bedraagt 100, tenzij op de plankaart expliciet een ander lager percentage is aangegeven, dat niet mag worden overschreden; c. de goothoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3,3 meter; d. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter.

84


ARTIKEL 17 17.1

VERKEER - VERBLIJF (V-V)


De gronden op de plankaart aangewezen voor "VERKEER - VERBLIJF (V-V)" zijn bestemd voor: a. wegen, straten en pleinen met een verblijfsfunctie en voor de ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden, zoals winkelerven, woonstraten, woonerven en paden; b. (fiets- en voet-)paden; c. parkeervoorzieningen; d. groen- en speelvoorzieningen; e. doeleinden ten dienste van openbare nut; f. dagrecreatie; met daaraan ondergeschikt: g. waterhuishoudkundige voorzieningen; met de daarbijbehorende: h. bouwwerken. 17.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 17.1 omschreven bestemming, zoals: a. b. c. d.

bij parkeervoorzieningen behorende bouwwerken; bouwwerken behorende tot het straatmeubilair; fietsenstallingen; niet voor bewoning bestemde gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximale bouwhoogte van 4 meter.

17.3

Ontheffing van de bouwregels

17.3.1 Ontheffing m.b.t. bouw muziekkiosk Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17.1 voor de bouw van één muziekkiosk, mits: a. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m2; b. de hoogte niet meer bedraagt dan 6 meter; c. de afstand tot andere gebouwen ten minste 20 meter bedraagt.


85

ARTIKEL 18 18.1

WATER (WA)

Bestemmingsomschrijvingen

De gronden op de plankaart aangewezen voor "WATER (WA)" zijn bestemd voor: a. b. c. d. e.

de aanleg, het onderhoud en de instandhouding van leggerwaterlopen; oppervlaktewater; retentie van water; wateraanvoer en waterafvoer; behoud, herstel en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke en ecologische waarden wanneer sprake is van (water)natuurdoelstellingen; met de daarbijbehorende: f.

gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de waterhuishouding, waaronder watermolens, bruggen, dammen en/of duikers.

18.2

Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 18.1 omschreven bestemming met een maximale bouwhoogte van 5 meter.

86


ARTIKEL 19 19.1

WONEN (W)


De gronden op de plankaart voor "WONEN (W)" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. eengezinswoningen en gestapelde woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep, 2. detailhandel op de begane grond ter plaatse van de aanduiding (dh), mits gelegen binnen het hoofdbouwvlak dan wel gelegen aansluitend aan de achterzijde van het hoofdbouwvlak tot een diepte van 5 meter, 3. (zakelijke) dienstverlening (inclusief kantoren) op de begane grond ter plaatse van de aanduiding (dv), 4. (para-) medische doeleinden op de begane grond ter plaatse van de aanduiding (md), 5. horecabedrijven op de begane grond ter plaatse van de aanduiding (h1), 6. restaurants op de begane grond ter plaatse van de aanduiding (h2), 7. cafetaria's/afhaalrestaurants op de begane grond ter plaatse van de aanduiding (h3); b. op kelderniveau(s) uitsluitend voor parkeervoorzieningen, bergingen, goederenstalling, en nutsvoorzieningen vanwege de woonfunctie op de begane grond en de verdiepingen; c. aanbouwen en bijgebouwen; d. waterhuishoudkundige voorzieningen; met de daarbijbehorende: e. tuinen en erven; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; g. parkeervoorzieningen. 19.2

Bouwregels (hoofdbepalingen)

Voor de bouw van hoofdgebouwen, aanbouwen en bijgebouwen gelden met inachtneming van de subbepalingen in artikel 19.3 de volgende hoofdbepalingen: a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd met (een gedeelte van) de voorgevels in de naar de weg gekeerde bouwvlakgrens; b. aanbouwen en bijgebouwen: 1. de aanbouwen mogen uitsluitend worden gebouwd: y binnen het bouwvlak voor hoofdgebouwen; y op de gronden op de plankaart aangeduid met (mg); y op de gronden op de plankaart aangeduid met (zg); 2. de bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd: y binnen het bouwvlak voor hoofdgebouwen; y op de gronden op de plankaart aangeduid met (mg); y op de gronden op de plankaart aangeduid met (zg+); 3. de aanbouwen en bijgebouwen mogen geen zelfstandige woning vormen; c. bouwkundige wijzigingen van de op de plankaart met het teken © aangeduide gebouwen met cultuurhistorische waarde zijn slechts toegestaan, mits de ingreep de bestaande architectonische en beeldbepalende kwaliteit niet aantast; alvorens te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie. 19.3

Bouwregels (subbepalingen)

19.3.1 Algemene bouwregels a. De op de plankaart voor WONEN (W) binnen de bouwvlakken (wc-g), (wc-v), (wc-h) en (wc-r) aangewezen gronden zijn bestemd voor bebouwing met: 1. gestapelde woningen (wc-g) en 2. eengezinswoningen (wc-v), (wc-h) en (wc-r). Dommelen 2009, vastgesteld

87

b. De goothoogte van gestapelde woningen mag niet meer bedragen dan op de plankaart voor bouwvlakken is aangegeven. c. De goothoogte van eengezinswoningen mag niet meer bedragen dan het bepaalde onder artikel 19.3.2.b. d. Het aantal bouwlagen boven de maximaal toegestane goothoogte mag maximaal 1 bedragen. 19.3.2 Eensgezinshuizen Voor de bouw van eengezinswoningen als hoofdgebouwen gelden de navolgende subbepalingen: Bepalingen Maatvoering a. minimum afstand tot de zijdelingse perceelgrens, voor zover op plankaart niet anders aangegeven op: - bouwperceel met breedte >= 35 meter - bouwperceel met breedte >= 27 en < 35 meter - bouwperceel met breedte >= 21 en < 27 meter - bouwperceel met breedte >= 15 en < 21 meter - bouwperceel met breedte < 15 meter

nadere aanduidingen in cijfers

mtr. 7

(aan beide zijden)

mtr. 6 4 mtr. 4 mtr. 3 mtr. 3

(aan één zijde) (aan andere zijde) (aan één zijde) (aan andere zijde) (aan beide zijden)

mtr. 3

(aan beide zijden bij vrijstaand of aan één zijde bij halfvrijst. of geschakeld) (aan beide zijden bij rijen)

mtr. 0 b. maximum goothoogte, voor zover op plankaart is aangegeven met de aanduiding: mtr. 6 - (wc-v), (wc-h), (wc-r) - (wv) mtr. 3,5 - (w^) mtr. 9 19.3.3 Aanbouwen en bijgebouwen

Voor de bouw van aanbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd op de gronden op de plankaart aangeduid met (mg) en/of binnen dat deel van het bouwvlak dat niet is bestemd voor de hoofdbouw, gelden de navolgende subbepalingen: Bepalingen

a.

88

nadere aanduidingen

Maatvoering in maximum bebouwingspercentage per bouwperceel aan aanbouwen en bijgebouwen tezamen voorzover gelegen achter de van de weg afgekeerde bouwvlakgrens en achter het verlengde van die grenslijn (=achterperceel): - bij een achterperceeloppervlak < % 240 m²

cijfers

- bij een achterperceeloppervlak >= % 240 en < 300 m²

40

50

nadere omsch. bepal.

met dien verstande dat de gezamenlijke bebouwingsoppervlakte nimmer meer bedraagt dan 75 m²

*

* Dommelen 2009, vastgesteld

met dien verstande dat de gezamenlijke bebouwingsoppervlakte nimmer meer bedraagt dan 150 m²

*

mtr. 7

(aan beide zijden)

*

mtr. 6 mtr. 4 mtr. 4

(aan één zijde) (aan andere zijde) (aan één zijde)

*

mtr. 3

(aan één zijde)

mtr. 3

(aan één zijde bij vrijst. hoofdgebouw) (aan één zijde bij half vrijstaand of geschakeld hoofdgebouw)

- bij een achterperceeloppervlak >= % 300 m²

a.1 maximum bebouwingspercentage aan aanbouwen en bijgebouwen tezamen voor zover gelegen in de met (mg-) aangeduide zone b.1 minimum afstand tot de zijdelingse perceelgrens bij aanbouwen en bijgebouwen binnen een bouwvlak en het zijdelingse verlengde van dat vlak voor zover op plankaart niet anders aangegeven op: - bouwperceel met breedte >= 35 meter - bouwperceel met breedte. >= 27 en < 35 meter - bouwperceel met breedte >= 21 en < 27 meter - bouwperceel met breedte >= 15 en < 21 meter - bouwperceel met breedte < 15 meter

%

40

25

mtr. 0

b.2 minimum afstand tot de zijdelingse perceelgrens bij aanbouwen en bijgebouwen achter de van de weg afgekeerde bouwvlakgrens en achter het verlengde van die grenslijn voor zover op plankaart niet anders aangegeven: c. maximum goothoogte bij aanbouwen en bijgebouwen d. maximum dakhelling bij aanbouwen en bijgebouwen e.1 minimum afstand van zijaanbouw en bijgebouw achter de voorgevellijn van hoofdgebouw voor zover op plankaart niet anders aangegeven e.2 maximum overschrijding van zijaanbouw vóór de voorgevellijn van hoofdgebouw en het verlengde van die lijn mits: - het bepaalde in sub e1 reeds is, dan wel gelijktijdig kan worden toegepast; - vóór de zijaanbouw een tuindiepte van tenminste 5 meter overblijft; - op straathoeken het voor de verkeersveiligheid noodzakelijke uitzicht gehandhaafd blijft; - het stedenbouwkundig karakter van de straatwand behouden blijft Dommelen 2009, vastgesteld

mtr. 0 mtr. 3 º

45

(aan beide zijden)

*

mtr. 1½

*

mtr. 1,5

*

89

* nadere omschrijving: y y y y y

sub a/a1: Vergunningsvrije gebouwen tellen bij het berekenen van de maximum oppervlaktemaat niet mee. sub d: ontheffingsbevoegdheid van toepassing (zie 19.4.3) sub b.1: Deze bepaling voor aan-, uit- en bijgebouwen is gelijk aan die voor het hoofdgebouw. sub e.1: Deze bepaling is hoofdregel; incidenteel zijn daarop uitzonderingen mogelijk via het gestelde onder sub e.2. sub e.2: De bepaling over minimale tuindiepte geldt alleen, als in een zijaanbouw een autostalling vervalt of eerder vervallen is; aldus blijft fysieke ruimte over om op hetzelfde perceel te parkeren.

19.3.4 Aanbouwen Voor de bouw van aanbouwen, voor zover gesitueerd op de gronden op de plankaart aangeduid met (zg) - zijnde aanbouwen aan voorgevel van hoofdgebouw -, gelden de navolgende subbepalingen: nadere aanduidingen Bepalingen Maatvoering maximum goothoogte maximum dakhelling maximum aanbouwdiepte aan de voorgevel van hoofdgebouw * nadere omschrijving a. b. c.

nadere omschr. bepal.

in cijfers mtr. 3 º 45

*

mtr. 1,5

ontheffingsbevoegdheid van toepassing (zie 19.4.3). 19.3.5 Bijgebouwen Voor de bouw van bijgebouwen, voor zover gesitueerd op de gronden op de plankaart aangeduid met (zg+), gelden de navolgende subbepalingen:

a. b. c.

90

Bepalingen Maatvoering maximum oppervlakte per bouwperceel maximum goothoogte maximum bouw-/nokhoogte

nadere aanduidingen in cijfers m² 10 mtr. 2 mtr. 2,7


19.3.6 Terreinafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor de bouw van terreinafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder mede begrepen overkappingen, gelden de navolgende subbepalingen: Bepalingen

Maatvoering terreinafscheidingen: - maximum hoogte gesitueerd vóór de voorgevellijn van een hoofdgebouw en vóór het verlengde van die lijn - maximum hoogte gesitueerd achter de voorgevellijn van een hoofdgebouw en achter het verlengde van die lijn b. overkappingen A: voor zover gesitueerd op gronden op de plankaart aangeduid met (zg) of (zg+): - maximum hoogte - maximum oppervlakte per bouwperceel - maximum bebouwingspercentage en mits de enig toegestane wand niet wordt geplaatst op grond op de plankaart aangeduid met (zg) of (zg+) B: voor zover gesitueerd binnen het bouwvlak voor hoofdgebouwen en/of op gronden op de plankaart aangeduid met (mg): zonder nadere beperkingen mits de algemene bouwregels voor aanbouwen en bijgebouwen overeenkomstig het bepaalde in artikel 19.2 worden toegepast c. zwembaden (niet overdekt): - maximum bebouwingspercentage per bouwperceel op en berekend naar de oppervlakte van de grond gelegen achter de van de weg afgekeerde bouwvlakgrens en achter het verlengde van die grenslijn d. bouwwerken, geen gebouwen of geen terreinafscheidingen noch overkappingen zijnde: - maximum hoogte * nadere omschrijving:

nadere aanduidingen nadere omschr. bepal. in cijfers

a.

mtr.

1

mtr.

2

mtr. m² %

2,7 20 50

%

50

mtr.

3

*

sub a: Ook een terreinafscheiding, die zorgt voor een afscherming van zij- en/of achtertuin en direct gesitueerd is aan de openbare weg, mag een hoogte hebben van maximaal 2 meter, mits het voor de verkeersveiligheid noodzakelijke uitzicht gehandhaafd blijft. Als niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, bedraagt de hoogte maximaal 1 meter. 19.4

Ontheffing van de bouwregels

19.4.1 Ontheffing m.b.t. afstand t.o.v. de bouwvlakgrens Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.2.a voor het bouwen van hoofdgebouwen maximaal 2 meter achter de naar de weg gekeerde bouwvlakgrens, mits: a. de vormgeving van de straatwand, bezien uit stedenbouwkundig en architectonisch oogpunt, niet onevenredig wordt aangetast; b. de van de weg afgekeerde bouwvlakgrens niet wordt overschreden.


91

19.4.2 Ontheffing m.b.t. afstand zijdelingse perceelgrens Vervallen 19.4.3 Ontheffing m.b.t. de dakhelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.3.3.d en artikel 19.3.4.b voor het realiseren van een steilere dakhelling dan 45°, mits zulks geschiedt om redenen van esthetische aard gebaseerd op een welstandsadvies. 19.4.4 Ontheffing m.b.t. terreinafscheidingen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.3.6.a. voor terreinafscheidingen in de voortuin met een hoogte van maximaal 3 meter ter afbakening van de openbare weg, mits: a. het af te scheiden perceel een breedte heeft van tenminste 35 meter; b. het bouwwerk een transparantie heeft van tenminste 75%. 19.4.5 Ontheffing m.b.t. woningcategorie Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.3.1.a voor het bouwen van eengezinswoningen in een andere woningcategorie dan op de plankaart aangeduid, mits: a. de bouwregels van artikel 19.2 in acht worden genomen; b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 19.5


19.5.1 Gebruiksverbod Tot een strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in elk geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor: 1. detailhandelsvoorzieningen, horecabedrijven, kantoren, bankinstellingen en andere bedrijven voor handel en zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat dit niet geldt voor de gronden die ter plaatse zijn voorzien van de aanduidingen (dh), (dv), (h1), (h2), (h3) (md); 2. kamerverhuurbedrijven; 3. seksinrichtingen; b. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte. 19.5.2 Uitsluiting gebruiksverbod Het onder artikel 19.5.1 genoemde gebruiksverbod is niet van toepassing op de uitoefening van een aan huis verbonden beroep mits: a. de hiertoe benodigde vloeroppervlakte maximaal 35 m² bedraagt, zulks met inbegrip van aanbouwen en bijgebouwen; b. degene die de bedrijfsvoering van het aan huis verbonden beroep heeft, dient tevens de bewoner van de woning te zijn; c. bij uitoefening van de beroepen van schoonheidsspecialist(e), mani- en/of pedicure en kapper sprake is van ten hoogste 1 arbeidsplaats; d. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van de aan huis verbonden bedrijvigheid.

92


19.6


19.6.1 Ontheffing m.b.t. aan huis verbonden beroep Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.5.2 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep met een vloeroppervlakte van maximaal 75 m² (met inbegrip van aanbouwen en bijgebouwen) mits: a. het gebruik geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert, noch afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt; b. het gebruik de afwikkeling van het verkeer niet nadelig beïnvloedt en/of niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in de buurt; c. het gebruik geen publieksgericht karakter heeft; d. degene die de bedrijfsvoering van het aan huis verbonden beroep heeft, dient tevens de bewoner van de woning te zijn; e. bij uitoefening van de beroepen van schoonheidsspecialist(e), mani- en/of pedicure en kapper sprake is van ten hoogste 1 arbeidsplaats; f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van de aan huis verbonden bedrijvigheid. 19.6.2 Ontheffing m.b.t. dienstverlening Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.5.1 ten behoeve van (zakelijke) dienstverlening (inclusief kantoren) op de begane grond, mits: a. mits de ontheffing uitsluitend wordt toegepast voor de gronden ter plaatse van de aanduidingen (dh), (h1), (h2), (h3); b. het gebruik geen overmatige overlast voor de (woon-)omgeving oplevert; c. het gebruik de afwikkeling van het verkeer niet nadelig beïnvloedt en/of niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in de buurt. 19.6.3 Ontheffing m.b.t. gebruik van bijgebouw Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.5.1 ten behoeve van het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits: a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg; b. het gebruik geen onevenredige aantasting van het woongenot van omwonenden oplevert, noch leidt tot beperkingen in de bedrijfsvoering van naburige bedrijven; c. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende (bebouwings-)regeling voor bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m². Burgemeester en wethouders winnen voorafgaande aan de ontheffing nadere informatie bij verzoeker in, die zeker moet stellen dat er zorgbehoefte is, inclusief het feit dat deze naar haar aard tijdelijk is. Burgemeester en wethouders stellen bij de ontheffing nadere eisen die gericht is op eindigheid en intrekking van de ontheffing, zodra de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. 19.6.4 Ontheffing m.b.t. kamerverhuurbedrijven Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.5.1 ten behoeve van een kamerverhuurbedrijf, mits: a. het gebruik geen overmatige overlast voor de (woon-)omgeving oplevert; b. het gebruik de afwikkeling van het verkeer niet nadelig beïnvloedt en/of niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in de buurt.


93

19.7

Aanlegvergunning

19.7.1 Verboden werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning): a. gebouwen met cultuurhistorische waarde - als zodanig aangegeven op de plankaart met het teken © - geheel of gedeeltelijk te slopen; b. op de gronden -aangegeven als archeologisch waardevol- de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: y het aanleggen en/of verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; y het afgraven, ophogen of egaliseren, dan wel ontginnen van gronden; y het kappen en rooien van houtwallen en/of -singels of bosjes; y het door nieuwe aanplant realiseren van houtwallen en/of -singels of bosjes; y het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen. 19.7.2 Toegestane werkzaamheden Het in artikel 19.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond; c. reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 19.7.3 Voorwaarden voor ontheffing De in artikel 19.7.1 vermelde vergunning kan slechts worden verleend: a. indien de ter plaatse aanwezige gebouwen met cultuurhistorische waarde niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van deze waarde niet onevenredig worden verkleind; b. indien de gronden met archeologische waarde niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van deze waarde niet onevenredig worden verkleind; c. indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en/of landschappelijke waarden van de gronden; Alvorens te beslissen omtrent de aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de plaatselijke Monumentencommissie of gelijkwaardige adviesinstantie. 19.8


Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in artikel 19.3 genoemde subbepalingen te wijzigen onder handhaving van de bestemming "Wonen" overeenkomstig het in artikel 19.1 gestelde en met inachtneming van de in artikel 19.2 genoemde hoofdbepalingen en de daarin vervatte randvoorwaarden ter waarborging van de stedenbouwkundige hoofdstructuur.

94


ARTIKEL 20 20.1

WONEN - WOONWAGENSTANDPLAATS (W - WP)


De gronden op de plankaart voor "WONEN - WOONWAGENSTANDPLAATS (W - WP)" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in woonwagens; b. bijgebouwen; met de daarbijbehorende: c. erven en terreinen; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; e. parkeervoorzieningen. 20.2

Bouwregels

Voor de bouw van woonwagens, aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. het aantal toegestane woonwagens binnen binnen dit centrum aan de Veldbeemd bedraagt maximaal 11; b. de woonwagens mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gesitueerd; c. de bouwhoogte van woonwagens bedraagt maximaal 3,5 meter; d. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aanbouwen aan woonwagens mag per woonwagen bedragen maximaal 20 m²; e. de bouwhoogte van bijgebouwen en aanbouwen aan woonwagens bedraagt maximaal 3,5 meter; f. de hoogte van terreinafscheidingen direct gesitueerd aan de Veldbeemd (binnenterrein) bedraagt maximaal 1 meter, de overige terreinafscheidingen maximaal 2 meter en de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter. 20.3


20.3.1 Gebruiksverbod Tot een strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in elk geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor: 1. detailhandelsvoorzieningen en bedrijven voor handel en zakelijke dienstverlening; 2. seksinrichtingen; 3. voor opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; 4. voor opslag van voeren vaartuigen of onderdelen hiervan; 5. voor storten van puin en afvalstoffen.


95

ARTIKEL 21 21.1

LEIDING - GAS (dubbelbestemming)


De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met een vrijwaringzone ter breedte van 4 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding. 21.2

Voorrangsbepaling

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. 21.3

Bouwregels

a. Op of in de in artikel 21.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. b. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, zijn uitsluitend toelaatbaar indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten en het college van burgemeester en wethouders hierover tijdig tevoren schriftelijk advies hebben ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s). 21.4

Aanlegvergunning

Het is verboden op of in de in artikel 21.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren: y y y y y y y y y y

het oprichten van enig bouwwerk; het aanbrengen van hoogopgaand en/of diepwortelende beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting; het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; het verrichten van grondroeractiviteiten (b.v. het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage) anders dan normaal spit- en ploegwerk; diepploegen; het aanbrengen van gesloten verhardingen; het indrijven van voorwerpen in de bodem; het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen; het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen; het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.

21.5

Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in artikel 21.4 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die: y y y

96

reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; gericht zijn op het normale onderhoud en beheer van deze gronden.


21.6

Toetsingscriterium bij vergunningverlening

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 21.4 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding. 21.7

Adviesprocedure

Alvorens omtrent de samenvallende bestemming(en) (artikel 21.2) en het verlenen van een aanlegvergunning (artikel 21.4) te beslissen, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.


97

ARTIKEL 22 MAATSCHAPPELIJK - BLOEMENCORSO WAGENOPBOUWLOCATIE (dubbelbestemming) 22.1


De gronden op de plankaart middels een speciale aanduiding aangewezen voor MAATSCHAPPELIJK - BLOEMENCORSO WAGENOPBOUWLOCATIE (dubbelbestemming) zijn naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) tevens bestemd voor tijdelijke wagenopbouwlocatie voor bloemencorso; met de daarbijbehorende: bouwwerken, waaronder tevens begrepen geluidwerende voorzieningen. 22.2

Bouwregels

Op de gronden zijn in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) tevens bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 22.1 omschreven bestemming gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste 3 maanden per jaar, uiterlijk eindigende op de derde zondag van de maand september, zijnde: a. corsotenten en bijbehorende containers binnen het op de kaart daarvoor aangegeven bouwvlak, mits de bouw-/nokhoogte maximaal 8,5 meter bedraagt; b. voorts daarvoor noodzakelijke terreinafscheidingen met een hoogte van maximaal 2 meter; alsmede bebording voor sponsor-/reclamedoeleinden.

98


Hoofdstuk 3.

Algemene regels

ARTIKEL 23

ANTI-DUBBELTELREGEL

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.


99

ARTIKEL 24 24.1

ALGEMENE GEBRUIKSREGELS

Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen. 24.2

Gebruiksregels

24.2.1 Meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

100


ARTIKEL 25

ALGEMENE ONTHEFFINGSREGELS

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor: 1. geringe afwijkingen van de in het plan aangegeven bestemmingsgrens, van het beloop of het profiel van een weg, alsmede van de vorm van bouwvlakken voor zover zulks bij de definitieve uitmeting, bij de verkaveling of bij de nadere detaillering noodzakelijk en/of wenselijk is, mits de genoemde afwijkingen niet meer van 10% bedragen; 2. geringe afwijkingen van de in het plan voorgeschreven maten ten aanzien van afstand tussen woningen, van afstand tot zijdelingse perceelgrenzen, van bebouwde oppervlakten, alsmede van goothoogte van gebouwen met ten hoogste 10%; 3. het oprichten van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten behoeve van het (weg-, spoorweg-, of water-) verkeer en de waterhuishouding of ten dienste van het openbaar nut met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen -, mits deze bouwwerken geen grotere oppervlakte dan 15 m2 en geen grotere goothoogte dan 3 meter hebben; 4. het oprichten van gebouwtjes als jongeren ontmoetingsplaats (= Jop), mits deze 2 bouwwerken geen grotere oppervlakte dan 40 m en geen grotere bouwhoogte dan 3 meter hebben; 5. het oprichten van liftschachten en trappenhuizen als onderdeel van de hoofdbouw tot maximaal 3 meter boven de toegelaten goothoogte voor de hoofdbouw; 6. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het telecommunicatieverkeer -waaronder begrepen antennes en zendmasten-, al dan niet van openbare aard, mits de hoogte ten hoogste 40 meter bedraagt; 7. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter wering van geluidhinder en/of luchtverontreiniging, branden explosiegevaar, mits de hoogte ten hoogste 5 meter bedraagt; 8. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor reclamedoeleinden direct nabij de openbare weg, mits de hoogte ten hoogste 2,5 meter bedraagt; 9. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de openbare weg die niet behoren tot de specifieke uitrusting van een weg, alsmede op openbare groenvoorzieningen, mits de hoogte ten hoogste 10 meter bedraagt. Burgemeester en wethouders kunnen bij de ontheffing nadere eisen stellen ten behoeve van een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.


101

ARTIKEL 26

ALGEMENE PROCEDUREREGELS

1. Op de voorbereiding van het besluit inzake wijziging, ontheffing danwel aanlegvergunning zoals bepaald in voorliggend bestemmingsplan is de volgende procedure van toepassing: a. het ontwerp-besluit met bijbehorende stukken ligt gedurende een periode van vier weken voor een ieder ter inzage; b. van de terinzagelegging wordt van te voren kennisgeving gedaan in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad; c. gedurende de termijn van terinzagelegging kan een belanghebbende zijn of haar zienswijze tegen het voornemen tot het verlenen van een wijziging, ontheffing danwel aanlegvergunning schriftelijk indienen bij het college van burgemeester en wethouders; d. indien tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed. 2. Het bepaalde in lid 1, sub b, kan achterwege blijven, indien door middel van een al dan niet op naam gestelde kennisgeving aan de omwonenden en/of andere belanghebbenden het beoogde doel kan worden bereikt.

102


Hoofdstuk 4.

Overgangs- en slotregels

ARTIKEL 27

OVERGANGSRECHT

27.1

Overgangsrecht bouwwerken

1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 27.2

Overgangsrecht gebruik

1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.


103

ARTIKEL 28

SLOTREGEL

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Dommelen 2009".

104


Staat van inrichtingen

Mei 2005 (VNG-2001)


105

Categorale indeling ten behoeve van algemene milieuhygiënische planningvoorwaarden en planningvoorwaarden met betrekking tot bedrijfsvestigingen. De inrichtingen zijn onderverdeeld in zes categorieën, onderscheiden naar mate van hinderlijkheid. Zij zijn in het algemeen als volgt te karakteriseren: Categorie 1: bedrijfsactiviteiten die vanwege hun aard toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen; Categorie 2: bedrijfsactiviteiten die vanwege hun aard toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen, doorgaans echter meer geconcentreerd in een wijk- of buurtcentrum; Categorie 3: bedrijfsactiviteiten die vanwege hun aard slechts toelaatbaar zijn aan de rand van woonwijken (kleine en lichte industrie); Categorie 4: bedrijfsactiviteiten die vanwege hun aard gescheiden dienen te zijn van woonwijken, bijvoorbeeld door middel van groenstroken, plantsoenen of water (middelgrote industrie); Categorie 5: bedrijfsactiviteiten die vanwege hun aard behoorlijk ver (minimaal 500 m1) verwijderd moeten zijn van woonwijken; Categorie 6: bedrijfsactiviteiten, die vanwege hun aard uitsluitend op grote afstand (minimaal 1000 m1) van woongebieden gesitueerd moeten worden. Gebruikte afkortingen De volgende afkortingen worden in de tabel gebruikt: niet van toepassing of niet relevant < kleiner dan groter dan of gelijk aan Cat. categorie e.d. en dergelijke kl. Klasse n.e.g. niet elders genoemd o.c. opslagcapaciteit p.c. productiecapaciteit p.o. productieoppervlak v.c. verwerkingscapaciteit u uur d dag w week j jaar B bodemverontreiniging C continu D divers L luchtverontreiniging Z zonering

106


Tabel 1

Bedrijven

SBI-Code

Omschrijving

01

Landbouw en dienstverlening t.b.v. de landbouw

014 0141.1

Dienstverlening t.b.v. de landbouw Hoveniersbedrijven

15

Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken

151

Slachterijen en overige vleesverwerking: 1 – slachterijen en pluimveeslachterijen

3

2 – vetsmelterijen 3 – bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval

5 4

4 – vleeswaren- en vleesconservenfabrieken 5 – loonslachterijen

3 3

Visverwerkingsbedrijven: 1 – drogen

5

2 – conserveren 3 – roken

4 4

4 – verwerken anderszins Aardappelproducten fabrieken

4 4

Groente- en fruitconservenfabrieken: 1 – jam

3

3 – groente algemeen 4 – met koolsoorten

3 4

5 – met drogerijen 6 – met uienconserverijg (zoutinleggerij)

4 4

Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: 1 – p.c. <250.000 t/j

4

152

1531 1532, 1533

1541

1542

1543

1551

1552 1561

Categorie

3 1

2 – p.c. >=250.000 t/j Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:

4

1 – p.c. < 250.000 t/j 2 – p.c. >= 250.000 t/j

4 4

Margarinefabrieken: 1 – p.c. < 250.000 t/j

4

2 – p.c. >= 250.000 t/j Zuivelproducten fabrieken:

4

1 – gedroogde producten, p.c. >= 1,5 t/u 2 – geconcentreerde producten, verdamp. cap. >= t/u

5 5

3 – melkproducten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 4 – melkproducten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j

3 4

5 – overige zuivelproducten fabrieken Consumptie-ijsfabrieken

4 3

Meelfabrieken: 1 – p.c. < 500 t/u

4

2 – p.c. >= 500 t/u Dommelen 2009, vastgesteld

4 107

1561 1562

1571

1572 1581

1582 1583

1584

Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken:

4

1 – p.c. < 10 t/u 2 – p.c. >= 10 t/u

4 4

Veevoerfabrieken: 1 – destructiebedrijven

5

2 – beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek 3 – drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water

5 4

4 – drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water 5 – mengvoeder, p.c. < 100 t/u

5 4

6 – mengvoeder, p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van voer voor huisdieren

4 4

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: 1 – v.c. <2500 kg meel/week

2

2 – brood- en beschuitfabrieken banket, biscuit- en koekfabrieken

3 3

suikerfabrieken: 1 – v.c. < 2.500 t/j

5

2 – v.c. >= 2.500 t/j 5 Verwerking van cacaobonen en vervaardiging van chocolade- en suikerwerk: 1 – Cacao- en chocoladefabrieken 2 – Suikerfabrieken zonder suiker branden

5 3

3 – Suikerwerkfabrieken met suiker branden Deegwarenfabrieken

4 3

Koffiebranderijen en theepakkerijen: 1 – koffiebranderijen

5

1587

2 – theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden

3 4

1589 1589.1

Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken

4 4

1589.2

Soep- en soeparomafabrieken: 1 – zonder poederdrogen

3

1589.2

2 – met poederdrogen Bakmeel- en puddingpoederfabrieken

4 4

1591 1592

Destilleerderijen en likeurstokerijen Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:

4

1 – p.c. < 5.000 t/j 2 – p.c. >= 5.000 t/j

4 4

1585 1586

1593 t/m 1595 Vervaardiging van wijn, cider en andere niet gedestilleerde, gegiste dranken 2 1596 Bierbrouwerijen 4 1597 1598

Mouterijen Mineraalwater en frisdrankfabrieken

16

Verwerking van tabak

160

Tabakverwerkende industrie

108

4 3

4 Dommelen 2009, vastgesteld

17

Vervaardiging van textiel

171

Bewerken en spinnen van textielvezels

3

172

Weven van textiel: 1 - aantal weefgetouwen < 50

3

173

2 – aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven

4 3

174, 175 1751

Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken

3 4

176, 177

Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen

3

18

Vervaardiging van kleding, bereiden en verven van bont

181

Vervaardiging kleding van leer

3

182 183

Vervaardiging van kleding en –toebehoren (excl. Van leer) Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont

2 3

19

Vervaardiging van leer en lederwaren (excl. kleding)

191 192

Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (excl. Kleding en schoeisel)

4 3

193

Schoenenfabrieken

3

20

Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, riet, kurk e.d.

2010.1 2010.2

Houtzagerijen Houtconserveringsbedrijven:

3

1 - met creosootolie 2 – met zoutoplossingen

4 3

202 203, 204

Fineer- en plaatmaterialenfabrieken Timmerwerkfabrieken

3 3

205

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

2

21

Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren

2111

Vervaardiging van pulp

4

2112

Papier- en kartonfabrieken: 1 – p.c. < 3 t/u

3

2 – p.c. 3 – 15 t/u 3 – p.c. >= 15 t/u

4 4

Papier- en kartonwarenfabrieken Golfkartonfabrieken:

3

1 – p.c. < 3 t/u 2 – p.c. >= 3 t/u

3 4

212 2121.2

22

Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media

221 2221

Uitgeverijen (kantoren) Drukkerijen van dagbladen

1 3

2222

Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)

3


109

2222.6 2223

Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking

2 1

2223 2224

Binderijen Grafische reproductie en zetten

2 2

2225 223

Overige grafische activiteiten Reproductiebedrijven opgenomen media

2 1

23

Aardolie- en steenkoolverwerkende industrie; Bewerking van splijt- en kweekstoffen

231

Cokesfabrieken

5

2320.1 2320.2

Aardolieraffinaderijen Smeeroliën – en vettenfabrieken

6 3

2320.2 2320.2

Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie Aardolieproductenfabrieken n.e.g.

4 4

233

Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven

6

24

Vervaardiging van chemische producten

2411

Vervaardiging van industriële gassen:

2412 2413

2414.1

2414.1

1 – luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht 2 – overige gassenfabrieken, niet explosief

5 5

3 – overige gassenfabrieken, explosief Kleur- en verfstoffenfabrieken

5 4

Anorg. Chemische grondstoffenfabrieken: 1 – niet vallend onder post-Seveso-richtlijn

4

2 – vallend onder post-Seveso-richtlijn Organ. Chemische grondstoffenfabrieken:

5

1 – niet vallend onder post-Seveso-richtlijn 2 – vallend onder post-Seveso-richtlijn

4 5

Methanolfabrieken: 1 – p.c. < 100.000 t/j

4

2 – p.c. >= 100.000 t/j Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):

4

1 – p.c. < 50.000 t/j 2 – p.c. >= 50.000 t/j

4 5

2415 2416

Kunstmeststoffenfabrieken Kunstharsenfabrieken e.d.

5 5

242

Landbouwchemicaliënfabrieken: 1 – fabricage

5

2 – formulering en afvullen Verf, lak en vernisfabrieken

5 4

Farmaceutische grondstoffenfabrieken: 1 – p.c. < 1.000 t/j

4

2 – p.c. >= 1.000 t/j

5

2414.2

243 2441

110


2442

Farmaceutische productenfabrieken: 1 – formulering en afvullen geneesmiddelen

3

2451

2 – verbandmiddelenfabrieken Zeep-, was en reinigingsmiddelenfabrieken

2 4

2452 2461

Parfumerie- en cosmeticafabrieken Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken

4 5

2462

Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 1 – zonder dierlijke grondstoffen

3

2464

2 – met dierlijke grondstoffen Fotochemische productenfabrieken

5 3

2466 2466

Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken Overige chemische productenfabrieken n.e.g.

3 4

247

Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken

4

25

Vervaardiging van producten van rubber en kunststof

2511

Rubberbandenfabrieken

4

2512

Loopvlakvernieuwingsbedrijven: 1 – vloeropp. < 100 m2

3

2 – vloeropp. >= 100 m2 Rubber-artikelenfabrieken

4 3

Kunststofverwerkende bedrijven: 1 – zonder fenolharsen

4

2 – met fenolharsen

4

2513 252

26

Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten

261

Glasfabrieken: 1 – glas en glasproducten, p.c. < 5.000 t/j

3

2 – glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 t/j 3 – glaswol en glasvezels, p.c. < 5.000 t/j

4 4

4 – glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven

5 3

Aardewerkfabrieken: 1 – vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

3

264

2 – vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW Baksteen en baksteenelementenfabrieken

3 4

264 2651

Dakpannenfabrieken Cementfabrieken:

4

1 – p.c. < 100.000 t/j 2 – p.c. >= 100.000 t/j

5 5

Kalkfabrieken: 1 – p.c. < 100.000 t/j

4

2 – p.c. >= 100.000 t/j

5

2615 262, 263

2652


111

2653

2661.1

2661.2

2662 2663, 2664

2665, 2666

267

2681 2682

2682

2682 2682

Gipsfabrieken: 1 – p.c. < 100.000 t/j 2 – p.c. >= 100.000 t/j Betonwarenfabrieken:

5

1 – zonder persen, triltafels en bekistingtrillers 2 – met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d

4 4

3 – met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d Kalkzandsteenfabrieken:

5

1 – p.c. < 100.000 t/j 2 – p.c. >= 100.000 t/j

3 4

Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken Betonmortelcentrales:

3

1 – p.c. < 100 t/u 2 – p.c. >= 100 t/u

3 4

Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips: 1 – p.c. < 100 t/d

3

2 – p.c. >= 100 t/d Natuursteenbewerkingsbedrijven:

4

1 – zonder breken, zeven en drogen 2 – met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j

3 4

3 – met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j Slijp- en polijstmiddelen fabrieken

5 3

Bitumineuze materialenfabrieken: 1 – p.c. < 100 t/u

4

2 – p.c. >= 100 t/u Isolatiematerialenfabrieken (excl. Glaswol):

5

1 – steenwol, p.c. >= 5.000 t/j 2 – overige isolatiematerialen

4 4

Minerale productenfabrieken n.e.g. Asfaltcentrales

3 4

27

Vervaardiging van metalen

271

Ruwijzer- en staalfabrieken: 1 – p.c. < 1.000 t/j

272

273

274

112

4

5

2 – p.c. >= 1.000 t/j IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:

6

1 – p.o. < 2.000 m2 2 – p.o. >= 2.000 m2

5 5

Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: 1 – p.o. < 2.000 m2

4

2 – p.o. >= 2.000 m2 Non-ferro-metaalfabrieken:

5

1 – p.c. < 1.000 t/j 2 – p.c. >= 1.000 t/j

4 5


274

2751, 2752

2753, 2754

Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.: 1 – p.o. < 2.000 m2

5

2 – p.o. >= 2.000 m2 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:

5

- p.c. < 4.000 t/j - p.c. >= 4.000 t/j

4 5

Non-ferro-metaalgieterijen/ - smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j

4

- p.c. >=4.000 t/j

5

28

Vervaardiging van producten van metaal (excl. machines en transportmiddelen)

281

Constructiewerkplaatsen: 1 – gesloten gebouw

3

2 – in open lucht, p.o. < 2.000 m2 3 – in open lucht, p.o. >= 2.000 m2

4 4

Tank- en reservoirbouwbedrijven: 1 – p.o. < 2.000 m2

4

2822, 2830

2 – p.o. >= 2.000 m2 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels

5 4

284 284

Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen, e.d.

4 3

2851

Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: 1 – algemeen

3

2 – scoperen (opspuiten van zink) 3 – thermisch verzinken

3 3

4 – thermisch vertinnen 5 – mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)

3 3

6 – anodiseren, eloxeren 7 – chemische oppervlaktebehandeling

3 3

8 – emailleren 9 – galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen, e.d.

3 3

10 – stralen 11 – metaalharden

4 3

12 – lakspuiten en moffelen Overige metaalbewerkende industrie

3 3

Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: 1 – p.o. < 2.000 m2

4

2 – p.o. >= 2.000 m2 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.

5 3

2821

2852 287

287


113

29

Vervaardiging van machines en apparaten

29

Machine- en appartenfabrieken: 1 – p.o. < 2.000 m2 2 – p.o. >= 2.000 m2

3 4

3 – met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW

4

30

Vervaardiging van kantoormachines en computers

30

Kantoormachines- en computerfabrieken

31

Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden

311

Elektromotoren- en generatorenfabrieken

4

312 313

Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken

4 4

314 315

Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken

3 4

316 3162

Elektrotechnische industrie n.e.g. Koolelektrodenfabrieken

3 6

32

Vervaardiging van audio-, video-, telecomapparaten en –benodigdheden

321 t/m 323

Vervaardiging van audio-, video- en telecomapparatuur en –benodigdheden 3

3210

Fabrieken voor gedrukte bedrading

33

Vervaardiging van medische en optische apparten en Instrumenten

33

Fabrieken voor medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen, optische instrumenten en uurwerken

3

3

2

34

Vervaardiging van auto’s, aanhangwagens en opleggers

341

Autofabrieken en assemblagebedrijven 1 – p.o. < 10.000 m2

4

3420.1

2 – p.o. >= 10.000 m2 Carrosseriefabrieken

4 4

3420.2 343

Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken

4 3

35

Vervaardiging van transportmiddelen (excl. auto’s, aanhangwagens en opleggers)

351

Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: 1 – houten schepen 2 – kunststof schepen

3 3

3 – metalen schepen < 25 m 4 – metalen schepen >= 25 m

4

en/of proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 114

5


3511 352

Scheepssloperijen Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:

5

1 – algemeen 2 – met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW

3 4

Vliegtuigbouw en –reparatiebedrijven: 1 – zonder proefdraaien motoren

4

354

2 – met proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken

5 3

355

Transportmiddelenindustrie n.e.g.

3

36

Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g.

361 362

Meubelfabrieken Fabricage van munten, sieraden e.d.

3 2

363 364

Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken

2 3

365 366

Speelgoedartikelenfabrieken Vervaardiging van overige goederen n.e.g.

3 3

353

37

Voorbereiding tot recycling

371 372

Metaal- en autoschredders Puinbrekerijen en –malerijen:

5

1 – v.c. < 100.000 t/j 2 – v.c. >= 100.000 t/j

4 5

372 372

Rubberregeneratiebedrijven Afvalscheidingsinstallaties

4 4

40

Productie en distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water

40

40

40

Elektriciteitsproductiebedrijven (vermogen >= 50 MW): 1 – kolengestookt 2 – oliegestookt

5 5

3 – gasgestookt 4 – kerncentrales met koeltorens

5 6

5 – warmte-kracht installaties (gas) Electriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:

5

1 - < 10 MVA 2 – 10 – 100 MVA

2 3

3 – 100 – 200 MVA 4 – 200 – 1000 MVA

3 4

5 - >= 1000 MVA Gasdistributiebedrijven:

5

1 – gascompressorstations vermogen < 100 MW 2 – gascompressortations vermogen >= 100 MW

4 5


115

40

3 – gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 4 – gasontvang- en –verdeelstations, cat. D

2 3

Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 1 – stadsverwarming

3

2 – blokverwarming

2

41

Winning en distributie van water

41

Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:

41

1 – met chloorgas 2 – bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling

5 3

Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 1 - <1 MW

2

2 – 1 – 15 MW 3 - >= 15 MW

3 4

45

Bouwnijverheid

45

Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats

50

Handel in en reparatie van auto’s en motorfietsen; benzineservicestations

3

501, 502, 504 Handel in auto’s en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 5020.4 1 Autoplaatwerkerijen

2 3

5020.4 5020.4

2 Autobeklederijen 3 Autospuitinrichtingen

1 3

5020.5 503, 504

Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en –accessoires

2 2

505

Benzineservicestations: 1 – met LPG

3

2 – zonder LPG

2

51

Groothandel en handelsbemiddeling

511

Handelsbemiddeling (kantoren)

1

5121 5122

Grth in akkerbouwproducten en veevoeders Grth in bloemen en planten

2 2

5123 5124

Grth in levende dieren Grth in huiden, vellen en leder

3 3

5125, 5131 5132, 5133

Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën en –vetten

2 2

5134 5135

Grth in dranken Grth in tabaksproducten

2 2

5136 5137

Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen

2 2

5138, 5139 514

Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen

2 2

116


5148.7

5151.1

5151.2

5151.3 5152.1

Grth in vuurwerk: 1 – consumentenvuurwerk, verpakt, opslag tot 50 ton

2

2 – consumentenvuurwerk, onverpakt, opslag tot 2 ton 3 – consumentenvuurwerk, onverpakt, opslag 2 – 5 ton

2 3

4 – professioneel vuurwerk, opslag tot 6 ton Grth in vaste brandstoffen:

5

1 – klein, lokaal verzorgingsgebied 2 – kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2

3 5

Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: 1 – vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3

4

2 – vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 3 – tot vloeistof verdichte gassen

5 4

Grth minerale olieproducten (excl. brandstoffen) Grth in metaalertsen:

3

1 – opslag opp. <2.000 m2 2 – opslag opp. >= 2.000 m2

4 5

5152.2, 5152.3 Grth in metalen en –halffabrikaten 5153 Grth in hout en bouwmaterialen

3 3

5154 5155.1

Grth in ijzeren metaalwaren en verwarmingsapparatuur Grth in chemische producten

3 3

5156 5157

Grth in overige intermediaire goederen Autosloperijen

2 3

5157.2, 5157.3 Overige groothandel in afval en schroot 5162 Grth in machines en apparaten

3 2

517

Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden, e.d.

2

60

Vervoer over land

6021.1

Bus-, tram- en metrostations en –remises

3

6022 6023

Taxibedrijven, taxistandplaatsen Touringcarbedrijven

2 3

6024 603

Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) Pomp- en compressorstations van pijpleidingen

3 3

63

Dienstverlening t.b.v. het vervoer

6311.1

Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen: 1 – containers

5

2 – stukgoederen 3 – ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2

4 5

4 – granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 5 – steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2

5 5

6 – olie, LPG, e.d. 7 – tankercleaning

5 4

Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: 1 – containers

4

2 – stukgoederen

3

6311.2


117

3 – ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m2 4 – ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m2

4 5

5 – granen of meelsoorten, v.c. < 500 t/u 6 – granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u

4 5

7 – steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 8 – steenkook, opslagopp. >= 2.000 m2

4 5

9 – olie, LPG, e.d. 10 – tankercleaning

5 4

6312 6321

Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen Autoparkeerterreinen, parkeergarages

3 2

6322, 6323 6323

Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren): Luchthavens

1 6

633 634

Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren)

1 1

64

Post en telecommunicatie

641 642

Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven

2 1

642

TV- en radiozendstations (zie ook tabel 2: zendinstallaties

2

71

Verhuur van transportmiddelen, machines en andere roerende goederen

711 712

Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto’s)

2 3

713 714

Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.

3 2

90

Milieudienstverlening

9000.1

Rioolwaterzuiverings- en gierverwerkingsrichtingen (geen korrelfabrieken), 1 - <100.000 i.e.

4

2 – 100.000 – 300.000 i.e. 3 - >= 300.000 i.e.

4 5

9000.2 9000.2

Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. Gemeentewerven (afval-inzameldepots)

3 3

9000.3

Afvalverwerkingsbedrijven: 1 – mestverwerking/korrelfabrieken

5

2 – kabelbranderijen 3 – verwerking radio-actief afval

3 6

4 – pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 5 – oplosmiddelterugwinning

3 3

6 – afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 7 – verwerking fotochemisch en galvano-afval

4 2

Vuilstortplaatsen Vuiloverslagstations

4 4

9000.3 9000.3

118


9000.3

Composteerbedrijven: 1 – open

5

2 – gesloten

3

93

Overige dienstverlening

9301.1

Wasserijen en strijkinrichtingen

3

9301.1 9301.2

Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen

3 2

9301.3

Wasverzendinrichtingen

2


119

Tabel 2

Opslagen en installaties

Omschrijving

Grootste afstand

Opslagen gevaarlijke stoffen Butaan, propaan, LPG: 1 – bovengronds, < 2 m3

30

2 – bovengronds, 2 – 8 m3 3 – bovengronds, 8 – 80 m3

50 100

4 – bovengronds, 80 – 250 m3 5 – ondergronds, < 80 m3

300 50

6 – ondergronds, 80 – 250 m3 Niet reactieve gassen (incl. zuurstof), gekoeld

200 50

Gasflessen (acetyleen, butaan, propaan e.d.): 1 - < 10.000 l

30

2 – 10.000 – 50.000 l 3 - >= 50.000 l

100 200

Brandbare vloeistoffen: 1 – ondergronds, K1/K2/K3-klasse

10

2 – bovengronds, K1/K2-kl.: < 10 m3 3 – bovengronds, K1/K2-kl.: 10 – 1000 m3

50 100

4 – bovengronds, K3-klasse: < 10 m3 5 – bovengronds, K3-klasse: 10 – 1000 m3

30 50

Munitie: 1 - < 275.000 patronen en < 1 kg buskruit

10

2 - >= 275.000 patronen en < 3 kg buskruit Consumentenvuurwerk < 1000 kg

30 10

Bestrijdingsmiddelen: 1 - < 10.000 kg

10

2 - >= 10.000 kg Kunstmest, niet explosief

30 50

Kuilvoer Gier / drijfmest (gesloten opslag):

50

1 – oppervlakte < 350 m2 2 – oppervlakte 350 – 750 m2

50 100

3 – oppervlakte >= 750 m2

200

Installaties

120

Gasflessenvulinstallaties (butaan, propaan)

100

Laadschoppen, shovels, bulldozers Laboratoria:

30

1 – chemisch / biochemisch 2 – medisch en hoger onderwijs

50 30

3 – lager en middelbaar onderwijs

10 Dommelen 2009, vastgesteld

Luchtbehandelingsinstallatie t.b.v. detailhandel Keukeninrichtingen

10 30

Koelinstallaties freon ca. 300 kW Koelinstallaties ammoniak ca. 300 kW

50 50

Total energy installaties (gasmotoren) ca. 100 kW Afvalverbrandingsinstallaties, kleinschalig

50 100

Rioolgemalen Noodaggregaten t.b.v. elektriciteitsopwekking

30 30

Verfspuitinstallaties en moffelen emailleerovens Vorkheftrucks met verbrandingsmotor

50 50

Vorkheftrucks, elektrisch Gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallatie categorie A

30 10

transformatoren < 1 MVA vatenspoelinstallaties

10 50

hydrofoorinstallaties windmolens:

30

1 – wiekdiameter 20 m 2 – wiekdiameter 30 m

100 200

3 – wiekdiameter 50 m Stookinstallaties:

300

1 – gas, < 2,5 MW 2 – gas, 2,5 – 50 MW

30 50

3 – gas, >= 50 MW 4 – olie, < 2,5 MW

200 30

5 – olie, 2,5 – 50 MW 6 – olie, >= 50 MW

50 200

7 – kolen, 2,5 – 50 MW 8 – kolen, >= 50 MW

100 300

Stoomwerktuigen Luchtcompressoren

50 30

Liftinstallaties motorbrandstofpompen zonder LPG

10 30

Afvalwaterbehandelingsinstallaties < 100.000 i.e. Zendinstallaties:

200

1 LG en MG, zendervermogen 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!) 2 FM en TV, hoogte > 100 m

50 10

3 GSM-steunzenders Radarinstallaties

10 1500

hoogspanningsleidingen

50


121

Lijst van bedrijfstypen (Ingedeeld conform de Standaard Bedrijfsindeling uit 1993 (SBI ’93) van het CBS)

Landbouw, jacht en bosbouw 01

Landbouw, jacht en dienstverlening t.b.v. de landbouw en jacht.

Industrie 15 16

Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken Verwerking van tabak

17 18

Vervaardiging van textiel Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont

19 20

Vervaardiging van leer en lederwaren (excl. kleding) Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk (excl. meubels)

21 22

Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren Uitgeverijen, drukkerijen en reproduktie van opgenomen media

23 24

Aardolie- en steenkoolverwerkende industrie: bewerking van splijt- en kweekstoffen Vervaardiging van chemische produkten

25 26

Vervaardiging van produkten van rubber en kunststof Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsprodukten

27 28

Vervaardiging van metalen in primaire vorm Vervaardiging van produkten van metaal (excl. machines en transportmiddelen)

29 30

Vervaardiging van machines en apparaten Vervaardiging van kantoormachines en computers

31 32

Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatie-apparatuur en –benodigdheden

33 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken. 34 Vervaardiging van auto’s, aanhangwagens en opleggers 35 Vervaardiging van transportmiddelen (excl. auto’s, aanhangwagens en opleggers) 36 Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g. 37 Voorbereiding tot recycling

Productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water 40 Productie en distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water 41 Winning en distributie van water

Bouwnijverheid 45

Bouwnijverheid

Reparatie van consumentenartikelen en handel 50 Handel in en reparatie van auto’s en motorfietsen; benzineservicestations 51 Groothandel en handelsbemiddeling (excl. in auto’s en motorfietsen)

122


Vervoer, opslag en communicatie 60 Vervoer over land 63 Dienstverlening t.b.v. het vervoer 64 Post en telecommunicatie

Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening 71 Verhuur van transportmiddelen, machines en werktuigen zonder bedienend personeel en van overige goederen

Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening 90 Milieudienstverlening 93 Overige dienstverlening


123

REGELS. deel uitmakende van het bestemmingsplan "Dommelen 2009" Dommelen 2009, vastgesteld 57

Recommend Documents