Refrigeration and Air Conditioning Controls
Handleiding
Bewakings en alarmsysteem Micromon
R E F R I G E R AT I O N A N D A I R C O N D I T I O N I N G
Inhoud Introductie
3
Veiligheid
3
Geldigheid
3
Systeemoverzicht
4
Alarmen Beveiliging Printen
4 4 4
Toetsenbord bediening Alarm aannemen toets Menu toets Print toets Pijltoets "boven" Pijltoets "beneden" Pijltoets "links" Pijltoets "rechts" "Enter" toets Meervoudige functies
5 5 5 5 5 5 5 6 6 6
Veiligheid
6
Eenvoudig instellen
7
Taal Klok Installatienaam Aantal kanalen in gebruik Toepassing Alarmparameters Overzicht
7 7 7 7 7 7 8
Uitgebreide configuratie
8
Installatienaam Temperatuureenheid Datum Punt instellingen Naam Keuze kanaalingang Meeteenheid Alarminstellingen Afdrukopties Registratie afdrukken Grafische afdrukken 4-20mA kanaalkeuze Instellingen toegangscode Registratie instellingen Modem uitbel instellingen Uitbellen Uitbelmogelijkheden Nummer "Pager" Informatie Verzenden Modemconfiguratie Baud Rate
8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 10 10 11 11 11 11 12 12 12 12 12
2
Handleiding
RS.8A.Y3.10
Bellen Antwoorden Zomertijd / wintertijd
Bediening via toetsenbord Kanaal Overzicht Kanaal detail Registratie van één enkel kanaal afdrukken Een kanaal non actief maken Kanaal "Offset" Grafieken Alarm mode Aannemen/wissen van een alarm
Hoofdmenu
13 13 13
13 13 13 14 14 15 15 15 15
15
Punt overzicht Alarmhistorie Kanaal alarmlijst Gebeurtenishistorie Basisconfiguratie Softwareversie
Printmenu
15 16 16 16 16 16
16
Registratie van alle kanalen Grafieken van specifieke kanalen Alarmhistorie Configuratie informatie
16 16 16 17
Alarm actie
17
Onderhoud
18
Reinigen Service
18 18
Volledige karakterset
18
Alfanumerieke karakterset
18
Appendix A
19
© Danfoss
05-2003
Micromon
Introductie De Micromon is ontwikkeld als een alles omvattend maar eenvoudig te gebruiken systeem ten behoeve van bewaking en temperatuurregistratie bij koel- en vriestoepassingen. Het systeem is vooral bedoeld voor koeltoepassingen waar voedselhygiëne (HACCP) een belangrijke rol speelt. Eenmaal geconfigureerd geeft het systeem de status van ieder afzonderlijk kanaal weer in het display. Uitgebreide gegevens kunnen worden opgeroepen via de functietoetsen. Tevens kan via toegangscodes door bevoegd personeel eventuele correcties gemaakt worden in de instellingen. Historische data wordt opgeslagen in het systeem en kan zichtbaar worden gemaakt in het display of worden uitgeprint. Als er een modem wordt aangesloten op het systeem kunnen alarmen worden doorgebeld en is het mogelijk om op afstand registraties te bekijken. Het ontwerp van de Micromon is er op gericht dat de eindgebruiker het systeem eenvoudig, in een paar minuten tijd kan programmeren. Bij het aanzetten van het systeem wordt in het display via eenvoudige menu's en iconen aangegeven dat er een aantal selecties moeten worden gemaakt. De volgende hoofdstukken geven een beknopte beschrijving van de Micromon en meer gedetaileerde informatie betreffende het configureren, bedienen en onderhouden van het systeem.
Veiligheid Ter voorkoming van schade als gevolg van verkeerde handelingen tijdens installeren en bedienen van de Micromon raden wij u aan deze handleiding zorgvuldig door te lezen.
Geldigheid Deze handleiding is geldig voor de Danfoss Micromon met software versie B2.2.
Micromon
Handleiding RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
3
Het Micromon systeem bestaat uit een centrale unit met zestien vrij te programmeren ingangen. De precieze layout en configuratie van deze ingangen is per installatie verschillend. Het systeem is vooral bedoeld voor koel- en vriestoepassingen waar de voedselhygiëne (HACCP) een belangrijke rol speelt.
Systeemoverzicht
Alarmen
De Micromon geeft een visueel en een audio alarmsignaal zodra een ingangssignaal het ingestelde alarmniveau overschrijdt. Het systeem kan geprogrammeerd worden om alarmen automatisch uit te bellen via een modem of telefoonkeizer (via het menu "Uitgebreide configuratie").
Beveiliging
De beveiliging wordt gewaarborgd door toegangscodes voor bepaalde instellingen. In geval van spanningsuitval wordt er een alarm geactiveerd (na eventueel ingestelde vertraging). Het systeem kan zo worden ingesteld dat een extern telefoonnummer wordt bereikt. De Micromon is "Fail Safe" (behalve voor uitbellen via modem).
Printen
De uitlezing en registraties kunnen worden afgedrukt via de parallele printerpoort op een printer (Epson compatible, ESC/P2).
4
Handleiding
RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
Micromon
Bedieningstoetsen
Hieronder volgt een beschrijving van de diverse functies van de toetsen op het frontpaneel op de Micromon.
Alarm aannemen toets
Hoofdfunctie Deze toets wordt gebruikt voor het aannemen van alarmen, het audiosignaal uit te schakelen en het alarm te resetten. Na de aanname zal het rode displaylicht stoppen met knipperen en continue gaan branden. Secundaire functie Werkt als een "shift" toets voor uitgebreide functies met overige toetsen.
Menutoets
Hoofdfunctie Met deze toets komt u in het hoofd- of voorgaande menu. Secundaire functie Verwijdert data uit invoerveld ('ESC' toets).
Printtoets
Hoofdfunctie Toets voor printermenu. In het menu “Alarm/Gebeurtenis” wordt na een druk op deze toets meteen een lijst met de historie afgedrukt. Secundaire functie Schakelt tussen grote en kleine letters in het invoerveld.
Pijltoets "boven"
Hoofdfunctie Deze toets dient om door een menu te "scrollen" of in een invoerveld de waarde te verhogen. Secundaire functie Met behulp van deze toets kunt u één voor één alle kanalen afgaan en inzoomen in het grafisch display.
Pijltoets "beneden"
Hoofdfunctie Deze toets dient om door een menu te "scrollen" of in een invoerveld de waarde te verlagen. Secundaire functie Met behulp van deze toets kunt u één voor één alle kanalen afgaan en inzoomen in het grafisch display.
Pijltoets "links"
Hoofdfunctie Met deze toets verplaatst u, in een invoerveld, de cursor naar links of "bladert" u terug naar een vorig scherm. Secundaire functie Verplaatst de cursor in het overzichtscherm.
Micromon
Handleiding RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
5
Pijltoets "rechts"
Hoofdfunctie Met deze toets verplaatst u, in een invoerveld, de cursor naar rechts of "bladert" u verder naar een volgend scherm. Secundaire functie Verplaatst de cursor in het overzichtscherm.
Hoofdfunctie
Entertoets
Met deze toets selecteert u een item in een menu, bevestigt u een ingestelde waarde en verplaatst u de cursor naar een volgend invoerveld. Secundaire functie Onderdrukt kanalen, toevoegen van een grafische cursor aan het grafisch scherm, en selecteren van kanalen in het overzicht scherm. Meervoudige functies
+
+
of
+
Veiligheid
6
"Backspace" in invoervelden.
Instellen schermcontrast.
Accenten en speciale lettertypen. of Sorteren en weergeven van alarmen per kanaal in het "Kanaal Detail" scherm.
De Micromon is zonder problemen te bedienen zolang de instructies in deze handleiding gevolgd worden. I.v.m. de aanwezigheid van hoge spanningen in de Micromon is het niet toegestaan het frontpaneel te openen zolang de voeding is aangesloten. Verzeker u ervan dat de voeding is uitgeschakeld voordat u enig onderhoud aan de Micromon gaat uitvoeren. Danfoss gaat er van uit dat gebruikers van het systeem een adequate training hebben gehad in hoe de Micromon te gebruiken. Danfoss accepteert geen claims bij verlies of schade door verkeerd gebruik van de apparatuur.
Handleiding
RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
Micromon
Eenvoudig instellen
Wanneer de Micromon voor de eerste keer opstart zal deze de basis configuratie procedure met onderstaande menu's doorlopen.
Taal Selecteer een taal met behulp van de ' '¿' toets om verder te gaan.
', '
', '
' of '
' toets en druk op de
Klok Om de klokinstelling te wijzigen verplaatst u de cursor met de ' ' en ' ' toetsen naar het gewenste veld en met de ' ' en ' ' toetsen wijzigt u de datum en tijd. Druk op de '¿' toets om de instelling op te slaan en daarna de ' ' toets om verder te gaan.
Installatienaam Om een installatienaam in te voeren verplaatst u de cursor met de ' ' en ' ' toetsen en selecteert u de gewenste letters met de ' ' en ' ' toetsen. Druk op de ' ' toets om verder te gaan naar het volgende scherm.
Aantal kanalen in gebruik In dit scherm selecteert u het aantal kanalen dat u wilt gaan gebruiken. Gebruik de ' 'en ' ' toetsen om het gewenste aantal te verlagen of te verhogen.
Toepassing In dit scherm geeft u de toepassing aan voor de in het vorige scherm geselecteerde aantal kanalen. Met de ' ' en ' ' toetsen verplaatst u de cursor naar het gewenste kanaal en met de ' ' en ' ' toetsen verplaatst u het 'vink' symbool naar de gewenste applicatie. Druk op de ' ' toets om de selectie te accepteren en naar het volgende scherm te gaan.
Alarmparameters In dit scherm worden de alarmparameters ingesteld voor de in het vorige scherm gekozen applicaties. Dit zijn algemene instellingen; bijv. de instellingen gemaakt onder de applicatie "vriezen" gelden voor alle kanalen die als applicatie "vriezen" hebben gekregen in het vorige scherm. Gebruik de '¿' toets voor het selecteren van ieder veld en de " ' or ' ' toets voor het instellen van de waarde. Druk op de ' ' toets om de gemaakte instelling te accepteren en naar het volgende scherm te gaan.
Micromon
Handleiding RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
7
Dit scherm geeft een overzicht van alle zojuist gemaakte instellingen. Druk op de '¿' toets om deze instellingen te accepteren of druk op de ' ' toets om terug te gaan en nog eventuele wijzigingen uit te voeren. Als een applicatie instelling van een kanaal afwijkt van de standaardinstelling (zie kanaal instellen) dan verschijnt er een punt boven het "vink" teken zoals
Overzicht
aangegeven
Uitgebreide Configuratie
Als de ' menu .
.
' toets wordt ingedrukt verschijnt het 'Uitgebreide Configuratie"
Via het "Uitgebreide Configuratie' menu kunt u de kanalen plus de overige parameters gedetailleerd instellen.
Installatienaam
De installatienaam wordt weergegeven in het "Kanaal Overzicht" scherm, het "Alarm Historie" scherm, het "Gebeurtenissen Historie" scherm en op de diverse prints. Voor het instellen van een installatienaam selecteert u de "Installatienaam" optie van het "Configuratie" menu. Voer de installatienaam in door met de ‘ ’ of ‘ ’ toets de gewenste letters te kiezen en met de ‘ ’ of ‘ ’ toets de cursor te verplaatsen. Met de ‘ ‘ en ‘ ’ toets samen wordt een letter gewist en de ‘ ‘ en ‘ ‘ toetsen samen geven een letter met accent, bijv.: i.e, ë, ø, â, etc. Als de installatienaam klaar is kan deze worden opgeslagen door op de ‘¿’ toets te drukken., De ' ' toets brengt u weer terug in het "Configuratie" Menu.
Temperatuureenheid
De temperatuureenheid van de Micromon kan worden ingesteld in °F of °C. Om de eenheid te selecteren druk op '¿' toets om het 'temperatuureenheid' veld actief te maken en gebruik de ‘ ’ or ‘ ’ toets om tussen Fahrenheit en Celcius te schakelen.
Datum
De datum in de Micromon kan worden weergegeven als 'DD/MM' of 'MM/DD'. Voor het selecteren van het datum formaat drukt u op de '¿' toets om het "Datum type" veld te activeren en de ‘ ’ of ‘ ’ toets om te schakelen tussen 'DD/MM' en 'MM/DD'.
Punt instellingen
Selecteer een ander kanaal met behulp van de ‘ ’ of ‘ ’ toets. Bij selectie van een kanaal worden de bij dat kanaal behorende instellingen ook weergegeven.
Naam
Voor het invoeren van een naam verplaatst u de cursor naar het gewenste kanaalnummer en drukt u op ‘¿’. De cursor gaat nu naar het "Naam" invoerveld. De gewenste naam wordt ingevoerd door met de ‘ ’of ‘ ’ toets de gewenste letter te kiezen en met behulp van de ‘ ’ of ‘ ’ toets om de cursor naar links of rechts te verplaatsen. Een naam mag maximaal 18 karakters bevatten. Door de ‘ ‘ en ‘ ’ toetsen gelijktijdig in te drukken kunt u een letter weer ‘ schakelt u tussen hoofd- en kleine letter. De wissen en met de ‘ ingevoerde naam wordt opgeslagen door op de‘¿’ te drukken.
Keuze kanaal ingang
8
Het type kanaal kan worden gewijzigd t.o.v. de standaard instelling. Met behulp van de ‘ ’ of ‘ ’ toets kiest u het gewenste type. De beschikbare types per kanaal hangt af van de ingestelde 'Alarm Parameter' instelling welke als volgt zijn gedefinieerd:
Handleiding
RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
Micromon
Frozen, Chill RTD PT1000 temperatuursensor (-100 tot +100°C) EKS EKS111 sensor (-35 tot +85°C) Digital NO NC
Normaal geopend contact Normaal gesloten contact
Ga door herhaaldelijk op de ‘¿’ toets te drukken naar het invoerveld voor de meeteenheid. Meeteenheid
Kies de gewenste eenheid met behulp van de ‘ ’ of ‘ ’ toetsen. Gebruik de ’ ' of ‘ ’ toets om de cursor naar links of rechts te verplaatsen. N.b.: Dit is alleen een tekstveld en heeft geen enkele invloed op de werking van het systeem. Door de ‘
‘ en ‘
’ toetsen gelijktijdig in te drukken kunt u een letter weer
‘ schakelt u tussen hoofd- en kleine letter. De wissen en met de ‘ ingevoerde naam wordt opgeslagen door op de‘¿’ te drukken. Alarminstellingen
Selecteer een kanaal zoals hiervoor beschreven. Ga naar het gewenste invoerveld met behulp van de ‘¿’ toets. In dit veld kunt u met behulp van de ‘ ’ of ‘ ’ toets de waarde instellen waarboven een alarm geactiveerd moet worden. Gebruik de ’ ' of ‘ ’ toets om de cursor naar links of rechts te verplaatsen. Als het hoge temperatuur alarm is ingesteld druk dan op de ‘¿’ toets om dit te bevestigen. Het invoerveld verplaatst zich naar het volgende veld. Herhaal de procedure voor het lage temperatuur alarm. Als het lage temperatuur alarm is ingesteld druk dan op de ‘¿’ toets om dit te bevestigen. Het invoerveld verplaatst zich naar het volgende veld. Herhaal de procedure voor het invoeren van een alarm tijdvertraging in het betreffende veld. Hier stelt u de tijd in (in minuten) die een fout aanwezig moet zijn voordat er een alarm gegeven wordt.
Afdrukopties Registraties afdrukken
Het is mogelijk om, op gezette tijden, van geselecteerde kanalen registraties te printen via het print menu. Op gezette tijden betekent dat dat de Micromon is geprogrammeerd om automatisch een registratie te printen op vooraf ingestelde intervallen. Het is ook mogelijk handmatig een print opdracht te geven door op de ‘ ‘ toets te drukken. Alleen de kanalen waarvan het registratie actie veld juist is ingesteld worden geprint. De mogelijke instellingen zijn: Off
Zet dit kanaal op UIT als het niet op een registratie print moet verschijnen.
Timed
Het kanaal wordt alleen meegenomen in een op tijd gebaseerde registratie print.
Manual
Het kanaal wordt alleen meegenomen in een handmatig geactiveerde registratie print.
On
Zet dit kanaal op AAN als het met alle registratie prints moet worden meegenomen.
Druk op de "¿’ toets om naar het "Registratie" invoerveld te gaan. Voer de gewenste registratieactie is met behulp van de ' ' en ' ' toetsen. Druk op ‘¿’ om de cursor naar het volgende veld te verplaatsen. Grafieken afdrukken
Het is mogelijk om, op gezette tijden, van geselecteerde kanalen grafieken te printen via het print menu. Op gezette tijden betekent dat dat de Micromon is geprogrammeerd om automatisch een grafiek te printen op vooraf ingestelde intervallen. Het is ook mogelijk handmatig een print opdracht te geven door op de ‘
Micromon
‘ toets te drukken. Alleen de kanalen waarvan het grafiek actie veld juist
Handleiding RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
9
is ingesteld worden geprint. De mogelijke instellingen zijn: Off
Zet dit kanaal op "UIT" als het niet op een grafiekafdruk moet verschijnen.
Timed
Het kanaal wordt alleen meegenomen in een op tijd gebaseerde grafiekafdruk.
Manual
Het kanaal wordt alleen meegenomen in een handmatig geactiveerde grafiekafdruk.
On
Zet dit kanaal op "AAN" als het met alle grafiekafdrukken moet worden meegenomen.
Blader met behulp van de ‘¿‘ toets door de diverse velden tot u bij het "Grafiek" veld bent aangekomen. Gebruik de ' ' en ' ' toetsen om de gewenste actie in te stellen. Een kanaal kan worden opgezet voor een 4-20mA toepassing zoals druk, temperatuur, stroming, vochtigheid , niveau etc. Dit kan echter alleen op een kanaal welke eerder op "UIT" is gezet. Selecteer een 'UIT' kanaal en zet het bijbehorende type veld op '420'.
4-20mA Kanaalkeuze
De standaard waarden voor de 4-20mA kanalen zijn 0 tot 100% (0 = 4mA en 100 = 20mA). Deze waarden kunnen in het tweede kanaal detailscherm worden aangepast. Ga naar het 'Type' veld en druk op ‘ ’ om het tweede kanaal detailscherm weer te geven. De waarden voor 4 mA en 20 mA kunnen hier worden ingesteld. De hier ingevulde minimale en maximale waarden staan dan voor; % (RH), PPM, bar, psi etc, afhankelijk van het gemeten medium. Nadat de numerieke waarden voor 4mA (lage limiet) en 20mA (hoge limiet) zijn opgeslagen schaalt de Micromon automatisch de gemeten waarden aan de ingang in, proportioneel naar de meting. Met deze optie zijn drie niveau's van toegangscodes – Hoofd, Gebruiker en Lokaal, aan te maken almede de "Non Actief" beveiliging en de "Kanaal Offset" beveiliging kan hier worden geactiveerd. De Hoofd en Lokale toegangscodes geven toegang tot alle instelschermen. De Gebruiker toegangscode geeft alleen toegang tot de tijd en datum instelling. De standaard instelling van de Micromon is weergegeven in de afbeelding links.
Instellingen toegangscode
Selecteer via het "Uitgebreide Configuratie" Menu de "Toegangscode Instellingen" optie. Ga met behulp van de ‘¿’ toets naar de te wijzigen toegangscode. Voer de gewenste toegangscode in met behulp van de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen. Gebruik de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen om de cursor respectievelijk naar links of naar rechts te verplaatsen. N.B.: Een lokale toegangscode is alleen numeriek. Door de ‘ ‘ en ‘ ’ toetsen gelijktijdig in te drukken kunt u een letter weer ‘ schakelt u tussen hoofd- en kleine letter. Als de wissen en met de ‘ toegangscode is ingevoerd slaat u deze op met de ‘¿’ toets en keert u terug naar het Configuratie menu door op de ‘ ’ toets te drukken. Voor het instellen van de "Non Actief Beveiliging" gaat u met de ‘¿’ toets naar het 'Non Actief Bescherming' veld en selecteert u met behulp van de ‘ ’ of ‘ ’ toets 'Ja' of 'Nee'. Voor het instellen van "Pt Offset Inschakelen" gaat u met de ‘¿’ toets naar het 'Pt Offset Inschakelen' veld en selecteert u met behulp van de ‘ ’ of ‘ ’ toets 'Ja' of 'Nee'.
10
Handleiding
RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
Micromon
Registratie/Grafiek instellingen
De registratie print en grafiek print instellingen zijn alleen geldig als er een printer is aangesloten op de Micromon. Als er geen printer is aangesloten hoeft u alleen de Sampling Rate in te stellen indien nodig. Voor het instellen van de afdruk frequenties, selecteert u de Log/Chart Frequency optie uit het Configuratie Menu. Ga met behulp van de ‘¿’ toets naar het gewenste invoerveld. Voer de gewenste tijd in met behulp van de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen. Gebruik de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen om de cursor respectievelijk naar links of naar rechts te verplaatsen. U kunt de volgende waarden instellen: Registratie afdrukinterval
Tijdinterval tussen twee registratie afdrukken (uren : minuten).
Start afdrukken op
Tijd en datum waarop de eerste registratie afgedrukt moet worden. (Alleen kanalen ingesteld als Timed of ON worden afgedrukt).
Grafiek afdrukinterval
Tijdinterval tussen twee grafiek afdrukken.
Start Afdrukken op
Tijd en datum waarop de eerste grafiek afgedrukt moet worden. (Alleen kanalen ingesteld als Timed of ON worden afgedrukt).
Registratie freq.
De frequentie waarmee er metingen gedaan worden voor de grafiek. De meest gebruikte waarde is 15 minuten.
De meetfrequentie is bepalend voor de hoeveelheid data die kan worden opgeslagen in het geheugen. Deze optie wordt gebruikt voor het instellen van de modem. Selecteer "Instellingen uitbellen" via het "Uitgebreide Configuratie" menu.
Opslagperiode in maanden Meetfrequentie (min.)
1
3
10
16
080Z8164 (8 punten)
1,7
5,2
17,3
25,8
080Z8165 (16 punten)
1
3
10
14,9
Modem uitbel instellingen
Met een modem aangesloten is de Micromon in staat alarmen automatisch uit te sturen naar max. 5 voorgeprogrammeerde telefoonnummers (zie Alarm Actions sectie). Daarnaast kunnen individuele alarmen voor een specifiek kanaal naar een speciaal telefoonnummer worden verzonden. De Micromon kan ook alarmen doorsturen naar een "pager" van bijvoorbeeld de dienstdoende storingsmonteur. Er worden drie types pager ondersteund Toon gestuurd, Numeriek en Alfanumeriek. Let op: Ondersteuning van het TAP pager protocol kan van land tot land variëren.
Uitbellen
Blader met behulp van de ‘ ’ en ‘ ’ toets door de telefoonnummers en complementeer vul de overige invoervelden in zoals hieronder beschreven:
Uitbelmogelijkheden
In dit invoerveld geeft u aan wat voor apparaat is verbonden aan een specifiek telefoonnummer. U heeft de volgende opties: NO DIAL GSM SMS
Micromon
De Micromon belt niet uit. Er is een RS232/GSM modem aangesloten. Zend tekstberichten naar een mobiele telefoon en kan berichten ontvangen.
Handleiding RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
11
DOWNLOAD Er is een computer aangesloten (rechtstreeks of op afstand) voorzien van Danfoss Central Station software. Indien de lijn bezet is zal het telefoonnummer tot vier keer toe herhaald worden (8 bit, NoParity, 1 Stop Bit).
Nummer
AKM
Er is een computer aangesloten (rechtstreeks of op afstand) voorzien van Danfoss 'AKM' software. Bij een computer op afstand wordt er iedere 10 minuten een nieuwe poging tot uitbellen gedaan en het alarmrelais zal het modem resetten. Let op: Het modem moet aangesloten zijn via het alarmrelais (zie appendix A).
BEEPER
Er is een pager (pieper) aangesloten. Het systeem belt het betreffende telefoonnummer en verbreekt meteen weer de verbinding. Aangezien er geen controle is op deze functie wordt er altijd twee maal gebeld, tenzij de "in gesprek" toon wordt ontvangen.
MESSAGE7 Er is een 7 bit modem aangesloten met een printer. (7 bit, Even Parity, 1 Stop Bit). MESSAGE8 Er is een 8 bit modem aangesloten met een printer. (8 bit, No Parity, 1 Stop Bit).
Pager informatie
PAGER7S
Er is een TAP 7 bit protocol pager aangesloten die een bericht kan weergeven. Het verzonden bericht is gedefinieerd in de Pager Info line (7 bit, Even Parity, 1 Stop Bit).
PAGER7M
Identiek aan PAGER7S echter verzend een bericht tot 4 maal achter elkaar.
PAGER8S
Er is een TAP 8 bit protocol pager aangesloten die een bericht kan weergeven. Het verzonden bericht is gedefinieerd in de Pager Info line (8 bit, No Parity, 1 Stop Bit).
PAGER8M
Identiek aan PAGER8S echter verzend een bericht meerdere malen.
Voer het telefoonnummer in voor ieder van de gebruikte apparaten. Als er een komma "," voor het nummer wordt ingevoerd geeft dit een vertraging van 2 tot 4 seconden tussen het oppikken van de lijn door het modem en het bellen. Als er een "w" voor het nummer wordt ingevoerd wacht het modem met bellen tot de secundaire toon. Verzenden
Voor het verzenden van een bericht naar een pager moet er nog extra informatie worden toegevoegd aan het TAP Pager server telefoonnummer. 1.
Het pager I/D, deze is normaliter terug te vinden op de pager.
2.
Het tekstbericht welke verzonden moet worden naar de pager.
De volgende tekstcodes zijn beschikbaar om informatie toe te voegen aan een bericht: \S \A \C Modemconfigurtie
\R \L \\ // \N
Zendt de winkelnaam. Zendt het laatste alarmbericht Zendt het aantal alarmen en verwijderde alarmen in het formaat 2/4. Zendt het "Carriage Return" (CR) karakter. Zendt het "Line Feed" (LF) karakter. Zendt het " \" karakter. Zendt het "/" karakter. Zendt de naam van de uitgang.
Een typische tekstregel kan er als volgt uitzien: Baud Rate 123456\RAlarm at \S = \A\R 12
Handleiding
RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
Micromon
Deze tekstregel verzend het volgende bericht aan pager '123456' : "Alarm at Danfoss Superstore = 24 Fresh Fish 6.4 Hi>6.0" Het pager informatieveld is gelimiteerd tot maximaal 30 karakters Gebruik de ‘ ’ of ‘ ’ toets om de gewenste baudrate te selecteren van de modem uitbel optie 'Alarms Only' of 'Alarms and Cleared Alarms'. Druk op ‘
’ om terug te keren naar het "Configuratie" Menu.
Indien aangesloten op een modem gebruik deze optie om de modem instellingen te configureren. Kies de "Modem Configuratie" optie uit het "Configuratie" menu. Gebruik de ‘ ’ of ‘ ’ toets om de gewenste baud rate te selecteren en druk op de ‘¿’ toets om naar het volgende veld te gaan. Bellen
Voer de gewenste belcode in. Gebruik de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen om door de karakterlijst te bladeren.Gebruik de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen om de cursor respectievelijk naar links of naar rechts te verplaatsen. Antwoorden
Voer de gewenste antwoordcode in. Gebruik de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen om door de karakterlijst te bladeren.Gebruik de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen om de cursor respectievelijk naar links of naar rechts te verplaatsen.
N.B.: voor details over geldige bel- en antwoordcodes verwijzen wij u naar de handleiding van het door u gebruikte modem. Indien klaar met instellen druk op ‘ ’ om terug te keren naar het "Configuratie" menu en nogmaals om terug te gaan naar het Hoofdmenu. Zomertijd / wintertijd
Met deze optie schakelt de klok automatisch tussen zomer- en wintertijd. Gebruik de ‘ ’ of ‘ ’ toets om door de volgende opties te bladeren:
Bediening via toetsenbord Kanaal Overzicht
Mode -
Off Auto-US Auto-EU Manual
Start Day End Day Time Offset
-
-
Zomertijd uitgeschakeld. Amerikaanse zomertijd instelling. Europese zomertijd instelling. Tijden worden handmatig ingesteld.
Datum voor overschakelen naar zomertijd. Datum voor overschakelen op wintertijd. Het uur waarop de overschakeling plaatsvind. Het aantal uren dat de klok versteld moet worden.
Het "Kanaal Overzicht" scherm is het standaard scherm en geeft een overzicht van alle kanalen. De actieve kanalen worden aangeduid met een van de onderstaande iconen afhankelijk van de conditie van het betreffende kanaal. Dit scherm kan ook worden opgeroepen via de "Kanaal Overzicht" optie in het Hoofdmenu. - actief kanaal in normale conditie
- een onderdrukt kanaal
- actief kanaal in alarmconditie Een kanaal wordt geselecteerd door de kanaal selectie box rond het gewenste kanaal te plaatsen met behulp van de ‘ ‘ of ‘ ‘ toets. Als een kanaal is geselecteerd wordt de huidige status/temperatuur van dit kanaal weergegeven in een schermpje, rechts in het grote scherm. Kanaal Detail
Voor meer details van een bepaald kanaal plaatst u de cursor box weer over het gewenste kanaal en drukt u op de ‘¿’ toets. Het "Kanaal Detail" scherm is nu zichtbaar.
N.B.: Als een kanaal is voorzien van een correctie wordt dit aangegeven met een correctie icoon aan de linkerkant van het "Kanaal Uitlezen" scherm.
Micromon
Handleiding RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
13
Om een enkel punt continue te kunnen bekijken selecteer het gewenste punt via "Punt Detail" optie uit het Hoofdmenu of selecteer het kanaal uit het "Punt overzicht" scherm en druk op ‘¿’. Het "Punt detail" schem is nu zichtbaar. Gebruik de ‘ ’ toets om naar het volgende kanaal te gaan of de ‘ ’ toets om naar het vorige kanaal te gaan. Het kanaalnummer wordt weergegeven in de linker bovenhoek van het scherm en de huidige status ziet u in grote letters in het midden van het scherm. Aan de rechterkant van het scherm worden de volgende teksten en symbolen weergegeven: Bovenste alarmgrens. Als het
symbol van beneden naar
boven beweegt betekent dit dat de alarmgrens is overschreden. Alarmvertraging in minuten. Als het symbool in de klok roteert betekent dit dat het kanaal in alarmconditie is maar dat de alarmvertraging nog niet is verstreken. Onderste alarmgrens. Als het
symbol van boven naar
beneden beweegt betekent dit dan de onderste alarmgrens is overschreden. Type ingang. Het gebied aangrenzend aan 'Punt type' laat ook de 'non actief' en 'pulldown' iconen zien. - een onderdrukt kanaal. - Kanaal onderdrukt vanwege pulldown. Registratie van één enkel kanaal afdrukken
’ toets om naar het Hoofdmenu terug te keren of de ‘ Druk op de ‘ ’ of ‘ toets voor het weergeven van historische data. Door in het "Punt detail" scherm op de "'
’
' toets te drukken verschijnt "Print
bereik" optie box. Gebruik de ' ', ' ', ' ' en ' ' toetsen voor het invoeren van de gewenste waarden en de '↵' toets om naar het volgende invoerveld te gaan. Druk op de "'
' toets en het "Printing in Operation" scherm wordt zichtbaar en
de data wordt naar de printer gestuurd. Het formaat van de afdruk ziet er als volgt uit:
Om te voorkomen dat een kanaal een alarm creëert kan het kanaal worden onderdrukt. Selecteer het gewenste Point Detail schem en druk op ‘¿’. Het bevestig Non Actief JA/NEE bericht wordt weergegeven . Gebruik de ‘ ’ of ‘ ’ toets om het gewenste antwoord te geven en druk op ‘¿’. Als een kanaal onderdrukt wordt is dit in het scherm aangegeven met een symbool naast het kanaal type. Om de onderdrukking te verwijderen herhaal bovenstaande procedure. Als de alarmconditie is overschreden bij een onderdrukt kanaal wordt dit aangegeven met pijlen naast het non actief symbool . De non actief functie kan worden beveiligd met een toegangscode die kan worden ingesteld in het 'configuratie Toegangscode' scherm. Ieder kanaal aangesloten op de Micromon kan worden voorzien van een
Een kanaal non actief maken
14
Handleiding
RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
Micromon
Kanaal Offset
"offset" voor de uitlezing om bijvoorbeeld te compenseren voor verliezen als gevolg van lange kabellengtes, etc. Deze offsets zijn kanaal gerelateerd en kunnen alleen via het Micromon toetsenbord worden ingesteld. Deze offsets worden normaal gesproken (indien nodig) alleen bij installatie ingevoerd, maar kunnen later nog worden bijgesteld door getraind personeel. Ieder punt dat een offset heeft gekregen heeft een zichtbaar icoon in zowel het "Punt detail" als het "Punt overzicht" scherm.
Grafieken
Om een instant grafiek met de actuele waarde van een kanaal weer te geven ga naar het "Kanaal Detail" scherm en druk op de ‘ ’ toets. De grafiek wordt nu zichtbaar. De grootte van de tijdschaal voor de weergegeven data hangt af van de ingestelde meetfrequentie. Bijvoorbeeld; een meetfrequentie van 15 minuten geeft een tijdschaal van 1 dag. Historische data van een kanaal wordt zichtbaar door met de ‘ ’ of ‘ ’ toets het grafische scherm te verplaatsen (zonder overlap). Door op de ‘ ’ of ' ' toets te drukken bladert u door de grafieken van de verschillende kanalen. Druk op de ‘↵’ toets om de cursor zichtbaar te maken, deze kan nu worden verplaatst over de grafiek en geeft daarbij in de rechter bovenhoek van het scherm de bijbehorende waarde en tijd aan. Het scherm schuift automatisch door als de cursor het einde van het display bereikt heeft. Voor in- of uitzoomen drukt u op de ' tijdschalen: 45 min 1.5 uren 3 uren 6 uren
12 uur 1 dagen 3.5 dagen 1 week
' of '
' toets, dit geeft de volgende
4 weken 12 weken 11 maanden
U verlaat de zoomfunctie door eerst op de '↵' toets te drukken (cursor verdwijnt) en daarna op de ' ' toets. U bent nu weer terug in het "Punt detail" scherm. Een grafiek kan worden afgedrukt door op de "'
' toets te drukken.
Alarm mode
Als er één of meerdere alarmen zijn klinkt de interne sirene en de achtergrond verlichting van het display knippert in een rode kleur en het kanaal (of kanalen) welke in alarm is zal knipperen. Als er een printer is aangesloten kunnen de tijd, status en kanaal details van een alarm worden afgedrukt. Het uitbelrelais kan zo worden ingesteld dat als de ‘ ’ toets niet binnen de ingestelde tijd wordt ingedrukt, deze uitgang automatisch wordt geactiveerd en een alarm verzend naar een aangesloten ontvanger.
Aannemen en wissen van een alarm
Druk op de ‘ ’ toets om het alarm te bevestigen. Controleer wat het probleem is door in het "Punt detail" scherm het punt in alarm te selecteren voor de status en alarminstellingen. Een alarm kan pas verwijderd worden als de fout gevonden en gecorrigeerd is. Als er geen fout blijkt te zijn kan dat komen doordat een fout "zichzelf" heeft opgelost (Bijvoorbeeld de temperatuur is weer binnen de toegestane grenzen gekomen). In dit geval zal het punt stoppen met knipperen. Als er verder geen alarmen zijn schakelt de alarmstatus uit.
Hoofdmenu
Druk op de ‘ ’ toets (herhaal indien nodig) voor het Hoofdmenu. Selecteer een optie met behulp van de ‘ ’ of ‘ ’ toets en druk op ‘¿’ of ‘ ’ om in de optie te komen.
Let op: Opties met een
Punt overzicht
Micromon
symbool zijn beveiligd met een toegangscode.
Gebruik deze optie om het standaard "Punt overzicht" scherm weer te geven zoals eerder beschreven.
Handleiding RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
15
Voor het weergeven van de alarmhistorie selecteert u de "Alarmhistorie" optie in het Hoofdmenu. Het "Alarmlijst" scherm geeft de meest recente alarmen weer in een lijst.
Alarmhistorie
Er kunnen tot 999 alarmen worden bekeken. Ieder alarm krijgt een nummer van 1 tot 999 (start weer met 1 na het 999ste alarm), een datum en de tijd. De alarmomschrijving geeft de voor een kanaal relevante informatie. De twee ‘ ’ symbolen onderaan het scherm geven aan dat de lijst nog doorloopt. De lijst kan naar boven en naar beneden verschoven worden met behulp van de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen. Druk op ‘¿’ om de alarmgebeurtenissen weer te geven in het scherm. Kanaal alarmlijst
Voor het weergeven van de alarmhistorie van een bepaald kanaal gaat u naar het "Punt overzicht" scherm en druk gelijktijdig op de " " en " " toetsen. Het "Alarmlijst" scherm laat nu alle alarmen voor het gekozen kanaal zien.
Gebeurtenishistorie
Voor het weergeven van de gebeurtenissenhistorie selecteert u de "Gebeurtenishistorie" optie in het hoofdmenu. Het "Gebeurtenissenlijst" scherm geeft een lijst met de meest recente gebeurtenis bovenaan. De laatste 100 opgeslagen gebeurtenissen kunnen worden bekeken. De lijst kan naar boven en naar beneden verschoven worden met behulp van de ‘ ’ en ‘ ’ toetsen.
Basisconfiguratie
Deze optie start het basis configuratie menu op dat gebruikt wordt voor het initialiseren van de Micromon zoals eerder omschreven.
Softwareversie
Deze optie geeft informatie over de software- en hardwareversie van de betreffende Micromon. Om terug te keren naar het hoofdmenu, wacht 1 minuut of druk op een willekeurige toets.
Print Menu
Deze functie werkt alleen als er een printer is aangesloten op de Micromon. Voor het maken van een afdruk drukt u op de ‘
’ toets.
Registratie van alle kanalen
Deze optie drukt de actuele status van alle kanalen af. Let op: Alleen de kanalen waarvan de log actie op ON of Manual staat worden afgedrukt.
Grafieken van specifieke kanalen
Optie voor het afdrukken van de grafieken van ieder afzonderlijk kanaal. Selecteer de "Grafieken van specifieke kanalen" optie uit het "Print" menu. Het "Selecteer Periode" scherm verschijnt nu in beeld. Gebruik de ' ', ' ', ' ' en ' ' toetsen om de gewenste waarde in te vullen en de '↵' toets om naar een ander veld te gaan. Het "Printing in Operation" scherm is nu in beeld en de data wordt naar de printer verstuurd.
Let op: Alleen de kanalen waarvan de graph action op ON of Manual staat worden afgedrukt. Met deze optie drukt u een lijst met alle alarmen en gebeurtenissen af. De Alarm/Gebeurtenissen overzicht drukt eerst de Alarmoverzicht en dan het gebeurtenissen overzicht.
Alarmhistorie
Kies de Alarm overzicht optie in het Print menu. Het "Selecteer Periode" scherm verschijnt nu in beeld. Gebruik de ' ', ' ', ' ' en ' ' toetsen om de gewenste waarde in te vullen en de '↵' toets om naar een ander veld te gaan. Het "Printing in Operation" scherm is nu in beeld en de data wordt naar de printer verstuurd.
16
Handleiding
RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
Micromon
Configuratie Informatie
Ieder alarm krijgt een nummer van 1 tot en met 999 (start weer met 1 na alarm 999),een time en een datum. De alarmomschrijving geeft informatie voor ieder relevant punt. Op een zelfde manier word iedere gebeurtenis voorzien van tijd en datum omschreven voor ieder afzonderlijk punt.
Alarm actie
Let op: Deze actie kan een aanzienlijke hoeveelheid papier en tijd kosten! De diverse codes zoals afgedrukt in de status (St) kolom zijn als volgt gedefinieerd: ok Geen fout aanwezig Hi Hoog alarm Inh Onderdrukkern Low Laag alarm Off De ingang staat uit OC Signaal boven ingesteld bereik SC Signaal onder ingesteld bereik De diverse codes zoals afgedrukt in de Reason kolom zijn als volgt gedefinieerd:: Fault Sensorfout > Hoge waarde alarm groter dan hoog alarm limiet < Lage waarde alarm minder dan laag alarm limiet Gebruik deze optie om de huidige instellingen van de Micromon af te drukken. Als de Micromon een nieuw alarm genereerd worden de volgende uitgangen actief:
Micromon
Uitgang
Omschrijving
Actie
Relais 1 (uitbellen)
Relaisuitgang voor telefoonkiezer
Actief bij ieder nieuw alarm tot de "Mute" knop wordt ingedrukt
Relais 2 (Alarmrepeater)
Relaisuitgang voor alarmrepeater
Actief zolang er alarmen aanwezig zijn
Sirene
Intern audio alarm
Actief bij ieder nieuw alarm tot de "Mute" knop wordt ingedrukt
Displayverlichting
Rood display
Actief zolang er alarmen aanwezig zijn
Displayverlichting
Rood knipperend display
Actief bij ieder nieuw alarm tot de "Mute" knop wordt ingedrukt
Modems 1-5
Modems
Bellen uit in geval van alarm
Handleiding RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
17
Onderhoud Reinigen
Gebruik voor het stofvrij houden van de Micromon slechts een zachte droge doek. Gebruik NOOIT een schoonmaakmiddel met schuurmiddel, was- of oplosmiddelen. Hardnekkig vuil kan verwijderd worden met een zachte vochtige doek en een mild afwasmiddel.
Service Het onderhoud aan de Micromon moet alleen door gekwalificeerd onderhoudspersoneel worden uitgevoerd. Gebruik alleen orginele reserve onderdelen in geval van vervanging. LET OP: De Micromon is voorzien van een herlaadbare batterijen, gebruik alleen de door de fabrikant opgegeven typen in geval van vervanging.
Alphanumerieke karakterset
Volledige karakterset A
a
(space)
0
V
B
b
!
1
W
C
c
"
2
X
D
d
#
3
Y
E
e
$
4
X
F
f
%
5
a
G
g
&
6
b
'
7
c
H I
i
(
8
d
J
j
)
9
e
K
k
*
A
f
L
l
+
B
g
M
m
,
C
h
-
D
i
E
j k
N
n
O
o
.
P
p
/
F
Q
q
0
G
l
H
m
R
r
1
S
s
2
T
t
3
U
u
4
V
v
5
W
w
6
X
x
7
Y
y
8
Z
z
9
[
{
;
\
|
<
]
}
=
^
~
>
`
18
h
º
Handleiding
RS.8A.Y3.10
© Danfoss
I
n
J
o
K
p
L
q
M
r
N
s
O
t
P
u
Q
v
R
w
S
x
T
y
U
z
05-2003
Micromon
Appendix A "AKM" Het Danfoss AKM kan alarmen ontvangen van de Micromon en de m2 units. De m2/Micromon is echter niet zo tolerant als de Danfoss gateways (AKA) als het gaat om de onjuiste telecommunicatiematerialen. De m2/Micromon zal meerdere malen proberen om een alarm te verzenden, tot een maximum van 8 keer. Dit conform de huidige telecommunicatieregelgeving. Door uitbelmogelijkheid ‘AKM’ te kiezen, zal de m2/Micromon oneindig vaak een alarm proberen te verzenden. Deze functie kan ook de voeding van het modem uitzetten door middel van een intern relais. Dit gebeurt na 10 mislukte pogingen om een alarm te verzenden en iedere 6 uur. Deze ‘AKM’ uitbelmogelijkheid is gecreëerd om de uitbelfunctie van de gateway’s te imiteren
Achtergrond
Modem to m2 Wiring De m2/Micromon heeft 2 relais die voor alarmen worden gebruikt. Relais 2 (REP ALARM) kan gebruikt worden om de voeding van het modem te schakelen. Het relais kan maximaal 24 V en 1 A schakelen, dus alleen de lage spanning na de transformator. De hoofdvoeding (220 V) mag dus NOOIT door dit relais geschakeld worden.
Uitbelinstellingen Alarm actie setup
Modem uitbel setup
Micromon
Device
Instellingen
Relais 1
Trigger : 00000000
Modem n
Trigger : Als gewenst Delay: 0 sec. Duration: 0 sec. Clear on: tijd
Normaal 11111111, modem is aan dag en nacht. Ver traging tussen alarm en uitbellen. Ver traging tussen iedere nieuwe uitbelpoging. Continu uitbellen tot succes
Dailout
Instellingen
Omschrijving
1 - 5:
Uitbelmoglijkheid: AKM Nummer: als gewenst Pager info:
Selfde als "Download" maar dan continu uitbellen Het AKM telefoonummer Niet nodig
Handleiding RS.8A.Y3.10
Omschrijving Schakelt regeling modemvoeding in.
© Danfoss
05-2003
19
Literatuurlijst Technische brochure
RC.8A.U Geeft algemene informatie betreffende de Micromon.
Instructies
RI.8G.A Geeft volledige installatie en montageinstructies voor zowel de Micromon als de aan te sluiten sensoren.
Danfoss can accept no responsibility for possible errors in catalogues, brochures and other printed material. Danfoss reserves the right to alter its products without notice. This also applies to products already on order provided that such alternations can be made without subsequential changes being necessary in specifications already agreed. All trademarks in this material are property of the respecitve companies. Danfoss and Danfoss logotype are trademarks of Danfoss A/S. All rights reserved.
20
Handleiding
RS.8A.Y3.10
© Danfoss
05-2003
Micromon