Reference E M P LOY E E
B E N E F I T S
M AG A Z I N E
Reference is een publicatie van Fortis Employee Benefits Emile Jacqmainlaan 53 1000 Brussel Nr 3 Januari 2006
Kapitaal of rente : vals debat of echt dilemma ?
B r u n o To b b a c k, M i n i ste r va n Pe ns i o e n e n
Nieuwe look voor d e p ens ioenfic he : beter lees baa r voor d e aa nges lotene.
De a nt iwit waswetgevi ng ver s terk t d e id ent i f icat ie va n r ec ht s p er son en.
Moeten d e werkgever s bijd r agen opgenomen wor d en in h et vaka nt iegeld ?
INHOUD
Refe r e nce E M P L O Y E E
Nr 3
JANUARI 20 0 6
B E N E F I T S
M A G A Z I N E
> VOORWOORD
3
DOSSIER : UITKERING VAN DE GROEPSVERZEKERINGSPRESTATIES
4
> LIJFRENTE : EEN MOOIE COMBINATIE TUS SEN SOLIDARITEIT EN K APITALISATIE Pierre Devolder ( UCL)
6
> « K APITA AL OF RENTE » : VALS DEBAT OF ECHT DILEMMA ?
10
Genodigden Bruno Tobback, Minister van Pensioenen Michèle Claus ( VBO) Christophe Quintard (ABV V ) Joëlle Liberman ( Studiebureau Egerie) > DUBBELINTERVIE W Michel Meeus van Tiense Suikerraf finaderij Marcel Van Aken van Glaverbel
DUR A LE X SED LE X
Fiscale actualiteit
> FISCALE VRIJSTELLING IN GEVAL VAN OVERDRACHT ?
DUR A LE X SED LE X
22
26
Sociale actualiteit
> MOETEN DE WERKGEVERSBIJDRAGEN IN HET VAK ANTIEGELD WORDEN OPGENOMEN ?
28
> BEËINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST : EEN PRAKTIJKGEVAL
30
EEN PL AN VAN A TOT Z > NIEUWE LOOK VAN DE PENSIOENFICHE
32
> GEEN VERSOEPELING VAN DE ANTIWITWASWETGEVING
36
FLE XIBLE SOLUTIONS > FORTIS ASCENTO : UW TOEKOMSTPERSPECTIEF...
38
KORT EN BONDIG > EMPLOYEE BENEFITS ACTUALITEITEN
43
Kapitaal of rente ? taal of rente ? ”, stellen we in onze rubriek « Flexible Solutions » de oplossing voor, die For tis Employee Benefits in dit verband voor haar klanten heef t uitgewerk t : For tis Ascento.
Geachte lezeres, geachte lezer, De democratisering van de aanvullende pensioenen, die op ondernemingsof sectorvlak worden georganiseerd (de tweede pijler), heeft het debat over de vraag : “Uitkeringen in kapitaal of rente ?” weer aangezwengeld. België is immers één van de weinige landen waar een pensioenverbintenis volledig in een kapitaal kan worden uitgedruk t. In de Wet op de Aanvullende Pensioenen ( WAP) is overigens aan alle aangeslotenen, met een pensioenplan uitgedruk t in kapitaal, een nieuw recht jegens hun werkgever toegekend. Namelijk het recht op informatie over de mogelijkheid tot omzet ting van het kapitaal in een rente, waarbij de technische grondslagen van die omzet ting eveneens wet telijk zijn bepaald.
trale manier te benaderen, hebben we een beroep gedaan op een specialist in de materie, nl. Pierre Devolder, professor aan de UCL en voor zit ter van het Instituut voor Actuariële Wetenschappen. Ver volgens hebben we het onderwerp getoetst aan een aantal opinies. Daar voor hebben wij een rondetafel georganiseerd, waar Bruno Tobback, Minister van Pensioenen, Michèle Claus, vertegenwoordigster van het VBO, Christophe Quintard, vertegenwoordiger van het ABV V en Joëlle Liberman van het onderzoeksbureau Egerie, van gedachten hebben gewisseld in een zeer boeiend en geanimeerd debat.
Het leek ons dan ook aangewezen, het hoofdthema van uw « Reference » aan dat debat te wijden.
Om ons hoofdthema te confronteren met de dagelijkse realiteit, hebben we t wee HR-verant woordelijken geïnter viewd : Michel Meeus van Tiense Suikerraf finaderij en Marcel Van Aken van Glaverbel. Hun visie en standpunt zijn verhelderend en lonen de moeite.
Om het thema vooraf op een neu-
Als afronding van het thema “Kapi-
Aan de gebruikelijke fiscale en sociale rubrieken is vanaf deze editie een nieuwe rubriek toegevoegd : « Een Plan van A tot Z ». We belichten er deze keer ener zijds de nieuwe pensioenfiche voor de aangeslotenen en ander zijds de gevolgen van de toepassing van de gewijzigde antiwit waswet, zowel voor werkgevers als ver zekeraars. Ter gelegenheid van dit voor woord, wens ik mijn dank te betuigen aan mijn voorganger Bar t De Smet, die een andere verant woordelijkheid binnen het directiecomité van For tis AG heef t opgenomen. Zeven jaar lang is hij een opmerkelijke “kapitein” van For tis Employee Benefits geweest, en daar voor wil ik hem hier graag een bijzondere hulde brengen. Alvast veel leesgenot ! Mijn beste wensen voor het nieuwe jaar ! Jean-Michel Kupper Bestuurder-Directeur Fortis Employee Benefits
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
R e f e r e n c e by FORTIS AG
DOSSIER
pagina’s 4 & 5
Kapitaal of rente : vals debat of echt dilemma ?
We hoeven het niet te verbloemen : de regels die de to e p a s s i n g s m o d a l i t e i t e n van het principe « kapitaal of rente » bepalen, zijn voor velerlei interpretatie vatbaar en houden veel mensen dan ook bezig. In dit dossier, dat uit drie delen bestaat , snijden wij de verschillende facet ten van deze problematiek aan, door het woord te geven aan mensen met uiteenlopende achtergronden. Vanaf pagina 6 verklaar t Pierre Devolder, professor aan de UCL , het principe van de lijfrente en legt uit waarom bij onze voornaamste buurlanden vaker voor de rente wordt gekozen. Op pagina 10 brengen we verschillende, vooraanstaande figuren uit de economische en sociale wereld samen aan een Rondetafel, die we organiseerden rond dit thema en die aanleiding gaf tot een geanimeerd debat . Op pagina 22 vindt u het dubbelinter view van t wee HRM, dat u meer duidelijkheid zal geven over de motivering van de grote ondernemingen in het delicate domein van de veref fening van aanvullende pensioenen.
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
INTERVIEW
Lijfrente : een mooie combinatie tussen solidariteit en kapitalisatie > In het kader van de WAP wordt de laatste maanden veel gesproken over lijfrenten. Wat is de werking hier van ? Pierre Devolder : Het is misschien niet overbodig om de logica van een lijfrente uit te leggen. Ik ben altijd ver wonderd te merken dat de mensen niet goed weten wat dit product precies inhoudt. Het principe van een lijfrente is een heel mooi voorbeeld van de combinatie tussen solidariteit en kapitalisatie, t wee begrippen die vaak ten onrechte als tegenstrijdig worden voorgesteld. Een heel eenvoudig voorbeeld om de werking er van te illustreren : een lijfrente wordt afgesloten op 65 jaar in een populatie waar van één derde van het ef fectief overlijdt op 66 jaar, één derde op 67 jaar en één derde op 68 jaar. Voor alle eenvoud werken we met een intrestvoet gelijk aan nul. Sommigen zullen dus slechts één lijfrente-uitkering 1
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 6 & 7
Pierre Devolder is professor aan de UCL en voor zit ter van het Instituut voor Actuariële Wetenschappen.
ont vangen, anderen t wee en de gelukkigsten drie. Gemiddeld zal de ver zekeraar t wee uitkeringen doen ; de prijs van deze rente bedraagt dus 2. Iedereen zal deze prijs betalen ; zij die overlijden op 66 jaar zullen dus teveel betaald hebben ; zij die overlijden op 68 jaar te weinig ; over het geheel genomen zal er dus solidariteit hebben gespeeld. > Het is dus normaal dat de reser ve van de rente niet wordt uitgekeerd in geval van overlijden, in tegenstelling tot wat sommigen beweren ? Pierre Devolder : Inderdaad, het principe van de rente is gebaseerd op die solidariteit tussen diegenen die minder lang leven dan het gemiddelde en diegenen die een lang leven beschoren zijn. Wanneer u een jaar geen auto-ongeluk hebt gehad, vraagt u toch ook niet aan uw ver zekeraar dat hij uw ver zekeringspremie
terugbetaalt ! Bij dat mechanisme van solidariteit hoor t natuurlijk een luik kapitalisatie, aangezien dit keer, en dat in tegenstelling tot een zuivere ver zekering, er betalingen zullen uitgevoerd worden op data soms in een verre toekomst, en die dienen naar vandaag geactualiseerd te worden. Om het voorbeeld van hierboven nog eens te nemen, de gevraagde prijs zal iets minder zijn dan 2, dank zij die intrestbonus. De hele logica van een lijfrente is dus die cock tail van solidariteit tussen levensduur en sparen.
is schit terend nieuws voor ieder van ons, maar het is ook een enorme uitdaging om de prijs van een lijfrente correct te bepalen. Als wij bijvoorbeeld de levensver wachting op 65 jaar (dat wil zeggen het gemiddeld aantal jaren nog te leven op die leef tijd) vergelijken ; in één eeuw is die van 10 naar 15 jaar geëvolueerd voor de mannen en... van 12 naar 20 jaar voor de vrouwen. En alles wijst erop dat dit fenomeen zich zal voor tzet ten. Binnenkor t leven wij in een maatschappij waarin honderdjarigen niet meer de voorpagina van de sensatiepers zullen halen !
> Kan men lijfrenten beschouwen als een soor t van ver zekering tegen de levensduur ?
> Heef t de wetgever rekening gehouden met dit langlevenrisico ?
Pierre Devolder : Dat is één manier om de dingen voor te stellen. Dit langlevenrisico is de laatste decennia een realiteit geworden ; de verlenging van de levensduur is al een eeuw lang een constante. Dat
Pierre Devolder : Ja en neen. Ja, want ten opzichte van de wet telijke ster f tetafels die nog steeds van toepassing zijn in de levensver zekering en die dateren van 15 jaar geleden, werd een correctie voor zien voor de
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
INTERVIEW
WAP door middel van een verjonging met 5 jaar. Maar dat is wellicht maar een eerste stap. Er zullen in de toekomst nog aanpassingen nodig zijn om deze tendensen inzake levensduur beter weer te geven. De geleidelijke overgang naar prospectieve ster f tetafels zoals in andere landen is onvermijdelijk en wordt trouwens door de wetgever zelf ter sprake gebracht. De bepaling van correcte ster f tetafels is des te belangrijker gezien de intrestmarges uiterst klein zijn, zelfs negatief waardoor er nog weinig hoop is om het een met het ander te compenseren. Nog niet zo heel lang geleden bedroeg de intrest voet toegepast voor
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 8 & 9
de lijfrenten 4.75% ter wijl de spaarder zonder al te veel moeite op de mark t intrest voeten kon vinden van meer dan 8%. Vandaag bedraagt de referentie-intrest voet voor zien door de werkgever 3.25%. Tegelijker tijd varieer t de intrest voet op obligaties op 10 jaar ongeveer 3%...! > In vergelijking met andere landen blijk t dat in België de meerderheid van de mensen het kapit aal verkiest en niet de rente... Pierre Devolder : Laten we eerst vermelden dat in de t weede pijler in België niet iedereen zijn kapitaal opneemt op de pensioenleef tijd. De
omzet ting naar lijfrenten is zeker niet zo frequent in groepsver zekeringen, maar is wel gebruikelijk in veel pensioenfondsen, waar lijfrenten prak tisch evenveel voorkomen als kapitalen. Wat de buurlanden betref t, is het inderdaad zo dat de veref fening in rente het vaakst voorkomt, maar er bestaan stelsels die zoals bij ons voor zien in de optie kapitaal. Een voorbeeld. Zwitserland 2 , dat vaak als model wordt geciteerd voor de structuur van zijn pensioenstelsel, voor ziet in zijn wetgeving betref fende de t weede pijler de mogelijkheid voor de voor zorgsinstelling om kapitalen toe te kennen. Niet temin moeten we oppassen dat we niet te vlug conclusies gaan trekken uit situaties in andere landen. Het Europa van de pensioenen is nog veraf en ieder land heef t zijn geschiedenis en zijn specificiteiten die een geheel vormen. Bijvoorbeeld, weet men dat een groot deel van de t weede pijler in Frankrijk functioneer t volgens repar titie ? De optie kapitaal heef t in dat kader natuurlijk nog weinig zin. In andere landen zoals Nederland of het Verenigd Koninkrijk, voor ziet de eerste pijler prestaties die oorspronkelijk eerder zijn opgevat als een vangnet en niet als een ver vangingsinkomen dat rechtstreeks afhangt van de beroepsbezoldigingen, zoals bij ons. Daardoor is de missie die wordt toegekend aan de t weede pijler verschillend : de t weede pijler heef t een verplichtend karak ter en lever t prestaties die voor een deel in België zijn opgenomen door de wettelijke pensioenen die, zoals u weet, noodzakelijker wijs in renten worden
uitgekeerd. We moeten dus oppassen voor iedere, té opper vlakkige vergelijking. > De WAP heef t ook andere nieuwigheden ingevoerd met bet rekking tot de lijfrenten... Pierre Devolder : Los van de technische regels heef t de WAP het stelsel in t wee opzichten gewijzigd : op fiscaal en op sociaal vlak. Zonder in detail te treden, kan men zeggen dat de ratio legis op fiscaal vlak erin bestond de vereffeningen in rente op gelijke voet te stellen met de veref feningen in kapitaal, iets wat voorheen niet het geval was. Op sociaal vlak heef t de WAP nieuwe verant woordelijkheden ingevoerd die daarom niet altijd op de ver zekeraar of het pensioenfonds wegen, maar wel op de inrichter van het pensioenplan, in de meeste gevallen dus de werkgever. Zo heef t de WAP, inzake lijfrenten, een nieuw omzet tingsrecht ingevoerd. Zelfs indien het plan integraal uitgedruk t is in kapitaal, heef t de aangeslotene het recht de veref fening in renten te vragen en dat, volgens een wettelijke omzet tingsvoet bepaald bij Koninklijk Besluit (op dit moment ster f tetafels van de levensver zekering met een leef tijdscorrectie van min 5 jaar een intrest voet gelijk aan de ma ximale technische intrest voet leven verminderd met 0.50%, dus 3.25%). > Kan men dan stellen dat bij lijfrenten het langlevenrisico berust bij de werkgever ?
Pierre Devolder : Er dient een onderscheid te worden gemaak t tussen hetgeen gebeur t op het ogenblik van het pensioen en de situatie na het pensioen. Op het ogenblik van het pensioen berust deze verplichting inderdaad bij de werkgever die, in voorkomend geval, moet bijpassen om dit minimum renteniveau opgelegd door de wetgever te bereiken. Daarentegen, eens deze rente « gekocht » bij een ver zekeraar, zal het natuurlijk bij deze laatste zijn dat het langlevenrisico berust. In dit verband heef t de WAP eveneens een nieuw recht ingevoerd voor de aangeslotenen : een minimale winstdeling die door de ver zekeraar moet gestor t worden en die gelijk is aan ten minste 60% van het technisch en financieel resultaat van de betrokken renteverrichtingen. ■
1 Ver vallen rentebedrag. 2 ht tp://w w w.cleiss.fr/docs /regimes / regime _ suisse.html # d
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
R O N D E TA F E L
In de contex t van dit dossier leek het ons nut tig werkgevers, vakbonden en aangeslotenen te polsen omtrent de moeilijke keuze die zij moeten maken. Ook interessant te weten hoe werkgevers, verzekeraars, vakbonden en aangeslotenen tegen die optie aankijken. Ook wilden we uit de mond van de Minister van Pensioenen horen welke doelstellingen hij zelf nastreef t . In die optiek organiseerden we een rondetafel die leidde tot pit tige discussies over de t weede pijler van het Belgische pensioenstelsel, in de aanwezigheid van een Minister die haast voor tdurend in balbezit was. Of hij ook veel scoorde, maak t u beter zelf uit ... door Herman Van Doninck, redacteur Ver zekeringen bij Kluwer.
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 10 & 11
> Mijnheer de Minister, hoe schat u de huidige problematiek rond de veref fening van pensioenkapitalen in ? Bruno Tobback : België heef t een jarenlange traditie in groepsver zekeringen waarbij verhoudingsgewijs veel in kapitaal en weinig in rente wordt uitgekeerd. En dat is de jongste decennia omwille van de fiscaliteit alleen maar toegenomen. Daardoor is er een houding ontstaan waarbij men het ene gewoon vindt en het andere bizar en verdacht. Als er al een problematiek is, dan
Kapitaal of rente ? gaat die in eerste instantie over correcte informatie. Ik heb geen principiële of ethische voorkeur voor de ene dan wel voor de andere formule. Toch stel ik vast dat 80% van de begunstigden van een aanvullend pensioen er baat bij heef t om een rente te kiezen, daar waar de verhoudingen in de realiteit precies het omgekeerde zijn. Ik denk dat die scheef trekking met correcte informatie verholpen kan worden. Probleem is echter dat het enorm moeilijk is om die correcte informatie tot bij de juiste mensen te krijgen. We boksen niet alleen op tegen de
geschiedenis, maar ook tegen onvoldoende en zelfs ronduit foutieve informatie. > Waarom wil de wetgever de uitkering in een rente mordicus stimuleren ? Bruno Tobback : Als je het over aanvullende pensioenen hebt, is een maandelijks supplement bij het wettelijk pensioen de meest logische en meest zekere formule. Want dan leg je het langlevenrisico niet bij het individu, maar bij een par tij die dat risico op een voor iedereen voorde-
lige manier kan solidariseren. Bovendien hebben we vastgesteld dat het vooruitzicht op een kapitaal op het einde van de rit voor sommige mensen een bijkomende stimulans is om ver vroegd uit het arbeidsproces te stappen. Want dan is het alsof men de lotto gewonnen heef t. In het verleden hebben we dan ook een aantal ongelukken vastgesteld. Meer bepaald bij mensen met een gat in hun hand die het kapitaal er binnen de kor tste keren doorgejaagd hebben of ook bij mensen die het geld verkeerd belegd hadden. Op zich is dat niet erg voor mensen die
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
R O N D E TA F E L
er warmpjes inzitten maar dat is wel dramatisch voor wie het met een laag pensioen moet zien te redden. Michèle Claus :
"Veel werknemers beschouwen de tweede pijler als hun eigen spaarcenten."
Voor ts is er nog de problematiek van de moral ha zard. Er zijn nu eenmaal mensen die hun pensioenkapitaal eerst opsouperen, maar die nadien niet te beroerd zijn om bij de overheid voor bijkomende bestaansmiddelen gaan aankloppen. Nota bene bij de overheid, die de voorbije t wintig jaar hun aanvullend pensioen flink heef t gesubsidieerd. Zowel voor het individu als voor de maatschappij is het dus voordeliger om vaker voor een rente te kiezen. Wat niet inhoudt dat ik het een of het ander moet verbieden of verplichten.
> De Belg staat er voor bekend dat hij zijn aanvullend pensioen het liefst onder de vorm van een kapitaal opstrijk t . Volstaan de huidige maatregelen dan om meer aangeslotenen te doen overstappen naar een rente-uitkering ? Bruno Tobback : Ik wil de mensen hoegenaamd niet sturen. Al wat ik wil, is dat ze beter geïnformeerd zouden worden. Vandaag heb ik een beetje de indruk dat men doet alsof de Belg genetisch voorbestemd is om alleen maar een kapitaal te willen. Dat is historisch zo gegroeid omdat de kapitaaluitkering, tot
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 12 & 13
de nieuwe WAP van kracht werd, fiscaal voordeliger was dan de rente. Vandaag is die discriminatie weggewerk t, maar wordt dat niet altijd correct gecommuniceerd. De grootste vrees is dat mensen, als ze hun kapitaal niet krijgen, het ook niet aan hun kinderen kunnen doorgeven of nalaten. Maar er zijn systemen denkbaar waarbij men in een overlevingsrente voor op zijn minst de langstlevende echtgenote kan voor zien. > Werkgevers hebben een belangrijke informatieve rol te ver vullen op het moment van de veref fening van het aanvullend pensioen. Vraag is echter of hij voldoende uitgerust is om die rol te ver vullen. Bruno Tobback : Uiteraard. Want hij hoef t geen ingewikkelde info te verstrekken. Toch leer t de er varing dat werkgevers te weinig informeren. Ze schuiven de bal gewoon door naar de verzekeraar of het pensioenfonds in de wetenschap dat ze daarmee hun plicht gedaan hebben en de kous voor hen af is. Voor een stuk is dat hun goed recht, maar het is alvast niet in het belang van hun werknemers. > Welk standpunt neemt het VBO in deze materie in ? Michèle Claus : Het VBO is alvast voorstander van het behoud van de keuzemogelijkheid voor de werknemer. Volgens ons kan men de werknemer niet verplichten om een rente te nemen. Veel werknemers
beschouwen de t weede pijler als hun eigen spaarcenten, en ze vinden het dan ook niet normaal dat ze op hun 65ste of zodra ze met pensioen gaan, maar een gedeelte van dat pensioengeld krijgen als ze het ongeluk hebben vroeg te ster ven. Ze willen ook niet dat de overheid over dat geld beslist.
Bruno Tobback in mensentaal aan hun werknemers uitleggen. Een en ander neemt niet weg dat ik me er bewust van ben dat de werkgevers, weliswaar in de mate van het mogelijke, een inspanning moeten leveren om correct en op een synthetische manier over de t weede pijler te communiceren.
> Werkgevers krijgen in het kader van de nieuwe WAP heel wat nieuwe taken toebedeeld. Kunnen ze die aan ?
> Welke opvat ting huldigen de vakbonden in het kader van de rente-versus kapitaaluitkering ?
Michèle Claus : Nogal wat werkgevers hebben de techniciteit van de aanvullende pensioenen niet volledig onder de knie. Zij zijn wel bereid om hun werknemers daarover meer te informeren, al was het maar omdat ze het mee gefinancierd hebben. Maar ze hebben er vaak moeite mee om daar eenvoudig rond te communiceren. Sommige werkgevers leveren serieuze inspanningen : ze nemen ex terne specialisten onder de arm die het aanvullend pensioen
Christophe Quintard : Op dat vlak zit het ABV V op dezelfde golflengte als het VBO. Ik herinner trouwens aan de gemeenschappelijke verklaring die de sociale par tners in 2001 hebben onder tekend en waarbij de vakbonden zich bereid hebben verklaard om de t weede pijler te stimuleren. Met dien verstande weliswaar dat men de aangeslotene de vrije keuze laat tussen een rente en een kapitaal. De keuzemogelijkheid moet dus blijven.
In 1995 startte Bruno Tobback zijn politieke loopbaan als provincieraadslid in Vlaams-Brabant. In juni ‘95 werd hij verkozen als Vlaams volksver tegenwoordiger voor de kieskring Leuven, waarna hij in 20 01 fractievoor zit ter werd voor SP.a in het Vlaams Parlement. Daar was hij onder andere voor zit ter van de Commissie Mobiliteit, secretaris voor de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud. In juni 20 04 werd hij opnieuw verkozen tot Vlaams volksver tegenwoordiger voor de kieskring Provincie Vlaams Brabant. Op 20 juli 20 04 legde hij de eed af als Federaal Minister van Leefmilieu en Pensioenen.
M ic h è l e Cl a u s ( V BO ) e n Je a n - M ic h e l Ku p p e r ( Fo r t i s E m p l oye e B e n e f i t s ) .
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
R O N D E TA F E L
Wat meer in het bijzonder de informatieverstrekking aangaat, is het voor ons van cruciaal belang dat de aangeslotene correct en volledig wordt geïnformeerd. Nemen we het voorbeeld van een pensioenplan dat een overdraagbare rente toestaat. De werknemer moet weten wat de kost daar van is. Want die impliceer t dat de werknemer een 20 tot 30% lager pensioen ont vangt. Ook de indexering van de rente heef t een kostprijs die transparant gemaak t moet worden. De keuze tussen een kapitaal en een rente is dus niet zo neutraal als sommigen voorhouden. En hoewel de Belg niet genetisch voorbestemd is voor een kapitaal, zorgen de huidige voor waarden er toch voor dat men uit gewoonte, maar ook uit zekerheid liever het aanvullend pensioen onder de vorm van een kapitaal opneemt. Ook de mogelijke verhoging van de
leef tijd waarop men zijn aanvullend pensioen kan ont vangen, is een reden om voor het kapitaal te kiezen. Want eenmaal men het kapitaal opgetrokken heef t, kan het niet meer afgepak t worden.
Chris tophe Quintar d In 1995 wordt Christophe Quintard adjunctcontroleur bij de fiscale administratie van het Ministerie van Financiën, adviseur bij de Economische Studiedienst van het federale ABV V. Hij is eveneens lid van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen waar hij de werknemer s ver tegenwoordigt.
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 14 & 15
Christophe Q uint ard :
"Eenmaal men het kapitaal opgetrokken heeft, kan het niet meer afgepakt worden !" Bruno Tobback : Pas toch op dat je geen vals gevoel van veiligheid creëer t ! Want het kapitaal dat je op je 60ste of 65ste ont vangt, wordt ook niet meer geïndexeerd. Integendeel, dat verliest door de inflatie dag na dag aan waarde, aangezien een spaarboekje vandaag minder opbrengt dan de inflatie. Men duw t de mensen nu in de richting van een kapitaal, zogezegd omdat het zekerheid biedt. Maar het komt meer dan eens voor dat die som geld al na een t weetal jaar opgesoupeerd is, zodat er van die zekerheid niets meer overblijf t. Ik wil niet moraliserend zijn, maar werknemers moeten besef fen dat zijzelf voor het langleven- én het beleggingsrisico opdraaien zodra ze voor een kapitaal opteren. Uiteraard gaat het om de spaarcenten van de werknemers, mevrouw Claus. Maar het is wel spaargeld waar de overheid ongeveer hetzelfde bedrag via fiscale stimulansen bovenop gelegd heef t. En had ze dat niet gedaan, dan zaten er heel wat minder euro’s in het spaar varkentje. De overheid heef t dan ook een gedeelde verant woordelijkheid. Uiteraard zijn dat de centen van de mensen, en als ze ster ven, mag dat gerust naar hun kinderen gaan, dat kan mij niet schelen. En ik kan u ver zekeren dat die centen op geen enkele manier terug naar de overheid vloeien. Christophe Quintard : Als de overheid op een blauwe maandag beslist dat aangeslotenen hun t weedepijlerpensioen verplicht in rente moeten opnemen, gaat ze dat dan ook niet voor de derde pijler doen ? Op zijn
minst zou dat coherent zijn. Maar ik geloof niet dat men ooit zover zou dur ven gaan.
de Staat er eerst en vooral voor zorgen dat iedereen toegang heef t tot de t weede pijler.
Bruno Tobback : In mijn ogen is de derde pijler geen pensioen, maar een fiscaal gestimuleerde spaarvorm. De t weede pijler daarentegen is wel een pensioen, want het bevat een mechanisme om iedereen te dekken. Meer bepaald diegenen die niet over de middelen beschikken om in de derde pijler te stappen. Er is dus een belangrijk verschil tussen de t weede en de derde pijler. De t weede pijler bevat ook meer voordelen voor de mensen, en voor mijn par t mogen die alleen maar toenemen.
Michèle Claus : Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat u heel sterk aan een vorm van repar titie denk t voor de t weede pijler. Of op zijn minst dat u de rente-uitkering verplicht wil maken.
> Maar er zijn toch mensen die geen toegang hebben tot de t weede pensioenpijler. Is het dan niet de rol van de overheid om die mensen aan te moedigen om zich voor te bereiden op hun pensioen ? Bruno Tobback : In het kader van het pensioenbeleid, dat in wezen een vorm van sociaal beleid is, moet
Bruno Tobback : Nee, uitdrukkelijk niet ! Waarom bestaat de tweede pijler ? Omdat de eerste pijler in ons land een repar titiestelsel is. De tweede pijler is een aanvulling daarop en moet uitdrukkelijk een kapitalisatiestelsel zijn. Alleen, als je wil dat het ook een pensioen is en niet zuiver sparen, moet je aanvaarden dat er een aantal solidariteitselementen in zitten die er voor zorgen dat er ook tijdens periodes van ziekte, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid pensioen wordt opgebouwd. De tweede pijler is dus wel degelijk een kapitalisatiestelsel waarbij we pogen om iedereen er toegang toe te geven. Ook Nederland bijvoorbeeld kent kapitalisatiepensioenen, waarbij iedereen die in een bepaalde sector of be-
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
R O N D E TA F E L
drijf werkt, verplicht is toe te treden. Voor mij is de tweede pijler duidelijk een sectorregeling die uitgaat van onderhandelingen in sectoren. > België is toch vooral een land van bedrijfspensioenregelingen. Bruno Tobback : In ons land is men gestar t met bedrijfsplannen, omdat er nooit pogingen zijn ondernomen om een kapitalisatiestelsel uit te bouwen dat verder ging dan bedrijfsplannen. De WAP bouw t daarop verder en stimuleer t de sectorpensioenplannen. En dit met behoud van het kapitalisatiestelsel
en met zeer vergaande fiscale en parafiscale stimulansen. Jean-Michel Kupper : Bedrijfsplannen werden ont wikkeld omdat ze beant woorden aan een reële behoef te bij kaderleden en bedienden in ondernemingen. Vergeet niet dat we het enige land in Europa zijn waar de solidariteit in de eerste pijler immens groot is : ter wijl de sociale bijdragen op het integrale loon worden geheven, is het wet telijk pensioen wel geplafonneerd. De fiscale stimulans in de t weede pijler is dan ook een compensatie daar voor. Uw visie op de sectorpensioenen
Bruno Tobback :
"Werknemers moeten beseffen dat zijzelf voor het langleven- én het beleggingsrisico opdraaien zodra ze voor een kapitaal opteren."
Michèle Claus
is een persoonlijke visie. Engeland bijvoorbeeld kent vooral aanvullende pensioenen op bedrijfsvlak. Nederland is het enige land dat voluit de kaar t van de sectorpensioenen heef t getrokken. Maar ze zijn dit nu aan het herbekijken omdat bedrijfsplannen blijkbaar beant woorden aan specifieke behoef ten van de arbeidsmark t. Bruno Tobback : Ik heb niet gezegd dat het om sectorplannen moet gaan, maar om pensioenplannen die uitgaan van de sector. Vergeet ook niet dat er in ons land al sinds mensenheugenis sectorpensioenregelingen bestaan. En die tellen zelfs meer aangeslotenen dan alle bedrijfsplannen samen. > Mevrouw Liberman, u heef t een mark tstudie uitgevoerd naar de ver wachtingen van de werkgever s en werk nemer s inzake het pensioen. Wat zijn de belangrijkste result aten van die studie ? Joëlle Liberman : Al bij al hebben de meeste werkgevers niet veel moeite met het verstrekken van de technische informatie bij de pensionering. Het echte onbehagen situeer t zich vooral op het persoonlijke vlak. En dat komt doordat de Human Resources afdeling geen persoonlijke band heef t met al de werknemers. Welnu, een werknemer die met pensioen gaat, zit met heel persoonlijke vragen. Hij vraagt zich niet alleen af hoeveel geld hij gaat krijgen, maar ook wat hij ermee moet doen. Welnu, bij dergelijke vragen slaat de personeelsdienst
Michèle Claus is in 20 01 gestar t bij het Verbond van Belgische Ondernemingen als sociaal adviseur. Als lid van de werkgever saf vaardiging van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de Bedienden ( nr. 218 ), neemt zij deel aan de sociale sectoronderhandelingen. Zij is eveneens lid van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen en lid van de raad van bestuur van CE VOR A (opleidingscentrum voor de aanvullende bediendensector) en COOAB ( Centrum voor Onder zoek en Opleiding in de Arbeidsbetrekkingen) .
helemaal tilt omdat het hier om een zeer gevoelig, ik dur f zelfs zeggen intiem privé-terrein gaat. Werkgevers zijn niet in staat om op die vragen te ant woorden. Maar de eigenlijke vraag waar een werknemer op het moment van zijn pensionering mee worstelt, is toch : hoe slaag ik in mijn t weede leven ? Iedereen is er zich van bewust dat het beroepsleven zeer hard is, maar nadien hopen we eindelijk te kunnen gaan doen waar we zin in hebben. We hebben dan ook allemaal de wildste fantasieën over dat t weede leven na het werk. Voor de ene is dat een wereldreis, voor de andere het bouwen van een huis voor hun kinderen. We koesteren dan ook allemaal sterke verlangens bij de overgang naar de laatste etappe van het leven. Men zegt wel eens dat de Belg met een baksteen in zijn maag is geboren, maar de er varing leer t dat Belgen ook iets aan de volgende
generatie willen nalaten. Onderschat de overgang naar het pensioen niet ! Mislukken in je werk is geen drama, want je kan altijd een nieuwe job vinden. De mist ingaan bij de overgang naar de t weede levensfase daarentegen is wel een tragedie, want herkansing is dan uitgesloten. Dat zadelt mensen met een hele hoop stress op. Zowel voor de werkgever, die voor zich een werknemer heef t die een vat vol emoties is en met enorm veel vragen zit. Vragen in de trant van : moet ik een hospitalisatieverzekering nemen ? Wat moet ik doen wanneer mijn vrouw overlijdt en ik alleen achter blijf ? Ideaal zou zijn mocht de werknemer een beroep kunnen doen op een loopbaanconsultant die een klankbord kan zijn voor dergelijke vragen. > Heef t u ook onder zocht waarom werknemer s hun aanvullend
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
R O N D E TA F E L
pensioen vooral onder de vorm van een kapit aal opnemen ? Joëlle Liberman : Wat ik weet is dat senioren hun aanvullend pensioen als hùn geld beschouwen. Bankiers vergeten dat wel eens. En, wie weet, is het kapitaal wel het meest geschik te middel om hun dromen te realiseren. Il werk al tien jaar met senioren. Welnu, voor die mensen komt de par tner op de eerste plaats en de eigen woning op de t weede.
Joëlle Liberman :
" Mislukken in je werk is geen drama, want je kan altijd een nieuwe job vinden. De mist ingaan bij de pensionering daarentegen is veel erger. "
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 18 & 19
Michèle Claus : Ik begrijp niet waarom de overheid er altijd van uitgaat dat het individu het ontvangen pensioenkapitaal niet goed zal beheren. De laatste t wintig jaar hebben de mensen vaak in vastgoed geïnvesteerd, zij hebben hun kinderen geholpen, en dat is een goede investering gebleken. Want zonder de hulp van hun ouders zouden die kinderen nooit hun eerste stulpje hebben kunnen kopen of bouwen. Laten we er alsjeblief t niet van uitgaan dat vader tje Staat het altijd beter weet. Bruno Tobback : Laten we niet in karikaturen ver vallen, want dat is in niemands belang. Ik stel alleen maar vast dat aardig wat Belgen gedurende 20 tot 25 jaar met een pensioen van pak weg duizend euro per maand zullen moeten rondkomen. Wanneer die op het einde van hun loopbaan bij wijze van spreken een kapitaal van 12.500 euro uit hun groepsver zekering kunnen opstrijken, kan ik me best inbeelden dat ze de heel genereuze optie kiezen om dat geld aan een zoon of doch-
ter te geven die op dat moment aan het bouwen is. Is dat een foute keuze ? Misschien niet. Is dat een ver werpelijke keuze ? Zeker niet. Maar we zouden er samen wel ons best voor moeten doen om hen erop te wijzen dat die kinderen over vijf jaar hoogst waarschijnlijk goed hun kost verdienen zodat ze zich dat huis wellicht per fect kunnen veroorloven. Hun ouders daarentegen, die het geld hebben weggeschonken, komen misschien tien jaar later voor de pijnlijke situatie te staan dat zij bij hun kinderen moeten gaan vragen om hun rusthuis te betalen. Dat is schrijnend, maar het is wel zo. Begrijp me niet verkeerd : ik wil alleen dat mensen op het einde van hun loopbaan een beter geïnformeerde beslissing nemen. Ook de overheid draagt haar steentje daartoe bij. Zo gaat de Rijksdienst voor Pensioenen volgend jaar aan alle 55-jarigen een pensioenraming sturen. Dat is geen plezante oefening voor ons, hoor. Want dat pensioen is veel lager dan mensen ver wachten. Maar het is wel onze job om de mensen def tig te informeren. Ik zou dan ook graag hebben dat senioren t wee keer nadenken voordat ze die langver wachte wereldreis met hun groepsver zekeringskapitaal ondernemen. Leen Steppe : Vreest u er niet voor dat u, door de rente zo hard te stimuleren, een omgekeerd ef fect bekomt ? Ik heb van tal van werkgevers te horen gekregen dat hun werknemers voor een aanvullend pensioen feestelijk bedanken als dat onder de vorm van een rente
L e e n S te p p e, Ve r a nt woo r d e l ijke M a rket i ng, Pr o d u c t s & Af f i l i a tes .
zou worden uitgekeerd. Want ze beschouwen het als hun geld, zeker als het aanvullend pensioen ook met werknemersbijdragen werd gefinancierd. Bruno Tobback : Van mij ga je nooit horen dat de rente-uitkering een manier is om de mensen hun centen af te pakken. Dat is hun geld, en dat blijf t hun geld. Ze blijven trouwens een keuzemogelijkheid hebben. Leen Steppe : Blijkbaar volstaat de communicatie over de rente-optie al om een alarmbel te doen rinkelen. Mensen hebben schrik dat de huidige rente-optie alleen maar een tussenstadium is en dat ze op termijn verplicht zullen zijn om hun aanvullende pensioenen in een rente op te nemen. Bruno Tobback : Sommige van de grootste t weedepijler fondsen in dit land, meer bepaald de bouw en de metaal, hebben altijd in rente uitgekeerd. Ik heb daar nooit iemand horen over klagen. Er is dus geen genetische voorbestemdheid, het is
alleen een k westie van informatie. Karel Coudré : Akkoord, het is heel belangrijk de toekomstig gepensioneerde goed te informeren, maar het is ook belangrijk het ver trouwen in de t weede pijler te behouden. De communicatie rond de WAP was zodanig gericht op de rente dat de indruk werd gewek t dat men zich automatisch tot die oplossing moet wenden. Welke visie ver tolken de levensver zekeraar s in het kapit aalver sus rentedebat , mijnheer Kupper ? Jean-Michel Kupper : Vandaag kennen we zowel zuivere rente- als pure kapitaalplannen of zelfs gemengde rente- en kapitaalplannen. Niets houdt inrichters (werkgevers en werknemers) tegen om bij een nieuw pensioenplan en met een betere informatieverstrekking er voor te opteren dat de uitkering voor een deel in rente moet worden opgenomen en voor een deel in kapitaal. Maar laten we toch ook niet de
Joëlle Liberman Joëlle Liberman, licentiate sociale wetenschappen ( ULB ) en economie ( UCL), begint in 1983 als assistente bij Cegos Makro Test, waar zij vanaf 1984 verant woordelijk wordt voor de k walitatieve studies. In 1987 richt zij mede Egerie Research op, een vennootschap gespecialiseerd in marketing en strategie.
autonomie en de verant woordelijkheidszin van de werkgevers en de werknemersafgevaardigden onderschat ten. We moeten de mensen ook dur ven ver tellen dat rentes alsmaar duurder worden omdat de levensduur altijd maar toeneemt. There is no free lunch. Aangezien de ver zekeraars met aangepaste prospectieve ster ftetafels moeten werken, ont vangen de mensen met eenzelfde som geld altijd maar een kleinere rente. Vergeet ook niet dat het bij de pensionering niet alleen om de betalingswijze van het pensioen-
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
R O N D E TA F E L
geld gaat. Zoals mevrouw Liberman daarstraks zei, willen onze aangeslotenen informatie over hun wettelijk en aanvullend pensioen, maar ook over de successierechten, hoe ze hun geld moeten beleggen, hoe ze hun hospitalisatiever zekering kunnen verlengen. Onze rol van ver zekeraar bestaat er dan ook in om de behoef ten van de gepensioneerden beter in te schat ten, hen raad te geven en hen aangepaste oplossingen te bieden. En dat gaat veel verder dan het vraagstuk van de keuze tussen een rente of een kapitaal. > Welke producten en oplossingen biedt de ver zekeringsmark t bij de veref fening van een groepsver zekering ? Karel Coudré : Wat de rente betref t, heef t de klant een keuze tussen een klassieke levenslange rente en een financiële rente, dit is een tijdelijke rente met behoud na verloop van een door de klant zelf gekozen kapitaal. De mark t biedt eveneens overdraagbare en geïndexeerde rentes aan. De klassieke levenslange rente is niet zo in trek omdat de doorsnee Belg geen afstand wil doen van een deel van zijn kapitaal. Dat is ook de reden waarom de mark t financiële rentes aanbiedt. Daarbij wordt een deel van het geld in een beleggingsproduct gestopt. Want het gaat per slot van rekening om een termijn van t wintig, der tig jaar. Als je je dan tot een vaste rentevoet beperk t, dan mis je heel wat oppor tuniteiten om van de risicopremie van de kapitaalmark ten te genieten. Vandaar
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 20 & 21
ook het nut van formules waarbij een deel van het geld dat de mensen niet onmiddellijk nodig hebben, geïnvesteerd wordt in producten die een hoger rendement kunnen bieden. Want dat zullen ze zeker nodig hebben als ze 90 of ouder worden. > Niet alleen de informatieverst rekking is belangrijk , maar ook de keuzemogelijkheid. Joëlle Liberman : Meer informatie geven volstaat volgens mij niet. Overschat de kennis over de eigen situatie van de mensen niet. Volgens mij hebben de mensen meer begeleiding nodig. Wie voor een levenslange rente kiest, heef t niet langer
Jean-Michel Kupper :
"Onze rol van verzekeraar bestaat er dan ook in om de behoeften van de gepensioneerden beter in te schatten. En dat gaat veel verder dan de keuze tussen een rente of een kapitaal." de mogelijkheid om daarop terug te keren. Kiest men daarentegen voor een kapitaal, dan kan men later nog altijd een rente vragen. Dat is veel soepeler. Bovendien voelen de mensen zich door hun bankier of ver zekeraar begeleid. In de relatie met de overheid voelt de burger zich meer als een marionet. De aangekondigde verhoging van de leef tijd waarop men het aanvullend pensioenkapitaal kan optrekken van 60 naar 65 jaar is daar een tref fend bewijs van. Bruno Tobback : Veel hangt af van het imago dat men van de overheid ophangt. In 2001 is er beslist dat men zijn pensioenkapitaal ten vroegste vanaf 2010 pas op zijn 60ste mag opvragen. Niemand in de regering wil daaraan raken. Alleen is er beslist om die maatregel in 2010 nog eens tegen het licht te houden. Voor mijn par t is dat een zeer redelijk besluit. Het is niet omdat een vakbond roept dat wij het pensioenkapitaal van de mensen willen afpakken, dat het ook waar is ! ■
Va n l i n ks n a a r r e c h t s : Jo ë l l e Li b e r m a n , Ka r e l Co u d r é ( Fo r t i s E m p l oye e B e n ef i t s ) e n M i n i s te r B r u n o To b b ack .
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
INTERVIEW
Kapitaal of rente :
Marcel Van Aken Director Social Af fair s bij Glaverbel. Marcel Van Aken, die werd verkozen tot HR-manager van 2005, is sinds 1997 Director Social Af fairs bij Glaverbel waar hij het HR-beleid coördineer t. In die hoedanigheid neemt hij deel aan het ont wikkelen en invoeren van de tewerkstellingsen bezoldigingspolitiek in België en op niveau van de groep. Sinds 1995 is hij sociaal adviseur bij de Abeidsrechtbank van Brussel.
Marcel Van Aken > Wij hebben onze groepsver zekering voor kaderleden en bedienden her werk t naar aanleiding van het Barber-arrest. Voordien was dat een rentesysteem met een kapitaaloptie. Omdat alle werknemers toch voor een kapitaal opteerden, hebben we dat toen omgezet naar een kapitaalsysteem met de mogelijkheid om een rente te kiezen. Het had geen zin om het rentesysteem voor t te zet ten. Pas in het jaar 2000 hebben we naar aanleiding van de sociale onderhandelingen een groepsverzekering voor de arbeiders genegotieerd. In tegenstelling met de groepsver zekering voor kaderleden en bedienden is dat een vastebijdra-
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s pages 2222& &2323
1
Vraag
Welke historische redenen hebben uw onderneming ertoe aangezet om voor een kapitaal- respectievelijk rente-uitkering te kiezen ? Hebt u van een planwijziging gebruik gemaakt om naar een ander systeem over te stappen ?
gensysteem. Het is wel zo dat we naast de bestaande streefdoelregeling voor bedienden en kaderleden ook nog een vastebijdrageregeling voor hun hebben gecreëerd.
twee HR-managers aan het woord
Michel Meeus Adjunct-per soneelsdirecteur van Tiense Suikerraf finaderij. Geboren op 20 juni 1952. Handelsingenieur van de Katholieke Universiteit Leuven. Eerste en enige werkgever : Tiense Suikerraf finaderij Bijna 30 jaar dienst in dit bedrijf waar van 26 jaar in personeelszaken als hoofd van de Personeelsdienst van de vestiging Tienen en daarna adjunct van de Personeelsdirecteur.
Michel Meeus > Tot 1995 had Tiense Suikerraf finaderij voor zowel zijn arbeiders als voor een gedeelte van zijn bedienden alleen zuivere renteplannen. Mede onder druk van het personeel hebben we beide groepsver zekeringen echter resoluut omgezet naar kapitaalplannen. Vergeet niet dat destijds rente-uitkeringen marginaal werden belast, waardoor de fiscus met een niet onbelangrijk deel van het ex tralegaal pensioen van de mensen ging lopen. Die situatie geldt trouwens nog altijd wat de renteplannen betref t, niet tegenstaande de overheid zegt dat ze de fiscale lat voor beide systemen gelijk gelegd heef t. De omvorming
van ons rente- naar een kapitaalsysteem gebeurde dus lang voordat de WAP in werking trad. Onze mensen vinden dat ze voldoende solidair zijn met de andere werknemers in de eerste pijler. Die solidariteit willen ze niet nog eens in de t weede pijler opbrengen. Want een zuivere levenslange rente houdt altijd in dat de ene helf t van de mensen die vroeg ster f t, betaalt voor de andere helf t die het geluk heef t om langer te leven. Een verplichte rente-uitkering, zoals sommigen zo graag willen, is een vorm van solidariteit die nog eens bovenop de solidariteit van de eerste pijler
komt. Welnu, daar voor bedanken onze mensen feestelijk. Zij lopen het langlevenrisico liever zelf en vragen hun kapitaal op. Want dat beschouwen ze als hun spaargeld. Als het ooit zover komt dat de renteuitkering verplicht zou worden, dan zouden onze mensen onget wijfeld geen aanvullend pensioen meer willen en zouden ze opteren voor een hoger loon, waardoor ze zelf voor hun oude dag kunnen sparen.
U I T K E R I N G VA N D E GROEPSVERZEKERINGSPR E S TAT I E S
INTERVIEW
Marcel Van Aken > We melden gewoon die optie aan onze medewerkers wanneer ze met pensioen gaan.
Marcel Van Aken > We krijgen weinig of geen aanvragen om het kapitaal om te zet ten in een rente.
Marcel Van Aken > Nee, zeker niet. We hebben de laatste jaren al genoeg veranderingen moeten door voeren. Meer bepaald in het kader van het Barber-arrest, de wet-Colla, de WAP. We willen nu toch wel wat stabiliteit creëren, omdat het om een langetermijnvoordeel gaat. Want hoe meer je daar aan wijzigt, hoe meer wantrouwen de mensen krijgen. Wel hebben we een akkoord gesloten met For tis Employee Benefits over Ascento, waarbij de mensen de kans krijgen om hun pensioenkapitaal op de juiste manier te beleggen. Onze streefdoelregeling blijf t wat ze is. We zullen die niet meer verbete-
ren. Als we het aanvullend pensioen al zullen opkrikken, zal dat via de vastebijdrageregeling gebeuren, want die is flexibeler. Er speelt ook nog een andere factor mee. Ons bedrijf voer t zijn boekhouding overeenkomstig de Amerikaanse boekhoudnormen. Welnu, een vastebijdragenregeling is op dat vlak veel gemakkelijker dan een streefdoelregeling. Wel is het zo dat we vandaag al via de vastebijdrageregeling aan een tijdspaarsysteem werken. Op die manier hopen we ons huidig arbeidstijdsysteem wat te her werken, zodat het mensen de kans geef t om een
2
Hoe reageer t u als werkgever op de mogelijkheid die de WAP aan werknemers biedt om hun pensioenkapitaal in een rente te laten omzet ten ?
3
Hebt u sinds de inwerkingtreding van de WAP vragen gekregen van aangeslotenen om naar een ander systeem over te stappen ?
kor te sabatsperiode in te lassen of om ver vroegd met pensioen te gaan. Op dezelfde manier zoals dat trouwens in Nederland en Frankrijk al bestaat. Ik hoop alleen maar dat onze wetgever ons de nodige faciliteiten geef t om zo’n systeem uit te werken waarbij pensioenkapitaal omgezet wordt in bijkomende vakantiedagen. In ons systeem zouden kaderleden zo’n 60 dagen vrijaf kunnen nemen tijdens een periode van 5 à 6 jaar, dit is wel inclusief de vakantieperiode.
Marcel Van Aken > Graag, wij pleiten daar zelfs voor, maar dan wel binnen een integrale remuneratie-afspraak. Zo wil Glaverbel minder de klemtoon leggen op een onmiddellijke loonsverhoging, maar eerder de pijler van de groepsver zekering versterken.
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 24 & 25
D e Ac cou nt E xe c u t i ves va n Fo r t i s E m p l oye e B e n ef i t s
Michel Meeus > Op zich zijn we niet tegen een rente. Voor ons is dat trouwens neutraal, want alles is betaald. Wie bij ons met pensioen gaat, krijgt wel de keuze aangeboden, zoals de WAP het trouwens voorschrijf t. Desnoods organiseren we voor onze mensen een afspraak met de ver zekeraar, zodat ze zich degelijk kunnen informeren. Sinds 1995 heef t echter niemand naar een rente gevraagd. Ze willen er zelfs niet horen over spreken. Ik moet wel toegeven dat we de renteformule ook niet promoten.
t ijd e n s h et i nte r v i ew : A n n D e N eve e n M a r c We ng l e r.
Michel Meeus > Nee. In feite heeft de WAP bij ons weinig invloed gehad omdat onze pensioenreglementen vrij goed WAP-conform waren. Alleen de overlijdensdekking in de groepsverzekering van de bedienden moeten we nog aanpassen omdat die nog altijd leeftijdsafhankelijk is. In de groepsverzekering voor de arbeiders is alles in orde.
4
Overweegt u van systeem te veranderen ?
5
Bent u van plan om meer voor uw ver trekkende werknemers te doen ?
Michel Meeus > Nee, hoegenaamd niet. Mensen worden kopschuw bij veranderingen, want iedere wijziging interpreteren ze als een voordeel voor de werkgever.
Michel Meeus > Wij bieden geen andere diensten aan. Daar is ook geen vraag naar. Onze ervaring leert dat de mensen zich al lang voor hun afscheid met de gevolgen van hun pensionering bezighouden. Het is ook niet onze taak om hen te adviseren over wat ze met hun pensioenkapitaal moeten aanvangen. Want we zouden niet graag hebben dat men ons achteraf verwijt dat Tiense Suikerraf finaderij hen op het verkeerde been heeft gezet. Wij zijn geen beleggingsconsulenten. ■
DURA LEX S E D L E X
FISCALE ACTUALITEIT
> De WAP voorziet in de mogelijkheid om de interne pensioenbelof ten die reeds bestonden vóór de inwerkingtreding van de wet , te “ex ternaliseren”, met het oog op het opbouwen van individuele pensioentoezeggingen. Onder « ex ternalisering » verstaat men de overdracht van de reser ves opgebouwd in het kader van de interne pensioenbelof te, naar een verzekeringscontract uitsluitend ten voordele van de werknemer en /of de bedrijfsleider. Het begrip « ex ternalisering » impliceer t noodzakelijkerwijs het bestaan van een prefinanciering van de belof te. Om de interne pensioenbelof te te prefinancieren, kan de werkgever of de onderneming immers hetzij een bedrijfsleidersverzekering afgesloten hebben, hetzij interne provisies opgebouwd hebben. Het vraagstuk van de fiscale behandeling van deze overdracht van reser ves naar een verzekeringscontract ten voordele van de werknemers / bedrijfsleider – en meer bepaald van de eventuele vrijstelling er van in de personenbelasting – is geregeld door de overgangsbepalingen van de WAP. Deze bepalingen maken het onderscheid tussen de overdracht van de opgebouwde reser ves in het kader van een bedrijfsleidersverzekering en de reser ves opgebouwd via interne provisies. > Overdracht van de reser ves van een BLV
Va l é r i e Va n Zeve r e n e n I n g e H e i r we g h , ju r i s te n Fo r t i s E m p l oye e B e n ef i t s .
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 26 & 27
Wat de overdracht betref t van reserves opgebouwd in het kader van een bedrijfsleidersverzekering, kan enkel de pensioenbelof te aan een zelfstandige bedrijfsleider het voor werp uitmaken van een overdracht die vrijgesteld is van de personenbelas-
ting. Om te worden vrijgesteld dient de ex ternalisering te voldoen aan een aantal voor waarden : > de overdracht moet uitgevoerd worden vóór 1 januari 2007 > de bedrijfsleider moet een regelmatige en minstens maandelijkse bezoldiging ontvangen > de 80 %-regel moet nageleefd zijn en nageleefd worden > de aanvullende pensioenbelof te die de onderneming afgesloten heef t ten voordele van de bedrijfsleider moet uiterlijk op het ogenblik van de overdracht in overeenstemming worden gebracht met de WAP > de overdracht moet gebeuren naar een in België gevestigde verzekeringsonderneming. Volgens de huidige stand van zaken zal de overdracht worden vrijgesteld voor zover de onderneming die de pensioentoezegging afsluit bovendien de premies van haar resultaat kan aftrekken. Deze voorwaarde sluit dus de mogelijkheid van een externalisering van interne pensioentoezeggingen uit die zijn afgesloten door een vzw, die per definitie niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting, maar wel aan de rechtspersonenbelasting. Een wetsontwerp voorziet echter in de opheffing van die voorwaarde. Volgens één van de overgangsbepalingen wordt de wijziging van de begunstiging van het bedrijfsleidersverzekeringscontract uitsluitend ten voordele van de verzekerde bedrijfsleider trouwens gelijkgesteld met een overdracht. Enkel in de laatstgenoemde situatie, die zich in de praktijk zal voordoen, zal de verzekeringstaks van 4,40% niet verschuldigd, aangezien er geen sprake is van de opbouw van een nieuw verzekeringscontract als zodanig.
Externalisering van pensioenbeloften in een groepsverzekering of een bedrijfsleidersverzekering (BLV)
Fiscale vrijstelling in geval van overdracht ?
> Overdracht van interne provisies De via interne provisies opgebouwde reser ves kunnen worden overgedragen naar een verzekeringscontract, ongeacht het sociaal statuut van de begunstigde van de pensioenbelof te – loontrekkende of bedrijfsleider – en zonder beperking in de tijd. De voor waarde omtrent de vrijstelling van de 80% -regel geldt los van het sociaal statuut van de begunstigde ; zo moet de overdracht ook gebeuren naar een in België gevestigde verzekeringsonderneming. De andere voor waarden die ver vuld moeten zijn om in aanmerking te
komen voor de fiscale vrijstelling variëren daarentegen naargelang het gaat om een pensioentoezegging aan een loontrekkende of aan een bedrijfsleider. Voor de loontrekkende wordt de overdracht niet als een afkoop beschouwd, indien in de onderneming een collectieve toezegging bestaat die toegankelijk is voor de specifieke categorie waar toe de werknemer behoor t die aanspraak kan maken op de pensioentoezegging. Wat de bedrijfsleider betref t, zal de overdracht vrijgesteld worden
voor zover de onderneming die de pensioentoezegging onderschrijf t, de premies kan af trekken van haar resultaat. Dit sluit meteen die mogelijkheid uit voor een vzw. Zoals reeds vroeger aangestipt, voorziet een wetsontwerp in de ophef fing van deze voor waarde. De verzekeringstaks is in beide gevallen verschuldigd, zowel voor loontrekkenden als voor zelfstandige bedrijfsleiders. Daarentegen zal enkel de overdracht ten gunste van een loontrekkende onder worpen zijn aan de sociale zekerheidsbijdrage van 8,86%. ■
DURA LEX S E D L E X
SOCIALE ACTIVITEIT
Moeten de werkgev in het vakantiegeld Lange tijd is de rechtspraak verdeeld geweest over deze k westie : in welke mate moeten de bijdragen die door de werkgever in een groepsverzekering worden gestor t, opgenomen worden in de berekening van het vakantiegeld ? Volgens de ene tendens in de rechtspraak dienden de patronale bijdragen ef fectief in de berekening van het vakantiegeld te worden opgenomen. Deze rechtspraak stelt immers dat alle bedragen die als loon worden beschouwd aangezien zij een tegenprestatie van arbeid uitmaken, in de berekeningsbasis van het vakantiegeld moeten worden opgenomen.
Reference heeft deze rubriek toevertrouwd aan Dominique Claes en Chantal Biernaux van het advocatenkantoor Taquet, Clesse & Van Eeckhoutte.
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 28 & 29
De andere strekking hield echter voor dat het loon waarop geen gewone sociale zekerheidsbijdragen werden berekend, niet in de basis van het vakantiegeld moest worden opgenomen. Aangezien er op de werkgeversbijdragen aan een aanvullend pensioenstelsel geen «normale» sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn (d.i. 8,86% in plaats van 13,07% werknemersbijdragen en +/-35% werkgeversbijdragen), ging deze rechtspraak er dan ook van uit dat de werkgeversbijdra-
gen niet in de berekeningsbasis van het vakantiegeld dienden te worden opgenomen. > Kentering in 2 0 02 In zijn arrest van 4 februari 20 02 besliste het Hof van Cassatie dat het algemeen loonbegrip moest worden gehanteerd. Hiermee werd de eerste tendens in de rechtspraak bevestigd. Dit hield in dat elk voordeel in geld of in geld waardeerbaar, toegekend door de werkgever als tegenprestatie voor de in het kader van de arbeidsovereenkomst verrichte arbeid, in de berekeningsbasis van het vakantiegeld moet worden opgenomen. Het Hof van Cassatie hield dus geen rekening met het RSZ-bijdrageplichtig loon, maar wel met het algemeen arbeidsrechtelijk principe van loon. Bijgevolg dienen ook de werkgeversbijdragen in een aanvullend pensioenplan in de berekeningsbasis van het vakantiegeld te worden opgenomen. Deze beslissing van het Hof van Cassatie heef t heel wat reacties teweeggebracht. Dit had immers tot gevolg dat niet alleen de werkgeversbijdragen in een aanvullend pensioenplan in de berekening van het vakantiegeld dienden te worden opgenomen, maar ook alle andere voordelen ver wor ven in het kader
ersbijdragen worden opgenomen ?
van de arbeidsovereenkomst, zoals maaltijdcheques, f irmawagen, GSM, enz.. > De wetgever reageer t Daarop heef t de wetgever twee koninklijke besluiten genomen, die in tegengestelde zin gaan van wat door het Hof van Cassatie werd geoordeeld. In het eerste koninklijk besluit, dat dateer t van 18 februari 2003, wordt duidelijk gesteld dat het deel van de bezoldiging waarop geen sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn, niet in aanmerking moet worden genomen voor het berekenen van het vakantiegeld. Het tweede koninklijk besluit van 27 april 2004 zegt dat de stor tingen die
werkgevers verrichten om aan hun personeelsleden of aan hun rechthebbenden buitenwettelijke voordelen inzake ouderdom of vroegtijdig overlijden toe te kennen, m.a.w. de patronale bijdragen in de groepsverzekering of in een pensioenfonds, in het kader van de sociale zekerheidswetgeving geen deel uitmaken van het loonbegrip dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de gewone sociale zekerheidsbijdragen. Wanneer beide koninklijke besluiten samen worden toegepast, blijk t dat de werkgever, sinds 1 januari 2004, geen rekening moet houden met de werkgeversbijdragen bij de berekening van het vakantiegeld, aangezien deze bijdragen niet onder worpen zijn aan de betaling van gewone sociale zekerheidsbijdragen. ■
In een arrest van 26 september 2005 geef t het Hof van Cassatie een nieuw invalspunt op de reglementering betref fende het vakantiegeld. Het Hof is in de eerste plaats van mening dat het koninklijk besluit van 18 februari 2003 een verklarend karak ter heef t. Ter herinnering, dit KB voor ziet dat de voordelen die niet onder worpen zijn aan de normale sociale zekerheidsbijdragen niet in de berekeningsbasis van het vakantiegeld komen. Het Hof van Cassatie geef t ook aan wat de bezoldiging is die in aanmerking moet worden genomen bij de berekening van het vakantiegeld : het gaat om de bezoldiging in de zin van de wet op de arbeidsovereenkomsten, dat wil zeggen de compensatie voor het werk dat werd verricht in uit voering van het arbeidscontract, tenzij dit voordeel niet in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen.
DURA LEX S E D L E X
SOCIALE ACTIVITEIT
Bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever de pensioeninstelling tijdig inlichten. Het volstaat hierbij niet dat enkel de verzekeringsmakelaar wordt ingelicht .
Bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst dient de werkgever een aantal formele verplichtingen na te komen. Zo dient hij rekening te houden met de wijze waarop de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Hierbij moet hij de nodige formaliteiten ver vullen, rekening houdend met het feit of de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd middels het presteren van een opzeggingstermijn of deze onmiddellijk wordt verbroken, middels het betalen van een ver vangende opzeggingsvergoeding. In de eerste hypothese dient de werkgever het ontslag te betekenen hetzij per aangetekende brief, die ten
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pages 4 30 & 5& 31 pagina’s
laatste de derde werkdag vóór het einde van de maand moet worden verstuurd, hetzij per gerechtsdeurwaardersexploot, dat nog tot op de laatste werkdag van de maand kan worden betekend, teneinde de opzeggingstermijn op de eerste van de volgende maand te laten ingaan. In de tweede hypothese, waarbij de arbeidsovereenkomst onmiddellijk wordt verbroken en de werknemer een ver vangende opzeggingsvergoeding zal ontvangen, dienen geen specifieke formaliteiten te worden ver vuld. Het is echter wel aangeraden dit ontslag per aangetekende brief te bevestigen, teneinde over
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst : een praktijkgeval een schrif telijk bewijs te beschikken. Indien de werknemer een beschermd statuut geniet (bijvoorbeeld als lid van de ondernemingsraad of van het CPBW ), dienen specifieke procedures te worden gevolgd teneinde tot ontslag te kunnen overgaan. Wanneer de arbeidsovereenkomst ef fectief ten einde komt (hetzij na afloop van de opzeggingstermijn, hetzij de dag van de onmiddellijke verbreking van de arbeidsovereenkomst), is de werkgever verplicht een aantal sociale documenten aan de werknemer te overhandigen, zoals het getuigschrif t van tewerkstelling, de vakantieattesten en het C4-formulier. > Werkgever verplicht pensioeninstelling in te lichten Een belangrijk punt dat bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst vaak over het hoofd wordt gezien, is dat de werkgever verplicht is de pensioeninstelling hier van schrif telijk in kennis te stellen. Bovendien moet deze schrif telijke kennisgeving gebeuren binnen de 30 dagen na de ef fectieve stopzetting van de arbeidsovereenkomst. Deze verplichting bestond reeds in het kader van de wet Colla van 6 april 1995, en werd nu opnieuw bevestigd door de Wet op de Aanvullende Pensioenen van 28 april 2003. De pensioeninstelling beschik t ver volgens ook over een termijn van 30 dagen om het overzicht van de ver wor ven prestaties en reser ves aan de werkgever mee te delen. Zij
dient ook te vermelden over welke keuzemogelijkheden de werknemer beschik t met betrekking tot deze prestaties en reser ves, en in welke mate de overlijdensdekking al dan niet wordt behouden. Na ontvangst van deze informatie dient de vroegere werknemer binnen de 30 dagen zijn keuze met betrekking tot de bestemming van de ver wor ven reser ves over te maken, waarna de pensioeninstelling die keuze binnen een bepaalde termijn dient uit te voeren. > Welke sancties kunnen worden opgelegd ? Indien de werkgever bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst de informatietermijn van 30 dagen overschrijdt, zullen de in de WAP voorziene strafsancties (gevangenisstraf en geldboete) van toepassing zijn. In de prak tijk worden dergelijke strafsancties zelden of nooit toegepast. Een werknemer zou echter wel een schadevergoeding kunnen eisen van zijn werkgever wegens het niet-nakomen van zijn verplichtingen. > Werknemer spant proces aan tegen werkgever Onlangs heef t een werknemer een proces aangespannen voor de Arbeidsrechtbank van Brussel, nadat hij door zijn werkgever was ontslagen. Naast een aantal vergoedingen eiste hij ook een schadevergoeding wegens het niet en/of het niet tijdig
inlichten van de pensioeninstelling. Zo toonde hij aan dat zijn vroegere werkgever slechts twee maanden na zijn ontslag de verzekeringsmakelaar van deze beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de hoogte had gebracht. In zijn tussenvonnis van 30 november 2004 heef t de rechter niet enkel geoordeeld dat de termijn van 30 dagen die de WAP voorschrijf t, werd overschreden, maar ook dat een schrijven aan de verzekeringsmakelaar niet aantoont dat de werkgever de pensioeninstelling zou hebben ingelicht. Volgens de rechter moet de werkgever de pensioeninstelling rechtstreeks inlichten en moet hij hier van ook het bewijs kunnen leveren. De Arbeidsrechtbank houdt momenteel haar beslissing nog in beraad, meer bepaald over het feit of al dan niet schadevergoeding moet worden toegekend. Als besluit kan worden gesteld dat de werkgever, bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, een aantal verplichtingen dient na te leven, zijnde het inlichten van de pensioeninstelling binnen een termijn van 30 dagen na deze beëindiging en de afgif te van de sociale documenten die ermee gepaard gaan. Bovendien is het belangrijk dat deze kennisgeving schrif telijk gebeur t en rechtstreeks aan de pensioeninstelling wordt gericht. Zoniet loopt de werkgever het risico bijkomende schadevergoeding aan de betrokken werknemer te moeten betalen. ■
EEN PLAN VAN A TOT Z
Nieuwe look voor de pensioenfiche Onder de verschillende domeinen waarin de Wet op de Aanvullende Pensioenen geïnvesteerd heef t , neemt de communicatie naar de aangeslotenen toch wel een belangrijke plaats in. Bewijs daar van is de pensioenfiche die voor taan moet beant woorden aan een bepaald aantal wet telijke bepalingen. For tis Employee Benefits heef t van de gelegenheid gebruik gemaak t om de duidelijkheid en de leesbaarheid er van te verbeteren. In dit ar tikel ontdek t u wat de voornaamste wijzigingen zijn die deze wet telijke noties verenigen met de meer vertrouwde elementen die de aangeslotenen gewoonlijk terugvinden over hun persoonlijke situatie. Voor meer uitleg kan u ook eens gaan kijken naar het lexicon op w w w.Ser viSite.For tisEmployeeBenefits.be, rubriek Nuttige info. Onder de nieuwe wet telijke bepalingen merken we onder andere op dat de pensioeninstellingen elk jaar een pensioenfiche aan de aangeslotenen moeten bezorgen. De ver worven reser ves en prestaties moeten op de juiste plaats staan, evenals de variabele elementen die bij de berekening in aanmerking komen (bijvoorbeeld referentiebezoldiging). Wat de ondernemingen betref t waar meerdere pensioenreglementen
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 32 & 33
bestaan, zal een pensioenfiche per reglement worden uitgegeven. For tis Employee Benefits stuur t op dit ogenblik een informatiebrief naar haar klanten. Deze mailing omvat een typevoorbeeld van de pensioenfiche (eveneens beschikbaar op onze site) dat het mogelijk zal maken, zoals de nieuwe reglementering voorziet, de sociale par tners te informeren. De nieuwe fiche zelf zal beschikbaar zijn in de eerstkomende maanden.
EEN PLAN VAN A TOT Z De nieuwe pensioenfiche 1 van For tis Employee Benefits best aat uit t wee delen :
1>
Het eerste deel, in de vorm van een samenvatting, maakt het mogelijk om in één oogopslag de situatie van de aangeslotene te kennen. De samenvat ting geef t de sleutelelementen met betrekking tot de pensioentoezegging van de aangeslotene (premies, kapitalen leven en overlijden, reser ves).
Voor alle duidelijkheid vermeldt For tis Employee Benefits het premiebedrag, evenals de referentiebezoldiging.
Deze gegevens komen in aanmerking in het pensioenplan van de aangeslotene.
2>
De aangeslotenen die meer informatie wensen, gaan naar het tweede deel van het document. De fiche geeft de persoonlijke gegevens van de aangeslotene en de gegevens die dienen als basis voor de berekeningen.
Tot een bepaald salarisniveau wordt een bepaald premiepercentage betaald voor de groepsver zekering. Daarboven wordt een ander percentage toegepast. De exacte formule om de premie of het kapitaal te berekenen staat vermeld in het pensioenreglement.
Het referentieplafond wordt berekend volgens de formule gekozen door de werkgever om de jaarlijkse bezoldiging te berekenen.
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 34 & 35
Aangezien elk plan specif iek is, kan de presentatie van de pensioenf iches verschillen van de t ype-exemplaren in dit ar tikel.
1
3>
Vervolgens vindt u op de fiche de gedetailleerde bedragen van de verworven prestaties, waarbij het deel werkgever en het deel aangeslotene opgesplitst is. Het gaat om het brutobedrag dat de aangeslotene zal ontvangen op de einddatum indien hij, op de vermelde datum, zijn werkgever verlaat en hierdoor de premiebetaling wordt stopgezet. Bij leven op 65 jaar ont vangt de aangeslotene dit brutobedrag.
Vanaf de leef tijd van 45 jaar informeer t For tis Employee Benefits de aangeslotene over het brutobedrag van de jaarrente die overeenstemt met het brutokapitaal.
Op de pensioenfiche moeten de verworven reserves vermeld staan. Deze ver tegenwoordigen het bedrag waarop de aangeslotene op een gegeven moment recht heef t De pensioenfiche vermeldt eveneens dit bedrag op de situatiedatum van het jaar er voor, om de evolutie te kunnen zien.
Op deze plaats staan vermeld de lopende ver wor ven reser ves en die van het jaar er voor.
Het betref t het minimumrendement dat de werkgever moet waarborgen in toepassing van de bepalingen voorzien in de WAP.
Indien de aangeslotene overlijdt voor de leeftijd van 65 jaar, ontvangt zijn begunstigde het vermelde kapitaal.
> De nieuwe pensioenfiche van For tis Employee Benefits kader t in het st reven naar een beter begrip van dit document door de aangeslotenen. Deze grondige her werking, alsook van het lexicon op onze website, zou het aant al vragen om meer informatie of meer uitleg in de toekomst moeten beperken. ■
Het betref t het aanvullend kapitaal toegekend als winstdeelname, indien de aangeslotene overlijdt in de loop van het jaar.
EEN PLAN VAN A TOT Z
Geen versoepeling Sinds haar publicatie is de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (de fameuze antiwitwaswet) voortdurend blijven evolueren. Eén van de bewijzen daarvan is de aanpassing in januari 2004, met als voornaamste gevolg de verzwaring van de identificatievoorwaarden voor rechtspersonen. In dit bondig artikel zullen wij de stand van zaken opmaken over de huidige situatie met betrekking tot de identificatieverplichtingen die zowel de verzekeraars als de werkgevers ten deel vallen... in afwachting van de nieuwe Europese richtlijn die eind 2007 van toepassing zou moeten zijn in alle Lidstaten. Het wettelijk kader legt een identificatieplicht op aan rechtspersonen en natuurlijke personen, dit zowel op het ogenblik van het afsluiten van het contract als bij de veref fening. De verzekeringsmaatschappijen worden eveneens verzocht, tijdens de volledige duur van een verzekeringscontract, elke vreemde transactie op te sporen. > Controle bij de afsluiting ... Om de controle bij de afsluiting van
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 36 & 37
een groepsverzekeringsreglement uit te oefenen, voorzagen de vroegere bepalingen, voor de rechtspersonen, in het fotokopiëren van de pagina’s uit het Staatsblad met betrekking tot de statuten, evenals van ieder of ficieel document waarop de namen, voornamen en adressen vermeld stonden van de personen die de
van de antiwitwaswetgeving belangrijke wijziging van het reglement en dus op het ogenblik van het afsluiten van een nieuw reglement. We hebben het hier natuurlijk niet over een wijziging waar voor een gewoon bijvoegsel wordt uitgegeven zoals een wijziging van de loonsbepaling, het percentage van de arbeidstijd, premiefractionering of een adreswijziging, maar wel over een wijziging bijvoorbeeld van de financiering van een back ser vice via een eenmalige premie. Voor natuurlijke personen is de identificatie van de verzekeringnemer verplicht, zoals voorheen in geval van een nieuw reglement, indien de eenmalige premie hoger is dan 2.500 euro en de periodieke jaarpremie hoger dan 1.000 euro.
eventuele opzoekingen en ver volgingen. Tot voor kor t kon men met de klassieke “papieren” identiteitskaar t over die informatie beschikken. Dat zal echter niet meer het geval zijn met de elektronische identiteitskaar t, waarover binnenkor t elke Belg zal beschikken. In de realiteit is het zo dat het adres niet onmiddellijk leesbaar is op de kaar t ; door middel van een elektronische kaar tlezer kan het toch worden gelezen. For tis Employee Benefits beschouwt een copie van een “of ficieel document” met vermelding van het adres als voldoende bewijs. Volgende documenten worden aanvaard als “officiële documenten” : een attest 1 van woonst afgeleverd door het gemeentebestuur, een kopie van het inschrijvingsbewijs van het eigen voer tuig, een kopie van ieder aanslagbiljet (bijvoorbeeld de belastingaangif te, onroerende voorhef fing...) of een kleefbriefje van het ziekenfonds. ■
> ... en bij de uittreding Op het ogenblik van de veref fening moet de verzekeringsinstelling altijd de gegevens vragen met betrekking tot het adres van de begunstigde. Dit kan door middel van een fotokopie van de identiteitskaar t of de inschrijving in het vreemdelingenregister. bevoegdheid hadden verbintenissen aan te gaan voor de vennootschap. Voor taan legt de nieuwe wet aan de verzekeraar op een bijkomend document te vragen aan de werkgever waarop de namen van de bestuurders vermeld staan. Andere nieuwigheid, er moet ook een controle gebeuren in geval van een
> Het adres, een essentieel gegeven De wet legt aan de verzekeringsmaatschappijen op het adres te vragen. In de strijd tegen witwaspraktijken blijkt het adres immers een uiterst belangrijk gegeven, omdat het een reëel uitgangspunt is voor
1 At test dat dient als adresbewijs zoals afgeleverd door het gemeentebestuur samen of na de af levering van de elek tronische kaar t.
F L E X I B L E SOLUTIONS
Een nieuwe « all in one » service
Fortis Ascento : uw toekomstperspectief... De overgang van de beroepsactiviteit naar het pensioen of het brugpensioen verloopt niet altijd even gemakkelijk. Hoe kunnen we de medewerkers helpen bij de voorbereiding van hun pensioen en tegelijkertijd de werkgever ontlasten van een zware bekommernis ? Het is precies deze bekommernis die ons ertoe aangezet heeft de dienst “eindeloopbaan” te ontwikkelen. Om er wat meer over te weten te komen, hadden wij een ontmoeting met enkele van de spilfiguren rond deze nieuwe service van Fortis Employee Benefits.
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 38 & 39
voor de aangeslotenen die met pensioen gaan
> Waarom hebt u de dienst « eindeloopbaan » uitgebreid ? Frédéric Melle : Deze dienst is een ant woord op een reeks vragen vanwege onze klanten-werkgevers en hun personeelsleden. De werkgevers vroegen ons begeleidingsvoorstellen te formuleren voor hun werknemers die met pensioen gaan. De personeelsleden, die vóór hun nakend pensioen stonden, vroegen ons om advies en oplossingen die aansluiten bij hun groepsver zekering. Wij hebben deze vragen dus verder uitgespit met een enquête bij de werkgevers en hun werknemers die aan het einde van hun loopbaan stonden. Uit de enquête bleek dat er inderdaad een reële behoef te bestaat. > Wat biedt deze « eindeloop baan » dienst concreet ? Frédéric Melle : Onze doelstelling bestaat erin een suppor t te bieden, een volledige begeleidingsser vice bij pensionering of brugpensio-
nering van de werknemer. Deze ser vice maak t integrerend deel uit van zijn pensioenplan. Wat belangrijk is voor de aangeslotene, die de uiteindelijke begunstigde is van een groepsver zekering, is dat hij een aanspreekpunt heef t dat kan antwoorden op de vele vragen die hij zich stelt op dit belangrijke moment in zijn leven. In het bijzonder vragen over de veref fening van zijn groepsver zekering : welk bedrag zal ik ontvangen en wanneer ? Welk fiscaal stelsel is van toepassing op mijn kapitaal en op mijn wettelijk pensioen ? Welke beleggingen zijn er op de mark t beschikbaar ? Hoe zit het met de successierechten ? Ben ik dan nog ver zekerd in gezondheidszorg ? Kan For tis Employee Benefits mij een belegging bieden die aansluit bij mijn groepsver zekering, met de optie van een ver vangingsinkomen ?
Frédéric Melle, Verantwoordelijke Marketing & Product Affiliates.
> Houdt deze dienst rekening met de Wet op de Aanvullende Pensioenen ? Frédéric Melle : De strekking van de wet gaat in de zin van een meer volledige communicatie naar de aangeslotene. De WAP preciseert eveneens dat de aangeslotenen kunnen kiezen tussen een vereffening van hun prestaties in de vorm van een kapitaal of een rente. Indien de aangeslotene een omzetting in rente vraagt, moet de werkgever hem dit kunnen bieden volgens heel precieze actualiseringsregels, wat zijn verantwoordelijkheid nog vergroot. In die context biedt Fortis Employee Benefits een facultatieve, gestructureerde support aan de werkgever, wat hem de mogelijkheid biedt zich van zijn wettelijke verplichtingen te ontdoen door ze naar zijn pensioenpartner over te hevelen.
F L E X I B L E SOLUTIONS
> U hebt een enquête gehouden over de eindeloopbanen... Sven Desmy tter : Het is uiterst belangrijk de gevoelens van de mensen goed te begrijpen indien men een adequaat antwoord wil geven op de ver wachtingen van eenieder. Is de DHR tevreden over onze ser vice en over de service aan zijn werknemers ? Geniet hij de nodige support ? Hoe staan de aangeslotenen tegenover hun nakend pensioen ? Kunnen zij beschikken over de nodige informatie ? Via welke kanalen ? De personen die met pensioen zijn gegaan, hoe hebben zij deze stap er varen op psychologisch, administratief en financieel vlak ? Onze prioriteit bestaat erin onszelf nog dichter te plaatsen bij de verschillende betrokken spelers, dwz de werkgevers en de werknemers.
Sven Desmytter, Account Manager.
> Wat zijn de meest opvallende conclusies voor de werknemers ? Sven Desmytter : Bij de personen wiens loopbaaneinde in zicht is, merken we een sterke tegenstrijdigheid in de gevoelens die zij ervaren. Enerzijds is er een gevoel van vrijheid, anderzijds een zekere vrees voor de toekomst, die te maken heeft met gezondheid, isolement en financiële problemen. Er duiken verschillende profielen op, al naargelang de omvang van het patrimonium en de manier van leven. In ieder geval merken we dat de kennis van de financiële markt eerder beperkt is. Het is uiterst moeilijk om duidelijkheid te zien in de hoeveelheid en de complexiteit van de voorgestelde oplossingen. Er is een reële
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 40 & 41
behoefte aan support om de beste keuzes te kunnen maken, want de toekomstig gepensioneerden ondervinden moeilijkheden om klaar te zien in de administratieve molen. De meesten hopen op informatie van hun werkgever en hun verzekeraar, aangezien deze het pensioenplan organiseert. > En voor de DHR ? Sven Desmytter : Het einde van de loopbaan van een werknemer betekent het opstarten van een hele procedure : administratieve opvolging en acties die het mogelijk maken om de arbeidsovereenkomst af te sluiten. De enquête leert ons dat er heel weinig ruimte is voor een individuele of meer creatieve aanpak. Welnu, op het ogenblik dat een werknemer zich voorbereidt om één van de belangrijkste bladzijden uit zijn leven om te slaan, heeft hij behoefte aan hulp, aan praktische informatie, aan advies. De werkgever kan niet altijd beantwoorden aan deze behoefte. En net hier kan onze dienst “eindeloopbaan” een ware, toegevoegde waarde bieden voor de werkgever. Volgens de ondervraagde DHR past deze dienst perfect in het kader van de groepsverzekering, vooral sinds de nieuwe wettelijke verplichtingen opgelegd door de WAP. Eén van de voorwaarden is dat deze service het HR-beheer van de werkgever niet extra belast, noch zijn kosten doet stijgen. > Hoe is de dienst « eindeloopbaan » in de praktijk georganiseerd ? Sven Desmy tter : Zodra de werkgever ons meldt dat één van zijn aan-
geslotenen met pensioen gaat, wordt de dienst « eindeloopbaan » georganiseerd. Hoe vroeger de werkgever ons op de hoogte brengt, hoe beter de aangeslotene zich kan voorbereiden, dat spreekt voor zich. Dank zij deze eindeloopbaandienst, die deel uitmaakt van de groepsverzekering, kan de aangeslotene immers individueel begeleid worden. Wij helpen hem zich de juiste vragen te stellen met betrekking tot zijn toekomst en die van zijn gezin, zowel in termen van ver vangingsinkomen als voorzorgsdekking...
Bovendien kunnen wij, indien de werkgever dit wenst, informatiesessies voor de aangeslotenen organiseren. We behandelen de onder werpen die hen het meeste aanbelangen, zoals de fiscaliteit van hun groepsverzekering, wat er zal gebeuren met hun hospitalisatieverzekering, de mogelijke beleggingen of nog, de successierechten.
> Hoe staan de aangeslotenen tegenover deze eindeloopbaandienst ?
verbinden de aangeslotene tot niets. Indien hij evenwel beslist om met ons verder te gaan voor de investering van zijn kapitaal dan is er het productengamma Fortis Ascento, dat bestaat uit twee grote delen. Met Fortis Ascento Life kan de aangeslotene een lijfrente genieten : dit is een vast inkomen tot het overlijden, waarbij wordt afstand gedaan van het kapitaal. Met Fortis Ascento Free beschikt de aangeslotene over een reeks beleggingen en over ruimere opties. De aangeslotene heeft de keuze uit verschillende types van fondsen met of zonder gewaarborgde rentevoet, en is vrij zijn vermogen te spreiden in meerdere fondsen. Hij kan ook altijd beslissen er een financiële rente aan te koppelen, volgens de periodiciteit en het bedrag dat hij wenst. Concrete simulaties helpen hem keuzes te maken, zodat deze geldig blijven in de toekomst.
Ann Delcourt : Zij stellen het op prijs dat ze gepersonaliseerde uitleg krijgen die gebaseerd is op cijfers die betrekking hebben op hun eigen groepsverzekeringskapitaal. Bovendien kunnen wij de aangeslotene persoonlijk ontmoeten, wat de dialoog en het nemen van een beslissing met de echtgenoot of de partner, vergemakkelijkt. Op die manier kunnen ze reageren op de keuzes die we hen voorstellen, zoals bijvoorbeeld, de formule in de vorm van een kapitaal of in de vorm van een rente. En wij geven hen altijd de tijd om alle informatie te verwerken en zij kunnen ons altijd contacteren voor meer precieze vragen. > En hoe kan de aangeslotene uw raad vaste vorm geven ? Ann Delcourt : Al de informatie die we geven en de offertes die we opmaken
Ann Delcourt, Employee Benefits Consultant.
> Eens de formule gekozen, ligt
alles dus definitief vast ? Ann Delcourt : De formule is heel soepel. Het kapitaal blijft op ieder moment beschikbaar om het hoofd te kunnen bieden aan een zware tegenslag of een onvoorziene gebeurtenis. Indien de aangeslotene de verdeling van zijn portefeuille wil wijzigen in de loop van het contract, dan is het altijd mogelijk om over te schakelen op een belegging met gewaarborgde rentevoet naar een investering in beleggingsfondsen en omgekeerd. Indien hij geen financiële rente heeft gekozen bij de onderschrijving, kan hij vragen er een aan toe te voegen in de loop van het contract ; hij kan ook vragen ze te schrappen of aan te passen. En natuurlijk is het mogelijk zijn contracten online te raadplegen dankzij het private en volledig beveiligde deel van onze website. De twee getuigenissen op de pagina hierna zijn situaties die vaak voorkomen :
F L E X I B L E SOLUTIONS
Pierre, 58 jaar, bruggepensioneerde
1
De soepelheid van Fortis Ascento FREE
> Beschikt over een groepsverzekeringskapitaal van 150.000 EUR dat hij gedurende 10 jaar intact wenst te houden en onder tussen wenst hij een maandelijks inkomen te ont vangen. > Hij beschik t ook over een kapitaal van 50.000 EUR dat over 4 jaar beschikbaar is. > Hij investeer t 150.000 EUR in Rainbow Ivor y tegen een basisrentevoet van 3,25% + 1% winstdeling = 4,25%. > Hij ont vangt een maandelijks inkomen van
2
> Twee jaar later doet Pierre zijn vrouw een cruise cadeau. Hij neemt 11.500 EUR op.
3
> Hij blijf t een maandelijks inkomen van 520 EUR ont vangen. > Zijn kapitaal na 10 jaar bedraagt 134.060 EUR .
520 EUR .
> Na 4 jaar investeer t Pierre zijn kapitaal van 50.000 EUR dat beschikbaar is geworden. > Hij blijf t een maandelijks inkomen van 520 EUR ont vangen. > Zijn kapitaal na 10 jaar bedraagt 196.961 EUR.
De oplossing lijfrente Fortis Ascento LIFE Paul, 60 jaar, alleenstaande en zonder kinderen
1 U kan ons bereiken : > Tel. NL : 02 220 84 0 0 > Tel. FR : 02 220 85 0 0 > Fa x : 02 220 76 10 >
[email protected] > www. Ascento. For tisEmployeeBenefits.be
R e f e r e n c e by FORTIS AG
pagina’s 42 & 43
2 3
> Eigenaar van zijn appar tement > Beschik t over een groepsverzekeringskapitaal van
100.000 EUR .
> Paul wenst een lijfrente te genieten.
> Hij ont vangt een maandelijkse brutorente van 494 EUR . > Bij zijn overlijden houdt de rente op te bestaan.
KO R T E N B O N D I G
Loskoppeling Een recent wetsontwerp met betrekking tot de controle van de pensoenfondsen (zie onderstaand kader) brengt bepaalde wijzigingen met zich mee voor de Wet op de Aanvullende Pensioenen, die niet zonder gevolgen zijn, meer bepaald voor de verzekeringsmaatschappijen en voor de werkgevers. Bewijs daarvan is de subtiele wijziging van de bepaling met betrekking tot het minimumrendement dat de werkgever moet waarborgen in het kader van zijn pensioentoezeggingen met vaste bijdragen. Deze intrestvoet zou immers niet meer kunnen bepaald worden met verwijzing naar de maximum intrestvoet die een verzekeraar mag bieden, zoals dat nu het geval is. Vertaalt deze operatie van ‘loskoppeling’ de wil van de wetgever om het verband teniet te doen tussen een ‘sociale’ wet als de WAP en een hoofdzakelijk technisch en voorzichtig koninklijk besluit ? Wetsontwerp over de pensioeninstellingen Dit wetsontwerp heeft tot doel de Europese richtlijn betreffende de activiteiten en het toezicht op de professionele pensioeninstellingen (pensioenfondsen) in Belgisch recht om te zetten. Het beoogt hen een globaal, coherent wettelijk kader te geven, om de concurrentie die het gevolg is van het openstellen van de grenzen, in de beste omstandigheden het hoofd te bieden. Aangeslotenen en begunstigden van aanvullende pensioenprestaties zouden eveneens moeten weten dat hun waarborgen aanzienlijk sterker zijn.
Grotere mobiliteit op de Europese arbeidsmarkt Een nieuw voorstel voor een Europese richtlijn zal het voor werknemers vanaf 1 juli 2008 mogelijk maken hun rechten
Employee Benefits actualiteiten te behouden wanneer zij van werkgever veranderen in eigen land of binnen de Europese unie. De werknemers die van werk veranderen, zouden hun verworven rechten moeten kunnen overdragen naar het aanvullend pensioenstelsel van hun nieuwe werkgever. Dit voorstel betekent een grote stap vooruit voor heel wat Europese landen die dergelijke voordelen niet genoten. Ook al bestaat de overdraagbaarheid van bovenwettelijke pensioenen in België reeds sinds de wet Colla van 1995, er zouden echter een aantal wijzigingen kunnen overwogen worden.
Takken 21, 23 : taks van 1,1% ? Volgens de federale beleidsverklaring van de Belgische regering is de nieuwe taks van 1,1% slechts van toepassing op de individuele levensverzekeringen en heeft ze slechts gevolgen op de premies gestort vanaf 1 januari 2006. Het betreft enkel de individuele contracten, met uitsluiting van de groepsverzekeringscontracten. Daarentegen vallen ook de aanvullende contracten afgesloten door de aangeslotenen in het kader van een groepsverzekering, onder het toepassingsgebied van die taks. Het pensioensparen, het VAPZ en de lijfrenten aangelegd tegen storting met afstand van het kapitaal, opgebouwd door middel van premies gestort in het kader van een groepsverzekering, zouden eveneens vrijgesteld zijn.
16,5% > 10% De belasting van de aanvullende pensioenkapitalen gestor t in het kader van de tweede pijler aan een werknemer die zijn activiteiten voor tzet tot de wettelijke pensioenleef tijd, wordt teruggebracht van 16,5% op 10%, voor wat betref t het kapitaal opgebouwd met de werkgeversbijdragen.
Reference E M P LOY E E
B E N E F I T S
M AG A Z I N E
Hoofdredactrice Leen Steppe Eindredactie Alexandre Homez Redactiecomité Cindy Canoot Heidi Delobelle Benoî t Halbar t Eliane Van den S tock Emmanuelle Van Maele Valérie Van Zeveren Fotografes Dany Denamur Arlet te Derudder Grafiste Nathalie Collard Illustrator Thierr y De Bruyne Ver t alers Anne - Marie L afullarde Henny D’ Herde Phillipe S mets Marc Van Boxelaer Pre - press Alain Hardy D rukkerij Michel Jaumoulle Verant woord elijke uitg ever Jean - Michel Kupper Emile Jacqmainlaan 5 3 10 0 0 Brussel L ezersrubriek
[email protected] Tel. 02 2 2 0 8 4 11 For tis Employee Benefits heef t de grootste zorg besteed aan de inhoud van de informatie en de gegevens gepubliceerd in het tijdschrif t Reference. Zij geef t echter geen enkele expliciete of impliciete garantie wat betref t de volledigheid, nauwkeurigheid en actualiteit van die gegevens en wijst elke verantwoordelijkheid af voor de vergissingen of weglatingen die zich in dit tijdschrif t zouden bevinden. For tis Employee Benefits wijst eveneens elke verantwoordelijkheid af met betrekking tot de opinies en aanbevelingen die erin worden gegeven. Deze kunnen in geen geval de specifieke raad en advies ver vangen die, op aanvraag, kan bekomen worden bij For tis Employee Benefits.
L ezersrubriek A a r ze l ni et o m o ns de o nde r we r pe n ove r te ma ke n di e u gra ag in dit tijdsc hr i f t had b e ha nd e ld gezie n. U ka n di t o p vo lg e nd adre s : refe re nc e mag a zine @ for tise b.be. U ka n o ns eve ne e ns c o ntacte re n op het numme r 02 220 8 4 11. G e e n e nke l a r tike l uit dit tijdschr i f t mag g e d e e l te lijk of volle dig worde n ove rg e no me n, zo nde r de schr i f te lijke to e lating va n d e re dactie.
Fortis Employee Benefits Emile Jacqmainlaan 53 B-1000 Brussel Tel. 02 220 93 99 Fax 02 220 84 44 http://www.fortisag.be
Fortis Employee Benefits is part of Fortis AG n.v., E. Jacqmainlaan 53, B-1000 Brussel RPR 0404.494.849 - BTW : BE 404.494.849 Onderneming toegelaten onder het codenr. 0079 Bank : 140 1200445 40 IBAN : BE02 1401 2004 4540 BIC : GEBABEBB