Reddingsplan Nederlandse Rugby Bond 2015 Inhoud
Pagina
1.
Inleiding
2
2.
Achtergrond negatief eigen vermogen
4
3.
Prognose 2014
6
4.
Kernactiviteiten 2015
7
5.
Organisatorische aanpassingen
9
6.
Budget 2015
10
7.
Cashflow 2015
11
8.
Financieel Herstelplan
11
9.
Waarom geen faillissement
13
10.
Planning 2015 – 2017
14
11.
Samenvatting
14
Bijlagen 1. 2. 3. 4.
Prognose 2014 Balans 31.12.2014 Budget en cashflow 2015, 2016 en 2017 Balans ultimo 2015, 2016 en 2017
Bestuur NRB Amsterdam, 10 december 2014 1
1.Inleiding De Nederlandse Rugby Bond (NRB) is de laatste jaren sterk in aantal leden gegroeid. Met name het aantal jeugdleden en jeugdteams is, in tegenstelling tot andere teamsporten in Nederland, sterk gestegen. Het succes van de Dames VII en hun NOC*NSF-status, alsmede de goede internationale resultaten van de Heren XV en Dames XV en de jeugdselecties in de afgelopen jaren, hebben hieraan zeker bijgedragen. Feitelijk maakt de NRB dus wat betreft groei en internationale prestaties één van de beste periodes in haar 82 jarig bestaan door. Maar helaas kent deze succesvolle groei van het rugby in Nederland ook een grote financiële keerzijde! Met de sterke groei in de breedtesport is veel geïnvesteerd in opleiding en begeleiding van de clubs, spelers, trainers, coaches en scheidsrechters. De internationale prestaties en ambities van de Dames-, Heren- en jeugdselecties hebben geleid tot een sterke toename van de kosten voor training, begeleiding en reizen/vervoer. Tegelijkertijd is een aantal ambitieuze toernooien, zoals de World Series, georganiseerd zonder dat daarvoor een sluitende begroting aanwezig was. Dit alles heeft de laatste jaren geresulteerd in een (onverantwoord) sterke kostenstijging van de NRB, zonder dat daar dekkende inkomsten tegenover stonden. De afgelopen jaren blijkt er door het NRB bestuur en het Bondsbureau geen adequate aansturing van en controle op de afdelingsbudgetten, de kosten van selecties, toernooien, projecten, salarissen, representatie en andere verplichtingen te zijn geweest. Dit heeft in de laatste jaren tot grote oplopende verliezen geleid, die inmiddels resulteren in een negatief eigen vermogen van de NRB van € 927.000 per ultimo 2014. (hoofdstuk 3) De interne financiële administratie en verslaglegging blijken de afgelopen jaren niet adequaat te zijn geweest. Geconcludeerd moet worden dat de in de ALV gepresenteerde resultaten vaak niet betrouwbaar waren. In de ALV van 1 november jl. is besloten per direct een nieuwe interim voorzitter en vervolgens een interim penningmeester aan te stellen met de opdracht om, samen met de nog zittende bestuursleden, de financiële positie van de NRB in kaart te brengen en een reddingsplan op te stellen. In dit rapport vindt u een overzicht – op hoofdlijnen – van de huidige financiële status van de NRB, het budget voor 2015, de planning 20162017, de cashflow 2015, de noodzakelijke organisatorische aanpassingen, de activiteiten in 2015, het voorstel voor herstel van het negatief eigen vermogen en financiering cashflow 2015.
2
Voor 2015 is een budget opgesteld dat resulteert in een operationele winst van € 64.594,- inclusief de kosten van een reorganisatie. Geschoond voor deze eenmalige kosten is de winst € 106.707. (hoofdstuk 6) Om aan de structurele vermogenseisen van NOC*NSF en World Rugby (voorheen “IRB”) te voldoen, moet de NRB een lange termijn positief eigen vermogen hebben. Voor de komende jaren wordt dan ook gestreefd naar een positief resultaat boven 10% van de omzet dat de basis moet vormen voor een gezonde financiële en daardoor ook sportieve toekomst van de NRB en haar leden. Het gecumuleerde verlies (negatief eigen vermogen) is gefinancierd door grote en kleine schuldeisers en oneigenlijk gebruik van gelden van de Provincie Noord Holland voor de nieuwbouw. Veel crediteuren accepteren geen verder uitstel van betaling. De totale financiering hiervoor zal praktisch gelijk zijn aan het negatieve eigen vermogen van € 927.000. De vaste inkomstenstromen van de NRB in de maanden januari t/m juli 2015 zijn per definitie zeer gering. Door de vaste en niet te vermijden kosten zal er in de eerste helft van 2015 een additionele cashflowbehoefte zijn van bijna € 300.000. Dit bedrag zal tot de zomer van 2015 moeten worden gefinancierd. Kortom: Op korte termijn zal in totaal een bedrag van rond de € 1.200.000 moeten worden gefinancierd om de continuïteit van de NRB veilig te stellen. Met een betalingsregeling voor de achterstallige huur aan het NRCA van ruim € 100.000 betekent het een beroep op de leden van de NRB van € 1.100.000. Daarin zit wat ons betreft de kern van dit reddingsplan. Een voorstel voor deze ‘redding heffing’ wordt in hoofdstuk 8 verder uitgewerkt. Zoals verderop is toegelicht in hoofdstuk 9, is een overweging tot faillissement van de NRB om een aantal dwingende redenen nadrukkelijk niet aan te bevelen. Om tot een positief resultaat in 2015 te komen zullen ingrijpende kostenmaatregelen moeten worden genomen in met name de bezetting van het Bondsbureau, de organisatie van de NRB en het Topsportbeleid. (hoofdstuk 4 en 5) Het is feitelijk een halve minuut voor 12! Daarom richten wij ons in dit rapport op de hoofdlijnen van de te nemen maatregelen tot redding van de NRB. Wij hebben ons in dit stadium niet verder willen verdiepen in alle details van de ontstane verliezen, maar geven wel een korte samenvatting van de belangrijkste oorzaken. (hoofdstuk 2) 3
De sportieve resultaten en de voortdurende groei van het Nederlandse Rugby zijn te mooi om door de huidige financiële malaise te laten verdampen. Wij moeten nu met alle leden van de NRB de ontstane financiële problemen onderkennen, aanpakken én oplossen en tegelijkertijd een solide NRB-organisatie neerzetten die de sportieve en financiële toekomst voor het Nederlandse rugby waarborgt. 2. Achtergrond negatief eigen vermogen NRB ultimo 2014 Vanaf 2010 boekt de NRB jaarlijks negatieve resultaten. Ondanks het kleine verlies in 2011 was er per ultimo 2011 nog een positief eigen vermogen van € 101.000. In 2012 werd een verlies geboekt van € 120.000 en in 2013 een verlies van € 307.000. Per saldo had de NRB per ultimo 2013 een negatief eigen vermogen van € 326.000. Volgens de huidige stand van zaken zal het verlies over 2014 € 598.000 bedragen. Per saldo bedraagt het negatief eigen vermogen van de NRB per 31 december 2014 € 927.000. De NRB heeft geen langlopende leningen of bankkredieten. Het negatief eigen vermogen is dan ook gefinancierd met direct opeisbare schulden van enkele grote en vele kleine crediteuren, waaronder ook leden van de Rugby Bond. Een toenemend aantal schuldeisers accepteert geen verder uitstel van betaling meer en er lopen inmiddels rechtszaken en incassoprocedures tegen de NRB. De continuïteit van de NRB staat hiermee direct ter discussie! Er heeft geen gedetailleerd onderzoek naar de oorzaak van de verliezen plaats gevonden. Een korte analyse geeft de volgende globale verklaring: -
De jaarlijkse inkomsten van de NRB bestaan uit contributie leden, teambijdrage clubs, bijdrage NOC*NSF en World Rugby en enkele kleine sponsoren.
-
Bovengenoemde inkomsten zijn primair bestemd voor de breedtesport.
-
Voor topsport, nationale selecties, toernooien en evenementen moeten apart inkomsten worden gegenereerd. Dit is in de laatste jaren lang niet altijd adequaat gebeurd. 4
-
De ambitieuze plannen van het bestuur in de afgelopen jaren en de slechte budgettering en controle van de uitgaven heeft tot grote financiële risico’s voor de NRB geleid.
-
Op de toernooien Dames Amsterdam 2012, EK Dames Ameland 2012, World series 2013 en 2014 zijn ondanks sponsoring grote verliezen geleden.
-
Het is moeilijk vast te stellen in hoeverre de kosten van het Dames VII programma in de afgelopen jaren van invloed zijn geweest op de resultaten van de NRB.
-
De groei van het aantal leden en de successen van de nationale selecties hebben geleid tot hoge kosten voor ondersteuning alsmede organisatie en reis- en verblijfkosten. Tegenover deze kosten stonden geen dekkende inkomsten. Budgetten werden slecht afgestemd, niet gecontroleerd en vaak overschreden.
-
Door ondersteuning van toernooien, opleidingen en selecties, maar ook door onvoldoende onderlinge samenwerking en aansturing zijn met de jaren de kosten van het Bondsbureau sterk gestegen. Het totale personeelsbestand van vast en tijdelijk personeel en ZZP’ers is in 2013 en 2014 fors toegenomen.
-
Administratief bestond niet of nauwelijks controle op budgetten. Operationele en financiële afspraken met derden werden niet goed vastgelegd en/of nagekomen. Kosten en ontvangen facturen werden onnauwkeurig en vaak pas later geboekt.
-
Bovenstaande heeft geleid tot onverantwoorde uitgaven en verhulde verliezen. De in een periode gerapporteerde resultaten bevatten vaak niet alle in die periode gemaakte kosten. Hiermee waren ook de gepresenteerde jaarresultaten niet volledig.
In de laatste weken zijn vele niet correct geboekte verplichtingen en afspraken, niet geadministreerde facturen, creditnota’s en ten onrecht geboekte nog te ontvangen bedragen, gecorrigeerd. Per saldo leidt dit tot een aanzienlijk verlies over 2014 en een groot negatief eigen vermogen per 31 december 2014.
5
3. Prognose 2014 Bij de prognose is uitgegaan van de cijfers van november 2014. Na een grondige controle van de boekhouding is een groot aantal correcties doorgevoerd, waarmee de voorliggende cijfers een zo actueel mogelijk beeld van de huidige situatie geven. Helemaal afgesloten is deze boekhoudkundige controle nog niet. Er moeten nog reconciliaties van de omzetbelastingen plaatsvinden en er zullen nog de nodige correcties moeten plaatsvinden in het debiteurenbestand. Echter de cijfers over november geven een redelijk betrouwbaar beeld van de financiële positie van de NRB. Een inschatting is gemaakt van de kosten van de maand december. Als inkomsten hebben wij de toegezegde betaling door de NOC*NSF geboekt. Deze wordt in januari 2015 ontvangen, na goedkeuring van het Reddingsplan. Bijlage 1 toont de prognose van de resultatenrekening 2014. Deze sluit met een verlies van € 598.476. De resultatenrekening geeft een specificatie van de Algemene kosten. Deze is redelijk vergelijkbaar met de kostenbudgetten voor 2015-2017 in bijlage 3. De kosten van de programma’s zijn niet gespecificeerd naar Breedtesport Wedstrijden & Competitie, Topsport en Toernooien. Aangezien vele boekingen door elkaar heen lopen en halverwege het jaar de boekhouding anders is ingesteld, is een verdeling moeilijk te maken. Verder is het financieel management van de Dames VII overgebracht naar de CTO en heeft er een afrekening per 1 september plaatsgevonden. In bijlage 2 is de balans per 31 december 2014 opgenomen. Het eigen vermogen is afgenomen tot € 927.076 negatief. Er zijn maar weinig assets per die datum. Van de omzetbelasting van € 46.442 is een bedrag van circa € 32.000 uit 2013 geaccepteerd door de fiscus. Dit bedrag wordt niet uitbetaald maar verrekend in april en mei 2015 met de achterstallige schulden. De vordering op de NOC*NSF wordt pas betaald nadat het Herstelplan is geaccepteerd. De passiva zijde van de balans geeft een duidelijk beeld van de financiering van het negatieve vermogen. Verreweg het grootste deel wordt gefinancierd door crediteuren. Voor de schuld aan de fiscus is een betalingsregeling getroffen, die stipt moet worden opgevolgd. Voor de huurschuld aan NRCA is een betalingsregeling overeengekomen. De schuld aan het stadsgewest Amsterdam is het gevolg van door de NRB ten onrechte gebruikte gelden van De Provincie Noord Holland voor de nieuwbouw. 6
4. Kernactiviteiten 2015 Gezien de huidige financiële positie van de NRB en de te verwachten inkomsten voor 2015, zullen er keuzes gemaakt moeten worden t.a.v. de organisatorische en financiële bijdrage van de NRB aan de sportieve rugby activiteiten en evenementen in de komende jaren. Hoewel de sterke groei van de breedtesport en het succes van de topsport programma’s nauw met elkaar verbonden zijn zullen hierin prioriteiten moeten worden gesteld. De gebudgetteerde inkomsten van de NRB in 2015 bestaan voor 76% uit leden contributie en teambijdragen en voor 24% uit subsidies van het NOC*NSF en World Rugby . Voor de duidelijkheid moet gesteld worden dat het Dames VII programma per 1 september 2014 is overgedragen aan het CTO. Het organisatorische en financiële management ligt bij het CTO en de NRB loopt voor dit programma tot eind 2016 geen financiële risico’s. Breedtesport De prioriteit van de NRB zal in 2015 op de ondersteuning en uitbouw van de breedtesport liggen. -
Goede ondersteuning en organisatie van de competitie Kostenbesparing en efficiencyverbetering door uitrollen digitale ondersteuning van de competitieadministratie. ‘Get into Rugby’: Internationaal programma voor ledengroei. ‘Power Plan’ : NRB-specifiek 3-jaren plan gericht op groei en versterking van ledenbestand, technisch kader en accommodatie van verenigingen. ‘Unity Project’: Samenwerkingsproject NRB-RFU gericht op werving en behoud jeugdleden, technisch kader en vormgeven ‘Veilig Sport Klimaat’ Voor bovenstaande programma’s zijn beperkte budgetten beschikbaar. Voor de breedtesport en de administratieve ondersteuning zijn op het bondsbureau FTE 3 gebudgetteerd. De opleiders zullen door de NRB worden aangestuurd en ontvangen een bescheiden vergoeding.
7
Topsport Topsport heeft met de prestaties van de selecties en de opzet van de academies en het NTC/Pathway programma de laatste jaren een grote vlucht voorwaarts gemaakt. Hiermee is een goede basis gelegd voor versterking van de internationale positie van het Nederlandse Rugby in de komende jaren. De NRB zal in 2015 hoofdzakelijk bijdragen aan de organisatorische ondersteuning van de topsport programma’s. Slechts zeer beperkte financiële middelen zijn beschikbaar. -
Heren XV zal organisatorisch en financieel worden ondersteund met een beperkt reisbudget. (1 uitwedstrijd in 2015)
-
Voor de Dames XV en de andere senioren en jeugdselecties zal geen NRB budget beschikbaar zijn voor deelname aan toernooien en internationale competities.
-
Er zal door de selecties, trainers en begeleiders zelf moeten worden gezocht naar eigen sponsoren voor deelname aan bovengenoemde activiteiten.
-
De NRB zal wel organisatorische ondersteuning verlenen aan de selecties en waar mogelijk aan de coördinatie van sponsoren.
-
Trainers en begeleiders van selecties zullen op vrijwilligersbasis moeten werken met een bescheiden vergoeding voor gemaakte reiskosten.
-
De ‘rugby academies’ draaien veelal zelfstandig en zullen waar nodig organisatorische ondersteuning krijgen van de NRB.
-
Gezien de sociaal/sportieve verplichtingen en het potentieel van het NTC programma zal ernaar worden gestreefd om de centrale trainingen en ondersteuning op een adequaat niveau te kunnen blijven laten plaatsvinden. Personele kosten zijn in het budget van 2015 opgenomen. Andere kosten zullen door de deelnemers of verbonden clubs zelf moeten worden gedragen.
-
Voor de topsport ondersteuning zijn op het bondsbureau FTE 1.4 gebudgetteerd.
8
5. Organisatorische aanpassingen De bezetting van het bondsbureau wordt teruggebracht tot FTE 5. Hiermee wordt t.o.v. 2014 een besparing gerealiseerd van € 250.000. Een deel van de besparing wordt gerealiseerd door het beëindigen van tijdelijke contracten. De afvloeiingskosten van vast personeel zijn in het budget 2015 als bijzondere lasten meegenomen. Naast FTE 3 voor breedtesport en administratie en FTE 1.4 voor topsport zal een manager voor FTE 0,6 worden aangesteld, waarmee de sterkte op totaal FTE 5 uitkomt. De manager zal verantwoordelijk zijn voor een goede coördinatie van de activiteiten, een strakke aansturing van budget en kostenbewaking, proactief en professioneel contact met de clubs, subsidiegevers en operationele partners als World Rugby, Rugby Europe (voorheen “FIRAAER”), NRCA, SRPA, Gemeente Amsterdam en CTO. De manager van het Bondsbureau rapporteert aan de voorzitter van het NRB bestuur en zal in principe aanwezig zijn bij de bestuursvergaderingen. De medewerkers van het Bondsbureau rapporteren aan de manager en hebben slecht een functionele rapportagelijn met de leden van het bestuur. Het bestuur van de NRB zal deels worden aangepast. Vier leden zullen terugtreden en 2 nieuwe leden worden benoemd. Het nieuwe bestuur zal bestaan uit 5 personen: voorzitter, penningmeester, secretaris, coördinator breedtesport en coördinator topsport. Andere functies zoals communicatie, marketing, sponsoring, zullen buiten het bestuur worden ingevuld en rapporteren aan de voorzitter of secretaris. Over de invoering van een ledenraad zal nog verder worden gesproken en uiteindelijk moeten worden beslist door de ALV.
9
6. Budget 2015 In bijlage 3 is de resultatenrekening van het budget 2015 weergegeven. Het budget is opgebouwd per kwartaal zodat ook een goed beeld ontstaat van de cashflow ontwikkeling. Bij de opbrengsten uit contributies is uitgegaan van een ledengroei van 4% en een contributie verhoging van 4%. Voor de interlands zal een entreeprijs gevraagd worden van € 10 voor senioren en € 5 voor junioren. Er wordt uitgegaan van 4 interlands met gemiddeld 1000 bezoekers, maar voorzichtigheidshalve is slechts € 6.000 per wedstrijd meegenomen. De subsidie van NOC*NSF is conform de aanvraag die in november 2014 is ingediend en de subsidie van de World Rugby is gelijk gehouden aan 2014. De kosten van de FTE 5 zijn verantwoord onder de personeelskosten. De afvloeiingskosten van het vast personeel dat onder de reorganisatie valt zijn berekend op € 42.113. De huurkosten aan het NRCA, zijn exclusief de kosten van de Dames VII. Deze worden vanaf januari 2015 door het NRCA rechtstreeks aan het CTO gefactureerd. In de financiële kosten zijn de rentelasten van de obligatielening opgenomen die een onderdeel vormt van het Financieel Herstelplan. De budgetten voor Topsport, Breedtesport (waaronder opleidingen) en Wedstrijdzaken & Competitie zijn door de budgetverantwoordelijke opgesteld. De budgethouders krijgen de uitdrukkelijke taak om het budget per kwartaal te bewaken. Het gebudgetteerde resultaat 2015 sluit positief op € 64.594. Zonder de afvloeiingskosten geeft dit een genormaliseerd resultaat van € 106.707.
10
7. Cashflow ontwikkeling 2015 Het budget is per kwartaal opgebouwd. Uit het resultaat van het eerste en tweede kwartaal is duidelijk dat er een cash behoefte is van totaal € 293.000 in de eerste helft van 2015. De positieve cashflow volgt in het derde kwartaal na het factureren en innen van de contributies voor het seizoen 2015-2016. Het jaar 2014 sluit af met een negatief vermogen van € 927.076. Bij de NRB staat het negatief vermogen gelijk aan het tekort aan liquiditeit om aan de verplichtingen te voldoen. Samen met de financiering van de activiteit in de eerste helft van 2015 is de totale kredietbehoefte derhalve circa € 1,2 miljoen. 8. Financieel Herstelplan Zoals in de eerdere hoofdstukken aangegeven heeft de NRB per ultimo 2014 een negatief eigen vermogen van € 927.076. Voor de NRB is dit het tekort aan liquiditeit om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Een groot deel van de verplichtingen bestaat uit direct opeisbare bedragen, die de continuïteit van de NRB acuut in gevaar kunnen brengen. Met de belastingdienst en het pensioenfonds is een betalingsregeling getroffen. Andere crediteuren waaronder Provincie en Gemeente eisen echter een directe betaling. Om aan bovenstaande verplichtingen te kunnen voldoen en de salarissen voor de komende maanden te kunnen betalen, moet er per direct een financiering gevonden worden van € 900.000. Naast deze ‘oude schuld’ heeft de NRB een cash probleem van € 300.000 gedurende de eerste helft van 2015. Hiervoor is een tijdelijke financiering nodig, die vanaf augustus middels de binnenkomende contributies kan worden afgelost. Vooralsnog kan niet uitgegaan worden van een financiële steun van World Rugby, NOC*NSF of sponsoren voor de verliezen uit het verleden. Gegeven het negatief eigen vermogen kan een banklening worden uitgesloten. Hiernaast is het zaak dat niet alleen de cash positie wordt opgelost, maar ook het eigen vermogen binnen een periode van 1 à 2 jaar positief moet zijn om aan de structurele vermogenseisen van NOC*NSF en World Rugby te voldoen. 11
Om aan de gestelde vermogenseisen te voldoen wordt er naar gestreefd om per ultimo 2017 een positief eigen vermogen te hebben. Dit zal tot stand worden gebracht door eenmalige bijdrage van de leden ad € 675.000 en de NRB resultaten van de jaren 2015, 2016 en 2017. De ander bedragen zijn leningen voor bepaalde tijd om aan de korte termijn cash behoeft van de NRB te kunnen voldoen. Aan de ALV worden de volgende drie financiële maatregelen voorgelegd, die noodzakelijk zijn om een faillissement van de NRB te voorkomen. 1. Bijdrage leden € 675.000 ( + zie 2) -
De leden van de NRB betalen gezamenlijk eenmalig € 675.000. De senior leden (> 19 jaar) betalen € 80 per persoon en de junior leden € 40 per persoon. De verantwoordelijkheid voor het innen van de bedragen ligt bij de clubs waar de leden lid zijn. De bedragen moeten voor 1 februari op de rekening van de NRB zijn gestort om de korte termijn liquiditeitsproblemen te kunnen oplossen.
2. Lange termijn lening € 350.000 -
Er wordt een obligatielening uitgeschreven van € 350.000 met een obligatie waarde van € 1000. Looptijd 5 jaar met een coupon van 3%. Eerste aflossing van € 50.000 in 2017 en daarna 3 jaar € 100.000 per jaar. De obligatielening wordt uitgegeven per 1 april 2015 en de inschrijving vindt plaats in het eerste kwartaal.
-
In samenwerking met De Witte Raven zal gekeken worden naar een individuele hogere lening met een lange looptijd.
-
ter ondersteuning van de obligatielening zal ook overleg plaatsvinden met NOC*NSF, World Rugby en Gemeente Amsterdam over het verstrekken van een langlopende lening.
NB: Indien per 31 mei 2015 het bedrag van deze lange termijn lening niet is opgehaald zal voor het verschil alsnog een beroep moeten worden gedaan op een extra bijdrage van de leden.
12
3. Tijdelijke lening € 171.000 -
Het NRCA is bereid de uitstaande schuld om te zetten om een tijdelijke lening van € 130.000 met een rente van 3%. De lening zal worden afgelost in 24 maandelijkse termijnen vanaf 1 oktober 2015.
-
De Ecotax 2013 (€ 41.000) zal naar verwachting in januari 2015 door de NRB worden ontvangen. Het ontvangen bedrag wordt met de verenigingen verrekend middels de 2e contributiebetaling 2015/2016 in het 4e kwartaal 2015.
-
De Ecotax 2014, die eind 2015 zal worden ontvangen, zal in het 4e kwartaal 2016 worden verrekend met de 2e contributieronde voor seizoen 2016/2017. Vanaf 2017 zal de doorstorting van de Ecotax direct plaatsvinden.
9. Waarom geen faillissement Een faillissement – maar ook andere insolventiescenario's – is absoluut onwenselijk. In geval van een faillissement raakt de NRB direct aansluiting bij NOC*NSF , World Rugby en Rugby Europe kwijt. Dit betekent bijvoorbeeld dat de Olympische weg van de Ladies 7's formeel afgesloten zal worden. Van een doorstart (dat wil zeggen: Het van de curator kopen van de activa om via een nieuwe entiteit de activiteiten te continueren) zal geen sprake kunnen zijn. De activiteiten van de NRB zijn namelijk primair via aansluiting bij NOC*NSF, World Rugby en Rugby Europe te organiseren. Navraag bij NOC*NSF heeft geleerd dat aansluiting van een nieuwe bond geruime tijd kan duren, gerekend moet worden op een periode van circa drie jaar. Voor wat betreft het verloop van de competitie zal er een enorme krater in de continuïteit komen, als de competitie al kan worden voortgezet. Continuering van de competitie via een zogenaamde wilde bond (dat wil zeggen een bond die niet is aangesloten bij NOC*NSF en internationale organen) valt om meerdere redenen niet aan te bevelen. Naast bovenstaande argumenten speelt mee dat de imagoschade enorm zal zijn, wellicht onherstelbaar. Een ander argument is dat bij een faillissement de regie volledig in handen wordt gegeven van de curator. De curator zal direct op zoek gaan naar zondebokken, dit zal doorwerken naar het bestuur (alle personen die in de periode dat de tekorten zijn ontstaan formeel bestuurder waren). Betrokkenen moeten rekening houden met claims vanwege 13
bestuurdersaansprakelijkheid, die niet onder een verzekering vallen. De vraag die de leden zich moeten stellen is of dit gewenst is en uiteindelijk de gewenste oplossing biedt. Daarnaast zal het faillissement tot het duperen van schuldeisers leiden omdat de ervaring leert dat de gewone (concurrente) schuldeisers volledig achter het net vissen. Dit betekent dat, nu een deel van de schuldeisers uit de rugbywereld afkomstig is, het financiële debacle feitelijk wordt verplaatst. Het bovenstaande geldt in zekere zin ook voor een formele surseance van betaling en voor een informele stille surseance (pre-pack). Aangezien de lopende inkomsten dusdanig gering zijn dat hiermee niet of nauwelijks aan de periodieke verplichtingen voldaan kan worden, is de verwachting dat in geval van een surseance de bewindvoerder vrij snel tot omzetting naar een faillissement zal overgaan. 10. Planning 2016 - 2017 Bijlage 4 geeft de Balans per 31 december 2015 weer na de verwerking van het Reddingsplan en de resultatenrekening 2015. De liquiditeit eind 2015 is krap voldoende voor de cashflow behoefte van de eerste helft 2016. Ditzelfde geldt voor eind 2016 en in minder mate voor 2017. De balansen van 2016 en 2017 geven aan dat de NRB eind 2017 een positief eigen vermogen heeft en de liquiditeit voldoende is voor de financiering van de negatieve cash flow van de eerste 7 maanden van 2018. Hiermee kan dan de periode van herstel afgesloten worden. 11. Samenvatting •
Te ambitieuze plannen voor topsport en evenement, alsmede slechte controle op uitgaven en forse kosten overschrijdingen hebben geleid tot een negatief eigen vermogen van € 927.000 per eind 2014.
•
NOC*NSF en World Rugby eisen van de aangesloten bonden een structureel positief eigen vermogen.
•
Zelfs met een gedegen budgettering zal de NRB niet is staat zijn het eigen vermogen, middels de resultaten in de komende jaren, aan te zuiveren.
14
•
Om tot een positief eigen vermogen te komen zal dan ook een beroep op alle leden van de NRB worden gedaan van in totaal € 675.000. Dit is € 80 per senior en € 40 per junior lid, te collecteren door de clubs en te betalen aan de NRB voor 1 februari 2015.
•
Het ontbrekende bedrag van € 252.000 voor een positief eigen vermogen, zal in de komende 3 jaar uit de resultaten van de NRB moeten komen.
•
Om de huidige crediteuren te kunnen betalen en de cashflow 2015 te financieren is naast de bijdrage van de leden een langlopende lening van € 350.000 nodig .
•
Hiervoor zal een obligatielening worden uitgeschreven, een lening worden aangegaan met het NRCA en gesprekken worden gevoerd met NOC*NSF en World Rugby voor het verstrekken van een langlopende lening.
•
Mochten deze leningen niet het bovengenoemde bedrag opleveren, zal in mei 2015 alsnog een beroep op de leden moeten worden gedaan voor een aanvullende bijdrage.
•
Om tot positieve resultaten in 2015 en de daaropvolgende jaren te komen zullen drastische kostenbesparingen worden doorgevoerd op het Bondsbureau en de kosten van de selecties sterk worden beperkt.
•
Het accent van de NRB zal het komend jaar liggen op de verdere uitbouw en ondersteuning van de breedtesport.
•
Projecten als Dames VII en World Series zijn organisatorisch en financieel tijdelijk overgedragen aan CTO en SRPA .
•
Waar mogelijk zal de NRB de clubs en selecties organisatorisch blijven ondersteunen en helpen bij het coördineren van individuele fondsenwerving.
•
De interne organisatie van het Bondsbureau zal efficiënter en doelmatiger moeten worden en het toezicht van het bestuur zal verder worden verstevigd. Uitgangspunt is een goede, sportieve en succesvolle rugbybond met een strakke aansturing op het gebied van budget, uitgaven en controle.
15
•
Eind 2017 zal het eigen vermogen van de NRB weer op een structureel positief niveau liggen, waarmee dit herstelplan kan worden afgesloten.
16