2
REDACTIE EN UITGAVE :
ABONNEMENTSVOORWAARDEN: BELGIE: 720 Fr per jaargang, (12 nrs.) of 360 Fr (6 nrs.) op bankrek. 290-0098409-72 bij de Generale Bank, Gent, o.n.v. Eddy Bertin. NEDERLAND: 840 Fr (12 nrs.), op postgiro 000-1495499-50, per eurocheque (in B.Fr én kaartnr. vermelden!) of met internationaal postmandaat. ALLE ANDERE LANDEN: 960 Fr (12 nrs.), betalingsmodaliteiten zoals voor Nederland. Cash-zendingen zijn afgeraden en op eigen risico!
S F− G ID S i s e e n lit e rai r − kri ti s c h tijd s c hri f t v o o r s ci e n c e− f i ct i o n, fa n ta st i s c he e n hu iv er li t er at u ur , d e t hri l le r e n aa nv e rwa nt e g e nr e s. S F− G ID S w ord t s am e ng e s te ld d o o r Edd y C. BE RT IN e n w or dt v er s pr e id a l s maa nd b la d v o or d e l ed e n va n d e vl aa m sta l ig e S F−v er e ni g in g S FA N. Primaire doelst ellig is het verscha ffen van actuele i nformatie betreffend e scie nce− fiction, fantastische en huiv erliteratuur e n het t hrìllerg enre op gebied van literatuur en aan verwante mediatieke kunstuit ingen, zoals tonee l, bee ldende kunst, strip , fi lm en TV. Dit alles aan de hand van essays, artikels, act ue le r ece nsie s, verhalen en p oezi e binne n de ze ge nres. Hiervoor houde n wij eraan zowel gev estigde a ls on be kende auteur s, di chter s, recen sente n als (strip−)te ke naars aan te spre ke n hun bij drage op dit vlak te leveren . Elke bijdrage wordt ern stig genomen , maar m oet aan bepa alde vooropg este lde (kwalitatieve) criteria vold oen. Niet aanvaarde copij w ordt, begeleid van reden tot we igering, aan de oorspronkelij ke a uteur (s) geretourne erd. B i j drag e n v o o r S F − GI D S mo e t e n s t e e ds b e g e l e i d wo rde n v an re t o u r− p o rt o , onder de vorm van onge brui kte post zegels of internationale ant woordcoupon s. SF−GIDS i s e en tijdschrift zond er winst bejag, wat in houdt dat aanvaarde copij en ke l kan verg oed word en met een bewijsexem plaar bij publi catie. SF−GIDS distantieert zich van eender welke occulte of paran ormale onderzoeksverenigi ng, U FO− logie , scìent ologie, of aanverwante genres. SF−GIDS bindt zi ch tev ens op g een e nkele manier op re ligieus of politie k vlak. Publicatie van bijdragen houdt niet i n dat de redacti e van SF−GIDS a f f i r m e e r t m e t d e i n h o ud . D e a ut e ur b l i j f t ui t e i n d e l i jk v e r a n t w o or d e l i jk v oor z i j n b i jd r a g e .
zi ch zelf
is de vlaamstalige vereniging voor SF & Fantastiek. Het abonnement op SF-Gids verschaft U tevens het lidmaatschap van SFAN, en via het tijdschrift zal U op de hoogte gehouden worden van alle eventuele manifestaties.
3
Omslag:
Necronomicon-montage Eddy C. Bertin
Binnenill.:
Marc Spittael, Aalst
Esseforiaal: THE WAR OF WORDS AND WORLDS/Eddy C. Bertin Kortverhaal: DE BLOEM/Gerben Hellinga. Jr.
4, 5 4 8
Thema:
TUSSEN FANTASIE & WERKELIJKHEID: NECRONOMICON, deel I/Eddy C. Bertin
12
Biblio:
FOCUS OP: JOHN VARLEY/Patrick Van de Wiele
21
Nieuws:
INTERN. FESTIVAL FANTASTISCHE FILM BRUSSEL
24
Video:
VIDEO-FANTASTIEK/Eddy C. Bertin
25
Film:
CAMERA: THE BLOB/Eddy C. Bertin
28
Nieuws:
TE VERSCHIJNEN
29
Poezie:
DOPPLEREFFEKT/Ivo Dekoning
35
Cartoon:
SFORROR/Gilbert De Wilde
36
Recensies:
SF, FANTASTIEK & GRIEZEL/Sybinsky, Bertin DAW BOOKS/Gweny Buyl, E.C. Bertin
33
In dit nummer besproken boeken zijn uitgegeven/verdeeld door: Arbeiderspers 31,32 Bruna 31,32 DAW 33,34
Kluwer 30 Luitingh 30
DRUK door TYKO, St. Kwintensberg 46, B-9000 Gent DE INHOUD VAN DIT NUMMER VAN SF-GIDS IS COPYRIGHT BY EDDY C. BERTIN, GENT, BELGIË. De PUBLIKATIERECHTEN VOOR DE INDIVIDUELE BIJDRAGEN WORDEN BIJ DEZE PUBLIKATIE ONMIDDELLIJK OVERGEDRAGEN AAN DE RESPEKT. AUTEURS & TEKENAARS.
4
THE WAR OF WORDS AND WORLDS In het vorige nummer zei ik dat we het eens moesten hebben over wat nu feitelijk een 'goed' boek is. Men kan mij daarna dan ver wijten dat ik alweer over Stephen King aan de gang ben, maar ik zou evengoed Dean Koontz of eender welke degelijke én populaire auteur kunnen nemen. Euch... nee, lezer, we hebben het niét over Brussel mans. Lees wat ik zonet schreef, en kom dan terug. Je bent er weer? Goed, we gaan door. Dit is geen pseudo-literaire en gewichtig doen de roddel- en scheldrubriek met een hoogdravende titel. Ik wil hier gewoon even enkele woordjes kwijt over mijn instelling tegenover 'het genre' waar SF-Gids zich op toespitst: SF, fantasy, horror. 'Het genre' is dus drieledig, en elk van deze drie bevat in lite raire vorm (of in eender welke mediatieke of theatrale vorm) ele menten eigen aan de specifieke norm. Als we het nu eens héél sim plistisch willen stellen (en vergeet even de bladzijden-vullende 'volledige' definities die ons wel al vertrouwd zijn - ik heb er me destijds ook aan bezondigd) bevat een SF verhaal futuristische ele menten (ruimtevaart, tijdsreizen, dystopias), een fantasy verhaal elementen uit de mythologie, sagen of volledig nieuwe fantastische inspiratie (elfen, tovenaars, magische voorwerpen en landen), en een horror verhaal bevat griezel elementen (vampiers, monsters, demonen, psychopaten) Gelijkaardig heeft een mis daadverhaal meestal wel een of meerdere moordenaars, gansters, detectives of politiemannen; steunt een historische roman op waar gebeurde feiten (al dan niet lichtjes - of grotendeelsxaangepast aan de noden), zijn in een doktersroman dokters, verpleegsters en hospitalen onmis baar-, en wat zou een western zijn zonder colts, winchesters en indianen? Maar... dit alles kunnen we ook terugvinden in eender welke encyclopedia? Die vertellen ons ook wat een dokter is, en wat een winchester is. Eender welk woordenboek verklapt ons wat griezel betekent, en wat SF is. Het verschil is de manier waarop deze elementen verwerkt worden. Ik zeg: VERWERKT. En ik heb het gewoon over GOEDE boeken, niét Literatuur, niét Pulp, gewoon GOEDE boeken. Boeken over MENSEN. Ik meen dat ik ooit al eens ge schreven heb dat de 'ideale' SF roman geheel onléésbaar en onver staanbaar zou moeten zijn, want die zou moeten handelen over wezens die voor ons geheel onverstaanbaar zijn, en wiens motieven en le venswijze ons ook totaal vreemd zouden zijn. Dezelfde regel geldt voor éénder welk genre: een opsomming van elementen van een genre maakt nog geen boek. Het is de menselijke inbreng die het doet. We x
ESSEFORIAAL
5
willen een boek dat over niet noodzakelijk over ménsen gaat (heel wat érg goede boeken gaan over katten, konijnen, aliens...>, maar toch over wezens die we aan de hand van het boek leren KENNEN en BEGRIJPEN, personnages dus waar we leren mééleven. Ik ben, zoals mijn lezers, liefhebber van SF, fantasy en griezel. Dit tijdschrift richt zich bijna volledig op dié genres (en daarom bespreek ik ook geen westerns of detectives of doktersromans - hoewel ik ook in dié genres heel wat goede boeken gelezen heb>, en dus opteer ik voor een inbreng van de specifieke elementen van dié genres in mijn li teratuur. Maar het is een INBRENG in een globaal kader van de tra ditionele ROMAN, in eender welke vorm. Zelfs in werken die relatief vér gaan in 'vreemde werelden en x maatschappijen' zijn herkenbare elementen gebleven. Orson Scott Cards ENDER WINT bv. wordt in drukwekkend omdat we de wereld en de militaire opleiding die hij tekent (voor kinderen vanaf 6 jaar!) automatisch toetsen aan de ons vertrouwde werkelijkheid. Aldous Huxley, George Orwell, Walter Jenns, en andere dystoplsche auteurs zijn effectief omdat wij in een relatief vrijdenkende maatschappij leven die wij vergelijken met de alternatieven die deze auteurs ons voorspiegelen. Stephen King (Ja, we zijn terug bij ons onderwerp) is een schoolvoorbeeld (niét in Amerikaanse scholen, dus, zoals ik in de vorige Esseforiaal illustreerde) voor de moderne fantasy/horror roman: als men zijn werk ontleedt ontdekt men dat 80% of méér feitelijk een zuiver realistisch verhaal x brengt, met herkenbare personnages in alledaagse (zei het vaak verontrustende) situaties, maar het is de 20% horror die zijn werk in ons geliefkoosde genre brengt. Waarmee ik feitelijk dus enkel wil zeggen dat niet enkel Stephen King maar ook een groot aantal andere auteurs in feite gewoon 'romans' brengen, die we ook als dusdanig dienen te apprecleren, niet enkel voor de horror of fantasy. En vreemd genoeg (of misschien precies daarom) is het dàt wat indruist tegen de mentaliteit van de 'goeddoeners'. Die zijn er namelijk altijd: niemand heeft ze gevraagd, niemand wil ze, maar er bestaat nu eenmaal een soort mensen die denken dat ze wéten wàt goed is voor ons allemaal, en die ook altijd proberen dié instelling door te drijven. Zoals een Amerikaanse 'Moral Majority' die feitelijk een absolute minderheid is, maar die wel de grootste bek openzet. Soms denk ik dat het wel leuk zou zijn om het dragen van een muilband te verplichten voor sommige mensen. Wie uit zichzelf een muilband opzette, was mijn radio, een Luxman FM receiver die ik eens voor een zacht prijsje op de kop getikt heb. Einde december vond ik, na veel zoeken, Radio 1 op dat spul, want op woensdag 28 december, zond men een Nederlandstalige bewerking uit van Orson Welles beruchte hoorspel 'The War of the Worlds' dat vijftig Jaar geleden in Amerika een grote paniek veroorzaakte. Het was inderdaad op 30 oktober 1938 dat de toen 23-jarige Welles de SF roman van zijn bijna naamgenoot H.G. Wells gebruikte als basis voor een hoorspel van het Mercury Theatre dat zo realistisch en angstaanjagend was dat heel Amerika in paniek geraakte. De Marsbewoners vernietigden (in de radio-versie) heel de Oostkust van Amex
6
ESSEFORIAAL
rika (in de roman was het feitelijk Engeland), en heel wat luisteraars haden de beginaankondiging gemist of legden geen verband tussen dat 'hoorspel' en de beschrijvingen die ze hoorden op hun radio. Men heeft dat in Portugal nog eens overgedaan vorig jaar, met opnieuw een paniek als gevoig, zei het meer kleinschalig. Je zou zo denken dat iedereen Wells' roman toch al gelezen heeft (tenslotte dateert het boek uit 1898!) of George Palls verfilming gezien heeft. Maar terug naar onze eigen radio. De Nederlandse versie gebruikte de muziek van Jeff Lynn, wat wel een typfoutje in de krant
zal geweest zijn want volgens mij was het de muziek van Jett Way ne's plaat-adaptie van 'War of the Worlds' (uit 1978). Stemmen wa ren van Willem Duyn, Peter Koelewijn, Patricia Curry en Bart van Leeuwen, maar daar heb ik niet veel van meegedragen want de ont vangst was zo erbarmelijk dat ik het niet meer kon aanhoren. Wie eventueel deze uitzending op cassette heeft, geef me een tele foontje; ik had graag een kopie en wil daar natuurlijke alle kosten voor vergoeden. In Amerika (waar men altijd een goede neus heeft voor geld) heeft men inmiddels een nieuwe bron aangeboord: zowaar een TV reeks, geschreven door Greg Strangis, en die rechtstreeks begint waar 'War of the Worlds' eindigt: de Martianen zijn niet allemaal dood, ze komen weer tot leven (de eerste episode heet 'The Resurxxx
ESSEFORIAAL
7
rection', en is als roman door J.M. Dillard verschenen bij Pocket Books, NY) en zijn nog altijd van plan de aarde over te nemen. Er is zelfs al versterking onderweg... in afwachting van een remake van de film (vreemd dat ze dààr nog niet aan gedacht hebben) kunnen we dus altijd hopen de reeks ook eens op de buis te zien. Voor wie liever het originele boek wil lezen: nietminder dan drie pocket uitgevers hebben vorig jaar THE WAR OF THE WORLDS herdrukt (tja, je merkt zo dadelijk dat het boek in het publieke domein berust...). In het Nederlands is er, bij mijn weten, momenteel geen enkele uitgave nog courant in druk, maar voor verzamelaars die even willen speuren is er wel keuze genoeg: na de eerste publicatie als vervolgroman in een krant (getiteld DE STRIJD DER WERELDEN) verscheen het in verschillende uitgaven, getiteld DE OORLOG DER WERELDEN, DE PLANETENOORLOG en zelfs een zeldzame gebonden uitgave getiteld MARS VALT AAN (die ik trouwens zelf nog altijd zoek voor mijn verzameling: ik héb ze ééns in handen gehad, in een of andere openbare bi bliotheek; toen ik nog een klein ventje was... vandaar wéét ik ook dat ze bestaat...) Maar we hadden het over ra dio. Luistert nog iemand naar de radio? Je weet wel, vroeger wa ren er hoorspelen, SF en zelfs horror, in Amerika zelfs hele reeksen. Wel, hoorspelen bestaan nog altijd (zoals je in een vo rig nummer kon lezen), en Pa trick Bernauw doet er wat aan om fantastiek en griezel te reali seren via de radio. Dit door ORAGE C.V., wat staat voor Onaf hankelijk Radiofonisch Gezel schap. Met beperkte middelen realiseert hij hoorspelen op ca ss et te s , d ie u it ge zo nd en worden door de vrije radio's. Allemaal heel officieel, langs SABAM rond, zodat zelfs de au teurs er wat aan verdienen (nou ja, dat hopen ze toch, als het wa meeloopt). Onder de verhalen zijn GRAF & STIFT, 1914 en IN QUISITIE van Bernauw zelf (griezel), evenals zijn prijs winnende spookverhaal (John Flanders Prijs) GRENSPAAL 151; verder nog DEMENTIA (SF) en HYPNOS (griezel) van Eddy C. Bertin. Daarmee stopt het niet: werk van Guy Didelez (uit zijn reeks MOORDENDE VERHALEN), Willi De Wit, Ed Wal ravens, Christel Bigier, e.a. Fernand Bernauw zorgt voor de origi ele muzikale soundtracks en griezelige geluidseffecten. Griezel en SF voeren de hoofdtoon, maar ORAGE brengt ook ander werk, zoals poezie-programma's, bewerkingen van toneel (Paul Coppens) en strips (Dirk Stallaert), ook kinderprogramma's en er staat zelfs een reeks popdossiers op de planning. Deze programma's worden GRATIS ter be schikking gesteld van de geinteresseerde zenders, van wie wel ver eist wordt dat ze het opgave-bulletin inzenden gezien de betaling van de rechten via SABAM gebeurt. De keuze van de auteurs gebeurt echter door de samenstellers zelf, dus heeft het geen zin om ver halen in te sturen (momenteel toch nog niet, je weet nooit, als het project een flinke doorbraak zou krijgen...). Voor alle verdere in formatie kan je terecht bij: ORAGE, p/a Patrick Bernauw, Brussel baan 296, B-9440 Erembodegem: tel. 053/78.30.10.
8
Drie dagen geleden was de oude Simon gestorven. Hij was een zonder ling geweest, die stelselmatig had geweigerd om te profiteren van de zegeningen van de welvaartstaat en dun had hij geleefd in zeer armoedige omstandigheden. Alles wat hij achterliet waren zijn hut op het strand en zijn twee dochters. De hut was samengesteld uit planken van uiteenlopende lengte, dik te en houtsoort. Er zat geen glas in de twee kleine vensters en de lappen katoen die er voor hingen waren rafelig en versleten. De vissers uit de dorpen in de buurt hadden zich altijd verre gehou den van Simon en zijn woning. Met een wat bijgelovige vrees hadden zij hem gemeden en alleen als de verwaarloosde man naar het dorp ging om er de spullen te verkopen die hij op de vloedlijn had ge vonden, was er enig kontakt geweest. Zoals de dorpelingen Simon gemeden hadden, zo waren zij ook zijn twee dochters altijd uit de weg gegaan - om heel verschillende redenen overigens. Tanja was, als gevolg van het isolement waarin zij opgroeide, al op vroege leeftijd verbitterd en verzuurd. Nu was zij twintig en dusdanig onaangenaam in haar kontakten, dat zij ook in minder primitieve streken opgegroeid zou zijn zonder ooit de warmte van vriendschap te voelen, of de armen van een minnaar. Met Sylvia, die twee jaar jonger was, lag dat anders. Haar had de dood van haar moeder, toen zij zelf vijf jaar oud was, veel meer, of tenminste anders, aangegrepen dan haar zuster en zij had zich terug getrokken in een droomwereldje. Wanneer de storm de golven geselde en witte koppen losscheurde van metershoge watermuren, dan wisten Tanja en haar vader dat het gewoon windkracht elf was, dat een lage-drukgebied en een noordooster de oorzaak van de on rust waren. Sylvia zag dat anders. Die was er van overtuigd dat de Natuur nooit zo te keer zou gaan als er niet ergens in de buurt een sterveling was, die zich aan ernstige vergrijpen schuldig had gemaakt. De zee wil iemand straffen, dacht zij dan. En ze vroeg zich dan af, vaag natuurlijk, want ze kende niemand in de buurt persoonlijk, welk vissersgezin er nu weer met een zwaar verlies gekonfronteerd zou worden. Als haar vader met die schichtig-blije blik van hem naar huis kwam met in zijn armen een vat cognac, een gaaf stuk hout of een van de vele andere dingen die vloed en zeestroming soms op het strand deponeerden, zei hij: "Kijk! We hebben geluk vandaag!", maar Sylvia zag dat anders. Geluk bestond voor haar niet. Zij be greep wel niet altijd waarom iets gebeurde, maar wat er gebeurde had altijd een reden, daarvan was zij overtuigd. Simon had haar dromerige sprookjesleven altijd goedmoedig getolereerd. Tanja werd er steeds bij zonder door geirriteerd, maar zij had zich ingehouden, want Simon's handen hadden los gezeten als het gedrag van zijn dochters hem niet zinde. De dorpelingen meden Sylvia, omdat zij zo'n merkwaardig meisje was. Maar nu was Simon dood en de toekomst van de meisjes was onzeker. Zij waren als kind nooit op school geweest. Tanja's stuurse bitsig heid en Sylvia's verontrustende anders zijn maakten dat hun kansen om zich een plaats in de gemeenschap te verwerven klein waren. Na de begrafenis was Tanja naar het kantoortje van Sociale Zaken van Laag Spelersveen gegaan en daar had zij voor haar en haar zuster
DE BLOEM
9
een uitkering opgeeist. Die had men haar natuurlijk prompt gegeven: zij hadden er al jaren recht op, maar Simon had steeds geweigerd het geld in ontvangst te nemen. De dubbele uitkering was ruim vol doende om de twee meisjes voort te laten leven op een manier die betrekkelijk luxueus was, vergeleken met wat zij tot dusverre had den gekend. Tanja had wel naar een plezieriger omgeving willen verhuizen, maar miste de sociale vaardigheden en de kennis om te kunnen besluiten waar zij heen wilde, dus bleef zij voorlopig wonen in het hutje op het strand. Sylvia bleef er eveneens, maar dat was geen besluit geweest, dat dééd ze gewoon. Als het in de Aard der Dingen had ge legen dat zij ergens anders moest gaan wonen, zou haar dat op de een of andere manier wel duidelijk gemaakt zijn, dacht ze. En daar van had zij niets gemerkt, dus bleef zij. Ze bracht haar dagen door met wandelen over het strand en daarbij werd ze steeds vergezeld door Tau, een zwerfhond die zij ooit ontmoet had en die haar sinds dien adoreerde. Het dier had vooral iets weg van een terrier, maar in zijn stamboom moesten evenveel rassen vertegenwoordigd zijn als er houtsoorten zaten in de muren van de hut. Tanja vergezelde haar zuster vrijwel nooit-zij ergerde zich alleen maar aan die dromerige blik, dat langzame praten over dingen waar van gewoon geen barst klopte-maar op een ochtend besloot zij, toch eens met Sylvia mee te lopen, omdat iets doen toch altijd beter was dan zich vervelen. Verbijsterd luisterde ze naar haar zuster, toen die de meeuwen aanriep. Het leek er verdorie op, dat die rare meid een aantal van die beesten persoonlijk aansprak! Alle meeuwen van dezelfde soort zien er het zelfde uit, maar Sylvia leek dat anders te zien. Het werd nog gekker toen Tanja zag dat haar zuster af en toe het strand verliet om in de duinen naar bepaalde planten toe te gaan. Hier stond een struikje, waarvan zij liefdevol wat dode takjes verwijderde, daar stond een pol bloemen die wat in de verdrukking dreigde te geraken. Sylvia verwijderde het helmgras dat er te dicht bij groeide en liep zacht neuriend weer verder. Sylvia was zich niet bewust van de verbazing van haar zuster. Wat zij aan het doen was was volstrekt normaal voor haar. Iemand moest er toch voor zorgen dat de natuur mooi bleef en zich optimaal ont wikkelde? Als zij de dingen die er in de natuur soms mis gaan niet herstelde, wie deed dat dan? Kijk, daar had je bijvoorbeeld zoiets. Op een ongerept stuk strand, waarin de wind de gebruikelijke topjes en kuiltjes had gemaakt tot een bijna volmaakt patroon, groeide één bloem, in het centrum van een bosje donkergroene bladeren. Sylvia had nog nooit zo'n soort bloem gezien, maar wat voor een het ook was, hier hoorde zij niet te staan. Dit was gebied waar zand hoorde, anders niets. Zij liep er heen, zich wel bewust van het feit dat haar voeten nu het prachtige patroon van zand-bobbels verstoorden. Maar de wind zou dat wel weer herstellen en die plant moest weg, dat kon niet anders. Ze boog zich over de indringer heen en trok de bos bladeren in zijn geheel uit de grond. De wortels kwamen los van het zand, behalve vier dunne worteldraden, die zo lang waren dat hun uitein den nog onder de grond zaten. Er liepen twee van die dunne draden, naar links en twee naar rechts, terug in de richting vanwaar Sylvia en haar zuster gekomen waren. Ze legde de plant op het zand, nam de twee draden die naar rechts liepen in haar handen en trok er aan. De draden kwamen nu over een grotere lengte bloot te liggen, maar nog waren de einden ervan niet te zien. Sylvia trok door en begon daarbij naar rechts te lopen, want de draden bleken betrekkelijk dicht onder de oppervlakte door te groeien. En nog had zij het einde van de draden niet te pakken. Even probeerde zij, de draden stuk te trekken, maar ze sneed zich daarbij in de vingers, want de merkwaardige groeisels waren sterk en dun. Toen besloot zij, de draden als dat kon tot het einde toe uit de grond
10
DE BLOEM
te halen en trok verder aan het stuk dat rechts van haar nog in de grond zat. Er kwam geen einde aan. Ze liep steeds sneller, trok voortdurend aan het gedeelte van de draden dat nog onder het zand zat en vele honderden meters verderop was er nog steeds geen eind in zicht. Tanja had aanvankelijk geergerd, daarna geamuseerd toegekeken naar wat haar zuster aan het doen was. Maar nu begon verbazing de over hand te krijgen. "Volgens mij zijn het telefoondraden, die jij aan het omhoog trek ken bent!" zei ze, in een poging de toestand wat begrijpelijker te maken. "Ik zou er verder maar af blijven!" Sylvia hief bij wijze van antwoord het gedeelte van de draden dat zij boven de grond getrokken had zo hoog mogelijk op en hield ze haar zuster onder de neus. De draden waren gebroken wit van kleur, heel dun en duidelijk niet van metaal gemaakt. "Nee, telefoondraden zijn het niet," gaf Tanja aarzelend toe. "Maar wat het ook is, ik zou er maar af blijven. Je krijgt er moeilijkheden mee hoor!". Maar Sylvia wilde weten wat er met die draden aan de hand was en trok door. De merkwaardige uitgroeisels van de vreemde plant ble ken kilometers lang te zijn en tenslotte kon Sylvia niet verder; de draden liepen onder de hut die haar vader had gebouwd door, en hoe ze ook zocht in de opppervlakkige lagen van het zand rondom die bouwval, nergens kon zij de plaats vinden waar de draden ver der liepen. "Nou wil ik ook wel eens weten wat er met die idiote dingen aan de hand is!" zei Tanja. "Het lijkt er verdorie op dat ze uit onze hut gegroeid zijn!" Met grote passen begon zij langs de draden te lopen, die zich kilo meters ver op het zand uitstrekten, in de richting van de plant die haar zuster uit de grond getrokken had. Sylvia liep snel achter haar aan en een groot gevoel van ongerustheid drong zich in haar op. Ze had geen enkele aarzeling gevoeld toen ze de draden die naar rechts liepen, vanaf de plant gevolgd had. Maar de draden die aan de andere kant door het zand liepen - waar liepen dié naar toe? Was het wel goed, dat uit te willen zoeken? Toen ze bij de plant gekomen waren stak Tanja haar hand uit om te beginnen met het uit de grond trekken van de naar links lopende draden. "Nee!" riep Sylvia. "Niet doen!" Tanja keek haar verbaasd en verontwaardigd aan. "Oh nee? Wil jij soms beweren dat jij dit wel mocht, maar ik niet? Laat naar je kijken, zeg!" Zonder verder te aarzelen begon ze te trekken aan de twee draden die ze in haar hand hield. Sylvia voelde paniek in haar opkomen. Dit mocht niet! Dat wist ze gewoon! Ze greep de handen van haar zuster beet en probeerde te voorkomen dat die verder trok. Er volgde een worsteling, waarbij de draden nu eens een beetje verder uit de grond kwamen en dan weer, bijna losgelaten, terug zakten naar de grond. Tau stond er naar te kijken, eerst kwispelstaartend omdat hij meende dat de twee meisjes aan het spelen waren, maar even later rook hij de boosheid en de angst - en wist hij dat het menens was. Hij was intelligent genoeg om te weten dat er iets verkeerd ging en dat hij iets moest doen. Er was iets met die draden - zijn vrouwtje scheen te willen dat die niet verder uit de grond getrok ken werden. Nou, dat was wel op te lossen. Hij sprong op de twee draden af en beet er in. Zijn scherpe tanden sneden één van de twee draden door, de andere bleef intakt. Op het zelfde ogenblik was het gevecht afgeleopen. Tanja verstarde en viel op de grond. Haar starende ogen, de onnatuurlijke houding
DE BLOEM
11
van haar lichaam maakten duidelijk dat ze dood was. "Hartverlamming" constateerde de dokter van Laag Spelersveen, omdat hij geen andere doodsoorzaak kon vaststellen. Maar Sylvia had, voor dat zij de dokter riep, de draden weer onder het zand bedolven. Want zij zag het anders.
Enkele lezers vinden het jammer dat de reeks artikels over Ne derlandstalige PULP-bladen voor SF & horror maar zo sporadisch verschijnt. Welja, dat is feitelijk hetzelfde probleem met alle 'vaste' rubrieken in SF-Gids: met de beperkte omvang (36 blz.) en zelfs maandelijks is het uiteraard geheel onmogelijk om àlle 'vas te' rubrieken in elk nummer te verwerken, vooral door de grote hoe veelheid recensies die telkens opgenomen dienen te worden. Boven dien is het ook zo dat dergelijke rubrieken (PULPS, TUSSEN FANTASY & WERKELIJKHEID) héél wat opzoekingswerk vereisen, héél wat extra lectuur, om va het vergaren van het illustratie-materiaal nog te zwijgen. De pulps bv. die ik zovele jaren geleden las, dienen toch ook herlézen te worden om er een fantsoenlijk commentaar bij te kunnen verschaffen: voor een rubriek over mythische schepsels die nen toch telkens alle bestaande referentiewerken opgezocht en ge raadpleegd te worden. En dan heb ik het nog niet over het uitkiezen van het geschikte illustratie-materiaal, dat daarna dient geko pieerd en verkleind te worden (er altijd voor zorgend dat geen co pyrights geschonden worden...) én ingepast in het artikel. Het verwerken van dergelijke lay-out alleen is al goed voor een avond of twee, of meer. Er zijn dus inderdaad nog heel wat PULP afle veringen gepland, maar ik probeer ze ook wat af te wisselen met andere zaken. En natuurlijk, ik moet er de tijd voor hebben. Zoals het nu is, kost élk nummer van SF-Gids me ca. 10 vrije avonden per maand, soms zelfs meer. Dat op zichzelf is feitelijk al te veel, gelukkig maar dat een en ander typwerk of tekstverwerkingswerk me toch uit handen genomen wordt door brave mensen als Patrick Van de Wiele en Marc Spittael (zelfs Etienne Mouton heeft zich in het 'typ-kader' laten Inschakelen), en dat ik op Gweny Buyl mag rekenen voor de speciale covers voor de komende themanummers (vampiers, Lunar SF, e.a.). Anders zag ik het al lang niet meer zitten. Goed, het wordt tijd om er mee op te houden. Met deze ESSEFO RIAAL, bedoel ik, mensen, geen paniek! Het is al genoeg dat ik onlangs mezelf de kwelling aangedaan heb om naar de 'Paniekzaaiers' te kijken op de TV. Ik ben er nog niet goed van. En te bedenken dat ik in de tijd van de meidengroep 'Benelux' Nancy Dee nog onder mijn favoriete zangeresjes schaarde. Dit is de eerste aflevering van het Themanummer NECRONOMICON. Omwille van de omvang en het illustratiemateriaal besloot ik het in twee delen te brengen, hetzelfde zal waarschijnlijk ook gebeuren met het VAMPIER nummer. Een nummer telt tenslotte maar een beperkt aantal paginas, daar kan ik niet rond. Deze week ga ik de nieuwe versie van THE BLOB gaan zien (ik vond de éérste altijd erg leuk, en wie weet, misschien komt er zelfs een remake van SON OF BLOB… en daarna STEPCHILDREN OF BLOB? BLOB FOREVER? BLOB FOR PRESIDENT!) en misschien lees je de recensie nog in dit nummer. Tenslotte past THE BLOB uitstekend in het kader van Lovecrafts werk. En einde van de maand ben ik weg voor een week naar Joegoslavie. Geen Londen dit jaar, géén platen, géén boeken, géén videos (snik, snik), maar naar het schijnt is de drank goed en goedkoop in Joegoslavie. Dat is een troost. See you later, Blobigators.
12
"Ph'nglui mglw'nafh Cthulhu R'lyeh wgah'nagl fhtagn." citaat uit: 'The Call of Cthulhu'. H.P. Lovecraft 1. Inleiding: Zeldzaam. Howard Phillips Lovecraft, misschien styllistisch niet de beste maar thematisch wel een der belangrijkste auteurs van griezel verhalen aller tijden, werd geboren in Providence, Rhode Island, op 20 augustus 1890, en overleed daar op 46-jarige leeftijd na een slepende en pijnlijke ziekte op 15 maart 1937. Hij schreef een groot aantal kortverhalen en novelles, enkele van romanlengte, die overwegend in pulp-bladen verschenen zoals het vermaarde Weird Tales. Vermaard nu omdat een groot aantal van die horror-auteurs die wij nu stilaan als meesters van de 20e beschouwen debuteerden in de paginas van dàt tijdschrift, maar in zijn tijd (de 30'er jaren) zeker geen publicatie die tot literaire erkenning zou leiden. Tijdens zijn leven zag Lovecraft dan ook maar één enkele boekpublicatie: zijn novelle 'The Shadow over Innsmouth', in een slordig geproduceerde uitgave van William L. Crawford's Visionary Publishing Co. in Everett, Pennsylvania, in 1936. Een oplage van 400 exemplaren, waarvan slechts 200 gebonden geraakten, en nu een der zeldzaamste en kostbaarste antiquarische boeken van de horror literatuur. Omwille van de 'chapbook' uitgave kunnen we twee vroe gere publicaties, 'The Shunned House' bij Cooks Recluse Press, en "The Cats of Ulthar' bij Barlows Dragonfly Press moeilijk 'boekpu blicaties' noemen. Ondanks Lovecrafts wel stuntelige pogingen om een volwaardig boek gepubliceerd te krijgen, werd zijn werk afge wezen door al de grote uitgevers zoals Putnam en Knopf. De eerste echt degelijke boekuitgave kwam pas toen Lovecrafts vrienden August Derleth en Howard Wandrei samen Arkham House stichtten nadat Charles Scribner's Sons in New York, de uitgever van Derleth zelf, de door hem samengestelde omnibus 'The Outsider and Others' hadden afgewezen. Derleths bedoeling was drie boeken uit te brengen met daarin het beste uit het omvangrijke oeuvre van zijn overleden vriend. 'The Outsider and Others' verscheen op 1268 exemplaren in 1939, en werd aangeboden aan 3.50$ voorintekenprijs, en 5$ na publicatie. Derleth kreeg brieven van mensen die schreven dat ze het een schandalig hoge prijs vonden, en bij publicatie waren er slechts 150 voorin tekeningen. Om rond te komen schoot Wandrei 400$ voor, en de publicatie werd feitelijk slechts mogelijk gemaakt doordat Derleth zelf een belangrijke lening deed bij zijn bankier, en het geld dan voor de uitgeverij gebruikte. Het boek verkocht uiterst traag, ondanks veel positieve publiciteit. Derleth zag zich genoodzaakt een bundel van zijn eigen verhalen ('Someone in the Dark', 1941) bij Arkham House uit te brengen om een beter verkopend boek te hebben. Derleth had immers ook een reputatie in andere genres dan horror. Het resultaat was vlug zicht- baar: het Derleth boek was uitverkocht voor Lovecraft, en met een winstmarge. Wandrei ging bij het leger, en verliet Arkham House in 1942. Derleth, die tot elke prijs de verdere Lovecraft boeken wilde uitbrengen, opteerde voor andere populaire auteurs in het genre wiens boeken hij tussen die van Lovecraft uitbracht: C.A. x
NECRONOMICON
13
Hierboven: de binnenpagina's van de Neville Spearman en Corgi edities (1978 & 1980) van THE NECRONOMICON. Rechts is een 'facsimile' van de enige Engelstalige uitgave, in vertaling van John Dee, zowaar gedrukt in Antwerpen in 1571. Links beneden de 1984editie van Lovecraft's eigen 'History' (Strange Press),en de hoofding van de eerste bibliografie van de semi-pro Necronomicon Press van Marc Michaud.
14
NECRONOMICON
Smith, Donald Wandrei, Henry S. Whitehead, later zelfs de eerste boeken van Robert Bloch, Ray Bradbury en zelfs de eerste boekpu blicatie van A.E. Van Vogts 'Slan'. Het duurde vier jaar voor 'The Outsider' uitverkocht was. De winstmarges van deze beter verkopende werken lieten hem de publicatie toe van 'Beyond the Wall of Sleep' (1217 exemplaren; 1943) en 'Marginalia' (2035 exemplaren; 1944) die ook collaboraties bevatten, of eerder verhalen in opdracht herschreven. Daarna zou nog een hele reeks Lovecraft titels volgen: 'Something about Cats' (1949), 'Dreams and Fancies' (1962) en de 'Collected Letters' in 5 volumes, gevolgd door de moderne standaardwerken in de 60'er jaren ('The Dunwich Horror', 'At the Mountalns of Madness' en 'Dagon'). Voor de publicatie van dit laatste trio waren 'The Outsider', "Beyond the Wall of Sleep' en 'Marginalia' de hoekstenen van elke horror bibliotheek van een verzamelaar/kenner die zijn naam waardig wilde zijn. In de 60'er jaren was een prijs van 300$ al standaard voor 'The Outsider' (15.000 Fr in 1960 was een verdomde bom geld!), en ik denk dat de antiquarische prijs van dat boek nu wel rond de 1000 à 2000 $ zal liggen, indien niet hoger. Ook de andere twee zal je niet meer vinden voor veel minder. Ironisch en treurig dat verzamelaars nu schatten geven voor een boek dat de auteur nooit gepubliceerd kreeg, en dat de uitgevers een investering van 4 jaar kostte, die dan nog met moeite de eind balans in evenwicht wist te brengen. Hoe zeldzaam "The Outsider' en 'Beyond the Wall of Sleep' ook zijn, toch bestaat er een ànder boek dat nog véél zeldzamer, veel kostbaarder en gezocht is, en dat ook (in alle eerlijkheid) van Howard Phillips Lovecraft is, al staat zijn naam er niet in ver meld. Dat boek werd namelijk in de 8e eeuw geschreven door een krankzinnige dichter van Sanaà in Yemen, Arabie, die Abdul Alhazred heette. Het boek heet 'Al Azif', en werd, vele jaren later, ver taald als 'Necronomicon', o.a. door John Dee in het Latijn in de 15e eeuw. Er zijn zeer weinig exemplaren bewaard gebleven van eender welke versie of vertaling, sommige slechts fragmentarisch. Exemplaren bevinden zich o.a. in de verboden archieven van het British Museum, de Bibliotheque Nationale in Parijs, de Miskatonic University in Arkham, de bibliotheken van de University of Buenos Aires en de Universlty of Lima Peru. Ook het Vaticaan heeft een exemplaar in zijn 'verboden' afdeling. Een uiterst zeldzaam en absolut 'verboden' boek dus, dat al heel wat researchers en critici (ernstige en andere) bij de neus gehad heeft. De samenstellers van 'Man, Myth & Magic' (Purnell, London) plaatsten in deze 112-nummers en 3152 blz. tellende encyclopedia van het bovennatuurlijke een essay waarin gewag gemaakt wordt van Lovecraft en de Necronomicon, en de veronderstelling dat Lovecraft een occultist was die méér wist dan goed was voor hem (of de mens heid) en die zijn verboden kennis publiceerde in de vorm van fictie, om veiligheidsredenen. De publicatie van het boek 'The Necronomicon: The Book of Dead Names', samengesteld door George Hay, ingeleid door Colin Wilson, en gebaseerd op de research van Robert Turner en David Langford (uitgever Neville Spearman, Jersey, 1978) hielp daar nog aan mee. Een boek waarvan de samenstellers de lezer zelf de keuze laten in hoeverre hij dit alles voor waar wenst te aanvaarden. Het is (men leze de essays maar) meer een boek over Lovecraft en zijn werk. Men citeert o.a. Lovecrafts originele 'History of the Necronomicon' en zegt dat het 'Necronomicon' geschreven werd circa 130 in Damascus (blz.165), waar Lovecraft het werkelijk situeert rond 700 ('His tory' blz.1), en dit precies in dat essay dat de samensteller citeert. .
NECRONOMICON
15
Hierboven: foto's van H.P. Lovecraft, de schepper van de NECRONOMICON, in 1934 genomen door Lucius B. Truesdell; de foto rechts is misschien wel de meest gepubliceerde foto van Lovecraft. Beneden de covers van Marc Michauds 'Lovecraft Studies' (1986, 1988) , een academisch gericht tijdschrift, samengesteld door S.T. Joshi.
16
NECRONOMICON
2. Werkelijkheld en fictie. Abdul Alhazred heeft nooit bestaan. De 'Necronomicon' heeft nooit bestaan, behalve in het werk van Lovecraft zelf. Hij citeerde vaak lukraak uit zogezegde grimoires of toverboeken, waarvan hij de meeste zelf uitvond, aangepast aan de preciese aard van het verhaal waarmee hij bezig was. Daarbij maakte hij echter ook gretig gebruik van diverse echt bestaande studies over hekserij en occultisme, zoals Murrays 'Witchcraft in Western Europe,' 'The Golden Bough' en andere standaard werken van het occultisme. Deze vermenging van echt bestaande referentiewerken (die de lezer gemakkelijk kon op zoeken in de bibliotheek) met fictieve werken, die dan nog vermeld werden als 'zeldzaam' en 'verboden' zorgde ervoor dat zijn fictieve werken ook als écht bestaand aanvaard werden. Het gebeurt nog regelmatig dat lezers zich laten misleiden door teksten die vaak 'tongue-in-cheeck' bedoeld zijn inzake de 'Necronomicon', en die dan ook au serieux nemen. Ook dat is onbewust de schuld van de schepper: Lovecraft zelf. Uit zijn brieven blijkt maar al te vaak dat Lovecraft een erg ontwikkeld gevoel voor humor en zelfs voor het koldereske en paro dische had (iets wat men niet zou vermoeden uit zijn verhalen), en ongetwijfeld zou hij zelf, moest hij er ooit weet van gehad hebben, de ontwikkeling van de 'Necronomicon' van fictief boek tot uiterst gezocht 'bestaand' boek als de grap van de eeuw beschouwd hebben. Lovecraft schiep met 'Necronomicon' een enorme literaire hoax, temeer doordat hij zelf in briefwisseling vaak 'au serieux' schreef over dat boek. Hij kan niet voorzien hebben welke dimensies het geloof in het bestaan van 'Al Azif' alias 'Necronomicon' zou aan nemen, en zeker niet dat zelfs antikwariaten van naam in (nu erg door verzamelaars gezochte) catalogi exemplaren 'te koop' opnamen van het 'Necronomicon', in diverse reincarnaties, zuiver voor de (macabere) grap. Zelfs antikwarische handelaars hebben soms gevoel voor humor (en we durven natuurlijk niet veronderstellen dat som mige misschien uit àndere redenen een niet-bestaand boek zouden aanbieden aan allicht peperdure prijzen...). Niet-bestaand is niet meer exact feitelijk: een grap van der gelijk formaat groeit uit zijn kleren, en nu bestaan er effectief verschillende boekpublicaties van de 'Necronomicon'. Over die zullen we het iets verder hebben. 3. Media Faam. De 'Necronomicon' haalde zelfs het grote doek én de beeldende kunsten. Jess Frank (beter bekend als Jesus Franco) draalde in 1967 een relatief onbekende griezelprent (die wel een bepaalde cult status verworven heeft), 'Necronomicon'. Deze sado-macho horror prent werd ook verspreid als 'Succubus' en 'Getraumte Stunden', maar heeft, op de titelinspiratie na, niets met het boek van Abdulah/Lovecraft te maken. Hans Rudi Giger, wereldbekend door zijn creatie van de monsters uit "Alien' en 'Poltergeist 2' (en bij kenners al veel langer be kend als een sublieme meester van de groteske biotechnische schilder- en beeldhouwkunst) publiceerde 'Necronomicon' (Sphinx Verlage, Basel,1977/Big O Publishing, London 1978) en 'Necronomicon 2' (Edition C. Zurich, 1985), twee reproductieboeken van macaber erotische schilderijen. Vooral het eerste kreeg in een aantal landen problemen met de censuur, werd verboden of mocht niet aan minderjarigen verkocht worden. Hoewel geen mediatieke versie van Alhazred/Lovecrafts boek is de inspiratie hier wel vaak zuiver Lovecraftiaans: biologische versmeltingen van menselijke wezens met b i o te c hn i sc h e d in g en , i n se k to i de en ge t en ta k e ld e s c he p se l s, x
17 NECRONOMICON Tekst uit de NECRONOMICON: (zoals geciteerd in 'The Necronomicon: A Study', door Mark Owings; Mirage Press, 1967):
Dit citaat komt uit 'THE DUNWICH HORROR', een van Lovecrafts meest bekende verhalen, en haakt in op verschillende demonische wezens ('godheden' ?) die later een vaste plaats vonden in de NECRONOMICON en de Cthulhu Mythos. Het verhaal verscheen voor het eerst in het Amerikaanse horrorblad 'Weird Tales' vol. 13, nr. 4 (april 1929).
18
NECRONOMICON
vormveranderende dingen: dit alles roept dadelijk herinneringen op aan Cthulhu, de Shoggoths, en andere semi-goden uit het Lovecraft horror-pantheon. 4. Grimoire. De 'Necronomicon' is dus een boek dat min of meer gebaseerd is op de klassieke grimoire van de middeleeuwse alchemisten en tovenaars. Keuze aan de lezer wat het geslacht betreft, gezien er geen nederlandstalig equivalent bestaat. 'Het' als een boek, of 'de' als een grimoire. De grimoire is een handleiding voor magiers, occultisten en alchemisten: een grimoire bevat basicale informatie over de wezens die 'de andere zijde' bevolken (merendeels demonen dus, maar inclusief vampiers, weerwolven en ghouls), en formules om deze op te roepen en ze ondergeschikt te maken. In sommige gevallen uiteraard ook formules om ze weer onschadelijk te maken, of ze terug te sturen waar ze vandaan komen. Niettemin is een grimoire geen boek voor een exorcist: gezien de middeleeuwse basis is het uiteraard een boek dat niet in de gratie van de kerk valt. Hoewel de basis van veel grimoires ook terug te leiden is tot de lithurgie en de godsdienstige rituelen (waarvan veel in de grimoires 'aangepast' worden) is het meer een boek van 'kennis' dan van demonen oproeping en bezwering in facto. De 'Necronomicon' als dusdanig is dan ook een boek dat oude en voor de mens verborgen of verboden wijsheden bevat, maar dan vooral wat betreft wezens van andere sterren of uit andere dimensies die deze planeet bevolkten voor de mens, en die daar nog altijd in een of andere vorm op aanwezig zijn. Met de 'Necronomicon' kunnen deze wezens opgeroepen worden, of ook afgeweerd als zij uit zichzelf indringen in onze werkelijkheid. Het is dus geen boek met een strikt filosofische inslag, geen boek van wijsbegeerte of het speuren naar een diepere zin van het leven zoals 'De Oude Wijsheid' of andere dergelijke geschriften. Men vergete nooit dat het een creatie was van Lovecraft, en die had wel een rudimentaire kennis van de wijsbegeerte en het occulte onderzoek, maar was er nooit zelf werkelijk bij betrokken, ongeacht wat men daar later over schreef. Daar hebben we het straks nog even over. Lovecraft had, voor zijn verhalen, een strikt 'duister toverboek' nodig, en het formaat waarin hij de 'Necronomicon' goot, was exact aangepast aan zijn noden. De personnages in zijn verhalen die in het bezit komen van een 'Necronomicon' besluiten meestal het te gebruiken om grotere kennis en inzicht in het universum te verkrijgen, maar openen daarbij de poorten tot die andere werkelijkheid waarin de demonische 'Old Ones' sluimeren... en komen dan ook meestal op afzichtelijke manier aan hun einde. De som van deze wezens vormt de eerder lukrake Cthulhu Mythos, die vaak contradictoir is wat de wezens en de chronologie betreft. 5. De Cthulhu Mythos. We mogen niet vergeten dat Lovecraft niet bewust een Cthulhu Mythos schiep, maar gewoon een aantal verhalen schreef die in een min of meer bepaald stramien begonnen te vallen. Deze verhalen (de thema's, chronologie en diverse entiteiten en demonische boeken die erin gebruikt worden) zijn vaak tegenstrijdig, en Lovecraft nodigde zijn vrienden-auteurs uit om zélf ook verhalen te schrijven in deze optiek, De 'Mythos' als dusdanig werd dan ook pas werkelijk geschapen na Lovecrafts dood, en meer bepaald onder 'leiding' van August Derleth, wiens Lovecraft-pastiches (en verhalen geschreven gebaseerd op losse nota's van Lovecraft) de mythos zijn naam verschaften. Het is een feit dat Lovecraft een aantal boeken gebruikte x
NECRONOMICON
19
Hierboven: twee foto's van Lovecraft in 1935; beneden de cover illustratie en binnenpagina van THE NECRO NOMICON: A STUDY, van Mark Owings.
20
NECRONOMICON
over occultisme en esoterische sectes, waaraan hij heel wat ele menten ontleende, o.a. diverse 'goden' en 'demonen' uit de oudheid die hij andere namen toekende, maar evenzeer ontleende hij aan de meer recente folklore (de 'Wendigo') van de noordamerikaanse Indianen en de eskimos voor zijn verhalen. In zijn werken citeerde hij alternatief werkelijk bestaande occulte werken naast geheel fictieve. En uit zijn brieven blijkt maar al te vaak dat hij zijn kennis van het occultisme eerder lukraak durfde te gebruiken om authentiek lijkende feiten te ge bruiken in zijn fictie. John Dee was wel een van zijn favorieten (uiteraard) en Lovecrafts 'History of the Necronomicon' bevat zelfs een 'kopie' van 'recent ontdekte nota's van John Dee voor zijn 15e eeuwse latijnse vertaling van het Necronomicon'... en in dezelfde adem vermeldt Lovecraft trouwens het gerucht dat een 16e eeuwse griekse vertaling daarvan in het bezit was van de Pickman familie uit Salem, maar dat die verdween samen met de schilder R.U. Pickman in 1926. Nouja, ik veronderstel dat de lezer toch Lovecrafts verhaal 'Pickman's Model' kent ? Het is natuurlijk in dàt verhaal dat Lovecraft beschreef wàt er met de ongelukkige Pickman gebeurde. 6. Lovecraft en Occultisme. Lovecraft en zijn werk zijn de basis geworden van duizenden essays en tientallen boekdikke studies. Nu nog verschijnen tijdschriften zoals 'Crypt of Cthulhu', 'Lovecraft Studies', 'Dagon' en andere, geen fanzines maar tijdschriften waarvan de bijdragen het academisch niveau vergen, en waarin symboliek, allegorie, fact & fiction bij Lovecraft tot vervelens toe onder zocht en geanalyseerd worden. Ook het verband tussen Lovecraft zélf en het occultisme komt daarin regelmatig aan de beurt, en Lovecraft is al geassocieerd geworden met de meest diverse esoterische en geheime genootschappen. Toch blijkt uit de meeste van die studies tenslotte maar één feit, namelijk dat het - ondanks alle research - voornamelijk guesswork blijft, gebaseerd op onvoldoende feitenmateriaal. Het is onmogelijk om precies vast te stellen in welke mate Lovecraft zelf actief betrokken was bij het occultisme, als hij dat al ooit ge weest is. Hij wist er heel wat van af, dat is een feit, maar uit zijn eigen briefwisseling en materialistische levensvisie komt altijd weer naar voren dat hij deze elementen enkel gebruikte als 'kleur' voor zijn fictie, en dat hij zelf absoluut geen geloof hechtte aan het bovennatuurlijke en occulte. In tegenstelling daarmee - ik citeer de aanhangers van de 'Lovecraft was een occultist' stelling - staat dat hij erg veel belang en geloof hechtte aan wat hij in zijn dromen meemaakte (heel wat van zijn verhalen zijn gebaseerd op zijn dromen en nachtmer ries), en vaak kan men een band leggen tussen wat Lovecraft in zijn dromen meemaakte en wat in ernstige studiewerken over occultisme en het paranormaie onderzoek beschreven wordt. Misschien was Lovecraft inderdaad - zoals zovelen tegenwoordig willen stellen - een 'dro mer' die op die onbewuste manier toegang kreeg via zijn dromen, als een soort 'uittreding': een 'out of the body experience', tot de domeinen van het authentieke occulte. Het is niet aan mij - als leek - om mij daarover uit te spreken.
21
PATRICK VAN DE WIELE John Herbert VARLEY is altijd al een van mijn favorieten geweest. Hij werd geboren in 1947 in Austin, in de staat Texas, USA. Als zoon van John E. Varley (een arbeider op de olievelden) en van Joan Boehm Varley Litel, begon hij al op zijn twaalfde verwoed met het lezen en schrijven van sf. Toen ging hij een tijdlang zwerven en vestigde zich in de stad Eugene in Oregon. in 1973 begon hij opnieuw met schrijven, maar nu met het idee om het professioneel aan te pakken en ervan te leven. In 1974 verscheen zijn eerste werk, dat sedertdien niet meer weg te denken is in de moderne sf, waarbij zijn ideeënschat telkenmale weer naar voren springt. Oorspronkelijk heid en sense of wonder zijn ingrediënten die zijn werk sieren. Meestal is de hoofdpersoon vrouwelijk, vrijgevochten en sterker dan de mannen. Sexuele alteraties en kloonvorming zijn thema's die hem eigen zijn. Maar Varley leeft zich evengoed in in wetenschap pelijke onderwerpen, en telkens weer moet ik bedenken dat hij in een verhaal of een roman stof zitten heeft, die een andere sf-au teur over verscheidene werken zou uitsmeren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij alle belangrijke onderscheidingen reeds ver schillende malen gewonnen heeft, als daar zijn : - Locus Award in 77 & 79, Jupiter Award in 78, Hugo Award in 79, en ook Nebula Award, Hij is gehuwd met Anet Mconel en heeft 3 zoons, Maurice, Roger en Stefan. Zijn laatste adres is : 595, Louis St.- Eugene, Oregon 97402 - USA. Tot slot van deze introductie nog even vermelden dat hij begon met sf te schrijven, omdat hij vond dat er van het soort verhalen dat hij wou lezen er niet genoeg voorhanden waren. Dus schreef hij ze zelf maar. Een verhaal verscheen ooit onder een pseudoniem, nl. dat van Herb Boehm. Hierna volgt zijn bibliografie, eerst die van zijn romans en bun dels, dan die van zijn korte verhalen. 1. ROMANS EN BUNDELS - THE OPHIUCHI HOTLINE (Quantum SF-The Dial Press, New York 1977) (SFBook club edition USA 1977) (Sidgwick & Jackson, London 1978) vertaald als: RODE LIJN MET OPHIUCHI (Meulenhoff SF 128,1978) ook in: DE AARDE VOORBIJ (Meulenhoff SF, 1988) roman - PERSISTENCE OF VISION (Quantum SF-The Dial Press, N.Y. 1978) (SFBook club edition USA, 1978) Engelse uitgave: IN THE HALL OF THE MARTIAN KINGS (Orbit Futura, London, 1978) (Sidgwick & Jackson, London 1978) vertaald als: RETROGRADEZOMER (Meulenhoff SF 138-1978) bundel, bevat: - Retrogradesummer - The black hole passes - in the hall of the martian kings - The phantom of Kansas - Air raid - The persistence of vision
22
FOCUS OP JOHN VARLEY
- Overdrawn at the memory bank - Gotta sing, gotta dance - in the bowl - TITAN (Berkley/Putnam 1979) (SFBook club edition USA 1979) ook in Analog magazine jan-feb-maart-april 1979 (Sidgwick & Jackson, London 1979) vertaald als: TITAAN (Meulenhoff SF 156-1980) roman, eerste deel van de Gaea trilogie. - THE BARBIE MURDERS (Berkley SF - 1980) ook getiteld: PICNIC ON NEARSIDE (Berkley SF - 1986) bundel, bevat : - Bagatelle - The funhouse effect - The Barbie murders - Equinoctial - Manikins - Beatnik Bayou - Good-bye, Robinson Crusoë - Lollipop and the tar baby - Picnic on nearside - WIZARD (Berkley/Putnam, N.Y. 1980) (SFBook culb edition USA 1980) (Macdonald Futura/Orbit 1981) roman, tweede deel van de Gaea trilogie. - DEMON (Berkley books, N.Y. 1984) (SFBook club edition USA 1984) (Macdonald Futura/Orbit 1985) roman, derde deel van de Gaea trilogie. - MILLENNIUM (Berkley, N.Y. 1983) (Sphere books 1985) vertaald als: MILLENNIUM (Meulenhoff SF 227 - 1986) roman - BLUE CHAMPAGNE (Berkley books 1986) bundel, bevat : - The pusher - Blue champagne - Tango Charlie and Foxtrot Romeo - Options - Lollipop and the tar baby - The Manhattan phone book (abridged) - The unprocessed word - Press enter ■
JOHN VARLEY
cover van The Barbie murders
FOCUS OP JOHN VARLEY
23
- VAARWEL ROBINSON (Meulenhoff SF kwadraten 1983) bundel, bevat : - Vaarwel, Robinson Crusoë - De Barbie-moorden - Het beatnikmoeras 2. KORTE VERHALEN - Picnic on nearside in The mag. of Fantasy & SF 8/74 - Scoreboard Vertex 8/74 (vol 2 N° 3) - Retrograde summer Fantasy & SF 2/75 vertaald als : Retrograde zomer in gelijknamige bundel - The black hole passes Fantasy & SF 6/75 SF choice 77 (Quartet) vertaald als: Een zwart gat trekt voorbij in Retrograde zomer - A choice of enemies Vertex 6/75 - In the bowl Fantasy & SF 12/75 vertaald als: In de kom in Retrograde zomer - Manikins Amazing 1/76 - The phantom of Kansas Galaxy 2/76 Best SF o/t year (vol 6) vertaald als: Het spook van Kansas in Retrograde zomer Wonderen in een oogwenk - Overdrawn at the memory bank Galaxy 5/76 Worlds best SF 1977 Galaxy: 30 years vertaald als: Rood op de geheugenbank in Retrograde zomer en: Rood staan bij de geheugenbank in Schijn van leven ea verhalen(Prisma) Van Jules Verne tot I.Asimov(Publi) - Gotta sing‚ gotta dance Galaxy 7/76 vertaald als: Ik moet zingen, ik moet dansen in Retrograde zomer - Bagatelle Galaxy 10/76 - The funhouse effect Fantasy & SF 12/76 - In the hall of the martian kings Fantasy & SF 2/77 Worlds best SF 1978 Best SF o/t year (vol 7) vertaald als: In de zaal der Martiaanse koningen in Retrograde zomer en: Martiaanse overwintering in SF Top class 1 - Air raid (als Herb BOEHM !) I.Asimov's SFmag1,spring 77 later omgewerkt tot de roman MILLENNIUM vertaald als: Overval in de lucht in Retrograde zomer Beste SF v/h jaar 1976 - Equinoctial Ascents of wonder 1977 The Arbor House treasury SF - Good-bye, Robinson Crusoe I‚Asimov's SFmag1, spring 77 vertaald als: Vaarwel, Robinson Crusoë in Futurs 2 Vaarwel, Robinson Crusoë - Lollipop and the tar baby Orbit 19 - 1977 Best SF o/t year (vol 7) vertaald als: De Lollipop en het zwarte gat in De schroefvliegen (Prisma) - The Barbie murders I.Asimov's SFmag 2+3/78 Best SF o/t year (vol 8) vertaald als: De Barbie moorden in De man die geen idee had Vaarwel, Robinson - The persistence af vision Fantasy & SF 3/78 Best SF o/t year 1979 World's Best SF 1979 Hugo Winners vol 4 vertaald als:Uitzicht/inzicht in De besteSF v/h jaar 79(Elsevier) en als: De hardnekkigheid v/h oog in 2e SF Top Class
24
FOCUS OP JOHN VARLEY
- Options
in Universe 9 - 1979 World's Best SF 1980 vertaald als: Kunnen kiezen in De volbloed stoeipoes(Prisma) - Beatnik bayou The 1981 annual world's bestSF New Voices III - 1980 vertaald als: Beatnikmoeras in Ginnungagap (Prisma) Vaarwel, Robinson (Meulenhoff) The pusher Fantasy & SF 10/1981 World's best SF 1981(vol 11) Hugo Winners 5 vertaald als: De jacht in De beste SF v/h jaar 81 (Prisma) - Blue champagne New Voices IV 1981 - The Manhattan phone book (abridged) Westercom 37 - 1984 - Press enter ■ I.Asimov's SF mag 5/84 World's best SF 1985 Years best SF 2 - Tango Charlie and Foxtrot Romeo 1985 - The unprocessed word 1985 The M & M seen as in low-yield thermonuclear device in Orbit 18
gaat door van 10 tot 25 maart in het Auditorium Passage 44, Kruidtuinlaan te Brussel. De prijzen: 140 Fr avant-premières: 250 Fr openingsen sluit.film:250 Fr; ab.3 filmms: 300 Fr; alg.ab.4400 Fr;programma 120 Fr; film nacht:4 films/ontbijt: 450 Fr; kort films: gratis. Het BAL DER VAMPIERS grijpt plaats in Hotel Metropole, 11 maart, middernacht, eregaste ELVIRA, MISTRESS OF THE DARK (zie beneden):200 Fr.De HALL-O-WEEN nacht in de Halles de Schaerbeek,25 maart: 350/400 Fr. Programma: 10/3: MONKEY SHINES (Romero). 11/3: CAT'S EYE; ELVIRA, MISTRESS OF THE DARK; WAXWORK; THE CURSE. 12/3: Kortfilms: SPIRITS OF THE AIR; TRICK OR TREAT; FAIR GAME; THEY LIVE (Carpenter); NIGHTMARE AT NOON. 13/3: AN AMERICAN MURDER; PARENTS; BAXTER. 14/3: MAXIMUM OVERDRIVE (King); FRIGHT NIGHT 2; 976 EVIL (Englund). 15/3: THE DREAMING; LIFE ON THE EDGE; HOWLING 4. 16/3: OH, BABYLON!; TRACK 29; THE DEAD CAN'T LIE; CAMERON'S CLOSET. 17/3 (nacht): BAD TASTE; HAND OF DEATH; AMAZON WOMEN IN THE MOON; MORONS FROM OUTER SPACE. 18/3: LE BAISER DE L' ASSASSIN; A CHINESE GHOST STORY; THE CALLER; RETURN OF THE KILLER TOMATOES. 19/3: Kortfilms: ABSOLUTION; DANGEROUS GAME; PAPERHOUSE; RETURN OF THE LIVING DEAD 2; PIN. 20/3: THE HARMS CASE; THE KISS; SHADOW OF DEATH. 21/3: APPREN TICE TO MURDER; INCIDENT AT RAVEWS GATE; ALGUIEN TE ESTA MIRANDO. 22/3:LETHAL FILM; THE LAIR OF THE WHITE WORM (Russell): THE SILVER GLOBE. 23/3: BLACKOUT; OFF BALANCE; SIESTA; SONS OF STEEL. 24/3:SHADOWS IN THE STORM; THE FLY 2; SCARECROWS; Surpr.Film. 25/3: THE LAND BEFORE TIME; NIGHTFALL; CHILD'S PLAY. Alle Info: tel.02/218.27.35. w
25
976-EVIL (Warner Bros. Video 1988; 100 mln.) is het regiedebuut van Robert Englund, beter bekend als de sympathieke alien uit de 'V' reeks, en nog beter als 'Freddy' uit de Elm Street films. Het thema lijkt wel leuk: men draait het nummer 976-EVIL en krijgt een leuke demonische stem aan de lijn, die dan zegt 'Draai 666 om uw Horrorscoop te kennen'. Die horro(r)scopen blijken dan wel erg dicht bij de waarheid te liggen. Wat meer is, als een detective op speurtocht gaat blijkt dat het '976-EVIL' een telefoonprogramma is dat al maanden afgeschaft werd, maar dat blijkbaar op zichzelf functionneert... een open lijn naar de Hel zelf. Het duurt wel al een héél uur voor we zo ver komen. Een verwaarloosde tiener ge bruikt de lijn, groeit al vlug bloeddorstige nagels en neemt in het laatste half uur wraak op iedereen die hem het leven zuur gemaakt heeft. Heel wat leuke woordspelingen en bloedige toestanden (ons knaapje, dat stilaan in een duiveltje verandert, wil met de kaarten meespelen en zet twee harten in... regelrecht geplukt uit de borst kassen van zijn vijanden), maar het kan de stupiditeit van het geheel niet redden. Dan heb ik het nog niet gehad over rubberen spin nen en zo. Herinnert thematisch en structureel vaak aan 'Evil speak'. Met Stephen Geoffreys, Sandy Dennis, Patrick O'Bryan, Jim Metzier, Maria Rubell. Laat maar zitten, hoor... THE NEST (Concorde Video 1987, uit in 1988; 90 min.) van Terrence H. Winkless, en geproduced door Julie Corman, is dan al niet zo origineel in thema maar wel veel professioneler en griezeliger. Men probeert een wat aftands eiland toeristisch aantrekkelijk te maken, maar zit opgescheept met een plaag van kakkerlakken. Helaas geen gewone, ze zijn nl. het resultaat van gene tische experimenten. Het doel was een kakkerlak te kweken die zijn soortgenoten opvrat, helaas vreet de nieuwe soort àlles, inclusief men sen... en neemt daarna zelfs hun gedaante aan. Heel wat gruwelscenes dus, en vooral in het laatste deel gaan die 'over the top': de muta ties versmelten mens en insekt samen tot maca bere wandelende 'dingen'. Heel leuk filmpje als je voor het genre Mens Vs. The Monsters bent, en geen bezwaar hebt tegen wat onappetijtelijk gedoe, zoals uitpoppende ogen. Met Robert Lan sing, Lisa Langlois, Franc Luz, Terri Treas en Stephen Davies. Scenario van Robert King, 'naar de roman van Eli Cantor' (dat boek 'The Nest' is dus van 'Gregory A. Douglas', Zebra Books, 1980); muziek van Rick Conrad. SILENT NIGHT, DEADLY NIGHT (Lumina Video; 1984; 96 min.) van Charles E. Seller. Jr., naar een scenario van Michael Hicky, kreeg heel wat publiciteit mee toen men in Amerika 'picket' ging staan voor de bioscopen waar de film speelde om de toegang te beletten tot deze film die 'schandalig en shockerend' was. Men kan zich nu nog afvragen waarvoor al die troela goed was, tenzij men natuurlijk bedenkt dat de doorsnee Amerikaan de kinderschoentjes nooit ont groeit, en dat een mythe zoals 'Father Christmas' (het Kerstman netje dat voor Amerika is wat Sinterklaas voor Europa is) een hei lig boontje is. Zelfs Spielberg kreeg harde kritiek voor zijn ma-
26
VIDEO-FANTASTIEK
cabere grap over het Kestmannetje in 'Gremlins', en tenslotte ston den de feministen ook 'picket' in die tijd om te protesteren tegen films van de Palma en Polanski. Seller start met een origineel ge geven, maar levert verder een routine slasher-film af die nergens sensationeel of extra-luguber is. Een huiswaarts rijdend gezin met twee kleine kinderen stopt onderweg om een 'Kerstmannetje' in nood te helpen op de autosnelweg. Father Christmas in kwestie is een kerel die, in zijn vermomming, zonet een winkel beroofd heeft, de eigenaar koelbloedig doodschoot en die nu in panne staat. Goede daden worden beloond op Kertsdag: Kerstman schiet Papa dood, pro beert Mama te verkrachten en snijdt haar dan de keel over. De baby wordt ongemoeid gelaten en het tweede kind ontsnapt, na getuige ge weest te zijn van de moordpartij. We vinden beide kinderen terug in een strikt katholiek wezenhuis, waar tucht en orde met de leren riem gehandhaaft worden. Als onze jongen tien jaar later in een speelgoedwinkel werkt (men had wel iemand kunnen nemen die méér op het 'kind' leek voor die rol) en daar eerstens zélf het pak van Father Christmas moet aandoen, en tweedens getuige is van sexuele uitspattingen op een typische 'fabrieksfuif', flipt hij natuurlijk. Met het motto 'bestraffing!' op de lippen, gaat de nieuwe Father Christmas iedereen te lijf met bijl, mes en andere attributen. De body-count stijgt al vlug, en onze anti-held gaat naar het wezen huis om oude rekeningen te vereffenen met moeder overste. De inmid dels gealerteerde politie waakt, en knalt voor de afwisseling een onschuldig Kerstmannetje neer. Seller maakt wat té veel gebruik van flash-shots om toch maar te benadrukken dat zijn psychopaat een 'onschuldig monster' is, een mens wiens geest misvormd werd door het verleden en door de manier waarop men hem in het weeshuis be handeld heeft. Dat hadden we, eerlijk gezegd, zelf wel al begrepen. Hoewel niet zo spannend weet de film best te boeien, met een aan tal atmosferische shots, benadrukt door de bizarre muziek van Perry Botkin. De soundtrack mist wel enige uniformiteit, en het chaotis che karakter ervan verstoort soms het filmbeeld. Principieel gezien een routine psycho-thriller, die (zoals 'Targets' en 'Fade to Black') wel aantoont dat psychos vaak geschapen worden door de maatschappij, maar die deze thematiek de wind inblaast door de sen sationeel-bedoelde aanpak. Met Lilyan Chauvin, Toni Nero, Gilmer McCormik, Britt Leach en Robert Brian Wilson als de psychotische kerstman. Productie Ira Richard Barmale. SLUGS (New World Video, 1988: 90 min.) werd geregisseerd door J.P. Simon en geproduced door deze met Jose A. Escriva & Francesca de Laurentiis. O.K., viezerikken die houden van slijm, een over- dosis van bloed en blubberende ingewanden, om van uitgevreten ogen nog te zwijgen, dit is dus de film voor jullie. Gebaseerd op de gelijknamige roman van Shaun Hutson uit 1982 (Hutson heeft beslist geen reputatie inzake fijngevoeligheld en soberheid in zijn hor rors), en met een scenario van Ron Gantman, levert deze film alles wat de titel en de video-foto's beloven. In de rioleringen van een klein stadje heeft zich gedurende twintig jaar een mutant-slak ontwikkeld (zoveel jaren geleden was het 'nest' een stortplaats voor chemische afval, zo zie je maar...) die niet alleen extra groot en vlug is, maar ook een voorkeur ontwikkeld voor mensen vlees. Gezien een slak drie rijen tanden blijkt te bezitten, heb je al een idee van wat de speciale effecten van Carlo de Marchis te bieden hebben. Bovendien infecteren de slakken diegenen die ze niet opvreten met een parasiet die zich in de hersens vreet en zich dan langs ogen, neus en mond een bloedige uitweg zoekt. Natuurlijk is
VIDEO-FANTASTIEK
27
er ook een kortzichtige burgemeester die weigert het gevaar in te zien omdat hij net een groot bouwcontract in de wacht kan slepen voor het stadje, en een sheriff die ook doet of zijn neus bloedt. Originaliteit is ver zoek, maar wie vraagt daarnaar in zo'n film? Een echt leukerdje voor de 'straight gore' fans, die zich niet te erg bekommeren om de originaliteit of de logica van het verhaal. Met Michael Garfield, Kim Terry, Philip Machale, Alicia Moro, Santiago Alvarez. DON'T BE AFRAID OF THE DARK (1973; Lorimar Video/Video For Pleasure: 81 min.) van John Newland is een leuk maar eerder kort voor de TV gemaakt B-filmpje, met Kim Darby en Jim Hutton in de hoofdrollen. Met zo'n titel weet je al dadelijk dat er in het don ker dus wel iets zal zitten om bang voor te zijn. Dat ervaart Sal ly, een jonge vrouw die pas gehuwd is met de ambitieuze zakenman Alex. Ze kopen een oud huis dat ooit aan Sally's voorouders toe behoorde. In de kelder, die Sally als studio wil inrichten, bevindt zich een reusachtige haard die dichtgemetst is. Zelfs het luik om de as te verwijderen is vergrendeld. Ondanks de waarschuwingen van de plaatselijke timmerman dat 'sommige dingen beter alleen gelaten kunnen worden' (hoe vér kan je gaan in de clichés?), prutst Sally de haard open. Al vlug hoort en ziet ze dan ook 'dingen', en sinis tere stemmen fluisteren haar toe dat ze haar ziel willen. Natuur lijk denkt Alex dat ze overspannen is, zo gaat dat altijd. Maar de haard blijkt een soort mensenval te zijn, een put naar de hel. Daaruit komen een stel trollachtige boosaardige monstertjes die Sally te lijf gaan. En, vreemd genoeg voor een TV-film, hulp komt telaat voor de arme Sally. Best leuk, ondanks het eerder abrupte einde. Weinig bloederig maar wel sfeervol, en de monstertjes lijken wel voorlopers van de veel latere 'Troll' en 'The Gate'. Verder nog met Pedro Armendariz Jr, Barbara Anderson, William Demarest, Lesley Woods en Robert Cleaver. Newland was ook de producer van de TV reeks 'One Step Beyond'. STRIPPED TO KILL (1987; CNR Video/MGM-UA Home Video, 90 min.) werd geregisseerd door Katt Shea Ruben, en geproduced roor Mark Byers, Andy Ruben en Matt Leipzig. Met Roger Corman als executive producer, weet je waar je aan toe bent: niet enkel de titel is een rip-off van Brian De Palma's 'Dressed to kill', maar zelfs de 'verrassende' (?) ontknoping die de kijker al lang ziet aankomen. Beperkt budget ook: alles speelt zich grotendeels af in de Rock Bottom, een strip-tease club. Een psycho heeft blijkbaar iets tegen strippers, en gaat die met vuur en wurgdraad te lijf. Cody, een jonge vrouwelijke politie-inspecteur, bijt zich vast in de zaak. Zij gaat zelfs zo ver dat ze zelf stripper wordt in de Rock Bottom, al blijkt later wel dat haar geile mannelijke collega's haar in structies van hogerhand daaromtrent een beetje 'veranderd' door gaven om Sally in d'r blootje te zien. Het schijnt even interessant te worden als Cody geobsedeerd lijkt te worden door de psycholo gische macht (?) die een stripper op haar publiek heeft, maar men besluit dan maar het bij de actie te houden. De personnages zijn wel leuk en krijgen enkele flitsende dialogen te zeggen, de finale is niet onaardig en gaat er wel met sneltreinvaart tegenaan, maar globaal is het veel strip en weinig kill. En na een drietal nummers begint strip al vlug te vervelen. Verhaal van Andy & Katt Ruben, met Kary Lenz, Greg Evigan, Pia Kamakahl, Norman Feel. De sound track is afwisselend klassiek met enkele popnummers erin gegooid voor de acts. Enkel voor als er niets beters voorhanden is in de videotheek.
28
Welke freak van de SF-horror films van de 50'er jaren herinnert zich niet, met enige nostalgie, THE BLOB? Je weet wel, het verhaal van een gelei-achtig wezen (lijkt nog meest op een massa confituur) dat in een meteoriet op de aarde neerstort, eruit geraakt en prompt alle levende wezens in zijn buurt be gint op te vreten? Een eerste hoofdrol voor een erg jonge Ste ve McQueen in deze 1958 film van Irvin Yeaworth, naar een idee van producer Jack H. Harris. Larry 'J. R. Dallas' Hagman regisseerde zelfs een miserabel vervoig, BEWARE! THE BLOB (ook: SON OF BLOB) in 1972. Wel, The Blob is back, en hij/HET is hongeriger en groter dan ooit tevoren, geruggesteund door al de speciale effecten van de moderne horror film, in deze remake van Chuck Russell. Het ding stort weer neer, maar deze keer is het geen meteoriet maar een sateliet, en The Blob komt niet van Outer Space, maar is een door de regering geschapen genetisch monster. Een mensenjager, onvernietigbaar, hongerig en altijd maar groeiend: een paarse massa slijm die tentakels groeit naar willekeur. Het slibberige ding absorbeert mensen volledig, slurpt ze door zelfs door afvoerbuizen naar binnen, wat voor enkele werkelijk guignoleske scènes leidt. Zeker niet geschikt voor mensen met een gevoelige maag. Heel leuk is ook de invasie van de Blob in een bioscoop waar een Vrijdag de Zoveelste-film draait. Spectaculaire trucages. een leuk ver haaltje, hoe primair ook (het leger wil natuurlijk de Blob be houden, gelukkig maar dat twee rebellerende tieners ontdekken dat de Blob niet tegen kou kan), en gewoon een remake die beter is dan het origineel (wat zelden gebeurt). Let ook op de sound track van Michael Hoenig en de eindsong door Allen. Ik moest heel de tijd aan Lovecrafts Shoggoths denken...
29
DE ARBEIDERSPERS: - Paul AUSTER: DE GESLOTEN KAMER (The locked room); fant.roman; maart 1989. - Marjan BERK: DE KRACHT VAN DE LIEFDE OF HALLO, DAAR BEN IK WEER! fant.roman (reincarnatie); mei 1989. - Patricla HIGHSMITH: DE TORPEDOWALVIS EN ANDERE VERHALEN (Tales of natural and unnatural catastrophes); real.& fant.verh.; sept. 1989. - Tommaso LANDOLFI: DE VROUW VAN GOGOL (La moglie di Gogol); bizarre en fantastische verhalen: augustus 1989. A.W. BRUNA & ZOON: - Robin COOK: DOODSANGST (Mortal Fear); horror thr.; febr. 1989. DE BOEKERIJ/PAREL POCKETS: - Nevil SHUTE: DE LAATSTE OEVER (On the beach);SF-herdr.;voorj.'89. DIRAM: - Patrick BERNAUW: DE AUTOMOBIEL VAN FRANZ FERDINAND; maart 1989; horror/fantasy voor de jeugd. - Mercedes LACKEY: ROLANDS KEUZE (Arrows of the queen); fantasy, eerste deel van 'De Herauten van Valdemar', april 1989. - Alfons MAES, samensteller: BIZARRE VISIOENEN;zie recensie in SFG 116; het boek wordt vanaf februari verspreid door Contact. LEOPOLD: - Gerben HELLINGA Jr : EEN OSBORK IN DE RUIMTE; SF-roman voor jongeren, een vervoig op 'Coriolis'; mei 1989. LOEB: - Roald DAHL, e.a.: DE SPANNENDSTE ENGELSE VERHALEN; werk van Chesterton, Churchill, Dahl, Forsyth, Greene, Huxley, du Maurier, Rendell, Weldon, inclus. horror; april 1989. - Stephen KING: DANSE MACABRE; herdruk; ref.werk; april '89. LUITINGH: - Clive BARKER: KABAL, WEZENS VAN DE NACHT (Cabal); horror;mei '89. - Mary Higgins CLARK: WAAR ZIJN DE KINDEREN? (Where are the children?); psycho-horror; pocketherdruk van NANCY, WAAR ZIJN JE KINDEREN? (1976); april 1989. - Thomas HARRIS: DE SCHREEUW VAN HET LAM (The silence of the lambs); horror thriller, vervoig op RODE DRAAK; mei 1989. - Jonathan KELLERMAN: HET SCHERP VAN DE SNEDE (Cutting edge); macabere thriller; juni 1989. - Patrick McGRATH: DE ZWARTE HAND VAN DE RAJ (Blood, water, and other tales); horror verhalen; juni 1989. - David MORRELL: VUURVLIEGJES (Flreflies);psych.rom./fant.apr.1989. - Peter STRAUB: SCHADUWLAND (Shadowland);horror;pock.herdr.apr.'89. - Andrew VACHSS: BLUE BELLE (Blue Belle); mac. thriller; mei 1989. SPECTRUM: - Richard ADAMS: HET MEISJE OP DE SCHOMMEL (The girl in the swing), horror: herdruk: april 1989. - Terrence H. WHITE: ARTHUR, KONING VOOR EENS EN ALTijD & HET BOEK MERLIJN (The once and future King), omnibus van 5 boeken; fantasy; herdruk: maart 1989. - Roger ZELAZNY: AMBER: DE NEGEN PRINSEN & HET VUUR VAN AVALON (Nine Princes in Amber & The guns of Avalon): herdr. van PRINSEN VAN AMBER & DE WEG NAAR AMBER: mei 1989. MEULENHOFF: - Wim GIJSEN: ISKANDER (Iskander de dromendief & Het huis van de wolf), F-266, april 1989; omnibus van 2 romans uit 1982 en 1983.
30
DE DONKERE TOREN: DE SCHERPSCHUTTER Stephen KING De volledige cyclus van 'De donkere to ren', zoals die (momenteel) door King ge pland is, zou 3.000 paginas beslaan, ge spreid over een onbepaald aantal boeken. Aan dit eerste werkte hij 12 jaar (hij schreef wel heel wat andere lijvige romans tussendoor), zei het zeer fragmentarisch; de vijf 'hoofdstukken' verschenen als in dividuele verhalen in 'The Magazine of Fantasy & SF' (1980-81). De eerste boek publicatie was bovendien in een 'limited edition', peperduur ook, omdat King 'De donkere toren' enigzins wilde distancieren van het soort werk waarmee het grote pu bliek vertrouwd was van hem. Pas in okto ber 1988 kwam de éérste 'gewone' uitgave op de markt. Het is inderdaad een excursie in high (én dark) fantasy, die voor de King lezer nu niet meer zo vreemd lijkt. Tenslotte kregen we sindsdien al 'De Ta lisman' en 'Ogen van de draak'. De verha len, die een doorlopende chronologische cyclus vormen, spelen zich af in een andere wereld die aspecten vertoont van een na-de-ramp wereld en van het Wilde Westen, met flash-backs zowel naar het verleden van dié wereld (een semi-feodale maat schappij) als naar wat wij als ons 'heden' kennen. Een door haat en wraakzucht gedreven scherpschutter achtervolgt een mysterieuze 'man in het zwart' die hij als zijn persoonlijke demon beschouwt. Die queeste doet hem heel wat bizarre avonturen beleven, en vrienden maken en verliezen. De scherpschutter is bereid alles en iedereen op te offeren voor het bereiken van zijn doel, dat hem zelf echter eerder wazig voor ogen staat. De queeste brengt hem tot bij de donkere toren, en welke vragen daarmee zullen beantwoordt worden, zal het tweede boek moeten vertellen. King als fantasy-auteur valt best mee, al blijkt dit een erg onsamenhangend verhaal, dat meer vragen openlaat dan het beantwoordt. Binnenkort komt het tweede deel, 'Het Teken van Drie', in het Nederlands. (Eddy C. Bertin) BROZE STAD Paul AUSTER Dit is de eerste, op zichzelf staande, roman van een losse New York trilogie, waarvan het derde deel (THE LOCKED ROOM; 1986) nog niet vertaald is. Het tweede deel is SCHIMMEN (eveneens Arbeiderspers). De uitgever noemt het een 'mystery novel', en een der hoofdperson nages (of misschien de hoofdpersoon, want allen lijken wel facetten van eenzelfde 'ik') is inderdaad detective. Deze hoofdpersoon, tot dewelke de almachtig aanwezige schrijver ons in het begin introdu ceert via rechtstreekse aanspreking auteur-lezer, is Daniel Quinn (wiens naam dezelfde initialen heeft als Don Quichotte), auteur van x
SF, FANTASTIEK & GRIEZEL
31
detectiveromans over Max Work, die hij bewust schrijft onder het pseudoniem William Wilson (je kent je E.A. Poe nog, lezer?). Quinn krijgt een mysterieus telefoontje waarin een vrouw de detective Paul Auster (de naam van de auteur dus) om hulp verzoekt. Geintri geerd neemt Quinn de rol aan van Paul Auster. Hij komt in een bi zarre relatie terecht: de hulpzoekende vrouw is gehuwd met een psychisch gestoorde patient, Peter Stillman. Deze werd als knaap gedurende jaren door zijn vader in een donkere kamer opgesloten en gefolterd, als experiment. Vader Stillman heeft nl. een studie geschreven over de Toren van Babel en is ervan overtuigd dat een mens die opgroeit zonder taal tenslotte uit zichzelf de enige wàre Taal van God zal spreken (het principe van de 'edele wil de'). Vader Stillman is nu recent vrijgelaten uit het instituut waar hij het grootste deel van zijn leven heeft moeten doorbrengen, en Quinn/Austers opdrachtgeefster vreest dat Stillman zijn zoon uit wraak zal vermoorden. Quinn aanvaardt de opdracht, speurt de oude Stillman op en begint deze te obser veren tijdens diens bizarre wandelingen door New York. Dan beginnen de bijna onopgemerkte samen vloeiingen: Quinn wordt als het ware de hem onbe kende Auster, maar tevens ontstaat een affiniteit met de oude Stillman. Deze verzamelt alle mogelijke rommel van de straten, die hij keurig inschrijft in een rood schrift, zoals Quinn/Auster elk van Stillmans bewegingen opschrijft in een (jawel) rood schrift, met een pen die hij kocht van een blinde. New York wordt de 'stad van glas' (originele ti tel), een stad boordevol mensen die niet ter zake doen in de zelf ingesloten nieuwe wereld die Quinn/Auster en Stillman scheppen. Quinn ontdekt dat elke dagwandeling van Stillman, op kaart gete kend, een letter vormt, en de letters vormen 'de toren van babel'. Fantastische theorieen worden gecreeerd over Don Quichotte en de 'ware taal': een taal die ontstaat bij gebrek aan een taal. Het is in feite een taal die de werkelijkheid vervangt, en dit soort 'taal zonder woorden' is het die Quinn/Auster en Stillman scheppen. Als Stillman verdwijnt, gaat Quinn zelfs de ware Auster opzoeken, die een volledige buitenstaander blijkt te zijn, maar die mede betrok ken wordt bij de bizarre relatie die tot Quinns psychische onder gang en verdwijning zal leiden. Een mysterie, inderdaad, dat pronkt met bijna zoveel dubbele bodems als er paginas zijn. Het drieluik personnages kan eveneens gezien worden als parallellen met schrij ver/lezer/de beschrevene, met wisselwerking van de toebedeelde rollen. Een sleutelroman, vergelijkbaar met Alain Robbe-Grillets 'Dans le labyrinthe', Brian Aldiss' 'Report on Propability A' en de bibliotheek-labyrinten van Jorge Louis Borges: de obsessieve be langstelling voor marginale zaken die uiteindelijk de werkelijkheid van het bestaan overschaduwt en verdringt. De tour de force is dat een dergelijk door en door complex thema met zo'n keurig en rustig proza beschreven wordt dat het verhaal (dat pronkt met de afwezig heid van actie) toch weet te boeien. Auster (de auteur, hier) verweeft zelfs de onopgeloste mysteries, de onbeantwoorde vragen tot een onderdeel van zijn verhaal. (Eddy C. Bertin) SCHIMMEN Paul AUSTER Het tweede volume van Austers New York trilogie, dat zich deze keer afspeelt in 1947, hoewel tijd weinig werkelijk belang heeft in Aus ters 'romans'. Ik aarzel om het woord 'roman' te gebruiken, want x
32
SF, FANTASTIEK & GRIEZEL
behalve een ingewikkelde intrige vereist een roman toch ook person nages en conflict of actie. Wat men dus niet aantreft in SCHIMMEN, dat ook aanzienlijk korter is dan zijn voorganger, BROZE STAD. Na mijn interesse geprikkeld te hebben met BROZE STAD, stelt SCHIMMEN mij teleur. Blijkbaar was Auster van oordeel dat hij zijn thematiek in BROZE STAD niet duidelijk genoeg gemaakt had, en besloot dus hetzelfde verhaal nog eens te schrijven en het SCHIMMEN te noemen. Het is inderdaad een schim geworden van het eerste boek, een kloon waarin de auteur zijn statische experimenten met persoonlijkheids metamorfoses nog wat killer voortdrijft. De personnages worden klankborden die zelfs geen eigen naam krijgen, maar met kleuren aangeduid worden. De privé-detective Blauw krijgt van een onbe kende, genaamd Wit, de opdracht om tegen goede betaling de genaamde Zwart te schaduwen en observeren. Daartoe heeft Wit zelfs een flat gehuurd voor Blauw, waarin deze alles vindt wat hij nodig heeft en vanwaar hij Zwart, die aan de overkant woont, ongemerkt kan gade slaan. Maar Zwart doet niet anders dan in zijn kamer zitten schrij ven in een notaboek, of lezen in Thoreau's 'Walden'. Weken gaan voorbij, dan maanden. Blauw raakt zijn verloofde kwijt, zo geobsedeerd raakt hij door Zwart en de diverse theorieen die hij bedenkt om de zin van zijn levenslustdodende opdracht te verrechtvaar digen. Zoals Quinn/Auster in BROZE STAD neemt de obsessie de plaats in van het ware leven; Blauw en Wit observeren mekaar, en schrijven respectievelijk mekaars werkelijkheid. Het verhaal wordt de enige zin van het leven, van hun bestaan, en daardoor is de uiteindelijke confrontatie iets dat de lezer na enkele bladzijden al doorhad. Als hij het zo lang uithoudt, tenminste... Negativaties van hun eigen leven, als de personnages van in het begin zijn, is uiteindelijk niemand, noch de lezer noch blijkbaar de auteur, nog werkelijk geinteresseerd als de ob sessies, als schimmen, hen overnemen en wegvlakken. Hier en daar enkele goede momenten, maar grotendeels een overbodig boek, een vervelende remake die essentieel niets nieuws te bieden heeft. (Eddy C. Bertin) ZONDAGEN IN AUGUSTUS Patrick MODIANO De ex-fotograaf Jean ontmoet in Nice, na zeven jaar, Frédéric Villecourt waarvan Jean meende dat deze getrouwd was met Sylvia, Jeans vriendin. Niet enkel blijkt dat nooit zo geweest te zijn, maar Frédéric verdwijnt later. Hij is niet de enige die voor mysteries zorgt. Modiano verweeft heden en verleden door mekaar, maakt spelletjes met de chronologie, zodat het een hele tijd duurt voor de lezer enige vat krijgt op de intrige... en dan nog. Sylvia draagt het Zuiderkruis, een enorm kostbare zwarte diamant met een hele voorgeschiedenis. Zij ontmoeten een jeugdig echtpaar, de Neals, maar nasporingen wijzen uit dat deze al vele jaren dood zijn. Ook Sylvla verdwijnt, en het wordt almaar ingewikkelder. Modiano schrijft een rustig, bedaard proza, maar het verhaal eindigt (?) zoals men kon vrezen, vaag en onbeslist. (Diane Sybinski-Croyd)
33
758. SHADOW OF THE WARMASTER Jo CLAYTON <SF; UE2298; Oct.1988; 398 blz; 3.95$; cover Jody Lee> Zoals altijd weeft Clayton SF en fantasy meesterlijk samen. Boordevol met kleurrijke buitenaardse en humanoide personages en spannende situaties weet SHADOW OF THE WARMASTER je van begin tot eind te boeien. De prachti ge cover stelt 'Swardheld' Quale en zijn team voor. Het enige wat niet past is de titel. De 'Warmaster' komt pas voor op het einde van het ver haal. 'The Search for Aslan' zou een betere titel geweest zijn, want dat is het hoofdthema van dit verhaal. De vrouw Aslan aici Adelaar wordt gekid napt en als slaaf verkocht op een planeet waarvan de locatie geheim is. Haar moeder, hoofd van het Interstel laire Adelaris Beveiligings Systemen bedrijf, huurt Swardheld en zijn team, en gaat samen met hen op zoek naar haar dochter. Onderwijl krijg je ook het relaas van wat Aslan meemaakt op de planeet waar ze gevangen gehou den wordt. Het verhaal is prettig maar ook een beetje moeilijk te lezen door de vele technische termen, maar als liefhebber van Jo Clayton moet je het toch gelezen hebben. (recensie: GWENY BUYL) 759. MEROVINGEN NIGHTS No.4: SMUGGLERS GOLD ed. C.J. CHERRYH <SF. UE2299; Oct.1988; 303 blz; 3.50$; cover Tim Hildebrandt> 8 nieuwe novelles in de SF/fantasy ’shared world' Merovingen, geschapen door Cherryh. Verhalen van Mercedes Lackey, Nancy Asire, Robert Lynn Asprin, Chris & Janet Morris, Lynn Abbey, e.a., inclusief het titelverhaal door Cherryh, en aangevuld met de gebruikelijke mappen, liederen, en informatie over Merovingen. 760. THE YEAR'S BEST HORROR STORIES XVI ed. K.E. WAGNER Een gevarieerde bloemlezing van 16 griezelverhalen. van traditionele spokerijen in de neogotische traditie, tot moderne adaptiesvan klassieke themas, en enkele experimenten in extremen van psychologische horror. Werk van King, Grant, Campbell, Chetwynd-Hayes, Halliwel, Dann, Etchison, Lumley, e.a. Zie mijn recensie van de Ne-derlandse versie DE BESTE HORROR VERHALEN in SFG 118. 761. FOUR MOONS OF DARKOVER ed. Marion Zimmer BRADLEY Nieuwe bloemlezing van originele verhalen van 'The Friends of Darkover' in Bradley's universum: 17 verhalen van meestal bij ons onbekende auteurs, inclusief twee door Bradley zelf. Zij verschaft ook een inleiding over het vinden van nieuwe en goéde verhalen, en een kort overzicht van de Darkover reeks.
34
DAW BOOKS
762. CELESTIAL HIT LIST Charles INGRID <SF; UE2306; Nov.1988; 285 blz; 3.50$; cover Vincent DiFate> Boek drie van de space opera THE SAND WARS.Jack Storm, de laatste overlevende Dominion Knight, en Amber, geprogrammeerd om te doden met haar geest, staan op de 'dodenlijst' van onbekende vijanden. Zij begeven zich naar de wereld Bythia, waar de onaardse Thraks, Jacks oude vijanden, bezig zijn het Dominion te ondermijnen. Begonnen met 'Solar Kill' en 'Lasertown Blues': een vierde deel. 'Alien Salute' komt in het voorjaar. 763. THE YEAR'S BEST FANTASY STORIES 14 ed. Arthur W. SAHA De jaarlijkse keuze van de beste fantasy, waarvan een groot deel wel uit horror én SF magazines komt. De scheidingslijnen zijn nooit zo erg scherp geweest. 13 verhalen, waaronder Tanith Lee's erg mooie NIGHT'S DAUGHTER, DAY'S DESIRE; Jack & Jeanne Van Buren Danns THE APOTHEOSIS OF ISAAC ROSEN (wat doe je als je plots tot God verheven wordt?) en het heel vreemde BUFFALO GALS, WON'T YOU COME OUT TONIGHT van Ursula K. LeGuin (dubbele Award-winnaar), over een klein meisje dat een vliegtuigramp overleeft en in een heel bizarre wereld van wezens terechtkomt die volgens 'the eye of the beholder' menselijk of dierlijk zijn. Verder nog verhalen van Bruce Sterling, D. Schweitzer, Lucius Shepard, J.N. Williamson, Jayge Carr. e.a. 764. DRAGON PRINCE, BOOK 1 Melanie RAWN Het eerste en uiterst lijvige boek van alweer een nieuwe reeks. Rohan is de Drakenheer, woestijnprins wiens familie zal regeren over het Koningrijk zolang het zand vuur zal spuwen. Rohan wil tevens wraak nemen op de oudste der draken, die zijn vader gedood heeft. Sioned is de Zonrenners Heks. voorbestemd door het Vuur om de bruid van Rohan te worden, maar zij raakt, zoals Rohan zelf, verwikkeld in tal van intriges. Ziet er best leuk uit, en je zou het kopen voor de prachtige Whelan-cover! 765. SPELL SINGERS ed. Alan Bard NEWCOMER Herdruk van een bloemlezing fantasy verhalen, uitgegeven door Hypatia Press als BARDIC VOICES ONE (1988). De namen van de auteurs staan al borg voor de kwaliteit: 2 verhalen elk van Mercedes Lackey en Marion Zimmer Bradley (Lythande-verhaal), verder Jennifer Roberson (Cheysull-verhaal) en Ru Emerson.
- Frank HERBERT: DUIN <17e dr.>; DUIN MESSIAS <12e dr.); KINDEREN VAN DUIN (11e dr.); GOD-KEIZER VAN DUIN (6e dr.); KETTERS VAN DUIN (5e dr.); DUIN KAPITTEL (3e dr.); goedk.herdr.; mei 1989. - Frank HERBERT & Bill RANSOM: FACTOR HEMELVAART (The Ascension Factor), SF-267, mei 1989; vervolg op 'Heiland' en 'Verrijzenis'. - Bruce STERLING, samensteller: CYBERPUNK SF (Mirror Shades. 12 verhalen), SF-268/Oneindig Moment; augustus 1989. - A.E. VAN VOGT: NUL-A TRILOGIE (De wereld van Nul-A; De schakers van Nul-A & Nul-A-3), SF-253; gebonden omnibus. - Gene WOLFE: HET BOEK VAN DE NIEUWE ZON, TWEEDE DEEL: DE KLAUW VAN DE MIDDELAAR (The Claw of the Concillator), SF-269, aug. 1989. STANDAARD: - Ted JACOBY: DAGBOEK ALPHA-10: april 1989; SF.
35
een golf van weemoed overspoelt mijn wezen alsof de zon nooit meer de nacht zal verdrijven en toch voel ik me gelukkig nu de wind aan lauwe takken rukt en het zachtjes regent terwijl ik nader rafelgordijnen ritselen achter een intimistisch verlicht venster aan de overzijde van de schemerlaan het gensterend geluid van een schrijfmachine tikt fluwelen morseprikjes op het kantwerken trommelvlies van mijn verwakkerde oor steeds dieper zak ik weg in het vioolvirtuozenvelours dat als paukende echo's in de gewelven van mijn geest siddert het is onbestemd laat iedereen slaapt en zelfs de kerkklokken talmen met galmen maar onverminderd blijft het venster zijn mysterieuze licht uitdeinen behalve door het silhouet dat de schaduw van haar wezen vult ik weet ze tokkelt de roman waarin ik mezelf zal terugvinden als haar tegenspeler de roman van de toekomst die magisch—realistisch doorheen het wolkengordijn van het alledaagse leven gluurt vol vertrouwen omdat ik elke rimpeling van haar levenslied ken zal ik overmorgen de marmeren trap van de paarlemperen villa bestijgen haar vóór het symfonisch pulserende gordijn ontmoeten en voor het eerst in die adagio-ogen verdrinken
36
uitgever : EDDY C. BERTIN T OELATING P.T.T.25/5/1975 P OSTKANT . M E R E L B E K E - F L O R A