REKENKAMER
Recreatie- en toerismebeleid in gemeente Westerveld Onderzoek van de Rekenkamer Westerveld
Rekenkamer Westerveld de heer J.G.M. Reerink, voorzitter mevrouw H.G.M. Duin (tot 1-2-12) de heer R. Jonkman (tot 1-2-12) mevrouw R. Zegeling, ambtelijk secretaris IOO mevrouw A. Vennekens
Westerveld, 22 augustus 2012
1
2
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
1.1
Achtergrond en aanleiding
5
1.2
Leeswijzer
6
2
Onderzoeksvragen en methodologie
7
2.1
Doel van het onderzoek
7
2.2
Onderzoeksvragen
7
2.3
Normenkader
8
2.4
Methodologie op hoofdlijnen
3
Beleid t.a.v. recreatie en toerisme
3.1
Kaders voor recreatie en toerisme
14
3.2
Totstandkoming beleid
20
3.3
Samenhang kaders en beleid
22
3.4
Visie en prioriteiten
24
3.5
Beleidsdoelen t.a.v. recreatie en toerisme
25
3.6
Financiële kaders en begroting
27
4
De uitvoering van het beleid
4.1
Uitvoeringsprogramma recreatie en toerismepijler
35
4.2
Middeleninzet
37
4.3
Realisatie acties recreatie- en toerismepijler
39
4.4
Samenwerking met interne en externe partners
42
4.5
Knelpunten in de uitvoering
52
5
Doeltreffendheid en doelmatigheid
5.1
Doeltreffendheid van beleid en uitvoering
54
5.2
Maatschappelijke effecten
57
5.3
Doelmatigheid van beleid en uitvoering
62
6
Informatievoorziening en sturing
6.1
Informatie aan portefeuillehouder
69
6.2
Informatievoorziening aan raad
69
6.3
Sturing door college en raad
71
7
Conclusies en aanbevelingen
7.1
Conclusies
7.2
Aanbevelingen
87
7.3
Reactie Burgemeester & Wethouders
91
7.4
Nawoord rekenkamercommissie
91
12
14
35
54
69
76 76
3
Bijlagen
92
Bijlage 1: Interviews / respondenten
92
Bijlage 2: Geraadpleegde documentatie
93
Bijlage 3: Onderzoeksopzet
96
Bijlage 4: Financieel overzicht Product Recreatie en toerisme
103
Bijlage 5: Reconstructie raming financiële en personele middelen voor Uitvoeringsprogramma Lokale Economie 2009
104
Bijlage 6: Mogelijke activiteiten recreatie- en toerismepijler
108
Bijlage 7: Toerekening uitgaven 2010 Uitvoeringsprogramma Lokale Economie aan recreatie- en toerismepijler
109
Bijlage 8: Toerekening uitgaven 2011 Uitvoeringsprogramma Lokale Economie aan recreatie- en toerismepijler
110
Bijlage 9: Toerekening begroting 2012 Uitvoeringsprogramma Lokale Economie aan recreatie- en toerismepijler
111
4
1
Inleiding
1.1
Achtergrond en aanleiding
In het onderzoeksprogramma 2011 van de Rekenkamer Westerveld is een onderzoek aangekondigd naar Recreatie en Toerisme/lokale economie. Gemeente Westerveld is een dunbevolkte plattelandsgemeente in de regio Zuidwest Drenthe. Recreatie en toerisme is van oudsher een belangrijke economische pijler voor de gemeente Westerveld: circa 25 procent van de werkgelegenheid is direct of indirect verbonden met recreatie en toerisme1. Op het grondgebied van de gemeente liggen de Nationale Parken het Dwingelderveld en het grootste deel van het Drents-Friese Wold en Leggelderveld, alsook het natuurgebied Oosteren Westerzand2. Er zijn uitgestrekte fiets- wandel en ruiterroutes, karakteristieke dorpen en een veelheid aan Er zijn meer dan 60 accommodatiegelegenheden3. campings/recreatieparken, ongeveer 20 hotels/pensions4 en meer dan 100 andere gastenverblijven5 binnen de gemeente Westerveld. De gemeente kampt echter al een aantal jaren met een teruglopend aantal overnachtingen, weinig attracties en matige horecafaciliteiten6. Voor de toekomst is daarom een versterking van deze sector noodzakelijk als basis voor een vitale lokale economie. In 2009 is er beleid en een uitvoeringsprogramma lokale economie vastgesteld, waar recreatie en toerisme als belangrijke pijler onderdeel van uit maakt. Gelet op het belang van deze economische pijler wil de rekenkamer onderzoeken hoe het staat met de uitvoering van dit beleid en bepalen in hoeverre doelen en effecten reeds zijn bereikt. Het onderwerp wordt ook in kringen van de gemeenteraad belangrijk gevonden. Het onderzoek is uitgevoerd door IOO, in de persoon van Alexandra Vennekens en Jan van der Bij. Vanuit de rekenkamer Westerveld was Jan Reerink de onderzoeksbegeleider.
1
2 3 4
5
6
Bron: Gemeente Westerveld, Startnotitie Lokale Economie, Bijlage 1: Huidige situatie, p. 7. Op grondgebied van natuurgebied Holtingerveld. Bron: website gemeente Westerveld. Bron: Gemeente Westerveld, Nota van Uitgangspunten, Bestemmingsplan Buitengebied. Vastgesteld door de gemeenteraad op 13 mei 2008. p. 30. O.a. groepsaccommodaties en appartementen. Bron: gemeente Westerveld, Bijlage Toelichting Verordening Winkeltijden 2011 Bron: Gemeente Westerveld, Beleidsnota Lokale Economie December 2009, p. 13.
5
1.2
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 geven wij een beschrijving van het doel en de onderzoeksvragen van het onderzoek en het normenkader aan de hand waarvan de onderzoeksbevindingen worden beoordeeld. Hoofdstuk 3 beschrijft het beleid van gemeente Westerveld op het gebied van recreatie en toerisme, op basis van de verschillende beleidsdocumenten die hierop van toepassing zijn. In dit hoofdstuk gaan wij ook in op de manier waarop het beleid tot stand is gekomen, de samenhang tussen de beleidsdocumenten, de prioriteiten en doelen van het recreatie- en toerismebeleid en de vastgestelde financiële kaders. In hoofdstuk 4 wordt de uitvoering van het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme beschreven. Hierbij schenken wij onder andere aandacht aan de gerealiseerde middeleninzet (personeel en financieel), de realisatie van de voorgenomen activiteiten, de samenwerking met andere beleids- en uitvoeringspartners en knelpunten in de uitvoering. Hoofdstuk 5 gaat in op de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme in gemeente Westerveld. Hierbij gaan wij onder andere in op de mate waarin de beleidsuitvoering tot de beoogde resultaten heeft geleid (of zal leiden), meting van de maatschappelijke effecten van het beleid, de gerealiseerde uitgaven in relatie tot het beschikbaar gestelde budget en de uitgaven aan recreatie en toerisme in verhouding tot de opbrengsten van de toeristenbelasting en in vergelijking met andere gemeenten. Hoofdstuk 6 sluit af met de conclusies en aanbevelingen. De reactie van het College op het onderzoek zijn in het laatste hoofdstuk terug te vinden.
6
2
Onderzoeksvragen en methodologie
2.1
Doel van het onderzoek
Het onderzoek beoogt inzicht te bieden in de effectiviteit en de doelmatigheid van het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme in de gemeente Westerveld. Ook is het onderzoek gericht op een antwoord op de vraag of tijdens de uitvoering van het beleid op het gebied van recreatie en toerisme wordt voldaan aan de (beleids)richtlijnen van het gemeentebestuur en of de aansturing door het college en/of de raad voldoende geborgd is. Verder wordt met het onderzoek beoogd zicht te verkrijgen op eventuele knelpunten die zich in de praktijk voordoen. Indien de bevindingen hiertoe aanleiding geven zal het onderzoek kunnen resulteren in het doen van aanbevelingen voor verbetering van de uitvoering van het beleid.
2.2
Onderzoeksvragen
De hoofdvragen in dit onderzoek zijn: Leidt het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme en de wijze waarop
daaraan
uitvoering
wordt
gegeven,
tot
de
gewenste
resultaten? Is het beleid – en de uitvoering ervan - doelmatig en doeltreffend?
De hoofdvragen zijn verder op te splitsten in de volgende deelvragen: Beleid ten aanzien van recreatie en toerisme 1. Het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme: a. In hoeverre zijn ondernemers bij de totstandkoming betrokken? b. Wat zijn de doelstellingen van het beleid met betrekking tot recreatie- en toerisme? c. Zijn de doelen relevant, helder en SMART geformuleerd? 2. Welke kaders heeft de raad opgesteld voor gemeentelijk beleid ten aanzien van recreatie en toerisme? Uitvoering van het beleid 3. Op welke wijze is aan het beleid verder uitvoering gegeven door B&W? a. Omvang van de gemeentelijke inzet in termen van personeelscapaciteit en financieel?
7
b. Welke maatregelen, projecten en/of activiteiten zijn sinds 2009 uitgevoerd? c. Hoe is de samenwerking met andere overheden en externe organisaties verlopen? d. Hoe verliep de interne afstemming met aanpalende beleidsterreinen? 4. Wat is de rol van de recreatieve en toeristische sector zelf bij realisatie van de beleidsdoelen en hoe wordt deze vanuit de gemeente ondersteund? Doeltreffendheid en doelmatigheid 5. Is de uitvoering van het beleid doelmatig en doeltreffend verlopen? a. In hoeverre zijn de beleidsdoelen gerealiseerd? b. Heeft de beleidsrealisatie gekost wat het mocht kosten? c. In hoeverre is er sprake van verspilling of inefficiëntie bij de beleidsuitvoering? d. Hoe verhouden zich de gemeentelijke uitgaven aan en opbrengsten uit recreatie- en toerisme tot die in andere gemeenten. 6. Welke bijdrage levert recreatie en toerisme als economische pijler in relatie tot de andere economische pijlers? a. Hoeveel extra bezoekers, bestedingen en werkgelegenheid heeft het opgeleverd? b. Wat zijn de (meer)opbrengsten uit de toeristenbelasting, in relatie tot de uitgaven aan recreatie en toerisme? c. In hoeverre zijn deze effecten te verklaren door het (recreatieen toerisme-)beleid van gemeente Westerveld? Informatievoorziening en sturing 7. Hoe wordt de raad betrokken bij (de uitvoering van) het beleid? a. Is er sprake van regelmatige informatievoorziening aan de raad conform de hierover geldende afspraken? b. Wordt de raad voldoende in staat gesteld om – op hoofdlijnen bij te sturen?
2.3
Normenkader
Als referentie voor de beoordeling dienen de beleidskaders die de raad in een eerder stadium heeft vastgesteld. Het normenkader voor het onderzoek is daarom grotendeels gebaseerd op het vastgestelde beleid en kaders ten aanzien van recreatie en toerisme in gemeente Westerveld. Voor de beoordeling van de informatievoorziening en de kaderstellende en controlerende rol van de raad is tevens gekeken naar de afspraken die zijn gemaakt over de informatieverwerving, de informatievoorziening en de kwaliteit van de informatie.
8
Onderstaande tabel toont per onderwerp de normen. Tabel 2.1 Normenkader Onderwerp
Normen
Beleid en
1.
De raad heeft voldoende en heldere kaders (lange termijn visie) vastgesteld voor gemeentelijk beleid ten aanzien van recreatie en toerisme1.
kaders:
a. Het beleid 2 ten aanzien van recreatie en toerisme past binnen deze kaders en sluit hierbij aan. b. Het beleid geeft duidelijk de gemaakte keuze(n) weer ten aanzien van welke ontwikkelingen/activiteiten de gemeente wel en juist niet wil stimuleren. Het is duidelijk wat de prioriteiten zijn en het beleid betreft niet slechts een opsomming van voornamelijk al lopende projecten. c. Inkomsten en uitgaven aan recreatie- en toerismebeleid zijn voor meerdere jaren begroot. 2. 3.
Ondernemers zijn bij de totstandkoming van het beleid voldoende betrokken. De doelstellingen van het beleid met betrekking tot recreatie en toerisme: a. Zijn relevant, helder en meetbaar (SMART3) geformuleerd. b. Aanpalend beleid bevat geen tegenstrijdige doelen.
Doeltreffend-
Recreatie en toerisme, Richting 1: Kwaliteitsniveau aanbod verhogen
heid van de
4.
uitvoering:
Regio marketing (imago en bekendheid) is versterkt, d.m.v.: a. Aanhaken bij bestaande campagnes: Regio promotieplan opgesteld, afgestemd met Marketing Drenthe (2010). b. Aanvullend onderzoek naar specifieke doelgroepen en mogelijkheden voor Westerveld: onderzoek naar overnachtingen en bestedingen en naar besteding toeristenbelastingen (2009).
5.
Specifieke activiteiten / ondernemers - gericht op specifieke doelgroepen, seizoensverlenging en verhoging bestedingen zijn gestimuleerd 4.
6.
De gemeente heeft nieuwe initiatieven en samenwerkingsverbanden gefaciliteerd: a. Een Innovatiefonds 5 is ingesteld, dat wordt benut voor ondersteuning van vernieuwende activiteiten, arrangementen etc. b. Een aanjager is aangesteld die complexere initiatieven faciliteert 6 (vanaf 2009).
7.
Ondernemers zetten in op verhoging van het kwaliteitsniveau van hun accommodaties, activiteiten en onderlinge samenwerking.
Recreatie en toerisme, Richting 2: Verbindingen 8.
Uitbreiding fiets- en wandelroutes i.s.m. partners 7: a. 1 belevingsroute ontwikkeld in 2010 i.s.m. buurgemeenten en recreatieschap. b. Verbinding door de Eese – aanhaken bij fiets- en wandelroutes Overijssel en Friesland i.s.m. buurgemeenten (2010-2012).
9.
Verbindingen en samenwerking tussen lokale ondernemers initiëren en faciliteren: a. De gemeente heeft een platform recreatieve ondernemers opgezet (2009). b. Jaarlijks is ten minste 3 keer overleg met de gemeente. c. Het onderlinge netwerk van toeristische ondernemers is hiermee vergroot. d. Ondernemers zijn meer betrokken bij de gemeente.
1 2
3 4
5 6 7
Deze visie kan ook binnen de beleidsnota voorkomen. Eventueel aanvullend beleid (naast het door de raad vastgestelde beleid) zal bij de beleidsbeoordeling ook worden betrokken Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Bijvoorbeeld: Vernieuwende dagattracties, wellness-centrum, bezinningscentrum en hoogwaardige restaurants. Bijvoorbeeld op basis van de inkomsten uit de toeristenbelasting. Bijvoorbeeld ondernemers laten aanhaken bij project “Bestemming ZW Drenthe”. Fysieke verbindingen (beperkt) met daarnaast vooral themaroutes, slimme combinaties van start- en eindpunten, en knooppunten waar horeca gestimuleerd wordt.
9
Onderwerp
Normen 10. Ondernemers zetten zich actief in en ontplooien nieuwe initiatieven zoals aanbieden van arrangementen en andere toeristische producten Recreatie en toerisme, Richting 3: Evenementen 11. De gemeente: a. Heeft een werkgroep evenementen opgericht en gefaciliteerd (vanaf 2009). b. Zet actief in 1 op thema’s en geeft daarbij prioriteit aan activiteiten en bedrijven die aansluiten bij de Visie. c. Geeft specifiek aandacht aan mogelijkheden om grootschalige of meerdaagse evenementen te organiseren2. 12. Ondernemers: a. Communiceren actief over evenementen en grotere externe bijeenkomsten. b. Nemen initiatieven voor opzetten van aanvullende arrangementen. c. Zoeken de samenwerking met de gemeente op.
Effectiviteit:
13. De maatregelen en activiteiten hebben geleid tot: a. Hogere kwaliteit van het aanbod van accommodatiegelegenheden, (horeca)voorzieningen en attracties voor recreanten. b. Verbeterde recreatieve verbindingen, routes en arrangementen. c. Innovaties in het aanbod van attracties. d. Meer en/of grotere kwalitatief hoogstaande evenementen. e. Betere uitstraling / imago en bekendheid van de gemeente. 14. Het is aannemelijk dat de maatregelen en activiteiten leiden tot: a. Ombuiging van een dalende naar een stijgende belangstelling van toeristen voor de gemeente: meer toeristen komen en blijven langer3 b. Hogere bestedingen binnen de gemeente c. Een positieve bijdrage van recreatie en toerisme aan de (totale) economische groei in gemeente Westerveld door: positieve ontwikkelingen in aantallen vestigingen, omzet en werkgelegenheid. Ook in vergelijking met de andere pijlers, zoals zorg en grondgebonden economie 4. d. Hogere inkomsten uit toeristenbelasting. 15. Het beleid leidt niet tot ongewenste neveneffecten, bijvoorbeeld op het gebied van natuurwaarden, OR/infrastructuur, verkeer en vervoer. 16. Redenen waarom het gevoerde beleid eventueel niet heeft geleid tot de gewenste resultaten.
Doelmatighei d van de uitvoering:
17. De gemeente heeft voldoende personele en financiële middelen voor beleidsuitvoering beschikbaar gesteld. 18. De (extra) inzet van personele capaciteit en financiële middelen voor het recreatie- en toerismebeleid doet recht aan het belang en de prioriteit van deze economische pijler, ook in relatie tot de andere economische pijlers. M.a.w. van het beleid gaat daadwerkelijk een extra impuls uit. 19. De maatregelen en activiteiten zijn vanaf 2009 volgens planning uitgevoerd. 20. Interne afstemming heeft geleid tot een integrale beleidsbenadering bij aanpalende beleidsterreinen, zoals RO, APV / vergunningen, Verkeer en Vervoer5. Eventuele tegenstrijdigheden in aanpalend beleid zijn (in het bedrijventeam) geïdentificeerd en zo
1 2 3
4
5
Bijvoorbeeld door middel van ondersteuning, informatievoorziening en bekendmaking. Bijvoorbeeld door koppeling aan de ontwikkeling van Havelterberg. Af te leiden uit aantallen bezoekers van attracties en evenementen, aantal overnachtingen en verblijfsduur. Op basis van de voor de gemeente beschikbare dan wel af te leiden informatie (doorwerking, multipliers). Afstemming t.a.v. evenementenbeleid, beheer van openbare ruimte, en infrastructurele zaken zoals verbindingen in samenhang met het recreatie- en toerismebeleid, bijvoorbeeld door gebruikmaking van een Bedrijventeam binnen de gemeente
10
Onderwerp
Normen nodig afgestemd. 21. De regionale samenwerking is versterkt en effectief (levert de gewenste resultaten en meerwaarde op), met name met de provincie 1, buurgemeenten en bij de uitvoering betrokken organisaties 2. 22. Bij de beleidsuitvoering heeft voldoende overleg en samenwerking plaatsgevonden met recreatieondernemers: a. De betrokkenheid heeft de vorm gehad van inspraak, meedenken, meebeslissen en meedoen. b. Er is regelmatig (proactief) overlegd en gecommuniceerd over de mogelijkheden voor ondernemers. c. Vragen van de ondernemers staan binnen de gemeente centraal, in plaats van procedures (cultuuromslag). d. Ondernemers ervaren het beleid van de gemeente als stimulerend (inclusief aanpalend beleid). 23. De kosten van de uitvoering van het beleid: a. Zijn niet veel hoger dan geraamd. b. Er is geen sprake van verspillingen of inefficiëntie. 24. Vergelijking: ingezette middelen per inwoner voor recreatie- en toerismeontwikkeling (en opbrengsten) met omliggende gemeenten.
Informatievo
25. Afspraken en heldere eisen zijn vastgelegd over de informatievoorziening.
orziening en
26. De gemeente verzamelt en registreert regelmatig informatie over de uitvoering,
sturing
3
resultaten en effecten van het beleid t.a.v. recreatie en toerisme (van betrouwbare bronnen). 27. Er is sprake van volledige transparantie: a. Informatie-uitwisseling over (recreatie-) ondernemingszaken is structureel geagendeerd. b. Het dagelijks bestuur is op de hoogte van de beleidsuitvoering, bijvoorbeeld blijkens frequente en actuele managementrapportages. 28. De informatievoorziening aan de raad over de uitvoering van het beleid: a. Is tijdig, relevant, eenduidig en volledig (bevordert de besluitvorming). b. Is gericht op de performance indicatoren (KPI’s). c. Communiceert de samenhang tussen middeleninzet en doelbereik op heldere wijze. d. Stelt de raad in staat erop toe te zien dat het bestuur de kaders, doelen en eisen naleeft. e. Stelt de raad in staat op hoofdlijnen (bij) te sturen en het beleidskader eventueel aan te passen.
Het beleid, de beleidsuitvoering en de effecten hebben wij beoordeeld op grond van een beknopte beschrijving per onderwerp in het normenkader. Met deze toepassing van het normenkader beogen wij de gemeente en de raad duidelijke aanknopingspunten te bieden voor eventuele aanpassingen of verbeteringen. Het normenkader hebben wij toegepast op het beleid, de beleidsuitvoering en effecten over de periode 2009-2011 - voor zover beschikbaar. Voor zover activiteiten en projecten uit het recreatie- en
1
2 3
Bijv. de recreatie- en toerismeafdeling en het plattelandsontwikkelingsprogramma (STIPO) van provincie Drenthe. Bijvoorbeeld Recreatieschap, VVV Westerveld, Staatsbosbeheer, Recron. Bijvoorbeeld over de ontwikkeling van het aantal bezoekers, overnachtingen en bestedingen in de recreatieve sector binnen de gemeente vanaf 2007.
11
toerismebeleid hebben plaatsgevonden vóór 2009, hebben wij ook deze gegevens (over de voorliggende periode) in het onderzoek betrokken. Dit geldt tevens voor de financiële analyse, waar de onderzoeksperiode is afgestemd op het inzichtelijk maken van eventuele verschillen in middeleninzet als gevolg van het beleid.
2.4
Methodologie op hoofdlijnen
Het onderzoek bestaat hoofdzakelijk uit een analyse van de beleidsdocumenten en interviews over de beleidsuitvoering en de informatievoorziening aan de raad. In de voorbereidende fase is waar relevant eerst het normenkader aangepast. Nadat het voorstel en normenkader door de rekenkamer waren vastgesteld, is het onderzoek opgestart. Onderstaande tabel toont de onderzoeksaanpak op hoofdlijnen. Tabel 2.2 Opzet onderzoeksaanpak Fase
Aanpak
1
Definitieve onderzoeksopzet en normenkader
Voorbereiding
Startbijeenkomst Opvragen beleidsdocumentatie en dossier Interviewafspraken 2
Deskresearch
Bestuderen en beoordelen beleidsdocumentatie Dossierstudie recreatie en toerisme Financiële en verantwoordingsinformatie Ontwerp vragenlijsten voor interviews
3
Interviews beleidsuitvoering
Interviews met portefeuillehouder en ambtenaren Interviews met ondernemers Interviews buurgemeenten Opstellen en terugleggen interviewverslagen
4
Informatievoorziening
Bestuderen informatievoorziening aan college en raad Interviews met raadsleden Opstellen en terugleggen interviewverslagen
5
Analyse en rapportage
Synthese van bevindingen Conceptrapportage Ambtelijk wederhoor Conclusies en aanbevelingen Bestuurlijk wederhoor Nawoord rekenkamer Opleveren eindrapport met persbericht
De verzameling van gegevens heeft plaatsgevonden door middel van een documentenstudie en een aantal interviews. Interviews zijn gehouden met de betrokken portefeuillehouder en ambtenaren van gemeente Westerveld, ondernemers en organisaties in Westerveld met een belang bij recreatie- en toerismeontwikkeling en de recreatie- en toerismemedewerkers van drie buurgemeenten.
12
Vervolgens zijn het beleid en de informatievoorziening aan de raad getoetst aan het normenkader. De analyse- en rapportagefase vormde de laatste stap van het onderzoek, welke is afgesloten met overlegging van het eindrapport. De bevindingen zijn voor een feitenverificatie (ambtelijk wederhoor) voorgelegd aan de betrokken ambtenaren. Vervolgens zijn de bevindingen met conclusies en aanbevelingen voorgelegd voor bestuurlijk wederhoor aan het college. Tot slot is het nawoord van de Rekenkamer bijgevoegd.
13
3
Beleid t.a.v. recreatie en toerisme
3.1
Kaders voor recreatie en toerisme
Op het beleid en de activiteiten ten aanzien van recreatie en toerisme in de periode 2009-2012 zijn verschillende kaders van toepassing. De volgende beleidsnota’s en –documenten worden als relevante kaders genoemd voor het Programma Lokale economie en recreatie en toerisme in Programmabegroting 2010: 1. Collegeprogramma 2006-2010 2. Coalitieakkoord: Ontwikkelplan gemeente Westerveld 2010 – 2014: Meer met minder 3. Kadernota Buitengebied (2006) 4. Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Buitengebied (2008) 5. Kampeernotitie gemeente Westerveld (2008) 6. Startnotitie lokale economie (sept. 2008) 7. Beleidsnota lokale economie (dec. 2009) 8. Cofinancieringsfonds (Beleidsregel Cofinanciering 2008) 9. Strategische visie ‘Westerveld’ 10. Integraal plan: Havelte Oost 11. Provinciaal meerjarenprogramma Drenthe landelijk gebied 20072013 (ILG) De relevantie van elk van deze kaders voor het Programma Lokale economie en recreatie- en toerisme is per kader toegelicht in de Programmabegroting 2010. Hieronder beschrijven wij beknopt de relevantie van elk genoemd kader voor recreatie en toerisme. Ad. 1. Collegeprogramma 2006-2010: Eenmalige toevoeging van € 80.000 aan het cofinancieringsfonds voor innovatieve projecten die de plattelandseconomie (kunnen) versterken, tevens toevoeging van beleidsterreinen lokale economie en toerisme om in aanmerking te komen voor het fonds. b) Regisseren van vernieuwing van het buitengebied, waarbij ruimte bestaat voor recreatieve en agrarische bedrijven en bedrijvigheid in leegkomende boerderijen (tevens opgenomen in de Nota van uitgangspunten Bestemmingsplan buitengebied). c) De toegankelijkheid van natuurgebieden en het landelijk gebied (voor o.a. recreanten) wordt behouden door participatie in overlegstructuren en het op peil houden van de infrastructuur. a)
Ad. 2. Coalitieakkoord: Ontwikkelplan gemeente Westerveld 2010 – 2014: Meer met minder (blz. 9) Lokale economie/toerisme is het kernthema van het Coalitieakkoord. Het akkoord verwijst naar de Beleidsnota Lokale economie 2009 en het belang van duurzaamheid. De gemeente zal vooral natuur- en cultuurgerichte recreatie en toeristische activiteiten in hun samenhang faciliteren en bevorderen. Een andere vorm van toerisme
14
die volgens het Coalitieakkoord kansen biedt is het astrotoerisme. Daar waar landschappelijk inpasbaar, staat de coalitie open voor mogelijkheden voor grootschaliger recreatie. Doel is te groeien naar minimaal 1 miljoen overnachtingen per jaar. Ad. 3. Kadernota Buitengebied (2006): De kadernota dient als basis voor het nieuwe Bestemmingsplan Buitengebied (momenteel in procedure). In de kadernota staan (o.a.) ontwikkelingsrichtingen en de lange termijnvisie aangegeven op het gebied van bedrijvigheid en recreatie en toerisme. Randvoorwaarden voor nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied zijn dat deze dienen bij te dragen aan: 1) Behoud van de leefbaarheid en de landschappelijke kwaliteit. 2) De plattelandseconomie. Onderdelen van de visie specifiek gericht op de recreatie en toerismefunctie zijn o.a. (blz. 43-46): Ontwikkelen, versterken en toegankelijk houden van de natuurgebieden, ook voor recreatieve sector. Ruimhartig recreatief medegebruik van natuurgebieden (incl. Havelte oost). Inzetten op kwalitatieve verbetering en uitbreiding van het fiets-, wandel- en ruiterpadennetwerk. Ontvankelijkheid voor nieuwe dagrecreatieve ontwikkelingen. Inzetten, beschermen, ontwikkelen, herkenbaar en beleefbaar maken van cultuurhistorische elementen. Ruimte voor uitbreiding en nieuwvestiging van verblijfsrecreatie. Ad. 4. Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Buitengebied (2008): In het traject naar een nieuw Bestemmingsplan Buitengebied is de Nota van Uitgangspunten gerealiseerd. In verband met het wegvallen van de Wet op de Openluchtrecreatie zijn enkele essentiële beleidskeuzes t.a.v. recreatie en toerisme hierin opgenomen. Uitgangspunten ten aanzien van recreatie en toerisme zijn: Recreatie is van groot economisch belang voor de gemeente. Er is een groeiende en veranderende maatschappelijke vraag naar recreatievoorzieningen. Verbetering en versterking van de toeristische en recreatieve sector is van groot belang. Ontwikkelingen toetsen aan het landschap. Hiertoe zijn o.a. de uitgangspunten in de Kampeernotitie overgenomen alsook een voorziening voor aanduiding en regeling van evenementen. De gemeente Westerveld heeft in januari 2010 het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied ter inzage gelegd. Het Bestemmingsplan Buitengebied is momenteel in procedure.
15
Ad. 5. Kampeernotitie gemeente Westerveld (2008): De kampeernotitie is opgesteld in verband met het wegvallen van de Wet op de Openluchtrecreatie. De notitie bevat kaders en beleidsuitgangspunten ten aanzien van kamperen in Westerveld. De beleidskeuzen houden o.a. in: Mogelijkheden voor nieuwvestiging in gebieden met (gedeeltelijke) recreatiebestemming onder voorwaarde van landschappelijke inpassing. Stimuleren van vernieuwing in het aanbod. Ontmoedigen van uitponden van recreatiewoningen1 (door stimuleren van bedrijfsmatige exploitatie). Permanente bewoning niet toestaan (i.v.m. kwaliteitsborging). Seizoensverlenging door jaarrond kamperen toestaan op reguliere campings. Kleinschalig kamperen bij de boer onder voorwaarden en seizoensmatig toegestaan. Natuurkamperen toegestaan onder de voorwaarden van Stichting Natuurkampeerterreinen2. De vastgestelde kaders zijn meegenomen in de Nota van Uitgangspunten en het nieuw opgestelde Bestemmingsplan Buitengebied. Ad. 6. Startnotitie lokale economie (2008): De startnotitie lokale economie geeft een ‘0-meting’ van de economische situatie van de gemeente Westerveld weer. De startnotitie is de basis voor de beleidsnota en het uitvoeringsprogramma. Conclusies t.a.v. recreatie en toerisme: Van groot economisch belang (direct en indirect, bijv. detailhandel en daarmee leefbaarheid kernen) Vraagt een stevige kwaliteitsimpuls (concepten, regionale verbinding, PR). Heeft nauwe relatie met ruimtelijke uitbreidingsmogelijkheden c.q. beperkingen (natuur, landbouw en diversiteit kernen). Vereist actief beleid. Uitwerking vereist focus op thema’s, bijvoorbeeld een verbinding met de Kop van Overijssel en het uitbuiten van de combinatie van natuur, buitengebied en dorpskernen. Doel is om bezoekersbestedingen toe te laten nemen.
1
Het gaat hier vooral om het ontmoedigen van de verkoop van recreatiewoningen binnen een park aan vele verschillende (particuliere) eigenaren. Gespreid particulier eigendom binnen parken kan leiden tot een afname van investeringen in de voorzieningen en tot gebruik van recreatiewoningen voor huisvesting van arbeidsmigranten. Dit kan tot gevolg hebben dat seizoenstoeristen wegblijven, wat weer kan leiden tot lagere inkomsten en minder investeringen. Zo kunnen recreatieparken in een neerwaartse spiraal terechtkomen. Dit wil de gemeente met de Kampeernotitie voorkomen. 2 Gemeente Westerveld, Kampeernotitie, Recreatie, toerisme en economie Versie: december 2008
16
-
Bekendheid en imago zijn noodzakelijk om aan te werken (bijv. specifieke contacten/concepten/evenementen ontwikkelen Verbindingen met de regio zijn van belang
Ad. 7. Beleidsnota lokale economie (2009): De beleidsnota lokale economie is een uitwerking van de startnotitie Lokale Economie. De beleidsnota geeft aan op welke punten kaders gesteld worden en op welke punten de gemeente het bedrijfsleven gericht kan faciliteren. Het beleid moet op die manier, mede door de betrokkenheid van ondernemers, een vliegwielfunctie gaan vervullen. De beleidsnota lokale economie met bijbehorend uitvoeringsprogramma zijn eind 2009 vastgesteld. Probleem: Teruglopend aantal overnachtingen, weinig attracties en matige horecafaciliteiten. Versterking van de sector als basis voor de economie noodzakelijk. -
Doelen: 1. Toename van de toeristisch recreatieve bestedingen door a) Toename van de bestedingen per persoon. b) Toename van het aantal bezoekers. 2. Verhogen van het kwaliteitsniveau van het aanbod om doelgroepen te binden. Richtingen: 1) Vergroten kwalitatief aanbod voorzieningen. 2) Verbinden dorpen, landschap, natuur en regio. 3) Evenementen. De Beleidsnota bevat per richting een aantal mogelijkheden vanuit de gemeente en de ondernemers om de doelen te realiseren. Deze zijn nader uitgewerkt in een Uitvoeringsprogramma Lokale Economie (2009). Ad. 8. Cofinancieringsfonds (Beleidsregel cofinanciering 2008): Het Cofinancieringsfonds heeft een relatie met het provinciaal meerjarenprogramma (PMJP). Het heeft als doel de economische en sociale vitaliteit te bevorderen middels het (financieel) ondersteunen van innovatieve projecten. In Westerveld kunnen projecten zowel binnen het PMJP als los daarvan door middel van cofinanciering gerealiseerd worden. Ad. 9. Strategische visie ‘Westerveld; woon en recreatiegemeente bij uitstek’ (2008): De strategische visie geeft de beleidskeuzes weer waarmee gemeente Westerveld zich wil onderscheiden. De beleidsspeerpunten zijn “wonen” en “recreatie en toerisme”. Als kernkwaliteiten worden benoemd: diversiteit, afwisselend landschap met kleine kernen, rijk
17
natuuraanbod, kleinschaligheid en rijke cultuurhistorie. Aandachtspunten zijn: Inspelen op toenemende vraag naar zowel dagals verblijfsrecreatie. Doelgroepensegmentatie. Kwaliteitsimpuls dag- en verblijfsrecreatie. Versterken ecologische verbindingen en toegankelijkheid. Regierol gemeente. Ad. 10. Integraal Plan Havelte-Oost / Holtingerveld (2009): Dit plan bevat een visie en doet aanbevelingen voor de versterking van de toeristisch-recreatieve infrastructuur met behoud of versterking van natuur en landschap. Het gebied omvat o.a. de stuwwal Havelterberg en de hunebedden1. In 2009 is het Integraal Plan Holtingerveld voor het gebied vastgesteld2. Hierin zijn een aantal maatregelen opgenomen, waaronder het project Toegangspoort Oerlandschap Holtingerveld3, een nieuwe schaapskooi en een rondgaande fietsroute4. In de visie wordt benadrukt dat recreatieondernemers de gelegenheid moet worden geboden om hun bedrijf op een duurzame en economisch gezonde wijze te ontplooien. Mogelijke maatregelen op het gebied van recreatie: Beperken gemotoriseerd verkeer en parkeren in gebied vermindert druk van dagrecreanten uit de regio om meer ruimte te bieden voor verblijfstoeristen. Kwaliteitsverbetering en uitbreiding recreatiebedrijven noodzakelijk. Beperkte nieuwvestiging op natuur gerichte segmenten mogelijk; Aansluiting en bewegwijzering op het hoofdfietspadennetwerk belangrijk. Korte bewegwijzerde ommetjes. Geleiden van recreatiestromen o.b.v. motiefgroepen. Verbeteren van de vindbaarheid van het gebied, de toegangen en de voorzieningen. Tevens is er een wederzijdse relatie tussen het IP en het (nog op te stellen) Beheerplan Natura 2000 voor Havelte-Oost5 door DLG i.s.m. SBB en partners. Tot slot is het IP van invloed op de ontwikkelingen die geschetst worden in het Masterplan Havelterberg 2009. Ad. 11. Provinciaal meerjarenprogramma Drenthe landelijk gebied 2007- 2013 (ILG):
1 2 3
4
5
Integraal Plan natuurgebied Havelte-Oost – Concept Visiedocument Integraal Plan Holtingerveld Gemeente Westerveld (2009) Toegangspoort Oerlandschap Holtingerveld, Uitvoeringsplan Havelterberg 2009. Projectgroep Havelterberg, november 2009. Bestemmingsplan vastgesteld okt. 2010. Holtingerveld “Oerlandschap gekneed door ijs en oorlog”, 15 februari 2011 op: http://www.provincie.drenthe.nl/landelijkgebied/diverseonderdelen/projecten/zuidwest_drenthe/holtingerveld/ Andere Natura 2000 gebieden in Westerveld zijn: Dwingelderveld, Drents-Friese Wold en Leggelderveld.
18
De gemeente Westerveld is deelnemer in het ILG-programma (Investeringsbudget Landelijk Gebied). Eén van de thema’s in het ILG is recreatie. Hieraan zijn subsidies gekoppeld voor landelijke en provinciale routenetwerken en voor het versterken van toeristische voorzieningen 1. Daarnaast zijn ILG-subsidies beschikbaar voor verbreding van niet-agrarische economische activiteiten in relatie tot natuur en recreatie en toerisme (in regio Zuidwest Drenthe), onder het thema sociaal-economische vitalisering. Daarnaast was tot 2010 financiering beschikbaar voor het toeristische recreatieve bedrijfsleven onder STINAT2. In Programmabegroting 2011-2014 (blz. 31) worden nog slechts drie van bovengenoemde documenten als de belangrijkste actuele kaders voor lokale economie en recreatie en toerisme genoemd, namelijk: Coalitieakkoord bij het thema lokale economie (2010); Beleidsnota lokale economie (2009); Integraal Plan Havelte-Oost (Holtingerveld, 2009), inclusief dagrecreatieve versterking toegangspoort Holtingerveld. In Programmabegroting 2012-2015 (blz. 35) wordt hieraan een vierde kader toegevoegd, namelijk de Provinciale omgevingsvisie Drenthe. Hierin krijgt (verblijfs)recreatie in Zuidwest Drenthe een belangrijke plaats: “Voor bestaande bedrijven is kwaliteitsverbetering het belangrijkste thema en voor nieuwvestiging wordt ingezet op slechtweer accommodaties”. In 1e Bestuursrapportage 2011 (blz. 28) wordt daarnaast verwezen naar een Recreatievisie. Hiermee wordt het Toeristisch Recreatief Ontwikkelperspectief Uffelte – Ruinen (TROP) van Recreatieschap Drenthe (2011) bedoeld. Dit TROP is een samenwerkingsproduct van het recreatieschap, Provincie Drenthe, Waterschap Reest en Wieden, Gemeente Westerveld en de Gemeente De Wolden. Het TROP Uffelte-Ruinen streeft naar een koppeling van recreatie aan de wateropgave (waterberging) voor het gebied. Het TROP beoogt dit te bereiken door het versterken van de beleving, waterrecreatie,
1
2
Provincie Drenthe, Provinciaal Meerjarenprogramma Drenthe Landelijk Gebied 20072013, 2 e versie, maart 2008. Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk! Drenthe 2008-2010 (STINAT) is een provinciale stimuleringsregeling voor het toeristisch recreatieve bedrijfsleven en is geopend in oktober 2008. Het budget betreft 4,5 miljoen provinciale middelen en 3 miljoen Europese (OP EFRO) middelen. STINAT wordt uitgevoerd door SNN. Op 7 oktober 2009 heeft de provincie Drenthe besloten de STINAT te verruimen. De STINAT helpt recreatieondernemers om hun plannen uit te voeren. Natuur, landschap en recreatie kunnen elkaar immers versterken. De regeling maakt expertise op het gebied van natuur, landschap en architectuur makkelijker toegankelijk (adviesproject). Ook strategische investeringen op het gebied van (economische) kwaliteitsverbetering, innovatie, natuur- en landschapsontwikkeling, landschappelijke inpassing, architectuur en duurzaamheid worden met de regeling ondersteund (kwaliteitsverbeteringproject). Het subsidieplafond voor 2010 was op 25 mei 2010 reeds bereikt.
19
landgebonden recreatie en het versterken van de verbindingen1. Als specifieke projecten voor Westerveld worden benoemd: 1) Ontwikkelen van ‘belevingsroute’; 2) Ontwikkelen van ‘landbouw’ themaroute; 3) Doelgroepsegmentatie stimuleren; 4) Versterken van de land- en waterknooppunten bij Dieverbrug en Uffeltersluis. Een ander veelgenoemd project in het kader van recreatie en toerismeontwikkeling is “Bestemming Zuid-West Drenthe”. Het betreft een samenwerkingsproject tussen de gemeenten in Zuidwest-Drenthe (De Wolden, Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe en Westerveld) en het Recreatieschap Drenthe, in samenspraak met het ondernemersplatform Toeristisch Recreatief Drenthe. Dit project kreeg een vervolg in 2009.
3.2
Totstandkoming beleid
Betrekken van ondernemers en doelgroepen Om het draagvlak en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het beleid te borgen is van belang, dat de belangrijkste doelgroepen en organisaties bij totstandkoming van het beleid worden betrokken en hierbij een inbreng hebben. Volgens zowel de ambtenaren als de ondernemers heeft over het algemeen de gemeente zich de afgelopen paar jaren sterk verbeterd wat betreft het betrekken van ondernemers, bewoners en andere doelgroepen bij de beleidsvorming. Dit geldt ook voor de verschillende kaderstellende documenten die van toepassing zijn op het recreatie- en toerismebeleid. Meer specifiek is, om ondernemers te betrekken bij de beleidsvorming op het gebied van Lokale Economie (en recreatie en toerisme), voor de Startnotitie Lokale Economie een klankbordgroep met de sectoren opgericht. Bij de startbijeenkomst waren ruim 200 ondernemers aanwezig2. Bij het opstellen van de Beleidsnota zijn de ondernemers vervolgens per pijler in de Beleidsnota 3 of 4 keer samengekomen. Bij de deelsessie recreatie en toerisme in april 2009 waren nog 12 ondernemingen vertegenwoordigd3. De notitie is voorgelegd en gepresenteerd via de ondernemersverenigingen en het Toeristisch Informatiepunt (TIP). Volgens de informatie in de Beleidsnota en de betrokken ambtenaren was er sprake van een goede deelname van belanghebbende ondernemers en andere partijen en werd de Beleidsnota positief ontvangen. Twee van de geïnterviewde ondernemers gaven aan voldoende betrokken te zijn geweest voor een nuttige inbreng in de 1 2 3
Toeristisch Recreatief Ontwikkelperspectief Uffelte – Ruinen. Definitief. ProCensus in opdracht van Recreatieschap Drenthe. Juli 2011. Beleidsnota lokale economie blz. 28 Ibid. blz. 36
20
totstandkoming van de Beleidsnota1. Meer dan de helft van de geïnterviewde ondernemers gaf aan niet of onvoldoende betrokken te zijn geweest bij de totstandkoming van het recreatie- en toerismebeleid in de Beleidsnota Lokale Economie 2009. Enerzijds was het, volgens sommige ondernemers, beter geweest indien de gemeente de ondernemers meer had kunnen betrekken. Dit had een positief verschil kunnen maken. Echter, andere ondernemers gaven aan dat de ondernemers zelf niet altijd even enthousiast zijn (en blijven) voor deelname aan meerdere beleidssessies, hier niet zo in geïnteresseerd zijn of hiervoor geen tijd willen of kunnen vrijmaken. Deze ondernemers gaven aan, dat er wel voldoende mogelijkheid was voor inbreng indien de ondernemers zouden willen. Ook gaven zowel ondernemers als ambtenaren aan, dat het enthousiasme na een voortvarende start na verloop van tijd weglekt. Bewoners zijn alleen via openbare procedures betrokken. Reden hiervoor was, dat het speerpunt van het beleid de (toeristische) bedrijvigheid was. Toeristen zijn niet betrokken geweest bij de totstandkoming van het beleid. Volgens de betrokken beleidsambtenaar kan het wel interessant zijn om het perspectief van toeristen sterker te betrekken in vervolgnota’s op het gebied van recreatie en toerisme. Dit kan bijvoorbeeld door resultaten van het doelgroepenonderzoek op provincieniveau van Marketing Drenthe en het Continue Vakantieonderzoek mee te nemen in eventuele toekomstige vervolgnota’s op het gebied van recreatie en toerisme. Betrokkenheid beleidsvorming intern: aanpalend beleid Intern zijn medewerkers van diverse aanpalende beleidsterreinen bij de totstandkoming van het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme betrokken geweest, bijvoorbeeld van RO, Landschapsontwikkeling, Cultuurhistorie en Monumenten en de Civieltechnische dienst (ten aanzien van fietspaden e.d.). Uit de interviews met ambtenaren is gebleken dat de formele betrokkenheid vanuit deze aanpalende beleidsterreinen bij het opstellen van het beleid niet heel intensief is geweest, maar volgens hen was de afstemming wel voldoende. De reden dat er niet meer betrokkenheid was, is gelegen in de kleine formatie: men moet zich beperken tot het meest noodzakelijke. Daarnaast is de medewerkster recreatie en toerisme ook beleidscoördinator binnen team Leefomgeving. Ze is hierdoor ook betrokken geweest bij overleggen over kaderstellende documenten zoals bijvoorbeeld LOP. De Beleidsnota sluit daarom goed bij deze documenten aan.
1
Een van de ondernemers was in 2008/2009 nog niet in de gemeente gevestigd
21
3.3
Samenhang kaders en beleid
In elk van bovenstaande documenten wordt het belang van recreatie en toerisme voor de economie en leefbaarheid van de gemeente Westerveld benadrukt. Ook wordt in elk van de documenten gewezen op de noodzaak van een actieve inzet op verbetering en versterking van de recreatie en toerismesector en bevordering van natuur- en cultuurgerichte recreatie. Een belangrijk uitgangspunt is dat bescherming en ontwikkeling van natuur- en cultuurhistorische waarden en elementen plaatsvindt met het oog op behoud en/of verbetering van de recreatieve toegankelijkheid en beleving. Een rode draad in de verschillende beleidskaders is daarnaast het openstaan voor nieuwe ontwikkelingen in de vorm van uitbreiding en grootschaliger recreatie en stimuleren van vernieuwing, met het oog op verbetering van kwaliteit en diversiteit in het aanbod van toeristische accommodaties en voorzieningen / producten. Een belangrijke terugkerende voorwaarde is het borgen van de landschappelijke inpasbaarheid. De ontwikkelingsrichtingen wat betreft recreatie en toerisme in de hierboven genoemde kaderdocumenten op de aanpalende beleidsterreinen van ruimtelijke ordening en landschapsontwikkeling spreken elkaar niet tegen en zijn voornamelijk versterkend of aanvullend op elkaar. De Kadernota en Nota van uitgangspunten Bestemmingsplan Buitengebied zijn bijvoorbeeld belangrijk wat betreft de ruimtelijke mogelijkheden die gemeente Westerveld aan de recreatie en toerismesector biedt. Ook in het LOP en de Cultuurhistorische Waardenkaart komt het belang van recreatie en toerisme goed naar voren. De beleidsnota Lokale Economie gaat specifieker in op bedrijfsmatige aspecten voor ondernemers in de recreatie- en toerismesector. Daarnaast zijn er plannen specifiek gericht op bepaalde gebieden binnen de gemeente (bijv. TROP Uffelte-Ruinen, IP Holtingerveld, Landgoed de Eese 1). De beleidsnota’s en projectplannen sluiten aan bij de kaders. Ook in het eind 2011 vastgestelde Gemeentelijke Verkeer en Vervoersplan (GPVV)2 van gemeente Westerveld wordt expliciet rekening gehouden met het belang van recreatie en toerisme. Er wordt specifiek aandacht geschonken aan de routegerelateerde speerpunt uit de Beleidsnota Lokale Economie en ingespeeld op 1
2
Bij het project van Landgoed de Eese (richting Vledder en Wilheminaoord, deels op grond van gemeente Westerveld, deels Steenwijkerland - Overijssel), waarbij van landbouwgebied weer natuurgebied wordt gemaakt, speelt recreatie en toerisme een belangrijke rol. O.a. de vennen voorzien van water en fietspaden aanleggen om het gebied meer open te stellen. Verkeer- en vervoerbeleid gemeente Westerveld 2011-2020, definitieve versie November 2011.
22
toekomstige ontwikkelingen als gevolg van de projecten als Toegangspoort Holtingerveld en Inrichting Dwingelderveld. Dit komt onder andere tot uiting in de aandacht voor een veilig fietspadennetwerk, een aangepast snelheidsregime, stappenplan voor identificatie van parkeerproblemen en vervanging van de lokale objectbewegwijzering voor meer herkenbaarheid en eenduidigheid. Wel is een mogelijke tegenstrijdigheid te vinden in de nadruk op “kleinschaligheid” in de Strategische visie (2008, blz. 3-4) enerzijds en anderzijds het openstaan voor of selectief aantrekken van “mogelijkheden voor grootschaliger recreatie” zoals genoemd in het Coalitieakkoord (2010-2014, blz. 9), Programmabegroting 2011-2014 (blz. 32) en Programmabegroting 2012-2015 (blz. 36). Aldus de betrokken portefeuillehouder en ambtenaren is het aantrekken van een grootschalige attractie een van de aspecten die bij de ontwikkeling van de Beleidsnota Lokale Economie II niet langer de prioriteit zal krijgen. De hiervoor aangedragen reden is dat dit idee is ingehaald door de tijd: onderscheidendheid is nu belangrijker dan massaliteit en ontwikkelingen zoals Natura 2000. De Beleidsnota Lokale Economie bevat als één van de ontwikkelingsrichtingen voor recreatie en toerisme de pijler: “Evenementen”. Aandachtspunten hierbij zijn o.a.: Evenementen moeten mede gezien worden in mogelijkheden voor spin-off; Actieve inzet op bepaalde thema’s die passen bij de identiteit van de gemeente; Specifieke aandacht voor mogelijkheden en eisen om grootschalige of meerdaagse evenementen te organiseren. Gemeente Westerveld is voornemens een Evenementenbeleid op te stellen. Zonder evenementenbeleid kan de gemeente een aanvraag evenementenvergunning slechts weigeren op grond van de weigeringsgronden die in de APV staan vermeld. Met een evenementenbeleid zou de gemeente kunnen sturen welke typen evenementen worden aangetrokken of voorrang krijgen. De verantwoordelijke ambtenaar voor het op te stellen Evenementenbeleid is slechts in grote lijnen op de hoogte van de inhoud van het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme en ten tijde van dit onderzoek nog niet bekend met de Werkgroep Evenementen. Afstemming van het Evenementenbeleid met de prioriteiten en doelen van de Beleidsnota Lokale Economie en met de Werkgroep Evenementen is uiteraard wel van belang. De gemeentelijke kaders sluiten tevens aan bij de ontwikkelingsrichting voor Zuidwest Drenthe, zoals aangegeven in het provinciale meerjarenprogramma en bij het Provinciaal Omgevingsplan (POPII).
23
3.4
Visie en prioriteiten
Voor de betrokken ambtenaren zijn de richting en prioriteiten voor recreatie en toerisme-ontwikkeling in gemeente Westerveld doorgaans duidelijk (zie rode draden onder 4.1.2). Aldus de portefeuillehouder. De Beleidsnota Lokale Economie geeft een heel goede aanzet, maar de prioriteiten mogen in de vervolgnota meer worden meegenomen. Als hoofdlijnen en prioriteiten van het recreatie en toerismebeleid worden door de betrokken portefeuillehouder en ambtenaren genoemd: Recreatie en toerisme is economisch zeer belangrijk en tevens een belangrijke pijler voor de instandhouding van voorzieningen om de leefbaarheid op peil te houden (demografisch krimpgebied). Omkering van de dalende trend naar een toename van het aantal bezoekers, overnachtingen en bestedingen is nodig. Hiervoor is kwaliteitsverbetering, diversificatie en vernieuwing in het aanbod een vereiste. De rol van de gemeente is voldoende ruimte bieden aan ondernemers voor innovatie / uitbreiding. Voor het merendeel van de ondernemers zijn de visie en prioriteiten van de gemeente ten aanzien van de ontwikkeling van recreatie en toerisme op hoofdlijnen helder. Hierin is met name de laatste paar jaren verbetering in gekomen. De helft van de ondernemers gaf echter aan dat zij nog onvoldoende een expliciete, gedragen en eenduidige gemeentelijke visie voor langere termijn zien op (de gewenste) recreatie- en toerismeontwikkeling in Westerveld. Dit heeft tot gevolg dat zij tevens onvoldoende samenhang (geen rode draad) ontwaren tussen de visie, het beleid, thema’s, projecten en activiteiten. Dit heeft te maken met het feit dat de visie nog nadere uitwerking behoeft 1. De Beleidsnota Lokale Economie (blz. 7-8) onderstreept het belang van een breed gedragen visie en identiteit voor het beleid voor de lokale economie. De Beleidsnota bevat tevens een aanzet voor een dergelijke visie of “verhaal”, maar benadrukt ook het belang van een nadere uitwerking van het verhaal door, en in samenwerking met, de ondernemers. Het aspect van de vorming van een heldere gedeelde visie en identiteit verdient de nodige urgentie, omdat de inhoud en vorm van het merendeel van het beleid en de te stimuleren innovaties, arrangementen, evenementen, (promotie)activiteiten en projecten e.d. juist hieraan kunnen worden verbonden en getoetst. Een dergelijke opzet en samenhang tussen visie, beleid en uitvoering is in feite ook zo voorgesteld in de Beleidsnota Lokale Economie (zie figuur blz. 5). Volgens de betrokken ambtenaar sluit het verhaal dat nu is gemaakt in het kader van het regio promotieplan wel hierbij aan.
1
Bron: Interviews met portefeuillehouder en ondernemers
24
Als reden dat het verder ontwikkelen van de visie en het beleid in samenwerking met ondernemers wat moeizaam op gang komt, wordt vanuit de gemeente aangevoerd dat de bevolking en ondernemers in eerste instantie nog heel terughoudend reageren. Volgens de portefeuillehouder en ambtenaren is er veel beleid, tact en helderheid nodig om de ondernemers te kunnen betrekken. In eerste instantie heeft de gemeente breed uitgezet, maar er komt een punt dat de gemeente waardering zal tonen aan de ondernemers die verschijnen en deelnemen en zich daarop gaat richten. Men ziet bij de gemeente dat ondernemers nu beginnen mee te denken. Daarnaast ontbreekt volgens een aantal ondernemers en een betrokken ambtenaar de strategische schakel tussen het hoge abstractieniveau van de ontwikkelingsrichting enerzijds en het detailniveau van projectuitvoering anderzijds. Met andere woorden, een strategisch document met ambities en acties dat aangeeft “hoe komen we waar we willen zijn”. Wanneer de visie en strategie helder zijn, kunnen deze meer in de communicatie tussen gemeente en ondernemers worden uitgedragen. Op basis daarvan kunnen dan projecten worden ontwikkeld, opdat alle projecten en activiteiten meer dan nu (ook thematisch) met elkaar zullen samenhangen en gekoppeld zijn aan hetzelfde doel. Een heldere visie en strategie kunnen ook de aanjager of regisseur helpen bij de vertaling van beleid en strategie naar tactiek, projecten en de uitvoering ervan. Op deze manier kan de gemeente een sterkere regierol spelen.
3.5
Beleidsdoelen t.a.v. recreatie en toerisme
Onderstaande tabel laat per document en over verloop van tijd zien welke doelen de gemeente Westerveld voor ogen heeft ten aanzien van het recreatie- en toerismebeleid. Tabel 3.1: Doelen recreatie- en toerismebeleid Doelen t.a.v. recreatie en toerisme
Beoogd maatsch. effect
Uitbreiding
Toename
Toenam
Kwaliteitsver
Diversificati
‘Westerveld moet
aantal
aantal
e
betering
e van
DE
recreatieve
bezoekers /
bestedin
aanbod
aanbod /
(aantrekkelijkste)
bedrijven en
overnachtinge
gen
verblijf en
doelgroep-
toeristische
voorzieningen
n
voor-
segmen-
gemeente van
zieningen
tatie
Drenthe worden’
X
X
X
Begroting 2009
Als indicator
X
Coalitieakkoord
Doel = 1
Document
Begroting 2008 Strategische visie
X
"Westerveld, woon en recreatiegemeent e bij uitstek” 2008
25
Doelen t.a.v. recreatie en toerisme
Beoogd maatsch. effect
2010-2014
miljoen p. jaar
Missie en visie
X
X
2010-2014 ‘Vitaal en duurzaam Westerveld’ Beleidsnota
X
X
X
X
X
X
Lokale Economie dec. 2009 Begroting 2010
Als indirecte indicator
Begroting 2011
X
Doel = 1 miljoen Per jaar
Begroting 2012
X
X
X
Formulering aangepast
Volgens de betrokken ambtenaar bevat de Beleidsnota Lokale Economie deels lopende activiteiten waarmee de gemeente al was begonnen, maar daarnaast zeker ook nieuwe prioriteiten en activiteiten. Dit wordt bevestigd in bovenstaande tabel. Hierin is een verschuiving van doelen te zien tussen 2008 en 2009, van ‘uitbreiding van het aantal recreatieve bedrijven en voorzieningen’ naar ‘kwaliteitsverbetering en diversificatie van het aanbod’ en ‘toename van bestedingen’. Dit wijst op een verandering van prioriteiten in het beleid. In het Coalitieakkoord en Programmabegroting 2011-2014 wordt genoemd dat “Westerveld DE toeristische gemeente van Drenthe” moet worden. Uit de documenten blijkt niet hoe dit doel meetbaar gemaakt zou kunnen worden. Volgens de betrokken portefeuillehouder en ambtenaar is deze doelstelling achterhaald en in de huidige situatie niet zinvol. De reden hiervoor is dat gemeente Westerveld juist baat zal hebben bij samenwerking, profilering en promotie in regionaal verband (met gemeenten in regio Zuidwest Drenthe en provincie Drenthe). In programmabegroting 2012-2015 is het beoogde maatschappelijk effect daarom als volgt geformuleerd: “Het toeristisch profiel van de gemeente versterken”. Het meest constant genoemde doel is een toename van het aantal bezoekers c.q. overnachtingen. Het doel van toename van het aantal bezoekers en overnachtingen komt vanaf 2008 in elk document terug, soms als doel op zich, soms als indicator. In het Coalitieakkoord en in Programmabegroting 2011-2014 wordt dit doel meetbaar geformuleerd, namelijk het streven naar 1 miljoen per jaar. In Programmabegroting 2012 is hierbij aangeven dat dit doel per 2018 moet zijn bereikt.
26
Volgens de betrokken portefeuillehouder en ambtenaren betreft het doel van 1 miljoen overnachtingen een effectindicator die beïnvloed wordt door meerdere factoren die buiten de invloedsfeer van de gemeente liggen. Gezien de huidige economische situatie is volgens hen een toename van het aantal overnachtingen – m.a.w. een kering van de dalende trend - op zich al een nastrevenswaardig doel. In Beleidsnota Lokale Economie worden daarnaast de volgende beleidsdoelen voor de pijler recreatie en toerisme genoemd: Een toename van het aantal bestedingen; Kwaliteitsverbetering van het aanbod; Diversificatie / doelgroepsegmentatie van het aanbod. Deze doelen zijn verder niet meetbaar gespecificeerd en gekwantificeerd. Volgens enkele betrokken ambtenaren zijn de doelen in vrij algemene termen opgesteld en zouden deze op zich concreter kunnen worden geformuleerd. Echter, gezien de afhankelijkheid van externe factoren die niet door de gemeente te beïnvloeden zijn, vragen zij zich tevens af in hoeverre een dergelijke concretisering zinvol is. Ondanks de rode draad van “toename van het aantal overnachtingen”, is de formulering en mate van specificatie van de doelen en beoogde maatschappelijke effecten nu regelmatig veranderd, wat tot verwarring kan leiden. Ook wordt met het nastreven van 1 miljoen overnachtingen als effectindicator, geen heldere en expliciete beleidskeuze gemaakt tussen massatoerisme en het exclusievere, kwalitatief hoogwaardige toerismesegment. Wat mogelijk net zo belangrijk is als het aantal overnachtingen, zijn de totale bestedingen die in Westerveld worden gedaan door toeristen. Bij een focus op toerisme in een hoger segment, kunnen hogere bestedingen mogelijk ook met een gelijkblijvend aantal overnachtingen gerealiseerd worden. Tot slot wordt door de portefeuillehouder en betrokken ambtenaren gesteld dat een imagoverandering met daaraan gekoppeld sterke promotie van groot belang is om de genoemde doelen te bereiken.
3.6
Financiële kaders en begroting
3.6.1 Begrote uitgaven Beleidsnota Lokale Economie In Perspectiefnota 2008-2012 (blz. 24) is de noodzaak aangegeven voor extra budget in 2008 voor het opstellen van de Beleidsnota Lokale Economie, maar niet de hoogte: “Hoe groot dit budget dient te zijn is afhankelijk van de uitkomsten van de startnotitie en de ambities die de raad daaraan verbindt”. Ook wordt in Perspectiefnota 2008-2012 gesteld dat nog niet zeker is hoeveel projecten hier uit voort zullen komen, maar dat in 2009 budget noodzakelijk is “om het
27
beleid het noodzakelijke wervend en inspirerend karakter te laten krijgen”. In de Perspectiefnota’s van 2008 tot en met 2011 zijn de algemene financiële kaders voor beleid vanuit de raad weergegeven. Dit betreft: Voortzetting van bestaand beleid tenzij de raad anders besluit; Structurele eindejaarsuitkering t.a.v. personeelslasten; Inflatiepercentage; Hoogte algemene uitkering gemeentefonds; Rentepercentage; Maximale opbrengststijging gemeentelijke belastingen en heffingen. Uit de Perspectiefnota’s van 2009 tot en met 2011 en overige beschikbaar gestelde documentatie blijkt niet dat de raad nadere financiële kaders heeft vastgesteld specifiek voor uitvoering van de Beleidsnota of het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie, of voor Recreatie en toerisme. In Perspectiefnota 2011 is wel voor het opstellen van een Beleidsnota Lokale Economie fase II in 2012 een bedrag van € 10.000 als financieel kader gereserveerd. In 2009 is voor de uitvoering van de Beleidsnota Lokale Economie het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie (2009) opgesteld. In de Beleidsnota worden echter geen totalen genoemd voor de benodigde middeleninzet. Wel zijn in de Adviesnota Ontwerp Beleidsnota Lokale Economie (21 aug. 2009) 3 scenario’s voorgesteld met elk een eigen kostenplaatje. De Raad heeft ingestemd met Scenario 2, op basis waarvan het definitieve Uitvoeringsprogramma is opgesteld. Scenario 2 houdt financieel gezien een eenmalig startbudget in van €52.000 en vervolgens jaarlijks €17.500. De personeelsinzet bij Scenario 2 is voor het eerste jaar begroot op 700 uur en vervolgens jaarlijks 670 uur1. Om inzicht te krijgen in de verdeling van het budget over de activiteiten binnen de pijlers, hebben wij voor deze evaluatie op basis van het definitieve Uitvoeringsprogramma Lokale Economie 2009 een overzicht gemaakt van de activiteiten per pijler en daarbij behorende budgetten en personeelsinzet (zie Bijlage 5). Optelling van de kosten die in het Uitvoeringsprogramma per activiteit worden genoemd, geeft per pijler het volgende inzicht in de benodigde middelen. De resultaten zijn af te lezen in onderstaande tabel (Tabel 3.2). Activiteiten gerelateerd aan Recreatie en toerisme beslaan ongeveer 65 procent van de geraamde eenmalige en 60 procent van de jaarlijkse kosten en bijna een kwart van de personeelsinzet. Enkele kanttekeningen zijn hierbij op zijn plaats. Het Uitvoeringsprogramma bevat “de uitvoeringsacties voor de jaren 2010 en verder”. Het merendeel van de activiteiten in het 1
Gemeente Westerveld, Adviesnota Ontwerp Beleidsnota Lokale Economie (21 aug. 2009)
28
Uitvoeringsprogramma vangt aan in 2010 en daarnaast een aantal in 2009. Van sommige activiteiten is aannemelijk dat deze meerdere jaren zullen worden voortgezet. Voorbeelden hiervan zijn overleggen, ondernemerscafé’s, voorlichting en bedrijfsbezoeken. Andere activiteiten echter dienen te resulteren in een afgerond product, opdat naar verloop van tijd de kosten voor de activiteit zullen afnemen. Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn: “Vergunningenspoorboekje en antwoordvoorbedrijven.nl ontwikkelen”, “Onderzoek naar overnachtingen en bestedingen en naar bestedingen toeristenbelastingen”, “Ontwikkelen integraal beleid/ kaders voor zorgboerderijen en zorgtoerisme”, “Bedrijventerreinen en detailhandelvisie meenemen in structuurvisie” en “Plan van aanpak bedrijventerreinen opstellen”. Uit de omschrijvingen in het Uitvoeringprogramma is echter niet af te leiden tot wanneer elk van de activiteiten loopt. Ook is uit het Uitvoeringsprogramma per activiteit niet altijd op te maken of en in hoeverre de benodigde personeelsinzet eenmalig is of jaarlijks terugkerend. Tabel 3.2: Kostenraming o.b.v. Uitvoeringsprogramma Lokale Economie (dec. 2009) Eenmalige opstartkosten (€)
Jaarlijks terugkerende kosten (€)
Inzet personeel startjaar (uren)
Jaarlijks terugkerende personeelsinzet (uren)
Algemeen Economisch Beleid
14.000
6.000
350
350
Recreatie en Toerisme
37.500
15.000
190
190
-
-
50
70
5.000
5.000
235
235
56.500
26.000
825
845
Pijler
Wonen en zorg Grondgebonden economie Totaal: Uitvoeringsprogramma Lokale Economie dec. 2009 Berekeningen door IOO
De verantwoording van de lasten en baten van de Beleidsnota Lokale Economie valt onder het Programma Lokale Economie en Recreatie en toerisme. Het Programma bestaat uit twee begrotingsproducten: Economie enerzijds en Recreatie en toerisme anderzijds. De uitvoeringslasten van de Beleidsnota Lokale Economie zijn verantwoord onder het begrotingsproduct Economie. Dit is logisch, omdat ook de maatregelen ten behoeve van recreatie en toerisme in de Beleidsnota specifiek gericht zijn op het bedrijfsleven. In de toelichting bij Programmabegroting 2010-2014 staan de lasten en baten voor het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie nog als P.M. genoemd1. Daarnaast wordt bij het doel “kwaliteitsverbetering en doelgroepsegmentatie van de recreatieve bedrijven en recreatieve voorzieningen bevorderen”, een “Actieprogramma R&T” als PM–post opgevoerd. Deze post komt in de programmabegrotingen voor latere jaren niet meer terug. In 1
Programmabegroting 2010, blz. 41-42
29
Programmabegroting 2011-2013 wordt vervolgens vermeld dat het budget voor 2011 voor het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie € 33.000 lager is dan voor 2010 1, maar het totaal beschikbare budget wordt niet genoemd. Bij vaststelling van de Beleidsnota en Uitvoeringsprogramma Lokale Economie in dec. 2009, zijn voor de uitvoering de bedragen in onderstaande tabel “conform voorstel besloten”2. Deze bedragen dekken niet volledig de uitvoeringskosten zoals becijferd op basis van de activiteiten het Uitvoeringsprogramma 2009. Uitvoeringsprogramma 2009 bevat alle activiteiten van Scenario 2 uit de Adviesnota omvat plus de activiteit “Vergunningen/spoorboekje en antwoordvoorbedrijven.nl ontwikkelen” (€ 3.000 startkapitaal en jaarlijks € 500). Tabel 3.3: Beschikbaar budget Uitvoeringsprogramma Lokale Economie Raadsvoorstel: Vaststellen Beleidsnota en Uitvoeringsprogramma Lokale Economie 22/12/2009
Euro
Beschikbaar te stellen in 2010 voor het uitvoeringsprogramma
47.000
Jaarlijks beschikbaar te stellen voor de continuering van het uitvoeringsprogramma
22.750
De financiële bijlage bij de Evaluatie Lokale Economie (dec. 2011) stelt: “bij het vaststellen van de beleidsnota in 2009, is voor het jaar 2010 een startbudget beschikbaar gesteld van € 39.000,- en een jaarlijks uitvoeringsbudget van € 17.750,-. Daarnaast beschikt de bedrijvencontactfunctionaris over een jaarlijks uitvoeringsbudget van € 10.000,-“. Het totaal beschikbaar gestelde bedrag voor Uitvoeringsprogramma Lokale Economie komt daarmee neer op in totaal € 49.000 in 2010, en € 27.750 in volgende jaren (incl. uitvoeringsbudget bedrijvencontactfunctionaris). Deze bedragen dekken niet volledig de uitvoeringskosten zoals becijferd op basis van de activiteiten het Uitvoeringsprogramma (zie tabel 3.2). Indien de benodigde uren in het Uitvoeringsprogramma per activiteit worden opgeteld, zijn bijna 850 extra uren nodig voor het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie, waarvan 190 extra uren voor uitvoering van de recreatie- en toerismepijler in 2010. Bij de vaststelling is niet expliciet aangegeven in hoeverre de personeelscapaciteit die benodigd is voor het Uitvoeringsprogramma, beschikbaar is of wordt gesteld.
1 2
Programmabegroting 2011, blz. 32 Gemeente Westerveld, Besluitenlijst Raadsvergadering 22-12-2009.
30
3.6.2 Begrotingsproduct Recreatie en toerisme Daarnaast is ‘Recreatie en toerisme’ een apart product in de Programmabegroting van gemeente Westerveld. Het maakt samen met het product ‘Economie’ onderdeel uit van het Programma Lokale Economie en Recreatie en toerisme. Onderstaande tabel toont de totaalbedragen die gemeente Westerveld uitgeeft aan het Programma en elk van de producten Economie en Recreatie en toerisme, zoals opgenomen in de Programmabegrotingen en –rekeningen. Gemeente Westerveld neemt in haar Programmabegroting jaarlijks de begrote inkomsten en uitgaven op voor het product Recreatie en Toerisme, voor het komende jaar en de drie volgende jaren. Tabel 3.4: Begrotingsprogramma 5. Lokale economie en Recreatie en Toerisme Lasten x 1.000
Rekening
Begroting
Raming
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Recreatie en Toerisme
519
778
738
687
614
544
601
565
558
561
5.1 Economie
193
198
273
278
178
202
257
238
235
239
326
580
465
409
436
342
344
327
323
322
78%
-20%
-12%
7%
-22%
1%
-5%
-1%
0%
5. Lokale Economie,
5.2 Recreatie en Toerisme % ontwikkeling lasten Recreatie en toerisme
Bronnen: Gemeente Westerveld, Programmabegrotingen 2008 t/m 2012-2015, voor Programma 5.
Het jaarlijkse bedrag van € 22.750 voor Uitvoeringsprogramma Lokale Economie bedraagt ongeveer 4 procent van het geraamde totale bedrag van € 544.000 voor Begrotingsprogramma Lokale Economie, Recreatie en toerisme in 2011. Het vastgestelde bedrag van € 47.000 voor het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie bedraagt ongeveer 6 procent van de begrote € 804.000 aan lasten onder het totale Begrotingsprogramma Lokale Economie, Recreatie en toerisme in 2010 (niet in tabel). In de periode tussen 2006 en 2010 werd jaarlijks gemiddeld € 443.000 aan Begrotingsproduct Recreatie en toerisme uitgegeven. Dit is exclusief het bedrag aan de recreatie en toerismepijler binnen Uitvoeringsprogramma Lokale Economie. De gemiddelde begrote jaarlijkse uitgaven voor 2011 en verder zijn lager en bedragen gemiddeld € 332.000. Het Begrotingsproduct Recreatie en toerisme omvat de uitgavenposten zoals getoond in tabel 3.5.
31
Tabel: 3.5 Posten en bedragen Begrotingsproduct Recreatie en Toerisme Uitgavenposten - Gemeenschappelijke regelingen - Kapitaallasten - Team openb. werken- binnendienst
Begroot
Werkelij
Begroot
Werkelij
Begroot
2010
k 2010
2011
k 2011
2012 (€)
78.741
76.985
71.461
71.993
71.461
8.876
8.876
54.501
179.114
55.395
8.972
3.993
8.679
30.587
53.796
- Team leefomgeving
89.997
82.559
44.065
56.849
51.043
- Subsidies (en bijdragen 2010)
93.106
58.335
44.894
48.084
44.894
- Team maatschappelijk welzijn
-
-
0
6.707
16.002
- Bijdragen
-
-
13.906
11.784
- Team Best. en Managementonderst.
-
-
- Subsidies marktproducten
11.240
11.115
9.695
6.380
- Team openb. werken - buitendienst
29.983
6.697
25.597
4.010
6.242
1.218
1.111
3.218
- Toeristisch Platform - Handhaving WOR
13.906 10.200 9.695
10.526
27.536
3.400
7.368
3.202
126.520
146.985
56.828
0
-
- Overige posten
14.682
12.430
5.783
20.216
4.899
Totaal uitgaven
472.643
435.511
340.027
444.203
343.953
- Project Havelterberg (team leefomgeving, Team openbare werken, Team maatsch. Welzijn, overige goederen en diensten)
Bron: financiële administratie gemeente Westerveld
De gerealiseerde baten van het product recreatie en toerisme bedroegen over deze periode jaarlijks gemiddeld € 12.000 (zie bijlage 4, niet weergegeven in bovenstaande tabel). De begrote baten voor de jaren 2010 en verder bedragen jaarlijks ongeveer € 7.000. Dit is exclusief de inkomsten uit de Toeristenbelasting, welke worden verantwoord onder het begrotingsprogramma Belastingen en Financiën. Omdat de financiële baten van het Product Recreatie en toerisme relatief klein zijn in verhouding tot de lasten, gaan wij hier niet verder op in. De baten van het Product Recreatie- en Toerisme zijn vooral te vinden op maatschappelijk en economisch gebied. Overigens overstijgen de begrote jaarlijkse baten1 voor het totale Begrotingsprogramma Lokale Economie wel de begrote jaarlijkse lasten vanaf 2011. In de Perspectiefnota’s en Programmabegrotingen worden met name kaders en ramingen toegelicht, voorgesteld en voor meer jaren geraamd waar het nieuwe investeringen betreft op het gebied van recreatie en toerisme of met een positieve impact op recreatie en toerisme. Het gaat hier om projecten die niet binnen het
1
Het gaat hier voornamelijk om baten die vallen onder Begrotingsproduct 5.1 Lokale Economie. De baten omvatten onder andere dividenduitkeringen en opbrengsten uit verkoop van aandelen. Vanaf 2011 gaat het onder andere om dividenduitkeringen van Enexis BV (beheer energienetwerk), CBL Vennootschap BV (Cross border leases), Claimstaat BV (risicoafdekking aansprakelijkheid), NV Rendo (energielevering), NV Waterleidingmaatschappij Drenthe, Waterbedrijf Vitens NV, NV Bank Nederlandse Gemeenten. Tot 2010 had gemeente Westerveld nog Essent aandelen (verkocht 2010). Bron: Programmabegroting 2011-2014, blz. 81-87.
32
Uitvoeringsprogramma Lokale Economie 2009 vallen. Voorbeelden zijn: Project Havelterberg: € 310.000 voor gemeente Westerveld met een meerjarenraming voor 2008-20111; Bijdrage fonds recreatie en toerisme Recreatieschap Drenthe: verhoging met € 10.000 per jaar per gemeente voor 2009 en 20102; Realisatie deelprojecten Integraal Plan Holtingerveld: € 30.000 in 20133; Werelderfgoed voormalige koloniën van Weldadigheid in Drenthe: € 10.000 jaarlijks t/m 2018 (nog niet besloten)4. De investeringskosten voor grote projecten die (deels) gerelateerd zijn aan Recreatie en toerisme, worden doorgaans apart als investeringen in de financiële administratie en begrotingen verwerkt. Deze kosten zijn dus niet inbegrepen in de bedragen onder het Begrotingsproduct Recreatie en Toerisme5. Investering in projecten als katalysator Volgens een aantal betrokken ambtenaren is de grootste inzet van de gemeente op het gebied
van
recreatie
en
toerisme
momenteel
de
Toegangspoort
Holtingerveld
(Havelterberg). Dit zal naar verwachting een heel belangrijke impuls geven. De gemeente is nu in afwachting van een uitspraak (verwacht juni 2012) van de Raad van State (bezwaren van bewoners), waardoor de uitvoering ervan vertraging oploopt. Aan het project is ook promotie gekoppeld, met een beeldverhaal, routes en een website. Ondernemers hebben belangstelling en hebben zich verenigd, ook om promotie te organiseren. Het project heeft sinds 2006 in de schijnwerpers gestaan en daarmee een trigger gevormd voor ondernemers om in te stappen en samen te werken. Eenzelfde dynamiek is zichtbaar bij Dwingelderveld, daar hebben de ondernemers zich ook verenigd in het kader van een herinrichtingsproject. De
gemeente
is
momenteel
bezig
om
Frederiksoord
en
Wilhelminaoord
op
de
Werelderfgoed lijst te krijgen. Dat is een proces van jaren. Ondernemers kunnen dan helemaal vanaf het begin worden meegenomen in het traject. Dat kan ondernemers helpen om kansen eerder te zien en beter te kunnen benutten. Westerveld is ook de groenste gemeente van Nederland geworden en gaat nu voor de Europese titel (Entente Florale). Ondernemers kunnen ook kijken hoe ze dat soort dingen kunnen benutten. Bron: Interviews met ambtenaren
1 2
Perspectiefnota 2008-2011, blz. 14 Perspectiefnota 2008-2012, blz. 19
3
Perspectiefnota 2012-2015, blz. 10
4
Perspectiefnota 2012-2015, blz. 13 Communicatie met medewerker financiële administratie gemeente Westerveld
5
33
Behalve de begrote bedragen onder Begrotingsproduct Recreatie en toerisme worden ook onder andere Begrotingsprogramma’s uitgaven geraamd die bevorderlijk zijn voor recreatie en toerisme. Voorbeelden hiervan zijn de begrote uitgaven aan infrastructuur, onderhoud van fietspaden1 en routenetwerken, beheer en onderhoud van zwembaden, renovatie openluchttheater Diever, onderhoud kunstobjecten en monumenten (o.a. Belvedère) en Werelderfgoedstatus van bijvoorbeeld Maatschappij van Weldadigheid.
Interim analyse Verschillende beleidskaders en –documenten zijn van toepassing op het beleid ten aanzien van recreatie- en toerisme in gemeente Westerveld. Deze documenten zijn niet alleen gericht op recreatie en toerisme, maar ook op andere beleidsterreinen. Het beleid en de uitgaven op het gebied van recreatie en toerisme zijn hierdoor lastig te scheiden van het beleid en de uitgaven op andere beleidsterreinen. De uitgaven in het kader van het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie zijn niet apart geraamd in de Programmabegrotingen. Ook is er geen meerjarenraming met een overzicht van de totale verwachte uitgaven aan de Beleidsnota Lokale Economie. Deze bedragen kan men alleen via de Advies- en Vaststellingsnota’s achterhalen. Op grond van het relatief geringe budget voor de pijler recreatie en toerisme in Beleidsnota Lokale Economie in verhouding tot het Begrotingsproduct recreatie en toerisme (ongeveer 1:20) moeten de verwachtingen ten aanzien van de effecten van dit beleid op de recreatie- en toerismeontwikkeling ook in verhouding worden gesteld. Er zijn andere grote projecten gericht op recreatie- en toerismeontwikkeling die mogelijk voor een sterke, zo niet sterkere, impuls zorgen. De activiteiten gericht op recreatie en toerisme in het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie en andere projecten en maatregelen op het gebied van recreatie en toerisme moeten als aanvullend op elkaar worden gezien.
1
Bijvoorbeeld: kwaliteitsimpuls onverharde fietspaden, Perspectiefnota 2009, blz. 18
34
4
De uitvoering van het beleid
4.1
Uitvoeringsprogramma recreatie en toerismepijler
In onderstaande tabel zijn de activiteiten samengevat uit het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie 2009 die specifiek gericht zijn op de recreatie en toerismepijler. Tabel: 4.1 Acties en budgetindicatie recreatie en toerismepijler binnen Uitvoeringsprogramma Lokale Economie Budgetindicatie Uitvoerings- programma Eenmalige Actie (Recreatie en toerismepijler)
Doel
1. Kwaliteitsniveau
Ontwikkelen van “regio
Vergroten bekendheid,
aanbod verhogen
promotie” plan.
verbeteren imago van het
1. Kwaliteitsniveau
Onderzoek doen naar
Beter inzicht krijgen in de
aanbod verhogen
overnachtingen en
(economische) omvang
bestedingen en naar
van recreatie en toerisme
bestedingen
en tevens mogelijkheden
toeristenbelastingen.
bekijken om
(opstart)
Jaarlijkse
Personeels
kosten: €
kosten: €
inzet: UREN
15.000
5.000
gebied. 100
investeringsmogelijkheden voor de sector te vergroten. 1. Kwaliteitsniveau
Doelgroepsegmentatie
Kwaliteitsverbetering van
aanbod verhogen
bij recreatiebedrijven
bedrijven bevorderen.
70
stimuleren. 1. Kwaliteitsniveau
Ondernemers laten
Stimulering van
aanbod verhogen
aanhaken bij (o.a)
productontwikkeling en
project “bestemming
regiomarketing d.m.v. het
ZW Drenthe”.
aanstellen van een
1.500
1.500
5.500
1.000
10.000
2.000
5.000
5.000
500
500
20
37.500
15.000
190
aanjager. 2. verbindingen 2. verbindingen
Ontwikkelen van
Versterken van het
belevingsroute(s)
toeristisch aanbod.
Ontwikkelen van/
Versterken van het
aanhaken bij fiets- en
toeristisch aanbod.
wandelroutes Overijssel en Friesland. 2. verbindingen
Toeristisch platform
Vergroten van de
nieuw leven inblazen.
betrokkenheid van ondernemers in de gemeente.
3. Evenementen
Werkgroep
Ondernemers stimuleren
evenementen in het
in gezamenlijk
leven roepen.
evenementen promoten.
Totaal
Per eind 2010 zou elk van de activiteiten in bovenstaande tabel zijn opgestart. Volgens de medewerkster recreatie en toerisme zullen de jaarlijkse kosten van het regio-promotie plan aanzienlijk hoger
35
uitvallen. Het laten aanhaken van ondernemers Bestemming Zuidwest Drenthe eindigt in 2010. aanpassingen zijn meegenomen in de actualisatie.
bij project Deze twee
36
Activiteiten in Beleidsnota niet in Uitvoeringsprogramma Naast de in bovenstaande tabel genoemde acties bevatte de Beleidsnota Lokale Economie drie voorstellen1 voor activiteiten die niet in het Uitvoeringsprogramma 2009 waren opgenomen (zie acties in onderstaande tabel). Dit heeft te maken met de keuze van de Raad voor Scenario 2 uit de Adviesnota, waarbij een aantal activiteiten niet wordt uitgevoerd. Tabel: 4.2 Activiteiten Beleidsnota Lokale economie: niet in Uitvoeringsprogramma Richting
Doel
Actie
Gepland voor:
1. Kwaliteitsniveau
Ondersteuning van
Instellen van een
-
aanbod verhogen
vernieuwende activiteiten,
Innovatiefonds
Niet opgenomen in Uitvoeringsprogram
arrangementen etc 3. Evenementen
Status
ma 2009
Faciliteren van thema’s en
Actief inzetten 2 op
bedrijven die aansluiten
thema’s en prioriteit
Uitvoeringsprogra
bij Visie
geven aan activiteiten
mma 2009
-
Niet opgenomen in
en bedrijven die aansluiten bij de Visie 3. Evenementen
-
Niet opgenomen in
Stimuleren
Geeft specifiek aandacht
grootschalige en
aan mogelijkheden om
Uitvoeringsprogra
meerdaagse
grootschalige of
mma 2009
evenementen
meerdaagse evenementen te 3
organiseren .
Volgens de betrokken ambtenaar komt het Innovatiefonds vanaf 2012 weer op het programma. De actie “Stimuleren grootschalige en meerdaagse evenementen” kan logischerwijs worden uitgevoerd in aansluiting op de werkgroep evenementen. Het inzetten op en prioriteren van thema’s en bedrijven die aansluiten bij de visie (op Lokale Economie / Recreatie en Toerisme) zal meer handen en voeten kunnen krijgen wanneer de visie nadere uitwerking heeft gekregen.
4.2
Middeleninzet
4.2.1 Financiële middeleninzet Sinds de vaststelling van de beleidsnota Lokale Economie in december 2009 heeft de gemeente in 2010 een startbudget van 39.000 euro en een jaarlijks uitvoeringsbudget van 17.750 euro beschikbaar gesteld (voor de totale Beleidsnota Lokale Economie), alsook 10.000 euro voor de bedrijvencontactfunctionaris (zie evaluatie dec. 2011). Volgens de budgetindicaties in het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie zou ongeveer 65 procent van dit bedrag in te zetten zijn voor activiteiten onder de recreatie- en toerismepijler. 1
2 3
Zie Bijlage 6 voor Economie voor de Bijvoorbeeld door Bijvoorbeeld door
een overzicht voorgestelde activiteiten in Beleidsnota Lokale recreatie en toerismepijler middel van ondersteuning, informatievoorziening en bekendmaking. koppeling aan de ontwikkeling van Havelterberg.
37
Volgens de portefeuillehouder en direct betrokken ambtenaren (medewerkster recreatie en toerisme en afdelingshoofd) zijn het Beleidsplan en de inzet van financiële middelen voldoende voor een impuls. Voorwaarde is dat de impuls een paar jaar lang wordt voortgezet. Aldus de portefeuillehouder is het belangrijk dat de gemeente niet al die tijd trekker blijft, omdat dan te veel een afwachtende houding naar de gemeente wordt gecreëerd. Enkele ondernemers stellen juist dat een sterkere trekkersrol en regie vanuit de gemeente juist belangrijk is, voor een periode van tenminste 3 tot 5 jaar. Dit omdat ondernemers hiervoor geen tijd hebben. Volgens twee medewerkers op aanpalende beleidsterreinen is de Beleidsnota met de huidige inzet aan (financiële) middelen waarschijnlijk niet voldoende om de recreatie- en toerismedoelen van de gemeente te realiseren. Hierbij wordt opgemerkt dat er politiek gezien, vooral met de huidige benodigde bezuinigingen, lastige afwegingen moeten worden gemaakt.
4.2.1 Personele inzet Voor de uitvoering van de beleidsnota Lokale Economie is de personeelsinzet ongeveer 1,2 FTE. Aan recreatie en toerisme specifiek wordt 0,65 FTE besteed. Dit is inclusief de tijdsbesteding aan recreatie en toerisme vanuit cultuurhistorie en evenementen. Dit is minder dan de bij de vaststelling van het Beleidsplan Lokale Economie geplande 2,0 FTE1. Wanneer de personeelsinzet aan de Recreatie en Toerismepijler evenredig zou zijn aan de benodigde financiële middelen, had van deze 2,0 FTE eigenlijk ongeveer 1,3 FTE besteed moeten worden aan recreatie en toerisme. Alle ondervraagden onderstreepten het belang van het werk van de medewerkster Recreatie en Toerisme en de medewerkster Lokale Economie tot zover. De inzet van de medewerksters op het gebied van recreatie en toerisme wordt zowel binnen de gemeente als onder ondernemers sterk gewaardeerd. Als voornaamste knelpunt in de uitvoering van de recreatie en toerismepijler in de Beleidsnota kwam tijdens de interviews de factor personeelsinzet vanuit de gemeente naar voren. Deze bevinding stemt ook overeen met de bevindingen van de Beleidsevaluatie Lokale Economie (dec. 2011). Een aantal activiteiten is doorgeschoven in de tijd, omdat men daar wegens capaciteitsgebrek (met 1,2 FTE) nog niet aan toe is gekomen. Volgens de portefeuillehouder zou de personeelsinzet voor het totale Beleidsplan Lokale Economie de eerste jaren 2 FTE mogen zijn, zoals 1
Interviews ambtenaren
38
oorspronkelijk gepland. Later zou dat eventueel kunnen worden afgebouwd. Overigens is volgens hem 2 FTE op het totale personeelsbestand erg weinig voor een gemeente waar recreatie en toerisme een zo omvangrijke bijdrage levert aan de werkgelegenheid en ontwikkeling. Door middel van een herschikking zal 1,5 FTE in plaats van de huidige 1,2 FTE worden ingezet. Vanaf het 1e kwartaal 2012 is er dan ook versterking gekomen qua personeel. Er zal sprake zijn van vier maanden extra ondersteuning, wat volgens de betrokken medewerkster zal helpen. De in het Uitvoeringsprogramma opgenomen activiteiten zullen allemaal nog worden uitgevoerd. Het tijdelijk ingehuurde personeel is aan de slag gegaan met: Onderzoek recreatie en toerisme bestedingen; Regio marketing; Beleidsnota Lokale Economie II; Astrotoerisme (als onderscheidende attractie: samenwerking bevorderen tussen Planetron en Astron, o.a. opknappen radiotelescoop). Indien bij het opstellen van de Beleidsnota Fase II blijkt dat meer menskracht nodig is om de doelen te realiseren, zal de portefeuillehouder dat zeker aan de raad voorleggen. Vanuit de ondernemers werd aangegeven dat het belangrijk is dat iemand binnen de gemeente het Beleidsplan sterk blijft trekken. Wanneer men dit niet doet, zullen de ondernemers het ook weer snel laten varen.
4.3
Realisatie acties recreatie- en toerismepijler
Uit onderstaande overzichtstabel blijkt dat drie van de acht in het Uitvoeringsprogramma opgenomen activiteiten vanuit de gemeente (per april 2012) volledig zijn gerealiseerd. Drie van de geplande activiteiten zijn doorgeschoven naar 2012 en twee geplande activiteiten zijn deels, maar nog niet voldoende gerealiseerd. Tabel: 4.3 Status activiteiten recreatie- en toerismepijler Beleidsplan Lokale Economie Actie (Recreatie en
Gepland
Richting
Doel
toerismepijler)
voor:
Status
1. Kwaliteitsniveau
Vergroten bekendheid,
Ontwikkelen van
2010
Doorgeschoven naar 2012
aanbod verhogen
verbeteren imago van
“regio promotie” plan
het gebied.
(deels “Wonen en zorg 2009
Doorgeschoven naar 2012
pijler) 1. Kwaliteitsniveau
Beter inzicht krijgen in
Onderzoek doen naar
aanbod verhogen
de (economische)
overnachtingen en
omvang van recreatie en
bestedingen en naar
toerisme en tevens de
bestedingen
mogelijkheden bekijken
toeristenbelastingen.
39
Richting
Doel
Actie (Recreatie en
Gepland
toerismepijler)
voor:
Status
om de investeringsmogelijkhede n voor de sector te vergroten. 1. Kwaliteitsniveau
Kwaliteitsverbetering van
Doelgroepsegmentatie
Deels, maar nog niet
aanbod verhogen
bedrijven bevorderen.
bij recreatiebedrijven
voldoende gerealiseerd.
stimuleren.
Tevens afhankelijk van ondernemers.
1. Kwaliteitsniveau
Stimulering van
Ondernemers laten
aanbod verhogen
productontwikkeling en
aanhaken bij (o.a)
Vanaf 2009
projectontw. in kader
Aanjager en promotie en
regiomarketing d.m.v.
project “bestemming
van project ZW Drenthe,
het aanstellen van een
ZW Drenthe”.
tot 2012
aanjager. 2. Verbindingen
2. Verbindingen
Versterken van het
Ontwikkelen van
toeristisch aanbod
belevingsroute(s)
Versterken van het
Ontwikkelen van/
toeristisch aanbod
aanhaken bij fiets- en
2010
Twee belevingsroutes gerealiseerd
2010-2012
Doorgeschoven naar 2012
wandelroutes Overijssel en Friesland. (o.a. verbinding door de Eese) 2. Verbindingen
Vergroten van de
Toeristisch platform
betrokkenheid van
nieuw leven inblazen.
2009
Gerealiseerd: meer dan 3x p. jaar overleg met
ondernemers in de
gemeente
gemeente. 3. Evenementen
Ondernemers stimuleren
Werkgroep
in gezamenlijk
evenementen in het
Vanaf 2009
in oprichting als
Momenteel (april 2012)
evenementen promoten.
leven roepen.
onderdeel van ondernemerskoepel, bezig met digitale agenda voor vergunningen (welke vergunningen zijn aangevraagd, voor afstemming) en evenementenkalender TIP
Bron: interviews en Uitvoeringsprogramma Lokale Economie
Volgens de Beleidsevaluatie Lokale Economie (dec. 2011) zijn in het kader van de toerismepijler van de Beleidsnota Lokale Economie ook enkele activiteiten uitgevoerd die niet in het Uitvoeringsprogramma waren opgenomen. Reden voor de activiteiten was dat de uitvoering ervan zou bijdragen aan de doelen van de Beleidsnota. De activiteiten en kosten zijn nader beschreven in de Financiële Bijlage bij de Beleidsevaluatie Lokale Economie.
40
In 2012 is begonnen met een promotie en marketingplan voor gemeente Westerveld. Het promotieplan richt zich voornamelijk op (potentiële) toeristen en recreanten en geeft ondernemers een kapstok/ verhaal om bij aan te haken. Ook het onderzoek naar toeristische bestedingen en de toeristenbelasting is intussen gestart. Er is een specifieke methode om alle lasten van de gemeente binnen de verschillende afdelingen en producten toe te rekenen aan recreatie en toerisme. De uitgaven aan recreatie en toerisme in Westerveld zijn niet beperkt tot de uitgaven aan recreatie en toerisme in het Beleidsplan Lokale Economie. Dit overzicht is inmiddels gepubliceerd op internet. Acties vanuit ondernemers De Beleidsnota beoogde dat de hierboven genoemde activiteiten vanuit de gemeente de ondernemers zouden stimuleren en faciliteren om actief in te zetten op een aantal punten zoals samengevat in onderstaande tabel. Tabel: 4.4 Status realisatie acties vanuit ondernemers Richting
Actie vanuit ondernemers
Status
1. Kwaliteitsniveau
Verhoging van het kwaliteitsniveau van hun
Nog niet voldoende
aanbod verhogen
accommodaties, activiteiten en onderlinge
2. Verbindingen
Vergroten van het onderlinge netwerk van
samenwerking Gerealiseerd
toeristische ondernemers 2. Verbindingen
Meer betrokkenheid bij de gemeente
Gerealiseerd
2. Verbindingen
Ontplooien van nieuwe initiatieven zoals
Nog niet als gevolg van het platform, nog te
aanbieden van arrangementen en andere
weinig en kleinschalig en de promotie mist
toeristische producten (Verbindingen)
(bijv. door TIP)
Actief communiceren over evenementen en
Iets meer aanmeldingen voor evenementen,
grotere externe bijeenkomsten
maar nog niet echt zichtbaar
Initiatieven nemen voor opzetten van
Iets meer, maar nog niet echt zichtbaar
3. Evenementen
3. Evenementen
aanvullende arrangementen 3. Evenementen
Opzoeken van de samenwerking met de
Iets meer, maar nog niet echt zichtbaar
gemeente Bron: Interviews en Uitvoeringsprogramma Lokale Economie
Uit het overzicht blijkt dat op het gebied van verbindingen, met name wat betreft netwerken en betrokkenheid van toeristisch ondernemers bij de gemeente vooruitgang is geboekt. Ondervraagde ondernemers die bijeenkomsten hebben bijgewoond, vonden deze ook nuttig. Het enthousiasme van de portefeuillehouder, de Startnota en de inzet van gemeentelijke medewerkers op dit moment worden zeer gewaardeerd. De vraag van enkele ondernemers is, wie vervolgens de plannen en ideeën die eruit voortvloeien, zal oppakken en de voortgang zal borgen. Hier ziet men vooral een sterke visionaire, enthousiasmerende en sturende rol voor de gemeente weggelegd. Indien de
41
verantwoordelijkheden niet goed samenwerking uit elkaar vallen.
wordt
overdragen,
zal
de
De ondervraagde ondernemers zijn doorgaans elk op hun eigen manier bezig met vernieuwing en innovaties. Ook gaven zij aan meer betrokken te zijn met de gemeente en meer de samenwerking op te zoeken. In de richtingen van Kwaliteitsniveau aanbod en Evenementen zijn de resultaten nog zeer beperkt. Deze bevindingen stemmen overeen met de bevindingen voor de recreatie en toerismepijler van de Beleidsevaluatie Lokale Economie (dec. 2011). Volgens de portefeuillehouder is het de bedoeling om clusters te vormen van hotels, campings etc. om de twee (bijna drie) Nationale parken heen. Het tot stand komen van overleggen tussen gemeente en ondernemers en ondernemers onderling vormt ook een belangrijke basis in de verdere uitwerking en uitvoering van het Beleid. Volgens de portefeuillehouder is de opkomst bij de ondernemerscafés en ondernemerssessies heel goed. Gedurende het toeristenseizoen zijn er geen sessies gepland, maar uitgangspunt is dat deze positieve trend voortgezet zal worden na het seizoen.
4.4
Samenwerking met interne en externe partners
Voor een effectieve en efficiënte beleidsuitvoering is samenwerking tussen medewerkers van verschillende aanpalende afdelingen binnen de gemeente en met andere actoren op het gebied van recreatie en toerisme cruciaal. Belangrijke externe partners voor de realisatie van de doelen van het recreatie en toerismebeleid (met name toename van het aantal overnachtingen) zijn de provincie Drenthe, buurgemeenten en organisaties als het Recreatieschap, Marketing Drenthe, TIP en RECRON. In de volgende paragrafen wordt achtereenvolgens de samenwerking binnen gemeente Westerveld en met bovengenoemde groepen van partners besproken.
4.4.1 Interne samenwerking De ambtenaren op aanpalende beleidsterreinen zijn doorgaans op hoofdlijnen, bekend met de inhoud van de Beleidsnota Lokale Economie. Volgens de ambtenaren is dit voldoende, aangezien de Beleidsnota Lokale Economie vooral gericht is op het uitvoeringsniveau en met name op de ondernemers. Omdat de organisatie klein is en er
42
veel verbindingen zijn tussen bijvoorbeeld Landschappelijke Ontwikkeling, ruimtelijke ordening en Recreatie en Toerisme en Lokale Economie, is er naast formele overleggen ook veel adhoc contact tussen de betrokken medewerkers. De betrokken medewerkers op deze beleidsterreinen zien recreatie en toerisme als een integraal en onlosmakelijk onderdeel van hun werk. Er wordt veel intern samengewerkt en afgestemd, over het beleid maar ook met het uitvoerende team, bijv. openbare werken. Daarnaast sluit de Beleidsnota goed aan bij de meer kaderstellende documenten als de Kadernota buitengebied, zodat afstemming in de uitvoering doorgaans geen probleem vormt. Eens per maand is er een Initiatievenoverleg, waar plannen van ondernemers worden besproken die bijvoorbeeld via de bedrijvencontactfunctionaris zijn binnengekomen. Dan wordt afgestemd of in hoeverre elk plan inpasbaar is in de beleidsplannen op het gebied van RO, grondzaken, beschermd dorpsgezicht, etc. en uitvoerbaar is. Over conceptplannen op het gebied van Landschapsontwikkeling wordt bijna altijd contact opgenomen met de medewerkster Lokale Economie en de medewerkster Recreatie en toerisme. Bijvoorbeeld voor aanvullingen, wat in de plannen past en wat niet, etc. De betrokken medewerkers laten zich positief uit over de samenwerking en afstemming over recreatie en toerisme binnen de gemeente. Dit neemt niet weg dat er af en toe een knelpunt voorkomt, bijvoorbeeld bij een individuele ondernemer waarbij het plan niet past. Meestal lukt het wel om eruit te komen en een oplossing te vinden. Dit komt ook doordat de prioriteiten van de gemeente in het beleid (aantrekken van mensen en ondernemers en een goed voorzieningenniveau) heel duidelijk zijn uiteengezet. Aldus een betrokken medewerker is de spanning tussen economische ontwikkeling en landschapsontwikkeling niet versterkt door het Beleidsplan Lokale Economie of de Structuurvisie: “Het geeft juist duidelijkheid en daarmee een positieve impuls”. Toch is een medewerker van mening dat met name de samenwerking en afstemming bij de uitvoering van recreatie- en toerismegerelateerde plannen nog beter kan, vooral wat betreft de ontwikkelingsgerichte benadering en duidelijkheid over prioriteiten. Dit kan door de medewerkers die bij de uitvoering betrokken zijn, meer bij de beleidsvorming te betrekken. Eén van de redenen dat dit nu onvoldoende is gebeurd, is dat er veel wisseling is in het uitvoerende personeel: “De eigen vaste mensen wil men logischerwijs zo veel mogelijk op het beleid houden. De uitvoering is ook meer sectoraal georganiseerd, zodat het lastiger is om integraal te denken. Maar het is een gemiste kans wanneer een goed idee bij het loket meteen wordt
43
afgeschoten omdat het niet binnen de regels past”. De bedrijvencontactfunctionaris kan bijdragen aan de oplossing hiervoor, maar dan moet deze medewerker wel een integraal netwerk hebben binnen en buiten de gemeente hebben. Dat zijn ze nu aan het opbouwen, maar het is nog onvoldoende. Het zou al helpen als er meer prioriteit aan de ontwikkelingsgerichte benadering wordt gegeven, ook bij alle andere betrokkenen. Het bestuur van de gemeente moet dan ook de nodige duidelijkheid geven: wat is de opdracht, wat zijn de prioriteiten. En daarbij niet te star zijn”. Een ondernemer beaamt dat de uitvoeringsambtenaren vooral de regeltjes uitvoeren. Hierdoor ontstaat bij ondernemers toch het gevoel dat het gemeentebeleid niet samenhangend is. Een andere ambtenaar is van mening dat de contacten met ondernemers zeker vanuit de bedrijvencontactfunctionaris ontwikkelingsgericht zijn. Dat de ontwikkelingen niet altijd tot stand komen, ligt soms ook aan het wegen van het beleid (inderdaad de regeltjes) waarbij niet altijd de ontwikkelingsgerichte benadering prioriteit krijgt. Er wordt in de uitvoering toch vaak eerder gekeken naar ‘waarom iets niet kan’, dan ‘hoe iets wel kan’. Meer specifiek is een verbeterpunt dat de juridisch medewerkster die verantwoordelijk zal zijn voor het opstellen van het Evenementenbeleid, nu vanuit haar huidige functie nog geen afstemmingsoverleg heeft gevoerd met de recreatieen toerismemedewerker. Wel is er soms informeel overleg naar aanleiding van een aanvraag, waarbij wordt besproken in hoeverre de aanvraag binnen het Beleidsplan past of juist niet.
4.4.2 Samenwerking landelijke & provinciale overheid Vanuit de gemeente is er regelmatig overleg (elke 6 weken) met de provincie: 2 senior medewerkers RO wisselen elkaar af. Inbreng van de beleidsmedewerker Economische Zaken zou hierbij nuttig kunnen zijn. Dit gebeurt nu nog niet. Ook in het kader van het Bestemmingsplan Buitengebied is er veel overleg geweest met de provincie en andere partner zoals LTO, Milieufederatie, RECRON etc. Het lukt over het algemeen goed om begrip te hebben voor elkaars standpunten en men komt er altijd wel uit. Volgens de betrokken medewerkster verloopt de samenwerking met de andere overheden, landelijk en provincie, op zich goed. Op het vlak van samenwerking tussen landelijk, provincie en gemeente is wel een spanning merkbaar tussen milieu en economie. Er is veel wetgeving op het gebied van RO, milieu-wetgeving, Natura 2000 etc. Soms is er spanning tussen de provinciale, landelijke en EUwetgeving enerzijds en de gemeente anderzijds. Het gaat dan bijvoorbeeld om de economische haalbaarheid, wat voor de gemeente
44
heel belangrijk is. De gemeenteraad wil daarom het liefst zo veel mogelijk ontwikkelingsmogelijkheden houden in het Buitengebied. Maar vanuit Natura 2000 bezien zijn de mogelijkheden in veel gebieden zeer beperkt. Soms worden dan (te) hoge eisen en voorwaarden gesteld aan de (plannen van) ondernemers. Er is veel overleg, ook met de collega’s bij de provincie. Meestal komt men er wel uit en wordt de oplossing gevonden binnen een voor ondernemers acceptabele termijn wanneer het gaat om het doen van rendabele investeringen. Wel staan partijen staan er doorgaans voor open om een balans te vinden en dat lukt daarom meestal (uiteindelijk) ook. De Kadernota schept ook helderheid als het gaat om het creëren van ruimte voor economische mogelijkheden, binnen de grenzen.
4.4.3 Samenwerking met buurgemeenten Samenwerking met buurgemeenten algemeen Op dit moment werkt gemeente Westerveld op het gebied van recreatie en toerisme het meest samen met de Drentse buurgemeenten: de Wolden, Ooststellingwerf, Meppel en MiddenDrenthe. De samenwerking met deze gemeenten verloopt goed. Met Kop van Overijssel en Steenwijkerland in provincie Overijssel wil gemeente Westerveld al jarenlang de samenwerking intensiveren, maar dat lukt nog niet zo goed. Dit houdt waarschijnlijk verband met de provinciegrens. Waar gemeenten binnen de provincie bestuurlijk vooral samenwerken via het Recreatieschap, ontbreken reguliere samenwerkingsvormen en overleggen (bijv. Aorta) tussen gemeenten van verschillende provincies. Wel wordt er op projectniveau al samengewerkt. In die gevallen loopt de samenwerking goed en men weet elkaar te vinden, indien dat nodig is. Bekendheid met beleid en prioriteiten De Drentse buurgemeenten zijn op hoofdlijnen bekend met de prioriteiten van het recreatie en toerismebeleid in Westerveld. De prioriteiten van de verschillende gemeenten sluiten goed bij elkaar aan, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de samenwerking op Bestemming Zuidwest Drenthe. Daarnaast zijn de kenmerken van het stedelijke Meppel - met vooral op musea en cultuurhistorie gericht dagtoerisme en het landelijke Westerveld - met veel natuurgericht verblijfstoerisme - een goede aanvulling op elkaar. Met het oog op mogelijkheden voor bezoeken en arrangementen over en weer is belangrijk dat bewoners en toeristen hierover goed geïnformeerd zijn. Communicatie en samenwerking met gemeente Westerveld De Drentse buurgemeenten beoordelen het contact met en de communicatie tussen Westerveld en hun gemeente positief. Zo wordt gesproken over goede (ambtelijke) samenwerking op projectniveau, vooral via het Recreatieschap maar ook één-op-één.
45
Met name dankzij het project Bestemming Zuid-West Drenthe is de communicatie verbeterd. Door de samenwerking op projectbasis houdt men elkaar op de hoogte. Bij beleidsstukken (beleidsplan R&T, Bestemmingsplan Buitengebied) is het gebruikelijk bij de ter inzage legging, of eerder bij de fase van beleidsvorming, de buurgemeenten op de hoogte te stellen en de gelegenheid te geven te reageren. Daarnaast spelen ook de Aorta-overleggen vanuit het Recreatieschap een belangrijke rol bij het elkaar over en weer op de hoogte houden van ontwikkelingen in de gemeenten binnen provincie Drenthe.
De samenwerking is, voor zover van toepassing, de afgelopen jaren geïntensiveerd en men zoekt elkaar steeds makkelijker op. Dit is onder andere dankzij het aanstellen van een specifieke ambtenaar voor recreatie en toerisme in elk van de gemeenten en door samenwerking op het gebied van Zuidwest Drenthe en bijvoorbeeld bestemmingsplannen. Ook de samenwerking op projectniveau wordt positief beoordeeld, op grond van ervaringen bij verschillende projecten. De gemeenten informeren elkaar over en weer over de projecten waarmee men bezig is en de toeristisch medewerkers van de buurgemeenten blijken doorgaans goed op de hoogte te zijn van de projecten in gemeente Westerveld. De medewerkers in de buurgemeenten vinden het erg belangrijk om dat de informatievoorziening over projecten in stand blijft en waar nodig te intensiveren.
46
Samenhang en onderscheidend vermogen De Drentse plattelands-buurgemeenten zijn individueel te klein om als toeristisch gebied optimaal in de markt te zetten, omdat de toeristische regio groter is dan de gemeente, vanwege de actieradius en de belevingswereld van de toerist. Deze gemeenten hebben, behalve de Natura 2000 parken in Westerveld, het Reestdal in de Wolden, en de gebiedsnaam Drentse Hooglanden voor Midden Drenthe, onderling weinig onderscheidend vermogen. Meppel kan zich beter van de plattelandsgemeenten onderscheiden en is vooral een goede aanvulling. Op beleidsniveau erkennen de buurgemeenten ook dat er meer redenen zijn om samen te werken dan met elkaar te concurreren. Gedeelde visie en beleidsmatige samenwerking Het zou wenselijk zijn om bestuurlijk en beleidsmatig nog meer tot afstemming tussen de gemeenten te komen: met een gezamenlijk gedeelde visie die de portefeuillehouders ook meer kunnen uitdragen. Het beleid wordt nu nog veelal ad hoc opgesteld, gekoppeld aan een bepaalde financieringsbron. Een gezamenlijk gedeelde visie kan meer samenhang brengen in het beleid en de projecten die ontwikkeld worden. De aandacht die beleidsmedewerkers bij de gemeenten hier nu aan beginnen te geven, behoeft verdere intensivering. Bijvoorbeeld een meer structurele samenwerking op beleidsmatig niveau wat betreft marketing en promotie van de toeristische regio met de buurgemeenten in Drenthe en de natte gemeenten in Noord/Noordwest Overijssel. Zo kan een regio gepromoot worden die aansluit bij de belevingswereld en actieradius van een toerist. In plaats van de regio die wordt gepromoot, te laten bepalen door bestuurlijke grenzen. Ook kunnen de samenhang en de onderscheidende kenmerken tussen de gebieden dan beter worden benadrukt, gecommuniceerd en benut. In brochures e.d. kan worden opgenomen wat er in de buurgemeenten te doen is, opdat mensen langer blijven omdat er meer te doen is. Een aandachtspunt hierbij is de communicatie naar buiten toe, bijvoorbeeld via moderne technologieën zoals apps. Een ander aandachtspunt voor de visie en communicatie ervan is de naamgeving. Zowel Westerveld als Zuidwest Drenthe zijn niet zo sterk als naam, omdat het niet aangeeft wat er te doen is in het gebied. Dit wordt volgens de medewerkster recreatie en toerisme ook onderkend in het regio promotieplan. Ervaringen met samenwerking over provinciegrenzen De regio is veel groter dan elk van de gemeenten en beslaat ook de Kop van Overijssel/Steenwijkerland. Dat gebied is aanvullend op de gemeenten van Zuid-West Drenthe, omdat het meer op water gericht is. Vanuit Westerveld en de Drentse buurgemeenten wordt het dan ook als noodzakelijk gezien, dat gemeenten, ook over de provinciegrenzen heen, elkaar opzoeken. De toeristen laten zich niet
47
weerhouden door een provinciegrens. Het is juist in eenieders voordeel om de toerist op de korte afstanden te wijzen naar attracties in buurgemeenten. Gemeente de Wolden werkt samen met de Overijsselse buurgemeenten Staphorst en Hardenberg in het Reestdalproject. Gemeente Meppel werkt al samen met de Kop van Overijssel en zou meer willen samenwerken met gemeente Steenwijkerland. De samenwerking heeft al geleid tot bijvoorbeeld arrangementen en noemen van attracties in de buurgemeenten in de gidsen en brochures e.d. In zowel Westerveld als deze buurgemeenten is de ervaring dat de provinciegrens een belemmering vormt in de samenwerking tussen gemeenten van verschillende provincies. Doordat deze gemeenten niet via een recreatieschap verbonden zijn, wordt de samenwerking ervaren als iets minder intensief en voor de hand liggend dan met de Drentse buurgemeenten. Door de andere geldstromen verloopt de samenwerking wat stroever. Daarnaast speelt de beperkte tijd die de recreatie- en toerismemedewerkers bij de gemeenten hebben, een rol. Deze belemmering is vanuit ten minste één van de gemeenten aangegeven bij het Recreatieschap. De gemeente Meppel is momenteel bezig met voorbereidingen voor het opstellen van een TROP, waarbij ook buurgemeenten betrokken zullen worden. Aandachtspunt bij (intergemeentelijke) samenwerkingsprojecten: continuïteit borgen Volgens enkele ondernemers en ambtenaren duurt het altijd een tijdje voordat samenwerkingsprojecten goed op gang komen. Dat was onder andere de ervaring in het Reestdal. Daar is na de looptijd van 3 jaar een doorstart gemaakt tot vijf jaar, waardoor het nu het echt goed op gang begint te komen. De drie jaar looptijd voor Bestemming Zuid-West Drenthe wordt dan ook als te kort beoordeeld. De regiocoördinator die werd gesubsidieerd vanuit de provincie Drenthe, speelt hierbij een belangrijke rol. Wanneer de subsidie hiervoor na 3 jaar stopt, is de vraag is of de continuïteit voldoende gewaarborgd is. Om effect te hebben en ondernemers voldoende te betrekken is een looptijd van 5 tot 7 jaar nodig. Er is daarom bij de provincie verzocht om een verlenging van het project.
4.4.4 Samenwerking met andere betrokken organisaties Wat betreft andere samenwerkingspartners lijken de tegenstrijdige belangen tussen organisaties in het gebied mee te vallen. Volgens de betrokken medewerkers zien de meeste belangengroepen en partijen in het gebied het belang van recreatie en toerisme goed in.
48
Uiteraard zijn er kritische groepen, zoals de Woudreus en de Natuur en Milieufederatie. Het is echter niet zo dat deze partijen dan helemaal gaan dwarsliggen en er niets meer mogelijk is. Meestal slaagt men erin in gezamenlijk overleg naar oplossingen te zoeken, op welke manier en onder welke voorwaarden ontwikkelingen kunnen worden gerealiseerd. De gemeente probeert verschillende belanghebbende groepen zo veel mogelijk en in een vroeg stadium bij ontwikkelingen te betrekken. Ook worden belanghebbende groepen steeds meer persoonlijk benaderd, met succes. Intussen is er een convenant1 en een samenwerkingsproject tussen RECRON en de Natuur en Milieufederatie “Natuurlijke Recreatie Drenthe”, belangengroepen met ogenschijnlijk uiteenlopende belangen2. Een punt van aandacht dat naar voren kwam uit de interviews, is dat recreanten mogelijk zoeken naar een VVV, terwijl die er in het gebied niet meer is. In plaats daarvan draagt de gemeente bij aan TIP. TIP is echter (nu nog) minder herkenbaar voor bezoekers van de gemeente.
4.4.5 Samenwerking met sector en inzet ondernemers De uitvoering van activiteiten gericht op de pijler recreatie en toerisme in het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie is sterk afhankelijk van de betrokkenheid en deelname van ondernemers in de recreatie en toerismesector. Binnen de gemeente wordt het belang onderkend om niet alleen de belangenorganisaties te betrekken. De reden die hiervoor wordt genoemd, is dat bijvoorbeeld RECRON niet alle recreatieondernemers vertegenwoordigt en dat niet alle ondernemers lid zijn van een belangenvereniging. Volgens een medewerker doet de gemeente meer dan wettelijk gezien verplicht is, wat betreft het betrekken van belanghebbende partijen. Dat zou als voordeel hebben dat ook aan iedereen direct duidelijk is wat wel en wat niet kan. Volgens de betrokken medewerkster lijkt er sprake te zijn van een piek van interesse op het moment van de totstandkoming van de Beleidsnota en de plannen. Wanneer de Nota dan klaar is, neemt de betrokkenheid af. Dit geldt ook voor de ondernemers. Vragen vanuit ondernemers gaan vervolgens vooral om de vraag of de gemeente kan meefinancieren. Volgens de betrokken medewerkster gebeurt dit ondanks dat de gemeente de plannen, prioriteiten en uitgangspunten van het beleid voldoende gecommuniceerd heeft.
1
2
De afspraak is dat wanneer men bij uitbreiding van (verblijfs)recreatie bedrijven bang is voor een knelpunt, men het Kwaliteitsteam Natuurlijke Recreatie inschakelt. Zij geven dan advies over de inpassing etc. Het advies is voor provincie en gemeente niet bindend, maar wel zwaarwegend. Sinds 2008/09 hebben 3 of 4 bedrijven in Westerveld zo’n advies opgevraagd. Bron: interviews medewerkers
49
Alle ondervraagde medewerkers beamen dat de ondernemers in Westerveld wel proactiever, initiatiefrijker en innovatiever, en minder afwachtend en behoudend mogen zijn. Ook zijn de ondernemers volgens hen erg verdeeld en werken ze nog weinig samen. Blijkbaar gebeurt dit al meer in buurgemeenten zoals de Wolden, waar ondernemers veel bezig zijn met arrangementen en netwerken. De ondernemers zelf beamen het beeld dat ondernemers in Westerveld over het algemeen moeilijk enthousiast te krijgen zijn. Hiervoor lijkt een cultuuromslag nodig te zijn, wat tijd nodig heeft. Overigens geven medewerkers van de gemeente ook aan dat de afgelopen jaren wel veranderingen merkbaar zijn: ondernemers geven zelf steeds meer aan dat er iets moet gebeuren en de relatie tussen ondernemers en de gemeente is verbeterd. De ondernemers komen ook steeds meer bij elkaar. De ondernemerscafe’s en ontbijten gericht op een specifiek onderwerp of gebied worden goed bezocht. Het is een groeiproces: ondernemers moeten elkaar meer zien als potentiële samenwerkingspartners dan als concurrenten. Ook is de communicatie vanuit de ondernemers aan de gemeente wat betreft de evenementen niet altijd helder en volledig. Bijvoorbeeld, bij meerdaagse evenementen wil de gemeente graag van te voren weten welke verschillende activiteiten er elke dag plaats vinden. Omdat soms niet precies duidelijk is wat alle activiteiten zijn die plaats gaan vinden, kan de gemeente voor vervelende verrassingen komen te staan. Ook is belangrijk dat de aanvragen op tijd binnenkomen, omdat de gemeente ze niet wil weigeren. Van de andere kant moet het allemaal goed geregeld zijn met wegafzettingen, brandweer, informeren over het evenement, etc. Ondanks het betrekken van ondernemers bij de beleidsvorming, geven bedrijven de gemeente bij de beoordeling toch vaak een laag cijfer. Volgens een medewerker komt dat ook doordat er soms verschillen zijn tussen het meer rekbare beleid en de uitvoering, die meer gericht is op het toepassen van de regeltjes. Daarom is het ook zo belangrijk dat de beleidsmedewerkers en uitvoerende medewerkers elkaar nog beter begrijpen en weten te vinden. Ook was er bij volgens de portefeuillehouder en een aantal medewerkers in de gemeente in het verleden wellicht ook niet altijd voldoende begrip voor de ondernemers. Zaken zoals de cursus “denken als een MKB-er” hebben daar verbetering in gebracht. Ook vanuit de ondervraagde ondernemers wordt aangegeven dat er veel verbetering is in de houding van de gemeente naar ondernemers. Ondernemers geven ook aan sinds 2011 meer inzet vanuit de gemeente te zien. Nu is er volgens hen nog meer visie, middelen en
50
trekkracht nodig vanuit de gemeente om het ook daadwerkelijk van de grond te krijgen.
Communicatie vanuit gemeente naar ondernemers Vanuit de meerderheid van de ondervraagde recreatieondernemers wordt beaamd dat de communicatie vanuit de gemeente de afgelopen paar jaren verbeterd is, met termen als: “Sterk verbeterd”, “Actiever, meer communicatie, ondernemer voelt zich serieus genomen, de gemeente is hiermee op de goede weg”, “verbetering sinds afgelopen jaar”, “korte lijnen”, “verbetering sinds 2011 dankzij voorzetjes van de burgemeester, maar meer visie, middelen en trekkracht is nodig”, “positief gevoel”. Een ondernemer beoordeelt de communicatie als redelijk en niet slechter dan in andere gemeenten, maar wel een aandachtspunt. Een tweede ondernemer beoordeelt de communicatie als “nog onvoldoende”, omdat men nog te versnipperd werkt en onvoldoende vanuit een centrale visie (“men wil wel maar het lukt nog niet zo”). Andere verbeterpunten voor de communicatie met ondernemers zijn: Communicatie centraliseren via het Toeristisch Platform; Ondernemers breed blijven informeren, bijvoorbeeld over Werelderfgoed nominaties, dan kunnen ondernemers zelf bepalen of zij aanhaken of zelf iets ondernemen op een thema; Identiteit (gemeentelijk of regionaal) ontwikkelen (niet Westerveld) en vervolgens investeren in communicatie van naam; Speerpunten zijn nog onvoldoende zichtbaar; Communicatie nog te versnipperd en meer communicatie over de noodzaak, aanvang en voortgang van projecten is nodig; Mensen pakken en betrekken is nog een zwak punt; Zorgen dat de kennis er is, ook over het beleid van andere overheden (bijv. provincie) zorgt voor meer eenduidigheid; Niet te veel willen, dingen afmaken. De helft van de geïnterviewde ondernemers gaf aan bekend te zijn met verschillende (meestal niet alle) projecten en activiteiten van de gemeente die in uitvoering zijn. Enkele andere ondernemers gaven graag beter geïnformeerd te willen worden over lopende projecten. Een ander aspect is dat de gemeente niets kan toelaten wat strijdig is met de doelstellingen van de nationale parken. Volgens de portefeuillehouder zal daarom in het nieuwe beleid nog duidelijker gemaakt worden wat de gemeente wil en kan stimuleren en wat niet. Op die manier hoeven ondernemers geen tijd te verspillen. Betrokkenheid ondernemers bij projecten De helft van de geïnterviewde ondernemers is betrokken bij de uitvoering van projecten vanuit de gemeente. Zij zijn doorgaans
51
positief over de samenwerking met de gemeente op deze projecten en zijn enthousiast over de toegankelijkheid van de portefeuillehouder en medewerkers. Een van de ondernemers gaf aan dat de leiding bij het project Bestemming Zuid-West Drenthe – een samenwerkingsproject tussen vijf gemeenten - onvoldoende is geweest voor de grensoverschrijdende projecten. Hierdoor is het project onvoldoende op een groot plan gezet en is er onvoldoende samenwerking gerealiseerd. Enkele ondernemers gaven aan meer betrokken te willen worden bij projecten.
4.5
Knelpunten in de uitvoering
Het belangrijkste knelpunt is de hierboven beschreven personeelsinzet. Daarnaast is nog meer inzet en samenwerking vanuit de ondernemers nodig. De gemeente is in 2012 op deze beide knelpunten ingegaan: de personeelsinzet is verhoogd en om de benodigde eenheid te creëren bij ondernemers zal de komende tijd blijvend moeten worden geïnvesteerd. Volgens de betrokken medewerkers zijn er wel eens bewoners of buren die een project of een nieuw plan van een ondernemers proberen te dwarsbomen. Dit is echter niet specifiek voor Westerveld en komt hier niet meer voor dan elders. Ook kan de gemeente hierin een bemiddelende rol spelen. Een additionele factor welke een bedreiging voor de ontwikkeling van recreatie en toerisme vormt, zijn de aanpassingen in het Bestemmingsplan Buitengebied die naar aanleiding van de MER– commissie moesten worden gedaan. Hierdoor is niet uit te sluiten dat wanneer ondernemers willen uitbreiden of veranderen, ze telkens zullen moeten toetsen aan de natuurdoelstellingen of bepaalde plannen haalbaar zijn1. Volgens enkele medewerkers straalt de gemeente de ruimte en mogelijkheden die de gemeenten wil bieden aan ondernemers nog niet uit. De gemeente is volgens hen onvoldoende uitnodigend voor ondernemers en toeristen en heeft onvoldoende naamsbekendheid. Men is te bescheiden. Zo is bijvoorbeeld ook de website van de gemeente niet in overeenstemming met de visie die de gemeente wil uitdragen van een gemeente die wil openstaan voor nieuwe ideeën van ondernemers, waar ondernemers bij de gemeente terecht kunnen en nieuwe ondernemers worden aangetrokken: “We geven alles een kans en we denken mee”. Op de website van de gemeente is weinig informatie te vinden die interessant is voor toeristen of ondernemers. Er is alleen een link met een verwijzing naar de website van Drenthe. 1
Interview portefeuillehouder
52
Het eerste wat de ondernemer of toerist denkt is: “Waarom zou ik naar Westerveld toe gaan?” Daarover zie je op de website niets. Dat zou veel meer uitnodigend moeten. Het is wel logisch te verklaren: door de bestuurswisseling en de bezuinigingen waarin de gemeente vervolgens terecht kwam, was de gemeente meer gericht op beheer dan ontwikkeling- en innovatiegericht. Als de gemeente dat zo laat, laat men misschien kansen liggen. Vanuit de ondernemers werden de volgende belangrijke blijvende aandachtspunten genoemd: Zorg voor een visie voor langere termijn Communiceer de visie Regierol van de gemeente voor samenhang en monitoren zodat projecten en activiteiten opleveren wat men wilde Blijf samenwerkingsverbanden en initiatieven faciliteren Maak niet elk jaar een nieuw plan Integrale aanpak regionale promotie Naamsbekendheid en promotie i.s.m. andere bedrijven (niet alleen verblijfsaccommodaties Verbetering van kwaliteit van verblijfsaccommodaties Herziening bestemmingsplan nog een zeer moeizaam ondernemersonvriendelijk proces
53
5
Doeltreffendheid en doelmatigheid
5.1
Doeltreffendheid van beleid en uitvoering
Onderstaande bevindingen uit de interviews geven een voorlopig inzicht in de tot zover geboekte resultaten ten aanzien van de doelen van de Beleidsnota.
5.1.1 Vernieuwing en diversificatie van het aanbod Uit de interviews met ondernemers blijkt dat zij allen op hun eigen manier bezig zijn met vernieuwende activiteiten, zoals: Interieur vernieuwd Arrangementen ontwikkeld Kwaliteit accommodaties en/of terrein verbeterd Nieuwe route / natuurpad Streekproducten Realisatie parkeerplaatsen Samenwerken om elkanders ambassadeur te zijn. Ook vanuit de gemeente Westerveld en de buurgemeenten werd met name genoemd dat nieuwe verbindingen en routes (o.a. Drenthe Trail, fietsknooppuntenroute) en arrangementen zijn ontwikkeld of in ontwikkeling zijn (inventarisatie ruiterpaden).
5.1.2 Ondersteuning vanuit gemeente aan ondernemers Ondersteuning vanuit de gemeente hierbij wordt door de geïnterviewde ondernemers overwegend als positief ervaren: “Prima overleg”, “de communicatie gaat steeds sneller”, “ondernemers krijgen meer ruimte, gemeente reageert goed op de markt”, “vakkundig en creatief”. Een ondernemer had de ervaring van een moeizaam proces (herziening bestemmingsplan) en een ondernemer wenst een sterkere trekker- / regierol van de gemeente.
5.1.3 Samenwerking tussen gemeente en ondernemers Twee ondernemers gaven expliciet aan nu sneller de samenwerking met gemeente op te zoeken. Voor de andere ondernemers was dit nog niet van toepassing of niet evident. De helft van de ondernemers voelt zich nu meer betrokken bij de gemeente en één ondernemer had al directe lijnen. Eén van de ondernemers is nieuw in de gemeente, zodat betrokkenheid nog moet groeien. Een andere ondernemer vond de betrokkenheid nog
54
onvoldoende; volgens hem moet de gemeente ondernemers meer informeren over waar de gemeente mee bezig is en waarom, en over projecten bij aanvang opdat ondernemers meer betrokken kunnen zijn.
5.1.4 Deelname en effectiviteit toeristisch platform Een minderheid van de geïnterviewde ondernemers gaf aan deel te nemen aan het toeristisch recreatief platform. De deelnemende ondernemers beoordeelden de bijeenkomsten als een goed en nuttig initiatief voor de contacten en het netwerk, goed om met elkaar te praten, en stimulerend om met andere positieve ondernemers contact te hebben. Als aandacht- of verbeterpunten voor het platform worden genoemd: Continuïteit bewaken Inschakelen van een uitvoerend en aanjagend coördinator. Een nieuwsbrief voor de ondernemers over projecten, reguliere zaken waar de gemeente mee bezig is en welke loketten etc. Enkele ondernemers gaven aan onvoldoende over de bijeenkomsten van het toeristisch-recreatief platform geïnformeerd te zijn. Andere ondernemers gaven aan niet zo van het vergaderen te zijn of geen vertrouwen te hebben in het nut ervan.
5.1.5 Promotie en naamgeving cruciaal Zowel de gemeentemedewerkers in Westerveld en buurgemeenten als de ondernemers onderstrepen het belang van promotie. Een cruciaal onderdeel van het beleid van gemeente Westerveld is het beter promoten van het gebied, maar dit is nog niet tot uitvoering gekomen. Nu werkt ieder dorp nog te veel op zich wat betreft folders en brochures etc. Ook wordt betwijfeld of mensen in het Westen van Nederland weten wat er te doen valt in de omgeving van Westerveld. Overigens zijn er wel al een aantal promotieconcepten in regioverband ontwikkeld, zoals Eddy de Eekhoorn, Belevenissenkaart Zuidwest Drenthe, de Zuidwest Drenthe huisstijl en folder en een folder voor doelgroepen. Ook zou voor Zuidwest Drenthe (waar Westerveld deel van is) volgens sommigen al sprake zijn van een imagoversterking, zodat ondernemers en gemeenten zich meer deel van de regio voelen. Maar de promotie moet volgens bijna alle respondenten nog beter. Er is bij de gemeente Westerveld, buurgemeenten en ondernemers veel twijfel over de identiteit en naamgeving van het gebied. Westerveld en Zuidwest Drenthe worden hierbij niet als geschikte namen gezien, vanwege een gebrek aan identificatie (“nietszeggend”) en herkenning. Het wordt daarom uiterst belangrijk gevonden om in
55
regio-verband de identiteit en naamgeving te bepalen. De naamgeving zou beter moeten aansluiten bij wat het gebied te bieden heeft. Daarnaast moet beter in kaart worden gebracht wat er aan aanbod is en hoe dit zich verhoudt tot de vraag vanuit wat de toeristen willen beleven. Vervolgens dient de promotie bijvoorbeeld worden aangehaakt bij de promotie van Drenthe en uitgediept gericht op de regio. Hierbij dient meer aandacht te worden geschonken aan het onderscheid tussen de dorpen, om op basis hiervan keuzes te maken voor speerpunten en thema’s per dorp. Daarbij kan bijvoorbeeld een erkenning voor gemeente Westerveld als de Entente Florale, de groenste gemeente van Nederland, veel meer gepromoot worden. Daarnaast is opgemerkt dat er veel verschillende gidsjes, sites e.d. de grond uit rijzen. Het is duidelijker om één goede website te hebben en eventueel 1 gids, dan kan het ook goed up to date gehouden worden. Er kan bijvoorbeeld een boekwerk ontwikkeld worden waaruit klanten concepten kunnen kiezen.
5.1.6 Overige knelpunten voor doeltreffendheid Knelpunten vanuit ondernemers voor het behalen van de gewenste doelen en effecten: Regelgeving en botsing van toerismeontwikkeling met andere belangen (natuur, milieu); Meer ontwikkeling van diversiteit nodig, door niet teveel op natuur te richten maar ook op cultuur; Onderzoeken waar de terugloop vandaan komt, op welke markten ondernemers in Westerveld zich kunnen richten en wat de vraag is; Ontbreken van een zware motor; Vaak vallen plannen vanuit de gemeente na verloop van tijd dood nadat ze op gang gebracht zijn: plannen worden vaak niet afgemaakt. Dat heeft vervolgens zijn weerslag op de ondernemers. Wat betreft het laatste punt is vanuit een medewerkster aangegeven dat de rol die de ambtenaren van de raad hebben gekregen zich richt op initiëren en faciliteren. Het bedrijfsleven moet de initiatieven vervolgens zelf oppakken.
5.1.7 Mogelijkheden om effectiviteit te vergroten Vanuit de gemeentemedewerkers in Westerveld en de buurgemeenten zijn daarnaast de volgende mogelijkheden aangedragen om de effectiviteit van het Beleid te vergroten: - Gemeente en provincie spelen een belangrijke rol in het scheppen van de voorwaarden voor modernisering van de accommodaties.
56
-
-
-
-
Alleen dan kun je ook het gebied met promotie beter in de markt zetten. Daarvoor is nodig dat de ondernemers ook in hun bedrijf investeren en dat is in deze tijden van recessie, wanneer bezoekersaantallen en de inkomsten uit het bedrijf teruglopen heel lastig. Men belandt dan in een vicieuze cirkel. Vanuit de gemeente en provincie gezamenlijk moeten de ondernemers daarom gestimuleerd worden, ook door middel van regelingen als (voorheen) Stinat. Dat is deels lastig, omdat Drenthe qua middelen niet zo’n rijke provincie is. Het aantonen van de effecten van investeringen door middel van “good practices” in andere gebieden kan daarnaast ook helpen om ondernemers over de streep te trekken. De gemeente zal keuzes moeten gaan maken en prioriteren. In volgende fasen is de gemeente van plan zich meer te gaan richten op een kleinere groep ondernemers die echt willen samenwerken en initiatief tonen. Nieuw onderzoek is belangrijk over wat goede markten zijn om je als recreatie- en toerismesector op te richten en wat deze markten vragen. Er is nog geen publiek evenementenprogramma of -kalender voor de gemeente. Dat zou wel goed voor de promotie zijn. Zoiets is er wel op provinciaal niveau. Binnen de gemeente zijn wel al ideeën over een gegevensbestand dat toegankelijk moet zijn voor de ondernemers, opdat zij hun evenementen beter kunnen plannen in samenhang met, en zonder overlap met, initiatieven van andere ondernemers. Wat nodig is, is de koppeling: o kwaliteitsverbetering & innovatie, met o marketing & promotie (buiten de regionale ‘vijver’, op bv. Randstad en/of Duitsland) o Plus: een goed gezamenlijk initiatief van de ondernemers.
5.2
Maatschappelijke effecten
5.2.1 Te vroeg voor maatschappelijke effecten Volgens de betrokken ambtenaren bij Westerveld en buurgemeenten en het merendeel van de ondernemers is het nu nog vroeg om effecten te meten (en te merken), omdat nog niet alle activiteiten vol in gang zijn gezet. Dit komt ook overeen met de bevindingen in de Beleidsevaluatie Lokale Economie. Twee ondernemers menen dat er eerder sprake is van een continuering van de dalende bezoekerstrend. Ook is verschillende keren opgemerkt dat bezoekersaantallen wel te meten zijn, maar dat het is niet makkelijk is om het succes of de bijdrage van beleid te meten, omdat veel andere externe factoren een rol spelen.
57
5.2.2 Meten van effecten Effectmeting door de gemeente Volgens de betrokken medewerkster zal het aantal overnachtingen worden gemeten aan de hand van de inkomsten van de toeristenbelasting. Dat is een benadering die een indicatie geeft. Vanuit het college is onlangs de wens geuit om meer te monitoren hoe de registratie van de toeristenovernachtingen verloopt. Volgens de betrokken medewerkster houdt de gemeente ook het aantal ondernemers bij. De gemeente is ook enigszins op de hoogte van welke (m.n. verblijfsrecreatieve) bedrijven verouderd zijn, maar de vraag is in hoeverre de gemeente bij vernieuwing een rol kan spelen. Het is aan de ondernemers zelf om te investeren in hun bedrijf. Ook houdt de gemeente het aantal vergunningaanvragen bij. Aan de hand hiervan is te zien of het aantal aanvragen toeneemt en of er sprake is van een groter aantal meerdaagse evenementen. Daarnaast maakt de gemeente gebruik van het ContinuVakantieOnderzoek1 van het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen en NIPO (NTBC-NIPO) voor de regio Zuidwest Drenthe en de Ecorys studie naar de Economische betekenis van toerisme en recreatie in Drenthe (2010)2 in opdracht van Recreatieschap Drenthe, i.s.m. Kamer van Koophandel Noord-Nederland en Toeristisch Recreatief Drenthe. Gemeente Westerveld zal ook uit deze bronnen gegevens verzamelen en analyseren. Deze gegevens zullen worden gebruikt om de effectiviteit van het recreatie- en toerismebeleid te monitoren. De portefeuillehouder en betrokken ambtenaren zijn van mening dat voor het beter meten van de effecten nog een slag gemaakt moet worden. In onderstaande paragrafen gaan we daarom kort in op de gegevens die gebruikt kunnen worden voor het meten van de maatschappelijke effecten van recreatie- en toerismebeleid. Beknopt overzicht van beschikbare soorten gegevens Volgens de studie van Ecorys (2010) was er over de periode 20002009 een continue toename van toeristische bestedingen en werkgelegenheid in de provincie Drenthe. Ook in gemeente Westerveld was tot 2009 sprake van een toename in toeristische bestedingen.
1
2
Bijvoorbeeld: NBTC-NIPO Research (2011) 2010-2011 - oktober 2010-september 2011, Provincie Drenthe Ecorys (2010). Toerisme in Drenthe:“in roerige tijden” De economische betekenis van toerisme en recreatie in Drenthe. in opdracht van Recreatieschap Drenthe, i.s.m. Kamer van Koophandel Noord-Nederland en Toeristisch Recreatief Drenthe.
58
Tabel 5.1: Toeristische bestedingen 2000-2009 gemeente Westerveld x mln. Euro
2000
2004
2007
2009
Vakanties
24
39
37
48
Dagtochten
31
31
34
37
Totaal
55
70
71
85
Ontwikkeling (%) 27% 1% Bron: Ecorys (2010) Toerisme in Drenthe:“in roerige tijden”. De economische betekenis van toerisme en recreatie in Drenthe. in opdracht van Recreatieschap Drenthe, i.s.m. Kamer van Koophandel Noord-Nederland en Toeristisch Recreatief Drenthe.
20%
Ook groeide de werkgelegenheid in de recreatie- en toerismesector van Westerveld (zie onderstaande tabel) tussen 2007 en 2009. Tabel 5.2: Werkgelegenheid in toeristische sector Westerveld 2007-2009
Werkzame personen toeristische sector % van totale werkgelegenheid
2007
2009
7.680
7.760
16%
19%
Ontwikkeling (%) 1% Bron: Ecorys (2010) Toerisme in Drenthe:“in roerige tijden”. De economische betekenis van toerisme en recreatie in Drenthe. in opdracht van Recreatieschap Drenthe, i.s.m. Kamer van Koophandel Noord-Nederland en Toeristisch Recreatief Drenthe.
Het ContinuVakantieOnderzoek geeft naast inzicht in het aantal bezoekers, overnachtingen, bestedingen, seizoensduur, tijdsbesteding, accommodatievorm, etc. voor regio Zuidwest Drenthe, tevens inzicht in de profielen en beoordelingen van bezoekers. Deze informatie is nuttig voor marketingdoeleinden. Toerisme in Cijfers van Toerdata Noord1 geeft een jaarlijkse update van o.a. bezettingsgraad en aantal overnachtingen, met in de bijlage ook cijfers voor regio Zuidwest Drenthe. Uit de tabel in bijlage 11 is bijvoorbeeld af te leiden dat tussen 2009 en 2010 het aantal toeristische kampeerovernachtingen in Zuidwest Drenthe fors daalde, van 586 naar 403. In de andere accommodatievormen van Zuidwest Drenthe was sprake van slechts lichte dalingen en stijgingen (zie ook gegevens in onderstaande tabel). In regio Noord (provincies Drenthe, Friesland en Groningen) als geheel daalde het aantal toeristische kampeerovernachtingen ook, maar in mindere mate, namelijk met 7%. De 31 procent daling in het aantal toeristische kampeerovernachtingen in Zuidwest Drenthe veroorzaakte een daling in het totale aantal overnachtingen (over alle accommodatievormen) in Zuidwest Drenthe van bijna 12 procent. Dit blijft een forse afname vergeleken met een afname van 1
Toerdata Noord, Toerisme in Cijfers 2011.
59
afgerond 2 procent voor het totaal aantal overnachten over alle accommodatievormen voor provincies Drenthe, Friesland en Groningen in dezelfde periode.
Tabel 5.3: Overnachtingen Zuidwest Drenthe naar accommodatievorm (x 1.000) % Ontwikkeling Accommodatievorm
2006
2007
2008
2009
2010
130
132
127
130
133
2.3
28
22
26
25
25
0.0
538
595
578
586
403
-31.2
standplaatsen
578
566
535
558
550
-1.4
Recreatiewoningen
137
139
147
148
154
4.1
Groepsaccommodaties
108
101
96
94
Hotels en pensions Logies en ontbijt
2009-2010
Kampeerterreinen, toeristische overnachtingen Kampeerterreinen, overnachtingen vaste
Totaal 1.519 1.555 1.509 1.541 Bron: Toerdata Noord, Toerisme in Cijfers 2011, Bijlagen 11 t/m 18. Berekening % ontwikkeling door IOO.
94
0.0
1.359
-11.8
Toerisme in Cijfers van Toerdata Noord (2011) geeft ook de bezoekersaantallen voor dagattracties weer, voor de verschillende kernen. Tabel 5.4: Aantallen bezoekers dagattracties, kernen gemeente Westerveld Dagattractie / Museum
Kern
2006
2007
2008
2009
2010
Planetron
Dwingeloo
65,500
68,000
66,000
66,000
66,000
Vlinderparadijs Papiliorama
Havelte
36,200
36,400
35,800
35,850
34,950
De Koloniehof
Frederiksoord
11,130
10,440
12,250
12,880
13,460
Museums Vledder
Vledder
16,229
17,996
18,799
17,406
15,079
Miramar Zeemuseum
Vledder
12,039
10,029
11,623
21,367
*
Radiomuseum Radiowereld
Diever
*
7,000
7,000
7,000
*
Archeologisch Centrum Diever
Diever
1,500
2,000
3,000
3,000
2,000
Oudheidskamer
Dwingeloo
0
600
650
650
250
Steentijdmuseum Terre Merveille
Dwingeloo
100
100
80
80
*
t Krubenhuus / Pasar Station
Frederiksoord
*
*
*
*
*
*
*
*
Diverza Diever Bron: Toerdata Noord, Toerisme in Cijfers 2011, Westerveld en ordening naar omvang door IOO.
Sinds 2010 geeft bezoekersaantallen aangegeven.
Bijlage
* 31.
* Selectie
kernen
Toerdata Noord daarnaast informatie over van evenementen, waarbij de kern is
Tabel 5.5: Aantal bezoekers evenementen, kernen gemeente Westerveld Aantal bezoeNaam evenement
Categorie
Stad / locatie
Periode
Dagblad van het Noorden
woon/tuin
Frederiksoord - Boomgaard de
8-5-2010 t/m
kers 2010 11.000
60
LenteFair
Fruithof
9-5-2010 11-9-2010 t/m
Floralia Bloemencorso
Corso
Frederiksoord - Park Frederiksoord
12-9-2010
7.000
Voorjaarsmarkt Dwingeloo
Markt
Dwingeloo -RCN de Noordster
5-5-2010
6.500
Zomermarkt Dwingeloo
Markt
Dwingeloo -RCN de Noordster
22-7-2010
6.500
Braderie Havelte
braderie
Havelte
16-5-2010
5.500
Braderie Havelte - Brink
braderie
Havelte - Brink
20-7-2010
5.500
Braderie Diever
braderie
Diever
30-5-2010
5.000
Braderie Diever
braderie
Diever
28-3-2010
5.000
Braderie Dwingeloo
braderie
Dwingeloo
6-6-2010
5.000
Braderie Dwingeloo
braderie
Dwingeloo
11-4-2010
5.000
Braderie Dwingeloo
braderie
Centrum Dwingeloo
15-7-2010
5.000
Braderie Zorgvlied
braderie
Zorgvlied - Dorpsplein
18-7-2010
5.000
Paardenmarkt Dwingeloo
Markt
Dwingeloo - Brink
10-5-2010
5.000
Zomerbraderie Dwingeloo
braderie
Dwingeloo
14-7-2010
5.000
21-7-2010 kernen
5.000
Zomerbraderie Dwingeloo braderie Dwingeloo Bron: Toerdata Noord, Toerisme in Cijfers 2011, Bijlage Westerveld door IOO.
31.
Selectie
Zodra geactualiseerde cijfers voor de hierboven genoemde bronnen beschikbaar zijn, kunnen deze in combinatie met de cijfers van voorgaande jaren een goed inzicht bieden in de ontwikkelingen op het gebied van bezoekersaantallen, overnachtingen en bestedingen in Westerveld en de regio. Deze informatie biedt een basis voor monitoring en evaluatie van de effectiviteit van het beleid – met inachtneming van externe ontwikkelingen. Aandachtspunten bij informatieverzameling en -benutting Wat niet (direct) uit deze beschikbare cijfers te halen is, zijn de wensen, prioriteiten en voorkeuren van huidige en potentiële bezoekers. Enig inzicht hierin is wel af te leiden uit de beoordelingen van voorzieningen en faciliteiten e.d. en de verbeterpunten in het Toerdata Noord Consumentenonderzoek Toerisme (2009) 1. Echter, uit de beoordelingen is niet altijd op te maken of de kwantiteit en/of de kwaliteit van de voorzieningen wordt beoordeeld en de verbeterpunten zijn vrij algemeen geformuleerd2, zonder indicatie van wat het probleem is of wat ontbreekt. Dergelijke informatie is juist bruikbaar om beleid, strategieën en projecten beter vorm te geven. Een aanvullend kwalitatief onderzoek naar de wensen en voorkeuren etc. van potentiële bezoekers van de regio kan daarom nuttig zijn. De aantallen toeristische overnachtingen en bestedingen worden beïnvloed door vele factoren die de keuze van toeristen voor een bezoek of vakantie aan een bepaald gebied mede bepalen. Het 1 2
Toerdata Noord, Consumentenonderzoek Toerisme 2009; en Toerisme in Cijfers 2010 Verbeterpunten uit Toerdata Noord (2009) voor Zuidwest Drenthe zijn: “1. Voorzieningen/activiteiten/attracties/faciliteiten; 2. Wandelen en fietsen; 3. Promotie en informatievoorziening; 4. Horeca en uitgaan; 5. Infrastructuur / wegwerkzaamheden; 5. Openbaar vervoer; 5. Winkels.
61
beleid van de gemeente speelt hierin wel een rol, maar omvang van deze rol is moeilijk objectief vast te stellen. In de volgende paragraaf beschrijven we daarom de meningen van de respondenten in het onderzoek over de aannemelijkheid dat het beleid het gewenste effect oplevert.
5.2.3 Is aannemelijk dat het beleid het gewenste effect oplevert? Wanneer de gemeente doorgaat op basis van het ontwikkelde beleid, verwacht de portefeuillehouder dat het getal van 1 miljoen overnachtingen kan worden gehaald, mits de benodigde kwaliteitsslag wordt gemaakt. Met het huidige bestand aan voorzieningen en accommodaties gaat de gemeente het doel van 1 miljoen toeristen niet redden. Op de vraag of de gemeente met het recreatie en toerismebeleid op de goede weg is om de gewenste effecten te behalen, waren de ondernemers min of meer gelijk verdeeld over de categorieën: “Jazeker”, “nog niet” en “moeilijk te zeggen/onvoldoende zicht op”. Het merendeel van de ambtenaren intern en extern zijn overtuigd van een positieve bijdrage van gemeente Westerveld en de buurgemeenten aan de recreatie- en toerismedoelen. Hierbij wordt vooral gerefereerd aan een voorwaardenscheppende bijdrage.
5.3
Doelmatigheid van beleid en uitvoering
5.3.1 Uitgaven aan onnodige activiteiten Uit de interviews is niet gebleken dat er in het kader van recreatie en toerisme activiteiten zijn uitgevoerd of uitgaven zijn geweest die niet zouden bijdragen aan de doelen van de gemeente op dit gebied.
5.3.2 Beleidsplan: Begroting en uitgaven 2010 Het feitelijk beschikbaar gestelde bedrag in 2010, bedroeg meer dan de vastgestelde € 47.000, namelijk € 65.610 (zie onderstaande tabel). Tabel 5.6: Begroting en uitgaven Uitvoeringsprogramma Lokale Economie 2010 Omschrijving Primitieve begroting 2010 2e Burap 2009 Overboeking budget 2009 naar 2010 Startproject lokale economie uitvoeringsprogramma lokale economie (09/20835) rdsbesl 22-12-2009
Begroot bedrag 2010 10.000 8.610 47.000
Totaal beschikbaar vóór "2e burap 2010; overheveling budget”
65.610
2e burap 2010; overheveling budget
-35.800
62
Realisatie NA 2e burap 2010; overheveling budget Bron: gemeente Westerveld, (Sub-)Totalen berekend door IOO
29.810
Volgens de Beleidsevaluatie Lokale Economie (dec. 2011), werd hiervan een restant van 35.800 euro overgeheveld naar 2011. Hieruit valt op te maken dat in 2010 een bedrag van 29.810 euro is besteed aan het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie. Uit de Beleidsevaluatie is echter niet op te maken aan welke activiteiten het in 2010 bestede bedrag werd uitgegeven. Daarom is in het kader van dit onderzoek de informatie over de begroting en uitgaven aan de uitvoering van het Beleidsplan Lokale Economie opgevraagd, met daarbij een toerekening aan de pijler Recreatie en Toerisme (zie bijlage 7). Uit de toerekening kan worden afgeleid dat € 10.928, ofwel 54% van de gerealiseerde uitgaven, is besteed ten behoeve van recreatie- en toerisme-activiteiten. Dit is nog niet conform het begrote aandeel van 65% voor de recreatie en toerismepijler.
63
5.3.3 Begroting en uitgaven Beleidsplan 2011 Volgens de financiële bijlage bij de Beleidsevaluatie Lokale Economie, is van een in 2011 beschikbaar gesteld bedrag van 45.800 euro, een bedrag van 18.820 euro besteed. Ongeveer de helft hiervan, 9.677 euro, is volgens een toerekening besteed aan activiteiten gerelateerd aan de recreatie en toerismepijler (voor toerekening, zie bijlage 8). Hoewel de uitgaven nog achterblijven bij de begroting, gaat het aandeel ten behoeve van de recreatie en toerismepijler meer in de richting van het begrote aandeel.
5.3.4 Begroting 2012 Volgens de financiële bijlage bij de Beleidsevaluatie Lokale Economie is voor 2012 een bedrag van 65.750 euro beschikbaar, waarvan 65.500 is begroot. Ruim 69 procent hiervan (45.000 euro) zal ten goede komen aan de recreatie en toerismepijler, volgens de toerekening in Bijlage 9. Deze geplande middeleninzet richting de recreatie en toerismepijler is qua omvang en aandeel in lijn met het Uitvoeringsprogramma.
5.3.5 Andere uitgaven aan recreatie en toerisme Overigens kan worden opgemerkt dat naast het uitgaven aan de recreatie en toerismepijler binnen de Beleidsnota Lokale Economie, de gemeente nog andere uitgaven doet in het kader van Recreatie en Toerisme. Zoals eerder in dit rapport aangegeven, is een deel hiervan terug te vinden onder het Begrotingsproduct Recreatie en Toerisme. Het totaalbedrag hiervoor was € 336.000 in 2010 en € 320.000 (raming) in 2011. De € 10.928 besteed in 2010 en € 9.677 besteed in 2011 aan de recreatie- en toerismepijler van de Beleidsnota Lokale Economie bedroegen ongeveer 3% van de totale uitgaven aan begrotingsproduct recreatie en toerisme. Terecht kan dan de vraag gesteld worden of er financieel gezien voldoende impuls uitgaat van de Beleidsnota Lokale Economie voor de recreatie en toerismeontwikkeling, in verhouding tot andere uitgaven aan recreatie en toerisme. Echter, indien het begrote bedrag van € 45.000 voor de recreatie en toerismepijler van het Uitvoeringsprogramma in 2012 gerealiseerd wordt, komt de extra bijdrage uit op 13 procent, wat al veel substantiëler is. De vraag die dan aan de orde is, is in hoeverre continuïteit van de acties geborgd kan worden en welke financiële middelen hiervoor benodigd en beschikbaar zullen zijn. Dit geldt in ieder geval voor alle activiteiten die gericht op of afhankelijk zijn van samenwerking met ondernemers en buurgemeenten.
64
Tabel 5.7 Begroting en rekening Begrotingsproduct recreatie en toerisme Rekening
Recreatie en x 1.000 Lasten
2006
toerisme Begroting Rekening
% ontwikkeling lasten Baten
Saldo
326 -
Begroting
Begroting
Voorlopig
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
351
423
441
440
320
344
327
323
322
580
465
409
436
342
78
-20
-12
7
-22
1
-5
-1
0
3
3
3
3
341
324
320
319
13
5
18
7
11
Rekening
32
17
-22
21
4
3
Begroting
0
338
418
423
433
309
Rekening 294 563 487 388 432 340 Bronnen: Gemeente Westerveld, Begrotingen en Programmarekeningen 2006-2012. Berekeningen IOO.
Naast de uitgaven aan het Begrotingsproduct Recreatie en Toerisme, doet de gemeente substantiële investeringen die van groot belang kunnen zijn voor de toeristische infrastructuur. Voorbeelden hiervan zijn investeringen in fietspaden, parkeervoorzieningen, landschapsontwikkelingsprojecten, etc. Deze uitgaven zijn opgenomen onder andere begrotingsproducten of als aparte investeringsprojecten.
5.3.6 Relatie met totaalbudget en toeristenbelasting Gemeente Westerveld geeft gemiddeld minder dan 1 procent van haar totale budget uit aan Begrotingsproduct Recreatie en Toerisme, ook wanneer uitgaven aan de toerismepijler in het Beleidsplan Lokale Economie hieraan zijn toegevoegd. Gezien het belang van de sector voor de gemeente lijkt dit gering. Tabel 5.8 Uitgaven Recreatie en toerisme als % van totale uitgaven Westerveld Rekening X 1.000
Voorlopig
Begroting
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
58.955
55.146
59.755
51.355
56.690
49.164
40.469
39.128
39.367
38.646
326
580
465
409
436
342
344
327
323
322
10,9
9,7
45 0,8
0,8
0,8
Lasten Totaal budget Westerveld a. Product Recreatie en toerisme b. Recreatie en toerismepijler in Uitv. Progr. Lokale Economie a.+b. als % van totale lasten gemeente Westerveld 0,6 1,1 0,8 0,8 0,8 0,7 1,0 Bronnen: Gemeente Westerveld, Programmabegrotingen en Programmarekeningen 20062012. Berekeningen IOO.
Uit onderstaande tabel valt op te maken dat aan het Begrotingsproduct Recreatie en Toerisme1, gemiddeld iets minder dan de helft van de opbrengsten van de Toeristenbelasting wordt uitgegeven.
1
Gezien de geringe omvang van de uitgaven aan Beleidsnota Lokale Economie zijn deze hierbij niet meegenomen (0,02% van de Totale lasten van gemeente Westerveld)
65
Tabel 5.9 Uitgaven Recreatie en toerisme als % van opbrengsten toeristenbelasting Voorlopig Begroting
Rekening x 1.000
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
768
908
915
827
829
830
830
326
580
465
409
436
342
344
R&T als % van Toeristenbelasting 42,4 63,9 50,8 49,5 Bronnen: Gemeente Westerveld, Programmabegrotingen en Programmarekeningen 20062012. Berekeningen IOO.
52,6
41,2
41,4
Opbrengsten Toeristenbelasting Product Recreatie en toerisme
Naast de uitgaven onder Begrotingsproduct Recreatie en Toerisme doet de gemeente echter ook onder verschillende andere producten en programma’s in de Begroting, uitgaven die (in verschillende mate) ten goede komen aan de recreatie en toerismesector, zoals in de voorgaande paragrafen vermeld. Een onderdeel van het Uitvoeringsprogramma dat in 2012 is gerealiseerd is onderzoek naar de bestedingen aan recreatie en toerisme in verhouding tot de toeristenbelasting. De resultaten hiervan zijn inmiddels gepubliceerd.
5.3.7 Vergelijking met uitgaven in buurgemeenten Uitgaven Begrotingsproduct recreatie en toerisme per inwoner Onderstaande tabel toont de uitgaven aan recreatie en toerisme in Westerveld per inwoner, vergeleken met een aantal omliggende gemeenten. Tot 2011 komt Westerveld steeds uit onder de gemiddelde uitgaven aan recreatie en toerisme per inwoner. Voor 2012 komt Westerveld iets boven het gemiddelde uit. Steenwijkerland begroot het hoogste bedrag voor product recreatie en toerisme. Per 2012 begroot Aa en Hunze het laagste bedrag. Gemiddeld genomen is er sprake van een dalende tendens in de uitgaven aan recreatie en toerisme per inwoner. Tabel 5.10: Uitgaven per inwoner aan Begrotingsproduct Recreatie en toerisme €
Rekening
Begroting
2009
2010
2011
2012
Westerveld
Drenthe
21
23
17
18
Aa en Hunze
Drenthe
21
10
10
9
Borger-Odoorn
Drenthe
GEEN APART BEGROTINGSPRODUCT
De Wolden
Drenthe
-
10
19
13
Meppel
Drenthe
15
12
15
15
Midden-Drenthe
Drenthe
7
10
11
10
Ooststellingwerf
Friesland
29
32
30
17
Opsterland
Friesland
Steenwijkerland
Overijssel
79
31
25
Ommen
Overijssel
26
20
19
GEEN APART BEGROTINGSPRODUCT 66 -
Gemiddeld 27 25 19 16 Bron: Programmabegrotingen en rekeningen van betreffende gemeenten. Berekeningen door IOO.
66
Er zijn echter grote verschillen tussen gemeenten, ten aanzien van de uitgaven die zij onder Begrotingsproduct recreatie en toerisme opnemen. Zo neemt gemeente Steenwijkerland bijvoorbeeld uitgaven aan recreatieve voorzieningen, sponsoring van evenementen en realisatie wandelroutes, niet op onder Recreatie en Toerisme, sommige andere gemeenten doen dat wel. Ook verschillen de gemeenten wat betreft investering en onderhoud ten aanzien van de infrastructuur en bijvoorbeeld groenonderhoud, welke ook deels van belang zijn voor de recreatie en toerismesector. De voorgaande en navolgende tabellen dienen met deze kanttekeningen in gedachte te worden geïnterpreteerd. Tarief toeristenbelasting Uit de gegevens in onderstaande tabel kan worden opgemaakt dat de tarieven voor toeristenbelasting in Westerveld (€ 1,00 in 2012) vergelijkbaar zijn met de tarieven in andere gemeenten die toeristenbelasting heffen. Van de gemeenten die een vast bedrag aan toeristenbelasting heffen, heeft gemeente de Wolden heeft per overnachting het hoogste tarief (€ 1,05) en gemeente Ommen het laagste (€ 0,83). Opvallend in onderstaande tabel is dat Meppel de enige gemeente is die per 2012 geen toeristenbelasting heft. Een interessante gemeente is Opsterland, waar per januari 2012 toeristenbelasting wordt geheven van 4 procent over de overnachtingsprijs. Als voorbeeld: bij een overnachtingsprijs van € 30,- zou dit uitkomen op € 1,20 per overnachting. Bij een overnachtingsprijs van € 75,- p.p. (bijv. hotel) bedraagt de toeristenbelasting dan € 3,-. Dit is een progressievere manier van belasten dan het innen van een vast bedrag. Bij een vast bedrag betalen toeristen bij een lagere overnachtingsprijs een relatief hoger percentage aan toeristenbelasting dan toeristen met een hogere overnachtingsprijs. Bij een vast percentage beslaat de toeristenbelasting altijd hetzelfde percentage van de overnachtingsprijs. Tabel 5.11: Vergelijking tarieven toeristenbelasting €
Tarief p. Overnachting 2009
2010
2011
2012
Westerveld
Drenthe
1,00
1,00
1,00
1,00
Aa en Hunze
Drenthe
0,80
0,90
0,90
0,95
Borger-Odoorn
Drenthe
0,80
0,90
0,90
0,95
De Wolden
Drenthe
0,85
1,00
1,05
Meppel
Drenthe
0,00
0,00
0,00
Midden-Drenthe
Drenthe
0,85
1,00
1,00
Onbekend 0,00 Onbekend
Ooststellingwerf
Friesland
0,65
0,80
0,90
0,95
Opsterland
Friesland
0,00
0,00
0,00
4% v/d prijs
Steenwijkerland
Overijssel
0,85
0,86
0,86
1,00
Ommen
Overijssel
0,79
0,80
0,81
0,83
67
Gemiddeld
0,61
0,66
0,67
0,81
Bronnen: Verordeningen Toeristenbelasting van betreffende gemeenten
Uitgaven Begrotingsproduct recreatie en toerisme in verhouding tot toeristenbelasting De gemeenten verschillen sterk wat betreft de uitgaven aan begrotingsproduct recreatie en toerisme als percentage van de opbrengst van de toeristenbelasting. Gemeente Westerveld komt hierbij doorgaans lager uit dan andere gemeenten, met uitzondering van Aa en Hunze. Opvallend zijn de relatief hoge investeringen van gemeente Steenwijkerland en Ooststellingwerf in Begrotingsproduct recreatie en toerisme, in verhouding tot de toeristenbelastingopbrengst. In Steenwijkerland is dit ondanks het feit dat uitgaven aan recreatieve voorzieningen, sponsoring van evenementen en realisatie wandelroutes, niet zijn opgenomen onder Recreatie en Toerisme, terwijl sommige andere gemeenten dat wel doen. Tabel 5.12: Vergelijking Uitgaven recreatie en toerisme als % van opbrengst Toeristenbelasting Uitgaven product recreatie & toerisme als % van opbrengst toeristenbelasting
% Westerveld
Drenthe
Aa en Hunze
Drenthe
Borger-Odoorn
Drenthe
NVT
De Wolden
Drenthe
-
Meppel
Drenthe
NVT
Midden-Drenthe
Drenthe
Ooststellingwerf
Friesland
Opsterland
Friesland
Steenwijkerland
Overijssel
Ommen
Overijssel
2009
2010
2011
2012
49
48
37
41
63
32
26
22
90 -
169 -
94 -
50
65
57
47
494
421
363
190
909
1153
447
215
87
70
62
NVT -
68
6
Informatievoorziening en sturing
6.1
Informatie aan portefeuillehouder
De portefeuillehouder heeft regelmatig rapporten over de voortgang ontvangen. Nu men bezig is met het opstellen van de voortgangsrapportage is er zeer frequent overleg. Daarnaast heeft hij open overleg en is hij in direct contact met de beleidsmedewerkers. Hij heeft vertrouwen in de ambtenaren dat wat zij doen past binnen de hoofdlijnen die zijn uitgezet. Zij weten hem te vinden als er bijzonderheden of knelpunten zijn. Dit is voor de portefeuillehouder voldoende.
6.2
Informatievoorziening aan raad
6.2.1 Afspraken over de informatievoorziening In de beschikbaar gestelde documenten zijn geen specifieke afspraken opgenomen wat betreft de informatievoorziening aan de raad over de uitvoering van het beleid. Evaluaties Bij vaststelling van het voorstel door de Raad heeft de portefeuillehouder wel toegezegd dat het beleid na twee jaar zou worden geëvalueerd1. Deze evaluatie heeft eind 2011 plaatsgevonden. De hoofduitkomst van deze evaluatie was dat het merendeel van de geplande activiteiten nog niet had plaatsgevonden, wegens een gebrek aan personeelscapaciteit. Bij de evaluatie werd tevens inzicht gegeven in de kosten en kostenposten van de realisatie in 2011 en de geplande uitgaven voor 2012. De gerealiseerde kosten in 2010 waren hierin echter niet apart per project opgenomen. Evaluaties zullen plaats blijven vinden en de resultaten worden besproken met de commissies. Bij de behandeling van de Begroting was er een aparte commissievergadering waarin met name werd ingegaan op Lokale Economie. Volgens de portefeuillehouder krijgt de raad hiermee voldoende informatie om op hoofdlijnen te sturen. Informatievoorziening buiten de evaluaties Naast de afspraak over de 2-jaarlijkse evaluatie is er uitleg van de Portefeuillehouder op verzoek van fracties of op zijn eigen initiatief wanneer er een ontwikkeling te melden valt.
1
Gemeente Westerveld, Besluitenlijst raadsvergadering 22-12-2009.
69
6.2.2 Informatie in verantwoordingsdocumenten Uit de informatie over recreatie en toerisme in de Programmarekeningen is op te maken welk beleid ten aanzien van recreatie en toerisme is ontwikkeld en vastgesteld. Welke van de specifieke acties uit de recreatie en toerismepijler van de Beleidsnota en het Uitvoeringsprogramma Lokale Economie reeds zijn uitgevoerd, is uit de Programmarekeningen niet op te maken. De hiervoor gegeven verklaring is dat de raad op hoofdlijnen stuurt en geen productenraming meer wil. De specifieke acties en kosten verbonden aan de Beleidsnota Lokale Economie zijn, voor 2011, apart verantwoord in het Financieel Overzicht Lokale Economie als bijlage bij de Evaluatie beleidsplan lokale economie (Arcadis 2011). In dit Financiële overzicht wordt echter geen onderscheid gemaakt naar de pijlers waaraan de acties bijdragen. Ook zijn de uitgaven in 2010 hierin niet specifiek verantwoord. Een aantal andere activiteiten op het gebied van recreatie en toerisme die niet in de Beleidsnota Lokale Economie staan, wordt in de Programmarekeningen juist wel specifiek genoemd, zoals: a. Integraal project Kolonie-Belvedere (ambitie: functie van de Koloniehof uitbouwen naar een bezoekerscentrum voor het Belvédèreproject en het historisch erfgoed van de Maatschappij van Weldadigheid; b. Integraal project Havelterberg: bestemmingsplan met ruimte voor recreatieve ontwikkelingen ‘Toegangspoort Oerlandschap Holtingerveld’ is op 19 oktober 2010 vastgesteld; c. Participeren in de uitvoering van het Integraal Plan HavelteOost: Uitvoering van projecten op het gebied van de toeristischrecreatieve infrastructuur; d. Cofinanciering (bijv. i.s.m. de provincie: subsidies verworven op de grote projecten rond de Havelterberg: 1) Toegangspoort € 750.000 2) Nieuwbouw schaapskooi € 700.000 (bouw door Staatsbosbeheer). 3) Opknappen kernen Vledderveen (€ 25.000) en Dwingeloo (€ 500.000). Volgens een aantal raadsleden is de informatievoorziening over het recreatie en toerismebeleid en gerelateerde projecten ad hoc en onvoldoende gestructureerd. Door een gebrek aan expliciete afspraken, ook over de inhoud van de rapportages, wordt er op zeer verschillende manier teruggekoppeld, verschillend per project. Ook de informatie in Bestuursrapportages verschilt per project. Dit bevordert niet een gestructureerde manier van sturing en toezicht. Om dit te veranderen is van belang dat de raad duidelijk aangeeft welke wensen en eisen zij heeft ten ten aanzien van de
70
informatievoorziening (met inachtneming van het principe sturen op hoofdlijnen).
Informatievoorziening over de effecten Doorgaans wordt weinig gerapporteerd over de effecten van het beleid. Over de manieren waarop over de effectiviteit van beleid wordt gemeten zijn geen afspraken gemaakt. Dit heeft deels te maken met het feit dat er geen concrete (meetbare) doelen zijn vastgesteld. Daarnaast speelt een rol dat de maatschappelijke effecten door zoveel verschillende andere factoren dan beleid beïnvloed worden. Toch zou betere informatievoorziening over beoogde en gerealiseerde effecten de raad een belangrijk houvast kunnen geven voor betere kaderstelling (streefwaarden) en sturing. Een ander punt is volgens twee raadsleden de betrouwbaarheid van de cijfers die de gemeente gebruikt om het aantal overnachtingen bij te houden. Deze zijn gebaseerd op de opgaven die ondernemers zelf doen in het kader van de toeristenbelasting. Zij menen dat, ondanks steekproeven ter controle, die cijfers niet per definitie betrouwbaar zijn. Een gemeentemedewerkster bestrijdt dit echter, aangezien nachtverblijfsregisters verplicht en controleerbaar en opvraagbaar zijn, zowel door gemeente als bijvoorbeeld belastingdienst. De meeste grote ondernemers maken gebruik van elektronische registers (registratie bijvoorbeeld op kenteken bij de slagboom) waardoor frauderen eigenlijk niet mogelijk is. Er zou daarom geen reden zijn om aan te nemen dat er veel ‘gesjoemeld’ wordt. Desondanks is aan te bevelen om de cijfers op basis van de toeristenbelasting te verifiëren en vergelijken met cijfers uit andere bronnen.
6.3
Sturing door college en raad
6.3.1 Betrokkenheid van de raad Volgens de portefeuillehouder is de raad heel betrokken. De fractievoorzitters vinden de evaluatie van de Beleidsnota Lokale Economie en Recreatie en Toerisme zo belangrijk, dat ze het apart in de commissie wilden behandelen. Ook stelden ze vragen waaruit het zware belang dat ze eraan hechten blijkt. De betrokkenheid van de raad bleek ook uit de voornamelijk geëngageerde reacties op de vragen die in het kader van het onderzoek aan de raadsleden zijn voorgelegd.
6.3.2 Visie en kaderstelling vanuit de raad Volgens de raadsleden zijn de belangrijkste kaders voor recreatie en toerisme gevat in de volgende documenten en plannen:
71
-
Beleidsplan en uitvoeringsprogramma Lokale Economie; Regiopromotie in samenwerking met ondernemers; Notitie Vitaal en duurzaam Westerveld; Bestemmingsplan Buitengebied.
Volgens de raadsleden is de visie van de raad op recreatie en toerisme redelijk gereflecteerd in het beleid, maar de uitwerking is nog te algemeen gebleven. Het ontbreken van een goed visiedocument wordt dan ook als gebrek genoemd. Voorts wordt met name het ontbreken van expliciete, specifieke en heldere (SMART geformuleerde) doelen van het recreatie- en toerismebeleid wordt door bijna alle raadsleden als belangrijk aandachtspunt genoemd.
6.3.3 Overzichtelijk en onderscheidend beleid? Hoewel de verschillende beleidsdocumenten op zich goed met elkaar samen lijken te hangen, is het overzicht voor de raadsleden niet altijd even helder. Ook maakt dit het lastig om te overzien hoe de verschillende beleidsstukken en uitgaven zich verhouden tot de te realiseren doelen op het gebied van recreatie- en toerisme. Omdat het recreatie- en toerismebeleid versnipperd is over de verschillende beleidsterreinen menen sommige raadsleden dat het voor ondernemers mogelijk ook niet overzichtelijk is. Een aantal raadsleden is van mening dat recreatie en toerisme overkoepelend beleid verdient. Hierbij wordt de vraag gesteld of dit overkoepelend beleid onder Lokale Economie zou moeten vallen of juist niet. Hoewel met het Beleidsplan Lokale Economie een stap in de goede richting is gezet, is volgens sommige raadsleden het beleid van gemeente Westerveld nog onvoldoende onderscheidend van andere toeristische gemeenten in Nederland. Zij menen, dat de unieke kenmerken en mogelijkheden van Westerveld (astrotoerisme, ‘groenste dorp van Nederland’) nog onvoldoende worden benadrukt en uitgebuit. De verwachting is, dat het regiopromotieplan daarin verbetering brengt.
6.3.4 Zicht op samenwerking met partners De raadsleden hebben doorgaans onvoldoende zicht op de samenwerking met de andere gemeenten. Er is alleen bekend dat het Recreatieschap de regie en uitvoering hiervan in handen heeft. Volgens aan aantal raadsleden wordt hierover te weinig gerapporteerd. Enkele raadsleden noemden dat er geen gedeelde visie is voor de samenwerking. Ook zijn de doelen voor de samenwerking tussen gemeenten binnen het Recreatieschap niet expliciet (of niet bij
72
de raadsleden bekend). Hierdoor ontbreekt het nu nog aan feedback over wat er bereikt is ten opzichte van de doelen. Daarnaast noemen enkele raadsleden dat de samenwerking met gemeenten buiten de provincie Drenthe (bijvoorbeeld de watergemeenten in Kop van Overijssel) veel toegevoegde waarde kan hebben. Voor zover daar zicht op is, wordt de samenwerking met deze gemeenten als “toevallig” en “ad hoc” beschreven. Raadsleden zeggen niet veel zicht te hebben op de samenwerking met andere overheidsorganisaties (provincie, rijk, Staatsbosbeheer) en partners (bijv. overlegorgaan Drents-Friese Wold). Volgens één van de raadsleden kabbelt de samenwerking voort: “Er wordt bijna geen aandacht aan besteed en geen informatie over verstrekt. Omdat er geen doelen zijn verbonden aan deze samenwerkingsverbanden, is er ook weinig terug te koppelen. Dit zou veel structureler en doelgerichter moeten zijn, opdat de Raad dan ook feedback kan geven. Dit soort samenwerkingsverbanden komen ook met vragen voor extra financiering vanuit de gemeente. Wanneer men concreter zou kunnen aangeven hoeveel extra toeristen bijvoorbeeld een project zal opleveren, zal de gemeente eerder bereid zijn om hier extra geld in te steken, bijvoorbeeld voor cofinanciering”. Eventuele terugkoppeling hierover moet alleen op hoofdlijnen gebeuren; de raad hoeft niet overal over geïnformeerd te worden. Ook inzicht in het provinciale beleid op hoofdlijnen en hoe het gemeentebeleid hierbij aansluit, is een aandachtspunt voor verbetering. Daarnaast wordt meer inhoudelijke terugkoppeling over de activiteiten en resultaten van het Recreatieschap gevraagd (naast de begroting en verantwoording). Hierbij is ook van belang, dat vanuit de raad expliciet vragen worden gesteld en bijvoorbeeld bij toegestuurde stukken wordt aangegeven welke informatie nog mist.
6.3.5 Zicht op de uitvoering en bijsturen Voldoende middelen voor impuls? De ondervraagde raadsleden zijn verdeeld over de vraag of de Beleidsnota Lokale Economie met de daaraan gekoppelde middelen voldoende is om een echte impuls te geven aan recreatie en toerisme. De raadsleden die menen dat een impuls wel mogelijk is met de beschikbare middelen, verwijzen naar het feit dat de ondernemers ook initiatief en middeleninzet moeten tonen. Ook zijn de uitgaven gekoppeld aan Beleidsnota Lokale Economie niet de enige uitgaven aan recreatie en toerisme, zodat het bedrag in perspectief gezien moet worden. Beleidsevaluatie Lokale Economie en sturingsmogelijkheden Eind 2011 heeft een Beleidsevaluatie Lokale Economie plaatsgevonden.
73
De uitkomsten van de evaluatie worden gebruikt als input voor de herijking Beleidsnota Fase II, welke op dit moment in ontwikkeling is1. De portefeuillehouder stelt dat een aantal opmerkingen vanuit de Commissie Bestuur en Middelen in de vervolgnota worden meegenomen. Bijvoorbeeld de koppeling met de andere Drentse zandgemeenten: Borger, Odoorn en Midden-Drenthe. Daarnaast geeft de portefeuillehouder aan dat ook juist gekeken moet worden naar andere gemeenten, bijvoorbeeld watergemeenten, om de combinatie te zoeken. Het merendeel van de raadsleden meent dat er met de evaluatie en de Beleidsnota voor de nieuwe fase voldoende inzicht is gegeven in de gerealiseerde activiteiten en kosten alsook te verwachten activiteiten en kosten van de Beleidsnota Lokale Economie. Wel wordt een kanttekening gemaakt dat indien de doelen concreter zouden zijn geweest, het beter mogelijk zou zijn geweest voor de raadsleden om bij te sturen op basis van de evaluatieresultaten. De resultaten van de Beleidsevaluatie zijn doorgaans niet bekend bij medewerkers op aanpalende beleidsterreinen. De bevindingen kunnen (op hoofdlijnen) echter wel relevant zijn voor deze medewerkers. Overzicht projecten met recreatie-raakvlakken voor sturing Voor geen van de ondervraagde raadsleden was voldoende helder hoe de activiteiten gericht op pijler recreatie en toerisme in Beleidsnota en Uitvoeringsprogramma Lokale Economie, zich verhouden tot andere gemeentelijke projecten en maatregelen op het gebied van recreatieen toerisme. Alle ondervraagde raadsleden geven daarnaast aan onvoldoende zicht te hebben op de realisatie en kosten (ten opzichte van de planning) van andere projecten die raakvlakken hebben met recreatie en toerisme (bijvoorbeeld Holtingerveld, Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsperspectief Uffelte-Ruinen, Dieversluis, etc.). Een raadslid geeft aan dat dit deels komt doordat de raad er niet naar vraagt en omdat er geen structurele terugkoppeling is. De informatie in de Perspectiefnota zou niet altijd voldoende informatie geven voor de raad om te sturen, omdat de gegevens vooral financieel zijn, zonder toelichting of achterliggende redenen. Een overzicht van projecten die raakvlakken met recreatie en toerisme hebben, daaraan gekoppelde bedragen, en hoe het staat met de uitvoering zou het inzicht kunnen vergroten. Dit zou ook de sturing door de raad kunnen faciliteren. Meer algemeen kan worden gesteld dat de kaders en het beleid te algemeen en versnipperd zijn en de doelen onvoldoende uitgewerkt, wat het lastig maakt voor de raadsleden om erop toe te zien dat de kaders en doelen worden nageleefd.
1
Bron: interviews
74
6.3.6 Sturing op hoofdlijnen? De raadsleden die antwoord hebben gegeven op vraag hoe de raad stuurt, waren allen van mening dat de raad niet of onvoldoende stuurt op hoofdlijnen. Er is eerder sprake van sturing op politiek gevoelige zaken en op details. Dit is volgens de ondervraagde raadsleden niet wenselijk. Het zou goed zijn om meer op hoofdlijnen te sturen, bijvoorbeeld vanuit een visie (in regioverband) als uitgangspunt. Volgens enkele raadsleden ligt dit vooral aan de raad zelf omdat ze onvoldoende visie en kaders stellen en onvoldoende gestructureerd informatie opvragen en niet op hoofdlijnen toetsen. Om dit te veranderen is ten eerste zelfreflectie en erkenning bij de raadsleden nodig.
75
7
Conclusies en aanbevelingen
7.1
Conclusies
Doelstelling van dit onderzoek Het onderzoek beoogt inzicht te bieden in de effectiviteit en de doelmatigheid van het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme, in de gemeente Westerveld. Ook is het onderzoek gericht op een antwoord op de vraag of tijdens de uitvoering van het beleid op het gebied van recreatie en toerisme wordt voldaan aan de (beleids)richtlijnen van het gemeentebestuur en of de aansturing door het college en/of de raad voldoende geborgd is. Verder werd met het onderzoek beoogd zicht te verkrijgen op eventuele knelpunten die zich in de praktijk voordoen. De conclusies worden gepresenteerd aan de hand van de onderzoeksvragen. 1. Welke kaders heeft de Raad opgesteld voor gemeentelijk beleid ten aanzien van recreatie en toerisme? Kaders en visie Er zijn verschillende nota’s en andere stukken geweest, waarover de Raad heeft gedebatteerd en aan de hand waarvan de kaderstelling op het gebied van recreatie en toerisme heeft vorm heeft gekregen, zoals: Kadernota Buitengebied (2006) Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Buitengebied (2008) Kampeernotitie gemeente Westerveld (2008) Startnotitie lokale economie (sept. 2008) Beleidsnota lokale economie (dec. 2009) Strategische visie ‘Westerveld’ Integraal plan: Havelte Oost De beleidsstukken op het gebied van recreatie en toerisme zijn samenhangend en ondersteunen elkaar doorgaans. Ondanks de veelheid aan relevante nota’s is het beleid voldoende overzichtelijk voor de betrokken ambtenaren en portefeuillehouder. Ook de meerderheid van de ondernemers heeft wel een beeld bij de prioriteiten van de gemeenten op gebied van recreatie en toerisme. De raadsleden hebben echter niet altijd beleid op het gebied van recreatie en met aanpalend beleid. Ook missen ondernemers een langere termijn
een helder overzicht van het toerisme en de samenhang een aantal raadsleden en visie voor recreatie en
76
toerismeontwikkeling, zoals ook voorgesteld in de Beleidsnota Lokale Economie. Daarbij moet een duidelijke koppeling worden gemaakt naar de gewenste soorten activiteiten en projecten. Mogelijk biedt het Regiopromotieplan een meer uitgewerkte visie. De Beleidsnota Lokale Economie bevat voor de pijler Recreatie en toerisme enkele lopende projecten, maar daarnaast ook veel nieuwe activiteiten. Meerjarenraming inkomsten en uitgaven Het merendeel van de jaarlijks begrote uitgaven aan het recreatie- en toerismebeleid van gemeente Westerveld zijn weergegeven in de Programmabegroting, onder begrotingsproduct 05.02 Recreatie en Toerisme (Begrotingsprogramma 05, Lokale Economie en Recreatie en toerisme). Hierbij is een meerjarenraming opgenomen met een raming van het bedrag per jaar. Voor 2011 bedragen de geraamde lasten aan begrotingsproduct Recreatie en toerisme € 342.000. Behalve de begrote bedragen onder Begrotingsproduct Recreatie en toerisme, worden ook onder andere Begrotingsprogramma’s uitgaven geraamd die bevorderlijk zijn voor recreatie en toerisme. Bij de vaststelling van Beleidsnota Lokale Economie heeft de Raad ingestemd met Scenario 2, wat inhoudt een eenmalig startbudget van € 52.000 (2010) en vervolgens jaarlijks € 17.500. De personeelsinzet bij Scenario 2 is voor het eerste jaar begroot op 700 uur en vervolgens jaarlijks 670 uur1. Uit een reconstructie van de financiële en personele middelen op basis van het definitieve Uitvoeringsprogramma Lokale Economie 2009 blijkt dat voor volledige uitvoering van dit programma feitelijk meer dan de vastgestelde middelen nodig zouden zijn, namelijk €56.500 voor het eerste jaar en vervolgens jaarlijks € 26.000, met een benodigde ambtelijke personeelsinzet van 825 uren in het eerste jaar en vervolgens jaarlijks 845 uren. Mogelijk zijn de feitelijk benodigde middelen lager, omdat een aantal activiteiten worden afgerond met een bepaald product en vervolgens niet verder doorlopen. Uit de omschrijvingen in het Uitvoeringprogramma is echter niet af te leiden tot wanneer elk van de activiteiten zal lopen. Ook is uit het Uitvoeringsprogramma per activiteit niet altijd op te maken of en in hoeverre de benodigde personeelsinzet eenmalig is of jaarlijks terugkerend. De geraamde kosten voor de activiteiten in Uitvoeringsprogramma Lokale Economie gericht op Recreatie en toerisme bedragen € 37.500 in het eerste jaar en vervolgens € 15.000 jaarlijks, bij een ambtelijke personeelsinzet van 190 uren per jaar. Activiteiten gerelateerd aan de Recreatie en toerismepijler beslaan ruim 60 procent van de geraamde kosten van Uitvoeringsprogramma Lokale Economie en bijna een 1
Gemeente Westerveld, Adviesnota Ontwerp Beleidsnota Lokale Economie (21 aug. 2009)
77
kwart van de jaarlijkse personeelsinzet. Desondanks zijn de middelen voor beleidsnota Lokale Economie zijn opgenomen onder begrotingsproduct 05.01 Lokale Economie. De reden hiervoor is dat de activiteiten specifiek gericht zijn op ondernemers. De geraamde lasten aan de Recreatie en toerismepijler binnen Beleidsnota Lokale Economie zijn ongeveer een factor 20 kleiner dan de totale lasten geraamd voor begrotingsproduct Recreatie en Toerisme.
2. Het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme: In hoeverre zijn ondernemers bij de totstandkoming betrokken? Wat zijn de doelstellingen van het beleid met betrekking tot recreatie- en toerisme? Zijn de doelen relevant, helder en SMART geformuleerd? Het betrekken van ondernemers Volgens zowel de ambtenaren als de ondernemers heeft over het algemeen de gemeente zich de afgelopen paar jaren sterk verbeterd wat betreft het betrekken van ondernemers, bewoners en andere doelgroepen bij de beleidsvorming. Meer dan de helft van de geïnterviewde ondernemers gaf echter aan niet of onvoldoende betrokken te zijn geweest bij de totstandkoming van het recreatieen toerismebeleid in de Beleidsnota Lokale Economie 2009. Hierbij moet aangetekend worden dat een aantal ondernemers aangaf geen tijd vrij te willen maken om intensiever betrokken te worden bij de beleidsvorming. Doelstellingen van beleid Als hoofdlijnen en prioriteiten van het recreatie en toerismebeleid worden door de betrokken portefeuillehouder en ambtenaren genoemd: Recreatie en toerisme is economisch zeer belangrijk en tevens een belangrijke pijler voor de instandhouding van voorzieningen (krimpgebied), om de leefbaarheid op peil te houden. Omkering van de dalende trend naar een toename van het aantal bezoekers, overnachtingen en bestedingen Door: kwaliteitsverbetering, diversificatie en vernieuwing in het aanbod. De rol van de gemeente is: voldoende ruimte bieden aan ondernemers voor innovatie / uitbreiding. In paragraaf 3.1 is een totaalbeeld opgenomen van alle doelstellingen die de gemeente Westerveld in uiteenlopende nota’s verwoord heeft. De doelstellingen in de verschillende beleidsstukken
78
spreken elkaar doorgaans niet tegen en de beleidstukken vullen elkaar aan of versterken elkaar. Smart? In het Coalitieakkoord en in Programmabegroting 2011-2014 wordt het doel “toename van het aantal overnachtingen” meetbaar geformuleerd, namelijk het streven naar 1 miljoen per jaar. In de ‘Programmabegroting 2012’ is aangeven, dat dit doel in het jaar 2018 moet worden bereikt. De overige doelstellingen zijn aanzienlijk minder smart geformuleerd. Ondanks de rode draad van “toename van het aantal overnachtingen”, is de formulering en mate van specificatie van de doelen en beoogde maatschappelijke effecten regelmatig veranderd, wat tot verwarring kan leiden. Het meest frequent genoemde doel is een toename van het aantal bezoekers c.q. overnachtingen. Met het nastreven van 1 miljoen overnachtingen als effectindicator, wordt echter geen heldere en expliciete beleidskeuze gemaakt tussen massatoerisme en het exclusievere, kwalitatief hoogwaardige toerisme-segment.
3. Op welke wijze is aan het beleid verder uitvoering gegeven door B&W? Omvang van de gemeentelijke inzet in termen van personeelscapaciteit en financieel? Welke maatregelen, projecten en/of activiteiten zijn sinds 2009 uitgevoerd? Hoe is de samenwerking met andere overheden en externe organisaties verlopen? Hoe verliep de interne afstemming met aanpalende beleidsterreinen? Gerealiseerde inzet financiën en personeel De gerealiseerde financiële inzet op Uitvoeringsprogramma Lokale Economie is veel lager dan geraamd. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de veel lagere personeelsinzet dan benodigd. Gerealiseerde maatregelen, projecten en activiteiten Drie van de acht in het Uitvoeringsprogramma geplande activiteiten zijn per april 2012 volledig gerealiseerd, drie zijn doorgeschoven naar 2012 en twee activiteiten zijn deels, maar nog niet voldoende gerealiseerd (zie tabel 4.3). In de conclusies kunnen niet alle maatregelen, projecten en activiteiten de revue passeren. Volledig gerealiseerde activiteiten zijn: Ontwikkelen van ‘belevingsroutes’
79
Toeristisch platform nieuw leven inblazen Ondernemers laten aanhaken bij (o.a.) project “bestemming ZW Drenthe”. In 2012 is tevens begonnen met een promotie en marketingplan voor gemeente Westerveld
Samenwerking Belangrijke externe partners voor de realisatie van de doelen van het recreatie en toerismebeleid (met name toename van het aantal overnachtingen) zijn de provincie Drenthe, buurgemeenten en organisaties als het Recreatieschap, Marketing Drenthe, TIP en RECRON. Vanuit de gemeente is er regelmatig overleg (elke 6 weken) met de Provincie. Ook in het kader van het Bestemmingsplan Buitengebied is er veel overleg geweest met partners zoals LTO, Milieufederatie, RECRON, Staatsbosbeheer, etc. Over het algemeen is er begrip voor elkaars standpunten en wordt er (uiteindelijk) een oplossing gevonden. Soms duurt dit vanuit het oogpunt van de ondernemer die wil investeren echter te lang. Voor wat betreft de buurgemeenten werkt de gemeente Westerveld op het gebied van recreatie en toerisme het meest intensief samen met: de Wolden, Ooststellingwerf, Meppel en Midden-Drenthe. De samenwerking met deze gemeenten verloopt goed. Wel is er vraag vanuit verschillende gemeenten om meer vanuit een gedeelde visie en gezamenlijke doelen te werken. Met de buurgemeenten in andere provincies (bijvoorbeeld in de Kop van Overijssel) is de samenwerking echter ad hoc en voornamelijk projectmatig. Dit heeft te maken met het feit dat intergemeentelijke samenwerking en financiering voor samenwerkingsprojecten doorgaans via de Recreatieschappen verlopen. Bij gemeenten van verschillende provincies mist een dergelijke structurele samenwerkingsrelatie. Interne afstemming met aanpalende beleidsterreinen Bij de totstandkoming van het toerisme & recreatiebeleid zijn de ambtenaren op diverse aanpalende beleidsterreinen voldoende betrokken geweest. Bijvoorbeeld van RO, Landschapsontwikkeling, Cultuurhistorie en Monumenten en de Civieltechnische dienst (ten aanzien van fietspaden e.d.). Er wordt veel intern samengewerkt en afgestemd, over het beleid, maar ook met uitvoerende teams, zoals met de afdeling Openbare Werken. De contacten met bedrijvencontactfunctionaris ontwikkelingen komen echter wegen van de regeltjes bij de benadering niet altijd prioriteit
ondernemers vanuit de zijn ontwikkelingsgericht. Deze niet altijd tot stand, omdat bij het toepassing, de ontwikkelingsgerichte krijgt. Er wordt in de uitvoering toch
80
vaak eerder gekeken naar ‘waarom iets niet kan’, dan ‘hoe iets wel kan’. De interne afstemming tussen beleids-, juridisch en uitvoerend ambtenaren blijft daarom een belangrijk aandachtspunt. 4. Wat is de rol van de recreatieve en toeristische sector zelf bij realisatie van de beleidsdoelen en hoe wordt deze vanuit de gemeente ondersteund? Alle ondervraagde ambtenaren geven aan dat de ondernemers in Westerveld in hun beleving proactiever, initiatiefrijker en innovatiever, en minder afwachtend en behoudend zouden mogen zijn. Ook zijn de ondernemers volgens hen erg verdeeld en werken ze nog weinig samen. Blijkbaar gebeurt dit al meer in buurgemeenten, zoals de Wolden waar ondernemers veel bezig zijn met arrangementen en netwerken. De ondernemers zelf beamen het beeld dat ondernemers in Westerveld over het algemeen moeilijk enthousiast te krijgen zijn. Hiervoor lijkt een cultuuromslag nodig te zijn, wat tijd nodig heeft. Er is overigens wel sprake van een positieve ontwikkeling en zijn verschillende ondernemers op hun eigen manier bezig met innovaties en vernieuwingen. Van de zeven geplande activiteiten vanuit ondernemers in Uitvoeringsprogramma Lokale Economie, zijn er twee gerealiseerd: vergroten van het onderlinge netwerk en vergroten van de betrokkenheid van ondernemers bij de gemeente. De overige vijf geplande acties vanuit ondernemers zijn deels of nog onvoldoende gerealiseerd (zie tabel 4.4). Een positieve ontwikkeling is waargenomen in de communicatie vanuit de gemeente naar de ondernemers. Nog verdere verbeteringen hierin zijn mogelijk. Ondernemers die betrokken zijn bij de uitvoering van recreatietoerismeprojecten vanuit de gemeente, zijn doorgaans positief over samenwerking met de gemeente. Wel zet men vraagtekens bij borging van de continuïteit van de opgestarte activiteiten projecten.
en de de en
5. Is de uitvoering van het beleid doelmatig en doeltreffend verlopen? In hoeverre zijn de beleidsdoelen gerealiseerd? Heeft de beleidsrealisatie gekost wat het mocht kosten? In hoeverre is er sprake van verspilling of inefficiënties bij de beleidsuitvoering? Hoe verhouden zich de gemeentelijke uitgaven aan en opbrengsten uit recreatie- en toerisme tot die in andere gemeenten.
81
Realisatie beleidsdoelen Volgens de betrokken ambtenaren bij Westerveld en buurgemeenten en het merendeel van de ondernemers is het nu nog vroeg om effecten te meten (en te merken), omdat nog niet alle activiteiten vol in gang zijn gezet. Dit komt ook overeen met de bevindingen uit de Beleidsevaluatie Lokale Economie. Twee ondernemers menen dat er eerder sprake is van een continuering van de dalende bezoekerstrend. Ook is verschillende keren opgemerkt, dat bezoekersaantallen wel te meten zijn, maar dat het is niet gemakkelijk is om het succes of de bijdrage van beleid te meten omdat veel andere externe factoren een rol spelen. Wel zijn er nieuwe verbindingen, routes (o.a. Drenthe Trail, fietsknooppuntenroute) en arrangementen ontwikkeld of in ontwikkeling (inventarisatie ruiterpaden). Ook zijn ondernemers bezig met vernieuwingen. Een minderheid van de geïnterviewde ondernemers neemt deel aan het toeristisch recreatief platform, maar zij die dat wel doen, vinden het nuttig. Niet alle ondernemers waren voldoende geïnformeerd over het platform. Promotie is het cruciale aandachtspunt om de effectiviteit van het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme te vergroten. Ten aanzien van de promotie bestaat er bij gemeente Westerveld, buurgemeenten en ondernemers veel twijfel over de identiteit en naamgeving van het gebied, waarbij namen als Westerveld als Zuidwest Drenthe niet geschikt worden bevonden. Daarnaast zijn er verschillende mogelijkheden om de effectiviteit van het beleid verder te vergroten (zie paragrafen 5.1.6 en 5.1.7).
Kosten Het feitelijk beschikbaar gestelde bedrag in 2010 bedroeg €65.610, meer dan de vastgestelde €47.000. Hiervan werd €29.810 (minder dan de helft) besteed en een restant van €35.800 euro overgeheveld naar 2011. Een bedrag van ongeveer €10.928 ofwel ongeveer de helft van de gerealiseerde uitgaven is besteed ten behoeve van recreatie- en toerismeactiviteiten. Volgens de financiële bijlage bij de Beleidsevaluatie Lokale Economie is van een in 2011 beschikbaar gesteld bedrag van 45.800 euro, een bedrag van 18.820 euro besteed. Ongeveer de helft hiervan, 9.677 euro, is volgens een toerekening besteed aan activiteiten gerelateerd aan de recreatie en toerismepijler. De uitgaven in 2011 blijven nog achter bij de begroting, maar het aandeel ten behoeve van de recreatie en toerismepijler gaat al meer in de richting van het begrote aandeel van 65%. Volgens de financiële bijlage bij de Beleidsevaluatie Lokale Economie, is voor 2012 een bedrag van 65.750 euro beschikbaar, waarvan
82
65.500 is begroot. Ruim 69 procent hiervan (45.000 euro) zal ten goede komen aan de recreatie en toerismepijler. Deze geplande middeleninzet is qua omvang en aandeel in lijn met het Uitvoeringsprogramma. De € 10.928 besteed in 2010 en € 9.677 besteed in 2011 aan de recreatie- en toerismepijler van de Beleidsnota Lokale Economie bedroegen ongeveer 3% van de totale uitgaven aan begrotingsproduct recreatie en toerisme. Terecht kan dan de vraag gesteld worden of er financieel gezien voldoende impuls uitgaat van de Beleidsnota Lokale Economie voor de recreatie en toerismeontwikkeling, in verhouding tot andere uitgaven aan recreatie- en toerisme. Indien het begrote bedrag van € 45.000 voor de recreatie en toerismepijler van het Uitvoeringsprogramma in 2012 wel gerealiseerd wordt, komt de extra bijdrage uit op een veel substantiëlere 13 procent van begrotingsproduct recreatie en toerisme. Knelpunten Het belangrijkste knelpunt is de personeelsinzet. Daarnaast is nog meer inzet en samenwerking vanuit de ondernemers nodig. De gemeente is in 2012 op deze beide knelpunten ingegaan: de personeelsinzet is verhoogd en om de benodigde eenheid te creëren bij ondernemers zal de komende tijd blijvend worden geïnvesteerd. Dit is ook nodig om het gewenste effect te realiseren. Vergelijking toeristenbelasting en uitgaven aan recreatie en toerisme met andere gemeenten Gemeente Westerveld geeft gemiddeld minder dan 1 procent van haar totale budget uit aan Begrotingsproduct Recreatie en Toerisme, ook wanneer uitgaven aan de toerismepijler in het Beleidsplan Lokale Economie hierbij zijn opgeteld. De tarieven voor toeristenbelasting in Westerveld (€ 1,00 in 2012) zijn vergelijkbaar met de tarieven in andere gemeenten die toeristenbelasting heffen. Omliggende gemeenten verschillen sterk wat betreft de uitgaven aan begrotingsproduct recreatie en toerisme als percentage van de opbrengst van de toeristenbelasting. Gemeente Westerveld komt - met minder dan 50% - lager uit dan andere gemeenten. Ook lagen de uitgaven per inwoner aan begrotingsproduct recreatie en toerisme tot 2011 in Westerveld beneden het gemiddelde van de omliggende gemeenten. De begrote uitgaven voor 2012 in Westerveld liggen iets boven het gemiddelde. Grote verschillen tussen gemeenten kunnen (deels) te maken hebben met de opzet en indeling van de begroting. Naast de uitgaven onder Begrotingsproduct Recreatie en Toerisme doet de gemeente ook onder verschillende andere producten en programma’s in de Begroting, uitgaven die (in verschillende mate) ten goede komen aan de recreatie
83
en toerismesector. Een onderdeel van het Uitvoeringsprogramma dat in 2012 is gerealiseerd is onderzoek naar de bestedingen aan recreatie en toerisme in verhouding tot de toeristenbelasting. De resultaten hiervan zijn inmiddels gepubliceerd. 6. Welke bijdrage levert recreatie en toerisme als economische pijler in relatie tot de andere economische pijlers? Hoeveel bezoekers, bestedingen en werkgelegenheid meer heeft het opgeleverd? Wat zijn de (meer)opbrengsten uit de toeristenbelasting, in relatie tot de uitgaven aan recreatie en toerisme? In hoeverre zijn deze effecten te verklaren door het (recreatie- en toerisme-) beleid van gemeente Westerveld? Bezoekers, bestedingen en werkgelegenheid De gemeente zal de ontwikkelingen in het aantal overnachtingen meten aan de hand van de inkomsten van de toeristenbelasting. Dat is een benadering die een indicatie geeft. Vanuit het college is onlangs de wens geuit om meer te monitoren hoe de registratie van de toeristenovernachtingen verloopt. De gemeente is daarnaast voornemens om effecten te monitoren op basis van gegevens afkomstig uit interne en externe bronnen. De stand van zaken volgens de meest recente gegevens is dat over 2010 met name het aantal toeristische kampeerovernachtingen (-31%) in Zuidwest Drenthe veel sterker daalde dan in andere delen van regio Noord (Drenthe, Groningen, Friesland). De 31 procent daling in toeristische kampeerovernachtingen veroorzaakte een daling in het totale aantal overnachtingen (over alle accommodatievormen) in Zuidwest Drenthe van bijna 12 procent, vergeleken met een 2 procent afname voor regio Noord in totaal. Daarnaast houdt de gemeente ook het aantal ondernemers bij. De gemeente is ook enigszins op de hoogte van welke (m.n. verblijfsrecreatieve) bedrijven verouderd zijn, maar de vraag is in hoeverre de gemeente bij vernieuwing een rol kan spelen. Ook houdt de gemeente het aantal vergunningaanvragen bij. Aan de hand hiervan is te zien of het aantal aanvragen toeneemt en of er sprake is van een groter aantal meerdaagse evenementen. De portefeuillehouder en betrokken ambtenaren zijn van mening dat voor het beter meten van de effecten nog een slag gemaakt moet worden. Meeropbrengsten Wanneer de gemeente doorgaat op basis van het ontwikkelde beleid, verwacht de portefeuillehouder dat de 1 miljoen overnachtingen kunnen worden gehaald, mits de benodigde kwaliteitsslag wordt
84
gemaakt. Met het huidige bestand aan voorzieningen en accommodaties gaat de gemeente het doel van 1 miljoen toeristen volgens de meeste ondervraagden niet redden. De kwaliteitsslag en het monitoren daarvan is dus essentieel. Het merendeel van de ambtenaren zijn wel overtuigd van een positieve bijdrage van gemeente Westerveld en de buurgemeenten aan de recreatie- en toerismedoelen. Hierbij wordt vooral gerefereerd aan een voorwaardenscheppende bijdrage. De ondernemers zijn ongeveer gelijk verdeeld over het antwoord op de vraag of de gemeente met het recreatie en toerismebeleid op de goede weg is om de gewenste effecten te behalen over de categorieën: “jazeker”, “nog niet”, en “moeilijk te zeggen/geen zicht op”. Effecten door het beleid? Het is in dit geval lastig om de ontwikkelingen op het vlak van het toerisme en recreatie in de gemeente Westerveld toe te schrijven aan het gemeentelijke beleid. Dit vanwege de volgende redenen: Dit beleid is primair voorwaardenscheppend en in hoge mate afhankelijk van ondernemers die actief zijn in deze branche. Zij moeten zorgen voor goede, attractieve accommodaties en aansprekende activiteiten. Toeristen en recreanten kiezen zelden voor een bepaalde gemeente, maar laten zich leiden door de uitstraling en de mogelijkheden van de regio. Algemene economische en andere trends hebben een grote invloed op de keuze van toeristen en recreanten. 7. Hoe wordt de raad betrokken bij (de uitvoering van) het beleid? Is er sprake van regelmatige informatievoorziening aan de raad conform de hierover geldende afspraken? Wordt de raad voldoende in staat gesteld om – op hoofdlijnen - bij te sturen? Informatievoorziening aan de Raad In de beschikbaar gestelde documenten zijn geen specifieke afspraken opgenomen wat betreft de informatievoorziening aan de raad over de uitvoering van het beleid. Bij vaststelling van het voorstel door de Raad heeft de portefeuillehouder wel toegezegd dat het beleid na twee jaar zou worden geëvalueerd. Evaluaties zullen plaats blijven vinden en de resultaten worden besproken met de commissies. Naast de afspraak over de 2-jaarlijkse evaluatie is er uitleg van de Portefeuillehouder op verzoek van fracties of op zijn eigen initiatief wanneer er een ontwikkeling te melden valt. De eerste evaluatie heeft eind 2011 plaatsgevonden. Bij de behandeling van de Begroting was er een aparte commissievergadering waarin vooral werd ingegaan op Lokale
85
Economie. De specifieke acties en kosten verbonden aan de Beleidsnota Lokale Economie zijn, voor 2011, apart verantwoord in het Financieel Overzicht Lokale Economie als bijlage bij de Evaluatie beleidsplan lokale economie (Arcadis 2011). Met de evaluatie en de Beleidsnota voor de nieuwe fase is volgens de raadsleden voldoende inzicht gegeven in de gerealiseerde activiteiten en kosten alsook te verwachten activiteiten en kosten van de Beleidsnota Lokale Economie. Wel wordt de kanttekening gemaakt dat indien de doelen concreter zouden zijn geweest, het beter mogelijk zou zijn geweest voor de raadsleden om bij te sturen op basis van de evaluatieresultaten. Ook wordt in het Financiële overzicht geen onderscheid gemaakt naar de pijlers waaraan de acties bijdragen en zijn de uitgaven in 2010 hierin niet specifiek verantwoord. Volgens een aantal raadsleden is de informatievoorziening over het recreatie en toerismebeleid en gerelateerde projecten ad hoc en onvoldoende gestructureerd. Door een gebrek aan expliciete afspraken, ook over de inhoud van de rapportages, wordt er op zeer verschillende manier teruggekoppeld, verschillend per project. Ook de informatie in Bestuursrapportages verschilt per project. Doorgaans wordt ook weinig gerapporteerd over de effecten van het beleid. Over de manieren waarop over de effectiviteit van beleid wordt gemeten zijn geen afspraken gemaakt. Dit heeft deels te maken met het feit dat er geen concrete SMART geformuleerde doelen zijn vastgesteld. Het gebrek aan SMART doelen, gestructureerde informatievoorziening en aan afspraken hierover bevordert niet een gestructureerde manier van sturing en toezicht.
Bijsturen De raad stelt zich betrokken op ten aanzien van het onderwerp recreatie en toerisme. De uitkomsten van de evaluatie zijn gebruikt als input voor de herijking Beleidsnota Fase II, welke op dit moment in ontwikkeling is De portefeuillehouder stelt dat een aantal opmerkingen vanuit de Commissie Bestuur en Middelen in de vervolgnota worden meegenomen. Bijvoorbeeld de koppeling met de andere Drentse zandgemeenten: Borger, Odoorn en Midden-Drenthe. Daarnaast geeft de portefeuillehouder aan dat ook juist gekeken moet worden naar andere gemeenten, bijvoorbeeld watergemeenten, om de combinatie te zoeken. De raadsleden hebben niet altijd een even helder overzicht van alle verschillende beleidsstukken en alle projecten en uitgaven op het gebied van recreatie en toerisme. Hierdoor is er onvoldoende zicht op de samenhang tussen de uitgaven en de te realiseren doelen, en de
86
relatie met de activiteiten uit het Beleidsplan Lokale Economie. Ook hebben de raadsleden doorgaans onvoldoende zicht op de samenwerking met de andere gemeenten en andere overheidsorganisaties. De informatie in de Perspectiefnota geeft niet altijd voldoende informatie voor de raad om te sturen, omdat de gegevens vooral financieel zijn, zonder toelichting of achterliggende redenen. Het gebrek aan overzicht maakt het lastig voor de raad om kaders te stellen en op hoofdlijnen te sturen. Dit is deels ook aan de raadsleden zelf te wijten, omdat ze onvoldoende visie en kaders stellen, onvoldoende gestructureerd informatie opvragen en niet op hoofdlijnen toetsen. De raad stuurt als gevolg veelal alleen op politiek gevoelige zaken en details.
7.2
Aanbevelingen
Verzamel informatie over beoogde en behaalde effecten Indien de gemeente op termijn nieuwe doelen en effecten voor ogen heeft, is het nuttig om te inventariseren op basis van welke informatie of gegevens kan worden nagegaan in hoeverre deze ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Tijdens het uitvoeringsproces kan dan met enige regelmaat deze informatie worden verzameld en bijgehouden. Aan de hand van de verzamelde gegevens kan de voortgang van de realisatie van het plan dan worden gevolgd. Waar nodig kan het uitvoeringsproces vervolgens worden bijgestuurd met extra stimulering waar nodig of kan het plan worden herzien. In deze rapportage (5.2.2) is een overzicht gegeven van de soorten gegevens uit externe bronnen die hiervoor gebruikt kunnen worden. Stel realistische doelen Het beleid op het toeristisch-recreatieve vlak is in hoge mate afhankelijk van de medewerking van ondernemers, buurgemeenten, brancheorganisaties van recreatieondernemers, etc. Dit stelt enerzijds hoge eisen aan de samenwerking en anderzijds noopt het tot het stellen van realistische doelen. Als de gemeente inzet op bijvoorbeeld 1 miljoen overnachtingen per jaar, zal duidelijk moeten zijn dat deze doelstelling slechts in geringe mate te beïnvloeden is door de gemeente Westerveld. Overwogen kan worden om de inzet van de gemeente bijvoorbeeld af te meten aan het aantal succesvolle samenwerkingsinitiatieven, innovaties op toeristisch-recreatief gebied of de tevredenheid van (groepen van) de ondernemers over het gemeentelijk beleid. Wat mogelijk net zo belangrijk is als het aantal overnachtingen, zijn de totale bestedingen die in Westerveld worden gedaan door toeristen. Bij een focus op toerisme in een hoger segment, kunnen hogere bestedingen mogelijk ook met een gelijkblijvend aantal overnachtingen gerealiseerd worden.
87
Stem interne voldoende af Zorg voor voldoende interne afstemming, ook met de uitvoerend medewerkers. Een specifiek punt van aandacht is interne afstemming over het op te stellen Evenementenbeleid.
Verbeter de samenwerking met ondernemers Er is sprake van een duidelijk opgaande lijn, voor wat betreft de samenwerking met de toeristisch-recreatieve ondernemers in de gemeente Westerveld. Het kan echter beter. Ondernemers gaven hierbij de volgende aanbevelingen: Zorg voor een toeristisch-recreatieve visie voor langere termijn en formuleer niet te frequent een nieuw plan. Communiceer deze visie. Regierol voor de gemeente en het borgen van continuïteit. Bewaak de samenhang en volg kritisch of de projecten en activiteiten datgene opleveren wat beoogd was. Blijf samenwerkingsverbanden en initiatieven faciliteren. Integrale aanpak en promotie in regionaal verband. Vergroot de naamsbekendheid d.m.v. promotie i.s.m. andere bedrijven (en dan niet alleen verblijfsaccommodaties). Ondersteun de verbetering van kwaliteit van verblijfsaccommodaties. Herziening van het bestemmingsplan zou een minder ondernemersonvriendelijk proces moeten worden. Zorg voor focus Samenwerking met toeristisch-recreatieve ondernemers vanuit de gemeente is van belang, maar niet alle ondernemers staan hier ook voor open. Bovendien zijn bepaalde toeristisch-recreatieve activiteiten van groter belang voor het imago en de uitstraling van de gemeente dan andere activiteiten. De gemeente zal keuzes moeten gaan maken en prioriteren. Denk hierbij aan de keuze voor massatoerisme of een exclusievere vorm. In de volgende fase moet de gemeente conform het plan zich richten op een kleinere groep ondernemers die echt willen samenwerken en initiatief tonen. Wel blijft het van belang om ondernemers breed te blijven informeren over de voortgang van de beleidsuitvoering en de mogelijkheden voor ondernemers, opdat geen ondernemers buitengesloten worden. Wat ook kan helpen om ondernemers over de streep te trekken, is het aantonen van de effecten van investeringen door middel van “good practices” in andere gebieden. Zet voldoende middelen in
88
De toeristisch-recreatieve sector vertegenwoordigt een groot economisch belang voor de gemeente Westerveld, maar de inzet van middelen is relatief gering. Dit geldt zowel voor de personele inzet binnen de gemeente, als de beschikbaar gestelde programmauitgaven. De geringe ambtelijke capaciteit vormde lange tijd een knelpunt voor de uitvoering. Ook de inzet van financiële middelen is in vergelijking met de buurgemeenten gering, indien deze uitgaven uitgedrukt worden als een percentage van de opbrengsten van de toeristenbelasting.
Hanteer een evenementenagenda Er is nog geen publiek evenementenprogramma of -kalender voor de gemeente. Een dergelijk initiatief bestaat er wel op provinciaal niveau. Binnen de gemeente zijn er wel al ideeën over een bestand dat toegankelijk moet zijn voor de ondernemers, zodat zij hun evenementen beter kunnen plannen in samenhang (maar zonder overlap) met initiatieven van andere ondernemers. Krijg zicht op de toekomstige vraag Een zinvolle investering voor de gemeente is tevens het inventariseren van de te verwachten toekomstige vraag in de regio naar toeristisch-recreatieve voorzieningen en diensten. Op deze wijze kan de gemeente de ondernemers helpen bij het inspelen op nieuwe trends en het benutten van marktkansen. Zorg voor informatievoorziening aan en sturing door de raad Om de informatievoorziening te verbeteren is van belang dat de raad duidelijk aangeeft welke wensen en eisen zij hebben ten aanzien van de informatievoorziening (met inachtneming van het principe sturen op hoofdlijnen). Afspraken hierover kunnen het best schriftelijk worden vastgelegd. Naast vorm, frequentie en timing is aandacht aan de inhoud van de informatie hierbij ook van belang. Vanwege het belang voor de gemeente Westerveld is te overwegen om voor Recreatie en toerisme overkoepelend beleid op te stellen, opdat het overzicht verbetert. Daarbij dient aandacht te worden geschonken aan de uitwerking van de visie en concrete doelen. Het is aan te bevelen om cijfers over de effectiviteit op basis van de toeristenbelasting te verifiëren en vergelijken met cijfers uit andere bronnen. Meer gestructureerde terugkoppeling over de samenwerking en het beleid van buurgemeenten, provincie en andere samenwerkingspartners (bijv. Recreatieschap) is wenselijk, op hoofdlijnen. Hiertoe dienen ook concrete doelen voor dergelijke samenwerkingsrelaties te worden opgesteld.
89
Om een impuls te realiseren, moet de continuïteit van de activiteiten van Uitvoeringsprogramma Lokale Economie goed geborgd worden. Een overzicht van projecten die raakvlakken met recreatie en toerisme hebben, met de daaraan gekoppelde bedragen en hoe het staat met de uitvoering zou de sturing door de raad kunnen faciliteren. Om het sturen op hoofdlijnen verder te verbeteren is tevens zelfreflectie en erkenning bij de raadsleden nodig. De raadsleden moeten meer actief en gestructureerd (eventueel aanvullende) en complete informatie uitvragen.
90
7.3
Reactie college Burgemeester & Wethouders
Het rapport geeft voor ons geen verdere aanleiding tot het stellen van vragen of het maken van opmerkingen.
7.4
Nawoord rekenkamer
De rekenkamer kan zich bij haar nawoord beperken tot de dankzegging aan college en ambtelijk apparaat voor de prettige medewerking en samenwerking.
91
Bijlagen Bijlage 1: Interviews / respondenten -
Gemeente Westerveld, Portefeuillehouder,burgemeester R. Jager
-
Gemeente Westerveld, Medewerkster recreatie en toerisme, E. Deddens
-
Gemeente Westerveld, Senior medewerker Landschapsbeheer en Groen, J. Postma
-
Gemeente Westerveld, Senior medewerker Ruimtelijke Ordening, J. Kamping
-
Gemeente Westerveld, Afdelingshoofd L. van Hal
-
Gemeente Westerveld, mw. Team Leefomgeving, A. Harms
-
Gemeente Westerveld, medewerkster Bijzondere wetten (APV), N. Dekker
-
Gemeente De Wolden, Toerisme, I. de Groot.
-
Gemeente Meppel, adviseur coördinatie G. Ebbeling
citymarketing
-
Gemeente Midden Drenthe, Toerisme E. Goessen
Beleidsmedewerker
-
Gemeenteraad Westerveld, CDA fractievoorzitter H. Geertsma
-
Gemeenteraad Westerveld, De Haas fractievoorzitter J. de Haas
-
Gemeenteraad Westerveld, DSSW fractievoorzitter G. Kiers
-
Gemeenteraad Westerveld, fractievoorzitter Jan Langenkamp
-
Gemeenteraad Westerveld, PvdA fractievoorzitter Van Schelven
-
Acht recreatie- en toerismeondernemers in Westerveld, verdeeld over de volgende categorieën: grote campings, kleine campings, recreatiecentra, familie- en groepsaccommodaties, hotels, restaurants, cafés/ theehuizen, kunstgalerijen/ateliers.
Evenementenbeleid
beleidsmedewerkster en
Progressief
Recreatie
/ en
evenementen Recreatie
&
Westerveld
92
Bijlage 2: Geraadpleegde documentatie
-
Ecorys (2010) Toerisme in Drenthe: “in roerige tijden”. Economische betekenis van toerisme en recreatie in Drenthe. in opdracht van Recreatieschap Drenthe, i.s.m. Kamer van Koophandel Noord-Nederland en Toeristisch Recreatief Drenthe
-
Gemeente Westerveld, Collegeprogramma 2006-2010
-
Gemeente Westerveld, Kadernota Buitengebied (2006)
-
Gemeente Westerveld en Provincie Drenthe, Integraal plan: Havelte Oost (Concept visiedocument)
-
Gemeente Westerveld, Programmarekening 2007
-
Gemeente Westerveld en Provincie Drenthe, Integraal plan: Holtingerveld 2008
-
Gemeente Westerveld, Cofinanciering 2008)
-
Gemeente Westerveld, Kampeernotitie gemeente Westerveld (2008)
-
Gemeente Westerveld, Nota van Bestemmingsplan Buitengebied (2008)
-
Gemeente Westerveld, Perspectiefnota 2008-2011
-
Gemeente Westerveld, Programmabegroting 2008-2011
-
Gemeente Westerveld, Programmarekening 2008
-
Gemeente Westerveld, Startnotitie lokale economie (sept. 2008)
-
Gemeente Westerveld, Startnotitie Lokale Economie 2008, Bijlage 1: Huidige situatie
-
Gemeente Westerveld,Strategische visie ‘Westerveld; woon en recreatiegemeente bij uitstek’ (2008)
-
Gemeente Westerveld, Adviesnota Ontwerp Beleidsnota Lokale Economie, 21 aug. 2009
-
Gemeente Westerveld, Perspectiefnota 2009
-
Gemeente Westerveld, Programmabegroting 2009-2012
-
Gemeente Westerveld, Programmarekening 2009
-
Gemeente Westerveld (2009) Toegangspoort Oerlandschap Holtingerveld, Uitvoeringsplan Havelterberg 2009. Projectgroep Havelterberg, november 2009.
Cofinancieringsfonds
(Beleidsregel
Uitgangspunten
93
-
Gemeente Westerveld, 2009)
-
Gemeente Westerveld, Besluitenlijst Raadsvergadering 22-122009
-
Gemeente Westerveld, Economie, dec. 2009
-
Gemeente Westerveld, Programmabegroting 2010-2013
-
Gemeente Westerveld, Programmarekening 2010
-
Gemeente Westerveld Coalitieakkoord: Ontwikkelplan gemeente Westerveld 2010 – 2014: Meer met minder
-
Gemeente Westerveld, Bestemmingsplan Toegangspoort Oerlandschap Holtingerveld, mei 2010, vastgesteld okt. 2010
-
Gemeente Westerveld, Programmabegroting 2011-2014
-
Gemeente Westerveld, 1e Bestuursrapportage 2011
-
Gemeente Westerveld, Programmarekening 2011
-
Gemeente Westerveld, Beleidsevaluatie Lokale Economie, nov. 2011
-
Gemeente Westerveld, Landschapsontwikkelingsplan 2011. Website gemeente Westerveld.
-
Gemeente Westerveld, Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan (GPVV) 2011-2020, nov. 2011, vastgesteld dec. 2011
-
Gemeente 2012
-
Gemeente Westerveld, Cultuurhistorische Waardenkaart, 2012
-
Gemeente Westerveld, Programmabegroting 2012-2015
-
Gemeente Westerveld: Website gemeente Westerveld.
-
Gemeente Weststellingwerf, Toelichting ontwikkeling de Eese, 2011
-
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Natura 2000 gebieden per provincie. Website.
-
NBT-NIPO Research (2011) Continue Vakantieonderzoek, 2010-2011 - oktober 2010-september 2011, Provincie Drenthe
-
Programmarekeningen en begrotingen 2008-2012 van gemeenten Aa en Hunze, Border-Odoorn, De Wolden, Meppel, Midden-Drenthe, Ooststellingwerf, Opsterland, Steenwijkerland en Ommen.
-
Provincie Drenthe, Provinciaal omgevingsplan II en Provinciale omgevingsverordening Drenthe, juli 2004
Westerveld,
Beleidsnota
lokale
economie
Uitvoeringsprogramma
Archeologische
(dec.
Lokale
(LOP),
beleidsadvieskaart,
94
-
Provincie Drenthe, Subsidieregeling Toerisme Drenthe 2008-2010 (STINAT). SNN website.
Natuurlijk!
-
Provincie Drenthe, Provinciaal meerjarenprogramma Drenthe landelijk gebied 2007- 2013 (ILG). 2e versie, maart 2008.
-
Provincie Drenthe: Holtingerveld “Oerlandschap gekneed door ijs en oorlog”, 15 februari 2011. Website provincie Drenthe.
-
Recreatieschap Drenthe, Toeristisch Recreatief Ontwikkelperspectief Wateropgave Uffelte – Ruinen (TROP) ProCensus in odpracht van Recreatieschap Drenthe, juli 2011.
-
Toerdata Noord, Consumentenonderzoek Toerisme 2009
-
Toerdata Noord, Toerisme in Cijfers 2010
-
Toerdata Noord, Toerisme in Cijfers 2011.
-
Uchelen, van, E. (2007) Inrichtingsplan natuurontwikkeling op Landgoed de Eese
-
Verordeningen Toeristenbelasting 2008-2012 van de gemeenten gemeenten Aa en Hunze, Border-Odoorn, De Wolden, Meppel, Midden-Drenthe, Westerveld, Ooststellingwerf, Opsterland, Steenwijkerland en Ommen.
95
Bijlage 3: Onderzoeksopzet Aanpak op hoofdlijnen Het
onderzoek
bestaat
beleidsdocumenten
en
hoofdzakelijk
interviews
over
uit de
een
analyse
van
de
en
de
beleidsuitvoering
informatievoorziening aan de raad. In de voorbereidende fase is hiertoe eerst het normenkader aangepast en in de rekenkamer vastgesteld, zodat het beleid en de informatievoorziening aan de raad hieraan konden worden getoetst. De laatste stap van het onderzoek bestond uit de analyse en rapportage, en is afgesloten met overlegging van het eindrapport. Tabel 3.1 Opzet onderzoeksaanpak Fase
Aanpak
1
Definitieve onderzoeksopzet
Voorbereiding
Startbijeenkomst Opvragen beleidsdocumentatie en dossier Interviewafspraken 2
Deskresearch
Bestuderen en beoordelen beleidsdocumentatie Dossierstudie recreatie en toerisme Financiële en verantwoordingsinformatie Ontwerp vragenlijsten voor interviews
3
Interviews
Interviews met bestuurder en ambtenaren
beleidsuitvoering
Interviews met ondernemers Interviews buurgemeenten Opstellen en terugleggen interviewverslagen
4
Informatievoorziening
Bestuderen informatievoorziening aan college en raad Interviews met raadsleden Opstellen en terugleggen interviewverslagen
5
Analyse en rapportage
Synthese van bevindingen Conceptrapportage Conclusies en aanbevelingen Opleveren eindrapport
Stap 1: Voorbereiding Doel Doel van stap één was het eventueel bijstellen van het uiteindelijke onderzoeksplan
en
normenkader
in
overleg
met
de
rekenkamer.
Vervolgens hebben we het onderzoek opgestart en is de benodigde informatie en documentatie van de gemeente uitgevraagd.
96
Werkwijze Na
het
startoverleg
heeft
IOO
contact
opgenomen
met
de
contactpersoon van de gemeente om de benodigde informatie en documentatie op te vragen. Ook hebben wij in deze voorbereidende fase de
afspraken
voor
interviews
met
gemeentelijke
bestuurder
en
ambtenaren gemaakt. De rekenkamer heeft hierbij via de gemeentesecretaris voorzien in de contactgegevens van de contactpersoon bij de gemeente. Resultaat Bijgesteld onderzoeksplan Definitief normenkader vastgesteld Start van het onderzoek Benodigde beleidsdocumentatie en raadsverslagen Interviewafspraken: bestuurder en ambtenaren
Stap 2: Deskresearch Doel Toetsen van het beleid ten aanzien van recreatie- en toerisme aan de hand van het normenkader. Verwerven van inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid op basis van financiële- en verantwoordingsinformatie. Uitwerken van leidraden voor de interviews. Werkwijze In stap twee hebben wij de beleidsdocumenten en doelstellingen met betrekking tot recreatie en toerisme geanalyseerd en beoordeeld. De startnotitie en beleidsnota Lokale Economie gaven inzicht in de doelen en beoogde activiteiten ten aanzien van recreatie en toerisme in gemeente Westerveld. Andere bestudeerde beleidsdocumenten zijn o.a.: Kampeernotitie 2008, Richtlijnen bed & breakfast-accommodaties 2008, (ontwerp)Bestemmingsplan
Buitengebied
2011
en
Verordening
Winkeltijden 2011 (incl. bijlagen). Om inzicht te krijgen in de planning en uitvoering van het beleid hebben wij
het
Uitvoeringsprogramma
voortgangs-
en
Lokale
verantwoordingsinformatie
Economie (bv.
bestudeerd,
jaarprogramma’s,
uitvoeringsnota’s, Managementrapportages, en programmabegrotingen en -rekeningen). Uit deze documenten zijn ook financiële gegevens gehaald die betrekking hebben op de uitgaven aan Begrotingsproduct Recreatie
en
Toerisme
en
de
begroting
en
opbrengsten
van
de
toeristenbelasting. Gegevens van Toerdata Noord en Drenthe in Cijfers boden inzicht in de ontwikkelingen op het gebied van recreatie- en toerisme, namelijk:
97
aantallen gelegenheden en overnachtingen, werkgelegenheid, aantallen bezoekers per attractie en per evenement voor gemeente Westerveld, en bestedingen (alleen voor provincie Drenthe). “Economie in het Noorden” biedt daarnaast nog gegevens voor de gemeente over het aantal vestigingen en werkgelegenheid, in de Horeca en “Cultuur, sport, recreatie en overig” in verhouding tot andere economische sectoren1. Gestandaardiseerde informatie over de inkomsten en uitgaven aan recreatie en toerisme per inwoner in Westerveld, in verhouding tot omliggende gemeenten en gemeenten in de provincie Drenthe en in Nederland gemiddeld bleek echter niet te achterhalen via CBS Statline. Daarom moesten de Programmabegrotingen en –rekeningen van de omliggende gemeenten worden bestudeerd. Aan de hand van de analyse van de deskresearch is een leidraad ontworpen voor de interviews in stap 3. De leidraad hebben wij ter goedkeuring aan de rekenkamer overlegd. Resultaat Beleid en doelen beoordeeld aan de hand van het normenkader Reconstructie inzet financiële en personele middelen Inzicht
(deels)
in
doeltreffendheid
en
doelmatigheid
van
de
tot
de
uitvoering Normen
en
vastgelegde
afspraken
met
betrekking
informatievoorziening aan de raad Uitgewerkte leidraden voor de interviews in stap drie
Stap 3: Interviews beleidsuitvoering Doel Verkrijgen van inzicht in de wijze waarop B&W verder uitvoering hebben gegeven aan de beleidskaders, welke beleidskaders sinds 2009 zijn uitgevoerd en in hoeverre deze uitvoering doelmatig en doeltreffend is verlopen.
Werkwijze Informatie
benodigd
voor
stap
3
is
hoofdzakelijk
verkregen
uit
interviews.
Stap 3a: Interviews binnen gemeente Westerveld Binnen de gemeente Westerveld hebben wij interviews gehouden met Burgemeester Jager als portefeuillehouder voor recreatie en toerisme (1) 2, het afdelingshoofd (1), de beleidsmedewerkster recreatie en toerisme en medewerkers op gebied van aanpalend beleid (3).
1
http://www.economieinhetnoorden.nl/
2
Tussen haakjes staat steeds het aantal interviews vermeld.
98
De gesprekken met de bestuurder en ambtenaren zijn gedaan in de vorm van face-to-face interviews. Wij hebben de respondenten van te voren
per
e-mail
de
vragen
ter
voorbereiding
gestuurd,
om
de
medewerking en de kwaliteit van de antwoorden te bevorderen.
Stap 3b: Interviews met betrokken ondernemers Daarnaast hebben wij interviews gehouden met 8 ondernemers voor om het perspectief en de ervaringen van de kant van de ondernemers in kaart te brengen. Hiertoe hebben wij contact opgenomen met 17 recreatieondernemers binnen gemeente Westerveld. Bij de selectie van de te interviewen ondernemers hebben wij aandacht geschonken aan spreiding
ten
aanzien
van
accommodatietype
(grootschalige
camping/recreatiepark, hotel/pension, kamperen bij de boer), horeca, detailhandel, dagattracties en evenementen. Hierbij hebben wij gebruik kunnen
maken
van
de
gemeentelijke
database
van
recreatieondernemers. Onderwerpen voor interviews met recreatieondernemers: -
Rol van recreatieondernemers bij totstandkoming en uitvoering van het beleid o
Betrokkenheid bij beleidsvorming
o
Ondernomen initiatieven en activiteiten (vanuit ondernemers) om kwaliteit te verbeteren van: accommodaties, aanbod/voorzieningen, attracties/arrangementen en onderlinge samenwerking
-
o
Betrokkenheid bij gemeente en samenwerking opzoeken
o
Communicatie richting gemeente over bijv. evenementen etc.
Ondersteuning vanuit de gemeente: o
Communicatie vanuit gemeente over mogelijkheden voor ondernemers
o
Instelling van en communicatie over: platform recreatieondernemers,
o
Stimuleren / ondersteunen specifieke dagattracties, (wellness)centra,
o
Facilitatie / ondersteuning van vernieuwende initiatieven en evenementen
o
Afstemming aanpalend beleid (b.v. RO en APV/vergunningen)
werkgroep evenementen, innovatiefonds en aanjagerprojecten hoogwaardige horeca etc.
-
Doeltreffendheid van de uitvoering: o
Deelname, activiteiten en effectiviteit van het platform, werkgroep
o
Benutting van het innovatiefonds
o
Verandering in identiteit/imago, publiciteit en bekendheid van Westerveld
evenementen, routeprojecten en projectplan Bestemming SW-Drenthe
-
Effectiviteit van het beleid, bijvoorbeeld: o
Gerealiseerde veranderingen in voorzieningen en aanbod (accommodatie- en recreatievoorzieningen, verbindingen, arrangementen, attracties, eetgelegenheden, evenementen) voor recreanten en toeristen
o
Ontwikkeling aantal bezoekers, overnachtingen en omvang bestedingen
o
Invloed van het beleid hierop en andere verklarende factoren
o
Eventuele knelpunten en ongewenste neveneffecten van het beleid
(vanuit oogpunt van ondernemers)
99
In overleg met de rekenkamer hebben de interviews met ondernemers telefonisch plaatsgevonden. IOO heeft hiervoor van te voren een afspraak
gemaakt
en
de
gespreksonderwerpen
toegestuurd.
De
ondernemers konden het gesprek dan inplannen op een moment dat het hen schikte en zich desgewenst voorbereiden op het gesprek.
3c. Interviews bestuurders en/of ambtenaren buurgemeenten Om meer inzicht te verkrijgen in de samenwerking met buurgemeenten op het gebied van recreatie- en toerisme hebben wij 3 telefonische interviews gehouden met ambtenaren verantwoordelijk voor recreatie en toerisme in deze gemeenten. De gesprekken gingen onder andere over de gerealiseerde samenwerking tussen de gemeenten en de resultaten
hiervan
arrangementen).
(bijvoorbeeld
In
overleg
met
de
verbindingen, rekenkamer
routes
hebben
wij
en ook
buurgemeente Meppel bij het onderzoek betrokken. Van elk interview hebben wij een gespreksverslag opgesteld, dat voor verificatie en accordering aan de respondent is teruggelegd. Resultaat Beschrijving van de wijze waarop b&w verder uitvoering hebben gegeven aan de beleidskaders voor recreatie en toerisme. Informatie
over
welke
maatregelen/activiteiten
sinds
2009
zijn
uitgevoerd Inzicht in de uitvoering en doeltreffendheid van het recreatie- en toerismebeleid Inzicht in de doelmatigheid van de uitvoering van het beleid. Inzicht in de rol van en samenwerking met ondernemers Inzicht in samenwerking met buurgemeenten Verklarende factoren voor resultaten / effecten Geaccordeerde interviewverslagen
Stap 4: Informatievoorziening Doel Verwerven van inzicht in de informatievoorziening aan college en de raad over het beleid ten aanzien van recreatie- en toerisme en de uitvoering ervan: Is de informatieverstrekking, –verwerving en kwaliteit conform de afspraken hierover? Is de informatievoorziening tijdig, relevant, helder, en volledig en bevordert deze de besluitvorming? Werkwijze Stap 4 is deels gebaseerd op informatie over informatieverwerving en verstrekking
welke
verkregen
is
uit
de
interviews
met
de
100
portefeuillehouder en het afdelingshoofd in stap 3. Daarnaast hebben wij
de
stukken
over
de
beleidsuitvoering
bestudeerd
zoals
gepresenteerd aan college en de raad. De volgende aspecten van de informatievoorziening zijn in deze fase aan de orde gekomen: Welke informatie verzamelt de gemeente, bijvoorbeeld over de effecten van het beleid:
Aantal
en
kwaliteit
gelegenheden,
van
attracties,
het
aanbod
routes
en
(accommodatiearrangementen,
evenementen, etc.)
Aantallen bezoekers
Aantallen overnachtingen
Bestedingen
Invloed op de werkgelegenheid
Meeropbrengst toeristenbelasting
Van welke bronnen is de gebruikte informatie afkomstig?
Intern en / of extern?
laat de gemeente zelf onderzoek uitvoeren?
En/of maakt de gemeente gebruik van secundaire bronnen, bijvoorbeeld CBS, Toerdata Noord, provincie Drenthe, etc.?
Wat
is
de kwaliteit
van
de
informatie
(betrouwbaar,
relevant,
volledig)? Ook hebben wij raadsleden geïnterviewd. Hierbij stond de
vraag
centraal in hoeverre de informatieverstrekking over het recreatie- en toerismebeleid aan de raad het besluitvormingsproces ondersteunt. De volgende onderwerpen zijn aan bod gekomen:
Onderwerpen voor interviews met raadsleden:
Is de raad voldoende in staat gesteld kaders te stellen aan het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme?
In hoeverre is de raad op de hoogte van het beleid en de uitvoering van het beleid m.b.t. recreatie en toerisme?
Waar zitten hiaten of knelpunten?
Wordt de informatie voldoende frequent en tijdig gepresenteerd?
In hoeverre is de informatie relevant, betrouwbaar, volledig en begrijpelijk? Bevordert de informatie de besluitvorming?
Wordt de raad voldoende in staat gesteld te sturen?
Stuurt de raad daadwerkelijk - op hoofdlijnen - indien nodig?
Eventuele verbeterpunten voor de informatievoorziening aan de raad.
Wij hebben hiertoe de fractievoorzitters van alle partijen in de raad van Westerveld
benaderd
met
de
vraag
om
medewerking
(met
een
checklist). Vervolgens zijn de vijf ontvangen telefonische en schriftelijke reacties vanuit de raad geanalyseerd.
101
De resultaten uit de documentanalyse en de reacties van raadsleden over de informatievoorziening analyseren wij in relatie tot de afspraken en normen ten aanzien van de informatievoorziening en transparantie. Resultaat Samenhangend inzicht in informatievoorziening aan college en raad over uitvoering en effecten van het beleid t.a.v. recreatie en toerisme Beoordeling
van
de
tijdigheid,
frequentie
en
kwaliteit
van
de
informatie in het kader van de hierover gemaakte afspraken Inzicht in sturing door de raad
Stap 5: Analyse en rapportage De laatste stap in het onderzoek bestaat uit een integrale analyse van de informatie uit de documentatie en interviews. Op basis hiervan hebben wij een conceptrapport opgesteld. Het conceptrapport hebben wij voorgelegd aan de rekenkamer voor commentaar. Na
verwerking
van
opmerkingen
vanuit
de
Rekenkamer
is
het
conceptrapport voor ambtelijk wederhoor (feitenverificatie) voorgelegd. Relevante correcties hebben wij in het rapport verwerkt. Vervolgens hebben wij de conclusies opgesteld. Wanneer de onderzoeksresultaten hiertoe aanleiding gaven, hebben wij tevens een opzet gemaakt voor aanbevelingen voor verbetering van het beleid en de uitvoering ervan. Het conceptrapport met de conclusies en aanbevelingen is voorgelegd voor de bestuurlijke wederhoorprocedure. Ter bevordering van de transparantie en navolgbaarheid van het onderzoek is het rapport voorzien van bronvermelding. Wij zijn vertrouwelijk omgegaan met de inhoud van het rapport en hebben hierover niet met derden gecommuniceerd totdat het rapport in de raad openbaar is gemaakt.
102
Bijlage 4: Financieel overzicht Product Recreatie en toerisme Recreatie en x 1.000
toerisme
Lasten
Begroting
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
351
423
441
440
320
344
327
323
322
Rekening
326
580
465
409
436
342
% ontwikkeling lasten
-
78
-20
-12
7
-22
1
-5
-1
0
13
5
18
7
11
3
3
3
3
32
17
-22
21
4
3
Begroting
0
338
418
423
433
309
341
324
320
319
Rekening
294
563
487
388
432
340
Baten
Begroting Rekening
Saldo
103
Bijlage 5: Reconstructie raming financiële en personele middelen voor Uitvoeringsprogramma Lokale Economie 2009 Jaar-
Pijler
Actie
Doel
Algemeen
1. Ondernemersontbijt
Contacten verbeteren
Economisch
met portefeuillehouder
met de ondernemers
Beleid
EZ. 2. Frequent overleg
Wederzijdse
met college en
terugkoppeling en
bedrijvencontact-
afstemming
Ambtelij
Eenmali
lijks
ge
terugker
Ambtelijk
jaarlijks
opstart-
ende
e uren
terugker
kosten
kosten
startjaar
end 10
2,500
2,500
ke uren
10
Verantwo ordelijk Kwart
voor
Jaar
aal
kosten
2010
1
Gemeente
-
30
30
2010
1
Gemeente
-
120
120
2010
1
Gemeente
2010
1
Gemeente
2010
2
functionaris. 3. Oprichten van een
Verbetering van
bedrijventeam in
aanspreekpunt voor
gemeentelijke
ondernemers
organisatie 4. Economische
Verbeteren integrale
afweging bij verzoeken
afweging van
van
ontwikkelingen.
Zie Actie 3.
andere taakvelden. 6: Ondernemerscafé
Bevorderen van het
1,500
500
Gemeente
netwerk van
&
ondernemers
Ondernem ers
7: Het- oprichten
Vernieuwen
ondernemerskoepel
overlegstructuur
3,000
500
3,000
500
2010
2
Gemeente
2010
3
Gemeente
2010
3
Gemeente
2010
3
Gemeente
bedrijfsleven 8: Vergunningen/
Duidelijkheid over
spoorboekje en
vergunningen creëren
20
20
antwoordvoorbedrijven .nl ontwikkelen. 9: Promotie en
Duidelijkheid creëren
bewustwording van
over de functie van
BCF bij ondernemers
BCF.
2,000
en collega’s. 11: Voorlichting aan en
Inzicht generen in
bedrijfsbezoeken
“Hoe denkt de
met o.a. R.O. collega’s
ondernemer”.
12: Bevordering van
Kwaliteitsverbetering
clustering van kleine
en ruimtelijke
bedrijven
indeling bedrijven
2,000
2,000
40
40
2010
4
Gemeente
120
120
2009
4
Gemeente
10
10
2009
4
Gemeente
bevorderen. 13: Bedrijfsbezoeken
Contacten met
van bedrijven-
ondernemers
contactfunctionaris
verbeteren.
14: Bedrijfsbezoeken
Contacten met
met college en
ondernemers
104
Jaar-
Pijler
Actie
Doel
bedrijvencontactfunctio
verbeteren.
Ambtelij
Eenmali
lijks
ge
terugker
Ambtelijk
jaarlijks
opstart-
ende
e uren
terugker
kosten
kosten
startjaar
end
14,000
6,000
350
350
ke uren
Verantwo ordelijk Jaar
Kwart
voor
aal
kosten
naris Subtotaal Algemeen Economisch beleid
105
Vervolg tabel Eenmali
Pijler
Actie
Doel
Recreatie en
16: Ontwikkelen van
Versterken van het
Toerisme
belevingsroute(s)
toeristisch aanbod.
17: ontwikkelen van/
Versterken van het
aanhaken bij fiets- en
toeristisch aanbod.
+ Jaar-
ge
+ Jaar-
Inzet
lijkse
(opstart-
lijkse
personeel
inzet
) kosten
kosten
(uren)
(uren)
5,500
1,000
Verantwo ordelijk Kwart
voor
jaar
aal
Kosten
2010
1
Deelnemen de gemeenten
10,000
2,000
2010
2
Deelnemen de
wandelroutes
gemeenten
Overijssel en Friesland. tevens
18 en 30: Ontwikkelen
Vergroten
Wonen en
van “regio promotie”
bekendheid,
Zorg
plan
verbeteren imago van
15,000
5,000
2010
2
Gemeente
2009
3
Gemeente
het gebied. 19 en 27: Onderzoek
Beter inzicht krijgen
doen naar
in de (economische)
overnachtingen en
omvang van recreatie
bestedingen en naar
en toerisme en
bestedingen
tevens de
toeristenbelastingen.
mogelijkheden
100
100
70
70
bekijken om de investeringsmogelijkh eden voor de sector te vergroten. 23:
Kwaliteitsverbetering
Doelgroepsegmentatie
van bedrijven
bij recreatiebedrijven
bevorderen.
2009
Gemeente
(loopt al)
stimuleren. 1,500
24: Ondernemers laten
Stimulering van
aanhaken bij (o.a)
productontwikkeling
project “bestemming
en
hap en
ZW Drenthe”.
regiomarketing door
Provincie
1,500
2009
Gemeente,
(loopt al)
Recreatiesc
middel van het aanstellen van een aanjager. Wat gaan we doen? Vanuit de gemeente Westerveld 25: Werkgroep
Ondernemers
evenementen in het
stimuleren in
leven
gezamenlijk
roepen.
evenementen
500
500
20
20
2009
Gemeente
(loopt al)
promoten. 28: Toeristisch
Vergroten van de
platform nieuw leven
betrokkenheid van
inblazen.
ondernemers in de
5,000
5,000
2009
Gemeente
(loopt al)
gemeente. Subtotaal Recreatie en toerisme
37,500
15,000
190
190
106
Vervolg tabel Eenmali ge
+ Jaar-
Verant-
lijkse
woorde-
+ Jaar-
Inzet
(opstart-
lijkse
personeel
inzet
Kwart
lijk voor
) kosten
kosten
(uren)
(uren)
jaar
aal
kosten
Pijler
Actie
Doel
Wonen en
29: Ontwikkelen
Consistent beleid
30
30
2010
1
Gemeente
zorg
integraal beleid/
20
40
2010
2
Gemeente
50
70
50
50
2009
3
Gemeente
120
120
2009
4
Gemeente
15
15
2010
1
Gemeente
2010
3
Gemeente
kaders voor zorgboerderijen en zorgtoerisme. 31: Sturing geven aan
Aansluiting vinden
de clustering van
bij, en economische
zorgvoorzieningen en
meerwaarde generen
aanvullende diensten.
van het kernenbeleid.
Subtotaal Wonen en zorg
-
Grond-
32: Bedrijventerreinen
Duidelijkheid creëren
gebonden
en detailhandelvisie
over beleid
economie
meenemen in
betreffende
structuurvisie.
bedrijventerreinen en
33: Bedrijfsbezoeken
Contacten met
van
ondernemers
bedrijvencontactfunctio
verbeteren en
naris aan
zo vroegtijdig
landbouwbedrijven
problemen signaleren
33a: 2 keer per jaar
Overleg over
overleg met LTO
bestaand beleid
34 en 36: Bestaande
Verbetering kwaliteit
regels
& uitstraling
-
detailhandel.
5,000
5,000
50
50
5,000
5,000
235
235
56,500
26,000
825
845
bedrijventerreinen evalueren en handhaven. Plan van aanpak bedrijventerreinen opstellen. Subtotaal Grondgebonden economie
Totaal: Uitvoeringsprogramma Lokale Economie dec. 2009
107
Bijlage 6: Mogelijke activiteiten recreatie- en toerismepijler
Mogelijke activiteiten voorgesteld in de Beleidsnota Lokale Economie Recreatie en toerisme, Richting 1: Kwaliteitsniveau aanbod verhogen Regio marketing (imago en bekendheid) is versterkt, d.m.v.:
-
Aanhaken bij bestaande campagnes: Regio promotieplan opgesteld afgestemd met Marketing Drenthe (2010)
-
Aanvullend onderzoek naar specifieke doelgroepen en mogelijkheden voor Westerveld: onderzoek naar overnachtingen en bestedingen en naar besteding toeristenbelastingen (2009)
Specifieke activiteiten / ondernemers - gericht op specifieke doelgroepen, seizoensverlenging en verhoging bestedingen zijn gestimuleerd 1 De gemeente heeft nieuwe initiatieven en samenwerkingsverbanden gefaciliteerd:
-
Een Innovatiefonds 2 is ingesteld, dat wordt benut voor ondersteuning van vernieuwende activiteiten, arrangementen etc.
-
3
Een aanjager is aangesteld die complexere initiatieven faciliteert (vanaf 2009)
Ondernemers zetten in op verhoging van het kwaliteitsniveau van hun accommodaties, activiteiten en onderlinge samenwerking. Recreatie en toerisme, Richting 2: Verbindingen Uitbreiding fiets- en wandelroutes i.s.m. partners 4
-
1 belevingsroute ontwikkeld in 2010 i.s.m. buurgemeenten en Recreatieschap
-
Verbinding door de Eese – aanhaken bij fiets- en wandelroutes Overijssel en Friesland i.s.m. buurgemeenten (2010-2012)
Verbindingen en samenwerking tussen locale ondernemers initiëren en faciliteren:
-
De gemeente heeft een platform recreatieve ondernemers opgezet (2009)
-
Jaarlijks is ten minste 3 keer overleg met de gemeente
-
Het onderlinge netwerk van toeristische ondernemers is hiermee vergroot
-
Ondernemers zijn meer betrokken bij de gemeente
-
Ondernemers zetten zich actief in en ontplooien nieuwe initiatieven zoals aanbieden van arrangementen en andere toeristische producten
Recreatie en toerisme, Richting 3: Evenementen De gemeente:
-
Heeft een werkgroep evenementen opgericht en gefaciliteerd (vanaf 2009)
-
Zet actief in 5 op thema’s en geeft daarbij prioriteit aan activiteiten en bedrijven die aansluiten bij de Visie 6
Geeft specifiek aandacht aan mogelijkheden om grootschalige of meerdaagse evenementen te organiseren .
Ondernemers:
1
2 3 4
5 6
-
Communiceren actief over evenementen en grotere externe bijeenkomsten
-
Nemen initiatieven voor opzetten van aanvullende arrangementen
-
Zoeken de samenwerking met de gemeente op
Bijvoorbeeld: Vernieuwende dagattracties, wellnesscentrum, bezinningscentrum en hoogwaardige restaurants. Bijvoorbeeld op basis van de inkomsten uit de toeristenbelasting. Bijvoorbeeld ondernemers laten aanhaken bij project “Bestemming ZW Drenthe”. Fysieke verbindingen (beperkt) met daarnaast vooral themaroutes, slimme combinaties start- en eindpunten, en knooppunten waar horeca gestimuleerd wordt. Bijvoorbeeld door middel van ondersteuning, informatievoorziening en bekendmaking. Bijvoorbeeld door koppeling aan de ontwikkeling van Havelterberg.
108
Bijlage 7: Toerekening uitgaven 2010 Uitvoeringsprogramma Lokale Economie aan recreatie- en toerismepijler % Toerekenen
Bedrag t.b.v.
aan recreatie
Recreatie en
Bedrag
en toerisme
toerisme
291,30
50
145,65
Omschrijving
Naam
Uitnodiging ondernemerscafé
Ontwerpburo Sign4Dsign
Belevingsroute Pauperpad
Stichting Veenhuizen Cultuur&Toerisme
5.000,00
100
5000
Opstart Parkmanagement
Parkmanagement B.V.
1.800,00
0
0
Stichting Dienstverlening MKB NoordBegeleiding MKB-Nederland
Nederland
1.500,00
0
0
Subsidie Bloemrijke Akkers
Boerennatuur
7.500,00
50
3750
Diverse broodjes
Reestmond
12,50
0
0
Stichting Dorpscentrum Nijensleek e.o.
22,50
0
0
Zaalhuur ivm Overleg par management Bijdrage recreatievisie UffelteRuinen
Recreatieschap Drenthe
1.127,78
100
1127,78
Bijdrage ondernemerskoepel
Ondernemers Koepel Westerveld
5.000,00
0
0
Gemeente Hoogeveen
3.400,00
10
340
266,25
50
133,125
-230,00
50
-115
Bijdrage agenda plattelandgemeenten Bijeenkomst ondernemersvereniging
Astron
KAS OKTOBER/ ondernemerscafe J.Houben Geschenken sprekers ondernemerscafé
Houben
Opstart parkmanagement
Parkmanagement B.V.
21,43
50
10,715
1.200,00
0
Workshop tbv J Houben
0
Sander Datema
400,00
0
Rondrit gemeente
0
Boerhof Reizen
259,43
0
0
-530,20
50
-265,1
KAS MEI/ opbrengst ondernemerscafe Lezing Martijn Aslander
The Next Speaker
600,00
50
300
Ondernemerscafe
Jachtlust, Café Restaurant Pension CV
499,86
50
249,93
Fris tbv Startproject economie
Reestmond
4,72
0
0 0
Geschenken ondernemersavond
Houben
73,90
0
Ondernemersbijeenkomst 25 feb
Reestmond
39,74
0
0
Beleidsnota lokale economie
Ontwerpburo Sign4Dsign
502,30
50
251,15
29.521,71
37
10.928,25
109
Bijlage 8: Toerekening uitgaven 2011 Uitvoeringsprogramma Lokale Economie aan recreatie- en toerismepijler Ten behoeve van % Toe te rekenen aan
recreatie en toerisme
Bedrag 2011 €
recreatie en toerisme
(€)
Begeleiding ondernemerskoepel MKB Noord
3000
0%
0
Parkmanagement
1950
0%
0
Actie (uitgevoerd)
n.v.t. Entente Florale
195
20%
39
n.v.t.Pruverije
300
100%
300 937,5
Ondernemerscafé’s
1875
50%
Bestemming Zuidwest Drenthe
6000
100%
6000
Cursus MKB ‘hoe denkt een ondernemer?’
2000
50%
1000
Spoorboekje voor ondernemers
3000
30%
900
500
100%
500
Totaal
18820
51%
9677
Beschikbaar
45800
Restant (naar 2012)
26980
Evenementenwerkgroep
110
Bijlage 9: Toerekening begroting 2012 Uitvoeringsprogramma Lokale Economie aan recreatie- en toerismepijler Ten behoeve van % Toe te rekenen aan Bedrag 2012 7500 15000
Actie (gepland)
recreatie en toerisme
recreatie en toerisme
(€)
Bestrijding Eikenprocessierups
100
7500
Regio Promotie plan
100
15000
100
10000
Fiets- wandelroutes 10000
OV
10000
Fase II beleid
5000
Beursparticipatie ZW Drenthe (ovb)
40
4000
100
5000
2500
Ondernemersontbijten
30
750
1500
Ondernemerscafé’s
50
750
7500
EDR
20
1500
500
Ondernemerskoepel
0
0
5000
Parkmanagement
0
0
1000
Belevingsroutes
100
1000
65500
Totaal
69
45500
65750
Beschikbaar*
250
PM
*Dit bedrag is opgebouwd uit: € 28.000,- overhevelen; € 17.750, - structureel budget; € 10.000,- structureel budget BCF; € 10.000,- Opstellen Fase II (cf perspectiefnota)
111