Reactie op zienswijzen gemeenten nieuw toezichtsmodel Proo Gemeente Elburg Epe Ermelo Harderwijk Heerde Nunspeet Oldebroek Putten Elburg
Inhoud reactie Instemming met invoering van Raad van Toezichtmodel bij Proo
Verwerking/aanpassing Alle acht gemeenten kunnen instemmen met de invoering van het Raad van Toezichtmodel bij Proo. Een aantal gemeenten heeft vragen gesteld of opmerkingen gemaakt. Zie hieronder.
Verslagen Raad van Toezicht jaarlijks naar de raden.
Epe
In artikel 19 statuten opnemen dat voor de wijziging van de statuten de instemming van alle gemeenteraden nodig is.
Epe
In de statuten opnemen dat de profielschetsen voor de leden van de Raad van Toezicht niet worden vastgesteld dan na een zienswijzenprocedure bij de gemeenteraden.
De Raad van Toezicht verantwoordt zich over zijn functioneren in een jaarverslag van de eigen activiteiten. Dat maakt deel uit van het jaarverslag van de stichting. Het jaarverslag gaat naar de deelnemende gemeenten. Het jaarverslag van de RvT maakt dus onderdeel uit van de informatiestroom van Proo naar gemeenten. Hiermee wordt voldaan aan het verzoek uit Elburg. Deze opmerking is in Epe en niet in de andere gemeenten gemaakt. In de huidige situatie hebben alle gemeenteraden deze bevoegdheid overgedragen aan het algemeen bestuur van RNV. Het algemeen bestuur RNV kan bij gewone meerderheid van stemmen instemmen met een statutenwijziging. In het voorgelegde voorstel wordt aangesloten bij de huidige praktijk en wordt ervoor gekozen dat de gemeenteraden deze bevoegdheid (via de samenwerkingsovereenkomst) neerleggen bij het coördinatiepunt. In de nieuwe situatie is in de statuten opgenomen dat een gekwalificeerde - twee derde meerderheid met een statutenwijziging moet instemmen. Dat betekent in de praktijk dat zes van de acht vertegenwoordigers moeten instemmen met een statutenwijziging. Daarmee wordt ten opzichte van de huidige situatie deels tegemoet gekomen aan de wens van Epe. Bij de stukken die ter besluitvorming naar de gemeenten gaan, wordt het algemeen kader van de profielschets voor de leden van de Raad van Toezicht ter informatie bijgevoegd. Deze profielschets is opgesteld door DB RNV/PO Welzijn en SA en het bestuur van stichting Proo gezamenlijk. Er is een benoemingscommissie samengesteld uit vertegenwoordigers van Proo en RNV, die deze eerste benoeming gaat begeleiden. Na deze eerste keer vindt de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht plaats op basis van interne procedures die beogen dat de Raad van Toezicht een samenstelling krijgt conform een breed profiel, geënt op deskundigheden. De Raad van Toezicht heeft haar eigen kwaliteitsverantwoordelijkheid. In de statuten is opgenomen dat de profielschets openbaar wordt gemaakt. Het coördinatiepunt zal bij de benoeming van nieuwe leden voor de Raad van Toezicht vooral de procedure toetsen en de verantwoording door de benoemingscommissie.
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
1
Gemeente Epe
Epe
Inhoud reactie Opnemen (in statuten?) dat Raad van Toezicht bestaat uit 7 personen: - 2 leden op basis van bindende voordracht van de oudergeleding GMR; - 1 lid op basis van een bindende voordracht van GMR; - 3 leden op basis van bindende voordracht van steeds één lid door de gemeenteraden van Epe, Harderwijk en Heerde; - 1 lid op basis van een bindende voordracht van één lid door de gezamenlijke gemeenteraden van Elburg, Ermelo, Nunspeet, Oldebroek en Putten. In de statuten opnemen dat in alle gevallen van het sluiten van een onderwijs-voorziening overeenkomstig wetsvoorstel 33598 wordt gehandeld, nl. tijdig kenbaar maken van het voornemen de onderwijsvoorziening te sluiten, opdat de raad een afweging kan maken, kan besluiten de voorziening open te houden en het bestuur anders te regelen.
Verwerking/aanpassing Door de invoering van het Raad van Toezichtmodel wordt het openbaar onderwijs meer op afstand van de gemeenten gezet. De Raad van Toezicht wordt samengesteld op basis van expertises en nadrukkelijk niet op basis van vertegenwoordiging. Verder wordt de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad - conform de wettelijke regeling daarover - in de gelegenheid gesteld om een bindende voordracht te doen voor een deel van de zetels in de Raad van Toezicht. Voorgesteld wordt om de benoemingsprocedure te handhaven. Het is wel van belang dat er bij de leden van de Raad van Toezicht zoveel mogelijk sprake is van een evenwichtige spreiding over de regio. Daarom wordt voorgesteld om aan het kader voor de profielschets voor de leden van de Raad van Toezicht toe te voegen dat bij de samenstelling van de Raad van Toezicht rekening moet worden gehouden met regionale spreiding van de leden.
De voorgestelde statutenwijziging gaat over de herziening van de toezichtstructuur. De huidige statuten bevatten geen bepalingen over de zaken die in deze zienswijze aan de orde worden gesteld. Begin oktober 2013 is wetsvoorstel 33598 aangenomen door de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel zal per 1 januari 2014 in werking treden. Deze wet heeft o.a. veranderingen tot gevolg in de stichting en sluiting van scholen in een situatie van een verzelfstandigde stichting. Alle stukken zijn aangepast op deze nieuwe situatie.
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
2
Gemeente Epe
Epe
Epe
Inhoud reactie In de statuten voorzien in de mogelijkheid dat het schoolbestuur en het gemeentebestuur afzonderlijk het voorstel kunnen doen een openbare school of nevenvestiging via een fusie om te vormen tot een samenwerkingsschool. Het besluit daartoe is vervolgens voorbehouden aan de gemeenteraad. De termijnen voor kenbaar maken en effectueren van het besluit zijn overeenkomstig die voor het opheffen van een school of nevenvestiging. In de statuten opnemen dat een gemeentebestuur de opdracht voor het uitvoeren van het bestuur over één of meer scholen voor openbaar primair onderwijs niet langer wil verlenen aan de Stichting Proo. Uiteraard horen daar ook de hoofdlijnen voor die uitgangsregeling bij. Geen aanleiding om beslissingsbevoegdheden van de raden te mandateren aan het coördinatiepunt. Het coördinerende werk kan worden belegd bij de stichting. Het centraal formuleren van
Verwerking/aanpassing Deze reactie getuigt van een grote betrokkenheid van de gemeente bij het openbaar onderwijs. In deze reactie suggereert de gemeenteraad zelf eventueel weer te willen functioneren als ‘aanbieder’ van onderwijs dwars door de eigen verantwoordelijkheid van de stichting daarvoor. De gemeente wordt door de invoering van het Raad van Toezichtmodel meer op afstand gezet. De wet- en regelgeving zullen de rol van de gemeente verkleinen om zelf in te spelen op nieuwe maatschappelijke behoeftes om onderwijsvoorzieningen in stand te kunnen houden. Die rol is recentelijk gelegd bij ouders, van wie de positie als onderwijsvragers is versterkt. In het voorstel wordt onderscheid gemaakt tussen het toezicht houden door de Raad van Toezicht en de communicatie tussen de stichting Proo en de gemeenten/het coördinatiepunt. In het in oktober gepubliceerde wetsvoorstel 33598, dat met ingang van 1 januari 2014 in werking zal treden, is geregeld dat een stichting voor openbaar onderwijs (zoals Proo) kan besluiten tot opheffing van een door de stichting in stand gehouden openbare school of nevenvestiging. Een besluit tot opheffing wordt uiterlijk op 1 augustus van het schooljaar voorafgaand aan de beoogde datum van opheffing medegedeeld aan de gemeenteraad waarin de betreffende school is gevestigd. Indien de gemeenteraad voor 1 februari daaropvolgend besluit dat hij de school in stand wenst te houden, wordt deze niet opgeheven, maar wordt de instandhouding daarvan overgedragen aan de gemeente. Deze bevoegdheid is verankerd in artikel 18 van de statuten. Het betreft hier een initiatief van een in de stichting deelnemende gemeente. Lid 2 van artikel 18 is aangepast naar aanleiding van de ingediende zienswijzen. Zie pagina 9. Daarnaast is in de recent aangenomen wet 33598 geregeld dat ook de stichting het initiatief kan nemen tot herziening van de scholenspreiding.
In de huidige situatie hebben de gemeenteraden de taken waarin zij een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid hebben, overgedragen aan het algemeen bestuur RNV (zie art. 4, lid 2, sub t Samenwerkingsregeling Noord-Veluwe). Deze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is geen optelsom van individuele verantwoordelijkheden. Dat is de reden dat de gemeenteraden hebben besloten deze bevoegdheden over te dragen aan RNV. In het huidige voorstel wordt RNV als instituut ertussenuit gehaald. De taken die intergemeentelijke coördinatie behoeven, zijn beperkt. Voorgesteld wordt dat raden deze bevoegdheden, die een
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
3
Gemeente
Ermelo
Harderwijk Heerde
Heerde
Nunspeet
Inhoud reactie concept-beleidsoordelen kan óf achterwege blijven óf door een convenant-partnersoverleg worden gedaan. De raad ontvangt graag nadere informatie over de (overblijvende) noodzaak tot afstemming waartoe het coördinatiepunt kennelijk is beoogd. Graag meer duidelijkheid over ontslag en schorsing.
Geen zienswijzen. In de statuten van de stichting Proo bij de taken van de Raad van Toezicht concreet aangeven dat het gaat om het vaststellen van de (meerjaren)begroting en het strategisch beleidsplan. In de statuten van de stichting Proo bij de taken van de Raad van Toezicht concreet het toezicht op de Wet Topinkomens benoemen.
Verwerking/aanpassing collectieve verantwoordelijkheid zijn, mandateren aan een college-/ raadslid. In het coördinatiepunt worden deze bevoegdheden namens de raden uitgeoefend. Zeker als gemeenten van mening zijn dat er sprake is van ernstige taakverwaarlozing, ligt het in de rede dat de coördinatie, die voorafgaat aan dit gedeelde inzicht, niet plaatsvindt onder leiding van degene die dit ernstige verwijt mogelijk treft, maar wordt besproken in het in te stellen coördinatiepunt.
De gemeenteraden benoemen via het coördinatiepunt de leden van de Raad van Toezicht. Dit zijn individuele benoemingen. De Raad van Toezicht is zelf verantwoordelijk voor de eigen kwaliteit. Schorsing en ontslag (ook handelingen die individuele leden betreffen) zijn een interne verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht zelf. Dit is geregeld in de statuten, artikel 13 lid 6. Dit bevordert en waarborgt dat de Raad van Toezicht als een eenheidsorgaan kan optreden, waarop geen invloed mogelijk is door externe partijen als gemeenten. In artikel 13 lid 6 wordt naar aanleiding van deze zienswijze expliciet toegevoegd: - Voor schorsing van een lid van de Raad van Toezicht geldt dezelfde procedure als bij ontslag. De Raad van Toezicht is verplicht om binnen drie maanden na een besluit tot schorsing een definitief besluit te nemen inzake de schorsing. De (meerjaren)begroting en het strategisch beleidsplan vallen onder de zogenoemde goedkeuringsbevoegdheid van de Raad van Toezicht, die voorafgaat aan de vaststelbevoegdheid van het college van bestuur. Bij onthouding van goedkeuring door de Raad van Toezicht, is vaststelling van de begroting of het strategisch beleidsplan niet mogelijk. Aldus is gebruikelijk in het Raad van Toezichtmodel en de wetgever heeft in 2010 met de Wet Goed Onderwijs Goed Bestuur bij dit gebruik aangesloten, toen de goedkeuringsbevoegdheid van de gemeenten werd overgedragen aan de Raad van Toezicht. Het toezicht hierop vindt de facto plaats door de geïntegreerde dienst DUO/ accountantsdienst/inspectie. Bestuurders vallen qua beloning of onder de CAO Primair Onderwijs of onder de CAO voor Bestuurders in het primair Onderwijs. Beide cao’s houden rekening met de Wet Topinkomens en borgen dat de beloning van de bestuurder blijft binnen het door de minister van OCW gestelde maximum.
Geen zienswijzen.
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
4
Gemeente Oldebroek
Inhoud reactie Over de rol van de gemeenteraden bij vaststelling strategisch beleidsplan en meerjarenbegroting, moeten bepalingen worden opgenomen in de regeling voor de coördinatie van gemeentelijke taken.
Putten PO Welzijn en Sociale Aangelegenheden.
Geen zienswijzen. Mandatering: - Mandatering van bevoegdheden naar coördinatiepunt? - Bevoegdheid gemeenteraad om vertegenwoordiger coördinatiepunt aan te wijzen.
Verwerking/aanpassing In de memo coördinatie gemeentelijke taken staat momenteel opgenomen: Het benoemen van de bevoegdheden van de gemeenten die door de gemeenten uitgeoefend blijven en waarvan de uitvoering wordt gecoördineerd door het coördinatiepunt. 1. De coördinatie van de zienswijzeprocedures der afzonderlijke gemeenten op de begroting, de jaarrekening en de accountantsverklaring en op het voor de afzonderlijke gemeenten geldende deel van het jaarverslag. 2. De coördinatie van de zienswijzeprocedures der afzonderlijke gemeenten op het gehele jaarverslag, het strategisch beleidsplan en de meerjarenbegroting, als er bij de raad het vermoeden bestaat van ernstige taakverwaarlozing of functioneren in strijd met de wet. Beide zijn passend voor de gemeentelijke zorgplicht inzake het voorzien in de behoefte aan openbaar onderwijs in de eigen gemeente. In de regeling voor de coördinatie van gemeentelijke taken zijn twee bepalingen opgenomen over de meerjarenbegroting en het strategisch beleidsplan: - Artikel 4 lid 6: jaarlijkse toezending door Proo aan gemeenteraden, met oog op gemeentelijke zorgplicht - Artikel 2 lid 6 sub b: De coördinatie (door het coördinatiepunt) van de zienswijzeprocedures van de afzonderlijke gemeenten op het gehele jaarverslag, het strategisch beleidsplan en de meerjarenbegroting, als er bij de raad het vermoeden bestaat van ernstige taakverwaarlozing of functioneren in strijd met de wet. De precieze wijze waarop mandatering moet worden geregeld, wordt gecheckt en zo nodig aangepast.
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
5
Nagekomen vragen Gemeente Heerde
Inhoud reactie Er wordt wisselend gesproken over college van bestuur met een bestuursvoorzitter en directeur-bestuurder. Gezien de mogelijkheid om meerdere bestuurders aan te stellen een eenduidige benaming opnemen.
Heerde
Art. 2 Managementstatuut geeft aan dat het Managementstatuut, alsmede wijziging, door de directeurbestuurder wordt vastge-steld. Het MT en de GMR kunnen alleen een advies geven. Is het niet beter de RvT ook een goedkeurende rol te geven analoog art. 4 inzake een reglement? Volgens art. 7 Managementstatuut kan het MT alleen een advies uitbrengen op begroting en jaarrekening. Heeft de Raad van Toezicht een rol? Art. 2 lid f van de statuten en art. 1d Reglement RvT spreken over overgedragen. Is het niet beter om het woord uitbesteden te gebruiken.
Heerde
Heerde
Verwerking/aanpassing In de statuten en in het Reglement RvT wordt gesproken over College van Bestuur, inderdaad om de reden die hier genoemd wordt: een eventuele uitbreiding van het bestuur van eenhoofdig naar tweehoofdig zou dan niet hoeven te leiden tot een statutenwijziging. In het managementstatuut, dat op zich veel eenvoudiger te wijzigen is (hoeft niet langs notaris) wordt gesproken over directeur-bestuurder, omdat deze formulering aansluit bij de feitelijke praktijk, bij het voornemen om die praktijk niet te wijzigen en bij de dubbelrol van de directeurbestuurder ten aanzien van het geheel van scholen: de rol van bestuurder en de rol van algemeen directeur. Als er meerdere bestuurders zijn dan wordt er een reglement college van bestuur opgesteld, dat de interne verhoudingen binnen het bestuur regelt. Dit reglement behoeft de goedkeuring van de Raad van Toezicht (zie statuten art. 10 lid 3). De overweging om dit niet te doen is dat de bestuurder zelf gaat over de wijze waarop hij de organisatie ‘onder zich’ inricht, maar daar wel over overlegt met de GMR en de direct betrokkenen. Voor de GMR staan er wettelijk geregelde procedures ter beschikking in het geval er sprake is van een meningsverschil.
Artikel 7 lid 2 noemt een aantal documenten dat voorwerp is van de goedkeuringsbevoegdheid van de Raad van Toezicht, zoals de begroting en het jaarverslag. De directeur-bestuurder kan deze alleen vaststellen na goedkeuring door de Raad van Toezicht.
De term ‘overdragen’ wordt ook in de huidige statuten gebruikt. Deze term is overgenomen.
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
6
Gemeente Heerde
Heerde
Heerde
Heerde
Heerde
Heerde
Inhoud reactie In art. 4 lid 5 Reglement RvT bepaling opnemen dat als er geen verbetering optreedt, dit zal leiden tot ontslag uit de RvT. N.a.v. art. 5 lid 1 Regle-ment RvT is het voorstel om de eerste benoeming door de leden van de RvT door de gemeenteraden te laten doen en niet door RNV. Voor kwaliteit juist belangrijk. Art. 5 lid 2 Reglement RvT: wie stelt de profielschetsen vast voor de eerste RvT?
Art. 6 lid 2 Reglement RvT: is het de bedoeling dat het volledige college van be-stuur de vergaderingen van de RvT bijwoont of alleen de bestuursvoorzitter? Art 6. lid 3 Reglement RvT: hoe worden de vergaderin-gen in het openbaar aangekondigd, opdat derden hiervan op de hoogte zijn en kunnen komen toehoren? Art. 7 lid 4 Reglement RvT
Verwerking/aanpassing Het is een verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht zelf om te bepalen hoe dan te handelen en er zijn spelregels geformuleerd hoe dat verloopt. Artikel 13 lid 6 van de statuten is aangepast naar aanleiding van de zienswijze vanuit Ermelo.
Het is de bedoeling om een kwalitatief sterke Raad van Toezicht samen te stellen. Daarom gaat een benoemingscommissie van huidige Proo-bestuurders en portefeuillehouders Onderwijs van de gemeenten hiermee aan de slag. Aangezien het om een Raad van Toezicht moet gaan die in samenhang wordt samengesteld, is het belangrijk dat de gemeenteraden dit ook in samenhang beoordelen. Daar komt bij dat de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is van de gemeenteraden: vandaar via het samenwerkingsorgaan en niet door afzonderlijke raden. Een algemeen kader voor de profielschets wordt ter informatie meegestuurd met de stukken voor de raden. De profielschets is vastgesteld door het algemeen bestuur RNV (na advies van het PO Welzijn en SA) en het bestuur van stichting Proo gezamenlijk. Er is een benoemingscommissie samengesteld uit vertegenwoordigers van Proo en RNV, die deze eerste benoeming gaat begeleiden. Hiervoor wordt instemming van het algemeen bestuur RNV gevraagd. Na deze eerste keer vindt de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht plaats op basis van interne procedures die beogen dat de Raad van Toezicht een samenstelling krijgt conform een breed profiel, geënt op deskundigheden. De Raad van Toezicht heeft haar eigen kwaliteitsverantwoordelijkheid. In de statuten is opgenomen dat de profielschets openbaar wordt gemaakt; dit is ook wettelijk verplicht. Bij een meerhoofdig bestuur woont het hele college van bestuur de vergaderingen van de Raad van Toezicht bij.
Via de site van de stichting.
In artikel 12 lid 2 van de statuten staat dat de Raad van Toezicht het college van bestuur
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
7
Gemeente
Inhoud reactie spreekt allen over benoeming. Hoe gaat het bij ontslag?
Heerde
In art. 3 lid 2 statuten staat dat de stichting tracht …. Betekent dit dat als het niet lukt, men buiten wettelijk zaken mag doen? Art. 10 lid 2 statuten geeft het college de bevoegdheid schoolgebouwen te verwerven en te vervreemden, na goedkeuring RvT. Het lijkt mij noodzaak dat de betreffende gemeente dit ook goed moet keuren. Art. 10.3 geeft het college na goedkeuring RvT de bevoegdheid tot wijziging van statuten, stichten, opheffen, fuseren, etc. van scholen. Dit met alleen tijdig verstaan met de betrokken autoriteiten. Het lijkt mij ook hier dat een gemeente haar goedkeuring dient te geven Art. 18 lid 1/2 geeft alleen de mogelijkheid tot overdra-gen van de bevoegdheid van Proo aan de gemeente of derden bij ernstige taak-verwaarlozing. Lid 2 maakt onderscheid in opzegtermijn tussen ernstige verwaarlo-zing en andere situaties. In lid 1 dienen de
Heerde
Heerde
Heerde
Verwerking/aanpassing benoemt en ontslaat. In artikel 7 lid 4 van het Reglement RvT gaat het om de benoeming in functie. Dit betekent dat bij een meerhoofdig college van bestuur het bestuur niet zelf gaat over wie welke functie uitoefent binnen dat college. Dat bepaalt de Raad van Toezicht. Deze formulering staat ook in de huidige statuten en is overgenomen.
Deze bevoegdheid heeft het college van bestuur inderdaad binnen de wettelijk daarvoor geregelde kaders en procedures. De statuten hebben het over de interne verhoudingen binnen de stichting en hebben niet tot doel wetten buiten werking te stellen. De stichting gaat over levensvatbare en kwalitatief verantwoorde scholen, de gemeente gaat over huisvestingszaken.
Bevoegdheden met betrekking tot de stichting, instandhouding en opheffing van scholen voor openbaar onderwijs zijn allemaal wettelijk geregeld en hoeven niet in statuten te worden vermeld. Bovendien is deze regelgeving aan wijziging onderhevig, hetgeen steeds hernieuwde statutenwijzigingen nodig zou maken. Daarom blijven deze zaken zoveel mogelijk buiten de statuten. Bovendien: het gaat bij de huidige statutenwijziging ALLEEN om de wijziging van de toezichtstructuur, niet om zaken anders te regelen ten aanzien van fusies van scholen, etc. Dat is niet aan de orde.
Van gemeenten die de zorg voor het openbaar onderwijs hebben opgedragen/overgedragen aan de stichting, mag worden verwacht dat ze deze overdracht niet zo maar weer ongedaan maken. Op zich is het mogelijk om een uittrederegeling in de statuten op te nemen. Dat plaatst de stichting voor grote risico’s en gevolgen en ook voor de betrokken gemeente die dit van plan is. Verder gelden de bepalingen zoals die zijn vastgelegd in allerlei regelgeving voor het primair onderwijs. Naar aanleiding van deze zienswijze is artikel 18 lid 2 (uittrederegeling) aangepast: 2. In geval een of meer gemeenten wensen uit te treden uit de stichting, vindt alsdan overleg
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
8
Gemeente
Heerde
Heerde
Heerde
Heerde
Inhoud reactie andere situ-aties ook opgenomen te worden. Een gemeente dient altijd het recht te hebben tot opzegging van de overeenkomst en niet allen bij ernstige verwaar-lozing. Ook dient vastge- legd te worden hoe evt. financiële gevolgen verre-kend worden en de over-dracht van gebouwen etc. Waarom moet er sprake zijn van gemeentelijke coördinatie?
In de feitenkaart staat dat het besluit tot opheffing van een school bij de gemeenteraad ligt. Hoe zit dit bij oprichting van een school, ook bij de gemeenteraad? Vraag 6 bij veelgestelde vragen. Beslist Proo of de gemeenteraad over het samenvoegen van scholen? In vraag 7 bij veelgestelde vragen wordt gesteld dat Proo
Verwerking/aanpassing plaats over de condities waaronder en het tijdstip waarop dit gebeurt.
De taken die de deelnemende gemeenten gezamenlijk hebben in de nieuwe situatie zijn enerzijds minimaal (het zijn er maar een paar) en anderzijds wel echt een gezamenlijke verantwoordelijkheid (en dat betekent: meer dan de som van de delen). Gemeenten komen via het coördinatiepunt tot een gezamenlijke conclusie richting Proo. Proo onderhandelt dus over gezamenlijke aangelegenheden, als de benoeming van leden van de RvT, niet met de afzonderlijke gemeenten, maar de gemeenten regelen dat samen, in onderling overleg. Daar is een minimale samenwerkingsconstructie voor nodig, met een minimum aan kosten. De vragensteller suggereert hoge kosten maar het tegendeel is de bedoeling en de verwachting. Ingewikkelde verdeelsleutels staan qua kosten daarvan niet in verhouding tot het te versleutelen bedrag. De autonomie van de gemeenten is wel aan de orde als het gaat om de scholen/school in de eigen gemeente. Daar gaat het samenwerkingsverband niet over, dat is een zaak rechtstreeks tussen Proo en gemeente. De rol van de gemeenteraad bij het opheffen en oprichten van een school voor openbaar onderwijs is onlangs gewijzigd. Zie hierboven bij de beantwoording van de vragen van Epe.
De stichting Proo en niet de gemeenteraad gaat over scholenspreiding. De rol van de gemeenteraad is een afgeleide; zie de eerdere beantwoording naar aanleiding van de nieuwe wet 33598. Het antwoord op vraag 7 drukt de zorg van Proo uit om een goed scholennet te realiseren voor alle deelnemende gemeenten, scholen die kwalitatief verantwoord en levensvatbaar zijn. Bij
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
9
Gemeente
Heerde
Oldebroek Oldebroek
Inhoud reactie minimaal 1 voorzie-ning voor openbaar onder-wijs wil houden. Betekent dit dat het mogelijk is dat Wapenveld of Heerde zonder openbare school kan komen te zitten? Vraag 8 bij veelgestelde vragen: waar is het huisvestingsplan geborgd in statuten of overeenkomst? Is er een organogram van Proo? Wat gebeurt er als een stichting voor openbaar onderwijs een school wil sluiten en de gemeenteraad hier niet mee wil instemmen? Moet de stichting dan naar de rechter?
Verwerking/aanpassing demografische krimp zal Proo oplossingen zoeken die beantwoorden aan de behoeften aan onderwijs in de betrokken gemeenten. Proo zal daarover overleg voeren met de betrokken gemeenteraad/-raden.
Het huisvestingsplan speelt geen rol in de statuten. De procedures hiervoor zijn geregeld in andere wetgeving voor het onderwijs.
Zie de bijlage. Proo is opgericht voor de verzorging van openbaar primair onderwijs in de deelnemende gemeenten. Proo is er dus steeds op uit om te voorzien in de wettelijk geregelde zorgplicht van deze gemeenten. Nu kan het zich voordoen dat een van de scholen gedurende drie achtereenvolgende jaren onder de opheffingsnorm zit. Proo heeft daarmee drie jaar de tijd om een oplossing te zoeken en zal daarvoor zeker in contact treden met de betrokken gemeente. Na drie jaar stopt het ministerie van Onderwijs met het geven van subsidie voor deze te kleine school. In dat geval zal Proo de school sluiten. Proo heeft geen andere keus en de wetgeving beoogt ook geen andere keus vanuit het perspectief van de centrale overheid. Stel dat de gemeenteraad toch kiest voor instandhouding van deze school, dan dient de gemeenteraad zelf te voorzien in de financiële middelen om de school in stand te houden. Daar is op zich (juridisch) niets op tegen, al is het wel af te raden, aangezien de gemeente daarmee langjarige verplichtingen aangaat, met repercussies voor de andere onderwijsaanbieders in de gemeente.
Reactie op zienswijzen nieuw toezichtsmodel Proo versie 24 oktober 2013
10