Re-integratie in Helmond Onderzoek naar opvolging aanbevelingen re-integratiebeleid
Re-integratie in Helmond Onderzoek naar opvolging aanbevelingen re-integratiebeleid
April 2009
COLOFON Samenstelling Benno Wiendels (SGBO)
Niets uit deze publicatie mag openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming. . Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding
2
1.1
Doel- en probleemstelling
2
1.2
Opzet en uitvoering van het onderzoek
2
1.3
Onderzoek gemeentelijk re-integratiebeleid 2007
3
2
Vervolgonderzoek
5
2.1
Opstellen lange termijnstrategie
5
2.2
Ontwikkelen integrale aanpak
6
2.3
Concretiseren van doel- en taakstellingen
7
2.4
Heldere en meetbare doelen in raamcontracten
8
2.5
Bestuur periodiek informeren
9
2.6
Informatiehuishouding en automatisering verbeteren
9
2.7
Afstand beleid en uitvoering verkleinen
10
2.8
Integraal klantmanagement
11
2.9
Opleiding en training van medewerkers
11
2.10
Kennis van bestand vergroten
12
2.11
Financiering re-integratiebedrijven
13
2.12
Uitbreiden Helmond Actief
13
2.13
Evaluatie Direct Werk
14
3
Conclusie
15
Bijlage 1
Geraadpleegde documenten
17
Bijlage 2
Lijst van geïnterviewden
18
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
1
1
Inleiding In maart 2007 publiceerde de Rekenkamercommissie van de gemeente Helmond het rapport Re-integratie in Helmond. Een onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gemeentelijk re-integratiebeleid.1 Op basis van de conclusies uit het onderzoek deed de Rekenkamercommissie 13 aanbevelingen om het re-integratiebeleid in Helmond te verbeteren. De aanbevelingen zijn besproken in de vergadering van de gemeenteraad van 8 mei 2007. In deze vergadering heeft het college toegezegd de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie over te zullen nemen. Met dit rapport rapporteert de Rekenkamercommissie in hoeverre haar aanbevelingen zijn opgevolgd.
1.1
Doel- en probleemstelling
Met dit onderzoek wil de Rekenkamercommissie de Raad informeren over de mate waarin de aanbevelingen naar aanleiding van het rapport Re-integratie in Helmond van de Rekenkamercommissie zijn uitgevoerd. De probleemstelling van dit onderzoek luidt: in hoeverre zijn de aanbevelingen naar aanleiding van het rekenkamerrapport Re-integratie in Helmond door het College van B&W uitgevoerd? 1.2
Opzet en uitvoering van het onderzoek
De Rekenkamercommissie heeft het gemeentelijk re-integratiebeleid niet geheel opnieuw doorgelicht. In plaats daarvan is het onderzoek toegespitst op de 13 inhoudelijke aanbevelingen uit het rapport Re-integratie in Helmond. Bij het onderzoek is als volgt te werk gegaan: eerst is een analyse gemaakt van de beschikbare (beleids)documenten en -verslagen, zoals beleidsplannen en beleidsverslagen, werkinstructies en procesbeschrijvingen, en contracten met re-integratiebedrijven (zie voor een volledig overzicht bijlage 1). Daarna zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de gemeente Helmond (zie bijlage 2 voor een overzicht van de geïnterviewde personen). De interviews hadden tot doel om te verifiëren of het beeld dat uit de (beleids)documenten en -verslagen naar voren komt, correct is en om meer inzicht te krijgen in de werkwijze in de praktijk. De informatie die uit de beschikbare documenten en –verslagen en de interviews naar voren kwam is gebundeld in een nota van bevindingen. De nota is voorgelegd aan de betrokken ambtenaren van de afdeling 1
Re-integratie in Helmond. Een onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gemeentelijk re-integratiebeleid. Rekenkamercommissie Helmond. Maart 2007.
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
2
Werk en Inkomen en de directeur van dienst Samenleving en Economie. Op basis van hun reacties zijn verbeteringen doorgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode december 2008 tot januari 2009. 1.3
Onderzoek gemeentelijk re-integratiebeleid 2007
Het onderzoek Re-integratie in Helmond had tot doel meer inzicht te verschaffen in de doeltreffendheid (effectiviteit) en doelmatigheid (efficiency) van het gemeentelijk reintegratiebeleid in het algemeen en de projecten Direct Werk en Helmond Actief in het bijzonder. Uit het onderzoek kwam naar voren dat het gemeentelijk re-integratiebeleid in de onderzochte periode (2002-2006) gekenmerkt werd door een innovatieve, deels grensverleggende aanpak. Helmond heeft landelijk naam gemaakt, onder meer door als een van de eerste gemeenten in Nederland de Work First aanpak in praktijk te brengen. Ook het project Helmond Actief, als onderdeel van een brede, activerende buurtaanpak in Binnenstad Oost, kent een vernieuwende aanpak. Bij deze projecten heeft het accent gelegen op het vormgeven in de praktijk van een nieuwe aanpak van activering en reintegratie. Het formuleren van breed strategisch beleid, het registreren en evalueren van projecten en het verantwoorden over het beleid heeft in de onderzochte periode minder aandacht gehad. Als gevolg hiervan bleek het voor de Rekenkamercommissie moeilijk vast te stellen wat de doeltreffendheid van het beleid was, omdat doelstellingen onvoldoende SMART geformuleerd waren. Onduidelijk was welke resultaten en effecten moesten worden bereikt. Tevens ontbrak een verbreding van het arbeidsmarktbeleid naar andere nauw verwante beleidsterreinen, zoals economische zaken, onderwijs en welzijn, en bleken doelstellingen zich veelal beperken tot één jaar. Een langetermijnstrategie en doelstellingen ontbraken. Ook het vaststellen van de doeltreffendheid (en doelmatigheid) van de projecten Direct Werk en Helmond Actief bleek geen eenvoudige opgave omdat de registratie op dit punt gebreken vertoonde. Gegevens ontbraken of waren onvolledig en bleken bovendien ook niet altijd goed op elkaar te passen. Dit heeft mede te maken met het feit dat de gemeente Helmond niet beschikte over een goed cliëntvolgsysteem waarin de benodigde gegevens konden worden opgeslagen. Hierdoor was het inzicht in de uitstroom en de verdere gang van zaken wat betreft de voortgang van cliënten beperkt. De gemeente was hiervoor sterk afhankelijk van de maandelijkse managementrapportages van de re-integratiebedrijven. De belangrijkste aanbevelingen van de Rekenkamercommissie waren: 1. De gemeente moet een langetermijnstrategie en doelstellingen ontwikkelen. 2. Een integrale aanpak, en afstemming met aanpalende beleidsterreinen (onderwijs, economische zaken en zorg) is noodzakelijk. 3. Beleid zo concreet mogelijk formuleren en meetbare taakstellingen opnemen, zodat uitvoering kan worden gegeven aan een beleidscyclus. 4. Het opnemen van heldere en meetbare doelen in de raamcontracten.
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
3
5. Het bestuur periodiek informeren over de stand van zaken en de voortgang door middel van beleidsrapportages. 6. De informatiehuishouding en automatisering zodanig inrichten dat de benodigde kwantitatieve gegevens kunnen worden geleverd. 7. De afstand tussen beleid en uitvoering verkleinen. 8. Onderzoeken of de gekozen vorm van (integraal) klantmanagement de best passende is voor de gemeente Helmond. 9. De nodige aandacht besteden aan opleiding en training van medewerkers met name op het terrein van arbeidstoeleiding en het begeleiden van cliënten. 10. Kennis van het bestand vergroten en de selectie van cliënten die voor een bepaald re-integratieinstrument in aanmerking komen verbeteren. 11. Heldere keuzes maken omtrent de financiering van de re-integratiebedrijven. 12. Uitbreiden van de werkwijze van Helmond Actief. 13. Bepalen hoe de gemeente in de toekomst wil omgaan met het project Direct Werk Deze aanbevelingen staan centraal in het vervolgonderzoek.
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
4
2
Vervolgonderzoek Het rapport Re-integratie in Helmond bevat 13 inhoudelijke aanbevelingen. Achtereenvolgens zijn dit: opstellen lange termijnstrategie, ontwikkelen integrale aanpak, concretiseren doel- en taakstellingen, heldere en meetbare doelen in raamcontracten, bestuur periodiek informeren, informatiehuishouding en automatisering verbeteren, afstand beleid en uitvoering verkleinen, integraal klantmanagement, opleiding en training van medewerkers, kennis van bestand vergroten, financiering re-integratiebedrijven, Helmond Actief uitbreiden, en evaluatie Direct Werk. In dit hoofdstuk wordt per aspect steeds eerst de aanbeveling herhaald en vervolgens worden de bevindingen uit het vervolgonderzoek gepresenteerd.
2.1
Opstellen lange termijnstrategie
Aanbeveling 1 De gemeente moet een langetermijnstrategie en doelstellingen ontwikkelen. Hierbij zal met name specifieke aandacht moeten zijn voor de groep cliënten in de bijstand (ouder dan 45 jaar) die naar verwachting geen perspectief heeft op regulier werk. Voor deze groep cliënten is tot op dit moment nog geen specifiek beleid ontwikkeld. Toch is het belangrijk dat ook deze mensen perspectief geboden wordt en dat zij geactiveerd worden (anders dan d.m.v. werk) in plaats van dat ze thuis zitten. Bevindingen In mei 2007 heeft de Helmondse gemeenteraad de Kadernotitie Arbeidsmarkt 2007-2010 vastgesteld. Hierin staat beschreven wat de Helmondse visie en ambities zijn op het gebied van arbeidsmarktbeleid voor de periode 2007-2010 met een doorkijk naar de langere termijn. De missie luidt als volgt: “Helmond heeft een vitale economie. Zoveel mogelijk mensen uit de Helmondse beroepsbevolking moeten structureel een voldoende besteedbaar inkomen hebben en een zo klein mogelijke groep van de Helmondse beroepsbevolking is werkzaam in niet reguliere banen met maatschappelijke noodzaak zodat niemand aan de kant hoeft te staan”. Als uitwerking van de Kadernotitie wordt jaarlijks een Jaarplan arbeidsmarkt opgesteld. Het jaarplan bevat een groot aantal acties en beoogde effecten, verdeeld over een zestal clusters. Een van die clusters betreft het bieden van een vangnet voor kansarmen op de arbeidsmarkt, waaronder de groep 45 plussers in de WWB en/of WW. Voor deze groep worden speciale projecten opgezet binnen de zogenaamde Werkladder, aansluitend aan het CWI project 45 plus. Doel is om 75% van alle 45 plussers in de WWB en/of WW een leerwerktraject aan te bieden. 45 plussers die niet voor een leerwerktraject in aanmerking komen krijgen een aanbod voor een maatschappelijke functie, vrijwilligerswerk of dagbesteding. De Rekenkamercommissie is van mening dat in voldoende mate tegemoet is gekomen aan de aanbevelingen op dit onderdeel. Wel stelt de Rekenkamercommissie, gezien de beschikbare middelen en
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
5
capaciteit, vraagtekens bij het grote aantal verschillende doelen en acties, zoals die in de Kadernotitie en de jaarplannen zijn opgenomen. 2.2
Ontwikkelen integrale aanpak
Aanbeveling 2 Een integrale aanpak, en afstemming met aanpalende beleidsterreinen (onderwijs, economische zaken en zorg) is noodzakelijk. Dit vereist een samenhangende visie en samenhangende doelen op de sociaal-economische ontwikkeling van de gemeente. Een dergelijke visie geeft een grotere kans op doeltreffendheid. Bevindingen Met de Kadernotitie Arbeidsmarktbeleid 2007-2010 wordt ook invulling gegeven aan het integrale arbeidsmarktbeleid, zoals dat de Rekenkamercommissie destijds bij de opstelling van haar rapport Re-integratie in Helmond voor ogen stond. Er is meer samenhang aangebracht tussen de verschillende beleidsterreinen (werk en inkomen, economische zaken, onderwijs), zowel beleidsmatig als op uitvoerend niveau. In het beleid is een zestal ambities geformuleerd die de komende jaren prioriteit krijgen: economische structuurversterking, ruimtelijk economische beleid en de vermarkting van Helmond, het verhogen van het opleidingsniveau van werkenden, het inschakelen van werklozen in het arbeidsproces, het terugdringen van jeugdwerkloosheid en het aansluiten van het onderwijs aan de arbeidsmarkt en het bieden van een vangnet voor kansarmen op de arbeidsmarkt. Re-integratie in Helmond is dus meer dan alleen het terugleiden van werklozen naar de arbeidsmarkt. Er is ook aandacht voor de preventieve kant van de zaak, zoals het voorkomen van werkloosheid, het voorkomen van voortijdig en vroegtijdige schooluitval, en het versterken van het HRM beleid van bedrijven. Daarnaast worden re-integratietrajecten, veel meer dan voorheen, vraaggericht ingezet. Vraaggerichte re-integratie gaat uit van de vraag in een bepaalde sector of bij een bepaalde werkgever. Vervolgens worden kandidaten geselecteerd die voldoen aan het functieprofiel, dan wel via een scholings- of re-integratietraject potentie hebben om in de toekomst te voldoen aan het functieprofiel. De integrale aanpak krijgt verder vorm door middel van het bedrijfsverzamelgebouw Werkplein. In dit gebouw werken CWI, UWV en de afdeling Werk en Inkomen samen met uitzendbureaus, re-integratie bedrijven en kennisinstituten. Het voordeel voor de werkzoekenden is dat zij slechts op één adres hoeven te zijn als ze op zoek zijn naar een baan. Als een baan niet meteen voorhanden is dan kan ‘Werkplein Regio Helmond’ voor een uitkering zorgdragen maar ook voor een opleiding of stage. Tot slot merken we nog op dat ook de basis voor samenwerking tussen de gemeentelijke afdelingen is verbeterd. Zo is het arbeidsmarktbeleid en het economisch beleid samengebracht in één afdeling Economie en Arbeidsmarkt. Hiermee wil de gemeente meer interne samenhang aan brengen tussen de gemeentelijke beleidsterreinen sociale zaken en economische zaken. Verder wordt er gewerkt met contract compliance. Dit houdt in dat er in gemeentelijke aanbestedingen eisen zijn opgenomen over het in dienst
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
6
nemen van werklozen. De bedrijfscontactfunctionaris van de afdeling Economie en Arbeidsmarkt benadert ook bedrijven als deze dreigen te gaan sluiten, of als er ontslagen dreigen te vallen doordat in het bedrijf sprake is van piek- en dalbelasting. Hij dringt in dat geval bij de bedrijfsvoering aan op een goed re-integratiebeleid voor de werknemers die hierdoor zonder werk komen te zitten. Na een bepaalde periode kan worden bezien wat deze praktijk heeft opgeleverd. De Rekenkamercommissie is van mening dat dit onderdeel van de aanbevelingen op adequate wijze wordt ingevuld. Voorzover er ten aanzien van het arbeidsmarktbeleid kanttekeningen geplaatst moeten worden, geldt dit met name ten aanzien van de werkgeversbenadering. Deze kan verder worden doorontwikkeld. Enerzijds door de inbreng en invloed van bedrijfsleven en onderwijs op het beleid van de gemeente (nog) beter te organiseren. Anderzijds door meer afstemming in de vacaturewerving aan te brengen, zodat werkgevers niet meer door verschillende instanties worden benaderd voor vacatures. De eerste stappen daartoe zijn al gezet. Samen met UWV en CWI wordt gewerkt aan de totstandkoming van een gezamenlijk HRM-Servicecentrum. Het betreft een centrum waar bedrijven en instellingen terecht moeten kunnen met al hun vragen omtrent Human Resources (instroom-doorstroom-uitstroom). Verder dient het nadrukkelijk de samenwerking te bevorderen tussen werkgevers, publieke ketenpartners en (private) dienstverleners. Het HRM-Servicecentrum zal een belangrijke spil moeten vormen in het verder vormgeven van de gemeentelijke werkgeversbenadering. 2.3
Concretiseren van doel- en taakstellingen
Aanbeveling 3 Beleid zo concreet mogelijk formuleren en meetbare taakstellingen opnemen, zodat uitvoering kan worden gegeven aan een beleidscyclus. Bevindingen De Rekenkamercommissie constateert dat de kwaliteit van de doelformulering is verbeterd ten opzichte van twee jaar geleden. Doelen zijn specifiek en tijdgebonden geformuleerd. Niet alle doelen zijn in termen van maatschappelijke effect geformuleerd. Hoofddoelstelling 2 bijvoorbeeld ‘Ontwikkelen van een ruimtelijk-economisch beleid’ is een intern gerichte doelstelling, terwijl hoofddoelstelling 6 ‘Bieden van een vangnet voor kansarmen op de arbeidsmarkt’ verwijst naar een activiteit. Welk maatschappelijk effect wordt nagestreefd blijkt niet uit de doelformulering. De meetbaarheid is ook verbeterd maar nog niet over de hele linie voldoende. Bij 2 van de 6 hoofddoelen ontbreekt een indicator of streefwaarde, te weten ruimtelijk economisch beleid en de vermarkting van Helmond en het bieden van een vangnet voor kansarmen op de arbeidsmarkt. De in de toelichtende tekst genoemde activiteiten geven wel richting (‘verbeteren van het economisch klimaat’, ‘realiseren van een aantrekkelijke vestigingsplaats’, ‘het bieden van een vangnet’) maar bieden geen beeld van de precieze prestaties. Verder zou in het overzicht van doelstellingen 2010 (p. 13, Kadernotitie Arbeidsmarktbeleid) beter kunnen worden aangegeven welke indicator bij welk doel hoort.
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
7
De relevantie van een aantal indicatoren is ook niet helemaal duidelijk: deze sluiten niet exact aan op wat er met de hoofddoelstelling wordt nagestreefd. De samenhang tussen de doelen op de verschillende niveaus is verbeterd: de relatie tussen de doelen en concrete acties wordt helder weergegeven. Hierdoor is meer inhoudelijke samenhang aangebracht in het re-integratiebeleid. De Rekenkamer heeft geconstateerd dat de kwaliteit van de doelformulering en de samenhang tussen de doelen op de verschillende niveaus is verbeterd ten opzichte van twee jaar geleden, maar dat de meetbaarheid verbeterd kan worden. 2.4
Heldere en meetbare doelen in raamcontracten
Aanbeveling 4 Het opnemen van heldere en meetbare doelen in de raamcontracten. Aandachtspunt daarbij is de definitie van wat het beoogde resultaat is. Dit is immers niet altijd betaald werk, maar het kan ook zijn dat een bijstandsgerechtigde de afstand tot de arbeidsmarkt heeft verkleind of maatschappelijke actiever is geworden. Door een betere definitie van het resultaat kan het re-integratiebedrijf ook beter aangestuurd worden en afgerekend worden op resultaat. Bevindingen In januari 2009 heeft de gemeente Helmond nieuwe raamovereenkomsten afgesloten met re-integratiebedrijven bedoeld om cliënten toe te leiden naar regulier werk of andere vormen van maatschappelijke participatie zoals vrijwilligerswerk. In de contracten zijn geen resultaatafspraken vastgelegd. De gemeente is van mening dat dit niet langer nodig is omdat per individueel geval afspraken worden gemaakt. Er wordt ook niet meer gewerkt met prestatieafhankelijke beloning. De prijs van een traject komt tot stand op basis van een vast tarief per trajectonderdeel. De gemeente bepaalt per klant welke onderdelen (motivatietraining, sollicitatietraining, arbeidstraining, coaching, etc.) ze uitgevoerd wil hebben. In de contracten zijn wel andere prestatiebevorderende elementen ingebouwd om de re-integratiebedrijven te prikkelen om tot goede resultaten te komen Zo is het contract bijvoorbeeld tijdelijk met de mogelijkheid van verlenging. Maar verlenging vindt alleen plaats bij tevredenheid over de resultaten. Verder zijn in de contracten geen garanties vastgelegd over het aantal cliënten dat wordt doorverwezen. De gemeente heeft de ruimte de aanlevering van klanten te verminderen (bij teleurstellende prestaties) of te vergroten (bij goede prestaties). De Rekenkamercommissie constateert dat deze aanbeveling niet is overgenomen. Volgens de gemeente zijn strakke resultaatafspraken niet langer nodig omdat per individueel geval afspraken worden gemaakt. Tegelijkertijd wil de gemeente de toeleiding van cliënten naar de re-integratiebedrijven laten afhangen van de prestaties. Dit vereist een heldere definitie van wat het beoogde resultaat is. De Rekenkamercommissie vindt het jammer dat geen meetbare doelen zijn gesteld, temeer nu niet is aangegeven wat het beoogde resultaat dient te zijn van de individuele aanpak.
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
8
2.5
Bestuur periodiek informeren
Aanbeveling 5 Het bestuur periodiek informeren over de stand zaken en de voortgang door middel van beleidsrapportages. Het is daarbij van belang dat de rapportages aansluiten op de meetbare doelen zoals die zijn gesteld in de programmabegroting en het beleidsplan reintegratie. Bevindingen De Rekenkamercommissie constateert dat de mogelijkheden voor de Raad zijn verbeterd om de voortgang op het gebied van het re-integratiebeleid te controleren. In de jaarplannen in het kader van het arbeidsmarktbeleid en via MARAP en BERAP wordt de raad periodiek geïnformeerd en gerapporteerd over de stand van zaken: in hoeverre zijn de voorgenomen acties uitgevoerd en hebben deze tot de beoogde effecten geleid? De Kadernotitie Arbeidsmarkt 2007-2010 en het Jaarplan Arbeidsmarkt 2007-2008 zijn door de raad vastgesteld. Verder is medio november 2008 in de Raadscommissie MO&E de notitie ‘Evaluatie Stand van Zaken Jaarplan 2007-2008’ besproken. De raadscommissie was daarbij zeer positief over de notitie. Deze notitie heeft gediend als input voor jet jaarplan arbeidsmarkt 2009. Dat jaarplan is in maart 2009 door de raad vastgesteld. Daarnaast publiceert de afdeling Werk en Inkomen ieder kwartaal een verantwoordingsverslag2. Met dit verslag wordt geprobeerd een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van de werkzaamheden van de afdeling met betrekking tot de re-integratie van klanten en het verstrekken van uitkeringen met alle bijbehorende facetten. De aanbeveling om de rapportages aan te laten sluiten op de meetbare doelen zoals die in het beleidsplan (c.q. de Kadernotitie) zijn geformuleerd is niet opgevolgd. De resultaten worden in de jaarplannen en het verantwoordingsverslag zelden gerelateerd aan de beleidsmatige uitgangspunten zoals die in de Kadernotitie arbeidsmarktbeleid zijn vastgelegd. De Rekenkamercommissie komt tot de conclusie dat een begin is gemaakt met het periodiek informeren van het bestuur over de stand zaken en de voortgang door middel van beleidsrapportages. De aansluiting tussen de gerapporteerde resultaten en de beleidsmatige uitgangspunten kan echter verbeterd worden. 2.6
Informatiehuishouding en automatisering verbeteren
Aanbeveling 6 De informatiehuishouding en automatisering zodanig inrichten dat de benodigde kwantitatieve gegevens kunnen worden geleverd. Hierdoor zal de gemeente(raad) beter in staat zijn tussentijds bij te sturen, te stoppen met activiteiten of nieuwe initiatieven te 2
Met dit verslag legt de afdeling Werk en Inkomen verantwoording af over de uitvoering van de bijstand IOAW en IOAZ. Het verantwoordingsverslag is zowel bestemd voor de gemeenteraad als het management van de dienst Samenleving en Economie.
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
9
ontplooien, en is zij ook minder afhankelijk van de informatie van derden. De informatie kan tevens worden gebruikt om de eigen bedrijfsvoering te bewaken. Bevindingen De Rekenkamercommissie constateert dat de gemeente Helmond maatregelen heeft genomen om de informatiehuishouding en automatisering te verbeteren: 1. Implementatie van de nieuwe registratiemodules van GWS4ALL (re-integratie/inburgering- en fraudemodule) zodat meer managementinformatie gegenereerd kan worden. 2. Vastlegging van de managementinformatie in een verantwoordingsverslag met ingang van het tweede kwartaal 2008. 3. Afspraken met de re-integratiebedrijven over het aanleveren van gegevens volgens een uniform format. 4. Deelname aan benchmark Wet Werk en Bijstand om meer inzicht te krijgen in de hiaten in de informatiehuishouding. Wel blijkt de informatievoorziening over de resultaten van de re-integratietrajecten nog beperkt. Volgens de gemeente komt dit omdat een deel van deze gegevens nog uit de oude systemen pakketen moet worden gehaald. In de tussentijd zijn de nieuwe GWSmodules geïmplementeerd. De verwachting is dat dit in de loop van 2009 leidt tot meer informatie over voortgang van de re-integratieactiviteiten. De Rekenkamercommissie constateert dat de informatiepositie van de afdeling Werk en Inkomen hierdoor is verbeterd. Er is veel (meer) kwantitatieve informatie beschikbaar dan twee jaar geleden, en dan met name met betrekking tot de ontwikkeling en opbouw van het uitkeringsbestand (zie ook paragraaf 2.10). De informatievoorziening over de resultaten van de re-integratietrajecten kan daarentegen nog worden verbeterd. 2.7
Afstand beleid en uitvoering verkleinen
Aanbeveling 7 De afstand tussen beleid en uitvoering verkleinen. Dit vereist onder andere interactie in de beleidsvoorbereidende fase tussen beleidsmakers en uitvoerders van het beleid. Hierbij zal met name specifieke aandacht moeten zijn voor de haalbaarheid van de beleidsdoelen en taakstellingen, en de benodigde randvoorwaarden (formatie, kennis, bijhouden van gegevens, opleiding). Bevindingen De gemeente Helmond geeft aan dat er sinds de reorganisatie van de dienst Samenleving en Economie in 2006 stelselmatig is gewerkt aan intensivering van de dialoog tussen de verschillende afdelingen, onder andere in het kader van beleidsformulering en de voorbereiding en uitvoering van projecten. De Kadernotitie Arbeidsmarktbeleid en de daarop gebaseerde tactische en operationele plannen en projecten zijn nadrukkelijk
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
10
resultaten waaraan de afdelingen Economie en Arbeidsmarkt, Werk en Inkomen en – ten dele ook – Maatschappelijke Ontwikkeling en Dienstverlening gezamenlijk hun bijdrage hebben geleverd. Daarnaast vindt er maandelijks overleg plaats tussen de afdeling Economie en Arbeidsmarkt en de afdeling Werk en Inkomen. In dit overleg wordt structureel aandacht besteed aan de uitvoeringsconsequenties van nieuw beleid. De Rekenkamercommissie is van mening dat de aanbevelingen op dit onderdeel in voldoende mate zijn opgevolgd. 2.8
Integraal klantmanagement
Aanbeveling 8 Onderzoeken of de gekozen vorm van (integraal) klantmanagement de best passende is voor de gemeente Helmond. Bevindingen De afdeling Werk en Inkomen heeft in 2007, op basis van een gedegen onderzoek en in dialoog met medewerkers, een plan vastgesteld voor de implementatie van een nieuw model van klantmanagement. Dit model is per 1 mei 2008 ingevoerd. Men is afgestapt van integraal klantmanagement en er is een verdeling gemaakt naar klantbegeleider Werk en klantbegeleider Inkomen. Bij integraal klantmanagement lag de nadruk teveel op de rechtmatigheid en te weinig op de doelmatigheid, aldus de gemeente Helmond. Met de nieuwe vorm van klantmanagement worden de klanten intensiever bemiddeld naar werk. De taken van de klantbegeleider inkomen liggen met name bij de rechtmatigheidaspecten. Daarnaast is de klantbegeleider inkomen het eerste aanspreekpunt voor cliënten die vooralsnog niet in aanmerking komen voor de werkladder (sociale activering). De klantbegeleider Werk is de regisseur van het re-integratietraject. Momenteel houdt dit in dat hij/zij zorgt voor de goede randvoorwaarden zodat de re-integratieconsulent zich efficiënt kan richten op de cliënten teneinde de belemmeringen naar werk weg te nemen en kansen te creëren op werk. De regierol is hier dus sterk aanwezig. De Rekenkamercommissie is van mening dat dit onderdeel van de aanbevelingen op adequate wijze wordt ingevuld. 2.9
Opleiding en training van medewerkers
Aanbeveling 9 De nodige aandacht besteden aan opleiding en training van medewerkers met name op het terrein van arbeidstoeleiding en het begeleiden van cliënten. Bevindingen In het kader van de invoering van het nieuwe model van klantmanagement heeft gerichte vorming en opleiding plaatsgevonden. Medewerkers zijn onder andere geschoold, in
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
11
samenwerking met Fontys Hogescholen, in de regelgeving rond arbeid en scholing, motivitatie- en gesprekstechnieken, en andere zaken die tijdens de begeleiding van het reintegratietraject aan de orde kunnen komen. Daarnaast is in 2007 concernbreed het competentiemanagement ingevoerd, waarin resultaatgerichte ontwikkeling van de competenties van medewerkers, onder meer door middel van vorming en opleiding centraal staat. Op dit moment wordt aan een scholingstraject opleiding voorbereid om de klantbegeleider zodanig te ontwikkelen dat deze de komende jaren beter in staat is om een goede diagnose van klant te maken zodat de gewenste re-integratie(onderdelen) bij de desbetreffende re-integratiebureaus kunnen worden ingekocht. De Rekenkamercommissie is van mening dat in voldoende mate opvolging is gegeven aan de aanbevelingen op dit onderdeel. 2.10
Kennis van bestand vergroten
Aanbeveling 10 Kennis van bet bestand vergroten en de selectie van cliënten die voor een bepaald reintegratie-instrument in aanmerking komen verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door te werken met klantprofielen. Door te werken met klantprofielen kunnen klanten beter worden beoordeeld en is een betere toeleiding van cliënten naar de re-integratiebedrijven en dus een effectievere inzet van middelen mogelijk. Bevindingen Uit ons onderzoek blijkt dat de afdeling Werk en Inkomen per kwartaal een analyse maakt van het cliëntenbestand, maar dat deze informatie zich (vooralsnog) beperkt tot kenmerken als leeftijd, leefvorm en geslacht, en reden van in- en uitstroom. Andere – voor de selectie van cliënten - belangrijke gegevens zoals de werkervaring, opleidingsrichting, persoonlijke competenties en de mogelijkheden van de cliënt op de arbeidsmarkt worden niet geanalyseerd. De afdeling Werk en Inkomen hoopt op deze aspecten meer zicht te krijgen door middel van de doorontwikkeling van de klantprofielen. Deze doorontwikkeling heeft tot op heden vooral uitvoering gekregen binnen het 45+ project en andere activiteiten gericht op het screenen van klantendossiers. Parallel hieraan zijn nieuwe registratiemodules door de afdeling Werk en Inkomen geïmplementeerd ten behoeve van onder meer re-integratie. Op dit moment worden de modules verder gevuld en ontwikkeld waardoor steeds meer informatie over de klanten beschikbaar komt. Voortbouwend op de screening en het opnieuw oppakken van klantendossiers binnen het 45+ project is het streven om in de loop van 2009 van alle bijstandsgerechtigden met een arbeidsverplichting het klantenprofiel nieuwe stijl opgemaakt te hebben. De klantprofielen zijn (nog) niet afgestemd met CWI en UWV. Dit kan naar het oordeel van de Rekenkamercommissie wel een meerwaarde geven aan de klantprofielen. Bijvoorbeeld voor mensen met een arbeidshandicap, aangezien er overeenkomsten kunnen bestaan tussen bepaalde groepen WAO’ers en bijstandscliënten met een
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
12
arbeidshandicap. Een andere mogelijkheid is dat CWI-consulenten al bij de intake bepaalde vragen aan nieuwe klanten stellen, zodat de gemeente deze direct in de door haar gehanteerde klantprofielen kan onderbrengen. De Rekenkamercommissie constateert dat de kennis van het bestand is verbeterd ten opzichte van twee jaar geleden, maar dat het inzicht in de persoonlijke competenties en de mogelijkheden van de cliënt op de arbeidsmarkt nog verder kan worden verbeterd. 2.11
Financiering re-integratiebedrijven
Aanbeveling 11 Heldere keuzes maken omtrent de financiering van de re-integratiebedrijven. De gemeente kan hierbij een keuze maken voor het inkopen van trajectonderdelen (de huidige invulling) of een verdergaande vorm van resultaatafspraken met de reintegratiebedrijven, die vervolgens zelf bepalen welke instrumenten worden ingezet. De huidige invulling brengt een aanzienlijke administratieve last met zich mee, waardoor veel tijd en energie verloren gaat die beter geïnvesteerd kan worden in de kwaliteit van het product en de begeleiding van de cliënt. Bovendien laat de inkoop van losse producten zich moeilijk rijmen met de prestatieafhankelijke bonusmalus regeling. Bevindingen Zoals in paragraaf 2.4 is aangegeven heeft de gemeente Helmond in januari 2009 nieuwe raamovereenkomsten afgesloten met re-integratiebedrijven. In deze overeenkomsten is de gemeente afgestapt van de inkoop van losse trajectonderdelen. In de plaats daarvan worden nu integrale trajecten ingekocht. Het betreft de inkoop van 1300 trajecten per jaar op de onderdelen diagnose (400), aanbodversterking bemiddeling en sociale activering (400), nazorg (300) en verzuimcontrole en begeleiding (200). De duur van het traject en de samenstelling van de activiteiten (c.q. de trajectonderdelen) worden door de klantmanager Werk van de gemeente Helmond bepaald, terwijl het re-integratiebedrijf verantwoordelijk is voor de uitvoering van het traject. De Rekenkamercommissie constateert dat geen opvolging is gegeven aan de aanbevelingen op dit onderdeel, maar kan wel instemmen met de gevolgde werkwijze.. 2.12
Uitbreiden Helmond Actief
Aanbeveling 12 Uitbreiden van de werkwijze van Helmond Actief. Helmond Actief laat goede resultaten zien op zowel (duurzame) uitstroom naar werk als de verbetering van het persoonlijke welbevinden. De ervaringen en de succesvolle elementen van de werkwijze van Helmond Actief zouden ook bij andere projecten/trajecten kunnen worden ingevoerd, zeker ook omdat de groep langdurig bijstandsgerechtigden in Helmond groeiende is.
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
13
Bevindingen De gemeente Helmond is in 2007 gestart met de integratie van de werkwijze van Helmond Actief en West Werkt. De werkwijzen zijn afgestemd en geïntensiveerd, en Helmond Actief en West Werkt zijn geïntegreerd in één project. Hiertoe is per 1-1-2008 een nieuw contract afgesloten. Vervolgens zal de werkwijze stapsgewijs uitgebreid worden naar geheel Helmond. De Rekenkamercommissie constateert dat de eerste stappen op weg naar uitbreiding zijn gezet door middel van de integratie van Helmond Actief en West Werkt. Uitbreiding van de werkwijze en ervaringen naar geheel Helmond en/of andere projecten/trajecten heeft echter nog niet plaatsgevonden. 2.13
Evaluatie Direct Werk
Aanbeveling 13 Bepalen hoe de gemeente in de toekomst wil omgaan met het project Direct Werk (verbreding tot re-integratieinstrument). Bevindingen Het college van Burgemeester en Wethouders heeft in april 2008 een evaluatie laten uitvoeren van het project Direct Werk3. De evaluatie was erop gericht na te gaan hoe Direct Werk is uitgevoerd, wat de veranderingen daarin in de jaren na 2002 (de start ervan) tot heden zijn geweest, wat goed is gegaan en wat beter kan en welke conclusies getrokken mogen worden voor de toekomst. De conclusie van het onderzoek zijn: Direct Werk is een effectief instrument is gebleken zowel voor preventie als voor re-integratie. De beoordeling door de deelnemers van Direct werk was negatiever dan bij andere Work First projecten in den lande. Er zijn verbeteringen aangebracht in de aanpak, zodat te verwachten is dat ook de beoordeling door de deelnemers nu beter is. Ten aanzien van de duurzaamheid van plaatsingen zijn tegenstrijdige signalen. De Rekenkamercommissie is van mening dat in voldoende mate tegemoet is gekomen aan de aanbevelingen op dit onderdeel.
3
Droppert, H. Evaluatie Direct Werk, april 2008.
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
14
3
Conclusie Uit ons vervolgonderzoek blijkt dat de gemeente Helmond veel in gang heeft gezet om het re-integratiebeleid te verbeteren. Voor alle aspecten die de Rekenkamercommissie in haar aanbevelingen noemde in 2007, heeft de gemeente Helmond maatregelen ontwikkeld die in opzet bijdragen aan betere re-integratie van bijstandsgerechtigden. Echter, een aantal van deze aanbevelingen is nog in het stadium van ontwikkeling en invoering. De effecten van de verbeteracties zijn daardoor niet altijd voldoende zichtbaar. Op dit moment zijn de nieuwe registratiemodules van GWS4ALL nog niet volledig geïmplementeerd. Ook is meer tijd nodig om betrouwbare gegevens te genereren met betrekking tot de resultaten van re-integratietrajecten alsmede de persoonlijke competenties en de mogelijkheden van cliënten op de arbeidsmarkt. De gemeente hoopt op dit laatste meer zicht te krijgen door middel van de doorontwikkeling met betrekking tot de klantprofielen. Verwacht wordt dat in de loop van 2009 van alle bijstandsgerechtigden met een arbeidsverplichting een klantenprofiel nieuwe stijl is opgemaakt. Met name op terrein van de meetbaarheid van doelstellingen en de verantwoording over de resultaten van het beleid bestaat er nog ruimte voor verdere verbetering. De rekenkamercommissie is vol vertrouwen en rekent er op dat het college van B&W, gezien het belang dat dient te worden gehecht aan re-integratie, de verdere afhandeling van de aanbevelingen ter hand zal nemen. De rekenkamercommissie zal na een periode van twee jaren opnieuw bezien wat de stand van zaken is van de aanbevelingen.
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
15
Bijlagen
Bijlage 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Geraadpleegde documenten
Bestek Re-integratie Helmond Concept Kwartaalverslag Re-integratiebedrijven Evaluatie Direct Werk. H. Droppert, april 2008 Inkoopvoorwaarden van de Gemeente Helmond in het kader van een Overeenkomst voor dienstverlening en/of leveringen Jaarplan 2007-2008 in het kader arbeidsmarktbeleid. Gemeente Helmond. Economie en Arbeidsmarkt. Jaarplan arbeidsmarktbeleid 2007-2008. Stand van zaken per 1-8-2008. Gemeente Helmond. Economie en Arbeidsmarkt. Kadernotitie arbeidsmarkt 2007-2010. Gemeente Helmond Klantmanagement Proces Werk en Inkomen. Gemeente Helmond, afdeling Werk en Inkomen. 19-06-2008. Lijstwerk Re-integratie Overeenkomst Sociale Activering 2005. Stichting Vrijwilligerscentrale Helmond Overeenkomst Sociale Activering 2005. Stichting Maatschappelijke Opvang Helmond Overeenkomst Maatschappelijke (Re)integratie 2005 Overeenkomst Re-integratie Activiteiten 2005 Verantwoordingsverslag Werk & Inkomen Helmond. 2e kwartaal 2008 Verantwoordingsverslag Werk & Inkomen Helmond. 3e kwartaal 2008
VERVOLGONDERZOEK REINTEGRATIE IN HELMOND
17
Bijlage 2
Lijst van geïnterviewden
Organisatie Gemeente Helmond
Gesprekspartner de heer J. Nelissen
Gemeente Helmond Gemeente Helmond
de heer F. Scheepers de heer W. Swinkels
Gemeente Helmond
de heer G. Wunderink
Gemeente Helmond
de heer A. van der Linden
Gemeente Helmond
mevrouw K. Vermeiren
Gemeente Helmond Gemeente Helmond
mevrouw M. Lucassen de heer R. Van Tilborg
ONDERZOEK NAAR OPVOLGING AANBEVELINGEN REINTEGRATIEBELEID
Functie directeur dienst Samenleving en Economie hoofd Werk en Inkomen hoofd Arbeidsmarkt en Economie beleidsmedewerker Arbeidsmarkt en Economie afdelingsmanager Stafbureau beleidsmedewerker Werk en Inkomen teammanager Werk concern inkoper
18