Rationeel-emotieve therapie
Rationeel-emotieve therapie Een praktische gids voor hulpverleners
Gidia Jacobs
Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008
Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopiee¨n of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopiee¨n uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. ISBN 978 90 313 5108 4 NUR 777 Ontwerp omslag: TEFF (www.teff.nl) Ontwerp binnenwerk: Studio Bassa, Culemborg Automatische opmaak: Pre Press, Zeist Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl
Inhoud
Woord vooraf bij de tweede druk
11
i
context en begrippen
15
1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.3
Inleiding Geschiedenis Toepassingen en doelgroepen Eenvoudig of complex? Diversiteit aan toepassingsgebieden Clie¨ntenpopulatie Beperkingen
17 17 19 19 21 23 25
2 2.1 2.1.1
Theorie en filosofie Theorie De samenhang tussen gevoel, gedrag en gedachte De interactie met de situatie en de persoonlijke doelen Beı¨nvloeding van het denken Rationeel en irrationeel denken Filosofie Epictetus Filosofische uitgangspunten Empirische onderbouwing Inleiding Empirisch onderzoek Psychofysiologie Verschillen en overeenkomsten met andere psychotherapiee¨n Specifieke kenmerken
28 28
2.1.2 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 2.7
28 32 33 35 37 37 38 42 42 43 45 46 49
6
Rationeel-emotieve therapie
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Het ABC-model in een notendop Inleiding Het diagnostisch proces Interventies Verandering is niet eenvoudig
53 53 54 56 59
ii
de methode
65
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.3 4.4
De therapeutische setting De therapeutische relatie Inleiding Begrip en vertrouwen De doelstelling van de therapie Omgevingsfactoren RET en eigen stijl
67 67 67 70 73 76 78
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.5 5.6 5.7
A: Aanleiding of Activerende gebeurtenis Inleiding Van Algemeen naar Specifiek Minder duidelijke A’s Wat hoort bij de A? Subjectieve en objectieve werkelijkheid Een gedachte als A Een gevoel als A Een of meer A’s Korte of uitgebreide beschrijving van de A Praktische versus emotionele problemen
81 81 82 83 85 85 86 87 88 90 92
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
C: Emoties en gedrag Inleiding Moeten gevoelens veranderd worden? Adequate en inadequate negatieve gevoelens Emoties benoemen Ego-angst en angst voor ongemak Overige emoties
96 96 97 99 101 1 03 1 06
7 7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3
De AC- of BC-connectie De AC-connectie BC-connectie overdragen Onderwijzen van het ABC-principe Aandikken van het oorzakelijke verband Herformuleren in combinatie met uitleg
1 07 1 07 1 10 1 10 111 111
7
Inhoud
7.2.4 7.2.5 7.2.6
Andere mogelijke reacties navragen Omkering van reacties voorhouden Gevoelens zijn prive´-eigendom
1 13 1 14 1 14
8 8.1 8.2 8.2.1 8.2.2 8.3 8.3.1 8.3.2 8.3.3 8.3.4 8.3.5 8.3.6
De praktijk van de A en de C Het structureren van de problematiek Het specifie¨ren van de A en de C Openingsvraag voor de A en de C Vervolg Adders onder het gras Indirecte beschrijvingen van A en C Te veel over de A Moeilijkheden met emoties Moeilijkheden met gedrag Atypische gevoelens Mengeling van adequate en inadequate gevoelens
1 19 1 19 1 22 1 22 1 23 1 27 1 27 1 30 1 33 1 42 1 43
B: de gedachten Inleiding Ontstaan en continueren van irrationele gedachten Gedachtepatronen Rationele en irrationele gedachten De kenmerken Evaluaties Gedachten en het ABC-model De drie-deling Elegante en onelegante oplossingen Belangrijkste irrationele gedachten Moeten irrationele gedachten veranderd worden? Moraal en dogma
1 46 1 46
De praktijk van de B Openingsvraag voor de B Onderscheid tussen rationele en irrationele gedachten Doorvragen Direct inzoomen op de IB’s Moeilijkheden met gedachten Informatie geven
1 58 1 58
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.4.1 9.4.2 9.5 9.5.1 9.5.2 9.6 9.7 9.8 10 10.1 10.2 10.2.1 10.2.2 10.3 10.3.1
1 44
1 46 1 47 1 49 1 49 1 50 1 52 1 52 1 53 1 54 1 55 1 56
1 59 1 59 1 64 1 65 1 66
8
Rationeel-emotieve therapie
10.3.2 10.3.3 10.3.4 10.4 10.5 10.6
Psycho-educatie Afleiden uit de BC-connectie Irrationaliteit opstoken Overmatig denken Concreet of abstract De twaalf IB’s
1 69 1 70 1 74 1 75 1 76 1 78
11 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5
Tweede-niveau-problemen Inleiding Structuur van de niveaus: enkele voorbeelden Parallelle ABC’s Van eerste naar tweede niveau Technieken om aan een tweede-niveauprobleem te werken De clie¨nt presenteert brokstukken van niveaus Specifieke tweede-niveau-angsten Adequate gevoelens op niveau 1 Nadelen van het werken met meer dan e´e´n niveau
1 80 1 80 181 1 83 1 84
1 97 1 97 1 98 204 207 207 208 210 21 1 214
12.5 12.6
D: het uitdagen Wat is uitdagen? Het voorbereiden op uitdagen Strategiee¨n van cognitief uitdagen Verschillende stijlen van cognitief uitdagen Didactisch uitdagen Socratisch uitdagen Uitdagen met behulp van metaforen/verhalen Uitdagen met behulp van humor Uitdagen met behulp van zelfonthulling Uitdagen met behulp van vergelijkingen met andere personen Uitdagen van gedrag Uitdagen van gevoel
13 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6
De praktijk van het uitdagen Inleiding Uitdagen van het Moeten Uitdagen van veroordelingen Uitdagen van lage frustratietolerantie Uitdagen van ramp-denken Uitdagen van overdreven generalisaties
223 223 224 229 237 243 246
11.6 11.7 11.8 11.9
12 12.1 12.2 12.3 12.4 12.4.1 12.4.2 12.4.3 12.4.4 12.4.5 12.4.6
1 85 1 90 1 94 1 95 1 96
215 217 220
9
Inhoud
13.7 13.7.1 13.7.2 13.7.3 13.7.4 13.7.5
Moeilijkheden bij het uitdagen De belangrijkste IB’s aanpakken Alleen irrationaliteit aanpakken Aanvullingen op cognitieve disputaties Omgevingsfactoren Vasthoudendheid
249 249 250 250 252 253
14 14.1 14.2 14.2.1 14.2.2 14.3 14.4 14.5 14.5.1 14.5.2 14.5.3 14.6
E: effectieve nieuwe gedachten Inleiding Voorzeggen van gedachten Opstapje voor D ‘Coping statements’ De adequate driehoek aanspreken Zelfcoaching Oefenen met anderen dan de therapeut De verkooptechniek Het coachen van anderen Het coachen door anderen Rationeel-Emotieve Imaginatie (REI)
254 254 255 255 257 259 260 26 1 26 1 262 263 263
15 15.1 15.2
G: huiswerkopdrachten Het belang van huiswerk Plaats in het ABC-schema en timing in de sessie Verschillende soorten huiswerk Cognitieve oefeningen Gedragsoefeningen Gevoelsoefeningen Hoe gaan clie¨nten met huiswerk om? Aandachtspunten bij het afspreken van huiswerk
265 265
Het verloop van de therapie Inleiding Het begin De voorbereiding Het eerste gesprek De beginfase De middenfase De eindfase Therapie als training Aandachtspunten voor de therapeut
284 284 285 285 286 289 29 1 293 295 296
15.3 15.3.1 15.3.2 15.3.3 15.4 15.5
16 16.1 16.2 16.2.1 16.2.2 16.2.3 16.3 16.4 16.5 16.6
266 268 268 270 274 278 282
10
Rationeel-emotieve therapie
17 17.1 17.2 17.3 17.4
Irrationele gedachten van de therapeut Ego-problemen LFT-problemen Identificatie met de clie¨nt Werken aan IB’s
298 298 299 300 30 1
18
Weergave van drie sessies
304
Bijlage 1 RET-supervisoren
326
Bijlage 2 Post-hbo- en postdoctorale RETopleidingen
328
Bijlage 3 Informatie over het Albert Ellis Institute
330
Bijlage 4 Uitdagingsstrategiee¨n en -stijlen
33 1
Literatuur
332
De auteur
340
Register
34 1
Woord vooraf bij de tweede druk
Toen in 1998 de eerste druk van dit boek verscheen, schreven de toenmalige directeur en adjunct-directeur van het Albert Ellis Instituut in New York, respectievelijk Albert Ellis en Janet Wolfe, dat dit boek de eerste uitgebreide praktische RET-gids voor professionals was voor het Nederlandse taalgebied. Zelf schreef ik in mijn voorwoord: ‘De tijd lijkt rijp voor meer Nederlandstalige werken over de cognitieve gedragstherapie, een richting die, zoals Schippers (1996) terecht signaleert, dominant lijkt te worden in psychotherapieland’. Inmiddels is duidelijk dat cognitieve gedragstherapie inderdaad de dominante richting is geworden in het psychologische veld. Er zijn meerdere handzame werken in onze taal verschenen voor hulpverleners in de ggz zoals Cognitieve therapie van Bo¨gels en Van Oppen (1999) en Geı¨ntegreerde cognitieve gedragstherapie van Korrelboom en Ten Broeke (2004). Ook de zo waardevolle Practitioner’s guide die indertijd een belangrijke rol speelde in mijn eigen opleiding is inmiddels vertaald en bewerkt door Kienhorst en twee collega’s (Walen, DiGiuseppe & Dryden, met Kienhorst, Boelen & Van den Bout, 2001). De Rationeel-Emotieve Therapie (RET) als oudste vorm van cognitieve gedragstherapie (CGT) heeft in Nederland al in de jaren zeventig van de vorige eeuw haar wortels gelegd en heeft een niet weg te denken plaats verworven in het veld van de hulpverlening. Ook in de coachings- en trainingswereld is RET een veel gebruikte methode. De oorspronkelijke ‘Ellisiaanse’ benadering van de RET heeft in de loop der jaren een aantal wijzigingen ondergaan, zoals dat met elke psychotherapeutische benadering het geval is wanneer die voldoende bruikbaar is gebleken voor de praktijk. Nuanceringen en uitbreidingen op zowel theoretisch als praktisch gebied hebben de RET in de loop der jaren verrijkt op een manier die de oorspronkelijke bedoelingen van de RET recht doet. The Journal of Rational-Emotive & CognitiveBehavior Therapy levert daar sinds 1983 een belangrijke wetenschappelijke bijdrage aan. De herziene druk van dit boek neemt deze nieuwe inzichten vanuit de RET mee en wil vooral een boek zijn en blijven
12
Rationeel-emotieve therapie
waarin de specifieke kenmerken van de RET voor het voetlicht komen. De structuur van het boek is niet essentieel veranderd, wel zijn nieuwe paragrafen toegevoegd en oude weggelaten. Ik vond het onder andere belangrijk om de empirische onderbouwing van de theorie beter uit de verf te laten komen en heb er bijvoorbeeld voor gekozen om in plaats van e´e´n uitgebreid ‘verbatim’ drie impressies van verschillende therapiegesprekken in hoofdstuk 18 weer te geven. De methode van de RET staat in het boek centraal omdat ervan uitgegaan wordt dat de methode van toepassing is op diverse psychische problemen. De vele voorbeelden die in de vorm van dialogen in dit boek aan bod komen, vertonen een rijke diversiteit aan klachtenpatronen. De seksuele en relatieproblemen zijn in dit boek beter vertegenwoordigd dan in de eerste druk omdat ik inhoudelijk daar de laatste jaren mijn accent naar heb verlegd. Dit boek is bestemd voor psychologen, pedagogen, psychiaters, (huis)artsen, (bedrijfs)maatschappelijk werkers, (sociaal-psychiatrisch) verpleegkundigen, sociotherapeuten en andere hulpverleners die werkzaam zijn in de ggz. Het boek is bruikbaar bij opleidingen en nascholingstrajecten, maar ook als zelfstudieboek voor hulpverleners die geı¨nteresseerd zijn in de RET of die hun kennis en vaardigheden op het terrein van de RET willen opfrissen. De inhoud van het boek is afgestemd op volwassen clie¨nten. Toepassingen voor hen die met kinderen, jeugdigen en ouders werken zijn verschenen in Uit de knoop. Rationeel-Emotieve Therapie en andere cognitieve gedragsbenaderingen voor kinderen, jeugdigen en ouders (Jacobs, Muller & Ten Brink, 2001). Deel I schetst de context waarbinnen RET geplaatst moet worden en geeft de achtergronden van de RET weer. Tevens worden de basisbegrippen uiteengezet en in verband gebracht met de filosofische uitgangspunten waar de RET gebruik van maakt. Ook wordt een introductie gegeven op de methodische aanpak van de RET. In deel II van het boek wordt de methode uitgebreid uiteengezet: het ABC-model, als doelgericht model voor de aanpak van psychische problemen, wordt systematisch behandeld. Hoe vat de hulpverlener de koe bij de horens? In welke volgorde worden bepaalde stappen in het therapieproces genomen? Op welke valkuilen moet men daarbij bedacht zijn? Typische RET-dialogen illustreren daarbij de problemen die hulpverleners in de dagelijkse praktijk tegenkomen. Deze praktijkgerichte benadering wordt ondersteund met theoretische hoofdstukken.
Woord vooraf bij de tweede druk
Zoals doorgaans het geval is, worden ook in dit boek hoofdzakelijk de woorden ‘clie¨nt’ en ‘therapeut’ voor respectievelijk de hulpvrager en de hulpverlener gebruikt. In de RET wordt de therapie echter ook als training gezien (zie hoofdstuk 16). Daar waar het bij het voorbeeld past, zal daarom ook incidenteel van ‘trainer’ en ‘training’ sprake zijn. Hoewel het voor mij als vrouwelijke therapeut vreemd blijft aanvoelen, heb ik besloten om in de hij-vorm te schrijven wanneer in het algemeen naar therapeuten of clie¨nten verwezen wordt, hiermee aansluitend bij wat gangbaar is. Onverminderd blijf ik dank verschuldigd aan de RET-collega’s uit de Verenigde Staten. Ik noem speciaal Albert Ellis, Janet Wolfe en Ray DiGiuseppe. Albert Ellis, overleden in juli 2007, waardeer ik onder andere om zijn voortrekkersrol en vooruitziende blik wat betreft de richting waarin de psychologie zich zou gaan begeven; om zijn talrijke publicaties en zijn vertrouwen in de effectiviteit van de RET. Janet Wolfe waardeer ik vanwege haar praktische manier van werken, haar openheid voor andere therapievormen en om haar humor en empathie bij het werk. Ray DiGiuseppe is behalve een uitstekend onderzoeker ook een bekwame docent en clinicus, eigenschappen die men zelden in een persoon verenigd ziet. Van mijn Nederlandse RET-collega’s noem ik in het bijzonder Wouter Backx, Yvonne Hartgers, Theo IJzermans, Hilda van der Steen en Esmeralde Masset, die ieder op hun eigen wijze belangrijk voor mijn werk zijn of zijn geweest. Tevens bedank ik Marc Overdijk die als student-assistent mij heeft willen helpen bij deze tweede, herziene, druk. Niet in de laatste plaats bedank ik alle cursisten, supervisanten en clie¨nten van wie ik veel geleerd heb en aan wie ik de voorbeelden heb ontleend die in dit boek gebruikt worden. Ten slotte wil ik nog enkele woorden wijden aan hetgeen mij persoonlijk aanspreekt in de RET. In eerste instantie was ik vooral gegrepen door de ‘common sense’-benadering van de RET en de combinatie van confrontatie en humor. Bij verdere verdieping ben ik de RET vooral gaan waarderen om de veelomvattendheid van de theorie, die ook ruimte laat om andere theoriee¨n en methoden en stijlen te integreren. Zo heb ik zelf mijn attachment-theoretische achtergrond als zeer behulpzaam ervaren bij het toepassen van RET-principes in mijn werk. In de RET zelf bestaan geen dogma’s over ho´e de methode moet worden toegepast en dat geeft aantrekkelijk veel mogelijkheden om de toepassing afhankelijk te laten zijn van de therapeutische situatie. Daardoor kan de therapeut maatwerk leveren, iets wat in mijn
13
14
Rationeel-emotieve therapie
visie in het psychologische veld noodzakelijk is. De RET kan, maar hoeft niet provocerend te zijn; het ABC-model kan maar hoeft niet hoe dan ook uitgelegd te worden aan de clie¨nt als die daar niet ontvankelijk voor is. De mens en niet de methode staat centraal in ons werk! Ik hoop met dit boek iets van de diepgang van de theorie, van de flexibele mogelijkheden voor de praktijk en van mijn enthousiasme voor hulp bij psychische moeilijkheden aan de lezer over te brengen. Gidia Jacobs Voorschoten, november 2007