Rapporteren in de hulp- en dienstverlening
Casuïstiek Judith ter Horst
u i t g e v e r ij coutinho bussum 2011
c
Deze Casuïstiek hoort bij derde, herziene uitgave van Rapporteren in de hulp- en dienstverlening van Judith ter Horst. © 2003 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden.
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichtingpro.nl). Eerste druk 2003 Derde, herziene druk 2011 Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl
Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0269 1 NUR 752, 624
Inhoud Casus 1 Mevrouw Croese 4 Opdracht 1.1 Opdracht 1.2
4 5
Casus 2 Relatieproblemen 6 Opdracht 2.1
6
Casus 3 Blijf-van-mijn-lijfhuis 7 Opdracht 3.1
7
Casus 4 Jan Schurink 8 Opdracht 4.1 Opdracht 4.2
8 9
Casuïstiek bij Rapporteren in de hulp- en dienstverlening – 3/9
Casus 1 Mevrouw Croese Mevrouw Croese (2008) Mevrouw Croese is 81 jaar oud. Ze woont samen met haar dochter. Mevrouw Croese is sinds acht jaar weduwe. Tot nu toe lijkt ze nauwelijks echt verdriet gehad te hebben over het overlijden van haar man. Ze zei altijd: ‘Ik heb Leontien toch nog? Ik ben gelukkig niet alleen…’ Mevrouw Croese is dementerend. Leontien heeft altijd met haar moeder samengewoond en nu moeder geestelijk steeds slechter wordt, begint het Leontien te veel te worden. Ze kan niet meer weg van huis en zelfs thuis komt ze helemaal niet aan haar eigen dingen toe. Leontien heeft contact gezocht met de huisarts omdat ze soms ‘helemaal gek’ wordt van haar moeder. De huisarts heeft haar geadviseerd om contact op te nemen met het Centrum Indicatiestelling in de Zorg (CIZ) om een aanvraag in te dienen voor indicatie voor dagopvang / opname in een verzorgingshuis.
Opdracht 1.1 Schrijf een rapport waarin je adviseert over opname van mevrouw Croese in een tehuis voor dementerende ouderen. Doe dit stapsgewijs volgens het volgende stappenplan 1 Bepaal de aard van het rapport. (zie hoofdstuk 1) 2 Wat is het doel en wie zijn de lezers van het rapport? (zie hoofdstuk 2 en 3) 3 Wat is het centrale thema? En wat de centrale vraag? (zie hoofdstuk 4) 4 Beargumenteer waarom mevrouw Croese 7 x 24 uur zorg nodig heeft in een gespecialiseerde instelling.
Voor informatie
Kijk op de website van het CIZ: CIZ.nl. Kijk ook op websites van woonzorginstellingen en psychogeriatrische instellingen, zodat je weet op welke gronden iemand opgenomen kan worden.
Zoektermen • • • •
zorginstelling alzheimer dementie mantelzorg
Casuïstiek bij Rapporteren in de hulp- en dienstverlening – 4/9
Mevrouw Croese (2010) Inmiddels is mevrouw Croese een half jaar opgenomen in De Bongerd, een verzorgingshuis voor dementerenden. Ze woont op een gesloten afdeling met een prachtige binnentuin, een grote volière met zangvogeltjes en een gezellige gemeenschapsruimte. Ze heeft een eigen kamer met daarin haar meest dierbare spullen en meubeltjes. Aanvankelijk was ze blij met de plek. ‘Ik kan het niet beter treffen!’, zegt ze steeds. Leontien is opgelucht. Nu komt ze eindelijk aan zichzelf toe. Mevrouw Croese lijkt echter steeds depressiever te worden. ’s Avonds is het stil in het huis. De bewoners zitten elk op hun eigen kamer. De stilte vliegt haar aan en ze belt Leontien dan angstig en huilend op. Ze wil weg van haar plek. Ze wil desnoods ergens in een vakantiehuisje wonen, maar niet hier in dit grote stille gebouw. De nadruk ligt telkens op het alleen zijn. Leontien kaart het aan bij de geestelijk verzorger van het huis. Ze vertelt dat haar moeder sinds ze trouwde nooit alleen is geweest en dat ze ook niet echt gerouwd heeft om haar overleden echtgenoot. Leontien heeft het idee dat haar moeders verdriet nu vooral daarmee te maken heeft. Jij bent maatschappelijk werker in het tehuis waar mevrouw Croese woont. Je voert een gesprek met haar om te inventariseren wat haar problemen zijn. Al pratend stel je vast dat het rouwproces om haar man nu een grote rol speelt. Het verslag van dit gesprek is voor intern gebruik. Je hebt een paar heldere doelen voor ogen: 1 Je wilt dat de collega’s van de verzorging weten wat er met mevrouw Croese aan de hand is. 2 Je wilt dat de psycholoog en de verpleeghuisarts ervan weten. Je wilt dat zij met je meedenken over een goede (be)handelwijze. 3 Je wilt dat de informatie in het dossier van mevrouw Croese opgenomen wordt.
Opdracht 1.2 Schrijf een verslag naar aanleiding van het gesprek met mevrouw Croese. Houd rekening met je doelen en met de volgende aandachtspunten: • zorg dat alle lezers voldoende informatie hebben; • het dossier mag niet te omvangrijk zijn, dus schrijf kort en bondig over je bevindingen.
Informatie
• www.alzheimer-nederland.nl • www.dokterdokter.nl/specials/alzheimer-en-dementie/1777/verlies-en-rouw
Zoektermen • • • •
uitgesteld rouwen dementie alzheimer depressie
Casuïstiek bij Rapporteren in de hulp- en dienstverlening – 5/9
Casus 2 Relatieproblemen Man/vrouw: relatieproblemen Dorien en Geert wonen sinds acht jaar samen. Ze hadden het goed samen totdat Dorien probeerde zwanger te worden. Na veel onderzoeken en een paar IVF-pogingen is Dorien niet zwanger geworden. Ze hebben in goed overleg besloten om verdere behandelingen te staken. Zo kunnen ze werken aan hun eigen leven en dan hoeven ze niet meer te worstelen met hoop en teleurstelling. In eerste instantie voelen ze zich hier beiden opgelucht over. Toch wordt Dorien na een paar maanden erg verdrietig en soms heel afstandelijk en in zichzelf gekeerd. Geert begrijpt er niet zoveel van. Ze hebben nu toch een goed besluit genomen? Hij verzet zich tegen Doriens verdriet en gaat geregeld met vrienden op stap om er even uit te zijn. Met haar is nu niet veel lol meer te beleven. Dorien voelt zich in de steek gelaten en als ze het er met Geert over wil hebben, ontaardt dit vaak in ruzie. Geert vindt dat ze vooruit moet kijken en niet moet zeuren… Op advies van een goede vriend melden Geert en Dorien zich bij een centrum voor relatietherapie. Jij doet de intake.
Opdracht 2.1 Schrijf een intakeverslag over Dorien en Geert. Je adviseert dat Geert en Dorien samen in therapie gaan, maar dat zij beiden ook begeleiding krijgen bij het verwerken van hun verdriet over hun kinderloosheid.
Informatie
• Zie hoofdstuk 1 over interne rapportage. • Zie hoofdstuk 5 over argumentatietechniek. • Kijk ook op de site van het boek Wegen en (blijven) overwegen (www.coutinho.nl/ wegen). • www.freya.nl
Zoektermen
• ongewenste kinderloosheid • rouw- en relatieproblematiek
Casuïstiek bij Rapporteren in de hulp- en dienstverlening – 6/9
Casus 3 Blijf-van-mijn-lijfhuis Je werkt in een blijf-van-mijn-lijfhuis met een groep met vrouwen van verschillende leeftijden. Het huis is eigenlijk te vol. De kamers zijn vrij klein en moeders wonen samen met hun kinderen op een kamer. De gemeenschappelijke ruimtes zijn vrijwel altijd overbevolkt, waardoor er tussen de kinderen, maar ook tussen de vrouwen onderling nogal eens ruzie ontstaat. Je merkt dat een aantal collega’s moeite heeft om met de soms gespannen sfeer om te gaan. Er is af en toe zelfs ruzie tussen de medewerkers en de bewoonsters. Dat komt de hulpverlening niet ten goede. Sterker nog, het lijkt het doel van het blijfhuis te ondermijnen. Vrouwen voelen zich niet echt veilig en rustig, ze lijken geregeld in verzet te gaan tegen jou en je collega’s. Je wilt dit doorbreken. Je wilt aan je collega’s je observaties laten weten en je wilt met hen samen nadenken over een oplossing. Vroeger waren er dagafsluitingen na de avondmaaltijd. Dan werden gebeurtenissen van die dag nabesproken en bewoonsters en medewerkers kreeg de gelegenheid om te vertellen wat die gebeurtenissen met hen deden. Die dagafsluiting is een paar maanden geleden afgeschaft. ‘Te soft’ en het leidde soms tot oeverloze discussies. Jij vindt dat die dagafsluiting in ere moet worden hersteld en dat deze goed begeleid moet worden.
Opdracht 3.1 Schrijf een (signalerings-/groeps-)rapportage voor het team (drie collega-groepsbegeleiders, de psychologe en de leidinggevende). 1 Bespreek kort en bondig wat er volgens jou aan de hand is. 2 Leg uit waar het volgens jou aan ligt dat de spanningen in het huis soms hoog oplopen. 3 Beargumenteer waarom de dagafsluiting volgens jou in ere moet worden hersteld.
Informatie
• www.dehoop.org • www.blijfzeeland.nl • www.groepsmaatschappelijkwerk.nl
Zoekwoorden • • • • • •
mishandeling groepswerk groepsprocessen groepsdynamica gespreksprotocol gesprekstechniek
Casuïstiek bij Rapporteren in de hulp- en dienstverlening – 7/9
Casus 4 Jan Schurink Jan Schurink Jan Schurink is 42 jaar. Hij werkt op de administratie van een bouwbedrijf. Sinds twee jaar is Jan gescheiden en hij woont sindsdien alleen. Jan was altijd een goede, accurate werknemer die er ’s ochtends meestal als eerste was en vaak ’s avonds als laatste wegging. De laatste maanden werkt Jan veel minder precies. Hij laat geregeld steken vallen. Bovendien is Jan tegenwoordig vaak te laat. Hij komt dan meestal sloom over en hij ruikt naar alcohol. René, zijn leidinggevende, vindt dat het zo niet langer kan. Na een paar ernstige fouten die het bedrijf flink benadeeld hebben, besluit hij Jan te ontslaan. Jan meldt zich bij het AMW om te werken aan zijn verdriet over de scheiding. Hij geeft toe dat hij ’s avonds te veel drinkt om de eenzaamheid te verdrijven. Hij is nog steeds niet over de scheiding heen. Hij wil het liefst weer gelukkig zijn. Hij staat open voor hulp bij zijn drankprobleem. Je bent maatschappelijk werker. Je hebt met Jan een paar gesprekken gevoerd en je besluit hem voor zijn alcoholprobleem door te verwijzen naar het CAD (Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs).
Opdracht 4.1 Schrijf een verwijsbrief aan het CAD voor Jan.
Casuïstiek bij Rapporteren in de hulp- en dienstverlening – 8/9
Vervolg Casus Jan Schurink Jan blijkt niet alleen te worstelen met de scheiding, hij was al langere tijd niet echt gelukkig meer in zijn werk. Het liefst zou hij voor zichzelf beginnen. Hij wil een eigen administratiekantoor voor kleine ondernemers opzetten. Hij heeft daarvoor alle diploma’s op zak. Het lijkt een goed idee, maar er zitten nogal wat haken en ogen aan: Jan drinkt en dat maakt hem (nog) onbetrouwbaar voor klanten. Daarnaast moet hij een klantenkring opbouwen, weten hoe hij zijn onderneming het beste kan opzetten enzovoort. Verwijs Jan naar het UWV met het verzoek Jan te adviseren en eventueel te ondersteunen bij het starten van zijn bedrijf. Je wilt graag dat Jan een realistisch beeld krijgt van het opzetten van een eigen administratiekantoor. Zorg dat de consulent van het UWV voldoende informatie heeft om Jan goed te begeleiden.
Opdracht 4.2 Schrijf een verwijsrapport waarin je zorgvuldig feiten en meningen scheidt. Zie hiervoor hoofdstuk 5.1 uit Rapporteren in de hulp- en dienstverlening.
Informatie
• Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (CAD) • www.uwv.nl
Casuïstiek bij Rapporteren in de hulp- en dienstverlening – 9/9