ST. JOZEFMAVO RAPPORTAGE METHODIEK VEILIGE SCHOOL
Aan:
St. Jozefmavo t.a.v . de heer J. van der Kolk
Van:
Methodiek Veilige School S.M. Goedknegt April 2007
Methodiek Veilige School – Cuneraweg 201a – 3911RJ Rhenen - tel. 0317 620319
[email protected]
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding
1
2. St. Jozefmavo
1
3. Methodiek Veilige School:visie, onderzoeksgegevens en -verantwoording
2
4. Conclusies, aanbevelingen en prioriteiten
4
5. Resultaten VOS-onderzoek
6
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Ruimtelijk domein Institutionele domein Onderwijskundig domein Sociaal domein Criminogeen domein
- In en om het schoolgebouw - Samenwerking met anderen - Aantrekkelijk Onderwijs - Omgang met elkaar - Wapens, alcohol en drugs
BIJLAGEN: - Compilatie opmerkingen leerlingen, onderwijsondersteunend personeel en docenten - Formulier Contactpersonen Veiligheid
1. INLEIDING In 2006 zijn alle schoollocaties van het voortgezet onderwijs in Vlaardingen bijeen gekomen om met de gemeente, politie, GGD, Welzijnswerk te spreken over een gezamenlijke aanpak van de veiligheid op scholen. De Vlaardingse scholen voor voortgezet onderwijs hebben ervoor gekozen zich aan te sluiten bij de Methodiek Veilige School en een veiligheidsscan uit te laten voeren op de verschillende schoollocaties. Met de prioriteiten, door henzelf benoemd op grond van de aanbevelingen die naar voren komen uit de scan, gaan de locaties vervolgens aan de slag. Doel rapport De St. Jozefmavo (SJM) is in januari 2007 gestart met de veiligheidsscan uit de Methodiek Veilige School. In dit rapport worden de resultaten van deze scan beschreven. Bovendien leest u in dit rapport concrete voorstellen om de veiligheid op uw school te vergroten. Indeling rapport In paragraaf 2 wordt een kort beeld geschetst van de St. Jozefmavo. In paragraaf 3 leest u meer over de Methodiek Veilige School, die op alle VO-locaties in de gemeente Vlaardingen wordt toegepast. De voorlopige conclusies en adviezen treft u aan in paragraaf 4. Tot slot vindt u de resultaten uit de scan weergegeven in paragraaf 5. Het spreekt vanzelf dat de adviezen in dit rapport zoveel mogelijk zijn afgestemd op de unieke situatie van uw school.
2. ST. JOZEFMAVO De St. Jozefmavo is een school voor VMBO-TL op katholiek/algemene grondslag en heeft ongeveer 800 leerlingen uit Vlaardingen, Schiedam, Maassluis en Maasland. De school staat open voor iedereen die de waarden respect, verdraagzaamheid, betrokkenheid en solidariteit onderschrijft. In de schoolgids wordt de identiteit als volgt geconcretiseerd: “De geweldige vooruitgang van wetenschap en techniek biedt mogelijkheden voor een betere en menswaardige wereld. Maar voor het oppakken van deze uitdaging is een juiste houding nodig: een geest van wederzijds respect en verdraagzaamheid, waarbij de ander in zijn waarde wordt gelaten. Betrokkenheid bij elkaar en de maatschappij en niet alleen gericht zijn op jezelf. Solidair zijn met mensen in de wereld die het minder hebben dan wij. Als school op katholiek/algemene grondslag proberen wij daar dagelijks invulling aan te geven (sfeer/uitstraling). Bij de lessen levensbeschouwing wordt specifiek aandacht besteed aan bovenstaande waarden op een wijze die aansluit bij de leefwereld van de leerlingen. Bijvoorbeeld door het behandelen van een thema als ‘pesten’. “ Kenmerkend aan de St. Jozefmavo zijn vervolgens: - een enthousiast team medewerkers dat ernaar streeft kwalitatief goed en modern onderwijs te verzorgen; - onderwijs op één locatie in een nieuw gebouw met moderne faciliteiten - een geprofessionaliseerde opzet van de leerlingbegeleiding; - een goede doorstroom naar vervolgonderwijs, onder andere door 7 examenvakken; - continue aandacht om voor leerlingen een prettige en veilige leeromgeving te handhaven. De reputatie is dan ook die van een school die betrokken, veilig en respectvol opereert, die onderwijs en zorg op maat biedt en waar beeldende vorming of muziek in het examenpakket mogelijk is. Verwachtingen van de Methodiek Veilige School De schoolleiding van de St. Jozefmavo vindt het goed om mee te werken aan een brede peiling van de schoolveiligheid; die kan inzichten en gevoelens weergeven en mogelijk komen er verrassingen uit. Men is vooral benieuwd naar de sociale omgang tussen leerlingen.
3. METHODIEK VEILIGE SCHOOL: VISIE, ONDERZOEKSGEGEVENS EN -VERANTWOORDING Methodiek De gemeente Rotterdam heeft in 2000 het voortouw genomen en een start gemaakt met de Methodiek Veilige School. Inmiddels wordt de methodiek toegepast op schoollocaties in het hele land. MVS is opgezet vanuit de integrale veiligheidsgedachte, waarin vijf domeinen de kern vormen:
DOMEINEN
THEMA‟S VEILIGHEID
Ruimtelijk
Veiligheid op gebied van fysieke aspecten in en om het schoolgebouw
Institutioneel
Veiligheid door met partners samen te werken
Sociaal
Veiligheid in onderlinge contacten management, personeel en leerlingen
Criminogeen
Veiligheid op gebied van wapens, alcohol, drugs, etc.
Onderwijskundig
Veiligheid op gebied van aantrekkelijke lessen en deskundige docenten.
Per domein zijn risicofactoren geformuleerd, met daaraan gekoppeld beschermingsfactoren. Met risicofactoren worden bedoeld de factoren die op school onveilige situaties in de hand werken, met beschermingsfactoren de factoren die juist veiligheidsbevorderend werken. De risico- en beschermingsfactoren zijn benoemd na bestudering van wetenschappelijke literatuur over veiligheid op school. Daarnaast hebben ervaringsgegevens van scholen als input gediend. De drie kernpunten van de beschermingsfactoren zijn aandacht, rust en orde en participatie. Visie De MVS is laagdrempelig, geeft concrete aspecten aan, en sluit aan bij wat gaande is in een schoolorganisatie. Uitgangspunt is steeds weer dat de vijf domeinen niet op zichzelf staan, maar elkaar beïnvloeden. Bij elke school die deelneemt aan de MVS wordt uitgegaan van de huidige vaststaande risicofactoren binnen de vijf domeinen. Wel kan een school vanuit zijn unieke situatie (en vanuit zijn unieke problematiek) natuurlijk meer nadruk leggen op een specifiek domein. Zo kan een school zich binnen de veiligheidsgedachte in eerste instantie focussen op zijn docentenkorps (sociale domein: bijv. sfeer van vertrouwen en openheid creëren), terwijl een andere school zich focust op een betere controle bij de voordeur (ruimtelijke domein: bijv. aanpassen en verbeteren ruimte conciërge). De belangrijkste beschermingsfactoren worden geprioriteerd en vastgelegd. Wat deze beschermingsfactoren betreft: vaak is een school al bezig met maatregelen op het gebied van veiligheid en past dus al bepaalde beschermingsfactoren toe, de ene school meer, de andere minder. Bij deze ervaringen op scholen sluiten wij zoveel mogelijk aan. Vanuit dezelfde risicofactoren kunnen per school dus geheel verschillende beschermingsfactoren worden benoemd. Immers, het kan zijn dat op de ene school een bepaalde beschermingsfactor wel zal werken en op de andere juist niet, of op de ene school niet nodig is, en op de andere juist wel. Beschermingsfactoren kunnen vaak door de school zelf ter hand worden genomen, vaak ook echter zijn ze schooloverstijgend, waarmee ze ook een zaak worden van derden (bijvoorbeeld van schoolbestuur of van de gemeente). Door op de boven beschreven manier met risico- en beschermingsfactoren om te gaan, is veiligheid voor elke school maatwerk.
2
Verantwoording onderzoeksgegevens Het onderzoek MVS is op de St. Jozefmavo als volgt uitgevoerd. Eerst heeft een gesprek plaatsgevonden met de directeur, de heer J. van Beveren en de zorgcoördinator, de heer J. van der Kolk. Daarna zijn op de school vragenlijsten Veilige School ingevuld door een selectie van docenten, onderwijsondersteunend personeel (o.o.p.) en leerlingen. Leerlingen hebben de vragen beantwoord onder begeleiding van een docent. In de onderstaande tabel treft u aan een overzicht van: het aantal docenten, o.o.p. en leerlingen dat voor de vragenlijsten is geselecteerd het aantal vragenlijsten dat ingevuld retour is ontvangen. Geselecteerd 10
Retour ontvangen 9
5
5
Leerlingen
50
50
TOTAAL VRAGENLIJSTEN
65
64
Docenten O.o.p
De vragenlijsten voor de leerlingen zijn ingevuld door leerlingen, van wie 28 jongens en 21 meisjes (1 leerling heeft niet aangegeven een jongen dan wel een meisje te zijn). De leerlingen zijn in de leeftijd van 12 t/m 16 jaar, uit de klassen 1 t/m 4. De retour ontvangen vragenlijsten vormen samen met de informatie uit het gesprek met de directie de basis van deze rapportage. Daarnaast is bij deze rapportage aanverwant materiaal betrokken: Schoolgids 2006-2007 St. Jozefmavo Beleidsplan “Met het oog op 2008” Zorgplan 2006-2007 “Zorg op stoom”
4. CONCLUSIES, AANBEVELINGEN EN PRIORITEITEN Veiligheid op school is een doorlopend proces, waarbij binnen de Methodiek Veilige School vanuit verschillende domeinen naar veiligheid wordt gekeken. Hieronder leest u per domein de belangrijkste conclusies en aanbevelingen, alsmede de prioriteiten (zie voor de details: paragraaf 5). a. Ruimtelijke domein Plekken in en om de school: op de schaal „veilig - redelijk veilig - onveilig‟ geven docenten/o.o.p. in grote meerderheid lokalen, gangen, leerlingeningang en kantine de score „veilig‟. Ook leerlingen voelen zich in het schoolgebouw veilig. Unaniem geven zij aan dat zij St. Jozefmavo een veilige school vinden. Toegang school: Opvallend is dat zowel docenten, o.o.p. als leerlingen de toegangscontrole voldoende vinden, maar dat er niet-leerlingen de school in komen. De toegangscontrole vindt trouwens door „ogen‟ plaats. Omgeving van de school: de meeste docenten, o.o.p. en leerlingen voelen zich in de omgeving van de school eveneens veilig. Volgens docenten en o.o.p. gaat er een positieve – neutrale invloed van de omgeving op de school uit. Beveiliging/bewaking: Vrijwel alle docenten en o.o.p. vinden dat er voldoende toezicht op beveiliging en bewaking plaats vindt. Ook heeft de school een veiligheidsverantwoordelijke is.
Aanbeveling: Geen
3
b. Institutionele domein Samenwerking partners: De school onderhoudt goede contacten met politie en, zo nodig, buurschool en buurtbewoners. Veiligheid schoolbreed: Voor wat betreft de interne communicatie rondom veiligheid en partners: de meeste o.o.p. en bijna de helft van de docenten weten niet welke afspraken rondom veiligheid met externe partners zijn gemaakt. Ook geven zij aan dat het onderwerp „veiligheid‟ geen vast of terugkerend agendapunt is.
Aanbeveling: Laat afspraken, maatregelen en controles op het gebied van veiligheid een vast agendapunt op managementoverleg en/of lerarenvergadering zijn
c. Onderwijskundige domein Didactische kwaliteit: Unaniem menen docenten dat hun lesmethoden goed aansluiten bij hun leerlingen, terwijl ook de leerlingen in meerderheid positief reageren op lesstof, manier van lesgeven en leraren. Straffen en belonen: systeem van straffen is volgens docenten duidelijk, de meeste van hen bespreekt zelf de straf met hun leerlingen. Er is een verschil tussen de gedachten van docenten over „belonen‟ en dat van leerlingen. (vooral in belonen van positief gedrag). Leerlingparticipatie: er is een leerlingenraad en op veel gebieden worden leerlingen ingeschakeld. Leerlingen geven aan dat zij meer betrokken zouden willen zijn bij, onder meer, veiligheidsbeleid op school. Zorgstructuur: de St. Jozefmavo kent een professionele zorgstructuur, waarin veel intensieve aandacht voor leerlingbegeleiding. Die richt zich zowel op de cognitieve ontwikkeling als op de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Aanbevelingen: Breng een stimulerende variatie aan in het beloningssysteem, zorg voor “succeservaringen” bij leerlingen Laat leerlingen participeren, bijvoorbeeld door hen mee te laten denken over schoolbeleid en – activiteiten en over veiligheid
d. Sociale domein Leuke school(activiteiten: 98% van de leerlingen vindt de St. Jozefmavo een leuke school, terwijl eveneens een hoog percentage van hen meent dat de school leuke activiteiten organiseert. Pestgedrag:: opvallend is het antwoord dat leerlingen geven op de vraag of er wordt gepest op school: een derde meent dat dat gebeurt, echter drie keer zoveel leerlingen menen dat pesters op school ook worden „aangepakt‟. Peer mediation: de school begint met leerlingbemiddeling, waardoor resultaten of effecten nog niet bekend zijn. Begeleiding docenten en o.o.p.: Vrijwel unaniem geeft het personeel aan dat het serieus wordt genomen als zij zich onveilig voelen op school. De overgrote meerderheid meent ook dat ze goed wordt begeleid, maar vooral het o,o.p. meldt dat er geen regelmatige functioneringsgesprekken plaatsvinden.
4
Pauzes en tussenuren: Kenmerkend voor de school zijn de lesroosters zonder tussenuren. De meeste leerlingen zijn dan ook tevreden met hun lesrooster. Echter, zowel de meerderheid van personeel als van leerlingen meent dat er onvoldoende leuke activiteiten tijdens de pauzes zijn. Ouderraad: ouders kunnen kiezen voor een wekelijks contact via de Nieuwsbrief met de school. Opvallend is dan ook het vrij hoge percentage leerlingen dat aangeeft dat hun ouders regelmatig contact met de school heeft.
Aanbevelingen: Bied mogelijkheden aan om leerlingen op te leiden tot (peer mediator of) vertrouwensleerling Voer binnen de afgesproken frequentie functioneringsgesprekken met docenten en o.o.p. waarin ook het thema „veiligheid‟ wordt besproken Zorg voor voldoende activiteiten tijdens pauzes en tussenuren
e. Criminogene domein Incidentenregistratie: Incidenten worden in het systeem Magister, in het leerlingdossier, geregistreerd. Een volgende stap is op die registraties beleid te ontwikkelen. Incidenten: Docenten, o.o.p. en leerlingen geven aan dat vooral incidenten als „ grote mond tegen docent‟ en „scheldpartijen‟ het meeste voorkomen. Helemaal niet wordt genoemd: „bedreiging docent‟. Schoolregels: Regels rond alcohol en drugs zijn voor personeel duidelijk, rond wapens eb (seksuele) intimidatie minder. Wapens: Een groot verschil ligt er tussen het percentage leerlingen dat aangeeft dat er wapens op school (meestal een zakmes) worden gedragen en het percentage dat zegt zélf af en toe een wapen mee te nemen naar school. Negatieve groepjes: De meeste docenten/o.o.p. en ook een fikse groep leerlingen ervaren dat er op school groepjes zijn die zich afzonderen, maar niemand voelt zich daar onveilig bij.
Aanbeveling: Ontwikkel beleid op de incidenten die in Magister zijn geregistreerd
Prioriteiten St. Jozefmavo De school heeft de volgende prioriteiten vastgesteld: - „Veiligheid‟ wordt een agendapunt op de verschillende overleggen in de school - Leerlingparticipatie: leerlingen mee laten denken over schoolbeleid en –activiteiten en over veiligheid - Voldoende activiteiten in de pauze, door leerlingen mee te laten denken over de inrichting van het nieuwe dakterrein
5
5. RESULTATEN ONDERZOEK METHODIEK VEILIGE SCHOOL Het verslag van het onderzoek binnen uw school treft u in de paragrafen 5.1 tot en met 5.5 aan in drie kolommen. Dat ziet er als volgt uit:
RISICOFACTOREN
RESULTATEN MVS-SCAN St. Jozefmavo
BESCHERMINGSFACTOREN
Risicofactoren binnen een veiligheidsdomein
Resultaten uit het MVSonderzoek op uw school + eventuele aanverwante gegevens die van belang zijn
Beschermingsfactoren bij de genoemde risicofactoren
Zoals u weet, gaat de Methodiek Veilige School uit van een vast aantal risicofactoren per veiligheidsdomein. Bij elke risicofactor horen een of meer beschermingsfactoren. Deze risico- en beschermingsfactoren worden standaard voor iedere school als uitgangspunt genomen. Het unieke voor uw school zit in de beschermingsfactoren die u op grond van de MVS-scan worden geadviseerd. Deze aanbevolen beschermingsfactoren worden vet gedrukt ter onderscheiding van de rest. De overige beschermingsfactoren gelden dus niet voor uw school, maar zijn mogelijk wel interessant voor u om kennis van te nemen. Op grond van deze rapportage en de prioriteiten die u heeft geformuleerd, stelt uw school een SchoolVeiligheidsPlan (SVP) op.
6
5.1. RUIMTELIJKE DOMEIN: Veiligheid in en om het schoolgebouw Veiligheid in het ruimtelijke domein heeft te maken met het fysieke en technische aspect van veiligheid. Het gaat dan om bijvoorbeeld de veiligheid van het schoolgebouw of om een goed werkende toegangscontrole tot de school, maar ook om de fysieke veiligheid in de directe omgeving van de school.
RISICOFACTOREN
RESULTATEN MVS-SCAN St. Jozefmavo
BESCHERMINGSFACTOREN
KLEINSCHALIGHEID Kleinschaligheid is niet verzekerd in de De St. Jozefmavo is een categoriale mavo en telt rond 800 school leerlingen, die in één gebouw zijn gehuisvest. Hierdoor is kleinschaligheid gewaarborgd. Verschillende docenten geven aan dat juist die kleinschaligheid zorgt voor weinig incidenten en voor veiligheid op school.
SCHOOLGEBOUW Massale gebouwen, met onoverzichtelijke nissen, hoeken, trapportalen, etc.
Schoolleiding: Het schoolgebouw is verbouwd en bestaat uit een oud en een nieuw gedeelte. Het nieuwe gedeelte heeft een geheel open middengedeelte, waardoor de transparantie groot is. Het gebouw voldoet aan alle wettelijke veiligheidsnormen. Er zijn geen camera‟s in de St. Jozefmavo. Leerlingen zijn in de zomervakantie ingeschakeld om de muren te verven. Op de schaal „veilig‟- „redelijk veilig‟–„onveilig‟ scoort driekwart van de docenten lokalen, gangen, leerlingeningang en kantine als veilig, een kwart noemt die plaatsen „redelijk veilig‟. Alleen bij de toiletten ligt de verhouding iets anders: 66% „veilig‟ en 34% „redelijk veilig‟. Het o.o.p. noemt unaniem lokalen, kantine en toiletten „veilig‟ en gangen en leerlingeningang scoort bij hen iets lager: 20% noemt die „redelijk veilig‟. Noch docenten, noch o.o.p. geven de kwalificatie „onveilig‟ aan een plek in de school. Vrijwel alle docenten (één docent weet het niet) en alle o.o.p. geven aan dat er voldoende toezicht op de beveiliging plaatsvindt. Alle o.o.p. is ervan overtuigd dat de school voldoende actie onderneemt op het gebied van veiligheid, vrijwel alle docenten zijn het daarmee eens.
7
Formeer kleine, overzichtelijke units, zowel fysiek als organisatorisch
Breng fysiek onveilige plekken en situaties in kaart en neem maatregelen daarop Besteed aandacht aan de aantrekkelijkheid van het schoolgebouw; denk daarbij aan kleuren en materialen
Zorg voor overzichtelijke sleutellocaties vanwaaruit toezicht kan worden gehouden
Benoem een veiligheidscoördinator voor de veiligheid in en om de school
Veiligheidsverantwoordelijke: vrijwel alle docenten (een docent weet het niet) en alle o.o.p. weten dat er een veiligheidsverantwoordelijke op school is. Leerlingen ervaren het schoolgebouw als „ruim/licht‟ (84%) en „schoon‟ (70%); 10% geeft de negatieve kwalificatie „vies‟ aan; geen van de ondervraagde leerlingen ervaart het schoolgebouw als „donker‟. De meeste plekken worden door de leerlingen als „veilig‟ bestempeld: 98% noemt de lokalen zo, 94% de gangen en de kantine, de leerlingeningang en de toiletten scoren respectievelijk 92%, 90% en 88%. Unaniem geven de leerlingen aan zich veilig te voelen in het schoolgebouw. (!) SCHOOLPLEIN Onoverzichtelijk, openbaar schoolplein
Directie: Het schoolplein en de fietsenstalling worden verbouwd. 90% van docenten/o.o.p. ervaren het schoolplein en de fietsenstalling als „veilig‟, de rest vindt het daar „redelijk veilig‟. 96% van de leerlingen vindt het schoolplein en 88% de fietsenstalling „veilig‟
TOEGANG SCHOOL Vreemden kunnen de school gemakkelijk binnenkomen
8
Besteed aandacht aan een aantrekkelijke en overzichtelijke inrichting van het schoolplein
Zorg voor deugdelijk hekwerk
Hanteer APV voor toegankelijkheid van het schoolplein
Schoolleiding: De toegangscontrole vindt plaats door middel van „ogen‟: bij de ingang zijn conciërges. Er komen nauwelijks ongenode gasten binnen. Unaniem melden docenten/o.o.p. dat er voldoende toegangscontrole plaatsvindt.
Breng fysiek onveilige plekken en situaties op het schoolplein in kaart en neem maatregelen daarop
Zorg voor deugdelijke toegangscontrole, passend bij de school
Van de leerlingen zegt 98% dat er voldoende gecontroleerd wordt bij de ingang, 68% meent dat het nog veiliger wordt op school door intensievere controle.
OMGEVING SCHOOL Onveiligheid in de omgeving van de school
Schoolleiding: De omgeving van de school is relatief veilig. Het is een rustige buurt, waarvan de school niet veel last ondervindt.. Er zijn geen coffeeshops/cafés in de directe omgeving.
Breng in overleg/samenwerking met de gemeente onveilige plekken in kaart en onderneem actie daarop
Stel vast hoe de omgeving van de school aantrekkelijker kan worden gemaakt voor jongeren en onderneem actie daarop
De omgeving van de school (winkelcentrum) wordt door de helft van docenten/o.o.p. „redelijk veilig‟ genoemd en 42% vindt dat ook van het openbaar vervoer. 7% van hen vindt het openbaar vervoer „onveilig‟. 86% van de leerlingen vindt de winkels in de omgeving van de school „veilig‟ en 88% ervaart de weg naar school zo. Het openbaar vervoer is voor 72% „veilig‟ en voor 28% „is dat niet zo.
LIGGING SCHOOL Ligging van de school in de wijk, aard van 35% van docenten/o.o.p. meent dat de invloed van de wijk op de wijk, populatiedichtheid (subjectief), de school „positief‟ is, 72% ervaart die invloed als „neutraal‟; concentratie van scholen niemand vindt de invloed „negatief‟.
9
5.2. INSTITUTIONELE DOMEIN - Veiligheid in samenwerking met anderen Veiligheid in en om de school is niet alleen een zaak van de school zelf. Van belang is een goede samenwerking met partners. Enerzijds gaat het dan om alle bij het onderwijs en de jeugd betrokken instellingen (bijvoorbeeld gemeente, politie, jeugdzorg, justitie), anderzijds om instellingen, verenigingen en middenstand in de directe omgeving van de school (bijvoorbeeld winkeliers, caféhouders, buurtvereniging).
RISICOFACTOREN
SAMENWERKING PARTNERS Er is geen samenwerking met de omgeving van de school, met partners; er is geen basisvertrouwen, waardoor school en omgeving niet van elkaar op aan kunnen.
RESULTATEN MVS-SCAN St. Jozefmavo
BESCHERMINGSFACTOREN
Schoolleiding: De St. Jozefmavo onderhoudt goede contacten met de volgende partners: - Politie: er is structureel contact met de wijkagent, die bijvoorbeeld ook langs komt als er een activiteit op school is. - Buurtbewoners: er is periodiek overleg met de bewonerscommissie en bij de verzorgingshuizen die bij de school staan, worden door leerlingen met kerst bijvoorbeeld kerststukjes bezorgd. Als strafklus moeten leerlingen vuil prikken rond de school. Op de vraag met welke partners de school meer contact zou moeten onderhouden, noemt alle o.o.p. de buurtbewoners en vrijwel alle o.o.p. de politie; de helft van hen geeft aan dat dat ook met andere scholen en met Jeugdzorg en Middenstand zou moeten. Van de docenten noemt bijna de helft andere scholen, een derde de middenstand en de politie en een enkeling bewoners en gemeente. 60% van het o.o.p. en 33% van de docenten voelen zich betrokken bij afspraken met de partners van de school, de rest is verdeeld: voelt zich niet betrokken of weet het niet. 74% van de leerlingen denkt dat de school veiliger wordt door samenwerking met politie en justitie en 54% denkt dat dat ook het geval is met samenwerking met mensen/instellingen in de buurt van de school.
10
Stel vast welke veiligheidsgebieden bij u op school samenwerking met partners vereisen, Creëer een breed draagvlak door een stuurgroep aan te stellen met bijvoorbeeld een schooldirecteur als voorzitter
SAMENWERKING SCHOLEN Er is geen samenwerking tussen scholen onderling
VEILIGHEID SCHOOLBREED Afspraken zijn niet verankerd binnen het management van de organisatie, maar afhankelijk van één persoon
Schoolleiding: De St. Jozefmavo is een categoriale mavo, maar werkt vooral samen met het Spieringshoek in Schiedam, waarnaar leerlingen doorstromen voor HAVO-onderwijs. Er bestaan ook goede contacten met de vele aanleverende basisscholen. Naast de St. Jozefmavo is een locatie van het Accent College gevestigd. Zo nodig wordt tussen beide scholen contact onderhouden, bijvoorbeeld in geval van een incident. Ook hebben de buur-scholen de pauzetijden op elkaar afgestemd.
Schoolleiding: de contacten met de omgeving van de school zijn verdeeld tussen de directeur en, bijvoorbeeld de zorgcoördinator, op grond van de inhoud van het contact. Voor wat betreft de interne communicatie rondom afspraken die met externe partners zijn gemaakt: 60% van het o.o.p. vindt die niet duidelijk en 44% van de docenten is het daarmee eens. „Veiligheid‟ is geen vast agendapunt op vergaderingen, melden alle o.o.p. en 88% van de docenten.
11
Bepaal met andere scholen welke (veiligheids)afspraken gezamenlijk kunnen worden gemaakt.
Laat afspraken, maatregelen en controles op het gebied van veiligheid een vast agendapunt op managementoverleg en/of lerarenvergadering zijn.
5.3. ONDERWIJSKUNDIGE DOMEIN: Veiligheid in onderwijs Het onderwijskundige domein heeft betrekking op de kwaliteit van het onderwijs. Er bestaat een positieve correlatie tussen leerling-gericht onderwijs en de mate van veiligheid in een school. Hoge pedagogische kwaliteit leidt tot bevordering van pro-sociaal gedrag en dus tot aanpak en preventie van agressie.
RISICOFACTOREN
RESULTATEN MVS-SCAN St. Jozefmavo
BESCHERMINGSFACTOREN
DIDACTISCHE KWALITEIT Slechte kwaliteit lessen: onattractief Schoolleiding: Er wordt met kernteams gewerkt, waarbij zo lesaanbod, lessen die geen beroep doen weinig mogelijk verschillende leraren voor de klas staan. Bij op zelfstandigheid leerlingen projectweken wordt de vakkenstructuur doorbroken op inhoudelijk gronden. De onderwijskundige- en didactische ontwikkeling heeft de komende jaren prioriteit. Unaniem menen de ondervraagde docenten dat de lesmethoden goed aansluiten bij hun leerlingen: 88% meent dat de leerlingen de lesstof “meestal wel” leuk vinden en een zelfde percentage denkt dat ook over de manier van lesgeven. Of leerlingen de lessen leuk vinden, weet het o.o.p. niet, maar 80% meent wel dat ze de leraren leuk vinden en 60% meent dat de leraren aantrekkelijk lesgeven. Alle ondervraagde docenten geven aan dat ze verschillende werkvormen hanteren, `maar 77% van hen zou dat nog vaker willen doen. En de leerlingen zelf? Zij vinden: - Lesstof leuk (58%) - Manier van lesgeven leuk (82%) - Leraren aardig (88%). Daarnaast geeft 86% van de leerlingen aan dat ze genoeg aandacht krijgt op school.
12
Geef adequate didactische instructie per schoolvak, bijvoorbeeld: varieer in didactische werkvormen stem af op de ervaringswereld van leerling met name met de lesstof werk met kernteams
STRAFFEN EN BELONEN Er wordt binnen de school gewerkt met Schoolleiding: Er is een sanctiesysteem, maar bijvoorbeeld een onevenwichtig systeem van straffen verwijdering van school komt nauwelijks voor. Het is belangrijk en belonen dat docenten hun leerlingen ook „belonen‟. Op de website van de school kunnen ouders en leerlingen de „Uitstuurregeling‟ bekijken. Daarin wordt gewezen op de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een ordelijk en inspirerend leerklimaat. Redenen om leerlingen uit de les te sturen kunnen zijn: pesten, onbeschoft zijn tegen leraar of medeleerling en vernielzucht. Niet dus: spullen en/of boeken vergeten, huis- of strafwerk niet gemaakt. Dat laatste moet wel worden vermeld in het klassenboek. De procedure na de verwijdering uit de les staat ook in het document beschreven.l Straffen Alle o.o.p. en driekwart van de docenten meent dat er op school duidelijke sancties worden gehanteerd. Docenten straffen zelf voornamelijk met „nablijven‟ en „strafwerk‟, in mindere mate met „eruit sturen‟ en „dienstverlening‟. Van de leerlingen zegt een derde dat ze in het afgelopen half jaar geen straf heeft gekregen, de rest is vooral gestraft met „strafwerk‟, in mindere mate met „nablijven‟ en enkele leerlingen zijn eruitgestuurd of moesten strafklussen verrichten. Geen enkele leerling geeft aan te zijn geschorst. Voor 37% van de leerlingen is het meestal wel duidelijk waarom ze straf krijgen, maar voor 63% meestal niet. Van hen vindt 43% straf wel nuttig, maar 57% is het daarmee niet eens. Beloning Driekwart van de ondervraagde docenten zegt (meestal) een beloningssysteem te hanteren voor positief gedrag of goede leerresultaten.
13
Maak duidelijke afspraken over hoe te reageren op (on)wenselijk gedrag Draag zorg voor een duidelijk en consequent systeem van sancties dat ook kan worden uitgevoerd, zo nodig in samenwerking met politie en justitie.
58% van de leerlingen vindt dat zij worden beloond bij goed leren (42% dus niet) en 29% vindt dat dat ook bij goed gedrag gebeurt, 71% dus niet.
LEERPRESTATIES School stelt (te) hoge eisen aan leerlingen
Schoolleiding: aan het begin van het schooljaar wordt bij alle eerstejaars de CITO-entreetoets VMBO afgenomen. Deze geeft samen met het advies van de basisschool duidelijkheid op welke gebieden hulp nodig is. 94% van de leerlingen meldt hun leraren goed te begrijpen en allen geven dat aan over hun lesboeken. Huiswerk Schoolgids: in het eerste leerjaar leren de leerlingen met de Huiswerk Afspraken Planner (HAP) hun werk te plannen en te organiseren. De HAP fungeert als „coach op afstand‟. Naast het opgeven van het te maken of te leren werk, krijgen de leerlingen aanwijzingen mee voor de aanpak van het huiswerk. Daarbij geeft de docent een tijdsindicatie voor het te maken of te leren werk. Bovendien is op dinsdag, woensdag en donderdag na de lessen tot 16.00 uur gelegenheid om onder toezicht huiswerk te maken. Van de leerlingen zegt 41% „altijd wel‟ en 52% „meestal wel‟ huiswerk te maken, terwijl 8% aangeeft dat zelden te doen. Als voornaamste redenen om geen huiswerk te maken worden bovenal genoemd: „te veel‟, „geen tijd‟ en „geen zin‟. Enkele leerlingen geven aan dat ze te weinig uitleg krijgen en 16% noemt als een reden „ik begrijp het niet‟. 74% van de leerlingen meent dat er wel leraren zijn die helpen bij het huiswerk, terwijl 29% met die hulp niet bekend is; 62% zou (soms) wel graag hulp willen.
14
Breng een stimulerende variatie aan in het beloningssysteem, zorg voor “succeservaringen” bij leerlingen
Zorg voor een realistisch lesaanbod afgestemd op de leerling voor wat betreft leerstof, zelfstandigheid, discipline
Stel studiementor/studiebegeleider aan
Zorg voor goede huiswerk- of studiebegeleiding
VERZUIM Er wordt veel gespijbeld en verzuimd
Schoolleiding: Verzuim wordt goed in de gaten gehouden met behulp van een elektronisch systeem. Ook als een leerling onder schooltijd naar huis gaat in verband met ziekte moet er door ouders of verzorgers worden gebeld als zij thuis zijn aangekomen. Spijbelen ziet de school niet als groot probleem.
Maak duidelijke regels en afspraken rondom verzuim Stel begeleidingstraject op voor leerlingen die veel spijbelen en/of verzuimen
Van de docenten noemt 22% spijbelen “niet of nauwelijks” een probleem,, 55% noemt het een “beperkt” probleem en 11% een „redelijk groot‟ probleem. Redenen voor leerlingen om te spijbelen zijn volgens docenten en o.o.p. voornamelijk: „geen zin‟ en „thuissituatie‟ en enkele keren worden genoemd: „saai‟ en „bang, onzeker‟. Docenten en o.o.p. noemen als redenen voor leerlingen om te verzuimen: (tand)artsbezoek, ziekte en, in mindere mate, familie-omstandigheden. 88% van de ondervraagde docenten zegt dat zij hun leerlingen op school aanspreken nadat ze een of meer lessen gespijbeld of verzuimd hebben. 2% van de leerlingen zegt de laatste vier weken meer dan 10 uur te hebben gespijbeld, zonder redenen daarvoor aan te geven. 78% van de leerlingen zegt in het laatste half jaar te hebben verzuimd, waarvan 2/3 meer dan 2x. Verzuim vindt voornamelijk plaats vanwege ziekte en bezoek aan (tand)arts. In veel mindere mate worden genoemd familieomstandigheden en „stress‟. Geen enkele keer geven leerlingen aan dat ze hebben verzuimd om dat ze „het niet leuk op school‟ vinden of om dat ze het „te moeilijk‟ vinden. Bijna de helft van de leerlingen die lessen heeft verzuimd, heeft „niets‟ gehoord van hun docent over dat verzuim, terwijl een derde meldt dat hun leraar of mentor hen wel erover hebben gevraagd.
15
Spreek leerlingen consequent aan op spijbelgedrag
ER IS GEEN VEILIG SCHOOLKLIMAAT Onder dit thema vallen de volgende drie risicofactoren: LEERLINGPARTICIPATIE 1. Geen participatie van leerlingen in Participatie leerlingen en leerlingenraad schoolbeleid; school weet niet wat de Schoolleiding: Er is een leerlingenraad op school, die mee wensen en behoeften van jongeren denkt en helpt bij de verschillende activiteiten. zijn 35% van docenten/o.o.p. vindt dat leerlingen (nog) meer betrokken moeten worden bij schoolactiviteiten, terwijl 65% dat niet nodig acht. 80% van de leerlingen geeft te kennen dat ze meer mee wil denken over beleid en activiteiten en 74% van hen meent dat ze meer over „veiligheid‟ op school mee moet praten.
KLASSENMANAGEMENT Klassenregels 2. Leraar kan geen orde houden, er is Schoolleiding: „Orde houden‟ in de klassen is geen groot geen klassenmanagement probleem, hoewel er bij, met name, nieuwe leraren wel eens moeilijkheden zijn. 94% van de leerlingen geeft aan dat er duidelijke klassenregels zijn en 80% vindt het ook goed dat die regels er zijn. “Orde vind ik belangrijk” zegt 88% van de leerlingen, 58% geeft aan dat die orde en rust er ook meestal is (42% vindt dus dat dat niet het geval is.) 44% van de docenten en 60% van het o.o.p. zijn van mening dat een training in het omgaan met agressie wel nuttig is.
16
-
-
Laat leerlingen participeren, bijvoorbeeld door: Een leerlingenraad of klankbordgroep in te stellen Leerlingen mee te laten denken over schoolbeleid en -activiteiten, over veiligheid Mentorleerlingen te benoemen
Communiceer afspraken met partners, waar nodig, duidelijk naar leerlingen
Laat personeel (vooral o.o.p.) zich ontwikkelen en trainen op het gebied van: Klassenmanagement Omgaan met agressie Omgaan met conflicten Omgaan met risicoleerlingen
-
ZORGSTRUCTUUR 3. Er is geen zorgstructuur binnen de school
Schoolleiding: De St. Jozefmavo staat bekend om de professionele leerlingbegeleiding. De klassementor vormt de spil in de begeleiding. Zo nodig, kan hij of zij het zorgteam inschakelen. Dat bestaat uit een zorgcoördinator en twee gespecialisee4de docenten, die begeleiding bieden op leer-, sociaal- en emotioneel gebied. Zij werken aan dyslexie, faalangst, counseling en remedial teaching. Daarnaast werken zij samen met jeugdzorg, Steunpunt Onderwijs en de GGD om leerlingen die thuis of op school in de problemen komen te ondersteunen en ouders te adviseren.
17
Formeer goede zorg in de school, een social team waarin maatschappelijk werk, GGD, Jeugdzorg en andere partners vertegenwoordigd zijn Faciliteer verwijzing naar en samenwerking met zorginstellingen zoals Bureau Jeugdzorg Zorg voor een goed overzicht van timeout- en reboundvoorzieningen waarvan de school gebruik kan maken
5.4. SOCIALE DOMEIN: Veiligheid in omgang met elkaar In het sociale domein gaat het om de vraag hoe bewoners van de school met elkaar omgaan. Zijn er duidelijke gedragsregels, wordt daar de hand aan gehouden? Is er voldoende sociale binding en controle?
RISICOFACTOREN
GEACCEPTEERD GEDRAG Het is onduidelijk wat wel en niet getolereerd wordt binnen de school en in de directe omgeving van de school
RESULTATEN MVS-SCAN St. Jozefmavo
BESCHERMINGSFACTOREN
Gedragsregels De gedragsregels voor leerlingen staan vermeld in het SJM Leerlingenstatuut, dat via de website is te downloaden. Het zijn meer huisregels als „Boeken dienen vervoerd te worden in een stevige waterdichte tas, zodat de boeken niet vervormd worden.‟ dan specifieke gedragsregels. De school heeft draaiboeken in lesverwijdering, pesten en incidenten.
geval
van
rouw,
Unaniem geven docenten/o.o.p. aan dat ze de gedragsregels op school kennen en dat ze die duidelijk vinden. 92% van de leerlingen meent dat op school duidelijk is wat wel en niet mag. 96% van de leerlingen geeft aan dat ze (meestal) wel door docenten en 86% door o.o.p. worden aangesproken op „verkeerd‟ gedrag. Pestgedrag Schoolleiding: Er is een Pestprotocol; het bestaat uit een Verklaring die is ondertekend door Bestuur, Ouderraad, Leerlingenraad, Directie/personeel en MR. Zij hebben zich vastgelegd volgens de „vijfsporenaanpak‟ om pesten tegen te gaan. Van de leerlingen zegt 33% dat leerlingen op school worden gepest, 82% van hen is van mening dat pesters op school ook worden gestraft.
18
Maak draaiboeken rondom calamiteiten en incidenten binnen de school, bijvoorbeeld over pesten
Onderling respect: Schoolleiding: de school verzorgt lessen Leefstijl. Het lesprogramma Leefstijl draait in klas 1 en 2 en wordt heel soms gebruikt in klas 3 en 4.
Neem voor leerlingen leefstijl / levensvaardigheden in het lesprogramma op
Zorg dat (eerstejaars) leerlingen iedere schooldag bij mentor of vertrouwenspersoon terechtkunnen.
84% van de leerlingen geeft aan dat leraren respect hebben voor leerlingen, ook 84% meent dat leerlingen respect tonen voor leraren en 90% dat leerlingen onderling respect voor elkaar hebben. Lessen in goed gedrag zijn volgens 41% van de leerlingen (hard) nodig, 59% deelt die mening niet.
SOCIALE BINDING Sociale binding met de school ontbreekt
Schoolleiding: de sociale binding tussen leerlingen, ouders en school wordt op de SJM vorm gegeven door de gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen de verschillende aspecten van het onderwijs en door de specifieke aandacht voor buitenlesactiviteiten. Mentor De mentor vormt de spil in de begeleiding van de leerlingen. In elk leerjaar is er een speciaal mentoruur ingeroosterd. De mentor houdt zich op de hoogte van het gedrag, de studieresultaten en de motivatie. 86% van de leerlingen geeft aan bij de mentor terecht te kunnen als dat nodig is, 14% heeft dat gevoel niet. Schoolactiviteiten De SJM organiseert veel activiteiten. Hoogtepunt voor klas 1 is het Piratenproject, voor klas 2 de veldwerkweek in Haamstede en voor klas 3 de culturele outdoor week in Tsjechië. Daarnaast vinden verschillende sportieve en culturele activiteiten plaats.
19
Ook hecht de school veel belang aan het Kenya-project: SJM heeft een zusterschool in Mbita, waarvoor ze al vele jaren geld inzamelt.
Organiseer activiteiten die de verbondenheid vergroten met de school (sportevenementen, concerten, workshops, etc.) en met de omgeving van de school (adoptie van buurtprojecten, aandacht voor buitenschoolse buurtactiviteiten, etc.)
Bied mogelijkheden aan om leerlingen op te leiden tot peer mediator of tot vertrouwensleerlingen
Unaniem vinden docenten en o.o.p. dat er voldoende leuke schoolactiviteiten worden georganiseerd. Leerlingen vinden met 98% SJM een leuke school. Volgens 86% van de leerlingen organiseert de school ook leuke activiteiten. Peer mediation In het schooljaar 2005-2006 heeft het zorgteam zich georiënteerd op de invoering van conflictbemiddeling, peer mediation. Op deze wijze wil zij de leerlingen meer verantwoording geven voor hun eigen leefomgeving, overeenkomstig de strategische visie van de school. Dit schooljaar is een aantal leerlingen gekozen om te worden opgeleid tot mediator. Een vaste docent begeleidt hen en vanuit het zorgteam draait een reservebegeleidster mee. Op de vraag of oudere leerlingen de jongere helpen, bijvoorbeeld bij ruzies, antwoordt 76% van de leerlingen bevestigend. Begeleiding docenten en o.o.p. Directie: Docenten/o.o.p. worden op school goed ingewerkt en begeleid door een coach, onder meer met behulp van videotraining. Omdat SJM opleidingsschool is van de Hogeschool Rotterdam, hebben zij altijd duale studenten, die praktijkervaring opdoen. 88% docenten en 80% o.o.p. geven aan dat er goed wordt ingewerkt en begeleid, 88% docenten en 40% o.o.p. dat er regelmatig functioneringsgesprekken plaatsvinden.
20
Betrek leraren en o.o.p. bij het beleid van de school (dus ook bij het thema „veiligheid‟)
Voer binnen de afgesproken frequentie functioneringsgesprekken met docenten en o.o.p. waarin ook het thema „veiligheid‟ wordt besproken
Zorg dat nieuwe docenten en o.o.p. goed worden ingewerkt en begeleid
Alle ondervraagde docenten en 80% o.o.p. melden dat ze zich altijd serieus genomen voelen bij een gevoel van onveiligheid op school.
SOCIALE CONTROLE Sociale controle in en rondom de school Hoe consequent controleert de school op naleving van ontbreekt gedragsregels? 65% van docenten/o.o.p. ervaren de controle als „ redelijk consequent‟, 28% „zeer consequent‟ en 7% meent dat die „niet erg consequent‟ is. Niemand noemt de controle „erg inconsequent‟.
TOLERANTIE Er bestaat geen onderling vertrouwen ten aanzien van (seksuele) geaardheid of verschillende (religieuze/etnische) achtergrond
Unaniem vinden docenten/o.o.p. dat er op school (meestal) tolerantie is naar ras, seksuele geaardheid en geloof.
Zorg voor een sfeer waarin leraren in geval van incidenten het vertrouwen genieten van hun collega‟s en de schoolleiding
Controleer consequent op naleving van de gedragsregels (controle door al het schoolpersoneel, eventueel met andere toezichthoudende personen zoals politie)
Geef leerlingen een rol in het formele of informele toezichthoudende circuit
Besteed vanaf het eerste jaar aandacht aan tolerantie. Denk daarbij zowel aan vertrouwen tussen leerlingen onderling, leraren onderling als leraren-leerlingen
Stel jaarroosters zodanig samen dat tussenuren zoveel mogelijk worden vermeden
Draag zorg voor een adequate en effectieve surveillanceregeling respectievelijk opvang tijdens pauzes, tussenuren en bij uitvallende lesuren.
Zorg voor voldoende activiteiten tijdens pauzes en tussenuren
Van de leerlingen ervaart 94% op school gelijke behandeling naar ras en geloof.
PAUZES EN TUSSENUREN Er zijn te lange pauzes, te veel tussenuren Schoolleiding: Kenmerkend voor de school is dat er geen en te veel uitvallende lesuren tussenuren in de lesroosters zijn. De helft van docenten en o.o.p. meent dat er in de pauzes genoeg leuke activiteiten zijn voor de leerlingen, maar 78% van de leerlingen is het daarmee niet eens. 66% van de leerlingen vindt het lesrooster wel goed; ontevreden zijn leerlingen daar vooral over omdat ze „te laat uit‟ zijn.
21
OUDERPARTICIPATIE Er is onvoldoende ouderbetrokkenheid
Ouderparticipatie Schoolleiding: Er is een ouderraad op school. Verder kunnen ouders elke donderdag de Nieuwsbrief ontvangen per mail of ophalen bij de loge van de conciërge. 66% docenten vindt dat ouders niet nog meer betrokken zouden moeten worden bij de school, maar alle o.o.p. meent dat dat wel zou moeten. Van de leerlingen geeft bijna driekwart aan dat er geregeld contact plaatsvindt tussen de school en hun ouders.
22
Betrek ouders nadrukkelijk bij schoolse aangelegenheden, bijvoorbeeld door hen een schoolcontract te laten tekenen of voor hen lessen te organiseren Benoem een schoolcontactpersoon die de diversiteit van de leerlingen representeert
5.5. CRIMINOGENE DOMEIN: Veiligheid in alcohol, wapens, drugs enz. Het criminogene domein gaat in op aspecten die geweld en agressie oproepen. Daarbij moet worden gedacht aan bezit en gebruik van wapens, drugs en alcohol, en aan criminaliteit zoals vandalisme, diefstal en (seksuele) intimidatie. Bij incidenten doet de school altijd melding bij de politie.
RISICOFACTOREN
RESULTATEN MVS-scan St. Jozefmavo
REGISTRATIE INCIDENTEN Het is onbekend welke leerlingen wanneer Schoolleiding: Er vinden weinig incidenten plaats. In het en hoe vaak ontsporen administratiesysteem Magister worden ze geregistreerd. Alle ondervraagde docenten en 20% o.o.p. weet dat incidenten worden geregistreerd. Voor alle o.o.p. en 88% van de docenten is duidelijk waar zij incidenten kunnen melden. Driekwart van de leerlingen weet eveneens bij wie ze moeten zijn in geval van incidenten. In het afgelopen half jaar heeft de meerderheid van het o.o.p. waargenomen: scheldpartij, alcoholgebruik, binnendringen van niet-leerlingen en diefstal. Een enkele keer wordt door hen genoemd: grote mond tegen o.o.p. en drugs. De meerderheid van docenten noemt grote mond tegen docenten en scheldpartijen. Verder een enkele keer vechtpartij, (cyber)pesten, alcoholgebruik, binnendringen van niet-leerlingen en diefstal. Op vrijwel alle incidenten is actie ondernomen. Leerlingen zeggen in het afgelopen half jaar op school zelf bij de volgende activiteiten betrokken te zijn geweest: grote mond tegen leraar (47%), scheldpartij (22%), pesten, en diefstal (2%) en vechtpartij (4%), Met “bedreiging van leraar” is geen enkele leerling in aanraking geweest.
23
BESCHERMINGSFACTOREN
Ontwikkel beleid op de incidenten die in Magister zijn geregistreerd
REGELS CRIMINEEL GEDRAG Het is onduidelijk wat getolereerd wordt op het gebied van bezit en gebruik van wapens, drugs en alcohol, evenals op het gebied van criminaliteit zoals vandalisme, diefstal, en seksuele intimidatie en bedreiging
In het Leerling-statuut staat vermeld onder de titel „Veiligheid‟ dat de leerlingen en personeelsleden zich moeten gedragen naar de gegeven voorschriften betreffende de veiligheid in de school en overigens zodanig dat de veiligheid in de school zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Docenten en o.o.p. weten van regels op het gebied van alcohol en drugs en vinden die ook duidelijk. Voor 14% van hen zijn de regels rond wapenbezit en (seksuele) intimidatie niet geheel duidelijk en voor 7% ook die rond diefstal niet.
Stel duidelijke regels op over bezit en gebruik van wapens, drugs en alcohol, evenals op het gebied van diefstal, vandalisme, seksuele intimidatie en bedreiging en leef ze strikt na
Controleer en evalueer de schoolregels nauwgezet
Maak docenten én leerlingen verantwoordelijk voor controle van de schoolregels (formeel en informeel)
Maak sluitende afspraken met politie (en eventueel andere betrokkenen in de omgeving van de school) over aanpak van bezit en gebruik van wapens
Voor alle ondervraagde leerlingen zijn de regels rond alcohol duidelijk; voor 4% geldt dat niet voor regels rond drugs en voor 6% niet voor wapens. 94% zegt te worden gestraft als je wapens bij je hebt, 68% zegt dat over drugs, en 90% over alcohol. Bijna alle leerlingen (96%) vinden dat zij zich zelf (zeer) goed aan de schoolregels houden, terwijl 70% vindt dat andere leerlingen dat ook doen. Leerlingen hebben aangegeven welke activiteiten ze "heel slecht", "een beetje slecht" of "niet slecht" vinden. "Heel slecht" scoren met name het bedreigen van een leraar (96%), stelen (80%), wapenbezit (76%) en drugs (70%) en pesten (60%). “Beetje slecht” vinden leerlingen vooral een grote mond opzetten tegen een leraar (54%), spijbelen (47%), ruzie zoeken (43%) en dronken zijn (37%).
WAPENS Wapenbezit op school
Wapens worden volgens 52% van de leerlingen op school wel eens gedragen. Het gaat voornamelijk om een zakmes (35%) en boksbeugel (29%). Verder worden genoemd: stiletto, traangas, neppistool, pepperspray, stok, shotgun. Van de ondervraagde leerlingen zegt niemand zelf wel eens een wapen bij zicht te hebben.
24
ALCOHOL/DRUGS Alcohol- en drugsbezit en gebruik op school
Alcohol Alcohol wordt volgens 18% door medeleerlingen voor of tijdens schooltijd gebruikt. Van de ondervraagden gebruikt naar eigen zeggen 2% alcohol onder schooltijd.
Maak goede afspraken met partners over verkoop en controle van alcohol en drugs in de omgeving van de school (politie, horeca, winkeliers, omwonenden)
Onderneem actie ten aanzien van groepjes leerlingen die het gevoel van veiligheid op school negatief beïnvloeden.
Drugs Medeleerlingen gebruiken drugs zegt 31% van de leerlingen. 4% van de ondervraagde leerlingen zegt zelf af en toe drugs (wiet) te gebruiken.
NEGATIEVE GROEPSDRUK Negatieve groepsdruk en status
Bijna de helft van de docenten en niemand van het o.o.p. geven aan dat er groepjes op school zijn waarvan een negatieve invloed uitgaat. Echter, niemand van hen voelt zich daarbij onveilig. 16% van de leerlingen zegt dat er één groepje en 22% dat er een paar groepjes op school zijn die overlast veroorzaken. 27% geeft aan zelf soms last van dergelijke groepjes te hebben: vooral in de pauzes en in mindere mate voor/na schooltijd en tijdens de les. 12% doet soms mee aan zo'n groepje.
25