Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haag op 16 augustus 2012
Den Haag, november 2012
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
Inhoud
1
Inleiding—3
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Bevindingen inspectiebezoek—4 Opzet—4 Zorg(behandel)-/leefplan—4 Zorginhoudelijke veiligheid—6 Veiligheid wonen en verblijf—7 Voldoende en bekwaam personeel—9 Overige onderwerpen—10
3 3.1 3.2 3.3
Beschouwing en conclusie—11 Inleiding—11 Beschouwing—11 Conclusie—11
4 4.1 4.2
Te nemen maatregelen—12 Inleiding—12 Plan van aanpak—12 Bijlagen
1 2 3 4
Overzicht gebruikte documenten Overzicht van wetgeving, veldnormen en rapporten Overzicht normen per thema Toelichting op het inspectieoordeel
Pagina 2 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
1
Inleiding
Op 16 augustus 2012 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) een inspectiebezoek gebracht aan zorgwooncentrum Oldeslo (hierna: Oldeslo) te Den Haag. Oldeslo maakt onderdeel uit van de Stichting Zorggroep Oldael te Den Haag. De inspectie heeft op 16 augustus uitsluitend het zorgwooncentrum beoordeeld en niet de (Bopz) verpleegunit Facet. De verpleegunit zal op een later tijdstip in 2012 worden bezocht vanwege de specifieke zorg die hier aangeboden wordt. Ten behoeve van de medische behandeling van de cliënten op de verpleegunit Facet, werkt Oldeslo samen met een specialist ouderengeneeskunde van Respect Zorggroep uit Den Haag. Doel van dit bezoek is te beoordelen of er bij Oldeslo randvoorwaarden, praktijken of processen zijn die risicovol zijn voor de veiligheid, effectiviteit of de cliëntgerichtheid van de zorg. Om tot een verantwoord oordeel te kunnen komen heeft de inspectie: gesprekken gevoerd met de bestuurder, de locatiemanager, de specialist ouderengeneeskunde, teamleiders, verzorgenden, technische dienst en leden van de cliëntenraad; zorgplannen ingezien; een rondleiding gehad; documenten ingezien die worden genoemd in bijlage 1. De methodiek voor dit bezoek is vastgelegd in het ‘Tweede Fase Instrument programma ouderenzorg’, versie 2008. Het instrument is gebaseerd op wetgeving en de daarvan afgeleide veldnormen van de koepelorganisaties en beroepsverenigingen.1 Het instrument is opgebouwd rond de volgende thema’s: Zorg(behandel)-/leefplan; Zorginhoudelijke veiligheid; Veiligheid wonen en verblijf; Voldoende en bekwaam personeel. Achtereenvolgens komt in dit rapport het volgende aan de orde: Hoe scoort Oldeslo op de aanwezigheid van risico’s? (hoofdstuk 2); Beschouwing over de kwaliteit van Oldeslo in relatie tot de scores op de risicoaspecten (hoofdstuk 3); Welke maatregelen moet Oldeslo binnen welke termijn nemen? (hoofdstuk 4).
1 Zie bijlage 2 Pagina 3 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
2
Bevindingen inspectiebezoek
2.1
Opzet De inspectie beoordeelt Oldeslo op vier thema’s. Ieder thema bestaat uit een aantal onderwerpen. In dit hoofdstuk geeft de inspectie per onderwerp haar oordeel weer in vier gradaties: ‘geen risico’, ‘gering risico’, ‘hoog risico’ en ‘zeer hoog risico’2. Bij ieder oordeel geeft de inspectie een toelichting. Onderwerpen die niet in het instrument aan bod komen, en naar oordeel van de inspectie risicovol zijn voor de veiligheid, effectiviteit of de cliëntgerichtheid van de zorg binnen uw instelling, benoemt de inspectie in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk.
2.2
Zorg(behandel)-/leefplan
onderwerp
oordeel
geen risico
gering risico
hoog risico
zeer hoog risico
1
zorg(behandel)/-leefplansystematiek
2
individueel zorg(behandel)/-leefplan
toelichting per onderwerp 1 Zorg(behandel)/-leefplansystematiek In Oldeslo is volgens de gesprekspartners geen op schrift gestelde handleiding voor het (uniforme) gebruik van het zorg(behandel)/-leefplan. De papieren zorgdossiers zijn wel zo ingericht dat basisinformatie voor de zorgverlening kan worden ingevuld. Volgens de gesprekspartners van de inspectie, zijn medewerkers al langere tijd niet geschoold door de zorgaanbieder in het werken met zorg(behandel)leefplannen en ook worden de kennis/vaardigheden met betrekking tot dit onderwerp niet structureel getoetst. Volgens het locatiemanagement zal binnenkort een transitie plaatsvinden van het papieren dossier naar het Elektronische Cliënt Dossier (ECD). De patiëntenadministratie is volgens het management onlangs gestart met het vullen van de elektronische dossiers met informatie die van belang is voor de (financiële) bedrijfsvoering. Naast het zorgdossier wordt door de medewerkers gebruik gemaakt van een afdelingsbreed routeboekje waarin aspecten rond de ADL van de individuele cliënten praktisch zijn samengevat in een soort werkinstrument. In de zorgdossiers was een inzagebepaling opgenomen voor de contactpersoon van de cliënt. Hierop was vastgelegd wie de eerste contactpersoon is en ook dat deze persoon toestemming heeft om het dossier in te zien.
2 In bijlage 4 staat de toelichting op het inspectieoordeel. Pagina 4 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
Op de inzagebepaling worden daarnaast externe partijen (inspectie en certificerende instellingen) genoemd om ten behoeve van het externe toezicht zorginhoudelijke zaken in te zien. Er was op dit formulier geen termijn op aangegeven tot wanneer dit toestemmingsformulier geldig is. De Nota van Toelichting bij het Besluit Zorgplanbespreking AWBZ-zorg, 2 maart 2009 zegt hierover het volgende in punt 8: (citaat): “Het zorgplan, waarin de resultaten van het overleg met de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger zijn vastgelegd, speelt slechts een marginale rol in de verantwoording van de zorgaanbieder aan het zorgkantoor of de zorgverzekeraar over de geleverde zorg. De zorgverzekeraar kan, bijvoorbeeld op basis van de informatie uit de cliëntenraadpleging of de indicatoren verantwoorde zorg, vaststellen of er zorgplannen aanwezig zijn. Deze informatie kan de zorgverzekeraar gebruiken bij zijn zorginkoop. De inhoud van het zorgplan kan echter niet worden gebruikt om vast te stellen of de zorg rechtmatig is geleverd, noch op andere wijze een rol spelen bij de financiële verantwoording. Immers, zorgverzekeraars hebben geen inzagerecht in zorgplannen. Het zorgplan is, gezien het vertrouwelijke karakter van de relatie tussen zorgverlener en cliënt, niet het geëigende document om ook informatie over de verantwoording aan te ontlenen. Dat zou het zorgplan belasten met een rol die op gespannen voet kan staan met de ruimte die zorgaanbieders moeten hebben om flexibel in te spelen op de situatie en de zorgbehoefte van de cliënt”. Uit het bovenstaande citaat blijkt dat het niet de bedoeling is om informatie aan externe parijen (zoals zorgverzekeraars) te verschaffen via het zorgplan van de cliënt. Dat zou natuurlijk wel kunnen via geanonimseerde gegevens uit de meetweken. Omdat er schriftelijk beleid rond zorgplansystematiek ontbreekt in Oldeslo en er daardoor het risico bestaat dat er onvoldoende eenduidig uitvoering wordt gegeven aan het gebruik van het zorgdossier/zorgplan door de verschillende medewerkers en er daarnaast de afgelopen tijd geen structurele scholing met betrekking tot dit onderwerp is aangeboden, scoort dit onderwerp hoog risico. 2 Individueel zorg(behandel)/-leefplan In Oldeslo heeft iedere cliënt een zorgdossier met daarin een zorg(behandel)/ leefplan. De inspectie heeft een aantal zorgdossiers met daarin zorgplannen bekeken. Een aantal zorgplannen was ondertekend door de vertegenwoordiger en/of cliënt. Opvallend was dat er verschillende formats in de zorgdossiers niet ingevuld waren zoals de algemene typering van de cliënt en de vier domeinen. In de voortgangsrapportages werd lang niet altijd gerapporteerd aan de hand van de zorgproblemen en op basis van de medische voorgeschiedenis. Tot slot waren in de zorgdossiers geen actuele medicatie overzichtlijsten opgenomen conform vigerende veldnormen. 3 Mogelijk speelt de afwezigheid van scholing en beleid met betrekking tot de zorgdossiers/plannen een rol. Omdat de zorgdossiers niet volledig aansluiten bij de reële zorgbehoeften van de cliënt en daardoor niet als betrouwbaar instrument kunnen worden gebruikt bij de zorgverlening, door de zorgverlenende medewerkers, scoort dit onderwerp hoog risico.
3 “Veilige principes in de medicatieketen, verpleging- verzorging- thuiszorg”maart 2012Actiz, KNMP, NVZA, Verenso, BTN, LHV, LOC, NHG, NPCF en V&VN. Pagina 5 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
2.3
Zorginhoudelijke veiligheid
onderwerp
oordeel
geen
gering
risico
risico
hoog risico
zeer hoog risico
1
vocht en voeding
2
valpreventie
3
zorg voor cliënten met gedragsproblemen
toelichting per onderwerp 1. Vocht en voeding De zorgverlenende medewerkers in Oldeslo hebben de beschikking over redelijk actuele protocollen die gebaseerd zijn op een multidisciplinaire aanpak en op veldnormen. De medewerkers die de inspectie gesproken heeft, hebben recentelijk geen interne scholing gevolgd over vocht en voeding. Volgens sommige gesprekspartners is de tijd tussen het ontbijt en de maaltijd tussen de middag te kort waardoor er door sommige cliënten te weinig gegeten wordt tussen de middag. Bij onduidelijk gewichtsverlies bij cliënten wordt de hulp van de diëtiste ingeroepen. De inspectie scoort gering risico met betrekking tot de zorginhoudelijke veiligheid van cliënten in Oldeslo vanwege het ontbreken van cyclische scholing over het onderwerp vocht en voeding. 2. Valpreventie In Oldeslo is valpreventie geen vast onderwerp bij bewonersbesprekingen. Wel worden ten behoeve van de meetweken signaleringslijsten ingevuld. Van valincidenten worden MIC-meldingen gemaakt. Terugkoppeling van MIC-meldingen vindt volgens de gesprekspartners niet of nauwelijks plaats naar de melders. De gesprekspartners hebben recentelijk geen scholing aangeboden gekregen en/of gevolgd. Valincidenten vormen een belangrijk geriatrisch probleem. Ouderen in en buiten zorginstellingen vallen vaak, regelmatig met verregaande gevolgen. Valpartijen leiden vaak tot ernstig letsel, zoals een (heup)fractuur. Daarnaast hebben de gevolgen van valincidenten veelal een negatief effect op de kwaliteit van leven. Wetenschappelijk is aangetoond dat de kans dat een oudere overlijdt na een dergelijke val relatief groot is. Vooral bij cliënten met psychogeriatrische problematiek is het valrisico groot. Een reductie van het aantal valincidenten is daarom noodzakelijk en ook mogelijk. Een vigerende veldnorm is (Kwaliteitskader) dat zorgorganisaties een valpreventiebeleid dienen te hanteren en dat er bij individueel gerichte zorgplanbesprekingen nadrukkelijk aandacht moet zijn voor een dergelijk belangrijk zorginhoudelijke aspect als preventie van valincidenten. De inspectie scoort hoog risico met betrekking tot de zorginhoudelijke veiligheid van cliënten in Oldeslo vanwege het ontbreken van cyclische scholing en het ontbreken van preventieve aandacht in bewonersbesprekingen voor het onderwerp vallen.
Pagina 6 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
3 Zorg voor cliënten met gedragsproblemen Oldeslo heeft net als andere woonzorgcentra te maken met een toename van psychogeriatrische problematiek onder de cliëntenpopulatie. Ten behoeve van de zorg aan deze cliënten heeft Oldeslo een aantal protocollen rond cognitieve problemen en een richtlijn over probleemgedrag beschikbaar. Volgens het management is onlangs een klinische les aangeboden. Voor de cliënten uit het zorgwooncentrum is de huisarts medisch behandelaar bij lichamelijke gezondheidsproblemen en bij gedragsproblematiek. Ondersteuning van de psycholoog of andere professionals op dit gebied is niet gebruikelijk. De inspectie scoort hoog risico met betrekking tot de zorginhoudelijke veiligheid van cliënten met gedragsproblematiek vanwege het ontbreken van consultatie en inzet van gedragsdeskundigen en vanwege het ontbreken van structurele scholing over dit onderwerp terwijl gedragsproblematiek in toenemende mate voorkomt onder de cliëntenpopulatie in Oldeslo.
2.4
Veiligheid wonen en verblijf
onderwerp
1
veilig wonen
2
veiligheid materiaal en hulpmiddelen
oordeel
geen
gering
risico
risico
hoog risico
zeer hoog risico
toelichting per onderwerp 1 Veilig wonen Sinds juli 2012 is de receptie van Oldeslo vanaf 17.00 uur onbemand. De cliëntenraad betreurt dit besluit omdat zij van mening is dat een (bemande) receptie een positieve uitstraling heeft op Oldeslo. Daarnaast draagt een bemande receptie volgens de raad bij aan een zekere klantvriendelijkheid mede doordat de receptie zorg draagt voor een goede telefonische bereikbaarheid. Tot slot is zij van mening dat dit ook een positief effect heeft op de veiligheid van cliënten die eigenlijk niet meer zelfstandig naar buiten kunnen maar dit toch nog graag willen en soms ook nog blijken te doen. De receptie vervult hierin een signalerende rol. De bestuurder heeft aan deze informatie toegevoegd dat de telefonie in Oldeslo is geregeld via een meerkeuzemenu. Familie en cliënten hebben nu allen de beschikking over een “druppel”waarmee zij Oldeslo in kunnen. Bezoekers en familie die niet over een dergelijke “druppel” beschikken, kunnen het pand in door aan te bellen. Deze bel komt binnen op de Dect-telefoon van zorgverlenende medewerkers. Oldeslo beschikt hiervoor over een spreek/luisterverbinding. In Oldeslo hebben de cliënten de beschikking over een gebruikersvriendelijk systeem van alarmering. Veel cliënten gebruiken een halsalarm. In Oldeslo is aandacht voor brandpreventie. Volgens de technische dienst vindt jaarlijks een BHV-training en oefening plaats. Pagina 7 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
Oldeslo is van oorsprong een verzorgingshuis. In bouwkundig opzicht zouden aanpassingen moeten worden doorgevoerd om het tot een veilig onderkomen voor cliënten met hogere ZZP’s met cognitieve problemen te maken. Tijdens de rondgang die de inspectie over de derde etage op de verpleegunit (Facet) kreeg (rond 15.00 uur), trof de inspectie open balkondeuren aan. Eén van de deuren stond op de haak doordat de slang van de Airco naar buiten werd geleid. Toezicht was niet aanwezig terwijl er drie (onrustige) cliënten met cognitieve problemen in de huiskamer aanwezig waren. Volgens de gesprekspartners was er op dat moment even geen toezicht door wisseling van de verschillende diensten. Een aantal gesprekspartners heeft aan de inspectie aangegeven dat het toezicht op de huiskamers ten gevolge van een krappe bezetting niet altijd adequaat geregeld is. Vanwege het ontbreken van adequaat toezicht in de nabijheid van de huiskamers terwijl de doelgroep cliënten dit wel vereist, scoort de inspectie hoog risico. 2 Veiligheid materiaal en hulpmiddelen Een aantal hulpmiddelen worden jaarlijkse gecontroleerd en onderhouden door de verschillende leveranciers (bedden en tilliften). De technische dienst is niet betrokken bij het jaarlijkse onderhoud van meer zorggerelateerde hulpmiddelen als bloedglucosemeters, bloeddrukmeters, weegschalen en thermometers van koelkasten voor geneesmiddelen. Het preventieve onderhoud van deze materialen valt volgens de technische dienst onder de afdeling zorg. Volgens de gesprekspartners was de MIC-commissie al geruime tijd in ruste. Volgens de gesprekspartners zou deze commissie binnenkort weer bij elkaar komen. De technische dienst is niet formeel betrokken bij de MIC-commissie. Vanwege het ontbreken van een totaaloverzicht voor preventief en correctief onderhoud en controle van medische hulpmiddelen en het ontbreken van een effectief intern veiligheidssysteem waarin meldingen van (bijna) incidenten worden geanalyseerd en waarvan op basis van deze analyses verbetermaatregelen worden genomen, scoort de inspectie gering risico.
Pagina 8 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
2.5
Voldoende en bekwaam personeel
onderwerp
1
personele inzet afgestemd op doelgroep
2
professionele kwaliteit van de medewerkers
oordeel
geen
gering
risico
risico
hoog risico
zeer hoog risico
toelichting per onderwerp 1 Personele inzet afgestemd op doelgroep Volgens het management van Oldeslo zijn er een aantal openstaande vacatures voor verzorgenden kwalificatieniveau 3. In Oldeslo zijn volgens de bestuurder 7.52 FTE verpleegkundigen in aangesteld. Echter de 7x24 uur beschikbaarheid en bereikbaarheid verpleegkundigen, met name buiten de kantooruren, is niet volledig afgedekt en voldoet daardoor niet aan de normen voor verantwoorde zorg. De medische behandeling wordt in Oldeslo geleverd door een vijftiental huisartsen. Twee ervan houden structureel spreekuur in Oldeslo. Ten gevolge van de toegenomen zorgvraag en de daarbij behorende hogere ZZP’s, vindt in Oldeslo een transitie van “verzorgingshuiszorg” naar “verpleeghuiszorg” plaats. De hierbij behorende deskundigheid van zorgverlenende medewerkers en de inzet van (para)medici is hier nog niet voldoende op afgestemd. Zorgverlenende medewerkers van Oldeslo zouden een meer signalerende rol moeten krijgen naar de (para)medici. Ten behoeve van deze veranderende rol zouden zij door Oldeslo moeten worden gefaciliteerd door op maat toegesneden scholing aangeboden te krijgen. Omdat de inzet van een multidisciplinaire aanpak voor cliënten met een hoger ZZP nog moet worden uitgewerkt, terwijl er al wel een forse toename van deze cliënten is, scoort de inspectie hoog risico. 2 Professionele kwaliteit van de medewerkers De inspectie heeft tijdens de gesprekken met de zorgverlenende medewerkers de indruk gekregen dat de medewerkers hun taken en verantwoordelijkheden serieus nemen en kwalitatieve goede zorg aan cliënten willen bieden. Scholing over zorginhoudelijke onderwerpen decubitus, vocht en voeding, valpreventie, infectiepreventie, incontinentie en gedragsproblematiek is de afgelopen periode niet tot nauwelijks aangeboden in Oldeslo. Het BIG-beleid in Oldeslo moet nog verder worden uitgewerkt zodat zorgverlenende medewerkers structureel en cyclisch geschoold in voorbehouden en risicovolle handelingen in het kader van de Wet BIG. Vanwege het ontbreken van voldoende aandacht voor structurele scholing van zorggerelateerde aspecten, scoort de inspectie hoog risico.
Pagina 9 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
2.6
Overige onderwerpen
onderwerp
oordeel
1
Nader onderzoek volgt op korte termijn tijdens een specifiek Bopz inspectiebezoek
Afdeling Facet (Bopz-verpleegunit)
toelichting per onderwerp 1 Afdeling Facet (Bopz-verpleegunit) Afdeling Facet op de 3e etage in Oldeslo kent een geheel eigen dynamiek. Er wordt ten behoeve van deze verpleegunit samengewerkt met Respect Zorggroep. Voor de (medische) behandeling worden de specialist oudergeneeskunde en overige paramedici van deze samenwerkingspartner ingezet. De individuele zorgdossiers zijn elektronisch naar model (Unit 4) van Respect Zorggroep. Vanwege deze specifieke zorg, die afwijkt van de gangbare werkwijzen in Oldeslo, zal de inspectie op korte termijn een Bopz-bezoek brengen aan deze verpleegunit.
Pagina 10 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
3
Beschouwing en conclusie
3.1
Inleiding In het vorige hoofdstuk heeft u kunnen lezen hoe de inspectie op de vier thema’s oordeelt over Oldeslo. Dit hoofdstuk heeft een meer beschouwend en concluderend karakter. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk beschrijft de inspectie haar conclusie.
3.2
Beschouwing Veranderende cliëntenpopulatie in Oldeslo vraagt om andere randvoorwaarden Tijdens het inspectiebezoek aan Oldeslo is gebleken dat er in het zorgwooncentrum de afgelopen tijd een toename van cliënten met hogere ZZP’s heeft plaatsgevonden. Ten gevolge van de toename van deze hogere ZZP’s en de daarbij behorende toegenomen zorgvraag vindt in Oldeslo een transitie van “verzorgingshuiszorg” naar “verpleeghuiszorg” plaats. De inspectie heeft de indruk dat de deskundigheid van zorgverlenende medewerkers en de inzet van (para)medici hier niet voldoende op afgestemd zijn. Ten behoeve van deze veranderingen zouden de medewerkers uit Oldeslo moeten worden gefaciliteerd door een op maat toegesneden scholing aangeboden te krijgen. Verder valt te overwegen om nieuwe medewerkers aan te trekken met een hoger kwalificatieniveau en met op deze doelgroepen toegesneden praktijkervaring. Bouwkundige omstandigheden vragen om in- en uitsluitingscriteria van cliëntenpopulatie De afgelopen tijd hebben zich in Oldeslo een aantal incidenten met cliënten voorgedaan die voor een deel toe te schrijven zijn aan de bouwkundige omstandigheden van Oldeslo. Om die reden is het vanwege de patiëntveiligheid van belang dat zolang er geen bouwkundige aanpassingen zijn gedaan aan het pand, er duidelijke in- en uitsluitingscriteria worden opgesteld en deze te gebruiken bij het selecteren van cliënten voordat zij hun intrek nemen in Oldeslo.
3.3
Conclusie Op basis van de bevindingen in hoofdstuk 2 en de beschouwing in dit hoofdstuk concludeert de inspectie dat binnen Oldeslo randvoorwaarden, praktijken of processen zijn die risicovol zijn voor de veiligheid, effectiviteit of de cliëntgerichtheid van de zorg. Om de risico’s te beperken wordt van u verwacht dat u maatregelen neemt. In hoofdstuk 4 staan de te nemen maatregelen.
Pagina 11 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
4
Te nemen maatregelen
4.1
Inleiding In de vorige twee hoofdstukken heeft de inspectie haar oordeel gegeven per onderwerp en een beschouwing over het geheel. Dat alles overziende geeft de inspectie in dit hoofdstuk aan wat zij van u verwacht.
4.2
Plan van aanpak De inspectie verwacht uiterlijk 1 december 2012 een plan van aanpak voor in ieder geval de onderwerpen waar een oordeel in de categorie ‘gering’ of ‘ hoog’ wordt gegeven. In een plan van aanpak staat in elk geval per onderwerp helder omschreven: welk onderwerp het betreft; welke resultaten u wilt bereiken (doel, beoogde effecten); wat hiervoor nodig is (activiteiten); hoe u gaat implementeren; hoe u de resultaten gaat monitoren; wie waarvoor verantwoordelijk is; wanneer is of wordt begonnen en wanneer wordt afgerond (planning). Nadat de inspectie het plan van aanpak heeft ontvangen, ontvangt u binnen vier weken een reactie.
Pagina 12 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
Bijlage 1 Overzicht gebruikte documenten
De onderstaande documenten van uw instelling zijn door de inspecteur gebruikt bij het uitvoeren van het inspectiebezoek en het opstellen van dit rapport. De inspectie heeft de documenten niet in totaliteit beoordeeld, maar op specifieke onderwerpen doorgenomen. Jaarplan 2012, locatie Oldeslo; Kaderbrief Stichting Oldael 2012, 11 november 2011; Strategisch beleidsplan Stichting Oldael 2010-2013; Organogram Stichting Zorggroep Oldael, 22 juli 2010; Kwaliteitsbeleid, Stichting Oldael,13-06-2003; Zorgvisie, Stichting Zorggroep Oldael, 10-12-2009; Beleid: Meldingen incidenten clienten (MIC), december 2010; Beleid: decubitusbeleid zorg en registratie, november 2009; Werkinstructie: Decubituspreventie, november 2009; Werkinstructie: verzorging Decubitus stadium I en II en III en IV, november 2009; Informatiefolder: decubitus voor clienten en contactpersonen, februari 2010; Beleid: Vocht en voeding, november 2009; Werkinstructie: Vocht en voeding, november 2009; Procedure: valpreventiebeleid, november 2010; Procedure: risico-inventarisatie valincidentie, november 2010; Format: Persoonlijke risico-inventarisatie valincidentie Stichting Zorggroep Oldael; Richtlijn probleemgedrag, november 2010; Inventarisatie en observatie van probleemgedrag; Werkinstructie: verzorging bij urinelozing en stoelgang, WIP, september 2004; Richtlijn: Veiligheid huiskamers-PG bewoners, 15-11-2007; Concept protocol: alarmering; Interne klachtenregeling, stichting Zorggroep Oldael, 13 juni 2008; Zes zorgdossiers.
Pagina 13 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
Bijlage 2 Overzicht wetten, veldnormen en rapporten
Het instrument is gebaseerd op wetgeving en de daarvan afgeleide veldnormen van de koepelorganisaties en beroepsverenigingen, waarvan de belangrijksten hieronder worden genoemd. Wetgeving: Kwaliteitswet zorginstellingen Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst: Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek Wet klachtrecht cliënten zorgsector Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen Veldnormen en rapporten: Kwaliteitskader Verantwoorde zorg, Stuurgroep Verantwoorde zorg 2007 Op weg naar normen voor Verantwoorde zorg, Stuurgroep Verantwoorde zorg 2005 Richtlijn decubitus 2de herziening, CBO 2002 Samenwerking en logistiek rond decubitus, Tripartiete multidisciplinaire richtlijn, Salode 2003 (NVVA, Arcares, Sting, AVVV, NPCP) Richtlijn preventie van valincidenten bij ouderen, CBO 2004 Multidisciplinaire richtlijn verantwoorde vocht- en voedselvoorziening voor verpleeghuisgeïndiceerden, Arcares 2001 De kwestie voedsel en vocht, handreikingen voor zorgsituaties waarin eten, drinken en kunstmatige voeding een rol spelen, AVVV 2006 Richtlijn slikproblemen, NVVA 2001 Kwaliteitsborging in verpleeghuizen en verzorgingshuizen nader bekeken, IGZ 2005
Pagina 14 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
Bijlage 3 Overzicht normen per thema
1. Zorg(behandel)-/leefplan norm Ieder cliënt heeft een zorg(behandel)-/leefplan dat: in samenspraak met de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger tot stand is gekomen en zichtbaar de instemming heeft van de cliënt; invulling geeft aan de vier domeinen: lichamelijk welbevinden en gezondheid, woon- en leefomstandigheden, participatie en mentaal welbevinden; een beeld geeft van de gezondheidssituatie, prognoses, gezondheidsrisico’s en eventuele professionele maatregelen; duidelijk vermeldt welke zorg de cliënt krijgt, met welk doel en op welk tijdstip; zichtbaar in samenspraak met de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger minstens twee keer per jaar (of vaker als de cliënt dat wil en/of als de zorgbehoefte wijzigt) wordt geëvalueerd en eventueel bijgesteld (ook vaker voor revalidanten); duidelijk elke eventuele wijziging vermeldt. Aanwijsbaar is dat: bij de totstandkoming van het plan zoveel mogelijk rekening is gehouden met wensen en behoeften van de cliënt; bij het overleg over het zorg(behandel)-leefplan de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger op zo’n manier ondersteuning wordt geboden dat deze de overleggen goed kan voeren. Voor Bopz-aangemerkte instellingen of afdelingen/units moeten de zorg(behandel)/leefplannen voldoen aan de eisen van de Wet Bopz. 2. Zorginhoudelijke veiligheid norm De cliënt mag rekenen op adequate gezondheidsbescherming en -bevordering. Adequate gezondheidsbescherming en -bevordering houdt in dat er sprake is van: tijdige herkenning van gezondheidsrisico's; een zorgvuldig gekozen evenwicht tussen goed vaktechnisch handelen en de wensen en voorkeuren van de cliënt/vertegenwoordiger bij de toepassing van tenminste: decubituspreventie en -behandeling; adequate verzorging inzake vocht- en voedselvoorziening; valpreventie; verantwoord medicijngebruik; preventie en behandeling van infecties; minimale vrijheidsbeperkende maatregelen; passende aandacht en adequate zorg voor individuele gezondheidsklachten en pijn; passende aandacht voor individuele beperkingen en mogelijkheden; snelle beschikbaarheid en adequaat en veilig gebruik van hulpmiddelen (zie verder veiligheid wonen/verblijf). Medewerkers passen richtlijnen en protocollen toe die gebaseerd zijn op actuele kennis volgens professionele, algemeen aanvaarde standaarden. Dit geldt ten minste voor de volgende risicovolle onderwerpen: decubitus, vocht en voedsel, valpreventie, farmaceutische zorg en toiletgang en incontinentie. Pagina 15 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
Per onderwerp worden landelijke, zo mogelijk multidisciplinair vastgestelde richtlijnen gebruikt: 1
decubituspreventie en -
Landelijke multidisciplinaire richtlijn Decubitus preventie en
behandeling
behandeling, V&VN 2011, geautoriseerd door ondermeer Verenso. Decubitus, tweede herziening, CBO 2002 Samenwerking en logistiek rond decubitus, Solade 2003: Tripartiete multidisciplinaire richtlijn (NVVA, Arcares, Sting, AVVV, NPCP)
2
adequate verzorging van
Multidisciplinaire richtlijn verantwoorde vocht en
vocht en voeding
voedingvoorziening voor verpleeghuisgeïndiceerden, Arcares 2001 De kwestie voedsel en vocht, handreikingen voor zorgsituaties waarin in eten, drinken en kunstmatige voeding een rol spelen, AVVV 2006 Richtlijn slikproblemen, NVVA 2001
3
valpreventie
Richtlijn preventie van valincidenten bij ouderen, CBO 2004 Samenvatting Preventie van valincidenten bij ouderen (valkaart), CBO 2004
5
adequate diagnostiek en
Richtlijn Urine-incontinentie bij kwetsbare ouderen, V&VN 2010,
behandeling bij
geautoriseerd door ondermeer Verenso.
incontinentie
Verantwoorde zorg bij toiletgang en incontinentie, VU Amsterdam/ ActiZ / Sting 2006
6
zorg voor cliënten met
Richtlijn probleemgedrag, NVVA 2002
gedragsproblemen
3. Veiligheid wonen en verblijf norm Met het oog op de veiligheid is er sprake van: een goed functionerend en gebruiksvriendelijk systeem van alarmering en alarmopvolging; brand/inbraak- en calamiteitenpreventie; adequaat toezicht. De zorgorganisatie voorziet in een gericht preventiebeleid op het gebied van veiligheid. Daarbij gaat het in ieder geval om toezicht, alarmopvolging en veiligheid van hulpmiddelen en materialen. CR heeft adviesrecht op het algemene beleid op het gebied van veiligheid (Wet medezeggenschap, art. 4 lid i ). De maatregelen op het gebied van veilig wonen dienen dan ook te worden voorgelegd aan de cliëntenraad. Met het oog op de veiligheid is er sprake van deugdelijk en adequaat gebruik van inventaris/hulpmiddelen zoals bedden, bedhekken en tilliften.
Pagina 16 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
4. Voldoende en bekwaam personeel norm De zorgorganisatie voorziet in voldoende personeel en een passende verantwoordelijkheidstoedeling, passend bij het cliëntenbestand. Er is in de organisatorische eenheid voor cliënten met een indicatie verblijf en verpleging of behandeling wel/niet 7 x 24 uur een verpleegkundige binnen 10 minuten ter plaatse. Er is in de organisatorische eenheid voor cliënten met een indicatie verblijf en verpleging of behandeling wel/niet een arts bereikbaar en oproepbaar. Deze arts reageert binnen 10 minuten en is binnen 30 minuten ter plaatse. In een verpleeghuis betreft dit een verpleeghuisarts. In een verzorgingshuis betreft dit een gekwalificeerde arts. Op de verpleegunit in een verzorginghuis geldt dat de gekwalificeerde arts ondersteund wordt door een verpleeghuisarts via een achterwachtconstructie. Voor het overige is het aan de instelling om aan te geven wat een verantwoorde personeelsformatie is. Uitgangspunt daarbij is dat er rekening wordt gehouden met de zorgzwaarte en de verschillende populaties. bronnen Visiedocument: Op weg naar normen voor Verantwoorde zorg, een ontwikkelingsmodel voor verpleeg- en verzorgingshuizen opgesteld door organisaties van cliënten, aanbieders, beroepsgroepen: Arcares, AVVV, LOC, NVVA, Sting, in afstemming met IGZ, VWS en ZN, juni 2005. Toetsingskader voor Verantwoorde Zorg, Een operationalisatie van het Visiedocument op weg naar normen voor Verantwoorde zorg in een indicatorenset en een sturingsmodel voor de V&V, november 2005. Kwaliteitskader Verantwoorde zorg, 2010.
Pagina 17 van 18
Rapport van het inspectiebezoek aan zorgwooncentrum Oldeslo te Den Haagop 16 augustus 2012 Den Haag, november 2012
Bijlage 4 Toelichting op het inspectieoordeel
Oordeel
Definitie
Mogelijke
Acties
Noot
consequenties Zeer hoog
(Rand-)voorwaarden,
Ernstige gezond-
Onmiddellijke actie van
Een patroon van
risico
praktijken of processen
heidsschade voor de
zorgaanbieder/
(rand)-voorwaarden,
die een ernstige
cliënt is zeer reëel of
beroepsbeoefenaar/
praktijken of processen
bedreiging vormen
heeft al
bedrijf is nodig. De
die ieder apart als
voor de veiligheid,
plaatsgevonden.
inspectie controleert
‘hoog risico’ beoordeeld
effectiviteit en/of de
dit.
worden, kan als ‘zeer
cliëntgerichtheid.
Wanneer geen of
hoog risico’ beoordeeld
onvoldoende actie, dan
worden.
direct naar fase 3, repressief toezicht: aanwijzing, bevel, boete, inbeslagname. Hoog risico
(Rand-)voorwaarden,
Gezondheidsschade
Actie van
Een patroon van (rand-
praktijken of processen
voor de cliënt is reëel
zorgaanbieder/
)voorwaarden,
die een bedreiging
of heeft al
beroepsbeoefenaar/
praktijken of processen
kunnen vormen voor
plaatsgevonden.
bedrijf is op korte
die ieder apart als
de veiligheid,
termijn nodig.
‘gering risico’
effectiviteit en/of de
Inspectie geeft
beoordeeld worden,
cliëntgerichtheid.
termijnen aan.
kan als ‘hoog risico’
Wanneer geen of
beoordeeld worden.
onvoldoende actie volgt, stelt inspectie verscherpt toezicht in. Gering risico
(Rand-)voorwaarden,
Geen directe
Actie van zorg-
Veel kleine
praktijken of processen
gezondheidsschade
aanbieder/ beroeps-
opmerkingen die ieder
die afwijken van de
voor de cliënt.
beoefenaar/ bedrijf is
apart als ‘geen risico’
norm, maar die niet
nodig. Deze geeft de
beoordeeld worden,
direct een bedreiging
verbetering aan in een
kunnen samen wijzen
vormen voor de
plan van aanpak.
op een bedreiging van
veiligheid, effectiviteit
Wanneer geen of
de veiligheid,
en/of de cliëntgericht-
onvoldoende actie
effectiviteit of
heid.
wordt ondernomen,
cliëntgerichtheid. In
volgt na rappel
dat geval kan de
mogelijk verscherpt
situatie toch als ‘gering
toezicht.
risico’ beoordeeld worden.
Geen risico
De inspectie
Er is vrijwel geen
constateert geen
sprake van mogelijke
categorie ‘geen risico’
(rand-)voorwaarden,
gezondheidsschade
kan ook positief zijn.
praktijken of processen
voor de cliënt.
die afwijken van de norm.
Pagina 18 van 18
Geen actie nodig.
Een opmerking in de