Rapport nr. 633, december 2013
Drs. Joris Kregting
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Inleiding en bronnen Katholieken Normen en waarden en de kerk Het gebruik van voorbehoedsmiddelen Huwelijk en samenwonen van homoseksuelen Echtscheiding
7 8 9 10 11 13
3
In opdracht van de Catherina van Siena Stichting en John Wijngaards Onderzoekscentrum Kerk van Morgen beschrijft het Kaski in dit rapport op basis van secundaire analyse van surveys als God in Nederland en SOCON de ethische waarden van katholieken rond het gezin. Katholieken vormen momenteel ruim een kwart van de Nederlandse bevolking. Nederlanders die katholiek zijn gedoopt maar zich inmiddels geen katholiek meer beschouwen, zijn hierbij inbegrepen. Dit zijn zogenoemde cultuur-katholieken, zij vormen bijna 15% van de bevolking. Van de Nederlanders die zich wel katholiek beschouwen, gaat een deel nog frequent naar de kerk (kern-katholieken, zij vormen bijna 5% van de bevolking) en een deel niet (rand-katholieken, ongeveer 10% van de bevolking). Voordat we ingaan op de gezinswaarden van de katholieken, kijken we eerst naar de impact van hun geloof en hun kerk op hun normen en waarden in het algemeen. De helft van de katholieken vindt dat de standpunten van de Katholieke Kerk niet meer van deze tijd zijn. Dit is vergelijkbaar met de Nederlandse bevolking. Onder cultuur-katholieken vindt zelfs 70% dit, onder rand-katholieken is dit ruim de helft en van de kern-katholieken nog altijd 40%. Hiertegenover staat het grote belang van geloof (in vergelijking met de kerk): Veel kern- en ook rand-katholieken vinden dat als niemand meer in God gelooft, de Nederlandse moraal wordt bedreigd. Ruim dertig jaar geleden (1979) vond een klein deel van de katholieken (7%) dat de kerk het gebruik van voorbehoedsmiddelen moet afwijzen. Bijna 30% van de katholieken vond dat de kerk dit gebruik moet aanvaarden en de rest, tweederde, vond dat de kerk hierover helemaal geen uitspraken moet doen. In 2006 is het kleine deel dat vond dat de kerk het gebruik van voorbehoedsmiddelen moet afwijzen, nagenoeg verdwenen. Nog steeds vindt ongeveer tweederde van de katholieken dat de kerk zich hier niet over moet uitspreken (zonder dat precies duidelijk is of men persoonlijk voor of tegen is), de rest vindt dat het moet worden aanvaard. Dit is vergelijkbaar met de Nederlandse bevolking. Er is onder katholieken inmiddels een volledige acceptatie van echtparen die bewust kinderloos willen blijven. Ook omtrent homoseksualiteit vond in 1979 een klein deel van de katholieken (8%) dat de kerk dit moet afwijzen. Bijna 20% vond dat de kerk dit moet aanvaarden en veruit de meeste katholieken (driekwart) vonden dat de kerk hierover geen uitspra-
5
ken moet doen. In 2006 is de groep die vindt dat de kerk zich afwijzend moet opstellen, nagenoeg verdwenen en vinden katholieken dat homoseksualiteit door de kerk moet worden aanvaard (bijna een kwart) of dat de kerk hierover geen uitspraken moet doen. Ook deze houding is weer vergelijkbaar met die van de hele Nederlandse bevolking. Het is uit het survey waaruit deze gegevens naar voren komen (God in Nederland), niet duidelijk in welke mate de grote groep katholieken die vindt dat de kerk geen uitspraken moet doen over homoseksualiteit, dit zelf nu goed- of afkeurt. Uit ander onderzoek blijkt dat (in 2010) bijna alle katholieken vinden dat homoseksuelen en lesbiennes vrij zijn om te leven zoals ze willen. Wanneer (in 2008) specifiek gevraagd wordt naar het homohuwelijk is er een kleine groep katholieken van 10% die dit geen goede zaak vindt. Dit is vergelijkbaar met de Nederlandse bevolking. En het adopteren van kinderen door homoseksuele paren vindt 20% van de katholieken geen goede zaak, weer vergelijkbaar met de Nederlandse bevolking. Bij het homohuwelijk is de weerstand onder kern-katholieken groter (20%) dan bij rand- en cultuurkatholieken (in beide groepen is ruim 5% tegen). Bij de adoptie van een kind door homoseksuele paren zijn de verschillen kleiner: 30% van de kern-katholieken is tegen, een kwart van de rand-katholieken en bijna 15% van de cultuurkatholieken. Wat betreft echtscheiding is er bij de katholieken in de afgelopen dertig jaar vooral een toename waarneembaar van het aandeel dat vindt dat de kerk hierover geen uitspraken moet doen: van ruim 55% in 1979 tot driekwart in 2006 uitspreken (zonder dat precies duidelijk is of men persoonlijk voor of tegen is). Het kleine aandeel van de katholieken dat in 1979 vond dat de kerk echtscheiding moet afwijzen (bijna 10%) is in 2006 nagenoeg verdwenen. Kern-katholieken kennen een ambivalente ontwikkeling omtrent hun houding ten opzichte van de kerk en echtscheiding. Waar in 1996 het aandeel kern-katholieken dat vond dat de kerk dit moet afwijzen grotendeels was verdwenen, was die in 2006 weer vergelijkbaar met die in 1979 (bijna 20% vindt dat de kerk tegen echtscheiding moet zijn). Ook uit ander onderzoek, uit 2008, blijkt dat de acceptatie van echtscheiding door kern-katholieken lager is dan die van de andere groepen katholieken en de Nederlandse bevolking in zijn geheel. Concluderend, wat betreft het gebruik van voorbehoedsmiddelen, homoseksualiteit en echtscheiding zijn katholieken vergelijkbaar met de hele Nederlandse bevolking en is er vooral bij rand- en cultuur-katholieken een grote mate van acceptatie. Alleen bij kern-katholieken is er wat meer weerstand tegen het homohuwelijk en tegen echtscheiding.
6
In opdracht van de Catherina van Siena Stichting John Wijngaards Onderzoekscentrum Kerk van Morgen beschrijft het Kaski in dit rapport op basis van secundaire analyse van wetenschappelijke surveys de ethische waarden van katholieken rond het gezin. Meer specifiek betreft het de houding van katholieken ten aanzien van: Het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Het huwelijk en samenwonen van homoseksuelen. Echtscheiding en hertrouwen, en ter communie gaan. Over dit laatste onderwerp zijn alleen gegevens gevonden over echtscheiding. Over hertrouwen en of men dan ter communie mag gaan, zijn geen gegevens gevonden. Vijf wetenschappelijke surveys, ieder representatief voor de Nederlandse bevolking, zijn geraadpleegd: God in Nederland (GIN) uit 1966, 1979, 1996 en 2006. Sociaal-Culturele Ontwikkelingen in Nederland (SOCON) uit 1979, 1985, 1990, 1995, 2000, 2005 en 2011. European Social Survey (ESS) uit 2010. European Values Study (EVS) uit 2008. Culturele Veranderingen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (CV) uit 2008.
7
Op basis van het kerklidmaatschap1, kerkgang2 en het kerklidmaatschap in het verleden3 komen we tot drie groepen katholieken: Kern-katholieken: Zij beschouwen zich lid van de Rooms-Katholieke Kerk en bezoeken regelmatig een kerkelijke viering of dienst. Rand-katholieken: Zij beschouwen zich lid van de Rooms-Katholieke Kerk maar bezoeken nooit of bijna nooit een kerkelijke viering of dienst. Cultuur-katholieken: Zij beschouwen zich geen lid meer van de Rooms-Katholieke Kerk maar waren dit in het verleden wel, zij zijn katholiek gedoopt. Samen vormen deze drie groepen ‘katholieken totaal’. Het aantal katholieken in de surveys loopt uiteen van 296 (SOCON 2011) tot 1.224 (SOCON 1985). In de drie groepen is het aantal katholieken steeds minimaal 50, met uitzondering van de kern-katholieken in SOCON 2011 (n=48). Figuur 2.1
Ontwikkeling katholieken 1966-2011 (als deel van de Nederlandse bevolking; GIN 1966-2006 en SOCON 2011)
40 35 31
30 25 20 15 10 5
5
14
cultuurkatholieken
10
randkatholieken
3 4 0 1966 1971 1976 1981 1986 1991 1996 2001 2006 2011
kernkatholieken
1
Het lidmaatschap van de Rooms-Katholieke Kerk is in de surveys steeds bevraagd via de twee-trapsvraag: Beschouwt u zichzelf als lid van een christelijke kerk of religieuze gemeenschap? En zo ja, welke is dat (Rooms-Katholieke Kerk)?
2
Bij het bezoek van kerkelijke vieringen en diensten wordt vanuit de surveys minimaal één keer per maand als regelmatig bestempeld en minder dan één keer per maand als nooit of bijna nooit. Een uitzondering is het survey God in Nederland waarin geen concrete frequentie wordt bevraagd. Het antwoord ‘regelmatig’ staat hier tegenover de rest (‘soms’, ‘een hoogst enkele keer’ en nooit).
3
Hiervoor zijn ook steeds de twee-trapsvraag gebruikt: Bent u in een bepaald geloof grootgebracht (of opgevoed) of bent u in het verleden lid geweest van een christelijke kerk of religieuze gemeenschap? En zo ja, welke was dat (Rooms-Katholieke Kerk)?
8
! Figuur 2.2
Stelling: de standpunten van de kerk gaan vandaag de dag nog op (in %; SOCON 2011) (helemaal) eens
neutraal
(helemaal) oneens
100% 80%
46
41
21
28
24
33
31
21
16 14
katholieken totaal
Nederlandse kerkleden
kernkatholieken
randkatholieken
cultuurkatholieken
49
53
60% 40%
27
20% 0%
Figuur 2.3
(helemaal) eens
neutraal 19
40
46
60% 40% 20% 0%
48
16
22
18
44
32
34
41
(helemaal) oneens 4 13
33
13
28 64
10
96
06
96
68
83
20
62
41
06
Nederlanders
55
27
18
21
40
15
katholieken totaal
Figuur 2.4
26
Stelling: als niemand meer in God gelooft, wordt de moraal bedreigd (in %; GIN 1996 en 2006)
100% 80%
70
96
06
96
kern-katholieken
06
96
25 06
rand-katholieken cultuur-katholieken
Stelling: In een huwelijk is het belangrijk om hetzelfde religieuze geloof aan te hangen (in %; EVS 2008) zeer belangrijk
enigszins belangrijk
niet belangrijk
100% 80% 60%
66
61
40% 20% 0%
25
26
46
63
80
38 27
9
13
16
10
katholieken totaal
Nederlanders
kernkatholieken
randkatholieken
17 3 cultuurkatholieken
9
"
# Figuur 2.5
Moeten kerken uitspraken doen over gebruik voorbehoedsmiddelen? (in %; GIN 1979-2006*)
volledig aanvaarden 100%
voorwaardelijk aanvaarden
volledig afwijzen
geen uitspraak doen
80% 60%
65 68 70
72
66 68
65 69 73
6
12
66 70 69
68 66 69
9
3 9
40% 7 20% 0%
*
14 14
4
4
5 10
27 25
13
5
18
26 25
5
3 9
4 7
19 16
6
3
24 26 25
20
3
31 27
79 96 06
79 96 06
79 96 06
79 96 06
79 96 06
katholieken totaal
Nederlanders
kernkatholieken
randkatholieken
cultuurkatholieken
In 1966 luidde is de vraag: Moeten kerken zich bezighouden met een vraagstuk als geboorteregeling?(net even anders dan in de latere edities). Als men ‘ja’ antwoordde werd er gevraagd wat het standpunt van de kerken ten opzichte van de pil als middel van geboortebeperking zou moeten zijn. Uit beide vragen kan worden afgeleid dat 19% van de katholieken vond dat de kerk voor de pil als middel van geboortebeperking moet aanvaarden, 7% was voor afwijzing. De rest was neutraal (30%) of vond dat kerken zich hier niet mee moeten bezighouden (44%).
Figuur 2.6
Acceptatie familie-planning: bewust kinderloos echtpaar ( % dat dit accepteert; SOCON 1979-2011) 1979
100 80
1985
97 81
1990 99
82
1995
2000 2005 98
76
2011 99
83
91
99
60 40 20 0
10
3
katholieken totaal
Nederlanders
kernkatholieken
randkatholieken
cultuurkatholieken
# !
$
Figuur 2.7
!
Moeten kerken uitspraken doen over homoseksualiteit? (in %; GIN 1979-2006*)
volledig aanvaarden 100%
voorwaardelijk aanvaarden
80% 60%
74
73
3 10 8 7
20%
*
75
62
49 66
68
74
77
63
geen uitspraak doen
72
79
66
76
12
40%
0%
62
volledig afwijzen
4 10
9 6
5
6 7
14
13
11
4 4
4 7
8
4 7
5
17
14
4
24 19
11 26 18 9
12
79 96 06
79 96 06
79 96 06
79 96 06
79 96 06
katholieken totaal
Nederlanders
kernkatholieken
randkatholieken
cultuurkatholieken
11
25
18
12
24
25
19
In 1966 werd hierover geen vraag gesteld.
Figuur 2.8
Stelling: Homoseksuelen en lesbiennes zijn vrij om te leven zoals zij dat willen (in %; ESS 2010*) (helemaal) eens
neutraal
100%
(helemaal) oneens
7
80% 60% 40%
96
93
91
95
98
katholieken totaal (7,7)
Nederlanders (7,7)
kernkatholieken (7,0)
randkatholieken (7,4)
cultuurkatholieken (8,4)
20% 0%
*
Tussen haakjes staat het gemiddelde op de schaal voor de vraag ‘Keurt u homoseksualiteit goed?’ (EVS 2008); 1 = nooit, 10 = altijd.
11
Figuur 2.9
Oordeel over homohuwelijk (in %; CV 2008) goede zaak
100% 80% 60%
neutraal
9
12
39
38
21
slechte zaak 6
7
44
35
50
58
randkatholieken
cultuurkatholieken
44
40% 20% 0%
52
50
katholieken totaal
Nederlanders
35 kernkatholieken
Figuur 2.10 Stelling: Homoseksuele paren mogen kinderen adopteren (in %; EVS 2008) (helemaal) eens 100% 80%
21
23
12
14
60% 40%
67
63
katholieken totaal
Nederlanders
20% 0%
12
neutraal 31 17 52
kernkatholieken
(helemaal) oneens 23 11
66
randkatholieken
13 11
76
cultuurkatholieken
%
& Figuur 2.11 Moeten kerken uitspraken doen over echtscheiding? (in %; GIN 1979-2006) volledig aanvaarden 100%
voorwaardelijk aanvaarden
80% 57 62 60% 40% 20% 0%
*
45 63 60
74
13
57
65 63
geen uitspraak doen
64 61
74
77
19
9 21
64
71
volledig afwijzen
17 19
10 3 11
4 18
17
12
17 4
30 22
15 18
10
10
6
16
20
9
12 17
20
13
5 16 10
4 11
21 21
11
12 11
79 96 06
79 96 06
79 96 06
79 96 06
79 96 06
katholieken totaal
Nederlanders
kernkatholieken
randkatholieken
cultuurkatholieken
In 1966 werd hierover geen vraag gesteld.
Figuur 2.12 Keurt u echtscheiding goed? (gemiddelde op een schaal van 1 = nooit tot 10 = altijd; EVS 2008) 10 9 7,4 8 6,5 6,5 6,3 7 5,3 6 5 4 3 2 1 katholieken Nederlanders kernrandcultuurtotaal katholieken katholieken katholieken Figuur 2.13 Stelling: Mensen mogen samenleven zonder te zijn getrouwd (in %; EVS 2008) (helemaal) eens 100%
4
neutraal
(helemaal) oneens 3
8 5
8 6
4
93
87
86
93
99
katholieken totaal
Nederlanders
kernkatholieken
randkatholieken
cultuurkatholieken
3
80% 60% 40% 20% 0%
13
Onderzoekscentrum religie en samenleving Kaski is verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek Het Kaski een expertisecentrum op non-profitbasis naar vraagstukken rond religie en samenleving. We hebben voor vragen over religie en samenleving. We hebben een lange ervaring als één van de oudste een lange ervaring als één van de oudste sociaal-wetenschappelijke instituten sociaal-wetenschappelijke instituten van van Nederland. Nederland. U kunt bij ons terecht voor diverse vormen van U kunt bij ons terecht voor allerlei vormen van onderzoek, zoals enquêtes, prognoses, evaluatieonderzoek onderzoek, zowel kwalitatief (o.a. focusgroepen en en kwalitatief onderzoek via interviews en focusgroepen. evaluatieonderzoek) als kwantitatief (o.a. enquêtes en Naast onderzoek bieden wij ook prognoses). beleidsadvisering en ondersteuning aan.
Wij een zovan breed Het streven Kaski is naar onderdeel de mogelijke Faculteit der Filosofie, Theologie Religiewetenschappen dienstverlening en bieden naastenonderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen, ook beleidsadvisering en ondersteuning aan. en lid van de Vereniging voor Beleidsonderzoek.
Het Kaski is onderdeel van de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen en is lid van de Vereniging voor Beleidsonderzoek. Ons instituut is in het bezit van het kwaliteitscertificaat ISO 9001:2008.
Erasmusplein 1
Telefoon:
6525 HT Nijmegen
024 - 365 35 31
Postbus 9103
www.ru.nl/kaski
6500 HD Nijmegen
[email protected]