Debat 4 februari 2016
De zin en onzin van 21ste-eeuwse vaardigheden Velen vinden wat van 21ste-eeuwse vaardigheden, ofwel 21st century skills. Sommigen zweren erbij, anderen vinden de aandacht ervoor overdreven, een hype, of zijn van mening dat er niets nieuws onder de zon is: ‘oude wijn in nieuwe zakken’. Recent zijn er twee rapporten verschenen over dit onderwerp, van Kennisnet en Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo). Voldoende voer voor een stevig debat! Zo'n 70 mensen zijn voor het debat naar Utrecht gekomen. Roderik van Grieken van het Nederlands Debat Instituut leidt het debat en noemt een aantal doelen: de aanwezigen gaan met meer kennis naar huis aan de hand van de twee verschenen rapporten van Kennisnet en ecbo. Daarnaast kunnen de deelnemers ervaringen en standpunten uitwisselen, de eigen standpunten toetsen, meningen verscherpen of zelfs van mening veranderen na dit debat. Er worden twee debatten gevoerd, naar aanleiding van beide rapporten. Van Grieken start met de inleiding voor het eerste debat en interviewt daarvoor Ingrid Christoffels, onderzoeker bij ecbo en auteur van het rapport 'De toekomst begint vandaag: 21ste-eeuwse vaardigheden in het beroepsonderwijs'. Rapport ecbo: 'De toekomst begint vandaag: 21ste-eeuwse vaardigheden in het beroepsonderwijs' Christoffels geeft een korte samenvatting van het rapport. "Door de veranderende arbeidsmarkt (veel banen van nu bestaan niet meer in de toekomst), digitalisering, globalisering en individualisering verwachten velen dat er op de arbeidsmarkt van de toekomst andere vaardigheden nodig zijn dan nu. Er is veel geschreven over deze 21ste-eeuwse vaardigheden of 21st century skills, maar wat zijn dat nu? Wij beschrijven dit aan de hand van literatuuronderzoek en komen met een set van vaardigheden die met name relevant zijn voor het beroepsonderwijs. Hierbij benadrukken we de samenhang van deze vaardigheden en verdelen deze over vier clusters: digitale vaardigheden, denkvaardigheden, interpersoonlijke vaardigheden en intrapersoonlijke vaardigheden." Christoffels benadrukt dat het niet gaat om nieuwe vaardigheden, maar ze worden anders ingevuld. "Zo is creativiteit al zo oud als de wereld, maar het wordt steeds anders ingevuld." Deelnemers aan het debat mogen een exemplaar van het rapport mee naar huis nemen, daarnaast is het rapport aan te vragen en te downloaden op de website van ecbo.
Eerste debat Uit het rapport van Christoffels en Baay vloeien drie stellingen. Van Grieken vraagt de aanwezigen of zij het eens of oneens zijn met de stellingen en over de meest controversiële stelling, waarover de meningen het meest verdeeld zijn, gaan de deelnemers in debat. De drie stellingen zijn: 1. De veranderingen op de arbeidsmarkt worden zwaar overdreven. 2. De arbeidsmarkt van de toekomst vraagt om generalisten. 3. Kennisoverdracht blijft een heel belangrijk doel van onderwijs.
De zin en onzin van 21ste-eeuwse vaardigheden
ecbo
Verslag debat 4 februari 2016
Over de eerste stelling zijn de meesten het oneens en stelling drie laat vooral medestanders zien. De zaal is het meest verdeeld over stelling twee. Hierover gaan de aanwezigen in debat. "De arbeidsmarkt van de toekomst vraagt om generalisten" De voor- en tegenstanders gaan in het vak van de voor- en tegenstanders zitten, een aantal mensen neemt plaats in het twijfelaarsvak, bijvoorbeeld omdat "ik onderscheid wil maken tussen lager en hoger opgeleiden". Van Grieken vraagt hen om na het debat een keuze te maken om bij de voor- of tegenstanders te gaan zitten; wie overtuigt hen het meest? Twee debataanjagers, Erna Laclé (projectleider Sectorplan Zorg & Leren en Werken, Utrechtzorg) en Ben Wilbrink (zelfstandig adviseur) trappen af en hebben argumenten voor en tegen voorbereid. Van Grieken vraagt hen om vanuit hun expertise de argumenten voor of tegen te benoemen. Een kleine kanttekening: deze debataanjagers zijn gevraagd door de organisatie om een standpunt in te nemen. Dat is niet noodzakelijk hun eigen mening. Voorstander: Erna Laclé "Vijftig procent van de beroepen van nu zal in de toekomst verdwijnen. We weten niet hoe de arbeidsmarkt er in de toekomst uit gaat zien. We hebben daarom in eerste instantie generalisten nodig, die zich daarna specialiseren. Dat maakt de medewerker van de toekomst flexibel. Er zullen ook minder verschillende opleidingen komen. Studenten krijgen eerst een goede basis en kunnen zich daarna specialiseren. De regie komt bij de cliënt en de medewerker te liggen, de regie komt ook bij de medewerker van de toekomst te liggen." Tegenstander: Ben Wilbrink "Met deze stelling kunnen we alle kanten op. Het gaat om generiek versus specifiek opleiden. Specifieke opleidingen leiden op voor een relatief gesloten arbeidsmarkt. Ik kijk vanuit het gezichtspunt van de leerling, niet vanuit de overheid of instelling. Arbeidsmarktkansen bij een specifieke opleiding zijn doorgaans beter dan bij een generieke opleiding. Observaties uit eigen onderzoek: specifiek opgeleide schoolverlaters komen vaak in andere functies terecht dan waarvoor zij zijn opgeleid. Daarbij is een specifieke opleiding voor werkgevers vaak een signaal dat de kandidaat zich complexe materie in beperkte tijd eigen kan maken." Generalistisch & flexibel versus specialistisch & baankansen Van Grieken start het debat en trekt er twaalf minuten voor uit. Hieronder een weergave van een aantal argumenten van deelnemers die voor of tegen de stelling pleiten: Voor
Tegen
"Wij zijn aan het opleiden voor beroepen die straks niet meer bestaan. De samenleving ontwikkelt zich zo snel, hier moet je flexibel in kunnen bewegen"
"Met name mbo'ers hebben geen boodschap aan algemeen opgeleid worden. Zij kiezen voor een specifiek vak."
"Het een staat niet los van de ander, het is een mengvorm. Je moet niet eerst alleen maar algemeen opleiden en dan
"De arbeidsmarkt van de toekomst vraagt om specialistisch opgeleide medewerkers. Wij moeten ze specialistisch afleveren. Misschien wel anders, met extra of andere
Verslag debat 4 februari 2016
ecbo
De zin en onzin van 21ste-eeuwse vaardigheden
specialiseren, het moet altijd met elkaar verweven worden. Een mengvorm."
vaardigheden, maar nog steeds specialistisch."
"Leerlingen weten überhaupt niet goed wat ze willen, moeten eerst zichzelf leren kennen, dan verder."
"Ik sta hier als vertegenwoordiger van de arbeidsmarkt en wij zijn inderdaad nog steeds op zoek naar specialisten."
"Het verandert zo snel, specialistisch is al snel ‘oud’."
"Bijvoorbeeld iemand met een verstandelijke beperking heeft iemand met specialistische kennis nodig."
"Van stagebedrijven horen wij: 'het vak leren wij de leerling zelf, school; leren jullie hen alsjeblieft de algemene vaardigheden aan."
"Hbo-v is algemeen gegaan, maar de specialistische wijkverpleegkundige komt weer terug."
"Juist de wijkverpleegkundige is een beroep dat heel generalistisch wordt. Ze moeten zowel manager zijn als vakinhoudelijk, het is een brede functie geworden."
"Het gaat om een algemene opleiding in specifieke context. Als je ergens expert in bent, heb je zoveel vaardigheden, dat je die ook kunt toepassen in andere situaties."
De bel klinkt, de twaalf minuten zijn voorbij. Van Grieken vat het debat samen: "Voorstanders zeggen dat leerlingen flexibeler zijn als die generalistischer worden opgeleid. Ook hebben zij gezegd dat de arbeidsmarkt erom vraagt; die wordt minder specialistisch. Tegenstanders hebben andere geluiden laten horen. Als je naar het verleden kijkt, dan hebben specialisten uiteindelijk betere banen dan generalisten. Daarnaast kun je als specialist met je vaardigheden ook snel andere dingen oppakken." Degenen in het twijfelaarsvak moeten nu een kant kiezen. De deelnemers in het vak van de tegenstanders hebben hen het meest overtuigd. Een twijfelaar legt uit: "Ik sluit aan bij het argument dat wanneer je specialistisch iets goed kunt, je voldoende vaardigheden hebt opgedaan om die ook ergens anders toe te passen." Rapport Kennisnet: 'Vakmanschap in de 21ste eeuw, duurzaam en ondernemend mbo' Remco Pijpers, strategisch adviseur bij Kennisnet, vertelt kort over het recent verschenen rapport 'Vakmanschap in de 21ste eeuw, duurzaam en ondernemend mbo', dat als interactieve pdf beschikbaar is op de website van Kennisnet. Van Grieken vraagt hem: "Als je breder kijkt, zie je dan nu al dingen veranderen?" Pijpers: "Opleidingen weerspiegelen wat in de samenleving veranderd is. Bijvoorbeeld in de industriële revolutie zag je veranderingen als gevolg van technische vooruitgang. Datzelfde zien we nu met de digitalisering gebeuren. Toch weet je niet altijd hoe hetgene dat nieuw uitgevonden wordt veranderingen met zich meebrengt in de toekomst. Dat weet je pas achteraf." Hij geeft een voorbeeld uit de geschiedenis: "James Watt zou uitvinder zijn van de stoommachine, maar eigenlijk bestond de stoommachine al en heeft hij hem verbeterd. Ook in de wereld van nu zien we vooral verbeteraars in plaats van uitvinders." Van Grieken: "Het rapport laat acht praktijkvoorbeelden zien die illustreren wat er aan het veranderen is in het beroepsonderwijs. Welke vind jij het meest illustratief?" Pijpers noemt het voorbeeld uit de automotive: "De monteur van de toekomst is niet meer aan het sleutelen, maar is, zelfs nu al, bezig met elektronica en software." "Is hij dan ook meer ict-er geworden?" De zin en onzin van 21ste-eeuwse vaardigheden
ecbo
Verslag debat 4 februari 2016
vraagt Van Grieken zich af. "Hij moet nog steeds weten hoe een auto in elkaar zit, maar er komt veel meer bij kijken. Dat betekent ook dat jongeren die nu gaan studeren moeten beseffen dat het beroep mogelijk anders is dan hij denkt. Daarvoor is een goede voorlichting nodig." "Een ander voorbeeld is de tandtechnicus", gaat Pijpers verder. "Dat is tegenwoordig een digitale alleskunner, hij moet bijvoorbeeld 3D-scans kunnen maken van een gebit. Het is een heel ander vak geworden dan vroeger. De opleiding werkt nauw samen met de industrie. Die levert bijvoorbeeld software en computers zodat de school de nieuwste ontwikkelingen kan bijhouden." Uitwisselen van praktijkvoorbeelden Naar aanleiding van het rapport vraagt Van Grieken de aanwezigen om met elkaar kort goede voorbeelden uit de eigen praktijk uit te wisselen. Een goed praktijkvoorbeeld is het Zorgtechnologielab, een samenwerking tussen o.a. Deltion College, Landstede, Windesheim, waarin studenten nieuwe technologieën in de zorg onderzoeken en toepassen. Twee anderen hebben met elkaar gesproken over het belang van het aanleren van 21ste-eeuwse vaardigheden. De klant van nu komt met steeds specifiekere vragen, is mondiger en wil liever direct met bijvoorbeeld de monteur praten dan met een manager of verkoper. Dat vraagt om andere vaardigheden voor de monteur.
Tweede debat Tijd voor het tweede debat. Er zijn wederom drie stellingen geformuleerd: 1. 21ste-eeuwse vaardigheden zijn voor een groot deel van de mbo-leerlingen niet aan te leren. 2. De huidige docent is voldoende toegerust om 21ste-eeuwse vaardigheden over te brengen. 3. ICT en digitale vaardigheden moeten bij ieder vak in het mbo een rol spelen. Van Grieken toetst bij de deelnemers welke van deze stellingen het meest controversieel is. Met de eerste twee stellingen is de overgrote meerderheid het oneens. Een opvallende uitkomst, met name voor stelling twee. De zaal is het er dus over eens dat leerlingen 21ste-eeuwse vaardigheden wel kunnen leren, maar dat docenten onvoldoende zijn toegerust om dit te bereiken. Over de derde stelling zijn de deelnemers het meest verdeeld, hierover gaat het debat gevoerd worden. Voordat hij het debat aftrapt, geeft Van Grieken nog een aantal tips: "Kijk goed naar de stelling, als voorstander moet je moet bewijzen wat er in de stelling staat. Geef ook concrete voorbeelden: probeer het tastbaar te maken, dat roept ook reacties op. Voorbeelden maken de kwaliteit van het debat altijd beter." "ICT en digitale vaardigheden moeten bij ieder vak in het mbo een rol spelen" De voor- en tegenstanders gaan weer in het juiste vak zitten, ditmaal blijken er meer twijfelaars te zijn. Later blijkt dat dat mede komt door onduidelijkheid over het woord 'vak'. Is dat bedoeld als een les of een opleidingsrichting? Van Grieken definieert het als een les, als onderwijsuur.
Verslag debat 4 februari 2016
ecbo
De zin en onzin van 21ste-eeuwse vaardigheden
Dat verandert de zaak, de meerderheid van de twijfelaars gaat nu in het vak van de tegenstanders zitten en zelfs een aantal voorstanders loopt nu over naar het vak aan de overkant. Twee debataanjagers hebben deze stelling voorbereid: Rob Martens, wetenschappelijk directeur van ecbo, en Marlies van Uden, onderwijskundige bij ROC Midden Nederland. Voorstander: Rob Martens "Deze stelling is eigenlijk makkelijk te verdedigen. Zonder het mbo draait er niets. En zonder ICT draait niets. Ik zie alleen maar de ongelooflijke impact van ICT. Neem alleen deze IPad hier. Ik ga een aantal functies opnoemen die de IPad in zich heeft, bedenk bij iedere functie welk mbo-beroep daarbij verloren gaat. Deze IPad is een: typmachine, telefoon, postbus, reisbureau, agenda, walkman, landkaart...denk dus aan de mbo-beroepen die verloren gaan of veranderd zijn...fotocamera, ontwikkelstudio, weerstation, spoorboekje...Ik ben klaar." Tegenstander: Marlies van Uden "Het gebruik van een laptop is een goed voorbeeld. ICT is belangrijk, maar het leerrendement van studenten gaat er wel mee achteruit. Men zit achter de computer, ziet alleen het scherm, zit te facebooken. Hierdoor is er nog maar een korte aandachtspanne in de klas. Voor het hbo en de universiteit is het misschien geschikt, maar de zelfstandigheid van mbo'ers moet ondersteund worden. Talen leer je door met elkaar in gesprek te gaan, niet met computers. Samenwerken, communiceren, etc. zijn geen nieuwe vaardigheden, het gaat alleen op een andere manier. Het wil in ieder geval niet zeggen dat de studenten niet meer op een normale manier met elkaar om hoeven te gaan." Overal en altijd ICT? De debatleider opent het debat en geeft de deelnemers weer twaalf minuten de tijd om te reageren op de stelling en de argumenten van de aanjagers. Een aantal voor- en tegenargumenten staat hieronder. Voor
Tegen
"Hoe lang zet je een leerling achter een pc? Per opdracht kun je dat gewoon afkaderen."
"Creativiteit moet vooral in het brein plaatsvinden."
"Noem eens een vak waar tegenwoordig geen digitale vaardigheden bij komen kijken."
"Kijk naar het vak huishoudkunde: komt geen computer bij aan te pas."
"Ontwikkelingen in het huishouden laten zien dat je daar juist in de toekomst ook steeds meer met technologie te maken krijgt."
"Altijd ICT in de les is niet nodig. Bijvoorbeeld leren samenwerken, daarvoor moet met elkaar geoefend worden."
"Digitale vaardigheden worden teveel vereenzelvigd met achter computer zitten, terwijl ze ook in andere contexten voorkomen zoals in het theater of andere creatieve vakken."
"ICT kán een rol spelen, maar hoeft niet."
"Er is hier iemand in de zaal dit debat heel creatief te visualiseren. Dit is op een IPad
"Deze stelling is heel 20ste-eeuws. Het is niet een vraag of ze een rol moeten spelen, ze
De zin en onzin van 21ste-eeuwse vaardigheden
ecbo
Verslag debat 4 februari 2016
aan het tekenen. Een voorbeeld waarbij deze vaardigheden wel degelijk een rol spelen."
spelen overal een rol. Het is net als ademen. Het speelt overal een rol, maar bij ieder vak een rol moeten spelen vind ik achterhaald."
Na de bel vat Van Grieken het debat weer samen en benadrukt de vraag die leidend is geweest in het debat, namelijk: "Noem eens een vak waar tegenwoordig geen digitale vaardigheden bij komen kijken". Van Grieken: "in een debat kun je je mening geven, maar de juiste vraag stellen kan vaak ijzersterk zijn." Er zit nog één persoon in het twijfelaarsvak. Zij moet nu kiezen of zij bij de voorstanders van de stelling gaat zitten, of bij de tegenstanders: "Ik heb moeite met het woord moeten, dus ik ga naar het vak van de tegenstanders." Prijsuitreiking beste debater Van Grieken blikt terug op beide debatten en noemt aan aantal opvallende momenten. Hij refereert nog eens naar de vraag "Noem eens een vak waar tegenwoordig geen digitale vaardigheden bij komen kijken". "Dat was een heel goede vraag, die is voor de tegenstanders moeilijk te beantwoorden. De opmerking dat de stelling al achterhaald is en dat gebruik van ict hetzelfde is als ademen vond ik ook een slimme strategie." Van Grieken heeft tijdens de twee debatten gelet op drie dingen: 1. Iets zeggen wat inhoudelijk klopt. 2. Goede redenering zo verpakken dat het overtuigend overkomt. 3. Als persoon moet je overtuigend zijn; zodat mensen je willen geloven. De debatleider reikt uiteindelijk de prijs voor de beste debater uit aan Helle Vermeij, onderwijsbeleidsadviseur van het Nova College. "Ik hoorde haar vol passie spreken, er werd flink op gereageerd en ze kwam in beide debatten goed naar voren." Afsluiting Pieter Baay en Remco Pijpers sluiten af met informatie over waar zij het komende jaar aan gaan werken met betrekking tot dit onderwerp. Pijpers: "2016 is het jaar van de Virtual Reality. Wij zetten een challenge uit voor studenten; het concept van het winnende team gaan we uitvoeren. Daarnaast gaat er meer aandacht naar de maker-movement, waarin jongeren worden aangemoedigd zich te verdiepen in het programmeren." Pieter Baay: "Ecbo gaat aan de slag met vier dingen: de 'Slowscan', waarmee we bij onderwijsteams de onderwijsaandacht voor de belangrijkste 21ste-eeuwse vaardigheden in kaart brengen. Met de Innovatiemonitor Leren Veranderen kijken we binnen roc's naar het 'veranderen van het leren'. We brengen de onderwijsinnovaties in kaart en kijken in hoeverre deze gerealiseerd worden binnen het curriculum. Via de monitor worden het verloop van de innovatie en verbeterpunten teruggekoppeld. Handreiking kritische denkvaardigheden: samen met CINOP Advies verzamelen we interessante praktijkvoorbeelden van onderwijsaandacht voor kritische denkvaardigheden. Input voor interessante praktijkvoorbeelden is welkom.
De komende periode sturen we elke 21ste van de maand een nieuwsbrief rondom het thema 21ste-eeuwse vaardigheden. Hiervoor kun je je aanmelden via de website van ecbo.
Verslag debat 4 februari 2016
ecbo
De zin en onzin van 21ste-eeuwse vaardigheden
Na deze woorden sluit Van Grieken af en bedankt tot slot nog de aanjagers die de stellingen hebben voorbereid die niet zijn gekozen: Ben Bruggink, Roelien Timmerman, Ebru Aydin en Anne Goosenshuis.
De zin en onzin van 21ste-eeuwse vaardigheden
ecbo
Verslag debat 4 februari 2016