Geschiedenis • Erfgoed • Kunst
Team
Wandelingen (1): een geschiedeniswandeling in Utrecht
Geschiedenis begint vandaag! Houd de dief! Ino de Groot & Arie Vonk Over de auteurs Ino de Groot is docent didactiek beeldende vakken en teamleider deeltijdopleidingen. Arie Vonk is opleidingsdocent geschiedenis. Beiden aan de Marnix Academie, in Utrecht.
Moet je je voorstellen: ik loop rustig mijn zondagavondwandeling, mooi flanerend en belangrijk te zijn… Komt er een man op een paard langs. Er komen wel vaker mannen met paarden langs, want we hebben immers nog geen auto’s. Ik leef namelijk 400 jaar na Christus. Deze man te paard is echter speciaal. Hij trekt zijn zwaard en grist de mantel van mijn lijf. Omdat ik tegenstribbel, scheurt mijn mantel. En met zijn zwaard hakt hij hem verder in tweeën. Met de helft van mijn zondagse jas gaat de man op het paard, die rover, er spoorslags vandoor… Eeuwen later denkt men geheel anders over dit voorval. Men maakt ervan: de man op het paard geeft de helft van zijn mantel aan een halfnaakte bedelaar op krukken! (Zie: figuur 1.) Uit liefdadigheid! Maar ik bén geen bedelaar! Laat die man nog heilig worden verklaard ook! En als die man op dat paard dan net zulke goede bedoelingen had als Sint-Martinus, waarom gaf Sint-Maarten (zoals hij nu heet) dan niet zijn héle mantel aan wat nu heet een bedelaar…, aan mij dus? Want ik bén geen bedelaar! Ik ben een gegoede burger. En ik was gewoon aan het flaneren. Met mijn mooiste kleren aan. Om de dames te imponeren…
24
Figuur 1 • Sint-Maarten.
Wie is er vóór FC Utrecht? Ik sta met mijn leerlingen van groep 7 achter de dom in Utrecht. We willen het pandhof in en zien een reliëf. (Zie: figuur 1.) Het is een reliëf, dat Sint-Maarten verbeeldt. Sint-Maarten, de schutspatroon van de stad Utrecht. Zijn mantel was rood, om te tonen dat hij een belangrijke functie in de Kerk had. En in die tijd ook in het wereldlijk bestuur. Een man met macht dus. Natuurlijk op een paard. Want wegen zijn modderig en vuil. Het verhaal gaat natuurlijk, dat het koud was en dat de edele Maarten medelijden had met de
Geschiedenis begint vandaag! • Geschiedenis • Erfgoed • Kunst
kreupele bedelaar. Daarom gaf hij hem de helft van zijn bovenmantel. Een mooi gebaar. Maar… twee mensen met een halve mantel, wat heb je eraan? Ik sta dus met dertig leerlingen en zie hun gezichten. Het is mooi weer, al is het koud. Ze willen uit, maar niet met mij. Dus ik moet alles uit de kast halen. En Figuur 2 ineens is er die rover. Die • Sint-Maarten rover op dat paard… En (symbolisch). natuurlijk wordt die rover na een lange en wilde achtervolging tot buiten de stadsmuren achtervolgd en ingerekend. Zijn gestolen, rode mantel op zijn witte onderkleed verraadde hem… (Zie: figuur 2, een symbolische voorstelling van Sint-Maarten, met een doorgesneden jas.) Ik heb ze te pakken, mijn leerlingen. Ze stelen elkaars jassen, vluchten en worden achternagezeten. Gelukkig zijn er geen scheuren! ‘Trouwens, wie is er vóór FC Utrecht?’.
Multiperspectivisch kijken De volgende dag staan kritische ouders voor me. Waar ik dit verhaal vandaan haalde… Ik ben gelukkig met deze ouders. Want leerlingen die thuis nooit iets vertellen, doen dat schijnbaar nu ineens wel. Er moet dus iets van een sensatie in hun hoofden zijn geweest, toen ze zich mijn verhaal voorstelden. Nooit zullen ze meer vergeten dat Sint-Maarten de schutspatroon is van Utrecht. Rood bovenkleed, wit onderkleed. Wapen van Utrecht. Dus op de shirts van de voetbalclub. Het heden, verbonden met toen, lang geleden. Kunst, als opstap, om het verleden met het heden te verbinden. Ik vertel de ouders, dat het heel gewoon is om met kinderen standpunten te onderzoeken vanuit verschillende invalshoeken, verschillende gezichtspunten. Er is namelijk niet één waarheid. ‘Multiperspectivisch kijken’ heet dat. Waarom Praxisbulletin jaargang 30 • Nummer 3 • November 2012
dan niet kijken vanuit een ander perspectief dan het gangbare? Laat kinderen zelf nadenken!
Nieuwe dingen ontdekken We filosoferen met elkaar over de gescheurde mantel van Sint-Maarten. We zijn blij met die gescheurde mantel, maar vooral met onze eigen FC Utrecht. En we komen er niet uit of je aan een halve jas nog iets hebt. We zitten in de kring en kijken terug op de wandeling door de stad. Iedereen kent de stad. En alle kinderen zijn verbaasd, dat ze de stad anders gezien hebben dan voorheen. We hebben nieuwe dingen gezien. Nieuwe dingen, die we niet eerder gezien hebben. ‘Mees, ik fiets elke dag over de grens van het Romeinse rijk, maar ik zag die grens nooit, never, nada! Toen ik het aan mama vertelde, wist mama, dat die grens af en toe licht geeft en dat er stoom uit komt… We zijn ’s avonds samen gaan kijken. Mees, dat was gaaf… Maar mees…, aan de andere kant van het plein ligt ook een grens. Hoe kan dat nou?’ (Zie: figuur 3.) Figuur 3 • Grens Romeinse rijk.
Historische sensatie Direct contact De ‘historische sensatie’: bestaat die dan? Volgens Huizinga in elk geval wel. Deze historicus schreef de term zo’n honderd jaar geleden voor het eerst op papier. Volgens hem hield een dergelijke sensatie het gevoel in, dat historici kunnen ervaren in het directe contact met het verleden. U kent het wellicht wel: op vakantie, bij de rondleiding, het gevoel krijgen in onmiddellijk contact met de geschiedenis te staan.
Beleving Lukt het om een dergelijke sensatie ook in het onderwijs op te roepen? Dat is een leuke vraag. Ook om te onderzoeken. De tendens is, om leerlingen vol te stoppen met historische feiten en data. De vraag is dus, of dat niet ten koste gaat van de beleving, van het plezier dat leerlingen in het vak hebben. Wellicht leren kinderen, in navolging van Huizinga, intenser in het directe contact met het verleden, waarbij alle zintuigen worden geprikkeld. Wellicht kan, net als bij historici, ook bij leerlingen deze vonk tussen het verleden en het heden overslaan.
25
Zo nieuwsgierig als Aagjes! Powerpoint Maar goed, weer terug naar onze wandeling. We zijn dus een wandeling door Utrecht aan het maken. Leerlingen hebben een route uitgezet, naar aanleiding van een presentatie van mij over de stad. Ik begon met 50 dia’s in een powerpoint. Tien minuten lang. De kinderen zullen wel duizelig worden van de hoeveelheid plaatjes, dacht ik. Maar dat was niet het geval. Misschien is de helft langs ze heen gegaan. Dat weet ik niet. Maar wat ik wél weet, is, dat ik het ook ‘scherp’ kreeg, toen ik het ‘scherp’ speelde. (‘Wie…’, ‘wat…’, ‘waar…’ en dan rap weer naar de volgende dia. Het spel van laten zien, dat je het weet.
Figuur 7 • Beeld met anker (links) symboliseert ‘zeevaart’.
Monument en bronzen hond Anne Frank is gelukkig bekend. (Zie: figuur 4.) Al snappen de leerlingen niet wat ze hier op het Janskerkhof doet. (‘Ze komt toch uit Amsterdam, mees?’) Het verhaal van Anne Frank moet nog verteld worden. De kinderen kennen flarden. We gaan volgend jaar zeker naar Amsterdam, naar het Achterhuis.
Figuur 5 • Chow chow.
De plek van de bronzen hond (zie: figuur 5) snappen de leerlingen… Een hondenuitlaatplek. Ik laat het in eerste instantie zo. Het uitzoeken komt straks wel. Het is de hond (Chow-chow) van de kunstenaar, die vlak bij de Servaasbrug heeft gewoond. De kunstenaar zat daar graag. En het verkeer reed met een grote bocht om de hond heen, als hij daar stoïcijns zat te zitten.
Tegenpolen Winkel van Sinkel We wandelen langs de Winkel van Sinkel, het cultureel-culinair warenhuis aan de Oudegracht. Ik ken het verhaal, dat bij het takelen van een van de gietijzeren kariatiden (vrouwenbeelden, die gebruikt worden als pilaren of pilasters; zie: figuur 6, op pagina 27) de stadskraan bezweek
26
Geschiedenis begint vandaag! • Geschiedenis • Erfgoed • Kunst
Figuur 4 • Anne Frank.
symboliseren. ‘Zeevaart’ is duidelijk: dat is dat beeld met het anker. (Zie: figuur 7, op pagina 26.) We lezen op het ANWB-bord een rijmpje (zie hierna), dat bekend moet zijn. Maar niemand van ons kent het. ‘Drop’ en ‘poepen’ snappen we. Maar de rest niet.
In de Winkel van Sinkel is alles te koop. Daar kan men krijgen: mandjes met vijgen, doosjes pommade, flesjes orgeade, hoeden en petten en damescorsetten, drop om te snoepen en pillen om te …
Figuur 6 • Kariatiden.
en in de gracht belandde. De contouren van de plek, waar de kraan – die dus helemaal kapot was – heeft gestaan, moeten nog te zien zijn. Ik kan ze niet vinden en ik weet ook niet waar ik naar zoeken moet. Mijn leerlingen zoeken ook en vinden ook niets. Ik moet de stadsarcheoloog eens aanschieten. (Zie: figuur 6.)
Betje Boerhave Lang geleden was een kruidenier iemand, die alles voor je uit de schappen pakte, het eventueel voor je afwoog en het daarna verpakte in stukken papier. We hebben daar achter theater het Hoogt een museumpje van: het Museum voor het Kruideniersbedrijf Betje Boerhave. Uiteraard bezoeken we dat tijdens de wandeling. Ulevellen verkopen ze daar. En soda. En kandij. We proeven en proberen een vergelijking te trekken. We besluiten, dat ulevellen best wel lekker zijn en ‘nergens naar smaken’ (nergens mee te vergelijken zijn).
Rijmpje Betje Boerhave: een klein winkeltje, tegenover de gigantische ruimte van de Winkel van Sinkel, een warenhuis dat ongekend was in die tijd. Imponerend zijn de beelden: de kariatiden (vrouwen in Griekse gewaden). Boven staan vier beelden, die ‘handel’, ‘voorzichtigheid’, ‘zeevaart’ en ‘hoop’ Praxisbulletin jaargang 30 • Nummer 3 • November 2012
De voorbereiding ‘Kom, lief. Doe je wandelschoenen aan. Ik moet een les voorbereiden.’ Mijn vrouw heeft het niet leuk. Hebben we eindelijk samen vakantie en dan moet ze met mij mee de stad in. Fototoestel op de borst. En daar gaan we. Na 100 meter de eerste foto: de Rattenvanger van Hamelen. (Zie: figuur 8.) Hoe komt dit beeld hier? Het verhaal van de rattenvanger speelde zich toch af in Hamelen? Of was het Harmelen? Kunt u mij de weg vertellen? Welke pest brengen die ratten eigenlijk? We staan op een gedempte gracht. Jammer, dat die gedempt is. Met de ogen van nu kijken we naar toen. Wat waren ze gelukkig, de omwonenden, toen de gracht werd gedempt. Geen ratten meer! ‘Maar…, doorlopen, lief. We moeten nog veel fotograferen voor de wandeling!’
Figuur 8 • Rattenvanger van Hamelen.
27
Bronnen • Website: kruideniersmuseum.nl. • Joke van Leeuwen, Een halve hond heel denken. Een boek over kijken, Querido’s Uitgeverij BV, Amsterdam/ Antwerpen, 2008. • Peter H. Reynolds, De stip, Uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam, 2008. • J. Tollebeek & T. Verschaffel, De vreugden van Houssaye. Apologie van de historische interesse, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1992.
Praxisbulletin.nl Dit artikel heeft een uitbreiding op praxisbulletin.nl. Daar is opgenomen: • Een powerpoint, met een uitgebreide versie van de wandeling, ter inspiratie.
Geschiedenis is overal, kunst is overal Doorgeven Ik maak foto’s van alles, wat maar naar geschiedenis ruikt. (Zie: de powerpoint op praxisbulletin. nl.) Ik zie de stad zo ongeveer als één groot, beeldend kunstwerk. Ik zie alles als cultureel erfgoed. In de kerndoelen basisonderwijs staat, dat we dat moeten doorgeven aan de leerlingen, dat we ze met het cultureel erfgoed moeten laten kennismaken.
Prins Kiezen is moeilijk. Prins heet een restaurant. En ik vraag meteen: wie, wat, waar, welke…? Ik vermoed geschiedenis. Zou prins Willem-Alexander hier bier hebben gedronken? Fleur houdt met een geheimzinnige glimlach haar lippen op elkaar. Ze zegt van niets te weten. ‘Prins heerlijk’ kan natuurlijk ook. Het badhuis is omgebouwd tot restaurant. De naam prijkt nog op de gevel. (Zie: figuur 9.) ‘Kun jij je voorstellen, dat er geen douches, geen baden, geen badkamers in de huizen aanwezig waren? En dat we eens in de week naar het badhuis gingen? Ik weet nog, dat ik met mijn grote broer daar onder de douche ging en dat er gebonsd werd op de deur, omdat we moesten opschieten…’ Geschiedenis is soms nog niet zo lang geleden! Maar vijftig jaar!
Figuur 9 • Badhuis.
28
Geschiedenis begint vandaag!
In de klas • We beginnen met 50 dia’s in tien minuten. Ophalen wat leerlingen al weten. Benoemen in korte en krachtige termen. De verhalen komen later. Het is een spel van spuien wat je al weet. ‘Competentie’ (van Luc Stevens: competentie, relatie en autonomie) wordt mooi aangesproken: iedere leerling wil de stad beter kennen dan de andere. • Leerlingen hebben een plattegrond voor zich. We beginnen natuurlijk bij de school en gaan naar het eerste punt (de eerste dia). Met een stift maken de kinderen de route op de plattegrond. Een sterretje is een dia. Als ze het kunnen bijbenen, schrijven de kinderen steeds een naam of een opmerking erbij. Lukt het niet? Geen ramp! Dat komt later wel. Ik heb op de plattegrond de kunstwerken Figuur 11 • Willibrord. van de route al wel gemarkeerd. Maar het blijft opletten voor de kinderen. Welk kunstwerk is het? Waar gaan we naartoe? • Veel beelden zijn bekend. Maar veel beelden zijn dat ook niet of zijn niet gekoppeld aan een woord. Kinderen moeten ook wennen aan de beelden. Ik heb alles twee keer afgedrukt. In verschillende groepjes spelen we Memory. Telkens benoemen we de beelden: meisje, stadhuisbrug, hoofdwacht, runensteen (zie: figuur 10, op pagina 29), watertoren, Sint Willibrordus/Willibrord (zie: figuur 11), enzovoort. Beelden moeten beklijven. Namen moeten beklijven. Memory is een prachtig spel. Al gauw gaat het over de muurschildering tegenover de ijssalon. De ijssalon kennen de kinderen. Minstens zeven keer wordt alles herhaald. • Geschiedenis • Erfgoed • Kunst
• Leerlingen zoeken daarna in tweetallen naar verhalen bij de kaarten, die ze gewonnen hebben met Memory. De kinderen die veel gewonnen hebben, zoeken ook veel op. Iedereen zoekt naar verhalen bij de beelden. Dat kan via boeken of op internet. En toevallig ken ik heel veel mensen, dus ik stuur mijn leerlingen op onderzoek uit: ‘Ga eens praten met …’ En ze zitten al op de fiets! Volgens mij leren ze zo heel veel. • Leerlingen vertellen verhalen. Dit kan met opstellen, met spreekbeurtjes, met voordrachten. Vergeet de computer niet! De kinderen kunnen – net als ik – hun route met een powerpoint tonen. Het is hetzelfde spel als met de plattegrond. • Ik heb alle foto’s afgedrukt. Ze liggen op een rij. In groepjes worden er keuzes gemaakt: gewoon de tien leukste, de elf mooiste of wat de kinderen het meest aanspreekt. Zo ontstaat een ‘eigen route’. De kinderen moeten er wel voor zorgen, dat ze de kortste weg nemen! En beperk het aantal kunstwerken, anders wordt het te ingewikkeld. • Variant 1: het maken van een ‘themaroute’. Op de fiets bezoeken we beelden, die samen één overkoepelend verhaal vormen. Of we nemen de bus en stappen hier uit en daar weer op. Als er maar een ‘verhaal’ in de route zit! Een écht verhaal of een verzonnen verhaal. Verkleed als Romeinen doen we de route. Of verkleed als Sint-Maarten. Of als… • Variant 2: maak een koppeling met tijdvakken. Bezoek alles wat je kunt vinden in de stad uit de tijd van de jagers en de boeren. Of bezoek alles wat je kunt vinden in de stad uit de tijd van de Grieken en de Romeinen. Enzovoort. • Variant 3: bezoek beelden in volgorde van tijd. Bijvoorbeeld: ga vanaf nu terug naar de middeleeuwen. Of: ga van de middeleeuwen naar nu. • Van elke wandeling, fietstocht of busreis wordt een (digitaal) verslag gemaakt met foto’s. Op de foto’s moet je natuurlijk ook zélf staan. Want dat is het bewijs, dat je er écht was! Praxisbulletin jaargang 30 • Nummer 3 • November 2012
Elk dorp heeft het Ik woon en werk toevallig in Utrecht. Utrecht is rijk aan cultuur, kunst en geschiedenis. Maar elk dorp of elke stad heeft wel een verhaal te vertellen. Zoek de uitingen van de geschiedenis, die aanwezig zijn in uw stad of dorp. Het zijn er vaak meer dan u denkt. Kunstwerken, een beeld, een gevelsteen, een muurschildering, een gedenkplaats, enzovoort. En… vertel er verhalen over.
Figuur 10 • Runensteen.
Zelfs een oude auto… Zelfs een oude auto kan aanleiding zijn om in het heden te spitten. In een film zou de auto hiernaast een belangrijk karakter kunnen vertolken. De auto kijkt wel een beetje streng. Zou hij meester zijn in de film? (Zie: figuur 12.) Met welke auto zou jij een uitgebreide kunstroute (vol met geschiedenisverhalen) willen rijden? Kunst kun je ruim beschouwen: alles wat door mensenhanden ontworpen en gemaakt is. En vergeet niet: geschiedenis begint vandaag!
Figuur 12 • Oude auto.
29