1 2 3 4 5 6 7
“De vernieuwing begint vandaag”
8
JONGCD&V Paascongres 30-31 maart 2013
9 10 11 12 13 14
15
16
INLEIDING: JONGCD&V met beide benen in de samenleving
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51
Als jonge christendemocraten streven we naar inhoudelijke en ideologische vernieuwing van de christendemocratie in Vlaanderen en Brussel. Met JONGCD&V zijn we overtuigd van de kracht van de christendemocratische kernprincipes – het personalisme, het rentmeesterschap en de subsidiariteit. Het zijn die kernprincipes die ervoor gezorgd hebben dat CD&V als partij tot op vandaag mee gestalte geeft aan een nieuw Vlaanderen, een nieuw België en een nieuw Europa. Tegelijk onderstrepen we de noodzaak van het heruitlijnen van die principes in het licht van de uitdagingen die de Zesde Staatshervormingbiedt. Als christendemocratische partij zijn we verplicht dit met regelmaat te doen: we doen immers aan politiek vanuit een maatschappijvisie en niet vanuit een finaliteit waar we naartoe streven. In die maatschappijvisie staat voor ons de mens centraal. Daarom gaan we als christendemocraten altijd op zoek naar de maatschappelijke meerwaarde, naast de exclusief economische meerwaarde. Wij zijn de partij van de heterogeniteit, die de verscheidenheid van de samenleving erkent en respecteert. Vanuit deze overtuiging spreekt JONGCD&V zich uit voor de verdere versterking van het inclusieve karakter van onze samenleving. Wat ons als christendemocraten uniek maakt, is precies onze vertegenwoordiging van de sociale cohesie waarin iedereen een plaats krijgt. Als maatschappelijke voorwaarde stellen wij daarvoor de onlosmakelijke verbondenheid van verantwoordelijkheid en solidariteit voorop. Door verantwoordelijkheid en solidariteit kan het vrije initiatief primeren op administratieve regelneverij. JONGCD&V wil zo gaan naar een leefbare samenleving waarin verstandige groene keuzes worden gemaakt, met minder normen en meer waarden. We beschouwen daarbij het onderwijs als de motor van de maatschappelijke integratie. JONGCD&V is bezorgd om de staat van de democratie. Populisme maakt overal in Europa opmars, ook in België. Politiek mag geen dagjespolitiek zijn; politiek moet de waan van de dag overschrijden. Al te vaak wordt de wet gebruikt als instrument om de perceptie van het moment bij te sturen, veeleer dan de samenleving richting te geven. Wij schrikken niet terug voor een genuanceerd argument. Voor ons geen steekvlampolitiek of koterijwetgeving. Vanuit onze maatschappijvisie primeert voor JONGCD&V het vinden van duurzame oplossingen vanuit een pragmatische ingesteldheid. Als de kwaliteit kan primeren, mag dat tijd kosten. Deze lijnen zetten we hieronder verder om in praktische aandachtspunten in verschillende beleidsdomeinen. Deze zijn opgedeeld in vier hoofdstukken: (1) wonen en mobiliteit; (2) werken, leren en ondernemen; (3) gezin en zorg en (4) samenleving en overheid.
2
52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95
WONEN: Duurzaam samenwonen betaalbaar maken Met de zesde staatshervorming krijgt Vlaanderen alle instrumenten in handen voor een omvattend woonbeleid. Dit is dé uitgelezen kans de rol van de overheid in het garanderen van het recht op wonen te herdenken. JONGCD&V wil dit doen rond drie clusters. Betaalbaar wonen Elke Vlaming heeft recht op een betaalbare woning. De rol van de overheid in het garanderen van dat recht is drieledig: verzekeren dat Vlamingen de eigendom kunnen verwerven van een eigen woning; verzekeren dat Vlamingen betaalbaar een woning kunnen huren; verzekeren dat Vlamingen kunnen wonen volgens hun samenlevingswensen. Een eigen huis is een bron van zekerheid. Het aandeel eigendomswoningen in Vlaanderen bedraagt 75 procent, wat net boven het Europese gemiddelde ligt. Een eigen huis, als sparen op lange termijn, is bovendien een belangrijke aanvulling op een karig pensioen – we spreken van de vijfde pensioenpijler. De overheid heeft het bezit van een eigen huis doorheen de tijd altijd willen stimuleren. Vandaag is veruit het belangrijkste instrument daarin de fiscale aftrek voor eerste eigen woning, kortweg de woonbonus. Dit instrument staat echter onder druk. Momenteel kost het de staatskas anderhalf miljard euro. Die kostprijs zou binnen tien jaar verdubbelen. Het huidige woonbeleid is goed voor iedereen die zich een huis kan permitteren, maar het Mattheüseffect loert al snel om de hoek: voor we het weten worden de rijken nog rijker en de armen nog armer. Als jonge christendemocraten vinden we dat onaanvaardbaar. We willen meer aandacht voor jonge gezinnen die het op vandaag moeilijk hebben om een eigen huis te kopen. JONGCD&V pleit daarvoor voor een herziening van de woonbonus op basis van de volgende principes:
We mogen de toekomstige generaties niet met een torenhoge financiële last opzadelen voor eigendom die vandaag wordt verworven. Pleiten voor een woonbonus én voor het verlagen van de fiscale druk gaat niet samen. JONGCD&V vraagt om op dat vlak een duidelijke beleidskeuze te maken.
We blijven toekomstige generaties uitzicht geven op een eigen woning, door het prijsverlagende effect dat een afschaffing op lange termijn met zich mee zal brengen;
We willen nadenken of we toekomstige huiseigenaars niet beter kunnen ondersteunen op het moment dat een eigen huis het zwaarste weegt op de persoonlijke financiën, namelijk in de eerste jaren van het eigenaarschap. Het verder inzetten en versterken van de Vlaamse Woonlening voor gezinnen met een laag of bescheiden inkomen moet ook de eigendomsondersteuning ten goede te komen.
We stellen de woonbonus voor toekomstige eigendomsverwerving in vraag: voor zij die al de woonbonus genieten, dient rechtszekerheid te primeren en moeten de spelregels 3
96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139
behouden worden, al kan een inkomenstoets worden overwogen. Ook dient de afschaffing geleidelijk en op lange termijn te gebeuren. Grote schokken in de woningmarkt moeten immers vermeden worden. JONGCD&V wil dat er op de huurmarkt gefocust wordt op betaalbaarheid én kwaliteit: Het privaat aanbod moet aantrekkelijker gemaakt worden. Fiscale voordelen én renovatiepremies moeten verhuurders stimuleren die goede en betaalbare woningen verhuren, in het bijzonder aan zwakkere groepen. Daarbij denken we in het bijzonder aan huurwoningen van oudere huiseigenaars. Om de kwaliteit van huurwoningen te verbeteren pleit JONGCD&V ervoor om een garantie op minder successierechten toe te kennen in het geval dat oudere huiseigenaars alsnog kiezen voor de renovatie van hun huurwoning én als hun erfgenamen de woning verder zullen verhuren. Ook is JONGCD&V voorstander van systemen die de betaling van de huur verzekeren. Om betaalbaar huren te bevorderen, wenst JONGCD&V dat bestaande juridische constructies en creatieve formules met het oog op betaalbaar huren door de overheid beter bekend gemaakt worden. Een betere wettelijke verankering van het leegstandsbeheer vooral in een grootstedelijke context is daarbij een absolute must om die uitdaging aan te gaan. JONGCD&V pleit verder voor het beter toepassen en innen van de leegstandbelastingen, in het bijzonder in Brussel. Een goed aanbod van sociale huisvesting is belangrijk. Sociaal huren is echter ook sociale verantwoordelijkheid nemen. In die zin pleit JONGCD&V voor het koppelen van sociale verhuring aan het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid in de woongemeenschap. JONGCD&V pleit ook voor bijkomende maatregelen om oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Daarenboven is JONGCD&V voor het moderniseren en tegelijk vereenvoudigen van de sociale woonmaatschappijen die naast verhuren ook een aanbod ontwikkelen in huurkoop, woonkoop, enz. Volgens ons wordt het aanbod beter gegroepeerd. Tot slot is de huur- en woonwetgeving onvoldoende aangepast aan nieuwe vormen van samenleven, kleinere gezinnen en de nakende groei van het aantal 1- tot 2-persoonshuishoudens. Het is voor JONGCD&V daarom noodzakelijk dat flexibele samenlevingsvormen mogelijk gemaakt worden. Zo moet volgens ons samenwonen van startende werkers mogelijk blijven én gefaciliteerd worden. Daarenboven dient het indelen van gezinswoningen voor eenoudergezinnen en jonge koppels vergemakkelijkt worden, uiteraard tegen het licht van evenwichten op de lokale woningmarkt en zonder aan de kwaliteit van de algemene huisvesting in te boeten. Duurzaam ‘samen wonen’ JONGCD&V wil een vurig pleidooi houden voor ‘samen wonen’ in plaats van ‘naast elkaar wonen’. Dit hangt samen met een hernieuwde opvatting over solidariteit in de 21e eeuw. Voor JONGCD&V is solidariteit in de 21e eeuw sterk ruimtelijk gebonden: onderlinge afhankelijkheid wordt sterk duidelijk in een lokale leef- en woonomgeving. Mensen delen weinig of hebben weinig gemeenschappelijk, behalve dan de plaats die ze samen bewonen of gebruiken. In een lokale wijk leven mensen met allerhande achtergrond samen én dienen zij het hoofd te bieden aan de vele uitdagingen waar zij op lokaal niveau voor staan: bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid, duurzaam leven, enz. Enkel door 4
140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184
de krachten in lokale gemeenschappen te bundelen én door ‘samen te leven, samen te wonen’ kan de levenskwaliteit van de lokale wijk, gemeente of stad verbeteren. JONGCD&V pleit er daarom voor dat co-housing in de huur- en woonwetgeving vergemakkelijkt wordt. Het element geïntegreerd ‘samen wonen’ maakt dat ook de coöperatie een ideaal instrument is om woonprojecten in te realiseren: collectief bouwen, democratisch aandeelhouderschap, de nadruk op maatschappelijke meerwaarde, enz. zijn aspecten die volledig kaderen binnen de filosofie. JONGCD&V wil verder dat de overheid inzet op geïntegreerd duurzaam ‘samen wonen’. Een aantal concrete voorstellen:
Tegen 2030 worden er zo’n 75.000 1- tot 2-persoonshuishoudens van een leeftijd van 80+ verwacht. Intergenerationeel samenwonen moet volgens JONGCD&V opgenomen worden in nieuwe huisvestingsprojecten en stadsontwikkelingsplannen.
JONGCD&V vindt ook dat sociale huisvesting niet langer een doel op zich mag zijn maar wil het gekaderd zien in een geïntegreerd lokaal woonbeleid. Zo’n geïntegreerd woonbeleid kan een krachtig instrument van stadsontwikkeling zijn en bijdragen tot een goede ruimtelijke ordening en publieke voorzieningen. Met het oog op het realiseren van energieneutraliteit van steden en gemeenten in 2030, kan een geïntegreerd woonbeleid ook een duurzaamheidsimpuls geven.
In nieuwe huisvestingsprojecten beschouwt JONGCD&V het element ‘samen’ wonen en leven als een essentiële randvoorwaarde. Concreet zien we dit gerealiseerd door in nieuwe woonprojecten ruimte te voorzien voor:
Gemeenschapsruimtes in nieuwe woonprojecten, waar huurders en eigenaars samen kunnen komen. Ook semi-private woongelegenheden kaderen binnen deze gedachte.
Gastkamers in woonprojecten of wijken voor bezoek van buiten de wijk.
Groene ontmoetingsplaatsen zoals groepstuinen waar inwoners van een nieuwe of vernieuwde wijk elkaar kunnen ontmoeten (sociale functie) en kunnen tuinieren en hun eigen groenten kweken (ecologische functie).
Brown Field Development moet daarbij meer aangewend worden voor integrale woonprojecten: grote leegstaande sites en oude industriegebieden kunnen een ideale experimenteerruimte bieden voor integraal wonen. Waar nodig kan de overheid dergelijke ontwikkeling mee stimuleren. Stedelijk wonen CD&V blijft de lokale partij bij uitstek. In de steden lijkt het christendemocratische verhaal minder aan te slaan. Nochtans zou de stad, waar mensen en verschillende (bijna alle) maatschappelijke functies (huisvesting, economie, onderwijs, sociale en culturele organisaties, etc.) elkaar ontmoeten, juist de christendemocratische omgeving bij uitstek moeten zijn. Steden ondergingen reeds grondige 5
185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228
maatschappelijke veranderingen, maar deze veranderingen zullen in de toekomst nog veel groter zijn. Concreet wenst JONGCD&V in te zetten op volgende elementen:
Ruimte voor de maatschappij: JONGCD&V gelooft in een aanpak op mensenmaat, met het initiatief en de dialoog vanuit de lokale gemeenschap, rekening houdend met de multiculturele achtergrond van de stadsbewoners. Hierbij moeten de mensen en de lokale maatschappelijke organisaties het initiatiefrecht krijgen om de waarden en ambities van de gemeenschap mee te bepalen.
Het dorp in de stad: JONGCD&V wenst anonimiteit in de stadsbuurt te bestrijden door het stimuleren van groepsdynamiek en vrijwilligersinitiatieven. Concreet kan dit gerealiseerd worden door in te zetten op twee lijnen: (1) een versterking van de wijkwerking waar actieve participatie en co-creatie door bewoners-vrijwilligers gestimuleerd wordt; en (2) een gezonde dosis stedelijke ambitie.
De krachten bundelen: JONGCD&V pleit voor het fuseren van kleine gemeentes om zo efficiëntie en kwalitatieve diensten te garanderen. Een schaalvergroting dringt zich op om een gepaste manier antwoord te bieden aan opkomende vragen op het vlak van OCMW, mobiliteit en cultuur. Het bundelen van krachten op lokaal niveau, gaat gepaard met een dienstverlening die dicht bij de burgers en dus lokaal georganiseerd kan worden.
JONGCD&V pleit voor duurzame steden: Verwacht wordt dat de bevolking in Vlaanderen door demografische groei en migratie verder zal toenemen, voornamelijk in de centrumsteden. Een duidelijk onderscheid tussen platteland en stadskernen moet worden nagestreefd. Een duurzame inplanting via een degelijke ruimtelijke planning moet leiden tot een slimme verdichting die de open ruimte (zowel natuur als landbouw) spaart voor verdere uitdeining van de bebouwde oppervlakte. Om dit onder meer te realiseren, pleit JONGCD&V voor een stop op lintbebouwing.
Kwalitatieve publieke ruimte met groen is volgens JONGCD&V een essentiële waarde die ook haalbaar zou moeten zijn voor de stadsbewoner. Integratie van open ruimte in de stad, en verbindingen tussen groene stadzones en de omliggende groene buitenranden via een zogenaamde “lobben”-structuur hebben ook rechtstreekse (micro)klimatologische effecten, en garanderen een gezondere en natuurlijkere stadsomgeving. JONGCD&V pleit ook voor een duurzame economische stadsontwikkeling, waarbij de voorkeur uitgaat naar de uitbouw van een levendige commerciële stadskern in tegenstelling tot de zogenaamde winkelcentra in de stadsrand, die vaak een nefaste impact hebben op de authentieke winkelstraten in het stadscentrum. Een goede ruimtelijke planning vereist ook een verstandige integratie van regionale ruimte-inrichting en mobiliteit, die rekening houdt met pendelverkeer van en naar de stad, en de noodzaak voor efficiënte toelevering en goederentransport via bijvoorbeeld city-depots. JONGCD&V gaat daarom resoluut voor het integreren van mobiliteitsplannen in de ruimtelijke ordening. 6
229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264
MOBILITEIT: Inclusief en efficiënt JONGCD&V laat zich in haar mobiliteitsvisie leiden door het STOP-principe: Stappen, Trappen, Openbaar en collectief vervoer, en pas daarna de Personenwagen. Om dit principe meer kracht bij te zetten, worden volgende punten naar voren geschoven:
JONGCD&V pleit voor een snelle bekrachtiging van het ‘Go for Zero’-programma dat streeft naar nul verkeersdoden. We pleiten in deze context voor de invoer van het alcoholslot en het rijbewijs met punten.
JONGCD&V wenst de vervuiling door het wegverkeer aan te pakken door een groenere fiscaliteit, met als uitgangspunt ‘de vervuiler betaalt’. Concreet zijn we voorstander van rekeningrijden. Met een eigen vervoersmiddel overdag in de steden rijden, dient bovendien duurder te zijn.
Het beleid moet de zoektocht naar innovatieve vervoersvormen ondersteunen.
Mobiliteit brengt mensen letterlijk bij elkaar en vervult daardoor een belangrijke sociale functie. Wanneer mobiliteit ontbreekt, geeft dit vaak ook een beperking op de maatschappelijke integratie van jongeren, bejaarden en kansarmen bv. voor het bereiken van werk, winkels, ontspanning, enz. In die zin zijn toegankelijke tarieven voor het gebruik van het openbaar vervoer een goede zaak, althans zolang ze toegekend worden op basis van criteria die oneigenlijk gebruik vermijden. JONGCD&V is evenwel tegen volledig gratis openbaar vervoer: een kostprijs, al is die minimaal, geeft de burger een groter verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van het openbaar vervoer dat aangeboden wordt. JONGCD&V moedigt de initiatieven rond het creëren van een ééngemaakt intergewestelijk of nationaal vervoersbewijs aan. Via een elektronische ID kan zo eenvoudig overgestapt worden tussen de verschillende netten én vervoersmiddelen (trein, bus, fiets, ...). JONGCD&V pleit voor een inclusieve mobiliteit: kwalitatieve openbare dienstverlening is een basisvereiste voor een democratische en rechtvaardige mobiliteit. Het basisaanbod in verkeersluwe gebieden (landelijke dorpskernen) of op verkeersluwe tijdstippen (nachtdiensten) behoort ook tot de gehele dienst van openbaar vervoer die moet worden aangeboden. Om dit aan de lokale situatie aangepast vervoersaanbod te realiseren, is een goed overlegmodel tussen vervoersmaatschappijen, lokale overheden en eindgebruiker noodzakelijk.
7
265 266 267 268 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 281 282 283 284 285 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308
WERKEN: Doelgericht jeugdwerkloosheid voorkomen JONGCD&V wil de nadruk van jobzekerheid naar loopbaanzekerheid verschuiven en onderschrijft het flexicurity-principe uit het Scandinavische welvaartsmodel. We benadrukken dat noch de flexibiliteit noch de security haalbaar zijn zonder een sterk arbeidsmarktbeleid. Hiervoor rekenen we niet alleen op het sociaal overleg, maar ook op de verhoging van de arbeidsparticipatie. Meer mensen activeren is volgens ons immers de enige manier om dit systeem betaalbaar te houden. Zo zijn we tegen labour hoarding, een fenomeen waarbij een bedrijf zijn medewerkers zoveel mogelijk tracht te behouden tijdens periodes waarin de vraag afneemt. Dit kan contraproductief werken als er andere bedrijven met openstaande vacatures blijven zitten. Flexibel werken via co-sourcing en pooling Onze arbeidsmarkt krijgt het verwijt niet dynamisch en weinig wendbaar te zijn, onder meer door het duur ontslagrecht dat aanwerven ontmoedigt. Wel is er een zekere flexibiliteit mogelijk zoals het stelsel van tijdelijke economische werkloosheid maar dat loopt tegen zijn limieten en kan aanleiding geven tot labour hoarding. JONGCD&V vraagt dus om systemen van co-sourcen en poolen van medewerkers te faciliteren. Onder pooling verstaan we “werknemers ‘poolen’ bij een bepaalde werkgever die als kernactiviteit heeft hen afwisselend in de verschillende bedrijven in te zetten”. Onder co-sourcing wordt dan weer begrepen “flexibel werknemers tewerkgesteld in één bedrijf tijdelijk inzetten in een ander bedrijf”. De huidige wetgeving biedt al een aantal mogelijkheden, maar is nog niet optimaal. JONGCD&V pleit ook voor een verschuiving van het gewicht van anciënniteit in de loonberekening. In tijden waar jongeren precies een duwtje in de rug nodig hebben, zijn de lonen het laagst. JONGCD&V pleit tenslotte voor een correcte balans tussen werk en leven. Het is onze christendemocratische overtuiging dat we werken om te leven en niet omgekeerd. Daarom willen we de nodige flexibiliteit kunnen inbouwen. Voor JONGCD&V betekent flexibel werken: een meer effectieve manier van werken individuele, persoonlijke, situatie –en functieafhankelijke afspraken tussen leidinggevende en medewerker verhoogde verantwoordelijkheid en “eigenaarschap” van de medewerkers de duur van de arbeidscarrière is voor ons belangrijker dan het begin- en eindpunt ervan Competitiviteit verhogen In discussies over de competitiviteit van de Belgische economie wordt vaak verwezen naar de te hoge loonkosten. Om extra tewerkstelling of behoud van jobs te bewerkstelligen, speelt naast innovatie en flexibiliteit ook de kostprijs van arbeid ten opzichte van kapitaal een belangrijke rol. JONGCD&V pleit ervoor om de kosten te drukken door een combinatie van onderstaande 3 voorstellen:
De invoering van de 40-uren werkweek met behoud van hetzelfde brutoloon verhoogt het rendement van arbeid. 8
309 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327 328 329
Een vermindering van de werkgeversbijdrage maakt het aanwerven van nieuwe medewerkers goedkoper voor bedrijven.
Een vermindering van de werknemersbijdrage zal ervoor zorgen dat werknemers meer nettoloon overhouden en meer koopkracht hebben. Wat op zijn beurt leidt tot economische groei. Indien we dit realiseren door het belastingvrije minimum op te trekken komt dit in de eerste plaats laaggeschoolden en jongeren ten goede.
Pleidooi voor een eenheidsstatuut De problematiek van de waterval in het secundair onderwijs (zie ook onder) heeft betrekking op maatschappelijke waardering. Een cruciaal element in de waardering van een opleiding is de vraag waar je later met het diploma terecht kan en hoe dat diploma gevaloriseerd wordt. In België is er nog altijd een onderscheid tussen het ambtenaren-, arbeiders- en het bediendestatuut, waarbij het bediendestatuut veel aantrekkelijker en voordeliger zou zijn. Het wordt ook zo ervaren dat opleidingen uit BSO en TSO vaker leiden tot een arbeidersjob en opleidingen ASO tot een bediendeof ambtenarenfunctie. Zolang het ene statuut maatschappelijk meer gewaardeerd wordt dan het andere, is elke inspanning om het watervalprobleem op te lossen volstrekt ontoereikend. JONGCD&V pleit daarom voor een eenheidsstatuut ter vervanging van ambtenaren, bedienden en arbeiders.
9
330 331 332 333 334 335 336 337 338 339 340 341 342 343 344 345 346 347 348 349 350 351 352 353 354 355 356 357 358 359 360 361 362 363 364 365 366 367 368 369 370 371 372 373 374
LEREN: De leerkracht herwaarderen, de leerling werkervaring geven Inzetten op werkstages JONGCD&V is van mening dat het onderwijs in het kader van levenslang leren een belangrijke bijdrage moet leveren aan het integraal competentiebeleid. Dit moet gebeuren door de grote ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs maximaal te beperken en de bestaande laaggeschooldheid weg te werken. Dit kan via meer flexibele onderwijsvormen zoals werkplekleren, het leren op basis van ervaring. In de filosofie van levenslang leren wil JONGCD&V het principe van afwisselend leren en werken structureel verankeren in het Vlaamse onderwijs. Dit kan via meer flexibele onderwijsvormen zoals werkplekleren, avondonderwijs en afstandsonderwijs. Er is een nood aan meer en betere werkervaringsplaatsen, waar veel aandacht besteed wordt aan de educatieve bijdragen en degelijke opvolging en begeleiding van de lerende. Ook in het hoger onderwijs moet het belang van stages opgewaardeerd worden. JONGCD&V pleit daarom voor het inbouwen van werkstages tijdens de opleiding. Zo krijgt de student niet alleen zicht op de verschillende jobmogelijkheden, maar komt hij bovendien met de nodige ervaring aan de start van zi n pro essionele carri re. De Vlaamse overheid kan voorzien in fiscale incentives voor bedrijven die stageplaatsen voorzien. Aanpakken van de waterval in het secundair onderwijs De waterval in het secundair onderwijs, waarmee het zakken van Algemeen Secundair Onderwijs naar Technisch Secundair Onderwijs naar Beroeps Secundair Onderwijs bedoeld wordt, is verantwoordelijk voor een groot deel van de studievertraging en ongekwalificeerde uitstroom. Bovendien weten we dat het secundair onderwijs geen systeem is van sociale promotie, maar eerder sociale reproductie bevestigt. Daarom zijn de meer kwetsbare groepen in onze maatschappij hier het eerste slachtoffer van. JONGCD&V pleit er daarom voor dat de overgang tussen ASO, TSO en BSO minder makkelijk kan gebeuren, bijvoorbeeld door de invoer van overgangsexamens. Iedere vorm van secundair onderwijs heeft volgens ons zijn sterktes en dient ook op die manier benaderd te worden. Herwaardering van het beroep van leerkrachten Diplomavoorwaarden leerkrachten De OESO landen die hoog scoren in het OESO vergelijkend onderwijsonderzoek (Pisa) (die landen die topkwaliteit combineren met een kleine kloof tussen sterkst en zwakst presterenden), hebben niet toevallig allemaal leerkrachten basisonderwijs en eerste graad secundair onderwijs op masterniveau ingeschaald. Als JONGCD&V’ers hechten we voor het basisonderwijs vooral belang aan kwaliteitsvol onderwijs. Daarom willen we het beroep van leerkracht herwaarderen en masters inzetten in het basisonderwijs en in de eerste graad van het Secundair onderwijs. Dit moet wel gepaard gaan met een optioneel intensief bijscholingstraject voor bestaande leerkrachten om hen ook de kans te bieden hun diploma op te waarderen tot masterniveau. Een 10
375 376 377 378 379 380 381 382 383 384 385 386 387 388 389 390 391 392 393 394 395 396 397 398 399 400 401 402 403 404 405 406 407 408 409 410 411 412 413 414 415 416 417 418
automatische gelijkschakeling (een vaak door de leerkrachtenvakbonden geciteerde eis in dit verband) kan uiteraard niet de bedoeling zijn. Betere carrièremogelijkheden voor leerkrachten In het kader van een minder vlakke, meer flexibele en aantrekkelijke loopbaan voor leerkrachten pleit JONGCD&V voor:
de uitdoving van de vaste benoemingen van leerkrachten.
de introductie van zesjarige mandaatfuncties voor leidinggevende functies in het basis- en secundair onderwijs, gebaseerd op competenties van de individuele kandidaat.
senior-leraren die zich meer bezig houden met de begeleiding en de overdracht van het vakmanschap van het lesgeven.
Teach First in Vlaanderen Het Vlaamse onderwijs behoort tot het beste ter wereld. Toch slagen we er vaak niet in om kinderen uit minder sterke sociaaleconomische en anders-etnische milieus aansluiting te laten vinden. Om dit te verhelpen stelt JONGCD&V de invoering van het Teach First programma voor. Teach First rekruteert getalenteerde studenten op hogescholen en universiteiten voor een intensieve opleiding, in samenwerking met lerarenopleidingen en het bedrijfsleven. Naast de pedagogische basisvaardigheden, ligt de focus sterk op de ontwikkeling van leiderschapsvaardigheden. Met de steun van een persoonlijke coach staan ze al in het eerste jaar voor een klas van leerlingen die zich kenmerken door hun minder sterke sociaaleconomische achtergrond. Ze helpen leerlingen in hun eigen capaciteiten te geloven, om verwachtingen te creëren en doelen te stellen. Wat betreft de leerlingen zelf werd bewezen dat het programma leidt tot betere resultaten. Jeugdwerkloosheid vanuit het onderwijs aanpakken JONGCD&V vindt dat het huidig aanbod van opleidingen dient getoetst te worden aan overlappingen, lacunes en maatschappelijke relevantie. In de verschillende opleidingsgebieden streven we naar een con nu m van opleidingen gaande van weinig tot sterk abstract. We vragen ook dat er een structureel overleg komt tussen het onderwijs en de werkgevers, zowel profit als nonprofit, om het onderwijsaanbod af te stemmen op de noden van de arbeidsmarkt. We maken hierbij wel de belangrijke opmerking dat de uiteindelijke overgang naar de arbeidsmarkt niet de enige doelstelling van het onderwijs mag zijn. De algemeen vormende opdracht van het onderwijs blijft van groot belang. Tegelijk pleiten we voor een bredere erkenning van diploma’s, in het bijzonder in de zoektocht naar het invullen van knelpuntberoepen. In deze context vindt JONGCD&V dat het oriëntatiebeleid moet doorgetrokken worden tot in de arbeidsmarkt. Het verhaal eindigt immers niet bij het afstuderen. In het verleden heeft JONGCD&V steeds gepleit voor een oriëntatiebeleid waarbij de student met al zijn talenten en interesses centraal staat. Een intensieve samenwerking tussen de verschillende onderwijsniveaus is
11
419 420 421
onontbeerlijk. Gedurende de ganse loopbaan van een leerling student zou een ori nta edossier moeten bijgehouden worden.
12
422 423 424 425 426 427 428 429 430 431 432 433 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448 449 450 451 452 453 454 455 456 457 458 459
ONDERNEMEN: Jong innovatief ondernemerschap stimuleren Volgens JONGCD&V moeten jonge ondernemers alle kansen kunnen krijgen om te slagen in hun opzet. Nieuwe innovatieve ondernemingen vormen de basis voor de toekomstige werkgelegenheid, welvaart en welzijn. We onderstrepen daarbij de kansen tot vrij initiatief die aan ondernemers moeten geboden worden, en hekelen een te strakke regelgeving die innovatief ondernemerschap in de weg staat. Voor startende ondernemers vinden we het als jonge christendemocraten belangrijk dat zij bij de overheid aan een one-stop ondernemersloket terecht kunnen voor alle administratieve vragen en verplichtingen. Broedplaatsen voor startende ondernemers Een belangrijk potentieel van de Vlaamse economie situeert zich op het kruispunt van onderwijs, innovatie en ondernemerschap. In de juiste setting kunnen deze unieke troeven elkaar versterken bij het stimuleren van nieuw ondernemerschap. Wanneer startende ondernemers dicht bij elkaar huizen, inspireren ze elkaar en ontstaan er sneller synergieën en creatieve initiatieven. Gerealiseerde innovaties kunnen ook terugvloeien in het onderwijscurriculum en zo een inspiratiebron vormen voor studenten. De Vlaamse overheid doet vandaag reeds heel wat om ondernemerschap in Vlaanderen te promoten. Niettemin blijft het aanmoedigen van een ondernemersstart noodzakelijk. JONGCD&V pleit voor de doorgedreven ontwikkeling van ondernemersincubatoren in Vlaanderen. Deze incubatoren of broedplaatsen spelen een faciliterende en versnellende rol bij de creatie van startende ondernemingen. In deze incubatoren worden de nodige diensten aangeboden die startende ondernemingen kunnen bijstaan in de uitbouw van hun organisatie. Bovendien bieden dergelijke ruimtes een broedplaats van creativiteit en potentiële samenwerkingsverbanden. Pleidooi voor sociaal en coöperatief ondernemerschap JONGCD&V pleit voor het versterken van sociaal ondernemerschap in Vlaanderen. Dit type ondernemerschap heeft een dubbel voordeel: het combineert economische - en maatschappelijke meerwaarde. Met de vele uitdagingen van vandaag, kunnen sociale ondernemers een belangrijke motor worden voor maatschappelijke verandering. Ook maatschappelijke organisaties, zorgverstrekkers, enz. kunnen innovatief te werk gaan en meedenken aan vernieuwende oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Daarnaast bepleit JONGCD&V de meerwaarde van coöperaties voor startende ondernemers. Het schaalvoordeel dat doorgedreven samenwerkingsverbanden door bijvoorbeeld groepsaankopen bieden, versterkt op termijn de groeikansen van beginnende ondernemers.
13
460 461 462 463 464 465 466 467 468 469 470 471 472 473 474 475 476 477 478 479 480 481 482 483 484 485 486 487 488 489 490 491 492 493 494 495 496 497 498 499 500 501 502 503
GEZIN: Het nieuwe gezinsbeeld wettelijk doortrekken In deze veranderende maatschappij is ook de opvatting van het gezin sterk veranderd. We zijn geëvolueerd van mama en papa met twee kinderen naar co-housing, nieuw samengestelde gezinnen en intergenerationeel wonen. Volgens JONGCD&V is een gezin daarom elk duurzaam samenlevingsverband tussen meer dan één persoon. Deze kan in bepaalde vormen rechten en plichten genereren. Traditionele invulling van het erfrecht voorbijgestreefd Ons huidige erfrecht dateert van uit de tijd van Napoleon. De enige ingrijpende wijziging die in de tussentijd gebeurd is, is de invoering van de erfrechten van de langstlevende echtgenoot in de jaren ‘80 van de vorige eeuw. In ons huidig stelsel wordt het voorbehouden erfdeel van kinderen volgens JONGCD&V nog te strikt geïnterpreteerd. Dit maakt dat bijvoorbeeld kleinkinderen niet of slechts beperkt kunnen erven van hun grootouders, net wanneer die mogelijkheid de kleinkinderen bij de opstart van hun leven zou kunnen helpen. Het resulteert in frustratie bij de grootouders om de kleinkinderen te helpen bij de opstart van hun leven, wat het oorspronkelijke doel van erfenissen was, maar ook bij de kinderen, want zij erven pas wanneer ze zelf bijna pensioengerechtigden zijn. JONGCD&V hekelt vooral de huidige status van het erfrecht met betrekking tot de stiefkinderen. Vanuit de bloedlijn gezien, staan stiefkinderen buiten deze van de overledene-stiefouder, wat maakt dat ze niet kunnen erven, tenzij bij testament bevoordeeld, maar dan wel aan het tarief van vreemden. JONGCD&V bepleit dat in een hervormd erfrecht stiefkinderen, d.w.z. kinderen van de partner waar er een huwelijk of een wettelijke samenwoning mee was, toch moeten kunnen erven van de stiefouder, tenzij deze dit (beperkt) uitsluit in een testament. Waar de kinderen recht hebben op een gelijk erfdeel, stelt JONGCD&V het erfdeel van de stiefkinderen minimum een vierde moet bedragen van wat de ‘echte’ kinderen erven. JONGCD&V is van mening dat in de nieuw samengestelde gezinnen ook de stiefkinderen recht hebben op een redelijk en proportioneel deel van de erfenis. Kinderopvang De zoektocht van ouders naar een opvangplaats voor hun baby zou gemakkelijker moeten kunnen. Voor JONGCD&V moeten er jaarlijks 2000 extra plaatsen voor kinderen bijkomen. Ondernemingen zouden eenvoudiger opvang voor de kinderen van werknemers moeten kunnen organiseren. Daarnaast verdienen opvangplaatsen in de zelfstandige sector extra financiële ondersteuning. Coöperaties rond kinderopvang verdienen een duwtje in de rug wat ons betreft. Naast de scherpere prijzen die men in groep kan bedingen, is er een sociaal surplus. Er is meer nood aan opvang, verzorging en begeleiding en samen kan men die organiseren. Kinderbijslag Kinderbijslag vinden wij als jonge christendemocraten op vandaag een te complexe aangelegenheid. Het is de moeder die het ontvangt, maar het fonds van de vader die de uitkering verzorgt. In geval 14
504 505 506 507 508 509 510 511 512 513 514 515 516 517 518 519 520 521 522 523 524 525 526 527 528 529 530 531 532 533 534 535 536 537 538 539 540 541 542 543 544
van echtscheiding, dient er gekeken te worden of er co-ouderschap is, en als je alleenstaande bent, is er opnieuw een andere regeling. Eveneens is voor de kinderbijslag niet elk kind gelijk. Het eerste kind krijgt minder dan het tweede en deze dan ook weer minder dan de derde. Slechts vanaf het derde kind is elke volgende gelijk. JONGCD&V is ervan overtuigd dat elk kind voor de kinderbijslag in beginsel gelijk dient te zijn. De bestaande vermeerderingen die er bestaan voor de zorgkinderen, dienen zeker en vast behouden te blijven. Daarnaast pleit JONGCD&V voor een vereenvoudiging van de toekenning via de voorbereiding van een eenvormige kinderbijslag voor alle kinderen, of deze nu kinderen van werknemers, ambtenaren of zelfstandigen zijn. Jeugdhulpverlening zonder tussenschotten JONGCD&V wil dat de hinderlijke schotten tussen de verschillende sectoren van de hulpverlening weggehaald worden, zodat jongeren, ouders en hulpverleners makkelijker de juiste hulp vinden. Het jeugdhulplandschap in Vlaanderen is complex en versnipperd. Afhankelijk van de problematiek valt de hulp onder de bevoegdheid van het Algemeen Welzijnswerk, Jongerenwelzijn, de Centra voor Leerlingenbegeleiding, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, Kind en Gezin of de Geestelijke Gezondheidszorg. Tussen al die sectoren zijn er nu teveel muurtjes. Minderjarigen en gezinnen weten daardoor niet altijd bij wie ze voor welke problemen te rade moeten gaan. Daarom vraagt JONGCD&V dat de toegang tot de hulpverlening sterk vereenvoudigd wordt. De eerstelijnshulp, die nu nog te vaak onbekend is, moet uitgebreid. JONGCD&V vraagt ook meer transparantie bij adoptie en een vlottere instroom van kandidaatadoptieouders. Gerechtelijke omkadering van de nieuwe gezinnen Justitie moet efficiënter georganiseerd worden: processen moeten binnen een redelijke termijn afgehandeld kunnen worden. Het jarenlang aanslepen van processen is nefast voor het vertrouwen van de burger in de rechtvaardigheid van de samenleving. Niettemin dient een onafhankelijke justitie in dubbele aanleg gegarandeerd te zijn voor iedereen in de maatschappij. Daarom pleit JONGCD&V dat minstens het voorstel van de Familierechtbank eindelijk verder wordt uitgewerkt. De procedures met betrekking tot de familiezaken zitten vaak op het niveau van het vredegerecht, maar ook bij eerste aanleg, en in sommige procedures afwisselend bij beiden. JONGCD&V bepleit daarom dat familiezaken een aparte rechtbank krijgen, net zoals er een aparte rechtbank is voor werknemers en handelaars. Deze aparte rechtbank zou een serieuze ontlasting van de rechtbank van eerste aanleg, alsook de vredegerechten. Zij zouden zich dan meer kunnen toeleggen op de ‘residuaire’ zaken.
15
545 546 547 548 549 550 551 552 553 554 555 556 557 558 559 560 561 562 563 564 565 566 567 568 569 570 571 572 573 574 575 576 577 578 579 580 581 582 583 584 585 586 587 588
ZORG: Vandaag inspelen op de vergrijzing van morgen Alleen staan we nergens. Samen brengt ons verder. Als iedereen zich inzet, verzetten we bergen. Iedereen kan op zijn eigen manier zorg dragen voor zichzelf en de ander. Zo wordt samen leven ook samen genieten, samen delen, samen zorgen, samen een samenleving opbouwen. In Vlaanderen hebben we al een overtuigende weg afgelegd. Onze sociale voorzieningen zijn top. Nu moeten we verder bouwen aan een sociale bescherming van alle Vlamingen. Opdat niemand uit de boot valt. Om ons vangnet fijnmaziger te maken. Want zorg gebruikt werkwoorden tussen mensen die aangeven wat ze voor mekaar doen. Wij voor u, iedereen voor mekaar. Investeren in zorg doen we samen. Vermaatschappelijking… De nood aan zorg neemt toe, onder meer door de stijgende levensverwachting, migratie, globalisering en individualisering. De keuze van christendemocraten voor een warm Vlaanderen, betekent dat de manier waarop we onze zorg organiseren door een evolutie moet. Belangrijke kenmerken van die evolutie zijn een inclusieve benadering, vraaggestuurde zorg op maat, integrale zorg en vermaatschappelijking van de zorg. Zorg vermaatschappelijken betekent dat we de zorg zoveel mogelijk in en met de samenleving organiseren en niet ernaast, op afgescheiden locaties. … vergt een verregaandere samenwerking Elk van deze kenmerken veronderstelt een veel verregaandere samenwerking dan nu het geval is. Residentiële en ambulante zorg zullen moeten nagaan hoe ze samen het best inspelen op de vraag van de patiënt of cliënt. Residentiële zorg moet buiten haar muren zorg aanbieden, ambulante zorg moet ook binnen de muren van de residentiële zorg kunnen. De hulp aan personen met een handicap kan gedeeld en daardoor sneller en vaker rechtstreeks gegeven worden als ook andere actoren, naast de overheid, in de bres springen. Het vrijwilligerswerk zal onontkoombaar aan belang toenemen. Mantelzorgers zijn een cruciale schakel. Ze behoeven ondersteuning. Ze mogen door hun inzet niet zelf op hun tandvlees gaan zitten. Wat ze doen, moet ook hén genoegen doen. JONGCD&V wil mantelzorgers - er zijn er liefst 600.000 in Vlaanderen - ondersteunen in hun draagkracht, maar ook buurten betrekken bij zorg. Niet om de professionelen te verdringen, maar om aan te geven dat zorg iedereen aanbelangt. Tijdig zien wat op ons afkomt De bevolking vergrijst tegen een hoog tempo. Dat zal over pakweg tien jaar al een merkelijk ander straatbeeld opleveren: beduidend meer ouderen. En minder zichtbaar: meer chronische aandoeningen. Neem dementie. Tegen 2020 zullen 130.000 Vlamingen met dementie leven. Dit mag ons geen angst inboezemen. Maar we moeten wel onder ogen zien dat dit op ons afkomt. Dementie is een aandoening waartegen geen remedie bestaat. Die kan er komen, maar het is zeker niet voor morgen. Als de oppervlakkige en eenzijdig negatieve inschatting van mensen met dementie aanhoudt, wordt het heel moeilijk om in de samenleving de ontvankelijkheid te generen die onze samenleving menselijk en warm moet houden. Daarom wil JONGCD&V nog meer investeren in beeldvorming, ook rond werk in de zorgsector. Tegen 2020 hebben we naar schatting 60.000 extra mensen nodig in de zorg. Die moeten we vinden. JONGCD&V wil vermijden dat mensen niét voor een zorgberoep kiezen omwille van een foute beeldvorming of omdat ze de kansen niet kennen of zien. Zorgberoepen zijn boeiend, rijk aan mogelijkheden, en menselijk zeer verrijkend. 16
589 590 591 592 593 594 595 596 597 598 599 600 601 602 603 604 605 606 607 608 609 610 611 612 613 614 615 616 617 618 619 620 621 622 623 624 625 626 627 628 629 630 631 632
De samenleving zal ook anders omgaan met vrijwillige levensbeëindiging, zij het via palliatieve sedatie of euthanasie. Daarbij wil JONGCD&V het debat over vrijwillige levensbeëndiging bij minderjarigen niet uit de weg gaan. Als jongerenbeweging zijn we ervan overtuigd dat minderjarigen daar ook het recht op moeten hebben in bijzondere gevallen. Dat recht wordt naar onze mening niet zozeer vanaf een bepaalde leeftijd toegekend, dan wel op basis van een objectieve beoordeling van de maturiteit van de minderjarige. Voor deze beoordeling is het belangrijk dat een onafhankelijke partij dit doet – dus niet de familie, noch de behandelende arts(en). Meer mensen, geld, innovatie en efficiëntie We moeten ook de eerlijkheid hebben om aan te geven dat de overheid – en dus de samenleving die de overheid het geld geeft om beleid te voeren – niet in staat zal zijn de stijgende zorgnood te beantwoorden met de financiering van almaar meer professionele zorgverstrekkers en een residentieel aanbod. We gaan er niet geraken zonder dat de mensen elkaar meer helpen. Alleen vragen mensen steeds meer dat de overheid het maar moet oplossen. Dat kan dus niet voor JONGCD&V. Toch vraagt JONGCD&V tegelijk dat de overheden, van lokaal tot Europees niveau, nog meer geld vrijmaken om de zorgnoden te beantwoorden. JONGCD&V pleit bijvoorbeeld voor een verdubbeling van de Vlaamse zorgverzekering. Dat is een bijkomende verzekering voor nietmedische hulp- en dienstverlening aan personen. Ze is verplicht voor iedereen die in het Vlaams Gewest woont en ouder is dan 25 jaar, en bedraagt 25 euro per jaar. Daarnaast vraagt JONGCD&V meer innovatie, efficiëntie en corporate governance en een breder inzetten op preventie, vroegdedectie en zorgcontinuïteit. Fit in je hoofd JONGCD&V vraagt ook meer aandacht en geld voor de geestelijke gezondheidszorg. Drie zelfdodingen per dag in Vlaanderen zijn er drie teveel. De Vlaming trekt nog te vaak de gordijnen achter zich dicht. Het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie, dat het aantal zelfdodingen in Vlaanderen tegen 2020 met 20% moet doen dalen, bevat goede acties. Toch moet er verdient de samenwerking met scholen of spoedgevallendiensten meer aandacht, net als de capaciteit van het aanbod en de organisatie van de eerstelijnszorg. Ook pleit JONGCD&V voor de erkenning en terugbetaling van psychotherapie. Dat zou de geestelijke gezondheidszorg veel toegankelijker maken. Maar toch moeten we beseffen dat de professionele hulpverlening niet voor alles een oplossing kan vinden. Kinderen en jongeren hebben behoefte aan nestwarmte. Aandacht voor ouderen Ook ouderenzorg moet voor JONGCD&V meer deel uitmaken van het buurtleven. We moeten ook meer rekening houden met het veranderend profiel van de senioren. Voor JONGCD&V is goede zorg per definitie kleinschalig, maar ze wordt organisatorisch ook steeds complexer. JONGCD&V pleit daarom voor meer investeringen in nieuwe woonzorgmodellen, die vernieuwend zijn op het vlak van wonen, zorg en ruimtelijke inplanting. JONGCD&V eist dat ook jongeren een stem krijgen in zulke (proef)projecten, want de jongeren zijn de ouderen van later. En waarom zouden jongeren geen stem kunnen krijgen in de (lokale) ouderenadviesraden? Jong en oud kunnen meer samenwerken dan vandaag het geval is. Waarom repeteren niet meer toneelverenigingen in een woonzorgcentrum? 17
633 634 635 636 637 638 639 640 641 642 643 644 645 646 647
Voorts heeft deze vermaatschappelijking van de zorg voor JONGCD&V betrekking op mensen met beperkingen, chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven… Begrippen die hierbij een rol spelen zijn onder meer deïnstitutionalisering, community care, empowerment, kracht- en contextgericht werken, vraagsturing en respijtzorg. Gegevensdeling via ICT-toepassingen Tot slot wil JONGCD&V dat de overheid betere zorg faciliteert via ICT-toepassingen en ICTnetwerken. Zij moeten een vlotte samenwerking ondersteunen tussen de verschillende zorgactoren in de eerste lijn door het mogelijk maken dat de actoren in de zorg, volgens goed bewaakte criteria, onderling gegevens over de patiënt delen. Zo verhogen gaandeweg de kwaliteit en de beschikbaarheid van de gegevens en vermindert de administratieve werklast, zodat meer aandacht kan gaan naar de patiënt, waar die ook verblijft.
18
648 649 650 651 652 653 654 655 656 657 658 659 660 661 662 663 664 665 666 667 668 669 670 671 672 673 674 675 676 677 678 679 680 681 682 683 684 685 686 687 688 689 690 691
SAMENLEVING: Vertrouwen tussen burger en overheid herstellen Spanningsvelden beheersen de samenleving van vandaag. Symptomen van een stijgende onverdraagzaamheid tussen mensen zijn talrijk en schuilen vaak in kleine hoekjes: het beslechten van een ruzie over een boom in de tuin voor een rechtbank, het naroepen van vrouwen op straat, het gebruik van nutteloos geweld op café of in het verkeer, klachten indienen tegen spelende kinderen en de GAS-boetes voor het gooien van een sneeuwbal. Op termijn dreigen we te vergroeien naar een samenleving waarin alles toegelaten is voor jezelf en anderen voor diezelfde daad aan het kruis genageld worden. Tolerantie tegenover “de andere” li kt te verdwi nen, de verruwing van onze maatschappij zet zich voort. JONGCD&V verzet zich radikaal tegen een verdere evolutie in die richting. Het zoeken, vinden en veroordelen van zondebokken primeert op het voor-eigen-deurvegen. Het aanreiken van oplossingen vinden wij daarbij belangrijker dan het aanwijzen van schuldigen. Dat is voor ons de enige manier om te komen tot een positief ingestelde samenleving waarin iedereen de kans krijgt om zichzelf te ontplooien. De samenleving waarin JONCD&V gelooft is een warme en open samenleving die vertrouwen aan elkaar geeft. Daarenboven kiezen we voor een slimme samenleving waarin het veranderde maatschappijbeeld een praktische toepassing krijgt. Radikaal kiezen voor een warme en open samenleving JONGCD&V erkent onvoorwaardelijk de diversiteit van de samenleving. Daarin verdienen alle minderheidsgroepen zonder uitzondering een plaats, ook op de werkvloer. Voor een warme en open samenleving is het verenigingsleven essentieel. Dit verenigingsleven is in de eerste plaats een belangrijke uitlaatklep voor samen ontspannen. Naast die sociale functie heeft het verenigingsleven voor JONGCD&V ook een uitgesproken socialiserende functie: in het verenigingsleven kunnen burgers immers leren dat gemeenschappelijke beslissingen maar degelijk én gefundeerd zijn, als ze genomen worden op basis van dialoog en discussie. In het verenigingsleven worden burgers gecon ronteerd met ‘de Ander’ in al z’n diversiteit, met wie ze in onderhandeling moeten te treden. ‘Samen-leven’ op basis van individuele verzuchtingen, die in de huidige open incidentensamenleving snel aan belang winnen, leidt daarentegen al snel tot belangenconflicten. Omgekeerd kant JONGCD&V zich tegen een toenemende instrumentalisering van diezelfde verenigingen voor beleidsdoeleinden. In zo’n context wordt de verenigde vri williger al snel een monddode marionet van beleid. In een open en warme samenleving dient iedereen zich in zijn of haar identiteit gerespecteerd te voelen, ook in publieke ruimtes. JONGCD&V beschouwt in die zin het verbieden van uiting van religieuze of andere symbolen als een symptoom van een onverdraagzame samenleving. Vanuit de centrale plaats van de mens in de samenleving veroordeelt het dan ook ten stelligste dergelijke verboden. JONGCD&V hekelt elk gebrek aan respect. Onder het mom van culturele en religieuze verdraagzaamheid mogen de waarden waarop onze rechtstaat is gebouwd niet uitgehold worden. Verdraagzaamheid voor onverdraagzaamheid kan niet geduld worden. Of je nu een hoofddoek, een keppeltje of een korte rok draagt, of je nu als man met je vriend of als vrouw met je vriendin hand in hand loopt, iedereen heeft het recht op straat te komen zonder nageroepen te worden. Problemen 19
692 693 694 695 696 697 698 699 700 701 702 703 704 705 706 707 708 709 710 711 712 713 714 715 716 717 718 719 720 721 722 723 724 725
van armoede en gebrekkige integratie mogen geen excuus zijn om problemen van onverdraagzaamheid onder de mat te vegen. JONGCD&V waarschuwt tenslotte voor de groeiende tolerantie voor kleine criminaliteit. Het vraagt politieke signalen om een dergelijke evolutie een duidelijke halt toe te roepen. Agressie in het verkeer, verbaal geweld of huiselijk geweld doen vaak geen wenkbrauwen meer fronsen. JONGCD&V aanvaardt een dergelijke evolutie niet en vraagt om actie op dat vlak. In vertrouwen samen leven Om een open en warme samenleving te creëren herbeginnen we met het schenken van vertrouwen aan elkaar. De burger verloor zijn vertrouwen in een goed-functionerende overheid en justitie. De overheid en justitie verloren hun vertrouwen in het maatschappelijk verantwoord handelen van de burger. Het gevoel van rechtvaardigheid primeert in deze vertrouwensband. We spreken ons daarom uit voor hervormingen aan overheids- en justitiezijde die deze vertrouwensband ten goede komen. JONGCD&V hekelt het bestaan van Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS). Gemeentelijke Administratieve Sancties zijn volgens ons een uiting van gebrek aan vertrouwensrelatie tussen staat en burger, en leiden op termijn tot een bestraffingssamenleving waarin ‘jong zijn’ geen eerlijke kans meer krijgt. JONGCD&V pleit dan ook voor de volledige afschaffing ervan en roept op om in te zetten op een duurzame hervorming van justitie waarin echte kleine criminaliteit ten gronde aangepakt en bestraft wordt. Justitie moet efficiënter georganiseerd worden: processen moeten binnen een redelijke termijn afgehandeld kunnen worden. Het jarenlang aanslepen van processen is nefast voor het vertrouwen van de burger in de rechtvaardigheid van de samenleving. Slim samenleven als voorbeeld voor de toekomst De uitdagingen van het veranderde maatschappijbeeld werden in het verleden duidelijk gesteld. Onmiskenbaar is de vergrijzing van België de grootste structurele uitdaging voor onze samenleving op middellange termijn. JONGCD&V pleit dan ook voor een slimme planning van de toekomst. Deze planning uit zich volgens ons in het beter aanwenden van openbare instellingen en ruimtes. Een betere aanwending koppelt een efficiëntere invulling van openbare instelling en ruimtes aan een betere integratie van verschillende leeftijdsgroepen. Zo pleit JONGCD&V voor het in elkaar overlopen van bijvoorbeeld school- en rusthuisruimtes,of bibliotheek- en administratieve ruimtes. De huidige evolutie van bibliotheken naar volwaardige kenniscentra en van slimme stationsgebouwen zijn daar pioniersvoorbeelden van.
20
726 727 728 729 730 731 732 733 734 735 736 737 738 739 740 741 742 743 744 745 746 747 748 749 750 751 752 753 754 755 756 757 758 759 760 761 762 763 764 765 766 767 768
OVERHEID: Efficiëntere dienstverlening voor burgers met recht op inspraak Onze Copernicaanse omwenteling In België bedraagt het beslag van alle overheden samen op de economie meer dan vijftig procent van het Bruto Binnenlands Product. Dat is veel, maar we krijgen er veel voor in ruil: een uitstekende gezondheidszorg en een kwaliteitsvol onderwijs bijvoorbeeld. Toch kan het op vele vlakken beter en efficiënter. Waar de copernicaanse omwenteling van de regering-Verhofstadt een maat voor niets leek te zijn, pleit JONGCD&V nu voor een echte bestuurlijke copernicaanse omwenteling. De overheid moet ten dienste van de burger staan, niet omgekeerd. Het minste dat de burger van de overheid mag verwachten is dat ze zo efficiënt, zo transparant en zo democratisch mogelijk werkt. Een efficiënt overheidsapparaat Voor JONGCD&V moet de vaste benoeming van de ambtenaar beperkt en zo nodig zelfs afgeschaft worden. JONGCD&V pleit voor een algemeen eenheidsstatuut, zonder opdeling tussen ambtenaar, arbeiders en bedienden. Carrière maken bij de overheid moet op basis van merite, en niet louter op basis van anciënniteit. Tegelijk moet de overheid radicaal gedepolitiseerd worden. We pleiten voor objectieve mondelinge en schriftelijke examens om vooruitgang te stimuleren en uiteindelijk te belonen. Vandaag de dag is de politisering van de administratie tot op alle niveaus doorgedrongen. Voor JONGCD&V kan dat niet langer. Om opnieuw een vertrouwensband tussen verkozen mandatarissen en administratie tot stand te kunnen brengen, dient de administratie absoluut neutraal te zijn in haar werkzaamheden. De hiërarchische structuur van de administratie mag niet beletten dat de administratie zich snel moet kunnen aanpassen aan nieuwe maatschappelijke noden. Structuren mogen geen doel op zich zijn. Zij moeten snel kunnen aangepast worden aan een steeds wijzigende realiteit. Een goed werkend en democratisch multilevel governance Besturen anno 2013 is een zaak van multilevel governance. Geen bevoegheidsniveau heeft absolute soevereiniteit. Ons leven wordt beheerst door internationale, Europese, federale, regionale en lokale regelgeving. In zo’n context is samenwerking tussen de verscheidene beleidsniveaus van cruciaal belang. In de jonge Belgische federale staat is die samenwerking nog lang niet altijd optimaal in tegenstelling tot meer volgroeide vormen van federalisme. Samenwerkingsfederalisme moet het ordewoord zijn. Tegelijk moet kunnen worden nagegaan of de bevoegdheidsverdeling in ons land voldoet aan minimale vereisten van efficiëntie en goed bestuur. Wat betreft de verhoudingen tussen gemeentes en de hogere overheid, moet gemeentelijke autonomie voor JONGCD&V de norm zijn. Fusies tussen gemeentes waar dat efficiëntiewinsten oplevert, moeten kunnen. Tegelijk mogen intercommunales niet aan democratische controle ontsnappen en oneigenlijke taken vervullen. De verdeling van bevoegdheden tussen federale staat en deelstaten kan op bepaalde vlakken efficiënter. We stellen ons een aantal vragen. Is het efficiënt de ontwikkelingssamenwerking op te delen? Is de verdediging van onze economische belangen in het buitenland wel optimaal en kostenefficiënt, met een Belgische diplomatie en een Vlaams exportpromotiebeleid? Is het nuttig dat
21
769 770 771 772 773 774 775 776 777 778 779 780 781 782 783 784 785 786 787 788 789 790 791 792 793 794 795 796 797 798 799 800 801 802 803 804 805 806 807 808 809 810 811 812
elke regio er eigen ‘ambassades’ op nahoudt? JONGCD&V pleit voor een efficiëntie-doorlichting van onze complexe staatsstructuur. JONGCD&V pleit er ook voor dat onze kieswetgeving beter aansluit op de bevoegdheidsverdeling zoals die vandaag bestaat. Is het nog langer democratisch te verantwoorden dat wij een Europese staatsleider die in Europa ons dagelijks leven mee bepaalt, niet mee kunnen waarderen of afstraffen? Is het verdedigbaar dat wij geen zeg hebben in het politiebeleid dat een Waalse Minister als Minister van Binnenlandse Zaken voert voor heel België, inclusief Vlaanderen? Om aan die democratische bezorgdheid tegemoet te komen pleit JONGCD&V voor een Europese kieskring voor 252 van de 754 Europarlementsleden en voor een federale kieskring voor 50 van de 150 federale kamerleden. Om Europa meer slagkracht en een duidelijker gezicht te geven, pleit JONGCD&V ook voor de fusie van de functie van Voorzitter van de Europese Raad en Voorzitter van de Europese Commissie. In het verhaal van subsidiariteit neemt de Europese Unie een belangrijke positie in. Dit werd onder meer duidelijk tijdens de financiële crisis die ook in ons land hard toegeslagen heeft. De Europese maatregelen hebben belangrijke uitwerkingen voor burgers en financiële instellingen. Vragen met betrekking tot de democratische legitimiteit van de Unie, dringen zich dan ook op. JONGCD&V blijft een overtuigde voorstander van Europese integratie en versterkte samenwerking, en vraagt nationale politici om ook de positieve invloed van Europese initiatieven kenbaar te maken om de positieve en creatieve ideeën van Europese initiatieven extra in de verf te zetten. De burger centraal In de administratie van morgen moet de burger centraal staan. Een goede dienstverlening met een blik gericht op de noden van burgers en bedrijven, veeleer dan op de eigen hiërarchische structuren, moet de leidraad zijn voor een goed werkende overheid. De strijd tegen administratieve overlast moet opgevoerd worden. Niets is zo ontmoedigend voor een burger als zijn levensplannen gedwarsboomd te zien door onnodige red tape. Vertrouwen tussen overheid en burger moet terug hersteld worden, waar we nu een controlerende en argwanende overheid hebben, moet deze terug een partner worden van het middenveld en burgers. Twee overheden die hetzelfde document opvragen is niet van deze tijd. Het one-stop-shopprincipe en e-gov-applicaties moeten volgens ons veralgemeend worden. Het democratisch deficit wegwerken Inspraak is voor ons cruciaal. Als christendemocraten geloven wij meer dan ooit dat het middenveld, met zijn vele organisaties de natuurlijke sfeer is waarin burgers al van jongsaf aan leren politiek actief te zijn. Democratie is meer dan alleen verkiezingen. Democratie vergt engagement en inzet. Elke poging het middenveld uit te schakelen zal ultiem leiden tot een versterking van de macht van de staat en een verzwakking van de mens. Als personalisten moeten wij het middenveld meer dan ooit naar waarde schatten. Dit mag ons als christendemocraten niet beletten om nieuwe organisatieverbanden, ontstaan buiten het klassieke circuit om, te erkennen en bij het beleid te betrekken. Ook pleiten wij voor een herwaardering van de parlementen in ons land. Het parlement de nodige armslag geven en de 22
813 814 815 816 817 818 819 820 821 822 823 824 825 826 827 828 829 830 831 832 833 834 835 836 837 838 839 840 841 842 843 844 845 846
kwaliteit van de wetgeving verhogen kan o.a. door het parlement toegang te verlenen tot de expertise van de administratie bij de uitwerking van wetsvoorstellen. We erkennen tenslotte de essentiële rol van media in een gezonde democratie. Een kritische en onafhankelijke pers is van primordiaal belang. JONGCD&V pleit echter voor introspectie bij onze media. Al te vaak creëren of faciliteren ze intentieprocessen en JONGCD&V wil, in het belang van pers en democratie, een gedegen debat over deontologie in de media. Bovendien pleit JONGCD&V pleit voor meer participatie van burgers in het democratisch proces. Daarom willen we in analogie met het Europees Burgerinitiatief het mogelijk maken voor burgers in Vlaanderen en België om de agenda van het parlement te bepalen zodat men zich richt op de belangen van burgers. JONGCD&V wil dat vragen die de steun krijgen van 25.000 burgers behandelt worden in het parlement. Een ambitieus verhaal voor onze Europese hoofdstad Brussel, hoofdstad van Europa is een enorme bron van welvaart voor ons land. Het Brussels Gewest genereert een vijfde van het totale bruto binnenlands product van ons land. Het aantal arbeidsplaatsen nam er de laatste jaren stelselmatig toe. De welvaart die in Brussel gecreëerd wordt, straalt ver af op de rest van België. Tegelijk kampt met de stad met een hoge werkloosheid. Brussel is ons venster op de wereld. Het is onze Europese, Belgische én Vlaamse hoofdstad. Brussel is een multicultureel laboratorium dat al lang de communautaire tweedeling overstijgt. JONGCD&V pleit ervoor dat de instellingen zich aanpassen aan die nieuwe Brusselse realiteit. De Vlaamse en de Franse gemeenschap moeten intensief samenwerken op vlak van cultuur, uitwisseling van leraren Frans en Nederlands in het onderwijs en vorming. De gewesten moeten de metropolitaanse gemeenschap die gecreëerd werd in de jongste staatshervorming nuttig invullen om een ambitieuze visie uit te werken over mobiliteit, arbeidsmarktbeleid en ruimtelijke ordening. Naast elkaar werken, zoals de saga over de shoppingcentra demonstreert, is niet meer van deze tijd. Tegelijk pleit JONGCD&V voor een verdere en diepgaande bevoegdheidsoverdracht van de 19 gemeentes naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Als stadsgewest moet het Gewest naast gewestelijke ook over stedelijke bevoegdheden beschikken. De bevoegdheden van de gemeentes moeten in hoofdzaak beperkt worden tot administratieve en sociale taken, dicht bij de burger.
23