raadsvoorstel
Raadsvergadering: 18 oktober 2011 Agendanummer: Afdeling: Directie Onderwerp: Principebesluit privatisering Dorper Esch
Aan de raad Denekamp, 13 september 2011
Voorstel Voorgenomen besluit nemen tot: I. privatisering van sportcomplex Dorper Esch aan de daartoe op te richten stichting, inhoudende dat de opstallen van sportcomplex Dorper Esch door middel van erfpacht om niet worden overgedragen aan de daartoe op te richten stichting en dat deze stichting de exploitatie en instandhouding van sportcomplex Dorper Esch van de gemeente overneemt; II. aan de toekomstige geprivatiseerde instelling een jaarlijkse financiële bijdrage te leveren van € 650.000,--, ingaande op het moment dat de plannen zoals omschreven in het rapport “Sportcentrum De Dinkel Twente (december 2010)” zijn gerealiseerd (ingaande medio 2015), hetgeen zal worden vastgelegd in prestatieafspraken met de op te richten stichting; III. het beheer van de gymzalen: in Denekamp, Rossum, Tilligte Lattrop en Ootmarsum over te dragen aan de hier bedoelde op te richten stichting tegen een jaarlijkse vergoeding welke overeenkomt met de hiertoe in de gemeentebegroting opgenomen bedragen (bugettair neutraal), jaarlijks te indexeren. IV. aan de onder I, II en III genoemde voorgenomen besluiten de volgende voorwaarden te verbinden: 1. dat sportcentrum De Dinkel Twente wordt gerealiseerd en geëxploiteerd conform de uitgangspunten opgenomen in het rapport “Sportcentrum De Dinkel Twente (december 2010)”; 2. dat de initiatiefgroep de financiering voor het Sportcentrum De Dinkel sluitend krijgt zonder gemeentelijke financiële bijdrage of garantstelling; 3. dat de initiatiefgroep de financiering gerealiseerd heeft vóór 1-4-2012; 4. dat ook in de toekomst de gemeente niet garant staat voor mogelijke tekorten in de exploitatie, m.a.w. de jaarlijkse bijdrage is en blijft gemaximeerd op € 650.000,--, indexvrij; 5. dat er t.a.v. de aanbestedingsplicht een juridisch houdbare overeenkomst tussen gemeente en de geprivatiseerde instelling wordt gesloten; 6. dat de Europese Commissie een positief oordeel geeft op het vraagstuk van de staatssteun; 7. dat met de werknemersorganisaties overeenstemming wordt bereikt over het vast te stellen sociaal statuut; 8. dat de geprivatiseerde instelling garant staat voor de suppletie van het salaris van de medewerkers van Dorper Esch en voor de kosten voortvloeiende uit het sociaal statuut; 9. dat de gemeente na de privatisering geen enkele formele verantwoordelijkheid meer draagt voor het personeel; 10. dat overeenstemming met de belastinginspecteur wordt bereikt over de diverse fiscale uitgangspunten, en dat eventuele overdrachtsbelasting en fiscale heffingen voor rekening van de stichting komen. 11. dat de plannen zoals opgenomen in het rapport planologisch kunnen worden ingepast; 12. dat een nader onderzoek moet uitwijzen of uitbreiding van parkeerbehoefte noodzakelijk is en dat een eventuele uitbreiding voor rekening van de initiatiefnemers komt; 13. dat een alles omvattende overeenstemming wordt bereikt over de uiteindelijke privatiseringsovereenkomst met overname door de geprivatiseerde instelling van alle contractuele verplichtingen van de gemeente die betrekking hebben op sportcomplex Dorper Esch. V. Het voorgenomen besluit op grond van artikel 25, lid 1 onder a van de Wet op de ondernemingsraden voor advies voorleggen aan de ondernemingsraad.
Overwegingen Door middel van het Raadsplan 2012 heeft uw raad bij amendement het volgende besluit genomen: “Het college krijgt opdracht van de raad een zorgvuldig, objectief en deskundig onderzoek uit te doen
Ontw: EG, coll:
2 voeren naar de concrete haalbaarheid en de toekomstbestendigheid van privatisering van het zwembad in Denekamp, op basis van het rapport ‘De Dinkel Twente’(december 2010) van de werkgroep privatisering zwembad. Het onderzoek moet leiden tot zodanig heldere, sluitende en objectieve conclusies en aanbevelingen (exploitatietechnisch en financieel) dat de raad op 28 juni 2011 op basis van valide, volledige en tijdige informatie een definitief besluit kan nemen. Tot dat moment worden de door het college voorgestelde bedragen (voorlopig) ingeboekt”. In uw vergadering van 5 april 2011 heeft uw raad vervolgens een krediet beschikbaar gesteld van € 100.000,-- ten behoeve van het uitvoeren van het onderzoek. Daarbij hebt u de onderzoeksopdracht als volgt geformuleerd (cursief gedrukt):
Algemene onderzoeksvraag: Is het in het rapport voorgestelde concept zowel qua realisatie als qua exploitatie haalbaar en toekomstbestendig. Deelonderzoeksvragen: 1. Zijn de geraamde investeringskosten van de voorgestelde voorziening realistisch. Anders gesteld: reken de investeringskosten van de voorgestelde voorziening door. 2. a. b. c. d. e. f. g. h.
Is de voorgestelde exploitatie realistisch op de volgende onderdelen: energielasten personeelslasten ingeboekte subsidiebaten en overige bijdragen van derden kapitaallasten inkomsten uit verhuur en bezoek (marktonderzoek) onderhoudslasten vervangingsinvesteringen alle overige uitgaven en inkomsten die betrekking hebben op het instandhouden en beheer van deze voorziening.
3. Moet de jaarlijkse bijdrage door de gemeente europees worden aanbesteed? 4. Kan er mogelijk sprake zijn van ongeoorloofde staatssteun en zo ja, wat is hiervoor de oplossing? (kan sprake zijn van ongeoorloofde concurentievervalsing?) 5. Wat zijn mogelijke fiscale consequenties (o.a. BTW en overdrachtsbelasting) 6. Wat zijn de rechtspositionele consequenties voor het personeel Het onderzoek moet leiden tot zodanige heldere, sluitende en objectieve conclusies en aanbevelingen dat de raad op basis daarvan een onderbouwd en afgewogen besluit kan nemen. Aan de hand van deze onderzoeksopdracht hebben wij vier daartoe geëigende bureaus gevraagd om offerte uit te brengen aan de hand van een in te dienen plan van aanpak. Op basis van de ingediende plannen hebben wij “Synarchis adviesgroep” de opdracht verstrekt. Op 22 juli jl. heeft Synarchis haar onderzoek afgerond en onder de titel “second opinion haalbaarheid sportcentrum De Dinkel Twente” haar adviesrapport uitgebracht. Uit treft het adviesrapport van Synarchis in hierbij aan. In hoofdstuk 8 van het rapport treft u een beschouwing aan op de algemene onderzoeksvraag en de deelonderzoeksvragen. U treft de inhoud van hoofdstuk 8 hieronder integraal aan (cursief).
8 Slotbeschouwing In dit afsluitende hoofdstuk wordt een afrondende beschouwing gegeven op de centrale onderzoeksvraag of het voorgestelde concept voor sportcentrum De Dinkel Twente zowel qua realisatie als qua exploitatie haalbaar en toekomstbestendig is. Hierna geven wij allereerst een slotbeschouwing op deze centrale onderzoeksvraag. Vervolgens geven wij nog een onderbouwing van de beantwoording van de centrale onderzoeksvraag door de beantwoording op hoofdlijnen van de afzonderlijke onderzoeksvragen. Is het voorgestelde concept voor sportcentrum De Dinkel Twente zowel qua realisatie als
3 qua exploitatie haalbaar en toekomstbestendig? Als antwoord op de centrale onderzoeksvraag of het voorgestelde concept voor sportcentrum De Dinkel Twente zowel qua realisatie als qua exploitatie haalbaar en toekomstbestendig is, kan gesteld worden dat deze bij de door de initiatiefgroep gehanteerde uitgangspunten en randvoorwaarden haalbaar en toekomstbestendig is. Bij een aantal van die gehanteerde uitgangspunten en randvoorwaarden moeten op dit moment in het proces nog wel kanttekeningen worden geplaatst. Door de fase in de planontwikkeling waarin we ons nu bevinden zijn die uitgangspunten en randvoorwaarden onzeker. De uitgangspunten en randvoorwaarden waar wij kanttekeningen bij hebben zijn de volgende: • er ontbreekt een onderzoek naar de eventuele noodzaak van uitbreiding van de benodigde parkeervoorziening; • de initiatiefgroep heeft nog geen offertes kunnen aanvragen voor de financiering. Hiervoor is eerst besluitvorming door de gemeenteraad nodig. Ten aanzien van de financiering hebben wij de volgende kanttekeningen: o de onzekerheid inzake de ingeboekte subsidiebaten; o de onzekerheid inzake de benodigde garantiestellingen van derden voor eventuele tekorten op het niveau van de stichting. • er is sprake van een aanbestedingspichtige exploitatie. Door de genoemde oplossingsrichting is dit mogelijk oplosbaar. Een en ander moet echter verder worden uitgewerkt in juridisch houdbare overeenkomsten; • er is sprake van staatssteun. Het is echter de vraag of dit ongeoorloofd is. Deze vraag kan enkel worden voorgelegd aan de Europese Commissie. Het oordeel van de Europese Commissie moet worden afgewacht. • aan de ramingen liggen fiscale uitgangspunten ten grondslag. Van een aantal van deze uitgangspunten wordt geadviseerd deze vooraf af te stemmen met de Belastingdienst. • met de werknemersorganisaties moet een sociaal plan worden opgesteld. • ten aanzien van de overdrachtsbelasting alsmede de visie op nieuwbouw of verbouw wordt geadviseerd dit af te stemmen met de Belastingdienst. Zijn de geraamde investeringskosten van de voorgestelde voorziening realistisch? Door de initiatiefgroep is een gedegen stichtingskostenraming opgesteld die vooral door de fase waarin de planontwikkeling verkeert op de volgende punten nog onvoldoende hard is om onomwonden van een realistische investering te kunnen spreken: • het ontbreken van een onderzoek naar eventuele noodzaak van uitbreiding van de benodigde parkeervoorziening; • de onzekerheid ten aanzien van de door de initiatiefgroep voorgelegde (ambitieuze) planning. Een aantal aspecten die hieraan ten grondslag liggen zijn onder andere: o de te doorlopen bestemmingsplanprocedure; o het eventueel voorleggen van de steunmaatregelen aan de Europese Commissie om te bezien of sprake is van ongeoorloofde staatsteun; o het te doorlopen besluitvormingstraject aan de zijde van de gemeente. Vertraging van deze planning zal gevolgen hebben voor de stichtingskostenraming; • het naar de mening van Synarchis onvoldoende rekening houden met tijdsafhankelijke kosten, zoals rentekosten en prijsstijgingen in de stichtingskostenraming. Dit heeft echter een direct relatie met het verkrijgen van de financiering (zie verder). Is de voorgestelde exploitatie realistisch? Door de initiatiefgroep is een gedegen exploitatie opgesteld. Op het onderdeel financiering is deze, op basis van de navolgende punten, echter nog onvoldoende hard om onomwonden van een haalbare en toekomstbestendige exploitatie te kunnen spreken: • de samenwerking met Dinkelborgh Energie BV die er in moet gaan voorzien dat de stichting met een eenmalige investering van € 2 miljoen de energielasten van sportcentrum De Dinkel Twente structureel op € 0,- kan begroten, alsmede de financierbaarheid van deze investering; • de ingeboekte subsidiebaten à € 3.300.000,-; • de benodigde garantiestellingen van derden voor eventuele tekorten op het niveau van de stichting; • de financierbaarheid van het plan op de beschreven wijze (met restwaarde), mede in relatie
4 tot de voorgaande punten. Ten aanzien van het door de initiatiefgroep geschetste financieel perspectief voor sportcentrum De Dinkel Twente is Synarchis de volgende mening toegedaan: • met inachtneming van de hiervoor gemaakte kanttekeningen bij de energiekosten en kapitaallasten (staan in relatie met de hardheid van de subsidiebaten en Provinciale bijdrage) is sprake van een harde en realistische raming van kosten. Onzekere factor is wel de ontwikkeling van de personeelskosten, maar de terughoudendheid waarmee de initiatiefgroep inverdieneffecten begroot (vanaf 2021) duidt op de nodige marge om eventuele tegenvallers in de kosten op te kunnen vangen; • op basis van een realistische raming van bezoekersaantallen en een beperkte stijging van de tarieven is eveneens sprake van een robuuste raming van de inkomsten. Aan de initiatiefgroep wordt de aanbeveling gedaan een openstellings-/activiteitenrooster op te stellen om goed inzicht te verkrijgen in de inpasbaarheid van de verschillende gebruikerswensen en mogelijke knelpunten daarin; • het meerjarenperspectief is opgesteld aan de hand van een op dit moment realistische indexering van de kosten en inkomsten met 2%. Uitzondering is de indexering van de inkomsten uit het zorgbad (4%) die op basis van lage inkomsten bij de start van de exploitatie gerechtvaardigd is; • de eerste jaren (2015-2020) wordt gerekend met een resultaat van gemiddeld ruim € 12.000,- waarmee de stichting weerstandsvermogen opbouwt. Voor een begroting met een omzet van ruim € 1 miljoen (exclusief gemeentelijke bijdrage) is dit een magere marge. Pas als vanaf 2021 rekening wordt gehouden met inverdieneffecten door de vervanging van medewerkers loopt het resultaat en het weerstandsvermogen snel op. Hoewel zoals gezegd sprake is van een realistische begroting (met inachtneming van de twee gemaakte kanttekeningen) is het aan te bevelen de eerste exploitatiejaren met een begroot resultaat/reservering onvoorzien te werken van minimaal € 30.000,- per jaar. Moet de jaarlijkse bijdrage door de gemeente Europees worden aanbesteed? In beginsel moet de jaarlijkse bijdrage door de gemeente Europees worden aanbesteed. Er zijn echter mogelijkheden denkbaar om het risico van Europese aanbesteding op te lossen, zoals bijvoorbeeld: • het publiceren van een voornemen tot gunnen in het publicatieblad van de Europese Unie; • van de privatisering een vastgoedtransactie maken en vervolgens de stichting subsidiëren. Dit vereist overigens wel juridisch maatwerk en zal moeten worden uitgewerkt in overeenkomsten etc. Bij voorlopige afweging tussen deze oplossingsrichtingen lijkt de laatste de voorkeur te verdienen. Kan er mogelijk sprake zijn van ongeoorloofde staatssteun en zo ja, wat is hiervoor de oplossing? Kan sprake zijn van ongeoorloofde concurrentievervalsing? Er is risico dat er sprake is van ongeoorloofde staatssteun. In ieder geval is er sprake van staatssteun. Of deze ook daadwerkelijk ongeoorloofd is zal moeten blijken. Voor de te verstrekken subsidie geldt de aanbeveling om voorgenomen steunmaatregelen eerst voor te leggen aan de Europese Commissie. Het oordeel van de Europese Commissie zal vervolgens moeten worden afgewacht. Wat zijn mogelijke fiscale consequenties (o.a. BTW en overdrachtsbelasting)? •
•
de stichting is 6% overdrachtsbelasting verschuldigd over de waarde in het economisch verkeer van de onroerende zaken. Deze waarde zou op nihil gesteld kunnen worden, gezien de negatieve exploitatie van het complex. Partijen adviseren hiertoe vooraf overleg te voeren met de voor belanghebbende competente belastingeenheid; de stichting zal bij de ingebruikname van het 50 meter bad volgens KPMG worden geconfronteerd met een interne levering voor de BTW. Hierbij gaat KPMG er vooralsnog van uit dat het 50 meter bad voor de BTW als zelfstandige onroerende zaak dient te worden beschouwd. Deloitte gaat er van uit dat er sprake van één geheel en dat er alleen sprake is van een integratieheffing indien het gehele gebouw als nieuw zou worden gekwalificeerd. De Hoge Raad lijkt bij bestaande gebouwen meer en meer de mening te zijn toegedaan dat er eerder sprake is van een verbouwing dan van nieuwbouw. Afstemming ter zake met de Belastingdienst kan hierover zekerheid geven;
5 •
•
•
de stichting zal de BTW ter zake van de interne levering en/of verbouwingskosten, de inkopen en de exploitatiekosten et cetera in aftrek kunnen brengen voor zover sprake is van met BTW belaste prestaties. In verband met onder andere van BTW vrijgestelde verhuur zal de stichting een deel van de investerings-BTW en de BTW op de exploitatiekosten niet in aftrek kunnen brengen; rapportage ‘Second-opinion haalbaarheid sportcentrum De Dinkel Twente’ de subsidie die de stichting van de gemeente ontvangt lijkt niet belastbaar voor de btw. Hierbij adviseert KPMG wel dat voor het schoolzwemmen een met BTW belaste vergoeding in rekening wordt gebracht. Deloitte meent dat wanneer de subsidie voor een deel zit op het lage zwemlestarief voor ouderen en het gratis schoolzwemmen dat deel als prijssubsidie gezien wordt die belast is met omzetbelasting. De omzetbelasting ter zake van het schoolzwemmen is naar hun mening niet compensabel. Nader onderzoek wordt geadviseerd; KPMG meent dat het onderhoud en het beheer tegen vergoeding door de stichting van onroerend goed van de gemeente een met BTW belaste prestatie vormt. Wanneer de gemeente de BTW op deze kosten (deels) niet in aftrek kan brengen zouden partijen mogelijk een overeenkomst van kosten voor gemene rekening kunnen aangaan. Deloitte meent dat indien de voormalige medewerkers van de gemeente alleen diensten verrichten voor de gemeentelijke opstallen hun inziens aan de voorwaarden van het alternatief kosten voor gemene rekening niet kan worden voldaan. Nader onderzoek wordt geadviseerd.
Wat zijn de rechtspositionele consequenties voor het personeel? De belangrijkste rechtspositionele consequenties voor het personeel zijn de volgende: • met de privatisering verliezen de betrokken medewerkers hun ambtelijke status en zullen zij bij de stichting komen te werken onder de CAO Recreatie; • gelet op de benodigde formatie in sportcentrum De Dinkel Twente kunnen alle medewerkers hun baan behouden (‘mens volgt functie’) en is het uitgangspunt dat zij gelijke dan wel gelijkwaardige primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden aangeboden krijgen; • in een met de werknemersorganisaties op te stellen sociaal plan zal onder meer geregeld moeten worden bij welk pensioenfonds de medewerkers worden ondergebracht, of medewerkers die tegen hun pensioen aan zitten ontslagen kunnen worden van de verplichting om de overstap naar de nieuwe exploitant te maken en hoe met de andere suppletiekosten om moet worden gegaan. De stichting staat garant voor de suppletie van het salaris van de betrokken medewerkers op basis van een netto-netto garantie voor wat betreft het salaris (inclusies onregelmatigheidstoeslag en vakantiegeld).
Vastgesteld moet worden dat het onderzoek nog veel open einden laat. Erkend wordt dat de initiatiefgroep veel en gedegen voorbereidend werk heeft verricht. Hoewel het adviesrapport van Synarchis in basis een opbouwend beeld schetst zijn er in het rapport grenzen en risico’s aangegeven. Op basis van de conclusies in het adviesrapport van Synarchis, kunnen wij niet anders concluderen dan dat de door de initiatiefgroep geformuleerde plannen op basis van hun eigen aannames onder condities haalbaar zijn. Vandaar dat wij voorstellen om onder voorwaarden, zoals wij die hebben geformuleerd in het voorstel en in het ontwerpbesluit, in te stemmen met de privatisering en daartoe een jaarlijkse vaste gemeentelijke bijdrage te leveren van € 650.000,--. Financiën In het Raadsplan 2012 is opgenomen dat door middel van deze privatisering een verlaging van de gemeentelijke lasten op sportcomplex Dorper Esch wordt gerealiseerd van € 195.000,-- in 2013, € 245.000,-- in 2014 en vanaf 2015 € 295.000,--. Het meerjarenperspectief van de initiatiefgroep begint echter in 2015 zodat de in het raadsplan opgenomen bezuinigingen voor 2013, 2014 en 2015 (deels) op dit onderdeel niet kunnen worden gerealiseerd. In de meerjarenbegroting 2012 komen wij met voorstellen hoe hier mee om te gaan. Om de planning van de initiatiefgroep te halen, zal zij voortvarend aan de slag moeten om de financiering en subsidiering gerealiseerd te krijgen. Indien de realisatie van de plannen medio 2015 niet wordt gehaald, betekent dit een oplopend tekort in de gemeentelijke meerjarenbegroting voor 2015
6 en wellicht volgende jaren. Vandaar dat wij als voorwaarde hebben opgenomen dat de initiatiefgroep de financiering binnen een half jaar gerealiseerd moet hebben, namelijk voor 1-4-2012 en dus voor de vaststelling door uw raad van het raadsplan 2013.
Burgemeester en Wethouders van Dinkelland, De secretaris, De burgemeester,
Drs. A.B.A.M. Damer
Mr. R.S. Cazemier