Raadsvoorstel
Agendanr.
:
Reg.nr.
Commissie
: : :
4603547 10 maart 2015 MO
Cie_verg.
:
25 maart 2015
Raadsverg.
:
14 april 2015
B&W verg.
Onderwerp: Proces en locatiecriteria voor een asielzoekerscentrum in ‘s-Hertogenbosch
1) Status Op grond van uw bevoegdheid kaders voor beleid op hoofdlijnen vast te stellen, doen wij uw raad een voorstel voor het proces en locatiecriteria om te komen tot een vestiging van een asielzoekerscentrum in ’s-Hertogenbosch. 2) Samenvatting Uw raad heeft op 3 februari 2015 unaniem de motie ‘’Gastvrije stad’’ aangenomen waarin u vraagt om locaties voor de opvang van vluchtelingen te inventariseren en deze voor te leggen. Hierbij treft u de werkwijze aan hoe we uitvoering willen geven aan uw motie. We gaan er van uit dat onze gemeente een geschikte locatie kan bieden en willen in de locatiekeuze zorgvuldig en transparant te werk gaan. Om goede keuzes te maken welke locatie het meest geschikt is, moeten we alle belangen van belanghebbenden kennen en afwegen. Bovendien moet we kunnen uitleggen waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. De burger mag een dergelijk besluitvormingsproces verwachten. Voor dit proces en locatiecriteria doen wij uw raad een voorstel. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) heeft na een landelijke oproep om hulp van staatsecretaris Teeven eind 2014, een officieel verzoek aan het college gedaan op 18 februari 2015. Het verzoek is om medewerking te verlenen aan de vestiging van een AZC. Het COA is vanwege de verhoogde instroom van asielzoekers op zoek naar mogelijkheden voor nieuwe opvanglocaties. Zij richten zich hierbij op plekken (bestaande gebouwen of kavels) waar het COA huisvesting kan realiseren voor minimaal 600 tot maximaal 800 personen voor een periode van tien tot vijftien jaar. 3) Voorstel Bijgaand raadsbesluit vaststellen waarin wordt gevraagd om: 1. De in hoofdstuk 7 van dit voorstel geformuleerde werkwijze vast te stellen: a. Fase 1 Voorbereiding; aanstellen gemeentebrede commissie b. Fase 2 Aanvullen en vaststellen criteria c. Fase 3 Locatiekeuzetraject d. Fase 4 Klankborden met direct omwonenden e. Fase 5 Vaststellen locatie f. Fase 6 Concrete voorbereiding van de voorziening op gekozen locatie en het maken van vervolgafspraken. g. Fase 7 Proces evaluatie 2. Onderstaande criteria om tot een locatiekeuze te komen vast te stellen: a. We vestigen minimaal 600 en maximaal 800 asielzoekers b. De opvang is gesitueerd op één locatie en niet verdeeld over meerdere locaties in de stad, in de nabijheid (binnen een afstand van 2 kilometer) van voorzieningen en op een terrein van voldoende omvang. 3
c.
Voorkomen wordt dat de locatie voor een AZC in hoge mate een confrontatie betekent voor de buurt; dat betekent dat ligging aan de rand van een woonwijk of buiten een woonwijk de voorkeur geniet boven ligging in een woonwijk. d. Voorkomen wordt dat er een AZC in een wijk gerealiseerd wordt met een laag absorptievermogen, zoals wijken waar reeds groepen kwetsbare personen gevestigd zijn. 3. Medewerking te verlenen om de vestiging van een asielzoekerscentrum te realiseren indien er een geschikte locatie voorhanden is. Steller Tel. E-mail
: Schaayk : 6155567 :
[email protected]
4
4) Aanleiding Uw raad heeft op 3 februari 2015 unaniem de motie ‘’Gastvrije stad’’ aangenomen waarin u vraagt om locaties voor de opvang van vluchtelingen te inventariseren en deze voor te leggen. Hierbij treft u de werkwijze aan hoe we uitvoering willen geven aan uw motie. We gaan er van uit dat onze gemeente een geschikte locatie kan bieden en willen in de locatiekeuze zorgvuldig en transparant te werk gaan. Om goede keuzes te maken welke locatie het meest geschikt is moeten we alle belangen van belanghebbenden kennen en afwegen. Bovendien moet we kunnen uitleggen waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. De burger mag een dergelijk besluitvormingsproces verwachten. Wij willen daarom graag de instemming van uw raad met de werkwijze en locatiecriteria om tot een keuze te komen voor een AZC locatie in onze gemeente. Staatssecretaris Teeven heeft in oktober 2014 een landelijke oproep gedaan aan gemeenten om hulp te bieden aan de opvang van de grote toestroom asielzoekers. 18 februari 2015 ontvingen we een officieel verzoek om medewerking te verlenen aan de vestiging van een AZC. Zie hieronder de cijfers tot nu toe van mensen die asiel aanvragen: 2010
21.358
2011
16.114
2012
14.604
2013
15.394
2014
24.929
2015 (op 23 februari 2015) 24.229 Om alle asielzoekers te kunnen opvangen heeft het COA een standaard buffer op haar bestaande opvanglocaties beschikbaar om pieken op te vangen. Indien deze buffer niet toereikend is, worden andere maatregelen genomen op de locaties zelf, zoals het tijdelijk bijplaatsen van semipermanente bouwwerken. Maar ook dat is momenteel onvoldoende om de grote instroom van mensen op te kunnen vangen. Het COA is daarom op zoek naar mogelijkheden voor nieuwe opvanglocaties. Ze maken hierin onderscheid in snelle en tijdelijke opvang om de onmiddelijke toestroom van mensen op te vangen en daarnaast vraagt het COA om grote duurzame locaties voor opvang voor een langere periode. Wij vinden zorgvuldigheid in locatiekeuze dusdanig belangrijk en richten ons daarom niet op de snelle tijdelijke opvangvraag maar gaan op zoek naar locaties (bestaande gebouwen of kavels) waar het COA huisvesting kan realiseren voor minimaal 600 tot maximaal 800 personen voor een periode van tien tot vijftien jaar.
5) Wat is een AZC, welke functies heeft het en wie woont er? 5.1 Flexibiliteit in verschillende opvangfuncties Het COA vangt asielzoekers op en huisvest hen in locaties van het COA, totdat over hun asielverzoek is beslist door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de rechter deze beslissing heeft getoetst. Asielzoekers zijn verantwoordelijk voor hun eigen keuzes. Het COA begeleidt hen daarbij. Het COA stimuleert zelfstandigheid, initiatief en zelfontplooiing van asielzoekers, zodat zij zelf in staat zijn vorm te geven aan hun toekomst in Nederland of elders. Er zijn verschillende soorten opvang voor asielzoekers. Waar iemand woont is afhankelijk van de fase van zijn asielprocedure. In de opvang krijgen de bewoners naar behoefte maaltijden, onderdak, leefgeld en begeleiding. 5
Bijgaand treft u de verschillende opvangfuncties aan. Het COA wenst flexibiliteit in deze verschillende functies van opvang. We hanteren in dit stuk het containerbegrip AZC, maar het kan dus evengoed zijn dat het COA straks één van de andere opvangfuncties gaat inzetten in onze gemeente of na een aantal jaar de functie omklapt naar een andere. Dit gebeurt overigens altijd nadrukkelijk in overleg met de gemeente. 1. Centrale ontvangstlocatie (col): Direct na binnenkomst in Nederland vangt het COA de asielzoeker op in de centrale ontvangstlocatie (col) in Ter Apel (Groningen). Hij krijgt hier onder meer onderdak en begeleiding gericht op de voorbereiding van zijn asielaanvraag. Maaltijden worden centraal aangeboden. 2.Procesopvanglocatie(pol): Hier worden asielzoekers opgevangen die in de eerste fase van de asielprocedure zitten (de Algemene Asielprocedure). De pol’s bevinden zich altijd in de buurt van het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) waar de aanvraag van de asielzoeker in behandeling is. In de pol is met name aandacht voor gesprekken tussen asielzoeker en advocaat, voorlichting door VluchtelingenWerk, voorlichting over het COA en medisch advies. Er zijn pol’s in Ter Apel, Wageningen, Gilze en Arnhem. Er is een speciale pol voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Oisterwijk. 3.Asielzoekerscentrum (azc): De meeste opvanglocaties van het COA zijn reguliere azc’s. Er zijn verschillende azc’s verspreid over het land. Soms zijn er meer dan veertig verschillende nationaliteiten aanwezig in één centrum. In het azc zorgen de bewoners zoveel mogelijk voor zichzelf. Ze krijgen begeleiding gericht op de fase waarin zij in de asielprocedure zitten. Denk aan oriëntatie op de Nederlandse samenleving, voorinburgering of de voorbereiding van de terugkeer. 4.Vrijheidsbeperkende locatie (vbl): Op een vbl verblijven uitgeprocedeerde asielzoekers die geen recht meer hebben op opvang op een azc. Zij kunnen nog maximaal twaalf weken terecht op de vbl. Voorwaarde voor plaatsing op een vbl is dat er binnen die twaalf weken uitzicht is op terugkeer. De begeleiding op de vbl is gericht op terugkeer. Tijdens het verblijf op de vbl blijft de uitgeprocedeerde zelf verantwoordelijk voor zijn vertrek uit Nederland. Het COA en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) ondersteunen hem hierbij. De huisregels op een vbl zijn strenger dan op een azc. Zo moet de bewoner zich vijf dagen per week melden. De bewoner mag de locatie verlaten, maar is verplicht binnen de grenzen van de gemeente te blijven waar de vbl is gevestigd. Er is een vrijheidsbeperkende locatie in Ter Apel. 5.Gezinslocatie (gl): In een gezinslocatie verblijven gezinnen met minderjarige kinderen die geen recht meer hebben op verstrekkingen conform de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen (Rva). Hun asielverzoek is afgewezen. Een uitspraak van de Hoge Raad verbiedt dat kinderen op straat worden gezet. Met gezinslocaties kan dit worden voorkomen. In gezinslocaties is sprake van een sober voorzieningenniveau. Dat wil zeggen dat alleen de noodzakelijke voorzieningen beschikbaar zijn. Voor kinderen zijn er geen beperkingen, zij krijgen dezelfde voorzieningen als in de andere opvanglocaties. De voorzieningen in een gezinslocatie zijn vastgesteld door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Gezinnen kunnen hier alleen aanspraak op maken als zij daadwerkelijk gebruik maken van het aanbod om te verhuizen naar een gezinslocatie. De begeleiding is gericht op terugkeer. Het onderdak in een gezinslocatie kan alleen worden beëindigd bij vertrek uit Nederland of als het jongste kind van het gezin achttien jaar is geworden. Er zijn gezinslocaties in Gilze, Katwijk, Amersfoort, Den Helder, Emmen, Burgum en Goes.
6
6.Opvang voor Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) Voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (kinderen zonder ouders / verzorgers) richt het COA speciale opvanglocaties in. Het COA draagt hier zorg voor een veilige opvang voor amv met een passend programma, een scholingsaanbod en (individuele) begeleiding. 5.2 De asielzoekers In een AZC verblijven mensen van diverse nationaliteiten, maar de grootste groep zal gevormd worden door Syriërs, Eritreeërs, Irakezen, Somaliërs en Afghanen. Dit zijn de nationaliteiten van de mensen die zich op dit moment het meest melden aan de Nederlandse grens en asiel aanvragen. Bewoners koken zelf en zijn verantwoordelijk voor het schoonhouden van hun wooneenheid. Ook worden zij betrokken bij de dagelijkse gang van zaken op het AZC, zoals schoonmaak van gemeenschappelijke ruimten en onderhoud. Afhankelijk van in welke fase van de procedure een bewoner zich bevindt, volgt hij/zij programma’s en begeleidingsgesprekken. De programma’s zijn op het individu afgestemd en betreffen terugkeertrainingen of integratietrainingen. Bewoners kunnen op een AZC ook gebruik maken van het open leercentrum. Dit is een ruimte met computers waar bewoners in hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen werken en oefenen met leermiddelen en gebruik kunnen maken van internet. Tijdens de openingstijden is er begeleiding van medebewoners en Nederlandse vrijwilligers. Op elk AZC is verder een recreatiezaal. Het COA heeft veel aandacht voor de kinderen van de bewoners. Kinderen in de leerplichtige leeftijd gaan naar school. Op de opvanglocatie zijn voorzieningen als speeltoestellen en een voor kinderen ingerichte buiten- en/of binnenruimte. Op ieder AZC worden, al dan niet door vrijwilligersorganisaties, activiteiten georganiseerd voor bewoners en met name kinderen. De asielzoekers ontvangen begeleiding en informatie; deze is gericht op het nemen van verantwoordelijkheid bij het maken van keuzes. Het COA stimuleert zelfstandigheid, initiatief en zelfontplooiing van asielzoekers, zodat zij zelf in staat zijn vorm te geven aan hun toekomst in Nederland of elders. Bewoners ontvangen een toelage vanuit het COA die bestaat uit een bedrag ten behoeve van eten en een bedrag voor kleding en andere persoonlijke uitgaven. Een gezin met twee kinderen onder de 18 jaar ontvangt 162 euro per week. 5.3 Ervaringen uit het verleden ’s-Hertogenbosch heeft een rijk verleden met AZC’s, in 1998 kenden we 4 locaties in onze stad: Graafsebaan, Peter de Gorterstraat, Koning Willem 1 college, Nuland. De praktijk leert dat het vestigen van een AZC in een bewoonde omgeving bij aanvang nogal eens op bedenkingen uit de omgeving stuit. Dezelfde praktijk leert dat het sluiten van een AZC tenminste evenveel bedenkingen uit de omgeving oproept. Want naast de economische voordelen voor de omgeving kan een AZC veel ruimte bieden aan werkzaamheden door vrijwilligers uit de buurt, kunnen er prettige contacten tussen asielzoekers en omwonenden ontstaan en kunnen asielzoekers een positieve bijdrage aan het verenigingsleven leveren etc. 6) Afwegingen Burgers kunnen een constructieve bijdrage leveren en kundige professionals zijn met kennis van zaken. De komst van een AZC zal impact hebben op de leefomgeving van onze burgers, we vinden het daarom belangrijk om het burgersperspectief goed te kennen. We willen de kundigheid en de kennis van de samenleving daarom graag inzetten. Belangrijk hierin is naast de zorgvuldige aanpak en communicatie een niet te lang lopend besluitvormingsproces. We willen met de voorgestelde werkwijze voorzien in een zorgvuldige en realistische aanpak waarbij we de energie van belanghebbenden en burgers aanwenden om te komen tot een geschikte locatie voor de opvang van asielzoekers. 7
7) De Werkwijze 7.1 Het Proces We hebben inmiddels ervaring in onze stad met de vestiging van maatschappelijke voorzieningen, zoals het locatiekeuzetraject voor de komst van een hostel.Daarnaast hebben we ook ervaringen opgevraagd in het land. Op basis van deze ervaringen willen we onderstaande werkwijze voorstellen. Het proces bestaat uit 7 fases: a. b. c. d. e. f.
Fase 1 Voorbereiding; aanstellen gemeentebrede commissie Fase 2 Aanvullen en vaststellen criteria Fase 3 Locatiekeuzetraject Fase 4 Klankborden met direct omwonenden Fase 5 Vaststellen locatie Fase 6 Concrete voorbereiding van de voorziening op gekozen locatie en het maken van vervolgafspraken. g. Fase 7 Proces evaluatie
Helder en transparant communiceren is in iedere fase van belang. Het COA en de gemeente trekken hier gedurende het hele proces samen in op.
Fase 1: Voorbereiding; aanstellen gemeentebrede commissie. Gemeentebrede commissie Om de belangen van alle belanghebbenden te kennen en mee te wegen stellen we een gemeentebrede commissie in. De gemeentebrede commissie bestaat uit belanghebbenden of partijen / burgers die zich betrokken voelen bij de komst van een AZC. Sowieso zijn dit burgers, maar daarnaast bijvoorbeeld ook het onderwijs, GGZ, ondernemers, het stedelijk huurdersplatform etc. We nodigen een aantal belanghebbenden gericht uit om zitting te nemen in de commissie maar doen daarnaast ook een open oproep (on-line en off-line) aan burgers én organisaties om samen met de gemeente een geschikte locatie te vinden voor de opvang van asielzoekers. Het communicatieverkeer verloopt op deze wijze niet alleen tussen gemeente en gespreksdeelnemers maar vooral ook tússen de gespreksdeelnemers: (algemene) voor- en tegenstanders, toekomstige vrijwilligers en werknemers in het AZC, toekomstig omwonenden, maatschappelijke instellingen, ervaringsdeskundige bewoners etc. etc.In bijlage 1 treft u de burgerparticipatieladder en een toelichting op het participatietraject aan, we zetten in op co-produceren, raadplegen en informeren. Van belang is dat de commissie evenwichtig is samengesteld: zo mogelijk een doorsnede van de bevolking met voor en tegenstanders, zodat verschillende belangen pro en contra aan het woord kunnen komen. We gebruiken de maanden maart en april om uit te werken hoe we de samenstelling van de commissie vormgeven. We zullen na afloop van fase 1 uw raad informeren over de samenstelling van de aangestelde commissie en hoe we hiertoe zijn gekomen via een Raadsinformatiebrief (1). Burgerperspectief Naast de gemeentebrede commissie willen we onderzoeken of we parallel de ‘’stad’’ (organisaties maar vooral burgers buiten de commissie) mee kunnen nemen in het locatiekeuzetraject en de gelegenheid bieden om hierop input digitaal kenbaar te maken. Dit vereist zorgvuldige communicatie 8
en afbakening van de vraag waarop input gewenst is maar zorgt wel voor een optimale transparantie en een optimaal beeld van het burgerperspectief.
Fase 2: Aanvullen en vaststellen criteria: We gaan samen met de gemeentebrede commissie en het COA aan de slag met de criteria om te komen tot een geschikte locatie. Naast de criteria die het COA en de gemeente heeft vastgesteld, beoordeelt ook de commissie vanuit burgerperspectief waar een locatie aan moet voldoen. Voor het COA geldt onderstaande criteria om te komen tot een locatie: De opvang is gesitueerd op één locatie en niet verdeeld over meerdere locaties in de stad, in de nabijheid (binnen een afstand van 2 kilometer) van voorzieningen en op een terrein van voldoende omvang. De criteria die we als gemeente in brengen hebben met name betrekking op de maatschappelijke haalbaarheid: We vestigen minimaal 600 en maximaal 800 asielzoekers Voorkomen wordt dat de locatie voor een AZC in hoge mate een confrontatie betekent voor de buurt; dat betekent dat ligging aan de rand van een woonwijk of buiten een woonwijk de voorkeur geniet boven ligging in een woonwijk. Voorkomen wordt dat er een AZC in een wijk gerealiseerd wordt met een laag absorptievermogen, zoals wijken waar reeds groepen kwetsbare personen gevestigd zijn. De gemeentebrede commissie zal de locatiecriteria vanuit het COA en de gemeente toetsen en aanvullen / verfijnen vanuit burgerperspectief en vervolgens definitief vaststellen. We zullen uw raad informeren over het resultaat uit deze fase met een Raadsinformatiebrief (2). Fase 3: Locatiekeuzetraject: Samen met de gemeentebrede commissie en het COA stellen we een locatiebeoordelingsformat op. Deze gebruiken we om mogelijke locaties uit gemeentelijke verkenning en alternatieve ingebrachte locaties te beoordelen. De verwachting is dat het aantal geschikt bevonden locaties niet hoog zal zijn. Het doel is om een gezamenlijke voorkeur te benoemen voor maximaal drie locaties. We zullen uw raad informeren over het resultaat uit deze fase via een Raadsinformatiebrief (3). Fase 4 Klankborden met direct omwonenden Nadat er maximaal drie potentiële locaties aangewezen zijn door de gemeentebrede commissie zullen we klankborden bij direct belanghebbenden rondom deze drie locaties. Dit kan op verschillende manieren gebeuren: via ronde tafelgesprekken met direct omwonenden, besloten gesprekken met (en op verzoek van) buurtbewoners. Volgens de burgerparticipatieladder (bijlage 1) ‘’raadplegen’’ we in deze fase de samenleving. De informatie uit de klankbordfase leggen we voor aan de gemeentebrede commissie en vragen om een herafweging ten aanzien van de drie voorkeurslocaties. De commissie stelt een advies op ten aanzien van de locatiekeuze. Fase 5 Vaststellen locatie Op basis van het doorlopen locatiekeuzetraject en de klankbordfase neemt het college op basis van het advies van de gemeentebrede commissie een locatiebesluit. Fase 6 Concrete voorbereiding van de voorziening op gekozen locatie en het maken vervolgafspraken De vestiging van een AZC is een feit. De gemeente sluit in deze fase een bestuursovereenkomst met het COA. Om nadere afspraken te maken ten aanzien van het beheer stellen we opnieuw een 9
commissie samen. Dit zal geen gemeentebrede commissie zijn. Wel een groep van direct omwonenden en direct betrokkenen om ons te voorzien van advies. Dit advies gaat over de leefbaarheid en veiligheid rondom een AZC, zoals o.a. verkeer/(loop)routes, de organisatie van het op te richten centrum, wenselijke communicatie, waar kunnen burgers terecht bij klachten, incidenten, werkgelegenheid, en het voorkomen van uitstroom naar de noodopvang vreemdelingen. Fase 7 Proces evaluatie. We zullen het doorlopen traject evalueren en best- & worstpractices beschrijven. Het doel hiervan is om er van te leren en tot een standaard procesbeschrijving te komen die kan dienen voor de huisvesting van toekomstige maatschappelijke voorzieningen in onze stad. 7.2 Rollen en verantwoordelijkheden 1. Rol college Wij zijn als college verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan van aanpak. Wij volgen en bewaken vanuit een bestuurlijke rol de procesgang en nemen uiteindelijk het besluit om een geschikte locatie aan te bieden aan het COA voor de vestiging van een AZC. 2. Rol gemeenteraad De gemeenteraad heeft een kaderstellende rol en stelt daarom de werkwijze en de locatiecriteria op hoofdlijnen vast en geeft daarmee richting aan de uitvoering. Daarnaast controleert de raad het college van B&W. 3. Rol gemeentebrede commissie De gemeentebrede commisie is een samenstelling van burgers (op persoonlijke titel of namens bewonersgroepen) en betrokken organisaties. Samen met de gemeente is de commissie uitvoerder van een deel van het plan van aanpak. Zij stelt uiteindelijk de definitieve locatiecriteria vast, en legt na de klankbordfase maximaal drie locaties voor aan het college ter besluitvorming. 7. 3 Tijdspad Fase 1 Voorbereiding Fase 2 Aanvullen en vaststellen criteria Fase 3 Locatiekeuze Fase 4 Klankborden met direct omwonenden Fase 5 Vastellen locatie Fase 6 Voorbereiding op locatie Fase 7 Proces evaluatie
februari / maart / april april/ mei mei / juni / juli augustus september oktober november februari / maart
8) Financiële paragraaf De kosten om de opvangvoorziening te realiseren, de asielzoekers te voorzien van leefgeld, medische zorg en onderwijs voor de kinderen komt volledig voor rekening van het COA. Tevens hanteert het COA een vergoeding voor ambtelijke inzet. Eventuele extra kosten worden gedekt vanuit bestaand budget.
10
Burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch, De secretaris, De burgemeester,
mr. drs. I.A.M. Woestenberg
mr. dr. A.G.J.M. Rombouts
Bijlagen: 1: Burgerparticipatie
Ter inzage:
11
De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 14 april 2015; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 maart 2015, regnr. 4603547; gelet op de Gemeentewet;
Besluit: Bijgaand raadsbesluit vaststellen waarin wordt gevraagd om: 2. De in hoofdstuk 7 van dit voorstel geformuleerde werkwijze vast te stellen: a. Fase 1 Voorbereiding; aanstellen gemeentebrede commissie b. Fase 2 Aanvullen en vaststellen criteria c. Fase 3 Locatiekeuzetraject d. Fase 4 Klankborden met direct omwonenden e. Fase 5 Vaststellen locatie f. Fase 6 Concrete voorbereiding van de voorziening op gekozen locatie en het maken van vervolgafspraken. g. Fase 7 Proces evaluatie 3. Onderstaande criteria om tot een locatiekeuze te komen vast te stellen: a. We vestigen minimaal 600 en maximaal 800 asielzoekers b. De opvang is gesitueerd op één locatie en niet verdeeld over meerdere locaties in de stad, in de nabijheid (binnen een afstand van 2 kilometer) van voorzieningen en op een terrein van voldoende omvang. c. Voorkomen wordt dat de locatie voor een AZC in hoge mate een confrontatie betekent voor de buurt; dat betekent dat ligging aan de rand van een woonwijk of buiten een woonwijk de voorkeur geniet boven ligging in een woonwijk. d. Voorkomen wordt dat er een AZC in een wijk gerealiseerd wordt met een laag absorptievermogen, zoals bijvoorbeeld wijken waar reeds groepen kwetsbare personen gevestigd zijn. 4. Medewerking te verlenen om de vestiging van een asielzoekerscentrum te realiseren indien er een geschikte locatie voorhanden is.
's-Hertogenbosch, De gemeenteraad voornoemd, De griffier,
De voorzitter,
drs. W.G. Amesz
mr. dr. A.G.J.M. Rombouts
12