Raad voor Rechtsbijstand familierechtelijke zaken (zoals echtscheiding).
Uw aanvraag is afgewezen of niet in behandeling genomen Op basis van de (door uw advocaat) verstrekte gegevens heeft de Raad uw aanvraag afgewezen of niet in behandeling genomen. Het kan zijg dat u niet aan de voorwaarden voldoet of u hebt onvoldoende informatie gegeven. De reden staat in de beslissing vermeld. De gevolgen van deze beslissing kunt u met uw advocaat herpreken
Inkomensnormen en eigen bijdragen in euro's per 1 januari 2010 Gehuwd, samenwonend of eenoudergezin met minderjarig(e) kind(eren)
Alleenstaand
Fiscaal jaarinkomen
Eigen bijdrage
Fiscaal jaarinkomen
t/m € 24.000
€ 100
t/m € 17.200
€ 24.001 - € 24.800
€ 158
€ 17.201- € 17.700
€ 24.301 - € 26.100
€ 272
€ 17.701 - € 18.700
€ 26.101 - € 29.000
€ 478
€ 18.701 - € 20.500
€ 29.001 - € 34.400
€ 750
€ 20.501 - € 24.400
U hebt geen re cht op een toevoeging als uw inkomen in box 3 in het peiljaar (twee jaar geleden) hoger is dan het heffingvrij vermogen dat op u van toepassing is: Heffingvrije vermogen Vrijgesteld per persoon Toeslag per minderjarig kind 2008 (het peiljaar) € 20.315 € 2.715 Bij 65+ geldt nog een extra heffingsvrij vermogen van maximaal € 26 892.
Als u het niet eens bent met de beslissing Als u het niet eens bent met de ontvangen beslissing kunt u een bezwaarschrift indienen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend. Dit moet uiterlijk binnen zes weken na de datum die op de beslissing staat indienen. Als u na deze termijn bezwaar indient, kan de Raad besluiten dat uw bezwaar niet tijdig is ingediend en wordt er niet naar de inhoud van uw bezwaar gekeken. Uw bezwaar is dan zogezegd nietontvankelijk. Bent u van mening dat de Belastingdienst verkeerde gegevens over uw inkomen en vermogen aan de Raad heeft doorgegeven? Vraag dan bij de Belastingdienst een herziening van uw inkomen aan. Als u in dat geval bezwaar maakt bij de Raad, kan de Raad daarover niet beslissen. De Raad stuurt uw bezwaarschrift door naar de Belastingdienst. Ontvangen wij later van de Belastingdienst gewijzigde gegevens, dan passen we onze beslissing over uw toevoegingsaanvraag aan. Richt uw bezwaarschrift aan: Raad voor Rechtsbijstand, Commissie voor Bezwaar; Postbus 450, 2501 CL Den Haag. Naast het meezenden van een kopie van de beslissing moet u in het bezwaarschrift de volgende gegevens vermelden: de datum van verzending van uw bezwaarschrift, uw naam, geboortedatum, adres en telefoonnummer, het nummer dat bovenaan de beslissing is vermeld onder de streepjescode, de redenen waarom u meent dat de beslissing onjuist is, eventueel door meezenden van bewijsstukken. Vergeet niet het bezwaarschrift te ondert ekenen.
Meer informatie Heeft u vragen? Bel dan met uw regiokantoor van de Raad voor Rechtsbijstand. Het telefoonnummer staat op de beslissing. Kijk voor meer informatie over de inhoud van deze toelichting ofover re chtsbijstand op
www.rvr.org
1 januari 2010 © Raad voor Rechtsbijstand
114
Raad voor Rechtsbijstand CIVIELE EN BESTUURSRECHTELIJKE ZAKEN Toelichting
Bijdrage in de kosten van rechtsbijstand in civiele en bestuursrechtelijke zaken Uw advocaat heeft namens u bij de Raad voor Rechtsbijstand een bijdrage gevraagd voor de kosten van rechtsbijstand. Dit heet een toevoeging. De Raad toetst of uw zaak voor een toevoeging in aanmerking komt. Lees in deze toelichting meer over uw situatie en wat dit voor u betekent.
-
-
Uw aanvraag is toegewezen. De Raad heeft aan u een toevoeging verleend. De Raad heeft uw aanvraag afgewezen. De Raad heeft uw aanvraag niet in behandeling genomen.
De raad heeft uw aanvraag toegewezen Vaststelling van uw inkomen en vermogen De Raad vraagt bij de Belastingdienst uw fiscale inkomen en vermogen op. Indien van toepassing ook van uw partner. De Raad kijkt naar uw inkomen en vermogen van twee jaar geleden. Uw vermogen blijkt uit het zogenaamde inkomen in box 3. In deze box is een bepaald bedrag vrijgesteld waarover geen belasting wordt geheven. Is in die box sprake van inkomen, dan overschrijdt u het heffingvrije vermogen en komt u niet in aanmerking voor een bijdrage in de kosten van rechtsbijstand. In de meeste gevallen heeft de Belastingdienst het inkomen en vermogen van twee jaar geleden al definitief vastgesteld of mag de Raad uitgaan van het door u bij de Belastingdienst aangegeven inkomen. Heeft de Belastingdienst uw inkomen nog niet definitief vastgesteld? Dan verleent de Raad voorlopig een toevoeging zolang het bekende inkomen binnen de wettelijke grenzen valt. Na enige tijd moet de Raad een nieuwe beslissing nemen op basis van het vastgestelde inkomen en vermogen.
De door u te betalen eigen bijdrage en anti cumulatieregeling .
De in de beslissing vermelde eigen bijdrage moet u aan uw advocaat betalen. Het kan gebeuren dat in korte tijd (binnen zes maanden) meerdere toevoegingen verleend moeten worden. Om te voorkomen dat u iedere keer de volledige eigen bijdrage zou moeten betalen is er voor die situatie een bijzondere regeling: de anti-cumulatieregeling. Als deze bepaling van toepassing is, wordt de te betalen eigen bijdrage bij de 2 e , 3e en 4 e toevoeging 50% van de allereerste eigen bijdrage die aan u in die periode is opgelegd.
Is uw huidige inkomen en/of vermogen nu lager dan twee jaar geleden? Het op de beslissing vermelde inkomen en vermogen is het (gezamenlijke) inkomen en vermogen van twee jaar geleden. Dit heet het peiljaar. Maar misschien is uw huidige inkomen en/of vermogen zoveel lager dat u daarom in aanmerking komt voor vermindering van uw eigen bijdrage. Of uw huidige inkomen en/of vermogen valt alsnog binnen de financiële grenzen van de Wet op de rechtsbijstand. In dat geval kan de Raad het huidige kalenderjaar als peiljaar nemen. Dit heet peiljaarverlegging. Vul hiervoor het formulier 'verzoek om peiljaarverlegging' in. Deze kunt u telefonisch bij de Raad opvragen of downloaden via www.rvr.org . Dit formulier moet u schriftelijk indienen, uiterlijk binnen zes weken na de datum van de beslissing op de aanvraag.
Resu ltaatsbeoordeling Veel geschillen gaan (ook) over geld. Als u aan uw zaak een bepaald geldbedrag of een vordering op een geldbedrag overhoudt, moet de Raad uw toevoeging intrekken. U moet dan alsnog de kosten van uw advocaat zelf betalen. Dit is het geval als het resultaat tenminste 50% van het heffingvrije vermogen is. Voor de meeste mensen bedraagt het heffingvrije vermogen in 2010 € 20.661,-. Heeft de Raad al een vergoeding uitgekeerd aan uw advocaat? Dan heeft de Raad de bevoegdheid om die vergoeding bij u in rekening te brengen. Bespreek de gevolgen hiervan goed met uw advocaat. Het is ook mogelijk dat de kosten van rechtsbijstand betaald worden door uw wederpartij of een andere partij. Ook in dat geval trekt de Raad de toevoeging in. NB een zaak is pas beëindigd als er geen rechtsmiddelen (bijv. beroep, hoger beroep of cassatie) meer open staan of worden gebruikt.
Overige kosten
Het kan zijn dat uw advocaat (behalve de eigen bijdrage) ook andere kosten in rekening brengt, bijv. griffierecht en de kosten van getuigen / deskundigen. Informeer hiernaar bij uw advocaat.
Kostenveroordeling Indien u een procedure voert en deze verliest, dan bestaat de kans dat u door de rechter wordt veroordeeld tot het betalen van (een deel van) de proceskosten van de tegenpartij. Wint u de zaak, dan is het mogelijk dat de rechter de tegenpartij veroordeelt tot het behalen van (een deel van) de proceskosten. Dit kan betekenen dat de eigen bijdrage, de griffierechten en de kosten van getuigen / deskundigen weer (gedeeltelijk) aan u worden terugbetaald. Een kostdrWeroordeling vindt overigens niet plaats in de meeste
BELEIDSREGELS RESULTAATBEOORDELING VIValt
artikel 34g Wrb
Door VIValt zijn de inkomens- en de vermogenstoets voor de gesubsidieerde rechtsbijstand ingrijpend gewijzigd. Als gevolg daarvan is de resultaatbeoordeling geïritroduceerd. Deze geldt voor toevoegingen waarvan de Raad de aanvraag heeft ontvangen op of na 1 april 2006. Oude voorwaardelijke toevoegingen worden nog getoetst op basis van de vroegere regelgeving. De resultaatbeoordeling geldt voor alle civiele en bestuursrechtelijke zaken en niet voor straf- en vreemdelingenzaken'. In civiele en bestuursrechtelijke zaken beoordeelt de Raad voortaan na de indiening van de declaratie of de rechtzoekende op basis van het financiële resultaat van de zaak waarvoor de toevoeging werd verleend alsnog in staat moet worden geacht de kosten van rechtsbijstand zelf te dragen. Getoetst wordt of de rechtzoekende een geldsom of een vordering op een geldsom ontvangt ten hoogte van tenminste 50% van het heffingvrj vermogen. Bij deze resultaatbeoordeling zijn allerlei aspecten van belang. In het onderstaande wordt ter voorlichting van de advocatuur en rechtzoekende aangegeven hoe de Raad met die aspecten omgaat en hoe zij met de hen toekomende beoordelingsruimte om zullen gaan.
Welke toevoegingen komen niet in aanmerking voor resultaatbeoordeling? De wetgever heeft gekozen voor het uitgangspunt dat toevoegingen resultaatsgebonden zijn. Op dit uitgangspunt zijn in de wet een aantal uitzonderingen gemaakt. Van de resultaatbeoordeling uitgezonderde toevoegingen (art 34g lid 2 Wrb) zijn: •
•
• •
Toevoegingen betreffende het strafrecht: code rechtscategorieën S of Z. Ook de voeging als benadeelde partij en de teruggave van in beslag genomen voorwerpen zijn van de resultaatbeoordeling uitgesloten. Toevoegingen betreffende een uitkering bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven, ongeacht of de uitkering is aangevraagd ten behoeve van het slachtoffer of van zijn of haar nabestaanden. Hiermee worden gelijkgesteld de civiele vorderingen tot schadevergoeding (rechtscategorie 0013), waarbij het slachtoffer of diens nabestaande een uitkering zou kunnen krijgen uit het schadefonds. Toevoegingen betreffende het vreemdelingenrecht. De lichte adviestoevoeging. Dit geldt niet indien de LAT is gemuteerd in een reguliere toevoeging.
Bij uitgezonderde toevoegingen blijft het wel mogelijk dat de toevoeging wordt ingetrokken omdat de kosten van rechtsbijstand kunnen worden verhaald op een derde.
Is de zaak waarvoor is toegevoegd geëindigd? Een zaak is geëindigd indien: er een schikking is bereikt; • • er in laatste instantie definitief uitspraak is gedaan.
. . Civiele zaken waarin de rechter ambtshalve toevoeging heeft gelast vallen ook onder de resultaatbeoordeling.
Beleidsregels resultaatbeoordeling 2011 versie 1.0
115
In het geval waarin er (hoger) beroep of cassatie wordt ingesteld, wordt de toevoeging voor de voorafgaande instantie zonder resultaatbeoordeling op de gebruikelijke wijze vastgesteld. De resultaatbeoordeling zal zich in dat geval uitsluitend uitstrekken tot de laatst afgegeven toevoeging waaronder de zaak alsnog wordt beëindigd. Er wordt echter op deze regel één uitzondering gemaakt: wordt er bij con echtscheiding alleen over de dliii lei 'lutje of over de omgang geprocedeerd in hoger beroep of cassatie dan wordt wel beoordeeld of er in de fase die door de voorafgaande toevoeging werd bestreken sprake is geweest van een resultaat (denk hierbij aan afwikkeling van de boedelscheiding). In geval het ingestelde hoger beroep of de cassatie niet wordt doorgezet, zal alsnog over de voorgaande aanleg een resultaatbeoordeling moeten plaatsvinden. Als regel voor zowel civiele als bestuursrechtelijke zaken geldt dat de toevoeging voor de voorgaande aanleg pas drie maanden na beëindiging van de zaak ter declaratie kan worden aangeboden. Als duidelijk blijkt dat noch de rechtzoekende noch de wederpartij hoger beroep of cassatie instelt, dan hoeft niet gewacht te worden met declareren.
o •
Een bestuursrechtelijke zaak is geëindigd indien deze: e, eindigt met vernietiging van het bestreden besluit, de rechter niet zelf in de zaak voorziet en er geen (hoger) beroep is ingesteld.
Mediation toevoeging naast rechtsbijstandtoevoeging Wanneer de rechtbank partijen verwijst naar mediation kunnen daarvoor mediationtoevoegingen worden verleend, als aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan. Wanneer de mediationtoevoeging is aangewend om de echtscheiding op te lossen inclusief de verdeling (er is een convenant waaruit dit blijkt), dan heeft de mediation mede tot het resultaat geleid. In die gevallen wordt zowel de reguliere als de mediationtoevoeging op behaald resultaat beoordeeld. Gaat de mediation alleen over bijvoorbeeld de omgangsregeling, dan blijft de mediationtoevoeging gehandhaafd.
Wat wordt als resultaat van de zaak beschouwd? I nformatie over de opbrengst van de zaak zal verkregen moeten worden uit de beantwoording van vraag 5 van de toevoegingdeclaratie en uit de bij de declaratie te overleggen stukken, zoals een vonnis, een beslissing op een bezwaarschrift, een convenant of mogelijk uit begeleidende correspondentie. NB: er dienen dus altijd stukken meegestuurd te worden waaruit de financiële afwikkeling/verdeling van de zaak blijkt. Om de verantwoording te vergemakkelijken is er een formulier ontwikkeld: Resultaatbeoordeling in personen- en familiezaken. Dit formulier moet als bijlage bij de declaratie meegezonden worden. Het formulier is opgenomen onder downloads voor rechtsbijstandverleners op de website van de Raad (www.rvr.org ).
Er moet een directe relatie zijn tussen de verleende rechtsbijstand en de opbrengst. De wetgever heeft een eenvoudige beoordeling voor ogen gehad, die zich concentreert op het resultaat van de zaak. Derhalve blijft de verdere inkomens- en vermogensituatie van de rechtzoekende geheel buiten beschouwing. De aanwezigheid van ander vermogen of het hebben van schulden doet daarom niet ter zake.
Beleidsregels resultaatbeoordeling 2011 versie 1.0
116
Komt al tijdens de echtscheidingsprocedure vast te staan hoe de uiteindelijke verdeling eruit gaat zien en wat de vermogenspositie van de rechtzoekende zal zijn van de zaak, dan kan de Raad verzocht worden om het resultaat te na beëidiging beoordelen. De feitelijke beëindiging hoeft in dat geval niet te worden afgewacht.
Het resultaat van de zaak moet bestaan uit een geldsom of een vordering met betrekking tot een geldsom. Volgens de Memorie van Toelichting telt de waarde van zaken die de rechtzoekende ontvangt niet mee voor de resultaatbeoordeling. In dat verband valt te denken aan de waarde van onroerende of roerende zaken: zoals grond, een pand, een woning, een auto, een caravan, meubels, sieraden, antiek etc. NB: Bij een echtscheidingsprocedure wordt een betaling/vordering wegens overbedeling en de opbrengst van de verkoop van de eigen woning tijdens de echtscheidingsprocedure wel als resultaat aangemerkt. In het geval partijen bij een echtscheidingstoevoeging zich verzoenen, is een resultaatbeoordeling niet aan de orde, omdat partijen als resultaat van de zaak geen (vordering op een) geldsom krijgen. Ook ontstaat geen vordering op een geldsom als partijen zich vóór het einde van de zaak nog niet tegenover elkaar hebben verplicht om tot verkoop van de eigen woning over te gaan, maar al wel afspreken hoe de overbedeling wordt gecompenseerd in het onzekere geval één van beide partijen besluit de woning te verkopen.
Koopsompolissen
Een te verdelen koopsompolis wordt gezien als een pre-overeenkomst en wordt bij de vaststelling van het behaalde resultaat buiten beschouwing gelaten. Onder de voorwaarde dat deze koopsompolis reeds bestond bij aanvang van de zaak waarvoor de toevoeging is verleend.
De oorsprong, de rechtstitel of de bestemming van de opbrengst van de zaak zijn niet van belang. Als resultaat telt onder meer mee: • • • • •
achterstallig loon een loondervinguitkering een ontbindingsvergoeding/afkoopsom schadevergoeding/smartengeld bij echtscheiding: een betaling/vordering wegens overbedeling en de opbrengst van de verkoop van de woning, ook indien de woning tijdens de
echtscheidingsprocedure reeds is verkocht. Hoe wordt de hoogte van de geldsom bepaald?
Bij het bepalen van de hoogte van de geldsom gaat het om het netto bedrag dat wordt uitgekeerd, bijvoorbeeld loon na aftrek van loonheffing en premies. Betalingen ineens of vorderingen op betaling ineens, met terugwerkende kracht, van eerder te ontvangen periodieke bedragen (loon, uitkering, alimentatie) worden wel in aanmerking genomen. Indien het resultaat ertoe leidt dat rechtzoekende ook gehouden is tot terugbetaling van loon- of inkomstenvervangende uitkeringen dan worden deze terugbetalingen tevens als (negatief) resultaat van de zaak beschouwd, mits deze uitkeringen betrekking hebben op dezelfde periode en de terugbetaling is aangetoond. Hieronder valt niet een terugbetaling van een onderhandse lening van
Beleidsregels resultaatbeoordeling 2011 versie 1.0
familie. Aanspraken op toekomstige periodiek te ontvangen bedragen (loon, uitkering, alimentatie) worden niet gekapitaliseerd en niet in aanmerking genomen. Kosten van een deskundige die nodig was om het resultaat te behalen worden op het resultaat in mindering gebracht. Als deze kosten niet in het vonnis of convenant zijn opgenomen, behoort de rechtzoekende aan te tonen dat de kosten betrekking hebben op de desbetreffende zaak en al zijn betaald. Met een deskundige wordt hier niet bedoeld: een advocaat of mediator. Als partijen zich vóór het einde van de zaak verplicht hebben hun woning te verkopen, dan wordt de hoogte van de vordering geschat volgens de formule: WOZwaarde minus hypotheekschuld. Indien: • de hoogte van de vordering volgens deze formule minder bedraagt dan 50% van het heffingvrij vermogen, en er is geen ander resultaat, dan wordt de toevoeging niet ingetrokken. Heeft de rechtzoekende naast een vordering op de woning ander resultaat behaald, dan wordt het totale resultaat in samenhang beoordeeld; • de hoogte van de vordering volgens deze formule 50% of meer bedraagt van het heffingvrj vermogen, dan wordt verdere beoordeling van het resultaat uitgesteld totdat de verkoopprijs bekend is. De vordering wordt na verkoop vastgesteld volgens de formule: verkoopprijs minus hypotheekschuld. Intrekking van de toevoeging vindt plaats indien het totale resultaat (vordering die voortkomt uit verkoop van de woning plus eventueel ander resultaat) meer bedraagt dan 50% van het heffingvrij vermogen.
Schulden Voor zover uit het echtscheidingsconvenant of een rechterlijke uitspraak blijkt dat de rechtzoekende met de aan hem of haar toevallende opbrengsten / positieve vermogensbestanddelen, huwelijkse schulden af moet lossen, wordt daarmee bij de vaststelling van de hoogte van het resultaat rekening gehouden.
Hoe hoog is het heffingvrij vermogen voor rechtzoekende? Indien uit de stukken blijkt dat het resultaat 50% of meer bedraagt van het toepasselijke heffingvrije vermogen, is er mogelijk reden tot intrekken van de toevoeging.
Hoe wordt het heffingsvrije vermogen vastgesteld? Om te kunnen bepalen wat het bedrag is dat gelijk is aan 50% van het heffingsvrije vermogen, moet in de eerste plaats de leef- en gezinssituatie bij het eind van de zaak worden vastgesteld. Indien daarover bij de declaratie namens de rechtzoekende geen andere informatie wordt verstrekt, zal de Raad uitgaan van de leef- en gezinssituatie ten tijde van de toevoegingaanvraag. Het heffingvrj vermogen is persoonsgebonden en bedraagt voor 2011: • e0.785 per volwassene; • E.779 per minderjarig kind (op declaratiedatum) 2 • max. e7.516 ouderentoeslag bij 65+ (op declaratiedatum). ;
Hoe worden de opbrengst en het heffingvrij vermogen vergeleken? € 1.390 indien sprake is van gezamenlijk gezag en men niet over heel het jaar fiscaal partner is. 2
Beleidsregels resultaatbeoordeling 2011 versie 1.0
118
Als de netto opbrengst meer bedraagt dan de helft van het vastgestelde heffingvrije vermogen, wordt de toevoeging met terugwerkende kracht ingetrokken.
Hoe wordt het voornemen intrekking van de toevoeging kenbaar gemaakt? Het voornemen tot intrekking van de toevoeging wordt verstuurd naar de rechtzoekende en een kopie naar de rechtsbijstandverlener. De termijn waarbinnen op het voornemen gereageerd moet worden is twee weken.
Zwaarwegende omstandigheden
Een toevoeging wordt niet ingetrokken indien zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten. Zwaarwegende omstandigheden moeten aannemelijk worden gemaakt.
Er is in elk geval géén sprake van zwaarwegende omstandigheden indien: • de rechtzoekende de opbrengst van de zaak voor een bepaald doel wil bestemmen of al heeft bestemd, zoals: de aflossing van een schuld. N.B: dit laatste is alleen anders in het geval van
—
— —
boedelscheiding. Voor zover de rechtzoekende met de aan hem of haar toevallende opbrengsten/positieve vermogensbestanddelen huwelijkse schulden af moet lossen, wordt daarmee bij de vaststelling van de hoogte van het resultaat rekening gehouden. Dat vloeit voort uit het karakter van de boedelscheiding, waarbij immers een conglomeraat van bezittingen en schulden wordt verdeeld;
specifieke uitgaven zoals de aankoop van een woning of andere zaken; een pensioenvoorziening. • de rechtzoekende een vordering heeft en nog niet direct over de desbetreffende geldsom kan beschikken. Dit wil niet zeggen dat er sprake is van zwaarwegende omstandigheden. De wettekst spreekt immers duidelijk over een vordering. Van zwaarwegende omstandigheden kan pas worden gesproken indien een vordering of geldsom oninbaar is, bijvoorbeeld vanwege faillissement of omdat conservatoir derdenbeslag is gelegd op de geldsom c.q. de vordering, waardoor de geldsom niet binnen afzienbare tijd beschikbaar is. Ook kan van zwaarwegende omstandigheden sprake zijn indien het resultaat niet binnen afzienbare termijn beschikbaar komt omdat de rechter heeft bepaald dat schadevergoeding/ smartengeld in termijnen mag worden betaald. Eén en ander moet aannemelijk worden gemaakt, bijvoorbeeld met een vonnis of een brief van de deurwaarder. Van de zwaarwegende omstandigheid van oninbaarheid is geen sprake als het inbare gedeelte van de vordering ten minste gelijk is aan de vergoeding die aan de rechtsbijstandverlener is uitbetaald.
Wanneer volgt na het voornemen een intrekkingsbesluit?
Na bekendmaking van het voornemen wordt de toevoeging ingetrokken indien: • geen reactie op het voornemen is ontvangen; • door de rechtzoekende aangevoerde zwaarwegende omstandigheden niet zijn gehonoreerd. De beschikking wordt verstuurd naar de rechtzoekende en de rechtsbijstandverlener. Intrekking van de toevoeging staat niet in de weg aan het vaststellen van de vergoeding. Deze wordt na intrekking van de toevoeging door de Raad bij de rechtzoekende ingevorderd. Zowel de rechtzoekende als de rechtsbijstandverlener zijn belanghebbende bij het intrekkingsbesluit en kunnen daartegen bezwaar maken.
Beleidsregels resultaatbeoordeling 2011 versie 1.0
Welke rechtsgevolgen heeft een intrekkingsbesluit? I ilLi ekkii ig vdi i de Luevuegiiig heeft de volgende gevolgen:
•
• •
•
De rechtzoekende heeft met terugwerkende kracht geen aanspraak meer op gesubsidieerde rechtsbijstand. Als de rechtsbijstandverlener de vergoeding bij de Raad heeft gedeclareerd, vordert de Raad deze bij de rechtzoekende terug. De rechtsbijstandverlener kan zijn commerciële tarief bij de rechtzoekende in rekening brengen. Indien er in een zaak sprake is geweest van toevoeging bij (een) vorige instantie(s) wordt deze toevoeging op de gebruikelijke wijze vastgesteld. Deze wordt niet ingetrokken. De resultaatbeoordeling beperkt zich namelijk uitsluitend tot de laatst afgegeven toevoeging. Indien er reeds een vergoeding is uitbetaald op de toevoeging bij de vorige instantie blijft deze van kracht.
In geval rechtzoekende bezwaar maakt tegen de intrekking van de toevoeging en de zaak wordt herzien, zal de rechtsbijstandverlener worden geinformeerd, omdat hij of zij in dit geval belanghebbende kan zijn.
Beleidsregels resultaatbeoordeling 2011 versie 1.0
120
BIJLAGE bij BELEIDSREGELS RESULTAATBEOORDELING VIValt Echtscheiding en koopwoning: de woning wordt tijdens de echtscheidingsprocedure verko,cht en de hypotheekschuld wordt afgelost. Er resteert een bedrag van C 60.000. Man en vrouw verdelen het herirag en krijgon beiden 030.000. De, i t !dil heeft dit hele bedrag aanbetaald op de koopsom van een nieuwe woning. De vrouw heeft €15.000 voor herinrichtingskosten besteed en nog €15.000 over. Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand De toevoeging geldt voor de echtscheiding, inclusief de boedelscheiding. Partijen zijn er bij het afgeven van de toevoeging op gewezen dat de toevoeging resultaatsgebonden was en dat de toevoeging ingetrokken kan worden. Het na aflossing van de hypotheek resterende bedrag wordt als resultaat van de rechtsbijstand beschouwd. Beide partijen hebben een bedrag ontvangen dat groter is dan het heffingvrij vermogen. Het feit dat de opbrengst is besteed aan de door ieder van beiden gekozen bestemmingen van de opbrengst worden niet als zwaarwegende omstandigheden gezien. Evenmin is van belang dat het geldbedrag in goederen is omgezet, Beide toevoegingen worden derhalve ingetrokken. Echtscheiding en koopwoning: één partij wordt uitgekocht. Hoe kan de resultaatbeoordeling dan plaats vinden? Na echtscheiding blijft de man wonen in de voormalig echtelijke woning en koopt de vrouw uit voor een bedrag van €40.000 (dit ligt boven het hef f ing vrij vermogen). Mevrouw gaat woonruimte huren of koopt een andere woning. Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand De man houdt in dit geval de toevoeging. De vrouw heeft vermogen boven de norm en haar toevoeging wordt daarom ingetrokken. Echtscheiding en koopwoning: stel dat de uitbetaling in termijnen plaats vindt. Na echtscheiding blijft de vrouw wonen in de voormalig echtelijke woning en koopt de man uit, die een woning gaat huren. De man ontvangt de uitkoopsom ad X25.000,- in drie jaarlijkse termijnen (de totale vordering is boven de norm). Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand De vordering die de man op de vrouw heeft is exact bekend, het resultaat kan beoordeeld worden. Dat partijen afspreken dat er in termijnen betaald wordt staat hen vrij, maar doet niet af aan het feit dat de man een exact bepaalde vordering op de vrouw heeft die boven de norm uit komt. Daarom wordt zijn toevoeging ingetrokken. Datzelfde geldt als is besloten de woning vooralsnog niet te verkopen. En als bij echtscheiding de opbrengst van de echtelijke koopwoning nog niet bekend is? Na echtscheiding staat de echtelijke woning nog te koop en is de exacte opbrengst nog niet bekend.
Bijlage bij Beleidsregels resultaatbeoordeling 2011, versie 1.0
171
Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand De Raad beoordeelt op basis van de formule: WOZ-waarde minus de hypotheekschuld, of aannemelijk is dat het resultaat ten minste 50% van het heffingvrij vermogen zal bedragen. Is dat niet het geval, dan blijft de toevoeging in stand. Is wel aannemelijk dat het resultaat ten minste 50% van het heffingvrij vermogen bedraagt, dan wordt de verkoop van de woning afgewacht en wnrrit het resultaat daarna beoordeeld.
Echtscheiding en overbedeling (1) Op de bankrekening van de man staat na de beschrijving van de boedel een bedrag van €30.000. De vrouw heeft €30.000 op haar rekening staan. Vanwege overbedeling van de man heeft de vrouw een vordering op de man van €5000.
Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand De ge meenschappelijke boedel bedraagt €50.000. De scheiding en deling van de boedel wordt bekrachtigd met de echtscheiding. Beide partners hebben recht op e5.000 (vordering). De vordering van de vrouw op de man wegens onderbedeling is €5.000. Voor de resultaatbeoordeling is niet het bedrag van €5.000 relevant, maar de vordering van €35.000 die beiden hebben op de gemeenschappelijke boedel. Het bedrag ligt ruim boven de vrijstelling en de toevoeging wordt daarom ingetrokken.
Echtscheiding en overbedeling (2) De vrouw blijft na de echtscheiding in de voormalige echtelijke woning wonen. In het convenant wordt opgenomen dat de man (rechtzoekende) een vergoeding van €40.000 ontvangt wegens overbedeling, als de vrouw besluit dat de woning verkocht mag worden. Verkoop van de woning is dus afhankelijk van haar wil. Bij het einde van de zaak heeft de vrouw dit besluit niet genomen.
Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand Het is van de wil van de vrouw afhankelijk of de man een vordering op diens exechtgenote krijgt. Bij het einde van de zaak bestaat de vordering echter nog niet. In het convenant is alleen neergelegd onder welke voorwaarden een vordering zal ontstaan, en hoe hoog deze zal zijn. Omdat er geen sprake is van een vordering heeft de man geen resultaat behaald in deze zaak, en wordt de toevoeging niet ingetrokken.
Echtscheiding en overbedeling (3) De vrouw blijft na de echtscheiding in de voormalige echtelijke woning wonen. In het convenant wordt opgenomen dat de vrouw de woning over twee jaar zal verkopen, als haar kind de schoolgaande leeftijd heeft bereikt. Bij verkoop ontvangt de man een vordering van g0.000 wegens overbedeling.
Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand De rechtzoekende heeft een vordering onder opschortende voorwaarde op zijn exechtgenote. Deze vordering is hoger dan 50% van het voor de rechtzoekende heffingvrij vermogen. Daarom wordt de toevoeging ingetrokken.
Echtscheiding en overbedeling met schulden (4)
De man krijgt de echtelijke woning toebedeeld die nog te koop staat. WOZ-waarde is €400.000,-, pro resto hypotheekschuld is €380.000,-. Wegens overbedeling moet de man aan de vrouw 00.000,- betalen.
Bijlage bij Beleidsregels resultaatbeoordeling 2011, versie 1.0
122
Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand Het bedrag van €1 0.000, - wegens overbedeling is een schuld die verrekend mag worden met het resultaat. De man heeft dan als resultaat €1 0.000, - wat minder is dan 50% van het heffingvrije vermogen. De toevoeging wordt niet ingetrokken. Echtscheiding en overbedeling met minderjarige kinderen (5) Na de verdeling ontvangen partijen beiden een bedrag van El 1.000. Er is een minderjarig kind waarover partijen het gezamenlijke gezag uitoefenen en zij zijn nie het gehele jaar f iscaal partner geweest. Normaal bedraagt de kindertoeslag €2,779 in 2011. In de hier beschreven situatie hebben beide partijen echter een kindertoeslag van €1.390 (€2.779: 2). Dat betekent dat de vermogensvrijstelling €11.088 bedraagt (€20.785 + €1390 x 50% ) bedraagt. Beide toevoegingen blijven gehandhaafd. Ontbinding arbeidsovereenkomst. Hoe moet ik een toegekende ontslagvergoeding plaatsen in het kader van een resultaatbeoordeling? Een man (alleenstaand) krijgt ontslag en ontvangt €30.000 bruto (€1 7.400 n etto) als ontbindingsvergoeding. Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand Het door de Raad buiten beschouwing te laten vermogen (in 2011) is in dit geval voor de resultaatbeoordeling de helft van €20.785 dus €1 0.392,50. De ontbindingsvergoeding wordt bij de resultaatbeoordeling in aanmerking genomen en bedraagt netto €1 7.400. Dat resultaat ligt boven de helft van het heffingvrij vermogen. De toevoeging wordt dus ingetrokken. ❑
Achterstallig loon en ontslagvergoeding en tijdelijk vervangende uitkering. Een man (alleenstaand) wordt ontslagen. Hij krijgt daarbij €4.000 vakantietoeslag en resterende vakantiedagen uitbetaald. De man krijgt vervolgens geen WW maar een bijstandsuitkering. Het ontslag wordt door een advocaat aangevochten en er volgt een schikking. Bij de afgesproken ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt netto €3.900 achterstallig loon doorbetaald en een ontslagvergoeding van bruto €10.000 (in dit geval netto €6.600). Bij declaratie van de toevoeging wordt gemel d dat de man €2.000 bijstand moet terugbetalen. ❑
Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand Het heffingvrij vermogen (in 201 1) is in dit geval 50 % van €20.785 dus € 10.392,50. In dit geval is de uitbetaling van @w o voor vakantietoeslag/-dagen niet het gevolg van de verleende rechtsbijstand en blijft buiten beschouwing. Het achterstallig loon en de ontslagvergoeding worden wel bij de resultaatbeoordeling in aanmerking genomen. De terug te betalen bijstand mag - indien deze verplichting aangetoond kan w orden — afgetrokken worden van het betaalde bedrag aan achterstallig loon, nu het hier om een inkom ensvervangende uitkering gaat die voor het noodzakelijke levensonderhoud noodzakelijk w as. Er is daarmee sprake van een aantoonbare inkom ensgerelateerde terugvordering. Bij bijvoorbeeld onderhandse leningen (bij familieleden e.d.) is geen sprake van een aantoonbare inkom ensgerelateerde terugvordering. Per saldo is het resultaat (€3.900 - €2.000) + €6.600 = €3.500 netto. Het resultaat blijft onder het heffingvrij vermogen, de toevoeging wordt nie ingetrokken. ❑
Bijlage bij Beleidsregels resultaatbeoordeling 2011, versie 1.0
123