Thema:
Diverse
14
Q-koorts vaccinatie hoog risicogroep: inzicht in de vaccinatiebesluitvorming
M. Bults1,2, DJMA. Beaujean3, CJ. Wijkmans4, A. Timen3, JH. Richardus1,2, HACM. Voeten1,2 1 GGD Rotterdam-Rijnmond, 2 Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum Rotterdam, 3Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding, CIb-RIVM, 4GGD Hart voor Brabant.
Inleiding In 2010 werd een vaccin tegen Q-koorts beschikbaar gesteld voor mensen met specifieke hart- en vaatziekten woonachtig in het zuiden van Nederland. Tussen januari en april 2011 zijn 1366 patiënten gevaccineerd bij de GGD Hart voor Brabant. Dit onderzoek had als doel inzicht krijgen in de vaccinatiebesluitvorming. Methode Exit-interviews na vaccinatie Resultaten • 413 respondenten • belangrijkste motiverende factoren: verhoogd risico op (chronische) Q-koorts (69%); huisarts heeft gezegd dat ik er goed aan doe (34%) • 32% had getwijfeld, met name over (ernstige) bijwerkingen en praktische barrières • gevoelens van twijfel hoger onder vrouwen, respondenten ≤60 jaar, werkenden • 52% vroeg advies aan sociale omgeving • huisarts en familie belangrijkste bron van informatie • 30% zocht actief naar informatie • informatie zoekgedrag hoger onder respondenten ≤60 jaar, hoger opgeleiden, werkenden
Tabel 1: Risicoperceptie Q-koorts
%
Q-koorts is een ernstige ziekte – (helemaal) mee eens
86
Q-koorts is zeer schadelijk voor mijn gezondheid (helemaal) mee eens
86
Hoe vaak denkt u aan Q-koorts? soms/vaak/voortdurend
19
Kans dat u het komende jaar Q-koorts krijgt? niet klein – groot / (heel) groot
6
Hoe bezorgd bent u om Q-koorts te krijgen? (een beetje) bezorgd / heel bezorgd
9*
*bezorgdheid hoger onder vrouwen
Tabel 2. Preventieve maatregelen uitgevoerd (naast vaccineren)* (n=88)
%
Contact met geiten en schapen vermeden
74
Bezoek aan regio’s waar Q-koorts voorkomt vermeden
36
Huisarts geraadpleegd
13
Zieke mensen of plekken met veel zieke mensen vermeden
6
Meer gelet op hygiene
2
* hoger opgeleiden vaker preventieve maatregelen uitgevoerd
Fig. 1: Motiverende factoren Conclusie Patiënten met specifieke hart- en vaatziekten lieten zich voornamelijk vaccineren om de kans op (chronische) Q-koorts te voorkomen. Ondanks het feit dat de Q-koorts vaccinatie niet voor gebruik in NL geregistreerd was, had slechts eenderde getwijfeld. Deze twijfels hadden voornamelijk betrekking op angst voor (ernstige) bijwerkingen. Dit aspect behoeft aandacht in de publiekscommunicatie gedurende toekomstige vaccinatiecampagnes. Contactpersoon: Marloes Bults (
[email protected]) Het "Huisman Onderzoekscentrum Infectieziekten en Publieke Gezondheid" is een samenwerkingsverband tussen de GGD Rotterdam-Rijnmond en het Erasmus MC. Het maakt deel uit van CEPHIR, de academische werkplaats Publieke Gezondheid in de regio Rotterdam-Rijnmond
Thema:
Diverse
128
Kostenutiliteit van een levensstijlprogramma voor de preventie van hart- en vaatziekten
Jacobs N, Evers S, Ament A, Claes N Inleiding Er is weinig geweten over de kosten van een levensstijlprogramma voor de preventie van hart- en vaatziekten. Het doel van deze studie was om de kostutiliteit van een levensstijlprogramma te onderzoeken in een steekproef van hogeropgeleiden na 1 jaar interventie.
Methode In deze trial-based kostutiliteitsstudie werden de deelnemers gerandomiseerd in een standaard- en een interventieconditie (N=106;N=208). De standaardconditie bestond uit medische interventies. De interventieconditie werd aangevuld met een levensstijlprogramma gericht op rookstop, verbeteren van bewegingsen voedingspatroon (website en coaching via verschillende kanalen). Een kostutiliteitsanalyse en sensitiviteitsanalyse werden uitgevoerd.
Resultaten De incrementele kost-effectiviteitsratio (ICER), de uitkomstmaat van een kostutiliteitsanalyse, was €26.910 per Quality Adjusted Life Year (QALY). De sensitiviteitsanalyse toonde aan dat de ICER zou verlagen van €26.910 naar €13.610 indien het aantal deelnemers aan de interventie zou verdriedubbelen. In het geval van 10.000 deelnemers zou de ICER verlagen naar €7.402. Als we aannemen dat de overheid bereid zou zijn tot een investering van €30.000 per QALY, is het levensstijlprogramma kost-effectief.
Conclusies Het levensstijlprogramma was kost-effectief in vergelijking met de standaardconditie. Een hogere participatie kan leiden tot een toegenomen kost-effectiviteit. Dr Nele Jacobs, Universiteit Hasselt – Faculteit Geneeskunde E-mail:
[email protected] – telefoon: 011/758055 Adres: Boerenkrijgsingel 25/0.02 – 3500 Hasselt
Thema:
Diverse
362
Thema:
E-Health Algemeen
Nr 31
Verbetering van het gebruik van kennis voor beleid en toezicht
Ingrid Hegger 1, Maarten Kok4, Susan Janssen 1, Jolanda Keijsers 2, Jantine Schuit 1, 4, Hans van Oers 1, 3 RIVM, Bilthoven (1), TNO, Leiden (2), Universiteit van Tilburg (3), Vrije Universiteit, Amsterdam (4)
Vraagstelling Wat beïnvloedt het gebruik van RIVM-producten en hoe kan het beter?
Methode • • •
Multiple case study over aantal RIVM producten Per case documentanalyse en interviews Kwalitatieve analyse van verzamelde informatie
Conceptueel model Interactie tussen actoren tijdens het onderzoek is van belang voor het gebruik van het kennisproduct
Resultaten eerste case study: project voor IGZ 1. Grote verschillen in beleving van het gebruik van het product tussen opdrachtgever en opdrachtnemer 2. Interactie is belangrijk maar moeilijk door: • te weinig tijd voor interactie • te weinig overleg in vroege fase • slechte inbedding in organisatie • beeldvorming over elkaar • onvoorziene omstandigheden
Conclusie: Prioriteit en aandacht voor alle aspecten van interactie zijn nodig Correspondentie: Ingrid Hegger Email:
[email protected] 030-2743274
Thema:
E-Health Algemeen
191
De regionale VTV Hart voor Brabant v2.0
2006
Verbreden van proces en implementatie
Vormgeving & inhoud
Organisatie & proces
Producten
Landelijke VTV staat model
2011
Drie uitdagingen •Essays •Illustraties •Lokaal USB-stick •Deelrapporten
Verbreden Intern betrokkenheid •Directeur opdrachtgever •GGD-breed product •Alle afdelingen in alle geledingen project Extern •Samenwerkingspartners in stuurgroep •Ambtenaren kiezen onderwerpen digitaal Vergroten samenhang Regionaal Kompas als portal
Implementatie
Vergroten impact Gericht op gemeentelijk beleid Ook gericht op GGD beleid •Presentatie gemeenteraad •Samen met ketenpartners •Ondersteuning nota •Strategische en tactische sessies •(Pers)communicatie •Vertaling naar portefeuilles
[email protected] [email protected]
Thema:
E-Health Algemeen
298
Veerkracht van ouderen: ontwikkeling van een internetinterventie I.F.M. van Asch (
[email protected]), R.H. de Koning-Fikse & A.M. Pot Program on Aging, Netherlands Institute of Mental Health and Addiction. www.trimbos.nl
"Mw. van Dijk is 75 jaar en heeft haar man twee jaar geleden na een lang ziekbed verloren. In de tijd dat ze haar man heeft verzorgd zijn haar sociale contacten verwaterd. Nu heeft zij moeite deze weer op te pakken. Ze voelt zich eenzaam en dreigt in een sociaal isolement terecht te komen." "Dhr. Vos heeft zijn hele leven gewerkt. Laatst is hij 65 geworden en met pensioen gegaan. Ineens heeft hij veel vrije tijd en vindt hij het lastig zijn dagen invulling te geven."
Methode Voorafgaand aan ontwikkeling: •Literatuuronderzoek •Studie naar bestaande internetinterventies •Drie focusgroepen: ouderen en professionals Na ontwikkeling volgt een pilotstudie onder 40 ouderen: •Procesevaluatie •Effectevaluatie Resultaten
Doel interventie Welbevinden van ouderen vergroten door versterking van zelfmanagementvaardigheden: 1. initiatief nemen 2. persoonlijk effectief zijn 3. investeren 4. een positief perspectief hebben 5. zorgen voor multifunctionaliteit in hulpbronnen 6. zorgen voor variëteit in hulpbronnen
Interventie is gereed in najaar 2012. Resultaten pilotstudie worden verwacht in voorjaar 2013.
Na de pilotstudie wordt de interventie geëvalueerd en aangepast. De uiteindelijke versie zal breed worden geïmplementeerd.
Gewerkt wordt aan 5 domeinen van welbevinden: 1.comfort 2.stimulatie 3.affectie 4.gedragsbevestiging 5.status Doelgroep – Ouderen die eenzaam zijn; – Ouderen die met pensioen gaan; – Ouderen waarvan een dierbaar persoon is weggevallen; – Ouderen met lichamelijke achteruitgang; – Ouderen die graag willen werken aan hun zelfmanagementvaardigheden.
Deze studie is gefinanciersd door de Provinie Overijssel
Insert your footer-text and/or logo’s here.
Thema:
E-Health Algemeen
338
Wikis: An Opportunity to Improve Patient Participation in Developing Information Leaflets A Demonstration Project in Infertile Patients Tom van de Belt1, Marjan Faber2, Jose Knijnenburg3, Noortje van Duijnhoven1, Willianne Nelen1, Jan Kremer1
11 Radboud
University Nijmegen Medical Centre, Department of Obstetrics and Gynaecology, The Netherlands. 2 Radboud University Nijmegen Medical Centre, Scientific Institute for Quality of Healthcare, The Netherlands. 3 Freya, Patients’ Association for infertility, The Netherlands
Background • Participation of end-users in the process of developing patient information is rare 1 2. • Patients gained a wealth of experience-based knowledge of their disease and treatment process. • We hypothesized that utilizing the experience-based knowledge of patients in the development of information leaflets would address this critical shortcoming of the presently available patient information. Objective: To explore the feasibility of using a wiki as a patient participation tool for generating a patient information leaflet. Setting: Fertility care. Methods • Target population: all Dutch infertile patients (IUI OR IVF) • Implementation strategy: Patients and professionals were informed about the project and stimulated to participate by using online and offline strategies. Freya, Dutch Patients’ Association for infertility, supported the project. √ Wikis embedded in a MijnZorgnet community 4
√ Secured access √ Content: Topics identified by patients √ All users can add, modify, and remove content √ “Open” and “Closed” Wiki Evaluation: A: Logging data B: Barriers and facilitators for participation -> semi-structured interviews
Example:
Results “Open” wiki (since July’10)
“Closed” wiki (since June ‘11)
Page-views
16649
129264
Unique visitors
4558
1178
(N) Members (N) Wiki contributors
27
410
5 (18,5%)
7 (1,7%)
(N) Contributions
8
20
Barriers √ Secured access procedure √ Lay-out: No medical look √ “Who am I to decide what is relevant?” √ Navigation is difficult √ Not enough activity
Facilitators √ Secured access procedure √ Easy to find peer support √ Quality of content √ Completeness of content √ Fast communication
Discussion • Wiki’s are promising tools in the creation of patient information leaflets. Patients favor this new way of patient participation, but many hesitate to participate.
• Using the barriers and facilitators we’ve identified, the implementation strategy can be optimized and the attractiveness of the wiki can be improved. •Future research should to be focused on usability and the quality of information on the wiki. Barriers and facilitators need to be quantified. Expected future benefits: √ Improved collaboration between patients and professionals √ Quality improvements with regard to information provision √ Save resources, health professional time & editorial resources References: 1 Pos S, 2003.
2
Crawford MJ 2008. 3 Haagen EC, 2003. 4 www.mijnzorgnet.nl
Contact:
Thema:
E-Health Algemeen
Thema:
Levenseinde postersessie
20
Voorkeuren voor mate van participatie bij medische besluitvorming in de laatste levensfase van hersentumorpatiënten L. Brom MSc, Dr. H.R.W. Pasman, Prof. Dr. G.A.M Widdershoven, Prof. Dr. B.D. Onwuteaka-Philipsen
Contact:
[email protected] DOEL In theorie zijn er verschillende besluitvormingsmodellen (actief, gezamenlijk en passief). (1) In welke mate zijn deze besluitvormingsmodellen geschikt voor elke patiënt en (2) welke zien we terug in de praktijk?
METHODE Kwalitatief prospectief onderzoek bij patiënten met een primaire hersentumor (WHO gr. IV) • Interviews met patiënten naar voorkeuren voor participatie in besluitvorming
afweging wel/niet starten behandeling waarbij dilemma speelt kwaliteit vs. kwantiteit van leven
RESULTATEN 14 patiënten geincludeerd (28 – 82 jaar) 1. Wensen tav mate van participatie varieert Actieve patiënten controle houden over eigen leven Passieve patiënten weinig eigen kennis en veel vertrouwen in de arts 2. Participatiewensen lijken te verschillen in soort beslissing Passieve patiënten zijn passief bij ‘grote’ beslissingen (chemotherapie), maar meer actief bij ‘kleinere’ beslissingen (dagelijkse medicatie)
CONCLUSIE & DISCUSSIE Wensen tav mate van participatie varieert
“Ik wil de baas zijn over mijn eigen leven” Man, 64 jaar, voorkeur actieve rol “Nou ik kan er niks van zeggen natuurlijk want ik ben daar niet in gestudeerd. Wat zal ik dan beter weten dan een arts? “ Man 67 jaar, voorkeur passieve rol
• Patiënten variëren in de mate waarin zij willen participeren in besluitvorming • Soort beslissing van invloed? • Spelen eerdere ervaringen een rol?
TO BE CONTINUED… • Hoe gaat besluitvorming in de praktijk? • Observaties arts-patiënt gesprekken en interviews ná besluitvorming geven inzicht in daadwerkelijke proces van besluitvorming en tevredenheid • Project afgerond september 2013
Thema:
Levenseinde postersessie
Generiek Model voor Waardigheid in Ziekte gebaseerd op interviews met patiënten
73
Isis van Gennip1; Roeline Pasman1; Mariska Oosterveld-Vlug1; Dick Willems2 en Bregje Onwuteaka-Philipsen1 Contact:
[email protected]
Behoud van persoonlijke waardigheid patiënten belangrijk doel in de zorg Vooral onderzoek naar waardigheid bij: • terminale kankerpatiënten • verpleeghuisbewoners Doelstelling: Ontwikkelen van een generiek model voor waardigheid in ziekte dat toepasbaar is bij een brede patiënten populatie.
Minder bekend over waardigheid bij: • patiënten met andere ziektes • eerder in het ziekte traject Methode: Analyse van 34 diepte interviews met patiënten met kanker, dementie in een vroeg stadium, of andere chronische ziektes.
GENERIEK MODEL VOOR WAARDIGHEID IN ZIEKTE
Het Individuele Zelf • betekenis • identiteit • autonomie • bewustzijn Coping
Ziekte gerelateerde factoren
Het Relationele Zelf • onafhankelijkheid • sociale rollen • reciprociteit • privacy
Waardigheid
Persoonlijk netwerk Professionele zorg
Het Zelf als Object • begrip • respect • stigmatisering
Conclusie: dit model geeft: - een theoretisch kader voor onderzoek naar waardigheid in diverse patiëntpopulaties. - ondersteuning aan de zorg door inzichtelijk te maken 1Afd. Sociale Geneeskunde, VU medisch centrum, waar eventuele interventies op gericht kunnen EMGO+ Instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg, Amsterdam. worden. 2Afd.
Huisartsgeneeskunde, Academisch Medisch
Thema:
Levenseinde postersessie
Nr Ziekenhuisverwijzingen patiënten in de 109 palliatieve fase Ria de Korte-Verhoef Roeline Pasman, Bart Schweitzer, Anneke Francke, Bregje Onwuteaka-Philipsen, Luc Deliens VU medisch centrum, Sociale Geneeskunde/EMGO+Instituut
Contact:
[email protected]
Achtergrond
40% van patiënten in laatste 3 levensmaanden minimaal 1 x overgeplaatst van thuis naar het ziekenhuis. Waarneming huisartsenposten kritieke periode voor acute vragen van patiënten in palliatieve fase
Retrospectief dossieronderzoek huisartsenposten Amsterdam Methode Dossieronderzoek alle patiëntencontacten 8 huisartsenposten Amsterdam Periode: 1/11/05 en 1/11/06 Patiënten in palliatieve fase gezocht op trefwoorden Alle genoteerde symptomen en zorg in SPSS als variabele ingevoerd
Resultaten 13% (N=68) van 529 patiënten in palliatieve fase ziekenhuisverwijzing door huisartsenpost
Resultaten: Associatie ziekenhuisverwijzing van patiënten in palliatieve fase* OR (95% CI) Kanker
5.1 (1.7-15.8)
Hart/vaatproblemen
8.3 (2.9-24,0)
Digestieve problemen
2.5 (1.4-4.6)
Endocrine/metabole problemen
2.5 (1.4-4.5)
Verpleging of verzorging ontvangen
0.2 (0.1-0.5)
Informatie overdracht door huisarts
0.4 (0.2-1.0)
*Stepwise backward multivariate logistische regressie
Discussie Mensen met kanker en hart/vaatproblemen meer kans op ziekenhuisverwijzing Mogelijk is ziekenhuisopname patiënten in palliatieve fase te voorkomen door: 1. Anticiperen van huisartsen op digestieve en endocriene/ metabole problemen 2. Vroege inzet verpleging 3. Informatie overdacht naar huisartsenpost
.
Thema:
Levenseinde postersessie
Hebben verpleegkundigen & verzorgenden behoefte aan een ‘Helpdesk Euthanasie’?
224
Gwenda Albers1 (
[email protected]) Anneke Francke1,2; Anke de Veer2; Bregje Onwuteaka-Philipsen1 Verpleegkundigen & Verzorgenden (v&v) • Belangrijke rol in zorg rond levenseinde. • Vaak betrokken bij beslissingen rond levenseinde; – 61% bij stoppen behandeling, – 26% bij euthanasie, – 56% bij palliatieve sedatie. • Maar niet altijd goed bekend met regelgeving rondom medische besluitvorming. Pilot-project SCEN v&v Telefonische helpdesk voor v&v voor vragen en advies over zorg en besluitvorming rond het levenseinde. Aanpak 1. Representatieve groep v&v (n=903, 66% respons). Gevraagd naar behoefte aan steun en consultatie en verwachting over gebruik van SCEN v&v. 2. Evaluatie pilot project SCEN v&v in praktijk. Resultaten 1. Driekwart zou gebruik maken van SCEN v&v voor info en advies. m.n. vragen over euthanasie, palliatieve sedatie, omgaan met druk van familie/patiënt. 2. In praktijk wordt SCEN v&v weinig geraadpleegd.
• •
Conclusie en discussiepunten Verpleegkundigen en verzorgenden geven aan behoefte te hebben aan consultatie-mogelijkheid maar in praktijk wordt er weinig gebruik van gemaakt. Mogelijk is SCEN v&v nog niet bekend genoeg of is er in praktijk weinig behoefte aan en weinig aanleiding tot het gebruik van SCEN v&v. 1 Afdeling
Sociale Geneeskunde, VU Medisch Centrum, EMGO Instituut voor gezondheid en zorg onderzoek, Amsterdam. 2 NIVEL (Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg), Utrecht.
Thema:
Gezondheids beleid
150
Aan de slag met gezondheid in ruimtelijke planvorming
Inleiding Ruimtelijke inrichting heeft direct en indirect effect op de gezondheid van mensen. Er is versnipperd al veel kennis en informatie beschikbaar. RIVM faciliteert mensen die aan de slag willen met gezondheid in ruimtelijke planvorming en informatie daarover zoeken. Aanpak RIVM verzamelt bestaande kennis en informatie rond gezondheid in ruimtelijke planvorming en ontsluit deze. Hierbij gaat het o.a. om: stand van wetenschappelijke kennis ontsluiting van, standaardisatie van en toelichting op informatie themagewijs bijeen brengen van praktijkvoorbeelden en instrumenten beschrijven van succes- en faalfactoren in kaart brengen van kennisnetwerken ontwikkeling en standaardisatie van beleidsondersteunende instrumenten Waar vind ik de opbrengsten? www.atlasleefomgeving.nl (Geo-)informatie over leefomgeving en gezondheid www.gezondontwerpwijzer.nl Praktijkvoorbeelden, instrumenten, organisaties en kennis over gezonde inrichting leefomgeving www.loketgezondleven.nl o.a. Handreiking Gezonde Gemeente www.rivm.nl > HIA in ruimtelijke plannen o.a. instrumentenoverzicht ‘Gezonde Plannen’, Handreiking Gezondheid in Ruimtelijke Planvorming
Discussie en conclusie Er bestaan (lokaal) al veel bruikbare instrumenten, kennis en informatie rondom gezondheid in ruimtelijke planvorming. Deze zijn door RIVM gebundeld en ontsloten voor de praktijk. Het is van belang te weten in hoeverre deze daadwerkelijk bruikbaar zijn en bijdragen aan een gezonde leefomgeving. Hiervoor is (evaluatie-) onderzoek nodig.
H. Kruize, B. Staatsen, A. van Overveld, H. van Zoest
RIVM Contact:
[email protected]
Thema:
Gezondheids beleid
145
Gezondheid aan het stuur?
De leefomgeving is van invloed op onze gezondheid. Maar het beleid voor de leefomgeving wordt in andere sectoren bepaald. Staat gezondheid wel voldoende op het netvlies bij deze beleidsmakers of projectleiders?
Horizon Een gezonde leefomgeving is een omgeving waar het prettig wonen is en waar de druk door milieufactoren laag is. Een omgeving die de gezondheid van bewoners bevordert. Een omgeving die mensen uitnodigt tot gezond gedrag.
Routekaart In Den Haag is het meewegen van gezondheid in planvorming speerpunt in de nota Volksgezondheid en de Krachtwijkaanpak. De GGD adviseert bij plannen en heeft hiervoor informatiebladen ontwikkeld. Deze dienen als bron van inspiratie en als naslagwerk.
Instappen of laten rijden?
Fotografie: dutchphotoday.nl
Prioriteit gaat uit naar plannen met effecten op luchtkwaliteit, geluid, bewegen, groen en hitte. Naar krachtwijken of gevoelige groepen zoals kinderen, ouderen of chronisch zieken. Ook stapt de GGD in zodra het gaat om een m.e.r.-plichtig plan. Het is belangrijk om vroegtijdig in te stappen.
Bestemming bereikt? Gezondheid meewegen in planvorming vraagt voortdurend aandacht. Staat gezondheid op de kaart, leidt dit dan ook tot gezondheidswinst? Hoe houd je balans tussen ‘evidence-based’ en ‘baat het niet dan schaadt het niet’? De GGD Den Haag heeft ervaring opgedaan met plannen zoals de Haagse Nota Mobiliteit, het Actieplan Luchtkwaliteit, de kadernota Openbare Ruimte, milieueffectrapportages en plannen rondom snelwegen. Meer informatie:
[email protected] Jessica Kwekkeboom, Anna van Leeuwen GGD Den Haag, Afdeling Leefomgeving Rob van Kleef, Gemeente Den Haag, producgroep MZV