mei 2008
j a ar g a n g 3
5
STAMBOOMLOTEN Geboren Marie, d.v. Edmond de Meijer en Cecile van Kimmenade (M-9-E-4-B-2); 26-09-2007 Julie, d.v. Derk Jan van der Weerdt en Annabelle van Thiel (H-12-E-1-b); 12-11-2007 Elsa, d.v. James en Sarah van Thiel-Craig (M-5-A-3-a-3); 01-01-2008 CORRECTIE:
Victoria, d.v. Bertil & Merel van Delft-van Thiel (M-5-B-9-a): 16-06-2007 (niet 15-06). Overleden Otto Bloemen, e.v. Adrienne Bloemen-Philippus (P-2-F-7); 12-12-2007; 75 jr. Ad Hoogenbosch (M-1-B-1); 26-03-2008; 83 jr. Jan Maas (P-4-B-3); 31-03-2008; 73 jr. Gehuwd Stein van Thiel (M-9-E-5-b) & Nelleke Wortmann; 15-12-2007 Loet van Kimmenade, weduwnaar van Irene van Thiel (M-9-E-4) en Sacha Verschuren; 12-2007 Claire Teeuwen (M-9-A-2-c) en Constant Smits van Waesberghe; 29-03-2008
een uitgave van de stichting willem & dina van thiel-van duijnhoven
PUUR FEMINIEN De schijnwerper richt zich in deze vijfde editie op familievrouwen van vroeger en nu. Op drie kranige kloosterzusters uit de 19e eeuw, zussen van Piet, Hendrik en Martinus, de broers die met hun portret dit titelblad sieren. Op een 19-jarige tiener-twen en haar dagboeken uit 1919. Op ‘ons aller’ tante Dina en op een sterke vrouw die op 3 maart 2008 haar honderdste verjaardag vierde: Carla van Thiel-Hoyng. De associatie met honderd jaar Internationale Vrouwendag, 5 dagen later, dient zich direct aan. Op 8 maart 1908 staakten Amerikaanse vrouwen in de textielindustrie voor een 8-urige werkdag en algemeen kiesrecht. Ook in ons land hadden vrouwen toen geen burgerrechten en waren volgens de wet gehoorzaamheid verschuldigd ‘Alleen’, brons, hoogte 55 cm. incl. sokkel aan de echtgenoot. Desondanks kent onze kijk ook op: www.atelierbeeld.nl familie heel wat krachtige vrouwen, met mater familias Dina van Thiel-van Duijnhoven (1794) als boegbeeld. Daarom deze themauitgave in een feminien jasje. Anne-Marth Hogewoning-van der Vossen (M-1-A-7-c) creëerde de drie bronzen beelden. Een interview en meer van haar werk volgen in krant nummer 6.
ZEGT HET VOORT!!! FAMILIEREÜNIE OP ZONDAG 8 JUNI
1906
Belangrijk voorpaginanieuws is natuurlijk de familiereünie op zondag 8 juni a.s. De vorige, zeer succesvolle is alweer vijf jaar geleden. Veel familieleden drongen erop aan om niet opnieuw 20 jaar te wachten. Aan die oproep geeft de stichting met plezier gehoor. Restaurant ‘De Steenoven’ in Helmond is op 8 juni the place to be. Tussen 14.00 en 19.00 uur. De entree bedraagt 39 euro, alle drankjes, hapjes en diner inbegrepen. Het belooft weer erg gezellig te worden!
Julie Asya, geboren te Singapore
Onze webmaster, Thierry van Thiel, werkt aan een geheel nieuwe en fraaie website. Hij is nog onder constructie, maar toch al te bezoeken: www.vanthiel.eu.
1
ONS ALLER TANTE DINA ‘Wie is er toch bij ieder feest al jarenlang present geweest? Ja, tante Dina zit steeds blij temidden van de gastenrij.’ Het zal uit volle borst gezongen zijn op de tonen van Sjiedewiet bom bom, bijna 60 jaar geleden tijdens het huwelijksdiner van Hein en Berdi van der Weyden-van Thiel. En het blijkt niet de enige feestkrant, waarin ‘tante Dina’ figureert of olijk op de hak wordt genomen. De zilveren huwelijkskrant van Henri en Madeleine van Thiel-Hosay bevat als zoekertje: ‘De enig overgebleven tante op de Donk voelt zich erg levenslustig, is vatbaar voor humor, is opgeruimd van karakter en zoekt langs deze weg contact met een trouwlustige man.’ Die tante is dan al 68! Wie is die vrouw die Félix van Thiel in het reünieboek van 1983 zo intrigerend omschrijft als ‘Zij trouwde niet en was voor de familie, ook tot in Helmond en Valkenswaard ons aller tante Dina’? Daarvoor moeten we te rade bij de generatie die nu 70+ is.
Valkenswaard omstreeks 1924. Tante Dina (rechts) met haar zus Maria Maas-van Thiel en dochters (vanaf links) Toos, Thea en Henriëtte
Zusje, zou ik dat nou wel doen?’ ‘Natuurlijk, tante Dina.’ ‘Nou, een halve boterham dan.’ En zo ging dat voort. ’s Zondags na de mis in Donk wandelde ze standaard richting Zuid-Willemsvaart, waar de familie als het ware in een enclave huisde. ‘Er was keus genoeg’, weet de nu 92-jarige Adriaan van Thiel. ‘Ze zei vooraf nooit naar wie ze ging, maar ze bleef de hele dag tot na het souper. Als kinderen stonden wij elke zondag in de erker op de uitkijk tot ze in beeld kwam bij huize Vrededael met haar bontjas en hoed. Wat zou ze doen? Naar binnen bij oom Herman, of linksaf naar De Voorbeemde of door naar De Wilgen? Of de andere kant naar oom Willem? Of de brug over en dan naar oom Alex? Of toch naar ons? Dan moesten we als een haas alle voorbereidingen treffen voor een zondag met kaarten, rikken, pianospelen en zingen tot na het souper. Dan brachten we haar, altijd wat baldadig naar huis over het paadje langs het kerkhof. “T’is een grouwte skâând da gèllie zò veul lewèèij makt nèève ’t kèèrikuf ”, zei ze dan met als ondertitel dat we langs het kerkhof niet zoveel herrie mochten schoppen, omdat ze dan van moeder overste op haar kop kreeg.’ Want de laatste jaren van haar leven woonde tante Dina op kamers in het nonnenklooster naast de meisjesschool op de Donk. Voordien in het ouderlijk huis naast de spijkerfabriek, waar ze haar moeder verzorgde, die 93 werd. Oud-gynaecoloog Adriaan: ‘Ze heeft haar halve leven daarvoor opgeofferd. Ik heb mijn overgrootmoeder nog zien liggen in de bedstee, ze was toen al dement. Tante gaf me dan gauw een dubbeltje om op zondag bij Drika [de kruidenier] snoep uit te zoeken.’ Later liet Janus een leuk huis voor haar bouwen tegenover de pastorie. De familie zorgde voor haar, want inkomen had ze niet, ook dat was toen heel gewoon. Anna was haar huishoudster, een echte baas, tegen wie ze niet op kon. Na tien jaar verhuisde ze naar het klooster, weg van Anna. Ze fleurde er helemaal op.
‘Dutselèèchtig’ Dina Mathilda is een dochter van Piet van Thiel en Maria Smits, zijn tweede huwelijk, want zijn eerste vrouw Rika stierf jong en liet hem achter met vier kleintjes, Willem (6), Janus (5), Gijs (4) en Maria (2). Piet noemde Dina naar zijn moeder, Gijsberdina van Thiel-van Duijnhoven. Zij, altijd zijn steun en toeverlaat bij de opbouw van de spijkerfabriek, was net overleden. Het is september 1871, de eerste herfstdag. Piet en Maria hebben dan al twee kinderen in het eerste levensjaar verloren. Ooit was Dina verloofd met ene Martin [op z’n Frans] Minke uit Overijssel. Voor die tijd een heel eind uit de buurt, maar ongetwijfeld kwam de date tot stand via broer Gijs. Hij zat op De Ruwenberg op kostschool samen met enkele Minke’s uit Dedemsvaart, waar Gijs ook zijn vrouw Rika vond. ‘Tante Dina, waarom bent u nooit getrouwd?’ vroeg haar petekind Zus van Thiel eens. ‘Dat durfde ik eigenlijk niet, kindje’, was het oprechte en typerende antwoord. Tante Dina was ietwat ‘dutselèèchtig’, zoals ze dat in Beek en Donk zo mooi weten te zeggen zonder te kwetsen. Ietwat eenvoudig van geest en dat was meteen haar kracht. Lees haar bidprentje in 1950: ‘Goedheid en vroomheid traden in haar karakter sterk op de voorgrond. Zij stond bij alle familieleden, vrienden en kennissen in hoog aanzien.’ Op de uitkijk in de erker Tante Dina kwam dus overal, in Helmond, Valkenswaard en Beek en Donk. Groter was de wereld toen niet. Ze had geen bemoeienis met de familiebedrijven en bleef zo gevrijwaard van onderlinge spanningen die de ondernemingslustige familie wel eens teisterden. Het wel en wee van toute famille volgde ze op de voet. Geen type om achter de geraniums te verpieteren. Het was de tijd van vóór de televisie, familiebezoek was toen nog heel gewoon. En dat deed Dina op haar eigen wijze. Bij Zus in De Wilgen kwam ze wekelijks en zo rond het souper ontspon zich steevast hetzelfde tafereel. ‘Tante Dina, blijft u gezellig mee-eten?’ ‘Nee, Zusje, zou ik dat nou wel doen?’ ‘Natuurlijk, dat vinden we heel gezellig.’ ‘Nou, vooruit dan maar.’ En na de eerste boterham: ‘Tante Dina, wilt u niet nog een sneetje?’ ‘Ach,
‘De liefste tante van de hele wereld’ Dol was tante Dina op kinderen en gewild als peettante, zoals van Hendrik Maas, die ook zijn zoon Ben aan haar toevertrouwde. Zo kwam ze regelmatig in Valkenswaard bij haar zus Maria Maasvan Thiel. En Vic van Thiel (1923) uit Someren schrijft in een ABC over zijn Donkse jeugd: ‘Zij woonde in een knus villaatje dat ik nog heb zien bouwen. Alhoewel klein van postuur was ze de liefste tante van de hele wereld; ze verwende ons, neefjes en
2
Tante Dina voor het huis van haar broer Willem.
Tante Dina en Joke Teeuwen-van Thiel, 23 september 1947
Maria van Thiel-Smits (18301923); de moeder van Dina
Hilariteit alom. Overigens wist ze ook verbazing te veinzen als er ineens schaapjes in haar hoed bleken te ‘wonen’. Tante Dina plagen, hoorde erbij. Een mooie oneliner staat op het conto van broer Willem, toen Dina dacht een komisch verhaal verteld te hebben: ‘Dina, dur wordt navenant nie mee gelache!’
nichtjes, dan ook met zoveel snoep dat die bleven smaken naar steeds nog meer. Iedereen kende haar, iedereen hield van haar.’ Zelfs Black, de hond van Jan en Niny van Thiel-Hosay. Die placht wild blaffend op haar af te stormen, dol op de koekjes die ze áltijd in haar tas had. Gewoon Pavlov volgens het boekje. Omdat ze zo bang was voor het beest, wierp ze hem elke keer een paar koekjes toe, roepend: ‘Ik ben je tante, ik ben je tante…’. Niet wild, maar in de hele familie vermaard waren haar schaapjes, sköpkes op z’n Brabants. Wel honderd stonden er met kerst in haar kamer, met strikjes en zelfgemaakte dekjes. Geheel van wol wel te verstaan. Op nieuwjaarsdag ging de familie traditioneel naar tante Dina en daarna op de borrel bij pastoor Stoute. Op een keer ontvoerden Paul van Thiel – later witte pater – en enkele neven stiekem die grote kudde naar de pastorie. ‘Hoe is het in hemelsnaam mogelijk, al mijn schaapjes hier? Vanmorgen stonden ze nog allemaal op mijn kamer!’, riep tante Dina verbouwereerd.
Oranje randje In de winter van 1939 kregen Herman en Anna van ThielMeuwese vanwege de mobilisatie twee Nederlandse officieren ingekwartierd in huize ‘Vrededael’. Dochter Els [Geerdes-van Thiel] weet het nog goed. ‘In de avonduren speelden die twee bridge met tante Dina en mijn moeder. Tante Dina was erg fanatiek met kaarten. De sfeer was geweldig, maar och jé, als ze aan de verliezende hand was! Boos werd ze dan. Een keer gooide ze haar kaarten pardoes naar haar bridgepartner, de officier. Die nam het sportief op, maar de volgende kaartavond verschenen de heren uit voorzorg gehelmd. Tante schrok serieus en vroeg of de toestand in het land zó verslechterd was...’ De oorlogsdreiging hield haar bezig. ‘Wil je hamsteren? Bij tante Dina kun je terecht!’, spotte een advertentie in de feestkrant van Henri en Madeleine in de zomer van ’39. Maar tante Dina voelde de toekomst haarfijn aan. Toen de Duitsers onder de oorlog verboden om de kleur oranje te gebruiken, durfde tante Dina na een van haar theeuitjes op ‘Vrededael’ niet naar huis. Gevraagd naar het waarom, kwam het hoge woord eruit: ‘Mijn lange kousen hebben een oranje randje’. Stevig gearmd brachten Anna en Els haar naar het nonnenklooster. Die kousen zal ze wel nooit meer gedragen hebben. Ze overleed 78 jaar oud aan een longontsteking. Waarop pastoor Morel riposteerde: ‘Vind je het gek, in het ziekenhuis moest ze alle acht hoepelrokken uitdoen’. Arthur van Thiel
Kapelstraat 22, Donk; gebouwd omstreeks 1925 voor tante Dina
3
Van Deyssel en Zus van Thiel
VILLA ZONNESCHIJN EN ‘IN DEN GROENEN KIKVORSCH’ “Met het ouder worden, gaan je gedachten dikwijls uit naar beelden en gebeurtenissen van vroeger,” schrijft Mieke Nyst-van Thiel (geboren in 1920). “Voor mij vooral naar de jaren dertig, mijn tienerjaren. Ze noemden ons toen bakvissen, nu heet het pubers. Ik zat net als mijn broers en zussen op kostschool – toen heel gewoon – en ging om de twee weken een weekend naar huis in Beek en Donk. Een heerlijk thuis met een Piet en Dora van Thiel-Teeuwen in 1933 met v.l.n.r.: Ferd, Piet, Mieke, Irma, Noortje, grote tuin, een boomgaard, een tennisbaan en een Berdi, Etienne, Paul, Dora, Madeleine. moestuin met bessen, frambozen en kroezels. Ook een de kinderkamer had laten bouwen. Als je binnenkwam had je aan abrikozenboom, maar die wilde tot verdriet van mijn moeder niet weerszijden een toonbank en schappen. Snoep en kruidenierswaren gedijen. En op de vijver peddelden we met een zelfgemaakt vlot. aan de ene kant en er tegenover een stoffenwinkel. Daarachter lagen Piet en Dora van Thiel-Teeuwen, beiden geboren in 1893, zijn mijn een kleine huiskamer en een keukentje.” Het winkeltje is bijna 40 ouders. Mijn vader was een rustige, relativerende man met veel jaar blijven staan. Ook de vele kleinkinderen speelden graag bij Brabantse humor, mijn moeder zeer creatief en fantasierijk. Voor opa en oma en bewaren goede herinneringen aan het winkeltje. de kinderen verzon ze erg leuke dingen om te kunnen spelen. Zo Een nichtje ‘van drie deuren verder’, Els Geerdes-van Thiel, trok liet ze in de tuin huisjes bouwen voor ons. Het fietsenhok naast de veel op met haar leeftijdgenootjes Berdi en Irma. “De gastvrijheid garage toverde ze voor mij om in ‘Villa Zonneschijn’, naar de titel op ‘de Voorbeemde’ heb ik altijd geweldig gewaardeerd. Op zatervan een meisjesboek uit 1931, dat nog altijd op mijn zolder ligt. Er dagmorgen was het poetsen in het winkeltje en het kamertje. We stond een grammofoon - His Master’s Voice - waarop ik vele platen waren dan niet Berdi en Els, maar Sjaan en Mien. Ramen zemen heb gedraaid. Het was de tijd van Charlie Kunz, Deanne Durbin, was het werk van Sjaan (Berdi) en koper poetsen van alle kleine Zarah Leander en de boeken van Joop Ter Heul. En het had een prulletjes was voor mij, Mien. Irma was dan in het winkeltje apart keukentje, het vroegere kippenhok.” Dat kan Mieke’s nichtje, bezig, haar poetsnaam was Nel. Als alles schoon was kochten we bijna buurmeisje en vriendin van toen, Mia Begheyn-van Schijndel bij buurman Ferd in zijn café limonade en een koek en zaten we – nu 89 jaar – zich nog prima herinneren. “We bakten piepkleine rustig voor de deur te genieten van ons schone huisje.” aardappeltjes in frituurvet en biefstukjes en aten puddinkjes toe. “Mijn broer Ferd, de vijfde van de acht kinderen, was de Op de grammofoon draaiden we een lied van Kees Pruis over technieker”, vult Mieke aan. “Met zijn vriend Willie van voetballen, dat begon met de regel: Het was 1-0 met de rust / toen Vijfeiken (zoon van de timmerman) maakte hij een Lourdesgrot heb ik haar gekust”. Mia zingt het nog moeiteloos. met een echte waterval en verlichting. Daarnaast verscheen ‘In Den Groenen Kikvorsch’, een cafeetje met tapkast, ongetwijfeld Sjaan, Mien en Nel bedoeld voor dorstige pelgrims. Mijn moeder en de drie kleintjes, Naast het terras lag een kinderzandbak met een pannendak. Noortje, Etienne en Madeleine waren onze trouwe bezoekers. Onder de nok nestelde ieder jaar een zwaluw. “Het werd een Veel neefjes en nichtjes kwamen er graag spelen. Mijn vader huisje voor mijn broer Paul. ‘De Zwaluw’ heette het. En achter in keek toe en genoot ervan. Goede herinneringen heb ik hieraan de tuin runden mijn zusjes Berdi en Irma ‘Het Vinkennestje’, een overgehouden. We hebben een heerlijke jeugd gehad!” winkeltje, dat mijn moeder ooit ter gelegenheid van Sinterklaas in
Tafereel in Grand Hotel Fünckler te Haarlem, 22 september 1934. De zeventigste verjaardag van de excentrieke auteur Lodewijk van Deyssel, zittend tweede van links met achter hem de dichter P.C. Boutens. Aan de dis zat ook de 38-jarige Zus van Thiel (in witte jurk, rechtsvoor) samen met Henri Wildermuth (achter haar rechterschouder). Deze Engelsman woonde bij haar in huize ‘De Wilgen’ in Beek en Donk. In het dorp heette hij ’t hirke van mevrouw Zus. Als leraar Engels en beëdigd tolk maakte hij kennis met letterkundigen, zoals Van Deyssel, Boutens en Felix Timmermans. Bij zijn terugkeer naar Engeland in 1940 liet Henri zijn bibliotheek en uitgebreide correspondentie bij Zus achter. Deze correspondentie werd in 2002 geschonken aan de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Van Deyssel had volgens Zus van Thiel ‘een kop als
Zus van Thiel (in witte jurk, rechtsvoor) bij Van Deyssel
een rinoceros’. Zij had moeten betalen om aan te zitten aan dit verjaarsdiner. Zou dat meegespeeld kunnen hebben in de keuze van haar typering?
Bakvissen van 1940
Met de rugzak door Zuidoost Azië
De Zwaluw
V.l.n.r. het Winkeltje, Het Vinkennestje en ‘In den Groenen Kikvorsch’. Villa Zonneschijn en Mieke
4
Vraag aan tienermeisjes van nu niet meer wat bakvissen zijn, want die troetelnaam lijkt in onbruik geraakt. Op de foto staan er zeventien en ze lijken allen die ene man te willen belagen en behagen. En hij, de dan 34-jarige Frans Joseph van Thiel, laat het zich meesterlijk welgevallen. Het is winter 1940, een vrolijk moment in oorlogstijd. Hetty van Thiel, de oudste dochter van Alex en Tineke van Thiel-van Thiel viert haar 18e verjaardag. Een uitgesteld feestje, want op haar geboortedag 10 april dreigde de oorlog. Een maand later, op 10 mei 1940 vielen de Duitsers ons land binnen. Rondom oom Frans Joseph (een broer van Tineke) wentelen van links onder tot rechts beneden (zonder achternaam = een van Thiel): Trix, Zus van Schijndel, NN, Berdi, Hetty, Irma, Lola Hoying, Lucelle van Loon, Angèle, Clemy Budischowsky, Tilly, Mieke, Mimi Begheyn, NN, Els, NN, Mia van Schijndel. Drie gezichten (NN) kan de redactie niet identificeren. U wel?
5
Achterop de motor bij easy rider Joseph laat Bregtje van Thiel Coovels zich door de bergen naar Hoi An gidsen, aan de kust van Vietnam. Met een 15 kilo zware rugzak trok ze 2 maanden door Bhutan, Thailand, Laos, Cambodja en Vietnam. Te voet, per trein, fiets, boot, bus, motor of met 4-en in een bakfiets. In de volgende krant zet ze haar helm af om te vertellen over monniken in Vientiane, de killing fields in Cambodja, de sereniteit van de Angkor en Tom Wat en meer fraaie tochten. En ze onthult dat ze in heel Zuidoost Azië ‘Mami’ (oma) werd genoemd vanwege haar grijze haren. Dat vond ze eerst niet leuk totdat ze begreep dat het een vorm van groot respect was.
DE LONDON DIARIES VAN HÉLÈNE UIT 1919 ‘Heete tranen liepen over mijn wangen. ’t Is ook voor lang dat we afscheid namen. Acht volle maanden ver van allen af over de wijde zee en zonder iemand terug te zien in al die tijd.’ Het is 1919. Negentien jaar oud is Hélène van Thiel als ze haar vader uitzwaait op Charing Cross station. Met haar nichtje Maria1 is ze in Londen neergestreken om vloeiend Engelsch te leeren spreken2 . Twee tieners, die zich in The City ontwikkelen tot mondaine jonge vrouwen. Bijna negentig jaar later gaan haar dagboeken open, waarschijnlijk voor de eerste keer. Vijf schreef Hélène er vol tussen 22 oktober en 18 mei 1920. Dan keert ze terug in Helmond om daar weer het rustige leven van vroeger in te gaan, al beseft ze dat het anders zal zijn, want ik ben zelf zoo veranderd.
Hélène met tante Fien van Thiel-Hoppenbrouwers.
Zilveren herinneringsdoosje, met een stukje van de bruidssluier en een stukje haar, dat Bernard altijd op zijn nachtkastje had staan.
28 oktober 1919, Frans van Thiel met zijn twee oudste kinderen, Hélène (links) en Tineke (ons zus) in Londen.
1919 begint dramatisch, als op 2 januari Hélène’s moeder overlijdt. Twee maanden later belandt ze zelf voor zes weken met roodvonk in het ziekenhuis, evenals haar nichtje Zus van Asten. Maar in oktober stapt ze in Eindhoven op de trein naar Vlissingen – toen een tocht van vijf uur - om met de ‘Prins Hendrik’ naar Folkestone te varen. De zee is kalm en vader Frans, ons zus3, Maria’s moeder en tante Anna reizen mee voor een weekje sightseeing. Ze logeren in het chique Imperial aan het Russell Square, waarna Maria en Hélène in pension gaan bij Mrs Painter – onze madam. Al snel blijkt de ‘wijde zee’ een minder grote barrière dan gevreesd. Heel wat neven en nichten bezoeken Londen in die tijd, soms om zakelijke redenen, zoals Addy Vullinghs. Door hem laten de meisjes zich heerlijk ‘vrij houden’. Na zes weken stapt ook vader Frans weer van de boot, na een waarschuwend telegram van onze madam. ‘May girls go Hotel’, telegrafeerde ze en het antwoord was even kort: ‘No, visit you next week’. Het boterde niet tussen de meisjes en madam en ze zochten een ander pension, maar konden niets vinden dat hun toets der kritiek kon doorstaan. Dan maar een hotel, maar papa hoefde dat niet te weten. Ze hadden buiten de waard gerekend. Toch werd pa niet opgewacht door twee bange meisjes. Hélène was dolblij hem weer te zien
en vertelde in een taxi snel wat er speelde. De volgende dag bij ‘madam’ kon hij juist ons ontbijt eens zien, dat natuurlijk weer niets was en zooals gewoonlijk op een blad op den grond stond. We kregen groot gelijk dat we verhuisden. Het werd het Imperial, dat vond vader het beste, omdat we het goed kenden. Geld speelde geen rol. Als het een keer bijna op is, stuurt ze een expresbrief en dat is voldoende. Frans van Thiel, vijfde zoon van Martinus, was sinds 1895 medefirmant in de ‘Gebroeders van Thiel’, fabrikanten van spijkers, klinknagels en moerbouten. Zijn zaken namen in die periode een grote vlucht. Als hij in 1920 geridderd wordt in de Orde van St. Gregorius de Grote – een pauselijke onderscheiding voor bijzondere verdiensten voor kerk en maatschappij – is de notatie van Hélène curieus: De menschen zullen wel zeggen alweer eentje van “de Gebroeders”, maar ze zullen er toch niet zoo mee lachen als toentertijd met oom Antoon. Cultuur, Parijs en polka Behalve lessen Engelse grammatica, piano, zang en dans laten de vijf boekjes zich vooral lezen als één lange vakantie. Uitslapen, lunchen, shoppen en celebrities bewonderen. Afgewisseld met tea en cultuur, heel veel cultuur en vaak film. Operette, toneel, muziek, revue, variété, alles wat een wereldstad te bieden heeft. Een greep. De musical Chu Chin Chow in His Majesty’s Theatre, een kassakraker met 2238 voorstellingen; het Grand Opera Bal in Covent Garden, dat tot 5 uur ’s ochtends duurde; Hyde Park waar 10 mannen en ook dames stonden te speechen: katholieken en protestanten en ook een neger was er aan den gang; de football match Chelsea-Rovers met 50.000 toeschouwers en als uitslag 2-1; Labours May Day op Piccadilly en ook een antibolsjewistische meeting – wel moppig om dat zoo eens aan te hooren. Het zijn de jaren na de Russische revolutie en de Eerste Wereldoorlog, op de drempel van de Roaring Twenties. Het absolute uitje wordt Parijs, een lang gekoesterde wens. Achterneef Alex van Thiel uit Beek en Donk is de katalysator, omdat hij er de Renault-fabriek wil bezoeken. Met een smoes – illness of sister – regelen ze een visum. Ook nu blijft ‘Helmond’ onwetend,
6
Bernard en Hélène Teeuwen-van Thiel met hun zoon Paul.
Verlies en verdriet Toch is het niet alleen maar feest. De meisjes zijn trouwe kerkgangers, ook al komen ze regelmatig te laat. Soms gaan ze drie keer op een dag, zoals op Allerzielen en met kerst. Na de nachtmis de hoogmis van elf uur, gevolgd door een stille mis met preek, welke trouwens een slechte recensie krijgt: ‘Een afgerammel van begin tot ’t einde.’ De serene sfeer brengt rust en confrontatie. Ik voelde ’t wel vreselijk in dien mooien kerstnacht, toen ik dacht aan de andere jaren die we thuis altijd zo gezellig vierden en nu zat ik in Engeland en beleefde de eerste kerstmis zonder moedertje! Arme vader wat zal hij er nu aan terugdenken. Wat heeft 1919 veel aan mij ontnomen. 12 maanden geleden zette het nieuwe jaar in vol hoop, maar toch aan ’t ziekbed van mijn lieve moeder. Nauwelijks een dagje later of we stonden aan ’t sterfbed van ons allerliefste moedertje en den 7den januari werd zij voorgoed ’t huis uitgedragen. O moedertje, waarom hebt ge ons toch zoo vroeg verlaten? Hélène zal nog jonger overlijden, op 23 januari 1929, pas 28 jaar oud. Volgens een bericht in de krant aan vergiftiging na het eten van champignons. Frans Jozef Teeuwen, huisarts in ruste en haar tweede zoon, vermoedt dat de echte diagnose nooit gesteld is. ‘Ik denk aan een tumor op de oogzenuw, want in de maanden voor haar dood ging ze steeds slechter zien.’ Haar man Bernard Teeuwen bleef achter met de 2-jarige Paul en Frans Jozef van 7 maanden. In Jo Janssens troffen zij een fantastische tweede moeder. Voor vader Frans van Thiel was dit het derde grote verlies. Zijn jongste dochter in 1909, zijn vrouw in 1919 en zijn oudste dochter in 1929. Stabat pater dolorosus.
alleen Engelse vrienden krijgen een prentbriefkaart. Leve de tijd zonder mobieltjes. Wat een verschil met de theaters in Londen, ontdekt Hélène na een show in Les Folies Bergère. Allemaal naakt op het toneel, hoe een meisje zich zoo kan tentoonstellen?! En dan die scène met de monnik. Die was eenig leuk, maar vreselijk tegen den godsdienst. De champagnekurk knalt er regelmatig en Lex is in alles zo royaal dat hij platzak raakt. Hij is verliefd op een ‘piepjong meisje’, zonder te zeggen wie. Hélène denkt direct aan ons zus, want ik geloof dat hij daarom zoo dikwijls bij ons komt. Maar toen hij zei dat hij alles na liet gaan of ze niet met andere jongens scharrelde, heb ik het weer uit mijn hoofd gezet, want zoo krult ’t er nu ook niet. Het blijkt menens, ook bij ons zus. Een jaar later trouwen ze, hoewel Tineke eigenlijk naar een Londense kostschool zou gaan… Daar, in de ambiance van het Imperial hebben ook de meisjes aan aandacht geen gebrek. Aan een tafeltje zaten twee aardige jongelui. Ze zagen er als erg nette heeren uit. Vooral de blonde stond me goed aan.’s Avonds kwamen we ze tegen bij de hoteldeur. Op de trap kwam die blonde ons achterna. Hij had ons aan ’t ontbijt gezien en wist direct dat ik een wit met zwart hoedje op had. ’t Schijnt dat ’t hier erg in den smaak valt. Ik zal ’t dus maar goed in eere houden. Zoo hebben we eventjes leuk staan praten. Toen zei hij ineens: “I should like to give you a kiss before you go to bed”. ’t Was nu genoeg. We brulden ons natuurlijk dood toen we boven kwamen. Wat hebben we hier toch al een succes gehad. Bijna iedere avond een paar lachjes of knikjes. Oh ja, die blonde zei ook nog: The English are very slow with ladies. You don’t find so. Maar ’t is absoluut niet waar, want we kunnen geen restaurant of Lyons binnen komen zonder dat er eentje zit te kijken of te lachen. Hélène draagt trendy hoedjes en tango shoes en het haar in polka en later in bop, hét kapsel van de roaring jaren twintig. Roken is enorm ín, een lang sigarettenpijpje erg vrouwelijk. Een cigarette wordt ‘gepresenteerd’, zoals na het kerstdiner bij father Moore en die smaakte ons best. Wat wil je ook, na eerst soep, dan roastbeef met bloemkool en puree; daarna roast turkey met spruitjes; vervolgens patrijzen, ieder ineens een heele op z’n bord, ’t was een heele dobber om hem op te krijgen. En dan nog Christmas pudding en mince pies toe.
Arthur van Thiel
1 Hélène is de oudste dochter van Frans en Henriëtte van ThielHoppenbrouwers. Maria een dochter van Johan en Wilhelmine van Thiel-Roelofs; zij hield in Londen ook een dagboek bij en trouwde met Jan Hoogenbosch. 2 De spelling van 1919 is omwille van de sfeer in cursief en zonder aanhalingstekens gehandhaafd. 3 ‘Ons zus’ is Hélène’s net 18 geworden zus Tineke.
7
Budapest/Utrecht, 3 maart 1908. Terwijl de Bond voor Vrouwenkiesrecht in het Hongaarse parlementsgebouw een petitie overhandigt aan de Kamervoorzitter, komt in de Domstad Carolina Beatrix Maria Rudolphina ter wereld. Die Kamervoorzitter blijkt een voorstander van vrouwenkiesrecht, maar anno 1908 acht de Minister van Binnenlandse Zaken de tijd niet rijp. ‘Veel vrouwen ontbreekt het nog aan de noodige ontwikkeling’ (bron: De Meierijse Courant van 14 maart 1908). Het is de heersende tijdgeest, al staat die op kantelen. In Nederland krijgen vrouwen in 1922 kiesrecht, zodat de kersverse baby Carla Hoyng dit recht altijd heeft gekend en ongetwijfeld ooit haar stem zal hebben uitgebracht op ene Frans Joseph van
en toe flink dwars te zitten. Na het gymnasium vertrok ze een half jaar naar Tours om Frans te leren en cultuur te snuiven. Een meisje hoefde geen vak te leren, maar wel goed de talen kunnen spreken, vond haar vader, eigenaar van de Koninklijke Goudse Plateelbakkerij. Toen haar moeder overleed, pas 46, werd het Carla’s taak om in huize Hoyng alles op rolletjes te laten lopen en de diners voor de zakenrelaties tot in de puntjes te verzorgen Op een familiefeestje in Roermond ontmoette ze Frans Joseph van Thiel, een neef van haar vriendin Netty Dijkhoff en het ‘broertje’ van Hélène (zie het artikel op pag. 6). ‘Een echte boemelaar’ om Carla te citeren. Hij studeerde rechten in Nijmegen, maar niet snel genoeg naar haar zin. Toen hij na vier jaar verloving zijn bul nog niet had, kreeg ‘losbandige’ Frans Joseph een ultimatum aan zijn broek: ‘Wij zien elkaar een half jaar niet. Geen brieven, geen telefoontjes, niets. Ik wil me bezinnen’. Na 6 maanden radiostilte honoreerde ze per telegram in drie woorden zijn huwelijksaanzoek: Accoord van Putten. Het zou niet de laatste keer zijn dat dit gezegde in huize Van Thiel-Hoyng klonk, maar of het ook haar jawoord was toen ze in augustus 1931 trouwden...? Zo kwam een westerling in Helmond en ze integreerde goed en snel. Zo goed, dat Carla alles wat niet uit Brabant komt als stijve harken betitelt. Toch heeft ze vanwege de functies van manlief regelmatig in Den Haag vertoefd. Toen ze de keuze moest maken tussen ‘aardappelen schillen’ en ondersteunen en representeren in de Hofstad, werd dat het laatste, nadat ze eerst de familie Van Agt had geraadpleegd. Zo kregen kindermeisjes een belangrijke rol in het gezin van 6 kinderen, van wie de eerste, Beatrijs, pas na vier jaar verscheen. Het verhaal gaat dat schoonvader Frans van Thiel, die erg goed met zijn schoondochter overweg kon, daarover tegen Carla zei: ‘Vriendin, het wordt tijd dat ik zelf eens langs kom!’.
‘DE EEUW VAN MIJN MOEDER’
Foto: Joost Duppen dé Fotograaf
De honderdjarige met haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.
Thiel. Deze Helmondse fabrikant en advocaat rolde al vroeg het politieke metier in en werd via de gemeenteraad en de Staten Generaal, de eerste Minister van Maatschappelijk Werk en 10 jaar lang een gezaghebbende, Bourgondische voorzitter van de Tweede Kamer. Carla is de oudste in het 7 kinderen tellend gezin van Rudolph en Beatrix Hoyng-van de Loo. Op 3 maart 2008 bereikte zij de fenomenale leeftijd van honderd! Reden voor een groots feest met 170 genodigden, onder wie 51 achter/klein/kinderen en aanverwanten. De eeuw van Carla van Thiel-Hoyng, ‘de eeuw van mijn moeder, was de moeite waard om geleefd te worden’, speechte haar oudste zoon Frans. ‘En dat is vooral te danken aan de intense manier van doorzetten waarop zij – letterlijk met vallen en opstaan – de jaren na vaders dood heeft ingevuld.’
Op 2 maart 2008 met (aangetrouwde) nichtjes, vlnr staand: Angeline Teeuwen-Hulshof (M-9-D-1), Clémentine Teeuwen-Bevers (M-9-A-1), Anny Swinkels-Soille (H-4-A-1 en P-1-D-2 weduwe van Wim van Thiel), Anneke van Thiel-Goossens (P-1-D-4), Ghislaine Rademaker-Teeuwen (M-9-D-3), zittend vlnr: Carla Roos-Teeuwen (M-9-D-5), Carla van Thiel-Hoyng (M-9-E) en Tineke Bakker-van Thiel (P-1-D-5).
8
De overrompeling was goed geregisseerd. Weggelokt naar Den Haag, wachtte Sancia Swinkels-van Thiel vrijdag 25 april bij thuiskomst in Gemert een tuinfeest met 200 genodigden. De toedracht onthulde burgemeester Van Maasakkers op deze Queens Afternoon Party, want ‘Het heeft Hare Majesteit behaagd’ Sancia te benoemen tot Lid in de Orde van OranjeNassau (Ridder zesde graad). Een feestje ook, omdat 2 jaar geleden echtgenoot Peter geridderd werd als Officier, waardoor de oranje ‘orde’ in huize Swinkels hersteld is. Ruim een kwart eeuw vrijwilligerswerk op sociaal, cultureel, kunstzinnig en educatief gebied prijken op Sancia’s erelijst. Op vele plekken zorgde ze voor groei en bloei, zoals bij het Gemerts Atelier voor kunstzinnige vorming, waar ze voorzitter, onbezoldigd directeur, medewerker, klusjesvrouw en alles tegelijk was. Ook buiten Gemert waarderen ze haar zeer. Als secretaris bij het Prins Bernhard Cultuurfonds of als Beschermvrouwe van de fanfare in Elsendorp, waarvan de voorzitter zijn reactie van twee decennia terug memoreerde: ‘Ik ken haar niet, maar de vrouw van d’n brouwer heb ik liever dan de meid van de pastoor’.
Ik, Bommy, zal het erg fijn vinden als we met zijn allen, groot en klein, getrouwd, verloofd, verliefd, katholiek of niet, allemaal samen, een ieder op zijn manier willen bidden voor de rest van ons leven voor de volgende intenties. Heer onze God, wij bidden voor alle mensen. Hoewel verdeeld in naties en rassen zijn ze allen Uw kinderen. Laat haat en strijd verdwijnen, zodat blijvende vrede de aarde vervult en dat de mensheid gezegend wordt met vrede. Laat mijn kinderen en allen hier aanwezig NOOIT onderling ruzie maken. Als er – onverhoopt – toch onenigheid zou zijn, los het dan meteen op. De Van Thiel’s drinken dan, na afloop, samen een borrel en dan is het ook echt vergeven en vergeten. AvT, RB
DEKSELS MOOI
Machtelt van Thiel
Het gras en de hEg zijn groen erachter het besloten Lover ook dat mogen we raden, en Lichtgeel en wit zijn de chrYsanten in de manden
Brabants geïntegreerd Doorzetten moest Carla al jong. Op haar 11e ging ze naar pensionaat ‘Jeruzalem’ in Venray, een kostschool onder leiding van ursulinen, waar je maar drie keer per jaar naar huis mocht. Het stimuleerde haar wel om de in haar ogen pietluttige nonnen af
Lintje voor Sancia
Bommy Jagen en de natuur vormen een groene draad in Carla’s leven. Bijzonder, want zoveel vrouwen zie je niet met een jachtgeweer op de hei. Hoewel ze nu alleen nog maar licht en donker ziet, maakt ze elke dag in haar rolstoel een grote wandeling met haar begeleiders. Door weer en wind, ingepakt in een wollen plaid en met een geruit hoedje op haar mooie grijze haren. De herfst boeit haar het meest, vooral de geuren en voorheen de kleuren. En ’s zomers bezoekt ze steevast de openluchtconcerten in de Warande, genietend van een glaasje rode wijn en een lekkere lunch. Bommy heet ze voor haar (klein)kinderen en die komen graag bij haar, ook om wijze raad. In de mis voor haar honderdste verjaardag liet ze haar zoon Piet Hein de volgende tekst voorlezen.
Bruidsmeisjes bij het huwelijk van Paul van Thiel en Joke Slaats op 23 september 1947. In september jl. vierden ze hun zestigjarige bruiloft. Vanaf links in meisjesnaam: Elly Slaats [van Thiel], Mieke van Thiel [Nyst], Irma van Thiel [Falke] en Ria Slaats [Verder].
Aan alle vIer kun je het nog vragen waaR en hoe en wanneer de hoeden hun hoofden dekselden, boven de gliMlach van de bruidsmeisjes vA n weleer
Maar dan de hoeden, en de bijkleurende japonnen, de buIdeltasjes om de polsen in wElke K leuren vibreren die… zachtrose, zeEblauw, mintgroen? 9
Dorpsstraat Aarle-R ixtel, zullen ze roepen dInsdag 23 negen ’47, wachtend op het ferme jA van beide eerstelingen, die warm en koud verbinden tot een nieuw familiepaar
DRIE DOCHTERS VAN WILLEM EN DINA IN HET KLOOSTER
Annemie (zuster Bernarda) De derde dochter Annemie, trad als eerste in op 13 april 1854, kort voor haar dertigste verjaardag. Zij koos voor de Zusters van Barmhartigheid in het stadje Ronse in de Vlaamse Ardennen. Deze jonge congregatie was negen jaar eerder opgericht vanuit Willem van Tiel kwam in 1789 ter wereld zonder ‘h’ in zijn het katholieke reveil, verbonden aan de prille onafhankelijkheid achternaam. In de aktes van zijn grootvader – ook Willem van België. Ronse met zijn katoenindustrie kende veel armoede – staat de ene keer wel een ‘h’, de andere keer niet. Het was en analfabetisme. Onderwijs en ziekenverzorging werden zoals de dienstdoende klerk of koster het opschreef. Maar in daarom al snel hoofdtaken voor de zusters, naast missionaire 1833 nestelt de ‘h’ zich er definitief tussen. Willem was als vijfde activiteiten in Kongo en Algerije. Kort voor Annemie’s intrede zoon geen stamhouder en bij hem begint een nieuwe tak: die der kwam vanuit ’s-Hertogenbosch de vraag om zusters te sturen naar Willemskinderen, voor wie deze krant het familiemedium is. In het ‘Geneeskundig Gesticht Reynier Van Arckel’. Deze instelling 1815 huwt hij de twintigjarige Dina van Duijnhoven en ze krijgen voor psychiatrische patiënten - in die tijd noemden ze het een tien kinderen in een tijdspanne van bijna twintig jaar. krankzinnigengesticht - bestaat nog altijd. Veertien zusters Terwijl in die tijd kindersterfte een ‘normaal’ verschijnsel is, trokken naar Den Bosch. Annemie sloot zich bij hen aan, nadat zij groeien alle tien gezond groot: twee zonen aan de kop, twee op 25 maart 1856 was geprofest als Zuster Bernarda. Een loodzware e aan de staart en zes meisjes ertussen. Als pa in 1840 op zijn 50 taak wachtte haar, maar stuk was ze niet te krijgen. In 1906, ze overlijdt, wonen ze alle tien nog thuis. Van de 24-jarige Piet tot en was toen 82 jaar (!) vierde ze haar gouden jubileum in Reynier met de vijfjarige Martinus. Heel opmerkelijk is dat ze - op twee van Arckel. Het Geïllustreerd Zondagsblad voor Katholieken, een na - pas rond of zelfs ver na hun dertigste het ouderlijke huis in uitgave van dagblad De Tijd, wijdde een uitvoerig artikel aan dit (Beek en) Donk zullen verlaten. De eerste ruim 12 jaar na het jubileum onder de titel ‘Schets van een opofferend leven’. Als een overlijden van pa. Zou dat zo’n impact gehad hebben? heldhaftige heldin werd ze bewierookt. Ze vertelt daarin in welke Het was niet ongewoon dat uit grote Brabantse gezinnen een of situatie de zusters de psychiatrische patiënten aantroffen. ‘De meer kinderen kozen voor een geestelijke ‘carrière’. Ook van Dina arme zinnelozen waren dag in dag uit met ketens vastgeklonken traden drie dochters in het klooster: Annemie, Anna en Sieneke. aan de muren van duistere lokalen.’ De religieuzen maakten een einde aan de folterstoelen en folterbedden, waarop men weerspannige patiënten voordien ‘tot rede’ meende te moeten brengen. Vaak koelden razende patiënten hun woede op Bernarda, scheurden haar de kleren van het lijf en sloegen de kap van haar hoofd. Je moest mentaal sterk zijn. ‘Zou het geen geestkracht vereisen voor een reine religieuze om kalm toe te luisteren, als ze door woedende patiënten in de meest zedeloze taal, doormengd met zware vloeken, wordt uitgescholden?’, vraagt het Zondagsblad retorisch. Bernarda maakte van nabij mee dat haar medezuster Materna in 1892 door een patiënt zo ernstig werd geschopt, dat ze er ongeneselijke beenwonden aan overhield. Op wonderbaarlijke wijze genas Materna echter acht jaar later, toen ze was gaan bidden bij het beeld van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch. Zuster Bernarda bleef gespaard van lichamelijk of geestelijk letsel, zij kreeg integendeel ‘een gelijkheid van gemoedsstemming, die door niets meer uit het evenwicht kan worden gebracht’. Ze overleed in 1910, op de respectabele leeftijd van 86 jaar. Aan haar levenswerk temidden van de psychiatrische patiënten wordt gezinspeeld op haar bidprentje: ‘Het is geen kleinigheid in het klooster te leven en trouw Zuster Bernarda (Annemie van Thiel) 1824-1910. (linksboven) te volharden tot den dood. Dáár is het nodig dat men De schilder Jeroen Bosch (- 1516) zich van ganscher harte om God wil vernederen.’ Haar kende het ‘zinnelooshuis’ Reynier van laatste wens was gericht tot de twee priesters in haar Arckel in Den Bosch van dichtbij. familie: ‘Eerw. Heerneefs, weest mijner aan het Altaar Wellicht inspireerde hem dit, zoals hier bij het Narrenschip. (boven) des Heeren indachtig’. Dat waren haar jongere neven De nog altijd aanwezige eerste steen Willem (1855-1913), een zoon van broer Hannes, en (1686) in Reynier van Arckel met een Joseph van Thiel (1859-1938), een zoon van neef Piet, afbeelding van opgesloten en geketende ‘arme sinneloose mensche’. (links) bakker te Veghel.
10
Sieneke (zuster Gertrudis) Josina (1830-1892), de jongste van de zes zusjes volgde Annemie een half jaar later. Ons Sieneke, zoals ze werd genoemd, was 24 toen zij op 19 december 1854 werd ‘ingekleed’ bij de zusters franciscanessen in het Limburgse Heythuysen, een congregatie die in 1835 was gesticht om onderwijs te geven aan meisjes. Bij haar professie twee jaar later ontving zij de kloosternaam Maria Gertrudis. Wellicht koos Sieneke voor deze congregatie in navolging van diverse vrouwen uit Helmond, onder wie Petronella Rooyakkers (1810-1846), die als Moeder Theresia de stichteres als overste was opgevolgd. Mogelijk was zij verwant aan Gerard Rooyakkers, die in 1853 met Sieneke’s zus Marjan trouwde. Omstreeks 1860 ging Sieneke naar het Maria Immaculataklooster in Mook bij Nijmegen, waaraan ook een kostschool verbonden was. De zusters verzorgden zieken en bejaarden, gaven onderwijs aan de Mookse jeugd en kostschoolmeisjes en stichtten een kweekschool voor onderwijzeressen. Sieneke zat in het onderwijs. Ongetwijfeld heeft ze van nabij meegemaakt dat in 1879 de eerste trein op de lijn Venlo-Nijmegen door Mook tufte. Bij gelegenheid van haar dertigjarig professiefeest in 1886 ontving Sieneke ‘een schoon zilveren wierookvat’ van haar jongste broer Martinus. Ze werd slechts 62 jaar, waarbij de kloosterkroniek vermeldt: ‘12 Juli overleed ’s morgens omstreeks 9 uur, kalm en zacht, voorzien van de H. Sacramenten, onze beminde medezuster M. Gertruda (J.v.Thiel) geboren den 28sten April 1830, geprofest den 5den Februari 1856. De dierbare overledene was 32 jaar hier te Mook werkzaam geweest. Sinds een jaar was zij ziekelijk; maar toch hadden wij haren dood niet zoo spoedig verwacht, daar zij eenige dagen te voren hare gewone werkzaamheden nog verrichtte.’ Van de tien kinderen was Sieneke de tweede die overleed. Slechts haar vier jaar oudere zus Nel, die evenmin een sterke gezondheid had, was haar in de dood voorgegaan, in 1890.
Schenkingen aan onze stichting • Rouw- en trouwkaarten, geboortekaartjes, bidprentjes, communieprentjes en diverse krantenartikelen over familieleden door Zuster Inigo (Wil Kerssemakers) • Foto’s uit de jaren ’30 in Beek en Donk door Muys Sindorff-van Loon • Portret van Jet Vullinghs-van Thiel en DVD met diverse familie filmpjes door Joan Rosenmöller-Rademaker.
8 JUNI FAMILIEREÜNIE
FAMILIE VANTHIEL REÜNIE 2008
Zegt het voort!!! Omdat wij niet van alle familieleden adressen hebben, stellen wij het op prijs als u familieleden informeert over de reünie. Aanmelden kan tot 25 mei
Anna (zuster Theodora) Ook Anna (1828-1896) trad in bij de zusters franciscanessen van Heythuysen. In welk jaar weten we niet. Omdat zij op 29 september 1861 te Capellen in Duitsland werd geprofest als zuster Maria Theodora, moet dat één of twee jaar eerder zijn geweest. Zij was dus de dertig al gepasseerd en kwam vijf jaar na haar jongste zus Sieneke. Capellen ligt vlakbij de bekende bedevaartsplaats Kevelaer, over de grens bij Venraij. Vader Willem was daar ooit ‘op processie’ geweest, volgens een notitieboekje dat hij vanaf 1812 bijhield en dat nog altijd in bezit is van de familie. Van de route die Anna gevolgd heeft, is De Heilige Franciscus; beeld niet meer bekend dan dat zij in 1872 afkomstig van de Zusters in het klooster in Almelo zat. In die van Heythuysen. jaren groeide en bloeide de Congregatie van de franciscanessen en verspreidden de zusters zich naar steden en dorpen in Nederland. Daar werden ze actief in scholen voor wezen en gehandicapten, verzorgden zieken en ouderen en hielpen zwervers en bedelaars. Anna is overleden in Brunssum, 67 jaar oud. Daar runden de franciscanessen het Sint Joseph-pensionaat, waar vooral Duitse katholieke meisjes zaten, die verjaagd waren door de Kulturkampf van de protestants-Pruisische kanselier Bismarck. Het kan erop duiden dat Anna net als Sieneke in het onderwijs zat. Met dank aan Dr. Gian Ackermans voor de gegevens uit het archief van de Zusters Franciscanessen van Heythuysen. Paul Begheyn & Arthur van Thiel
Noodlottige afzwaaier Jan van Thiel (M-5-A) met zijn kinderen Annick, Paul en Jan voor hun huis in de Prins Hendriklaan 27 in Helmond (heden President Rooseveltlaan 1). Op 22 september ’44, bevrijdingsdag van HelmondWest werd hun huis getroffen door een Engelse granaat, die bedoeld was voor de toren van de O.L.Vrouwekerk, waarin zich Duitse sluipschutters hadden verschanst. Hierdoor brandde het huis volledig af, waardoor het gezin van Jan en Marietje van Thiel-Teeuwen gedwongen werd te verhuizen. Het onderschrift bij de foto in het artikel ‘Ik voel me meer een van Thiel’ in het vorige nummer, wekte de indruk dat Francisca Dijkhoff-van Thiel hier toen nog woonde. In de volgende krant zal Annick Raymakers-van Thiel verhalen over haar grootmoeder Anna van Thiel-Snijder.
11
MIJN FAMILIE IS HEEL BELANGRIJK VOOR ME Van links naar rechts: In Senegal 1993 met de familie Faye; Nepal 2001 trouwfeest Anjan Dahal; Cambodja 2003 in traditionele trouwjurk; Zwitserland 2006 met Rene Soutendijk en Winston Gerschtanowitz bij de presentatie van het Landmine Monitor Report 2006 in Genève.
Standplaats Genève. Caroline Bakker en Servaas van Thiel, afstammelingen van Piet van Thiel, wonen in dezelfde stad, maar kenden elkaar niet. Dankzij onze ‘bemoeienis’ gingen ze uitgebreid lunchen en vooral praten aan het Meer van Genève en herkenden duidelijke familietrekken bij elkaar. Caroline en Servaas schelen vier jaar, maar toch een hele generatie: haar opa Alex en zijn vader Michel van Thiel zijn broers. Servaas werkt drie dagen per week in Brussel en Caroline reist de wereld rond, van de Falkland Eilanden tot Thailand. ‘Uit de koffer leven’, noemt ze het en ‘we zwaaien door het raampje als onze vliegtuigen elkaar passeren, grapt ze, want een interview à deux organiseren blijkt op die reislust te stranden. ‘De Mont Blanc beklimmen is simpeler’, mailt Caroline. Zodoende komt zij alleen aan het woord in deze vrouwenspecial van de familiekrant. ‘Zwerven over de wereld zit mij in het bloed. Als ik ergens een geruime tijd woon, beginnen mijn tenen te kriebelen en dan weet ik dat het tijd is om verder te kijken naar een nieuwe baan in een ander interessant land.’ Ze is single, maar noemt zich ‘getrouwd’ met haar werk en ‘ik draag zorg voor alle kinderen in de wereld’.
Het is zo mooi, die zonovergoten, serene witte toppen van de ongrijpbaar hoge bergen tegen een strakblauwe lucht. Het deed me denken aan Nepal en de tijd dat ik daar heb gewoond na een aantal jaren onder zeer moeilijke omstandigheden in oorlogsgebieden. Ik genoot van het prachtige aanzicht en realiseerde me plotsklaps hoe gelukkig ik ben en werd overmand door de schoonheid van de natuur en dat ik daar getuige van mocht zijn. Het was een zeer bijzonder vredig en intens gelukkig moment, me realiserende dat ik meer wil stilstaan bij en genieten van de dagelijkse dingen in het leven; iets anders dan voortdurend te stressen om mijn vlucht te halen of ellenlang te staren naar dat computerbeeldscherm.’
Caroline, waarom woon je in Genève? ‘Sinds 1992 werk ik voor de Verenigde Naties. Sinds 12 jaar voor Unicef en daarvoor bij Unifem en de Unesco. Ik heb in 11 ontwikkelingslanden gewoond voor periodes van 4 maanden tot 5 jaar, totdat ik dichterbij mijn familie wilde wonen om deel te kunnen nemen aan zorgtaken en te genieten van het opgroeiende grut van mijn broers. Genève ligt voor mijn werk bij Unicef het meest dichtbij. Na twee jaar daar woon ik nu in Grilly in Frankrijk, net over de grens bij Genève.’
Waarover zou jij graag in onze familiekrant lezen? ‘Allerlei familieverhalen van vroeger en nu. Tijdens de reünie van 2003 was ik in Cambodja. Het familieboek dat toen is uitgegeven is door menige Cambodjaanse hand gegaan. In die landen zijn familie en familiebanden heel belangrijk, van levensbelang omdat de familie het sociale vangnet is. Het boek liet mijn oorsprong zien en bracht mij veel plezier en lachen over de reacties op de “gekke” foto’s.’
Voel je je een Van Thiel? ‘Mijn familie is heel belangrijk voor me geworden sinds ik in het buitenland woon. Ik weet niet of je dat een ‘Van Thiels’ gevoel kunt noemen. Als ik bij mijn familie ben, voel ik me THUIS en of dat nu in Nederland is of ergens anders, maakt niet uit. Met Nederland heb ik niks meer, maar met mijn familie des te meer.’
Wat kun je familieleden in Nederland aanraden? ‘Stuur eens een doodgewoon ansichtkaartje.... dat hangt zoveel leuker aan de muur dan een uitgeprinte e-mail!’
Heb je onlangs nog iets bijzonders meegemaakt? Ja, in november toen de eerste sneeuw was gevallen in de Alpen.
Colofon ‘Van Thiel vandaag, gister & morgen’ Verschijnt tweemaal per jaar Editie 5, Jaargang 3, Mei 2008 Oplage: 300 Redactie: Ruud Bakker, Paul Begheyn, Arthur van Thiel Lay-out: Noor Bakker-Kerssemakers Medewerkers: Rogier Nyst, Machtelt van Thiel Uitgever: Stichting Willem & Dina van Thiel-van Duijnhoven Statutaire vestiging: Helmond
Abonnement: Minimum donatie: 20 euro per jaar (prijspeil 2008) Bankrekening: 18.10.44.978 t.n.v. Stichting Willem & Dina van Thiel te Helmond Buitenlandcode: IBAN: NL35 RABO 0181 0449 78 BICcode: RABONL2U Reacties & adreswijzigingen aan het secretariaat: Paul Begheyn SJ Singel 448, 1017 AV Amsterdam e-mail:
[email protected]
12
De Stichting is vernoemd naar de stamouders van het geslacht der ‘Willemskinderen’. Bestuur van de stichting: Arthur van Thiel, voorzitter Ruud Bakker, vice-voorzitter Paul Begheyn, secretaris Patrick van Thiel, penningmeester Thierry van Thiel, webmaster Yvonne van Puyenbroekvan Asten Stella Swinkels-van Thiel Website: www.vanthiel.eu
Editie 6 van deze krant verschijnt in november 2008. Daarin o.a. het verhoor van Willem van Thiel in 1891 door een overheidscommissie. Over de verhouding tussen werkgever en arbeiders, beloning en veiligheid in de fabriek. Stuur ook uw verhaal naar de redactie!