Publicatie Witte Weekblad en Website 15 februari 2012
Ontwerp omgevingsvergunning Veenderdijk 5 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem maken ingevolge artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) het volgende bekend. De ontwerp omgevingsvergunning en - ruimtelijke onderbouwing Veenderdijk 5 in Rijpwetering liggen van 16 februari t/m 28 maart 2012 voor iedereen ter inzage ligt in het gemeentehuis, Westeinde 1 in Roelofarendsveen. Inzage is mogelijk gedurende de openingstijden, of op afspraak. Gedurende deze termijn kan iedereen schriftelijk of mondeling zijn of haar zienswijze over de beide ontwerpen kenbaar maken bij het college. Als u dit mondeling wilt doen, verzoeken wij u hiervoor een afspraak te maken. De zienswijzen moeten worden gericht aan het college van de gemeente Kaag en Braassem, Postbus 1, 2370 AA Roelofarendsveen. Deze omgevingsvergunning maakt het mogelijk een woning op te richten ter vervanging van de bestaande bedrijfswoning, op het perceel Veenderdijk 5 in Rijpwetering. U kunt de ontwerp ruimtelijke onderbouwing ook inzien via de website www.ruimtelijkeplannen.nl. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met of een van onze klantadviseurs, tel. 071-33 27 272, e-mail
[email protected].
ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEITEN BOUWEN EN AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN Kenmerk: W20100011
Burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen de op 28 oktober 2010 ingekomen aanvraag van de heer P. de Rijk, met BSNummer 027173069, Veenderdijk 5, 2375 AX Rijpwetering, om een omgevingsvergunning voor het oprichten van een woning ter vervanging van een bestaande bedrijfswoning op het perceel Veenderdijk 5 in Rijpwetering (kadastraal bekend als sectie H, nummer 3084); overwegende, dat aan het bouwplan kan worden meegewerkt omdat dit in overeenstemming is met de gemeentelijk bouwverordening; dat op het bouwplan de voorschriften van het bestemmingsplan Landelijk Gebied Oost+ van toepassing zijn; dat de aanvraag hiermee in strijd is, aangezien het perceel de bestemming Agrarische doeleinde, veehouderij heeft, ter plaatse één bedrijfswoning is toegestaan en dat de aanvraag het vervangen van een tweede bedrijfswoning betreft; dat inmiddels is gebleken dat de tweede bedrijfswoning destijds niet is meegenomen bij de herziening van het bestemmingsplan in 1988 en dat geen duidelijkheid bestaat over de vraag waarom de tweede bedrijfswoning toen niet positief is bestemd; dat op basis van verkregen rechten de tweede bedrijfswoning in het in ontwikkeling zijnde nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West alsnog positief bestemd zal worden; dat de aanvraag een geval betreft als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); dat is gebleken dat de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat er sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, sub a, sublid 3 van de Wabo;
Zaaknummer: W20100011
Pagina 1 van 5
dat de aanvraag om omgevingsvergunning voorts is getoetst aan het gemeentelijke Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening en voldoet aan de voorwaarden die worden gesteld in het afwijkingenbeleid; dat ter voorbereiding van de omgevingsvergunning afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) jo. artikel 3.10 van de Wabo is toegepast; dat het vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is gevoerd en dat de resultaten hiervan zijn verwerkt in de ruimtelijke onderbouwing, die is gevoegd bij en onderdeel uitmaakt van deze omgevingsvergunning; dat de aanvraag valt binnen een van de categorieën waarvan de raad op 31 augustus 2010 heeft bepaald dat daarvoor geen specifieke verklaring van geen bedenkingen nodig is; dat de ontwerpbeschikking en - ruimtelijke onderbouwing van 16 februari t/m 28 maart 2012 ter inzage hebben gelegen; dat binnen deze termijn geen zienswijzen kenbaar zijn gemaakt; dat artikel 6.12, lid 2 Wro bepaalt dat bij de vaststelling van een projectbesluit kan worden besloten om geen exploitatieplan vast te stellen wanneer het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het projectbesluit begrepen gronden anderszins verzekerd is; dat de gemeente met verzoeker een overeenkomst is aangegaan waardoor het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins verzekerd is; gelet op het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, sub c, artikel 2.10, artikel 2.12, eerste lid, sub a, sublid 3 en artikel 3.10 van de Wabo, artikel 8 en de aanduidingen op de kaart van het bestemmingsplan Landelijk Gebied Oost+ en het bepaalde in het Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening;
BESLUITEN: 1. omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van het in de bovengenoemde aanvraag bedoelde project, behoudens rechten van derden, overeenkomstig de hierbij behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlagen, en met inachtneming van de bepalingen van de bouwverordening van deze gemeente; 2. de volgende documenten als gewaarmerkte stukken mee te sturen met het besluit - met stempeldatum ontvangst 28 oktober 2010: Zaaknummer: W20100011
Pagina 2 van 5
• aanvraagformulier • foto’s (6 pagina’s) • berekening energieprestatie met bijlagen (bouwfysische eigenschappen, certificaat gaskeur-label, gelijkwaardigheidsverklaring rendement warmteterugwinapparaat, ventilatie berekening, daglicht berekening en een lijst met kwaliteitsverklaringen) • bestektekening 02 - met stempeldatum ontvangst 7 december 2011 of 26 januari 2012: • verkennend bodemonderzoek (d.d. 20-01-20111) • akoestisch onderzoek (d.d. 25-05-2011) • verbeelding / plankaart - met stempeldatum ontvangst 22 november 2011of 26 januari 2012: • verkennend bodemonderzoek (d.d. 20-01-20111) - met stempeldatum ontvangst 26 januari 2012: • ruimtelijke onderbouwing Veenderdijk 5 te Rijpwetering 2. aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden te verbinden: a. Minimaal drie weken voor aanvang van de bouwwerkzaamheden moet in drievoud een statische berekening met tekening ter goedkeuring worden ingediend bij de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling (RO), team Vergunningen. b. De werkzaamheden vinden plaats in het boezemwater en/of op gronden die als waterkering zijn aangemerkt. Het is daarom mogelijk dat de werken pas uitgevoerd mogen worden nadat daarvoor tevens een vergunning is verleend door het Hoogheemraadschap van Rijnland. c. Op deze aanvraag is het bepaalde in het burenrecht van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Dit houdt o.a. in dat ‘de buren’ op de hoogte gesteld moeten worden van het voornemen tot het uitvoeren van werkzaamheden aan, op of over de erfgrens. Binnen een zone van 2m vanaf de erfgrens kan dit gevolgen hebben voor de uitvoering van het bouwwerk. d. Voor de wegen rondom de bouwlocatie zijn beperkingen opgelegd ten aanzien van maximaal toelaatbare wegdrukbelasting en/of is een breedtebeperking van toepassing. Wellicht is een ontheffing nodig voor het berijden van deze wegen door het bouwverkeer. Deze ontheffing kan worden aangevraagd bij de afdeling RO, team Vergunningen. e. De vergunninghouder moet bij de aanvang en het gereed komen van de werkzaamheden de afdeling RO, team Dienstverlening, toezicht en handhaving (Dth) hiervan in kennis stellen. f. Als bij de werkzaamheden asbest wordt aangetroffen, moeten de werkzaamheden direct gestaakt worden en moet dit direct worden gemeld aan de afdeling RO, team Dth. g. Er moet worden gebouwd volgens de voorschriften van het Bouwbesluit en de Bouwverordening.
Zaaknummer: W20100011
Pagina 3 van 5
h. Het uitzetten moet geschieden in overleg de afdeling RO, team Dth.. Dit moet minimaal drie dagen voor aanvang gemeld worden. i. Het hemelwater mag worden afgevoerd naar open water. j. Het vuilwaterriool moet worden aangesloten op het gemeenteriool. k. De uitvoering van de werkzaamheden is mogelijk slechts toelaatbaar nadat vergunning is verkregen van andere publiekrechtelijke instanties, zoals bijvoorbeeld het Hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie Zuid-Holland. l. Indien het te verwachten sloopafval meer dan 10m³ is en/of er asbest wordt aangetroffen, moet een sloopvergunning aangevraagd worden volgens het gestelde in de Bouwverordening. m. De vereiste optische niet-ioneserende rook/brandmelders moeten voldoen aan de primaire inrichtingseisen en de primaire producteisen volgens NEN 2555. Dit houdt in dat de rook/brandmelders afzonderlijk verbonden moeten worden aan een voorziening voor elektriciteit. n. Wellicht moet voor de werkzaamheden grondwateronttrekking plaatsvinden. Hiervoor moet, afhankelijk van de te onttrekken hoeveelheid, een melding ingediend worden of een vergunning worden aangevraagd bij de Provincie Zuid Holland. Voor het lozen van het onttrokken grondwater op de riolering of het open water moet een ontheffing aangevraagd worden bij het Hoogheemraadschap Rijnland. o. Deze vergunning laat onverlet de rechten en plichten van privaatrechtelijke aard naar derden, zoals deze bijvoorbeeld kunnen voortvloeien uit erfdienstbaarheden en eigendomsverhoudingen. 4. aan de omgevingsvergunning de volgende algemene voorschriften te verbinden: a. Ingevolge het bepaalde in de eerste afdeling van hoofdstuk 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Kaag en Braassem, is het verboden toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Ter beoordeling van de vraag of er sprake is van overtreding van de betreffende regels, zullen wij aansluiten bij de richtlijnen uit de Circulaire Bouwlawaai, die is uitgegeven door het Ministerie van VROM. b. Indien als gevolg van de werkzaamheden schade aan het trottoir en/of wegdek wordt toegebracht, zal het herstellen daarvan door de gemeente worden uitgevoerd, maar voor rekening van de vergunninghouder. b. De vergunninghouder moet er voor zorgen dat de vergunning altijd op het werk aanwezig is en op eerste verzoek aan het bouwtoezicht ter inzage wordt gegeven. Burgemeester en wethouders kunnen bij gegronde redenen besluiten deze vergunning in te trekken. De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het in indienen van een beroepschrift is verstreken.
Zaaknummer: W20100011
Pagina 4 van 5
Roelofarendsveen,
2012.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem, namens hen, afdelingsmanager Ruimtelijke Ontwikkeling, drs. J.J. Démoed.
Datum van verzending: Bouwkosten: € 213.500,00 Legeskosten: € 10.587,00
Beroep instellen tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders. Belanghebbenden worden gewezen op de mogelijkheden die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt om beroep in te stellen. Belanghebbenden kunnen hiertoe, binnen zes weken na de datum van ter inzagelegging, bij de administratieve rechter een gemotiveerd beroepschrift indienen (Rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag). Het beroepschrift moet zijn ondertekend en ten minste bevatten: naam en adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en zo mogelijk de datum en het kenmerk van het besluit; een motivering. Een beroepschrift schort de werking van dit besluit niet op. De Awb voorziet wel, bij een spoedeisend belang, in de mogelijkheid van schorsing of een andere soortgelijke voorziening. Hiertoe kunnen belanghebbenden ‘een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening’ indienen bij de voorzieningenrechter te Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Een kopie van het bij de administratieve rechter ingediende beroepschrift moet in ieder geval meegestuurd worden. Voor de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit betaald moet worden krijgt belanghebbende na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de rechtbank.
Zaaknummer: W20100011
Pagina 5 van 5