Provincieraad van Antwerpen. Bulletin van vragen en antwoorden

Provincieraad van Antwerpen

Bulletin van vragen en antwoorden December 2014

De deputatie van de provincie Antwerpen Voorzitter: Leden: Provinciegriffier:

Cathy Berx, gouverneur Luk Lemmens Ludwig Caluwé Inga Verhaert Bruno Peeters Peter Bellens Rik Röttger Danny Toelen

D/2014/0180/4-34 V.U.: Danny Toelen, Provinciegriffier, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014)

INHOUDSTAFEL SCHRIFTELIJKE VRAGEN 2014 .................................................................................. 1540 Schriftelijke vraag van 2 september 2014 van de heer Tom CAALS, provincieraadslid (Groen) aan de deputatie over de provinciale borgstellingen en de vertegenwoordiging in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. .................................................................................................................................... 1540 Schriftelijke vraag van 10 september 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de reactie(s) op de spoormotie van de Antwerpse provincieraad. ..................................................... 1543 Schriftelijke vraag van 10 september 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over een mogelijke achterstand in de publicatie van de stenografische verslagen van de raadszittingen. .......................................................................................................... 1544 Schriftelijke vraag van 10 september 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de zomeractiviteiten in het Peerdsbos....................................................................................................... 1544 Schriftelijke vraag van 10 september 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over betalingsmoeilijkheden bij schoolfacturen........................................................... 1546 Schriftelijke vraag van 27 september 2014 van mevrouw Gerda VAN LANGENDONCK, provincieraadslid (N-VA) aan de deputatie over de gebouwen die eigendom zijn van de provincie Antwerpen en vandalisme. ...................... 1547 Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de afbraak van het voormalig provinciegebouw. .................................................................................. 1551 Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de opvolging van burn-out bij het provinciepersoneel. .................................................................... 1552 Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heren Steven VOLLEBERGH en Jan CLAESSEN, provincieraadsleden (Vlaams Belang) aan de deputatie over het aankoopbeleid van woningen in de buurt van het Rivierenhof (de panden aan de Turnhoutsebaan). ....................................................................................... 1554 Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over psychosociale belasting bij het provinciepersoneel. .................................................................... 1554 Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over noodstroomgenerators in provinciale gebouwen................................................ 1556 Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over subsidies voor lokaal woonwagenbeleid..................................................................................................... 1557 Schriftelijke vraag van 13 oktober 2014 van de heer Steven VOLLEBERGH, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de gouverneur over het mogelijke stroomtekort tijdens de winter 2014. ................................................................... 1559 Schriftelijke vraag van 13 oktober 2014 van de heer Steven VOLLEBERGH, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over dienstreizen van de leden van de deputatie. .......................................................................................... 1562

PROVINCIE ANTWERPEN 1537


Schriftelijke vraag van 13 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de feestelijke opening van het kunstwerk van Arne Quinze in De Schorre. .......................................... 1563 Schriftelijke vraag van 13 oktober 2014 van de heren Steven VOLLEBERGH en Jan CLAESSEN, provincieraadsleden (Vlaams Belang) aan de deputatie over de defecte verlichting van parking "Deurne Huiskens"........................................... 1565 Schriftelijke vraag van 14 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over besparingsmaatregelen........................................................................................... 1566 Schriftelijke vraag van 16 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de afschaffing van de steun aan het feestbussenproject. ........................................................................ 1567 Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het wagenpark van de leden van de deputatie en de griffier. ............................................................. 1567 Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over bruiklenen uit de provinciale kunstverzameling. ............................................................................... 1568 Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het gebruikmaken van de diensten van notarissen. ........................................................................... 1569 Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over een rechtsgeding dat werd ingespannen door het Rode Kruis en Unicef. ............................................ 1569 Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de subsidies aan de vzw Vereniging van Vlaamse Journalisten........................................................... 1570 Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de door het Antwerpse provinciebestuur betaalde bedragen aan de regionale TV-zenders RTV en ATV. .............................................................................................................. 1571 Schriftelijke vraag van 30 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over buurtwegen. ........ 1572 Schriftelijke vraag van 30 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de provinciale steun aan de Kempische cultuurkrant "Suiker". ............................................................ 1574 Schriftelijke vraag van 2 november 2014 van de heren Steven VOLLEBERGH en Jan CLAESSEN, provincieraadsleden (Vlaams Belang) aan de deputatie over het gezichtsveld van het groendomein Rivierenhof. .......................................... 1574 Schriftelijke vraag van 3 november 2014 van de heer Steven VOLLEBERGH, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het personeel van de provinciale musea. ................................................................................................... 1575 Schriftelijke vraag van 6 november 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het uitgeven van gadgets/relatiegeschenken. ................................................................................... 1576 Schriftelijke vraag van 13 november 2014 van de heer Kris MERCKX, provincieraadslid (PVDA+) aan de deputatie over gratis tickets voor The Night of the Proms 2014. .................................................................................................. 1577 Schriftelijke vraag van 14 november 2014 van de heer Steven VOLLEBERGH, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het inzetten van PROVINCIE ANTWERPEN 1538


leerlingen van het provinciaal instituut Sint-Godelieve tijdens de "Night of the Proms". ...................................................................................................................... 1578 Schriftelijke vraag van 18 november 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over preventieve hulpdiensten op verschillende provinciale evenementen.................................. 1579 Schriftelijke vraag van 18 november 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de aanwezigheid van defibrillators in openbare gebouwen. ................................................................... 1581 Schriftelijke vraag van 21 november 2014 van de heer Koen PALINCKX, provincieraadslid (N-VA) aan de deputatie over waterbeleid in het gebied Hoekakker te Ekeren. .............................................................................................. 1582 Schriftelijke vraag van 2 december 2014 van mevrouw Loes VAN CLEEMPUT, provincieraadslid (Groen) aan de deputatie over het Burgemeestersconvenant en het klimaatbeleid van de provincie Antwerpen. ............................................ 1585 Schriftelijke vraag van 5 december 2014 van mevrouw Loes VAN CLEEMPUT, provincieraadslid (Groen) aan de deputatie over het Burgemeestersconvenant en het klimaatbeleid van de provincie Antwerpen. ............................................ 1586 Schriftelijke vraag van 3 december 2014 van de heren Steven VOLLEBERGH en Jan CLAESSEN, provincieraadsleden (Vlaams Belang) aan de deputatie over de BTW-plicht van autonome provinciebedrijven............................................... 1589 Schriftelijke vraag van 16 december 2014 van de heer Diederik VANDENDRIESSCHE, provincieraadslid (Groen) aan de deputatie over de afschaffing van de subsidies voor de opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschappen aan de UA. ................................................................ 1590 Schriftelijke vraag van 16 december 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de gebrekkige informatiedoorstroming vanuit de deputatie aangaande de respons op de motie met betrekking tot de ontsluitingsproblematiek van het station Noorderkempen, die de provincieraad goedkeurde op 26 juni 2014.............. 1591



SCHRIFTELIJKE VRAGEN 2014 Schriftelijke vraag van 2 september 2014 van de heer Tom CAALS, provincieraadslid (Groen) aan de deputatie over de provinciale borgstellingen en de vertegenwoordiging in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Gelieve volgende schriftelijke vraag te laten behandelen? 1. Voor welke organisaties of structuren heeft de provincie een borgstelling lopen? Hoeveel euro bedragen deze borgstellingen? 2. Graag een totaaloverzicht van de deelnames van de provincie aan diverse intergemeentelijke samenwerkingen + waardering van de aandelen van de provincie in euro's in deze samenwerkingen.

Antwoord van de deputatie (24 september 2014): In antwoord op uw schriftelijke vraag i.v.m. de aandelenportefeuille en de borgstellingen van de Provincie Antwerpen, kunnen wij u het volgende meedelen : a) Voor welke organisaties of structuren heeft de provincie een borgstelling lopen ? Hoeveel euro bedragen deze borgstellingen? De provincie Antwerpen heeft zich geëngageerd voor de borgstellingen aan de volgende organisaties : 1.

CIPAL DV met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2013 van 6.019,62 EUR 2. Vereniging van de Vlaamse Provincies vzw met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2013 van 375.877,74 EUR 3. Kempens Landschap vzw met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2013 van 5.269.976,55 EUR 4. IGEAN met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2013 van 1.279.263,72 EUR 5. Pontes - Crematorium Wilrijk met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2012 van 5.013.399,40 EUR 6. Vzw Gouverneur Kinsbergen Gehandicaptenzorg / Vzw Het Gielsbos met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2013 van 15.413.419,59 EUR 7. Sportpaleis nv met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2013 van 333.390,74 EUR 8. POM Antwerpen met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2013 van 2.250.000,00 EUR voor het project Wetenschapspark Universiteit Antwerpen in Niel 9. POM Antwerpen met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2013 van 16.400.000,00 EUR voor het project Veiling Zuid in Sint-Katelijne-Waver. 10. EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw Pluimvee met een openstaande kapitaalsbedrag op 31 december 2013 van 3.500.000 EUR.

b) Graag een totaaloverzicht van de deelnames van de provincie aan diverse intergemeentelijke samenwerkingen + waardering van de aandelen van de provincie in euro’s in deze samenwerkingen PROVINCIE ANTWERPEN 1540

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) De provincie Antwerpen bezit, op 31 december 2013, aandelen in de volgende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: 1. bij CIPAL DV bezit de provincie 1085 aandelen aan een waarde van 125,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 135.625,00 EUR 2. bij IGEAN bezit de provincie 12.782 aandelen aan een waarde van 12,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 159.775,00 EUR 3. bij IGEMO bezit de provincie 14.557 B-aandelen aan een waarde van 10,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 145.570,00 EUR. Hiervan is 60% of 87.342,00 EUR volstort 4. bij IOK bezit de provincie 154.339 B-aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 3.858.475,00 EUR 5. bij IKA bezit de provincie 341 aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 8.525,00 EUR. Hiervan is 33,33% of 2.841,67 EUR volstort 6. bij PONTES bezit de provincie 250 aandelen aan een waarde van 2.480,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 620.000,00 EUR. 7. bij PIDPA bezit de provincie 10.000 aandelen aan een waarde van 2,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 25.000,00 EUR 8. bij De Watergroep bezit de provincie 81 aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 2.025,00 EUR 9. bij De Hooge Maey bezit de provincie 58.102 aandelen aan een waarde van 24,79 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 1.440.310,96 EUR 10. bij de IVEKA bezit de provincie:  715.953 A-aandelen aan een waarde van 15,25 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 10.919.319,26 EUR  135.902 Fe-aandelen aan een waarde van 45,93 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 6.242.407,25 EUR  54.069 E”e-aandelen aan een waarde van 45,93 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 2.483.540,16 EUR. De provincie Antwerpen bezit, op 31 december 2013, aandelen in de volgende nietintergemeentelijke samenwerkingsverbanden: 11. bij de Vlaamse Landmaatschappij bezit de provincie 100 aandelen aan een waarde van 24,7893 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 2.478,93 EUR 12. bij het Vlaams Selectiecentrum voor Overheidspersoneel CV (Jobpunt Vlaanderen) bezit de provincie 250 aandelen aan een waarde van 24,79 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 6.179,50 EUR 13. bij de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn bezit de provincie 44.004 aandelen aan een waarde van 17,64 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 1.080.964,51 EUR, waarvan 776.641,33 EUR is volstort 14. bij POM Antwerpen bezit de provincie een startkapitaal van 247.894 EUR. De provincie Antwerpen bezit, op 31 december 2013, aandelen in de volgende huisvestingsmaatschappijen: 15. bij de Ideale Woning bezit de provincie 13.860 aandelen aan een waarde van 2,48 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 34.372,80 EUR waarvan 17.193 ,78 EUR is volstort.


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) 16. bij ABC bezit de provincie 700 aandelen aan een waarde van 24,79 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 17.353,00 EUR waarvan 4.338,14 EUR is volstort. 17. bij cvba Goed Wonen Rupelstreek bezit de provincie 207 aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 5.175,00 EUR 18. bij de Gezellige Woningen cvba bezit de provincie 299 aandelen aan een waarde van 12,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 3.737,50 EUR waarvan 934,40 EUR is volstort. 19. bij Woonhaven Antwerpen bezit de provincie 4.420.182 aandelen aan een waarde van 0,02 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 88.403,64 EUR waarvan 66.198,81 EUR is volstort. 20. bij de Volkswoningen van Duffel bezit de provincie 1.700 aandelen aan een waarde van 2,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 4.250,00 EUR waarvan 1.062,50 is volstort. 21. bij de Geelse Huisvesting bezit de provincie 1.000 aandelen aan een waarde van 12,40 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 12.400,00 EUR waarvan 3.098,66 EUR is volstort. 22. bij de Maatschappij voor de Huisvesting van het kanton Heist-op-den-Berg bezit de provincie 531 aandelen aan een waarde van 2,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 1.327,50 EUR waarvan 331,88 EUR is volstort. 23. bij de Eigen Haard bezit de provincie 1.600 aandelen aan een waarde van 2,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 4.000 EUR 24. bij de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting bezit de provincie 400 aandelen aan een waarde van 12,40 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 4.960,00 EUR waarvan 1.239,47 EUR is volstort. 25. bij Woonpunt Mechelen bezit de provincie 400 aandelen aan een waarde van 12,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 5.000,00 EUR waarvan 1.250,00 EUR is volstort. 26. bij de Vrije Woonst bezit de provincie 2.340 aandelen aan een waarde van 2,48 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 5.800,71 EUR waarvan 1.450,18 EUR is volstort. 27. bij de Molse Bouwmaatschappij voor de Huisvesting bezit de provincie 1.110 aandelen aan een waarde van 2,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 2.775,00 EUR waarvan 693,75 EUR is volstort. 28. bij de Heibloem bezit de provincie 559 aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 13.975,00 EUR waarvan 3.493,76 EUR is volstort. 29. bij de Bouwmaatschappij de Noorderkempen bezit de provincie 930 aandelen aan een waarde van 12,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 11.625,00 EUR waarvan 2.906,55 EUR is volstort. 30. bij Eigen Woning bezit de provincie 640 aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 16.000,00 EUR waarvan 4.101,11 EUR is volstort. 31. bij de Sociale Bouwmaatschappij Schelle bezit de provincie 170 aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 4.250,00 EUR waarvan 1.487,50 EUR is volstort. 32. bij de Ark bezit de provincie 950 aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 23.750,00 EUR waarvan 20.937,50 EUR is volstort. 33. bij de Zonnige Kempen bezit de provincie 1.900 aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 47.500,00 EUR waarvan 12.175,17 EUR is volstort.


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) 34. bij de Samenwerkende Maatschappij voor Volkshuisvesting bezit de provincie 10.098 aandelen aan een waarde van 2,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 25.245,00 EUR waarvan 6.311,25 EUR is volstort. 35. bij de Voorkempen bezit de provincie 604 aandelen aan een waarde van 10,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 6.040,00 EUR waarvan 2.199,79 EUR is volstort. 36. bij de Zwijndrechtse Huisvestingsmaatschappij bezit de provincie 445 aandelen aan een waarde van 12,40 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 5.518,00 EUR waarvan 1.379,50 EUR is volstort. 37. bij Klein Brabant bezit de provincie 180 aandelen aan een waarde van 25,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 4.500,00 EUR waarvan 1.500,00 EUR is volstort. 38. bij de Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij arrondissement Antwerpen bezit de provincie 70 aandelen aan een waarde van 24,80 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 1.736,00 EUR waarvan 1.353,50 EUR is volstort. 39. bij de Gewestelijke Maatschappij Kleine Landeigendom Mechelen en Omstreken bezit de provincie 127 aandelen aan een waarde van 12,50 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 1.587,50 EUR waarvan 396,87 EUR is volstort. 40. bij de Kleine Landeigendommen Zuiderkempen bezit de provincie 528 aandelen aan een waarde van 12,40 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 6.547,20 EUR waarvan 1.636,80 EUR is volstort. 41. bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen bezit de provincie 460 aandelen aan een waarde van 5,00 EUR per aandeel, voor een nominatieve totaalwaarde van 2.300,00 EUR. De provincie heeft aan de intercommunale IGEAN een renteloze lening toegekend van 646.506,57 EUR (tot 21 juni 2016). De hierboven opgesomde totaalwaarden zijn de nominatieve waarden zoals statutair bepaald door de respectievelijke intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. De eventuele aanspraak op de reële te vergelden waarden kunnen pas in een later stadium worden vastgesteld. Om dit te kunnen vaststellen moeten de rechten van de provincies in de verschillende samenwerkingsverbanden en organisaties juridisch worden afgetoetst conform de decretale bepalingen betreffende de intergemeentelijke samenwerking en de respectievelijke statutaire bepalingen. Schriftelijke vraag van 10 september 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de reactie(s) op de spoormotie van de Antwerpse provincieraad. Tijdens de provincieraadszitting van 26 juni jongstleden werd door de Antwerpse provincieraad een motie goedgekeurd over het openbaar vervoersaanbod in de provincie Antwerpen. Kan u mij laten weten wanneer deze motie naar de bevoegde instanties werd gestuurd en welke reactie u op deze motie hebt gekregen ?

Antwoord van de deputatie (6 oktober 2014): Op maandag 28 juli 2014 hebben wij de motie over het openbaar vervoersaanbod in de provincie Antwerpen per post verstuurd aan: − Jo Cornu, gedelegeerd bestuurder NMBS − Jean Claude Fontinoy, voorzitter raad van bestuur NMBS PROVINCIE ANTWERPEN 1543

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) − − −

Melchior Wathelet, staatssecretaris voor mobiliteit aan de leden van de raad van bestuur NMBS Jean-Pascal Labille, minister van overheidsbedrijven en ontwikkelingssamenwerking, belast met grote steden

Wij bezorgen de antwoorden van de NMBS en de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer via e-mail aan alle provincieraadsleden.

Schriftelijke vraag van 10 september 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over een mogelijke achterstand in de publicatie van de stenografische verslagen van de raadszittingen. In het verleden was het - behoudens mogelijke vergissingen van mijnentwege – zo dat de stenografische notulen van de raadszittingen binnen het half jaar beschikbaar waren. Uit nazicht op de webstek blijkt dat de laatst gepubliceerde notulen deze van de zitting van 11 december 2013 zijn. Is het normaal dat het meer dan 9 maanden duurt voor de stenografische notulen kunnen gepubliceerd worden ? Hoe komt het dat dit met dergelijke vertraging gepaard gaat ?

Antwoord van de deputatie (2 oktober 2014): U merkt terecht op dat de publicatie van de stenografische notulen van de provincieraad vertraging heeft opgelopen. Dit is te wijten aan het feit dat de medewerker van de griffie die hiervoor instaat, recent een half jaar ziek is geweest. De administratie engageert zich dan ook om deze achterstand in de nabije toekomst opnieuw te verminderen.

Schriftelijke vraag van 10 september 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de zomeractiviteiten in het Peerdsbos. Kan u mij het max. aantal toegelaten én het aantal effectieve deelnemers bezorgen aan volgende activiteiten in het sportcentrum Peerdsbos: 7 tot 11 juli: Verdedigingssport en omnisportkamp 7 tot 11 juli: Piratenkamp 28 juli tot 1 augustus: Sirenekamp 11 tot 18 augustus: Sportspeelkamp 11 tot 18 augustus: G-sportkamp 18 tot 22 augustus; Avonturenkamp 25 tot 29 augustus: Techniek centraal Kan u mij ook laten weten hoeveel maal er deze zomer – buiten de hierboven vermelde activiteiten – gebruik werd gemaakt van het Stoerwoud ?


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Antwoord van de deputatie (2 oktober 2014): In onderstaand overzicht vindt u het maximum aantal toegelaten en het aantal effectieve deelnemers aan volgende zomeractiviteiten in het sportcentrum Peerdsbos: Periode 7 tot 11 juli 7 tot 11 juli

28 juli tot 1 augustus 11 tot 18 augustus 11 tot 18 augustus 18 tot 22 augustus

25 tot 29 augustus

Naam activiteit

Maximum aantal deelnemers

Verdedigingssport en omnisportkamp Piratenkamp (last minute georganiseerd door het vrijkomen van accommodatie) Sirenekamp

20

Aantal effectieve deelnemers 21

16

7

20

20

Sportspeelkamp G-sportkamp Avonturenkamp

16 10 40 (oorspronkelijk 20, maar ontdubbeld naar max 40) 20

13 6 35

Techniek centraal

16

Buiten de hierboven vermelde activiteiten werd deze zomer 28 uren gebruik gemaakt van het Stoerwoud met een bereik van in totaal 360 deelnemers. Overzicht activiteiten Stoerwoud zomer 2014: datum 29/jun 30/jun 1/jul 12/jul 14/jul 26/jul 30/jul 6/aug 8/aug 23/aug 23/aug 24/aug 27/aug

activiteit bedrijfsevent familiefeest kindervreugd verjaardag speelpleinwerking familiefeest buurtsportwerking speelpleinwerking jeugdbeweging verjaardag bedrijfsevent verjaardag sportkamp externe partner TOTAAL

aantal uren 4,5 2 2 1,5 1 1 3 2 2,5 1 3 1 3,5 28


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Schriftelijke vraag van 10 september 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over betalingsmoeilijkheden bij schoolfacturen. Bij het begin van het nieuwe schooljaar zou ik graag even polsen naar een alsmaar nijpender wordend probleem: De laatste jaren blijken steeds meer ouders het moeilijk te hebben om de schoolfacturen van hun kinderen te betalen. Is dat ook het geval in onze provinciale scholen? Zo ja, kan u mij dan per school relevante cijfers geven voor de twee laatste schooljaren ? Worden er sociale correctiemechanismen voorzien? Hoe komen de scholen tegemoet aan leerlingen die zonder financiële hulp niet kunnen participeren aan het reguliere schoolgebeuren? Antwoord van de deputatie (9 oktober 2014): De openstaande vorderingen van de schoolfacturen worden op het niveau van het APB POA geboekt, en kunnen daarom niet per school worden opgesplitst. Uit de tabel blijkt dat het inderdaad zo is dat het bedrag van de moeilijk in te vorderen facturen stijgt (bedrag dubieus). Als we de totaliteit bekijken, stellen we wel vast dat totaal bedrag van de openstaande vorderingen in 2013 gedaald is ten opzichte van 2012. Ook het aantal dagen klantenkrediet is sterk afgenomen, zelfs als de dubieuze debiteuren worden meegerekend. 2013

2012

2011

bedrag openstaande debiteuren bedrag dubieus totaal openstaande vorderingen

314.901 93.775 408.676

419.956 54.801 474.757

401.668 53.629 455.297

aantal dagen klantenkrediet aantal dagen klantenkrediet incl. dubieuze debiteuren

29,07

41,12

53,06

37,73

46,48

60,14

Deze dalende trend is vooral een gevolg van een striktere opvolging de laatste jaren van de betalingen en de invordering van de achterstallige facturen. De procedure voor het opvolgen van de schoolfacturen is de volgende: Binnen de respectieve scholen staan de financiële medewerkers in voor de aanmaak en de inning van facturen en onderzoeken zij de regelmatigheid van de vordering aan de hand van onderliggende bewijskrachtige documenten zoals factuur, bestelbon, contract, inschrijvingsformulier, briefwisseling e.d. De subbudgethouder is verantwoordelijk voor de opmaak van de vordering. Een eerste aanmaning gebeurt vijftien dagen na de vervaldag van de factuur per gewone brief door de financiële cel van het APB POA na overleg met de school. In deze aanmaning, waarbij het te betalen bedrag wordt verhoogd met 5 EUR


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) administratiekosten, kalenderdagen.

wordt

een

bijkomende

betalingstermijn

gesteld

van

vijftien

Indien dat zonder gevolg blijft, verstuurt de financiële cel van het APB POA een aangetekende ingebrekestelling en geeft een laatste termijn van vijftien kalenderdagen. Het te betalen bedrag wordt verhoogd met 15 EUR administratiekosten. Indien dat eveneens zonder gevolg blijft, boekt de stafdienst de vordering van de entiteit over naar de post ‘dubieuze vorderingen’ en draagt zij het dossier over aan de dienst Fiscaliteit – Dwanginvordering die voor de verdere inning een deurwaarder inschakelt. De dienst Fiscaliteit voert ook een solvabiliteitsonderzoek (tijdelijk of definitief onvermogend, schuldbemiddeling, faillissement, verhuis naar buitenland, overlijden). Wanneer de vordering aldus of volgens de deurwaarder oninbaar blijkt, verzoekt de dienst Fiscaliteit de deputatie om een verklaring in die zin. Als correctiemechanismen worden volgende maatregelen voorzien: De school biedt de mogelijkheid tot betaling per domiciliëring in de eerste graad en spreiding van de betaling. Met de financiële cel van het APB POA kunnen de ouders ook een afbetalingsplan afspreken waarbij in wederzijds overleg een haalbaar bedrag op een afgesproken termijn wordt bepaald. Het gebeurt ook dat hierover met OCMW’s afspraken worden gemaakt, of dat het kinderarmoedefonds wordt ingeschakeld. Soms worden schulden ook langs gerechtelijke weg via schuldbemiddeling of via afbetalingen via een advocaat afgelost, meestal gespreid over vele jaren.

Schriftelijke vraag van 27 september 2014 van mevrouw Gerda VAN LANGENDONCK, provincieraadslid (N-VA) aan de deputatie over de gebouwen die eigendom zijn van de provincie Antwerpen en vandalisme. De provinciale overheid bezit gebouwen (onder andere administratieve gebouwen, schoolgebouwen, sportcentra, musea,…) in eigendom. Zij moet haar patrimonium uiteraard beheren als een goed huisvader. Dit houdt met andere woorden in dat zij de nodige instandhoudings-, onderhouds- en herstellingswerken en dergelijke moet doen. Naast gewone onderhoudskosten, kosten naar aanleiding van stormschade en de kosten door slijtage en ouderdom, zijn er mogelijk kosten voor het herstellen van vandalisme. 1) Hoeveel gevallen van vandalisme werden er jaarlijks geregistreerd aan gebouwen die eigendom zijn van de provincie Antwerpen in de jaren 2013, 2012, 2011 en 2010? 2) Over welk soort vandalisme brandstichting…) gaat het?

(graffiti,

glasbreuk,

sluikstorten,

inbraak,

3) Hoeveel euro bedraagt de kost, indien mogelijk uitgesplitst per soort vandalisme, aan herstellingswerken van die schade in de jaren 2013, 2012, 2011 en 2010?


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) 4) a. Worden er maatregelen getroffen en dewelke om vandalisme te voorkomen en/of te doen afnemen? b. Hoeveel bedraagt in voorkomend geval de jaarlijkse kostprijs hiervan in de jaren 2013, 2012, 2011 en 2010? c. Is het mogelijk in voorkomend geval een opdeling te maken van de kostprijs per soort vandalisme? d. Hebben in voorkomend geval deze maatregelen het aantal vandalismegevallen effectief doen afnemen? 5) Vormt vandalisme een probleem of is het eerder een marginaal probleem? Acht u het nodig (bijkomende) maatregelen te nemen om vandalisme aan gebouwen van de provincie Antwerpen te doen afnemen? 6) Zit dit risico tot dergelijke schade in een door de provincie afgesloten verzekeringspakket? Antwoord van de deputatie (29 oktober 2014): 1. & 2. Vragen 1 en 2 worden geclusterd tot alle (gemelde) feiten inzake ‘criminele’ schade aan eigendommen van de provincie Antwerpen. Het betreft voornamelijk de volgende strafbare feiten: diefstal door middel van braak, inklimming of valse sleutels (art. 471 Strafwetboek), brandstichting (art. 510 e.v. Strafwetboek), zonder toestemming graffiti aanbrengen op roerende of onroerende goederen (art. 534bis Strafwetboek), opzettelijk andermans onroerende eigendommen beschadigen (‘vandalisme’) (art. 534ter Strafwetboek) en (kleine) afvalovertredingen (‘sluikstorten’) (Milieuhandhavingsdecreet). Schadegevallen geraamd op meer dan 1.250,00 EUR (= vrijstellingsbedrag brandpolis) worden gemeld aan team Portefeuillebeheer (Dienst Infrastructuur & Vastgoed) die ze overmaakt aan de verzekering. Vermoedelijk worden niet alle (kleine) schadegevallen gemeld (er is dus wel wat ‘dark number’). De volgende geregistreerd:

criminele

vandalisme 2010 2011 2012 2013

2 / / /

schadegevallen

werden

graffiti

glasbraak

sluikstort

/ / / /

1 / 1 1

/ / / /

door

inbraak/ diefstal 4/1 3/1 4 1

team

Portefeuillebeheer

brandstichting 2 / / /

TOTAAL 10 4 5 2

In de Provinciale Groendomeinen Regio Antwerpen werden wel een groot aantal feiten vastgesteld: vandalisme 2010 2011 2012 2013

38 56 28 29

graffiti

glasbraak

sluikstort

3 12 6 4

8 23 13 6

26 23 18 15

inbraak/ diefstal 11 30 23 15


brandstichting 3 16 2 2

TOTAAL 89 160 90 71


In het Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer gaat het om graffiti op banken, muren of houten wanden in de speeltoestellen. In meer afgelegen en minder gebruikte gebouwen op het domein van 157 ha worden al eens ruiten ingegooid. In deze gebouwen is ook geen inbraakdetectie voorzien. Vanuit de Provinciale Groendomeinen Regio Mechelen meldt men het beschadigen van parkmeubilair (banken, picknicktafels). In 2012 werd een tipitent gestolen. Een nieuwe trend is het stelen van planten uit pas aangelegde perken. In de overige groen- of recreatiedomeinen werden geen feiten geregistreerd. 3. Vanuit team Portefeuillebeheer werden op schadebedragen doorgegeven aan de verzekering:

2010 2011 2012 2013

vandalisme

graffiti

glasbraak

sluikstort

€ 6.547,36 / / /

/ / / /

€ 2.532,53 / € 654,24 € 584,43

/ / / /

verzekeringsvlak

inbraak/ diefstal € 7.165,53 € 7.939,47 € 28.912,30 € 5.454,15

de

volgende

brandstichting

TOTAAL

€ 13.378,20 / / /

€ € € €

29.623,62 7.939,47 29.566,54 6.038,58

Deze schade werd bijna volledig gerecupereerd via de verzekering. In de Provinciale Groendomeinen Regio Antwerpen bedroegen de herstellingskosten:

2010 2011 2012 2013

vandalisme

graffiti

glasbraak

sluikstort

€ € € €

€ € € €

€ € € €

€ € € €

5.200 3.020 2.140 2.240

1.560 7.100 160 120

620 2.320 1.640 340

580 960 500 340

inbraak/ diefstal € 9.820 € 16.400 € 5.600 € 10.740

brandstichting

TOTAAL

€ € € €

€ € € €

400 1.660 80 90

18.180 31.460 10.120 13.870

In het Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer wordt graffiti verwijderd door het eigen onderhoudspersoneel (als het technisch kan). Behoudens wat poetsproduct worden er daarvoor geen extra kosten gemaakt. De herstellingskost van ingegooide ruiten is ook eerder beperkt en bedraagt gemiddeld 2.000,00 EUR per jaar. 4. a. Bij nieuwbouw en/of renovatie van een provinciaal gebouw of bij een crimineel schadegeval kan steeds een diefstalpreventie-advies gevraagd worden bij de expert beveiliging en bewaking (Facilitaire dienst). Daarbij worden organisatorische, bouwkundig-mechanische en/of elektronische beveiligingsmaatregelen voorgesteld. In de parken en domeinen wordt gekozen voor robuuste materialen die minder schadegevoelig zijn. Graffiti en andere schade wordt zo snel mogelijk verwijderd/hersteld. Op een aantal locaties zijn er bewakingscamera’s geplaatst of is de plaatsing ervan ingepland. Op het vlak van bewaking worden de volgende middelen ingezet:

−

in de parken en (recreatie)domeinen wordt toezichtpersoneel ingezet (domeinwachters); in PSRC De Nekker aangevuld met ingehuurde bewakingsagenten.


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Volgens de parken en domeinen is het gericht toezicht door de domeinwachters de belangrijkste maatregel. Dit werkt (net zoals de aanwezigheid van politie in de straat) in de eerste plaats sterk ontradend en voorkomt veel vandalisme. In een aantal gevallen leidde dit ook tot het op heterdaad betrappen van daders (bv. voor inbraak/brandstichting/graffiti: 2010: 2 betrappingen op heterdaad; 2011: 4 betrappingen op heterdaad; 2012: 5 betrappingen op heterdaad; 2013: nog niet geanalyseerd).

−

gebouwen die uitgerust zijn met elektronische inbraakdetectie zijn verbonden met een alarmcentrale van waaruit de alarmmeldingen (inbraak, brand, technische alarmen) worden opgevolgd en gepaste interventies worden aangestuurd.

−

de provincie beschikt over een eigen vergunde interne bewakingsdienst; de interne bewakingsagenten worden ingezet in de provinciale musea en de campus Provinciehuis. De interne bewakingsdienst wordt (soms) aangevuld met extra ingehuurde bewaking (bijvoorbeeld bij nachtbewaking, bij tijdelijke tentoonstellingen die extra bewakingsagenten vereisen, …).

−

provinciale instellingen kunnen aansluiten op het raamcontract bewaking (FACI) voor de volgende bewakingsactiviteiten: statische bewaking (= bewakingsagenten ter plaatse), mobiele bewaking (alarminterventies of openings- en sluitingsrondes) en aansluiting op een alarmcentrale.

4. b. Op beveiligingsvlak zijn momenteel geen cijfers beschikbaar. het betreft vaak relatief goedkope beveiligingsmaatregelen (bv. het plaatsen van een veiligheidsrozet op een deurslot) tot duurdere elektronische maatregelen (zoals de plaatsing van inbraakdetectie, camera’s, …). Op bewakingsvlak, waarbij de klemtoon ligt op diefstal- en inbraakpreventie, bedroeg de totale afname op het raamcontract bewaking in het jaar 2013:

− − −

statische bewaking (op 3 locaties): 515.874,64 EUR mobiele bewaking (op 20 locaties): 10.511,62 EUR

alarmcentrale (voor 17 locaties): 1.742,40 De personeelskosten van intern toezichtpersoneel (vooral domeinwachters en interne bewakingsagenten) zijn daar niet in begrepen. Opgemerkt wordt dat zowel de domeinwachters als de interne bewakingsagenten niet uitsluitend toezichttaken uitvoeren maar ook andere taken. 4. c. Dit is niet mogelijk. Bij het nemen van beveiligings- en toezichtmaatregelen worden verschillende en zeer locatie-gebonden risico’s ingeschat. Voor de meeste gebouwen ligt de klemtoon op inbraak- en brandpreventie; in de parken en domeinen kan men met een veel bredere waaier aan strafbare feiten en overlastproblemen worden geconfronteerd. 4. d. Voor de meeste eigendommen dragen de preventieve maatregelen bij tot een laag aantal schadegevallen, al is het uiteraard onmogelijk om elk hoekje en kantje van de provinciale eigendommen te beveiligen en/of te bewaken. Wanneer nodig (zie vraag 5) worden extra beveiligingsmaatregelen genomen zodat gelijkaardige feiten zich niet, of minstens minder gemakkelijk, kunnen voordoen. Een uitzondering hierop vormen vooral de Groendomeinen Regio Antwerpen: ondanks de inzet van beveiligingsmaatregelen en toezichtpersoneel blijven er veel feiten geregistreerd worden. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de aard van de locatie (een druk bezocht en overwegend vrij toegankelijk park in een stedelijke omgeving) én een strikt registratiebeleid waardoor het ‘dark number’ veel kleiner is: hoe meer en beter toezicht, hoe meer en sneller feiten vastgesteld worden. PROVINCIE ANTWERPEN 1550


5. Wat betreft de werklast en invloed op de schadestatistiek is vandalisme op verzekeringsvlak geen belangrijk probleem. Het beperkt zich tot gemiddeld een vijftal schadegevallen op jaarbasis, en daarbij gaat het nooit om echt hoge bedragen. Ook in het Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer is vandalisme eerder een marginaal probleem. Zeker als dat geplaatst wordt tegenover de jaarlijkse realisatie van 300.000 overnachtingen, gemiddeld 130.000 bezoekers dagrecreatie en nog eens ruim 80.000 aan sportdagen, animatie en evenementen allerhande. Enkel de Provinciale Groendomeinen Regio Antwerpen hebben merkelijk meer vaststellingen. Wellicht een combinatie van effectief meer gepleegde feiten én een zeer strikt toezichts- en vaststellingsbeleid. Criminele schadegevallen met een schade boven 2.500,00 EUR worden gerapporteerd aan de deputatie. De deputatie oordeelt geval per geval of bijkomende veiligheidsmaatregelen moeten onderzocht worden. 6. Ja, in de bijzondere voorwaarden van de provinciale polis is als verleende waarborg opgenomen: “Staking, oproer, lock-out, volksbeweging, daden van terrorisme of sabotage, daden van vandalisme of kwaadwilligheid;” (met een vrijstellingsbedrag van 1.250,00 EUR).

Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de afbraak van het voormalig provinciegebouw. Sinds enkele weken zijn de afbraakwerken van het voormalige provinciegebouw voltooid. Hoewel het gebouw niet echt aansluit aan particuliere woningen en de afbraakwerken wellicht op efficiënte en professionele manier zijn uitgevoerd, had ik graag vernomen: − − − −

Hoeveel klachten/overlastdossiers van buurtbewoners heeft de provincie ontvangen wat betreft geluidsoverlast, stof, scheuren, verzakkingen e.a.? Wat was de motivering van deze klachten? Is de sloop binnen de geplande termijn verlopen? Zo neen, waarom niet? Zijn er tijdens de afbraakwerken meer kosten gemaakt dan oorspronkelijk gepland? Zo ja, welke en wat zijn de financiële gevolgen?

Antwoord van de deputatie (22 oktober 2014): Hoeveel klachten/overlastdossiers van buurtbewoners heeft de provincie ontvangen wat betreft geluidsoverlast, stof, scheuren, verzakkingen e.a.? Wat was de motivering van deze klachten? Tijdens de afbraakperiode zijn er 26 klachten binnengekomen van de buurtbewoners. De klachten hadden soms maar één onderwerp en in andere gevallen verschillende. Er waren klachten over lawaaihinder (9), stofhinder (8), werken op niet voorziene momenten (7), stofschade aan auto’s (4), trillingen (4), scheuren in muren (3), tekort aan parkeerplaatsen (1), geen inzet van waterkanonnen (1) en kleine schade. De genomen maatregelen varieerden volgens het soort klacht. Alle klachtendossiers zijn inmiddels afgesloten door ofwel een antwoordschrijven met uitleg, ofwel door de PROVINCIE ANTWERPEN 1551

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) communicatie van de door de aannemer genomen maatregel, ofwel door de aangifte van het schadegeval bij de verzekeraar BA van de aannemer en/of de verzekeraar ABR van de Provincie Antwerpen. Is de sloop binnen de geplande termijn verlopen? Zo neen, waarom niet? De sloop is niet binnen de geplande termijn verlopen. Er waren onvoorziene meerwerken, zowel in betreffende asbestverwijdering als betreffende afbraakwerken. Deze meerwerken hebben aanleiding gegeven tot termijnverlenging. Daarnaast heeft de aannemer de werken laattijdig beëindigd, waarvoor een boete en een straf geïnd wordt. Zijn er tijdens de afbraakwerken meer kosten gemaakt dan oorspronkelijk gepland? Zo ja, welke en wat zijn de financiële gevolgen? Bovenop het aanbestedingsbedrag zijn een aantal meerwerken uitgevoerd. Deze meerwerken betroffen extra hoeveelheden te verwijderen asbest, extra af te breken massieven of waterdichting ondergronds, het verwijderen van zwaar verontreinigde grond en nog een aantal kleinere werken. De laatste verrekeningen worden thans nog door de aannemer en door de bouwdirectie behandeld. Uiteindelijk betaalt het bestuur ongeveer 500.000 euro minder voor de afbraakwerken dan oorspronkelijk geraamd. Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de opvolging van burn-out bij het provinciepersoneel. Sinds 1 september jl is de wet aangepast om werknemers beter te beschermen tegen de gevolgen van burn-out en bovendien hoe men een burn-out dient te voorkomen. Rekening houdende met de aangekondigde afslankingen opgelegd door de Vlaamse regering - dat wellicht onzekerheid en stress zal veroorzaken bij het provinciepersoneel graag antwoord op volgende vragen: 1)

Welke preventieve maatregelen neemt de provincie tegen burn-out bij hun personeel? 2) Wordt een personeelslid opgevolgd, tijdens en na een herstelperiode, van burn-out? Zo ja, door wie en hoe? 3) Is er een verhoogd aantal ziektedagen waargenomen van 01/07/14 tot op heden? Antwoord van de deputatie (22 oktober 2014): 1)Welke preventieve maatregelen neemt de provincie tegen burn-out bij hun personeel? De provincie streeft ernaar om in zijn reguliere werking de blootstelling aan elementen die psychosociale schade kunnen aanrichten zoveel mogelijk te beperken. Hier verwijzen we naar de 4 A’s (arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen). Naast oog te hebben voor goede arbeidsomgeving wordt er op verschillende manieren sensibiliserend gewerkt om deze problematiek bespreekbaar te maken. Zo verschenen er PROVINCIE ANTWERPEN 1552

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) reeds verschillende artikels met getuigenissen en informatie in het personeelsblad Proviant en kregen de leidinggevenden in hun Leidraad meer informatie. Op het tweedaagse opleidingsevenement voor leidinggevenden in 2013 (Tandem) werden er verschillende sessies omtrent burn-out en werk gerelateerde stress gegeven. Ook is op het intranet voor alle personeelsleden een mededeling verschenen met de inhoud van de wijzigingen in de vernieuwde regelgeving. Daarnaast begeleidt de sociale dienst de medewerkers en leidinggevenden intens indien er stress gerelateerde problemen zich aanbieden. In de laatste twee tevredenheidsenquêtes (2013 en 2011) werd er bovendien gepeild naar de arbeidstevredenheid van de medewerkers. De arbeidstevredenheid werd eveneens opgesplitst in de 4 A’s (arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen). Waar nodig werden er acties ondernomen om te werken aan een hogere arbeidstevredenheid. Tenslotte moedigt het bestuur haar personeelsleden aan om jaarlijks de kernwaarden te bespreken in hun functioneringsgesprekken tussen de leidinggevende en de medewerker. In het verleden werden zo de kernwaarden respect en collegialiteit, integriteit en samenwerken, die een invloed hebben op de algemene arbeidstevredenheid, bespreekbaar gehouden. 2)Wordt een personeelslid opgevolgd, tijdens en na een herstelperiode, van burn-out? Zo ja, door wie en hoe? De lijst met langdurige afwezigen wordt periodiek gescreend door het departement mens, communicatie en organisatie en in overleg met de leidinggevende wordt een plan van aanpak opgesteld samen met de HR-accountmanagers, de sociale dienst, de preventieadviseur psychosociale aspecten en de arbeidsgeneesheer. Elke leidinggevende kan zich laten begeleiden door de sociale dienst om de re-integratie van een uitgevallen of terugkerende medewerker vlot te laten verlopen. Medewerkers (die afwezig zijn) worden opgevolgd door de sociale dienst of door hun leidinggevende. Het doel is om contact te blijven houden zodat de binding met het werk aanwezig blijft. Om de re-integratie te vergemakkelijken, wordt de mogelijkheid van halftijdse werkhervatting besproken in samenspraak met de arbeidsgeneesheer. 3)Is er een verhoogd aantal ziektedagen waargenomen van 01/07/14 tot op heden? In de tabel wordt een overzicht gegeven van het percentage ziekteafwezigheid van het provinciepersoneel per kwartaal en voor de jaren 2013 en 2014. Jaartal 2013 2014

KW1 6.71 7.09

KW2 5.20 6.87

KW3 5.07 5.97


KW4 5.87 /

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heren Steven VOLLEBERGH en Jan CLAESSEN, provincieraadsleden (Vlaams Belang) aan de deputatie over het aankoopbeleid van woningen in de buurt van het Rivierenhof (de panden aan de Turnhoutsebaan). Vorige legislatuur kocht de provincie in Deurne verschillende particuliere eigendommen – zoals de eengezinswoning Hoofdvunderlei 21 en enkele panden op de Turnhoutsebaan die aansluiten aan het provinciaal groendomein Rivierenhof. Graag antwoord op volgende vragen: 1) 2)

Heeft de provincie deze legislatuur nog eigendommen verworven die eveneens aansluiten aan het groendomein? Zo ja, welke? Is het aankoopbeleid veranderd of worden de panden zoals voorzien gesloopt voor de uitbreiding van het groendomein Rivierenhof?

Antwoord van de deputatie (29 oktober 2014): De provincie heeft gedurende de huidige legislatuur ter plekke geen eigendommen meer verworven. De aankopen tijdens de vorige legislatuur kaderden binnen het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Provinciaal Groendomein Rivierenhof”, goedgekeurd op 25 juni 2009, dat aan de provincie een voorkooprecht toekende. Dit voorkooprecht had een duur van 5 jaar en is inmiddels afgelopen. Voor de afbraak van de panden 222 tot en met 230 is volgend jaar in de meerjarenplanning een budget voorzien.

Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over psychosociale belasting bij het provinciepersoneel. Werkgevers zijn verplicht om een beleid te voeren dat gericht is om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen of te beperken. Bovendien moet het personeel de mogelijkheid krijgen om een vertrouwenspersoon en preventieadviseur te kunnen raadplegen. Daarom graag antwoord op volgende vragen: 1) Wat gebeurt er na een melding van geweld, pesterijen en/of ongewenst seksueel gedrag op de werkvloer? 2) Hoeveel gevallen van psychosociale belasting op initiatief van de werknemer werden sinds 1 januari 2010 gemeld? 3) Hoeveel vertrouwenspersonen/preventieadviseurs telt de provincie? 4) Welk preventiebeleid voert de provincie inzake grensoverschrijdend gedrag?


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Antwoord van de deputatie (22 oktober 2014): 1)Wat gebeurt er na een melding van geweld, pesterijen en/of ongewenst seksueel gedrag op de werkvloer? Bij geweld, pesterijen en/of ongewenst seksueel gedrag kan elke medewerker in eerste instantie bij zijn collega’s of leidinggevenden terecht. Als ze hier niet mee geholpen zijn, er conflicten zijn of de reikwijdte van de leidinggevende/collega’s onvoldoende is, staat de sociale dienst steeds ter beschikking. Bij melding van geweld, pesterijen en/of ongewenst seksueel gedrag zal de sociale dienst in samenspraak met de medewerker de mogelijkheden bespreken en de acties overlopen die ondernomen kunnen worden. Deze interventies verlopen in overeenstemming met de procedure psychosociale belasting die de wetgeving hieromtrent omvat. Er wordt steeds naar gestreefd om na de informele interventie een oplossing voor het probleem te hebben. Indien dit niet het geval zou zijn, wordt er beroep gedaan op de preventieadviseur psychosociale aspecten van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Deze kan dan een formele interventie opstarten. 2)Hoeveel gevallen van psychosociale belasting op initiatief van de werknemer werden sinds 1 januari 2010 gemeld? Hieronder worden het aantal formele interventies gegeven voor de voorgaande vier jaren. Dit zijn de interventies die afgehandeld worden in samenwerking met de preventieadviseur psychosociale aspecten van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Jaartal 2010 2011 2012 2013

Aantal formele interventies 1 0 0 0

3)Hoeveel vertrouwenspersonen/preventieadviseurs telt de provincie? In onderstaand schema wordt een overzicht gegeven van het aantal per gevraagde functie. Provinciebestuur (zonder APB POA) APB POA

Vertrouwenspersonen 2 personen

Preventieadviseurs 2.2 VTE

1 persoon

3.5 VTE

4)Welk preventiebeleid voert de provincie inzake grensoverschrijdend gedrag? De provincie streeft ernaar om in zijn reguliere werking de blootstelling aan elementen die psychosociale schade kunnen aanrichten zoveel mogelijk te beperken. Hier verwijzen we naar de 4 A’s (arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen). Zo worden er tijdens de periodieke preventierondgangen van de


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) preventiedienst en arbeidsgeneesheer, preventieve maatregelen grensoverschrijdend gedrag zoveel mogelijk te voorkomen.

voorgesteld

om

Bij het onthaal van elke medewerker wordt eveneens kennis gemaakt met de sociale dienst. Zodoende is elk personeelslid op de hoogte van de mogelijkheden. Daarnaast begeleidt de sociale dienst de medewerkers en leidinggevenden intens bij grensoverschrijdend gedrag . Naast oog te hebben voor een goede arbeidsomgeving wordt er door het departement mens, communicatie en organisatie op verschillende manieren sensibiliserend gewerkt om deze problematiek bespreekbaar te maken. Ook vinden de personeelsleden op het intranet de nodige informatie terug. In de laatste twee tevredenheidsenquêtes (2013 en 2011) werd er bovendien gepeild naar de arbeidstevredenheid van de medewerkers. De arbeidstevredenheid werd eveneens opgesplitst in de 4 A’s (arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen). Waar nodig werden er acties ondernomen om te werken aan een hogere arbeidstevredenheid. Tenslotte worden de personeelsleden aangemoedigd om jaarlijks de kernwaarden te bespreken in de functioneringsgesprekken tussen de leidinggevende en medewerker. In het verleden werden zo de kernwaarden respect en collegialiteit, integriteit en samenwerken met een invloed op de algemene arbeidstevredenheid, bespreekbaar.

Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over noodstroomgenerators in provinciale gebouwen. Wellicht zal een gedeelte van de provincie Antwerpen kampen met een stroomtekort. Met het oog op het dreigend stroomtekort in de wintermaanden, graag antwoord op volgende vragen: Hoeveel provinciale gebouwen/domeinen bezitten een noodgenerator? Graag een inventaris van welke gebouwen/domeinen. Wordt in het nieuwe provinciehuis een noodstroomgenerator voorzien? Zo ja, eveneens voor de buurtbewoners? Bezit de provincie mobiele noodstroomgroepen? Antwoord van de deputatie (22 oktober 2014): Hoeveel provinciale gebouwen/domeinen bezitten een noodgenerator? Graag een inventaris van welke gebouwen/domeinen. Op volgende sites zijn er noodgenerators: - Proefbedrijf Pluimveehouderij: 2 noodstroomaggregaten voor stroom in de kippenstallen (één voor de legkippen en één voor de vleeskippen) - Kronenburg: 1 noodstroomaggregaat voor de werking van het PIH - PaS: 1 noodstroomaggregaat voor de apparatuur en technieken van het datacenter, de liften, noodverlichting, sterpunten en de security-installaties PROVINCIE ANTWERPEN 1556

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) -

Lozanagebouw: 1 noodstroomaggregaat voor de apparatuur en technieken van het datacenter Site Havencentrum (S020): 1 kleine noodstroomaggregaat van 12,5 KVA voor verlichting en verluchting van de aula

Wordt in het nieuwe provinciehuis een noodstroomgenerator voorzien? Zo ja, eveneens voor de buurtbewoners? Het nieuwe provinciehuis wordt voorzien van een noodgroep die de belangrijkste functies zal voeden bij een stroomonderbreking. Deze wordt niet voorzien voor de buurtbewoners. Bezit de provincie mobiele noodstroomgroepen? De provincie beschikt niet over mobiele noodstroomgroepen. Schriftelijke vraag van 1 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over subsidies voor lokaal woonwagenbeleid. De Provincie verleent subsidies aan lokale overheden zoals gemeenten, ocmw’s en sociale huisvestingsmaatschappijen om woonwagenterreinen te beheren/onderhouden. Graag antwoord op volgende vragen: 1) Hoeveel woonwagenterreinen telt de provincie Antwerpen op hun grondgebied en waar zijn ze gevestigd? 2) Hoeveel subsidiedossiers (vanaf 1 december 2012 tot op heden)heeft de provincie ontvangen? 3) Graag een overzicht van: het aantal standplaatsen per woonwagenterrein -de goedgekeurde en verworpen subsidiedossiers. 4) Welk subsidiebedrag is momenteel uitgekeerd, gespecifieerd per gemeentelijke woonwagenlocatie? 5) Welk overheidsorgaan int de standplaatsinkomsten? Antwoord van de deputatie (22 oktober 2014): Antwoord op vraag 1 en 3. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de woonwagenterreinen, naar type en met aanduiding van aantal standplaatsen. Er zijn in totaal 12 residentiële woonwagenterreinen en 1 doortrekkersterrein in onze provincie, verspreid over 9 gemeenten. Het residentieel privaat terrein wordt beheerd door Bond zonder Naam vzw. Alle andere zijn gemeentelijke terreinen. Gemeentelijke residentiële woonwagenterreinen Antwerpen (Deurne) Antwerpen (Wilrijk) Grobbendonk (Schmitshove)

24 standplaatsen 14 standplaatsen 10 standplaatsen PROVINCIE ANTWERPEN 1557

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Heist-o/d-Berg (Broekmansstraat) Herentals (Heirenbroek) Herentals (Viaduct) Mechelen (De Schans) Mortsel (Gasthuishoeve) Oud-Turnhout (Steenweg op Mol) Puurs (Schoubroek) Sint-Katelijne Waver (Spoorwegstraat)

10 standplaatsen 20 standplaatsen 17 standplaatsen 20 standplaatsen 26 standplaatsen 8 standplaatsen 8 standplaatsen 12 standplaatsen

Legale privaat residentieel terrein Mechelen (Galgestraat)

8 standplaatsen

Gemeentelijk doortrekkersterrein Antwerpen (D’Herbouvillekaai)

18 standplaatsen

Antwoord op vraag 2, 3 en 4. In 2013 werd er een subsidie verleend aan gemeenten met residentiële gemeentelijke woonwagenterreinen in toepassing van het reglement op de impulssubsidie voor gemeenten in het kader van samenleven in diversiteit. Binnen dit reglement was prioritair actiedomein 2 ‘het voeren van een weldoordacht, gestructureerd woonwagenbeleid’. De provincie ontving in 2013 8 aanvragen die betrekking hadden op dit actiedomein. In zitting van 3 oktober 2013 kende de deputatie de volgende subsidies toe: - CISO vzw voor het stadsbestuur van Antwerpen: 5.000 EUR - Gemeentebestuur van Grobbendonk: 10.000 EUR - Gemeentebestuur van Heist-op-den-Berg: 10.000 EUR - Stadsbestuur van Herentals: 7.500 EUR - Stadsbestuur van Mechelen: 5.000 EUR - Stadsbestuur van Mortsel: 10.000 EUR - Gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver: 7.500 EUR - Gemeentebestuur van Oud-Turnhout: 10.000 EUR In totaal kende de deputatie een bedrag van 65.000 EUR toe aan de begunstigden. In 2014 werd een subsidie toegekend in toepassing van het reglement ‘lokaal woonwagenbeleid’. De provincie ontving in 2014 7 subsidieaanvragen voor de subsidie ‘lokaal woonwagenbeleid’. De deputatie kende in zitting van 28 mei 2014 volgende bedragen toe: - CISO vzw, voor het gemeentebestuur van Antwerpen: 6.500 EUR - het gemeentebestuur van Grobbendonk: 5.250 EUR - het gemeentebestuur van Heist-op-den-Berg: 9.840 EUR - het stadsbestuur van Herentals: 6.000 EUR - het stadsbestuur van Mechelen: 3.000 EUR - het stadsbestuur van Mortsel: 10.000 EUR - het OCMW van Oud-Turnhout: 3.412 EUR In totaal kende de deputatie een bedrag van 44.002 EUR toe aan de begunstigden. Zowel bij het oude, als bij het nieuwe reglement gaat het om een subsidie aan de beheerders van residentiële woonwagenterreinen. Er wordt geen rekening gehouden met het aantal terreinen, noch met het aantal standplaatsen.


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Antwoord op vraag 5. De beheerder van het terrein int de standplaatsgelden. Schriftelijke vraag van 13 oktober 2014 van de heer Steven VOLLEBERGH, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de gouverneur over het mogelijke stroomtekort tijdens de winter 2014. Al sinds half augustus worden we overstelpt met mediaberichten, het ene al dreigender dan het andere, dat als gevolg van het uitvallen van enkele productie-eenheden en de stijgende vraag naar elektriciteit deze winter onze stroombevoorrading in het gedrang zou kunnen komen. Daarom enkele vragen: De stads- en gemeentebesturen weten al langer welke cabines in geval van stroomschaarste zouden afgekoppeld worden. Weet mevrouw de Gouverneur intussen ook over welke straten het dan gaat? Op welke manier en wanneer zal daarover met de inwoners van die straten worden gecommuniceerd? Beschikt mevrouw de Gouverneur over een analyse van risicostraten (bepaalde bedrijven, ziekenhuis, rusthuis, hulpdiensten, gevaarlijke verkeerspunten, waterpompen, zieke personen die thuis levensafhankelijk zijn van apparaten,…)? Heeft de provincie een lijst van prioritaire gebruikers? Hiermee worden diensten en bedrijven bedoeld die niet lang zonder stroom kunnen of mogen zitten (alvast: politie, ziekenhuis, brandweer,…)? Wordt het nodige gedaan opdat kan worden gegarandeerd dat die prioritaire gebruikers zeer snel weer stroom krijgen (Elia, de beheerder van het hoogspanningsnet, kan ervoor zorgen dat die gebruikers na vijftien minuten opnieuw elektriciteit hebben)? Hoe zal de stad of gemeente omgaan met louter decoratieve verlichting (reductie stroomverbruik kan afschakeling vermijden)? Dreigt er een probleem met alarminstallaties? Wordt in afgeschakelde delen van de stad of gemeente verhoogd toezicht voorzien (extra politie)? Zo ja, welke extra kosten worden daarvoor verwacht en wie coördineert dit? Is er reeds een crisiscentrum actief en wie maakt daar dan deel van uit? Heeft de deputatie en/of mevrouw de Gouverneur er zicht op: Welke bedrijven beschikken over een noodgenerator en welke niet? Voor welke bedrijven die niet over een eigen stroomvoorziening beschikken, er daadwerkelijk een veiligheids- of milieurisico dreigt?


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Op welke manier die bedrijven tijdig van een afschakeling zullen worden verwittigd? Op welke manier de stad of gemeente kan of moet ingrijpen in geval van calamiteiten als gevolg van afschakeling van deze bedrijven? Tot wie, en onder welke voorwaarden, ondernemingen zich zouden kunnen richten voor het vorderen van een schadevergoeding (80% van de ondernemingen blijkt niet verzekerd te zijn voor schade als gevolg van stroomonderbreking)?

Antwoord van de gouverneur (10 november 2014): 1) Straten opgenomen in het afschakelplan en communicatie met de bevolking? Distributienetbeheerders Eandis en Infrax bezorgden mij op 10 september 2014 de stratenlijsten die ik op mijn beurt onmiddellijk bezorgde aan alle burgemeesters en ambtenaren noodplanning in de provincie. Op de websites van de distributienetbeheerders 1 kunnen deze lijsten ten allen tijde worden geraadpleegd. Elk bedrijf en elke particulier kunnen daar nagaan of hun straat al dan niet in het afschakelplan voorkomt alsook in welke schijf ze werd ingedeeld. De gemeenten zijn en blijven verantwoordelijk voor de verdere informatie aan alle betrokken burgers. 2) Risicoanalyse De dienst Noodplanning vroeg in haar mail van 8 juli ll. aan alle gemeenten om de bedrijven en instellingen op hun grondgebied in kaart te brengen waar er zich tijdens mogelijke elektriciteitsonderbrekingen problemen (voor de openbare orde, veiligheid en gezondheid) zouden kunnen voordoen. Deze risicoanalyse is voor alle gemeenten verplicht en maakt deel uit van het gemeentelijk Bijzonder Nood- en Interventieplan (BNIP) Elektriciteitsonderbrekingen. Dit plan dient uiterlijk op 15 december aan mij ter goedkeuring te worden voorgelegd. Op die manier zal ik over een globale impactanalyse voor de hele provincie beschikken. Personen die permanent thuis verblijven en volledig afhankelijk zijn van elektrische apparaten worden op voorspraak van de federale gezondheidsinspecteur opgenomen in een overzichtslijst die vervolgens zal worden bezorgd aan de huisartsenkringen. 3) Lijst van prioritaire gebruikers Op basis van het Koninklijk besluit van 19 december 2002(2) en het Ministerieel besluit van 3 juni 2005(3) besliste voormalige staatsecretaris voor Energie, Mevr. Fonck, dat, in geval van een activatie van het afschakelplan ten gevolge van een elektriciteitsschaarste, de ziekenhuizen en verzorgingscentra prioritair zullen worden hervoed. De nominatieve lijst van prioritaire gebruikers werd op 13 oktober jl. door de Algemene Directie Crisiscentrum (ADCC) van de FOD Binnenlandse Zaken bezorgd aan de gouverneurs en werd via de veiligheidswebsite OSR ter beschikking gesteld van alle burgemeesters en hulpdiensten. 4) Hervoeden van prioritaire gebruikers Als transmissienetbeheerder staat Elia in voor de afschakeling van de elektriciteit. Prioritaire gebruikers snel en efficiënt hervoeden, is daarentegen de 1

http://www.eandis/eandis/energieschaarste.htm // http://www.infrax.be Koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe. 3 Ministerieel besluit van 3 juni tot vaststelling van het afschakelplan van het transmissienet van elektriciteit. 2


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) verantwoordelijkheid van de distributienetbeheerders. Zij hebben deze procedure nauwkeurig voorbereid en bevestigen dat deze instellingen in principe binnen de 15 minuten opnieuw over elektriciteit zullen kunnen beschikken. 5) Decoratieve verlichting Op maandag 3 november 2014 start de FOD Economie een sensibiliserende mediacampagne 4 met als doel de reductie van het energieverbruik en een warme oproep tot solidariteit tussen burgers, bedrijven en lokale besturen. Besparende maatregelen zullen niet worden opgelegd. De beslissing om decoratieve verlichting al dan niet uit te schakelen, blijft de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Tijdens de informatiesessie voor de burgemeesters van 10 september ll. wees ik hen veelvuldig op de noodzaak tot solidariteit tussen de gemeenten onderling en de voordelen van rationeel energieverbruik. 6) Zijn er problemen met alarminstallaties? Alarminstallaties vallen, net zoals alle andere elektrische toestellen, uit. Afhankelijk of het toestel al dan niet voorzien is van een batterij zullen zij een alarmsignaal geven of operationeel blijven. 7) Verhoogd toezicht van de lokale politie Elke gemeente bespreekt de problematiek rond verhoogd toezicht met de lokale politie in haar gemeentelijke veiligheidscel in het kader van de opmaak van haar BNIP Elektriciteitsonderbrekingen. De Dirco bekijkt waar en wanneer federale bijstand (vanuit de federale reserve) nodig is. Momenteel heb ik geen zicht op de kosten die eventuele bijstand met zich meebrengt. 8) Is er reeds een crisiscentrum actief? Momenteel is er op geen enkel niveau (gemeentelijk, provinciaal en federaal) al een crisiscentrum operationeel. Wanneer ADCC de gouverneurs informeert over een dreigende schaarste (maximum 7 dagen voor effectieve activering van het afschakelplan) wordt het provinciaal coördinatiecomité geactiveerd. Ook de gemeenten worden op de hoogte gebracht van de dreigende schaarste en kunnen eveneens hun coördinatiecomité samenroepen. Wanneer beslist wordt om het afschakelplan effectief te activeren, is in het BNIP voorzien dat de coördinatiecomités ten laatste twee uur vóór de afschakeling moeten operationeel zijn. Zoals voorzien in het KB van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen wordt het coördinatiecomité voorgezeten door burgemeester of gouverneur en nemen de ambtenaar noodplanning en de verschillende hulpdiensten eveneens deel aan dit overleg. In het provinciaal coördinatiecomité zullen de distributienetbeheerders eveneens aanwezig zijn. 9) Welke bedrijven beschikken over een noodgenerator? Het is niet mogelijk om een lijst op te stellen van alle bedrijven en instellingen in de provincie die over een noodgenerator beschikken. Wel worden de bedrijven opgelijst waar er zich problemen kunnen voordoen bij een elektriciteitsonderbreking. 10) Op welke manier worden deze bedrijven tijdig verwittigd? In geval van elektriciteitsschaarste zijn er twee sleutelmomenten. Het eerste treedt in wanneer er een dreiging van schaarste wordt vastgesteld maar wanneer door energiebesparing een afschakeling nog kan worden vermeden. Communicatie gebeurt 4

www.OffOn.be


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) door de Minister van Energie die de bevolking en ook de ondernemingen via de media zal informeren over de situatie en de te nemen maatregelen. Wanneer er effectief schaarste is en er moet worden overgegaan tot afschakeling, breekt het zogenaamde tweede sleutelmoment aan. De dag vóór de afschakeling wordt de bevolking geïnformeerd over het verloop (wanneer, duurtijd, …). Ook hier wordt de media ingeschakeld om de boodschap te verspreiden. Op beide momenten zullen gouverneur en burgemeesters deze algemene informatie verder aanvullen en verfijnen met specifieke informatie voor hun grondgebied. Hiervoor worden alle beschikbare communicatiekanalen aangewend (regionale media, websites, sociale media, brochures, ...) . 11) Calamiteiten als gevolg van de afschakeling In geval van noodsituaties tijdens de afschakeling gelden de procedures zoals voorzien in het Provinciaal en Gemeentelijk Algemeen Nood- en Interventieplan en het BNIP Elektriciteitsonderbrekingen. Doordat de coördinatiecomités reeds actief zijn, kan zeer snel ingespeeld worden op mogelijke calamiteiten en kunnen er beslissingen worden genomen over de te nemen maatregelen. 12) Schadevergoedingen De FOD Economie heeft onderzocht of een onderneming een schadevergoeding kan vorderen in geval van activering van het afschakelplan. Daarbij is de aard van de relatie tussen de klant en zijn energieleverancier die contractueel verankerd is, van cruciaal belang. Het zal dus afhangen van de manier waarop de aansprakelijkheid en de bijhorende schadevergoeding werden opgenomen in het contract of een onderneming hierop in de praktijk een beroep kan doen. Voor de relatie tussen eindconsument en netbeheerder enerzijds en de overheid anderzijds zijn de regels van buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht van toepassing. Het komt aan de rechtbank toe om de fout, de schade en het oorzakelijk verband te beoordelen. De overheid en de netbeheerder trachten met de nauwkeurige uitwerking van het afschakelplan, de situatie in elk geval als een goede huisvader te beheren en bijgevolg elke vorm van juridisch vacuüm uit te sluiten.

Schriftelijke vraag van 13 oktober 2014 van de heer Steven VOLLEBERGH, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over dienstreizen van de leden van de deputatie. In deputatie van 19 september 2013 werd beslist dat er bij elke dienstreis een kort zakelijk verslag met de voornaamste bevindingen ter kennisgeving in de deputatie wordt gebracht. Ondertussen zijn we een jaar verder en had ik graag vernomen welke leden van de deputatie ondertussen een dienstreis hebben gemaakt en had ik graag een afschrift van de bijhorende verslagen ontvangen. Kan u mij ook laten weten of er leden van de deputatie zijn die een dienstreis hebben gemaakt via een door de provincie gesubsidieerde instelling?

Antwoord van de deputatie (10 november 2014): Rik Röttger : • Bonn : deelname jaarlijks congres “Resilient Cities”. Periode : van 29 tot en met 31 mei 2014. PROVINCIE ANTWERPEN 1562

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Kostprijs : 225,00 EUR. Verslag : kan u als bijlage terugvinden. Bruno Peeters : • Geen dienstreizen ondernomen. Luk Lemmens : • Geen dienstreizen ondernomen. Ludwig Caluwé : • Geen dienstreizen ondernomen. Inga Verhaert : • Ommen : Unesco stuurgroep Koloniën van Weldadigheid Periode : 14 februari 2014 Verslag : kan u als bijlage terugvinden. •

Wenen : Europa Nostra Award Periode : van 4 tot en met 7 mei 2014 Verslag : kan u als bijlage terugvinden. Kostprijs : De kostprijs van beide dienstreizen werd betaald door de VZW Kempens Landschap.

Peter Bellens : • Ommen : Unesco stuurgroep Koloniën van Weldadigheid Periode : 14 februari 2014 Verslag :kan u als bijlage terugvinden. •

Wenen : Europa Nostra Award Periode : van 4 tot en met 7 mei 2014 Verslag : kan u als bijlage terugvinden. Kostprijs : De kostprijs van beide dienstreizen werd betaald door de VZW Kempens Landschap.

Danny Toelen : • Geen dienstreizen ondernomen. Cathy Berx : • Geen dienstreizen ondernomen. Schriftelijke vraag van 13 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de feestelijke opening van het kunstwerk van Arne Quinze in De Schorre. Gisteren werd er door het provinciebestuur een persbericht verstuurd met volgende ronkende titel ‘DUIZENDEN BEZOEKERS TIJDENS FEESTELIJKE OPENING KUNSTWERK ARNE QUINZE IN DE SCHORRE’. (enkel het uitroepteken ontbrak…) Los van mijn persoonlijke bedenkingen over de esthetiek en artistieke waarde van het werk van de platte commerçant Arne Quinze, werd mijn aandacht toch vooral getrokken door de vermelding in het persbericht van ‘een duizendtal deelnemers, waaronder heel wat


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) buurtbewoners’…. Het zal u niet verbazen dat ik geïntrigeerd ben door deze tegenstelling tussen het ‘duizenden’ in de titel en ‘een duizendtal’ in de perstekst. Hoe is dit verschil te verklaren ? Hoeveel belangstellenden zijn er afgelopen zondag effectief komen opdraven ? Ik merk dat onder meer de kersverse minister van Openbare Werken ook van de partij was en had daarom graag van u vernomen wie er officieel waren uitgenodigd voor dit feestje ? Waren er overigens ook kosten verbonden aan de inhuldiging, zo ja, door wie werden die gedragen ? En tot slot had ik graag vernomen of er voor deze activiteit beroep moest worden gedaan op extra provinciepersoneel ?

Antwoord van de deputatie (30 oktober 2014): Het verschil tussen ‘duizenden’ in de titel van het persbericht en ‘een duizendtal’ in de tekst van het persbericht is een vergissing, in de tekst van het persbericht had ook ‘duizenden’ i.p.v. ‘duizendtal’ moeten staan, net zoals in de titel. Hoeveel belangstellenden er afgelopen zondag effectief zijn gekomen is moeilijk te zeggen. Het was een open en publiek evenement waarop iedereen van harte welkom was. Bovendien is De Schorre een open domein met verschillende ingangen. De feestelijke opening was een volwaardig eigen evenement met animatie en livemuziek (net zoals Putteke Winter, Schorremorrie, ….) in samenwerking met externe partners. Met dit evenement wilden we niet alleen het kunstwerk en de centrale sculptuur feestelijk openen. We wilden ook iedereen kennis laten maken met dit nieuwe fiets- en wandelpad, en duidelijk maken dat de brug permanent in De Schorre blijft. Het evenement is dan ook gecommuniceerd via persberichten en sociale media. Omdat De Schorre zeker ook de buurtbewoners bij deze feestelijke opening wilden betrekken, hebben zij een flyer in de bus gekregen. Via een e-mailadres konden ze op voorhand hun aanwezigheid bevestigen. Er hebben 167 buurtbewoners op voorhand ingeschreven. Op basis van de welkomstdrankjes die zijn uitgedeeld weten we dat er minstens 1500 bezoekers zijn geweest. Die drankjes werden uitgedeeld tussen 14 en 15 uur, maar ook voor en na dit moment zijn er heel wat bezoekers toegekomen. We schatten daarom dat er zeker 2000 à 2500 bezoekers waren. De Schorre heeft in samenspraak met de gedeputeerde en het departement Vrije Tijd de leden van de deputatie, provincieraadsleden (leden commissie Recreatie, Sport en Toerisme), departementshoofden, alle burgemeesters van de Rupelstreek, de gemeentebesturen van Boom en Rumst, en partners van De Schorre uitgenodigd. In totaal hebben (via De Schorre) 150 personen hun aanwezigheid bevestigd. Minister Ben Weyts heeft zelf voorgesteld om een korte toespraak te houden i.v.m. het belang van festivals als Tomorrowland voor het toerisme. Ook andere partners (ID&T, Arne Quinze) hebben relaties uitgenodigd. De totale kost van het evenement bedroeg 20.000 euro en is verdeeld onder de verschillende partners. De kosten van animatie en muziek zijn betaald door Arne Quinze en ID&T. De Schorre heeft de bezoekers tussen 14 uur en 15 uur een gratis welkomstdrankje voorzien, daarnaast heeft De Schorre ook de verkoop van drank


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) georganiseerd zoals bij elk evenement. Omdat het een open en publiek evenement was, zijn de prijzen laag gehouden. De nettokost voor De Schorre bedroeg 2000 euro. De Schorre stond zoals altijd in voor de organisatie van haar eigen evenement.

Schriftelijke vraag van 13 oktober 2014 van de heren Steven VOLLEBERGH en Jan CLAESSEN, provincieraadsleden (Vlaams Belang) aan de deputatie over de defecte verlichting van parking "Deurne Huiskens". Men signaleert ons dat op de recent vernieuwde Rivierenhof-parking “Deurne Huiskens” de verlichting al enige tijd niet zou werken. Bovendien is één van de verlichtingsmasten vermoedelijk aangereden en ligt plat. Graag antwoord op volgende vragen: -

-

-

Heeft de defecte verlichting invloed op de aangebrachte camera’s of zijn het dummy’s? Wat is de oorzaak van de panne? Kan deze verlichting op korte termijn hersteld worden, teneinde de sociale veiligheid van de gebruikers te verzekeren? Is de verlichting op de parking de energiezuinige led-verlichting? Zo neen, waarom niet?

Antwoord van de deputatie (30 oktober 2014): De verlichting van parking Deurne Huiskens is niet defect (met uitzondering van de aangereden paal) en er is ook geen panne. De verlichting werkt momenteel niet omdat ze nog niet is aangesloten op het net aangezien er aan deze zijde van de Turnhoutsebaan geen voedingskabels van Eandis liggen (behalve openbare verlichting, waarop we niet mogen aansluiten). Het is een uitgebreid dossier bij Eandis waar ze zelf een vergunning voor moeten aanvragen. Zulk een procedure neemt al gauw 6 maanden in beslag. De aansluiting bij Eandis is aangevraagd op 20 februari 2014. In de oorspronkelijke planning van Eandis was de uitvoering voorzien midden november. Ondertussen is de aansluiting gerealiseerd door Eandis (meter is geplaatst eind september). De komende week (weken) zal de aannemer de aansluiting verder realiseren en laten keuren. Als alles normaal verloopt zal de verlichting midden of eind november branden. De camera’s op de parking wachten op dezelfde aansluiting. Het in werking stellen van de camera’s wordt verder opgevolgd door de domeindirectie en onze dienst ICT. De voorziene armaturen voor de verlichting op de parking zijn gasontladingsarmaturen. Dit type armaturen heeft voor hetzelfde vermogen eenzelfde verbruik als LED lampen, maar zijn prijsgunstiger in aankoop. LED-lampen zijn niet noodzakelijk duurzamer dan andere types, dit is sterk projecten toepassingsafhankelijk. Een bijkomende reden om dit type toe te passen is de uniformiteit qua verlichting in het domein.


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Schriftelijke vraag van 14 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over besparingsmaatregelen. Vandaag kreeg ik een E-postbericht waarin werd gepolst of ik al dan niet een pocketagenda wilde want hierop zou bespaard worden. Een goed idee, want ik beschouw dit gadget al jaren als compleet nutteloos. Uit dit bericht bleek dat niet alleen de raadsleden maar ook de personeelsleden in het verleden met dit kleinood werden opgezadeld. Kan u mij laten weten hoeveel personeelsleden in het verleden werden begiftigd met deze agenda ? Kan u mij laten weten hoe groot de gerealiseerde besparing door deze maatregel is ? Kan u mij, per departement laten weten hoeveel er structureel werd bespaard sinds het goedkeuren van het budget 2014 en welke concrete besparingsmaatregelen effectief van kracht werden ?

Antwoord van de deputatie (30 oktober 2014): 1.

In het verleden werden volgende hoeveelheden agenda’s uitgereikt:

Jaargang agenda

2.

463 393 404 285

Aantal agenda (ere)raadsleden

190 185 190 195

In het verleden resulteerde de aankoop van agenda’s in volgende kostprijs, dit is voor het personeel tevens het bedrag dat vanaf 2014 bespaard zal worden. Voor de raadsleden is de besparing afhankelijk van hoeveel raadsleden effectief afzien van de aanvraag van een agenda.

Jaargang agenda

3.

2011 2012 2013 2014

Aantal agenda personeel

2011 2012 2013 2014

Bedrag personeel (incl. Bedrag (ere)raadsleden btw) (incl. btw) € 2.861,20 € 1.971,37 € 2.853,37 € 1.998,98 € 2.775,22 € 2.105,88 € 2.039,85 € 2.317,03

De structurele besparingen in het budget 2014 zullen pas tot uiting komen bij de presentatie van de jaarrekening 2014. Voor het budget 2015 zullen in de Verenigde Raadscommissies bij de voorstelling van het budget de huidige besparingsmaatregelen worden besproken.


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Schriftelijke vraag van 16 oktober 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de afschaffing van de steun aan het feestbussenproject. Dankzij de samenwerking tussen de provincie Antwerpen, de vervoersmaatschappij De Lijn en lokale gemeentebesturen pendelden tram/busreizigers gratis op oudejaarsnacht. Via dit samenwerkingsakkoord betaalde de provincie aan De Lijn 20.000 euro. Dit krijg ik althans als antwoord op mijn schriftelijke vraag van 2010. Wat is de reden van de stopzetting van dit initiatief.

Antwoord van de deputatie (30 oktober 2014): De deputatie besliste op 7 november 2013 om de financiële ondersteuning van De Lijn voor het project feestbussen (eindejaarsnachtvervoer) vanaf 2014 stop te zetten. Deze beslissing is gekoppeld aan de uitvoering van het mobiliteitscharter dat de provincie Antwerpen in november 2013 ondertekende met de Vlaamse overheid. In dit kader legt DMOB meer de focus op haar kernprocessen en –producten, zoals bovenlokale mobiliteitsstudies, de realisatie van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, verkeers- en mobiliteitseducatie naar scholen en het begeleiden van bedrijven. Het op lange termijn organiseren van lokaal openbaar vervoer is geen provinciale kerntaak. Door de eerdere financiële ondersteuning van de provincie Antwerpen aan De Lijn bij het inzetten van de feestbussen op oudejaarsavond, is het aantal deelnemende gemeenten sterk gegroeid. De provincie Antwerpen heeft haar rol als voortrekker en stimulator van de gemeenten gespeeld. Ze tilde het project mee naar een hoger niveau. Ze detecteerde nieuwe noden op het terrein en experimenteerde er zolang mee tot het project op punt stond. De feestbussen in de provincie Antwerpen zijn uitgegroeid tot de meest succesvolle in Vlaanderen. Sinds 2006 bieden jaarlijks een zestigtal gemeenten en districten feestbussen aan. Daarmee lijkt het plafond van het project bereikt. Ook het aantal reizigers blijft al enkele jaren stabiel. Voor de provincie is het tijd om andere initiatieven mee op de rails te zetten en het succesvolle feestbussenverhaal te laten bestendigen door De Lijn en de gemeenten. Sinds 2013 overleggen De Lijn en de gemeentebesturen met elkaar om het project zelfstandig verder te zetten. Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het wagenpark van de leden van de deputatie en de griffier. Naar het schijnt zou het wagenpark van de bestendige deputatie zijn vernieuwd. Klopt dit ? Zo ja, waarom en voor welke leden van de deputatie ? Is de dienstwagen van de griffier ook vernieuwd ? Kan u mij per lid van de deputatie laten weten welke wagen werd gekozen en wat de kostprijs van het leasecontract is voor deze wagen ? Gelet op de voorbeeldfunctie waarop dit bestuur zich graag laat voorstaan had ik ook graag vernomen hoeveel van deze wagens als milieuvriendelijk kunnen worden omschreven ? Zijn er bv. ook hybride wagens in dit wagenpark opgenomen ? Zo ja, voor wie ? PROVINCIE ANTWERPEN 1567


Antwoord van de deputatie (20 november 2014): In de loop van 2014 zijn de wagens van de leden van de deputatie vernieuwd. De vorige contracten voor het leasen van deputatiewagens liepen immers af. Tevens werden twee voertuigen in eigendom vervangen door leasewagens wegens te zware herstelkosten in verhouding tot hun restwaarde. Een overzicht van deze wagens, hun gebruikers en de maandelijkse leasekost wordt weergegeven in onderstaande tabel. Er zijn drie voertuigen met een Ecoscore van 75, wat als zeer milieuvriendelijk kan omschreven worden. Eén van deze voertuigen is een Full Hybride (Benzine- elektriciteit) ter beschikking van gedeputeerde Rik Röttger. Huidige wagenpark van de gedeputeerden, de gouverneur en de griffier Gebruiker

Merk

Type

Kilometers/jr Looptijd Leasekost/md

Ecoscore

inzet gedeputeerde Luk Lemmens

VOLVO

XC60 D4 133kW Geartr. Kinetic 2WD

40000

48

1037,09

73

gouverneur Cathy Berx

BMW

520d 120kW Aut. 4d

40000

48

1211,6

75

griffier Danny Toelen

BMW

520d 120kW Aut. 4d

60000

48

1323,06

75

gedeputeerde Ludwig Caluwé

MERCEDES E 200CDI Berline Elegance Aut.4d

60000

48

1425,55

59

gedeputeerde Bruno Peeters

MERCEDES E-200CDI Berline Avantgarde Aut.4d

50000

48

1303,29

59

gedeputeerde Inga Verhaert

AUDI

A6 2,0TDI 100kW Multitronic 4d

50000

48

1138,05

59

gedeputeerde Rik Röttger

LEXUS

IS300h Sedan E CTV Executive Line

30000

48

1205,58

75

gedeputeerde Peter Bellens

MERCEDES E-200CDI Berline Avantgarde Aut.4d

50000

48

1387,87

59

1226,5489

67,44

Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over bruiklenen uit de provinciale kunstverzameling. Naar aanleiding van het ‘leeghalen’ van het provinciehuis en het stockeren van de kunstverzameling werd besloten dat bepaalde ‘bevoorrechte partners’ zouden kunnen overgaan tot het ontlenen van kunstwerken uit het provinciale bezit. Hoeveel van deze lenen hebben intussen al plaats gehad, met wie en over welke werken gaat het precies ? Kan u mij ook per ontlening laten weten voor welke duur dit gebeurde ?

Antwoord van de deputatie (20 november 2014): In uw vraagstelling hebt u het over ‘bevoorrechte partners’. U verwijst daarmee naar het Reglement kunstuitleen collectie provincie Antwerpen dat de provincieraad goedkeurde op 22 mei 2014. Daarin worden als mogelijke bruikleennemers o.a. lokale besturen en erkende musea genoemd. Die kunnen in aanmerking komen voor een langdurige bruikleen van drie jaar, die kan verlengd worden met nog eens drie jaar. Hieronder vallen ondertussen volgende bruiklenen:


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Middelheimmuseum, Antwerpen: schilderij ‘zonder titel’ van Menno Meewis; Jakob Smitsmuseum, Mol: schilderij ‘Binnengezicht’ van Jakob Smits; Kapel de Goede Herder, Muizen bij Mechelen: glas-in-betonraam ‘Levensboom en Rijkdom van de Provincie Antwerpen’ van Jean-Pierre Tuerlinckx; Daarnaast geeft de provincie ook werken in bruikleen voor tijdelijke tentoonstellingen. In 2014 gebeurde dat voor: Huis Mortelmans, Antwerpen: pastel ‘Grote Polder’ van Franck Mortelmans, voor de tentoonstelling “Franck bezoekt Oscar” van 1 mei 2014 tot 14 juli 2014; Universiteit Gent: ‘Huid’ van Anton Cotteleer, voor de tentoonstelling “Wonderkabinet” van 16 juli tot 17 augustus 2014; Museum Albert Van Dyck, Schilde: ‘Portret van Ciamberlani’ van Alfons Verheyen; ‘De Fortuin te Lier’ van Isidoor Opsomer; ‘Lucienne’ van Pieter Rottie, voor de tentoonstelling “Meester en leerling: Ciamberlani, Opsomer & Van Dyck” van 7 oktober tot 14 december 2014.

Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het gebruikmaken van de diensten van notarissen. Kan u mij laten weten hoe vaak er door het Antwerpse provinciebestuur in de loop van deze legislatuur beroep werd gedaan op notarissen ? Over welke notarissen ging het precies en hoe vaak werd er op hun diensten een beroep gedaan ? Kan u mij ook een overzicht geven van de voor deze prestaties aangerekende erelonen ? Bovendien had ik graag eenzelfde overzicht gekregen voor de laatste twee dienstjaren van de afgelopen legislatuur.

Antwoord van de deputatie (20 november 2014): In onderstaande tabel wordt antwoord gegeven op bovenstaande vragen.

Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over een rechtsgeding dat werd ingespannen door het Rode Kruis en Unicef. Uit de notulen van de zitting van de bestendige deputatie op 25 september kan ik opmaken dat het Belgisch Comité voor Unicef en het Belgische Rode Kruis – Rode Kruis Vlaanderen op 22 september ’14 een dagvaarding hebben laten betekenen aan de PROVINCIE ANTWERPEN 1569

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) provincie. De deputatie heeft beslist een raadsman aan te stellen om de belangen van de provincie te behartigen. Kan u mij laten weten wat er precies aan de hand is ?

Antwoord van de deputatie (20 november 2014): De feiten hebben betrekking op het volgende. De provincieraad heeft in de zitting van 23 september 2004 beslist om het legaat van mevrouw Christina Ackermans, overleden op 21 november 2003, bestaande uit kasteeldomein Pulhof in Wijnegem te aanvaarden onder de in het testament opgelegde voorwaarden. Deze voorwaarden hebben o.a. betrekking op de last om aan het kasteeldomein Pulhof een culturele bestemming te geven. De provincie werd namelijk aangesteld als bijzondere legataris. Eisers zijn de algemene legatarissen van dit legaat en stellen dat tot op heden, zijnde bijna 10 jaar na de aanvaarding van het bijzonder legaat onder last, de provincie nog steeds geen culturele bestemming heeft gegeven aan het Kasteeldomein Pulhof en dit volgens hen ook niet zinnens is te doen. Eisers stellen dat mevrouw Christina Ackermans dit nochtans uitdrukkelijk als last had opgelegd aan de provincie. De niet vervulling van de last dient bijgevolg gesanctioneerd te worden door de herroeping van het bijzonder legaat overeenkomstig artikel 954 en 1046 van het Burgerlijk Wetboek, zo stellen eisers. Het bestuur kon zelf geen initiatief nemen om dit legaat te laten herroepen omdat de aanvaarding van een nalatenschap in principe een onherroepelijke rechtshandeling is.

Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de subsidies aan de vzw Vereniging van Vlaamse Journalisten. Al jaren ontvangt de VZW Vereniging van Vlaamse Journalisten (VVJ) een nominatieve werkingssubsidie van het Antwerpse provinciebestuur. Als ik mij niet vergis beliep die de laatste jaren 5.000 euro. Kan u mij uitleggen waarom deze VZW deze subsidie precies ontvangt en vanaf wanneer deze subsidie wordt verstrekt en welke bedragen in de loop van tijd aan deze VZW werden uitgereikt ? Kan u mij ook verklaren waarom de provincie een werkingssubsidie verstrekt aan een organisatie wiens hoofdzetel niet binnen de provincie Antwerpen ligt ? In het verleden werd er ook een subsidie gegeven aan de VZW Antwerpse Pershuis ? Wordt deze nog gegeven ?

Antwoord van de deputatie (20 november 2014): De toelage aan de Vereniging van Vlaamse Journalisten – afdeling Antwerpen werd in 1996 opgestart. Deze subsidie bedraagt jaarlijks 5000 euro. De eerste jaren werd dit bedrag opgesplitst en kreeg ook de BFFB – de Beroepsunie van Foto en Filmpers België een toelage. Doel van deze subsidie is het stimuleren van kwalitatieve journalistiek en ondersteuning van journalisten in onze regio. Ieder jaar brengt de VVJ Antwerpen hiervoor een verslag binnen van haar werking en begroting. Zij organiseren bijvoorbeeld jaarlijks een speeddate tussen journalisten en woordvoerders, hebben een PROVINCIE ANTWERPEN 1570

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) journalistenloket en geven infosessies rond auteursrechten. De hoofdzetel is inderdaad in Brussel maar de subsidies worden integraal ter beschikking gesteld aan de Antwerpse afdeling van de VVJ. Gezien zij geen apart statuut hebben, kan dit enkel verlopen via de hoofdzetel. Wat betreft het Antwerps pershuis: daar worden nu geen subsidies meer aan toegekend. In 1986 ondertekende de provincie een samenwerking met de Vlaamse Overheid en de stad Antwerpen voor de oprichting van het Internationaal Pershuis. Van 1996 tot en met 2012 kregen zij een jaarlijkse een subsidie van de provincie van 37.000 euro. Het laatste jaar in 2012 bedroeg dit bedrag 40.000 euro (aangepast aan index). Toen de andere partners hun engagementen introkken was het Antwerps pershuis genoodzaakt om haar werking te stoppen. Ook de provincie stopte daarom met de toelage. Een deel van de werking, oa het journalistenloket, werd overgenomen door de VVJ – Antwerpen. Schriftelijke vraag van 27 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de door het Antwerpse provinciebestuur betaalde bedragen aan de regionale TV-zenders RTV en ATV. Kan u mij, opgesplitst per dienstjaar, laten weten welke bedragen er vanuit het Antwerpse provinciebestuur, APB’s en aanverwante in de loop van deze legislatuur rechtstreeks of onrechtstreeks werden uitgekeerd aan de regionale TV-zenders RTV & ATV. Bovendien had ik graag vernomen wat de exacte kostprijs is van de provinciale uitzendingen 100 % Cultuur en Rondje Provincie ?

Antwoord van de deputatie (28 november 2014): Hieronder vindt u een overzicht van de bedragen opgesplitst per dienstjaar die uitgekeerd werden aan de regionale TV-zenders RTV & ATV. Dienst

omschrijving

bedrag betaald 2013 (euro)

Departement Cultuur

100% Cultuur ( via Prospekta vzw) + spot Collectiedagen WO I Provant.be/Rondje Provincie Beeldmateriaal 130117 Bevers DVD “Onder Cover Magazine

152.178,83

bedrag betaald 2014 tot heden (euro) 150.000,00

229.166,52

208.892,32

Communicatiedienst Departement Leefmilieu Prov. Bibliotheekcentrum


30,00 113.525,87

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Dienst

Communicatiedienst

Hooibeekhoeve PRC Zilvermeer Kamp C De Schorre Provinciaal Bib Centrum

omschrijving

bedrag betaald 2013 (euro)

provant.be/ Rondje provincie aanpassing generieken voor nieuwe huisstijl mediacampagne Prominant Promo Ecofeest Promo Winterfeest spot + kopie DVD Spot Ecofeest diverse spots op RTV Dagkrant "Bladwijzer" magazine

229.116,74

Totaal alleen ATV Totaal alleen RTV

494.901,22 367.197,00 2013 862.098,22

algemeen totaal per jaar algemeen totaal voor 2 jaar

bedrag betaald 2014 tot heden (euro) 208.892.26

8.215,00 3.630,00 8.098,28

4.023,25 75,00

1.534,28 993,17

993,17

115.609,53 358.892,26 213.983.86 2014 572.875,94

1.434.974,16

Schriftelijke vraag van 30 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over buurtwegen. Kan de bestendige deputatie mij laten weten of er tijdens deze legislatuur klachten zijn binnengekomen m.b.t. buurtwegen en of er vragen werden gesteld m.b.t. het verleggen of afschaffen van buurtwegen op het grondgebied van de provincie Antwerpen ? Zo ja, over welke buurtwegen ging het precies en welk gevolg werd er door het Antwerpse provinciebestuur gegeven aan deze klachten en/of vragen ? Hoeveel dossiers werden er afgerond en hoeveel zijn er nog aanhangig ?

Antwoord van de deputatie (20 november 2014): De dienst Stedenbouwkundige Beroepen richt zich specifiek op de ondersteuning van de lokale besturen en het behandelen van concrete aanvraagdossiers inzake buurtwegen. Specifieke klachten dienen echter steeds te worden gericht aan de provinciegouverneur. Indien nodig wordt de dienst Stedenbouwkundige Beroepen (en/of de eigen juridische dienst) gevraagd advies uit te brengen m.b.t. een klacht. Sinds midden mei 2014 werden er een honderdtal vragen gericht aan de Dienst Stedenbouwkundige beroepen. Deze vragen komen doorgaans telefonisch en/of via e-


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) mail. De verzoekers zijn in hoofdzaak gemeentebesturen, landmeters of de eigenaars van het lijdend erf. Gemeentebesturen stellen meestal vragen m.b.t. de te volgen procedure of wensen concrete juridische vraagstukken voor te leggen. Landmeters hebben naast de voorgeschreven procedure ook vragen m.b.t. dossierinhoud en planologische weergave. Betrokken eigenaars wensen vaak duidelijkheid m.b.t. de aan hun eigendom verbonden verplichtingen en eventuele mogelijkheden inzake verjaring. In mindere mate ontvangt de dienst ook meldingen van buurtbewoners of verenigingen, die pleiten voor behoud en de daarmee gepaard gaande gemeentelijke verantwoordelijkheid. Strategie van de dienst Stedenbouwkundige Beroepen is voormelde vragen op zeer korte termijn te beantwoorden. Dit gebeurt doorgaans in samenwerking met de eigen juridische dienst en/of de provinciale dienst Trage Wegen. In 2014 werden tot op heden 17 dossiers behandeld en beslist. Een tiental dossiers zijn lopende en worden momenteel nog bijgestuurd of behandeld door de betrokken besturen. Ter informatie een beknopt overzicht van de afgewerkte dossiers buurtwegen 2014: gemeente Ranst Willebroek

weg voetweg 17 buurtwegen 26 en 27 buurtweg 98 voetweg 100 buurtweg 28 Vogelsanck

thematiek gedeeltelijke verlegging gedeeltelijke afschaffing

beslissing goedkeuring goedkeuring

gedeeltelijke afschaffing gedeeltelijke verbreding gedeeltelijke afschaffing onteigeningsplan

goedkeuring

rooi- en onteigeningsplan

Malle

Onze Lieve Vrouwstraat Zwaluwkens

Zwijndrecht

buurtweg 23

gedeeltelijke verlegging

Lille Schelle

voetweg 33 buurtweg 2 en 30 buurtweg 52

gedeeltelijke afschaffing gedeeltelijk verleggen en verbreden gedeeltelijke afschaffing

buurtweg 28

gedeeltelijke afschaffing

goedkeuring foutieve procedure foutieve procedure foutieve procedure foutieve procedure goedkeuring onvoldoende motivatie foutieve procedure goedkeuring

buurtweg 20 buurtweg 244 buurtweg 133 Bredabaan buurtwegen 20 en 27

gedeeltelijke verbreding gedeeltelijke gedeeltelijke gedeeltelijke

goedkeuring goedkeuring goedkeuring goedkeuring goedkeuring

Malle Schelle Malle Malle

Retie SintKatelijneWaver Malle Malle Malle Antwerpen Antwerpen

rooi- en onteigeningsplan

verbreding verbreding afschaffing afschaffing

De recente wijzigingen inzake de regelgeving buurtwegen maken de provinciale goedkeuringsbevoegdheid concreet en actueel.


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Ten eerste is het belangrijk de gemeentebesturen voldoende te begeleiden bij het impliceren van de “vernieuwde” procedure. Ten tweede mag er vanuit gegaan worden dat het aantal vragen en het aantal dossiers, zullen toenemen in de toekomst. Een transparante en open communicatie met de gemeentebesturen wint hier aan belang.

Schriftelijke vraag van 30 oktober 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de provinciale steun aan de Kempische cultuurkrant "Suiker". Het Antwerpse provinciebestuur ondersteunt al jaren ‘Suiker’ – de cultuurkrant van de Kempen. Kan u mij laten weten hoeveel deze ondersteuning precies bedraagt op jaarbasis en hoeveel geld er sinds het begin van de provinciale ondersteuning naar ‘Suiker’ is gegaan ? Verder had ik graag vernomen op welke basis deze ondersteuning wordt uitgekeerd ?

Antwoord van de deputatie (20 november 2014): In 2009 verscheen het eerste nummer van Suiker. De provincie heeft Procart vzw gedurende de periode 2010-2013 op volgende wijze ondersteund: 2010: 20.000 euro aankoop artikelruimte 2011: 31.250 euro aankoop artikelruimte en 30.000 euro subsidie ad nominatim 2012: 33.749,98 euro aankoop artikelruimte en 20.000 euro subsidie ad nominatim 2013: stopzetting aankoop artikelruimte en een laatste subsidie ad nominatim van 20.000 euro Sinds dit jaar is de cultuurkrant Suiker geïntegreerd in 100% CULTUUR, de provinciale cultuurcommunicatie die gecoördineerd wordt door Prospekta. In het kader van deze samenwerking ontvangt de vzw Kempense cultuurcommunicatie vanwege Prospekta een jaarlijkse vergoeding van 25.000 euro.

Schriftelijke vraag van 2 november 2014 van de heren Steven VOLLEBERGH en Jan CLAESSEN, provincieraadsleden (Vlaams Belang) aan de deputatie over het gezichtsveld van het groendomein Rivierenhof. Verschillende scheidingsmuren van privé woningen/tuinen op de Turnhoutsebaan grenzen aan het groendomein Rivierenhof. (huisnummers 168, 170, ….230). Doordat er in het verleden diverse bouwmaterialen en – stijlen zijn gebruikt ogen deze ‘blinde achtermuren’ niet erg fraai. Visueel zou het aangewezen zijn om de scheidingsmuren (of 50 cm. voor de muren) te bekleden met groen of rietmatten. -

Heeft de provincie in het verleden enig overleg gehad met de bewoners om het gezichtsveld van de Rivierenhof-bezoekers te verbeteren en de achtermuren een vriendelijkere uitstraling te geven? PROVINCIE ANTWERPEN 1574


Kan in het belang van de domeinbezoekers en in samenspraak met de omwonenden een betaalbare oplossing worden gevonden om deze scheidingsmuren te verfraaien?

Antwoord van de deputatie (20 november 2014): De provincie heeft in het verleden geen overleg gehad met de bewoners omdat dit tot nu toe niet als een prioritair probleem is ervaren. Dat het een probleem zou zijn valt ook niet formeel af te leiden uit de input die we al dan niet rechtstreeks krijgen vanuit de bezoekers van het Rivierenhof. De vraag of in het belang van de domeinbezoekers en in samenspraak met de omwonenden een betaalbare oplossing kan worden gevonden om deze scheidingsmuren te verfraaien peilt naar een beleidsintentie. Maar het antwoord zit in feite al vervat in het antwoord op vraag 1. Gezien het niet als prioritair ervaren wordt, zal ook omwille van de steeds beperktere budgettaire mogelijkheden hier niet onmiddellijk actie rond worden genomen.

Schriftelijke vraag van 3 november 2014 van de heer Steven VOLLEBERGH, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het personeel van de provinciale musea. Klopt het dat het personeel van de provinciale musea in Antwerpen overweegt om te staken? Blijkbaar worden sommige van de personeelsleden vervangen door privé bewakingsagenten. Kan u mij meedelen of dit klopt? Zo ja, wat de kostprijs is van de privatisering van het personeel. Hoeveel personeelsleden vloeien er af? Benoemingen en aanwervingen werden stopgezet. Wanneer vond de laatste bevordering/aanwerving plaats? Antwoord van de deputatie (20 november 2014): In uw schriftelijke vraag van 3 november 2014 stelt u vragen m.b.t de bewaking in de Antwerpse provinciale musea. Als antwoord kunnen wij u het volgende meedelen: In de zitting van 16/5/2013 heeft de deputatie het principe goedgekeurd om de suppoostenwerking te hervormen. De bewaking van alle musea werd nu gecentraliseerd vanuit de stafdienst. De suppoosten kunnen op alle locaties ingezet worden. Bij pensionering, bevordering, uit dienst (wanneer een suppoost elders gaat werken) zijn er geen nieuwe aanwervingen, maar worden de bewakingsbehoeften opgevangen door beroep te doen op een privé bewakingsfirma. Hetzelfde gebeurt in geval van tijdelijke afwezigheden (wegens bv. ziekte, loopbaanonderbreking, …). Op deze wijze is een meer (kosten)efficiënte en flexibele werking mogelijk. In het kader van deze reorganisatie was er geen sprake van afvloeiingen. Deze hervormingen gebeurden steeds in nauw overleg met personeel en vakbonden.


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Schriftelijke vraag van 6 november 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het uitgeven van gadgets/relatiegeschenken. Om haar naambekendheid te ondersteunen verspreidt de provincie wellicht verschillende gadgets en andere hebbedingen tijdens manifestaties en andere aangelegenheden. -

-

-

Worden er nog gadgets met het oude logo van de provincie verspreid? Welke gadgets met nieuw logo verspreidt de provincie tijdens openbare publieksmomenten? Worden er naar aanleiding van ontvangst van bepaalde gasten of verenigingen relatiegeschenken gegeven? Zo ja, welke? Wie bepaalt de aankoop en de verspreiding van gadgets/relatiegeschenken? Wat was het jaarlijks budget in 2013 en 2014 voor deze gadgets/relatiegeschenken?

Antwoord van de deputatie (28 november 2014): De promotiegadgets en hebbedingen met provinciaal logo worden aangekocht en beheerd door de Communicatiedienst. De relatiegeschenken worden aangekocht en beheerd door de Facilitaire dienst – team Plechtigheden en Protocol. -

De diensten, buitendiensten, APB’s en met de provincie geassocieerde instellingen krijgen tot 1 juni 2015 de tijd om hun resterende gadgets met het oude logo te verspreiden tijdens publieksmomenten. Na deze periode mogen alleen nog gadgets met het nieuwe logo worden verspreid. De Communicatiedienst heeft zelf geen voorraden meer met het oude logo en verdeelt daarom alleen nog promotiemateriaal met het nieuwe logo aan de provinciale diensten.

-

Het huidige assortiment met nieuw logo kan opgedeeld worden in enkele categorieën:  Congresmateriaal: witte draagtassen uit FSC-papier, biologisch afbreekbare balpennen met langschrijvende vulling en infomapjes uit FSCkarton;  Gadgets: Slap-wraps (retro-reflecterende armbandjes met veerstaal), driehoekige logo-pins met vlinderclipje en USB-geheugensticks van 1 Gb  Kleding: fluovesten in twee maten (XL en M), fluo rugzakhoezen en Tshirts voor standenpersoneel (dames- en herenmodel in telkens 4 maten: M-L-XL-XXL);  Zelfklevers in verschillende formaten: 2 kleine formaten voor binnengebruik, 3 kleine en 2 grote formaten voor buitengebruik en een zelfklever voor gebruik op autoruiten.

-

Er wordt door de Communicatiedienst geen standaardpakket van promogadgets voorzien voor bezoekers of verenigingen. De Communicatiedienst maakt voor de gelegenheid een kleine selectie uit het assortiment in samenspraak met de aanvragende dienst. Deze selectie zal dan bestaan uit 1 of 2 zaken in een draagtasje. Naar aanleiding van de ontvangst van bepaalde gasten worden er relatiegeschenken voorzien door de Facilitaire dienst. De keuze voor het geschenk hangt steeds af van de gelegenheid en kan o.a. het volgende omvatten: pralines, medailles, een kistje Chapittel, een geschenkmand met streekproducten, PROVINCIE ANTWERPEN 1576

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) fantasiejuwelen, een bronzen beeldje van Suske en Wiske, een likeurbekertje of roestvrijstalen balpennen met provincielogo. -

Het assortiment van de promotieartikelen wordt bepaald door de Communicatiedienst op basis van een compromis tussen kostprijs, beschikbaar budget, de doelmatigheid, promotionele impact, het succes van een artikel, de connectie met provinciale beleidsacties en –initiatieven, milieu-impact, recycleerbaarheid, duurzaamheid en praktische bruikbaarheid. De verdeling van promotiemateriaal aan de provinciale diensten wordt beheerd volgens enkele grondregels. Zo dient het promotiemateriaal om provinciale projecten en acties van deze diensten te ondersteunen en/of bezoekers en deelnemers aan provinciale congressen te ontvangen. Die projecten dienen gratis voor het publiek toegankelijk te zijn. De gadgets worden tijdens het project gratis uitgedeeld. Ze kunnen niet als prijs worden gegeven voor een wedstrijd of actie waarvoor betaald moet worden. Voor grootschalige, terugkerende acties of voor evenementen of wedstrijden die niet gratis zijn, dienen diensten of instellingen eigen middelen voorzien voor de aankoop van promogadgets. Er zijn door de Communicatiedienst ook quota ingesteld per aanvraag en per artikel, zodat met het beschikbare budget zoveel mogelijk verschillende diensten en evenementen kunnen ondersteund worden. De aankoop en verspreiding van relatiegeschenken gebeurt door de Facilitaire dienst op vraag van de deputatie (gouverneur, gedeputeerden, provinciegriffier).

-

Het budget voor promo-artikelen van de Communicatiedienst bedroeg in 2013 40.000 euro, waarvan ± 34.000 euro werd uitgegeven. Voor 2014 werd dit budget verhoogd tot 50.000 euro voor de vernieuwing van het assortiment naar aanleiding van het nieuwe logo. In 2013 werd er voor de relatiegeschenken door de Facilitaire dienst een budget uitgegeven van ongeveer 4.000 euro. In 2014 werd een budget uitgegeven van ongeveer 2.600 euro. In al deze bedragen zit ook de aanvulling van de voorraden vervat.

Schriftelijke vraag van 13 november 2014 van de heer Kris MERCKX, provincieraadslid (PVDA+) aan de deputatie over gratis tickets voor The Night of the Proms 2014. Graag kreeg ik antwoord op volgende vragen in verband met het verkrijgen en verdelen, door het provinciebestuur, van tickets voor The Night of the Proms 2014 in het Sportpaleis: 1) Zo 2) 3) 4) 5)

Werden er gratis tickets gegeven aan het provinciebestuur? ja, Om hoeveel tickets ging het, van welk type en overeenkomend met welk bedrag? Wie besliste over de toewijzing en verdeling? Aan wie werden ze aangeboden en toegewezen en op basis van welke criteria? Kan u mij een lijst overmaken van de begunstigden in het kader van de verantwoording van de besteding van de vergoedingen in natura in ruil voor geleverde diensten contractueel bedongen door de provinciale overheid? PROVINCIE ANTWERPEN 1577


Deze vraag om informatie sluit aan bij mijn ‘Mondelinge vraag voor de opstelling van een reglement houdende de principes, regels en controleprocedures in verband met de aanvaarding en toewijzing van gratis tickets voor evenementen’ naar voor gebracht in de raadszitting van april 2014. En bij de daarover al eerder gehouden en nauwelijks beantwoorde ‘Interpellatie in verband met de wenselijkheid van het bedingen van, en eventuele regels voor het toewijzen van, gratis tickets voor Tomorrowland en gelijkaardige manifestaties , onder andere in het Sportpaleis’ (raadszitting 23/1/2014, agendapunt 14/2). Gezien de eenvoud van de vraag, naar een beperkt aantal gegevens, hoop ik het antwoord nog te mogen ontvangen voor het einde van volgende week.

Antwoord van de deputatie (28 november 2014): In antwoord op uw schriftelijke vraag van 13 november 2014 met betrekking tot gratis tickets voor The Night of the Proms 2014, verwijzen we naar het antwoord op uw interpellatie in de provincieraad d.d. 23 januari 2014 met betrekking tot de wenselijkheid van het bedingen van, en eventuele regels voor het toewijzen van, gratis tickets voor Tomorrowland en gelijkaardige manifestaties. “Het bekomen van gratis tickets voor de provincie gebeurt op basis van overeenkomsten (De Schorre: gebruiksovereenkomst; Sportpaleis: samenwerkingsovereenkomst). Het toekennen van deze gratis tickets is een bevoegdheid van de deputatie, via de bevoegde gedeputeerde uitgevoerd. Bedoeling is inderdaad om zelf een stuk promotie en marketing te kunnen verzorgen binnen het eigen netwerk en daarbuiten. Wat dat betreft is het de bedoeling dat intern raadsleden deze tickets kunnen ontvangen en extern bijvoorbeeld partners die participeren aan het G-sportfonds.”

Schriftelijke vraag van 14 november 2014 van de heer Steven VOLLEBERGH, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over het inzetten van leerlingen van het provinciaal instituut Sint-Godelieve tijdens de "Night of the Proms". Tijdens mijn jaarlijks bezoek aan de 'Night of the Proms' in het Antwerpse Sportpaleis kon ik vaststellen dat leerlingen van het provinciaal instituut Sint-Godelieve activiteiten uitvoerden. Met bijhorend T-shirt met opschrift "pi St-Godelieve" kon ik deze leerlingen herkennen. Daarom graag antwoord op volgende vragen, alsmede graag alle nuttige informatie over deze dienstverlening: -

Is dit een school-gerelateerde opdracht? In welk pedagogisch project past deze opdracht? Is deze opdracht er op vraag van de school of van de organisatie? Krijgen de studenten hiervoor op enige wijze een vergoeding? Waarom dragen zij T-shirt dat verwijst naar de school? Is de deputatie op de hoogte van deze opdracht? Hoe zit het met de verzekering van deze studenten? Indien een school-gerelateerde opdracht, is er vanuit de school ter plaatse controle?


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Antwoord van de deputatie (4 december 2014): De aanwezigheid van de leerlingen op de Night of the Proms was een schoolgerelateerde opdracht die kadert in het werkplek leren (stage) voor de leerlingen van het 7e specialisatiejaar Maatschappelijke Veiligheid. Dit gebeurde zowel op vraag van de school als van de organisatie. De leerlingen ontvangen hiervoor geen enkele vergoeding. De leerlingen droegen een T-shirt dat verwijst naar de school omwille van hun herkenbaarheid bij het uitvoeren van de schoolopdracht. Ook betekent dit reclame voor de school. Het directiecomité van het APB POA (de deputatie) werd niet op de hoogte gebracht van deze opdracht omdat dit een reguliere stage opdracht was. In het kader van de administratieve vereenvoudiging worden de stages en extramurosactiviteiten reeds vele jaren niet geagendeerd voor de deputatie, vanaf 1 januari 2014 het directiecomité van het APB POA. Deze bevoegdheid werd gedelegeerd aan de schooldirecties. Tijdens de uitvoering van dergelijke activiteiten zijn de leerlingen gedekt door de schoolverzekering, vermits dit een activiteit is die tot de lesopdracht van deze leerlingen behoort, ook al valt ze niet tijdens de schooluren. Uiteraard wordt vanuit de school stagecontrole uitgeoefend.

Schriftelijke vraag van 18 november 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over preventieve hulpdiensten op verschillende provinciale evenementen. De Provincie organiseert verschillende evenementen en activiteiten waar meestal een grote toeloop van mensen wordt verwacht. Preventieve hulpdiensten zoals het Vlaamse Kruis vzw, het Rode Kruis vzw, e.a. zorgen indien nodig voor eerste hulp. -

-

Wie beslist (binnen de Provincie) of de aanwezigheid van preventieve hulpdiensten al dan niet vereist is? Op basis van welke criteria wordt de preventieve hulpdienst aangewezen? Graag een overzicht van de evenementen/activiteiten in 2014 waar de preventieve hulpdiensten aanwezig waren en voor welke vzw er werd gekozen.

Antwoord van de deputatie (22 december 2014): De meeste grote evenementen worden georganiseerd binnen het Departement Vrije Tijd van de provincie Antwerpen. Hierna wordt u een overzicht gegeven vanuit de verschillende provinciale diensten/instellingen die over een grote autonomie beschikken wat het dagelijks beheer betreft. Provinciale Groendomeinen regio Antwerpen (PGRA): - vraag 1: Voor ieder evenement dient de directie een aanvraag in bij de betrokken gemeente. In deze aanvraag wordt bij politie en brandweer advies gevraagd over de te nemen maatregelen. Standaard voorziet PGRA voor alle evenementen een preventieve hulppost, ook al is het niet opgelegd door de gemeente, politie of brandweer.



vraag 2: PGRA werkt al jaren samen met het rode kruis. Hierdoor is er een vlotte samenwerking en weten zij wat er voor ieder evenement moet voorzien worden.

-

Vraag 3: Rivierenhof Valentijnrun 9 februari 2014: hulppost aanwezig, aangevraagd via Antwerp Athletics; Tuinkriebels Pulhof 3 en 4 mei 2014: hulppost van het Rode kruis aanwezig; Rozenfeest Rivierenhof 8 juni 2014: hulppost van het Rode kruis aanwezig; Ecodroom Rivierenhof 12 oktober 2014: hulppost van het Rode kruis aanwezig.

Provinciale Groendomeinen regio Mechelen (PGRM): - vraag 1: Standaard voorziet PGRM geen preventieve hulppost. Zeker niet op eigen evenementen, die te kleinschalig zijn. Dit is beslist door de directie in samenspraak met de lokale politie. -

vraag 2: Op eigen evenementen worden ‘nijverheidsmensen’ ingeschakeld. Dit is eigen personeel dat opgeleid werd om eerste hulp te bieden bij eventuele ongevallen.

-

Vraag 3: Op evenementen en activiteiten door derden en door sportclubs, worden wel steeds hulpdiensten ingeschakeld. Dit zijn ofwel grootschalige, ofwel sportieve evenementen. Zo waren er in 2014: Highlandgames, hier was Rode Kruis aanwezig; Piknik Fantastik, Vlaamse Kruis; Jazz Vrijbroek en Hockeytoernooien, hier heeft de organisator zowel Rode Kruis als Vlaamse Kruis ingeschakeld.

Provinciale Groendomeinen regio Kempen (PGRK): - vraag 1: Er wordt beslist door de educatoren (event-verantwoordelijken) in overleg met het diensthoofd. In specifieke gevallen (zeer grote initiatieven) wordt ook het advies van gemeente en hulpdiensten gevraagd. -

vraag 2: die beslissing is gebaseerd op basis van ervaringen uit het verleden en inschatting van mogelijke risico’s. Een voorbeeld hiervan is het verschil tussen een jogging en een insectenwandeling (jogging met ongeveer 150 lopers – insectenwandeling met ongeveer 20 wandelaars). Vanuit de ISO-norm tracht PGRM voor organisaties te kiezen uit de directe omgeving van het evenement.

-

Vraag 3: Enkel voor de Recreatieve jogging op 27 september 2014 in het Prinsenpark werd het Rode Kruis afdeling Retie ingeschakeld.

Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer: - vraag 1: De externe events, waarvoor Zilvermeer alleen receptief optreedt, moeten voldoen aan de algemene wetgeving. Deze is opgemaakt door FOD Volksgezondheid en werd uitgewerkt in de PRIMA-richtlijnen. Voor eigen activiteiten van Zilvermeer doet men alleen voor Pennenzakkenrock een jaarlijkse prijsvraag, gelet op de omvang (meer dan 85 hulpverleners) en de kostprijs daarvan. Voor andere initiatieven zoals de scholencross is de inzet aan hulpvoorziening zeer bescheiden en de kostprijs dus ook te laag om daar telkens prijs voor te vragen. -

vraag 2: er gebeurt door het Zilvermeer zelf meestal 1 prijsvraag voor een jaarcontract. In 2014 werd er toegewezen aan het Rode Kruis Mol.

-

Vraag 3: Festivalorganisator Legacy werkte met Hulp- & Ambulancedienst ALERT vzw; AVEVE Veldcross werkt met Flack – Ambuce; Straatkunsten festival met


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Rode Kruis Mol; Zomersfeer met Rode Kruis-Vlaanderen; Zilvermeer dus zoals hierboven aangehaald met Rode Kruis Mol. Provinciaal Recreatiedomein De Schorre: - vraag 1: Voor ieder evenement dient de directie een aanvraag in bij de gemeente (rampenambtenaar) In deze aanvraag wordt bij politie en brandweer advies gevraagd over de te nemen maatregelen. Standaard wordt rekening gehouden met PRIMA. De directie beslist. Derden regelen zelf hulpdiensten voor hun evenementen op De Schorre, zij kunnen rekenen op ondersteuning van De Schorre, indien nodig. -

vraag 2: De Schorre doet een tweejaarlijkse prijsvraag en aanbesteding. In 2013 gebeurde dit en kwam het Rode Kruis als beste partner eruit. In 2015 zal een nieuwe prijsvraag gebeuren.

-

Vraag 3: Rode Kruis: alle evenementen op De Schorre (behalve de zeer kleinschalige dagevenementjes).

Provinciaal Sport- en Recreatiecentrum De Nekker: - vraag 1: Bij interne organisaties beslist de directeur op basis van een risicoanalyse over inzet hulpdiensten. Bij evenementen van externe organisaties ligt de beslissing bij de organisatie zelf. Dit gebeurt op basis van een risicoanalyse, en dient ook te worden voorgelegd aan de directeur van de Nekker. -

vraag 2: Er gebeurt een risico-analyse, en op basis daarvan wordt beslist of er een hulpdienst wordt aangewezen. Welke hulpdienst wordt ingeschakeld staat niet vast, maar is afhankelijk van beschikbaarheid, prijs, etc.

-

Vraag 3: In 2014 waren er twee eigen events waarvoor hulpdiensten werden ingeschakeld: Lekkere Nekker en Doedagen. Dit was het Rode Kruis. De externe organisaties die op De Nekker activiteiten organiseerden in 2014, hadden verschillende hulpdiensten ingeschakeld.

Arboretum Kalmthout: - Vraag 1: de directie beslist, al of niet op voorspraak van het Milieuaanspreekpunt of externe organisator. -

Vraag 2: Op basis van het te verwachten aantal en het type bezoekers wordt dit beslist, maar nog belangrijker is de aard van het evenement. Zo is het voor wandelingen voor gemiddelde bezoekers minder nodig dan voor een mechanische animatie waar veel kinderen of senioren aan deelnemen.

-

Vraag 3: in 2014 was dit niet aan de orde en werden er dus geen preventieve hulpdiensten ingeschakeld.

Schriftelijke vraag van 18 november 2014 van de heer Jan CLAESSEN, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de aanwezigheid van defibrillators in openbare gebouwen. Via ‘Gazet van Antwerpen’ konden we vernemen dat de defibrillator tijdens het weekend van 15/11 en 16/11 twee mensenlevens redde. Daarom had ik graag vernomen: PROVINCIE ANTWERPEN 1581


In welke gebouwen/domeinen van de provincie een AED-toestel aanwezig is. Hoeveel werknemers kennis hebben van de werking van dit toestel.

Antwoord van de deputatie (16 januari 2015): In welke gebouwen/domeinen van de provincie is er een AED-toestel aanwezig? De provincie Antwerpen beschikt over 22 AED toestellen. PaS Lozanagebouw Coveliersgebouw Veiligheidsinstituut Instituut voor Hygiëne Zilvermeer De Schorre Vormingscentrum Malle Vrijbroekpark Arenbergschouwburg Sportcentrum Peerdsbos Modemuseum Fotomuseum Suske en Wiske Kindermuseum Arboretum Kalmthout Provinciaal Instituut Sint Godelieve: Brialmontlei Provinciaal Instituut Sint Godelieve: Jacob Jordaenstraat Provinciaal Instituut Sint Godelieve: Turnhoutsebaan Deurne PITO Stabroek PTS Campus Mechelen PTS Campus Boom PIVA Hoeveel werknemers hebben kennis van de werking van dit toestel? Hoewel de AED-toestellen worden gepromoot als bruikbaar voor iedereen, wordt er in de literatuur vaak omschreven dat een basiskennis nodig is om het toestel goed te kunnen gebruiken. Dit omdat defibrilleren niet de enige handeling is. Reanimeren is ook nodig. Vanuit dit standpunt krijgen alle EHBO-medewerkers van de provincie in hun jaarlijkse opfrissingscursussen de theorie en praktijk van reanimeren en defibrilleren. Elke EHBOmedewerker is dus in staat om het toestel te gebruiken en, indien nodig, hieraan gekoppeld een reanimatie uit te voeren. Er volgen jaarlijks ongeveer 160 medewerkers de EHBO-opfrissingscursus. Schriftelijke vraag van 21 november 2014 van de heer Koen PALINCKX, provincieraadslid (N-VA) aan de deputatie over waterbeleid in het gebied Hoekakker te Ekeren. Op 28 augustus 2014 vond een vergadering plaats over de signaalgebieden. Tijdens deze vergadering waren vertegenwoordigers van het bekkensecretariaat aanwezig en van de provincie. PROVINCIE ANTWERPEN 1582

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Een van de items tijdens deze vergadering was de bespreking van het gebied Hoekakker te Ekeren. Volgens het verslag werd er gesteld dat de provincie niet wil ingaan op de plannen van projectontwikkelaar Vooruitzicht om via ingrepen in de Oudelandse Beek het waterbergend vermogen van het gebied Hoekakker te Ekeren-Donk te vergroten. Verder werd tijdens de vergadering geconcludeerd dat Hoekakker opgenomen zal worden in de lijst van de signaalgebieden omwille van de grote watergevoeligheid en een volledig overstromingsrisico bij een T=50. Graag had ik van de gedeputeerde vernomen wat de consequentie is van het opnemen van Hoekakker in de lijst van signaalgebieden? Wat is het resultaat inzake Hoekakker van de Algemene bekkenvergadering welke zou doorgaan op 4 november jongstleden? En wat zijn de verdere stappen die in het kader van de opname van dit gebied als signaalgebied ondernomen moeten en zullen worden? Graag had ik ook vernomen of u mij de stand van zaken kan meedelen van de “werkgroep samenwerkingsovereenkomst afwateringsproblematiek noordelijk deel Schijn”, zoals bepaald werd in het Gewestelijk RUP afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen. Volgens de teksten van het GRUP op p. 29 is ook de provincie vertegenwoordigd in deze werkgroep. Binnen deze werkgroep moest ook de (water)problematiek van de site Hoekakker onderzocht worden zoals bepaald werd in de Plan MER en de nodige voorstellen worden gedaan om deze problematiek op te lossen. Er staat letterlijk : “Het reserveren van het woongebied Hoekakker tot een latere datum garandeert de uitvoering van de door de werkgroep onderzochte maatregelen ter voorkoming van de wateroverlast.” Kan u mij meedelen of deze werkgroep ooit is samengekomen en welk standpunt de provincie binnen de werkgroep heeft ingenomen? Wat waren de conclusies en welke voorstellen liggen dan voor om de wateroverlast te voorkomen of op te lossen, gelet op het feit dat Hoekakker vanaf 31/12/2015 omgezet wordt van woonuitbreidingsgebied naar woongebied? Voor wanneer zal de uitvoering van deze maatregelen voorzien zijn?

Antwoord van de deputatie (12 december 2014): Graag bezorgen wij u een antwoord op uw vragen met betrekking tot het gebied Hoekakker Ekeren en de werkgroep samenwerkingsovereenkomst afwateringsproblematiek noordelijk deel Schijn. Het klopt dat voor het gebied Hoekakker een procedure loopt om het gebied af te bakenen als signaalgebied in functie van een startbeslissing van de Vlaamse regering. Signaalgebieden zijn niet ontwikkelde gebieden waar een tegenstrijdigheid kan bestaan tussen de geldende ontwikkelingsperspectieven en de belangen van het watersysteem. Op 28 augustus 2014 heeft het bekkensecretariaat van het Benedenscheldebekken in opdracht van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) een voorbereidende vergadering georganiseerd rond de selectie van een derde reeks signaalgebieden. De provincie was als bestuur niet op deze vergadering uitgenodigd maar zat via haar vertegenwoordiging in het bekkensecretariaat de vergadering wel bij. De provincie heeft voor alle duidelijkheid geen beslissingsbevoegdheid in het afbakenen van signaalgebieden, wel de Vlaamse regering. In recente persartikels wordt foutief het tegendeel beweerd. De provincie is uiteraard wel betrokken partij bij de algemene PROVINCIE ANTWERPEN 1583

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) problematiek van de signaalgebieden: als waterloopbeheerder, als partner binnen de CIW, als ruimtelijke planner, …. In dat kader volgen de dienst Integraal Waterbeleid en de dienst Ruimtelijke Planning de verdere uitwerking van de signaalgebieden nauw op. Er werd hiertoe in 2012 zelfs een interne werkgroep ‘ruimte voor water’ opgericht. De vermelde diensten hebben tot op heden nog geen plannen gezien voor de ontwikkeling van Hoekakker. De Vlaamse regering heeft op 29 maart 2013 een conceptnota goedgekeurd met de aanpak voor het vrijwaren van het waterbergend vermogen in Vlaanderen. In deze conceptnota is een werkwijze opgenomen voor de totstandkoming van de signaalgebieden waarbij – per signaalgebied – een voorstel tot verdere aanpak met inbegrip van een voorstel tot in te zetten instrumentarium en eventueel initiatiefnemer wordt uitgewerkt. Er werd ook beslist de signaalgebieden gefaseerd in drie reeksen aan de Vlaamse regering voor te leggen. Voor de eerste twee fases van reeks 1 werd respectievelijk op 24/01/2014 en 09/05/2014 een beslissing genomen. De voorstellen van startbeslissing reeks 2 liggen momenteel ter goedkeuring voor. Momenteel zijn de bekkensecretariaten de beslissing van de Vlaamse regering over de reeks 3 signaalgebieden aan het voorbereiden. Een eerste stap hierbij vormt de selectie van de meest aangewezen gebieden waarvoor een beslissing van de Vlaamse regering een duidelijke meerwaarde biedt. De voorbereidende vergadering van 28 augustus 2014 kaderde in deze stap. De provinciaal vertegenwoordiger in het bekkensecretariaat heeft op deze vergadering voor het eerst vernomen dat er gedacht zou worden aan bijkomende berging in de Oudelandse Beek voor de extra aangesloten verharde oppervlakte. Hier werd in eerste instantie - en zonder kijk op de plannen - negatief op gereageerd want dit past niet in de drietrapsstrategie van het integraal waterbeleid: vasthouden aan de bron, bergen en pas dan vertraagd afvoeren. Op de Algemene Bekkenvergadering van het Benedenscheldebekken van 4 november 2014 is de selectie van de reeks 3 signaalgebieden, waaronder het gebied Hoekakker, goedgekeurd. Deze selectie heeft als gevolg dat de Vlaamse regering in 2015 of 2016 een beslissing zal nemen over de gewenste ontwikkeling van het gebied, het instrument en de initiatiefnemer. In de loop van 2015 zal het bekkensecretariaat in nauw overleg met de betrokken lokale besturen, waterbeheerders en andere actoren binnen de bekkenstructuren een startbeslissingsfiche voor het signaalgebied Hoekakker voorbereiden. Tijdens dit overlegproces zal de contour van het signaalgebied verfijnd worden tot een logisch geheel waarbinnen een duidelijk ontwikkelingsperspectief, uitgaande van de meerwaarde die het watersysteem aan de ontwikkeling van de omgeving kan bieden, voorgesteld wordt. Deze fiche wordt vervolgens goedgekeurd door de Vlaamse regering en vormt de start van een verder overlegproces, getrokken door de gekozen initiatiefnemer, tot realisatie. Ondertussen, tot zolang er geen vervolgtraject door de Vlaamse regering is goedgekeurd voor het gebied Hoekakker, dient men zich te richten naar de omzendbrief ‘richtlijnen voor de toepassing van de watertoets voor de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden (LNE/2013/1)’. De omzendbrief voorziet in een bewarend beleid in de signaalgebieden waarvoor de Vlaamse regering nog geen vervolgtraject heeft goedgekeurd en waar mogelijk een herbestemming nodig is op basis van de overstromingskans. Met dat bewarend beleid wordt vermeden dat vergunningen en plannen een schadelijk effect op het watersysteem hebben in afwachting van een ruimere analyse op (deel)stroomgebiedniveau. PROVINCIE ANTWERPEN 1584


Het gebied Hoekakker zit niet in de scoop van de werkgroep voor de opmaak van een samenwerkingsovereenkomst rond de afwatering van het gebied rond het Logistiek Park Schijns. Het gebied dat hierin gevat wordt situeert zich immers stroomafwaarts de monding van het Schoon Schijn in het Groot Schijn. Wat wel een invloed heeft op het gebied Hoekakker is het project ter hoogte van de spoorwegen tussen de Laarsebeek en de Oudelandse Beek. Dit ligt momenteel stil omdat het RUP Oude Landen werd aangevochten bij de Raad van State en er nog geen uitspraak is in dit dossier. Bedoeling van het project is om meer ruimte voor water te creëren en de waterhuishouding van de Laarsebeek, de Oudelandse Beek en de Donksebeek te verbeteren. Daarnaast kan er ook nog gemeld worden dat een aantal jaren geleden het Groot Schijn ter hoogte van het Lobroekdok door VMM werd geknipt waardoor het volledige bovenstroomse debiet daar afgetakt wordt naar het Albertkanaal zodat het benedenstroomse gedeelte van het Groot Schijn van aan de uitmonding van de Laarsebeek minder belast wordt. Deze ingreep heeft naar alle waarschijnlijkheid wel een positief effect gehad op de wateroverlastproblemen in Ekeren. Ondanks de positieve impact op de waterhuishouding die van beide voornoemde projecten kan verwacht worden, kan er niet gegarandeerd worden dat dit de problemen ter hoogte van Hoekakker zal kunnen oplossen.

Schriftelijke vraag van 2 december 2014 van mevrouw Loes VAN CLEEMPUT, provincieraadslid (Groen) aan de deputatie over het Burgemeestersconvenant en het klimaatbeleid van de provincie Antwerpen. Hierbij vindt u een hele bundel vragen. -

Leefmilieusubsidies 2012-2014: o Graag een overzicht van de organisaties die een subsidies ontvingen (2013 & 2014), met bijhorend bedrag, onder de noemer “subsidie voor leefmilieuprojecten” o Het reglement en kader rond dit subsidiebeleid  Hoe kunnen organisaties deze subsidies aanvragen?  Welke criteria worden gehanteerd?  Hoe worden deze dossiers tegen elkaar afgewogen?  Andere relevante informatie met betrekking tot overkoepelende vraag

-

Burgemeestersconvenant o Momenteel hebben 32 gemeenten van Provincie Antwerpen ingetekend. Zal de provincie nog acties ondernemen om meerdere gemeenten hierop te laten intekenen? o Wat is het ondersteuningsplan dat de provincie aanbiedt?  Welke acties heeft de provincie afgelopen jaren ondernomen?  Welke acties staan gepland voor dit jaar en komende jaren?


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) o o

Hoeveel personeelsinzet is er voorzien dit jaar om gemeenten te ondersteunen? Hoeveel bestaat het juiste bedrag dat voorzien is vanuit de werkingskosten (57030 euro) om de gemeenten te ondersteunen voor de burgemeestersconvenant?

-

Campagne ‘Organisatie Gemeente Klimaatneutraal’ o Waarom heeft de provincie destijds overwogen om gemeenten hier (ook?) in te ondersteunen en niet om enkel te opteren om gemeenten te stimuleren en ondersteunen in het kader van de burgemeestersconvenantscampagne? o Welke gemeenten hebben wel hier op ingetekend maar niet op de deelname van burgemeestersconvenant? o Het ondersteuningsplan (stappenplan en actieplan) dateert van 2011, is dit nog steeds de recente versie en indien ja, in hoeverre zit dit plan op schema? Waar is de planning eventueel al in bijgestuurd? o Zal de provincie nog acties ondernemen om meerdere gemeenten te doen aansluiten?

-

Vriend van Campagne o De opstart van deze campagne werd vorige legislatuur al in gang gezet. Graag de nodige achtergrondinformatie van deze o Hoe lang gaat deze campagne nog lopen? In welke mate is de vzw Ecolife nog steeds betrokken bij deze campagne? o Hoeveel middelen worden hier ingestoken (werkingskosten en personeelsinzet)? o Hoe wordt deze campagne momenteel geëvalueerd? Wanneer wordt deze gezien als een succes? o Worden er - naast ‘vriend van’ en groepsaankoop groene stroom - nog acties uitgewerkt om burgers te stimuleren om minder broeikassen uit te stoten? o Hoeveel sportclubs namen deel aan de wedstrijd ‘vriend van de tap’ o Wat is het totale financiële plaatje van deze campagne?  Welke middelen zijn hier afgelopen jaren al naar toe gegaan  Welke middelen gaan hier dit jaar naar toe gaan

Schriftelijke vraag van 5 december 2014 van mevrouw Loes VAN CLEEMPUT, provincieraadslid (Groen) aan de deputatie over het Burgemeestersconvenant en het klimaatbeleid van de provincie Antwerpen. Hierbij nog wat bijkomende vragen i.v.m. de burgemeestersconvenant. De provincie voorziet in de nodige ondersteuning voor gemeenten die het convenant hebben ondertekend. Dit doet ze via een aantal initiatieven die staan opgelijst in het ‘Actieplan Klimaat’ van de provincie. Kan u mij hierover een antwoord geven op volgende vragen? 1. Hoe ziet de ondersteuningscampagne eruit die de provincie aanbiedt aan de gemeenten? Wat is de inhoud hiervan? Wat zijn de belangrijkste krachtlijnen?


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) 2. Welke voorbeeldprojecten zijn er opgenomen in de catalogus die een overzicht biedt van maatregelen die de broeikasgasuitstoot kunnen reduceren? 3. Voor hoeveel gemeenten heeft de provincie al de basisgegevens verzameld voor een inventaris van de hoeveelheid broeikasgassen die deze gemeente uitstoot op haar grondgebied? Voor hoeveel gemeenten is er al zo’n inventaris? 4. Hoeveel gemeenten maken op dit ogenblik gebruik van het berekeningsmodel dat de provincie aanbiedt? Biedt de provincie ook ondersteuning aan bij het gebruiken en invullen van dit model? 5. Voor hoeveel gemeenten heeft de provincie het potentieel aan hernieuwbare energie in die gemeente al in kaart gebracht? 6. Kan u een overzicht geven van het sensibiliseringsmateriaal dat momenteel voorhanden is en waar de betrokken gemeentes gebruik van kunnen maken? 7. Is er intussen een overlegstructuur opgericht rond stedenbouwkundige voorschriften? Wie zetelt er in deze overlegstructuur? Op welke tijdsbasis komt dit overleg samen? Zijn er al resultaten bekend van dit overleg? Antwoord van de deputatie (11 december 2014): Graag bezorgen wij u een antwoord op uw vragen dd. 2 en 5 december 2014. Als achtergrond bij het antwoord op de vragen is het belangrijk aan te geven dat de provincie Antwerpen de campagne ‘Klimaatneutrale organisatie 2020’ heeft ontwikkeld en coördineert. De Burgemeestersconvenant wordt als dusdanig niet door de provincie gecoördineerd. Binnen haar generieke gemeentelijke ondersteuning inzake natuur-, milieu- en klimaatbeleid wordt voor gemeenten met vragen over of interesse om in te stappen in de Burgemeestersconvenant steeds een oplossing op maat uitgewerkt (zie verder). De campagne van het Burgemeestersconvenant was bij opmaak van het milieubeleidsplan van de provincie nog niet gelanceerd. Alle voorwaarden waren niet duidelijk en de instapdrempel voor gemeenten werd op dat moment als zeer hoog ingeschat. Er is gekozen om eerst in te zetten op ‘Klimaatneutrale organisatie 2020’. Deze campagne bestaat uit drie sporen: de eigen organisatie, het ondersteunen van gemeenten en van gezinnen via de ‘Vriend Van’-campagne. Door deze campagne kon de provincie bij eigen diensten en ook bij gemeentediensten, andere dan de milieudienst, betrokkenheid en draagvlak creëren voor het uitwerken van acties. In een latere fase kon de ondersteuning dan uitgebreid worden naar een aanpak voor het grondgebied. Gemeenten die eerst werken via ‘Klimaatneutrale organisatie 2020’ hebben een duidelijke voorsprong bij het instappen op de burgemeestersconvenant en dit zowel voor het verzamelen van gegevens, als voor draagvlak bij het uitvoeren van acties. Wat het verzamelen van gegevens betreft zijn, alle 70 Antwerpse basisinventarissen te vinden op http://aps.vlaanderen.be/lokaal/burgemeestersconvenant/burgemeestersconvenant.htm . De provincie en de intercommunales ondersteunen gemeenten bij vragen, de intercommunales analyseren de gegevens per gemeente. 44 gemeenten ondertekenden de provinciale campagne ‘Klimaatneutrale Organisatie 2020’. Het merendeel van die gemeenten maakte reeds een broeikasgasinventaris van de organisatie op met de tool van de provincie. Dankzij de provinciale tool kunnen deze gemeenten op eenvoudige wijze de LNE-nulmeting (opgemaakt door VITO) van het grondgebied verfijnen en vervolledigen voor de eigen organisatie.


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Het is momenteel niet mogelijk een actueel beeld te geven van het aantal gemeenten dat heeft ingetekend op ‘Klimaatneutrale organisatie 2020’ en niet op de Burgemeestersconvenant. Reden hiervoor is dat de intekeningen voor het burgemeestersconvenant nog volop lopen. Om de gemeenten op maat te informeren/ondersteunen met betrekking tot de Burgemeestersconvenant overleggen we op regelmatige basis met de intercommunales IOK, IGEMO en IGEAN die zich geëngageerd hebben als coördinator voor de Burgemeestersconvenant. Enerzijds stemmen we het aanbod van de intercommunales af op elkaar en vermijden we zo dubbel werk. Anderzijds zorgen we dat gemeenten die niet via een intercommunale meedoen ook ondersteuning ontvangen. De provincie volgt mee de workshops voor de opmaak van de klimaatplannen per gemeente op en geeft de intercommunales input voor mogelijke acties klimaatbeleid op het grondgebied en hoe de provincie kan helpen bij de uitvoering. Een niet-beperkend en nog niet-volledig overzicht van de ondersteuning, o.a. een catalogus-overzicht met maatregelen om broeikasgasuitstoot te reduceren, is terug te vinden op www.provincieantwerpen.be > catalogus ondersteuning of >sensibilisatiemateriaal. Een update en uitbreiding van deze catalogus volgt in februari 2015. De uitgewerkte ondersteuning binnen de campagne ‘Klimaatneutrale organisatie 2020’ is terug te vinden op www.provincieantwerpen.be. Hier en daar zijn bijsturingen in de timing gebeurd. Zo wordt het luik rond financiering nu via het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) van de Vlaamse overheid getrokken. Er zijn ook extra ondersteuningsacties uitgewerkt zoals het pakket rond terugverdientijden en een eerste versie van de catalogus van alle ondersteuning binnen de provincie Antwerpen (zowel provinciale diensten als externe partners). Ook wordt een Quick scan duurzaamheidsscreening getest voor gemeentelijke gebouwen en zal in februari 2015 een oproep gelanceerd worden om nieuwbouw of totaalrenovatie van gemeentelijke gebouwen tot een bepaalde energiestandaard –strenger dan de wetgeving- uit te voeren. De campagne ‘Klimaatneutrale organisatie 2020’ draait voor de sporen ‘gemeenten’ en ‘eigen organisatie’ met betrekking tot de coördinatie voornamelijk op personeelsinzet binnen het departement Leefmilieu (dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid en Provinciaal Instituut voor Hygiëne). Verder is er de personeelsinzet binnen de deelnemende provinciale diensten. Binnen DMN en PIH gaat het om ongeveer 2 VTE die de campagne coördineren/ondersteunen. Een groot deel van de inspanningen van de provinciale diensten verloopt binnen het ISO 14001-milieumanagementsysteem en wordt door het ISO team opgevolgd. Voor gemeenten die nu nog interesse tonen om deel te nemen aan de campagne ‘Klimaatneutrale organisatie 2020’ wordt naar een ondersteuning op maat gezocht. De ‘Vriend Van’ campagne werd opgestart in het kader van het provinciale milieubeleidsplan met als strategische doel: aanzetten van inwoners om zelf actie te ondernemen i.v.m. klimaat. Er is hierbinnen gefocust op de doelgroep gezinnen. Vriendvan.be is hierbij een koepelwebsite die inwoners informeert en motiveert om actie te ondernemen. Daarnaast is de campagne ‘Vriend van’ ook ruimer omdat ze zorgt voor uitvoering van allerlei acties op het terrein die zorgen voor een extra sensibilisatie, een voorbeeld van een dergelijke actie is het blindproeven van kraantjeswater in gemeenten. Het effect van sensibilisatieacties op het terrein is moeilijk te meten. De campagne ‘Vriend Van’ loopt gekoppeld met ‘Klimaatneutrale organisatie 2020’ en is zo opgemaakt dat gemeenten en provincie de campagne kunnen inzetten om hun voorbeeldfunctie te vertalen naar inwoners en hen zo aan te zetten om zelf actie te PROVINCIE ANTWERPEN 1588

BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) ondernemen. ‘Vriend van’ wordt ingezet om ook initiatieven van andere organisaties te communiceren, zoals bijvoorbeeld de energiejacht, repaircafés, … Jaarlijks wordt ongeveer 50.000 EUR vanuit de werkingsmiddelen en 0,8 VTE in de campagne geïnvesteerd. De ondersteuning via Ecolife vzw heeft betrekking op het onderhouden/vernieuwen van de website en technische ondersteuning bij de uitwerking van nieuwe acties. In het overzicht van de leefmilieusubsidies in bijlage zijn ook de subsidies aan Ecolife opgenomen. Er gebeurt een continue evaluatie waarbij we steeds het effect van de campagne proberen te optimaliseren. Enerzijds volgen we op hoeveel deelnemers geregistreerd zijn, meedoen aan acties en de weetjes en nieuwsbrieven opvolgen; anderzijds volgen we via Google Analytics het bezoek aan de website en het bezoekersgedrag op. Er is zeker nog marge voor verbetering bij de campagne. We zien dit als een groeipad. In overleg met de communicatiedienst van de provincie wordt gewerkt aan een permanent verbetertraject waarbij de website meer een meer wordt geïntegreerd binnen een sociale mediastrategie. Er worden naast ‘Vriend van’ en groepsaankoop groene stroom nog andere acties uitgewerkt om de burgers te stimuleren minder broeikasgassen uit te stoten. De zeer succesvolle samenaankoop van PV panelen is daar een uitstekend voorbeeld van. Er was één sportclub die deelnam aan de wedstrijd. 4 Sportclubs bestelden drinkbussen, maar deden uiteindelijk geen inzending. Verder kunnen we aangeven dat een eerste pilootproject om het potentieel aan hernieuwbare energie bij gemeenten in kaart te brengen is opgestart binnen de dienst Gebiedsgericht beleid en meer specifiek binnen het gebiedsgericht project ‘Bebouwd perifeer landschap’. Er is nog geen overlegstructuur opgericht rond stedenbouwkundige voorschriften. Wat betreft de leefmilieusubsidies kunnen we u volgende verduidelijking meegegeven: De leefmilieusubsidies zijn een verdeelkrediet, er wordt niet werkt met een reglement. De verdeling van de leefmilieusubsidies wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de provincieraad. Met de leefmilieusubsidies worden projecten ondersteund die passen binnen het provinciale beleid inzake milieu, duurzame ontwikkeling, natuur en landschap. Elk dossier wordt apart beoordeeld op zijn merites. De verstrekte subsidies in 2013 en 2014 zijn in bijlage opgenomen. Schriftelijke vraag van 3 december 2014 van de heren Steven VOLLEBERGH en Jan CLAESSEN, provincieraadsleden (Vlaams Belang) aan de deputatie over de BTW-plicht van autonome provinciebedrijven. De meeste autonome provinciebedrijven van onze provincie zijn BTW-plichtig. Op facturen rekenen zij BTW aan en op aankopen kunnen zij BTW aftrekken. De BBI betwist nu in Ieper dat een APB btw-plichtig zou zijn. Indien de BBI gelijk krijgt heeft dit verstrekkende gevolgen voor de autonome provinciebedrijven. Graag antwoord op volgende vragen:



Welke autonome provinciebedrijven hebben zich btw-plichtig gemaakt? Wat was het bedrag per APB dat zij in 2012 en 2013 recupereerden aan de btw? Is voor deze eventuele tegenslag een reserve aangelegd in de begroting?

Antwoord van de deputatie (24 december 2014): De Provincie Antwerpen heeft bij de oprichting van de Autonome Provinciebedrijven gekozen om geen ‘vastgoedbedrijf’ op te richten, in tegenstelling tot vele autonome gemeentebedrijven. De problematiek van eventueel onterechte BTW-recuperatie zit hoofdzakelijk daar. Ons bestuur wordt hierdoor niet geraakt. In de periode 2012-2013 waren de meeste van onze APB’s nog onderdeel van het provinciebestuur onder de vorm van een gewoon provinciebedrijf. Hierbij was enkel GPB Zilvermeer gemengd BTW-plichtig, gelet op de regelgeving voor het exploiteren van een camping. In de BTW-aangifte van de provincie is voor de exploitatie van het Zilvermeer een te betalen BTW terug te vinden van 24.169,98 euro in 2012 en 1.430,43 euro in 2013. Van de toen reeds operationele APB’s was APB Sport gemengd BTW-plichtig in 20122013 en APB De Warande gemengd BTW-plichtig sinds 1 januari 2013. Het APB Sport diende in 2012 8.112,55 euro af te betalen, en kon in 2013 26.602,30 euro BTW recupereren. Voor het boekjaar 2013 heeft APB De Warande 5.386,40 euro BTW gerecupereerd. Gelet op de beperkte bedragen is het aanleggen van voorzieningen niet aan de orde.

Schriftelijke vraag van 16 december 2014 van de heer Diederik VANDENDRIESSCHE, provincieraadslid (Groen) aan de deputatie over de afschaffing van de subsidies voor de opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschappen aan de UA. De Universiteit Antwerpen besliste in de loop van de maand oktober om de postacademische opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschappen (IBW) voor onbepaalde tijd ‘op te schorten’. Het gaat hier om een zogenaamde ma-na-ma of master-na-master die uiterst gespecialiseerde bibliotheekwetenschappers afleverde, een meer dan noodzakelijk beroepsprofiel in tijden van een overaanbod aan informatie. Als reden voor de opschorting worden de besparingen in het hoger onderwijs aangegeven. Vorig jaar nog vierde de ma-na-ma IBW haar dertigjarig bestaan, maar vanaf volgend academiejaar bestaat ze niet meer. De IBW-opleiding kon de voorbije jaren ook rekenen op een wezenlijke subsidie van de provincie Antwerpen, maar blijkbaar is er beslist om dat geld niet meer toe te kennen. Vandaar de volgende vragen: -

Welk bedrag kende de provincie Antwerpen jaarlijks toe? Op welke basis werd dat bedrag toegekend? Uit welke budgetten werd dat bedrag ter beschikking gesteld? Sinds wanneer werd die subsidie toegekend door de provincie Antwerpen? Waarom is er door de deputatie beslist om die subsidie af te schaffen? Werd de subsidie afgeschaft vooraleer de UA besliste om de opleiding op te schorten?


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Antwoord van de deputatie (19 januari 2015): De universitaire opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschap van de Universiteit Antwerpen werd inderdaad geruime tijd substantieel gesubsidieerd door de provincie Antwerpen. Tot 2004 gebeurde dat vanuit de Dienst Onderwijs. Vanaf 2005 gebeurde dat vanuit de kredieten van het Provinciaal Bibliotheekcentrum, met een jaarlijkse nominatimsubsidie van 71.430 EUR. In 2013 bedroeg deze subsidie, als gevolg van besparingen, nog 65.000 EUR. Voor 2014 kreeg de Universiteit Antwerpen voor IBW een laatste subsidie van 45.000 EUR. Deze geleidelijke afbouw van de subsidie - waartoe al in de vorige legislatuur werd beslist - was enerzijds ingegeven door de noodzakelijke besparingen en anderzijds door het feit dat de provincie Antwerpen de enige subsidiërende overheid was, terwijl deze opleiding bedoeld was voor heel Vlaanderen als de enige universitaire bibliotheekopleiding. De Universiteit Antwerpen was hiervan al langer op de hoogte. Met de universiteit werd afgesproken dat in 2014 nog een laatste subsidie zou toegekend worden als overgang. Dit moest hen in staat stellen de opleiding om te vormen tot een volwaardige leerstoel. Uiteindelijk heeft de universiteit als gevolg van de besparingen in het hoger onderwijs beslist de opleiding voor onbepaalde tijd op te schorten.

Schriftelijke vraag van 16 december 2014 van de heer Jan HUIJBRECHTS, provincieraadslid (Vlaams Belang) aan de deputatie over de gebrekkige informatiedoorstroming vanuit de deputatie aangaande de respons op de motie met betrekking tot de ontsluitingsproblematiek van het station Noorderkempen, die de provincieraad goedkeurde op 26 juni 2014. Tijdens de provincieraadszitting van 27 november jongstleden informeerde ik met een mondelinge vraag naar de respons op de mobiliteitsmotie die de provincieraad tijdens de raadszitting van 26 juni unaniem had goedgekeurd. Mevrouw Verhaert wist mij mee te delen dat er al antwoorden waren binnengekomen en dat deze ‘…as we speech’ in de postbakjes van de raadsleden zouden worden bezorgd. Wie schetst mijn immense verbazing toen ik na afloop van deze raadszitting een leeg postbakje vond. Even dacht ik dat ik tijdens de zitting gehallucineerd had, maar uit het beknopt verslag blijkt dat mijn oren mij niet bedrogen hadden. Er staat namelijk het volgende te lezen, en ik citeer: ‘Ondertussen heeft de deputatie al reacties ontvangen (…) Een afschrift hiervan werd inmiddels bezorgd aan alle raadsleden’… Vandaag zijn we bijna 3 weken verder en heb ik nog niets mogen ontvangen. Het zoveelste hoofdstukje in de al jaren aanslepende saga van de ontsluitingsproblematiek van het station Noorderkempen. Omdat geen haar op mijn hoofd eraan denkt mevrouw Verhaert te verdenken van het opdissen van halve waarheden, laat staan dat zij zou weigeren op een correcte manier met de raad te willen communiceren, had ik graag antwoord gekregen op volgende vragen: Welke reacties zijn er inmiddels binnengekomen op deze motie ? Op welke datum kwamen deze reacties binnen bij het provinciebestuur ? Hoe komt het dat de raadsleden tot op de dag vandaag op hun honger worden gelaten en nog niet op de hoogte werden gebracht van deze reacties ?


BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17de jaargang, nr. 34 (december 2014) Waarom kondigde mevrouw Verhaert – blijkbaar tegen beter weten in - aan dat deze nog op 27 november ter beschikking zouden worden gesteld van de raad ? Dient het optreden van mevrouw Verhaert te worden beschouwd als symptomatisch voor het sérieux waarmee de bestendige deputatie meent te moeten omgaan met moties vanuit de provincieraad ? Antwoord van de deputatie (13 januari 2015): Op 16 september 2014 kwam een reactie binnen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer, directie overheidsbedrijven en spoorbeleid. De NMBS stuurde een antwoord op 21 augustus 2014. Beide antwoorden zaten als bijlage bij de mail van Chris Brouwers, diensthoofd Mobiliteit, van vrijdag 19 december 2014. Door een administratieve vergissing zijn deze antwoorden zoals u aangeeft niet in de postbakjes van de provincieraadsleden bezorgd.


GRIFFIE Departement Algemeen Beleid Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen T 03 240 54 28 - [email protected]

Provincieraad van Antwerpen. Bulletin van vragen en antwoorden

Recommend Documents