Nummer 44 van 2000
PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Opheffing Stuurgroep Oosterschelde Gedeputeerde staten van Zeeland maken bekend: 1. dat de declaranten “Intentieverklaring inzake coördinatie van het beleid met betrekking tot de Oosterschelde” (gepubliceerd in Provinciaal Blad nummer 45 van 1985) verklaard hebben in te stemmen met beëindiging van deze intentieverklaring 2. dat de taken van de Stuurgroep Oosterschelde worden overgenomen door het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde 3. dat Gedeputeerde Staten van Zeeland in hun vergadering van 9 oktober 2000 de Stuurgroep Oosterschelde hebben opgeheven 4. dat het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde het navolgende protocol heeft vastgesteld: Overlegorgaan Nationaal Park Oosterschelde De overheden die deel uitmaken van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde en die tevens participeren in de Stuurgroep Oosterschelde spreken als hun oordeel uit dat toetsing aan het Beleidsplan Oosterschelde 1995, zoals dat door de Staten van Zeeland in overeenstemming met declaranten “Intentieverklaring inzake coördinatie van het beleid met betrekking tot de Oosterschelde” is vastgesteld, wenselijk is. Deze toetsing zal blijvend dienen plaats te vinden in de lijn van de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in de “Intentieverklaring inzake coördinatie van het beleid met betrekking tot de Oosterschelde“. De leden van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde onderschrijven de “Intentieverklaring inzake coördinatie van het beleid met betrekking tot de Oosterschelde”. Met inachtneming van Regeling aanwijzing nationaal park in oprichting Oosterschelde d.d. 26 februari 1999 (TRCJZ/1999/1771; Staatscourant 1999 nr. 41) onderschrijven de leden van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde de basisuitgangspunten voor de instelling van het Nationaal Park in oprichting Oosterschelde zoals deze zijn opgenomen in de brief van Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij d.d. 29 april 1998, DNW 98916 en het daaraan ten grondslag liggende advies van de Voorlopige Commissie Nationale Parken d.d. 22 december 1997.
De daarin opgenomen basisuitgangspunten zijn: * Het Beleidsplan Oosterschelde 1995 * De toepassing van de Natuurbeschermingswet * Het Structuurschema Groene Ruimte De toetsing aan het Beleidsplan Oosterschelde 1995 zal overeenkomstig de “Intentieverklaring inzake coördinatie van het beleid met betrekking tot de Oosterschelde” plaatsvinden in het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde. Artikel 1 1. De leden van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Ooster-schelde oefenen geen hen toekomende publiek- en/of privaatrechtelijke taken of bevoegdheden die van invloed kunnen zijn op de ontwikkelingen in het Oosterscheldegebied uit, in strijd met het door de Staten der provincie Zeeland in overeenstemming met declaranten “Intentieverklaring inzake coördinatie van het beleid met betrekking tot de Oosterschelde” dan wel in overeenstemming met het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde laatst vastgestelde Beleidsplan Oosterschelde, tenzij wettelijke voorschriften of zeer gewichtige redenen naar hun oordeel daartoe nopen. 2. Binnen het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde wordt een Dagelijks Bestuur gevormd. 3. Het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde heeft tot taak het vaststellen van het Beheers- en Inrichtingenplan Nationaal Park Oosterschelde, alsmede het bewaken van de uitvoering van dit Beheers- en Inrichtingenplan Oosterschelde en het vaststellen van de financiën van het Nationaal Park Oosterschelde (meerjarenprogramma en financiële verantwoording). 4. Het Dagelijks Bestuur heeft tot taak het voorbereiden van de vergaderingen van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde, de toetsing als bedoeld in artikel 2 lid 1 alsmede het behandelen van zaken die gebonden zijn aan een tijdslimiet. Artikel 2 1. Het oordeel of de uitoefening van een taak of bevoegdheid in strijd is of zal zijn met het in artikel 1 bedoelde Beleidsplan is aan het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde, waarbij de toetsing in eerste aanleg zal plaatsvinden door het Dagelijks Bestuur als bedoeld in artikel 1 lid 2. 2. Het Dagelijks Bestuur van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde spreekt geen oordeel als bedoeld in lid 1 uit dan nadat de desbetreffende declarant in de gelegenheid te hebben gesteld zijn standpunt in een vergadering van het Dagelijks Bestuur toe te lichten. Dit oordeel mondt uit in een advies aan de desbetreffende declarant. 3. De beslissingen van het Dagelijks Bestuur van het Overlegorgaan Natio-naal Park in oprichting Oosterschelde worden ter kennis van alle declaranten gebracht. Iedere declarant kan binnen veertien dagen na verzending van de beslissing van het Dagelijks Bestuur van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde zijn mening kenbaar maken bij het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde. Het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde zal binnen een termijn van vier weken of zoveel eerder als mogelijk is na ontvangst van de nadere reactie als hiervoor bedoeld een standpunt innemen ten aanzien van de reactie van de hiervoor bedoelde declarant. Hangende de-
ze nadere meningsvorming binnen het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde wordt niet tot uitvoering van het beleidsvoornemen overgegaan. 4. Ieder lid van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschel-de kan een beslissing van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde verlangen indien het Dagelijks Bestuur Nationaal Park in oprichting Oosterschelde geen dan wel niet binnen de gestelde termijn een beslissing neemt. Artikel 3 1. De leden van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Ooster-schelde stellen het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Ooster-schelde onverwijld schriftelijk op de hoogte van elk voornemen taken of bevoegdheden uit te oefenen op een wijze die van invloed kan zijn op de ontwikkelingen in het Oosterscheldegebied. Het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde kan beheers- of onderhoudsplannen aanmerken als kennisgeving van alle dan wel van een deel van daarin omschreven voornemens taken of bevoegdheden uit te oefenen. 2. Tenzij wettelijke voorschriften of zeer gewichtige redenen tot uitoefening verplichten houden de leden van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde bij het uitoefenen van hun autonome bevoegdheden in ernstige mate rekening met het advies als bedoeld in artikel 2 lid 2. 3. Indien het Dagelijks Bestuur Nationaal Park in oprichting Oosterschelde niet binnen acht weken na verzending van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde kennisgeving schriftelijk haar oordeel over het uitoefenen van de taak of bevoegdheid heeft kenbaar gemaakt, is het desbetreffende lid bevoegd tot uitoefening over te gaan. 4. Het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde kan de onder lid 3 genoemde termijn van acht weken verlengen met maximaal acht weken. Dit zijn termijnen van orde. Artikel 4 Indien het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde kennis krijgt van het voornemen van een lid een taak of bevoegdheid als in artikel 1 bedoeld uit te oefenen of de feitelijke uitoefening van een dergelijke taak of bevoegdheid en dit lid daarvan niet uit eigen beweging mededeling heeft gedaan, is deze verplicht op eerste verzoek van het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde alle gevraagde informatie terzake te verstrekken en de uitvoering, tenzij wettelijke voorschriften of zeer gewichtige redenen daartoe nopen, op te schorten totdat het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde terzake heeft geadviseerd dan wel vier weken zijn verlopen sedert de verstrekking van de gevraagde informatie zonder dat het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde een besluit ter zake heeft genomen. Het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde kan deze termijn verlengen met maximaal vier weken. Artikel 5 1. Het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde beslist bij meerderheid van stemmen. Elk lid heeft één stem. 2. De voorzitter Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde fungeert als onafhankelijk voorzitter en heeft in de vergadering van het Overlegorgaan Nationaal Park in op-
richting Oosterschelde geen stemrecht. Hij heeft wel het recht aan de beraadslagingen deel te nemen 1) . 3. Tenzij de vergadering voltallig is wordt bij staken van stemmen het nemen van een besluit uitgesteld tot de volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. 4. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of voor de tweede maal over hetzelfde voorstel, dan krijgt de desbetreffende declarant de keus al dan niet tot uitvoering van het beleidsvoornemen over te gaan. 5. In de vergadering van het Dagelijks Bestuur Overlegorgaan Nationaal Park heeft de onafhankelijk voorzitter stemrecht. 6. Indien in een vergadering van het Dagelijks Bestuur Overlegorgaan Nationaal Park bij een stemming, anders dan over personen en voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen, de stemmen staken, wordt opnieuw gestemd. Staken de stemmen andermaal over hetzelfde voorstel, dan beslist de stem van de voorzitter 2) . 5 november 1999 Aldus vastgesteld door: Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde J.J. Lilipaly, voorzitter Mr. F.M.M. van Pelt, secretaris
Toelichting Protocol In de fase van de totstandkoming van de adviezen met betrekking tot het Nationaal Park Oosterschelde is de verhouding tussen Stuurgroep Ooster-schelde en Overlegorgaan Nationaal Park Oosterschelde (i.o.) meermalen aan de orde geweest. Uitgangspunt voor alle partijen is dat de Stuurgroep Oosterschelde zoveel mogelijk terugtreedt en wordt vervangen door het Overlegorgaan Nationaal Park Oosterschelde. Randvoorwaarde is wel dat het Beleidsplan Oosterschelde blijvend wordt vastgesteld door Provinciale Staten van Zeeland (democratische legitimatie) in overeenstemming met de leden Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde (vroeger declaranten “Intentieverklaring inzake coördinatie van het beleid met betrekking tot de Oosterschelde”). Met name de toetsing van (uitvoerings)maatregelen aan het Beleidsplan Oosterschelde 1995 vormt een belangrijke taak van de Stuurgroep Oosterschelde. Deze taak is nu aan het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde. Evenals de procedure binnen Stuurgroep Oosterschelde is de procedure binnen het Overlegorgaan Nationaal Park Oosterschelde een nadere regeling van hoe binnen het Overlegorgaan Nationaal Park Oosterschelde besluitvorming zal plaatsvinden. Er is dus geen sprake van procedures waarop de Algemene Wet Bestuursrecht toepasbaar is te achten. Om een declarant toch een mogelijkheid te geven van “beroep” als bedoeld in de huidige intentieverklaring is gekozen voor een hernieuwde behandeling. Deze hernieuwde behandeling 1) 2)
Vgl. artikel 21 e.v. Gemeentewet Vlg. artikel 59 Gemeentewet
dient te geschieden door de leden die zitting hebben in het Overlegorgaan Nationaal Park in oprichting Oosterschelde. Gegeven te Middelburg, 24 oktober 2000 Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. W. T. VAN GELDER, voorzitter. mr.drs. L. J. M. VERDULT, griffier. Uitgegeven 7 november 2000. De griffier der Staten, mr.drs. L. J. M. VERDULT.