Prooincieh uis \ü/este¡brink r, Assen Postadres Postbus rzz, 94oo ec Assen
t n
tt tt
(o592) 36 (o592) 36 t7 77
www.drenthe.nl
VERZONDEN O2JIJLI
provinci
renthe
ZO12
Assen, 29 juni2012 Ons kenmerk lF-H12012004593 Ondenverp: Besluit ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor DSM Resins aan Nieuw-Amsterdamseweg 31a te Schoonebeek
BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WABO VOOR DSM RESINS SCHOONEBEEK
1
BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING
1.1.
Onderwerp Wij hebben op 2 maart 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van DSM Resins Schoonebeek. De aanvraag heeft betrekking op de locat¡e Nieuw-Amsterdamseweg 31a te Schoonebeek. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2012001737. Concreet wordt verzocht om een veranderingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, onder e 2" en 3 van de Wabo (milieu) alsmede een aanvraag voor het bouwen van een bouwwerk ex artikel2.1. eerste lid, onder a Wabo (bouwen). De aangevraagde activiteiten zijn: - het vervallen van opslag van verpakte gevaarlijke stoffen in een hoeveelheid van meer dan 10 ton (ADR geclassificeerd) in opslagloods (deellocatie SNBII); - het plaatsen van zeven PGS15 opslagkluizen (deellocatie SNBII); - het verplaatsen van een afweegruimte (deellocatie SNBII); - het plaatsen van drie PGS15 opslagkluizen in añrueegruimte (deellocatie SNBII); - het verplaatsen van opslag afualstoffen (deellocatie SNBlll); - het bouwen van een tijdelijke opslagloods (deellocatie SNB|ll); - Prioritering in het melden van ongewone voorvallen. DSM Resins heeft bij e-mail van 19 juni2012 het verzoek gedaan om de aanvraag met betrekking tot de bouw van tijdelijke opslagloods (SNBIll) in te trekken. Dit verzoek is door ons gehonoreerd. Derhalve heeft in dit onderhavig besluit geen toetsing plaatsgevonden aan dit bouwaspect.
1.2.
Besluit
Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en artikel 2.2, alsmede artikel 3.15 van de Wabo: De gevraagde omgevingsvergunning te verlenen als gevolg waarvan de activiteit: Opslag van gevaarlijke stoffen in een hoeveelheid van meer dan 1Oton in opslagloods SNBII is ingetrokken (deellocatie SNBII); Añreegruimte wordt verplaatst (deellocatie SNBII); Drie PGS15 opslagkluizen in afirveegruimte worden geplaatst (deellocatie SNBII); Zeven PGS15 opslagkluizen geplaatst worden op het buitenterrein (deellocatie SNBII); Locatie opslag atualstoffen wordt gewijzigd (deellocatie SNBlll); Prioritering is aangebracht in het melden ongewone voorvallen conform artikel 17.2,lid 4, van de Wet milieubeheer;
-
2
Voorschriften 8.1 .1 . onder g (PGS 15) betrekking hebbende op de opslag van gevaarlijke stoffen in een hoeveelheid van meer dan 10ton in opslagloods SNBII van de revisievergunning (kenmerk DO2008003541, d.d. l8 maart 2008) in te trekken; Aan deze vergunning voorschriften en beperkingen te verbinden, zoals die in bijbehorende bijlage zijn opgenomen.
1.3.
Ondertekening en verzending
Gedeputeerde staten voornoemd, namens dezen,
t,ü.
drs. R.H.H. Koch, manager Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
Bekendmaking besluit en rechtsmiddelen Om te voldoen aan hoofdstuk 3 van de Wabo wordt een bekenmaking van het besluit geplaatst in een huis-aan-huisblad. Belanghebbenden kunnen binnen een termijn van zes weken een schriftelijk en gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij gedeputeerde staten van Drenthe, Postbus 122, 9400 AC Assen. De bezwaartermijn begint op de dag na de datum van bekendmaking van het desbetreffende besluit. Een bezwaarschrift moet in elk geval bevatten: - de naam en het adres van de indiener; - de dagtekening; - een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; - inclusief datum en nummer van het genomen besluit en de gronden (redenen) van het be-
a taaf . Als het bezwaarschrift niet voldoet aan deze eisen, of als het bezwaarschrift níet binnen de gestelde termijn is ingediend, kan het bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit betekend dat het bestuursorgaan niet inhoudelijk op uw argumenten in hoeft te gaan. Een onafhankelijke commissie zal uw bezwaarschrift behandelen en u horen. Deze commissie brengt na het horen een advies uit aan het college van gedeputeerde staten. Het college beslist op uw bezwaarschrift. Het origineel van dit besluit is verzonden aan: DSM Resins, t.a.v. de heer G.J. Beukers, Nieuw-Amsterdamseweg 31a, 7764 AN Schoonebeek. Een afschrift van dit besluit is verzonden aan: het college van burgemeester en wethouders van Emmen, Postbus 30001, 7800 RA Emmen Ministerie van EL&l, Postbus 20401, 2500 EK 's-Gravenhage.
-
3
2
PROCEDURELE ASPECTEN
2.1.
Gegevens aanvrager
Op 2 maart 2012 hebben wijeen aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo ontvangen. Het betreft een verzoek van: DSM Resins welke is gevestigd aan Nieuw-Amsterdamseweg 31a te Schoonebeek. Bijbrief van d.d. 25 mei 2012hebben wij de aanvrager verzocht om ontbrekende gegevens aan te vullen. Op 22mei en 19 juni 2012zijn aanvullende gegevens bij ons ingediend.
2.2.
Projectbeschrijving
Het project waarvoor een veranderingsvergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: het vervallen van de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen (ADR geclassificeerd) in een hoeveelheid meer dan 10 ton, in opslagloods (deellocatie SNBII); - het plaatsen van zeven PGS15 opslag kluizen op het buiten terrein (deellocatie SNBII); - het verplaatsen van een afweegruimte (deellocatie SNBII); - het plaatsen van drie PGS15 opslagkluizen in afweegruimte (deellocatie SNBII); - het verplaatsen van opslag afvalstoffen (deellocatie SNBlll);
-
-
Prioritering in het melden van ongewone voorvallen.
Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op vorenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: - het veranderen van de werking en het in werking hebben van de inrichting (artikel 2.1, eerste lid, onder e 2'en 3').
2.3.
Huidige vergunningsituatie Op 18 maart 2008 (kenmerk DO/2008003541) hebben wij aan DSM Resins een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) verleend voor de inrichting, gelegen aan NieuwAmterdamseweg 31a te Schoonebeek. Voorts hebben wij voor de inrichting de volgende vergunningen verleend c.q. meldingen geaccepteerd: - Goedkeuringsbesluit van 15 oktober 2008, kenmerk DO/2008012260. Dit besluit heeft betrekking op goedkeuring aangaande monitoring van het opslagdepot met verontreinigde grond. De voorschriften van onderliggende (milieu)vergunningen zijn van overeenkomstige toepassing op de aangevraagde verandering, tenzij de aard van de vergunning en/of de aard van de veranderingen zich daartegen verzetten.
2.4.
Bevoegd gezag Gelet op vorenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen of (gedeeltelijk) te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften voor zover van toepassing op elkaar zijn afgestemd.
4
2.5.
Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure
Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bijeen aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden overlegd om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Op 22 mei en 19 juni 2012 hebben wij aanvullende gegevens ontvangen. Wij zijn van oordeel dat de ingediende aanvraag van 2 maarl2012 alsmede de aanvullende gegevens van 22 mei en 19 juni 2012 voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen.
2.6.
Reguliere voorbereidingsprocedure Deze beschikking wordt voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij conform artikel 3.8 van de Wabo van de aanvraag kennis gegeven in een huis- aan huisblad. Op grond van artikel 3.9, tweede lid van de Wabo hebben wij de beslistermijn eenmalig met een termijn van zes weken verlengd.
2.7.
Adviezen ln de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden : het college van burgemeester en wethouders van Emmen; de brandweer Emmen.
-
Naar aanleiding hiervan hebben wij op d.d.11 april 2012 een advies ontvangen van brandweer Emmen inzake brandveiligheid gerelateerde aspecten. Op d.d. 2 mei 2012 hebben wij een advies ontvangen van de gemeente Emmen met betrekking tot de bouw van de tijdelijke opslagloods. Het advies van de brandweer alsmede het advies van de gemeente Emmen voor wat betreft het aspect bouwen, is buiten beschouwing gelaten aangezien DSM Resins op 19 juni 2012 heeft verzocht de aanvraag met betrekking tot de bouw van een tijdelijke opslagloods in te trekken.
3.
SAMENHANG MET OVERIGE WET. EN REGELGEVING
3.1.
Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
ln artikel 1 .2 van het Activiteitenbesluit is vastgelegd dat op inrichtingen waar een installatie aanwezig is als bedoeld in bijlage 1 van de EG-richtlijn geÏntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (gpbv-installatie), het Activiteitenbesluit niet van toepassing is. Bij DSM Resins is een dergelijke installatie aanwezig, zodat het Activiteitenbesluit niet van toepassing is.
3.2.
Coördinatie met de Waterwet De aangevraagde verandering heeft geen betrekking op de lozing van afvalwater. Er is derhalve geen sprake van vergunningplicht op grond van de Waterwet.
5
4.
TOETSINGSKADER MILIEU
4.1.
lnleiding
De aanvraag heeft betrekking op het veranderen van de werking en het in werking hebben van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid, onder e 2 en 3 van de Wabo. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 hel milieuhygiënische toetsingskader van de aanvraag. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.
4.2.
Toetsing verandering
De Wabo bepaalt in artikel 2.14, vijlde lid, dat een omgevingsvergunning voor een milieuvriendelijke of milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, derde lid, van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de ínrichting: - Niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; - Niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; - Niet m.e.r.-plichtig is.
Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overlegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan voldoet, vanwege de hierna genoemde overwegingen met betrekking tot veiligheid voor wat betreft Richtlijn PGS15 en het melden van ongewone voorvallen.
5.
VEILIGHEID
5.1.
Richtlijn PGS 15
ln de revisievergunning van 18 maart 2008 is met betrekking tot de opslag van gevaarlijke stoffen in een hoeveelheid van meer dan 10 ton in opslagloods SNBII in voorschrift 8.1.2. vastgelegd dat deze opslagloods uiterlijk in 2011 aan de vereisten van de PGS15 dient te voldoen. Zoals in de aanvraag is opgenomen wordt gereed product (ADR geclassificeerd) niet meer in de opslagloods SNBII opgeslagen maar dírect afgevoerd naar een externe locatie. Ten behoeve van de opslag van verpakte grondstoffen en eventuele productie restanten worden zeven opslagkluizen met een maximale opslagcapaciteit van 10 ton op het buitenterrein geplaatst. De voorschriften 8.1 .1. onder g betreffende opslagvoorzieningen groter dan 10.000 kg ,welke in de revisievergunning zijn opgenomen voor de opslagloods SNBll, wordt ingetrokken. ln het kader van een efficiëntere logistieke organisatie wordt binnen de bestaande SNBII-loods een afirueegruimte geplaatst. Als voorbereiding op de productie van gereed product wordt in de afweegruimte die grondstoffen afgewogen waarvan de benodigde hoeveelheden kleiner zijn de verpakkingseenheid. Ten behoeve van opslag van diverse grondstoffen in deze añrueegruimte worden drie PGS15 opslagkluizen geplaatst. Deze inpandige aanpassing betreft een optimalisatie van de bestaande activiteiten.
5.2.
Conclusie
SNBII opslagloods wordt niet meer gebruikt voor de opslag van gevaarlijke stoffen in een hoeveelheid van meer dan 10 ton. Het gereed product wordt direct naar een externe locatie afgevoerd. Grondstoffen en productie restanten wordt in een zeventalte plaatsen PGS15 kluizen
6
opgeslagen. Voor de opslag van grondstoffen wordt in de afweegruimte drie PGS15 opslagkluizen geplaatst. ln de revisievergunning zijn reeds voorschriften opgenomen voor de opslag PGS15 opslagkluizen.
6.
BODEM
6.1,
Het kader voor de bescherming van de bodem Het (nationale) preventieve bodembeschermingbeleid is vastgelegd in de Nederlandse Richtlijn
Bodembescherming (NRB) bedrijfsmatige activiteiten. Het uitgangspunt van de als BBT-document aangewezen NRB is dat door een doelmatige combinatie van maatregelen en vloeistofdichte voorzieningen een verwaarloosbaar risico wordt gerealiseerd. Alleen ín een aantal bestaande situaties kan conform de NRB onder voorwaarden volstaan worden met een aanvaardbaar bodemrisico.
6.2.
Potentieel bodembedreigende activiteiten
ln de aanvraag veranderingsvergunning zijn verschillende activiteiten benoemd welke als zijnde potentieel bodembedreigend kunnen worden aangemerkt. Deze aanvraag betreft een wijziging
van bestaande bedrijfsvoering. De voorschriften welke zijn opgenomen in de revisievergunning van d.d. 8 maart 2008 zijn hier eveneens op van toepassing.
6.3,
De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen ter bescherming
van de bodem ln de aanvraagzijn de volgende bodembedreigende activiteiten opgenomen: - Opslag van afvalstoffen; - Afweegruimte; - Opslag gevaarlijke stoffen in PGS-15 kluizen.
6.4.
Beoordeling en conclusie Wij hebben de in de aanvraag benoemde activiteiten in relatie tot bodembedreigende activiteiten beoordeeld. Deze aanvraag betreft een wijziging van bestaande bedrijfsvoering. Hierdoor volstaan de voorschriften welke zijn opgenomen in de revisievergunning van lB maart 2008 met betrekking tot de in de aanvraag benoemde activiteiten.
7
MELDEN ONGEWONE VOORVALLEN
7.1.
Ongewone voorvallen met beperkt milieu impact
ln artikel 17.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer is vastgelegd dat ongewone voorvallen waardoor nadelíge gevolgen voor het milieu ontstaan of dreigen te ontstaan door het bedrijf zo spoedig mogelijk aan het bevoegd gezag dienen te worden gemeld. ln artikel 17.2,vierde lid, is vermeld dat het bevoegd gezag voor een ongewoon voorval, waarvoor de nadelige gevolgen niet significant zijn, kan bepalen dat in afwijking van artikel 17.2, eersle lid, het voorval op een andere wijze wordt gemeld en kan voorschrijven binnen welke termijn en op welke wijze het voorval moet worden gemeld. Deze termijn kan afwijken van de verplichting, genoemd in artikel 17.2, eerste lid, om het voorval zo spoedig mogelijk te melden.
DSM Resins heeft om toepassing verzocht van artikel 17.2, vierde lid
7
DSM Resins is te kenmerken als een inrichting waar af en toe ongewone voorvallen zonder significante gevolgen voor het milieu plaatsvinden. Het altijd zo spoedig mogelijk moeten melden van ongewone voorvallen zonder significante gevolgen is een onnodige belasting voor het bedrijf. DSM Resins heeft het verzoek beperkt tot een bypass-situatie van de incinerator of de RTO-unit waarbij geen sprake is van significant merkbare geureffecten buiten de inrichting. DSM Resins heeft hiervoor een stappenplan bij de aanvraag gevoegd. Hierbij is onderscheid gemaakt naar naar ernst en omvang van het ongewoon voorval en hoe het bevoegd gezag door DSM Resins over het voorval wordt ingelicht.
7.2.
Conclusie
Op basis van de beperkte merkbare geureffecten buiten de inrichting welke optreden bij een bypasssituatie van de incinerator of de RTO-unit komen wij tot het oordeel dat met dit verzoek van DSM Resins kunnen instemmen.
8.
ALGEHELE BESCHOUWING
Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op de aangevraagde milieuneutrale veranderingen zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. ln deze beschikking zijn voor de van toepassing zijnde activiteiten voorschriften opgenomen.
1
VOORSCHRIFTEN behorende brt het besluit
betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting DSM RES//VS BV TE SCHOONEBEEK
2
INHOUDSOPGAUE II'IELDEN ONGEWON E VOORVALLEN
1
1
2
MELDEN ONGEWONE VOORVALLEN Ongewone voorvallen (waaronder byBass-situaties) met signifícant merkbare geureffecten buiten de inrichting) dienen zo spoedig mogelijk te worden gemeld via de pikellijn van de provincie Drenthe (telefoonnummer (0592) 36 58 72).
1.1.2.
Een omschrijving van bypass-situaties zonder significant merkbare geureffecten buiten de inrichting dient binnen I uur na het ongewone voorval te zijn gemaild aan de pro-
vincie Drenthe
.