PROTOCOL WIEGENDOOD Naam
Protocol wiegendood
Trefwoorden
Warmteprotocol, Formulier medicijnregistratie, Verklaring buikslapen
Gastouderbureau
All Kidz Nederland
Identificatie protocol
PRO/AKN/ABL/WIE/002
Revisienummer
002
Ingangsdatum
17-04-2011
Revisiedatum
01-01-2012
Einddatum geldigheid van deze revisie
31-12-2011
Protocol wiegendood PRO/AKN/ABL/WIE/002
1
April 2011 Revisienummer: 002
Leeswijzer 1. Inleiding 1.1 Wat is wiegendood? 1.2 Symptomen 1.3 Preventie verkleint het risico
3 3 3 3
2. Veiligheid 2.1 Veilig slapen 2.2 Aanwezigheid bij slapen 2.3 Roken 2.4 Voeding en fopspeen 2.5 Geneesmiddelen 2.6 Rust en regelmaat
3 3 5 5 5 5 5
3. Handelen in geval van calamiteit
6
Protocol wiegendood PRO/AKN/ABL/WIE/002
2
April 2011 Revisienummer: 002
1. Inleiding 1.1 Wat is wiegendood? Men spreekt van wiegendood als een baby onverwacht overlijdt zonder dat daar ogenschijnlijk een oorzaak voor is. Als wiegendood zich voordoet, is het vrijwel altijd in het eerste levensjaar maar het komt soms ook in het tweede jaar voor. Weliswaar tast men over de werkelijke oorzaken van het overlijden deels nog in het duister, in de loop der jaren zijn in verzorging en omstandigheden een aantal risicofactoren ontdekt waarvan de meeste zich met succes laten beperken. Niemand kan elk risico uitsluiten maar door preventie kan men het wel heel drastisch verlagen.
1.2 Symptomen Terwijl bij de meeste ziektes de aanwezigheid van de ziekte door symptomen wordt gediagnosticeerd is dit bij wiegendood, door het ontbreken van uiterlijke tekens, uiterst moeilijk. Meestal kan men pas na het overlijden van het kind tot een diagnose van wiegendood komen.
1.3 Preventie verkleint het risico Helemaal voorkomen dat een baby plotseling en onverwacht overlijdt kan helaas niemand. Maar de afgelopen tientallen jaren is uit vele grote studies naar overleden baby’s veel geleerd over de omstandigheden waaronder wiegendood zich voordoet. Dat heeft een aantal risicofacturen in kaart gebracht. Sommige daarvan zijn niet te beïnvloeden maar vele wel. Dat heeft geleid tot een reeks aanbevelingen tot preventie waardoor het risico zich sterk laat terugdringen. Ouders van baby’s ontvangen adviezen over veilig slapen in de regel via het consultatiebureau, de verloskundige of de kraamhulp. Gastouderbureau All Kidz Nederland raadt haar gastouders aan de adviezen uit de folder ‘Veilig slapen’ op te volgen. Deze adviezen gelden zeker voor de eerste twee levensjaren. De folder is te downloaden via www.veiligslapen.info . Het volgende hoofdstuk geeft een beknopte versie weer.
2. Veiligheid 2.1 Veilig slapen Houd nieuwkomers/jonge baby’s zoveel mogelijk extra in het oog. Er zijn sterke aanwijzingen dat veranderingen in omstandigheden en routine bij (jonge) baby’s stress veroorzaken. Het is daarom verstandig om ouders van jonge baby’s de gelegenheid te bieden om, voorafgaand aan de plaatsing, enkele malen met hun baby op gewenningsbezoek te komen.
Protocol wiegendood PRO/AKN/ABL/WIE/002
3
April 2011 Revisienummer: 002
Een baby slaapt veel. ’s Nachts maar ook overdag. Thuis maar ook als hij ergens anders is of onderweg. Om de veiligheid met betrekking tot het slapen te bevorderen is het opvolgen van de onderstaande adviezen erg belangrijk:
Leg de baby altijd op de rug te slapen
Het veiligst slaapt een baby op de rug. Uit zijligging rolt hij al na een paar weken gemakkelijk op de buik. Leg een baby nooit op de buik te slapen. Niet één keer. Ook niet om te troosten. Wijk nooit zonder overleg met een arts af van dit advies. Als vraagouders expliciet aangeven dat zij willen dat hun kindje op haar/zijn buik moet slapen dienen zij hiervoor de ‘Verklaring buikslapen’ in te vullen en te ondertekenen. Hiermee geven zij aan dat het risico volledig bij henzelf berust. Leg het kindje regelmatig op de buik als het wakker is en er iemand op let. Dat is nodig voor een goede ontwikkeling. Als een wat oudere en gezonde baby zich eenmaal vlot om en om kan draaien en bij het slapen zelf kiest voor buikligging dan hoeft men daar niet tegenin te (blijven) gaan. Houd dan wel de bedveiligheid in orde. Er is geen reden om bang te zijn voor afplatten of scheefgroeien van baby’s hoofdje. Dat verschijnsel is vaak tijdelijk en medisch onschuldig. Bovendien is het meestal te voorkomen, vooral door het ontwikkelen van een voorkeurshouding te vermijden. Bij borstvoeding ligt de baby afwisselend naar links of rechts gedraaid. Wissel ook bij flesvoeding van arm. Leg de baby in rugligging vanaf het begin met het hoofdje afwisselend naar links en naar rechts. Draai desnoods het bedje, zodat het licht van de andere kant invalt; of hang wisselend links en rechts een aandachttrekkend voorwerp op. Gastouders zijn verantwoordelijk voor het toepassen van de regels omtrent veilig slapen. Zij worden geacht eventuele problemen in de praktijk te signaleren. Van belangrijke gebeurtenissen (ongelukken of bijna-ongelukken) dienen zij gastouderbureau All Kidz Nederland meteen op de hoogte te stellen.
Voorkom dat de baby te warm ligt
Dekbedjes zijn vaak te warm en daardoor riskant voor kinderen tot twee jaar. Bovendien liggen ze los waardoor een baby er gemakkelijk onder kan geraken. Dat geldt ook voor een dekentje in een dekbedhoes. Een opgevouwen deken in een hoes is gauw te warm. Deken en lakentje, rondom ingestopt, of een trappelzak is veel veiliger. Dek een baby die koorts heeft minder toe dan gewoonlijk. Laat een baby nooit met een bedekt hoofd slapen. Kleed ook overdag de baby niet te warm. Let altijd op het weer, de kamertemperatuur, warme zon, de temperatuur in de auto etc.
Protocol wiegendood PRO/AKN/ABL/WIE/002
4
April 2011 Revisienummer: 002
Zorg voor veiligheid in wieg of bed
Een babybedje moet in Nederland aan bepaalde veiligheidseisen voldoen, o.m. voor wat betreft ventilatie (nooit een gesloten bak!) en afstand tussen de spijlen. Gebruik in wieg of bedje geen zacht materiaal. Geen zachte matras, geen kussens, geen hoofdbeschermer, geen dekbedje, geen plastic zeiltje – ze kunnen de ademhaling belemmeren. Maak bij gebruik van een dekentje het bedje zo op dat de baby met de voetjes tegen het voeteneind ligt. Een passende trappelzak is beter. Voor een baby in een gewatteerde trappelzak is een deken overbodig. Bij een ongewatteerde kan een dunne deken nodig zijn maar maak ook dan laag (dwars) op en stop rondom goed in. Combineer nooit met een dekbed.
2.2 Aanwezigheid bij slapen Laat de baby zeker het eerste halfjaar bij u op/in de kamer slapen. Houd dat tenminste vol tot de baby zich vlot om en om kan draaien. Laat hem overdag in uw nabijheid slapen op een rustige plek maar gebruik liever niet de box als slaapplaats. Uw natuurlijke waakzaamheid verlaagt het risico. Slaap echter niet met de baby in één bed, dat is zeker tot 5 maanden riskant. Neem bij medicijn-, alcohol- en drugsgebruik en bij (over)vermoeidheid nooit een baby bij u in bed.
2.3 Roken De wet- en regelgeving schrijft voor dat er in een gastoudergezin niet mag worden gerookt. Ook niet op tijdstippen dat er geen kinderen worden opgevangen.
2.4 Voeding en fopspeen Er zijn aanwijzingen dat een fopspeen risico-verlagend is. Borstvoeding is dat ook. Wacht bij borstvoeding met een fopspeen tot het voeden probleemloos verloopt. Bij flesvoeding kan wel meteen worden begonnen. Zorg altijd voor schone spenen en gebruik ze, in overleg met de ouders, bijvoorbeeld alleen voor het inslapen en als er serieus getroost moet worden. Doe dat dan wel consequent.
2.5 Geneesmiddelen Sommige geneesmiddelen zijn gevaarlijk omdat ze een baby te diep laten slapen. Laat ouders vooraf schriftelijk toestemming geven (zie ‘Overeenkomst gebruik geneesmiddelen’). Lees altijd de bijsluiter en raadpleeg bij twijfel een arts (indien mogelijk na eerst te hebben overlegd met de ouder(s)).
2.6 Rust en regelmaat Baby's zijn gevoelig voor verstoring van rust. Reizen, drukke visites, logeerpartijen en allerlei andere ongewone gebeurtenissen brengen een zuigeling gemakkelijk van slag. Verstoorde slaap kan het gevolg zijn. Dit geldt in bijzondere mate voor huilbaby's. Beperk onrustige situaties in het eerste levensjaar. Dit geldt ook voor gastouders die de zorg al dan niet tijdelijk overnemen. Protocol wiegendood PRO/AKN/ABL/WIE/002
5
April 2011 Revisienummer: 002
3. Handelen in geval van calamiteit Betrouwbare voorlichting is belangrijk. Het is helaas onmogelijk om volledige veiligheid te garanderen maar niemand hoeft onder angst voor wiegendood gebukt te gaan. Wie de bovenstaande adviezen opvolgt vermindert de kans dat er iets met de baby gebeurt tot het uiterste. Helaas komt het in Nederland af en toe voor dat een baby tijdens kinderopvang overlijdt onder het beeld van wiegendood. In geval van calamiteit:
Blijf kalm; Prikkel de baby (zonder krachtig te schudden); Roep de hulp in van buren/andere aanwezigen; Pas bij niet reageren op prikkelen reanimatie en mond-op-mondbeademing toe; Bel direct 112.
Het volgende moet u doorgeven:
Uw naam
Plaats waarheen de hulp moet komen
Beschrijf het ongeval; wat is er gebeurd?
Meld dat het om een kind/kinderen gaat, vermeld de leeftijd erbij
Beschrijf de toestand van het kind. Meld wanneer het kind beademd of gereanimeerd wordt
Waarschuw de ouders en gastouderbureau All Kidz Nederland
Maak notities.
Nazorg is van groot belang. Stichting Onderzoek en Preventie Zuigelingensterfte kan adviseren en behulpzaam zijn bij nazorg. Meer informatie is te verkrijgen bij: Stichting Wiegedood Postbus 1008 2430 AA Noorden Tel. 0172-408 271 E-mail:
[email protected] Website: www.wiegedood.nl Protocol wiegendood PRO/AKN/ABL/WIE/002
6
April 2011 Revisienummer: 002
Aanbevolen wordt om in geval van plotseling en onverwacht overlijden daarvan tevens melding te maken aan de Landelijke Werkgroep Wiegendood via het speciale meldnummer: 06 – 512 93 788. Een te hulp schietende arts kan daar of bij de stichting terecht voor het protocol inzake postmortaal medisch onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Kinderartsen en de Vereniging van Pathologen. Raadzaam is om in geval van een calamiteit alle omstandigheden zo spoedig mogelijk en zo volledig mogelijk te noteren. Veel gegevens zijn essentieel of van groot belang om naderhand bij te dragen aan het zoeken naar een oorzaak. Noteer t.b.v. een op te stellen observatieverslag tijdstip van de gebeurtenis, de aangetroffen situatie in het bedje, de houding van de baby, de kleding en de temperatuur (ook die van de baby). Gastouderbureau All Kidz Nederland beseft dat in geval van overlijden nazorg voor de ouders, de betrokken gastouder en eventuele medewerkers belangrijk is. Goede communicatie tussen alle betrokkenen staat daarbij voorop. In de eerste plaats hebben de ouders recht op volledige informatie.
Protocol wiegendood PRO/AKN/ABL/WIE/002
7
April 2011 Revisienummer: 002