Protocol: Pesten R.K. Basisschool Theo Scholte van Brakelstraat 3 7482VV Haaksbergen
Instemming MR:
tel.: 053-5723363 mail:
[email protected]
Protocol Pesten
Basisschool Theo Scholte Vastgesteld in 2013
Protocol pesten Inhoud Inleiding ...................................................................................................................... 2 Signalering.................................................................................................................. 2 Pesten aanpakken ...................................................................................................... 2 Gevolgen .................................................................................................................... 4 Cyberpesten ............................................................................................................... 5 Vormen van cyberpesten ............................................................................................ 5 Effecten ...................................................................................................................... 5 Pesten buiten schooltijd .............................................................................................. 5 Wat kun je doen om cyberpesten voorkomen?........................................................... 5 Schoolcontactpersoon 7
Protocol Pesten
1
Inleiding Dat er op school gepest en geplaagd wordt is een ieder wel bekend. Velen kunnen zich van hun eigen schooltijd wel een voorval herinneren waarin hij of zij betrokken was bij een pesterij. In de rol van pester, slachtoffer of toeschouwer. Ook op de Theo Scholte zijn we er ons van bewust dat pesten voorkomt. Het begrip pesten kan het best omschreven worden als het langdurig uitoefenen van geestelijk en/of lichamelijk geweld door een persoon of een groep tegen een eenling/groep die niet in staat is/zijn zichzelf te verdedigen. Pesten is een ongelijkwaardige strijd, een strijd die vaak en veel gestreden wordt en waarbij naast de pester en het slachtoffer, vaak ook de rest van de klas betrokken is. De gevolgen die pesten kan hebben zijn ernstig en kunnen soms verregaand zijn.
Signalering De school, de leerkracht, de ouders en de kinderen moeten alert zijn en reageren op signalen die hij opvangt. Die signalen kunnen zijn: reacties van het gepeste kind (huilen, klagen, afzonderen, e.a.) reacties van klasgenootjes (gebeurtenissen doorgeven) observaties (speelplaats, klas, kleedkamer gymnastiek) berichten van eigen ouders (gesprekken, klachten) berichten van andere ouders verhalen, teksten en tekeningen van kinderen lichamelijke signalen (blauwe plekken, bedplassen; hoofdpijn, buikpijn) niet meer naar school willen niets meer over school vertellen geen kinderen mee naar huis nemen; nooit bij anderen worden gevraagd achterblijvende of verslechterende schoolresultaten slaapproblemen; nachtmerries spullen kwijt zijn en/of vaak met kapotte kleren thuiskomen bepaalde kleren niet meer aan willen thuis of op school vaak prikkelbaar, verdrietig of boos zijn andere signaleringen
Pesten aanpakken Op de Theo Scholte hebben wij een aantal voorwaarden gesteld om het pesten serieus aan te pakken:
Pesten wordt als probleem gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen, leerkrachten en ouders/verzorgers. Wij proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, wordt het onderwerp pesten met de leerlingen bespreekbaar gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld.
Protocol Pesten
2
Als pesten optreedt, kunnen leerkrachten (in samenwerking met ouders) dat signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikken wij over een directe aanpak. Zie daarvoor stap 1 t/m 4 hieronder. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van de vertrouwenspersoon nodig.
Wanneer leerlingen toch ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij: Stap 1 Stap 2
Stap 3
Stap 4
Er eerst zelf (en samen) uit te komen. Op het moment dat een van de leerlingen er niet uit komt ( in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de leerkracht voor te leggen. De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderinggesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Bij herhaling van pesterijen/ruzies tussen dezelfde leerlingen wordt volgens onderstaande afspraken verder gehandeld (zie ‘gevolgen’). De schoolcontactpersoon wordt op de hoogte gesteld en biedt hulp. Bij herhaaldelijke ruzie/pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een indringend gesprek met een leerling die pest of ruzie maakt. Er wordt gehandeld volgens de onderstaande gevolgen.
Iedere melding wordt digitaal vastgelegd in Eduscope. De ouders van de pester en de gepeste worden op de hoogte gebracht van het ruzie/pestgedrag. Leerkracht en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Ook deze stappen worden in de eerste week van elk schooljaar uitvoerig met de leerlingen besproken. “Oeps-blad”: Op school kan het “Oeps-blad” worden ingezet. We spreken af om kinderen die steeds weer gewaarschuwd moeten worden naar binnen te sturen en een zogenoemd “Oeps-blad” te laten maken. Hierop moeten ze aangeven wat er fout ging en waarom. Dit blad moeten ze thuis laten ondertekenen, zodat de ouders ook op de hoogte zijn. Daarna wordt het weer ingeleverd bij de leerkracht. Het “Oepsblad” komt op een vaste plek in elke groep te liggen en de kinderen maken dit blad in de eigen groep.
Protocol Pesten
3
Gevolgen Gevolgen:
afhankelijk van hoelang de pester door blijft gaan met zijn/haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn/haar gedrag zijn de gevolgen opgebouwd in 5 fases.
Fase 1 Door gesprek: bewustwording voor wat hij of zij met het gepeste kind uithaalt. Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde. Fase 2 Een gesprek met de ouders, als voorgaande reacties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken Fase 3 Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts of schoolmaatschappelijk werk. Fase 4 Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen binnen de school. Fase 5 In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
Protocol Pesten
4
Cyberpesten Gepest worden is alles behalve leuk. Wanneer iemand in de buurt, op de vereniging of op school gepest wordt weten ze wie de pestkop is. Op internet of via de telefoon werkt dit anders, daar kunnen ze ook door iemand gepest worden die ze niet kennen. Juist dit onbekende maakt het pesten via mail, chats, sms en telefoontjes zo vervelend. Kinderen op de basisschool kunnen hier ook mee geconfronteerd worden, vandaar dat ook cyberpesten wordt opgenomen in het pestprotocol. Zie ook het internetprotocol.
Vormen van cyberpesten Anonieme berichten versturen via MSN en SMS, schelden, roddelen, bedreigen, foto’s van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, wachtwoorden en credits stelen en misbruiken, haatprofielen aanmaken, virussen sturen, en het versturen van een e-mail bom.
Effecten De effecten van cyberpesten kunnen erger zijn dan bij traditioneel pesten. Opnames die via de webcam worden gemaakt, worden vastgelegd door een ander. Deze opnames verdwijnen nooit meer. Over de hele wereld kan een foto op een site staan. Foto’s die eenmaal op internet staan zijn soms niet meer te verwijderen.
Pesten buiten schooltijd Soms gebeurt pesten buiten de schooltijden (waaronder TSO en BSO). Toch heeft de school er veel last van. Het ruziën en pesten kan op school door gaan. Schoolresultaten kunnen eronder lijden. Pesten heeft effect op het schoolklimaat. Merken we dat dit gebeurt dan melden we dit aan de ouders.
Wat kun je doen om cyberpesten voorkomen? Preventief: Wanneer de leerkracht merkt, dat er door kinderen uit zijn/haar klas thuis gebruik gemaakt wordt van chatprogramma’s als MSN, of er e-mailcontacten tussen leerlingen zijn, bespreekt de leerkracht met de groep de voordelen én risico’s hiervan. In de bovenbouwgroepen is dit sowieso aan de orde. Informatie hierover is te vinden op diverse websites, welke verderop in het protocol worden genoemd. Curatief: Signalen betreffende cyberpesten nemen we altijd serieus. Wanneer de leerkracht signaleert, dat er sprake is van cyberpesten, volgt hij/zij onderstaand stappenplan.
Protocol Pesten
5
1. Gesprek met de gepeste leerling en gesprek met de dader(s) Deze twee onderdelen vallen beiden onder de eerste stap. Ze dienen naast elkaar uitgevoerd te worden. Het is namelijk van belang dat er met zowel het slachtoffer als met de daders in gesprek gegaan wordt. Daarvoor dienen de dader(s) dus opgespoord te worden. Er moet worden afgewogen of de gesprekken afzonderlijk plaatsvinden of dat dit in een driegesprek (leerkracht, slachtoffer, dader) kan plaatsvinden. Hierbij worden duidelijke afspraken gemaakt over het vervolg. Gesprek met de gepeste leerling Het is van belang dat de leerkracht: deze leerling en diens klacht serieus neemt. de leerling zijn verhaal laat doen en daar de tijd voor neemt. zich probeert in te leven in de leerling. geen verwijten maakt. Dat maakt het onveilig voor de leerling, waardoor deze minder zal vertellen of zelfs helemaal niets meer zal vertellen. de leerling de tip geeft om de pester te blokkeren en te verwijderen wanneer het om pesten via MSN gaat. Voordat de leerling dit doet moet deze de gesprekken uitprinten die hij/zij heeft gevoerd met de pester. Deze gesprekken kunnen mogelijk als bewijsmateriaal dienen. door blijft vragen. Vooral wanneer het gaat om een gesprek met een leerling na het signaleren van digitaal pesten. De leerling zal niet snel vertellen dat hij/zij gepest wordt of zelf pest. Opsporen van de dader(s) Soms zal bekend zijn wie de pester is en soms niet. Wanneer niet bekend is wie de pester is zal er getracht moeten worden om dit op te sporen. Dit kan gedaan worden door gesprekken te bewaren en uit te printen. In deze gesprekken kunnen aanwijzingen staan over wie de dader is. Wanneer het pesten op school gebeurt kan dit in samenwerking met het systeembeheer worden opgespoord/achterhaald. De stijl van het bericht en eventuele taalfouten en aanwijzingen kunnen de dader verraden. De dader kan wellicht ook worden gevonden door in de klas te praten over wat er is gebeurd. Gesprek met de dader(s) Hierbij is het van belang: In te gaan op wat er gaande is. Door te vragen. Goed te luisteren naar de kant van het verhaal van deze leerling en dit serieus te nemen. Te wijzen op de mogelijke gevolgen voor de gepeste leerling. Duidelijk te maken dat de leerling zich schuldig maakt aan een ernstig feit en dat dit in sommige gevallen zelfs strafbaar is. Er kunnen dan strafrechtelijke consequenties volgen. Als het pesten op deze manier bespreekbaar wordt gemaakt, bestaat het gevaar dat het slachtoffer opnieuw door de pester(s) te grazen wordt genomen. Zorg ervoor dat er een goed pestbeleid is en dat docenten oog houden voor het pestgedrag. Protocol Pesten
6
Wanneer er een goed pestbeleid is, wordt de kans op herhaling kleiner. Bespreek dit in het team en met de directie. Er zijn veel instanties die de school kunnen helpen bij een effectieve antipestaanpak. Kijk hiervoor op www.mijnleerlingonline.nl 2. Ouders/verzorgers van de leerlingen op de hoogte stellen De leerkracht informeert zowel de ouders/verzorgers van de gepeste leerling als de ouders/verzorgers van de pester zo spoedig mogelijk over wat er speelt. Dat gebeurt bij voorkeur vóór het gesprek met de betrokken leerlingen. Denk hierbij aan het volgende: Vraag hen of zij de signalen herkennen. Wanneer zij niet weten wat de signalen zijn, kunt u hen hierover informatie geven. Vertel ouders/verzorgers dat het niet hun schuld is Informeer de ouders over de afspraken die met de leerlingen zijn gemaakt, wanneer het gesprek met hen al heeft plaatsgevonden. Vertel hen welke maatregelen zij kunnen nemen/wat zij kunnen doen Verwijs de ouders/verzorgers voor meer informatie naar bijvoorbeeld: Het gratis telefoonnummer 0800-5010 (voorheen de onderwijstelefoon). www.pestweb.nl. Zij kunnen antwoord geven op vragen van ouders/verzorgers. Zij zijn ook per telefoon te bereiken: 0800 2828280 of mobiel 0900 2828280, elke schooldag van 14.00 tot 17.00 uur. www.mijnkindonline.nl en www.stichtingstomp.nl
Schoolcontactpersoon Indien u nog behoefte heeft aan een gesprek met iemand anders dan de leerkracht, kunt u contact opnemen met één van onze schoolcontactpersonen. Hiervoor verwijzen we u naar onze website/schoolgids.
Protocol Pesten
7