Programmagids 2015-2016 Deeltijd fase Werkplekbekwaam
Datum Kenmerk Blad
10 juli 2015 PrDT-WB_2015-2016 1/14
Inhoud Vooraf
3
1.
Studiecoaching
4
2.
Zorgminor
5
3.
Geïntegreerde zaakvakminor
6
4.
Verdiepende leerkrachtvaardigheden rekenen/wiskunde
8
5.
Cultuurroute – Muziek
9
6.
Cultuurroute – Drama
10
7.
Cultuurroute – Beeldende vorming
11
8.
Cultuurroute - Nederlands
12
9.
Groep in beweging
14
Datum Onderwerp Blad
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 2/14
Vooraf In deze programmagids tref je per programma een korte beschrijving aan van de inhoud en opzet. Ook wordt aangegeven op welke wijze het programma wordt getoetst en hoeveel EC’s het programma vertegenwoordigt. Meer informatie over de inhoud van het programma vind je in de bij het programma behorende studieroute die je vindt in de digitale leeromgeving van de Marnix Academie. De inhoud van deze gids staat vast voor het hele collegejaar 2015-2016. De inhoud van de studieroute kan gedurende het collegejaar worden gewijzigd. Daarbij blijft de tekst in deze programmagids leidend.
Datum Onderwerp Blad
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 3/14
1.
Studiecoaching
Een leraar die aan de Marnix wordt opgeleid, ontwikkelt een ruime, integrale opvatting van professionaliteit. Het gaat om jouw PERSOONLIJKE invulling van je beroep. Jouw beroepsidentiteit wordt gevormd door een goede balans tussen kennis, vaardigheden en attitudes passend bij het beroep van leraar én een persoonlijke en professionele identiteit die zich (verder) ontwikkelt gedurende de jaren van de opleiding en in de beroepspraktijk. Deze identiteit is zichtbaar in je persoonlijk, authentiek en geïnspireerd handelen . Tijdens studiecoaching word je begeleid in het ontwikkelen van jouw beroepsidentiteit. Om als zelfsturende professional aan het werk te kunnen is het belangrijk dat je inzicht krijgt in je eigen leren, dat je je eigen leren leert plannen en dat je kunt reflecteren (met name over je leerproces). Tijdens studiecoachbijeenkomsten wordt aandacht geschonken aan zelfsturing en planmatig handelen. De Marnix hoopt je hiermee een basis mee te geven, zodat je een leven lang door kunt leren. Je leert je eigen handelen in de praktijk te analyseren door middel van reflectie, maar ook door een koppeling te maken met theorie (generalisatie). Je leert ook aspecten van competenties, die je aan het ontwikkelen bent, bewust toe te passen in verschillende situaties (transfer). In de studiecoachgroep krijg je door samenwerking en feedback steeds meer inzicht in je ontwikkeling naar persoonlijke meesterschap. Doelen De student verwoordt zijn persoonlijke, integrale visie op onderwijs met hierin verwerkt de pedagogische, onderwijskundige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke dimensie en kan deze vanuit theorie en persoonlijke reflectie verantwoorden. Hij benoemt hoe hij handelt vanuit aspecten van zijn visie. De student analyseert zijn ontwikkeling van de acht competenties van de Marnix Academie op het niveau werkplekbekwaam. De student toont aan dat hij op WB-niveau kan reflecteren en maakt zijn ontwikkeling van de metacognitieve vaardigheden generalisatie en transfer inzichtelijk en richt zich hierbij op het niveau SB. De student werkt op een zelfsturende en planmatige wijze aan zijn eigen ontwikkeling, kan anderen helpen in zijn ontwikkeling, heeft inzicht in interculturele gespreksvoering en kan meerdere intervisiemethodieken toepassen. Kennisbasis generiek A2.1.3.2/A2.2.1.3 A.2.2.1.5/A2.2.2.3 A3.2.1.1/ A3.2.1.3 A3.2.3.2 B2.1.3.4/B2.1.3.6 C1.1.1.1/C1.1.1.3 C1.1.2.2/C1.1.3.1 C2.1.1.3
Datum Onderwerp Blad
Competenties 1 2 3 4 5 6 7 8
HBOkwalificaties 1 2 4 6 7 8 9 10
Vorm
EC’s
2x6 studiecoachbijeenkomsten van 115 minuten
5 EC
Aanwezigheids/deelnameplicht
Toetsing Studievoortgangstoets
ja
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 4/14
2.
Zorgminor
Deze minor is gericht op het (verder) ontwikkelen van competenties die het omgaan met verschillen tussen leerlingen betreffen. De student krijgt strategieën en methodieken aangereikt om passend onderwijs te realiseren voor ieder kind. De kern van passend onderwijs is dat alle kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen op school: de ‘gewone’ leerlingen, maar ook de leerlingen die extra begeleiding nodig hebben omdat zij (zeer) specifieke onderwijsbehoeften hebben. Dat kan op verschillende manieren en vanuit verschillende motieven. In deze minor ontwikkelt de student een eigen visie op passend onderwijs. Het concept 'Handelingsgericht werken' (HGW) staat centraal in deze minor. Handelingsgericht werken is een adequate, effectieve methodiek om tegemoet te komen aan de verschillende pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van leerlingen, passend onderwijs kan vanuit dit concept concreet vormgegeven worden. De student past de handelingsgerichte werkwijze concreet toe in drie domeinen: Pedagogiek, Nederlands en Rekenen/wiskunde. Voor deze drie domeinen volgt de student interactiecolleges, werkgroepen en hoorcolleges. De student leest relevante literatuur, voert opdrachten in de praktijk uit en doet hier verslag van in een digitaal zorgdossier. In de studieroute in Marnixnet is hierover meer informatie te vinden. Doelen De student kan systematisch met behulp van de cyclus Handelingsgericht werken (HGW) passend reken- of taalonderwijs en een passende pedagogische aanpak bieden aan de hele groep. De student kan voor ieder kind de onderwijsbehoeften voor de domeinen pedagogiek, taal of rekenen signaleren en vastleggen in een geïntegreerd groepsoverzicht. Op basis hiervan creëert de student voorwaarden in de onderwijsomgeving om de leerling individueel, in subgroep en in de hele groep optimaal te stimuleren in zijn ontwikkeling en te begeleiden in het dagelijks onderwijs. Kennisbasis Generiek A.1., A.2., A.3., B.1., B.2., C.1. Nederlandse taal/lezen: 1.2, 2.2, 3., 4. 5.,9. Rekenen/Wiskunde n.v.t.
Competenties 1 2 3 4 5 6 7 8
HBO Kwalificaties 1 2 3 5 6 7 8 10
Vorm
EC ‘s
18 Interactiecolleges van 80 minuten 6 colleges domein rekenen/taal 12 colleges domein pedagogiek
10
Aanwezigheids/deelnameplicht
Toetsing
Eigen verantwoording
Datum Onderwerp Blad
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 5/14
Digitaal dossier
3.
Geïntegreerde zaakvakminor
In het programma van de Geïntegreerde zaakvakminor staan vakintegratie, onderzoek en ontwerp en schoolverbetering centraal. Studenten gaan eerder opgedane kennis toepassen, de diverse zaakvakken waar mogelijk integreren op basis van het uitgangspunt dat vakintegratie bijdraagt aan betekenisvoller, contextrijk onderwijs voor kinderen en voor de student zelf. Daarbij kunnen ook andere vakken, vakinhouden en –vaardigheden worden ingezet. Het kerndeel van de kennisbases voor de zaakvakken wordt afgesloten; oriëntatie op aspecten van het profieldeel vindt plaats. Accenten liggen op praktische toepassingen van 21st century learning, Inquiry based learning, leren voor duurzame ontwikkeling en (wereld)burgerschap. Toetsing vindt plaats aan de hand van een minordossier. Dit dossier toont aan dat je de programmadoelen behaald hebt, dat je expertise hebt opgedaan in het integreren van vakken op een betekenisvolle wijze. Het dossier bestaat uit een minorspecifiek deel en een onderzoeksdeel. De opdracht van het onderzoeksdeel wordt in een apart document beschreven. Doelen De student benoemt relevante kennis, vaardigheden op het gebied van de vakdidactiek van de zaakvakken binnen een integratieve context, in verbinding met vakken buiten het OJW domein, in hun onderlinge overeenkomsten en verschillen. De student benoemt het belang van het bovenstaande. De student ontwerpt integratief, uitdagend, onderzoekend en betekenisvol onderwijs voor een relevante onderwijssituatie op basis van het bij ‘1’ benoemde. Criteria hierbij : 21st century learning, Inquiry based learning, leren voor duurzame ontwikkeling en (wereld)burgerschap. De student ontwikkelt en beschrijft zijn eigen visie op basis van gestructureerde reflectie vanuit theorie en praktijk op vakintegratie vanuit de in het programma opgedane kennis en vaardigheden en inzichten. De student levert een bijdrage aan schoolverbetering vanuit het hierboven benoemde. De student behaalt tevens een aantal doelen behorend bij de profieldelen AK, GS en/of N&T (Meijerink). Hij wordt hiermee zaakvakspecialist.
Datum Onderwerp Blad
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 6/14
Kennisbasis Ak: deel p1, p2, p3 en p4; k2, k3, k4, p1 Gs: deel p1, p2, p3 en p4; k2, k3, k4, p1 NT: deel p1, p2, p3 en p4; k2, k3, k4, p1 Ne: deel van alle domeinen Re: deel van alle domeinen En: deel k4
Competenties 2 3 4 5 7 8
HBO Kwalificaties 1 2 3 4 5 6 7 8
Vorm
EC ‘s
Ongeveer 18 collegeweken (afhankelijk van jaarplanningen), waarin vooral interactiecolleges, daarnaast ook voortgangsbijeenkomsten, spreekuren en TUO trainingen worden aangeboden. Bij het programma zijn meerdere docenten betrokken, die elk vanuit de eigen expertise invulling geven aan de programma inhouden. Aanwezigheids/deelnameplicht
10
Toetsing Binnen deze minor wordt een vakoverstijgend educatief ontwerp gemaakt, waarin minimaal meerdere zaakvakken verwerkt zijn, dat voldoet aan de kenmerken van uitdagend onderwijs. Toetsing vindt plaats in twee fasen. Fase 1 bestaat uit oplevering en beoordeling van de voorbereiding, fase 2 bestaat uit oplevering en beoordeling van de uitvoering. Voor uitgebreide informatie, zie de toetsopdracht en de beoordelingsdocumenten.
Datum Onderwerp Blad
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 7/14
4.
Verdiepende leerkrachtvaardigheden rekenen/wiskunde
De module Verdiepende leerkrachtvaardigheden rekenen-wiskunde bestaat uit 16 interactiecolleges, verzorgd vanuit het vak Rekenen-wiskunde en Leerkracht. Studenten formuleren een persoonlijke leervraag waarop zij gedurende de looptijd van deze module een antwoord zoeken. De interactiecolleges bieden daarbij ondersteuning door theorie-aanbod, praktische oefeningen, kennisdeling en reflectie. De module is een verdieping op de stof die vanuit beide vakken is aangeboden in de fase BB. Inhoud Het begeleiden van kinderen tijdens lessen rekenen-wiskunde vraagt veel van jou als leerkracht. De inzet van verschillende didactische vaardigheden, afgestemd op de persoonlijke leerbehoefte van ieder kind is van essentieel belang. Daarbij zorg je uiteraard dat ieder kind zich veilig en gezien voelt, ook de kinderen die zichzelf níet zo’n kei in rekenen vinden. Jijzelf bent daarbij je belangrijkste instrument. In deze module behandelen we verschillende manieren om rekenwiskunde lessen passend en uitdagend te maken voor ieder kind. Belangrijk is daarbij dat je zicht hebt op jouw persoonlijke visie op onderwijs, opdat je pedagogisch-didactisch handelen congruent is met wie jij bent. Doelen De student kan door een koppeling van aangereikte bronnen, experimenteren in de praktijk en reflecties hierop, antwoord vinden op een persoonlijke leervraag over zijn/haar leerkrachtvaardigheden op het gebied van het begeleiden van kinderen tijdens een rekenwiskundeles.
Kennisbasis
Competenties
Generiek: B.1.1.a/b, B.1.2.b, B.2.1.a/c/d, B2.2.a/c
1,2,3,4,7,8
Rekenenwiskunde:
Datum Onderwerp Blad
HBOkwalificaties
Vorm interactiecolleges
EC’s 7 EC voor modules DT-WBGB & DT-WB-VLR gezamenlijk
Aanwezigheids/deelnameplicht geen
Toetsing
1,2,3,6,7
Posterpresentatie van opbrengst persoonlijke leervraag
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 8/14
5.
Cultuurroute – Muziek
In de fase werkplekbekwaam gaan studenten aan de slag met het ontdekken van de mogelijkheden van de domeinen (vormen van muzikaal gedrag) luisteren en bewegen uit het KVB-model (didactisch model). Ze werken aan hun eigen vaardigheden om muzieklessen in de praktijk te geven. Zij maken opnamen van de lessen in de praktijk en bespreken die, aan de hand van samen opgestelde criteria in de lessen op de Marnix Academie. Naar aanleiding van de daarbij opgedane kennis, worden nieuwe lessen ontworpen, in samenhang met andere vakken. Daarbij is er ook aandacht voor de lijn muzieknotatie. Tegelijkertijd ontwikkelen studenten vaardigheden om leiding te geven aan het zingen en spelen met groepen kinderen. Doelen Studenten zijn in staat in muzieklessen afwisselend gebruik te maken van diverse (minimaal drie) vormen van muzikaal gedrag Studenten zien verbanden tussen muziek, vormen van muzikaal gedrag en andere schoolvakken, zodat muziek met andere vakken geïntegreerd kan worden Kennisbasis 1.1 1.2 2 geheel 3 geheel 4.2 4.3 4.4
Datum Onderwerp Blad
Competenties 1 2 3 4 5 7 8
HBOkwalificaties 1 2 6 7 8
Vorm 6 x 105 min. Interactiecollege
Aanwezigheids/deelnameplicht Nee, maar 100% aanwezigheid is wel gewenst
EC’s 7 EC (samen met beeldend, Nederlands en drama) Toetsing/toetsvorm Kunstdossier deeltijd
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 9/14
6.
Cultuurroute – Drama
Vanuit de didactiek van drama die je in de BB-fase aangeboden hebt gekregen gaan we verder. Je leert nieuwe complexere dramavormen. Je gaat dramalessen beter aan laten sluiten op de beginsituatie. Je gaat professioneel jeugdtheater gebruiken in je dramalessen. Je gaat drama integreren met andere vakken. Je leert een korte presentatie regisseren. Doelen Doelen WB-fase: Studenten kunnen een dramales ontwerpen die aansluit bij de beginsituatie van hun stagegroep. Studenten kunnen voorbeelden uit het professioneel jeugdtheater gebruiken in de inleiding van een dramales. Studenten kunnen drama integreren met een ander vak. Studenten kunnen verschillende complexere dramawerkvormen (bijvoorbeeld: teacher in role, nasynchronisatie, schimmenspel, poppenspel, maskerspel en improvisatie) toepassen en voordoen. Studenten kunnen hun visie toepassen in het geven van een dramales. Studenten kunnen een korte presentatie met kinderen regisseren. Doelen uit de BB-fase waar studenten verder mee oefenen: Studenten kunnen een methode-les analyseren op doelen en ontwikkelingslijnen, gerelateerd aan de TULE. Studenten kunnen het MVB-model toepassen bij het voorbereiden en uitvoeren en evalueren van een drama les. Studenten kunnen de opbouw van een reguliere drama les gebruiken bij het voorbereiden en uitvoeren en evalueren van een drama les. Studenten kunnen verschillende dramawerkvormen (bijvoorbeeld: vertelpantomime, pantomime, acteerspel, objectspel, tableauspel, jabbertalk, combinatiespel, hoorspel en zintuigspel) toepassen en voordoen. Studenten kunnen aangeven wat hun visie is op kunstvakonderwijs in het basisonderwijs. Studenten kunnen het verschil tussen drama als doel en drama als middel verwoorden. Kennisbasis 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 4.1, 4.2, 4.3
Datum Onderwerp Blad
Competenties 1 2 3 4 5 7 8
HBOkwalificaties 1 4 10
Vorm In welke vorm wordt dit programma gegeven? interactiecollege . 6x105 minuten Aanwezigheids/deelnameplicht Nee, al is 100% aanwezigheid gewenst
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 10/14
EC’s 7 EC (samen met Nederlands, Beeldend en Muziek) Toetsing Opdracht
7.
Cultuurroute – Beeldende vorming
Na een start met een korte herhaling over hoe mooie beeldende lessen gegeven moeten worden, gaan we op zoek naar de mogelijkheden van geïntegreerd onderwijs en cultuuronderwijs. Het gaat nadrukkelijk over leren lesgeven. Inhoud De opbouw van de bijeenkomsten beeldend zijn steeds hetzelfde: Er is altijd een aanbod van opdrachten voor studenten. Het is aan student welke opdracht uit te werken als voorbereiding op de stage. Het aanbod omvat lesvoorbeelden voor de onderbouw, de middenbouw en de bovenbouw; zo ontstaan ook kleine leerlijntjes Doelen Aan het eind van de fase beroepstakenbekwaam is de student in staat een complexe beeldende les op de basisschool voor te bereiden, uit te voeren en te verantwoorden vanuit de kerndoelen en de leerlijnen. Kennisbasis Kerndeel Algemeen Speciale waarde van beeldend Relatie met de kerndoelen Kerndeel Structuur Proces en product componenten in het lesmodel Termen als productie, receptie en reflectie Verantwoording keuzes Kerndeel de leerlingen Beeldend draagt bij aan creatieve, psychomotorische, zintuigelijke, cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling Verantwoording vanuit leeftijdsgroep Stadia / fases van ontwikkeling
Datum Onderwerp Blad
Competenties
HBO-kwalificaties
Vorm
EC’s
Nadruk op Competentie Vakinhoudelijk en didactisch competent Competentie Organisatorisch competent Competentie Competent in inspiratie Als basis Competentie Pedagogisch Competentie interpersoonlijk
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Werkcolleges
7 EC (samen met drama, muziek en Nederlands) Toetsing
Aanwezigheids/deelnameplicht
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 11/14
Kunstdossier
8.
Cultuurroute – Nederlands
In de BB-fase heb je kennisgemaakt met alle domeinen van het vak Nederlands en de bijbehorende didactiek. In de WB-fase vindt een verdieping plaatst in twee domeinen: jeugdliteratuur en schrijven ( stelonderwijs). Daarnaast besteden we aandacht aan het ontwerpen van taallessen en het verantwoorden van de lessen. Daarbij maak je gebruik van leerlijnen taal, theorie en vakdidactiek. Het lesontwerp sluit aan bij taal bij andere vakken ( aansluiting bij GIminor) ofwel taalonderwijs afgestemd op de behoeften van een (sub)groep ( aansluiting bij zorgminor). Inhoud Tijdens twee bijeenkomsten jeugdliteratuur wordt aandacht besteed aan jeugdliteratuur bij de zaakvakken en het kiezen en afstemmen van jeugdliteratuur op de specifieke behoefte van een kind/ een groepje kinderen. De student kiest een jeugdboek en houdt hierover een korte presentatie, waarbij hij de keuze voor het boek kan verantwoorden. Daarbij maakt hij gebruik van het boek Verborgen Talenten (Mooren,P., Ghomen-Woets, K., Koeven, E. van, Kurvers, J., & Verschuren, H. (2012) Tijdens twee bijeenkomsten schrijven (stellen) maakt de student kennis met verschillende tekstgenres en het werken met stelopdrachten bij thema’s en zaakvakken. Het belang van tekstbesprekingen als kern van goed taalonderwijs komt aan de orde. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het boek Iedereen kan leren schrijven: schijfplezier en schrijfvaardigheid in het basisonderwijs van Norden, S. van (2014). De student is in staat om een lesontwerp te maken en te verantwoorden vanuit de leerlijnen de vakdidactiek en theorie. Lesontwerp en gegeven taallessen worden tijdens de colleges besproken ( collegiale consultatie). Het programma wordt getoetst met een lesontwerp dat verantwoord is vanuit de leerlijnen, theorie en vakdidactiek. Doelen - De student kan jeugdliteratuur beoordelen en afstemmen op gebruik bij andere vakken of voor de specifieke behoefte van een kind - de student heeft kennis van de opbouw van verschillende schrijfopdrachten en tekstgenres en kan deze vertalen naar lesideeën. - (indien ontwerp-optie 1: de student kan kennis over jeugdliteratuur en/ of stellen verwerken in een verantwoord lesontwerp.) - De student is in staat een lesontwerp te koppelen aan leerlijnen, vakdidactiek en theorie, daarbij rekening houdend met geïntegreerd onderwijs en/of de specifieke taalbehoeften van kinderen
Datum Onderwerp Blad
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 12/14
Kennisbasis 6. Stellen; 7.Jeugdliteratuur Domeinen 6 (stellen) en 7 (schrijven) uit de kennisbasis Nederlandse taal voor de pabo staan centraal in het programma. Aan alle deelgebieden kan gewerkt worden: 1. Mondelinge taalvaardigheid; 2. Woordenschat; 3. Beginnende geletterdheid; 4. Voortgezet technisch lezen; 5. Begrijpend lezen; 6. Stellen; 7. Jeugdliteratuur; 8. Taalbeschouwing; 9. Spelling
Datum Onderwerp Blad
Competenties 1 2 3 4 7
HBOkwalificaties 1 2 3 6
Vorm 8 interactiecolleges van 125 min.
Aanwezigheids/deelnameplicht nee
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 13/14
EC’s 7 EC (samen met Nederlands, Beeldend en Muziek) Toetsing D.m.v. lesontwerp, verantwoord vanuit leerlijnen, theorie en vakdidactiek
9.
Groep in beweging
De module Groep in Beweging bestaat uit 10 interactiecolleges, verzorgd vanuit het vak Bewegingsonderwijs en Leerkracht. Studenten formuleren een persoonlijke leervraag waarop zij gedurende de looptijd van deze module een antwoord zoeken. De interactiecolleges bieden daarbij ondersteuning door theorie-aanbod, praktische oefeningen, kennisdeling en reflectie. De module is een verdieping op de stof die vanuit beide vakken is aangeboden in de fase BB. Inhoud De schooltijd is een cruciale periode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Zij brengen veel tijd door op school en functioneren daar in sociale structuren. Het is daarom belangrijk voor de totale persoonlijke ontwikkeling van kinderen om structureel aandacht te besteden aan dit ontwikkelingsgebied. In bewegingsonderwijs en in “de vrije ruimte” op school worden groepsprocessen goed zichtbaar. Juist dáár kan een unieke bijdrage geleverd worden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. In deze module onderzoeken we met elkaar hoe we het welbevinden van ieder kind in kaart kunnen brengen en op welke wijze we kinderen kunnen begeleiden bij hun ontwikkeling. Ook oefen je met manieren waarop je je leerkrachtvaardigheden voor begeleiding van kinderen tijdens bewegingslessen, of in “de vrije ruimte” kunt verdiepen. Doelen De student kan door een koppeling van aangereikte bronnen over sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en bewegen in een brede context, experimenteren in de praktijk en reflecties hierop, antwoord vinden op een persoonlijke leervraag over zijn/haar leerkrachtvaardigheden bij het begeleiden van de ontwikkeling van kinderen. Kennisbasis
Competenties
Generiek: A1.1.4, A2.2.1, B2.2.c
1 2 3 4 7 8
Datum Onderwerp Blad
HBOkwalificaties 1 2 3 6 7
Vorm interactiecolleges
EC’s 7 EC voor modules DT-WB-GB & DTWB-VLR gezamenlijk
Aanwezigheids/deelnameplicht geen
Toetsing Posterpresentatie van opbrengst persoonlijke leervraag
10 juli 2015 Programmagids Deeltijd fase werkplekbekwaam 2015-2016 14/14