Programmabegroting
Het beeldmateriaal op de omslag staat symbool voor een aantal (belangrijke) kernprojecten uit de begroting 2010. Afbeelding Boven: Cultuurbeleid Vlnr: Agenda voor de Veenkoloniën Toekomstvisie 2020 Onder: Hunzeproject / Drentsche Aa
Programma Cultuur Plattelands- en natuurontwikkeling Bestuur Plattelands- en natuurontwikkeling
.
Programmabegroting 2010 inhoudsopgave 1
BELEIDSBEGROTING
1.1
Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2010
1.2 1.2.1 1.2.2
Programmaplan Te realiseren programma’s Overzicht algemene dekkingsmiddelen
1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7
De paragrafen Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
2
FINANCIELE BEGROTING
2.1
Uiteenzetting van de financiële positie
145
2.2
Overzicht lasten en baten financiële begroting
165
2.3
Vaststelling financiële- en beleidsbegroting
175
3
13 95
97 103 107 115 121 133 137
BIJLAGEN -
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 Kerngegevens Verdelingsmatrix
179 187 191
.
1
BELEIDSBEGROTING
Het onderdeel beleidsbegroting van deze programmabegroting gaat met name in op de doelstellingen van de programma’s en bij de paragrafen op belangrijke onderdelen van het beheer. De beleidsbegroting is de tegenhanger van het jaarverslag van de jaarstukken. Inhoud: 1.1 1.2 1.3
Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2010 Programmaplan De paragrafen
.
1.1 Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2010 De onzekerheden zijn groot en de vooruitzichten somber. Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2010 ter vaststelling aan. Deze begroting is opgesteld aan de hand van het Collegeprogramma 2006-2010 en de besluitvorming met betrekking tot het Beleidsplan 2009. We willen deze begroting aanmerken als een overgangsbegroting waarin twee belangrijke aspecten een rol spelen. In de eerste plaats worden we steeds nadrukkelijker geconfronteerd met de gevolgen van de economische recessie waardoor ook gemeenten in de komende jaren in zwaar weer terecht zullen komen. Voor 2010 kunnen wij u nog een sluitende begroting aanbieden, waarin de nadruk ligt op een ambitieus programma tot implementatie van een groot aantal in de afgelopen periode vastgestelde plannen; met name de kernprojecten, en er is sprake van het voorsorteren op de volgende bestuursperiode. Om tot dit resultaat te komen moesten echter duidelijke keuzes worden gemaakt. Er was slechts heel beperkt ruimte voor nieuwe uitgaven en we hebben ervoor gekozen om uiterst terughoudend om te gaan met het structureel belasten van de komende begroting(en) en de onoverkomelijke nieuwe uitgaven,voor zover verantwoord, zoveel mogelijk incidenteel op te nemen. Ook kon een aantal nieuwe wensen en ontwikkelingen daardoor geen financiële vertaling in deze begroting krijgen. Voor de jaren na 2010 is er sprake van grote onzekerheden en een somber financieel perspectief die forse bezuinigingen noodzakelijk maakt. Daarnaast zijn de verkiezingen van volgend jaar en de daarop volgende collegeonderhandelingen met een nieuw collegeprogramma bepalend voor de richting in de komende jaren. Hiervoor kan de nog dit jaar vast te stellen Strategische Toekomstvisie 2020 de nodige handvatten bieden. Voor de jaren na 2010 hebben we ingezet op behoedzaamheid en het uiterst terughoudend omgaan met het structureel belasten van de meerjarenbegroting. Wij menen dat met deze begroting een ambitieus collegeprogramma 2006-2010 tot afronding komt en er een goede aanzet ligt voor de start van de nieuwe bestuursperiode. In die nieuwe periode zullen duidelijke keuzes moeten worden gemaakt en er zullen ongetwijfeld pijnlijke ingrepen plaatsvinden die zowel onze organisatie als ook onze inwoners gaan raken. Ondanks alle onzekerheden en sombere financiële vooruitzichten hebben we er vertrouwen in dat we samen met de raad tot zodanige keuzes en besluiten komen dat ook in de toekomst sprake blijft van een hoog ambitieniveau, waarin wellicht gedwongen door de actuele economische situatie de accenten ten opzichte van de voorgaande periode anders komen te liggen.
I. De economische recessie Deze begroting is opgesteld op basis van de besluitvorming over het op 2 juli j.l. door uw raad vastgestelde Beleidsplan 2009. De algemene uitkering uit het Gemeentefonds is gebaseerd op de informatie zoals die in de meicirculaire 2009 is opgenomen. Inmiddels is de septembercirculaire verschenen. We hebben geconstateerd dat die circulaire voor de jaren 2010 en 2011 geen nieuws ten opzichte van de berichtgeving in mei bevat. De in het voorjaar van 2009 gemaakte afspraken tussen het Rijk en de medeoverheden blijven onverkort van kracht, zodat de ontwikkeling van de algemene uitkering voor de jaren 2010 en 2011 ten opzichte van de meicirculaire 2009 nauwelijks is veranderd. Daardoor is het mogelijk om u voor 2010 nog een sluitende begroting met een bescheiden overschot van ruim € 100.000 aan te bieden, maar na 2010 ontstaan tekorten. Het is duidelijk dat de overheidsfinanciën op rijksniveau langdurig uit het lood zijn geslagen. Zelfs wanneer er na de huidige economische crisis wordt teruggekeerd naar een economische groei van 2%, treedt er geen verbetering op van het overheidssaldo. Dit sombere vooruitzicht dwingt het kabinet tot forse aanvullende maatregelen, die voor de periode na 2011 grote gevolgen voor de ontwikkeling van het Gemeentefonds zullen hebben.
3
Kernpunt voor de jaren na 2011 is (en blijft) het advies van de fondsbeheerders om bij het opstellen van de (meerjarige) gemeentebegrotingen uit te gaan van een behoedzaam scenario. Dit is door de fondsbeheerders vertaald in een bandbreedte van minimaal 0% nominaal accres en maximaal 0% reëel accres. De onzekerheden omtrent met name de meerjarenramingen zijn momenteel echter groot. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat zowel het moment als de mate van het economisch herstel nog voor een belangrijk deel onduidelijk is. In dat licht schept ieder positief getal met betrekking tot het accres vanaf 2012 te hoge verwachtingen. Sterker nog: er moet ernstig rekening worden gehouden met een negatieve ontwikkeling. Daarnaast vrezen wij dat ook de in voorbereiding zijnde departementale bezuinigingen en de momenteel binnen de provincies gaande discussie over het takenpakket versus middelen voor de gemeenten de nodige nadelige financiële gevolgen zullen hebben. Hoe om te gaan met de tekorten in de meerjarenraming? In het bij deze begroting aangeboden Financieel Meerjaren Perspectief wordt voor de jaren na 2010 een tekort verwacht van bijna € 300.000 structureel. Daarbij is uitgegaan van het scenario dat er in de komende jaren geen nominaal en reëel accres in het gemeentefonds beschikbaar zal komen. Ook is een aantal op ons afkomende nieuwe ontwikkelingen financieel niet in het meerjarenperspectief vertaald. De vraag is thans hoe groot de tekorten in de komende jaren in werkelijkheid zullen worden. Het Kabinet geeft al aan dat er voor die jaren sprake is van grote onzekerheden. Gelet op de meest recente geluiden vanuit Den Haag en verwachtingen van de VNG moet sterk rekening worden gehouden met een scenario waarin sprake is van forse kortingen op het Gemeentefonds. Daarbij moet worden gedacht aan kortingspercentages van tussen de 15% en 20%. Voor onze gemeente zou dat een verlaging van de algemene uitkering betekenen van tussen de € 3.000.000 en € 4.000.000. Op basis van dit uiterst sombere scenario worden de gemeenten in de komende jaren geconfronteerd met een forse (bezuinigings)taakstelling in latere jaren die niet van het ene moment op het andere kan worden ingevuld. Daarom is een taakstellende bezuiniging opgenomen die door het volgende college zal moeten worden ingevuld. Wederom is hier de vraag hoe groot de omvang van die taakstellende bezuinigingen zou moeten zijn. Bij de cijfermatige afronding van het Financieel Meerjaren Perspectief ging het nog om een redelijk bescheiden tekort van bijna € 300.000 waarvoor een taakstelling moest worden opgenomen. Met het opnemen van die taakstelling is het meerjaren perspectief dan ook in eerste instantie “technisch” sluitend gemaakt. De werkelijke taakstelling zal naar onze inschatting tussen de € 4.000.000 en € 5.000.000 liggen, waarbij we dan ook rekening houden met het creëren van financiële ruimte voor nieuw beleid c.q. nieuwe ontwikkelingen. Hierbij willen we wel direct aantekenen, dat pas in het voorjaar van 2010 meer duidelijkheid over de werkelijke ingrepen in het gemeentefonds zal komen. Het behoeft geen betoog dat de periode tot de afronding van de begroting veel te kort was om nu al taakstellende bezuinigingen tot de laatstgenoemde bedragen op te nemen. Hiervoor is een zorgvuldig traject noodzakelijk,waarin bijvoorbeeld de eind van dit jaar vast te stellen Strategische Toekomstvisie een belangrijke richtinggevende rol zal spelen evenals de reeds in gang gezette organisatieontwikkeling. Ook de verkiezingen in 2010 en het nieuwe collegeprogramma zullen een richtinggevende stempel op dit traject drukken. We beperken ons in deze begroting op dit moment dan ook tot een procedureel voorstel dat – via het Beleidsplan 2010 - uiteindelijk in de Programmabegroting 2011 moet leiden tot nader uitgewerkte taakstellende bezuinigingen. Hierbij willen we overigens opmerken, dat wij bij de afronding van deze begroting vooruitlopende op de komende bezuinigingsdiscussie als eerste maatregel een selectieve vacaturestop hebben ingevoerd. In de paragraaf “Bedrijfsvoering” wordt hier nader op ingegaan. Om de zeer forse bezuinigingstaakstelling in te vullen hebben we in grote lijn het volgende spoorboekje voor ogen, waarbij de portefeuillehouder Financiën bestuurlijk trekker van het bezuinigingstraject is.
4
Op korte termijn wordt gestart met een inventarisatie van de binnen de begroting beïnvloedbare baten en lasten en worden de mogelijkheden tot bezuiniging verkend. Daarbij denken we aan de volgende hoofdrichtingen: - Kostenbesparingen op de gemeentelijke producten; - Maatregelen in het kader van de bedrijfsvoering; - Personele maatregelen geplaatst in het kader van de gewenste/noodzakelijke organisatieontwikkeling; - Investeringsniveau; - Ontwikkeling van de lastendruk. Op basis van die inventarisatie wordt een notitie voorbereid voor de Breeland III sessie in januari 2010, waarin we samen met de raad, naast een evaluatie van de huidige raadsperiode, richting aan de bezuinigingen willen geven, passend binnen de Strategische Toekomstvisie 2020. De resultaten hiervan worden opgenomen in een “Overdrachtsdocument” dat wordt opgesteld ten behoeve van de onderhandelingen met betrekking tot het nieuwe collegeprogramma. De voorzitter van ons college zal binnen het Presidium overleg voeren over de gewenste vorm en inhoud van een dergelijk document. Het nieuwe collegeprogramma is de basis voor het Beleidsplan 2010, waarin het kader wordt aangegeven voor de begroting 2011 en het Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2014. Bij de vaststelling van het Beleidsplan 2010 zal concrete besluitvorming moeten plaatsvinden over de omvang en de richting van de bezuinigingen die dan nader uitgewerkt worden in de begroting 2011 met als uitgangspunt een sluitende begroting en zodanige taakstellende bezuinigingen dat ook het Financieel Meerjarenperspectief op termijn weer sluitend is. Het spoorboekje kort samengevat: November 2009
Vaststelling van de thans aangeboden begroting.
December 2009
Vaststelling van de Strategische Toekomstvisie 2020.
Januari 2010
Breeland III sessie met bezuinigingsdiscussie.
Maart 2010
Overdrachtsdocument ten behoeve van de start van de nieuwe collegeperiode, waarin o.a. de omvang en de richting van de bezuinigingen wordt aangegeven.
Juni 2010
Vaststelling Beleidsplan 2010 op basis van het nieuwe collegeprogramma met besluitvorming over de omvang en de richting van de bezuinigingen.
November 2010
Vaststelling van een sluitende begroting 2011 en een op termijn sluitend Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015
II. Beleidsmatig kader In deze begroting worden de ambities en doelstellingen aangegeven voor het laatste jaar van ons college, passend binnen onze gezamenlijke visie: • Aa en Hunze wil zich verder ontwikkelen tot een nog attractievere plattelandsgemeente, waarin het goed wonen, werken en recreëren is, met behoud van de zo kenmerkende eigenschappen groen, ruimte en rust; • De dynamiek van de vele verschillende dorpen en de afwisselende landschappen wordt gestimuleerd: behoud door duurzame ontwikkeling! • We willen dat doen in samenwerking en gaan daarvoor (inter)actief het gesprek met onze inwoners aan; • We richten ons op kansen en mogelijkheden; • Bij ons werk staan klantgerichtheid, integriteit en openheid voorop. MOTTO: Wij doen het samen goed.
5
Omdat de huidige visie vrij globaal is geformuleerd en om een aanscherping vraagt heeft de raad in februari van dit jaar opdracht gegeven voor het opstellen van een Strategische Toekomstvisie 2020 waarbij in het proces van totstandkoming draagvlak verkregen wordt vanuit de samenleving. Inmiddels is in kaart gebracht op welke gebieden er beleid bestaat dat bruikbaar is voor de toekomstvisie en op welke gebieden binnenkort nieuw beleid gemaakt gaat worden. De toekomstbeelden zijn in september voorgelegd aan de inwoners in drie bewonersavonden. Mede aan de hand van de uitkomsten van deze bevolkingsraadpleging is een eerste aanzet gemaakt voor de op te stellen visie. Op basis hiervan heeft in de gezamenlijke Marktplaats van 22 september j.l. een discussie plaatsgevonden over de meest belangrijke thema’s en is een aantal richtinggevende uitspraken gedaan en daar waar mogelijk zijn de eerste keuzes gemaakt. Op korte termijn worden nog enkele interactieve bijeenkomsten gehouden en vindt verwerking van de binnengekomen schriftelijke reacties plaats. Op 4 november a.s. komt de visie opnieuw in een gezamenlijke Marktplaats aan de orde, alvorens deze aan de raad ter vaststelling wordt voorgelegd. De kernprojecten In de tussenbalans van de huidige bestuursperiode, het Breelandoverleg, heeft voor de tweede helft een hergroepering en herprioritering van het collegeprogramma in een aantal kernprojecten plaatsgevonden. In deze begroting zijn de kernprojecten van uw raad in de afzonderlijke programma’s geaccentueerd. Uw raad heeft 11 kernprojecten geformuleerd. Ons college heeft gekozen voor 25 kernprojecten, waarvan “de elf van uw raad” deel uitmaken, t.w.: 1. Cultuurbeleid 2. Veiligheidsbeleid 3. Economisch uitvoeringsprogramma 4. Accommodatiebeleid (incl. onderwijs) 5. Kern- en buurtgericht werken 6. Sport 7. Brede samenwerking w.o. - Bestuursvorm openbaar onderwijs - Notitie kleine scholen 8. Jeugdbeleid 9. Milieubeleid 10. Herijking subsidiebeleid/budgetfinanciering 11. Doorontwikkeling gebiedsgericht werken - Hunzeproject - Drentsche Aa - Agenda veenkoloniën - ILG Deze kernprojecten zijn in de afgelopen tijd voortvarend opgepakt en zijn nagenoeg geheel afgerond. In 2010 ligt het accent op de verdere implementatie van deze projecten.
III. Financieel kader We zijn de aanbieding van deze begroting begonnen met de grote onzekerheden en sombere vooruitzichten in de komende jaren. In dat licht is het financiële kader waarbinnen we onze doelstellingen voor 2010 willen realiseren nog duidelijk, maar is dat kader in de jaren daarna geheel afhankelijk van de economische ontwikkelingen. In hoofdstuk 2.1 is het kader voor 2010 aangegeven waarbinnen we onze doelstellingen willen realiseren. Tevens wordt in dat hoofdstuk de bandbreedte aangegeven waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt. Daarbij gaat het dan met name om de “ter afweging staande onderwerpen”, waarover uw raad de discussie over prioriteitstelling en keuzes kan voeren. Kort samengevat gaat het om de volgende hoofdlijnen.
6
Begroting 2010 Op basis van de uitkomsten van de Productenraming 2010 kan de volgende berekening worden gemaakt van de begrotingsuitkomsten na verwerking van het (aangepaste) collegeprogramma 20062010 en het voorgestelde nieuwe beleid. Hierbij zijn met name de “ter afweging staande onderwerpen”, waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden van belang. structureel
incidenteel
238.000
-1.011.000
-198.000 79.000
-568.000 -515.000 2.094.000 0
Saldo Productenraming na bestemming Ter afweging staande onderwerpen: 1. Collegeprogramma 2006-2010 2. Nieuw Beleid 3. Onttrekking aan de VAR Saldo Programmabegroting 2010 na verwerking voorstellen
119.000
De aan uw raad gepresenteerde begrotingsvoorstellen resulteren voor 2010 in een bescheiden positief saldo van € 119.000. Gelet echter op de prognoses voor de jaren na 2010 waarin forse begrotings-tekorten worden verwacht kan dit overschot slechts als “incidenteel” worden aangemerkt en wij stellen uw raad dan ook voor om geen extra structurele uitgaven ten laste van dit positief saldo te doen. Zoals we ook al in het Beleidsplan 2009 hebben aangegeven ligt de nadruk in deze begroting op de realisatie van het collegeprogramma 2006-2010. Los van de meest actuele verwachtingen omtrent de gevolgen van de economische crisis voor het Gemeentefonds moesten ook al op basis van de ten tijde van het opstellen van de begroting beschikbare informatie noodgedwongen duidelijke keuzes worden gemaakt, waarbij we erin zijn geslaagd om de uitvoering van het resterende collegeprogramma in financieel opzicht onverkort in de begroting op te nemen. Daarnaast was er slechts heel beperkt ruimte voor nieuwe uitgaven. We hebben ervoor gekozen om uiterst terughoudend om te gaan met het structureel belasten van de komende begroting(en) en de onoverkomelijke nieuwe uitgaven, voor zover verantwoord, zoveel mogelijk incidenteel op te nemen. Een aantal nieuwe wensen en ontwikkelingen kon daardoor geen financiële vertaling in deze begroting krijgen. Bij het onderwerp “Toekomstige ontwikkelingen” komen we hier nog nader op terug. Tenslotte is een aantal in basis structurele uitgaven gedeeltelijke incidenteel opgenomen. Het gaat hier o.a. om een noodzakelijke verhoging van het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen en monumenten en de stortingen in het fonds voor grote projecten en het ILG. Wij menen hier verantwoorde keuzes te hebben gemaakt, mede gezien het gegeven dat er naast de inzet van incidentele middelen sprake is van een gefaseerde structurele opbouw van de bedoelde budgetten. Geen lastenverhoging in 2010 In de programmabegroting 2009 is voor het lopende begrotingsjaar gerekend met een inflatiepercentage gebaseerd op de septembercirculaire 2008 van 3,58. Vanwege een lager verwachte inflatie voor 2009, zit er in de begroting 2009 een overcompensatie. In verband hiermee is besloten om de trend van 2009 aan de lastenkant terug te brengen naar het niveau van de meicirculaire 2008 (2,75%). Na deze bijstelling in 2009 resteert er nog steeds een overcompensatie. Wij stellen u voor om dit verschil in 2010 recht te trekken door voor zowel de lasten (m.u.v. de salarissen) als de baten op de nullijn te gaan zitten. Dat betekent dus voor onze inwoners geen lastenverzwaring in 2010, hetgeen in de lijn ligt met de afspraken tussen het rijk en de VNG waarin de intentie is uitgesproken om een stijging van de lokale lasten zoveel mogelijk proberen te vermijden. Nieuwe uitgaven in 2010 De voor 2010 financieel meest in het oog springende nieuwe uitgaven zijn: € 550.000 € 180.000 € 93.000 € 64.000 € 50.000
Fietsverbinding met Eext Aanpassingen begraafplaats Gasselte Reconstructie van de Eexterweg in Gieten Energiebesparing bestaande woningbouw en dorpshuizen Uitvoering van de Cultuurnota 2010-2013
7
Verder worden in 2010 o.a. extra middelen uitgetrokken voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen, monumenten en bruggen, verkeers- en vervoersmaatregelen en klimaatbeleid. Tevens worden incidentele en structurele stortingen gedaan in de fondsen voor Grote Projecten en het ILG. Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 Het Financieel Meerjaren Perspectief is gebaseerd op gegevens van de meicirculaire 2009 met betrekking tot de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Hoewel de septembercirculaire geen directe aanleiding gaf tot bijstelling van de raming moet op basis van recente geluiden uit Den Haag en verwachtingen van de VNG in de komende jaren rekening worden gehouden met forse kortingen op het Gemeentefonds. De volgende geprognosticeerde tekorten moeten dan ook in dat licht worden bezien en kunnen in de komende jaren naar onze inschattingen mogelijk oplopen tot een bedrag van tussen de € 4.000.000 en € 5.000.000. De hier opgenomen bedragen voor taakstellende bezuinigingen zijn dan ook enkel “technisch” van aard en zijn al duidelijk door de actualiteit ingehaald.
Saldo exclusief taakstellende bezuinigingen Taakstellende bezuinigingen Incidentele dekking uit de VAR
2011
2012
2013
-239.000 239.000
-342.000 103.000
-263.000 -79.000
524.000
318.000
278.000
Toekomstige ontwikkelingen Voor een aantal projecten zijn we bezig met ontwikkelen van een visie. In dit stadium zijn de financiële gevolgen daarvan nog niet in deze begroting opgenomen maar zijn de betreffende onderwerpen als “Ter afweging bij aanvang nieuwe bestuursperiode” aangemerkt. Het gaat hier bijvoorbeeld om de ingrijpende ontwikkeling van een MFC in Gieten en in Gasselternijveen, de renovatie van het zwembad de Borghoorns in Annen,de uitvoering van de dorpsvisie Rolde, de verdere ontwikkeling van het centrum Gieten en projecten in het kader van het Fonds grote projecten en het ILG. De afwegingen met betrekking tot die plannen dienen bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode, c.q. de opstelling van het nieuwe collegeprogramma plaats te vinden in het licht van de bestuurlijke prioriteiten en de op dat moment actuele financiële positie. Hiermee is er in de visie van ons college ook voor de komende jaren onverkort sprake van een hoog ambitieniveau met forse investeringen,maar zullen er forse bezuinigingsingrepen nodig zijn om nieuwe plannen tot ontwikkeling te brengen. In de bepaling van de bezuinigingstaakstelling voor de komende jaren zal dan ook rekening worden gehouden met een budget voor nieuwe ontwikkelingen, waarbij we denken aan een bedrag van rond de € 500.000 structureel. Organisatieontwikkeling In relatie tot het hoge ambitieniveau vraagt ook de organisatieontwikkeling en in het verlengde daarvan de personele capaciteit en de daarbij behorende financiële middelen om aandacht. Voor wat betreft de organisatieontwikkeling is een zevental concrete aktiepunten vastgesteld dat in de vorm van een samenhangend ontwikkelplan is uitgewerkt. Dit onderwerp komt in paragraaf 1.3.5 “Bedrijfsvoering” aan de orde, waarbij ook de resultaten tot nu toe zijn weergegeven. In die paragraaf wordt tevens ingegaan op de personele capaciteit/loonsom versus de taken en ambities. Om in de komende jaren de thans nog bestaande “spanning” tussen de uit te voeren taken en de daarvoor beschikbare capaciteit op te lossen, willen we met uw raad graag in discussie over de oplossingsrichtingen. Die discussie krijgt nu een extra dimensie in het licht van de huidige economische crisis, waardoor forse ingrepen in de personele formatie niet zijn te vermijden. Korte termijn (2009 –begin 2010). We willen onze aandacht nadrukkelijk richten op het verkennen van de taken en ambities in relatie tot de dit jaar vast te stellen strategische toekomstvisie en de doorontwikkeling van onze organisatie, waarbij het op ons afkomende bezuinigingstraject een prominente rol speelt. Langere termijn (2010-2014)
8
We zouden willen inzetten op: • Een scherp financieel meerjarenperspectief; • Een vaste verhouding product-personeel (trap op, trap af); • Het aanscherpen van de taken en ambities op basis van de strategische toekomstvisie 2020 en het collegeprogramma 2010-2014; • Het aanscherpen van de in gang gezette organisatieontwikkeling, met nadrukkelijk aandacht voor efficiency, samenwerking, privatisering en afstoten van taken. Deze insteek wordt mede meegenomen in de bezuinigingsnotitie die ten behoeve van het Breeland III overleg in januari 2010 wordt opgesteld. Tenslotte Door een goed samenspel van raad, college en ambtelijk apparaat is het mogelijk geworden om zowel beleidsmatig als financieel uitvoering te geven aan het collegeprogramma 2006-2010. Onze doelstellingen in de lopende bestuursperiode zijn ambitieus en hebben naar onze mening een stevige impuls aan de ontwikkeling van Aa en Hunze gegeven. Die inzet blijft ook tijdens het laatste jaar van de huidige bestuursperiode onverkort van kracht. Zoals ook al in de inleiding is aangegeven is er met deze begroting in het licht van de huidige economische crisis, die in de komende jaren zeer forse bezuinigingen noodzakelijk maakt, en de verkiezingen van volgend jaar sprake van een overgangsbegroting; maar wel met een onverkort hoog ambitieniveau. Samen met uw raad en de organisatie staan we voor de uitdaging om in de aanloop naar de onderhandelingen over een nieuwe collegeperiode het kader neer te zetten voor een evenwichtig financieel beleid met voldoende ruimte om dat hoge ambitieniveau ook in de komende jaren vast te kunnen houden. Dat vraagt in de komende tijd om duidelijke keuzes en forse ingrepen op tal van terreinen, waarbij de nog vast te stellen Strategische Toekomstvisie 2020 de hoofdrichting aangeeft. Wij vertrouwen erop, dat we met elkaar in staat zijn om door middel van weloverwogen keuzes en maatregelen onze gemeente op een zodanige wijze door de economische crisis te loodsen dat er ook voor de toekomst voor onze inwoners sprake blijft van een vijf sterren gemeente met een hoog ambitieniveau.
9
Planning en procedure begrotingsbehandeling De behandeling van deze begroting door uw raad vindt plaats op woensdag 11 november 2009 vanaf 19.00 uur. Voorafgaande aan die behandeling wordt een technische toelichting gegeven op 15 oktober 2009. De programmabegroting wordt door de gemeentesecretaris als WOR bestuurder op 27 oktober 2009 besproken met de Ondernemingsraad. Onderstaand volgt in het kort de voorgestelde planning en procedure voor de behandeling van de programmabegroting. 15 oktober
Technische uitleg aanvang 16.00 uur.
27 oktober
Behandeling concept programmabegroting in Ondernemingsraad.
28 oktober
Aanlevering begrotingsreacties van fracties bij de griffie (inclusief de bijdragen voor in de Schakel).
4
november
Publicatie fractiebijdragen in de Schakel
5
november
Verzending Begrotingsreacties fracties naar de raadsleden, pers en abonnementshouders.
10 november
Mogelijkheid tot aanlevering ontwerpmoties en -amendementen op schrift voor 12.00 uur bij de griffie.
11 november
Begrotingsraad 19:00 uur Portefeuillehouder geeft een korte uiteenzetting. (de grote lijn, de financiële speelruimte en de mogelijkheden) 19:10 uur Fracties voeren het woord in eerste instantie. (10 minuten / fractie) 20.10 uur Korte schorsing (1e schorsing). (met gelegenheid voor college voor beraad) 20.25 uur Reactie van het college. (10 minuten / collegelid) 21.10 uur Korte schorsing (2e schorsing). 21.25 uur Tweede ronde fracties. (de fracties krijgen elk 10 minuten om in te gaan op de algemene beschouwing van de andere fracties en de reactie van het college (en evt. indiening moties en amendementen)) 22.25 uur Korte reactie van het college. 23.00 uur Besluitvorming raad. 23.15 uur Sluiting (met aansluitend informeel samenzijn).
10
Raadsvoorstel (nummer 2009/60) Aan uw raad wordt voorgesteld: 1)
2) 3) 4)
De beleids- en de financiële begroting vast te stellen door per programma vast te stellen: a. de beoogde maatschappelijke effecten (‘wat willen we bereiken’) b. de te leveren goederen en diensten (‘wat gaan we doen’) c. het totaal van de baten en lasten op programmaniveau (‘wat mag het kosten’). De eerste begrotingswijziging 2010 vast te stellen. In te stemmen met de voorgestelde resultaatbestemming. Het betreft een toevoeging van totaal € 1.308.000 aan de reserves ten laste van de exploitatie. Het Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 voor kennisgeving aan te nemen.
Gieten, 29 september 2009 Het college van de gemeente Aa en Hunze, de secretaris,
de burgemeester,
mr. F. Snoep
drs. H.F. van Oosterhout
11
12
1.2 Programmaplan In het duale stelsel heeft uw raad kaderstellende, budgetbepalende en controlerende taken. Het programmaplan ondersteunt uw raad met genoemde taken. Het programmaplan is ingedeeld in: 1.2.1 Te realiseren programma’s 1.2.2 Overzicht algemene dekkingsmiddelen.
1.2.1 Te realiseren programma’s In het programmaplan komen de volgende programma’s aan de orde: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Bestuur Publiekszaken Openbare Orde en Veiligheid Economische Zaken Onderwijs Cultuur Sport Sociale Zaken Welzijn Gemeentelijke afvaltaken Openbare Werken / Verkeer en Vervoer Milieu Wonen en leefomgeving Plattelands- en natuurontwikkeling Recreatie en toerisme Financiën en bedrijfsvoering
15 19 23 27 31 39 45 49 55 61 65 71 77 83 87 91
13
14
1. Bestuur Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / G.J. ten Brink / H. Santes
Budgethouder
W. Dolsma / B. Kinds / M. Jalving
Taakomschrijving
Het op een open en controleerbare wijze besturen van de gemeente, het samenwerken met andere gemeenten in de regio en met publieke en private instanties.
Collegeprogramma
Kernpunten van ons beleid zijn een open bestuurscultuur en een versterking van de voor Aa en Hunze kenmerkende traditie om ons beleid in een zo vroeg mogelijk stadium te bediscussiëren met alle betrokkenen (interactieve beleidsvorming).
Producten
De volgende producten vallen onder het programma bestuur: - Algemeen bestuur - Kern- en buurtgericht werken
A. Algemeen bestuur Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • • • • • • • •
Een bestuur dat de belangen behartigt van al haar inwoners op een laagdrempelige en toegankelijke wijze. Een bestuur dat voor de burger transparant is in wat het doet, waarom en hoe. Een bestuur dat nadrukkelijk gebruik maakt van moderne communicatievormen, zoals specifieke websites, chatsessies, politieke cafés en het vaker uitvoeren van enquêtes. Een bestuur dat de doelen bereikt die gesteld zijn, waarbij de belanghebbende er van uit mag gaan dat over belangrijke zaken zo goed mogelijk inspraak wordt gegeven. Een bestuur dat de doelen bereikt die gesteld zijn, waarbij de belanghebbende vanaf het begin wordt betrokken bij het maken van plannen omtrent (nieuw) beleid. Een onafhankelijke, objectieve behandeling van bezwaren, beroepen en klachten, binnen de wettelijke termijnen. Het stimuleren van burgerparticipatie en burgerinitiatief. Gemeentelijke dienstverlening waarbij kwaliteit een vanzelfsprekendheid is. Een bestuur dat hoge eisen stelt aan integrale en interactieve beleidsvorming en integrale uitvoering van beleid.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • •
Het streven van de gezamenlijke Nederlandse overheden om 65% van de dienstverlening digitaal aan te bieden. Het streven om het gemeentelijk loket de poort tot de dienstverlening van de overheid te laten worden.
Indicatoren Door de jaren heen is gebruik gemaakt van verschillende statistiek programma’s voor het loggen van de website. Bovendien zijn de perioden waarover de programma’s zijn gebruikt zeer onregelmatig, waardoor het vergelijken van jaarcijfers niet zuiver is. De cijfers dienen daarom meer ter indicatie.
15
Cijfers behorende bij de indicatoren van de website Onderwerp
2006
2007 )
2
2008
2009 (t/m juni)
Gemiddeld aantal bezoekers website per maand Gemiddeld aantal bezoekers Raadsinformatiesysteem per maand Gemiddeld aantal bezoekers digitaal loket per maand Totaal aantal afgenomen on-line diensten
3.000
6.005
6.303
6.328 173
Gemiddelde afname on-line diensten per maand Totaal aantal elektronisch ingediende WOZ bezwaren (van de 280 bezwaren in totaal) Totaal aantal meldingen openbare ruimte Gem. aantal meldingen openbare ruimte per maand
2)
31 81
Stand Landelijke Monitor 1)
243 187
81 (v.a. sept.2008) 20 (v.a.sept.2008)
326
561 112 (v.a. aug.2008) 124
395
699 116 170
1)
Van de 441 gemeenten in totaal. In 2007 is de website vernieuwd
Toelichting Sinds half mei 2009 worden de bezoeken aan het digitaal loket, het raadsinformatiesysteem en de website afzonderlijk gelogd. Online diensten Sinds september 2008 wordt er een aantal producten online aangeboden en digitaal afgehandeld. Het gaat om uittreksel GBA, uittreksel burgerlijke stand, verhuizing binnen of naar Aa en Hunze, vertrek naar het buitenland, naamgebruik, geheimhouding. Melding doen Sinds augustus 2008 wordt gebruik gemaakt van een nieuw systeem waarmee een melding online op een kaart kan worden gedaan. De telefonische meldingen worden ook in dit systeem verwerkt. Het gaat hier om meldingen over afval, riolering, wegen, wateroverlast en ongedierte. De status van de melding wordt bijgehouden en ook online getoond, waardoor de inwoner direct kan zien hoe zijn of haar melding ervoor staat. Doordat inzichtelijk is om welke meldingen het gaat, kan hier beter op gestuurd worden. Landelijke monitor ste Bij de landelijke meting van 24-11-2008 stond de gemeente Aa en Hunze op de 124 plaats met 38,99%. Voor het jaarlijkse onderzoek van de monitor wordt elk jaar de continue monitor, die maandelijks is, in september van dat jaar gesloten, zodat er een ijkpunt is. Gedurende het jaar 2009 heeft Aa en Hunze wel eens een daling laten zien, maar de verwachting ten aanzien van de stand in het komende jaarlijkse onderzoek is positief. In de cat. A zijn verschillende aansluitingen op landelijke voorzieningen gerealiseerd, in cat. B zal ruimtelijke informatie beschikbaar komen en de e-diensten in cat. C zijn uitgebreid.
Bezwaarschriften
Aantal ontvangen bezwaarschriften Gemiddelde tijdsduur van afhandeling van bezwaarschriften in weken *Voor 2009 is het geraamde cijfer opgenomen
16
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
88
89
68
56
49
52
37
50
22,4
19,3
10,7
15,5
17
15
15
15
*
Kader • • • • • • • 000000
Wat gaan we doen in 2010 •
000000
Verordening Burgerinitiatief. Gemeentewet. Wet dualisering Gemeentebestuur. Collegeprogramma 2006-2010. Wet elektronisch bestuurlijk verkeer. Strategische toekomstvisie. Informatiebeleidsplan.
• • • •
Wanneer
Eind 2009 zal van de raad worden gevraagd om een uitspraak te doen over de toekomst van Aa en Hunze. Deze toekomst, verwoord in de strategische toekomstvisie, is besproken met onder meer de bevolking in een drietal sessies op diverse locaties. De toekomstvisie is een richtinggevend kader, een meetlat, waarlangs (beleids)plannen worden gelegd om te bekijken of ze in die visie passen. Volgens een geactualiseerd communicatieplan een communicatiestrategie en –planning volgen voor interne en externe communicatie. Pro-actief de gemeente profileren d.m.v. een aangepast communicatieconcept op basis waarvan de communicatie-uitingen tot stand worden gebracht. De organisatieveranderingen ondersteunen/begeleiden met behulp van interne communicatie. Functionaliteiten van intranet en internet verder benutten en integraal (in de middelenmix) inzetten om communicatiedoelen te bereiken en dienstverlening te verbeteren/ondersteunen (o.a. door middel van GovUnited).
2010 2010 2010 2010
B. Kern- en buurtgericht werken. Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Kern- en buurtgericht werken • Het accent in kern- en buurtgericht werken leggen op de communicatie tussen de gemeente en de kernen en buurten. Alsmede een meer thematische behandeling van zaken. • Bevorderen van de betrokkenheid van burgers bij de zorg voor hun leefomgeving en versterken van de saamhorigheid in dorp en wijk. • In een zo vroeg mogelijk stadium de kernen en buurten betrekken bij beleidsvorming. Kader • 000000
000000
Rapport kern- en buurtgericht werken nieuwe stijl.
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
Kernproject Kern- en buurtgericht werken • Aandacht besteden aan kern- en buurtgericht werken met als uitgangspunt een goede communicatie met de burgers en organisaties van dorpsbelangen. • Het brengen van themagebonden werkbezoeken door college en raad aan de dorpen. • Informeren en in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken van de kernen en buurten bij beleidsvorming en terugkoppeling van gemeentelijke acties. • Opstellen jaaragenda’s met de afzonderlijke organisaties van dorpsbelangen. • Ondersteuning professionalisering organisaties van dorpsbelangen. • Twee keer per jaar dorpenoverleg. • Inbedding kern- en buurtgericht werken nieuwe stijl in ambtelijke organisatie. • In voorkomende gevallen overleg van het gemeentebestuur met de afzonderlijke organisaties van dorpsbelangen. • Ondersteunen van initiatieven die ten doel hebben de leefbaarheid in de kernen te bevorderen. • Evaluatie kern- en buurtgericht werken nieuwe stijl. 17
2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 Medio 2010
Wat mag het kosten (x € 1.000) lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
1.526 125 1.651 0 0 1.651
0 0 0 30 30 30
1.925 155 2.080 0 0 2.080
0 0 0 75 75 75
1.812 166 1.977 0 0 1.977
0 0 0 0 0 0
Algemeen bestuur Kern- en buurtgericht werken Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma structureel Pensioenvoorziening wethouders Nieuwe voorstellen - incidenteel Sponsorbeleid Niet-trendmatige ontwikkelingen structureel Wachtgeld voormalige wethouders
18
Uitgaaf
2011
2012
-40
-20
-20
-17
-17
66
14
38
2013
14
2. Publiekszaken Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / H. Santes
Budgethouder
M. Jalving
Taakomschrijving
-
Collegeprogramma
Producten
Dienstverlening ten aanzien van rechtsfeiten omtrent de burgerlijke staat van personen, namenrecht en nationaliteit, alsmede het voltrekken van huwelijken. Het beheren en onderhouden van gemeentelijke begraafplaatsen. Kernpunt van beleid is de dienstverleningsrelaties in te richten vanuit de logica van de burgers, de bedrijven en de maatschappelijke instellingen in hun hoedanigheid als afnemer van producten en diensten. De essentie van ons eindbeeld laat een organisatie zien die vanuit een vraaggerichte benadering haar diensten aanbiedt en in een open verbinding staat met haar partners. Hierbij is het ook van belang dat we tijdig en volledig duidelijk maken waartoe het overleg met partners, andere gemeenten en de beraadslaging in de raad hebben geleid. De door de gemeente(raad) genomen besluiten, de door ons opgestelde beleidsplannen en beleidsvoornemens willen we daarom ook via onze website naar buiten brengen.
De volgende producten vallen onder het programma Publiekszaken: - Publiekszaken - Lijkbezorging
A. Publiekszaken Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • • • • •
Een klantgerichte en efficiënte wijze van dienstverlening, waarbij de verdere uitbouw van de elektronische dienstverlening een van de speerpunten is. Uitgangspunt voor ons contact met de inwoners en bedrijven is dat zij over 4 jaar slechts voor heel specifieke zaken fysiek het gemeentehuis zullen moeten bezoeken. Terugdringen regelgeving op het gebied van RO, invoering van de omgevingsvergunning o.a. automatisering ondernemerschap, welstand en verkeer. Probleemloze organisatie van verkiezingen en referenda. Voldoen aan de periodieke audit op de uitgifte van reisdocumenten. Voldoen aan de periodieke (vernieuwde) GBA- audit.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Ceremonie Nederlanderschap.
Indicatoren • Klantgerichte dienstverlening De dienstverlening wordt gemeten aan de hand van een klanttevredenheidsonderzoek. In het voorjaar 2009 heeft onze gemeente meegedaan aan “Waar staat je gemeente”. De resultaten zullen in september bekend worden gemaakt en vervolgens aan de raad worden gepresenteerd. • Wachttijden Op basis van het handboek ‘kwaliteit van de dienstverlening’ wordt gestreefd naar een wachttijd van maximaal 15 minuten voor alle producten. De gemiddelde wachttijd bij de meest afgenomen producten lag in 2008, zo rond de 7 minuten. Benadrukt wordt dat er sprake is van een gemiddelde. Voor 2009 zijn de wachttijden toegenomen. Dit is het gevolg van de toegenomen drukte en de uitgebreidere handelingen op de aanvraagstations, in verband met de invoering van biometrie in de reisdocumenten per 1 juli 2009. 19
Gemiddelde wachttijd van producten (in minuten) Product
Aanvraag Ned. ID- kaart
e
2007
2008
1 haljaar 2009
10
7,5
9,5
Aanvraag Paspoort
9
7,5
8
Afhalen reisdocument
7
6
6,5
Aangifte verhuizing
8
6
8
Uittreksel GBA
9
6,5
6,5
Verklaring omtrent gedrag
7
6
7,5
Aanvraag rijbewijs
9
6
8,5
Afhalen rijbewijs
7
5,5
7
Kader • • • • 000000
Legesverordening gemeente Aa en Hunze Wet Gemeentelijke Basis Administratie c.a. Wet Bescherming Persoonsgegevens Specifieke regelgeving (o.a. Kieswet)
Wat gaan we doen in 2010 • • • • • • • •
Wanneer
Verkiezingen Gemeenteraad Implementatie dienstverleningsconcept. Uitbouw digitale dienstverlening (zie ook hoofdstuk 16 bedrijfsvoering). Invoering (in aantal fasen) biometrie in reisdocumenten. Project invoering authentieke basisregistratie (o.a. GBA en adressen). GBA invoeren als basisregistratie, verbeteren kwaliteit GBA en beter gebruik van deze gegevens. Invoeren gemeente als buitengemeentelijke afnemer (implementatie Verzend- en ontvangst afnemer). Verdere uitbouw en sneller gebruik van techniek zijn gepland voor 2010. Modernisering GBA.
2010 2010 2010 e.v. 2010 2010 2010 2010
2010
B. Lijkbezorging Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • •
Op de gemeentelijke begraafplaatsen zorgen voor voldoende ruimte voor begravingen en asbestemmingen. Er voor zorgdragen dat de inrichting en staat van onderhoud van de begraafplaatsen voldoen aan de hedendaagse eisen.
20
Indicatoren Restcapaciteit begraafplaatsen (per 10-07-2009) Begraafplaats
Graven (incl. kindgraven)
Urnengraven
Urnennissen
18
8
-
404
4
21
73
2
-
Gieten
361
13
45
Gieterveen-Broek
117
4
-
Anloo Gasselte Gasselternijveen
Gieterveen-Streek Grolloo Rolde
-
-
-
472
15
27
83
7
41
NB: De begraafplaats te Anloo heeft na de geplande reconstructie minimaal 250 graven extra. De cijfers zijn gebaseerd op de inventarisatie in het veld t.b.v. de startnotitie begraafplaatsen die in 2009 in een Marktplaats aan de orde is geweest.
Kader • • 000000 000000
Wet op de lijkbezorging Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten.
Wat gaan we doen in 2010 • • • •
Wanneer 2010 2010
Uitbreiding begraafplaats Anloo. Een onderzoek verrichten naar de staat van onderhoud van de begraafplaats Gasselte. Uitwerken begrafenissenbeleid naar beleid en acties per begraafplaats Aanpassing begraafplaats Gasselte.
2010 2010
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Publiekszaken Lijkbezorging Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
785 233 1.018 1.018
338 161 499 499
929 362 1.291 1.291
364 179 543 543
822 313 1.134 1.134
334 179 513 513
21
22
3. Openbare Orde en Veiligheid Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout/ G.J. ten Brink
Budgethouder
W. Dolsma/ H. de Groot
Taakomschrijving
-
Zorg voor de openbare orde en het integrale veiligheidsbeleid in de gemeente. Het treffen van alle voorbereidende en uitvoerende maatregelen voor een adequate brandbestrijding en hulpverlening bij ongevallen en calamiteiten. Ondersteuning op het gebied van de openbare orde. Opvang zwerfdieren, gevonden voorwerpen en lijkschouw. Zorg voor de organisatie van week- en jaarmarkten.
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is te zorgen voor een veilige woon- en leefomgeving voor onze inwoners. De eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid van zowel inwoners als bedrijven vormt ook hier de rode draad voor ons beleid. Het college ondersteunt de plannen om te komen tot een Hulpverleningsdienst in de Veiligheidsregio Drenthe.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma openbare orde en veiligheid: - Brandweer en rampenbestrijding - Openbare orde en veiligheid - Handel en ambacht
A. Brandweer en rampenbestrijding Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
•
Naar aanleiding van de besluitvorming in het eerste halfjaar 2007 is de doelstelling als volgt aangepast: “komen tot een Veiligheidsregio Drenthe, bestaande uit de brandweer en de Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR), waarbij tevens een Veiligheidsdirectie ontstaat waarin alle hulpverlenende diensten participeren en een bestuurlijk convenant wordt afgesloten tussen het Regionaal College Politie en het bestuur van de Veiligheidsregio.” De gemeente Aa en Hunze wil als organisatie adequaat kunnen reageren op crises, rampen en zware ongevallen.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • •
De Minister van Binnenlandse zaken blijft op basis van het regeerakkoord aansturen op de vorming van Veiligheidsregio’s. De Wet op de Veiligheidsregio’s zal naar verwachting op 1 januari 2010 in werking treden. Vorming van de Veiligheidsregio heeft invloed op de organisatie van de crisismanagementorganisatie in Drenthe. Voorbereid zijn op eventuele uitbraak van epidemieën voor mens en dier.
Kader • • • • • • •
Kabinetsstandpunt Veiligheidsregio/Notitie Commissie Bijl inzake vorming Veiligheidsregio Drenthe / Projectplan “Brandweer in Drenthe vernieuwt”/besluitvorming Besturen RBD, GHOR en GGD, juni 2007. Bouwverordening. Bedrijfsvoeringplan 2010-2011 AaTyn (als gevolg samenwerkingsovereenkomst Brandweer Aa en Hunze & Tynaarlo). Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding en Crisismanagement Drenthe. Wet Kwaliteitsbeheersing Rampenbestrijding. Gebruiksbesluit (concept) Wet op de Veiligheidsregio’s. 23
• 000000
(ontwerp) Besluit Personeel Veiligheidsregios
Wat gaan we doen in 2010 • • •
•
• • •
Wanneer
Het verder uitbouwen van het samenwerkingsverband tussen de brandweerbureaus van de gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze om de kwetsbaarheid in bemensing te verlagen en de effectiviteit te verhogen. Het nader onderzoeken en uitwerken van samenwerking tussen de brandweerkorpsen in Noord- & Midden Drenthe Eind 2009 wordt het besluit Personeel Veiligheidsregio’s als uitvloeisel van de Wet op de Veiligheidsregio´s van kracht. Hierdoor wordt een aantal aanscherpingen doorgevoerd m.b.t. het oefenen (o.a. registratie, oefenpaspoort, levenlang leren, capaciteit oefencoördinator). Een concreet voorstel over de gevolgen en consequenties zal begin 2010 aan het college worden aangeboden. De financiële afstemming van programma 3 op de taken van de brandweer wordt nader onderzocht. Daarbij wordt bekeken of het wenselijk is dat op een meer structurele wijze vertaling plaatsvindt van de programma ontwikkelingen naar de financiële situatie. Als uitvloeisel van de Wet op de Veiligheidsregio’s, zal het rampenplan worden vervangen door het crisisplan. In 2010 blijven oefenen op het gebied van crisismanagement. Dit zal zowel in regionaal als in lokaal verband worden georganiseerd. Om beter te kunnen volgen wat de geoefendheid is van de gemeentelijke medewerkers zal een (regionaal) oefenpaspoort worden ingevoerd.
2010
2010 4e kwartaal 20092010
1e kwartaal 2010 gereed
2010 2010 2010
B. Openbare Orde en veiligheid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Veiligheidsbeleid • Zorgen voor een veilige woon- en leefomgeving voor onze burgers. • Als organisatie adequaat kunnen reageren op crises, rampen en zware ongevallen. • Verminderde regelgeving op het gebied van OOV, waarbij als uitgangspunt blijft een kwalitatief goed brandveiligheidniveau, zonder achterstanden in de afgifte, het toezicht op naleving en handhaving van de gebruiksvergunningen. • De regie voeren over de aanpak en uitvoering van, door het gemeentebestuur vastgesteld, beleid op het gebied van de openbare orde. • De wijk- en buurtzorg blijft bij de politie centraal staan. • Ontwikkelen van integraal horecabeleid “veilig uitgaan”. Overig • De integrale invoering van de Omgevingsvergunning. Kader • • • • • • • • •
Algemene Plaatselijke Verordening. Brandbeveiligingsverordening. Wet op de Kansspelen. Drank- en Horecawet. Tabakswet. Winkeltijdenwet. Uitvoeringsplan Aa en Hunze, politie Drenthe. Wet Tijdelijk Huisverbod. Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen.
24
000000
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
Kernproject Veiligheidsbeleid 2010 • Op basis van het in 2009 vastgesteld Integraal Veiligheidsbeleid, is een actieplan 2009-2010 opgesteld. Het nieuwe actieplan 2011-2012, zal in 2010 worden opgesteld. 2010 • De gemeentelijke organisatie voorbereiden om adequaat te kunnen reageren op crises, rampen en zware ongevallen. • Het inbedden van de afgifte, toezicht en handhaving van de diverse vergunningen, 2010 inclusief de “gebruiksvergunning bouwwerken” binnen de Omgevingsvergunning,(mede in relatie tot taakverdeling tussen de gemeente en de Veiligheidsregio). 000000
Overig • Evalueren van het in 2009 afgesloten hennepconvenant.
4e kwartaal 2010
Indicatoren 2006
2007
2008
2009 prognose
2010 Prognose
175
213
220
220
220
64
35
10
5
5
Brandpreventie Aantal objecten dat beschikt over actuele gebruiksvergunning Aantal nieuwe gebruiksvergunningen in behandeling Aantal verplichte gebruiksvergunningen Gebruiksbesluit
85
85
Aantal gebruiksmeldingen
131
313
Aantal handhavingsobjecten
220
220
Brandweer algemeen Aantal incidenten brandweer (brand/hulpverlening/automatische meldingen) Aantal vrijwillige brandweerlieden (feitelijk/gewenst)
210
215
230
280
280
76/76
76/76
76/76
76/76
76/76
Bijzondere wetten Aantal afgegeven evenementenvergunningen
108
100
100
150
130
Aantal afgegeven gebruiksvergunningen Brandbeveiligingsverordening Aantal ontheffingen/vergunningen APV
18
20
20
25
25
69
40
45
40
25
Aantal afgegeven vergunningen Drank en Horecawet
57
60
60
65
65
Aantal vergunningen Wet op de Kansspelen
48
50
50
60
60
Rampenbestrijding
1
2
1
3
2
Aantal oefeningen Beleidsteam
1
2
1
2
2
Aantal oefeningen Managementteam
1
1
2
2
2
Aantal oefeningen Afdelingen
1
1
2
2
2
25
Wat mag het kosten (x € 1.000) lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
1.562 203 44 1.809 0 0 1.809
10 2 0 12 52 52 64
1.745 187 29 1.962 0 0 1.962
17 2 0 20 51 51 71
1.705 203 30 1.937 0 0 1.937
17 2 0 20 50 50 70
Brandweer en Rampenbestrijding Openbare Orde en Veiligheid Handel en ambacht Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma 2006-2010 structureel Meldkamer Noord Nederland Niet-trendmatige ontwikkelingen structureel Veiligheidsregio Kapitaalontwikkeling Brandweer
26
Uitgaaf
2011
-7
-7
-8
-8
-455
-31
2012
2013
-46
-3
4. Economische Zaken Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / G.J. ten Brink
Budgethouder
H. de Groot
Taakomschrijving
-
Het voeren van een actief beleid ten aanzien van het faciliteren van lokale en lokaal gerelateerde bedrijven binnen de gemeentelijke grenzen. Constructief overleg met ondernemersverenigingen en het bedrijfsleven.
Collegeprogramma
Behoud van de bij onze schaal passende bedrijvigheid is van vitaal belang. Onze gemeente volgt thans niet de landelijke tendens wat betreft de daling van het aantal uitkeringsgerechtigden Wet Werk en Bijstand. Een stimulerend beleid kan dit probleem verlichten, waarmee we ook kans zien jongeren te blijven verbinden aan onze gemeente. Daarmee behouden we een evenwichtige opbouw van onze samenleving.
Producten
Het volgende product valt onder het programma Economische Zaken: - Economische aangelegenheden
Economische Zaken Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Economisch uitvoeringsprogramma • Opstellen en uitvoering geven aan een economisch koersnota. • Stimuleren en behouden van de leefbaarheid van de kernen door het bevorderen en behouden van kleinschalige bedrijvigheid. • Bevorderen van de economie door het versterken en behouden van de werkgelegenheid. • Benutten van ontwikkelingskansen welke ontstaan door verdubbeling van de N33. Overig • Middels een stimulerend beleid de werkloosheidscijfers van onze gemeente in de komende jaren minimaal laten aansluiten bij de landelijke tendens. • Versterken van (plattelands)toerisme (nadere uitwerking in programma 15). • Versterken van Gieten als hoofdkern door het aan te wijzen als substreekcentrum. • Ontwikkelen van een “groen” bedrijventerrein in het veenkoloniale deel van de gemeente. • Uitbreiding van bedrijventerrein Bloemakkers in combinatie met verbetering van de bereikbaarheid. • Stimuleren van alternatieven voor en verbreding van de landbouw met de nadruk op het behouden van werkgelegenheid. Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
De uitbreiding van bedrijventerrein Bloemakkers zal in 2010 plaatsvinden na afronding van de bestemmingsplanprocedure.
27
Indicatoren
Banen van 12 uur of meer per bedrijfstak 2008
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij
Industrie *
Bouwnijverheid
Handel en reparatiebe drijven
Horeca
Vervoer, opslag en communicatie
Financiële instellingen
661 374 742 964 1.917 837 330 1.284 603 555 811 1.189
431 4.111 572 2.442 9.401 5.091 3.842 1.189 1.738 339 361 317
456 1.707 1.062 834 4.293 2.381 1.145 747 793 727 665 564
1.170 4.136 1.016 1.783 6.640 4.106 3.097 2.143 1.836 1.437 700 981
496 593 394 695 860 466 310 415 337 434 452 297
225 905 207 784 1.609 969 658 239 540 300 113 361
133 1.396 133 203 583 1.235 326 156 213 157 106 79
29.834
15.374
29.045
5.749
6.910
4.720
10.267 Drenthe Bron: PWR, 2008 * Inclusief delfstoffenwinning en nutsbedrijven.
Banen van 12 uur of meer per bedrijfstak 2008
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe
Zakelijke dienstverlening
Openbaar bestuur en overheid
Onderwijs
Gezondheidsen welzijnszorg
Overige Dienstverlening
Totaal
561 3.234 1.192 916 4.519 1.928 1.724 732 1.010 1.697 620 623
240 3.495 232 352 1.987 940 549 368 1.002 426 2.416 210
283 2.042 277 569 2.923 1.397 1.001 494 379 505 205 477
1.398 7.769 536 1.145 6.953 3.883 2.831 1.547 651 2.165 888 554
257 1.041 385 456 1.359 724 394 653 394 334 247 321
6.311 30.803 6.748 11.143 43.044 23.957 16.207 9.967 9.496 9.076 7.584 5.973
18.756
12.217
10.552
30.320
6.565
180.309
Bron: PWR, 2008 * Inclusief delfstoffenwinning en nutsbedrijven.
Kader • • • •
Economisch beleidsplan Aa en Hunze (vastgesteld door de raad d.d. 6-7-2005). Provinciaal Omgevingsplan II. Notitie kleinschalige bedrijvigheid 2001. Nota Grondbeleid (vastgesteld door de Raad d.d. 27-10-2004).
28
000000
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
000000
Kernproject • De economische koersnota is op 9 september 2009 vastgesteld. Hierin staan de speerpunten benoemd waaraan de komende jaren uitvoering zal worden gegeven.
2010 e.v.
000000
Overig • Uitgeven kavels uitbreiding bedrijventerrein Bloemakkers. • Verkennen mogelijkheden groen bedrijventerrein aan de Spekstoep. • Mede ontwikkeling bedrijventerrein Rolde-Zuid i.s.m. de private sector. • Uitvoering geven aan de inrichting van de Stationsstraat Gieten. • Ten behoeve van de revitalisatie centrum Rolde wordt er een visie uitgewerkt. • Stimuleren bedrijvigheid; innovatie, kennis en samenwerking waarbij ook een rol voor de consulent bedrijfsleven is weggelegd. • Uitvoering geven aan het nieuw TROP (Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan) vastgesteld in de raad op 9 september 2009. • Ten behoeve van het bedrijfsleven wordt verder gewerkt aan de mogelijkheden voor deregulering en administratieve lastenverlichting. Een werkgroep werkt voorstellen uit om ervoor te zorgen dat voor burgers en ondernemers minder vergunningen noodzakelijk zijn en dat meer diensten digitaal kunnen worden worden afgenomen.
2009/2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v.
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Economische aangelegenheden Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
99 99 99
40 40 40
94 94 94
32 32 32
87 87 87
33 33 33
Uitgaaf
2011
2012
-14
-14
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Nieuwe voorstellen - incidenteel Koersnota bedrijfscontactfunctionaris
29
2013
30
5. Onderwijs Portefeuillehouder
H. Santes / E.H. Udding-Blok
Budgethouder
M. Jalving / S. Berkenbosch
Taakomschrijving
-
-
-
Het bieden van onderwijs in de gemeente. Gelijke onderwijskansen voor jongeren en volwassenen. Het verminderen van het schoolverzuim en het verbeteren van de handhaving van de leerplicht. Het signaleren en behandelen van spraak- en taalontwikkelingsstoornissen bij leerlingen van het openbaar- en bijzonder basisonderwijs (logopedie). Vervoer van leerlingen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap naar school en het vervoer van leerlingen naar basisscholen met een godsdienstige of levensbeschouwelijke richting. Zorgdragen voor het educatieve deel van het inburgeringscontract voor nieuwkomers. Op schoolbestuurlijk niveau de openbare basisscholen voorzien van de noodzakelijke formatie binnen de daarvoor aanwezige formatieve en financiële kaders. Ten behoeve van de materiële instandhouding op beleids- en uitvoerend niveau het openbaar basisonderwijs voorzien van de nodige middelen. Voor het geven van onderwijs de onderwijsgebouwen voorzien van de noodzakelijke ruimten alsmede het plegen van goed onderhoud.
Collegeprogramma
Het onderwijs zal de komende tijd geconfronteerd worden met een aantal ingrijpende ontwikkelingen. Bij het basisonderwijs betreft dit met name de bredeschoolontwikkeling en de verlengde schooldag. In principe zullen wij alle scholen in onze gemeente in staat stellen hieraan actief uitvoering te geven. De thans beschikbare (extra) middelen en de huidige organisatiestructuur zullen in dit kader ter discussie worden gesteld. De eigen verantwoordelijkheid van alle geledingen binnen het onderwijs is hierbij niet in het geding. Met de scholen in het voortgezet onderwijs willen we beleid ontwikkelen om de problematiek van vroegtijdige schoolverlaters te beheersen.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Onderwijs: -
Openbaar basis onderwijs Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs Volwasseneneducatie Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs
A. Openbaar Basis Onderwijs A1. Organisatieontwikkeling Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Vanuit een strategisch beleidsplan komen tot meerjarenplannen voor personeel, onderwijskundige zaken, financiën en huisvesting.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Het ministerie van OCW en de onderwijsorganisaties streven verzelfstandiging van het openbaar basis onderwijs na.
31
Kader • • • 000000
Wat gaan we doen in 2010 •
000000
Wet primair onderwijs Wet medezeggenschap onderwijs Invoering lumpsumfinanciering (vereist aanpassing medezeggenschap).
• • • •
Wanneer
Verzelfstandiging realiseren (betreffend raadsvoorstel in oktober 2009), de financiële gevolgen zijn opgenomen in hoofdstuk 2.1 en het FMP. Brede Samenwerking verder uitbouwen. Meerjarenbegroting opstellen Duurzaam leren verder uitbouwen Taalpilots uitvoeren
2010 2010 2010 2010 2010
A2. Onderwijskundige ontwikkeling Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Brede Samenwerking • Samenwerking rond de zorg voor en de belangen van het kind realiseren. • Uitwerking gebiedsgerichte benadering. Overig • Participeren in het project Duurzaam leren (agenda voor de Veenkoloniën). • Beleid formuleren ten aanzien van kunst- en cultuureducatie. • Beleid formuleren ten aanzien van sport, in relatie tot gezond bewegen en gezonde voeding. • In het kader van herijking Leerlingenzorg (ook wel passend onderwijs genoemd) zullen we ons beraden op de gevolgen hiervan voor ons onderwijs en de doorverwijzing naar speciaal onderwijs etc. Ook vormen van samenwerking, zoals Weer Samen Naar School zullen tegen het licht gehouden moeten worden. • Participeren in project Vanzelfsprekend 0-4 jarigen (voor- en vroegschoolse educatie) Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • •
Andere vormen van samenwerking kunnen ontstaan. Het schoolbestuur krijgt de plicht om alle leerlingen te plaatsen, dan wel voor plaatsing elders zorg te dragen. Volgen van onderwijsontwikkelingen betreffende basis- en voortgezet onderwijs in de agenda voor de Veenkoloniën.
Kader • • • 000000 000000
Nieuwe wet op de tussenschoolse opvang. Nieuwe wet op de voor- en naschoolse opvang. Toekomstige wet op de herijking leerlingenzorg/passend onderwijs.
Wat gaan we doen in 2010 • •
• • • • •
Wanneer
Het kunstmenu continueren In samenwerking met buitenschoolse opvang, instellingen voor welzijn, sport en cultuur komen tot een binnen- en buitenschools aanbod waarin opvang en activiteiten op elkaar zijn afgestemd waarbij tevens sprake is van een doorgaande ontwikkelingslijn en optimale ontplooiingskansen voor het kind. Voorbereiden invoering Wet Passend Onderwijs. Ontwikkelen van zogenaamde 7-7 dagarrangementen. Overgang naar Weer Samen Naar School Veendam Participeren in het project Duurzaam Leren van de Agenda voor de Veenkoloniën. Brede Samenwerking verder uitrollen
32
2010 2010
2010 2010 2010 2010 2010
A3. Lumpsumfinanciering Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Beheersbaar houden van de onderwijsbegroting.
Kader • •
B.
Wet Invoering Lumpsumfinanciering in het Primair Onderwijs. Lumpsumbeleidsplan.
Volwasseneneducatie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Opheffen van educatieve achterstanden die het maatschappelijk functioneren van individuen belemmeren.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
•
Participatiebudget: De invoering van het Participatiebudget in 2009, waarin de rijksmiddelen voor re-integratie, inburgering en educatie, geclusterd door de gemeente worden ontvangen, vraagt om afstemming over de ontstane bestedingsruimte. In overleg met de samenwerkende gemeenten (Assen en Midden-Drenthe) moet in 2010 duidelijk worden waar de accenten liggen met betrekking tot inzet van de middelen ten behoeve van de ondersteuning naar werk of andere vormen van deelname aan maatschappelijke activiteiten zoals educatie. De ontschotting van de budgetten is door het kabinet nog drie jaar opgeschoven. Educatief buurtpunt: In 2009 is een nulmeting verricht naar de educatievraag van de inwoners van de gemeente Aa en Hunze. Deze nulmeting dient als vertrekpunt voor een discussie rond de (beleids)inzichten en beschikbare middelen in 2010 (en volgende jaren) om mogelijkerwijs tot een educatief buurtpunt te komen, aangehaakt aan de werkwijze van de Wegwiezers. Kern van de inventarisatie van de educatievraag is het vergelijken van het huidige aanbod aan educatieve ondersteuning van Drenthe College, bibliotheek en Stichting Welzijn Aa en Hunze en de vraag vanuit de dorpen. De analyse van het onderzoek door Stichting Welzijn en het Drenthe College is beschikbaar sinds juli 2009. In het najaar van 2009 zal met betreffende partijen de discussie worden gevoerd of de opzet van een educatief buurtpunt voldoende meerwaarde biedt in de educatiebehoefte en participatie van de burgers dan wel dat de huidige dienstverlening / kanalen aanpassingen vergen. Een en ander binnen de beleidskeuzen met betrekking tot het Participatiebudget en de beschikbare middelen.
Kader • •
000000
Wat gaan we doen in 2010 • • •
000000
Raamovereenkomst Volwasseneneducatie 2008-2011 met de gemeenten Assen en Midden-Drenthe Beleidsnota “Goed toegerust in de samenleving”- Kadernota Volwasseneneducatie 2008 – 2011 Aa en Hunze, Assen en Midden-Drenthe.
• •
Wanneer
Werkwijze ontwikkelen waarmee de bevolking gemeentebreed bereikt wordt en waarmee zowel aanbod- als vraaggericht kan worden gewerkt. Hierbij wordt de aansluiting gezocht bij de werkwijze van de Wegwiezers. Extra aandacht voor participatie van specifieke doelgroepen. Aanbod van cursussen voor educatieve en sociale vaardigheden in samenwerking met Regionaal Opleidingen Centrum(Drenthe College). Verzorgen van cursussen in het kader van de WMO (o.a. voor vrijwilligers). Educatieve vaardigheden in samenwerking met het Drenthe College.
33
2010
2010 2010 2010 2010
•
Voortgaande implementatie van het aangepaste beleid laaggeletterdheid en de gezamenlijke inzet van betrokken partners om de positie van laaggeletterden in Aa en Hunze structureel verbeteren.
2010
C. Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs C1. Lokaal onderwijsbeleid algemeen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • •
Meer samenhang tussen het onderwijs en het jeugdbeleid. Intensivering van de samenwerking en samenhang tussen organisaties op het gebied van kinderopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk, jeugdzorg en jeugdbeleid.
Kader • 000000 000000
Lokale Educatieve Agenda.
Wat gaan we doen in 2010 • • • •
Wanneer
In het kader van de lokale educatieve agenda, samen met schoolbesturen en aanverwante organisaties aangepast lokaal jeugdbeleid en onderwijs ontwikkelen. Afhankelijk van de onderwerpen en ter ondersteuning van de samenwerking vindt overleg ook plaats in gezamenlijke bijeenkomsten met de Adviesgroep Zorg Brede Samenwerking. Het Ministerie van OCW zal de financiering van levensbeschouwelijk onderwijs voor haar rekening nemen. Als deze regeling verder is uitgewerkt, volgt in het kader van lokaal onderwijsbeleid een voorstel naar de raad over de vrijvallende middelen. In januari 2009 is de derde Drentse Onderwijsmonitor verschenen waarin naast de basismonitor voor het primair en voortgezet onderwijs, ook de leesprestaties van de leerlingen in het Drentse basisonderwijs zijn meegenomen. Aan deze onderwijsmonitor 2008 hebben 12 openbare scholen uit Aa en Hunze cijfers aangeleverd. Voor het onderwijsbeleid in onze gemeente zijn aan de hand van de monitor diverse beleidsaanbevelingen voorgesteld. Voor de nieuwe versie van de Drentse Onderwijsmonitor zullen ook rekenprestaties worden meegenomen en wordt een VVE module ingericht (voor- en vroegschoolse educatie). In het project Vanzelfsprekend 0-4 jarigen zullen de VVE gegevens worden geïnventariseerd van zowel de peuterspeelzalen als de kinderopvang in Aa en Hunze.
2010 2010
2010
2010
C2. Ondersteuning van de schoolloopbaan Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Zorgdragen voor een gedegen zorgstructuur voor de categorie leerlingen in het voortgezet onderwijs voor wie extra ondersteuning wenselijk/noodzakelijk is en voor leerlingen die dreigen uit te vallen.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
In 2009 zijn convenanten afgesloten tussen gemeenten, Regionale Opleidingen Centra’s en het ministerie over voortijdig schoolverlaten. Met de formatie uitbreiding van Leerplicht en de intensievere samenwerking met het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voor voortijdig schoolverlaters wordt beoogd een beter inzicht te verkrijgen in de begeleiding van voortijdig schoolverlaters en de toeleiding naar een onderwijstraject.
Kader • Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voor voortijdig schoolverlaten. 34
000000 000000
Wat gaan we doen in 2010 •
• • • •
Wanneer
Op basis van het leerplichtregistratiesysteem inzicht krijgen in de deelname van doelgroepleerlingen aan de diverse vormen van voortgezet onderwijs. Vervolgens worden de doelgroepleerlingen gevolgd (monitoring). Hierdoor wordt inzicht verkregen in de problemen die zich voordoen bij de doelgroepleerlingen, bijv. worden de problemen veroorzaakt door de thuissituatie, verslaving (alcohol, drugs, gokken), verzuim en financiële problemen. Preventie activiteiten (bijv. schoolpreventieplan) en opvoedingsondersteuning. Efficiënte registratie en monitoring van jongeren dankzij de aansluiting bij de Drentse Onderwijsmonitor. Continueren van trajectbegeleiding voortijdige schoolverlaters. Implementatie van Sluitende Ketenaanpak in Aa en Hunze voor jongeren van 13 tot 23 jaar die leidt naar een startkwalificatie.
2010
2010 2010 2010 2010
C3. Logopedie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
We willen de lokale onderwijsvoorzieningen zo goed mogelijk laten aansluiten op de behoeften van de leerlingen en hun verzorgers.
Kader •
000000
Wat gaan we doen in 2010 •
000000
Raadsbesluit herijking lokale onderwijsmiddelen februari 2009: het aanbieden van preventieve en curatieve logopedie.
•
Wanneer
Preventieve logopedie in voorschoolse voorzieningen wordt als pilot uitgevoerd in het project Vanzelfsprekend. Continuering van logopedische ondersteuning in het basisonderwijs.
2010 2010
C4. Leerlingenvervoer Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Een efficiënt en veilig vervoer van leerlingen van het speciaal/bijzonder onderwijs.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Discussie voeren of het leerlingenvervoer opnieuw wordt aanbesteed of dat het contract wordt verlengd. Het besluit is mede afhankelijk van de uitslag van de enquête die in 2010 onder ouders/ verzorgers van leerlingen die gebruik maken van het aangepast vervoer wordt gehouden.
Kader • 000000
Wettelijke regeling en verordening leerlingenvervoer Aa en Hunze op het gebied van leerlingenvervoer.
Wat gaan we doen in 2010 •
Wanneer
Enquête m.b.t. het leerlingenvervoer onder ouders/verzorgers van leerlingen die gebruik maken van het aangepast vervoer.
35
2010
C5. Leerplicht Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Alle (leerplichtige) jongeren verlaten een school pas na het behalen van een startkwalificatie. Indien een (leerplichtige) jongere dreigt uit te vallen of uit valt, wordt een (alternatief) traject uitgestippeld. In overleg gaan met de betrokken jongere, waarbij het doel wederom is: het behalen van de startkwalificatie.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • • •
Notitie aanval op de uitval (ministerie OCW) over voortijdig schoolverlaten krachtig voortzetten. Het kabinet wil het aantal voortijdig schoolverlaters halveren (van 71.000 in 2002 naar 35.000 in 2012), zodat ook meer mensen een startkwalificatie halen van tenminste een havo-diploma of een opleiding op niveau 2 van het mbo. Het kabinet wil een maatschappelijke stage voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Vanuit het kabinet wordt jaarlijks € 13 miljoen extra ingezet om schoolverzuim tegen te gaan. Het kabinet wil voorkomen dat het aantal jonge werklozen verdubbelt. Met het School Ex programma moeten voor het schooljaar 2009-2010 10.000 jongeren in het mbo worden vastgehouden.
Indicatoren
Aantal meldingen voortijdig schoolverlaters en meldingen schoolverzuim bij leerplichtambtenaar 2005/2006
2006/2007
2007/2008
VSV meldingen
57
76
45
LPA meldingen
133
144
232
NB: De cijfers over het schooljaar 2008-2009 zijn nog niet bekend. Over het schooljaar 2008-2009 dient voor 1 oktober 2009 verslag uitgebracht te worden over het gevoerde leerplichtbeleid aan de gemeenteraad door het college van burgemeester en wethouders. In dit jaarverslag worden ook cijfers t.a.v. het aantal meldingen meegenomen.
Kader • • 000000
000000
Leerplichtwet 1969. Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voor voortijdig schoolverlaten.
Wat gaan we doen in 2010 • • • • • •
Wanneer
Preventief werken in het VO en MBO d.m.v. het inzetten van spreekuren. Deelname ZAT’s binnen het Middelbaar Beroepsonderwijs. Digitale gegevensuitwisseling met scholen voor VO en MBO. Deelname Sluitende Registratieketen Voortijdig Schoolverlaten (SRV-project). Integrale aanpak van risicovolle jongeren door middel van de Drentse Verwijsindex. Het huidige kabinet hecht zeer aan het terugdringen van de schooluitval in het voortgezet – en middelbaar beroepsonderwijs. Leerplicht heeft hierin een specifieke rol. Onder andere door middel van de VMBO-preventie-actie, waarbij getracht wordt risicojongeren in de overgang van het VMBO naar het MBO te ondervangen.
2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v. 2010 e.v.
C6. Onderwijshuisvesting Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Accommodatiebeleid onderwijs • Afwegen van de gemeentelijke onderwijsuitgaven tegen de rijksbijdrage. Accent moet komen te liggen op onderwijshuisvestingsvragen.
36
Kernproject Brede Samenwerking • Samenwerking rond de zorg voor en de belangen van het kind realiseren. • Uitwerking gebiedsgerichte benadering. Overig • Het bieden van adequate huisvesting aan scholen in de gemeente, conform de verordening Voorziening Huisvesting Onderwijs. • In het kader van de brede schoolgedachte de totstandkoming van een multifunctioneel centrum in Gieterveen in 2009 concreet realiseren. • Inzicht verkrijgen in de problematiek ten aanzien van de huisvesting van het voortgezet onderwijs in Gieten.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
In 2009 heeft een herijking van de lokale onderwijsmiddelen plaatsgevonden met besluitvorming in de raad. Een deel van deze onderwijsgelden verschuift naar diverse projecten binnen de Brede Samenwerking. In 2010 worden deze (onderwijs)projecten nader uitgewerkt.
Kader •
• • • •
Het uitvoeren van onderwijshuisvestingsaanvragen conform het Integrale Onderwijshuisvesting Plan (IHP) 2004-2011. Het voorlopige IHP geeft aan dat er beperkte behoefte is aan lokalen op basis van een te verwachten groei bij twee scholen. In deze bestuursperiode is geen nieuwbouw van een school te verwachten volgens het IHP. Integraal Huisvestingsplan. Verordening voorzieningen huisvesting Onderwijs. Meerjarenramingen (groot) onderhoud scholen. Verordening Financiële en materiële gelijkstelling ).
000000
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
000000
Kernproject Accommodatiebeleid onderwijs • Uitwerking (onderwijs)projecten in het kader herijking lokale onderwijsmiddelen
2010
Kernproject Brede Samenwerking • Uitwerking van de notitie Brede Samenwerking.
2010
000000
Overig • Onderzoek experimenten in het kader van de brede schoolgedachte, waarbij de gedachte in eerste instantie uitgaat naar Annen, Rolde en Gieterveen en vervolgens Gieten, Gasselternijveen, Eexterveen en Annerveenschekanaal. • In samenspraak met het bestuur van het Dr. Nassaucollege een vervolgonderzoek ‘aanpassingen gebouw Dr. Nassaucollege’ uitvoeren. • Uitvoeren vervolgonderzoek voorgenomen realisatie multifunctioneel centrum Gasselternijveen (zie het FMP: nieuwe structurele uitgaven ter afweging bij aanvang nieuwe bestuursperiode). • Uitvoeren onderzoek realisering gecombineerd Sociaal Cultureel Centrum Gieten (zie het FMP: nieuwe structurele uitgaven ter afweging bij aanvang nieuwe bestuursperiode (incl. huisvesting Dr. Nassaucollege)). • Uitvoering geven aan het huisvestingsprogramma 2010 (o.a. onderwijsgebouwen voorzien van de noodzakelijke ruimten c.q. het uitvoeren van groot onderhoud). • Behandeling van het huisvestingsprogramma 2011. • Actualiseren integraal Huisvestingsplan Onderwijs Aa en Hunze naar een vorm van een integrale/ bredere notitie accommodatiebeleid/ voorzieningen. Afhankelijk van uitkomst gebiedsgericht voorzieningenbeleid en in relatie tot de strategische toekomstvisie. In deze notitie worden ook de uitkomsten van het project 12 voor 12 en de notitie kleine scholen meegenomen. • Uitwerking investeringen in onderwijshuisvesting ten aanzien van energiebesparing en het binnenklimaat. 37
2010 e.v.
2010 2010
2010
2010 2010 2010-2011
2010
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Openbaar onderwijs Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs Volwasseneneducatie Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
11.359 135 102 71 44 1.333
10.132 0 0 0 0 78
10.439 127 97 49 245 1.608
9.286 0 0 0 215 32
10.415 103 57 51 236 1.505
9.267 0 0 0 236 7
13.044 281 281 13.325
10.210 370 370 10.580
12.565 0 0 12.565
9.532 50 50 9.582
12.367 0 0 12.367
9.509 1 1 9.510
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Nieuwe voorstellen - incidenteel Verzelfstandiging openbaar onderwijs
38
Uitgaaf
2011
2012
2013
746
x
x
x
6. Cultuur Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / G.J. ten Brink
Budgethouder
M. Jalving / H. de Groot
Taakomschrijving
-
-
-
Het verstrekken van subsidies om een fijnmazige en betaalbare bibliotheekvoorziening in onze gemeente in stand te houden via plaatselijke vestigingen en bibliotheekbus. Het verstrekken van subsidies om op lokaal en regionaal niveau uitvoering te geven aan culturele ontwikkelingen en activiteiten. De financiële ondersteuning van plaatselijke verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening en de ontwikkeling van een eigen gemeentelijk kunstbeleid. Het in stand houden en zorgen voor het behoud van architectonisch en cultuurhistorisch erfgoed.
Collegeprogramma
Een goed kunst- en cultuurprogramma draagt bij aan het unieke karakter van onze gemeente op het gebied van en toerisme, de kwaliteit van het onderwijs, de identiteit van onze dorpen en het landelijk gebied. We willen ons kunst- en cultuurbeleid gefaseerd vorm en inhoud geven met als ultieme doelstelling de kandidatuur van onze gemeente voor cultuurgemeente van Drenthe. Tevens wil het college de cultuurhistorische waarden in stand houden en beschermen vanwege een groeiende lokale belangstelling voor cultuurhistorie en een terugtredende rijksoverheid.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma cultuur: -
Dodenherdenking Cultuurparticipatie Informatie en taal Cultuurhistorie Beeldende kunst
A. Cultuurparticipatie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject cultuurbeleid • Het vergroten van een cultureel klimaat waarbij een goede samenhang bestaat tussen de voorzieningen en de participatie van onze inwoners. • Het toekomstig cultuurbeleid vastleggen in een cultuurnota, met als uitgangspunt de bereikbaarheid van cultuur voor al onze inwoners en in het bijzonder de jeugd in onze gemeente. Overig • Wij willen in 2009 cultuurgemeente van Drenthe zijn (is gemeente Westerveld geworden). Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • •
Invoering van het Programmafonds Cultuurparticipatie (2009 – 2012). De provincie Drenthe heeft de gemeente Aa en Hunze aangewezen als de culturele gemeente van Drenthe in 2011.
Indicatoren Voor de jaarlijkse subsidie moeten verenigingen het aantal leden aangeven. Op basis van de aantallen wordt de subsidie berekend (beleidsregels amateurkunst). Lang niet alle culturele verenigingen vragen subsidie aan. Het is dus niet exact te achterhalen hoeveel mensen deelnemen aan de culturele activiteiten.
39
Aantal leden per vereniging vereniging
2007
2008
2009
Bejaardenkoor de Gietelingen
19
17
na
Gemengd koor Anloo
14
13
11
Gemengd koor Gieten
30
32
na
Popkoor Session
61
61
53
De Roetloo Singers
nb
49
47
Vrouwenkoor Gieten
nb
17
16
gemengde zangvereniging Tonegido
41
43
47
Zangvereniging Vriendenkring Grolloo
43
47
56
Zangkoor Annen
na
47
na
The Eastermoor Singers
na
24
21
-
-
21
Jeugdtheater Tikotaria
34
32
32
Toneelvereniging Eureka
nb
14
14
Toneelvereniging Helmers
nb
22
22
Toneelvereniging DES
na
17
15
Muziekvereniging Drenthina
nb
46
na
Muziekvereniging Euterpe
52
44
46
Muziekvereniging Harmonie
66
71
65
Muziekvereniging Togido
33
41
37
Muziekvereniging Crescendo
52
55
49
2006
2007
2008
Ferontes Charmata
nb = niet bekend na = niet aangevraagd
aantal cursisten ICO aantal deelnemers Kunstmenu
612
612
535
2.095
2.518
2.505
Kader • • • •
000000
000000
000000 000000
Rapportage Kerntakendiscussie Instituut Creatieve Ontwikkeling/ Mantelovereenkomst ICO. Algemene subsidieverordening Beleidsregels subsidiëring Beleidsregels subsidiëring amateurkunst, professionele activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, incidentele subsidies en waarderingssubsidies.
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
Kernproject Cultuurbeleid • Het initiëren, ondersteunen en subsidiëren van kunst- en cultuurprojecten mede in het kader van het Programmafonds Cultuurparticipatie • Implementeren combinatiefunctionarissen • Afspraken maken over en aangaan van een nieuwe projectperiode voor het Kunstmenu in het basisonderwijs en starten project cultuureducatie in het voortgezet onderwijs Overig • Organiseren Drentse culturele uitdag (in samenwerking met provincie). • Uitvoeren acties cultuurnota.
40
2010-2012 2010-2012 2010
2010 2010-2012
B. Informatie en taal Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • •
Het actief bevorderen van het lezen en het leesgedrag van de inwoners van Aa en Hunze. Verhogen leesgedrag door doelgroep jongeren. Beschikbare ruimte in de bibliotheekgebouwen buiten en tijdens openingstijden beter benutten.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Het landelijk ingezette bibliotheekvernieuwingstraject.
Indicatoren
2006
2007
2008
Bibliotheken in Aa en Hunze Uitleningen
180.905*
218.065
227.284
Leden
5.393
5.439
5.533
Jeugdleden (0-18 jaar)
2.507
2.721
2.857
43.478
47.932
46.951
1.128
1.238
1.296
Bibliobussen Uitleningen Leden
* in 2006 was er nog sprake van een ander registratiemethode daarom zijn er grote verschillen te zien tov 2007 Bron: Jaarverslag Stichting Openbare Bibliotheek Aa en Hunze 2008. Kader • • • • • • 000000 000000
Algemene subsidieverordening Beleidsregels subsidiëring bibliotheekwerk Notitie “Open poort tot kennis” (landelijk) Advies Stuurgroep Bibliotheekwerk Drenthe (provinciaal) Vernieuwingsagenda openbaar bibliotheekwerk Aa en Hunze 2007-2010 Beleidsnotitie ‘bibliotheekvernieuwing in Aa en Hunze’ (november 2004).
Wat gaan we doen in 2010 • •
Wanneer
De uitgangspunten voor het bibliotheekwerk beschreven in de cultuurnota worden uitgewerkt Herijking van de subsidie voor het bibliotheekwerk
2010 2010-2011
C. Cultuurhistorie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • • • •
Een indicatieve kaart ten aanzien van een archeologische en cultuurhistorische waarde om pro-actief in te kunnen spelen op ontwikkelingen. In stand houden van in eigendom van de gemeente zijnde torens en molens. Bevorderen van de integratie van oudheidkunde en cultuurhistorie in de processen rondom de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Aa en Hunze. Het incidenteel ondersteunen van particuliere initiatieven om oudheidkundige waarden in stand te houden. Het geven van voorlichting over in de gemeente voorkomende oudheidkundige waarden.
41
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • •
De subsidieregeling instandhouding monumenten wordt – na evaluatie – op enkele punten aangepast, meer eigenaarvriendelijk gemaakt. De minister komt met voorstellen om het monumentenbeleid meer gebiedsgericht te maken en aandacht te geven aan de herbestemmingsproblematiek van behoudenswaardige gebouwen (beleidsbrief modernisering monumentenzorg aan Tweede Kamer) Provincie Drenthe ontwikkelt beleid m.b.t. cultuurhistorische waarden. De gebouwen van voor 1940 zijn definitief aangewezen. Datzelfde wordt in 2010 verwacht van de gebouwen van de Wederopbouwperiode. Daarnaast komen de categorieën archeologie, gebieden en historisch geografische zaken aan de orde.
Indicatoren
2008
2009
2010
Aantal torens in gemeentelijk eigendom
3
3
3
Aantal molens in gemeentelijk eigendom
2
2
2
Aantal molens in gemeentelijk beheer
3
3
3
Kader • • • 000000
Wat gaan we doen in 2010 • •
D.
Monumentenwet, gemeentelijke Monumentenverordening. Wet op de Ruimtelijke Ordening. Woningwet.
Wanneer
Er is een beleidsvoornemen om gezamenlijk met buurgemeenten en het Drents Plateau archeologiebeleid te ontwikkelen. Opstellen van een visie cultuurhistorie
2010 2010
Beeldende kunst Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Provinciaal initiatief met betrekking tot kunst langs de autoweg N34
Kader • 000000
Cultuurnota 2009-2012
Wat gaan we doen in 2010 • •
Wanneer
Inventariseren van het beeldenbestand en samenstellen van een onderhoudsplan hiervoor Eigen gemeentelijke kunstcollectie voor publiek tonen door het organiseren van exposities in het gemeentehuis
42
2010 2010-2012
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Dodenherdenking Cultuurparticipatie Informatie en taal Cultuurhistorie Beeldende kunst Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
4 163 494 155 294 1.110 184 184 1.294
0 16 0 0 65 80 69 69 149
6 189 512 368 288 1.362 0 0 1.362
0 0 0 15 0 15 146 146 161
6 437 510 283 9 1.244 0 0 1.244
0 20 0 15 0 35 25 25 60
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Nieuwe voorstellen - incidenteel Subsidie/cofinanciering publieksvoorlichting gebouwde kwaliteit Cultuurnota 2010 - 2013 Cultuurgemeente van Drenthe
43
Uitgaaf
2011
2012
2013
-3 -66 -60
-3 -22 -60
-22
-22
44
7. Sport Portefeuillehouder
H. Santes / E.H. Udding-Blok
Budgethouder
M. Jalving
Taakomschrijving
Het scheppen van randvoorwaarden op zowel het financiële vlak als op het vlak van de accommodatievoorzieningen ten behoeve van het mogelijk maken van actieve sportbeoefening.
Collegeprogramma
Wij staan bij ons accommodatiebeleid een beleid voor dat gericht is op een uniforme benadering en financiering van het aanwezige aanbod van vergelijkbare sportvoorzieningen. Wij staan een gezonde leefstijl voor en richten ons daarbij in het bijzonder op de jeugd.
Producten
Het volgende product valt onder het programma sport: - Sport
Sport Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Sport • Met het nieuwe sportbeleid de sportparticipatie stimuleren en sport benaderen als een middel voor duurzame sociale binding. Ook moet het ontwikkelingskansen bieden voor verenigingen. Het beleid met betrekking tot de sportaccommodaties wordt betrokken bij Accommodatiebeleid. Kernproject Accommodatiebeleid • Voortzetting van het huidige beleid vanuit de gebiedsgerichte benadering. Overig • Het in stand houden van de bestaande sportaccommodaties en verenigingen. • Vergroten van de deelname aan sportactiviteiten binnen gesubsidieerde verenigingen. • Een aantal sportaccommodaties moet opgeknapt en gemoderniseerd worden. Wij willen in deze bestuursperiode hiervoor een duidelijke aanzet geven door te starten met een sportaccommodatiebeleid. • Verschillen in de subsidiëring van vergelijkbare sportvoorzieningen en sportclubs voor 2008 beëindigen en hierbij de verantwoordelijkheid van de sportorganisaties voor de door hen gebruikte accommodaties beter vastleggen. • De relatie tussen sportclubs en de basisscholen programmatisch uitbouwen vanuit het onderwijs met als doel om de sportbeoefening beter aan te laten sluiten bij de schooltijden. Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Landelijk/ provinciaal beleid Breedtesport.
45
Indicatoren
Aantallen accommodaties Accommodatie
2008
2009
gemeente
particulier
Gymnastiekzalen
8
Sportzalen
2
8
1
7
2
2
0
Sporthallen Maneges
3
3
3
0
6
6
0
6
Voetbalcomplexen
8
8
6
2
Sportscholen/fitnesscentra
3
3
0
3
Natuurijsbanen
13
13
0
13
Openluchtzwembaden
3
3
1
2
Overdekt zwembad
1
1
0
1
Bowlingcentrum
1
1
0
1
18-holes golfbaan
1
1
0
1
Diverse
Diverse
0
Diverse
8
8
2
6
Jeu de boules- midgetgolfbanen Tenniscomplexen
000000
000000
000000
000000
Zaal
2006
2007
2008
Sporthal de Goorns, Gieten
41%
25%
31%
Sporthal ontmoetingscentrum de Boerhoorn, Rolde
37%
36%
32%
Gymzaal ontmoetingscentrum de Boerhoorn, Rolde
34%
34%
38%
Sporthal Burgemeester Lambershal, Annen
43%
23%
29%
Sportzaal de Strohalm, Gasselternijveen
27%
28%
31%
Sportzaal de Wendeling, Gieten
43%
39%
40%
Sportzaal 't Witzand, Eext
15%
13%
15%
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
Kernproject Sport • Op 22 april 2009 is de notitie “Gemeentelijk beleid Sport en Bewegen in Aa en Hunze” vastgesteld. In 2010 zal het beleid verder worden geïmplementeerd en zal een eerste evaluatie plaatsvinden.
2010
Kernproject Accommodatiebeleid • Uitwerking binnen de door de raad gestelde kaders en budgetten.
2010
Overig • Ontwikkeling sportstimuleringsprojecten. • Implementeren nieuw sportbeleid en sportaccommodatiebeleid • Versterken van de positie van combinatiefunctionarissen. • Verenigingsondersteuning door Sport Drenthe • Bijeenkomsten organiseren met sportverenigingen
2010 2010 2010-2011 2010-2011 2010-2011
46
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Sport Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
2.141 2.141 20 20 2.161
278 278 203 203 481
2.275 2.275 50 50 2.325
232 232 138 138 370
2.014 2.014 0 0 2.014
235 235 9 9 244
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Nieuwe voorstellen - incidenteel Gemeentelijk beleid sport en bewegen overgangstermijnen Gemeentelijk beleid sport en bewegen combinatie functionarissen Kapitaalontwikkeling Sportmaterialen/ gymtoestellen
47
Uitgaaf
2011
-10 -19
-10 -19
-144
-6
2012
2013
-5
-4
48
8. Sociale Zaken Portefeuillehouder
E.H. Udding-Blok / G.J. ten Brink
Budgethouder
M. Jalving
Taakomschrijving
- Uitvoering Wet Werk en Bijstand. - Het voeren van een gericht arbeidsmarktbeleid. - Het uitvoeren van de nota Sociaal Beleid op de onderdelen bijzondere bijstand en stimuleringsfonds. - Het scheppen, stimuleren dan wel behouden van mogelijkheden om middels gesubsidieerde of ongesubsidieerde arbeid personen uit de doelgroep (WSW, uitkeringsgerechtigden) geheel of gedeeltelijk zelfstandig in de kosten van het bestaan te laten voorzien. - Het binnen wettelijke kaders rechtmatig en doelmatig uitvoeren van de Wet Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (I.O.A.W.) en gewezen zelfstandigen (I.O.A.Z.). - Het bieden van huisvesting, inkomensvoorzieningen en Inburgeringmogelijkheden aan nieuwkomers (asielzoekers met een voorlopige of definitieve status). - De voorbereiding van beleid voor maatschappelijke dienstverlening. - Het binnen de wettelijke kaders rechtmatig en doelmatig uitvoeren van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning. - Vanaf 1 juli 2005 wordt een aantal werkzaamheden uitgevoerd vanuit de Intergemeentelijke Sociale Dienst. - Uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening
Collegeprogramma
Wij constateren dat de stijgende kosten van levensonderhoud onvoldoende worden gecompenseerd voor gezinnen die moeten leven van een minimuminkomen dan wel zijn aangewezen op een uitkering. Als kernpunt van ons beleid zullen wij ons daarom met name richten op het creëren van gelijke kansen voor kinderen uit deze gezinnen. De voorstellen hiertoe staan aangegeven bij het onderdeel welzijn. Wij willen ons beleid jaarlijks monitoren.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma sociale zaken: -
Bijstandverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Gemeentelijk minimabeleid Vreemdelingen Voorziening gehandicapten Wet Kinderopvang
A. Bijstandverlening Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • • • •
Terugdringen van het aantal uitkeringsgerechtigden met 5% t.o.v. gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden 2005. Beperken van de instroom van met name jeugdige uitkeringsgerechtigden met 5% t.o.v. gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden 2005. Zo groot mogelijke participatie en tegengaan van sociaal isolement van burgers. Het voorkomen van een toename van armoedeoverdracht aan kinderen door financiële ondersteuning van activiteiten op het gebied van sport en cultuur. Het voorkomen van een toename van het aantal mensen waarbij door een uitzichtloze schuldensituatie afsluiting van nutsvoorzieningen dreigt of uitzetting uit de woning.
49
•
De inburgeraars en de in 2009 uitgenodigde vluchtelingen begeleiden in samenwerking met Vluchtelingenwerk, ISD en het Drenthe College, zodat hun participatie aan de lokale gemeenschap binnen afzienbare tijd progressie vertoond.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Vanaf 2008 is er bij de gemeente Aa en Hunze sprake geweest van een grote daling van het klantenbestand. De huidige economische crisis treft als eerste de zwakkeren op de arbeidsmarkt. Rekening wordt gehouden met een toename van het aantal werklozen en bijstandsuitkeringen.
Indicatoren
Aantallen cliënten periode van 2006 tot 1 juli 2009 e
e
31 dec. 2006
31 dec. 2007
WWB < 21 jaar
4
3
3
4
26
WWB > 65 jaar
3
5
5
5
45
1
0
199
173
173
168
174
WWB in inrichting WWB 21 - 65 jaar WWB zelfstandigen
31 dec. 2008 1 kwartaal 2009
2 kwartaal 2009
3
7
2
5
7
209
189
183
182
252
IOAW
28
15
11
15
16
IOAZ
8
8
7
7
7
36
23
18
22
23
Totaal WWB
Totaal IOA
Kader • • • 000000 000000
Wet Werk en Bijstand Nota Sociaal Beleid Nota ‘Meedoen mogelijk maken’
Wat gaan we doen in 2010 • •
Wanneer
Verdere doorontwikkeling en verankering van beleid met betrekking tot arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie. Ontwikkelen lange termijnvisie integrale schuldhulpverlening
2010 2010
B. Werkgelegenheid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • •
In het kader van werkgelegenheid willen we een hogere deelname bereiken van lokale werkgevers om voor uitkeringsgerechtigden voldoende werkervaringsplaatsen beschikbaar te stellen. We zullen in nauwe samenwerking met de gemeenten Assen en Tynaarlo het arbeidsmarktbeleid gaan ontwikkelen. De vaardigheden van iedere WSW-geïndiceerde moet dusdanig worden bevorderd dat hij/zij zal uitkomen op zijn/haar persoonlijk hoogst mogelijke vorm van arbeidsdeelname.
Indicatoren Reïntegratie trajecten In 2009 nemen 92 cliënten vanuit onze gemeente deel aan een traject. De trajecten zijn divers en kunnen betrekking hebben op scholing of het opdoen van werkervaring etc. Het aantal trajecten is hoger dan het
50
aantal cliënten, omdat een cliënt meerdere trajecten kan doorlopen. Ook is het mogelijk dat een partner van een cliënt een traject volgt.
Deelname aan reïntegratie trajecten 2006
2007
2008
2009
Aantal cliënten
82
81
111
92
Aantal trajecten
108
126
131
105
Bron: ISD.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Door de invoering van het zogeheten Participatiebudget moeten diverse schotten worden weggehaald tussen de gemeentelijke geldstromen (re-integratie, inburgering en educatie), die gericht zijn op het krijgen van werk of andere vormen van deelname aan maatschappelijke activiteiten.
Kader • • • • 000000
Wet Werk en Bijstand, m.n. Re-integratieverordening Nota Sociaal Beleid Nota ‘Meedoen mogelijk maken’ Wet Sociale Werkvoorziening/ beleidsnotitie modernisering WSW
Wat gaan we doen in 2010 •
• • •
Wanneer
Er wordt sterk op ingezet dat de tengevolge van de recessie met werkloosheid bedreigde werknemers behouden blijven voor de arbeidsmark Hiertoe zal een aantal instrumenten worden ingezet zoals het oprichten van een mobiliteitscentrum, het versterken van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, het opzetten van een sociaal uitzendbureau en het verstrekken van loonkostensubsidies aan werkgevers. Nota arbeidsmarktbeleid. Oprichten van een zogenaamd werkervaringsklasje waardoor uitkeringsgerechtigden binnen onze gemeentelijke organisatie werkervaring kunnen opdoen Intentieverklaring Aanpak Jeugdwerkloosheid Met de ondertekening van de intentieverklaring heeft Aa en Hunze ingestemd met de aanpak jeugdwerkloosheid arbeidsmarktregio Drenthe. Deze intentieverklaring is daarnaast ondertekend door de andere gemeenten uit de arbeidsmarktregio en de andere partijen uit de regio (jeugdzorg, provincie, kenniscentra, werkgevers- en werknemersorganisaties en onderwijsinstellingen). De centrale doelstelling uit de intentieverklaring is om de te verwachte stijging van de jeugdwerkloosheid tot en met 2011, met 50% terug te dringen.
2010
2010 2010
2010
C. Gemeentelijk Minimabeleid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • •
Het opheffen van achterstandssituaties door gericht ondersteuning te bieden in het kader van armoedebestrijding door het verlenen van inkomensondersteunende maatregelen. De gevolgen van armoede voor kinderen (in de zin van armoedeoverdracht) zo veel mogelijk voorkomen. Het voorkomen van een toename van afsluitingen cq. uithuiszettingen.
51
Kader • • •
Nota Sociaal Beleid Uitvoeringsregels m.b.t. bijzondere bijstand Nota ‘Meedoen mogelijk maken’
. 000000
Wat gaan we doen in 2010 • •
000000
• •
•
Wanneer
Besluitvorming met betrekking tot het instellen van een noodfonds bij de GKB. Door uitvoering te geven aan het meedoenbeleid wordt ingezet op het gericht meedoen aan de maatschappij via meerdere beleidsterreinen, zoals onderwijs, economie, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening- en preventie. Door middel van het meedoenpact wordt er in samenwerking met maatschappelijke organisaties ingezet op het verbeteren van participatie van de doelgroep. Door middel van de meedoenregelingen zal met name ondersteuning worden geboden voor activiteiten in het kader van sport en cultuur. Daarnaast wordt door middel van een koppeling van bestanden vooral aandacht gegeven aan een beter bereik van de doelgroepen. In het kader van een vroegtijdige signalering van schuldenproblematiek zullen afspraken met woningcorporaties, maatschappelijk werk en de Gemeentelijke Krediet Bank worden gemaakt.
2010
2010 2010
2010
D. Voorziening gehandicapten Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • •
Beperkingen die betrekking hebben op de woonomgeving en de participatie in het maatschappelijk verkeer zo veel mogelijk opheffen. In samenspraak met Raad en cliëntenorganisaties zal het beleid geformuleerd worden waarbij een zo maximaal mogelijke aansluiting gezocht zal worden bij de doelstelling van de WMO. In het kader van de WMO zullen in 2006/2007 4 zorgloketten in onze gemeente worden geopend.
Kader • • • 000000
Wet Maatschappelijke Ondersteuning Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Beleidsplan WMO
Wat gaan we doen in 2010
000000
•
000000
•
Wanneer
2010 Via verstrekking van fysieke hulpmiddelen en financiële tegemoetkomingen de situatie in de woonomgeving en het maatschappelijk verkeer verbeteren. Door gerichte voorlichting (o.a. Wegwiezers) willen we een zo groot mogelijk bereik realiseren. Het is echter niet aan te geven hoe groot het bereik is wat gehaald wordt aangezien de totale omvang van de doelgroep niet bekend is. 2010 In verband met wetswijziging van de WMO per 1 januari 2010 wordt de huishoudelijke hulp opnieuw aanbesteed.
52
Wat mag het kosten (x € 1.000) lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
3.488 5.825 332 532 143 1.355 39 11.715 520 520 12.235
2.618 5.567 376 -2 122 25 0 8.708 608 608 9.316
3.768 5.335 390 432 273 1.294 58 11.550 76 76 11.626
2.771 5.135 390 0 168 15 0 8.479 10 10 8.489
4.172 5.242 270 529 147 1.362 55 11.777 0 0 11.777
3.101 5.035 270 0 73 15 0 8.494 5 5 8.499
Bijstandverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Gemeentelijk minimabeleid Inburgering Voorzieningen gehandicapten Wet Kinderopvang Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma - structureel Natuurwerkplaats Anderen Niet-trendmatige ontwikkelingen incidenteel Wet Sociale Werkvoorziening
53
Uitgaaf
2011
-5
-5
-28
-28
2012 2013
54
9. Welzijn Portefeuillehouder
G.J. ten Brink / H. Santes / E.H. Udding-Blok
Budgethouder
M. Jalving
Taakomschrijving
-
-
-
-
Het verstrekken van subsidies om op lokaal en regionaal niveau uitvoering te geven aan culturele ontwikkelingen en activiteiten. Het onderhouden van multifunctionele accommodaties en het verstrekken van subsidie ter bevordering van cultuur en recreatie in de gemeente. Het verstrekken van subsidies voor de uitvoering van het algemeen maatschappelijk werk, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt in kerntaken en specifieke taken. Via financiering van activiteiten en accommodaties kwalitatief goede sociaalculturele voorzieningen in stand houden. Door middel van subsidie de peuterspeelzalen in stand houden ter bevordering van de sociale en educatieve ontplooiing en ontwikkeling van 2 tot 4 jarige kinderen. Het uitvoeren van het gemeentelijk volksgezondheidsbeleid door: 1. Het bevorderen van de kwaliteit van de fysieke en sociale leefomgeving voor alle groepen in de samenleving; 2. Het bevorderen van gezond gedrag; 3. Het bevorderen van een sluitend systeem aan gezondheidsvoorzieningen en de toegankelijkheid van de gezondheidsvoorzieningen voor alle doelgroepen. Het verstrekken van subsidie voor de uitvoering van het uniforme deel en het maatwerkdeel binnen de jeugdgezondheidszorg. Het vormgeven aan en uitvoeren van de wettelijke taken in het kader van de Wet Kinderopvang. Het realiseren van de lokale voorzieningen en regisseren van afstemming en samenwerking tussen deze voorzieningen zodat een sluitende aanpak ontstaat voor 0-23 jarigen.
Collegeprogramma
Bij de verdere beleidsontwikkeling houden we rekening met de toenemende verantwoordelijkheid van de lokale overheid voor de thema’s wonen, zorg en welzijn. Uitgangspunt bij de inrichting van onze organisatie is het voortzetten van de nauwe samenwerking met de instellingen die op deze beleidsterreinen werkzaam zijn. We streven daarbij naar een laagdrempelig en voor iedereen bereikbaar aanbod van voorzieningen. Dit jaar (2006) willen we aan de raad het integraal welzijnsbeleid voorleggen. Ook hier is het uitgangspunt de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners en de betreffende verenigingen; in de uitvoering leggen we bijzondere accenten bij de jeugd en de ouderen. Ons college zal zich op allerlei terreinen van het gemeentelijk beleid inzetten voor integratie van gehandicapten en niet-gehandicapten.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma welzijn: -
Vormings- en ontwikkelingswerk Maatschappelijk werk Sociaal-cultureel werk Kinderdagopvang Openbare gezondheidszorg Gezondheidszorg algemeen Jeugdgezondheidszorg Centrum Jeugd&Gezin
55
A. Maatschappelijk werk Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
In stand houden van een eerstelijnsvoorziening waarbij aan individuele burgers ondersteuning wordt gegeven bij het oplossen van problemen van psycho- en psychosociale aard.
Indicatoren Maatschappelijk werk 2005
2006
2007
2008
Aantal hulpeenheden totaal
377
369
364
363
Nieuwe hulpeenheden
260
242
252
264
Waarvan: initiatief cliënt
186
187
174
152
2
6
6
18
72
47
72
77
3–9 mnd.
3-6 mnd.
1-6 mnd.
3-6 mnd
3,93 fte
3,83 fte
3,83 fte.
3.83
Initiatief maatschappelijk werker Verwijzingen
Gemiddelde duur van een traject
Formatie amw
Bijna een derde van de cliënten van het maatschappelijk werk is minderjarig. Meer dan de helft van de cliënten is tussen de 30 en 59 jaar oud. Financiën, familierelatie en gezondheid zijn de meest voorkomende problematieken waarom mensen terecht komen bij het maatschappelijk werk.
Kader • • • • • 000000 000000
WMO Borgingsnota 2007-2010 Ketensamenwerking rondom jeugd Nota vrijwilligersbeleid 2008-2011 Kadernotitie Centra voor Jeugd en Gezin Samenwerkingsconvenant gezamenlijke ambities op het sociaal terrein tussen provincie en gemeente
Wat gaan we doen in 2010 • • • • • • • • • •
Wanneer
In gezamenlijk overleg jaarlijks prioriteiten stellen in het lokale Algemeen Maatschappelijk Werk en implementatie budgetfinanciering AMW NoorderMaat. Extra inzet maatschappelijk werk in het kader van de Wet Tijdelijk Huisverbod. Doorontwikkelen front office / back office Centrum Jeugd & Gezin. Inzet schoolmaatschappelijk werk op basis- en voortgezet onderwijs als onderdeel Centrum Jeugd & Gezin evalueren. Werking van de Drentse Verwijsindex evalueren. Opstellen preventiebeleid en opvoedingsondersteuning als onderdeel Centrum Jeugd & Gezin. Pilots opvoedondersteuning, o.a. “Krachtige kinderen”. Millennium gemeente: beleidskader ontwikkelen waarbinnen zal worden beoordeeld welke lokale initiatieven passend zijn binnen de doelstellingen van de millenniumgemeente. Jaarprogramma 2010 in het kader van de “sociale alliantie” uitvoeren . Overleg met SWAH over samenwerking in de regio.
56
2010 - 2011 2010 2010 -2011 2010 2010 2010 2010 2010
2010 2010
B. Sociaal cultureel werk Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Jeugdbeleid • Extra inzetten op het preventieve jeugdbeleid. Daarnaast ketensamenwerking rondom jeugd en de ontwikkeling van centra voor Jeugd en Gezin (koppelen aan Wegwiezers). Kernproject Accommodatiebeleid • Voortzetting van het huidige beleid vanuit de gebiedsgerichte benadering. Kernproject Brede Samenwerking • Samenwerking rond de zorg voor en de belangen van het kind realiseren. • Uitwerking gebiedsgerichte benadering. Kernproject Herijking subsidiebeleid • Implementatie budgetfinanciering stichting Welzijn Aa en Hunze en NoorderMaat. Overig • Een brede gemeentelijke welzijnsvisie en deze vertalen in concrete doelstellingen. • Het behouden van de huidige vrijwilligers en het werven van nieuwe vrijwilligers. • Opzetten van een netwerkstructuur voor de ontwikkeling van een loket voor wonen, zorg en welzijn. De Wegwiezer is een informatiepunt voor jong en oud. • Op het gebied van accommodatiebeleid/beheer streven naar een versterking van de samenhang tussen de bestaande accommodaties. Kader • • • • • • • • • • • 000000
Startnotitie Integraal accommodatiebeleid Welzijn Notitie accommodatiebeleid Aa en Hunze Inventarisatie accommodaties Notitie Jeugdsozen en ontmoetingsplaatsen “Wat spreken we af” Notitie vrijwilligersbeleid “Het moet wel leuk blijven” Notitie dorpshuizenbeleid gemeente Aa en Hunze Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Aa en Hunze Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet op de Jeugdzorg Beleidsplan WMO Samenwerkingsconvenant gezamenlijke ambities op het sociaal terrein tussen provincie en gemeente
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
Kernproject Jeugdbeleid • Het preventieve jeugdbeleid wordt momenteel ook projectmatig opgepakt (hangplekken in verschillende kernen –voor zover niet in 2009 gerealiseerd. • Ontwikkeling in overleg met de ketenpartners.
000000
Kernproject Accommodatiebeleid • Uitwerking binnen de door de raad gestelde kaders en budgetten. • In het kader van het accommodatiebeleid (scholen en dorpshuizen) de samenhang tussen de bestaande accommodaties versterken.
57
2010 2010
2010 2010
Kernproject Brede Samenwerking • Binnen het project Brede Samenwerking wordt in Annen gewerkt aan de uitbreiding van het voorzieningenaanbod, versterken van de ontmoetingsfunctie voor jong en oud en afstemming tussen voorzieningen. In Gasselternijveen wordt gebruik gemaakt van het uitvoeringsprogramma van de ISD om concrete vragen op het gebied van leefbaarheid vorm te geven. In Rolde zijn twee werkgroepen los van elkaar bezig zijn met het ontwikkelen van specifieke onderdelen van brede samenwerking, te weten een werkgroep bestaande uit school/kinderopvang/peuterspeelzaal. Daarnaast is er een werkgroep dat bestaat uit sportverenigingen en combinatiefunctionarissen. •
000000
Uitvoering geven aan kadernotitie Brede Samenwerking (voorheen Brede school).
Overig • Projecten jongeren en middelengebruik en vandalismeprojecten. • Uitwerking notitie Gebiedsgericht voorzieningenbeleid. • Doorontwikkelen Breedbandprojecten: telebrink, virtuele brede school, virtueel loket, woon- zorg zoneproject. • Nadere uitwerking geven aan de projecten op accommodatiegebied. • Jongeren ontmoetingsplaatsen (JOPS) ontwikkelen in de kernen voor zover niet in 2009 gerealiseerd. • Uitvoeren van het groot onderhoud bij de dorpshuizen in Gasselternijveenschemond en Nieuwediep. • Voorbereiding/ realisatie MFC Gasselternijveen. • Uitvoering geven aan maatschappelijke stages, inclusief de inzet van rijksmiddelen. • Inventarisatie/ analyse accommodaties in Eext
1e halfjaar 2010
2010
2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010
C. Kinderopvang Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Een dekkend netwerk van kinderopvang en buitenschoolse opvang in de gemeente.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • •
Scholen zijn verplicht een vorm van naschoolse opvang aan te bieden. Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen harmoniseren. Handhaving kinderopvang verder optimaliseren. Harmonisatie voorzieningen 0-4 jarigen. De rijksoverheid verwacht van de gemeenten dat zij met de harmonisatie voorzieningen 0-4 jarigen inzetten op de volgende punten: - Een betere toeleiding naar de Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) door eerder en beter te signaleren. - Meer professionaliteit en VVE in de peuterspeelzalen (deskundigheidsbevordering). - Fysieke en financiële toegankelijkheid voor ouders die geen arbeid en zorg combineren. - Inzetten op 100% bereik van doelgroepkinderen. - Instandhouding spreiding peuterspeelzalen.. In dit proces zijn de peuterspeelzalen naast de kinderopvang een belangrijke partner. De peuterspeelzalen zijn een laagdrempelige voorziening en een belangrijke vindplaats, waar kinderen bereikt worden van ouders die geen gebruik maken van kinderopvang. De afgelopen jaren is binnen de peuterspeelzalen al veel ingezet op deskundigheidsbevordering VVE. Ouders die geen werk en zorg combineren kunnen wel gebruik maken van het peuterspeelzaalwerk. Ontwikkelingen binnen het peuterspeelzaalwerk (o.a. daling van het gebruik) maken het nodig kritisch naar de functies van het peuterspeelzaalwerk te kijken om de fysieke en financiële toegankelijkheid van het peuterspeelzaalwerk voor de toekomst te waarborgen.
58
Indicatoren Kinderopvang per 1 januari 2009 Aantal kinderopvangorganisaties
6
Aantal kinderplaatsen KO
222
Aantal locaties kinderopvang en BSO
20
Aantal kinderplaatsen BSO
340
Aantal gastouderbureaus
4
Innovatieve kinderopvang
3
Bezettingsoverzicht Peuterspeelzalen januari 2009 Locatie peuterspeelzaal
Aantal groepen
Aantal kinderen
Annen
’t Krummelhoekje
4
52
Eext
’t Hummelhoes
2
27
Eexterveenschekanaal
de Kiep
2
19
Gasselte
’t Kikkertje
2
21
Gasselternijveen
’t Drempeltje
3
27
Gasselternijveenschemond
’t Hummeltje
1
5
Gasteren
Ukkie
1
9
Gieten
’t Olifantje
4
52
Gieterveen
‘t Porkenhoesie
2
29
Grolloo
de Prugelstee
2
27
Nieuw Annerveen
’t Spikertje
2
17
Rolde
Dribbel
4
40
Schipborg
’t Borgje
1
9
Kader • • • • • • • 000000
Notities jeugdbeleid: “Wat spreken we af” + “Dit spreken we ook af” Wet kinderopvang Landelijke beleidsregels kwaliteit kinderopvang Gemeentelijk handhavingsbeleid Wet kinderopvang Aa en Hunze Wet Buitenschoolse opvang Regeling Buurt-Onderwijs-Sport Notitie Speelvoorzieningen
Wat gaan we doen in 2010 • • • •
Wanneer
Ervaringen Pilot Veengebied benutten bij harmonisatie Peuterspeelzalen en kinderopvang in kleine kernen. Planologische en bouwtechnische medewerking verlenen ten behoeve van vestiging en spreiding kinderopvangvoorzieningen in onze gemeente. Gemeentelijk handhavingsbeleid t.a.v. de kwaliteitseisen ingevolge de Wet kinderopvang in overeenstemming houden met wettelijke voorschriften. Harmonisatie voorzieningen 0-4 jarigen.
59
2010 2010 e.v. 2010 2010
D. Openbare gezondheidszorg Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • •
Bevorderen van de kwaliteit van de fysieke en sociale leefomgeving voor alle groepen in Aa en Hunze. Bevorderen van een gezond gedrag. Bevorderen van een sluitend systeem aan gezondheidsvoorzieningen en de toegankelijkheid van de gezondheidsvoorzieningen voor alle doelgroepen.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • • •
Elke vier jaar dient de gemeente een nota volksgezondheid te ontwikkelen. In 2009 is het lokaal volksgezondheidsbeleid voor de periode 2009-2012 vastgesteld. Toewerken in 2011 naar een centrum Jeugd & Gezin. Bestrijding kindermishandeling door versterking van preventie signalering en ingrijpen. Invoeren van het Elektronisch kinddossier en Drentse Verwijsindex in 2009.
Kader • • • • • • • • 000000 000000
Notitie “Van onderop – zorgvernieuwing Aa en Hunze” Notitie Ontwikkeling van een zorgsteunstructuur in relatie tot een geïntegreerd ouderenbeleid Wet Publieke Gezondheid Brede Doeluitkering (BDU JGZ) Nota Lokaal Volksgezondheidbeleid Aa en Hunze 2009–2012 Kadernotitie Centra voor Jeugd en Gezin WMO Notitie Mantelzorgbeleid in Aa en Hunze
Wat gaan we doen in 2010 • • •
Wanneer
Borging ketensamenwerking door minimaal twee werkconferenties. Uitvoering lokaal volksgezondheidsbeleid. Implementeren mantelzorgbeleid na werkconferenties met alle betrokkenen bij mantelzorgondersteuning.
Jaarlijks 2010 e.v. jaren 2010
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Ontwikkelingswerk Maatschappelijk werk Sociaal-cultureel werk Kinderdagopvang Openbare gezondheidszorg Gezondheidszorg algemeen Jeugdgezondheidszorg Centra jeugd en gezin Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
1 2.793 1.782 302 0 194 587 0 5.657 516 516 6.173
0 376 353 0 0 0 488 0 1.218 531 531 1.749
1 3.372 1.860 317 21 256 4 972 6.804 0 0 6.804
0 277 325 0 0 0 0 339 942 197 197 1.139
1 3.299 1.691 288 48 262 0 815 6.403 0 0 6.403
0 277 295 0 0 0 0 377 950 2 2 952
60
10. Gemeentelijke afvaltaken Portefeuillehouder
H. Santes
Budgethouder
H. de Groot / B. Kinds
Taakomschrijving
Het uitvoeren van taken op het gebied van afvalverwijdering gebaseerd op Hoofdstuk 10 Afvalstoffen van de Wet milieubeheer.
Collegeprogramma
De inzet van ons college is er op gericht om op basis van een kaderstellende nota van de gemeenteraad en daaruit voortvloeiende deelnota’s halverwege de bestuursperiode te komen tot vaststelling van een integraal Milieubeleidsplan. De effecten van het zorgvuldig omgaan met het milieu zullen we bij onze inwoners verder onder de aandacht brengen. De volgende producten vallen onder het programma gemeentelijke afvaltaken:
Producten
-
Afvalbeleid Afvalbrengstation Huishoudelijk afval Andere afvalstromen Baten reinigingsrechten
A. Afvalbeleid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • • • • • •
Het afvalbeheer optimaliseren door kostenbeheersing en grip krijgen op de hoeveelheden te verwerken afval. Landelijke doelstellingen voor GFT, papier, glas, textiel en kca spiegelen aan de behaalde resultaten in de gemeente. Invoeren contractenbeheer op het gebied van afvalverwerking. Invoeren containerbeheer. Tariefstructuur ABS Spekstoep. Verdere tariefdifferentiatie van de afvalstoffenheffing. Beleidsmatige keuzes maken voor het stimuleren van preventie en hergebruik van afval, onder meer door het exploiteren van het afvalbrengstation.
Indicatoren
Ontwikkeling Afvalstoffenheffing 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Meerpersoonshuishouding
261,72
293,34
286,25
286,25
284,00
284,00
257,10
257,10
Eenpersoonshuishouding
196,29
220,00
214,69
214,69
213,00
213,00
192,90
192,90
Verloop egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing Jaar
Stand per 1/1
Storting Omschrijving storting
2006
468.000
212.000 Resultaat reiniging
2007
639.000
171.000 Resultaat reiniging
2008
426.000
76.000 Resultaat reiniging
Onttrekking Omschrijving onttrekking
41.000 Voorbereiding afvalbrengstation 384.000 Desintegratie GR VRA
Stand per 31/12
639.000 426.000 502.000
61
Ingezameld afval 2005 - 2010 Realisatie 2005 In tonnen
%
Realisatie 2006 in tonnen
%
Realisatie 2007 in tonnen
%
Realisatie 2008 in tonnen
Begroting 2010 In tonnen
GFT-afval
5.475
26
4.965
28
5.111
30
5.684
5.500
Restafval
7.165
34
6.250
35
5.697
33
7.010
7.000
Grof vuil
744
4
547
3
522
525
Glas – 3 kleur
580
3
Zit bij restafval 600
3
612
4
523
550
42
0
36
0
25
0
17
20
Asbest
98
1
74
0,5
74
0
51
50
Papier
1.907
8
1.750
9,5
1.796
11
2.002
2.000
Puin
1.584
6
1.227
7
942
6
395
400
Hout B cat.
1.060
5
1.045
6
766
5
849
850
Hout C cat
200
1
190
1
172
1
141
140
20
0
27
24
0
25
25
46
27
0
26
25
Glas - vlak
KCA Dakleer
-
PVC
5
3
0
-
0
3
3
Banden/Rubber
9
19
0
9
0
9
9
1.277
7
1.269
7
1.292
1.300
Gesnipperd groenafval
1.800
9
Kadavers
2.2
2
0
2
0
3
3
Oud ijzer
84
80
0,5
73
0
57
55
107
100
0,5
-
0
119
120
97
90
0.5
118
0
120
120
39
40
WEB Kleding Gips *
* Met ingang van 2008 wordt gips apart ingezameld.
Kader • • • • •
De Wet milieubeheer, Hoofdstuk 10 afvalstoffen De door de raad op 25 februari 2004 vastgestelde afvalvisie (opgesteld naar aanleiding van het basisproject Subsidie Aanpak Milieudrukvermindering (SAM) in 2003). Het Plusproject SAM beoogt optimalisatie van de scheidingsresultaten van huishoudelijk afval. Plan van Aanpak afvalbeleid (vastgesteld in de raad van 25 februari 2004) waarin onder meer opgenomen de gemeentelijke afvalvisie Inrichtingsplan en kostenraming nieuw Afval Brengstation vastgesteld door de raad op 23 november 2005 Kaders afvalstoffenbeleid en tarieven vastgesteld door de raad op 23 mei 2007
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
• • • •
Uitvoeren Milieubeleidsplan (w.o. afvalbeleid). Voorlichting geven aan burgers en bedrijven over afvalbeleid. Papierinzameling: zorg dragen voor dekking gemeentelijk grondgebied. Flankerend beleid tarieven en inzamelstructuur (m.n. ABS) verder ontwikkelen.
2010 2010 2010 2010
• •
Opzetten contractenbeheer. Nieuwe initiatieven onderzoeken en zo mogelijk invoeren zoals vergisting van GFT-afval betrekken bij het scheiden van (gemeentelijke) afvalstromen.
2010 2010
62
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Afvalverwijdering en -verwerking Agrarische zaken Ongediertebestrijding Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
2.548 11 12 2.572 2.572
2.921 0 0 2.921 2.921
2.241 11 14 2.266 2.266
2.614 0 0 2.614 2.614
2.277 13 14 2.304 2.304
2.650 0 0 2.650 2.650
63
64
11. Openbare Werken/ Verkeer en Vervoer Portefeuillehouder
G.J. ten Brink / H. Santes
Budgethouder
B. Kinds
Taakomschrijving
- Het beheren, schoonhouden en onderhouden van openbare verlichting, wegen en verhardingen, trottoirs en pleinen. - Zorgdragen voor het berijdbaar houden van de wegen bij sneeuwval, ijzel en opvriezen van het wegdek. - Het beheren en onderhouden van verkeers- en waarschuwingsborden en oplichtingapparatuur. - Het treffen van tijdelijke maatregelen t.b.v. festiviteiten en herstelwerkzaamheden. - Ontwikkelen van verkeersveilige (weg)inrichtingen. - Beheer en onderhoud van gemeentelijke waterlossingen. - Het beheer en onderhoud van parken, plantsoenen en ander openbaar groen, alsmede van o.a. recreatievoorzieningen en speelvoorzieningen. - Het beheren, onderhouden en schoonhouden van het rioleringsstelsel. - Aansluitingen op de riolering.
Collegeprogramma
Uiteraard wordt ook in deze bestuursperiode het programma Duurzaam Veilig voortgezet. Toch willen we accenten verleggen naar die maatregelen die het draagvlak voor verkeersveiligheid in onze samenleving vergroten. De realisering van de reconstructie van de N 34 en de plannen voor opwaardering van de N33 bieden bij uitstek de mogelijkheid tot verbetering van de infrastructuur in de directe omgeving van deze wegen, waaronder de verbinding Gieten- Rolde en Gieten- Eext. Onze inzet zal er op gericht zijn maximaal in te spelen op de nieuwe kansen voor het openbaar vervoer. In gesprekken met de Verenigingen Dorpsbelangen zullen we afzonderlijk aandacht besteden aan het in stand houden en versterken van de karakteristieke groenelementen. Rekening houdend daarmee staan we een ruimhartig beleid tot verkoop van “overhoeken” voor.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma openbare werken/verkeer en vervoer: -
Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Waterkering, afwatering en landaanwinning Riolering en Waterzuivering Openbaar groen
A. Wegen straten en pleinen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • •
Het deelnemen aan het verkeer over goed onderhouden wegen en paden voor alle soorten verkeersdeelnemers. Dit geldt zowel voor de verkeersaspecten als voor de sociale veiligheidsaspecten. Aansluitend op de fietstunnel (Eexterweg- Gieten) wordt in relatie met de werkzaamheden aan de N33 ingezet om de (fiets)verbinding Gieten- Eext te herstellen middels een fietsbrug over de N33.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Verkeersmaatregelen N33 In de komende jaren zal de N33 gereconstrueerd worden. Op de plaats van de rotonde Gieten wordt de N33 verdiept onder de rotonde aangebracht. Gelijktijdig komt er een nieuw OV- knooppunt dat een aansluiting krijgt op deze rotonde. De planologische procedure is afgerond en een deel van de werkzaamheden van de reconstructie is inmiddels aanbesteed. Aansluitend zal de N33 verdubbeld worden. 65
• Verkeersveilige bermen Na realisatie van bermverharding aan de Kopweg en de Dideldomweg hebben het wegvak Gasselterboerveenschemond en een gedeelte van het wegvak Nieuwediep, uit optiek van verkeersveiligheid en de frequentie van voorkomen van bermschade, een hoge prioriteit om te worden voorzien van bermverharding. Het benodigd investeringsbedrag is opgenomen onder “Nieuw beleid 2010”.
•
Kader • • 000000 000000
Gemeentelijk wegenbeheersplan op basis van het bovengrensmodel Beleidsplan Openbare Verlichting
Wat gaan we doen in 2010 • • •
• •
• • •
Wanneer
Bruggen Uitvoering geven aan het onderhoudsprogramma bruggen. Fietstotaalplan Tandem Ontwikkeld door Recreatieschap Drenthe voor verbetering van de fietsinfrastructuur met aanvullende voorzieningen als zitbanken en bewegwijzering. Verkeersmaatregelen N33 De N33 wordt verdiept aangelegd onder de rotonde in Gieten. De voorbereiding en de uitvoering vindt plaats door Rijkswaterstaat. Daarnaast wordt door de provincie een nieuw OV- knooppunt aangelegd die aansluiting krijgt op deze rotonde. Het college zet zich er tevens voor in om via een extra aansluiting op de rotonde voor in elk geval het openbaar vervoer en mogelijk ook het autoverkeer een verbinding naar Eext te realiseren. Wegen Uitvoering van het groot wegenonderhoud conform het wegenbeheer programma. Openbare Verlichting Uitvoering geven aan maatregelen uit het beleidsplan Openbare Verlichting. Er wordt een nieuw beleidsplan openbare verlichting opgesteld waarbij rekening wordt gehouden met de nieuwste ontwikkelingen. Herstructurering Stationsstraat te Gieten Uitvoering geven aan de reconstructie van de Stationsstraat gedeelte Parallelweg – Zuid- es. Fietsverbinding met Eext Uitvoering geven aan de aanleg van een fietsbrug over de N33 om de fietsverbinding met Eext te herstellen. Herinrichting Eexterweg Uitvoering geven aan de herinrichting van de rijbaan Eexterweg gezamenlijk met de rioleringswerkzaamheden. Hierbij wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van het OV-knooppunt.
2010 2010
2010
2010 2010
2010
2010
2010
B. Verkeersmaatregelen te land Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • • •
Het initiëren en uitvoeren van maatregelen gericht op het vergroten van de veiligheid van de gemeentelijke wegen. Er wordt een definitief besluit genomen over de aanpak van de verkeersoverlast in Rolde. Vooruitlopend op de plannen van de N33 en N34 de verkeersfunctie van de “oude weg “ Gieten- Rolde wijzigen van gebiedsontsluitingsweg naar “erftoegangsweg”. Bij wijze van experiment en met medewerking van de inwoners / Vereniging Dorpsbelangen van het dorp, in onze gemeente (een) verkeersborden vrije dorp(en) realiseren.
66
Indicatoren
Taakstelling van de provincie Drenthe voor 2010 met als basisjaar 1998 Gemeente Aa en Hunze Basisjaar 1998 (absoluut)
Taakstelling 2010 (relatief)
Dodelijke slachtoffers
3
-30% => minus 1
Ziekenhuisgewonden
28
-25% => minus 7
Toelichting: De tabel geeft een gemeentelijke doelstelling met betrekking tot verkeersveiligheid uitgedrukt in verkeersslachtoffers of aantal slachtofferongevallen (dus niet alleen ongevallen). De taak- of doelstelling (min zoveel procent) kan worden gerelateerd aan landelijke en/of provinciale doelen voor bepaalde jaren (2010/2020) ten opzichte van een periode te gebruiken als basis.
Verkeersveiligheid bij scholen Deelnemende scholen
Gelabelde scholen
2007
5
3
2008
8
5
2009
11
7
2010
13
8
Toelichting: Voor de verkeersveiligheid bij de 18 scholen in onze gemeente is er het Drents Verkeersveiligheidlabel (DVL). Hiermee kan worden aangegeven dat een school voldoet aan vooraf vastgestelde verkeersveiligheidpunten. Een doel met daaraan gekoppeld kengetal voor 2010 is dat in de gemeente Aa en Hunze 13 scholen deelnemen aan het Drents Verkeersveiligheidlabel en dat van de deelnemende scholen er 8 gelabeld zijn. Kader • Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (2009) 000000
Wat gaan we doen in 2010 •
• • •
• •
Wanneer
Verbeteren kwaliteit Openbaar Vervoer door het in te zetten Halteplan. Ook voorbereidingen treffen voor het verbeteren van de nieuwe openbaar vervoer toegankelijkheidseisen en aanzetten tot regionaal doelgroepenvervoer/vraaggericht collectief vervoer. Vervolg geven aan de in 2009 gemaakte afspraken over een dorpsvisie, waarin rekening gehouden wordt met de verschillende ontwikkelingen in het dorp Rolde met als onderdeel het verkeer. Stimulering om, bij wijze van experiment, te komen tot (een) verkeersborden vrije dorp(en). In 2010 wordt het experiment in het dorp Grolloo uitgevoerd. Herstelaansluiting project Dongelsdijk. Conform het besluit in de raad van 24 juni 2009 zal er nog geen aanpassing tot erftoegangsweg worden gerealiseerd. De aanpassing hiertoe vindt plaats bij de ontwikkeling van de reconstructie rotonde N33. Uitvoering van verkeersveiligheidsmaatregelen bij diverse projecten waaronder de herstructurering van de Stationsstraat en de Eexterweg. Het traject Gieten- Rolde zodanig aanpassen dat het voldoet aan de eisen van Duurzaam Veilig. De aanpassing tot erftoegangsweg wordt gestart in 2010.
67
Tot en met 2010
2010
2010 2010
2010 2010
C. Waterkering, afwatering en landaanwinning Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Een goede waterhuishouding.
Kader • 000000 00000
Regelgeving van het waterschap
Wat gaan we doen in 2010 •
Wanneer
In het kader van de Flora en Faunawet moet voor het uitvoeren van beheertaken, waaronder het schonen van sloten en het maaien van aanliggende taluds en schouwpaden ontheffing worden verleend. Wanneer gewerkt wordt conform een door de minister te accorderen werkwijze (gedragscode) is deze ontheffing niet noodzakelijk. Een dergelijke gedragscode is door het waterschap vastgesteld. Bestekken zullen hierop aangepast worden.
2010 ev.
D. Riolering en waterzuivering Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • •
Het zorgdragen voor de doelmatige inzameling en het doelmatig transport van afvalwater dat vrijkomt bij de binnen ons grondgebied gelegen percelen ter bescherming van de volksgezondheid en het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Het dusdanig reduceren van rioolwateroverstortingen, zodat voldaan wordt aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. Het opstellen van een gemeentelijk waterplan Aa en Hunze in samenwerking met het waterschap Hunze en Aa’s.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • •
De Tweede Kamer heeft op 15 februari 2007 de Wet gemeentelijke watertaken aangenomen. Met deze nieuwe wet hebben gemeenten een sterkere regierol gekregen in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. e Door de Europese kaderrichtlijn Water en de wateropgaven vanuit WB21 (waterbeheer 21 eeuw) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) zal van gemeenten tijd en geld worden gevraagd.
Kader • • • • • 000000
Wat gaan we doen in 2010 •
000000
Milieuprogramma 2003-2007 gemeente Aa en Hunze (vastgesteld door de raad op 26 maart 2003) Gemeentelijk waterplan 2007 ( i.s.m. waterschap Hunze en Aa’s) Gemeentelijk Rioleringsplan Aa en Hunze Beleidsnota handhaving (vastgesteld in de raad van 14 april 2004) Regionaal Bestuursakkoord Water (RBW) (ondertekend op 15 september 2005)
•
•
Wanneer
In 2009 wordt een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan opgesteld voor de planperiode 2010 t/m 2014. In het eerste kwartaal van 2010 wordt dit plan aan de gemeenteraad ter vaststelling aangeboden. Om de taken die voortvloeien uit de nieuwe Waterwet te kunnen financieren, is het huidige rioolrecht omgevormd tot een bredere rioolheffing. In het vast te stellen GRP worden de taken en financiering van de nieuwe watertaken die op de gemeente afkomen opgenomen. Uitvoering geven aan het investeringsprogramma rioleringen, zoals het vervangen van riolering en het afkoppelen van regenwater. 68
2010
2010 en verder 2010
• •
2010 en verder 2010 en verder
Vertaalslag maken van de Europese kaderrichtlijn water (KRW) Realiseren van de maatregelen die worden genoemd in het waterplan 2007
E. Openbaar groen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • •
Onderhoudsniveaus vaststellen op basis waarvan uitvoering kan plaatsvinden. Deze niveaus gebruiken als toetsingskader. Onze inwoners duidelijkheid bieden over de beeldbepalende groenstructuur. We zetten ons daarbij in voor het in stand houden en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de groene leefomgeving.
Kader • Nog vast te stellen onderhoudsniveaus van het openbaar groen 000000
Wat gaan we doen in 2010 •
• • • •
Wanneer
Voor de kernen Annen en Gieten is het groen areaal uitgewerkt, de inventarisaties uitgewerkt en een bestek opgesteld. In 2010 zal een vervolgstap worden gezet door differentiatie van beheerniveaus. Voor een aantal andere kernen is een aanzet gedaan voor bijwerking van de groen inventarisaties. In 2010 worden de kernen Gieten, Annen en Rolde afgerond. Er is een startnotitie opgesteld voor wat betreft het bermbeleid. In 2009 is het bermbeleid geformuleerd. In het verlengde hiervan zal een bermbeheersplan worden opgesteld. Voor het onderhoud van de sportvelden is het concept bestek gereed. Eind 2009 heeft een aanbesteding plaatsgevonden, zodat voor de jaren 2010, 2011 en 2012 het werk weggezet kan worden. Uitvoering beplanting 2e fase Balloo- Loon. Bij de aanleg van de N33 vinden groenwerkzaamheden plaats. In 2010 zal in overlegstructuren inzicht worden verkregen over de invulling.
2010
2010
2010
2010 2010
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Waterkering, afwatering en landaanwinning Riolering en waterzuivering Openbaar groen Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
3.332 380 224
8 1 7
3.970 447 183
158 0 0
3.008 418 187
58 0 0
2.233 2.761 8.928 1.441 1.441 10.369
2.516 17 2.549 1.888 1.888 4.436
2.449 2.808 9.858 7 7 9.865
2.382 16 2.555 0 0 2.555
2.214 2.863 8.690 7 7 8.696
2.382 16 2.455 14 14 2.470
69
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma - structureel Wegreconstructie ivm rioleringswerkz. Verkeers- en vervoersmaatregelen Onderhoud gebouwen Onderhoud monumenten Verkeersveilige wegbermen Vervanging brug Ravijnzicht Collegeprogramma - incidenteel Onderhoud gebouwen Onderhoud monumenten Onderhoud bruggen Niet - trendmatige ontwikkelingen structureel Areaalaccres - wegen Areaalaccres - riolering Areaalaccres - groen Niet - trendmatige ontwikkelingen incidenteel Areaalaccres - groen Kapitaalontwikkeling Vervanging openbare verlichting Duurzame bedrijfsgoederen
70
Uitgaaf
2011
2012
2013
-600 -210 -72 -26 -20 -145
-18 -8 -36 -13 -10 -13
-18 -8 -36 -13 -10
-18 -8
-36 -13 -93
-36 -13 -31
-31
-31
-12 -12 -75
-4 x -25
-4 x -25
-4 x -25
-225
-75
-75
-75
-822 -715
-25 x
-25 x
-25 x
12. Milieu Portefeuillehouder
H. Santes / G.J. ten Brink / H.F. van Oosterhout
Budgethouder
H. de Groot
Taakomschrijving
Milieubeleid heeft een tweeledige functie: 1. het zorgt voor een basiskwaliteit als het gaat om leefbaarheid en duurzaamheid; dit kan op basis van wettelijke normen en door uitvoering van wettelijke taken maar ook door beleidskeuzes op gemeentelijk niveau. Deze beleidskeuzes worden in het integraal milieubeleidsplan opgenomen. 2. Het lokale milieubeleid wil de milieukwaliteit op een zo hoog mogelijk niveau krijgen. Door de milieubelangen in de besluitvorming mee te wegen kunnen hogere ambities worden waargemaakt en worden plannen duurzamer en integraal van aanpak. Het ontwikkelen van lokaal milieubeleid zal vanuit sectorale wetgeving zoveel mogelijk op onze eigen situatie, omgeving en mogelijkheden worden toegespitst.
Collegeprogramma
De inzet van ons college is er op gericht om op basis van een kaderstellende nota van de gemeenteraad en daaruit voortvloeiende deelnota’s halverwege de bestuursperiode te komen tot vaststelling van een integraal Milieubeleidsplan. Het milieubeleid begint bij onszelf. Daarom zullen we ook als gemeente de eigen milieuzorg vorm geven via het reeds lopende project Bedrijfsinterne Milieuzorg. De effecten van het zorgvuldig omgaan met het milieu zullen we bij onze inwoners verder onder de aandacht brengen.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma milieu - Milieubeheer
A. Milieubeheer A1. Bedrijfsgebonden milieutaken Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Milieubeleid • Gemeentelijke milieutaken worden zodanig uitgevoerd dat tenminste wordt voldaan aan de wettelijke vereisten. Overig • Gerichte aandacht voor de verruimde reikwijdte van de Wet milieubeheer i.c. energie, afval, externe veiligheid en ippc (=EU-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreinigingen) naar “doen”. • Wettelijk voorgeschreven functiescheiding vergunningverlening en handhaving op persoonsniveau. Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • •
Omgevingsvergunning per 1-1-2010 (Het wetgevingstraject is echter nog niet afgerond, er bestaat derhalve nog enige onzekerheid over de datum) Deregulering VROM: activiteiten AmvB per 1-1-2008. Naar verwachting zal door het activiteitenbesluit het aantal vergunningplichtige bedrijven afnemen ten gunste van meldingsplichtige bedrijven.
71
Indicatoren
Wet milieubeheer R 2005
R 2006
R 2007
R 2008
B 2009
B2010
Aantal verleende milieuvergunningen (+ intrekking) Aantal geaccepteerde meldingen 8.40 Wm
17
7
14
9
12
8
59
38
88
65
75
90
Aantal geaccepteerde meldingen 8.19 Wm
7
3
3
4
5
6
Aantal ontheffingen 10.63 Wm Aantal controles bedrijven
21
19
20
4
20
4
244
141
110
169
150
160
10
17
18
30
15
30
Aantal afgehandelde klachten
R = realisatie B = begroting
Toelichting: In verband met het project deregulering regelgeving zullen steeds meer bedrijven onder de meldingsplicht vallen. Het aantal milieuvergunningen zal een dalende trend laten zien. Het aantal meldingen zal ten gevolge hiervan stijgen. Kader • • • • • 000000
000000
Milieuprogramma 2003-2007 gemeente Aa en Hunze (vastgesteld door de raad op 26 maart 2003) Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009) Notitie milieuhandhaving deel I probleemanalyse + doelstellingen en deel II strategie + werkwijze (vastgesteld door college d.d. 11 januari 2005) Wet Gemeentelijke Watertaken Activiteitenbesluit vergunningverlening + handhaving
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
Kernproject Milieubeleid • EU-regelgeving vertalen naar lokaal niveau. • Gericht aandacht geven aan de verruimde reikwijdte van de Wet milieubeheer i.c. energie, afval, externe veiligheid en ippc (=EU-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreinigingen). • Integraal milieubeleidsplan wordt toegepast in gemeentelijke uitvoering Overig • Professionalisering milieuhandhaving uitbouwen naar integrale VROM handhaving. • Implementatie Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/WABO (zie ook programma 13). • Implementatie Activiteitenbesluit (vergunningverlening+handhaving ), implementatieplan is gemaakt in 2008.
2010 ev. 2010 ev.
2010-2014
2010 2010 e.v. 2010 e.v.
A2. Bodem- en waterbodembeheer Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • •
Het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de bodem en de waterbodem. Door deze te beschermen via onder meer een goed rioolstelsel, controle van lozingen, het saneren van niet meer gebruikte ondergrondse tanks en het in beeld brengen van de bodemkwaliteit. Actief bodembeheer door middel van een bodembeleidsplan en een bodemkwaliteitskaart. 72
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • •
Nieuwe wet bodembescherming per 1-1-2006. Besluit Bodemkwaliteit medio 2008 van kracht waarin opgenomen de regeling Kwalibo (=kwaliteitsborging in bodembeheer). Per 1-7-2008 is het Bouwstoffenbesluit deels vervallen en wordt voor wat betreft grond opgenomen in het Besluit Bodemkwaliteit.
Indicatoren
Besluit Bodemkwaliteit
Aantal afgehandelde meldingen Aantal afgehandelde meldingen vrije veld Aantal beoordeelde bodemonderzoeken
R 2006
R 2007
R 2008
B 2009
B 2010
24
25
24
nvt
20
-
3
6
64
59
64
5 55
55
R = realisatie B = begroting
Kader • • • 000000 000000
Milieuprogramma 2003-2007 gemeente Aa en Hunze (vastgesteld door de raad op 26 maart 2003) Beleidsnota handhaving (Nota is vastgesteld in de raad van 14 april 2004) Besluit Bodemkwaliteit
Wat gaan we doen in 2010 • •
Wanneer
Bodembeleid volgens het gebiedsspecifieke spoor opstellen. Met de vastgestelde Bodemkwaliteitskaart (BKK) en bodembeheersplan volgt implementatie van nieuw bodembeleid.
2010 e.v. 2010 e.v.
A3. Bouwen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • •
Duurzaamheid zoveel mogelijk promoten in het gemeentelijk bouwproces. Bij alle gemeentelijke werken wordt het Bouwstoffenbesluit toegepast en gecontroleerd. Stimuleren van duurzaam bouwen in (particuliere) bouwprocessen. Pakket van eisen DUBO Nooitgedacht.
Indicatoren
Begroting 2010 Aantal duurzaam gebouwde woningen
30 zonnewoningen Nooitgedacht
Gebruik alternatieve energiebronnen woningbouw
2
Kader • • •
Milieuprogramma 2003-2007 gemeente Aa en Hunze (vastgesteld door de raad op 26 maart 2003) Beleidsnota handhaving (nota is vastgesteld in de raad van 14 april 2004) Notitie Duurzaam Bouwen (vastgesteld in de raad van 15 september 2004) 73
000000 000000
Wat gaan we doen in 2010 • • • •
Wanneer
Uitvoering geven aan het thema duurzaam bouwen volgens door de raad in 2004 vastgesteld ambitieniveau. Dubo- voorlichting op de gemeentelijke website; toepassen dubo in Nooitgedacht. Streven naar 30 zonnewoningen in Nooitgedacht. In het gemeentelijke klimaat- en energiebeleid zijn de duurzaamheidaspecten van bouw en energie geregeld volgens de subsidietoekenning Stimulering Lokale Klimaattarieven (SLOK).
Continu 2010 2010 ev. 2010-2012
A4. Energie, milieuzorg en milieuvoorlichting Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • •
Duurzaam inkoopbeleid ontwikkelen. Opstellen energiebeleidsplan gemeentelijke gebouwen en materieel.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • •
Stijgende kosten van gangbare energiesoorten (gas, elektriciteit, olie). Subsidiemogelijkheden alternatieve energiebronnen (wind, biomassa, aardwarmte etc.). Verplicht energielabel gebouwen per 1-1-2008 op grond van Besluit energieprestatie gebouwen van 24 november 2006. Landelijk beleid is om in 2010 van alle inkopen 75 % duurzaam te doen. Intentieovereenkomst met SenterNovem inzake duurzaam inkoopbeleid is ondertekend.
Indicatoren
Gemiddeld energieverbruik per jaar over de periode 2004-2007 3
Elektriciteit Kwh
Openbare verlichting
Gas m
1.560.722
n.v.t.
Gemeentehuis
433.490
44.663
Scholen
280.129
160.377
Riolen en gemalen
237.108
n.v.t.
Kader • • • 000000 000000
Milieuprogramma 2003-2007 gemeente Aa en Hunze (vastgesteld door de raad op 26 maart 2003). Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009) Nota inkoopbeleid 2006
Wat gaan we doen in 2010 •
Wanneer
Doorlopend Energiebeheer: In het kader van liberalisering van de energiemarkt, in provinciaal proces verband deelnemen aan de gezamenlijke inkoop van groene stroom (zgn. LEDproject = Liberalisering Energiemarkt Drenthe). Het bespaarde geld inzetten voor duurzame energie. Vanuit bestaand gemeentelijk beleid inzetten op duurzaamheid via raamcontract LED-project. Via LED is ook gas ingekocht en nemen we deel aan TELI-project (combinatie van energiebesparing en werkgelegenheidstraject).
74
•
•
In het kader van het vaststellen van ons klimaatbeleid 2009-2012 is een subsidie SLOK (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven) toegekend. Er is een 15-tal projecten geformuleerd dat in een periode van 4 jaar uitgevoerd wordt. Om dit nader te concretiseren noemen we hier een aantal projecten: 1. toepassen van zonne-energie in de Veenkoloniën 2. onderzoek naar ECO-parkje aan de Spekstoep 3. benutting energiepotentieel bij AVEBE Gasselternijveen 4. energie neutrale wijk in Gieterveen 5. bio-based landscapes ( combinatie van landschapsinrichting en toepassen biomassa) 6. mobiele units voor verwarming d.m.v. verbranden houtsnippers Voor meer informatie over deze projecten verwijzen wij u naar programma 14 Plattelands- en natuurontwikkeling. Nadere oriëntatie energiebesparing schoolgebouwen en bestaande woningbouw.
2010-2012
2010
A5. Ruimtelijke Ordening en milieu Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Bevorderen en waarborgen van integrale toetsing van ruimtelijke plannen.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • •
Omgevingsvergunning per 1-1-2010. Overgang hogere grenswaarden wegverkeerslawaai van Gedeputeerde Staten naar college van Burgemeester en Wethouders.
Kader • • 000000
Milieuprogramma 2003-2007 gemeente Aa en Hunze (vastgesteld door de raad op 26 maart 2003) Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009)
Wat gaan we doen in 2010
000000
•
000000
• • •
Wanneer 2010 e.v.
Toetsen aanvragen hogere grenswaarden geluid in het kader van wegverkeerslawaai. Implementeren van milieuchecklist toetsing ruimtelijke plannen. Invoeringstraject omgevingsvergunning VROM. Nieuwe versie van het boekje Bedrijven en milieuzonering toepassen.
2010 e.v. 2010 2010 e.v.
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Milieubeheer Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
679 679 7 7 686
2 2 7 7 9
990 990 0 0 990
11 11 25 25 36
974 974 0 0 974
11 11 0 0 11
75
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma incidenteel Uitvoeringsplan gemeentelijk klimaatbeleid Samenwerkingsverband Handhaving Noord
76
Uitgaaf
2011
2012
-80 -7
-40 -7
-40
2013
13. Wonen en leefomgeving Portefeuillehouder
G.J. ten Brink / H.F. van Oosterhout
Budgethouder
H. de Groot / B. Kinds
Taakomschrijving
-
Het opstellen van bestemmingsplannen voor zowel bestaande als nieuwe woon-, werk- en recreatiegebieden. Het verstrekken van informatie over bestaande bestemmingsplannen en ontwerp bestemmingsplannen aan derden. Exploitatie van gemeentelijke woningen. De stelselmatige inspanning gericht op het behoud, herstel, verbetering herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied. Het preventief en repressief toezicht op de bouwproductie en sloopactiviteiten alsmede het verstrekken van informatie over bouwzaken aan derden. Het beheren en onderhouden van gemeentelijke eigendommen. Het verstrekken van geldelijke steun voor huisvesting van gehandicapten. Het realiseren van uitbreidingsplannen op basis van besluitvorming met betrekking tot het algemeen beleid inzake ruimtelijke ordening en volkshuisvesting en het beheren van de gemeentelijke gronden voor zover niet voor de openbare dienst bestemd.
-
-
-
Collegeprogramma
Als kernpunt van ons beleid staan we een versterking van het aanbod op het gebied van sociale woningbouw voor. Gelet op onze beperkte taakstelling op het gebied van de woningbouw zal dit uitgangspunt maatgevend zijn voor ons beleid. Tevens willen we, passend binnen de op te stellen geoinformatiestructuur, zo veel mogelijk digitaal gegevens verstrekken en zo mogelijk ontvangen rondom de processen van bestemmingsplannen en de toekomstige omgevingsvergunning. Een speerpunt binnen dit programma is het komen tot een verminderde regelgeving; bijvoorbeeld binnen het taakveld van het bouw- en woningtoezicht.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma wonen en leefomgeving: -
Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Bouwkunde gemeentelijke gebouwen Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie
A. Ruimtelijke ordening Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
1
Een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit1 van het gemeentelijk grondgebied: een vitale plattelandsgemeente met oog voor het in stand houden van bedrijvigheid en werkgelegenheid en de sociaal- economische positie van de agrarische sector, alsmede ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur, landschap en recreatie, met alternatieve ontwikkelingsmogelijkheden voor vrijkomende agrarische gronden en bedrijfsbebouwing.
Om enige inhoud te geven aan een abstract begrip als ‘ruimtelijke kwaliteit’, zijn de volgende vragen als leidraad gebruikt: • Wat is de belevingswaarde? Hierbij gaat het om hoe bewoners de omgeving subjectief (uitgaand van de persoonlijke zienswijze) ervaren om in te wonen, werken en recreëren. • Wat is de gebruikswaarde? Hierbij gaat het erom of de ruimtelijke inrichting van het dorp past bij de ruimtebehoefte van nu. • Wat is de toekomstwaarde? Hierbij speelt de vraag in hoeverre de ruimtelijke inrichting mogelijkheden biedt voor nieuwe ontwikkelingen.
77
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • •
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Grondexploitatiewet (inwerking getreden op 1 juli 2008). Besluit Externe Veiligheid (LPG, leidingen, routes gevaarlijke stoffen). Digitaliseringplicht bestemmingsplannen per 1 januari 2010. Nieuw provinciaal omgevingsbeleid (2009-2010).
Kader • • • •
000000
Wat gaan we doen in 2010 • •
•
• • 000000
Landelijke wet- en regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening Notitie Invoering Wet ruimtelijke ordening Provinciaal Omgevingsplan II (POP II) Startnotitie harmonisatie en digitalisering van bestemmingsplannen, handboek actualisering bestemmingsplannen
• • •
Wanneer
Het (versneld) voortzetten van het project Actualisatie, Digitalisering en Harmonisatie van alle bestemmingsplannen (ADHB) waarbij er differentiatie is in de interactieve voorbereiding (lopend traject). Het verder uitvoering geven aan de vastgestelde “Toekomstvisie Gieten” en het in 2003 uitgevoerde distributie planologisch onderzoek, in eerste instantie gericht op de realisering van een adequate centrumvoorziening in Gieten (concentratie detailhandel), waarbij ook een visie op de toekomstige functie van de Schoolstraat en de herinrichting van de Stationsstraat van belang zijn. Het komen tot een visie voor de revitalisering van het centrum van Rolde, waarbij ook de verkeerskundige inrichting wordt betrokken. Dit in samenspraak met de bevolking van Rolde (vervolg op de Dorpsvisie, die op 17 juni 2009 door de raad is vastgesteld). Het uitvoeren van de actualisatie van de bestemmingsplannen Buitengebied. Het in planologisch opzicht uitvoering geven aan de Landbouwvisie (verwerking in het bestemmingsplan Buitengebied). Opstellen structuurplan voor de gemeente Aa en Hunze. Digitaliseringplicht bestemmingsplannen per 1 januari 2010. Langere doorlooptijd actualisatie bestemmingsplan Buitengebied, incl. Merverplichting, verwerking landbouwvisie en overige sectorale beleidsstukken.
2010-2012
2010
2010
2010 - 2013 2010 - 2013 2010 2010 2010 - 2013
B. Volkshuisvesting Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • • •
Een evenwichtige woningmarkt met voldoende spreiding naar doelgroepen en met ruimte voor alle categorieën woningzoekenden binnen duurzaam aantrekkelijke woonmilieus (specifieke aandacht voor starters en sociale woningbouw). Door de raad is op 26 maart 2003 bepaald, dat er per plangebied in principe 25% van de woningen in de sociale koop/huur wordt gerealiseerd. Wij willen in deze bestuursperiode dat percentage verhogen naar in principe 30. Het college staat een ruimhartig beleid voor ten aanzien van het bieden van mantelzorg in bijgebouwen. De woninguitbreiding zal in situaties waarin het planologisch regiem dat mogelijk maakt op een verantwoorde stedenbouwkundige wijze moeten plaatsvinden en is middels een eenvoudige procedure te legaliseren.
Kader • • • •
POP II Woonplan Nota gedifferentieerd bouwen Beleid Permanente Bewoning Recreatieverblijven 78
000000 000000
Wat gaan we doen in 2010 • • •
000000
• •
Wanneer 2010
Uitvoering geven aan het vastgestelde Woonplan (doorlopend proces). Maatregelen treffen ter ophoging van het percentage sociale koop/huurwoningen van 25 naar 30% (is doorlopend proces). Een ruimhartig beleid voeren ten aanzien van mantelzorg in bijgebouwen. Ontwikkelingen op dit gebied worden gestimuleerd en ondersteund. Het vaststellen van een Woonvisie. Deelname aan de Projectgroep Krimp (gemeenten/provincie). Deze projectgroep zal o.a. de gevolgen voor het voorzieningenniveau en voor de woningbouw onderzoeken.
2010 2010 2010 2010
C. Bouwvergunningen C1. Vergunningverlening Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • •
Het verlenen en controleren van vergunningen van met name de Woningwet, waarbij wordt voldaan aan de wettelijke vereisten, en het voeren van een transparant welstandsbeleid. Evaluatie van het gemeentelijk welstandsbeleid met ruimte voor experimenten met welstandsvrij of welstandsarm bouwen.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • •
Invoering Omgevingsvergunning naar verwachting per 1-1-2010. Vanaf 2007 heeft de gemeente Aa en Hunze een burgerlid in de welstandscommissie. Opstellen, vaststellen en implementeren van het vergunningverlenings- en handhavingsplan.
Indicatoren
Vergunningen en bezwaren R 2004
R 2005
R 2006
R 2007
R 2008
208
218
158
154
159
B 2009
B 2010
160
132
220
150
40
40
Verleende vergunningen Lichte bouwvergunning Reguliere bouwvergunning
220
194
220
211
272
Sloopvergunning en –melding
49
33
10
5
36 6
47
Reclamevergunning
42 3
4
5
5
7
10
4
2
6
6
28
34
26
19
25
25
Aanlegvergunning
Ingediende bezwaren
6
19
R= Realisatie B= Begroting
Kader • • • 000000 000000
Landelijke wet- en regelgeving Nota welstandsbeleid Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009)
Wat gaan we doen in 2010 •
Wanneer 2010
Implementatie omgevingsvergunning. 79
C2. Handhaving Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 • •
Het op adequate wijze en zoveel mogelijk integraal handhaven van (bouw-, sloop-, aanleg-) vergunningen waarbij gebruikt gemaakt wordt van een risicoafweging. Het op adequate wijze handhaven van bestemmingsplanbepalingen, zoals gebruiksvoorschriften e.d.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • •
Omgevingsvergunning naar verwachting per 1-1-2010. Functiescheiding van vergunningverlening en handhaving. Beleidsregels ministerie VROM omtrent handhaving permanente bewoning recreatieverblijven. Opstellen, vaststellen en implementeren van het vergunningverlenings- en handhavingsplan.
Kader • • • • • 000000
Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009) Nota gedifferentieerd bouwen Woonplan (2006) Beleid permanente bewoning recreatieverblijven Bouwbeleidsplan
Wat gaan we doen in 2010 • • •
Wanneer
Uitvoeren beleid permanente bewoning recreatieverblijven (doorlopend proces). Implementatie maatregelen als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingsvergunning. Implementeren en uitvoeren van het Vergunningverlening & Handhavingsplan Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving.
2010 2010 e.v. 2010 e.v.
D. Bouwgrondexploitatie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Het voeren van een actieve grondpolitiek waarbij rekening wordt gehouden met het in januari 2006 vastgestelde Woonplan en het uitgangspunt van 30% woningbouw in de sociale sector.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Landelijke ontwikkeling ten aanzien van vaststelling grondprijzen.
Kader • • • • 000000
Nota Grondbeleid. Nota gedifferentieerd bouwen. Woonplan (2006). Notitie Grondbedrijf (november 2006).
Wat gaan we doen in 2010
000000
•
000000
• •
Wanneer
Uitvoeren van de Nota Grondbeleid door o.a. het uitgeven van woningbouw- en bedrijfskavels, het actief verkopen van overhoekjes en het doen van strategische grondaankopen. Uitvoeren van het in 2009 opgestelde overhoekenbeleid. Doorwerking Grondexploitatiewet in de gemeentelijke organisatie.
80
2010
2010 2010
Wat mag het kosten (x € 1.000) lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
163 909 638 1.173 6.313 9.195 508 508 9.703
90 47 277 759 6.439 7.612 552 552 8.164
494 1.245 334 1.220 3.929 7.222 61 61 7.283
35 0 0 758 4.005 4.798 375 375 5.173
155 956 -42 1.063 3.512 5.644 50 50 5.694
15 0 0 732 3.566 4.313 43 43 4.356
Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Bouwkunde gemeentelijke gebouwen Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Niet- trendmatige ontwikkelingen incidenteel Bouwleges
81
Uitgaaf
2011
2012
2013
150
50
50
50
82
14. Plattelands- en natuurontwikkeling Portefeuillehouder
G.J. ten Brink / H. Santes / H.F. van Oosterhout
Budgethouder
H. de Groot
Taakomschrijving
-
De ontwikkeling van het platteland als aantrekkelijke woonomgeving, werkomgeving en cultuur- en natuurgebied. Het deelnemen aan en benutten van subsidiemogelijkheden op verschillende niveaus.
Collegeprogramma
Als speerpunt van beleid geldt versterking van de leefbaarheid op het platteland. Daarbij willen we nadrukkelijk komen tot een samenhang en afstemming tussen de plannen van het Hunzedal, de Gronings-Drentse Veenkoloniën en het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa. Concreet betekent dit een versterking van de groenstructuur richting het veenkoloniale gebied, nieuwe kansen voor lintbebouwing in het veengebied en de Hunzelaagte en een versterking en heroriëntering op de ecologische hoofdstructuur. Succes van dit beleid staat en valt bij de mate waarin wij samen met andere overheden, instellingen en maatschappelijke groeperingen de vitaliteit van dit gebied een krachtige impuls weten te geven.
Producten
Het volgende product valt onder het programma plattelands- en natuurontwikkeling: - Plattelands- en natuurontwikkeling
Plattelands- en natuurontwikkeling Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Doorontwikkeling gebiedsgericht werken (agenda Veenkoloniën, Hunzeproject, Drentsche Aa en ILG). • Een vitaal platteland met leefbare dorpen en een gezonde plattelandseconomie. Overig • Initiëren en uitvoeren van concrete projecten ter uitvoering van doelstellingen die voor het gebiedsgericht beleid zijn geformuleerd en het benutten van subsidiemogelijkheden daarvoor met gebruik van regionale, nationale en internationale samenwerkingsverbanden, met een zo groot mogelijke betrokkenheid van de bewoners van het gebied. Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • • •
nWro: Gemeentelijke structuurvisie. nWro: Provinciale structuurvisie. Besluitvorming begrenzing Nationaal Park / Nationaal Landschap. Besluitvorming begrenzing Natura 2000 gebieden. OTB – MER tracé N33.
Kader • • • • • • • •
Recreatief mobiliteitsplan Integrale kansenkaart voor het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa Nota Ruimte Provinciaal Omgevingsplan (POP) Agenda voor Vitaal Platteland Landschapsvisie Drentsche Aa Uitvoeringsprogramma nationaal landschap Drentsche Aa Gebiedsopgave Hunze 83
• • • • • • • 000000
000000
Koers Noord Rijksnota voor bestuurlijke vernieuwing Agenda voor de Veenkoloniën Huisvesting onderwijs / Accommodatiebeleid Welzijn Landschapsontwikkelingsplan Watervisie Aa en Hunze Diverse dorpomgevingsplannen
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
Kernproject Doorontwikkeling gebiedsgericht werken (agenda Veenkoloniën, Hunzeproject, Drentsche Aa en ILG). • Om hier richting aan te geven wordt met alle betrokken (overheids)partners gezamenlijk beleid gevoerd binnen de kaders van een aantal gebiedsgerichte programma’s (Kadernota Hunzelaagte, Integrale kansenkaart voor het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa en de Agenda voor de Veenkoloniën). De doelstelling is om met concrete projecten zoveel mogelijk uitvoering te geven aan de doelstellingen van deze programma’s. Overig • Uitvoeren projecten in kader bestuursopdracht Bio-energie in Aa en Hunze door o.a. het initiëren van pilotprojecten voor toepassing bio-energie gericht op economische versterking van de landbouw in combinatie met andere ruimtelijke functies. Er zijn 3 scenario’s voorgesteld: Scenario 1: bestaande reststromen biomassa en zonne-energie benutten voor energieproductie met de projectinitiatieven “Zonne-energie in de Veenkoloniën”, “Benutting energiepotentieel bij AVEBE te Gasselternijveen”en “Mobile units houtverbranding”. Scenario 2: bio-energieproductie geïntegreerd in natuurontwikkeling met de projectinitiatieven “Eco-park Spekstoep”en “ Energieneutrale wijk Gieterveen”. Scenario 3: biomassaproductie in natuurlandschappen met de projectinitiatieven “Bio-based landscapes”. • Uitvoeren intergemeentelijk gebiedsprogramma ‘Landschapspark de Randvenen’ in het kader van de intergemeentelijke samenwerking ‘Groene Ster Veenkoloniën’. • Uitvoeren ontwikkelingsvisie en masterplan voor uitvoering projecten herstructurering en revitalisering Bareveld en omgeving in kader intergemeentelijke bestuursopdracht gemeente Aa en Hunze / Veendam . • Uitvoering projecten Agenda voor de Veenkoloniën. • Uitvoering projecten Gebiedsopgave Hunze. • Uitvoering projecten Integrale Kansenkaart Drentsche Aa (IKK). • Uitvoering projecten Landschapsvisie Drentsche Aa. • Uitvoering projecten Beheers- Inrichtings- en Ontwikkelingsplan Drentsche Aa. • Uitvoeren dorpomgevingsplannen: diverse kleinere projecten in kader van Lokale Agenda’s (incidentele last van het budget (ILG). • Realiseren projecten uit het plan van aanpak levend bezoekersnetwerk Drentsche Aa gebied: De afronding van de toegangspoorten Anloo en Kniphorstbos. De realisatie knooppunten Gasteren, Anderen en Balloërveld. Voor de aanleg van de knooppunten Gasteren, Anderen en Balloo wordt de gemeentelijke bijdrage voorlopig op € 70.000,- geraamd (incidentele last van het budget Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). De voorbereiding van de overige knooppunten Balloo Schipborg en Gieten. De gemeentelijke bijdrage daarvoor zal eind dit jaar worden geraamd.
84
2010 - 2011
2010 - 2011
2010 - 2012 2010 - 2012
2010 - 2012 2010 - 2014 2010 - 2014 2010 - 2014 2010 - 2014 2010 - 2014 2010 - 2014
•
Uitvoering Investeringsprogramma Landelijk Gebied (ILG). Veelheid aan projecten opgenomen in meerjarenprogramma voor uitvoering gemeentelijk, provinciaal en rijksbeleid in kader van de Agenda voor vitaal platteland op de volgende thema’s: - Meer natuur - Ruimte voor recreatie - Mooi Landschap - Vitale en duurzame agrarische sector - Vitaliseren plattelandseconomie - Betere milieukwaliteit - Ruimte voor water Per onderdeel heeft de gemeente samen met andere gemeenten, provincie en rijk een rol in de beleidsvoorbereiding en uitvoering. Dit verschilt per project.
2010 - 2014
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Plattelands- en natuurontwikkeling Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
406 406 210 210 616
104 104 428 428 532
452 452 0 0 452
0 0 0 0 0
244 244 0 0 244
0 0 0 0 0
Uitgaaf
2011
2012
2013
-30 -30
-10 -10
-10 -10
-10 -10
-300 -300
-100 -100
-100 -100
-100 -100
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma - structureel ILG (Investeringsregeling Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten Collegeprogramma - incidenteel ILG (Investeringsregeling Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten
85
86
15. Recreatie en Toerisme Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / H. Santes / G.J. ten Brink
Budgethouder
H. de Groot / B. Kinds / M. Jalving
Taakomschrijving
Het bevorderen en in stand houden van recreatieve voorzieningen, openbaar recreatief groen en openluchtrecreatie alsmede overige recreatieve voorzieningen (speeltuinen en speelvoorzieningen).
Collegeprogramma
De groei van het aanbod in deze sector in onze gemeente biedt op vele terreinen kansen. Wij zijn er op gespitst om die kansen daadwerkelijk te benutten en zoeken samen met de recreatieondernemers naar nieuwe vormen van verblijfsrecreatie. We zullen ons daartoe inzetten een actief promotiebeleid te voeren en de mogelijkheden van nieuwe media, w.o. de vernieuwde Website te benutten.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma recreatie en toerisme: -
Recreatie en toerisme Speelvoorzieningen Overige recreatieve voorzieningen Openluchtrecreatie
A. Recreatie en Toerisme A1. Recreatiebeleid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
Het ontwikkelen en versterken van de toeristische en recreatieve sector, met inachtneming van de bijzondere culturele, natuurlijke en landschappelijke waarden en de belangen van de inwoners van de gemeente Aa en Hunze, waarbij het verbeteren van de leefbaarheid, het verhogen van bestedingen en het scheppen van werkgelegenheid centraal staan.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen •
Er wordt positief gestaan tegenover deelname aan een interregionaal samenwerkingsverband recreatie/toerisme.
Indicatoren
Ontwikkeling tarief toeristenbelasting
Tarief
2005
2006
2007
2008
2009
2010
€ 0,60
€ 0,65
€ 0,70
€ 0,75
€ 0,80
€ 0,85
* In het Recreatieschap Drenthe zijn afspraken gemaakt over het tarief. Deze afspraken zijn ook gecommuniceerd in het TROP (zie paragraaf 1.3.1 Lokale heffingen).
87
Banen van 12 uur of meer in de toeristische sector 2004 Aa en Hunze
2005
2006
2007
2008
574
573
560
605
592
1316
1325
1306
1.317
1.323
441
490
508
548
600
Coevorden
1086
1010
966
986
1.020
Emmen
1929
1935
1968
1.978
1.932
Hoogeveen
789
907
902
1.007
1.022
Meppel
585
585
622
621
582
Midden-Drenthe
563
559
548
574
576
Noordenveld
738
779
768
834
833
Tynaarlo
680
668
678
681
661
Westerveld
601
589
581
620
622
De Wolden
341
345
385
402
425
9.643
9.765
9.792
10.173
10.188
Assen Borger-Odoorn
Drenthe Bron: PWR, 2008
Ontwikkeling aantal overnachtingen
Aantal overnachtingen
R 2005
R 2006
R 2007
R 2008
B 2009
B 2010
873.000
922.000
937.000
917.000
950.000
950.000
R= Realisatie B= Begroting
Het betreft in 2009 en in 2010 geraamde overnachtingen. Het aantal overnachtingen is gebaseerd op de opgaven van de recreatiebedrijven ten behoeve van de heffing van de toeristenbelasting. Het aantal overnachtingen sluit aan bij de geraamde opbrengsten. De daadwerkelijke overnachtingen zullen afwijken van de geraamde overnachtingen. Er is geen gebruik gemaakt van de informatie van Toerdata Noord .Het aantal overnachtingen wordt door Toerdata op een andere manier berekend.
Ontwikkeling reserve Toeristisch Recreatieve Ontwikkelingen (TRO)
Reserve
R 2005
R 2006
R 2007
R 2008
B 2009
B 2010
117.128
117.922
190.413
206.159
200.000
224.000
R= Realisatie B= Begroting
Kader • •
Toeristisch en Recreatief Ontwikkelingsplan (vastgesteld in 2005) Nota Kampeerbeleid (vastgesteld in 2008)
88
000000
Wat gaan we doen in 2010 • • • • • •
000000
•
Wanneer 2010
Uitvoering geven aan de nieuwe visie en actieplan op het gebied van Recreatie en Toerisme (nieuw TROP). Invulling geven aan en evalueren nieuwe lokale toeristische informatievoorziening en de promotie van de regio. Stimuleren productverbetering/vernieuwing en samenwerking/professionalisering. Uitvoeren van fietsknooppuntensysteem door Het Recreatieschap Drenthe in opdracht van de aangesloten gemeenten. Vervolmaken van het project van Turfvaart naar Toervaart met onder andere aanlegplaatsen. Implementeren TROP en het kampeerbeleid in de structuurvisie en het te actualiseren Bestemmingsplan Buitengebied. Opstellen visie Gasselterveld.
2010 e.v. 2010 e.v. 2010 2010 2010 e.v. 2010
B. Speelvoorzieningen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 •
In stand houden van veilige speelvoorzieningen.
Kader • 000000
Notitie Speelvoorzieningen behandeld in de raad van 29 januari 2003
Wat gaan we doen in 2010 •
Wanneer 2010
Evalueren en eventueel bijstellen huidige beleid.
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Recreatie en toerisme Speelvoorzieningen Overige recreatieve voorzieningen Openluchtrecreatie Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
501 190 91 75 857 67 67 924
2 2 0 6 11 68 68 79
238 231 35 78 582 9 9 591
0 0 0 14 14 0 0 14
231 166 39 80 515 9 9 524
0 0 0 14 14 0 0 14
Uitgaaf
2011
2012
2013
-114
x
x
x
Financieel Meerjaren Perspectief 2010-2013 (bedragen x € 1.000)
Kapitaalontwikkeling Vervanging speelvoorzieningen
89
90
16. Financiën en Bedrijfsvoering Portefeuillehouder
G.J. ten Brink / H.F. van Oosterhout
Budgethouder
W. Dolsma / H. de Groot / M. Jalving / B. Kinds / B. van Spronsen
Taakomschrijving
-
-
-
-
Collegeprogramma
Het optimaal afstemmen van het liquide middelenniveau op de actuele financieringsbehoefte door middel van het aantrekken van kortlopende of langlopende geldleningen en het tijdelijk beleggen van “overtollige” gelden. Het heffen en innen van de volgende belastingen: - Onroerende zaakbelastingen - Toeristen- en forensenbelasting. Afdoening van bezwaarschriften. Voorbereiding en begeleiding van het taxatieproces. Het verwerken van de mutaties in de belastingbestanden en de aanlevering van de economische waarden aan de waterschappen en de Rijksbelastingdienst (Wet WOZ). Opstellen begroting/rekening.
Bedrijfsvoering: In de aanloop naar de gemeentelijke herindeling is de visie op de gemeentelijke dienstverlening en de organisatie neergelegd in de notitie “Profiel in beleid, bestuur en organisatie.” Uitgangspunten zijn: - Bestuur op hoofdlijnen met een zo groot mogelijke zelfstandigheid tijdens de uitvoering. - Een goede planning vooraf en een helder systeem van verantwoording en controle achteraf. - Beperking van het aantal leidinggevende niveaus met een gelijkmatige spreiding van het personeel over de onderdelen. Die visie is nog steeds van toepassing op onze organisatie. De visie is geactualiseerd en vertaald naar de processen binnen de ambtelijke organisatie. Financiën: Een sluitende begroting met daarbij behorend meerjarenperspectief is uitgangspunt voor een verantwoord financieel beleid. De kostendekkendheid van de gemeentelijke tarieven is uitgangspunt.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma financiën en bedrijfsvoering: -
Algemene uitkering Algemene baten en lasten Gemeentelijke belastingen Geldleningen Geldleningen en uitzettingen lang Nutsbedrijven Uitvoering wet WOZ Overige financiële middelen Saldo van kostenplaatsen
91
Financiën en Bedrijfsvoering Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2006-2010 Kernproject Herijking subsidiebeleid / budgetfinanciering • Met name aandacht geven aan de doelmatigheid van de gemeentelijke subsidies aan instellingen e.d. Gestart wordt met de Stichting Welzijn Aa en Hunze. Kader •
• • • • • •
Verordeningen op de heffing en de invordering van: - Onroerende zaakbelastingen 2010 - Forensenbelasting 2010 - Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 - Rioolrechten 2010 - Leges 2010 - Lijkbezorgingsrechten 2010 - Brandweerrechten 2010 - Toeristenbelasting 2010 Financiële beheersverordening (conform artikel 212 van de Gemeentewet) Controle verordening (conform artikel 213 van de Gemeentewet) Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid (conform artikel 213a van de Gemeentewet) Nota reserves en voorzieningen Notitie afschrijvingsbeleid Beleidsplan 2009
000000
Wat gaan we doen in 2010
Wanneer
000000
Kernproject Herijking subsidiebeleid / budgetfinanciering • Er worden criteria opgesteld waaraan getoetst kan worden.
2010
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Algemene uitkering Algemene baten en lasten Gemeentelijke belastingen Geldleningen en uitzettingen lang Nutsbedrijven Uitvoering wet WOZ Overige financiële middelen Saldo van kostenplaatsen Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008
baten rekening 2008
lasten begroting 2009
baten begroting 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
0 513 82 190 19 339 5 364 1.512 3.305 3.305 4.818
22.252 0 3.916 1.333 1.183 132 154 147 29.116 3.905 3.905 33.021
0 -396 127 190 19 382 0 1.010 1.333 764 764 2.097
23.877 417 4.167 1.617 416 0 75 193 30.761 2.073 2.073 32.834
0 -537 126 169 19 418 0 283 479 685 685 1.164
23.658 0 4.228 1.537 166 0 95 182 29.866 -707 -707 29.159
92
Financieel Meerjaren Perspectief 2010-2013(bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma - structureel Taakstelling boventallig personeel Niet-trendmatige ontwikkelingen structureel Meeropbrengst toeristenbelasting Stelpost Maatschappelijke stages Stelpost ingroeiregeling OHV Stelpost verlaging SLOK Stelpost verlaging taalcoaches Stelpost reservering electr. kinddossier Meeropbrengst OZB Taakstellende bezuiniging - structureel Taakstellende bezuiniging Kapitaalontwikkeling Automatisering (software) Automatisering (hardware) Vrijval kapitaallasten Algemene uitkering Mutatie algemene uitkering
93
Uitgaaf
2011
2012
2013
22
22
147 -8 -6 73 7 -8 39
49 -8 -2 32 2 -8 13
49
49
-2 41 5
-2
13
13
263
239
103
-79
-343 -156
-48 -20 244
-16 -20 249
-27 -20 153
-300
-229
5
94
1.2.2 Overzicht algemene dekkingsmiddelen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft met name de OZB, de toeristenbelasting, de forensenbelasting en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij aanwendbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s, waarvan ze voor een deel de kosten dekken, onder de baten verantwoord. In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de middelen die vrij besteedbaar zijn. Voor het totaalbeeld van alle lokale heffingen wordt verwezen naar paragraaf 1.3.1 lokale heffingen.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen In de tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Onder de tabel worden de onderdelen kort toegelicht. In hoofdstuk 2, de Financiële begroting, wordt een totaalbeeld van de baten en lasten gegeven en wordt ingegaan op de financiële positie. bedragen x € 1.000 Realisatie 2008
Begroting 2009
2010
2011
2012
2013
3.171 640 91
3.272 767 88
3.310 816 90
3.338 864 90
3.350 913 90
3.363 962 90
22.252
23.877
23.658
23.358
23.129
23.134
Dividenden ***
1.252
467
238
238
238
238
Algemene Reserve
1.532
1.617
2.094
524
318
278
28.938
30.088
30.206
28.412
28.038
28.065
Lokale heffingen: Onroerende zaakbelastingen * Toeristenbelasting Forensenbelasting** Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Overige eigen middelen Totaal algemene dekkingsmiddelen
* ** ***
Inclusief de autonome stijging per jaar van € 12.500 als gevolg van uitbreiding / verbouwing, excl. wijziging prijsindex uit septembercirculaire. Bij beleidsplan 2009 begroot bedrag 2009 verhoogd van € 55.000 naar € 88.000. Bij beleidsplan 2009 begroot bedrag 2009 verhoogd naar € 467.000 als gevolg van extra dividend aandelen Essent.
Lokale heffingen Voor het beleid omtrent de lokale heffingen wordt verwezen naar paragraaf 1.3.1.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds Aan de hand van de meicirculaire 2009 is de raming voor de uitkering uit het gemeentefonds in de primitieve begroting 2010 en het financieel meerjaren perspectief 2011-2013 in de bovenstaande tabel verwerkt.
95
Dividenden De gemeente Aa en Hunze ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelenbezit in de Bank Nederlandsche Gemeenten, Essent en de Waterleidingmaatschappij Drenthe (2010 in totaal € 238.000). De dividendopbrengst van de aandelen Essent maakt hier voor een bedrag van € 143.000 onderdeel vanuit. Op het moment dat de verkoop van aandelen Essent aan de RWE een feit is zal deze opbrengt vervallen. Uit de verkoop zal een bedrag ineens worden ontvangen. Het rendement van het bedrag is onzeker en afhankelijk van het op dat moment geldende rentepercentage, de looptijd, het risicoprofiel etc. Met inachtneming van deze onzekerheid gaan we er vanuit dat in ieder geval een rendement zal worden behaald dat op een zodanige manier zal worden uitgezet dat een rendement zal worden verkregen dat het verlies aan dividendopbrengst compenseert. Zie ook hoofdstuk 2.1 ‘Uiteenzetting van de financiële positie’, bij het onderdeel nieuw beleid – structureel nr.4.
Algemene Reserve Voor 2010 wordt een onttrekking in de VAR verwacht van € 2.094.000. Voor de gehele periode 20102013 wordt een onttrekking van in totaal € 3.214.000 geraamd.
Overige eigen middelen Bij overige eigen middelen gaat het voor de gemeente Aa en Hunze met name om het saldo van het grondbedrijf. In de raadsvergadering van 6 juli 2005 is besloten dat ‘met ingang van 2006 geen financiële onttrekking meer uit het grondbedrijf zal plaatsvinden, anders dan vastgelegd in de Nota Grondbeleid en zulks tot het tijdstip waarop verwachte winsten daadwerkelijk zijn gerealiseerd en het weerstandsvermogen voor algemene risico’s op een aanvaardbaar niveau is’.
Saldo financieringsfunctie De gemeente Aa en Hunze heeft ter financiering van haar activiteiten in totaal € 21 miljoen aangetrokken. De boekwaarde hiervan bedraagt op 1 januari 2010 € 12 miljoen. De hiermee gepaard gaande rentelasten bedragen € 693.000 (gemiddeld c.a. 5,7%). Deze lasten worden volledig toegerekend aan de diverse programma’s op basis van de boekwaarde van de investeringen; het rente-omslagpercentage bedraagt 5%.
96
1.3
De paragrafen
Door middel van de paragrafen wordt themagewijs een dwarsdoorsnede van de begroting gegeven. De volgende paragrafen zijn opgenomen: 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7
Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
1.3.1 Lokale heffingen De lokale heffingen kunnen worden onderscheiden in belastingen en retributies. Belastingen zijn gedwongen betalingen waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. De onroerende zaakbelastingen (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting en forensenbelasting vallen hieronder. Retributies zijn betalingen die krachtens algemene regelen worden gevorderd terzake van een concrete door de gemeente bewezen dienst. Hierbij valt te denken aan leges, brandweerrechten en lijkbezorgingsrechten. De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen is de OZB de belangrijkste. De andere belastingen die als algemeen dekkingsmiddel dienen zijn de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Heffingen die niet tot de algemene dekkingsmiddelen behoren zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing..
Tarieven* Onroerende zaakbelastingen OZB-eigenarendeel woningen naar percentage van de waarde OZB-eigenarendeel niet-woningen naar percentage van de waarde OZB-gebruikersdeel niet-woningen naar percentage van de waarde Forensenbelasting Waarde € 47.646 of minder Waarde meer dan € 47.646 en minder dan € 74.409 Waarde meer dan € 74.409 en minder dan € 127.057 Waarde meer dan € 127.057 en minder dan € 190.586 Meer dan € 190.586 Toeristenbelasting Afvalstoffenheffing Eenpersoonshuishouding Meerpersoonshuishouding Rioolheffing (t/m 2007 rioolrecht) gestaffeld verbruik 0 tot 25 m3 verbruik van 25.000 m3 of meer * Op basis van de meicirculaire 2009.
97
2009
2010
0,0834% 0,1507% 0,1041%
0,0820% 0,1310% 0,0901%
146,65 256,75 366,65 477,10 586,60
146,65 256,75 366,65 477,10 586,60
0,80
0,85
192,90 257,10
192,90 257,10
106,85 28.702,55
106,85 28.702,55
Geraamde inkomsten (afgerond op € 1.000) 2009
OZB Forensenbelasting Toeristenbelasting Afvalstoffenheffing Rioolrechten Bouwleges Leges burgerzaken Lijkbezorgingsrechten Overige leges
3.272.000 55.000 767.000 2.519.000 2.368.000 724.000 321.000 179.000 32.000
*
2010
3.310.000 90.000 816.000 2.519.000 2.368.000 724.000 321.000 179.000 32.000
***
**
*Ramingen primitieve begroting ** Incl. areaaluitbreiding 2010 *** Bij het beleidsplan 2009 verhoogd naar € 88.000
Prestatiegegevens OZB Aantal aanslagen Aantal kwijtscheldingen Aantal betalingsregelingen/automatische incasso Aantal aanmaningen Aantal dwangbevelen
2008
2009
raming 2010
9.275 5 1.700 1.500 325
9.350 5 1.850 1.700 250
9.450 5 2.200* 2.200* 350*
* Vanaf 2010 is dit aantal hoger door de gecombineerde aanslag
Afvalstoffenheffing en rioolheffing De afvalstoffenheffing en rioolrechten liftten tot en met 2009 mee met de nota van de WMD. Vanaf belastingjaar 2010 zullen wij de aanslagen afvalstoffen- en rioolheffing in eigen beheer opleggen en combineren met de aanslag onroerende zaakbelastingen/WOZ-beschikking. Aantal aanslagen afvalstoffenheffing Aantal aanslagen rioolheffing Aantal kwijtscheldingen
2008
2009
raming 2010
10.300 10.600 265
10.350 10.650 309
10.350 10.700 325
Toeristenbelasting en forensenbelasting 2008
2009
raming 2010
Aantal aanslagen toeristenbelasting Aantal betalingsregelingen/incasso toeristenbelasting
138 16
133 18
133 18
Aantal aanslagen forensenbelasting Aantal betalingsregelingen/incasso forensenbelasting
271 42
275 49
275 49
Toeristenbelasting en forensenbelasting komen niet voor kwijtschelding in aanmerking. Overige belastingen/rechten Per jaar worden ongeveer 2.500 nota’s verzonden. De nota’s hebben betrekking op diverse leges. Er worden op jaarbasis ongeveer 350 herinneringen verzonden en ca 15 dwangbevelen betekend. De overige belastingen/rechten komen niet voor kwijtschelding in aanmerking.
98
Beleid ten aanzien van de lokale heffingen OZB In het belastingjaar 2010 worden de onroerende zaakbelastingen geheven op basis van de WOZ-waarden die naar peildatum 1 januari 2009 worden vastgesteld. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de gemiddelde waarde van woningen ten opzichte van peildatum 1 januari 2008 is gestegen met 0,2%. De gemiddelde waarde van niet-woningen is met 0,5% gestegen. Voor de berekening van het tarief voor 2010 wordt uitgegaan van de OZB-opbrengst 2009 inclusief areaalontwikkeling. Voor 2010 wordt een opbrengst geraamd van € 3.310.143,--. Bij de berekening van de nieuwe tarieven en opbrengst moet rekening worden gehouden met de daarvoor geldende wettelijke kaders zoals aangegeven in de Gemeentewet.
Voorstel tarief OZB 2010 OZB-eigenarendeel woningen OZB-eigenarendeel niet-woningen OZB-gebruikersdeel niet-woningen
2010
2009
0,0820% 0,1310% 0,0901%
0,0834% 0,1507% 0,1041%
Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De Financiële Verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen, maar ook verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met binnen hun grenzen veel hoog gewaardeerde onroerende zaken ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevolle onroerende zaken. Het is de planning dat de aanslagen OZB 2010 met dagtekening 31 januari 2010 worden opgelegd. In navolging van ontwikkelingen bij de landelijke overheid om te komen tot administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven binnen de gemeente en ook voor de gemeente zelf gaan wij het minimale aanslagbedrag voor de OZB verhogen van € 10,00 tot € 30,00. Dit betekent dat voor een afzonderlijke aanslag OZB van minder dan € 30,00 geen aanslag meer zal worden opgelegd. Herwaardering naar waardepeildatum 1 januari 2009 De Wet WOZ stelt steeds hogere eisen aan de WOZ-administratie. De WOZ-waarde zal voor steeds meer doeleinden worden gebruikt (o.a. berekening huurprijzen, financieringen etc). De WOZ-administratie is één van de basisadministraties. Momenteel zijn we volop bezig met de herwaardering van onroerende zaken naar waardepeildatum 1 januari 2009. De woningen worden weer in eigen beheer gewaardeerd en de waardering van de nietwoningen is uitbesteed in samenwerking met Drentse gemeenten. De beschikkingen voor het jaar 2010 moeten voor 1 maart 2010 worden verzonden. De WOZ-waardering vindt jaarlijks plaats. De periode tussen de peildatum en de aanvang van het tijdvak is 1 jaar. In het jaar 2010 zal er een nieuw WOZ-tijdvak worden toegepast met waardepeildatum 1 januari 2009. Rioolheffing De opbrengst voor de rioolheffing wordt geraamd op € 2.368.492,--. Wij stellen voor om de tarieven voor de rioolheffing 2010 niet te wijzigen ten opzichte van 2009. Dit ter voorkoming van lastenverzwaring voor de burger in een periode van economische achteruitgang. De extra kosten kunnen worden gedekt uit de voorzieningen van het GRP. Ook voor het belastingjaar 2010 wordt de, vanaf 2005 vastgestelde, fijnmazige staffel toegepast. De Tweede Kamer heeft op 15 februari 2007 de Wet gemeentelijke watertaken aangenomen. Met deze nieuwe wet hebben gemeenten een sterkere regierol gekregen in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. Om deze nieuwe taken te kunnen financieren is het rioolrecht omgevormd tot een bredere rioolheffing. Het rioolrecht is vanaf belastingjaar 2009 gewijzigd in
99
een rioolheffing en daarmee een belasting. Het kan echter niet als algemeen dekkingsmiddel worden gebruikt, het blijft een “bestemmingsbelasting”.Tot en met belastingjaar 2008 was dit een retributie. Tot en met belastingjaar 2009 liftten wij voor de rioolheffing mee met de nota van Waterleidingmaatschappij Drenthe. Vanaf 2010 gaan wij de rioolheffing in eigen beheer uitvoeren en combineren met de aanslag onroerende zaakbelastingen/WOZ-beschikking. Voorgesteld wordt om de tarieven niet te wijzigen ten opzichte van 2009. De belasting bedraagt per jaar per perceel als het aantal kubieke meters water valt in de categorie: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.
van 0 van 25 van 50 van 75 van 100 van 125 van 150 van 175 van 200 van 225 van 250 van 300 van 350 van 400 van 500 van 600 van 700 van 800 van 900 van 1.000 van 1.500 van 2.000 van 4.000 van 7.500 van 10.000 van 25.000
3
tot 25 m tot 50 m3 tot 75 m3 tot 100 m3 tot 125 m3 tot 150 m3 tot 175 m3 tot 200 m3 tot 225 m3 tot 250 m3 tot 300 m3 tot 350 m3 tot 400 m3 tot 500 m3 tot 600 m3 tot 700 m3 tot 800 m3 tot 900 m3 tot 1.000 m3 tot 1.500 m3 tot 2.000 m3 tot 4.000 m3 tot 7.500 m3 tot 10.000 m3 tot 25.000 m3 of meer m3
€ 106,85 € 119,15 € 146,05 € 158,35 € 182,85 € 196,35 € 220,80 € 234,35 € 259,45 € 279,15 € 313,40 € 354,65 € 376,70 € 434,80 € 516,15 € 598,00 € 680,00 € 763,30 € 843,90 € 1.344,75 € 1.663,40 € 2.713,55 € 5.140,45 € 8.219,95 € 16.411,35 € 28.702,55
Afvalstoffenheffing Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. Evenals in 2009 zullen twee tarieven in de verordening worden opgenomen, te weten een tarief voor éénpersoonshuishoudens en een tarief voor meerpersoonshuishoudens. De opbrengst van de afvalstoffenheffing 2010 wordt geraamd op € 2.518.697,--. De kosten voor de reiniging stijgen met 1,4% ten opzichte van 2009. Ook voor de afvalstoffenheffing stellen wij voor om de tarieven voor 2010 niet te wijzigen ten opzichte van 2009 om zo de lasten niet te verzwaren voor de burger. De extra kosten kunnen worden gedekt uit de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. Het tarief voor een eenpersoonshuishouding bedraagt € 192,90. Het tarief voor een eenpersoonshuishouding bedraagt € 257,10. Tot en met belastingjaar 2009 liftten wij voor de afvalstoffenheffing mee met de nota van Waterleidingmaatschappij Drenthe. Vanaf 2010 gaan wij de afvalstoffenheffing in eigen beheer uitvoeren en combineren met de aanslag onroerende zaakbelastingen/WOZ-beschikking.
100
Forensenbelasting Wij stellen u voor om de tarieven voor de forensenbelasting niet te verhogen. De geraamde inkomst voor 2010 bedraagt € 90.354,-- . Met ingang van 1 januari 2010 worden de waarden opnieuw vastgesteld naar waardepeildatum 1 januari 2009. Uit marktanalyse blijkt een geringe daling van de gemiddelde waarde van recreatiewoningen in de periode tussen de peildatum 1 januari 2008 en 1 januari 2009 De waardeklassen hoeven in dat verband niet te worden verlaagd of verhoogd. De waardeklassen en tarieven voor belastingjaar 2010 kunnen als volgt ongewijzigd worden vastgesteld:
meer dan meer dan meer dan meer dan
€ € € € €
47.646,-47.646,-74.408,-127.056,-190.585,--
of minder doch minder dan doch minder dan doch minder dan
€ € € € €
74.409,-127.057,-190.586,--
€ € € € €
146,65 256,75 366,65 477,10 586,60
Toeristenbelasting Het tarief per persoon per overnachting bedroeg in 2009 € 0,80. Zowel binnen het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Drenthe als binnen het portefeuillehoudersoverleg Financiën van de VDG wordt gestreefd naar uniformiteit ten aanzien van het tarief voor de toeristenbelasting in alle Drentse gemeenten. Het beleid is om tot en met het belastingjaar 2011 te conformeren aan de afspraken die wij in dit verband hebben gemaakt met het Recreatieschap Drenthe. Deze afspraken zijn ook gecommuniceerd in het TROP. Het Recreatieschap Drenthe heeft verzocht om voor het jaar 2010 een tarief van € 0,85 in te voeren. Voorgesteld wordt om het tarief voor de toeristenbelasting op € 0,85 vast te stellen. Voor het belastingjaar 2010 verwachten wij een opbrengst van € 816.000,--. Naar aanleiding van het onderzoek naar forfaitaire tarieven voor de toeristenbelasting hebben wij de heffing ondernemersvriendelijker gemaakt. Zo is het systeem van het nachtregister uitgebreid met de mogelijkheid tot het verstrekken van een digitaal nachtregister. Verder zijn de voorlopige aanslagen toeristenbelasting met ingang van 2008 op 75% van het werkelijk aantal overnachtingen van voorgaand jaar gesteld. Voor het opleggen van de aanslagen toeristenbelasting handhaven wij het in 2004 ingevoerde systeem waarbij in het belastingjaar een voorlopige aanslag wordt opgelegd op basis van gegevens van het voorgaande jaar. Zoals hierboven aangegeven wordt de voorlopige aanslag 2010 gebaseerd op 75% van het aantal overnachtingen van het voorgaande jaar. Na afloop van het belastingjaar zal een definitieve aanslag worden opgelegd op basis van de werkelijke overnachtingen die in het belastingjaar hebben plaatsgevonden. Op deze manier worden inkomsten eerder gegenereerd waardoor er geen renteverlies ontstaat. Dit betekent dat de recreatieondernemers in het jaar dat zij de toeristenbelasting ontvangen, deze ook afdragen aan de gemeente. In navolging van ontwikkelingen bij de landelijke overheid om te komen tot administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven binnen de gemeente en ook voor de gemeente zelf gaan wij het minimale aantal overnachtingen verhogen van 20 naar 50 overnachtingen. Dit betekent dat er geen aanslag toeristenbelasting zal worden opgelegd als er minder dan 50 overnachtingen hebben plaatsgevonden. Lijkbezorgingsrechten In verband met grote kostenstijgingen in 2009 en de daardoor sterke stijging van de tarieven is bij de behandeling van begroting 2009 besloten om de lijkbezorgingsrechten (voorlopig) alleen trendmatig te laten stijgen en het principe van de (gedeeltelijke) kostendekkendheid los te laten. Dit wordt in 2010 voortgezet zodat deze rechten in 2010 niet stijgen. In de beleidsnotitie begraafplaatsen zal hierover nieuw beleid worden ontwikkeld. Leges Voor de bepaling van de tarieven voor de leges geldt als uitgangspunt dat deze 100% kostendekkend zijn. De leges worden niet verhoogd met uitzondering van de bij wet geregelde legesbedragen.
101
Kwijtscheldingsbeleid Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling. De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm. In de gemeente Aa en Hunze is er voor gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Daarnaast is besloten om kwijtschelding mogelijk te maken voor OZB, rioolrechten en afvalstoffenheffing. Voor mensen met een inkomen dat iets meer bedraagt dan het minimum kan een gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. Vanaf 1 juli 2005 wordt de kwijtscheldingsregeling uitgevoerd door de ISD te Assen. Volume en bedrag kwijtschelding OZB, afvalstoffenheffing en rioolrechten 2008 aantal bedrag
OZB Afvalstoffenheffing Rioolrechten
5 265 265
700 66.000 35.000
2009 aantal
bedrag
5 309 309
700 75.000 40.000
raming 2010 aantal bedrag
5 325 325
700 78.000 42.000
Lokale lastendruk In onderstaande tabel wordt de lokale lastendruk per inwoner in euro’s weergegeven: Lastendruk per inwoner jaar
2008 2009 2010
inwoners
afval
riool
ozb
totaal
per inwoner
25.598 25.760 25.622
2.780.000 2.519.000 2.519.000
2.236.000 2.368.000 2.368.000
3.065.000 3.272.000 3.310.000
8.081.000 8.159.000 8.197.000
316 317 320
102
1.3.2 Weerstandsvermogen De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting is. Dit is van belang wanneer er zich een financiële tegenvaller voordoet. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit (zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Weerstandscapaciteit Incidentele en structurele weerstandscapaciteit Er wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele (vermogenssfeer) en structurele (exploitatiesfeer) weerstandscapaciteit. Met incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. En met structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. 1. Incidentele weerstandscapaciteit Onder incidentele weerstandscapaciteit wordt begrepen: a) De vrije algemene reserve (VAR) en het weerstandsdeel (WAR) b) De algemene reserve grondbedrijf c) De overige ongebonden reserves (waarvoor nog geen wettelijke verplichtingen zijn aangegaan) d) De stille reserve(s) (activa met nul boekwaarde en direct verkoopbaar) 2. Structurele weerstandscapaciteit Onder de structurele weerstandscapaciteit wordt begrepen: a) de raming voor onvoorzien en het begrotingssaldo b) de onbenutte belastingcapaciteit c) eventuele stelposten (waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan)
Weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer (geprognosticeerd naar 31 december 2010) Vrije Algemene Reserve (VAR)* Weerstandsdeel Algemene Reserve (WAR) Algemene Reserve Grondbedrijf Overige Vrije Reserves Stille Reserves Totaal weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer Weerstandscapaciteit in de exploitatiesfeer Onbenutte belastingcapaciteit OZB-tarief Rioolrechten kostendekkend tarief Afvalstoffen kostendekkend tarief Verschil tussen norm en opbrengst Bij: Raming onvoorzien Vrije" Stelposten:
1.661.000 3.162.000 854.000 5.677.000 opbrengst
lasten/norm**
3.310.000 2.368.000 2.519.000 8.197.000
3.439.000 2.368.000 2.519.000 8.326.000 129.000
(a)
73.000 0
Totaal weerstandscapaciteit in de exploitatiesfeer Totaal weerstandscapaciteit
103
202.000
(b)
5.879.000
(a+b)
*
stand van de VAR inclusief de voorgestelde onttrekking in 2010, zie de uiteenzetting financiële positie 2.1. en inclusief onttrekkingen en stortingen VAR t.a.v. verzelfstandiging onderwijs. * * De limitering van OZB-tarieven is per 1 januari 2008 afgeschaft. Wel heeft het kabinet als voorbehoud gemaakt dat de opbrengststijging landelijk beperkt moet blijven. Daartoe is een macronorm ingesteld. Voor 2010 is deze norm 4,3%. Bij de berekening van de weerstandscapaciteit zijn we uitgegaan van deze vastgestelde macronorm ten opzichte van de raming 2009.
Toelichting weerstandscapaciteit: Ten opzichte van de 2009 is de weerstandscapaciteit afgenomen met € 1,5 mln. Deze afname wordt met name veroorzaakt door een lagere stand van de VAR. Bij de algemene reserve grondbedrijf is rekening gehouden met het beslag van € 1.000.000 voor strategische aankopen. De opbrengst OZB voor 2010 wijkt € 129.000 af van de norm. De rioolrechten en het tarief voor afvalstoffen zijn in 2010 kostendekkend. Toelichting bandbreedte WAR: In de Nota reserves en voorzieningen 2005 is aangegeven dat de gemeente Aa en Hunze een zekere weerstandscapaciteit moet hebben. Deze nota is in de raadsvergadering van 6 juli 2005 vastgesteld. De bandbreedten van de WAR bedragen per 2010 inclusief inflatiecorrectie minimaal € 2.211.000 (dit is ongeveer € 86 per inwoner) en maximaal € 3.319.000 (dit is ongeveer € 130 per inwoner). Wanneer het niveau van de WAR buiten de bandbreedte valt, dient verrekening met de VAR plaats te vinden. Per 1 januari 2010 valt de begrote stand van de WAR binnen de bandbreedte: € 3.100.000. Daarmee voldoet deze stand aan de in de nota reserves en voorzieningen gestelde norm voor het weerstandsvermogen. Aan de WAR wordt de inflatiecorrectie toegevoegd. Met ingang van 2005 wordt het verschil tussen het werkelijk toe te rekenen rentepercentage en het inflatiepercentage niet meer aan de VAR toegevoegd, maar structureel als dekkingsmiddel ten gunste van de begroting gebracht.
Beleid omtrent weerstandscapaciteit en risico’s Risicomatrix Met de vaststelling van de nota weerstandsvermogen en risicomanagement door de raad is een andere weg ingeslagen voor de beoordeling van risico’s. In de dagelijkse praktijk betekent dit, dat in de beleidsnota’s en college- en raadsvoorstellen afzonderlijk aandacht zal zijn voor het risicoaspect. Indien er sprake is van risico’s, zal dit in de betreffende nota, advies en raadsvoorstel moeten worden aangegeven. Die risico’s worden in de planning- en controlcyclus (beleidsplan, programmabegroting, najaarsnota en jaarrekening) opgenomen c.q. geactualiseerd aan de hand van een risicomatrix. Daarna wordt de weerstandscapaciteit gerelateerd aan de kengetallen uit de nota.
104
Risicomatrix Incidenteel
Structureel
Min
Max Risicoklasse
x 1.000 x 1.000
1
2
3
4
1 Beleidsmatige risico's 1. Sociale structuur Structureel: a. Wet Sociale Werkvoorziening/ISD/Alescon
x
0
200
x
b. Wet Maatschappelijke Ondersteuning
x
0
25
x
c. Sociale structuur
x
pm
pm
x
Incidenteel: a. Wet Sociale Werkvoorziening/ISD/Alescon
x
25
50
x
b. Wet Maatschappelijke Ondersteuning
x
50
75
x
c. Sociale structuur
x
100
400
0
50
2. Verbonden partijen structureel
x
Verbonden partijen incidenteel
x
100
150
x
0
50
x
pm
pm
50
150
100
150
60
250
25
50
x
500
1.000
1. Bodemsaneringskosten
x
100
500
x
2. Asbestsaneringen
x
100
250
x
3. Bouwleges
x
3. Renteontwikkeling 4. Algemene Uitkering Gemeentefonds 5. Planschade
x
6. Reserve Fonds Grote Projecten
x
7. Archeologie
x
8. Invoering nieuwe WRO
x
9. Grondexploitatie 2
x x x x x x x x x
Bedrijfsvoeringsrisico's
4. Formatie t.b.v. kapitaalwerken 5. Baggerbeleid
0
200
x
0
50
x
x
x
50
50
x
6. Juridische risico's
x
50
100
x
7. Sociale wetgeving
x
50
100
8. Pensioenvoorziening wethouders
x
100
200
x
50
100
x
pm
pm
Totaal
1.510
4.150
Totaal incidenteel
1.285
3.425
Totaal structureel
225
725
9. Electronische dienstverlening 10. Kredietcrisis/economische ontwikkelingen
x x x x
Toelichting 1. Beleidsmatige risico’s 1.c Sociale structuur incidenteel: de ontwikkeling van de Wet Werk en Bijstand Als gevolg van de economische ontwikkeling wordt een stijging van het klantenbestand verwacht. In de begroting 2010 wordt uitgegaan van een gemeentelijk aandeel in de bijstandslasten van € 197.100 op basis van 229 WWB klanten. Het is uiterst lastig concrete voorspellingen en prognoses te maken van de ontwikkeling van het aantal klanten voor de toekomst. Aangezien de instroom in de WWB een vertragend effect heeft bij werkloosheid, vanwege het doorlopen van een WW periode, wordt echter ook voor 2011 en 2012 nog een stijging verwacht. Wij gaan ervan uit, dat deze ontwikkeling een rol zal spelen bij de afwegingen met betrekking tot het totaal pakket aan bezuinigingen dat in het kader van de huidige economische crisis op de gemeenten afkomt, i.c. dat dit onderdeel zal worden van de in de aanleiding (hoofdstuk 1.1.) van deze begroting genoemde
105
bezuinigingstaakstelling in de komende jaren. We hebben voor de jaren na 2010 dan ook geen extra middelen in de begroting opgenomen, maar lopen hiermee wel enig risico. Dat risico hebben we voor de jaren 2011 en 2012 gekwantificeerd op in totaal minimaal € 100.000 en maximaal € 400.000 incidenteel. 4. Algemene Uitkering uit het gemeentefonds De huidige economische crisis heeft gevolgen voor de ontwikkeling van de algemene uitkering. Het Kabinet geeft aan dat er met name voor de jaren na 2011 sprake is van grote onzekerheden. In de berekeningen voor die jaren is uitgegaan van een nominaal en reëel accres van 0%. Er moet sterk rekening worden gehouden met een scenario waarin er wel eens sprake kan zijn van een negatief accres waardoor de algemene uitkering nog fors gaat dalen. In hoofdstuk 1.1 is aangegeven dat de kortingen op het Gemeentefonds zouden kunnen oplopen tot tussen de 15% en 20%. In het ‘spoorboekje’ om te komen tot een zodanig bezuinigingspakket dat de begroting 2011 en het FMP 2012-2015 sluitend zijn wordt rekening gehouden met dit sombere scenario, zodat het risico hier als pm kan worden opgenomen. 2. Bedrijfsvoeringrisico’s 3. Bouwleges De huidige economische situatie heeft een negatieve invloed op het aantal ingediende aanvragen voor een bouwvergunning. Met name het aantal aanvragen in verband met grotere bouwprojecten vermindert. Dit heeft consequenties voor de legesopbrengst van bouwvergunningen. Berekening weerstandscapaciteit op basis van kengetallen In de door de raad vastgestelde nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2008 is in paragraaf 8.3 nader ingegaan op de bepaling van de streefwaarden/kengetallen met betrekking tot de weerstandscapaciteit. Op basis van de in die nota opgenomen uitgangspunten volgt onderstaand een berekening van de kengetallen met betrekking tot de weerstandscapaciteit. De basis voor de berekening is de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is aan het begin van deze paragraaf berekend. De totale weerstandscapaciteit bedraagt € 5.879.000 en bestaat uit een incidenteel (€ 5.677.000) en een structureel deel (€ 202.000). Begroting 2010
BP 2009
A Maximaal risicobedrag over een periode van 4 jaar: 1. Incidenteel 2. Structureel
3.425.000 2.900.000
2.825.000 3.700.000
B Minimaal risicobedrag over een periode van 4 jaar: 1. Incidenteel 2. Structureel
1.285.000 900.000
1.185.000 1.300.000
A Weerstandscapaciteit t.o.v. maximaal risicobedrag B Weerstandscapaciteit t.o.v. minimaal risicobedrag
93% 269%
114% 299%
Conclusie Het kengetal voor de weerstandscapaciteit t.o.v. maximaal risicobedrag ligt beneden de in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement formuleerde streefwaarden van 100% (A). Het kengetal voor de weerstandscapaciteit t.o.v. minimaal risicobedrag ligt boven de streefwaarde van 200% (B). De lagere streefwaarden worden met name veroorzaakt door het risico dat is opgenomen voor ontwikkeling van de Wet Werk en Bijstand. In het komende bezuinigingstraject zal ook deze ontwikkeling worden meegenomen.
Nota weerstandsvermogen en risicomanagement In de raadsvergadering van 28 januari 2009 is de ‘Nota weerstandsvermogen en risicomanagement Gemeente Aa en Hunze 2008’ vastgesteld.
Nota reserves en voorzieningen Voor aanvang van de onderhandelingen over een nieuw bestuursakkoord zal er een herziene nota reserves en voorzieningen beschikbaar zijn. Deze nota zal onderdeel uitmaken van het op te stellen overdrachtsdocument voor de nieuwe bestuursperiode.
106
1.3.3 Onderhoud kapitaalgoederen Wegen Basisgegevens/uitgangspunten De gemeente Aa en Hunze heeft 2.534.000 m² aan verharding in beheer en onderhoud. Hiervan is 1.553.000 m² asfaltverharding, 981.000 m² elementenverharding en 12.400 m² betonverharding. Het gehele areaal aan verharding bestaat voor 10% uit fietspaden, trottoirs en vrijliggende voetpaden. A. Het beleidskader Met het programma “Rationeel Wegbeheer” wordt beoogd, om naast de instandhouding van de kwaliteit van de onderhoudstoestand ook een grotere effectiviteit en efficiency van de toegewezen en bestede onderhoudsgelden te bewerkstelligen. In 2000 is het Rationeel Wegbeheer bij de gemeente Aa en Hunze geïntroduceerd. Het wegbeheerprogramma Dg Dialog van Grontmij wordt gebruikt om de administratieve beheergegevens in op te slaan en middels een rekenmodule zijn we in staat voor zowel de korte als de lange termijn een verantwoord onderhoudsprogramma vast te stellen. Voor de financiële kant is een voorziening in het leven geroepen. De middelen uit deze wegenvoorziening worden ingezet om de uit de inspecties naar voren gekomen schades aan de bovenzijde van de wegconstructies te repareren om zodoende de levensduur van de weg te verlengen. De aanleg van nieuwe wegen en reconstructies vallen hier niet onder. Om de kwaliteit te waarborgen wordt er om de twee jaar een visuele weginspectie conform de CROW systematiek uitgevoerd. Deze inspectie is bedoeld om de met het oog waarneembare schades aan de verharding zo objectief mogelijk vast te stellen en eenduidig vast te leggen. Worden deze inspecties periodiek herhaald, dan is het volgen van het verloop van de zichtbare conditie van het wegennet in de tijd mogelijk. Uitgaande van vastgestelde richtlijnen met betrekking tot die conditie is het hiermee mogelijk om onder andere voorspellingen te doen ten aanzien van het tijdstip van gewenst onderhoud. De visuele inspectie neemt hiermee een centrale plaats in binnen het wegbeheer. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Met de uitkomsten van de visuele weginspectie is een begroting gemaakt voor de planperiode 20082012. Uitvoering geven aan deze planperiode vergt een investering van € 3,8 miljoen. Gemiddeld over deze planperiode geeft dit een bedrag van € 760.000 per jaar. Rekening houdend met een te verwachten aanbestedingsvoordeel voor de eerste twee jaar en de huidige stand van de voorziening is de verwachting dat met de jaarlijkse structurele storting van € 676.000 per jaar het onderhoud uitgevoerd kan worden. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het bedrag dat vanuit de exploitatie in de voorziening wegenonderhoud wordt gestort bedraagt € 676.000. D. Voortgang Voor het jaar 2010 wordt het onderhoud volgens het geldende aanbestedingsbeleid aanbesteed.
Water en kunstwerken A. Het Beleidskader De gemeente Aa en Hunze heeft 125 ha. binnenwater. Daarnaast heeft de gemeente ongeveer 40 vaste bruggen en 10 beweegbare bruggen. In het kader van de herinrichting van Oost- Groningen en de Gronings Drentse Veenkoloniën zijn de bruggen over het Grevelingkanaal en een deel van de beschoeiing overgedragen door de stad Groningen aan onze gemeente. Met de overdracht van de bruggen is ook de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de bruggen bij de gemeente komen te liggen. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Gebleken is dat het onderhoudsniveau van de bruggen niet op orde is. Er moet nog het nodige achterstallige onderhoud worden weggewerkt. Hiervoor zijn budgetten in de begroting opgenomen.
107
Daarnaast is het Grevelingkanaal bevaarbaar gemaakt met de financiële middelen die de gemeente heeft ontvangen voor de overdracht van de bruggen door de stad Groningen. Het onderhoudsniveau van de bruggen over het Grevelingkanaal is zodanig dat er de eerste jaren geen sprake is van groot onderhoud. Met de afkoopsom dient de gemeente het eeuwigdurend onderhoud en de kosten voor bediening te financieren. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting In de begroting 2010 is een bedrag van € 97.000 aan directe kosten opgenomen voor het onderhoud van sloten, bermsloten, sluizen en waterkeringen. Daarnaast is een bedrag van ca. € 27.000 opgenomen voor regulier onderhoud aan waterstaatkundige werken, zoals bruggen, kano- en vissteigers. Onlangs heeft een inspectie plaatsgevonden van de bruggen, waarbij de onderhoudstoestand is beoordeeld. Op basis van de gegevens uit de inspectie blijkt dat het onderhoudsbedrag dat nu in de begroting zit ontoereikend is. Bij het onderdeel Nieuw beleid – incidenteel is gedurende een periode van 4 jaar (2009-2012) een bedrag van € 31.000 opgenomen, waarmee het onderhoudsbudget op een adequaat niveau wordt gebracht. Voor de overdracht van de bruggen over het Grevelingkanaal heeft de gemeente een afkoopsom ontvangen. Van een deel van de afkoopsom is een bedrag van € 850.000 gereserveerd voor het exploitatieonderhoud, waaronder de bediening van de bruggen. Hiervoor is de reserve exploitatielasten Grevelingkanaal ingesteld. De jaarlijkse rentecomponent van deze reserve bedraagt € 42.500. Deze rentecomponent wordt jaarlijks ingezet ter dekking van de exploitatiekosten. Van het restantdeel van de afkoopsom is voor het toekomstig groot onderhoud, schilderwerk en beschoeiing de voorziening Groot onderhoud Grevelingkanaal ingesteld. D. Voortgang De gelden, die opgenomen zijn in de begroting, zijn voor de bruggen aangewend. Hierbij zijn leuningen vervangen en/of geschilderd, is betonrenovatie uitgevoerd en zijn vernieuwingen aan brugdekken uitgevoerd. Jaarlijks wordt het onderhoudsprogramma vastgesteld en uitgevoerd om het onderhoudsniveau op een aanvaardbaar niveau te brengen.
Riolering Basisgegevens/uitgangspunten De gemeente Aa en Hunze beschikt over ongeveer 266 km. vrijverval riolering, ca. 212 km. drukriolering, ca. 490 rioolgemalen en 8 bergbezinkleidingen/bassins. A. Het Beleidskader Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) is vastgesteld voor de planperiode 2004 - 2009. In het eerste kwartaal van 2010 zal door de gemeenteraad het GRP voor de planperiode 2010 – 2014 vastgesteld worden. Het GRP heeft een strategisch en beleidsmatig karakter. De onderwerpen die in het GRP aan de orde komen zijn o.a. de huidige toestand van de riolering en de vervanging daarvan, emissiebeleid (het reduceren van het aantal rioolwateroverstortingen) en niet-aangesloten percelen. Op basis van dit GRP vinden de investeringen op het gebied van riolering plaats. In het GRP staat de leeftijdsopbouw van de rioolstelsels van de diverse kernen genoemd. Op basis van ervaringscijfers hoelang een bepaald type rioolstelsel meegaat, is een indicatie gemaakt van de te vervangen riolering uitgedrukt in een percentage van het geheel. De daadwerkelijke onderhoudstoestand kan alleen bepaald worden door video-inspecties. Tijdens de lopende planperiode is een uitgebreid programma van inspecties uitgevoerd zodat in het GRP voor de volgende planperiode een vervanging aangegeven zal worden op basis van kwaliteit. Het rioolstelsel dient te voldoen aan de uitgangspunten voor de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. De basisinspanning gaat uit van een referentiestelsel met randvoorziening waardoor het aantal riooloverstortingen zal afnemen, terwijl de overstortingen die plaats vinden nog verantwoord zijn binnen de milieutechnische richtlijnen.
108
B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Om te voldoen aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor inzake de emissiereductie dient de gemeente Aa en Hunze in de diverse kernen nog maatregelen te treffen. Het waterkwaliteitsspoor is in 2010 gerealiseerd. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het GRP worden gedekt uit de rioolrechten. Daar waar maatregelen uitgevoerd moeten zal gestreefd worden naar duurzame oplossingen. Voor 2010 vindt geen verhoging van de rioolrechten plaats. De lasten uit het investeringsprogramma rioleringen 2010 worden verrekend met de voorziening GRP. D. Voortgang De in de begroting opgenomen bedragen voor het onderhoud worden daarvoor in het desbetreffende jaar ingezet. Het vervangen van de riolering gaat gepaard met reconstructieplannen. Werkzaamheden worden daarbij zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, waardoor de werkzaamheden in de tijd kunnen verschuiven. Hierdoor loopt de vervanging voor vrijverval rioleringen niet in de pas met de uitgangspunten van het GRP.
Gebouwen Basisgegevens/uitgangspunten De gemeente Aa en Hunze heeft 15 schoolgebouwen en 51 overige gemeentelijke accommodaties. Deze 51 accommodaties bestaan uit onder andere 3 kerktorens, 3 molens, 1 zwembad, 3 sporthallen, 3 gymnastieklokalen, 1 sportzaal, 18 dorpshuizen (waarvan 7 in eigendom), 5 voetbalaccommodaties, 1 loods met overkapping voor Openbare Werken, 4 brandweerposten, 1 gemeentehuis, 1 afvalbrengstation en 18 overige locaties. A. Het Beleidskader In 2006 heeft de raad de “nota onderhoud gebouwen” vastgesteld. Het betreft hier het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen, exclusief de dorpshuizen, onderwijsgebouwen en monumenten. In deze nota wordt gestreefd naar een onderhoudsniveau tussen de conditieschalen 2 en 3, wat overeenkomt met een goede tot redelijke onderhoudstoestand. Het gebouwenonderhoud vindt plaats op basis van onderhoudsbegrotingen in de vorm van een zogenaamde meerjarenraming voor een periode van 10 jaar. Voor schoolgebouwen vindt jaarlijks een actualisatie van de onderhoudsbegroting plaats en voor de overige gebouwen tweejaarlijks. Hiervoor wordt een inspectie ter plaatse uitgevoerd. Het onderhoud van dorpshuizen vindt plaats op basis van de notitie dorpshuizenbeleid die in september 2004 door de raad is vastgesteld. In deze bestuursperiode zal nog een nota betreffende sportaccommodaties verschijnen. Tot op heden heeft nog geen harmonisatie op het gebied van beheer en beleid van sportaccommodaties plaatsgevonden. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Het gebouwenonderhoud wordt conform de onderhoudsbegroting en het beleidskader uitgevoerd. Voor aan aantal gebouwen dient hiervoor de komende jaren extra onderhoud te worden gepleegd. Over de eventuele (financiële) consequenties van de tweejaarlijkse inspectie zal uw raad in het beleidsplan en de begroting worden geïnformeerd. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting De 4 sporthallen zijn allemaal in de periode 1976-1981 gebouwd. Om deze sporthallen optimaal te kunnen blijven gebruiken dienen hier de komende 10 jaar een aantal grote investeringen plaats te vinden, zoals het vervangen van de verlichtingsinstallatie (2x), de Trenomat scheidingswanden (3x) en de dakbedekkingen (4x). De verlichtingsinstallatie van de sporthal in Annen is inmiddels vervangen. In de begroting is voor groot onderhoud en schilderwerk op gemeentelijke gebouwen (excl. monumenten, schoolgebouwen en dorpshuizen) structureel respectievelijk € 76.000 en € 48.000 opgenomen. Dit bedrag is in de begroting 2008 incidenteel verhoogd tot respectievelijk € 201.000 en € 66.000. Dit betekende een verhoging van het bedrag voor groot onderhoud van € 125.000 en van € 19.000 voor schilderwerk. Deze budgetten zijn in de begroting 2008 incidenteel opgenomen,
109
vanwege het ontbreken van structurele middelen. Vanaf 2009 t/m 2012 zijn de budgetten gefaseerd structureel opgenomen. Het verschil wordt incidenteel aangevuld. De monumenten zijn vanaf 2008 opgenomen met een afzonderlijke meerjarenraming en losgekoppeld van de overige gebouwen. Voor de molens geldt vanaf 2006 een nieuwe subsidieregeling (BRIM). Om hiervoor in aanmerking te komen is voor een periode van 6 jaar een Periodiek Instandhoudings Plan (PIP) opgesteld door de Monumentenwacht Drenthe. Door de Rijksdienst (RACM) is de subsidie voor de komende 6 jaar toegezegd, mits het onderhoud in overeenstemming met de ingediende PIP plannen wordt uitgevoerd. Voor het buitenschilderwerk aan de molens is de cyclus teruggebracht naar 4 jaar, aangezien bij een langere cyclus het vele houtwerk aan de molens onvoldoende is beschermd. De kerkelijke gebouwen (en dus onze 3 kerktorens) zijn m.i.v. 2009 ingestroomd. Voor de kerktoren in Rolde is met succes een subsidieaanvraag in het kader van de Regeling rijkssubsidiering wegwerken restauratieachterstand 2007 (Rrwr 2007) ingediend. Groot onderhoud aan de kerktoren zal in 2010 plaatsvinden. Bij de kerktoren in Gieten dienen de constructieve verdiepingsvloeren en de klokkenstoel te worden gerenoveerd vanwege ernstige houtaantasting. De afgelopen 50 jaar heeft hier geen definitief herstel aan plaatsgevonden. Door de monumenten op te nemen in een afzonderlijke meerjarenraming wordt ook duidelijk in beeld gebracht wat de daadwerkelijke onderhoudskosten hiervoor zijn. De subsidie bedraagt voor molens € 2.500 per gebouw per jaar vanaf 2007 en voor torens € 2.500 per gebouw per jaar vanaf 2010. In de begroting is voor groot onderhoud en schilderwerk van monumenten structureel respectievelijk € 16.000 en € 11.000 opgenomen. Dit bedrag is in de begroting 2008 respectievelijk verhoogd tot € 56.000 en € 21.000. Dit betekende een verhoging van het bedrag voor groot onderhoud van € 40.000 en van € 10.000 voor schilderwerk. Deze budgetten zijn in de begroting 2008 incidenteel opgenomen, vanwege het ontbreken van structurele middelen. Vanaf 2009 t/m 2012 worden de budgetten gefaseerd structureel opgenomen. Het verschil wordt incidenteel aangevuld. Daarnaast is een bedrag van € 225.000 beschikbaar in de exploitatie voor regulier onderhoud van de gemeentelijke gebouwen (excl. schoolgebouwen en dorpshuizen). Hiervan is € 26.000 voor monumenten. Voor het groot onderhoud van dorpshuizen is in de exploitatie jaarlijks een bedrag van € 65.000 beschikbaar; dit bedrag maakt onderdeel uit van een subsidieregeling. Uit het jaarlijkse bedrag wordt 90% van de kosten van groot onderhoud gesubsidieerd. Ten aanzien van het onderhoud aan de schoolgebouwen wordt onderscheid gemaakt tussen de kosten die voor rekening van het bevoegd gezag van de scholen komen en de onderhoudswerkzaamheden (groot onderhoud) welke ten laste van het lokaal onderwijs komen. De lasten en baten van het onderhoud t.l.v. het bevoegd gezag worden taakstellend in de begroting geraamd. Binnen de lump-sum financiering wordt hiervoor jaarlijks een bedrag van € 196.000 aan de voorziening onderhoud openbare scholen toegevoegd. Het groot onderhoud aan en investeringen in de schoolgebouwen van basisonderwijs geschieden op grond van de huisvestingsverordening middels het jaarlijkse huisvestingsplan. In de begroting is voor kapitaallasten een bedrag van ruim € 115.000 beschikbaar. Incidenteel is voor groot onderhoud in de reserve decentralisatie onderwijshuisvesting thans ca. € 311.000 beschikbaar. D. Voortgang De in de onderhoudsbegroting geraamde werkzaamheden worden aan het begin van het jaar op een lijst van “uit te voeren werkzaamheden” geplaatst. Bij deze lijst wordt een planning opgesteld voor het desbetreffende jaar. Uitgangspunt is de werkzaamheden in het geraamde jaar uit te voeren.
Groen Basisgegevens/Uitgangspunten Van het totale areaal openbaar groen dat de gemeente in onderhoud heeft, wordt een deel uitgevoerd in eigen beheer en een deel wordt uitbesteed op de particuliere markt. Het grootste deel van het onderhoud wordt uitbesteed aan Alescon.
110
A. Het beleidskader Het groenbeheerpakket is inmiddels in gebruik om bestekken op te stellen die nu in uitvoering zijn. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Na de vulling van het groenbeheerpakket is een visie omtrent het groenbeheer in onze gemeente opgesteld. De visie wordt gebruikt bij het opstellen van de onderhoudsbestekken. De onderhoudsbestekken worden aanbesteed, waarbij conform het vastgestelde aanbestedingsbeleid in eerste instantie de kans aan Alescon wordt gegeven. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Voor 2010-2013 is in de begroting en het Financieel Meerjaren Perspectief een bedrag opgenomen voor areaaluitbreidingen (uitbreidingsplannen). Hiermee wordt voorkomen dat door uitbreiding van het gemeenteareaal het onderhoudsniveau van de bestaande groenvoorziening naar beneden moet worden bijgesteld. Er vanuit gaande dat gedurende de periode 2010-2013 de berekende areaaluitbreiding gerealiseerd wordt is vanaf 2010 een structurele verhoging van respectievelijk € 150.000, € 25.000, € 29.000 en € 31.000 noodzakelijk. Totaal € 235.000. Vanwege het ontbreken van structurele middelen en de onzekerheid over de uitbreiding i.v.m. de huidige economische situatie wordt voorgesteld om de budgetten gefaseerd structureel op te nemen en een gedeelte incidenteel te ramen.
structureel incidenteel
2010
2011
2012
2013
na 2013
-50.000 -75.000
-25.000 -75.000
-25.000 -75.000
-25.000 -75.000
-110.000
D. Voortgang Voor 2010 is een verdere invulling/detaillering van het groenbeheerplan aan de orde waarbij aansluitend voor de kernen onderhoudsbestekken worden opgesteld. De onderhoudswerkzaamheden zijn gedeeltelijk op besteksbasis uitgevoerd. Er zijn meerdere bestekken in voorbereiding.
Speelvoorzieningen A. Het Beleidskader In de gemeente Aa en Hunze zijn 63 objecten met speelvoorzieningen, waarvan 18 speelvoorzieningen bij scholen en 13 bij peuterspeelzalen. In totaal staan op alle locaties 405 speeltoestellen. In 2001 zijn alle speelvoorzieningen onder handen genomen om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de geldende normen voor speelvoorzieningen. Dit had tot gevolg dat 88 speeltoestellen zijn verwijderd. Voor de speelvoorzieningen waarbij de gevolgen het grootst waren (26 stuks) is een herstelplan opgezet ("upgrade"). Met de upgrade is in 2003 gestart. De upgrade is medio 2005 afgerond. Daarnaast is er met de reguliere onderhouds- en inspectiewerkzaamheden gestart. Dit gebeurt, waar mogelijk, samen met de betrokken buurt- en speeltuinverenigingen en scholen. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Om ervoor te zorgen dat alle speelvoorzieningen veilig zijn moet er worden voldaan aan het Attractiebesluit. Met de herstelwerkzaamheden in 2001 is hiermee een start gemaakt. Vanaf dat moment moeten de speeltoestellen die nieuw geplaatst worden gecertificeerd zijn. Tevens is er binnen de gemeente een inspecteur aangesteld die regelmatig alle speelvoorzieningen inspecteert, logboeken van de speelvoorzieningen bijhoudt en onderhoudswerkzaamheden verricht. Met de meeste van de betrokken speeltuin- en buurtverenigingen, verenigingen Dorpsbelangen en scholen zijn beheersovereenkomsten afgesloten waarin staat aangegeven wie welke werkzaamheden op zich neemt. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk werkzaamheden samen met de genoemde partijen uitgevoerd zullen worden. Het vervangingsschema is gereed. Hierin is opgenomen wanneer welke speeltoestellen vervangen moeten worden. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting In de begroting 2010 is een bedrag van € 84.300 beschikbaar voor onderhoud en vervanging van de speelvoorzieningen. Van de geraamde lasten betreft € 36.400 kapitaallasten. Op basis van het
111
opgestelde vervangingsschema blijkt dat dit bedrag toereikend is om de structurele lasten van vervanging te dekken. Het vervangingsschema is gebaseerd op vervanging van de speeltoestellen eens per 10 jaar. Op basis van de beheersovereenkomsten wordt aan de verenigingen een jaarlijkse bijdrage/subsidie verstrekt. Uitgaande van 80 overeenkomsten is hiermee € 9.800 gemoeid. Voor jaarlijks terugkerend onderhoud is na aftrek kapitaallasten en subsidies nog € 38.100 beschikbaar. D. Voortgang De speelvoorzieningen worden conform de geldende normen geïnspecteerd. De raming voor onderhoud wordt voorshands voldoende geacht om de voorzieningen in adequate staat van onderhoud te houden. Vanaf 2007 t/m 2011 wordt uitgegaan van realisering van 1 speelobject per jaar. Voor het najaar van 2009 staat de evaluatie van het huidige beleid gepland. Indien hieruit financiële gevolgen voortvloeien dan kan de afweging hiervan in het beleidsplan 2010 worden meegenomen.
Tractie en Brandweer A. Het Beleidskader De vervanging van materieel van de afdeling Openbare Werken en de Brandweer vindt plaats aan de hand van een vervangingsschema. Het vervangingsschema wordt elk voorjaar aan de hand van inspecties geactualiseerd. Het vervangingsschema ligt ter inzage bij de begrotingsstukken. Op het moment dat afgeweken wordt van het vervangingsschema vindt terugkoppeling plaats naar de raad. Bij de vaststelling van de begroting wordt tevens het krediet voor de vervangingsinvesteringen beschikbaar gesteld. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties De investeringen worden conform het vervangingsschema uitgevoerd. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Voor de vervanging van het materieel van de afdeling Openbare Werken wordt gebruik gemaakt van het vervangingsschema Duurzame bedrijfsgoederen. In 2010 wordt een beslag gelegd op de algemene middelen voor een bedrag van € 143.000. Dit bedrag wordt als basis gebruikt, waarbinnen het totaal van de kapitaallasten van de (nieuwe) investeringen moeten blijven. D. Voortgang Het onderhoud aan het machinepark van Openbare Werken wordt kritisch gevolgd om de kosten te beheersen. Extreme onderhoudskosten kunnen worden voorkomen door tijdige vervanging. Vervanging vindt plaats als de technische en/of economische levensduur is verstreken.
112
Recapitulatie van het middelenbeslag Recapitulatie van het middelenbeslag op het gebied van kapitaalgoederen in de begroting 2010, inclusief apparaatskosten.
11 11 11 11 11 11
Wegen 110.00 110.10 110.11 110.12 110.50
Openbare verlichting Wegen algemeen Wegen binnen bebouwde kom Wegen buiten bebouwde kom Overige aangelegenheden wegen, straten, pleinen Toevoeging voorziening wegen
Lasten
% totale uitgaven
482.990 269.889 359.574 608.321 48.101 676.000
0,84 0,46 0,61 1,04 0,08 1,16
1.478.092 203.996 89.543 111.350 9.158 322.302
2,53 0,35 0,15 0,19 0,02 0,55
11 11 11 11 11 11
Riolering – onderhoud 113.00 Pompen en riolering -algemene kosten 113.10 Pompen en riolering – vrijvervalriolering 113.15 Pompen en riolering - onderzoekskosten 113.20 Pompen en riolen – kolken 113.30 Pompen en riolen – overstorten 113.40 Pompen en riolen – gemalen
11 11
Water en kunstwerken 110.40 Waterstaatkundige werken - bruggen 112.00 waterlossingen, sloten etc
143.875 187.188
0,25 0,32
Gebouwen Verspreid Regulier onderhoud Schilderwerk Groot onderhoud
224.502 70.165 347.640
0,38 0,12 0,59
2.115.096 312.524 475.485
3,61 0,53 0,81
161.302
0,28
199.931 140.478 78.997 63.756 9.257.215
0,34 0,25 0,13 0,11 15,70
11 11 11
Groen 114.10 114.10 114.00
15
Speelvoorzieningen 151 Speelvoorzieningen
03 03 Kp 16
Openbaar groen binnen de bebouwde kom Openbaar groen buiten de bebouwde kom Bomen
Tractie en brandweer 030.03 Brandblus/reddingsmiddelen 030.05 Brandweervoertuigen 850 Onderhoud tractie 169.02 Toevoeging reserve duurzame bedrijfsgoederen Totaal
113
114
1.3.4 Financiering Inleiding De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. De treasuryfunctie omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Er zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie budgettaire gevolgen verbonden, onder meer afhankelijk van het risicoprofiel. Onder de treasuryfunctie valt niet het (garanderen van) verstrekken van leningen aan derden
Algemene ontwikkelingen: rentebeleid Voor het nemen van beslissingen over het optimaal beleggen dan wel aantrekken van gelden is een rentevisie nodig. In dit verband merken wij op dat er sinds halverwege de jaren negentig sprake is van een stabiele rentestructuur. Het rentepeil is op dit moment relatief laag en er zijn momenteel tekenen van een lichte stijging. Het rentepercentage voor het aantrekken van een vaste geldlening met een looptijd van 25 jaar bedraagt momenteel (per 23/09/2009) voor een lineaire aflossing 5,00 % en voor een annuïtaire aflossing 5,09 %.
Risicobeheer: de kasgeldlimiet en renterisico-norm De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar en de rente-risiconorm op leningen met een looptijd vanaf 1 jaar. Het doel van deze normen uit hoofde van de Wet Fido is te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijke) hogere rente grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. De normen beperken de budgettaire risico’s. Het niveau van korte leningen, de kasgeldlimiet is gelimiteerd tot 8,5% van het bedrag van de begroting. De rente-risiconorm houdt in dat maximaal 20% van de langlopende leningen per jaar afgelost kan worden. De norm beoogt een evenwichtige opbouw van de leningen in de tijd.
Beleid De gemeente voldoet aan de kasgeldlimiet. Voorheen werd eenmaal per kwartaal de gemiddelde liquiditeitspositie over het voorgaande kwartaal aan de provincie toegezonden. Ingaande 2009 geldt deze verplichting van het opsturen naar de provincie niet meer. Intern wordt deze informatie wel bijgehouden. De staten over de kwartalen van het afgelopen jaar worden tevens als onderdeel van het jaarverslag over het voorgaande jaar opgenomen. Uit voorgaande jaarverslagen is gebleken dat de norm geen problemen geeft en een nuttig beheersmiddel is.
Financiering In het algemeen dienen de vaste activa door vaste passiva (reserves, voorzieningen en langlopende geldleningen) te worden gefinancierd. Indien er sprake is van een financieringstekort, dan wordt het tekort door middel van kortlopende geldleningen gefinancierd. Bij een financieringsoverschot wordt het overschot belegd (kortlopende vordering). De financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) worden gebruikt voor financiering van vaste activa. Uit de primitieve begroting 2010 blijkt dat per 1 januari 2010 een financieringstekort van € 4,2 miljoen is geprognosticeerd. Uit de jaarrekening 2008 daarentegen blijkt dat er per 31 december 2008 een financieringsoverschot is van € 2,3 miljoen. Het verschil tussen het geprognosticeerde financieringstekort en het werkelijke financieringsoverschot komt in hoofdzaak doordat de vaste activa in de rekening lager zijn dan in de begroting. Dit is een gevolg van uitstel en vertraging van diverse investeringen.
115
Per 1-1-2010 ziet de raming er als volgt uit: Totaal vaste activa Totaal vaste passiva - reserves - voorzieningen - langlopende schulden
€ 43,5 miljoen € 16.5 miljoen € 10,6 miljoen € 12,2 miljoen € 39,3 miljoen € 4,2 miljoen
Financieringstekort
Financieringsrisico’s Ten aanzien van de beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille zijn de volgende risico’s te onderscheiden: 1. renterisico 2. kredietrisico 3. liquiditeitenbeheer
1. Renterisico Voor het nemen van beslissingen over het optimaal beleggen dan wel aantrekken van gelden is een rentevisie nodig. In dit verband merken wij op dat er sinds een aantal jaren sprake is van een stabiele rentestructuur. Het rentepercentage stijgt dus als de looptijd langer wordt. Daar waar er mogelijkheden zijn om duurdere leningen vervroegd af te lossen, is dat gedaan.
Berekening Renterisico vaste schuld (Bedragen X € 1.000) 2010
0 1.022 1.022
2011
0 964 964
Renteherzieningen Betaalde aflossingen Renterisico (1+2)
€ € €
4
Renterisiconorm
€ 11.704
€ 11.704
€ 11.704
€ 11.704
5a
Ruimte onder renterisiconorm (4>3)
€ 10.682
€ 10.740
€ 10.735
€ 10.048
5b
Overschrijding renterisiconorm (3>4)
€
€
€
€
0
€ € €
0 969 969
2013
1 2 3
0
€ € €
2012
0
€ € €
0 1656 1656
0
Berekening renterisiconorm 4a
Begrotingstotaal
4b
Percentage regeling
4
Renterisiconorm (4a*4b/100)
€ 58.520
€ 58.520
€ 58.520
€ 58.520
20
20
20
20
€ 11.704
€ 11.704
€ 11.704
€ 11.704
Toelichting op de berekening van het renterisico vaste schuld: Het bovenstaand schema is gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. Dit naar aanleiding van de wijziging van de Wet financiering decentrale overheden. De wijzigingsvoorstellen hebben onder andere betrekking op vereenvoudigingen in de werking van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, ofwel de fidonorm voor korte en lange financiering. De nieuwe risiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplicht aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal komt
116
daarbij in de plaats van de totale vaste schuld. Ook bij de kasgeldlimiet is er een koppeling aan het begrotingstotaal. Bovenstaand model betreft de nieuwe modelstaat B. In deze staat wordt het renterisico van de komende vier jaren voorgesteld. Het renterisico heeft betrekking op de vaste schuld en op het bedrag waarover renterisico wordt gelopen. Naast de renteherzieningen zijn hiervoor ook de aflossingen van belang, want het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. Het renterisico wordt getoetst aan het bedrag van de renterisiconorm. De renterisiconorm heeft betrekking op het totaal van de begroting van uitsluitend het komende jaar. Uit bovengenoemd overzicht blijkt dat er voor alle jaren sprake is van ruimte onder de renterisiconorm en de gemeente op basis hiervan geen risico’s loopt.
2. Kredietrisico Kredietrisico's doen zich voor bij de verstrekte leningen. In onderstaande tabel is aangegeven aan welke risicogroep leningen zijn verstrekt. Het betreft hier leningen die in het verleden zijn verstrekt. De risico's van de verstrekte leningen zijn vrij laag.
Kredietrisico op verstrekte leningen Risicogroep
Restantschuld 1 januari 2010
%
Overheidsbanken Woningbouwcorporaties(zonder WSW garantie) Semi-overheidsinstellingen Financiële instellingen Overige toegelaten instellingen volgens statuut Niet volgens statuut toegelaten instellingen
0 11.267 0 0 69.663 0
0 14 0 0 86 0
Totaal
80.930
100
3. Liquiditeitenbeheer 3.1. langer dan één jaar a. financiering – langer dan 1 jaar Op basis van de beschikbare gegevens inzake de actuele financieringspositie en het financieel meerjarenperspectief kan worden opgemaakt, dat er in de toekomst een aanzienlijk tekort zal zijn aan liquide middelen. Voor zover dit de bestemmingsplannen in het grondbedrijf betreft, kan worden volstaan met het sluiten van fixe-leningen voor een termijn die samenloopt met de looptijd van deze bestemmingsplannen. Zodra er voldoende ruimte vrij komt door het verkopen van de gronden kunnen deze leningen dan weer worden afgelost. Voor wat betreft de uitgaven die betrekking hebben op de algemene dienst zal van jaar tot jaar moeten worden overwogen of er een geldlening zal worden gesloten of dat eerst kan worden volstaan met het opnemen van vlottende middelen, hetgeen in de regel goedkoper is dan vaste middelen. De kasgeldlimiet (de ruimte voor korte financiering), volgens de Wet Fido, is 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2010 betekent dit een kasgeldlimiet van € 5,0 miljoen. Tijdige interne informatie over liquiditeitsstromen van budgethouders is hierbij van belang. Onjuiste informatie resulteert in gemiste kansen tot het halen van het hoogste rendement. e
Zoals op het 1 blad onder het kopje beleid is opgenomen voldoet de gemeente aan de kasgeldlimiet. Naar aanleiding van de wijzigingsvoorstellen fido wordt het toezicht op de kasgeldlimiet voortaan meer in het kader van het reguliere financieel toezicht geplaatst, net als bij de renterisiconorm. De informatie over de kasgeldlimiet wordt opgenomen in de financieringsparagraaf bij de begroting en het jaarverslag. De liquiditeitspositie is het saldo van (a) de vlottende of korte schulden, zoals ook schulden in rekening-courant en in bewaring zijnde kasgelden van derden en (b) de vlottende middelen zoals kasgelden en tegoeden in rekening-courant. De gemiddelde liquiditeitspositie van de
117
drie kwartaalmaanden wordt getoetst aan het bedrag van de kasgeldlimiet (modelstaat A). Als de gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen (3x) de kasgeldlimiet overschrijdt, dan dienen deze drie kwartaalrapportages toe worden gezonden aan de toezichthouder. Daarbij moet dan een plan worden opgesteld om weer te voldoen aan de kasgeldlimiet. Met betrekking tot het jaar 2008 werd uitgegaan van een begrotingstotaal van ruim € 53 miljoen. Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage is 8,5 wat resulteert in een kasgeldlimiet van € 4,5 miljoen. Over geheel 2008 is er sprake van een gemiddelde ruimte onder de kasgeldlimiet van € 1,8 miljoen. Voor 2009 is uitgaande van een begrotingstotaal van € 58 miljoen een kasgeldlimiet van € 5 miljoen. Op basis van de 1e twee kwartalen is sprake van een gemiddelde ruimte onder de kasgeldlimiet van Net als 2009 € 1,8 miljoen. Voor 2010 kan nog geen raming worden gegeven, maar op basis van ervaringscijfers van voorgaande jaren zal er nog steeds wel sprake zijn van ruimte onder de kasgeldlimiet. b. uitzetten van gelden – langer dan 1 jaar Thans zijn nog middelen uitgezet. In beleidsregels is vastgelegd op welke wijze dit binnen de wet FIDO kan geschieden. Gelet op het meerjarenperspectief kunnen er in de nabije toekomst geen middelen meer worden uitgezet. c. relatiebeheer – langer dan 1 jaar Bij het bankrelatiebeheer gaat het erom financiële producten tegen een optimale prijs-kwaliteits verhouding in te kopen. Een goede relatie met vermogensverschaffers ( banken e.d.) en met intermediairs is noodzakelijk om goed geïnformeerd te zijn over ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Met de bankrelaties wordt daarom regelmatig overleg gevoerd. 3.2. korter dan één jaar a. geldstromenbeheer De gemeente heeft één hoofdrekening en diverse nevenrekeningen bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Daarnaast heeft de gemeente rekeningen bij de Postbank, Rabobank en ABN/AMRO bank. Voor het dagelijks beheer van de nevenrekeningen en hoofdrekening van de Bank Nederlandse Gemeenten wordt op contractbasis dagelijks gezorgd voor afroming van saldi in daggeld en kasgeldleningen. De saldi bij de overige instellingen worden voortdurend op een zo laag mogelijk niveau aangehouden. Geldkassen worden aangetroffen bij de afdeling Publiekszaken. Overigens wordt hier getracht om de burger zoveel mogelijk gebruik te laten maken van betaalautomaten. Geregeld worden niet vooraf aangekondigde kascontroles uitgevoerd. b. saldibeheer Onder saldibeheer wordt verstaan het beheren van de rekening-courantsaldi. Uitgangspunt is het voorkomen bij verschillende banken van debetsaldi terwijl bij een andere bank een creditsaldo aanwezig is. Het doel van het saldobeheer is het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de renteopbrengsten. Er wordt actief gebruik gemaakt van het uitzetten van deposito's. c. liquiditeitenbeheer Op basis van de korte-termijn liquiditeitenplanning worden overtollige middelen in deposito gezet conform beleidsregels genoemd onder punt 1b. d. debiteurenbeheer Betreft: - vorderingen op het rijk, provincie e.a. - belastingen/rechten/leges - overige vorderingen In dit verband merken wij op, dat wordt gestreefd naar een zo snel mogelijke inning van de vorderingen.
118
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente. Wekelijks wordt een voorschotbedrag aan de gemeente over gemaakt. De vorderingen op rijk, provincie en andere semi-overheidsorganen dienen dan ook zo vroeg mogelijk aan de treasuryfunctie te worden gemeld. e. crediteurenbeheer Bijna alle crediteurenbetalingen vinden plaats via Electronic Banking. Hieronder wordt verstaan 'het via elektronische weg verstrekken van betalingsopdrachten aan bankinstellingen", bij ons aan de Bank Ned. Gemeenten. Het criterium voor betaling van de nota is de betalingstermijn van de crediteur.
Duurzaam beleggen/sparen De gemeente heeft geen middelen voor structurele belegging en dat betekent derhalve dat de mogelijkheden voor het duurzaam beleggen/sparen zich bij onze gemeente niet zullen voordoen. Tijdelijk overtollige financieringsmiddelen worden voor 1 tot 3 maand in deposito weggezet. Hiervoor worden altijd een viertal marktpartijen benaderd. We hebben een raamcontract met de BNG. Dit houdt in dat het renteverschil in de aanbiedingen minimaal met een marge van 0.05 effectief moet zijn, willen wij de deposito niet bij een andere bank / marktpartij plaatsen dan de BNG.
Planning/organisatie Om tot een verantwoorde uitvoering van de treasuryfunctie te komen is het vastleggen van procedures op grond van het vastgestelde treasurystatuut een vereiste. De kwaliteit van de treasuryfunctie staat of valt met informatie. Bij deze informatie gaat het om betrouwbaarheid, volledigheid en tijdigheid.
119
120
1.3.5 Bedrijfsvoering De gemeente Aa en Hunze levert een scala aan externe producten. Voor het leveren van deze producten is interne ondersteuning en facilitering onontbeerlijk. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van de programma’s. Het welslagen van de programma’s is zodoende in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. In deze paragraaf wordt een aantal bedrijfsvoeringaspecten nader belicht. Een belangrijk onderdeel bestaat uit de voortgang van het in het Beleidsplan 2009 opgenomen organisatie-ontwikkeltraject, bestaande uit zeven stappen op weg naar 2015. Naast de organisatieontwikkeling in onderdeel 1.3.5.1 wordt in deze paragraaf aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: 1.3.5.2 Dienstverlening 1.3.5.3 Personeelsbeleid 1.3.5.4 Planning en Control 1.3.5.5 Kostendekkendheid van tarieven 1.3.5.6 Procesbeschrijvingen 1.3.5.7 Centrale inkoop Strikt genomen is bedrijfsvoering een zaak van het college en het managementteam maar wij achten een goede samenwerking met uw raad op dit punt van groot belang. Wij willen uw raad in de komende tijd dan ook graag (blijven) betrekken bij de discussie over een aantal kernvraagstukken / dilemma’s betrekking hebbende op de doorontwikkeling van onze organisatie en zien dat dan ook in feite als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Om slagvaardig te kunnen opereren zijn wij voorstander van korte lijnen tussen de genoemde gremia, hetgeen naar onze mening zijn nut in de afgelopen tijd bewezen heeft. Voorbeelden daarvan zijn de regelmatige besprekingen van het college en met MT, de bijeenkomst met uw raad op 13 mei 2009 en de Breelandsessies.
1.3.5.1 Organisatieontwikkeling In zeven stappen op weg naar 2015 “Personeel en organisatie” is een van de speerpunten van ons college. De versnelde beleidsontwikkeling waarmee we geconfronteerd worden met de eisen van toekomstbestendig beleid vraagt om een op onderdelen sterker apparaat. In het verlengde van de doorontwikkeling van de dienstverlening zal het apparaat invulling moeten geven aan deze noodzakelijke kwaliteitsimpuls richting de eindbeelden in 2015 die als volgt kort kunnen worden samengevat: In 2015 zijn gemeenten zelfbewust, vitaal en slagvaardig. Te realiseren door: • de burger centraal te stellen (vraaggericht); • indien nodig maatwerk te bieden (flexibel); • snel op veranderingen in omgeving en vraagstelling in te spelen (slagvaardig); • contact te houden met alle geledingen in de gemeenschap.
Deze ontwikkelingen staan in directe relatie met de eind van dit jaar vast te stellen Strategische Toekomstvisie 2020. In hoofdstuk 5 “Bedrijfsvoering” van het Beleidsplan 2009 zijn de kaders weergegeven, waarbinnen we de gewenste ontwikkeling van de organisatie vorm willen geven. Onder de brede noemer van organisatieontwikkeling staan we in de komende jaren voor de uitdaging om de gemeentelijke organisatie toekomstbestendig te maken. Dat vraagt om een forse inspanning van zowel de ambtelijke organisatie als van het bestuur. Door middel van het concreet benoemen van 7 actiepunten moet het voor alle betrokkenen duidelijk worden waar we in de komende jaren onze energie in gaan steken en hoe we richting de eindbeelden voor gemeentelijke overheid in 2015 willen komen.
121
De 7 aktiepunten op weg naar 2015 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Vraaggerichte dienstverlening Regievoering Administratieve lastenverlichting Samenwerking/privatisering Beschrijving en toepassing van interactieve processen in het kader lokaal integraal beleid Integraal werken Systematisch projectmatig werken (kernprojecten)
Wat is er al bereikt? Om de zeven actiepunten tot een succes te maken is/wordt op diverse manieren geïnvesteerd in een breed draagvlak. Daarvoor is een op de organisatieontwikkeling toegespitst communicatieplan vastgesteld. Met het college, respectievelijk de portefeuillehouder als bestuurlijk opdrachtgever en de algemeen directeur als projectleider ligt de focus van het plan op de interne communicatie van de zeven actiepunten, waarbij het ten aanzien van de strategie en boodschap o.a. om de volgende onderwerpen gaat: - Er is een duidelijk boegbeeld en trekker in de persoon van de algemeen directeur; - 2015 is het eindpunt; maar wanneer gaan medewerkers echt veranderingen merken; - Nut en noodzaak van de diverse trajecten dienen in de communicatie steeds weer naar voren te komen; - Gewaakt moet worden voor het scheppen van verkeerde verwachtingen; - Er moeten mijlpalen worden benoemd. Na de reeds in de Programmabegroting 2009 genoemde kick-off bijeenkomsten voor het personeel is eind 2008 gestart met een zevental werkgroepen met een brede vertegenwoordiging vanuit de organisatie, die de uitwerking van de diverse actiepunten voor hun rekening nemen. Die uitwerking gebeurt aan de hand van een per actiepunt opgesteld plan van aanpak, waarin de doelstelling, het kader, de aanpak, de planning en de samenwerking en raakvlakken tussen de verschillende werkgroepen is opgenomen. Inmiddels hebben vier werkgroepen de eerste resultaten in een brainstormsessie met het personeel gepresenteerd en is een laatste sessie gepland op 14 oktober a.s. waarin de onderwerpen Integraal Werken, Projectmatig Werken en Regievoering aan de orde komen. Er vindt regelmatig overleg tussen ons college en het MT plaats over de voortgang in de diverse werkgroepen. Het meest recente overleg dateert van 22 september j.l. waarin de balans is opgemaakt van de resultaten tot nu toe. In dat overleg is geconstateerd, dat over alle onderwerpen inmiddels (kaderstellende) notities zijn opgesteld en wij kunnen ons vinden in de gekozen uitgangspunten. Korte samenvatting van de stand van zaken per actiepunt 1. Vraaggerichte dienstverlening De betreffende werkgroep heeft zich vooral bezig gehouden met de vraag hoe op dit moment de interne dienstverlening verloopt en welke knelpunten daarbij worden ervaren. Vervolgens zijn de normen en de gewenste cultuur beschreven aan de hand van een drietal thema’s, t.w. - Bereikbaarheid - Kwaliteit van dienstverlening - Kernwaarden en competenties van medewerkers Uiteindelijk zal dit moeten uitmonden in het opstellen van een “garantiebewijs” waarin op een praktische manier de normen zijn vastgelegd die bindend zijn in onze dienstverlening naar de burger. Daarnaast wordt voor intern gebruik een zgn. dienstverleningsdocument opgesteld waarin de belangrijkste items elke maand getoetst en gemeten zullen worden. Onze doelstelling is om deze normen, vooruitlopend op het complete garantiebewijs dat wij in het voorjaar van 2010 willen vaststellen, reeds vanaf 1 januari 2010 gefaseerd in te voeren. Daarbij wordt aangesloten bij het in het voorjaar van 2009 uitgevoerde klanttevredenheidsonderzoek “Waar staat je gemeente”.
122
2. Regievoering De werkgroep heeft de rol die de gemeente in het kader van regie heeft nader uitgewerkt. Hierbij is in beeld gebracht vanuit welke invalshoeken regievoering kan worden beschouwd en is aandacht geschonken aan de verschillende vormen van regie. Vervolgens is een inventarisatie van alle beleidsvelden gemaakt en is per beleidsveld aangegeven welke type regie het meest passend is. In de komende tijd wordt een document opgesteld waarin, in samenhang met interactieve beleidsvorming, integrale beleidsvorming en samenwerking/privatisering, bij de start van nieuwe ontwikkelingen aangegeven kan worden welk type regie passend is. 3. Administratieve lastenverlichting De werkgroep heeft inmiddels een aantal voorstellen tot administratieve lastenverlichting gedaan, waarvan de meeste dit jaar al zijn of worden ingevoerd. Binnenkort zullen wij uw raad nader informeren over de stand van zaken. 4. Samenwerking/privatisering De werkgroep heeft een notitie gepresenteerd waarin antwoord is gegeven op de volgende onderzoeksvragen: - Wat is de visie van de gemeente Aa en Hunze met betrekking tot samenwerking en privatisering? - Wat zijn de beoordelingscriteria? - Welke taken komen op basis van die criteria voor nader onderzoek in aanmerking? Dit onderwerp kan een belangrijke rol gaan spelen in de komende bezuinigingsdiscussie en is daardoor in een wat ander licht komt te staan dan bij de start van dit actiepunt het geval was. Met die bril zal in de komende tijd nog eens scherp naar dit onderwerp worden gekeken. 5. Interactieve beleidsvorming Door de werkgroep is een notitie opgesteld waarin de richtlijnen zijn weergegeven met betrekking tot interactieve beleidsvorming en daarbij is aangegeven wanneer wel en wanneer niet gekozen zou moeten worden voor een interactief proces en in het bevestigende geval voor welk proces gekozen kan worden. Wij zijn overigens voornemens om de burgerparticipatie - aan de hand van de ervaringen die daarmee in de afgelopen bestuursperiode zijn opgedaan - nog eens nader met uw raad te bespreken in de komende Breelandsessie in januari 2010 en onderdeel te laten uitmaken van het nog op te stellen “Overdrachtsdocument”. 6. Integraal werken De werkgroep heeft voorstellen gedaan om kwalitatief hoogwaardige besluitvorming op basis van integrale afweging van alle relevante (beleids)onderdelen te bevorderen. In de notitie worden instrumenten benoemd voor integraal werken in de vorm van procedurele afspraken en overlegvormen. In de implementatiefase zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de verantwoordelijkheden in het proces en er vindt een regelmatige monitoring plaats. De effecten van integraal werken zullen duidelijk merkbaar moeten zijn. 7. Projectmatig werken De werkgroep heeft een kaderstellende notitie met betrekking tot dit onderwerp gepresenteerd. Voor 1 november a.s. wordt een implementatieplan uitgewerkt, waarbij een koppeling wordt gelegd met integraal werken. Het concrete resultaat moet bestaan uit uitgewerkte voorstellen voor een projectplanning waarin wordt aangegeven op welke belangrijke onderdelen sturing van grote projecten plaatsvindt. Wij gaan uit van invoering per 1 januari 2010. Het vervolg Na de genoemde brainstormsessie van 14 oktober, wordt op basis van de hiervoor beschreven notities een samenhangend (implementatie) plan met planning uitgewerkt dat, na ingewonnen advies van de Ondernemingsraad en vaststelling door ons college, vanaf eind 2009/begin 2010 zal worden uitgevoerd.
123
1.3.5.2 Dienstverlening In januari 2008 is het dienstverleningsconcept vastgesteld. Op basis van een uitvoeringsprogramma zijn al verschillende acties zowel op het gebied van uitbreiding van de fysieke dienstverlening als van de digitale dienstverlening en de consequenties voor de competenties van medewerkers in gang gezet. Inmiddels worden 7 producten, zoals benoemd in het dienstverleningsconcept, digitaal aan de burger aangeboden en zullen deze in 2009/2010 worden aangevuld met nog 7 E-diensten. Met betrekking tot de fysieke dienstverlening is de operationalisering van de 4 Wegwiezers inmiddels een feit geworden. In maart 2009 is de vierde Wegwiezer in Gasselternijveen geopend. Vanuit de functionaliteit van deze Wegwiezers kunnen ook projecten als het virtueel loket en het CIDRE project worden geoptimaliseerd. Beide projecten zijn succesvol te noemen. Het virtueel loket kent inmiddels een groot aantal aangesloten deelnemers. Van het CIDRE project waarbij 5 gemeentelijke producten op locatie worden aangeboden wordt ruimschoots gebruik gemaakt. Een evaluatie aan het eind van dit jaar moet laten zien in welke mate deze vorm van dienstverlening voorziet in een behoefte. Op basis daarvan wordt een definitief besluit genomen over een eventuele reguliere inbedding binnen de dienstverlening. Eind 2009 worden de producten op de website verder ontwikkeld. Inmiddels heeft dit geleid tot een forse stijging op de landelijke monitor. Tevens zal in 2009 het systeem van “op afspraak” geïmplementeerd worden. Op deze wijze kunnen inwoners van onze gemeente via internet een afspraak maken voor in eerste instantie de aangeboden dienstverlening vanuit de afdeling Publiekszaken. Naast dat dit een sterk dienstverlenend effect heeft wordt hiermee ook verwacht dat de klantenstroom optimaler te reguleren is. In 2009/2010 zal een van de belangrijkste ontwikkelingen in het kader van de digitale dienstverlening de implementatie van het Klant Contact Centrum (KCC) zijn. Op de technische implicaties wordt hieronder nader ingegaan. Echter de invoering van een KCC brengt ook procesmatige consequenties met zich mee en betekent een omslag in de cultuur met betrekking tot aanbod- vraaggerichte dienstverlening. Door de werkgroep vraaggerichte dienstverlening is inmiddels gestart met het in beeld brengen van de benodigde voorwaarden en vereisten om vanuit de filosofie van de vraaggerichte dienstverlening op termijn vanuit het KCC te kunnen werken. De klant centraal Een van de eindbeelden voor de gemeentelijke overheid in 2015 gaat er vanuit dat de gemeenten dé poort tot publieke dienstverlening zijn. Dat wil zeggen dat alle vragen voor overheidsinstanties (gemeente, provincie, rijk etc) bij de gemeente (of een gezamenlijk servicecenter voor de publieke dienstverlening) binnenkomen. Om aan dit uitgangspunt te kunnen voldoen zal de externe dienstverlening zich uiteindelijk moeten concentreren op een centrale plaats in de organisatie (of gezamenlijke organisaties). Alle ontwikkelingen zijn er op gericht om hiervoor een Klanten Contact Centrum (KCC) in te richten. In het KCC komen de klantgegevens, dossiers en zaken bij elkaar. Samen met de koppelingen naar de achterliggende backoffice-systemen vormen deze het midoffice. Digimeente Om invulling te geven aan de eindbeelden voor de gemeentelijke overheid in 2015 heeft de gemeente Aa en Hunze zich aangesloten bij GovUnited. Onder de vlag van GovUnited laat een groot aantal gemeenten een midofficesuite ontwikkelen. Deze midofficesuite heet ‘Digimeente’ en is ontwikkeld door Logica. In deze midofficesuite zitten de volgende componenten: • Klanten Contact Centrum(KCC); • Content Management Systeem(CMS); • Document Management Systeem(DMS); • Zaaksysteem; • Gegevensmagazijn.
124
In 2008 zijn er voorbereidingen getroffen voor de implementatie van de midofficesuite in 2009. De complexiteit van het softwareontwikkelingstraject en een tussentijdse wijziging van het bestek door GovUnited heeft ervoor gezorgd dat pas in het najaar van 2009 een definitieve start kan worden gemaakt. De tussentijdse wijziging was noodzakelijk om de oplossing generiek te maken zodat de gemeenten hier zelf mee aan de slag kunnen en niet sterk afhankelijk worden van de expertise van de leverancier. We hebben er vertrouwen in dat deze ontwikkeling een forse impuls gaat geven aan de verbetering van onze dienstverlening. Nationaal Uitvoerings Programma (NUP) Na overheidsloket 2000 en de 65%-dienstverleningsnorm hebben we inmiddels het Nationaal Uitvoeringsprogramma. In het NUP staat de basisinfrastructuur die nodig is om de e-overheid tot stand te brengen. De basisinfrastructuur bestaat uit 19 e-bouwstenen op de volgende gebieden: • Elektronische toegang tot de overheid • e-authenticatie • informatienummers • basisregistraties • elektronische informatieuitwisseling Veel van deze bouwstenen worden in de midofficesuite digimeente verwerkt. In 2010 zal de midofficesuite verder worden geïmplementeerd en wordt het zaakgerichte werken ingevoerd. Basisregistraties en gegevenskwaliteit Het is duidelijk dat de invoering van de digimeente midofficesuite een belangrijke bijdrage kan leveren aan de dienstverlening en aan de organisatieontwikkeling. Om deze ontwikkeling tot een succes te maken moet een aantal randvoorwaarden zijn ingevuld. Een belangrijke randvoorwaarde is dat de kwaliteit van de gegevens in de backofficesystemen op orde is. Met name de kwaliteit van de basisregistraties is van groot belang voor een correcte dienstverlening. In 2008 is een begin gemaakt met het opschonen van diverse administraties. In 2009 gaan we een nieuw datadistributiesysteem implementeren dat er voor moet zorgen dat de basisgegevens binnen ieder backofficepakket hetzelfde zijn. Ook worden basisgegevens eenvoudig raadpleegbaar. In eerste instantie betreft dit persoonsgegevens. Vanaf 1 januari 2010 is het (binnengemeentelijk) verplicht om gebruik te maken van de gegevens uit het GBA. In juli 2011 zal deze verplichting ook gelden voor de adresgegevens in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Cidre-project In het Beleidsplan 2009 is een incidenteel extra bedrag van € 30.000,-- opgenomen voor de kosten van de mobiele dienstverlening vanuit de Wegwiezers. Na de evaluatie eind 2009 wordt bezien in hoeverre hiervoor na 2009 structurele middelen noodzakelijk zijn. Vooruitlopend hierop is het genoemde bedrag van € 30.000,-- ook in 2010 nog incidenteel opgenomen. Automatisering Begin 2008 is de visie automatisering voor de jaren 2008 en 2009 vastgesteld. In deze visie is stilgestaan bij de vraag : Hoe richten wij onze automatiseringsorganisatie voor de komende periode in om een goede bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van de e-gemeente. Voor het faciliteren van projecten in het kader van de elektronische dienstverlening is het voor de komende jaren noodzakelijk dat veel geïnvesteerd wordt in middelen en personeel. In 2008 zijn alle werkplekken vervangen en in de tweede helft van 2009 worden de servers vervangen. Hierbij wordt geanticipeerd op diverse toekomstontwikkelingen zoals eventuele samenwerking met andere gemeenten. In het eerste halfjaar van 2010 worden de mogelijkheden voor een tweede datacenter bij een andere locatie (bijvoorbeeld een andere gemeente) nader onderzocht. Een tweede datacenter geeft betere backup en recovery mogelijkheden en de kosten voor uitwijk kunnen dan beperkt worden. Het uitgangspunt voor de investeringen van automatisering is een budgettair neutrale invulling binnen de kostenplaats automatisering en eventuele overschotten op deze kostenplaats worden voor deze nieuwe ontwikkelingen gereserveerd. In het eerste halfjaar van 2010 gaan we de visie automatisering voor de jaren 2008 en 2009 evalueren en de visie voor de jaren 2010 en 2011 formuleren. In deze visie besteden we tevens aandacht aan samenwerking en/of privatisering. In het kader van de Organisatie Ontwikkeling is dit namelijk één van de onderwerpen die in aanmerking komen voor nader onderzoek voor samenwerking en/of privatisering.
125
Er is inmiddels een begin gemaakt met een nieuw informatiebeleidsplan 2010-2014. In dat plan zullen o.a. de financiële consequenties van nieuwe initiatieven/ontwikkelingen worden aangegeven. Ook zullen de bouwstenen uit het NUP daarin een plaats krijgen.
1.3.5.3 Personeelsbeleid Net als in 2009 staat ook in 2010 de ontwikkeling van medewerkers centraal. Aa en Hunze is zich aan het ontwikkelen tot een zelfbewuste, vitale en slagvaardige gemeente. Dat vraagt om veranderingen in werkwijzen en procedures, maar ook om het ontwikkelen van medewerkers. Onderwerpen zoals bijvoorbeeld deregulering, regievoering en integraal werken vragen om specifieke vaardigheden van medewerkers. Maar ook competenties en houding en gedrag van medewerkers moeten passen bij een dienstverlening die de vraag en behoefte van de burger als basis heeft. Een organisatie in ontwikkeling, vraagt om medewerkers die mee ontwikkelen. Medewerkers die zich blijven(d) ontwikkelen zijn beter en flexibeler inzetbaar in een veranderende organisatie. Dit is ook van belang met het oog op de te verwachten krapte op de arbeidsmarkt en de aanstaande vergrijzing en ontgroening. Strategische personeelsplanning is een instrument om vroegtijdig in te kunnen spelen op de diverse ontwikkelingen. In 2010 zullen we met de ontwikkeling van dit instrument starten. De ontwikkeling van medewerkers vertaalt zich in extra aandacht voor opleiding en training. Het gaat zowel om concernbrede opleidingen als om specifieke functiegerelateerde opleidingen. Als werkgever willen we medewerkers stimuleren en ondersteunen bij de ontwikkeling van hun loopbaan. Gekoppeld aan de functioneringsgesprekken voeren we al periodiek POP-gesprekken met medewerkers (POP = persoonlijk ontwikkelingsplan). Vanaf 2010 bieden we medewerkers hiernaast de mogelijkheid om een ontwikkelscan van het A en O fonds via internet te doen of een traject voor loopbaanadvisering te volgen. In een gemeente die zelfbewust, vitaal en slagvaardig wil zijn past het om meer resultaat- en prestatiegericht te werken. Door aan het begin van een periode individuele prestatieafspraken te maken en deze aan het einde van de periode te toetsen wordt resultaatgericht werken bevorderd. Vanaf 2010 starten we met de ontwikkeling van een cyclus voor het plannen van activiteiten, het evalueren en eventueel bijstellen (functioneringsgesprek) van deze activiteiten en het beoordelen en het belonen van de geleverde prestaties. Wat gaan we doen in 2010 en volgende jaren
Wanneer
• •
2010 e.v.
• • •
Ontwikkeling instrument strategische personeelsplanning Opleiding en ontwikkeling van medewerkers vanuit organisatieontwikkeling en duurzame inzetbaarheid Opleidingsprogramma 2010 Invoeren loopbaanadvisering Ontwikkelen beleid bewust belonen als onderdeel van integraal personeelsbeleid
2010 e.v. voorjaar 2010 2010 e.v. 2010 e.v.
Personeelsbudget 2010 In het Collegeprogramma 2006-2010 is aangegeven, dat de systematiek van het taakstellend personeelsbudget, zoals dat door de raad bij de programmabegroting 2005 is vastgesteld, wordt voortgezet. In het kort komen die afspraken op het volgende neer: 1. Salariskosten 2005 dienen als vast uitgangspunt voor de ramingen in de komende jaren. Dat basisbedrag is vastgesteld op € 9.004.000; 2. Vanaf 2006 mag het basisbedrag 2005 maximaal worden verhoogd met de component prijsstijging van de algemene uitkering. 3. De raad wordt jaarlijks bij de begroting geïnformeerd over de stand van zaken.
126
Bestemmingsreserve personeelsbudget In het Collegeprogramma 2006-2010 is aangegeven dat het taakstellende budget bepalend is, waarbij overschotten mogen worden gereserveerd voor toekomstige jaren. De gemeenteraad heeft hiermee ingestemd in de begrotingsvergadering van 8 november 2006. Met ingang van 2006 wordt onder de volgende voorwaarden tot reservering van een eventueel overschot bij de jaarrekening op het taakstellend personeelsbudget overgegaan: 1. Maximaal een bedrag van € 100.000 per jaar, of zoveel minder als het rekeningsoverschot na bestemming toelaat, te reserveren; 2. De omvang van deze bestemmingsreserve mag maximaal € 150.000 bedragen. Financiële vertaling Het basissalarisbedrag 2005 is samengesteld uit een drietal componenten, t.w.: kosten ambtelijk apparaat volgens de normformatie, kosten boventallig personeel en kosten bestuur. Op basis van bovengenoemde indeling volgt onderstaand een overzicht van het taakstellend budget voor 2010.
Taakstellend budget voor 2010
Basisbedrag taakstellend budget 2009 Bijstellingen n.a.v. begrotingsbehandeling 2009 Budgettair neutrale verrekeningen Basisbedrag voor 2010 Loonstijging 0,48% Bijstellingen (niet trendmatige ontwikkelingen en collegeprogramma structureel) Budgettair neutrale verrekeningen
Ambtelijk Normformatie
Boventallig
Bestuur
Totaal
9.705.000 293.000
388.000
10.209.000 294.000
9.773.000 48.000 19.000
116.000 1.000 225.000 117.000 1.000 20.000
225.000 388.000 9.000 1.000
10.278.000 58.000 19.000
- 12.000 9.828.000
98.000
397.000
10.323.000
Voor 2010 is een berekening gemaakt van de werkelijk in 2010 te verwachte salariskosten. In relatie tot het taakstellende budget geeft dit het volgende beeld.
Taakstellend budget 2010 Werkelijk verwachte kosten in 2010 Verschil
Ambtelijk Normformatie
Boventallig
Bestuur
Totaal
9.828.000 9.939.000 -111.000
98.000 98.000 0
397.000 397.000 0
10.323.000 10.434.000 - 111.000
Per saldo is er sprake van een tekort ten opzichte van het taakstellend personeelsbudget voor het ambtelijk deel van € 111.000 dat binnen het personeelsbudget moet worden opgevangen. Onze inzet voor 2010 is om het tekort op te vangen binnen het te verwachten incidenteel voordeel door vacatureruimte. Voor wat betreft de nog resterende boventallige formatie wordt opgemerkt, dat de kosten hiervan voor een bedrag van € 76.000 worden gedekt uit andere budgetten. Het in de komende jaren afnemen van die boventalligheid heeft dus geen invloed op de begroting, doordat de verlaging van de loonkosten met deze budgetten wordt verrekend. Blijft over een bedrag van € 22.000 dat in de komende jaren vrij zal vallen en dus beschikbaar komt zodra de daaraan gerelateerde boventalligheid wegvalt. Dat voordeel is gefaseerd opgenomen in het Financieel Meerjaren Perspectief in de vorm van een taakstelling gedurende de jaren 2010 en 2011.
127
Huidige knelpunten 1. Personele capaciteit In hoofdstuk 5 van het Beleidsplan 2009 hebben we uitvoerig bij dit onderwerp stilgestaan. Daarbij is aangegeven, dat er ten aanzien van het onderwerp Organisatieontwikkeling en de zeven stappen die we daarin willen nemen “ruimte” moest worden gemaakt om de betreffende acties op te kunnen pakken. Uitgangspunt was en is dat de veranderingen binnen de huidige organisatie en met de bestaande mensen worden gerealiseerd. Dat betekende, dat er in 2009 duidelijke keuzes moesten worden gemaakt met betrekking tot de prioriteitstelling van taken en werkzaamheden en de wijze waarop de daarna resterende werkzaamheden worden uitgevoerd. Op basis van dat uitgangspunt diende in elk geval voldoende personele capaciteit te worden ingepland voor de uitvoering van de 7 stappen in het kader van de organisatie-ontwikkeling, de uitvoering van de kernprojecten en de voorbereidingen van de strategische toekomstvisie 2020. In zijn algemeenheid bleek uit de planning dat op alle afdelingen een “spanning” bestond tussen de ingeplande werkzaamheden en de daarvoor noodzakelijk geachte personele inzet en de beschikbare productieve uren. Alle afdelingen hebben maatregelen getroffen om tot oplossingen van de capaciteitsproblemen te komen. Die oplossingen bestaan enerzijds uit het stellen van nadere prioriteiten met als gevolg een zekere fasering in bepaalde werkzaamheden en het doorschuiven van werkzaamheden naar volgende jaren. Ook is in het kader van de in gang gezette kwaliteitsslag gekeken naar interne oplossingen waaronder efficiëntere werkwijzen, de mogelijkheden om bepaalde knelpunten binnen de afdeling op te lossen en mogelijk ander voordeel dat de kwaliteitsslag al in 2009 met zich mee brengt. Tenslotte wordt tijdelijk extra personele capaciteit ingehuurd voor werkzaamheden die in 2009 noodzakelijk worden geacht en die, ook na het treffen van bovenbedoelde maatregelen, niet binnen de bestaande formatie kunnen worden opgelost. Voor een groot deel zijn daarvoor binnen de begroting incidentele dekkingsmiddelen beschikbaar. Met als inzet de integrale uitvoering van de activiteitenplanning 2009 met de bestaande personele capaciteit, aangevuld met tijdelijke maatregelen resteerde na alle getroffen maatregelen nog een tekort aan dekkingsmiddelen voor tijdelijke inhuur van € 375.000,-- (incl. tweede fase opstellen toekomstvisie 2020 ad € 75.000,--). Onze inzet was en is om een groot deel van deze nog openstaande rekening binnen de lopende begroting “op te lossen”. Omdat het niet mogelijk bleek te zijn om het totale tekort te dekken heeft uw raad hiervoor in 2009 incidenteel € 150.000,-- beschikbaar gesteld. Hierbij hebben wij aangegeven, dat het capaciteitstekort van tijdelijke aard is (bijv. door de organisatieontwikkeling/ digitalisering) en dat we na 2010 de taken met de normformatie kunnen uitvoeren,aangevuld met tijdelijke maatregelen te dekken uit beschikbare budgetten. Op basis van die “toezegging” stellen wij u voor om voor 2010 nog een incidenteel bedrag van € 100.000,-- beschikbaar te stellen. Selectieve vacaturestop Zoals reeds in hoofdstuk 1.1. is aangegeven worden we steeds nadrukkelijker geconfronteerd met de gevolgen van de economische recessie waardoor ook gemeenten in de komende jaren in zwaar weer terecht zullen komen. We staan dan ook aan de vooravond van een ingrijpende bezuinigingsoperatie die ook gevolgen zal hebben voor de bedrijfsvoering i.,c. de personele formatie en het takenpakket. Vooruitlopend op de brede discussie over de bezuinigingen hebben we, in overleg met het MT, besloten om per 1 november 2009 een selectieve vacaturestop in te voeren. Die maatregel maakt het nog eens extra noodzakelijk om in 2010 te kunnen beschikken over een bescheiden bedrag aan extra incidentele middelen om adequaat op personele knelpunten in te kunnen spelen. In de hierna opgenomen “vooruitblik” hebben we voor de korte en de wat langere termijn mogelijke oplossingsrichtingen aangegeven om in de komende jaren de “spanning” tussen de uit te voeren taken en de daarvoor beschikbare personele capaciteit op te lossen.
2. CAO onderhandelingen versus nominale compensatie via de algemene uitkering. Blijkens de bestuurlijke afspraken die het Rijk en de VNG hebben gemaakt krijgen gemeenten in 2010 en 2011 een compensatie voor de nominale ontwikkeling (loon- en prijscompensatie) die
128
voor beide jaren is vastgesteld op 0,5%. Elke CAO stijging boven 0,5% zet dus spanning op het taakstellend personeelsbudget. Uitgaande van een stijging van 1,5% zou dat voor onze gemeente neerkomen op zo’n € 100.000,--. Ten tijde van het afronden van de begroting 2010 waren de CAO onderhandelingen nog gaande en wachten we de ontwikkelingen op dat punt eerst af alvorens eventuele aanvullende voorstellen worden gedaan. Actuele ontwikkelingen 1. Herstelplan ABP Het ABP heeft een herstelplan voor het dekkings- en reservetekort bij de toezichthouder DNB ingediend. De hoofdpunten hieruit zijn: 1. Oplossing dekkingstekort in circa 4 jaar en oplossing reservetekort in circa 13 jaar; 2. Tijdelijke opslag op de pensioenpremie van 1% per 1 juli 2009, met een extra verhoging van 2% per 1-1-2010, tenzij het herstel sneller verloopt; 3. Verlaging risicoprofiel beleggingsportefeuille; 4. Vooralsnog geen korting op de pensioenrechten. Een eerste berekening van de financiële consequenties voor onze gemeente leert, dat de extra kosten in 2009 ongeveer € 20.000,-- zullen bedragen en in 2010 ongeveer € 115.000,--. Uitgaande van een tijdelijke maatregel voor bijvoorbeeld vier jaar zouden de financiële consequenties van het herstelplan als ‘incidenteel” kunnen worden aangemerkt. In totaal zou het dan gaan om ruim € 350.000,--. Wij stellen u voor om dit probleem te parkeren tot er meer duidelijkheid over de definitieve gevolgen van het herstelplan. 2. Liquidatie van het IZA We hebben bericht van het IZA ontvangen dat het na liquidatie van IZA Nederland resterende vermogen in twee tranches aan de gemeenten wordt uitgekeerd. De eerste tranche van 90% wordt medio juni 2009 uitgekeerd en bedraagt € 265.000,--. De resterende 10% wordt naar verwachting in 2013 uitgekeerd. Totaal te ontvangen dus bijna € 300.000,-- . De vakbonden maken zich sterk voor een personeelsgerelateerde bestemming maar de VNG adviseert gemeenten om een eigen bestemming te kiezen. Wij stellen u voor om vooralsnog geen bestemming aan het te ontvangen bedrag te geven, maar dit bedrag te betrekken bij de dekking van de hiervoor geschetste personele knelpunten. Indien mogelijk komen we bij het Beleidsplan 2010 met een concreet voorstel. Een vooruitblik Zoals hiervoor al is aangegeven bedraagt de totale loonsom van onze structurele personele formatie circa € 10 miljoen. Door kwantitatieve krapte, de noodzakelijke inschakeling van externe expertise op een aantal terreinen en een oplopende ambitie en complexiteit dient daarnaast externe inhuur plaats te vinden. Hieraan werd in de afgelopen jaren circa 5% van de loonsom besteed, fors oplopend in 2009 en (naar verwachting) in 2010 door met name de organisatieontwikkeling. Na 2010 verwachten we weer op de “normale” verhouding te zitten. De actuele opbrengst van de eigen personele inzet, aangevuld met externe inhuur, kan als volgt worden samengevat: • Uitvoering van (vrijwel) alle bestuursopdrachten; • Dienstverlening op niveau; • Ruimte voor ‘pobo’s’; • Organisatie in ontwikkeling; • Planning en control op niveau; • Gemotiveerde ploeg; • ‘80%’ Kwaliteit. De personele capaciteit/loonsom versus de taken en ambities vraagt doorlopend om monitoring en een kritische houding van zowel het bestuur als de organisatie op de vragen “wat gaan we doen?” en “hoe gaan we het doen?”. Om in de komende jaren de thans nog bestaande “spanning” tussen de uit te voeren taken en de daarvoor beschikbare capaciteit op te lossen willen we met uw raad graag in
129
discussie over de oplossingsrichtingen. Die discussie krijgt nu een extra dimensie in het licht van de huidige economische crisis, waardoor forse ingrepen in de personele formatie niet zijn te vermijden. Korte termijn (2009 –begin 2010) We willen onze aandacht nadrukkelijk richten op het verkennen van de taken en ambities in relatie tot de eind 2009 vast te stellen strategische toekomstvisie 2020 en de doorontwikkeling van onze organisatie, waarbij het op ons afkomende bezuinigingstraject een prominente rol speelt. Langere termijn ( 2010-2014) We zouden willen inzetten op: • Een scherp financieel meerjarenperspectief; • Een vaste verhouding product-personeel (trap op, trap af); • Het aanscherpen van de taken en ambities op basis van de strategische toekomstvisie 2020 en het collegeprogramma 2010-2014; • Het aanscherpen van de in gang gezette organisatieontwikkeling, met nadrukkelijk aandacht voor efficiency, samenwerking, privatisering en afstoten van taken. Deze insteek wordt mede meegenomen in de bezuinigingsnotitie die ten behoeve van het Breeland III overleg in januari 2010 wordt opgesteld.
1.3.5.4 Planning en Control Algemeen In de gemeente Aa en Hunze is gekozen voor een brede controlfunctie. Het gaat hierbij zowel om de beleidsinhoudelijke, financiële, personele, organisatorische en juridische aspecten. Er wordt steeds meer aandacht besteed aan de samenhang tussen de diverse deelgebieden. De laatste jaren is de roep hierom en ook de noodzaak daartoe steeds groter geworden. Voor een deel heeft dat te maken met de wijze waarop de omgeving en het verwachtingspatroon van de burger verandert, voor een ander deel met de wijze waarop onze organisatie in ontwikkeling is. Het streven is dat onze gemeente op termijn in een situatie terecht komt waarin: • de werking van de organisatie volledig transparant is; • de organisatie, doelgericht en doeltreffend werkt; • de informatievoorziening aan het bestuur en het management over alle producten, middelen, maatschappelijke effecten werkprocessen, juist en tijdig plaatsvindt; • risico’s inzichtelijk en aanvaardbaar zijn. De wijze waarop een en ander gerealiseerd kan worden, heeft onze voortdurende aandacht. De vraag naar informatie en mogelijkheden op het gebied van de informatievoorziening neemt fors toe. De grenzen voor wat betreft de scheiding tussen detail en hoofdlijn worden steeds belangrijker. Ook de status van de grens zelf is aan verandering onderhevig. Hoofdlijnen worden details, details worden hoofdlijnen etc. Gebleken is dat traditionele presentatievormen van rapportages niet langer aan de vraag kunnen beantwoorden. We beraden ons dan ook continu op nieuwe varianten. Dat daarbij onze ogen met name gericht zullen zijn op een elektronische variant moge duidelijk zijn. Als voorbeeld mag dienen de (digitale) managementrapportages. Met name de diverse mogelijkheden om op elk gewenst nivo te raadplegen blijkt in de praktijk in een behoefte te voorzien. In 2010 blijft onze aandacht gericht op verbetering van sturingsinformatie. Planning en control, een instrument. We hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het planning en controlinstrumentarium. Daarbij leek steeds het accent te liggen bij de planning. Dat beeld nemen we graag weg. Planning en control zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Onze stelling is: Een volwaardige planning is zonder control niet te realiseren. Gedegen control zonder planning al evenmin. We zullen ons nadrukkelijk blijven bezinnen op de vraag hoe we deze stelling kunnen bewijzen. Doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken. Op grond van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Aa en Hunze (ex artikel 213a van de Gemeentewet) dient er jaarlijks een aantal doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken uitgevoerd te worden.
130
Onderzoeken 2009: Over de uit te voeren onderzoeken 2009 is overleg gevoerd met de begeleidingscommissie financiële controles en de Rekenkamerfunctie. Besloten is om de volgende onderwerpen in 2009 aan een nader onderzoek te onderwerpen: a. Doelmatigheidonderzoek (organisatie-eenheid/gemeentelijke taken) - Inhuur derden. b. Doeltreffendheidonderzoek (programma’s of onderdelen daarvan) - De kwaliteit van de financiële en administratieve organisatie van de WMO. Door langdurige ziekte binnen de cluster Planning en Control moesten echter nadere prioriteiten worden gesteld, met als eerste prioriteit de samenstelling van het Beleidsplan 2009 en de begroting 2010. Dat betekende o.a. dat de uitvoering van het onderzoeksplan 2009 noodgedwongen moest worden doorgeschoven naar 2010.
Kostendekkendheid van tarieven/herziening kostentoerekening De stand van zaken omtrent het onderzoek naar de kostendekkendheid van tarieven is dat de voorlopige resultaten in een concept nota aan het college zijn aangeboden en ter kennisname aan de raad zijn gebracht. In deze concept nota is de mate van kostendekkendheid van de leges burgerzaken en de bouwleges onderzocht. Daarbij is geconcludeerd dat de leges burgerzaken in zijn totaal kostendekkend zijn. En dat het verloop van de kostendekkendheid van de bouwleges grillig is. De belangrijkste oorzaak hiervan is fluctuaties in de opbrengst van bouwleges. Op basis van de concept nota heeft het college besloten dat de gevolgen van de ontwikkelingen rondom een model voor legesberekeningen bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) voor de tariefstelling van de bouwleges bij de gemeente Aa en Hunze d.m.v. een aanvullend onderzoek (in- of extern) in beeld zal worden gebracht.
Procesbeschrijvingen De noodzaak van gedegen procesbeschrijvingen wordt binnen onze organisatie steeds breder onderschreven. In het kader van de elektronische dienstverlening is aandacht geweest voor de zogenoemde workflow. Dergelijke plannen kunnen niet verzilverd worden zonder gedegen beschrijvingen van het proces. Ook de flexibilisering van personeelsinzet, die we – voor een deel – noodgedwongen moeten toepassen vraagt om gestructureerde vastlegging van taken en activiteiten. We zullen het vastleggen van procesbeschrijvingen in Protos stimuleren daar waar nodig. Dat betekent niet dat we het organisatiebreed beschrijven als doel op zich voor staan. Wat gaan we doen in 2010 en volgende jaren
Wanneer
•
2010 e.v.
• • • • • • •
Organisatieontwikkeling Ondersteuning bij de verdere organisatieontwikkeling en aanpassing/doorontwikkeling van het planning- en controlinstrumentarium Programmabegroting De doorontwikkeling is een continu proces. Productenramingen Voortzetting van het ingezette “opwaardeertraject”, waarbij het accent zal komen te liggen op eenduidigheid. Activiteitenplanning De doorontwikkeling is een continu proces. Managementrapportage Evaluatie van de nieuwe uitvoeringsvorm, waarbij de vraag centraal zal staan of de gewijzigde presentievorm voldoet en eventueel aanvulling behoeft. Beleidsplan Najaarsnota Aanvullend onderzoek kostendekkendheid tarieven
131
2010 e.v. 2010 e.v.
2010 e.v. 2010 e.v. e 2 kwartaal 2010 4e kwartaal 2010 2009/2010
Centrale inkoop Het per 1 januari 2007 vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt, zoals bekend, gefaseerd ingevoerd. Steeds meer inkopen en aanbestedingen vinden inmiddels plaats volgens het criterium “economisch meest voordelige aanbieding” in plaats van op “laagste prijs”. De eerder unaniem door de Tweede Kamer aanvaarde nieuwe Aanbestedingswet is dinsdag 8 juli 2008 door de meerderheid van de Eerste Kamer verworpen, waardoor in 2009 de huidige richtlijnen blijven gelden. De verwachting is dat de nieuwe Aanbestedingswet per 1 januari 2010 in werking treedt. In het gemeentelijk inkoopbeleid is vastgesteld, dat duurzaam inkopen wordt meegenomen in het inkoopproces en dat de deelnameverklaring Duurzaam inkopen wordt ondertekend. Tijdens een symposium op 19 september 2008 in het provinciehuis van Drenthe heeft de verklaring “Duurzame inkopen”ondertekend. De verklaring houdt voor deze bestuursperiode in, dat de gemeente de ambitie heeft om in 2010 75% duurzaam in te kopen. Op basis van rijksrichtlijnen zijn voor onze gemeente duurzaamheidcriteria opgesteld welke verwerkt zijn in een handleiding. Tevens zal de coördinatie en registratie van duurzaam inkopen centraal plaatsvinden. In de huidige aanbestedingen wordt al rekening gehouden met duurzaam inkopen, een voorbeeld hiervan de aanbesteding aanschaf, plaatsing en onderhoud van ondergrondse containers. Dit project is één van de 50 voorbeelden welke gepubliceerd staan op de site van de VNG als Duurzaam praktijkvoorbeeld. In het najaar van 2009 zullen we u nader over duurzaamheid informeren. In 2008 is een contractendatabase operationeel geworden, waardoor inzicht is verkregen in de door de gemeente afgesloten contracten. Vervolgens zal bezien worden of dit inzicht tot voordelen kan leiden, zoals bijvoorbeeld beperking of bundeling van contracten. Te denken valt hierbij aan het schoonmaakonderhoud van gemeentelijke gebouwen, waarbij naast een mogelijk aanbestedingsvoordeel ook ingezet kan worden op beperking van het aantal leveranciers/dienstverleners en het aantal te ontvangen facturen. Ook kunnen hierbij de duurzaamheidaspecten worden meegenomen. In 2009 en 2010 zal zoveel mogelijk aandacht worden besteed aan beperking van het aantal contracten, leveranciers en facturen. Diverse aanbestedingen (zoals energie en wmo) worden op dit moment samen met andere gemeenten opgepakt. In het kader van de Organisatie Ontwikkeling is het intensiveren van de samenwerking van inkoop met derden een speerpunt. In 2010 gaan we nader onderzoeken op welke wijze en met welke partners wij de samenwerking op het gebied van inkoop kunnen intensiveren.
132
1.3.6 Verbonden partijen Inleiding De gemeente Aa en Hunze heeft zowel bestuurlijke als financiële belangen in verschillende organisaties met een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtsvorm. Een verbonden partij is volgens Artikel 1 van het BBV een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de relatie tussen de verbonden partijen en het publieke belang, zoals in hoofdlijnen beschreven in de programma’s van de gemeente. Ook komen aan de orde ontwikkelingen, c.q. voornemens als het gaat om, nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen of eventuele andere actualiteiten omtrent verbonden partijen die gevolgen kunnen hebben voor de taakuitvoering van de verbonden partijen, dan wel financiële consequenties kunnen hebben. In de jaarstukken wordt tevens jaarlijks bij de toelichting op de productenrealisatie een lijst van verbonden partijen gevoegd.
Kaders •
•
Algemeen beleid De gemeente Aa en Hunze heeft als beleid, het aangaan van Gemeenschappelijke Regelingen zoveel mogelijk te beperken. Gemeenschappelijke Regelingen kunnen wel aangegaan worden uit het oogpunt van efficiency en kostenbeheersing, wanneer het een duidelijk voordeel oplevert voor de gemeente. Nota verbonden partijen Op 23 april 2008 heeft de raad de Verordening ex 212 van de Gemeentewet opnieuw vastgesteld. Hierin is opgenomen artikel 20 lid 1 “Het college biedt op verzoek van de raad ter vaststelling door de raad een nota verbonden partijen aan.”
Risico’s Naast voordelen die samenwerkingsverbanden opleveren, zijn er ook risico’s aan verbonden. Door afvaardigingen in het algemeen en/of dagelijks bestuur kunnen financiële risico’s worden beheerst. Het risicoprofiel van gemeenschappelijke regelingen is over het algemeen laag, veelal is er een redelijk voorspelbare stijging van de jaarlijkse exploitatielasten. Het bezit van aandelen van privaatrechtelijke ondernemingen heeft in het algemeen een positief effect. De economische waarde kan namelijk hoger liggen dan de balanswaarde. Wel dient voorzichtigheid te zijn geboden bij het structureel ramen van dividend uitkeringen, omdat achterblijvende uitkeringen kunnen leiden tot een structureel budgettair probleem.
133
Overzicht verbonden partijen Vennootschappen Organisatie / vestigingsplaats
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Boekwaarde Vertegenwoordiging 2010
131.800 Wethouder ten Brink (AVA)
Den Haag Essent/Enexis
2.700 Wethouder ten Brink (AVA)
Rosmalen Waterleidingmaatschappij Drenthe
2.900 Wethouder Santes (AVA)
Assen
Publiek belang
Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen. Programma: alle Een betrouwbare en continue nutsvoorziening tegen een redelijke prijs. Programma: Financiën en bedrijfsvoering Een betrouwbare en continue drinkwatervoorziening tegen de laagst mogelijke prijs. Programma: Financiën en bedrijfsvoering.
Stichtingen Organisatie/ vestigingsplaats
Weer Samen Naar School Veendam Assen Stadskanaal Stichting ICO Assen
Stichting Bosbrandbestrijding Groningen/Drenthe Assen Stichting PICTO Veendam
Subsidie 2010 Vertegenwoordiging
Publiek belang / Programma
12.000 Wethouder Udding-Blok Zorgverbreding SBO-scholen Alg. directeur OO Berkenbosch Programma: Onderwijs (plv) We participeren in 3 Weer Samen Naar School samenwerkingsverbanden, nl Veendam, Assen en Stadskanaal 217.900 Geen deelname in bestuur vd Behartigen belangen op het gebied van stichting. de kunstzinnige vorming van de bevolking in de ruimste zin van het woord. Programma: Cultuur 2.000 Burgemeester Van Oosterhout Voorkoming en bestrijding van natuurbranden d.m.v. preventieve rondvluchten. Programma: Openbare Orde en Veiligheid Behartigen van de gemeenschappelijke 55.000 Wethouder Udding-Blok (lid) Alg. directeur OO Berkenbosch belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van ict binnen (plv) het onderwijs Programma: Onderwijs
Openbare Lichamen Organisatie/ vestigingsplaats
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Financiële Vertegenwoordiging bijdrage 2010
34.000 Burgemeester Van Oosterhout (lid) Wethouder Ten Brink (plv)
Den Haag
Vereniging van Drentse Gemeenten
7.000 Burgemeester Van Oosterhout (lid) Wethouder Ten Brink (plv)
Westerbork
134
Publiek belang / Programma
Belangenbehartiging van alle gemeenten bij andere overheden. Tweede Kamer, Kabinet en maatschappelijke organisaties zijn belangrijke gesprekspartners. Programma: Bestuur Behartigen van de gezamenlijke belangen van de Drentse gemeenten. Bijvoorbeeld vertegenwoordiging, belangenbehartiging en pleitbezorging richting provincie en Rijk. Programma: Bestuur
Openbare Lichamen Organisatie/ vestigingsplaats
Gemeenschappelijke regeling Eems Dollard Regio (EDR) Leer
Veiligheidsregio Drenthe
Financiële Vertegenwoordiging bijdrage 2010
3.200 Burgemeester Van Oosterhout (lid) Wethouder Ten Brink (plv) Dhr. Wiersum (lid) Dhr Eissen (plv)
207.200 Burgemeester Van Oosterhout Wethouder Ten Brink (plv)
Assen
Instituut voor Creatieve Ontwikkeling (ICO) (GR in liquidatie) Assen Werkvoorzieningschap Alescon
Burgemeester Van Oosterhout 0 (lid DB/AB) Wethouder Udding-Blok (plv)
100.000 Wethouder Udding-Blok (lid) D. Smit (lid) H. Heyerman (plv)
Hoogeveen
Gemeenschappelijke regeling intergemeentelijke sociale dienst van de gemeenten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo (ISD)
873.900 Wethouder Udding-Blok (lid) Wethouder Santes (plv)
Assen
Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Drenthe (GGD Drenthe) Assen Recreatieschap Drenthe
535.300 Wethouder Udding-Blok (lid) Burgemeester Van Oosterhout (plv)
75.500 Burgemeester Van Oosterhout (lid)
Diever
Gemeenschappelijke regeling Garantievoorziening voormalige Bestuursacademie NoordNederland Assen Vereniging Bestuursacademie Nederland
2.400 Gemeentesecretaris Snoep (lid) Burgemeester Van Oosterhout (plv)
2.500 Gemeentesecretaris Snoep (lid)
Zwolle
N.B. bovenstaande subsidies/financiële bijdragen zijn afgerond op honderdtallen.
135
Publiek belang / Programma
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van ruimtelijke ordening, infrastructuur, bevordering van de regionale economie, cultuur en dergelijke. Bevorderen grensoverschrijdende samenwerking, ondersteuning en coördinatie op de verschillende beleidsterreinen. Programma: Bestuur In deze organisatie worden de bovenstaande doelstellingen van de RBD en de GHOR gebundeld, gekoppeld aan de Hulpverleningsdienst Drenthe. Behartigen belangen op het gebied van de kunstzinnige vorming van de bevolking in de ruimste zin van het woord. Programma: Cultuur Activiteiten gericht op het creëren, bevorderen of instandhouden van werkgelegenheid ten behoeve van natuurlijke personen die een afstand hebben tot de reguliere arbeidsmarkt. Programma: Sociale zaken Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van werk en inkomen. Hierdoor is het mogelijk de inwoner die geen werk en/of geen inkomen heeft zo goed en snel mogelijk te helpen. Zo mogelijk bij één loket. Programma: Sociale Zaken Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de volksgezondheid in brede zin. Programma: Welzijn Behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van recreatie en toerisme. Programma: Recreatie en toerisme Vangnetvoorziening voor verplichtingen die ten laste van de GR doorlopen voor voormalig ambtelijk aangestelde medewerkers. Programma: Financiën en bedrijfsvoering
Middels het lidmaatschap van de vereniging zet de gemeente zich in voor gekwalificeerd bestuursdienstonderwijs. De vereniging dient als klankbord voor de Stichting Bestuursacademie Nederland. Programma: Financiën en bedrijfsvoering
Belangrijke ontwikkelingen/voornemens Instituut voor Creatieve Ontwikkeling Per 1 september 2005 is het Instituut voor Creatieve Ontwikkeling (ICO) geprivatiseerd. Per die datum is de gemeenschappelijke Regeling ICO overgegaan in de Stichting ICO. Dit heeft mede als gevolg dat de gemeente per 1 september 2005 cursussen op het gebied van kunstzinnige vorming inkoopt bij de Stichting ICO. Voor de periode 2006 – 2011 is een mantelovereenkomst afgesloten waarin algemene afspraken zijn weergegeven. Tevens sluit de gemeente een jaarovereenkomst met de Stichting ICO af waarin is aangegeven welke cursussen ze voor dat jaar af zal nemen. Overigens blijft de GR in geliquideerde vorm bestaan totdat alle verplichtingen die naar aanleiding van de privatisering zijn ontstaan, zijn voldaan. Dit houdt tevens in dat de portefeuillehouder bestuurslid is van de GR in liquidatie tot het moment dat de de GR in liquidatie wordt opgeheven. Veiligheidsregio Drenthe, Regionale Brandweer Drenthe en GHOR-Drenthe Het voorstel tot het oprichten van een Veiligheidsregio bestaande uit de twee diensten Regionale Brandweer en GHOR is door alle twaalf gemeenten aangenomen. Per 1 januari 2009 is daarmee de Veiligheidsregio Drenthe een feit. Alescon Ontwikkelingen omtrent Alescon staan beschreven in paragraaf 1.3.2. Weerstandsvermogen.
136
1.3.7 Grondbeleid Algemeen Onder grondbeleid wordt verstaan het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Het grondbeleid heeft een grote financiële impact. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente. Gelet op deze risico’s is een afzonderlijke paragraaf over het grondbeleid verplicht gesteld. In de raadsvergadering van februari 2004 is een kaderstellende notitie Grondbeleid vastgesteld. Deze notitie beperkt zich tot vier relevante onderwerpen van het grondbeleid: 1. Exploitatie- en grondprijsbeleid 2. Gronduitgifte 3. Strategische aankopen 4. Financiële positie van het grondbedrijf Deze kaderstellende notitie is ter voorbereiding op de Nota Grondbeleid, welke dient als sturend instrument voor de organisatie. De Nota Grondbeleid is in oktober 2004 door de raad vastgesteld. Van een aantal overige nota’s en/of uitgangspunten die van invloed zijn op het ruimtelijk beleid in onze gemeente kunnen worden genoemd: •
Algemeen kader - (Rijks) Nota Grondbeleid (nog niet vastgesteld. Onderdeel in Nota Ruimte) - Huisvestingswet (Stb 2003, 218, inwerkingtreding 1 augustus 2003) - Wet Voorkeursrecht Gemeenten (Stb 2003, 189, inwerkingtreding 23 mei 2003) - Onteigeningswet (inwerkingtreding wijziging 1 augustus 2003) - P.O.P. (herziening van het Provinciaal Omgeving Plan) - Nieuwe Grondexploitatiewet (inwerkingtreding per 1 juli 2008 )
•
Gemeentelijk kader - Collegeprogramma 2006-2010 (raad juli 2006) - Woonplan gemeente Aa en Hunze (28 februari 2002 vastgesteld) - Algemene verkoopvoorwaarden voor bouwterreinen (29 november 2001 vastgesteld) - Exploitatieverordening gemeente Aa en Hunze (31 mei 2001 vastgesteld) - Blokkering, reservering- en optieregeling kavels voor woningbouw (02 oktober 2001 vastgesteld) - Nota gedifferentieerd bouwen - Kaderstellende Notitie Grondbeleid (25 februari 2004 vastgesteld) - Nota Grondbeleid (27 oktober 2004 vastgesteld)
Bovenstaande nota’s vormen de basis voor de uitvoering van het grondbeleid. In de verordening artikel 212 Gemeentewet wordt aangegeven dat het college minimaal eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan de raad aanbiedt. Deze nota geeft het kader weer voor het toekomstige grondbeleid, de huidige vastgoedpositie, de aan- en verkoop van vastgoed, de deelname in PPS-constructies, de stand van zaken aangaande in exploitatie genomen projecten, de geraamde kosten en opbrengsten van projecten, de uitgifte van gronden in erfpacht; de bijstelling van erfpachtvergoedingen. Bij de behandeling van de jaarrekening 2008 heeft uw raad verzocht dat er in 2009 nog een bijeenkomst van de Begeleidingscommissie Accountantscontroles plaatsvindt, waarin de uitgangspunten voor het grondbeleid besproken worden. Onderdelen die daarbij besproken zullen worden zijn o.a. de winstneming en de systematiek van de grondexploitatie. Naar aanleiding van dit verzoek hebben wij toegezegd dat nog dit jaar in overleg met het Presidium een bijeenkomst inplannen met de Begeleidingscommissie Accountantscontroles of de raad, waarin de uitgangspunten voor het grondbeleid zullen worden besproken. De uitkomst van deze besprekingen zullen dienen voor het herijken van de bestaande nota Grondbeleid.
137
Beleid Mogelijkheden voor het voeren van beleid Door middel van het grondbeleid kan de gemeente invloed uitoefenen op de wijze waarop gronden worden gebruikt. Sturing van het grondgebruik door middel van het grondbeleid is wenselijk omdat het kan bijdragen aan de realisering van (publieke) doelstellingen op het gebied van de volkshuisvesting, infrastructuur, werkgelegenheid, milieu, financiën enz. De gemeente kan een actief of passief grondbeleid voeren. Omdat begripsverwarring in dit verband soms tot een verschillende interpretatie leidt van actief of passief beleid, worden hieronder beide mogelijkheden nader verwoord. In geval van een actief grondbeleid gedraagt de gemeente zich als marktpartij door zelf grond te verwerven, te ontwikkelen en te verkopen. Het voeren van een actieve grondpolitiek heeft als voordelen dat de gemeente de realisatie van de publieke doelen in eigen hand kan houden en alle kosten kunnen worden doorberekend in de uitgifteprijs. Bij hantering van marktprijzen kunnen veelal extra opbrengsten worden verkregen. Als nadelen kunnen worden genoemd het risico van renteverliezen bij een (grote) grondvoorraad en het feit dat de waarde van de gronden afhankelijk is van de economische omstandigheden. In de praktijk blijkt in toenemende mate dat actieve grondpolitiek niet (meer volledig) haalbaar is. Actief (– en passief) grondbeleid heeft een directe relatie met een (te ontwikkelen) bestemmingsplan en dient niet verward te worden met strategisch grondbeleid. Het voeren van een passief/faciliterend grondbeleid betekent dat de gemeente zich beperkt tot regulering van activiteiten in de private sector middels het bestemmingsplan, exploitatieovereenkomst en de baatbelasting. Op basis van de wetgeving en jurisprudentie kan een particulier medewerking afdwingen van de gemeente. De grondexploitatie vindt dan plaats door een particuliere partij. Voordeel van dit beleid is dat de financiële risico’s grotendeels bij derden komen te liggen. Nadelen zijn het gemis van sturing van het bestemmingsplan, invloed op de infrastructuur en het feit dat de realisatie van (financieel) minder aantrekkelijke functies (openbare voorzieningen, sociale woningbouw) in het gedrang kunnen komen. Als tussenvorm van actief en passief grondbeleid kan de gemeente op verschillende manieren samenwerken met particuliere ondernemingen. Deze samenwerkingsvormen staan in de praktijk bekend onder de naam Publiek Private Samenwerking (PPS). Het komen tot samenwerking heeft voor beide partijen meerwaarde. Bij strategische (grond of object) aankopen kan worden ingespeeld op ontwikkelingen in de markt. Dergelijke aankopen kunnen een actief grondbeleid bevorderen/mogelijk maken. Strategische aankopen hebben niet altijd een directe relatie met een te ontwikkelen plan of voornemen tot ontwikkeling. De afweging bij het voornemen tot een strategische aankoop is en blijft subjectief. Bij de beoordeling van de situatie moet rekening gehouden worden met de termijn waarop een (voorgenomen) bestemming kan worden gerealiseerd of eventueel vervangende grond voor een bepaalde concrete bestemming nodig is. Strategische objectaankopen kunnen eveneens gedaan worden ter voorkoming van bezwaren op bestemmingsplanprocedures en/of planschadeclaims. De afweging bij een strategische aankoop blijft altijd subjectief maar er is een beoordelingssystematiek opgesteld waarop een voornemen tot aankoop kan worden afgewogen. Bestaand beleid De gemeente Aa en Hunze voert tot dusverre overwegend een actief grondbeleid. In de komende bestuursperiode wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk bestemmingsplannen in eigen beheer in ontwikkeling te nemen. Daartoe zal een actieve grondpolitiek moeten worden bedreven en kunnen er strategische aankopen worden gedaan. In het beleidsplan 2003 is een krediet beschikbaar gesteld van € 1.000.000 voor het doen van strategische aankopen binnen de daarvoor door de raad gestelde kaders. Zoals reeds is vermeld, is in de raadsvergadering van 25 februari 2004 de kadernotitie grondbeleid door de raad behandeld. In de raadsvergadering van 27 oktober 2004 is de Nota grondbeleid (de uitwerking van de kaders) in de raad vastgesteld. Beleid in ontwikkeling In de toekomst zal het gemeentebestuur een besluit moeten nemen op de vraag of primair privaatrechtelijk of publiekrechtelijk overeenkomsten worden afgesloten. Volgens de nieuwe Wro is de gemeente namelijk bij iedere ontwikkeling verplicht om kosten te verhalen. De wetgever streeft ernaar dat dit kostenverhaal zoveel
138
mogelijk privaatrechtelijk geschiedt. Mocht dit niet haalbaar zijn dan rest de gemeente niets anders dan publiekrechtelijk, via het Exploitatieplan haar kosten te verhalen.
Financiën De in de begroting 2010 opgenomen financiële informatie is primair gebaseerd op de in juni 2009 vastgestelde jaarrekening 2008. Het uitgangspunt van onze planning en controlcylus is in het algemeen om u in de najaarsnota, indien hier aanleiding voor is, nader te informeren. Hierbij wordt uitgegaan van het principe ”Geen bericht is goed bericht”. Het is onze intentie om in de najaarsnota 2009 middels een nieuwe rapportageopzet over de exploitatie Mariëncamp Rolde te informeren. In deze opzet wordt niet alleen financiële informatie (zoals stand onderhanden werk en winstverwachting) verstrekt, echter ook niet financiële informatie (zoals nog te verkopen kavels en planning werkzaamheden) zal worden verstrekt. Indien deze opzet voldoet aan uw verwachtingen zullen wij deze opzet ook voor alle overige exploitatieopzetten in de jaarrekening 2009 implementeren.
Een financieel uitgangspunt bij grondexploitaties is het realiseren van een sluitende exploitatie, waarin alle kosten voor het realiseren van het openbaar gebied worden verhaald in de grondopbrengst inclusief een bijdrage in de infrastructuur in de ruimste zin van het woord. De omvang van de reserve grondbedrijf wordt integraal bij de herziening van de Notitie “reserves en voorzieningen” heroverwogen. Algemene reserve grondbedrijf Verliezen kunnen het gevolg zijn van twee soorten risico’s: - voorzienbare (exploitatie) risico’s; - onvoorzienbare of algemene (conjuncturele of markt) risico’s. De voorzienbare risico’s blijken uit de jaarlijkse toelichtingen op de bouwrekeningen. Ook voor onvoorzienbare risico’s, ontstaan door negatieve conjuncturele ontwikkelingen en/of rentestijging, dient een algemene reserve grondbedrijf in stand te worden gehouden. Het bepalen van de noodzakelijke omvang van de algemene reserve grondbedrijf is niet eenvoudig, omdat de omvang afhangt van onzekere factoren als markt- en politieke ontwikkelingen, de rentestand en de verwachte resultaten. In de Begroting 2010 is per plan een raming van de verwachte uitgaven en inkomsten opgenomen. Financiële positie Grondbedrijf De algemene reserve van het grondbedrijf bedraagt per 1 januari 2009 € 2.207.189, waarbij het nadelig resultaat over 2008 ad € 227.529 reeds is onttrokken. Indien met de verwachte toekomstige voordelige resultaten (€ 5.383.657) en met de geraamde onttrekkingen (€ 1.474.546) rekening wordt gehouden bedraagt de algemene reserve van het grondbedrijf € 6.116.300. Weerstandsvermogen In de Kaderstellende notitie Grondbeleid is voorgesteld om voor een minimale omvang van het weerstandsvermogen ten behoeve van algemene risico’s een percentage te hanteren van 15% van de positieve boekwaarden, vermeerderd met de nog te maken kosten en het verwachte eindresultaat. Bij het herijken van deze notitie zullen we beoordelen of deze systematiek nog steeds actueel is voor de berekening van het weerstandsvermogen. Het becijferde benodigde weerstandsvermogen volgens de nog geldende systematiek bedraagt per 1 januari 2009 € 6.192.913. Dit bedrag wordt berekend als volgt: Positieve boekwaarde onderhanden werken Boekwaarde gronden zonder kostprijsberekening Boekwaarde verspreide gronden / Hugeslaan Krediet voor strategische aankopen Nog te maken kosten objecten onderhanden werk Verwacht resultaat Totaal Minimale omvang 15% van voornoemd bedrag is € 6.192.913.
139
€ 7.583.800 € 3.350.889 € 49.925 € 1.000.000 € 23.917.815 € 5.383.657 € 41.286.086
De omvang van de algemene reserve grondbedrijf, waarbij rekening is gehouden met het toekomstig beslag bedraagt € 732.643 positief. Voornoemde bedragen zijn als volgt berekend: Algemene reserve bouwgrondexploitatie per 1 januari 2009 € 2.207.189 Toekomstig beslag: Geraamde onttrekkingen € 1.474.546 Saldo (overschot) € 732.643
De verwachting is dat op termijn de omvang van de algemene reserve grondbedrijf voordelig zal worden beïnvloed door de toevoeging van voordelige resultaten van complexen. Per 1 januari 2009 zijn de verwachte voordelige exploitatieresultaten berekend op € 5.383.657 positief. Indien geanticipeerd wordt op deze toevoeging dan bedraagt het overschot € 6.116.300 en kan worden geconcludeerd dat de algemene reserve grondbedrijf per 1 januari 2009 bijna toereikend is om de risico’s op te vangen. Voorzieningen grondbedrijf De stand van de voorzieningen van het grondbedrijf bedraagt per 1 januari 2009 € 50.009 bestaande uit: - voorziening de Es € 11.476 - voorziening Boddeveld € 10.174 - voorziening geluidshinder € 28.359 Totaal € 50.009
Voorraden Verspreide gronden/Hugeslaan De boekwaarde van de gronden is in 2008 in relatie tot de mogelijkheden voor het in exploitatie brengen dan wel mogelijke verkoop beoordeeld. De boekwaarde van de verspreide gronden bestaat uit diverse boekingen uit de vier voormalige gemeenten. Dit heeft geresulteerd tot de afboeking van de boekwaarde per einde boekjaar ten laste van de ABR. De gronden van complex Hugeslaan (Gasselte) zijn te gebruiken als ruilgronden bij eventuele herbestemming Mennega en aansluitende woningbouw (lint) richting dorpsstraat. Dit heeft geresulteerd tot de afboeking naar landbouwkundige waarde en beschouwen als strategische grond. De waarde bedraagt 19.970 m2 x € 25.000 per hectare is € 49.925,00. Het restant van de boekwaarde (€ 76.831,26) is afgeboekt. Gronden zonder kostprijsberekening De plannen Bloemakkers 2004, dressuurcentrum Gieten zullen met de plannen Uitbreiding Bloemakkers en Bloemakkers oud uit het onderdeel onderhanden werk worden samengevoegd tot het plan Bedrijventerrein Gieten. Binnen afzienbare tijd zal hiervoor een exploitatieopzet worden vervaardigd. Tevens zal dan worden beoordeeld in hoeverre het verwachte positieve saldo van het plan Uitbreiding Bloemakkers benodigd is om te komen tot marktconforme uitgifteprijzen voor het bedrijventerrein Gieten. Het plan Rolde Zuid (Mariëncamp Rolde) wordt op dit moment conform het vastgestelde collegeprogram, voor wat betreft invulling percentage sociale woningbouw, herijkt. De boekwaarden van de overige plannen zullen omgezet worden naar een exploitatieopzet dan wel, ingeval van geen mogelijkheid tot het in exploitatie brengen, beoordeeld worden op marktwaarde. Dit heeft geresulteerd tot het volgende met betrekking tot deze gronden: e - Gasteren 3 fase: dit plan wordt als wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van woningbouw meegenomen in het actualisatieplan Gasteren. De planologische procedure afwachten en daarna overwegen een exploitatie-opzet te maken. - Schipborg 2e fase: het betreffende perceel valt buiten de rode contour en kent hoge landschappelijke waarde (esrand). Woningbouw past niet (meer) in beleid. Het perceel wordt afgeboekt en de grond verkopen als agrarische grond. De oppervlakte bedraagt 8.770 m2 op basis van € 25.000 per hectare is € 21.925,00. Het restant van de boekwaarde is afgeboekt en ten laste van de algemene bedrijfsreserve gebracht. - Dorp Gasselte: er is voorheen een bijdrage van Brands Bouw ontvangen. In 2008 heeft er nog een correctie in verband met BTW plaatsgevonden. De restant boekwaarde is toegevoegd aan de algemene reserve. - Eexterveenschekanaal: het terrein is in recente verleden verkocht aan Brummelhuis. De exploitatie kan afgeboekt worden en ten laste van de algemene bedrijfsreserve worden gebracht.
140
-
-
Industrieterrein Gasslternijveen 2e fase: het plan is als wijzigingsbevoegdheid opgenomen in het actualisatieplan voor Gasselternijveen. Het terrein aanhouden en de boekwaarde bevriezen. Grolloo: betreft samenvoeging van dorp Grolloo en Grolloo Zuid. Het perceel ligt buiten de rode contour. Gelet op de ligging aan de rand van het dorp is een perceel in de toekomst wellicht te gebruiken voor landschappelijke inpassing. Het plan afboeken naar landbouwkundige waarde en beschouwen als strategische grond. De oppervlakte bedraagt 2.620 m2 tegen € 25.000 per hectare gewaardeerd is € 6.550. Het restant van de boekwaarde is afgeboekt. Telgenkampschool: betreft voormalige school te Rolde. De laatste kavel is voor € 179.250 in 2008 verkocht. De exploitatie kan worden afgesloten en deze opbrengst wordt toegevoegd aan de algemene bedrijfsreserve.
Onderhanden werk De exploitatieopzetten zijn geactualiseerd.
Winstverwachtingen Winstverwachting per 1 januari 2009. Op dit moment zijn de volgende complexen in exploitatie: 2
Complex
Verwacht exploitatiesaldo
Nog beschikbare kavels/m
Gasteren, 2e fase Eext Noord-Oost Annen Noord-West Anderen, 2e fase Eexterveen Annerveenschekanaal locatie A en D Anloo Bosweg 1e fase Uitbreiding Bloemakkers Gieten
Voordelig € Voordelig € Voordelig € Voordelig € Voordelig € Voordelig € Voordelig € Voordelig €
Bloemakkers Gieten (oud) Ekehaar 2e fase De Hoorns Rolde Dwarsplaatsen Oost Schoonloo Plantexpo Mariëncamp Rolde
Nadelig € 86.322 Voordelig € 336.677 Voordelig € 1.365.004 Voordelig € 202.758 Nadelig € 87.802 Nog geen winstverwachting
Geen kavels meer beschikbaar Geen kavels meer beschikbaar Geen kavels meer beschikbaar Nog 3.332 m2 tegen verkoopwaarde € 499.340 Geen kavels meer beschikbaar Nog 5.310 m2 tegen verkoopwaarde € 398.250 Geen kavels meer beschikbaar Nog 20.219 m2 tegen verkoopwaarde € 1.075.120 Geen kavels meer beschikbaar Nog 1.238 m2 tegen verkoopwaarde € 148.560 Geen kavels meer beschikbaar Nog 1.195 m2 tegen verkoopwaarde € 173.370 Geen kavels meer beschikbaar Nog 207.539 m2 tegen verkoopwaarde € 31.773.987
92.719 329.374 729.847 279.002 754.252 245.338 249.947 972.865
Op basis van bovenstaande verwachte exploitatie-uitkomsten wordt van de in exploitatie genomen gronden een totaal positief resultaat verwacht van € 5.383.657. Voorheen werd het positief resultaat over het algemeen pas genomen zodra de afwikkeling van de exploitatie volledig had plaatsgevonden (voorzichtigheidsprincipe). In het besluit begroting en verantwoording (BBV) 2004 is het volgende vermeld: “Tussentijdse winstneming is alleen raadzaam onder bepaalde voorwaarden. Bij grote projecten, die diverse jaren duren, is het mogelijk tussentijds winst te nemen. Het is dan echter wenselijk dat het project is onderverdeeld in duidelijk herkenbare delen. Tussentijdse winstneming is dan mogelijk als een deelproject is afgesloten, de winst op het deelproject is gerealiseerd, en er geen verlies verwacht wordt op andere deelprojecten, tenzij daarvoor voldoende voorzieningen zijn getroffen.” Tussentijdse winstneming heeft voorgaande jaren plaatsgevonden met betrekking tot de volgende complexen: Annen Noord-West € 907.560 (1999) De Hoorns € 500.000 (2002) De volgende complexen zijn nog niet in exploitatie: e e Gasteren 3 fase, Schipborg 2 fase, dorp Gasselte, Dressuurcomplex Gieten, Grolloo (samenvoeging dorp Grolloo en Grolloo Zuid) en Industrieterrein Gasselternijveen.
141
Woningbouw Plancapaciteit voor woningbouw per 1 januari 2009 Naam plan
Kernnaam
Plancapaciteit per 1-1-2009
Locatie Woldhoek Dwarsplaatsen - oost Dwarsplaatsen - zuid locatie Osinga/Havenkade locatie vm. Gemeentehuis locatie Naweg Stationsstraat Schoolstraat Rolde Zuid Nijlanderstraat Annerveenschekanaal Eexterzandvoort Gasselternijveenschemond Gieterveen Ekehaar NW fase 3 Bosweg Anderen De Hoefslag Balloo
Annen Gasselternijveen Gasselternijveen Gasselternijveen Gieten Gieten Gieten Gieten Rolde Rolde Annerveenschekanaal Eexterzandvoort Gasselternijveenschemond Gieterveen Ekehaar Anloo Anderen Gasselte Balloo
Totaal
18 appartementen 2 woningen 40 woningen 19 appartementen 37 wooneenheden 12 wooneenheden 28 appartementen 40 appartementen 300 woningen 8 woningen 7 woningen 1 woning 4 woningen 40 woningen 9 woningen 4 woningen 5 woningen 76 woningen 1 woning
Locatie binnen stedelijk
18 2 40 19 37 12 28 40 300 4 7 4 40 9 4 5 76 1 235
142
uitleg
411
2
FINANCIELE BEGROTING
Het onderdeel financiële begroting van deze programmabegroting gaat met name in op de budgettaire aspecten en op de financiële gevolgen van de beleidsbegroting. De financiële begroting is de tegenhanger van de jaarrekening. Inhoud: 2.1 2.2 2.3
Uiteenzetting van de financiële positie Overzicht lasten en baten financiële begroting Vaststelling financiële- en beleidsbegroting
143
144
2.1
Uiteenzetting van de financiële positie
In dit hoofdstuk wordt de verwachte ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente Aa en Hunze aangegeven. Wij geven hierbij aandacht aan de volgende onderwerpen: • Ontwikkelingen op rijksniveau • Financiële gevolgen van het Collegeprogramma 2006-2010 • Verloop van de Vrije Algemene Reserve • Ontwikkeling financiële positie • Ter afweging staande onderwerpen in 2010 • Investeringen 2010 • Stand en verloop van de reserves en voorzieningen • Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume
Ontwikkelingen op rijksniveau De Algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Meicirculaire 2009 In het Beleidsplan 2009 is de onzekerheid omtrent de ontwikkeling van de algemene uitkering al aangegeven en is de hoop uitgesproken dat in de aanloop naar de begroting 2010 wat meer duidelijkheid zal ontstaan. De berekeningen voor het Beleidsplan 2009 waren gebaseerd op een zo goed mogelijke inschatting van de gevolgen voor onze gemeente van de meicirculaire 2009, waarbij noodgedwongen een aantal aannames is gedaan. Het werd al snel duidelijk dat de meicirculaire 2009, in combinatie met de berichtgeving over het aanvullend akkoord dat de VNG met het Kabinet heeft gesloten, voor veel consternatie bij gemeenten heeft gezorgd. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 9 juni j.l. is hierover veel gedebatteerd en is een motie van de gemeente Haarlemmermeer aangenomen. Naar aanleiding van die motie heeft de VNG intensief met de beheerder van het Gemeentefonds gesproken. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken heeft de Tweede Kamer bij brief van 6 juli j.l. nader geïnformeerd over de stand van zaken en is met name ingegaan op de acressen in het Gemeentefonds. Ontwikkelingen in de jaren 2012 en 2013 In de meicirculaire 2008 werd nog gesproken over nominale groeipercentages voor 2012 en 2013 van resp. 2,41 en 2,13. In de meicirculaire 2009 zijn die percentages op 0 gezet. Dit zorgt voor een zeer forse achteruitgang van de algemene uitkering. Een deel van de achteruitgang is het gevolg van naar beneden bijgestelde loon- en prijsontwikkeling. In een brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer wordt nader op deze problematiek ingegaan. Kort samengevat gaat het om het volgende: 1. Het accres voor de jaren na 2011 heeft geen onderdeel uitgemaakt van de aanvullende afspraken tussen het Rijk en de VNG en over de situatie voor 2012 en verder is op dit moment vrijwel niets te zeggen. 2. In principe zou het mogelijk zijn om de gebruikelijke normeringsystematiek door te rekenen over de jaren 2012 en verder. Het beeld dat dan zou ontstaan zou echter volgens de staatssecretaris een verkeerd signaal afgeven en zou daardoor verkeerde verwachtingen kunnen wekken. Dit wordt veroorzaakt door de volgende factoren: a. Uitermate onzeker economisch beeld met een slecht te voorspellen langere termijn; b. In 2011 zijn er verkiezingen en zal een nieuw kabinet aantreden; dit kan en zal nogal wat betekenen voor de rijksfinanciën en de financiën van de medeoverheden; c. Het is zeer wel denkbaar dat de rijk wordt geconfronteerd met een omvangrijke bezuinigingsopgave die op dit moment nog niet is ingevuld; d. Nu niet vooruitlopen op evaluatie in 2010 van de normeringsystematiek; e. Eind 2009 zal het kabinet een wetsvoorstel indienen voor een wettelijk kader voor de verbetering van het EMU-saldo, waarin de tekortnormering voor medeoverheden wordt bepaald en vastgelegd. Hierin hebben ook de medeoverheden een aandeel en dit kan een effect hebben op het saldo in de komende jaren. Bovenstaande heersende onzekerheden zorgen voor een uitermate onzeker beeld voor de jaren 2012 en verder.
145
Septembercirculaire 2009 Inmiddels is de septembercirculaire verschenen, waarin nadrukkelijk wordt aangegeven dat de onzekerheden groot en de vooruitzichten somber zijn. Het is duidelijk dat de overheidsfinanciën op rijksniveau langdurig uit het lood zijn geslagen. Zelfs wanneer er na de crisis wordt teruggekeerd naar een economische groei van 2% treedt er geen verbetering op van het overheids-saldo. Dit sombere vooruitzicht noopt het kabinet tot forse aanvullende maatregelen, die voor de periode na 2011 gevolgen voor de ontwikkeling van het Gemeentefonds zullen hebben. Voor de jaren 2010 en 2011 bevat de circulaire geen nieuws. De in het voorjaar van 2009 gemaakte afspraken tussen het Rijk en de medeoverheden blijven onverkort van kracht, zodat de ontwikkeling van de algemene uitkering voor de jaren 2010 en 2011 ten opzichte van de meicirculaire 2009 nauwelijks is veranderd. De belangrijkste boodschap uit deze circulaire is echter dat er voor de jaren na 2011 grote budgettaire onzekerheden zijn. Scenario voor de jaren na 2011 Kernpunt voor de jaren 2012 en 2013 is (en blijft) het advies van de fondsbeheerders om bij het opstellen van de gemeentebegrotingen uit te gaan van een behoedzaam scenario. Dit is door de fondsbeheerders vertaald in een bandbreedte van minimaal 0% nominaal accres en maximaal 0% reëel accres. De onzekerheden omtrent met name de meerjarenramingen zijn momenteel groot. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat zowel het moment als de mate van het economisch herstel nog voor een belangrijk deel onduidelijk is. In dat licht schept ieder positief getal met betrekking tot het accres vanaf 2012 te hoge verwachtingen. Sterker nog; de fondsbeheerders achten het niet uitgesloten dat er voor de jaren na 2011 sprake kan zijn van een negatieve ontwikkeling. Op basis van de informatie uit de septembercirculaire hebben is in de begroting 2010 en het FMP 2011-2013 uitgegaan van het volgende scenario: Jaar
2010
2011
2012/2013
Baten Nominaal accres
Algemene Uitkering Belastinginkomsten Salarissen Overige lasten
0,48% 0%
Algemene Uitkering Belastinginkomsten Alle lasten (incl. salarissen)
0,48% 0,48%
Algemene Uitkering Belastinginkomsten Alle lasten (incl. salarissen)
0% 0%
Reëel accres
Lasten Compensatie inflatie
0% 0,48% 0% 0% 0,48% 0% 0%
Dit betekent voor: 2010:
Elke CAO verhoging boven de 0,48% geeft een budgettair probleem, tenzij dit wordt opgevangen middels een krimp; De Inflatie in 2010 kan worden opgevangen uit de “overcompensatie” van de trend in de begroting 2009.
2011:
Elke CAO verhoging boven de 0,48% geeft een budgettair probleem, tenzij dit wordt opgevangen middels een krimp in de uitgaven; Inflatie in 2011 boven 0,48% geeft voor alle uitgaven (incl. salarissen) een budgettair probleem, tenzij dit wordt opgevangen middels een krimp.
2012-2013: Elk inflatiepercentage in 2012 t/m 2013 geeft een budgettair probleem tenzij dit wordt opgevangen middels een krimp in de uitgaven.
146
Actuele ontwikkelingen Gelet op de meest recente geluiden vanuit Den Haag en verwachtingen van de VNG moet sterk rekening worden gehouden met een scenario waarin in de komende jaren sprake is van forse kortingen op het Gemeentefonds. Daarbij moet worden gedacht aan kortingspercentages van tussen de 15% en 20%. Voor onze gemeente zou dat een verlaging van de algemene uitkering betekenen van tussen de € 3.000.000 en € 4.000.000. Daarnaast vrezen wij dat ook de in voorbereiding zijnde departementale bezuinigingen en de momenteel binnen de provincies gaande discussie over het takenpakket versus middelen voor de gemeenten de nodige nadelige financiële gevolgen zullen hebben. In hoofdstuk 1.1 zijn wij al nader op deze recente verwachtingen ingegaan.
Financiële gevolgen van het Collegeprogramma 2006-2010 Financieel beeld voor 2010 en volgende jaren De begroting 2010 en het Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 zijn opgesteld aan de hand van het Collegeprogramma 2006-2010 en het Beleidsplan 2009. Daarbij is rekening gehouden met de besluitvorming aangaande die stukken door uw raad. De in het Beleidsplan 2009 onder "niet ter afweging staande onderwerpen" opgenomen bedragen zijn verwerkt in de primitieve begroting 2010. Naast die “niet ter afweging staande onderwerpen” zijn ook de in het Beleidsplan opgenomen bijstellingen over het jaar 2009 met een doorwerking naar 2010 verwerkt. Begrotingsjaar 2010 Op basis van de uitkomsten van de Productenraming 2010 kan de volgende berekening worden gemaakt van de uitkomsten na verwerking van het Collegeprogramma 2006-2010. Het gaat hier dus om de “ter afweging staande onderwerpen” waarover besluitvorming door uw raad dient plaats te vinden. Begrotingsvoorstel 2010
Saldo productenraming 2010 voor bestemming Mutatie reserves Saldo productenraming 2010 na bestemming Ter afweging staande onderwerpen: Collegeprogramma 2006-2010 Nieuw beleid Onttrekking aan de VAR Saldo programmabegroting 2010 na verwerking voorstellen
structureel
incidenteel
836.000 -598.000 238.000
-311.000 -700.000 -1.011.000
-198.000 79.000
-568.000 -515.000 2.094.000 0
119.000
De aan uw raad gepresenteerde begrotingsvoorstellen resulteren voor 2010 in een bescheiden positief saldo van € 119.000. Gelet echter op de prognoses voor de jaren na 2010 waarin forse begrotingstekorten worden verwacht kan dit overschot slechts als “incidenteel” worden aangemerkt en wij stellen uw raad dan ook voor om geen extra structurele uitgaven ten laste van dit positief saldo te doen. Voor het incidenteel sluitend maken van de begroting is een onttrekking aan de VAR noodzakelijk van € 2.094.000 Tegenover deze onttrekking staat de storting in de VAR van het jaarrekeningresultaat 2008 van € 1.332.000. Bij “Lange termijn ontwikkelingen/FMP 2011-2013” verderop in dit hoofdstuk komen we nader op de ontwikkeling van de VAR terug. Los van de meest actuele verwachtingen omtrent de gevolgen van de economische crisis voor het Gemeentefonds moesten ook al op basis van de ten tijde van het opstellen van de begroting beschikbare informatie noodgedwongen duidelijke keuzes worden gemaakt, waarbij we erin zijn geslaagd om de uitvoering van het resterende collegeprogramma in financieel opzicht onverkort in de begroting op te nemen. Daarnaast was er slechts heel beperkt ruimte voor nieuwe uitgaven.
147
Een aantal nieuwe wensen en ontwikkelingen kon daardoor geen financiële vertaling in deze begroting krijgen en is daarom voorlopig geparkeerd. Bij de aanvang van de nieuwe bestuursperiode zullen deze uitgaven in het licht van de dan actuele financiële situatie ter afweging staan. Tenslotte is een aantal in basis structurele uitgaven gedeeltelijke incidenteel opgenomen. Het gaat hier o.a. om een noodzakelijke verhoging van het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen en monumenten en de stortingen in het fonds voor grote projecten en het ILG. Wij menen hier verantwoorde keuzes te hebben gemaakt, mede gezien het gegeven dat er naast de inzet van incidentele middelen sprake is van een gefaseerde structurele opbouw van de bedoelde budgetten. Lange termijn ontwikkelingen/FMP 2011-2013 We hebben ervoor gekozen om uiterst terughoudend om te gaan met het structureel belasten van de komende begroting(en) en de onoverkomelijke nieuwe uitgaven, voor zover verantwoord, zoveel mogelijk incidenteel op te nemen. Verder is uitgegaan van het scenario dat er in de komende jaren geen nominaal en reëel accres in het Gemeentefonds beschikbaar zal komen. Ook is een aantal op ons afkomende nieuwe ontwikkelingen niet financieel in het meerjarenperspectief vertaald. Die uitgangspunten resulteren in een Financieel Meerjaren Perspectief met een geprognosticeerd tekort van bijna € 300.000 structureel. De vraag is echter hoe groot de tekorten in de komende jaren in werkelijkheid zullen worden. Het Kabinet geeft al aan dat er voor die jaren sprake is van grote onzekerheden. Gelet op de meest recente geluiden vanuit Den Haag en verwachtingen van de VNG moet sterk rekening worden gehouden met een scenario waarin sprake is van forse kortingen op het Gemeentefonds. Daarbij moet worden gedacht aan kortingspercentages van tussen de 13% en 20%. Voor onze gemeente zou dat een verlaging van de algemene uitkering betekenen van tussen de € 3.000.000 en € 4.000.000. Op basis van dat uiterst sombere scenario worden de gemeenten in de komende jaren geconfronteerd met een forse (bezuinigings)taakstelling in latere jaren die niet van het ene moment op het andere kan worden ingevuld. Daarom is een taakstellende bezuiniging die door het volgende college zal moeten worden ingevuld. Wederom is hier de vraag hoe groot de omvang van die taakstellende bezuinigingen zou moeten zijn. Bij de cijfermatige afronding van het Financieel Meerjaren Perspectief ging het nog om een redelijk bescheiden tekort van bijna € 300.000, waarvoor een taakstelling is opgenomen. Met het opnemen van die taakstelling is het meerjaren perspectief dan ook in eerste instantie “technisch” sluitend gemaakt. De werkelijke taakstelling zal naar onze inschatting tussen de € 4.000.000 en € 5.000.000 liggen, waarbij we dan ook rekening houden met het creëren van financiële ruimte voor nieuw beleid c.q. nieuwe ontwikkelingen voor een bedrag van rond de € 500.000. Hierbij willen we wel direct aantekenen, dat pas in het voorjaar van 2010 meer duidelijkheid over de werkelijke ingrepen in het Gemeentefonds zal komen. In hoofdstuk 1.1 hebben wij het spoorboekje aangegeven dat we willen gebruiken om uiteindelijk te komen tot een sluitende begroting 2011 en zodanige taakstellende bezuinigingen dat ook het Financieel Meerjarenperspectief op termijn weer sluitend is. Verloop van de Vrije Algemene Reserve (VAR) Zoals al eerder is aangegeven leidt het incidentele begrotingsresultaat 2010 tot een onttrekking aan de VAR van € 2.094.000. In de jaren 2011 tot en met 2013 is eveneens een beroep op de VAR noodzakelijk voor de dekking van de incidentele voorstellen en niet-trendmatige ontwikkelingen. Verwacht verloop Vrije Algemene Reserve
geprognosticeerde stand per 1 januari rente storting onttrekking geprognosticeerde stand per 31 december
148
2010
2011
2012
2013
3.237.000 162.000 356.000 -2.094.000 1.661.000
1.661.000 83.000 327.000 -524.000 1.547.000
1.547.000 77.000 299.000 -318.000 1.605.000
1.605.000 80.000 271.000 -278.000 1.678.000
In het Beleidsplan 2009 is aangegeven, dat de Variabele Algemene Reserve (VAR) in de komende jaren door dekking van incidentele uitgaven terugloopt naar afgerond € 2 miljoen in 2013, omdat er met name in de jaren 2009 en 2010 sprake is van forse onttrekkingen. Dit vloeit voort uit onze inzet om uiterst terughoudend om te gaan met het structureel belasten van de begroting en de onoverkomelijke nieuwe uitgaven,voor zover verantwoord, zoveel mogelijk incidenteel op te nemen. Door deze maatregel is er – evenals in 2009 - ook in 2010 nog sprake van een behoorlijk investeringsniveau dat goed past in het beeld van de noodzakelijke economische stimulering waaraan ook onze gemeente een bijdrage wil leveren. De voorstellen zoals die thans in de begroting 2010 zijn opgenomen resulteren in een verwachte stand van de VAR per 31 december 2013 van afgerond € 1,7 miljoen; een verschil derhalve met het Beleidsplan van € 300.000. De belangrijkste afwijkingen t.o.v. het Beleidsplan zijn: 2010
1. Extra onttrekkingen: - Tijdelijke maatregelen personele capaciteit - Meedoenbeleid - Mobiele dienstverlening - Energiebesparende maatregelen dorpshuizen - Cultuurgemeente van Drenthe
2011
- € 100.000 - € 125.000 - € 29.000 - € 24.000 - € 60.000 -------------- € 60.000
------------- € 278.000
Totaal extra onttrekkingen
2010
2.
Vervallen raming: - Herstellen aansluiting Dongelsdijk
€ 75.000
3.
In verband met de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs wordt in 2009 een voorziening van € 1.540.000 ten laste van de VAR gevormd om daaruit gefaseerd per jaar de bruidsschat te betalen. Het voordeel dat hierdoor jaarlijks in de exploitatie ontstaat wordt weer aan de VAR toegevoegd waardoor het in 2009 onttrokken bedrag uiteindelijk weer met de VAR wordt verrekend. In totaliteit verloopt dit over de gehele periode budgettair neutraal. Voor de jaren 2014 t/m 2016 gaat het nog om een storting in de VAR van in totaal € 514.000.
4.
Extra toevoeging t.o.v. het Beleidsplan: Zoals ook al in het Beleidsplan 2009 is aangegeven heeft een globale scan van de reserves en voorzieningen uitgewezen dat er een reserve van ongeveer € 400.000 vrijvalt en aan de VAR kan worden toegevoegd. Het gaat hierbij om een reserve die in het verleden is gevormd uit de verkoop van enkele gemeentelijke gebouwen en destijds bestemd is voor de gedeeltelijke dekking van de nieuwbouw van het gemeentehuis, inclusief Openbare Werken en Brandweer. Deze investeringen zijn financieel geheel afgewikkeld en de nog resterende reservemiddelen kunnen aan de VAR worden toegevoegd. Wij stellen uw raad dan ook voor om deze maatregel, vooruitlopend op de herziening van de nota “Reserves en Voorzieningen”, in de gemeenterekening 2009 te effectueren. De werkelijke stand van de vervallen reserve bedraagt overigens € 438.000,--. De bedoelde herziene nota zal in elk geval voor de aanvang van de collegeonderhandelingen in 2010 beschikbaar zijn en onderdeel uitmaken van het nog op te stellen “Overdrachtsdocument”.
Recapitulatie: Verschil in de prognose van de VAR per 31 december 2013 t.o.v. het Beleidsplan 2009 afgerond - € 300.000 Veroorzaakt door: 1. Extra onttrekkingen 2. Vervallen raming 3. Verzelfstandiging onderwijs (nog toe te voegen in 2014 t/m 2016) 4. Extra toevoeging van vervallen reserve Overige kleinere verschillen
149
+ + +
€ € € € €
338.000 75.000 514.000 438.000 39.000
Rekening houdend met het voorgaande stijgt de uiteindelijke prognose van de VAR weer tot een bedrag van € 2,3 miljoen in 2015. Tenslotte willen we opmerken dat de VAR in de afgelopen jaren met name gevoed werd door exploitatieoverschotten op basis van de gemeenterekeningen. De vraag is in hoeverre er ook in de komende jaren nog sprake zal zijn van overschotten. De verwachtingen op dit punt zijn op grond van de huidige economische situatie bepaald niet groot. Wellicht komen er nog extra incidentele middelen vrij naar aanleiding van de binnenkort in voorbereiding te nemen nota “Reserves en voorzieningen”.
Ontwikkeling financiële positie Om een oordeel over de ontwikkeling van de financiële positie te kunnen geven is het van belang het weerstandsvermogen van de gemeente te bezien in relatie tot de ontwikkeling van de begroting. In de paragraaf 1.3.2 weerstandsvermogen wordt de relatie aangegeven tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s. De weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer bedraagt € 5,7 miljoen (€ 7,3 miljoen in 2009). En de weerstandscapaciteit in de exploitatie bedraagt € 0,2 miljoen (€ 0,1 miljoen in 2009). In de programmabegroting is een vrije ruimte van € 5,9 miljoen beschikbaar. Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf 1.3.2. De vrije ruimte in de begroting bestaat bijna alleen maar uit de weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer, de WAR en de VAR. Deze weerstandscapaciteit heeft een incidenteel karakter.
150
Ter afweging staande onderwerpen in 2010 Bij de ter afweging staande onderwerpen zijn de voorstellen opgenomen die voortvloeien uit het Collegeprogramma 2006-2010. Gevolgd door de voorstellen die als nieuw beleid zijn aangemerkt. Er is een onderscheid gemaakt tussen lasten die uit structurele middelen en die uit incidentele middelen gedekt worden. Er wordt uitgegaan van een rentepercentage van 5.
1.1 Collegeprogramma 2006-2010 structureel Nr.
Prog.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Bestuur/01 Puza/02 OOV/03 Soc.Z/08 OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 Platt/14 Platt/14 Finbedr/16 Finbedr/16
Pensioenvoorziening wethouders Begraafplaats Gasselte Meldkamer Noord Nederland Natuurwerkplaats Anderen Reconstructie Eexterweg Fietsverbinding met Eext Wegreconstructie ivm rioleringswerkzaamheden Verkeers- en vervoersmaatregelen Luchtfoto's Onderhoud gebouwen Onderhoud monumenten Verkeersveilige wegbermen ILG (Investeringsregeling Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten Taakstelling boventallig personeel Informatiebeleidsplan Totaal
Uitgaaf
2010
-20.000 -180.000 -7.000 -5.000 -93.000 -550.000 -100.000 -70.000 -10.000 -36.000 -12.500 -10.000 -10.000 -10.000 20.000 -90.000
-20.000 -13.500 -7.000 x -8.400 -41.300 -9.000 -8.200 -10.000 -36.000 -12.500 -10.000 -10.000 -10.000 20.000 -22.500
-1.183.500
-198.400
Toelichting: 1.
Pensioenvoorziening wethouders In de jaarrekening 2006 is ten laste van de exploitatie een pensioenvoorziening voor wethouders gevormd. De stand van de voorziening bij de jaarrekening 2008 is € 1.264.000. Jaarlijks wordt vervolgens bezien in hoeverre de hoogte van de voorziening toereikend is. Op basis van de meest recente berekeningen is bij de begroting 2009 voorgesteld om m.i.v. 2008 gefaseerd t/m 2012 een structureel bedrag op te nemen van € 100.000. Op dit moment is er geen aanleiding om hierin wijzigingen aan te brengen.
2.
Begraafplaats Gasselte In 2008 is een krediet beschikbaar gesteld ten behoeve van een onderzoek naar de staat van onderhoud van de begraafplaats te Gasselte. De daaruit voortvloeiende aanpassingen staan gepland vanaf 2010. De kosten worden geraamd op € 180.000 (incl BTW). De kapitaallasten zijn gebaseerd op een afschrijvingstermijn van 40 jaar en bedragen € 13.500. Deze lasten werden altijd doorberekend in de tarieven. Tijdens de begrotingsvergadering van 12 november 2008 heeft de raad besloten de lijkbezorgingrechten voor 2009 trendmatig te verhogen. Dit in afwijking van het uitgangspunt van kostendekkende tarieven, waarbij al in een eerder raadsbesluit een aantal kostensoorten waren uitgezonderd. In afwachting van de uitkomsten van de uitwerking van de beleidsnotitie begraafplaatsen wordt er van uitgegaan dat dit besluit ook nog in 2010 van toepassing is.
3.
Meldkamer Noord Nederland De noordelijke bestuurders hebben zich uitgesproken voor het oprichten van een Meldkamer Noord Nederland. De totale meerkosten voor de RBD bedragen structureel € 0,54 per inwoner. Voor 2010 dient rekening te worden gehouden met 50% van deze kosten. Voor onze gemeente is dit € 7.000. En vanaf 2011 totaal structureel € 14.000 (zie het FMP).
151
4.
Natuurwerkplaats Anderen In het kader van plattelandsontwikkeling is in Anderen een natuurwerkplaats gerealiseerd bij een woon/zorgboerderij. De natuurwerkplaats zal door Vanboeijen en de Praktijkschool Winkler Prins worden benut als een vaste locatie voor werk- en leerprojecten in het kader van natuur- en landschapsbeheer voor mensen met een verstandelijke beperking en zeer moeilijk lerende jongeren. De raad heeft besloten gedurende een periode van 3 jaar een jaarlijkse bijdrage in de exploitatie van € 5.000 te verstrekken. Voor deze periode (2008 – 2010) komt de dekking uit de reserve incidentele dekkingsmiddelen. Na deze periode wordt het project geëvalueerd en zal bij een gunstige uitkomst de jaarlijkse bijdrage in de exploitatie worden gecontinueerd.
5.
Reconstructie Eexterweg Langs de Eexterweg in Gieten ligt een riolering uit het jaar 1938. Gezien de leeftijd en de daarmee samenhangende gesteldheid van het riool is vervanging op korte termijn noodzakelijk. Het gedeelte tussen Brink en Spiekersteeg staat voor het jaar 2010 op de planning. De uitvoering zal worden gekoppeld aan de aanleg van het OV station. Voor dit soort werkzaamheden is een algehele reconstructie nodig waarbij voor het ontwerp weginrichting rekening wordt gehouden met het concept duurzaam veilig. Het budget voor aandeel riolering is opgenomen in het vervangingsschema riolering en wordt gedekt uit de rioolrechten. Voor de wegreconstructie i.v.m. rioleringswerkzaamheden is een bedrag nodig van € 200.000. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat 50% van de kosten door cofinanciering uit de BDU gelden wordt gedekt. Het gemeentelijk aandeel wordt hierdoor € 100.000. Hiervoor is in de begroting 2010 een bedrag opgenomen (zie nr. 7). Voor een algehele reconstructie is een extra investering voor het wegendeel noodzakelijk van € 93.000. De kapitaallasten van deze investering bedragen € 8.400 (afschrijvingstermijn 25 jaar).
6.
Fietsverbinding met Eext Aansluitend op de fietstunnel (Eexterweg-Gieten) wordt een fietsbrug aangelegd over de N33 om de fietsverbinding met Eext te herstellen. Met Rijkswaterstaat zijn afspraken gemaakt om de aanleg van de fietsbrug en de aanleg van de kruising N33/N34 in dezelfde aanbesteding mee te nemen. De aanbesteding heeft inmiddels plaatsgevonden. De totale bijdrage in de aanleg van de fietsbrug wordt geraamd op € 1.100.000. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat 50% van de kosten door cofinanciering uit de BDU gelden 2010 wordt gedekt. De gemeentelijke bijdrage komt hiermee op € 550.000. De kapitaallasten bedragen € 41.300 (afschrijvingstermijn 40 jaar). Met de uitvoering zal naar verwachting eind 2009 worden gestart.
7.
Wegreconstructie i.v.m. rioleringswerkzaamheden In het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) is de vervanging van de riolering opgenomen. Daarnaast heeft de gemeente de verplichting t.a.v. het reduceren van het aantal rioolwateroverstortingen om te voldoen aan de basisinspanning en waterkwaliteitsspoor. Dit gebeurt door het afkoppelen van regenwater van het gemengde rioolstelsel. In het algemeen gaan dit soort werken gepaard met reconstructie van de weginrichting. Op basis van het GRP worden uit het rioolaandeel slechts de aanleg van de leiding en het herstel van de opgebroken sleuf bekostigd. Het wegenaandeel zit, afhankelijk van onderhoudstoestand, in het wegenonderhoudsprogramma en voorziet slechts in onderhoud van de bestaande verharding en niet in een algehele reconstructie. De extra kosten die gepaard gaan met de reconstructie worden geraamd op € 100.000 per jaar (afschrijving 25 jaar, kapitaallasten € 9.000). . . 8. Verkeers- en vervoersmaatregelen In het FMP word uitgegaan van een investeringsbedrag van € 70.000 per jaar voor verkeersveiligheid, met een kapitaallast van € 8.200 per jaar (afschrijvingstermijn 15 jaar). De uitvoering van verkeersveiligheidsmaatregelen zal zo veel mogelijk tegelijk met reconstructiewerkzaamheden plaatsvinden. Voor 2010 zal het geld voornamelijk worden ingezet voor de verkeersveiligheid bij scholen in het kader van het Drents Verkeersveiligheidslabel en verkeersveilige maatregelen in diverse dorpen. Voor de uitvoering van diverse projecten hebben de gemeente en de provincie een convenant met elkaar gesloten. Hierbij geeft de gemeente aan welke projecten er zullen worden uitgevoerd en zal worden gekeken welk projecten voor BDU-subsidie in aanmerking komen. Diverse projecten vanuit de provincie en de gemeente zullen met elkaar worden afgestemd. In 2009 zal een nieuw convenant voor de jaren na 2009 worden afgesproken.
152
9.
Luchtfoto’s In de begroting 2008 is een incidenteel bedrag beschikbaar gesteld voor luchtfoto’s van € 20.000. De gedachte was dat voor de luchtfoto’s gebruik gemaakt kan gaan worden van “google”. Google heeft echter een te lage resolutie waardoor het beeldmateriaal niet aan de eisen van ons voldoet. Luchtfoto’s worden eens in de 2 jaar gemaakt. Voorgesteld wordt om € 10.000 structureel op te nemen, zodat eens in de 2 jaar € 20.000 beschikbaar is.
10. Onderhoud gebouwen In 2006 heeft de raad de “Nota onderhoud gebouwen” vastgesteld. Het betreft hier het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen, exclusief de dorpshuizen, onderwijsgebouwen en monumenten. In deze nota wordt gestreefd naar een onderhoudsniveau tussen de conditieschalen 2 en 3, wat overeenkomt met een redelijke tot goede onderhoudstoestand. In de begroting 2008 is voor groot onderhoud en schilderwerk van de gemeentelijke gebouwen (excl. monumenten) respectievelijk € 201.000 en € 66.000. opgenomen. Ten opzichte van het voorgaande jaar betekende dit een verhoging van het bedrag voor groot onderhoud van € 125.000 en van € 19.000 voor schilderwerk. Vanwege het ontbreken van voldoende structurele dekkingsmiddelen is deze verhoging in de begroting 2008 incidenteel opgenomen. Vanaf 2009 t/m 2012 worden de budgetten gefaseerd structureel opgenomen. Het verschil wordt incidenteel aangevuld. 11. Onderhoud monumenten De monumenten zijn vanaf 2008 opgenomen in een afzonderlijke meerjarenraming en losgekoppeld van de overige gebouwen. Voor de molens geldt vanaf 2006 een nieuwe subsidieregeling (BRIM). Om hiervoor in aanmerking te komen is voor een periode van 6 jaar een Periodiek Instandhoudings Plan (PIP) opgesteld door de Monumentenwacht Drenthe. Door de Rijksdienst (RACM) is de subsidie voor de komende 6 jaar toegezegd, mits het onderhoud in overeenstemming met de ingediende PIP plannen wordt uitgevoerd. Voor het buitenschilderwerk aan de molens is de cyclus teruggebracht naar 4 jaar, aangezien bij een langere cyclus het vele houtwerk aan de molens onvoldoende is beschermd. Voor de kerkelijke gebouwen (en dus onze 3 kerktorens) wordt de nieuwe subsidieregeling omstreeks 2009-2010 verwacht. Om deze reden is het noodzakelijke groot onderhoud aan de 3 torens voor het grootste gedeelte pas vanaf 2010 op te nemen in de meerjarenraming. Bij de kerktorens in Rolde en Gieten dienen de constructieve verdiepingsvloeren en de klokkenstoelen te worden gerenoveerd, vanwege ernstige houtaantasting. De afgelopen 50 jaar heeft hier geen definitief herstel aan plaatsgevonden. Door de monumenten op te nemen in een afzonderlijke meerjarenraming wordt ook duidelijk in beeld gebracht wat de daadwerkelijke onderhoudskosten hiervoor zijn. De subsidie bedraagt voor molens € 2.500 per gebouw per jaar vanaf 2007 en voor torens € 2.500 per gebouw per jaar vanaf 2010. In de begroting 2008 is voor groot onderhoud en schilderwerk van monumenten respectievelijk € 56.000 en € 21.000. opgenomen. Ten opzichte van het voorgaande jaar betekende dit een verhoging van het bedrag voor groot onderhoud van € 40.000 en van € 10.000 voor schilderwerk. Vanwege het ontbreken van voldoende structurele dekkingsmiddelen is deze verhoging in de begroting 2008 incidenteel opgenomen. Vanaf 2009 t/m 2012 worden de budgetten gefaseerd structureel opgenomen. Het verschil wordt incidenteel aangevuld. 12. Verkeersveilige wegbermen In 2009 is een bermbeleidsplan opgesteld. In dit plan wordt uiteengezet hoe we in de toekomst met bermen om zullen gaan. Ook landelijk is de ontwikkeling gaande om verkeersonveilige bermen, ontstaan door bermschade aan te pakken. Voorgesteld wordt het structurele budget met € 10.000 per jaar te verhogen (in de periode 2009 t/m 2012, zie het FMP). 13. Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) De Wet inrichting landelijk gebied (WILG) is in 2007 in de plaats gekomen van de Landinrichtingswet. Onderdeel van de wet is het investeringsbudget landelijk gebied (ILG). De Dienst Landelijk Gebied (DLG) is samen met de provincies verantwoordelijk voor de uitvoering van WILG. Per provincie vloeien uit deze overkoepelende wet zevenjarige plannen voort over de doelen en budgetten, de zogenaamde Provinciale meerjarenprogramma’s (PMJP). Provincies moeten de doelen in hun PMJP samen met gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties realiseren. Het ILG is bedoeld voor partijen die projecten initiëren in het landelijk gebied en daarmee bijdragen aan de doelen die de overheid heeft gesteld.
153
Het ILG beoogt de realisatie van rijksdoelen voor het landelijk gebied (top-down) te verbinden met bottom-up ontwikkeling in de regio’s. Projecten die in aanmerking komen voor financiële ondersteuning in het kader van het ILG zijn veelzijdige natuur, recreatie, landschap met kwaliteit, vitale landbouw, vitaliseren plattelandseconomie, duurzaam bodemgebruik, waterbeheer en reconstructie zandgebieden. De WILG is de basis voor de uitvoering van het PMJP. Het PMJP geeft nieuwe kansen en mogelijkheden om gebiedsgericht te gaan werken. Een werkbare gebiedsindeling is daarbij van groot belang. Er is daarom gekozen voor vijf robuuste PMJP-gebieden, namelijk Noord West-Drenthe, Drentsche Aa, Zuidwest-Drenthe, Hunze en Zuidoost-Drenthe. De gemeente Aa en Hunze maakt onderdeel uit van de gebieden Drentsche Aa en Hunze. De provincie voert de regie bij het ILG. Daarnaast zijn belangrijke rollen weggelegd voor gemeenten en de waterschappen. Gezamenlijk bestaat de zorg de rijksdoelen uit het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland 2007-2013 te halen. Het budget kan gedurende de zevenjarige ILG-periode flexibel worden ingezet zonder schotten tussen doelen of begrotingsjaren. De provincie heeft met de gemeenten, waterschappen en andere partijen (zoals maatschappelijke organisaties) nadere afspraken gemaakt over projecten, programma’s en de benodigde (co) financiering. Door ons als gemeente is voor de bestuursperiode 2006-2010 een uitvoerige lijst met projecten in het kader van het ILG opgesteld. Om deze projecten te kunnen financieren was het plan om vanaf 2007 jaarlijks een structureel bedrag van € 75.000 in de begroting op te nemen, zodat de meerjarig voorgestelde verhogingen van dit budget zouden leiden tot een structureel bedrag van € 500.000 in 2013. Vanwege de financiële positie van de gemeente werd voor de jaren 2007 en 2008 het structurele bedrag omgezet in een incidenteel bedrag. Voor 2009 werd een structureel bedrag van € 37.000 opgenomen. Voorgesteld wordt om voor de jaren 2010 t/m 2013 € 10.000 structureel en € 100.000 incidenteel per jaar op te nemen. In verband met de uitvoerige projectenlijst en de beperkte financiële middelen zullen keuzes gemaakt moeten worden en prioriteiten gesteld worden. Om tot een afgewogen prioriteitstelling te kunnen komen is het de bedoeling hiervoor objectieve criteria te formuleren. In het kader van het ILG zijn de volgende projecten opgestart: Toegangspoort Rolde (inmiddels gerealiseerd), Toegangspoort Anloo (bij de Homanshof en achter café Popken-Hollander) en het knooppunt Kniphorstbosch (in uitvoering). De knooppunten Anderen, Gasteren en Balloo zijn in voorbereiding. 14. Fondsvorming grote projecten Het Fonds Grote Projecten wordt in principe benut voor grote investeringen; bedoeld worden investeringen van meer dan € 225.000. Kleinere investeringen zijn toegestaan als zij bijdragen aan de doelstelling van de grote gebiedsgerichte projecten: Project Veenkoloniën, Hunzeproject en het project Drentsche Aa. De verwachte stand van de reserve Grote Projecten bedraagt per 1-1-2010 € 634.000. Op dit bedrag ligt een beslag t.b.v. incidentele middelen van € 67.500 t.b.v. een aantal kleinere projecten waaronder Natuurwerkplaats Anderen en het project Torenveen (Drents landschap). Ook de uitvoering van de reconstructie van de Stationsstraat te Gieten zal een beslag op de incidentele middelen leggen, naar verwachting voor een bedrag van € 450.000 bovenop het inmiddels beschikbaar gestelde voorbereidingskrediet ad € 50.000. In 2008 is een extra structureel bedrag toegevoegd aan het Fonds Grote Projecten van € 22.500 ten behoeve van de verbetering van de infrastructuur in het centrum van Gasselternijveen. Dit legt een beslag op jaarlijks structureel beschikbare middelen t.b.v. de Fondsvorming Grote Projecten. Bij de beoordeling van voorkomende projecten zal ten aanzien van de financiering de prioriteit worden gelegd bij het onderbrengen van deze projecten bij het ILG. Is dat niet mogelijk dan wordt het Fonds Grote Projecten ingezet. Voor de komende periode houden wij onder meer rekening met de volgende projecten: Hunzeproject Het Hunzeproject is in 1998 van start gegaan op basis van de kadernota: ‘Kansen in het Hunzegebied’. De hoofddoelstelling van het Hunzeproject is: Het realiseren van een optimaal ruimtelijke rangschikking van functies binnen de marges van het vastgestelde provinciale beleid, zodanig dat dit de regio economisch perspectief biedt binnen de voorwaarden van een duurzame ontwikkeling. Het Hunzegebied is aangewezen als gebied in het kader van het provinciaal Meerjarenprogramma. Een gebiedsopgave Hunze is in 2007 opgesteld met de belangrijkste doelen voor de komende 7 jaar.
154
Belangrijk uitgangspunt in deze gebiedsopgave is dat de bevolking een belangrijke rol heeft bij de realisering van een vitaal platteland. Vanuit de bottom-up benadering wordt gewerkt met deelgebiedscommissies. De deelgebiedcommissie Aa en Hunze richt zich op een aantal thema’s en adviseert over diverse projecten die binnen het Hunzeproject worden opgestart. De deelgebiedcommissie initieert geen eigen projecten, deze worden wel opgestart door de bestuurlijke partners zoals het Drents Landschap. De projecten van de bestuurlijke partners zijn voor financiering opgenomen in het meerjarenprogramma voor het investeringsbudget landelijk gebied dat wordt ondersteund met lokale-, provinciale- en rijksmiddelen. De processen voor het Hunzeproject staan vast, wel wil de deelgebiedcommissie in afstemming met de gemeente haar eigen functioneren kritisch volgen om een meerwaarde te kunnen betekenen in het Hunzeproject. Met betrekking tot de projecten is er een sterke overlap met de Agenda voor de Veenkoloniën (zie hieronder), deze projecten komen ook ten goede aan het Hunzegebied. Specifiek voor de Hunze is de natuurontwikkeling rondom de Hunze zoals bij Torenveen en Oude Weer, het MFC Gieterveen en de Stichting Hunzevallei. De recreatieve ontsluiting van het Hunze gebied is een belangrijk aandachtspunt evenals de realisatie van een groen bedrijventerrein. Het bottom-up proces is kenmerkend voor het project, dit houdt echter ook in dat ruimte gewenst is voor het inbrengen van projecten vanuit het gebied. Project Veenkoloniën De basis voor dit project is het strategisch beleidsdocument 'De Agenda voor de Veenkoloniën'. Naast een lange termijnvisie op de gewenste ontwikkelingen in het veengebied, is De Agenda ook programma met concrete maatregelen voor de korte en middellange termijn. De Agenda is begin 2008 geactualiseerd voor de periode 2008 – 2012. De inzet van de gemeente blijft er op gericht om het programma met de bestuurlijke partners uit het gebied tot uitvoering te brengen. De volgende projecten zijn inmiddels gerealiseerd of gestart met een direct belang voor de gemeente Aa en Hunze: 1. Project Van Turfvaart naar Toervaart 2. Project revitalisering en herstructurering omgeving Bareveld 3. Project ICT – infrastructuur (glasvezelnetwerk + veenlab) 4. N33 (regionale cofinanciering) 5. Neo-Veenkoloniaal bouwen (stedenbouwkundige analyse ontwikkeling linten) 6. Werkplaats voor plattelandsvernieuwing (nieuwe onderwijsmethode hoger onderwijs) 7. Project Groene Ster Veenkoloniën (gebiedsvisie Aa en Hunze / Veendam / Hoogezand) 8. Project Bio-energie (ruimtelijke en economische verbindingen tussen agrarische sector en landschap met toepassing van nieuwe energiebronnen) 9. Project duurzaam leren (implementatie onderwijsmethode Michael Fullan) 10.Werkplaats Veenkoloniën (samenwerking tussen partners Agenda en div. onderwijs- en kennisinstellingen). Het project van Turfvaart naar Toervaart is gefinancierd binnen de middelen die beschikbaar zijn uit de afkoopsom van de gemeente Groningen voor beheer en onderhoud van het Grevelingkanaal, inclusief de nog te betalen afkoopsom van ca. € 30.000 aan het waterschap voor zgn. bovenwaterschappelijke lasten. De overige projecten zullen zoveel mogelijk worden opgenomen in het meerjarenprogramma voor het investeringsbudget landelijk gebied dat wordt ondersteund met lokale-, provinciale- en rijksmiddelen. In de resterende gevallen wordt een beroep gedaan op het Fonds Grote Projecten. Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa In het kader van het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Drentsche Aa 2007-2013 is door de verschillende partijen, die participeren binnen het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa, een uitgebreid uitvoeringsprogramma opgesteld. Aan de hand van de thema’s water, landbouw, natuur en landschap, recreatie en toerisme en wonen en leefbaarheid zijn diverse projecten geformuleerd. Het komend jaar zullen wij als gemeente nauw betrokken zijn bij diverse projecten die binnen onze gemeente spelen. In het kader van het Plan van Aanpak Levend bezoekersnetwerk Drentsche Aa gaat het om de realisatie van een drietal knooppunten in respectievelijk Anderen, Gasteren en Balloo. Het voorbereidend overleg is in 2008 gestart. Er worden schetsplannen gemaakt met een voorlopige begroting. Op basis daarvan zullen projectvoorstellen worden ingediend. Op basis van het genoemde uitvoeringsprogramma is een indicatieve gemeentelijke bijdrage opgenomen in het beleidsplan 2009. De planning is om de knooppunten in 2010 aan te leggen.
155
In een bestuurlijk overleg tussen provincie, waterschap en gemeente is op 17 april 2009 besloten het Amerdiep-project stop te zetten. Binnen het Amerdiep is door de provincie en het waterschap gezocht naar mogelijkheden om natuurontwikkeling en wateropgaven te combineren. Een aantal agrariërs uit het gebied zag in deze ontwikkelingen een kans om een andere bedrijfsvoering op te zetten met behulp van groene en blauwe diensten. Deze unieke combinatie van landbouw, water en natuur zou een impuls moeten geven aan de recreatieve mogelijkheden van het gebied en tevens een breder perspectief bieden voor de agrarische sector. Van de gemeente werd bij doorgaan van dit project ook een financiële bijdrage van maximaal € 200.000 verwacht. Het ontwikkelde scenario draagt wel bij aan de beleidsdoelen die door provincie, waterschap en gemeente in eerdere stadia zijn benoemd, te weten waterkwaliteit, waterkwantiteit, ecologie, landschap, recreatie, sociaal-economische vitaliteit, etc. Dit echter tegen te hoge kosten en niet toereikende middelen (value for money). Daarnaast is geconstateerd dat er onvoldoende draagvlak is in het gebied. Daarnaast spelen er ook de nodige ontwikkelingen binnen het Rolderdiep. Daarbij gaat het om de realisatie van de volgende doelstellingen; • herstel van de historische beekloop; • realiseren van waterdoelen in verband met de Kaderrichtlijn water (KRW) • het verbeteren van de structuur van de aldaar aanwezige landbouwbedrijven; • een beheer dat is afgestemd op de natuurwaarden en dat gekoppeld is aan de locale agrarische bedrijven; • het ontwikkelen van recreatieve waarden; • het versterken van de leefomgeving van het dorp Anderen. Hierbij is ook een belangrijke rol weggelegd voor de op 23 januari 2007 ingestelde Bestuurscommissie voor de Drentsche Aa (voormalige Landinrichtingscommissie Drentsche Aa). De gemeente Aa en Hunze heeft, mede namens de gemeenten Assen en Tynaarlo, zitting in deze commissie. Ten slotte zal ook dit jaar weer getracht worden bepaalde projecten, die zijn opgenomen in de door de dorpen Anloo, Anderen en Gasteren opgestelde dorpsomgevingsplannen, daadwerkelijk uit te voeren. Een voorbeeld hiervan is een plan voor dorpsommetjes in Anderen. De Brede Overleggroep Kleine Dorpen in Drenthe (BOKD) heeft in overleg met dorpsbelangenverenigingen een aantal kansrijke kleine projectvoorstellen uitgewerkt die voldoen aan de criteria van het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Drentsche Aa. Deze worden voorgelegd aan het Overlegorgaan NBEL. Ontwikkelingen N34, Verkeersplein en OV- knooppunt In 2008 is de reconstructie van de N34 ter hoogte van Gasselte en Gieten afgerond. Daarbij is ook de fietstunnel onder de N34, ter hoogte van de Eexterweg in Gieten gerealiseerd. De plannen voor de aanleg van een OV- knooppunt, de reconstructie van het verkeersplein bij Gieten en een fietsbrug over de N33 naar Eext zijn in de afrondende fase. Het bestemmingsplan is het afgelopen voorjaar door de raad vastgesteld. Een aantal omwonenden uit Gieten hebben beroep ingesteld bij de Raad van State. De aanleg van het OV knooppunt staat voor eind 2009/begin 2010 gepland en gericht op in gebruikname medio 2010. De uitvoering van de reconstructie van het verkeersplein en de aanleg van een fietsbrug naar Eext kan volgens planning eveneens eind 2009/begin 2010 worden gestart. Bloemakkers Het bestemmingsplan Bloemakkers zal naar verwachting in het vierde kwartaal van 2009 worden vastgesteld. Hierna kan worden begonnen met de fase van het bouwrijp maken en de uitgifte van kavels. Ontwikkeling van het centrum Gieten Voor de cofinanciering van de herinrichting van de Stationsstraat is na aftrek van het voorbereidingskrediet van € 50.000 nog een bedrag van € 450.000 benodigd. De realisatie van de volgende fasen zal ook een aanzienlijke investering van de gemeente vragen. Tevens zal er rekening gehouden moeten worden met een mogelijke herinrichting van de Schoolstraat. Vanwege de financiële positie van de gemeente was voor de jaren 2007 t/m 2009 het structurele bedrag omgezet in een incidenteel bedrag. Voorgesteld wordt voor 2010 t/m 2013 € 10.000 structureel per jaar op te nemen en € 100.000 incidenteel per jaar.
156
15. Taakstelling boventallig personeel In de begroting resteert een bedrag van € 42.000 m.b.t. boventallig personeel. Zodra deze boventalligheid wegvalt zal dit bedrag in de begroting beschikbaar komen. Dit voordeel is gefaseerd gedurende de jaren 2010 en 2011 als taakstelling opgenomen voor respectievelijk € 20.000 en € 22.000. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. 16. Informatiebeleidsplan In het informatiebeleidsplan 2005 – 2010 is het beleid voor deze periode beschreven. Dit beleid is uitgewerkt in concrete plannen en activiteiten. Het informatiebeleidsplan is vastgesteld in de raadsvergadering van 6 juli 2005. De volgende onderwerpen zijn in dit plan aan de orde gekomen: • Vastgoedinformatievoorziening • Doorontwikkeling website/intranet • Gegevenssynchronisatie • Authenticatievoorziening • Workflowmanagement • Documentmanagement • GBA • Documentair Structuur Plan (DSP) Vooruitlopend op de actualisering van het Informatiebeleidsplan in 2009 zijn investeringsbedragen voor 2010 opgenomen, omdat die noodzakelijk zijn voor de realisatie van een correct werkend datadistributiesysteem (BRS). Met het BRS wordt de onderlinge communicatie tussen de diverse gegevensbestanden in de backoffice gerealiseerd. Hierin is mede opgenomen de uitbreiding naar een door EGEM bepaald standaard uitwisselingsformaat voor een gestructureerde uitwisseling van gegevens tussen de verschillende backoffice-systemen van de diverse leveranciers. 1.2 Collegeprogramma 2006–2010 incidenteel Nr.
Prog.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Bestuur/01 Puza/02 Cultuur/06 Sport/07 OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 Milieu/12 Milieu/12 Platt/14 Platt/14
Uitgaaf
2010
Kern- en buurtgericht werken Mobiele dienstverlening Gemeentelijk beleid Cultuurhistorie Sportaccommodatiebeleid Onderhoud gebouwen Onderhoud monumenten Halteplan (Toegankelijk OV) Onderhoud bruggen Uitvoeringsplan gemeentelijk klimaatbeleid Samenwerkingsverband Handhaving Noord ILG (Investeringsregeling Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten
-19.000 -29.000 -35.000 -10.000 -72.000 -25.000 -100.000 -31.000 -40.000 -7.000 -100.000 -100.000
-19.000 -29.000 -35.000 -10.000 -72.000 -25.000 -100.000 -31.000 -40.000 -7.000 -100.000 -100.000
Totaal
-568.000
-568.000
Toelichting: 1. Kern- en buurtgericht werken Uit het rapport kern- en buurtgericht werken blijkt dat er in de periode half 2008 tot half 2010 incidenteel meer tijd beschikbaar moet komen voor de contactpersoon K+B werken van 0,5 fte. Na de evaluatie medio 2010 zal moeten worden bezien in hoeverre dit een structureel vervolg dient te krijgen. De incidentele kosten worden voor 2010 geraamd op € 19.000. 2. Mobiele dienstverlening In het kader van het CIDRE-project wordt vanaf april 2008 gemeentelijke dienstverlening mobiel aangeboden. Voor de locaties is aangesloten bij de Wegwiezers. Tot en met 2009 zijn voor dit project incidentele middelen beschikbaar gesteld. Na de evaluatie eind 2009 zal worden besloten of structurele middelen noodzakelijk zijn en komt dit voorstel terug in het Beleidsplan 2010.
157
3. Gemeentelijk beleid Cultuurhistorie In het collegeprogramma 2006-2010 is opgenomen dat het college de cultuurhistorische waarden wil in standhouden en beschermen vanwege een groeiende lokale belangstelling voor cultuurhistorie en een terugtredende rijksoverheid. Dit zal zich moeten vertalen in een visie. De eerste stap hierin is de samenstelling van een indicatieve kaart ten aanzien van archeologische en cultuurhistorische waarden. Naast karakteristieke panden kan gedacht worden aan elementen in het landschap (grenzen, wegen en bijzondere objecten) of het cultuurlandschap als geheel. De geschatte kosten bedragen € 35.000 per jaar gedurende drie jaren mede veroorzaakt door advisering van externe specialisten op het gebied van cultuurhistorie. Het opgenomen bedrag bedraagt laatste jaarschijf uit de reeks van 3. 4. Sportaccommodatiebeleid Wij willen in deze bestuursperiode hiervoor een duidelijk aanzet geven door te starten met een sportaccommodatiebeleid. Samenwerken tussen clubs om deze vernieuwing te bereiken zal door ons worden gestimuleerd en ondersteund. Dit zal worden betrokken bij de ontwikkeling van het sportbeleid (looptijd van 2007 t/m 2010). 5. Onderhoud gebouwen Zie het onderdeel collegeprogramma - structureel voor de toelichting. 6. Onderhoud monumenten Zie het onderdeel collegeprogramma - structureel voor de toelichting. 7. Halteplan (Toegankelijk Openbaar Vervoer) Het stads- en streekvervoer over de weg moet in 2010 optimaal toegankelijk zijn. Het gaat dan voornamelijk om de inzet van toegankelijke bussen en de aanpassing van de bushaltes. Denk bij het laatste aan het verhogen van de halteplaats en het aanbrengen van geleidelijnen en markeringen. Ook de begrijpelijkheid en leesbaarheid van informatie is belangrijk. Twee wetten liggen hieraan ten grondslag, te weten: - de Wet Personenvervoer 2000 (WP 2000) en - de Wet Gelijke behandeling chronisch zieken en gehandicapten. Landelijk is de aanpak van de bushaltes tot nu toe sterk achtergebleven. De gezamenlijke inzet van de overheden is er op gericht om met een inhaalslag 46 procent (in 2010) van de haltes aangepast te hebben. In onze gemeente zal het met name gaan om bushaltes met een zekere gebruikersfunctie. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft voor de aanpak van haltes gelden vrijgemaakt. Daarom worden de aan te pakken halteplaatsen nader bepaald in samenwerking met de provincie Drenthe (verstrekker BDU) en het OV-bureau Groningen-Drenthe. Gemeentelijk moeten wij 47% van de bushaltes toegankelijk hebben gemaakt. Op de investering zal dan een tegemoetkoming worden ontvangen. Voorstel is om een aantal van minimaal 54 haltes (extra) toegankelijk te maken, waardoor eind 2010 het totaal op 72 toegankelijke gemeentelijke haltes komt. Voor de jaren 2008-2010 wordt jaarlijks een gemeentelijke investering van € 100.000 voorgesteld. 8. Onderhoud bruggen Er heeft een inspectie plaatsgevonden van 46 bruggen in gemeentelijk eigendom. Hierbij is de onderhoudstoestand beoordeeld. De inspectiegegevens zijn verwerkt in het beheersprogramma bruggen. Op basis van deze gegevens zijn de volgende bedragen nodig: - groot onderhoud gemiddeld per jaar € 37.000 - herstellen van verkeersschade jaarlijks € 3.000 - onderhoud van de corrosiebescherming, het schilderwerk € 15.000 Totaal een bedrag van € 55.000 per jaar. In de begroting is voor het totale onderhoud op dit moment een structureel bedrag beschikbaar van € 24.000. Dit bedrag is niet toereikend voor het uitvoeren van het totale bedrag aan onderhoud. Een structurele verhoging van € 31.000 is noodzakelijk. Vanwege het ontbreken van structurele middelen worden de bedragen incidenteel opgenomen. 9. Uitvoeringsplan gemeentelijk klimaatbeleid De raad heeft het gemeentelijk klimaatbeleid op 29 oktober 2008 vastgesteld inclusief een uitvoeringsplan bestaande uit 14 beschreven projecten. Na goedkeuring is een aanvraag voor subsidie in het kader van de Regeling Lokaal Klimaatbeleid bij Senternovem ingediend. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de te maken kosten. Op 19 februari 2s009 is ons een SLOK-subsidie toegezegd van € 197.179 voor de periode tot 2012.
158
10. Samenwerkingsverband Handhaving Noord Ten behoeve van de formele samenwerking tussen de gemeente Aa en Hunze, Assen, Noordenveld en Tynaarlo (i.c. Samenwerkingsverband Handhaving Noord) op het gebied van de handhaving wordt voorgesteld een incidenteel bedrag voor 3 jaar (2009 t/m 2011) te reserveren van € 7.000. Dit bedrag wordt ingezet voor specifieke projecten waarbij een meerwaarde is weggelegd voor samenwerking op het gebied van handhaving m.b.t. de deelnemende gemeenten. In het verleden zijn ook bedragen incidenteel beschikbaar gesteld, die aan de provincie werden verstrekt in relatie tot handhavingsprojecten. In het samenwerkingsverband is afgesproken dat het gewenst is om een vergelijkbaar bedrag te blijven reserveren om uitvoering te kunnen geven aan de samenwerking. 11. Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) Zie het onderdeel collegeprogramma - structureel voor de toelichting. 12. Fondsvorming grote projecten Zie het onderdeel collegeprogramma - structureel voor de toelichting.
2.1 Nieuw beleid – structureel Nr.
1 2 3 4
Prog.
Cultuur/06 OW/11 Wonen/13 Fin&BV/16
Cultuurnota 2010-2013 Plaatsen LED verlichting in ANWB wegwijzers Handhaving fysieke omgeving Effect verkoop aandelen Essent Totaal
Uitgaaf
2010
-26.400 -25.000 -45.000 150.000
-26.400 x -45.000 150.000
53.600
78.600
Toelichting: 1. Cultuurnota 2010-2013 De kosten van nieuw beleid uit de cultuurnota 2010-2013 zijn € 26.400 structureel. Het een en ander is conform het raadsbesluit van 28 januari 2009. 2. Plaatsen LED verlichting in ANWB wegwijzers De huidige ANWB wegwijzers zijn voorzien van traditionele verlichting. Door de bestaande TL armaturen in de ANWB wegwijzers te vervangen door LED verlichting wordt het stroomverbruik met ca. 65% teruggebracht en worden de onderhoudskosten verlaagd door een veel langere levensduur van LED verlichting. Voordelen: - Stroom kosten worden verlaagd met ca. 65% - Co2 uitstoot wordt teruggebracht met 65% - Onderhoudsintervallen worden vergroot door het toepassen van duurzame LED technologie. In totaal gaat het binnen de gemeente Aa en Hunze om ca. 90 wegwijzers. (meerdere wegwijzers per mast). Om alle 90 ANWB wegwijzers te voorzien van LED armaturen is een investering nodig van € 25.000, de kapitaallasten bedragen € 2.250 bij een afschrijvingstermijn van 25 jaar. De kapitaallasten verlopen budgettair neutraal met de verlaging van de onderhoud- en energiekosten. 3. Handhaving fysieke omgeving In het verlengde van de eis van het ministerie VROM heeft het college de ambitie om de handhavingstaken van de fysieke omgeving meer professioneel en integraal op te pakken. Er wordt vanuit diverse invalshoeken een toenemend belang gehecht aan een actief beheer van de kwaliteit van de bebouwde en onbebouwde omgeving. Een professionele handhaving heeft als doelen een veilige en leefbare woon- en leefomgeving, een goed milieu, een sociaal rechtvaardige maatschappij en beperkt het optreden van allerlei ongewenste neveneffecten als maatschappelijke onrust, aansprakelijkheid, e.d. Zoals besproken in de marktplaats van maart 2009 is geconcludeerd dat wat we als gemeente doen op handhavinggebied we goed doen maar dat de capaciteit beperkt is. Voornamelijk op het gebied van de
159
controle en handhaving van bouw- en sloopvergunningen, het toezicht vrije veld en de afhandeling van klachtmeldingen schieten we tekort. In de beleidsmatige uitwerking gaan we aandacht schenken aan een benadering van de handhaving fysieke leefomgeving via handhavinggroepen, in plaats van disciplinegericht. En gaan we de werkzaamheden en risico’s aan de hand van risicomatrices analyseren en prioriteren. Afhankelijk van prioritering en diepgang kan voorzichtig gesteld worden dat de voorgestelde aanpak een versterking kan betekenen van het taakveld ten opzichte van de huidige situatie. Vooruitlopend op een brede afweging van de gevolgen van de huidige marktsituatie, waardoor o.a. de vergunningverlening terug loopt en de gevolgen van de invoering van de WABO, wordt in eerste instantie gekozen voor de invulling van 1 extra fte met het voorstel om daarvoor € 45.000 beschikbaar te stellen. 4. Effect verkoop aandelen Essent Na een zorgvuldig en uitgebreid proces, dat startte met de goedkeuring van de Toekomststrategie van Essent tijdens de Bijzondere Algemene Vergadering van Aandeelhouders (BAvA) dd 27 juni 2008, hebben per 3 juli 2009 alle (100%) aandeelhouders van Essent zich aangesloten bij het verkoopcontract tussen Essent en RWE. Op 23 juli 2009 heeft Essent alle partijen per brief verder geïnformeerd over de voortgang van het verkoopproces. Er is toen aangegeven dat er meer tijd nodig was, om te komen tot een passende oplossing met betrekking tot de consequenties van de uitspraak van het kort geding over de overdracht van de aandelen die Essent houdt in Publiek belang electriciteitsproductie (EPZ NV). Daarbij is aangegeven dat de eerst mogelijke datum van het sluiten van de overnametransactie -31 juli jl.- niet kon worden gerealiseerd. De Raden van Bestuur van Essent en RWE waren en zijn er echter van overtuigd dat de overname nog steeds in het derde kwartaal van 2009 kan plaatsvinden. Afhankelijk van het verloop van de procedure in kort geding en de uiteindelijke onherroepelijke gerechtelijke uitspraak in de bodemprocedure dan wel van de uitkomst van een vergelijk met Delta, zal het economische belang in EPZ dan wel het economische en juridische belang in EPZ aan RWE worden overgedragen. Als de overdracht te zijner tijd alsnog definitief plaatsvindt zal het overeenkomstig deel van de verkoopprijs aan de aandeelhouders worden voldaan. Voor het jaar 2009 en de meerjarenraming is een dividend van € 143.000 in de begroting opgenomen. Wij verwachtenvoor de overname een bedrag van ongeveer € 10 miljoen te ontvangen. Daarnaast hebben we recht op een bedrag van geschat € 32 per aandeel. Het bedrag dat ineens wordt ontvangen gaan we, net als andere ontvangsten en uitgaven, betrekken in de jaarlijkse financieringsbehoefte. Het rendement van bedrag is onzeker en afhankelijk van het op dat moment geldende rentepercentage, de looptijd, het risicoprofiel etc. Er is op dit moment nog veel onzekerheid over de te ontvangen bedragen en het tijdstip van betaling. Met inachtneming van deze onzekerheid vinden wij het ramen van een totale structurele opbrengst van € 293.000 verantwoord. Dit betekent een structureel voordeel van € 150.000. Indien er meer zekerheid komt over de financiële afwikkeling komen we met nadere voorstellen. 2.2 Nieuw beleid - incidenteel Nr.
1 2 3 4 5 6
Prog.
Bestuur/01 EZ/04 EZ/04 Onderwijs/05 Cultuur/06 Cultuur/06 Sport/07
7 Sport/07 8 9 10 11 12 13 14
Welzijn/09 Welzijn/09 Welzijn/09 Milieu/12 Wonen/13 Fin/16
Uitgaaf
2010
-16.600 -25.000 -14.000 278.600 -2.600 -22.000
-16.600 -25.000 -14.000 x -2.600 -22.000
Sponsorbeleid Koersnota stimulering bedrijfsleven Koersnota bedrijfscontactfunctionaris Verzelfstandiging openbaar onderwijs Subsidie/cofinanciering publieksvoorlichting Cultuurnota 2010-2013 Gemeentelijk beleid sport en bewegen overgangstermijnen Gemeentelijk beleid sport en bewegen combinatie functionarissen Evaluatie Meedoen Deelname project Vanzelfsprekend 0-4 jarigen Energiebesparende maatregelen dorpshuizen Energiebesparing bestaande woningbouw ADHB detacheringskosten Tijdelijke maatregelen personele capaciteit
-10.000
-10.000
-37.250 -125.450 -15.000 -24.000 -40.000 -98.000 -100.000
-37.250 -125.450 x -24.000 -40.000 -98.000 -100.000
Totaal
-251.300
-514.900
160
Toelichting: 1. Sponsorbeleid In 2009 is het sponsorbeleid van de gemeente vastgesteld. Uitgangspunt van het nieuwe beleid is bijdragen aan de uitstraling van onze gemeente in de zin dat het onze naamsbekendheid vergroot en/of positief bijdraagt aan ons imago. Het moet ondersteunend zijn aan het gemeentebeleid, met name op de gebieden sport en cultuur en moet een bijdrage leveren aan het saamhorigheidsgevoel in de organisatie en in de kernen. Voor uitvoering van dat beleid is in 2010 en 2011 € 35.000 per jaar nodig, € 18.400 is al beschikbaar. Dit betekent € 16.600 extra (zie ook het FMP). 2. Koersnota stimulering bedrijfsleven In de nieuwe economische koersnota wordt aangegeven dat het stimuleren van de bedrijvigheid, kennis, innovatie en communicatie gewenst is. Hiervoor is een jaarlijks budget nodig van € 25.000. Dit budget zal worden ingezet voor onder meer het ondersteunen van starters en bestaande bedrijven met een startersbrochure, préstartersdagen, nieuwsbrief, promotiedagen en meer. Voor 2010 wordt hiervoor een incidenteel bedrag opgenomen. Daarna zal een afweging gemaakt worden m.b.t. mogelijke structurele consequenties. 3. Koersnota stimulering bedrijfscontactfunctionaris In 2009 zal de nieuwe economische koersnota worden vastgesteld. Ten behoeve van de uitvoering van deze nota is aanvullend budget nodig voor de consulent bedrijfsleven. De consulent bedrijfsleven is een laagdrempelige gesprekspartner voor de ondernemers en de gemeente. Het benodigde extra bedrag van € 14.000 wordt voor de jaren 2009 t/m 2011 incidenteel opgevoerd. Na deze periode vindt een evaluatie plaats, waarbij zal worden bekeken of het aanvullend budget een structureel karakter moet krijgen. 4. Verzelfstandiging openbaar onderwijs In de opiniërende Marktplaats van 23 september jl. is in principe ingestemd met de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in de gemeente Aa en Hunze. De nieuw te vormen stichting krijgt gedurende een periode van 5 jaar een bruidsschat mee. Hiervoor zal in 2009 een voorziening ten laste van de VAR worden gevormd. De voordelen die de komende 5 jaar als gevolg van de verzelfstandiging ontstaan worden teruggestort in de VAR. Voor 2010 wordt dit voordeel becijferd op € 278.600 (zie ook het FMP). Dit is conform de berekening die gevoegd is bij het voorstel ten behoeve van de Marktplaats van 23 september 5. Subsidie/cofinanciering publieksvoorlichting Ter ondersteuning en stimulering van het Drents Architectuur Centrum wordt voorgesteld om ook voor de jaren 2010 en 2011 vanuit publieksvoorlichting gebouwde kwaliteit een jaarlijkse subsidie beschikbaar te stellen van € 2.600. Het bedrag voor 2009 is beschikbaar gekomen bij de besluitvorming over het Beleidsplan 2009 (zie ook het FMP). 6. Cultuurnota 2010-2013 Nieuw beleid uit de cultuurnota 2010-2013 voor 4 jaar € 22.000 incidenteel, raadsbesluit 28 januari 2009. Het bedrag is bestemd voor een projectsubsidie met co- financiering door de provincie voor De Amer (€ 7.000) en theater Het Hek van de Dam (€ 15.000). 7. Gemeentelijk beleid sport en bewegen overgangstermijnen Voor de overgangtermijn is incidenteel budget van € 40.000 nodig waarvan € 20.000 wordt gedekt uit de provinciale bijdrage in het kader van de Sociale Alliantie. Het gemeentelijk aandeel bedraagt derhalve € 20.000 (2010 € 10.000 en 2011 € 10.000). 8. Gemeentelijk beleid sport en bewegen combinatiefunctionarissen Er wordt voorgesteld voor 2009 t/m 2011 incidenteel middelen beschikbaar te stellen voor de inzet van een combinatiefunctionaris en voor Sport Drenthe. Hiervoor is in totaal een budget nodig van € 74.500, waarvan voor 2009 t/m 2011 respectievelijk € 18.625, € 37.250 en € 18.625. 9. Evaluatie Meedoen Onlangs is de evaluatie van het meedoenbeleid afgerond. Hieruit is gebleken dat het bereik van de doelgroep zo groot is dat een extra bedrag van € 98.450 benodigd is om het huidige beleid te bekostigen. Tevens zijn in de evaluatie 6 aanbevelingen / beleidswijzigingen opgenomen. Hiervoor zijn respectievelijk de volgende bedragen geraamd:
161
aanbeveling 1 invoering vermogenstoets aanbeveling 2 verstrekkingen in natura 1) aanbeveling 3 bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen aanbeveling 4 wijziging langdurigheidstoeslag aanbeveling 5 openstellen collectieve ziektekostenverzekering aanbeveling 6 eigen bijdrage zorgverzekering vergoeden Totaal
€ € € € € €
35.000,- V p.m. 40.000,- N 8.000,- N 2.000,- N 12.000,- N 27.000,- N
1) Bij de verdere uitwerking van het verstrekken in natura worden ook de financiële consequenties meegenomen.
Voorgesteld wordt de totaal geraamde lastenuitzetting van het bestaande en nieuwe meedoenbeleid van € 125.450 voor 2010 incidenteel te ramen. En de inhoudelijke en financiële afweging verder te betrekken bij de nog op te stellen sociale paragraaf voor de volgende bestuursperiode. 10. Deelname project Vanzelfsprekend 0-4 jarigen Voor de aanpak van vroegtijdige onderwijsachterstanden en met name taalontwikkeling stelt het ministerie van OCW extra middelen beschikbaar. Van de betrokken partijen wordt cofinanciering verwacht. Speerpunten in de uitvoeringsprogramma’s zijn: - het investeren in toe leiden naar voorzieningen; - vergroten van het bereik tot 100%; - inzicht in aanbod en kwaliteit van kleinschalige opvang; - uitbreiding en verbetering van aanbod van voor- en vroegschoolse programma’s; - verdere professionalisering van leidsters; - activeren van ouderbetrokkenheid en opvoedondersteuning. Voor het tweejarige project is in 2010, net als in 2009, een bedrag van € 15.000 nodig (op basis van het aantal leerlingen). De dekking van deze middelen komt uit de herijking van de onderwijsmiddelen Lokaal Onderwijs (raadsbesluit van 25 maart 2009). 11. Energiebesparende maatregelen dorpshuizen Vier van de dorpshuizen hebben een (deels) inefficiënte verwarmingsinstallatie, verouderde ketelsystemen en/of ribradiatoren. De kosten van vervanging bedragen € 43.792. In het meerjarenonderhoudsplan is gedeeltelijk in vervanging van deze installaties voorzien (€ 17.225). De extra incidentele last bedraagt derhalve € 26.567, waarvan op basis van de dorpshuizenregeling 90% voor rekening van de gemeente komt. Het gemeentelijk aandeel bedraagt daarmee afgerond € 24.000. Het positieve effect op het energieverbruik komt ten gunste van de exploitanten van de dorpshuizen. De raad heeft bij de vaststelling van het Beleidsplan 2009 besloten om deze werkzaamheden in 2010 uit te voeren. 12. Energiebesparing bestaande woningbouw Het door de raad vastgestelde plan met de SLOK- subsidie aanvraag (die is toegekend) is uitsluitend bedoeld om onderzoek te doen naar energiebesparende maatregelen en of het toepassen van energiezuinige alternatieven zoals omschreven in de deelprojecten. De verschillende deelprojecten leveren ieder een bijdrage aan het totaalresultaat met de omschreven prestaties per thema. Een aantal thema’s willen we extra belang toekennen. De verbetering van het energieprofiel in de bestaande woningbouw staat hoog genoteerd. Om die reden willen we daarvoor ook extra geld beschikbaar stellen voor de jaren 2009 en 2010. Ook de eigen gebouwen en toepassen van andere brandstoffen staan centraal in het klimaatplan. Uit de onderzoeken, gesubsidieerd door SLOK- geld, komen uiteraard maatregelen naar voren. Om uitvoeringsbudget voor de jaren 2009 en 2010 beschikbaar te hebben is bij het Beleidsplan 2009 een bedrag van € 40.000 beschikbaar gesteld. Voorgesteld wordt om voor 2010 eenzelfde bedrag beschikbaar te stellen. Dit geld zal o.a worden bestemd voor uitvoering EPA’s en regiefunctie energiebesparing bestaande woningbouw. 13. ADHB Detacheringkosten De raad heeft in het recente verleden budget beschikbaar gesteld om het project ADHB versneld te kunnen doorlopen. Uit dit budget wordt een gedetacheerde medewerker bekostigd, welke reguliere werkzaamheden overneemt van de beleidsmedewerkers RO. Op deze wijze kunnen deze meer tijd besteden aan het actualiseringtraject. Voor het jaar 2009 is voor deze constructie nog budget beschikbaar. Dit geldt echter niet voor het laatste jaar van het traject. De kosten van een gedetacheerd medewerker voor 2010 zijn begroot op € 58.000. Tevens is het voornemen de actualisatie van een aantal kleine kernen projectmatig uit te besteden om de deadline van 2010 te kunnen halen. Grotendeels is hier
162
nog budget voor beschikbaar, echter er resteert een geschat tekort van € 40.000. Totaal benodigd extra budget € 98.000. 14. Tijdelijke maatregelen personele capaciteit In de paragraaf Bedrijfsvoering is uitvoerig ingegaan op de personele capaciteit in relatie tot de uit te voeren taken. Aangegeven is dat er - evenals in 2009 - ook in 2010 nog sprake is van een tijdelijk capaciteitsprobleem (o.a. door de organisatieontwikkeling / digitalisering) en dat we na 2010 de taken met de normformatie kunnen uitvoeren, aangevuld met tijdelijke maatregelen te dekken uit beschikbare budgetten. Dat betekent, dat we voor 2010 nog aanvullende middelen noodzakelijk achten. Onze inschatting is dat hiervoor een incidenteel bedrag van € 100.000 nodig is. In de ‘vooruitblik’, die ook in de paragraaf Bedrijfsvoering is verwoord, hebben we voor de korte en voor de wat langere termijn mogelijke oplossingsrichtingen aangegeven om in de komende jaren de ‘spanning’ tussen de uit te voeren taken en de daarvoor beschikbare personele capaciteit op te lossen.
Investeringen 2010 Voor 2010 zijn de volgende uitbreidings- en vervangingsinvesteringen opgenomen, dan wel voorgesteld en verwerkt in de 1e begrotingswijziging. De investeringen worden onderscheiden in economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Prog.
Bedrag
Jaarlast Dekking
Indeling econ/maatsch
Uitbreidingsinvesteringen 02 Aanpassing begraafplaats Gasselte 11 Algehele reconstructie Eexterweg 11 Fietsverbinding met Eext 11 Wegreconstructie ivm rioleringswerkzaamheden 11 Verkeersveiligheid 11 Halteplan openbaar vervoer 16 Informatiebeleidsplan investeringen automatisering
180.000
14.000 alg.dekkingsmiddelen maatsch.
93.000 550.000 100.000
8.000 alg.dekkingsmiddelen maatsch. 41.300 alg.dekkingsmiddelen maatsch. 9.000 alg.dekkingsmiddelen maatsch.
70.000 100.000 90.000
8.200 alg.dekkingsmiddelen maatsch. 100.000 alg.dekkingsmiddelen maatsch. 23.000 alg.dekkingsmiddelen econ.
Vervangingsinvesteringen 03 Vervanging kleding en materiaal brandweer 07 Gymmaterialen 07 Zwembad “Zwanemeer” 11 Openbare verlichting 11 Groot onderhoud en schilderwerk gebouwen en monumenten 11 Wegenonderhoud 11 Duurzame bedrijfsgoederen 11 Rioolinvesteringen 16 Vervanging hardware Totaal investeringen
214.000
26.000 alg.dekkingsmiddelen econ.
104.000 48.000 274.000 495.000
10.000 4.000 25.000 495.000
alg.dekkingsmiddelen alg.dekkingsmiddelen alg.dekkingsmiddelen voorziening
econ. econ. maatsch. econ.
676.000 63.000 1.385.000 52.000
676.000 14.000 92.000 20.000
voorziening alg.dekkingsmiddelen rioolrechten alg.dekkingsmiddelen
maatsch. econ. maatsch. econ.
4.494.000
1.565.500
163
Stand en verloop van de reserves en voorzieningen Omschrijving
Saldo begin begrotingsjaar
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo einde begrotingsjaar
6.337.000 6.497.000 12.126.000 24.960.000
580.000 613.000 2.338.000 3.531.000
2.094.000 626.000 1.937.000 4.657.000
4.823.000 6.484.000 12.527.000 23.834.000
1.805.000 289.000 50.000 2.144.000
90.000 64.000
42.000
154.000
42.000
1.853.000 353.000 50.000 2.256.000
27.104.000
3.685.000
4.699.000
26.090.000
Algemene dienst Algemene reserves* Bestemmingsreserves** Voorzieningen Subtotaal algemene dienst Grondbedrijf Algemene reserves Bestemmingsreserves Voorzieningen Subtotaal grondbedrijf Totaal
Nb. Basis rekeningcijfers 2008, beleidsplan 2009. * Inclusief vorming voorziening voor bruidsschat verzelfstandiging onderwijs en voorgestelde onttrekkingen 2010 t.a.v. de VAR. ** Inclusief opheffing reserve gemeentelijke gebouwen in 2009.
Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume De BBV schrijft voor dat jaarlijks inzicht wordt gegeven in de terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen. Onder arbeidsrechtelijke verplichtingen worden aanspraken verstaan op toekomstige uitkeringen door het huidige dan wel voormalige personeel. Om deze aanspraken veilig te stellen moet voor deze aanspraken een voorziening worden getroffen. Binnen de huidige voorschriften is het niet langer toegestaan een voorziening te treffen indien deze verplichtingen jaarlijks een gelijkblijvend volume hebben. Binnen onze organisatie is, zoals onderstaand blijkt, geen sprake van een gelijkblijvend volume voor de verplichtingen aan voormalige bestuurders en personeel. Dit betekent dat van elke aanspraak de totale toekomstige aanspraak moet worden bepaald en ten laste van de exploitatie een voorziening moet worden gevormd. Vervolgens moet jaarlijks worden nagegaan of de getroffen voorziening nog toereikend is. Hieruit vloeien eventuele bijstellingen voort. Gemeentelijk aandeel in FPU De verplichting in het kader van de FPU-gemeenten aan voormalige personeelsleden bedraagt in 2010 € 130.000. Dit bedrag komt rechtstreeks ten laste van de daarvoor ingestelde voorziening FPU gelden. De hoogte van de voorziening is toereikend om aan de toekomstige verplichting te kunnen voldoen. Bij de jaarrekening wordt jaarlijks nagegaan of de voorziening door mutaties nog toereikend is. Wachtgelden voormalige bestuurders De geraamde wachtgelduitkeringen zijn het gevolg van wethouderswisselingen, waar nog wachtgeldverplichtingen tot 2013 uit voortvloeien. In 2010 is aan 3 voormalige bestuurders een wachtgeld verschuldigd tot een bedrag van € 65.000. Dit bedrag is opgenomen in de exploitatie van de begroting. Pensioenuitkering voormalige bestuurders In 2010 zal aan verschillende voormalige bestuurders of hun nabestaande een pensioenuitkering verschuldigd zijn van € 20.000. Dit bedrag komt rechtstreeks ten laste van de daarvoor ingestelde pensioenvoorziening voormalige wethouders. De hoogte van de voorziening is toereikend om aan de toekomstige verplichting te kunnen voldoen. Bij de jaarrekening wordt jaarlijks nagegaan of de voorziening door mutaties nog toereikend is.
164
2.2 Overzicht lasten en baten financiële begroting Het overzicht van lasten en baten financiële begroting bestaat uit de volgende onderdelen: 2.2.1 2.2.2
2.2.3 2.2.4
Overzicht lasten en baten per programma, inclusief de beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma. Toelichting lasten en baten per programma onderverdeeld in: - financiële begroting per programma inclusief toelichting verschillen; - overzicht geraamde incidentele lasten en baten; - het gemeentelijke aandeel in het EMU-saldo. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Bij 1e begrotingswijziging 2010 beschikbaar te stellen budgetten.
2.2.1 Lasten en baten per programma Overzicht totaal lasten en baten per programma (bedragen x € 1.000)
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16
Lasten
Baten
Resultaat* voor bestemming
Mutatie* reserves
Bestuur Publiekszaken Openbare Orde en Veiligheid (OVV) Economische Zaken Onderwijs Cultuur Sport Sociale Zaken Welzijn Gemeentelijke afvaltaken Openbare Werken / Verkeer en Vervoer Milieu Wonen en Leefomgeving Plattelands- en Natuurontwikkeling Recreatie en Toerisme Financiën en bedrijfsvoering
1.977 1.134 1.937 87 12.367 1.244 2.014 11.777 6.403 2.304 8.690
0 513 20 33 9.509 35 235 8.494 950 2.650 2.455
-1.977 -621 -1.917 -54 -2.858 -1.209 -1.779 -3.283 -5.453 346 -6.235
974 5.644 244 515 479
11 4.313 0 14 29.866
-963 -1.331 -244 -501 29.387
-9 -1.391
-963 -1.338 -244 -510 27.996
Totaal
57.790
59.098
1.308
-1.308
0
50 1 25 9 5 2 7
-7
Resultaat* na bestemming
-1.977 -621 -1.867 -54 -2.857 -1.184 -1.770 -3.278 -5.451 346 -6.228
* + = voordeel - = nadeel
Toelichting resultaat na bestemming Het resultaat na bestemming van de primitieve begroting is een sluitende begroting met het saldo nul. Het primitieve begrotingsresultaat van € 238.000 is opgenomen als budgetruimte structureel binnen programma 16. Dit begrotingsresultaat is het saldo van het resultaat voor bestemming van € 836.000 en de structurele storting in de reserves van € 598.000. Zie ook het onderdeel ‘Financiële gevolgen van het Collegeprogramma 2006-2010’ uit hoofdstuk 2.1.
165
2.2.2 Toelichting lasten en baten per programma Financiële begroting per programma inclusief toelichting verschillen Conform BBV-artikel 19, lid a en b wordt in de toelichting overzicht lasten en baten per programma, per programma het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging en het geraamde bedrag van het begrotingsjaar, opgenomen. In geval van aanmerkelijk verschil met de raming, respectievelijk de realisatie, van het vorig, respectievelijk voorvorig, begrotingsjaar worden deze verschillen toegelicht.
1. Bestuur (bedragen x € 1.000)
6.010 6.011
lasten rekening 2008 Algemeen bestuur 1.526 Kern- en buurtgericht werken 125
Resultaat voor bestemming 6.019 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
1.651 0 1.651
lasten begroting 2009 1.925 155
lasten begroting 2010 1.812 166
baten rekening 2008 0 0
baten begroting 2009 0 0
baten begroting 2010 0 0
2.080 0 2.080
1.977 0 1.977
0 30 30
0 75 75
0 0 0
Toelichting: De afname van de lasten komt door de incidenteel opgenomen raming in 2009 voor het opstellen van de Strategische toekomstvisie, door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen en doordat in 2010 een afname van de verplichtingen wachtgelden wethouders wordt geraamd.
2. Publiekszaken (bedragen x € 1.000)
6.020 Publiekszaken 6.021 Lijkbezorging Resultaat voor bestemming 6.029 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008 785 233 1.018 0 1.018
lasten begroting 2009 929 362 1.291 0 1.291
lasten begroting 2010 822 313 1.134 0 1.134
baten rekening 2008 338 161 499 0 499
baten begroting 2009 364 179 543 0 543
baten begroting 2010 334 179 513 0 513
Toelichting: De grootste verschillen zijn ontstaan door de incidenteel opgenomen budgetten in 2009 voor personele knelpunten.
3. Openbare orde en veiligheid (bedragen x € 1.000) lasten rekening 2008 6.030 Brandweer en Rampenbestrijding 1.562 6.031 Openbare Orde en Veiligheid 203 6.032 Handel en ambacht 44 Resultaat voor bestemming 1.809 6.039 Mutatie reserves 0 Resultaat na bestemming 1.809
lasten begroting 2009 1.745 187 29 1.961 0 1.961
lasten begroting 2010 1.705 203 30 1.938 0 1.938
baten rekening 2008 10 2 0 12 52 64
baten begroting 2009 17 2 0 19 51 70
baten begroting 2010 17 2 0 19 50 70
Toelichting: De lagere lasten in 2010 ten opzichte van de begroting 2009 betreffen de vrijval van kapitaallasten.
166
4. Economische Zaken (bedragen x € 1.000) lasten rekening 2008 6.040 Economische aangelegenheden 99 Resultaat voor bestemming 99 6.049 Mutatie reserves 0 Resultaat na bestemming 99
lasten begroting 2009 94 94 0 94
lasten begroting 2010 87 87 0 87
baten rekening 2008 40 40 0 40
baten begroting 2009 32 32 0 32
baten begroting 2010 33 33 0 33
Toelichting: In 2009 is de consulent bedrijfsleven betaald uit een (deels) incidenteel budget. Na evaluatie wordt in 2010 een besluit genomen over de structurele dekking.
5. Onderwijs (bedragen x € 1.000) lasten rekening 2008 6.050 Openbaar onderwijs 11.359 6.051 Bijzonder basisonderwijs 135 6.053 Bijz. spec. voortgezet onderwijs 102 6.054 Voortgezet onderwijs 71 6.055 Volwasseneneducatie 44 6.058 Gem. baten en lasten 1.333 onderwijs Resultaat voor bestemming 13.044 6.059 Mutatie reserves 281 Resultaat na bestemming 13.325
lasten begroting 2009 10.439 127 97 49 245 1.608
lasten begroting 2010 10.415 103 57 51 236 1.505
baten rekening 2008 10.132 0 0 0 0 78
baten begroting 2009 9.286 0 0 0 215 32
baten begroting 2010 9.267 0 0 0 236 7
12.565 0 12.565
12.367 0 12.367
10.210 370 10.580
9.533 50 9.583
9.510 1 9.511
Toelichting: De lagere lasten (na bestemming) hebben betrekking op vrijval van kapitaallasten en vrijval van in 2009 incidenteel beschikbaar gestelde middelen voor ontwikkeling brede scholen. Het leerlingenvervoer is echter duurder geworden als gevolg van nieuwe aanbesteding in 2009.
6. Cultuur (bedragen x € 1.000)
6.060 Dodenherdenking 6.061 Cultuurparticipatie 6.062 Informatie en taal 6.063 Cultuurhistorie 6.064 Beeldende kunst Resultaat voor bestemming 6.069 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008 4 163 494 155 294 1.110 184 1.294
lasten begroting 2009 6 189 512 368 288 1.362 0 1.362
lasten begroting 2010 6 437 510 283 9 1.224 0 1.224
baten rekening 2008 0 16 0 0 65 80 69 149
baten begroting 2009 0 0 0 15 0 15 146 161
baten begroting 2010 0 20 0 15 0 35 25 60
Toelichting: De lagere lasten zijn ontstaan door incidenteel in 2009 beschikbaar gestelde middelen voor onder andere cultuurprojecten in 2009 en advisering extern specialisten archeologisch erfgoed. Tevens zijn er hogere dotaties in onderhoudsvoorzieningen.
7. Sport (bedragen x € 1.000)
6.070 Sport Resultaat voor bestemming 6.079 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008 2.141 2.141 20 2.161
lasten begroting 2009 2.275 2.275 50 2.325
167
lasten begroting 2010 2.014 2.014 0 2.014
baten rekening 2008 278 278 203 481
baten begroting 2009 232 232 138 370
baten begroting 2010 235 235 9 244
Toelichting: Het lagere saldo ten opzichte van de begroting 2009 wordt voor een groot deel veroorzaakt door tot en met 2009 opgenomen incidentele lasten voor o.a. harmonisatie tennisbanen en sportaccommodatiebeleid.
8. Sociale zaken (bedragen x € 1.000) lasten rekening 2008 6.080 Bijstandverlening 3.488 6.081 Werkgelegenheid 5.825 6.082 Inkomensvoorzieningen 332 6.083 Gemeentelijk minimabeleid 532 6.084 Inburgering 143 6.085 Voorzieningen gehandicapten 1.355 6.086 Wet Kinderopvang 39 Resultaat voor bestemming 11.715 6.089 Mutatie reserves 520 Resultaat na bestemming 12.235
lasten begroting 2009 3.768 5.335 390 432 273 1.294 58 11.550 76 11.626
lasten begroting 2010 4.172 5.242 270 529 147 1.362 55 11.777 0 11.777
baten rekening 2008 2.618 5.567 376 -2 122 25 0 8.708 608 9.316
baten begroting 2009 2.771 5.135 390 0 168 15 0 8.479 10 8.489
baten begroting 2010 3.101 5.035 270 0 73 15 0 8.494 5 8.499
Toelichting: Het hoger nadelig saldo 2010 ten opzichte van 2009 wordt veroorzaakt door hogere toerekening van apparaatskosten en uitvoeringskosten ISD en toevoeging van de middelen voor langdurigheidstoeslag welke aan de algemene uikering zijn toegevoegd. Enkele in 2009 incidenteel geraamde lasten zoals bijdrage in het kader van de WSW zijn vervallen.
9. Welzijn (bedragen x € 1.000)
6.090 Ontwikkelingswerk 6.091 Maatschappelijk werk 6.092 Sociaal-cultureel werk 6.093 Kinderdagopvang 6.094 Openbare gezondheidszorg 6.095 Gezondheidszorg algemeen 6.096 Jeugdgezondheidszorg 6.097 Centra jeugd en gezin Resultaat voor bestemming 6.099 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008 1 2.793 1.782 302 0 194 587 0 5.657 516 6.173
lasten begroting 2009 1 3.372 1.860 317 21 256 4 972 6.804 0 6.804
lasten begroting 2010 1 3.299 1.691 288 48 262 0 815 6.403 0 6.403
baten rekening 2008 0 376 353 0 0 0 488 0 1.218 531 1.749
baten begroting 2009 0 277 325 0 0 0 0 339 942 197 1.139
baten begroting 2010 0 277 295 0 0 0 0 377 950 2 952
Toelichting: De afname van lasten van de begroting 2010 ten opzichte van 2009 wordt voornamelijk veroorzaakt door incidenteel geraamde bijdragen in 2009 voor groot onderhoud aan dorpshuizen en verlaging van het budget uitvoering WMO door voor 2009 incidenteel beschikbaar gestelde rijksmiddelen.
10. Gemeentelijke afvaltaken (bedragen x € 1.000) lasten rekening 2008 6.100 Afvalverwijdering en -verwerking 2.548 6.101 Agrarische zaken 11 6.102 Ongediertebestrijding 12 Resultaat voor bestemming 2.572 Resultaat na bestemming 2.572
lasten begroting 2009 2.241 11 14 2.266 2.266
lasten begroting 2010 2.277 13 14 2.304 2.304
baten rekening 2008 2.921 0 0 2.921 2.921
baten begroting 2009 2.614 0 0 2.614 2.614
baten begroting 2010 2.650 0 0 2.650 2.650
Toelichting: De verschillen worden veroorzaakt door hogere lasten als gevolg van indexering van kosten door derden en de daar tegenover staande onttrekking aan de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing.
168
11. Openbare werken/verkeer en vervoer (bedragen x € 1.000) lasten rekening 2008 6.110 Wegen, straten en pleinen 3.332 6.111 Verkeersmaatregelen te land 380 6.112 Waterkering, afwatering en 224 landaanwinning 6.113 Riolering en waterzuivering 2.233 6.114 Openbaar groen 2.761 Resultaat voor bestemming 8.928 6.119 Mutatie reserves 1441 Resultaat na bestemming 10.369
lasten begroting 2009 3.970 447 183
lasten begroting 2010 3.008 418 187
baten rekening 2008 8 1 7
baten begroting 2009 158 0 0
baten begroting 2010 58 0 0
2.449 2.808 9.858 7 9.865
2.214 2.863 8.690 7 8.696
2.516 17 2.549 1.888 4.436
2.382 16 2.555 0 2.555
2.382 16 2.455 14 2.470
Toelichting: In 2009 is een aantal incidentele ramingen opgenomen waardoor er t.o.v. de begroting 2010 een voordeel ontstaat. Daarnaast is er een hogere opbrengst van de rioolrechten van € 67.000 door doorberekening van de kapitaallasten van rioolinvesteringen voor 2010. De overige verschillen komen door verschuiving en verhoging van de doorberekening van uren vanuit de kostenverdeelstaat.
12. Milieu (bedragen x € 1.000)
6.120 Milieubeheer Resultaat voor bestemming 6.129 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008 679 679 7 686
lasten begroting 2009 990 990 0 990
lasten begroting 2010 974 974 0 974
baten rekening 2008 2 2 7 9
baten begroting 2009 11 11 25 36
baten begroting 2010 11 11 0 11
Toelichting: Verschillen ontstaan door incidentele budgetten die opgenomen zijn in 2009 en door een verschuiving in toerekening van uren van vergunningverlening naar handhaving.
13. Wonen en leefomgeving (bedragen x € 1.000)
6.130 6.131 6.132
Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Bouwkunde gemeentlijke gebouwen 6.133 Bouwvergunningen 6.134 Bouwgrondexploitatie Resultaat voor bestemming 6.139 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
lasten rekening 2008 163 909 638
lasten begroting 2009 494 1.245 334
lasten begroting 2010 155 956 -42
baten rekening 2008 90 47 277
baten begroting 2009 35 0 0
baten begroting 2010 15 0 0
1.173 6.313 9.195 508 9.703
1.220 3.929 7.222 61 7.283
1.063 3.512 5.644 50 5.694
759 6.439 7.612 552 8.164
758 4.005 4.798 375 5.173
732 3.566 4.313 43 4.356
Toelichting: De verschillen worden grotendeels veroorzaakt door de incidentele ramingen die opgenomen zijn in 2009.
14. Plattelands- en natuurontwikkeling (bedragen x € 1.000) lasten rekening 2008 6.140 Plattelands- en natuurontwikkeling 406 Resultaat voor bestemming 406 6.149 Mutatie reserves 210 Resultaat na bestemming 616
lasten begroting 2009 452 452 0 452
lasten begroting 2010 244 244 0 244
baten rekening 2008 104 104 428 532
baten begroting 2009 0 0 0 0
baten begroting 2010 0 0 0 0
Toelichting: Het verschil in lasten wordt veroorzaakt door het incidenteel in plaats van structureel beschikbaar stellen van budgetten ILG en grote projecten.
169
15. Recreatie en toerisme (bedragen x € 1.000) lasten rekening 2008 6.150 Recreatie en toerisme 501 6.151 Speelvoorzieningen 190 6.152 Overige recreatieve voorzieningen 91 6.153 Openluchtrecreatie 75 Resultaat voor bestemming 857 6.159 Mutatie reserves 67 Resultaat na bestemming 924
lasten begroting 2009 238 231 35 78 582 9 591
lasten begroting 2010 231 166 39 80 515 9 524
baten rekening 2008 2 2 0 6 11 68 79
baten begroting 2009 0 0 0 14 14 0 14
baten begroting 2010 0 0 0 14 14 0 14
Toelichting: De raming van de lasten in 2010 is lager, omdat in 2009 incidentele ramingen zijn opgenomen en door verschuiving van subsidieposten.
16. Financiën en bedrijfsvoering (bedragen x € 1.000) lasten rekening 2008 6.160 Algemene uitkering 0 6.161 Algemene baten en lasten 513 6.162 Gemeentelijke belastingen 82 6.164 Geldleningen en uitzettingen lang 190 6.165 Nutsbedrijven 19 6.166 Uitvoering wet WOZ 339 6.167 Overige financiële middelen 5 6.168 Saldo van kostenplaatsen 364 Resultaat voor bestemming 1.512 6.169 Mutatie reserves 3.305 Resultaat na bestemming 4.818
lasten begroting 2009 0 -396 127 190 19 382 0 1.010 1.333 764 2.097
lasten begroting 2010 0 -537 126 169 19 418 0 283 479 685 1.164
Toelichting: De verschillen worden met name veroorzaakt door: - incidentele ramingen en wijzigingen van interne doorberekeningen - hogere opbrengst OZB en toeristenbelasting - hogere structurele budgetruimte - lagere algemene uitkering - hogere bespaarde rente eigen vermogen
170
baten rekening 2008 22.252 0 3.916 1.333 1.183 132 154 147 29.116 3.905 33.021
baten begroting 2009 23.877 417 4.167 1.617 416 0 75 193 30.761 2.073 32.834
baten begroting 2010 23.658 0 4.228 1.537 166 0 95 182 29.866 -707 29.159
Geraamde incidentele baten en lasten Op grond van BBV-artikel 19, lid c moet een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten worden opgenomen. Hiermee wordt beoogd duidelijkheid te geven omtrent de aard van de baten en lasten in de begroting. Middels de indicatie van de incidentele baten en lasten wordt informatie gegeven die relevant is voor de beoordeling van de financiële positie. Overzicht incidentele lasten en baten primitieve begroting 2010 (bedragen x € 1.000) Programma
01 06 08 09 11 13 16
Bestuur Cultuur Sociale zaken Welzijn Openbare werken/verkeer en vervoer Wonen en leefomgeving Financiën en bedrijfsvoering Totaal
Lasten
Baten
4 21 55 9 75 0 -1.011 -847
0 25 -197 0 0 50 -725 -847
Toelichting incidentele lasten en baten primitieve begroting 2009 Programma 1
Sponsorbeleid € 4.000.
Programma 6
Lasten Programmafonds cultuurparticipatie € 19.750, Cultuurnota € 1.250. Baten Toevoeging vanuit Reserve kunst/cultuur en vrijwilligersbeleid t.b.v. Cultuurnota € 25.000.
Programma 8
Lasten volgens beleidsplan 2009 Alescon € 55.000. Baten volgens beleidsplan 2009 Ontwikkeling Wet Werk en Bijstand -€ 197.000.
Programma 9
Lasten Centrum jeugd en gezin Elektronisch Kind Dossier GGD € 8.900.
Programma 11 Openbaar groen areaal accres 2010 € 75.000. Programma 13 Baten hogere inkomst bouwleges. Programma 16 Lasten saldo budgetruimte incidenteel. Baten toevoeging uit de vrije algemene reserve volgens doorwerking begroting 2009 incidenteel 2009 -€ 725.000.
171
Het gemeentelijk aandeel in het EMU saldo In het bestuurlijk akkoord “EMU-saldo lokale overheid” is afgesproken dat gemeenten de informatie over het EMU-saldo in de begroting opnemen. Vooralsnog is het financieel meerjarenperspectief niet ingericht op het genereren van het EMU-saldo. Om een verbeterslag te maken in het krijgen van een betrouwbaar beeld van het EMU-saldo zal gekeken moeten worden naar de meerjarenraming. Zowel in ramingen voor en na bestemming, als ook de gegevens met betrekking tot de exploitatie en investeringen en ook de mutaties in de schulden en vorderingen. Vooralsnog is voor de raming 2011 uitgegaan van een aantal aannames.
EMU-saldo 2008-2010 (bedragen x € 1.000) Nr.
1 +2 +3 -4 +5
6 +6a -6b -7
+8a -8b -9 -10
11a 11b
1
Omschrijving
2
3
2009 )
2010 )
2011 )
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie? Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Ontvangen bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen in mindering gebracht op de onder post 4 bedoelde investeringen Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Opbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. Grondverkopen: Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Boekwinst op verkoop grond Betalingen ten laste van de voorzieningen Betalingen die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallenonder één van bovenstaande posten Verkoop van aandelen: Gaat u deelnemingen en aandelen verkopen? (ja/nee) Zo ja, wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst?
-4.507
-749
-109
2.421 2.648
2.407 2.304
2.207 2.102
8.350
5.454
2.907
584
0
0
0
0
0
0 2.000
0 2.112
0 1.500
2.000 0 2.629
2.657 0 1.946
2.500 0 1.577
n
n
n
Berekend EMU-saldo
-9.833
-2.893
716
1) 2009: Volgens realisatie 2009, aangevuld met raming resterende periode 2) 2010: Volgens begroting 2010 3) 2011: Volgens meerjarenraming in begroting 2011
Toelichting • Het jaar 2009 is gebaseerd op de begroting 2009 inclusief begrotingswijzigingen en inclusief het beleidsplan 2009. • Bij vraag 4 is voor 2011 de aanname voor riolering € 1.500.000 • Vraag 7 en 8 zijn gebaseerd op een schatting van de realisatie 2009, 2010 is gebaseerd op de begroting 2010 en 2011 is o.b.v de meerjarenraming.
172
2.2.3 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen voor 2010. Voor een toelichting en een meerjarig beeld wordt verwezen naar het overzicht algemene dekkingsmiddelen in 1.2.2.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien bedragen x € 1.000 Omschrijving
Bedrag
Lokale heffingen Alg. uitkering gemeentefonds Dividenden Mutatie algemene reserve Overige eigen middelen Totaal algemene dekkingsmiddelen
4.216 23.658 238 2.094 0 30.206
Onvoorzien Totaal
73 30.279
Toelichting De algemene dekkingsmiddelen zijn verwerkt binnen programma 16 Financiën en Bedrijfsvoering in de primitieve begroting, exclusief de mutatie in de algemene reserve.
173
2.2.4 Bij 1e begrotingswijziging 2010 beschikbaar te stellen budgetten In de eerste begrotingswijziging 2010 zijn de voorstellen opgenomen die voortvloeien uit het collegeprogramma 2006-2010 inclusief de voorstellen die als nieuw beleid in het Beleidsplan 2009 zijn opgenomen. Voor een toelichting wordt verwezen naar de ter afweging staande onderwerpen 2010 zie 2.1. Uiteenzetting van de financiële positie. Daarnaast worden in de eerste begrotingwijziging de kredieten beschikbaar gesteld van de vervangingsinvesteringen zoals hieronder vermeld. Beschikbaar te stellen vervangingsinvesteringen bij 1e wijziging Nr.
Programma
Investering
Krediet
1 2 3 4 5
OOV/03 Sport/07 Sport/07 OW/11 Bedr.fin/16
Vervanging kleding en materiaal brandweer Gymmaterialen Zwembad "Zwanemeer" Openbare verlichting Automatisering (hardware) Totaal
174
214.000 104.000 48.000 274.000 52.000 692.000
Jaarlast
reeds primitief verwerkt reeds primitief verwerkt reeds primitief verwerkt reeds primitief verwerkt reeds primitief verwerkt
2.3
Vaststelling financiële en beleidsbegroting
Vaststellingsbesluit
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Aa en Hunze in de openbare vergadering van 11 november 2009.
De griffier,
De voorzitter,
T. Santes
Drs. H.F. van Oosterhout
175
176
BIJLAGEN -
Financieel Meerjaren Perspectief 2011-2013 Kerngegevens Verdelingsmatrix
177
178
FINANCIEEL MEERJAREN PERSPECTIEF 2011-2013 In deze bijlage wordt het Financieel Meerjaren Perspectief van de gemeente Aa en Hunze weergegeven. Eerst wordt het totaaloverzicht van de geprognosticeerde begrotingsuitkomsten 2011-2013 gepresenteerd. Daarna worden de onderbouwingen van deze bedragen aangegeven, waarbij voor nieuwe investeringen wordt uitgegaan van een rentepercentage van 5%. Voor een gedetailleerde toelichting op de voorstellen wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van het Beleidsplan 2009, wijzigingen zijn wel toegelicht. Bij de niet ter afweging staande onderwerpen is de grondslag van de berekeningen opgenomen. In dit FMP zijn lasten als negatieve bedragen opgenomen en baten positief. Totaal Financieel Meerjaren Perspectief 2011 – 2013 2011
2012
2013
1.1 1.2
Ter afweging staande onderwerpen Collegeprogramma 2006-2010 structureel Collegeprogramma 2006-2010 incidenteel
-128.000 -327.000
-125.000 -271.000
-46.000 -231.000
2.1 2.2
Nieuwe voorstellen - structureel Nieuwe voorstellen - incidenteel
0 -144.000
0 -22.000
0 -22.000
3
Taakstellend bezuinigingen
239.000
103.000
-79.000
111.000 -471.000
-22.000 -293.000
-125.000 -253.000
119.000
0
0
-100.000
0
0
Totaal ter afweging - structureel Totaal ter afweging - incidenteel
4
Niet ter afweging staande onderwerpen Doorwerking programmabegroting structureel
5
Trendmatige ontwikkelingen - structureel
6.1 6.2
Niet trendmatige ontwikkelingen - structureel Niet trendmatige ontwikkelingen - incidenteel
55.000 -53.000
114.000 -25.000
45.000 -25.000
7
Kapitaalontwikkelingen - structureel
115.000
137.000
75.000
8
Algemene Uitkering - structureel
-300.000
-229.000
5.000
Totaal niet ter afweging - structureel Totaal niet ter afweging - incidenteel
-111.000 -53.000
22.000 -25.000
125.000 -25.000
Incidentele dekking (+) / storting (-) VAR Saldo structureel Saldo incidenteel
524.000 0 0
318.000 0 0
278.000 0 0
+ = voordeel & - = nadeel
179
1.1 Collegeprogramma 2006-2010 structureel Nr.
1 2 3 4
Prog.
Bestuur/01 OOV/03 Soc.Z/08 OW/11
5 6 7 8 9 10
OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 Platt/14
11 12
Platt/14 Finbedr/16
Pensioenvoorziening wethouders Meldkamer Noord Nederland Natuurwerkplaats Anderen Wegreconstructie ivm rioleringswerkzaamheden Verkeers- en vervoersmaatregelen Onderhoud gebouwen Onderhoud monumenten Verkeersveilige wegbermen Vervanging brug Ravijnzicht ILG (Investeringsregeling Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten Taakstelling boventallig personeel Totaal
Uitgaaf
2011
2012
2013
-40.000 -7.000 -5.000 -600.000
-20.000 -7.000 -5.000 -18.000
-20.000
-18.000
-18.000
-210.000 -72.000 -25.000 -20.000 -145.000 -30.000
-8.200 -36.000 -12.500 -10.000 -13.050 -10.000
-8.200 -36.000 -12.500 -10.000
-8.200
-10.000
-10.000
-30.000 22.000
-10.000 22.000
-10.000
-10.000
-1.162.000
-127.750
-124.700
-46.200
Nieuwe structurele uitgaven ter afweging bij aanvang nieuwe bestuursperiode Uitgaaf
Lasten
Diverse kosten brandweer Selfservice Bibliotheek Vervanging grijze en groene minicontainers Zandpad Holledrift Schipborg Realiseren fietsverbinding Amen-Grolloo Openbare verlichting langs fietspaden Verkeersveilige wegbermen Herstellen aansluiting Dongelsdijk Rolde Ontwikkeling multifunctioneel centrum Gasselternijveen Ontwikkeling multifunctioneel centrum Gieten Renovatie zwembad de Borghoorn te Annen Uitvoering dorpsvisie Rolde Herinrichting 2e fase Stationsstraat Noord Gieten Projecten in het kader van Fonds Grote Projecten en ILG
-10.000 -24.400 -750.000 -35.000 -700.000 -70.000 -180.000 -75.000 -3.800.000 pm -831.000 pm -400.000 -75.000
-10.000 -24.400 x -35.000 -53.000 -6.300 -180.000 -75.000 -125.000 pm -83.200 pm -400.000 -75.000
Totaal
-6.950.400
-1.066.900
De nieuwe structurele uitgaven ter afweging bij aanvang nieuwe bestuursperiode betreffen uitgaven die in het Beleidspan 2009 zijn opgenomen op de wachtlijst en bij de nieuwe ontwikkelingen in hoofdstuk 1 van dat Beleidsplan. Deze indicatieve uitgaven zijn financieel niet in dit FMP vertaald.
180
1.2 Collegeprogramma 2006-2010 incidenteel Nr.
Prog.
1 2 3 4
OW/11 OW/11 OW/11 Milieu/12
5
Milieu/12
6
Platt/14
7
Platt/14
Onderhoud gebouwen Onderhoud monumenten Onderhoud bruggen Uitvoeringsplan gemeentelijk klimaatbeleid Samenwerkingsverband Handhaving Noord ILG (Investeringsregeling Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten Totaal
Uitgaaf
2011
2012
2013
-36.000 -12.500 -93.000 -80.000
-36.000 -12.500 -31.000 -40.000
-31.000 -40.000
-31.000
-7.000
-7.000
-300.000
-100.000
-100.000
-100.000
-300.000
-100.000
-100.000
-100.000
-828.500
-326.500
-271.000
-231.000
2.2 Nieuwe voorstellen – incidenteel Nr.
Prog.
1 2
Bestuur/01 EZ/04
3
Onderwijs/05
4
Cultuur/06
5 6 7
Cultuur/06 Cultuur/06 Sport/07
8
Sport/07
Sponsorbeleid Koersnota bedrijfscontactfunctionaris Verzelfstandiging openbaar onderwijs Subsidie/cofinanciering publieksvoorlichting Cultuurnota 2010-2013 Cultuurgemeente van Drenthe Gemeentelijk beleid sport en bewegen overgangstermijnen Gemeentelijk beleid sport en bewegen combinatie functionarissen Totaal
Uitgaaf
2011
-16.600 -14.000
-16.600 -14.000
745.800
x
-2.600
-2.600
-66.000 -60.000 -10.000
-22.000 -60.000 -10.000
-18.625
-18.625
557.975
-143.825
2012
2013
x
x
-22.000
-22.000
-22.000
-22.000
Geplande nieuwe uitgaven na 2013 Prog.
Onderwijs/05
Uitgaaf
Lasten
pm
x
Verzelfstandiging openbaar onderwijs
Ad 1.
Sponsorbeleid Zie hoofdstuk 2.1 uiteenzetting van de financiële positie, bij de ter afweging staande onderwerpen, het onderdeel nieuw beleid – incidenteel – nr. 1.
Ad 3.
Verzelfstandiging openbaar onderwijs Zie hoofdstuk 2.1 uiteenzetting van de financiële positie, bij de ter afweging staande onderwerpen, het onderdeel 2.2 nieuw beleid – incidenteel – nr. 4.
Ad 6.
Cultuurgemeente van Drenthe De Provincie Drenthe heeft de gemeente Aa en Hunze aangewezen als de Culturele gemeente van Drenthe in 2011. De Provincie stelt een bedrag van € 90.000 beschikbaar met als
181
voorwaarde dat onze gemeente eenzelfde bedrag vrijmaakt. Een bedrag van € 30.000 is beschikbaar vanuit de Cultuurnota, aanvullend is € 60.000 nodig.
3. Taakstellende bezuiniging – structureel Nr.
1
Ad 1.
Prog.
Alle
Uitgaaf
2011
2012
2013
Taakstellende bezuinigingen
263.000
239.000
103.000
-79.000
Totaal
263.000
239.000
103.000
-79.000
Taakstellende bezuinigingen
Met deze taakstellende bezuinigingen is het FMP structureel sluitend. De bedragen zijn alleen “technisch” van aard, voor het in te zetten bezuinigingstraject wordt verwezen naar 1.1 ‘Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2010’.
Niet ter afweging staande onderwerpen 4. 5. 6. 7. 8.
Doorwerking Programmabegroting 2010 Trendmatige ontwikkelingen Niet-trendmatige ontwikkelingen Kapitaalontwikkelingen Algemene Uitkering
4. Doorwerking Programmabegroting 2010 De aan uw raad gepresenteerde begrotingsvoorstellen resulteren voor 2010 in een structureel begrotingsoverschot van € 119.000. In hoofdstuk 2.1 “Uiteenzetting van de financiële positie” wordt dit verwachte resultaat toegelicht.
5. Trendmatige ontwikkelingen De uitgangspunten voor het Financieel Meerjaren Perspectief worden ook wel rekenregels genoemd. Hieronder worden de gehanteerde percentages weergegeven waarmee de begroting wordt doorgerekend naar de toekomst.
Uitgangspunten trendmatige ontwikkelingen
Trend salarissen Trend goederen en diensten Trend OZB Trend energie Trend inkomensoverdrachten Trend overige inkomsten
2011
2012
2013
0,48% 0,48% 0,48% 0,48% 0,48% 0,48%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Conform de meicirculaire 2009 is de trend voor 2011 op 0,48% gezet en voor de jaren 2012 t/m 2013 op 0%.
182
Salarissen Bij de programmabegroting 2005 zijn uitgangspunten vastgesteld voor de raming van de salarissenbudgetten. Deze uitgangspunten kunnen als volgt worden samengevat: 1. De salariskosten zijn verhoogd met het percentage voor prijsstijging zoals genoemd in de meircirculaire 2009; 2. In principe dienen alle salarisstijgingen in de komende jaren, inclusief de periodieke verhogingen binnen de component prijsstijging van de algemene uitkering te worden opgevangen. Door bovenstaande werkwijze ontstaan voor ons college taakstellende personeelsbudgetten, waarbij uw raad jaarlijks bij de begroting wordt geïnformeerd over de stand van zaken. Dat zijn momenten voor ons college en uw raad om de werkwijze te evalueren en – voor zover daar aanleiding voor is – overleg te voeren over mogelijke knelpunten. Op basis van de meicirculaire 2009 wordt rekening gehouden met de volgende prijsontwikkeling die opgenomen is in het accres: Jaar
Accres
Stijging salarisbudget
2011 2012 2013 Totaal stijging in planperiode
0,48% 0,00% 0,00%
55.000 0 0 55.000
Totaal trendmatige ontwikkelingen
Salarissen Personeel van derden Gas, electra Goederen en diensten Overige inkomensoverdrachten Totaal uitgaven
OZB Leges Overige Inkomsten Totaal inkomsten Totaal
2011
2012
2013
-55.000 -8.000 -2.000 -44.000 -22.000 -131.000
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
19.000 5.000 7.000 31.000
0 0 0 0
0 0 0 0
-100.000
0
0
6. Niet-trendmatige ontwikkelingen Onder niet-trendmatige ontwikkelingen worden alle ontwikkelingen gevat die de hiervoor genoemde trend te boven gaan. Het betreffen met name zaken waaraan de gemeente op grond van wetgeving of lokale ontwikkelingen een financiële vertaling moet geven.
183
6.1 Niet-trendmatige ontwikkelingen structureel
Nr.
Prog.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Bestuur/01 OOV/03 OW/11 OW/11 OW/11 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16
12
Fin&Bv/16
Uitgaaf
2011
2012
2013
Wachtgeld voormalig wethouders Veiligheidsregio Areaalaccres - wegen Areaalaccres - riolering Areaalaccres - groen Meeropbrengst toeristenbelasting Stelpost maatschappelijke stages Stelpost ingroeiregeling OHV Stelpost verlaging SLOK Stelpost verlaging taalcoaches Stelpost reservering electr. kinddossier Meeropbrengst OZB
66.000 -8.000 -12.000 -12.000 -75.000 147.000 -8.000 -6.000 73.000 6.750 -7.500
14.000 -8.000 -4.000 x -25.000 49.000 -8.000 -2.000 32.000 2.250 -7.500
38.000
14.000
-4.000 x -25.000 49.000
-4.000 x -25.000 49.000
-2.000 41.000 4.500
-2.000
37.500
12.500
12.500
12.500
Totaal
201.750
55.250
114.000
44.500
Uitgaaf
2011
2012
2013
Wet Sociale Werkvoorziening Areaalaccres - groen Bouwleges
-28.000 -225.000 150.000
-28.000 -75.000 50.000
-75.000 50.000
-75.000 50.000
Totaal
-103.000
-53.000
-25.000
-25.000
Uitgaaf
2011
2012
2013
-455.000 -144.000 -822.000 -715.000 -114.000 -343.000 -156.000
-31.168 -5.583 -24.660 x x -47.500 -20.000
-45.970 -5.273 -24.660 x x -15.625 -20.000
-2.565 -3.523 -24.660 x x -26.875 -20.000
-2.749.000
-128.911
-111.528
-77.623
Vrijval kapitaallasten
244.000
249.000
153.000
Saldo kapitaalontwikkeling
115.089
137.472
75.377
6.2 Niet-trendmatige ontwikkelingen incidenteel Nr.
Prog.
1 2 3
Soza/8 OW/11 Wonen/13
7. Kapitaalontwikkelingen – structureel Nr.
Prog.
Vervangingsinvesteringen 1 2 3 4 5 6 7
OOV/03 Sport/07 OW/11 OW/11 Recr/15 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16
Brandweer Sportmaterialen/gymtoestellen Vervanging openbare verlichting Duurzame bedrijfsgoederen Speelvoorzieningen Automatisering software Automatisering hardware Totaal
8
Fin&Bv/16
184
8. Algemene Uitkering – structureel Nr.
Prog.
1
Fin&Bv/16
Ad 1.
Mutatie Algemene Uitkering
Uitgaaf
2011
2012
2013
-300.000
-229.000
5.000
1
Mutatie Algemene Uitkering De mutaties in de algemene uitkering zijn gebaseerd op de meicirculaire 2009 en zijn op een aantal onderdelen geactualiseerd t.o.v. het Beleidsplan 2009.
185
186
KERNGEGEVENS BEGROTING 2010
187
Kerngegevens begroting 2010 werkelijke aantallen per 1 januari 2009 geschatte gegevens per 1 januari 2010 2009
2010
Aantal inwoners
25.675
25.622
Leeftijdsopbouw bevolking - inwoners jonger dan 20 jaar - inwoners 21 t/m 64 jaar - inwoners van 65 jaar en ouder
5.925 14.676 5.074
5.835 14.832 4.955
181 18 2
229 20 4
2.297
2.393
45 83
45 114
Oppervlakte gemeente in ha. - waarvan binnenwater
27.888 125
27.888 125
Aantal woningen/woonruimten per 1/1 waarvan: - woningen - wooneenheden / bijzondere woongebouwen - recreatiewoningen
12.503
12.623
10.649 710 1.144
10.749 710 1.164
687.656
691.156
168.478 519.178
171.978 519.178
A. SOCIALE STRUCTUUR
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden - A.B.W. m.i.v. 2007 W.W.B. - IOAW / IOAZ - BZ m.i.v. 2007 Bbz Aantal leerlingen in de gemeente: waarvan in het - basisonderwijs - speciaal onderwijs - speciaal basis onderwijs - voortgezet onderwijs
B. FYSIEKE STRUCTUUR
Lengte van de wegen in meters waarvan: - wegen binnen bebouwde kom - wegen buiten bebouwde kom
188
totaal (x € 1.000)
per inwoner (x € 1,00)
2009
2010
2009
2010
58.560
57.790
2.280,82
2.255,48
Opbrengst belastingen waarvan: - afvalstoffenheffing/reinigingsrechten - onroerende zaakbelastingen - toeristenbelasting - woonforensenbelasting
2.519 3.272 767 55
2.519 3.310 816 90
98,11 127,44 29,87 2,14
98,31 129,19 31,85 3,51
Overige heffingen totaal: waarvan: - leges burgerzaken - marktgelden - begraafrechten - rioolrechten - bouwleges - gebruiksvergunningen bouwverordening
321 7 179 2.368 724 8
321 7 179 2.368 724 8
12,50 0,27 6,95 92,23 28,20 0,31
12,53 0,27 6,99 92,42 28,26 0,31
Uitkering in het gemeentefonds *
23.877
23.658
929,97
923,35
Reserves en voorzieningen stand per 01/01 waarvan: - algemene reserve - grondbedrijf reserves - grondbedrijf voorzieningen - bestemmingsreserves - voorzieningen
28.959
27.104
1.127,91
1.057,84
7.850 2.605 50 7.979 10.475
6.337 2.094 50 6.497 12.126
305,74 101,46 1,95 310,70 407,98
247,33 81,73 1,95 253,57 473,27
C. FINANCIËLE STRUCTUUR Uitgaven
* o.b.v. meicirculaire 2009
189
190
Hoofdfunctie 1 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid Totaal hoofdfunctie 1
272
1
29
4
272
1
29
4
93 2
66
95
66
Hoofdfunctie 6 SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 610 Bijstandsverlening 611 Werkgelegenheid 612 Inkomensvoorzieningen 613 Overige sociale zekerheidsregelingen 614 Gemeentelijk minimabeleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 621 Vreemdelingen 622 Kosten van huishoudelijke verzorging 630 Sociaal-cultureel werk 641 Tehuizen 650 Kinderdagopvang 651 Dagopvang gehandicapten 652 Voorzieningen gehandicapten Totaal hoofdfunctie 6 Hoofdfunctie 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU 711 Ambulancevervoer 712 Verpleeginrichtingen 714 Openbare gezondheidszorg 715 Jeugdgezondheidszorg (uniform deel) 716 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk deel) 721 Afvalverwijdering en -verwerking 722 Riolering en waterzuivering 723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging 725 Baten reinigingsrechten en afvalstofheffing 726 Baten rioolrechten (gecombineerd) 727 Baten rioolheffing huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater 728 Baten rioolheffing grond- en hemelwater 729 Huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater 730 Hemelwater 731 Grondwater 732 Baten begraafplaatsrechten Totaal hoofdfunctie 7 Hoofdfunctie 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING 810 Ruimtelijke ordening 820 Woningexploitatie / woningbouw 821 Stads- en dorpsvernieuwing 822 Overige volkshuisvesting 823 Bouwvergunningen 830 Bouwgrondexploitatie Totaal hoofdfunctie 8 Hoofdfunctie 9 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 911 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 921 Algemene uitkeringen 922 Algemene baten en lasten 930 Uitvoering Wet WOZ 931 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers 932 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 933 Baten roerende-zaakbelasting 934 Baten Baatbelasting 935 Baten forensenbelasting 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 938 Baten reclamebelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 941 Lastenverlichting rijk 960 Saldo van kostenplaatsen 970 Saldo van de rekening van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfunctie 0 tot en met 9 990 Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming Totaal hoofdfunctie 9 Totaal Hoofdfuncties
5.7
5.8
6.0
6.1
6.2.1
6.2.2
6.3
40
716 375 635
19
3
117
4
359 26 385
19
207 8 215
807 123
97 1027
40
241 1967
1.214 423 705 117 4 335 2798
14
280
14
280
540 169 709
1706 203 1909
676
536 80
745 214
2923 419
676
616
90 1049
187 3529
94
124
4 98
13 156
322
9569 846
27 19 9 36
3 7463
195
16
195
7479
114
12 23
921 26
3
2
2
10 2
2
3
114
42
183 236 1383
117
35
19 734
3 797
412
14 14
27
4
21 35
28
19
52
562 907
1506 236 12368
124 11
858
953
133
1 182
91
301
45
27 50 99
405 20 2 6 35 83
1378
507 7 1873 141 490 221 37 3462
267
551
2147
6738
4172 5242 270
467
48
1 2
103
11
30 67 15
19
98
412
3 260 86 41 35
10 3 583 20 73 80
2 8
1130
1
6
660
97
40
1260
121
41
1085
998
228
874 5135
5
84
3
219 31 195 477
3298 17
1 270 529
60
250
5
33
82
33
110 1843
6
299 90
1
13
46
7
1008 1661
15 2014
45 203 92
295
38 7
4 75
1
70
1
2
51 1536 397 131 20
115
80
3
2180
106
432 5 830
4097
146
261
7537
8
146
2 2
804
106
1938 1938
1 1
529 961 146 2337 1692
4
18
343
106
339 1363
1362 17054
25
310 511 303 2278 2215 987 310
70 2
2 253
164 822
1
13
67
463 565 854 136
73
268
1053
2043
6914
5
937 58
1155 68
-146
29
1155
-146
92 126
234 2384
68 1 1
102
240 511 49
112 5
69 69
175 360
1106 1001 1001
169 -874
152 108
33 75
-81
152 8022
65
69
1528
141 475
1
1938
164
8573
117
4097
2426
9572
339
3511 5840
169 367 310
-355 418
16
16
77
110
27
102
1212
751 -799
Totaal functies/ kostenplaatsen/ balansmutaties
5.6
Overige verrekeningen
5.5
4 65
Hoofdfunctie 3 ECONOMISCHE ZAKEN 310 Handel en ambacht 320 Industrie 330 Nutsbedrijven 340 Agrarische productie en ontginning 341 Overige agrarische zaken, jacht en visserij Totaal hoofdfunctie 3
Hoofdfunctie 5 CULTUUR EN RECREATIE 510 Openbaar bibliotheekwerk 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Oudheidkunde/musea 550 Natuurbescherming 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 580 Overige recreatieve voorzieningen Totaal hoofdfunctie 5
5.4
117
Hoofdfunctie 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT 210 Wegen, straten en pleinen 211 Verkeersmaatregelen te land 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting 220 Zeehavens 221 Binnenhavens en waterwegen 223 Veerdiensten 230 Luchtvaart 240 Waterkering, afwatering en landaanwinning Totaal hoofdfunctie 2
Hoofdfunctie 4 ONDERWIJS 420 Openbaar basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 421 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting 422 Bijzonder basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 423 Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting 430 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 431 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 432 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 433 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 440 Openbaar voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 441 Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 442 Bijzonder voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 443 Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 480 Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs 482 Volwasseneneducatie Totaal hoofdfunctie 4
5.3
Overige verrekeningen van kostenplaatsen
Overige inkomensoverdrachten
271
94 315
5.2
Verrekening kostenplaatsen voor investeringsprojecten
Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk)
142 29 50
65
5.1
Kapitaallasten
Sociale verstrekkingen in natura aan personen
20
251
4.3.2
Reserveringen
Sociale uitkeringen in geld
Hoofdfunctie 0 ALGEMEEN BESTUUR 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders 003 Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie Totaal hoofdfunctie 0
4.3.1
Handelskredieten en transitorische posten
4.2.5
Aandelen en overige deelnemingen
4.2.4
Langlopende leningen
4.2.3
Kortlopende leningen
4.2.2
Financiële derivaten
4.2.1
Langlopende effecten m.u.v.aandelen
4.1.2
Kortlopende effecten m.u.v. aandelen
4.1.1
Chartaalgeld en deposito's
3.4.3
Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten aan overheid (niet-Rijk) Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten
3.4.2
Subsidies aan marktproducenten
Energie
3.4.1
Vermogensoverdrachten aan het Rijk
Personeel van derden
3.3.3
Inkomensoverdrachten aan het Rijk
Afschrijvingen
3.3.2
Aankopen niet duurzame goederen en diensten
Toegerekende rente
3.3.1
Betaalde pachten en erfpachten
3.1
Betaalde belastingen
3.0
Aankoop gronden
2.3
Overige aankopen en uitbestedingen duurzame goederen
2.2
Kosten algemene plannen
2.1 Werkelijk betaalde rente
1.2 Sociale uitkeringen personeel
1.1
Loonbetalingen en sociale premies
categorieën functies
0.0 Niet in te delen lasten
Verdelingsmatrix gemeenten, lasten en balansmutaties
752
751
169
797
2874
3873
13464
1001
58517
Overige goederen en diensten
Belastingen op producenten
Belasting op inkomen van gezinnen
Vermogensheffing
Inkomensoverdracht van het Rijk
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
6.0
6.1
6.2.1
6.2.2
6.3 Totaal functies/ kostenplaatsen/ balansmutaties
Overige verkopen van duurzame goederen
5.3
Overige verrekeningen
Opbrengst van grondverkopen
5.2
3 328
3
6 328
331
3
334
13 2 15
17 2 19
15
15
15
15
33
33
166
166
33
199
42
8783
402
30
9257 10
30
9274
10
7 42
155 1
22
8783
7
409
10
57
234 1 8 8
8 8 43 43
156
Hoofdfunctie 6 SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 610 Bijstandsverlening 611 Werkgelegenheid 612 Inkomensvoorzieningen 613 Overige sociale zekerheidsregelingen 614 Gemeentelijk minimabeleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 621 Vreemdelingen 622 Kosten van huishoudelijke verzorging 630 Sociaal-cultureel werk 641 Tehuizen 650 Kinderdagopvang 651 Dagopvang gehandicapten 652 Voorzieningen gehandicapten Totaal hoofdfunctie 6
22
6
9
14
72
63
9
30
323
2981 4100 270
120
3101 4100 270
205
90
205
90
Hoofdfunctie 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU 711 Ambulancevervoer 712 Verpleeginrichtingen 714 Openbare gezondheidszorg 715 Jeugdgezondheidszorg (uniform deel) 716 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk deel) 721 Afvalverwijdering en -verwerking 722 Riolering en waterzuivering 723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging 725 Baten reinigingsrechten en afvalstofheffing 726 Baten rioolrechten (gecombineerd) 727 Baten rioolheffing huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater 728 Baten rioolheffing grond- en hemelwater 729 Huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater 730 Hemelwater 731 Grondwater 732 Baten begraafplaatsen Totaal hoofdfunctie 7
27 1217
277
15 8610
277
27 1494 295
15 9302
120
377
377
64 13 11
64 13 11
2550
36
2586 2368
2368
179 2817
Hoofdfunctie 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING 810 Ruimtelijke ordening 820 Woningexploitatie / woningbouw 821 Stads- en dorpsvernieuwing 822 Overige volkshuisvesting 823 Bouwvergunningen 830 Bouwgrondexploitatie Totaal hoofdfunctie 8
5
10
92 97
10
2368
377
179 5598
36
15
732
Hoofdfunctie 9 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 911 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 921 Algemene uitkeringen 922 Algemene baten en lasten 930 Uitvoering Wet WOZ 931 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers 932 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 933 Baten roerende-zaakbelasting 934 Baten Baatbelasting 935 Baten forensenbelasting 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 938 Baten reclamebelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 941 Lastenverlichting rijk 960 Saldo van kostenplaatsen 970 Saldo van de rekening van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfunctie 0 tot en met 9 990 Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming Totaal hoofdfunctie 9 Totaal Hoofdfuncties
5.1
166
Hoofdfunctie 4 ONDERWIJS 420 Openbaar basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 421 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting 422 Bijzonder basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 423 Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting 430 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 431 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 432 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 433 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 440 Openbaar voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 441 Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 442 Bijzonder voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 443 Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 480 Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs 482 Volwasseneneducatie Totaal hoofdfunctie 4 Hoofdfunctie 5 CULTUUR EN RECREATIE 510 Openbaar bibliotheekwerk 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Oudheidkunde/musea 550 Natuurbescherming 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 580 Overige recreatieve voorzieningen Totaal hoofdfunctie 5
4.3.2
Overige verrekeningen van kostenplaatsen
Pachten
Hoofdfunctie 3 ECONOMISCHE ZAKEN 310 Handel en ambacht 311 Baten marktgelden 320 Industrie 330 Nutsbedrijven 340 Agrarische productie en ontginning 341 Overige agrarische zaken, jacht en visserij Totaal hoofdfunctie 3
4.3.1
Verrekening kostenplaatsen voor investeringsprojecten
Huren
Hoofdfunctie 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT 210 Wegen, straten en pleinen 211 Verkeersmaatregelen te land 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting 220 Zeehavens 221 Binnenhavens en waterwegen 223 Veerdiensten 230 Luchtvaart 240 Waterkering, afwatering en landaanwinning Totaal hoofdfunctie 2
4.2.3
Kapitaallasten
Vergoeding voor personeel
4 4
4.2.2
Reserveringen
Afschrijvingen
Hoofdfunctie 1 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid Totaal hoofdfunctie 1
4.2.1
Handelskredieten en transitorische posten
Toegerekende rente
Hoofdfunctie 0 ALGEMEEN BESTUUR 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders 003 Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie Totaal hoofdfunctie 0
4.1.2
Aandelen en overige deelnemingen
4.1.1
Langlopende leningen
4.0.3
Kortlopende leningen
4.0.2
Financiële derivaten
4.0.1
Langlopende effecten m.u.v.aandelen
3.4
Kortlopende effecten m.u.v. aandelen
3.3.2
Chartaalgeld en deposito's
3.3.1
Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten
3.2.2
Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten van overheid (niet-Rijk)
3.2.1
Overige inkomensoverdrachten
3.0
Overige inkomensoverdrachten van overheid (niet-Rijk)
2.3
Baten met betrekking tot vergoeding en verhaal sociale uitkeringen
2.2
Vermogensoverdracht van het Rijk
2.1 Werkelijk ontvangen rente en winstuitkeringen
categorieën functies
0.0 Niet in te delen baten
Verdelingsmatrix gemeenten, baten en balansmutaties
95 182
11 11
2657 2657
230 230
732
575 575
732 3564 4311
182
95 1537 23657 182
1355 23658
357 2953
357 2953
90
90 816
816
12
12
-557
43
277
1355
540
1355
375
33
2657
230
12
4126
90
23658
4150
4126
2458
41440
686
150
-557
-557
182
29142
-511
787
58517