Programmabegroting
Programmabegroting
Het beeldmateriaal op de omslag staat symbool voor een aantal (belangrijke) onderwerpen uit de begroting 2011. Afbeelding Boven: Kerkje Gasselte Vlnr: Kanoën in de Hunze Nieuwe winkelcentrum Gieten Onder: Beeld de Vreugdedans in Rolde
Programma Cultuur Recreatie en Toerisme Verkeer en Vervoer Cultuur
.
Inhoudsopgave
1
BELEIDSBEGROTING
3
1.1
Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2011
5
1.2
Visie en missie
13
1.3 1.3.1 1.3.2
Programmaplan Te realiseren programma’s Overzicht algemene dekkingsmiddelen
15
1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7
De paragrafen Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
99 101 109 117 125 129 137 141
2
FINANCIELE BEGROTING
147
2.1
Uiteenzetting van de financiële positie
149
2.2
Overzicht lasten en baten financiële begroting
169
2.3
Vaststelling financiële- en beleidsbegroting
185
BIJLAGEN
187
- Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 - Kerngegevens - Verdelingsmatrix
189 205 209
97
1
.
2
1 BELEIDSBEGROTING Het onderdeel beleidsbegroting van deze programmabegroting gaat met name in op de doelstellingen van de programma’s en bij de paragrafen op belangrijke onderdelen van het beheer. De beleidsbegroting is de tegenhanger van het jaarverslag van de jaarstukken.
Inhoud: 1.1 1.2 1.3 1.4
Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2011 Visie en missie Programmaplan De paragrafen
3
4
1.1 Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2011 Bestuurlijke keuzes voor een gezonde financiële toekomst van Aa en Hunze Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2011 ter vaststelling aan. Deze begroting is opgesteld aan de hand van het Collegeprogramma 2010-2014 en de besluitvorming met betrekking tot de Perspectiefnota 2010. Zoals we reeds in de Perspectiefnota 2010 hebben aangegeven worden we steeds nadrukkelijker geconfronteerd met de gevolgen van de economische crisis, waardoor ook gemeenten in de komende jaren in zwaar weer terecht komen. In de Miljoenennota 2011 heeft het demissionaire Kabinet een voorschot op de ongekend forse bezuinigingen genomen, die worden verwacht van een nieuw Kabinet. Er wordt gesproken over bezuinigingen die moeten oplopen tot € 18 miljard in 2015, waarvan ongetwijfeld een fors deel voor rekening van het gemeentefonds zal komen. Inmiddels is het Regeer- en gedoogakkoord door het beoogde nieuwe Kabinet gepresenteerd. Daarin is o.a. een algemene korting voor gemeenten opgenomen van € 1,2 miljard. Dat is lager dan aanvankelijk was gedacht. Het lijkt er echter op, dat in het Regeerakkoord korting op korting wordt gestapeld. Behalve de algemene korting van € 1,2 miljard is er sprake van een doelmatigheids- en efficiencykorting op taken die nog moeten worden gedecentraliseerd. Het gaat hierbij om een bedrag van in totaal € 400 miljoen. Om de gemeentelijke financiën in evenwicht te houden moeten in deze bestuursperiode grootschalige bezuinigingen worden gerealiseerd, die gepaard zullen gaan met pijnlijke ingrepen die zowel onze organisatie als ook onze inwoners gaan raken. Op basis van de ten tijde van het opstellen van deze begroting beschikbare informatie over de op handen zijnde rijksbezuinigingen zijn wij er van uitgegaan, dat er in de periode 2010-2014 in totaal € 3,5 miljoen moet worden bezuinigd om de begroting sluitend te krijgen. We zijn bovendien van plan € 0,5 miljoen extra te bezuinigingen om ruimte te creëren voor nieuwe beleidsambities. Nu het Regeerakkoord er ligt, lijkt het erop dat we met onze inschatting van de bezuinigingen in de goede richting zitten. Op 30 juni 2010 is door de raad bij de behandeling van de Perspectiefnota een eerste richtinggevend besluit over de bezuinigingen genomen. Wij willen bewust en doordacht bezuinigen: geen kaasschaaf, geen ‘botte bijl’, maar proactief en sociaal verantwoord. Onder die condities is het financieel gezond houden van onze gemeente een forse uitdaging. Bij het opstellen van het collegeprogramma 2010-2014, waarvan de financiële vertaling in de u thans aangeboden begroting heeft plaatsgevonden, is dan ook terughoudendheid betracht in het formuleren van nieuw beleid. Dat neemt niet weg, dat wij voornemens zijn een aantal forse ‘kwaliteitsinjecties’ te doen door zeer gericht te investeren.
De economische ontwikkeling De algemene uitkering uit het Gemeentefonds is gebaseerd op de informatie zoals die in de junicirculaire 2010 is opgenomen. Daarnaast is, op basis van het advies van de commissie Brede Heroverwegingen (werkgroep Kalden) rekening gehouden met een volumekorting van 10% op het Gemeentefonds, ofwel € 1,7 miljard voor de periode 2012-2015. Inmiddels is de septembercirculaire 2010 verschenen. Ten opzichte van de juni-circulaire biedt deze circulaire weinig nieuws. Gezien de stand van de besluitvorming op rijksniveau konden nog geen mededelingen worden gedaan over de ontwikkeling van het Gemeentefonds in 2012 en verder.
5
Zoals reeds eerder is aangegeven ziet het nieuwe Kabinet zich geplaatst voor een omvangrijke taak de overheidsfinanciën op orde te brengen tegen de achtergrond van de recessie, en daarmee samenhangend de munteenheid 'euro' stabiel te houden. Er zal ingegrepen moeten worden door het verlagen van kosten en verhogen van inkomsten. Al eerder dit jaar heeft de VNG, naar aanleiding van het advies van de werkgroep Kalden, in zijn algemeenheid aangegeven dat de gemeenten onevenredig zwaar door de bezuinigingsplannen worden getroffen. Naast een korting op de algemene uitkering is er ook sprake van: - Afschaffen of bezuinigen op verschillende specifieke uitkeringen; - Overheveling van taken naar gemeenten zonder voldoende financiële middelen; - Rijksbezuinigingen die in hun doorwerking leiden tot extra kosten voor de gemeenten. De VNG wijst de volumekorting van 10% af en steekt in op handhaving van de zogenaamde normeringmethodiek (samen de trap op, samen de trap af). Handhaving van die systematiek, die t/m 2011 buiten werking is gesteld, werkt veel gunstiger uit. Rekening houdende met een gemiddelde jaarlijkse groei van de economie van 1,5% blijft de korting dan beperkt tot € 0,5 miljard. Gelet op de economische ontwikkelingen en de noodzaak voor het nieuwe Kabinet om tot forse bezuinigingen te komen, achten wij het niet verantwoord om uit te gaan van de benadering van de VNG. Daarmee zouden we naar onze mening een te afwachtende houding aannemen. Zoals we ook al in de Perspectiefnota 2010 hebben aangegeven, willen we niet wachten tot we daadwerkelijk in financieel zwaar weer zitten, maar op voorhand preventieve maatregelen nemen. Daarom is de begroting 2011, overeenkomstig de in de Perspectiefnota 2010 gekozen inzet, gebaseerd op de eerdergenoemde volumekorting in de algemene uitkering van 10%. Voor Aa en Hunze komt dit neer op een totaalbedrag van € 2,4 miljoen over de periode 2012-2015. Zoals reeds eerder is opgemerkt lijkt het erop dat we – gelet op het nieuwe Regeerakkoord – met deze inschatting in de goede richting zitten. Bezuinigingstaakstelling Deze begroting is gebaseerd op een totale bezuinigingstaakstelling van € 4 miljoen gedurende de periode 2010-2015. Hiervan is in 2010 reeds ruim € 900.000 gerealiseerd en de taakstelling voor 2011 bedraagt bijna € 800.000. Voor het laatstgenoemde bedrag zijn in de begroting concrete bezuinigingsrichtingen aangegeven. Voor ons college liggen de bezuinigingsrichtingen voor 2011 met de daarbij behorende bedragen vast en wij zullen uw raad, daar waar noodzakelijk, de nodige voorstellen doen. Het vervolg na 2011 is sterk afhankelijk van de besluitvorming van het nieuwe Kabinet over de bezuinigingen die richting de gemeenten komen. Zoals al eerder is aangegeven ziet het er nu naar uit dat er een taakstelling bij gemeenten komt te liggen van in totaal € 1,7 miljard, waarvan € 400 miljoen aan doelmatigheids- en efficiencykortingen op taken die nog moeten worden gedecentraliseerd. Zodra er meer duidelijkheid is ontstaan over de concrete invulling van de kortingen zullen wij onze bezuinigingstaakstelling herijken in het licht van de op dat moment te verwachten ontwikkeling van de gemeentelijke financiën. We gaan ervan uit, dat we uw raad bij het Beleidsplan 2011 een meer realistisch beeld kunnen aanbieden van die verwachte ontwikkeling en van de noodzakelijke bezuinigingen in de komende jaren.
Beleidsmatig kader Deze begroting is opgesteld op basis van de ambities en doelstellingen zoals die in het collegeprogramma 2010-2014 zijn aangegeven en op de door uw raad op 16 december 2009 vastgestelde Strategische Toekomstvisie 2020. Toekomstvisie In de raadsvergadering van 16 december 2009 is de Strategische Toekomstvisie 2020 vastgesteld met de volgende kernwaarden en hoofdkeuzen voor de toekomst:
6
Kernwaarden - Zorgzame samenleving - Levendige dorpen - Menselijke maat - Kwaliteit in wonen en voorzieningen - Kleinschalige kwaliteitseconomie - Uitstekende omgevingskwaliteit - Duurzame ontwikkeling in brede zin - Ontplooiingsruimte voor iedereen De speerpunten van ons beleid 1. Het (verder) verbeteren van de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening door in deze bestuursperiode een Klant Contact Centrum (KCC) te realiseren overeenkomstig het model dat daartoe landelijk is ontwikkeld (‘gemeente heeft Antwoord’). 2. Het verder ontwikkelen van het systeem van ‘kern- en buurtgericht werken’. 3. Het realiseren van een nieuw multifunctioneel centrum in Gasselternijveen. 4. Het onderzoeken en zo mogelijk realiseren van een verbetering van de huisvesting van het Voortgezet Onderwijs in Gieten. 5. Het revitaliseren van het Centrum Rolde en een begin maken met een uitvoeringsprogramma. 6. Het herstructureren/uitbreiden van de begraafplaats in Rolde en de renovatie van de begraafplaats in Gasselte. 7. Professioneel inhoud geven aan het fenomeen ‘Culturele gemeente’ in 2011. 8. Concrete stappen zetten op weg naar een duurzamer samenleving. 9. Verbetering van de kwaliteit van (bestaande) fiets- en wandelpaden. 10. Ontwikkeling gebied Gasselterveld. 11. De gemeente Aa en Hunze financieel gezond houden.
Financieel kader In hoofdstuk 2.1 is het financieel kader voor 2011 aangegeven waarbinnen we onze doelstellingen willen realiseren. Tevens wordt in dat hoofdstuk de bandbreedte aangegeven waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt. Daarbij gaat het dan met name om de “ter afweging staande onderwerpen”, waarover uw raad de discussie over prioriteitstelling en keuzes kan voeren. Kort samengevat gaat het om de volgende hoofdlijnen. Begroting 2011 Op basis van de uitkomsten van de Productenraming 2011 kan de volgende berekening worden gemaakt van de begrotingsuitkomsten na verwerking van het Collegeprogramma 2010-2014. Hierbij zijn met name de “ter afweging staande onderwerpen”, waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden van belang.
Saldo Productenraming na bestemming Ter afweging staande onderwerpen 1. Collegeprogramma 2010-2014 2. Bezuinigingstraject 3. Onttrekking aan de VAR Niet ter afweging staande onderwerpen Niet-trendmatige ontwikkelingen Saldo Programmabegroting 2011 na verwerking voorstellen
structureel
incidenteel
111.000
697.000
-390.000 787.000
-1.446.000 248.000 501.000
-81.000 427.000
0
De aan uw raad gepresenteerde begrotingsvoorstellen resulteren voor 2011 in een positief saldo van € 427.000. In dat saldo is een bedrag van € 85.000 opgenomen dat nog vrij beschikbaar is voor aanvullend nieuw beleid. Eenzelfde bedrag is ook in 2012 voor dat doel beschikbaar. Voor de dekking van incidentele uitgaven is in 2011 een onttrekking aan de Vrije Algemene Reserve noodzakelijk van € 501.000.
7
Gezien de geprognosticeerde begrotingsuitkomsten voor de jaren 2012-2015, zoals die in het Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 zijn opgenomen, dient het begrotingsoverschot in 2011 als “incidenteel” te worden aangemerkt. In de doorwerking naar 2012 is namelijk rekening gehouden met het niet structureel invullen van dat overschot. Een gehele of gedeeltelijke structurele invulling van het bedrag in 2011heeft dus direct consequenties voor de prognoses na 2011. Wij stellen u dan ook voor om het overschot 2011 toe te voegen aan de Vrije Algemene Reserve, waardoor er per saldo in 2011 “slechts” € 74.000 aan die reserve hoeft te worden onttrokken. Slechts zeer beperkte lastenverhoging in 2011 Voor 2011 willen we uiterst terughoudend omgaan met lastenverzwaring voor onze burgers en wij doen dan ook geen voorstel om de tarieven van de Onroerende Zaak Belastingen te verhogen. De afvalstoffenheffing kan, gelet op de kostenontwikkeling,met ruim 1% worden verlaagd. Voor het rioolrecht is, ter dekking van de lasten van de in het Gemeentelijk Riolerings Plan voorziene investeringen, een verhoging met 3% noodzakelijk. In het kader van het bezuinigingstraject wordt voorgesteld om de tarieven van de zwembaden in 2011 met 5% en van de sporthallen etc. met 20% te verhogen. Nieuwe uitgaven in 2011 De voor 2011 financieel meest in het oog springende nieuwe uitgaven zijn: € 831.000 Renovatie zwembad de Borghoorns in Annen € 200.000 Ontwikkeling Klant Contact Centrum € 145.000 Vervanging brug Ravijnzicht € 90.000 Kosten cultuurgemeente van Drenthe € 50.000 Communicatie en burgerparticipatie € 40.000 Uitvoering gemeentelijk klimaatbeleid € 10.000 Deelname aan project Jeugd en Alcohol Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 Het Financieel Meerjaren Perspectief is gebaseerd op de gegevens van de junicirculaire 2010 met betrekking tot de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Daarnaast is,op basis van het advies van de commissie Brede Heroverwegingen (werkgroep Kalden) rekening gehouden met een volumekorting van 10% op het Gemeentefonds, ofwel € 1,7 miljard voor de periode 2012-2015. Voor onze gemeente komt dat neer op een korting van in totaal € 2,4 miljoen, die gefaseerd over de jaren 2012-2015 is opgenomen voor een bedrag van € 600.000 per jaar. Geprognosticeerde saldi: Saldo exclusief taakstellende bezuinigingen Taakstellende bezuinigingen Saldo
2012
2013
2014
2015
- 273.000 176.000 - 97.000
- 425.000 230.000 - 195.000
- 488.000 162.000 - 326.000
- 488.000 340.000 - 148.000
Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt is het Financieel Meerjaren Perspectief niet sluitend. Voor 2012 is een gering tekort berekend van bijna € 100.000 oplopend tot € 150.000 in 2015, met een (tijdelijk) behoorlijk hoger tekort in 2014 van ruim € 300.000. Gelet op alle onzekerheden op dit moment,hebben we gemeend om nu (nog) geen aanvullende maatregelen te nemen om die tekorten weg te werken. Zoals eerder is aangegeven zijn de saldi gebaseerd op aannames met betrekking tot de ontwikkeling van de Algemene Uitkering, die zeker voor discussie vatbaar zijn. Pas nadat de financiële gevolgen van de plannen van het nieuwe Kabinet duidelijk zijn krijgt de raming van die uitkering een realiteitsgehalte waarmee verder kan worden gewerkt. Op dit moment dus even pas op de plaats ten aanzien van mogelijke aanvullende maatregelen. Dat betekent niet, dat deze afwachtende houding ook wordt aangenomen met betrekking tot het reeds ingezette bezuinigingstraject. Wij willen hier juist op een voortvarende manier mee verder, zodat in 2011 verdere concrete besluitvorming kan plaatsvinden. Hierbij beseffen we ons terdege dat, op basis van de huidige inschattingen, voor de jaren 2012-2015 naast een concrete invulling van en besluitvorming over de ingevulde bezuinigingsrichtingen nog
8
richting moet worden gegeven aan een totaalbedrag van ruim € 900.000 aan taakstellende bezuinigingen. Dit noopt tot ingrijpende en pijnlijke maatregelen. Wij streven hierbij, in samenspraak met uw raad, naar een zo evenwichtig mogelijke verdeling van de bezuinigingen over de diverse programma’s van de begroting. In het Beleidsplan 2011 zal dit verder worden uitgewerkt. Toekomstige ontwikkelingen Zoals we reeds bij de speerpunten van ons beleid hebben aangegeven staat in de komende jaren een aantal belangrijke ontwikkelingen op stapel. Hiervan willen wij hier noemen de realisering van een multifunctioneel centrum in Gasselternijveen, het onderzoeken en zo mogelijk realiseren van een verbetering van de huisvesting van het Voorgezet Onderwijs in Gieten, het revitaliseren van het centrum van Rolde, de ontwikkeling van het Gasselterveld, het verder ontwikkelen van het systeem van “kern- en buurtgericht werken”en last but not least het zetten van concrete stappen op weg naar een duurzamer samenleving. Voor de ontwikkeling van het genoemde MFC is in het Financieel Meerjaren Perspectief voor 2012 voorlopig een bedrag van € 3.800.000 gereserveerd. Voor de mogelijke financiële gevolgen die uit het onderzoek naar de huisvesting van het Voortgezet Onderwijs in Gieten zouden kunnen voortvloeien willen we in principe (een gedeelte van) de thans nog beschikbare vrije budgetruimte in 2011 en 2012 reserveren. Op basis van nader onderzoek zal hiertoe in samenhang met andere beleidsvoornemens op een later moment een bredere integrale afweging plaats vinden. Organisatieontwikkeling Op het gebied van de bedrijfsvoering staan wij een flexibele en slagvaardige gemeentelijke organisatie voor, die zich snel kan aanpassen in en aan een dynamische omgeving. Daarbij zoeken we actief samenwerking met andere overheden, instanties en burgers. Binnen het bezuinigingstraject is als uitgangspunt geformuleerd, dat de bedrijfsvoering 25% van de totale bezuinigingen moet opleveren. Door een combinatie van efficiencymaatregelen en dienstverlening en door reductie van taken willen wij deze bezuiniging realiseren. Zoals we ook in het collegeprogramma hebben aangegeven willen wij binnen onze organisatie een doorontwikkeling bewerkstelligen met een omslag van vooral specifieke inhoudelijke deskundigheid naar een meer dienstverlenende instelling. Bovendien moeten we voor de langere termijn rekening houden met een krappere arbeidsmarkt en vergrijzing en ontgroening. Dit alles vraagt om een samenhangende brede aanpak, waarover de eerste verkennende discussies inmiddels hebben plaatsgevonden. In de komende tijd zullen we de uitgangspunten voor de nieuwe toekomstige organisatie formuleren, waarbij de daarbij behorende organisatiestructuur, de benodigde capaciteit en kwaliteit en de takendiscussie aan de orde zullen komen. Ook zal hierbij het natuurlijk verloop met name ook bij het ambtelijk management in de komende jaren worden betrokken. De doelstelling is om eind 2011 tot besluitvorming te komen over de gewenste organisatie en de daarbij behorende maatregelen te komen. We willen nog bezien in hoeverre we dit in eigen beheer kunnen uitvoeren dan wel enige vorm van externe begeleiding hierbij noodzakelijk is. Tenslotte Wij menen met deze begroting een verantwoorde basis te hebben gelegd, waarmee we in de komende jaren het financieel evenwicht kunnen bewaren en tevens ruimte hebben voor een aantal belangrijke ontwikkelingen. Dat neemt niet weg dat er een ingrijpende (bezuinigings-) inspanning noodzakelijk is om dat evenwicht en die ruimte ook daadwerkelijk te creëren. We staan voor een grote uitdaging die we willen oppakken in een goed samenspel van raad, college en ambtelijk apparaat.
9
Planning en procedure begrotingsbehandeling De behandeling van deze begroting door uw raad vindt plaats op woensdag 10 november 2010 vanaf 16.00 uur. Voorafgaande aan die behandeling wordt een technische toelichting gegeven op 21 oktober 2010. De programmabegroting wordt door de gemeentesecretaris als WOR bestuurder op 2 november 2010 besproken met de Ondernemingsraad. Onderstaand volgt in het kort de voorgestelde planning en procedure voor de behandeling van de programmabegroting. 5 oktober
Vaststelling concept- begroting door college
11 oktober
Aanlevering begroting aan griffie
14 oktober
Drukken begroting door M&O en verzending door griffie aan raadsleden. De raadsleden kunnen op 14 oktober de begroting ophalen (gemeentehuis). Bij verzending per post ontvangt het raadslid een exemplaar op 15 oktober.
21 oktober
Technische uitleg aanvang 16.00 uur.
2 november
Behandeling concept programmabegroting in Ondernemingsraad.
27 oktober
Aanlevering begrotingsreacties van fracties bij de griffie (inclusief de bijdragen voor De Schakel).
3 november
Publicatie fractiebijdragen in De Schakel.
4 november
-
Verzending Begrotingsreacties fracties naar de raadsleden, pers, collegeleden en MT. Aanleveren van de beamerpresentaties door de fracties.
9 november
Mogelijkheid tot aanlevering ontwerpmoties en -amendementen op schrift voor 12.00 uur bij de griffie.
10 november
Begrotingsraad 16:00 uur Portefeuillehouder Financiën geeft een korte uiteenzetting. 16:10 uur Fracties voeren het woord in eerste instantie. (10 minuten / fractie) 17:10 uur Korte schorsing (1e schorsing). (met gelegenheid voor college voor beraad) 17.25 uur Reactie van het college. (10 minuten / collegelid) 18.05 uur 2e schorsing en diner. 19.05 uur Tweede ronde fracties. (de fracties krijgen elk 10 minuten om in te gaan op de reactie van de andere fracties in eerste instantie en de reactie van het college) 20:05 uur 3e schorsing en pauze. 20.20 uur Reactie van het college. (5 minuten / collegelid) 20.40 uur 4e schorsing en pauze 20:55 uur De fracties krijgen elk 5 minuten spreektijd om in te gaan op de reactie van de andere fracties en van het college. (evt. indiening moties en amendementen) 21.25 uur 5e schorsing en pauze. 21.40 uur Reactie van het college. 22.00 uur Schorsing voor beraad raadsfracties. 22:15 uur Besluitvorming raad. 22:30 uur Sluiting (met informeel samenzijn).
10
Raadsvoorstel (nummer 2010/60) Aan uw raad wordt voorgesteld: 1)
2) 3) 4)
De beleids- en de financiële begroting vast te stellen door per programma vast te stellen: a. de beoogde maatschappelijke effecten (‘wat willen we bereiken’) b. de te leveren goederen en diensten (‘wat gaan we doen’) c. het totaal van de baten en lasten op programmaniveau (‘wat mag het kosten’). De eerste en de tweede begrotingswijziging 2011 vast te stellen. De tweede begrotingswijziging betreft de uitwerking van de septembercirculaire 2010. In te stemmen met de voorgestelde resultaatbestemming. Het betreft een onttrekking van totaal € 374.000 aan de reserves ten gunste van de exploitatie. Het Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 voor kennisgeving aan te nemen.
Gieten, 5 oktober 2010 Het college van de gemeente Aa en Hunze, de secretaris,
de burgemeester,
mr. F. Snoep
drs. H.F. van Oosterhout
11
.
12
1.2 Visie en missie De gemeente Aa en Hunze heeft de Strategische Toekomstvisie 2020 opgesteld. Deze visie zet de strategische koers voor de gemeente Aa en Hunze uit voor de komende tien jaar. In de raadsvergadering van 16 december 2009 is de visie door de gemeenteraad vastgesteld. Tegelijkertijd is ook de missie opgesteld en vastgesteld.
Visie De gemeente Aa en Hunze wil behouden wat de moeite waard is en streeft naar vernieuwing waar dat kansen biedt om de positie van Aa en Hunze te versterken. Dit vraagt om een helder perspectief op de toekomst: Aa en Hunze Buitengewoon!
Vier hoofdkeuzes Behoud van al het goede dat de gemeente Aa en Hunze te bieden heeft, is niet vanzelfsprekend. Dat vraagt voortdurende aandacht en het vraagt vernieuwing. Het vraagt ook om keuzes maken. Op grond van de missie worden vier belangrijke keuzes voor de toekomst gemaakt: 1.
2. 3. 4.
Investeren in de kwaliteit van wonen en voorzieningen: door voorzieningen te delen binnen een samenhangend gebied, door de groei van het woningbestand af te stemmen op de woonbehoefte, door een ontwikkeling gericht op een gemeentebrede kwaliteitsslag en door nieuw maatwerk in de kleine dorpen. Investeren in een levendige en zorgzame samenleving: door ruimte te bieden voor initiatief vanuit de samenleving, door nieuw maatwerk in de kleine dorpen en door te investeren in zorg en in ontmoeting. Investeren in de recreatieve toeristische ontwikkeling: gericht op innovatie, samenhang, kwaliteit en profilering. Investeren in een duurzame ontwikkeling in een robuust landschap.
Missie De gemeente Aa en Hunze is een aantrekkelijke woongemeente waar het buitengewoon goed leven en recreëren is, met een levendige en zorgzame samenleving in een robuust landschap. Aa en Hunze is hét recreatiegebied van Noord- Drenthe. Aa en Hunze Buitengewoon!
13
14
1.3 Programmaplan In het duale stelsel heeft uw raad kaderstellende, budgetbepalende en controlerende taken. Het programmaplan ondersteunt uw raad met genoemde taken.
Het programmaplan is ingedeeld in: 1.3.1 Te realiseren programma’s 1.3.2 Overzicht algemene dekkingsmiddelen.
1.3.1 Te realiseren programma’s In het programmaplan komen de volgende programma’s aan de orde: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Bestuur Publiekszaken Openbare Orde en Veiligheid Economische Zaken Onderwijs Cultuur Sport Sociale Zaken Welzijn Gemeentelijke afvaltaken Openbare Werken / Verkeer en Vervoer Milieu Wonen en leefomgeving Plattelands- en natuurontwikkeling Recreatie en toerisme Financiën en bedrijfsvoering
17 21 25 29 33 39 45 49 55 63 67 73 79 85 89 93
15
16
1. Bestuur Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / J.J. Wiersum / J.B. Wassink
Budgethouder
W. Dolsma / B. Kinds / M. Jalving
Toekomstvisie
De gemeente wil zich ontwikkelen tot het loket voor burger, ondernemer en instanties. Meer bestuurskracht, daadkracht en externe gerichtheid. Bewoners, bedrijven en instanties stimuleren om actief deel uit te maken van de ontwikkeling en het beheer van de eigen leefomgeving: iedereen draagt bij aan onze samenleving. Gemeente als regisseur. Een sterke rol spelen in de regio, voor onder meer onze werkgelegenheid, voorzieningenniveau en recreatieve ontwikkeling. Samenwerking met overheden, instanties, ondernemers en burgers.
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is een bestuursstijl te hanteren die openheid en transparantie voorop stelt. Wij willen met externe gerichtheid beleid voeren, dat gebaseerd is op wederzijds respect tussen overheid, groepen/instellingen en burgers. Een overheid die betrouwbaar is en in het belang van een zo duurzaam mogelijke toekomst van onze inwoners waar maakt wat ze belooft. We handelen daarbij vanuit een bestuurskrachtige houding, met daadkracht en op basis van interactiviteit.
Taakomschrijving
Het op een open en controleerbare wijze besturen van de gemeente, het samenwerken met andere gemeenten in de regio en met publieke en private instanties.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Bestuur: - Algemeen bestuur - Kern- en buurtgericht werken
A. Algemeen bestuur Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Een bestuur dat de belangen behartigt van al haar inwoners op een laagdrempelige en toegankelijke wijze. • Een bestuur dat voor de burger transparant is in wat het doet, waarom en hoe. • Een bestuur dat de nieuwe media integraal in haar communicatiebeleid opneemt. • Een bestuur dat de doelen bereikt die gesteld zijn, waarbij de belanghebbende vanaf het begin wordt betrokken bij het maken van plannen omtrent (nieuw) beleid, o.a. door het stimuleren van burgerparticipatie en burgerinitiatief. • Een onafhankelijke, objectieve behandeling van bezwaren, beroepen en klachten, binnen de wettelijke termijnen. • Gemeentelijke dienstverlening waarbij kwaliteit een vanzelfsprekendheid is. • Een bestuur dat hoge eisen stelt aan integrale en interactieve beleidsvorming en integrale uitvoering van beleid. • Een vertaling van de strategische toekomstvisie 2020 in de in- en externe communicatie.
17
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Het streven van de gezamenlijke Nederlandse overheden om 65% van de dienstverlening digitaal aan te bieden. • Het streven om het gemeentelijk loket de poort tot de dienstverlening van de overheid te laten worden.
Indicatoren Door de jaren heen is gebruik gemaakt van verschillende statistiek programma’s voor het loggen van de website. Bovendien zijn de perioden waarover de programma’s zijn gebruikt zeer onregelmatig, waardoor het vergelijken van jaarcijfers niet zuiver is. De cijfers dienen daarom meer ter indicatie.
Tabel Cijfers behorende bij de indicatoren van de website Onderwerp
Gemiddeld aantal bezoekers website per maand Gemiddeld aantal bezoekers Raadsinformatiesysteem per maand Gemiddeld aantal bezoekers digitaal loket per maand
2006
2007
2008
2009
3.000
6.005
6.303
9.365
12.579
630
808
357
1.581
260
342
81 (van 280)
38 (van 159)
1.367
770
Totaal aantal afgenomen on-line diensten
81
2010 (t/m augustus)
(v.a. sept08)
Totaal aantal elektronisch ingediende WOZ formulieren voor bezwaren (van het totaal aantal bezwaren) Totaal aantal meldingen openbare ruimte
561
Stand Landelijke Monitor 1)
326
395
1701)
124
461)
Van de 441 gemeenten in totaal.
Toelichting Online diensten Sinds juni 2010 is het aanbod e-diensten uitgebreid met aanvragen evenementenvergunning, aanvragen horecavergunning en klacht dienstverlening in het kader van het garantiebewijs. Daarnaast zijn de andere e-diensten verbeterd. In totaal heeft de gemeente Aa en Hunze in augustus 2010 negen e-diensten live. Landelijke monitor De gemeente Aa en Hunze neemt in augustus 2010 de 46ste plaats in op de ranglijst van Overheid.nl. De stijging is te danken aan de live-gang van de nieuwe website op 15 juni 2010 en doorgevoerde verbeteringen in de techniek waardoor aan meer webrichtlijnen wordt voldaan.
Tabel ontvangen bezwaarschriften
Aantal
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
89
68
56
49
52
37
34
35
Voor 2010 is het cijfer geraamd
18
Kader • • • • • • • • •
000000 000000
Verordening Burgerinitiatief. Gemeentewet. Wet dualisering Gemeentebestuur. Collegeprogramma 2010-2014. Wet elektronisch bestuurlijk verkeer. Informatiebeleidsplan 2011-2015. Strategische toekomstvisie 2020. Dienstverleningsconcept. Overheid geeft antwoord.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Het project Aa en Hunze cultuurgemeente 2011 ondersteunen middels een intensief communicatietraject. • Heroverwegen stedenbanden Opočno (Tsjechië) en Zerków (Polen). • Het vertalen van de strategische toekomstvisie 2020 in onze in- en externe communicatie op een consistente wijze. • De inwoners op een toegankelijke wijze informeren over de gemeentelijke dienstverlening (KCC). • De organisatieveranderingen ondersteunen/begeleiden met behulp van interne communicatie. • Functionaliteiten van intranet en internet verder benutten en integraal (in de middelenmix) inzetten om communicatiedoelen te bereiken en dienstverlening te verbeteren/ondersteunen (o.a. door middel van GovUnited). • Communicatie (onder andere internet) inzetten bij initiatieven voor interactieve beleidsvorming/burgerparticipatie. Hiervoor is € 50.000 per jaar incidenteel ingezet gedurende 4 jaar (in totaal € 200.000).
2011 2011 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v.
B. Kern- en buurtgericht werken. Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het accent in kern- en buurtgericht werken leggen op de communicatie tussen de gemeente en de kernen en buurten. Alsmede een meer thematische behandeling van zaken. • Bevorderen van de betrokkenheid van burgers bij de zorg voor hun leefomgeving en versterken van de saamhorigheid in dorp en wijk. • In een zo vroeg mogelijk stadium de kernen en buurten betrekken bij beleidsvorming. • Met elan investeren in het Kern- en buurtgericht werken als een beproefde methode om de inwoners van onze kernen te bereiken. • Inwoners die actief betrokken willen zijn bij de inrichting van hun eigen leefomgeving ondersteunen. • In 2014 voor elk dorp beschikken over een jaarplan voor en/of een actielijst van in de eigen leefomgeving te realiseren verbeteringen. • Wij zetten in op een (verdere) verbetering van de dorpsoverlegstructuren en geven prioriteit aan het verbeteren van de interactie .
Kader • Rapport kern- en buurtgericht werken nieuwe stijl.
19
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Bij het opstellen van jaarplannen c.q. actielijsten voor de dorpen zal het slechts in een zeer beperkt aantal nader te bepalen situaties om zware/omvangrijke trajecten gaan. Het ontwikkelen van een ‘Centrumplan Rolde’ krijgt bijvoorbeeld een bijzonder accent. • Aandacht besteden aan kern- en buurtgericht werken met als uitgangspunt een goede communicatie met de burgers en organisaties van dorpsbelangen. • Informeren en in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken van de kernen en buurten bij beleidsvorming en terugkoppeling van gemeentelijke acties. • Opstellen jaaragenda’s met de afzonderlijke organisaties van dorpsbelangen. • Ondersteuning professionalisering organisaties van dorpsbelangen. • Inhoudelijke ondersteuning van de organisaties bij relevante beleidsthema’s. • Ondersteuning bij versterking van de positionering van de organisaties binnen de eigen kern. • Bevorderen kennisuitwisseling en expertiseoverdracht tussen de organisaties van dorpsbelangen. • Twee keer per jaar dorpenoverleg. • In voorkomende gevallen overleg van het gemeentebestuur/de portefeuillehouder met de afzonderlijke organisaties van dorpsbelangen. • Ondersteunen van initiatieven die ten doel hebben de leefbaarheid in de kernen te bevorderen.
2011
2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Algemeen bestuur Kern- en buurtgericht werken Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
2.047 124 2.171 0 0 2.171
52 0 52 75 75 127
1.847 184 2.031 0 0 2.031
0 0 0 0 0 0
1.915 179 2.094 0 0 2.094
0 0 0 0 0 0
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma structureel Pensioenvoorziening wethouders Collegeprogramma incidenteel Communicatie en burgerparticipatie Bezuinigingstraject – structureel Bestuurskosten Niet-trendmatige ontwikkelingen structureel Wachtgeld voormalig wethouders
Uitgaaf
2012
2013
2014
-20
-20
-150
-50
-50
-50
22
9
34
pm 65
20
2015
2. Publiekszaken Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout
Budgethouder
M. Jalving
Toekomstvisie
- Het loket zijn voor burger, ondernemer en instanties. - Een gemeente waarbij de burger centraal staat. - Een flexibele, slagvaardige gemeente die zich snel kan aanpassen in een dynamische omgeving. - Een gemeente die werkt vanuit een ja-mits houding.
Collegeprogramma
Kernpunt van beleid is de dienstverleningsrelaties in te richten vanuit de logica van de burger, de bedrijven en de maatschappelijke instellingen. Onze organisatie biedt vanuit een vraaggerichte benadering haar diensten aan en staat in open verbinding met haar partners. De ontwikkeling van een Klant Contact Centrum is hiertoe een belangrijk instrument. Daarnaast zal het accent vooral liggen op de doorontwikkeling van de digitale dienstverlening en een voortdurende optimalisatie van de website.
Taakomschrijving
- Dienstverlening ten aanzien van rechtsfeiten omtrent de burgerlijke staat van personen, namenrecht en nationaliteit, alsmede het voltrekken van huwelijken. - Het beheren en onderhouden van gemeentelijke begraafplaatsen.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Publiekszaken: - Publiekszaken - Lijkbezorging
A. Publiekszaken Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Door een professionele en flexibele organisatie wil de gemeente hét loket zijn voor burgers, ondernemers en instanties. • De 1-loketfunctie in het Klant Contact Centrum inrichten voor een groot aantal beleidsterreinen van onze gemeente. • Uitgangspunt voor ons contact met de inwoners en bedrijven is, dat zij vanaf 2013 jaar slechts voor heel specifieke zaken fysiek het gemeentehuis zullen moeten bezoeken(de toekomst is: steeds meer digitaal). • Probleemloze organisatie van verkiezingen en referenda.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Ceremonie Nederlanderschap.
Indicatoren • Klantgerichte dienstverlening De dienstverlening wordt gemeten aan de hand van een klanttevredenheidsonderzoek. Een dergelijk onderzoek is uitgevoerd in 2009. De gemeente scoorde op het gebied van klanttevredenheid een 7,7. In vergelijking met de andere deelnemende gemeenten de hoogste score. In 2012 zal een hernieuwd klanttevredenheid onderzoek worden uitgevoerd. Het streven is gericht op een cijfer 8.
21
• Wachttijden Op basis van ons kwaliteitshandvest met de daarbij vastgestelde gagarantiebewijzen wordt gestreefd naar een wachttijd van maximaal 15 minuten voor bij de balie. De maximale wachttijd bij een afspraak is maximaal 5 minuten. De gemiddelde wachttijd bij de meest afgenomen producten lag in 2009 en 2010, zo rond de 8,5 minuut. Benadrukt wordt dat er sprake is van een gemiddelde. Sinds de invoering van de biometrie in de reisdocumenten per 1 juli 2009 is de gemiddelde wachttijd toegenomen. • Telefonische contact Door het te realiseren Klant Contact Centrum en het daarin functionerende 014592 telefoonnummer worden in 2014 60 á 70 % van alle telefonische vragen afgehandeld.
Gemiddelde wachttijd van producten Product
Aanvraag Ned. ID- kaart Aanvraag Paspoort Afhalen reisdocument Aangifte verhuizing Uittreksel GBA Verklaring omtrent gedrag Aanvraag rijbewijs Afhalen rijbewijs
e
2008
2009
1 haljaar 2010
7.5 min. 7.5 min. 6.0 min. 6.0 min. 6.5 min. 6.0 min. 6.5 min. 5.5 min.
9.0 min. 9.0 min. 7.0 min. 7.5 min. 7.0 min. 7.5 min. 8.0 min. 6.0 min.
9.5 min. 9.0 min. 8.0 min. 8.5 min. 9.0 min. 8.0 min. 9.0 min. 8.0 min.
Kader • • • • 000000
Legesverordening gemeente Aa en Hunze. Wet Gemeentelijke Basis Administratie c.a.. Wet Bescherming Persoonsgegevens. Specifieke regelgeving (o.a. Kieswet).
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Zorgen voor doorontwikkeling van de “Wegwiezers” door primair in te zetten op gemeentelijke dienstverlening. Dit betekent dat het project “Mobiele Dienstverlening” zal worden voortgezet. • Verkiezingen Provinciale staten. • We zorgen ervoor het Klant Contact Centrum in 2013 operationeel te hebben. • Afstemming van de vergunningverlening op de behoefte van aanvragers als onderdeel van de realisatie van het KCC. • We gaan (verdere) samenwerkingsmogelijkheden met omliggende gemeenten zoeken . • Uitbreiding van de dienstverlening op locatie in relatie tot de toepassingen van het virtueel loket. • Verkiezingen Gemeenteraad. • Verkiezingen Tweede Kamer. • Verkiezingen Europese Unie.
2011 2011 2011-2013 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2014 2014 2014
B. Lijkbezorging Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Op de gemeentelijke begraafplaatsen zorgen voor voldoende ruimte voor begravingen en asbestemmingen.
22
Indicatoren Tabel restcapaciteit begraafplaatsen (per 01-01-2010) Begraafplaats
Graven (incl. kindgraven
Urnen graven
Urnennissen
200 402 72 356 80 n.v.t. 472 78
7 2 2 31 4 n.v.t. 18 7
50 18 n.v.t. 43 n.v.t. n.v.t. 27 36
Anloo Gasselte Gasselternijveen Gieten Gieterveen-Broek Gieterveen-Streek Grolloo Rolde
Kader • Wet op de lijkbezorging. • Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten. 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Een onderzoek doen naar de staat van onderhoud van de begraafplaats Gasselte en 2011-2012 deze begraafplaats aanpassen. 2012 • De capaciteit van de begraafplaats Rolde vergroten.
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Publiekszaken Lijkbezorging Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
942 337 1.279 35 35 1.314
440 189 629 20 20 649
875 320 1.195 0 0 1.195
334 179 513 25 25 538
906 351 1.257 0 0 1.257
488 179 666 0 0 666
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma structureel Herstructurering begraafplaats Rolde
23
Uitgaaf
2012
-500
-38
2013
2014
2015
24
3. Openbare Orde en Veiligheid Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout
Budgethouder
W. Dolsma/ H. de Groot
Toekomstvisie
-
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is te zorgen voor een veilige woon- en leefomgeving voor onze inwoners. De eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid van zowel inwoners als bedrijven vormt ook hier de rode draad voor ons beleid. Wij ondersteunen de plannen voor de verdere ontwikkeling van de Veiligheidsregio Drenthe. De door de raad vastgestelde nota ‘Integrale Veiligheid’ is leidend voor het te voeren beleid.
Taakomschrijving
- Zorg voor de openbare orde en het integrale veiligheidsbeleid in de gemeente. - Het treffen van alle voorbereidende en uitvoerende maatregelen voor een adequate brandbestrijding en hulpverlening bij ongevallen en calamiteiten. - Ondersteuning op het gebied van de openbare orde. - Opvang zwerfdieren, gevonden voorwerpen en lijkschouw. - Zorg voor de organisatie van week- en jaarmarkten.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Openbare Orde en Veiligheid:
Veilige gemeente volgens veiligheidsindex. Goed leefklimaat. Gezamenlijke verantwoordelijkheid. Faciliteren, regisseren, stimuleren. Minder regels. Flankerende evenementenbeleid als het gaat om het uitgaan van jeugd tussen 12-18 jaar.
- Brandweer en rampenbestrijding - Openbare orde en veiligheid - Handel en ambacht
A. Brandweer en rampenbestrijding Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het hebben en houden van een goed woonklimaat. We kijken kritisch en alert naar de mogelijkheden om onze veiligheid te behouden en ons veiligheidsgevoel toch verder te versterken. Door creatief te zijn kan een beweging gemaakt worden van repressie naar goede preventie. Professionele partners die nauw samenwerken met bewoners en bedrijven, waarbij de gemeente de regierol heeft. Wij richten onze maatregelen en instrumenten op houding en gedrag van personen en op de fysieke omgeving om de veiligheid te vergroten. • De gemeente Aa en Hunze wil als organisatie adequaat kunnen (blijven) reageren op crises, rampen en zware ongevallen, waarbij we werken aan het verder optimaliseren van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisismanagement.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Onderzoek naar verregaande samenwerking van de brandweren in het district Noord&Midden Drenthe (één voor vijf(tien)).
25
• De Veiligheidsregio Drenthe werkt aan een herziening van de organisatie van de crisismanagementorganisatie in Drenthe. • Voorbereid zijn op eventuele uitbraak van epidemieën voor mens en dier. Kader • Bouwverordening. • Gebruiksbesluit / WABO (per 1 oktober 2010) / Bouwwerkenbesluit (per 1 juli 2011). • Bedrijfsvoeringsplan 2010-2011 AaTyn (als gevolg samenwerkingsovereenkomst Brandweer Aa en Hunze & Tynaarlo). • Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding en Crisismanagement Drenthe. • Wet Kwaliteitsbeheersing Rampenbestrijding. • Wet op de Veiligheidsregio’s (per 1 oktober 2010). • Besluit Personeel Veiligheidsregio’s (AMvB voorvloeiend uit de Wet op de Veiligheidsregio’s). 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Het evalueren van het handhavingsplan. • Het samenwerkingsverband tussen de brandweerbureaus van de gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze wordt verder uitgebouwd en dient (mede) als basis om het brandweerdistrict Noord&Midden Drenthe vorm te geven. Daarmee wordt in grote mate de kwetsbaarheid in bemensing verder verlaagd, de kwaliteit verder verhoogd en kunnen op termijn mogelijke efficiency- voordelen worden ingeboekt. • Als uitvloeisel van de Wet op de Veiligheidsregio’s, zal het rampenplan worden vervangen door het crisisplan. • Blijven oefenen op het gebied van crisismanagement. Dit zal zowel in regionaal als in lokaal verband worden georganiseerd. • In het kader van “hoe kan het in Drenthe effectiever en efficiënter”, wordt gekeken hoe de regionale (en lokale) crisismanagementorganisatie aangepast moet worden. • Om beter te kunnen volgen wat de geoefendheid is van de gemeentelijke medewerkers zal een (regionaal) oefenpaspoort worden ingevoerd. • In het verlengde van het inwerking treden van de Wet op de Veiligheidsregio’s komen er een aantal AMVB’s, waaronder het besluit Kwaliteit personeel Veiligheidsregio’s. De gevolgen van deze AMVB worden op regionale schaal uitgewerkt en geïmplementeerd. • Zorg voor de continuïteit van de repressieve brandweerzorg door een gedegen personeelbeleid voor het personeel en een effectief middelenbeheer; Daarbij zien wij in de komende beleidsperiode als speerpunten: - een parate brandweerorganisatie die in 80% van alle meldingen binnen 15 minuten ter plaatse is (Drentse norm). - het aantal loze automatische brandmeldingen is teruggedrongen. - 90% van alle bereikbaarheidskaarten voor risicovolle objecten is vastgelegd. • Het stellen van voorwaarden en het geven van adviezen ten behoeve van de risicobeheersing in de planfase. • Zorg voor groter (brand-) veiligheidsbewustzijn van inwoners en bedrijven door het geven van voorlichting en advies over preventieve maatregelen en het stimuleren van het gebruik van reflecterende huisnummers in het buitengebied t.b.v. hulpdiensten. • Wij richten onze maatregelen en instrumenten op houding en gedrag van personen en bedrijven om daarmee brandveiligheid in de fysieke omgeving te vergroten. Daarvoor zetten we een aantal sporen uit: 1. 80% van alle huishoudens in Aa en Hunze heeft minimaal één werkende rookmelder. Daarna aansluiten bij het rijksbeleid met streven naar 100% rookmelderdichtheid na 2012. 2. Jongeren hebben les gehad in brandveiligheid en EHBO, doordat dit op alle basisscholen in Aa en Hunze in het lesprogramma is opgenomen voor de hoogste groepen.
26
2011 2011
2011 2011 2011 2011 2011 – 2012
2011 e.v. 2011 2011-2012 2011-2014 2011-2014
2011 e.v. 2011 – 2012
3. Binnen de zorginstellingen is een groter bewustzijn over de eigen veiligheidsmaatregelen en hoe te handelen bij calamiteiten. 4. Het in gebruik nemen van de Risicomatrix als prioriteringsmiddel voor handhaving op brandveiligheidgedrag.
2011 - 2013 2011 - 2012
B. Openbare Orde en veiligheid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Zorgen voor een veilige woon- en leefomgeving voor onze burgers. • Als organisatie adequaat kunnen reageren op crises, rampen en zware ongevallen. • Verminderde regelgeving op het gebied van OOV, waarbij als uitgangspunt blijft een kwalitatief goed brandveiligheidniveau, zonder achterstanden in de afgifte, het toezicht op naleving en handhaving van de gebruiksvergunningen. • De regie voeren over de aanpak en uitvoering van, door het gemeentebestuur vastgesteld, beleid op het gebied van de openbare orde. • De wijk- en buurtzorg blijft bij de politie centraal staan. De informatievoorziening tussen politie en gemeente wordt daarbij gecontinueerd en indien noodzakelijk geïntensiveerd. • De integrale invoering van de Omgevingsvergunning. Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Mogelijk reorganiseren van het politiebestel in ons land (herziening Politiewet). • De mogelijke aanpassing van de Drank- en Horecawet waarbij o.a. de handhaving richting de gemeente gaat. Indicatoren
Brandpreventie Aantal objecten dat beschikt over actuele gebruiksvergunning Aantal nieuwe gebruiksvergunningen in behandeling Aantal verplichte gebruiksvergunningen Gebruiksbesluit Aantal gebruiksmeldingen Aantal handhavingsobjecten Brandweer algemeen Aantal incidenten brandweer (brand/hulpverlening/automatische meldingen) Aantal vrijwillige brandweerlieden (feitelijk/gewenst) Bijzondere wetten Aantal afgegeven evenementenvergunningen Aantal afgegeven gebruiksvergunningen Brandveiligheidverordening Aantal ontheffingen/vergunningen APV Aantal afgegeven vergunningen Drank en Horecawet Aantal vergunningen Wet op de Kansspelen Rampenbestrijding Aantal oefeningen Beleidsteam Aantal oefeningen Managementteam Aantal oefeningen Afdelingen
27
2007
2008
2009
2010 Prognose
2011 Prognose
213
220
188
74
90
35
10
21
5
5
85
74
95
131 220
114 209
124 219
215
230
280
280
280
76/76
76/76
76/76
76/76
76/76
100 20
100 20
130 39
130 25
80
40 60
45 60
83 58
25 65
25 60
50
50
31
60
45
2 2 1
1 1 2
3 2 2
2 2 2
2 2 2
Kader • • • • • • • • • 000000
Algemene Plaatselijke Verordening. Brandbeveiligingsverordening. Wet op de Kansspelen. Drank- en Horecawet. Tabakswet . Winkeltijdenwet. Uitvoeringsplan Aa en Hunze, politie Drenthe. Wet Tijdelijk Huisverbod. Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Op basis van het in 2009 vastgesteld Integraal Veiligheidsbeleid, wordt jaarlijks een nieuw actieplan opgesteld. Dit actieplan vormt input voor het werkplan van de politie. • Het 12 stappenplan Jeugd en Alcohol wordt lokaal ingekleurd. • In het kader van “Hoe kan het in Drenthe effectiever en efficiënter” wordt gekeken hoe de regionale (en lokale) crisismanagementorganisatie aangepast moet worden. • Het inbedden van de afgifte, toezicht en handhaving van de diverse vergunningen, inclusief de “gebruiksvergunning bouwwerken” binnen de Omgevingsvergunning,(mede in relatie tot taakverdeling tussen de gemeente en de Veiligheidsregio). • Stimuleren van het gebruik van reflecterende huisnummers in het buitengebied t.b.v. hulpdiensten. • Uitvoering geven aan de nota Integraal veiligheidsbeleid en die in 2013 evalueren en actualiseren. • Het nauwlettend blijven volgen van de ontwikkelingen t.a.v. de bezetting en functie van politiebureau in Gieten.
2011 2011 2011 2011
2011 e.v. 2011-2013 2011 e.v.
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Brandweer en Rampenbestrijding Openbare Orde en Veiligheid Handel en ambacht Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
1.747 190 35 1.972 0 0 1.972
12 2 0 14 51 51 66
1.742 202 30 1.974 0 0 1.974
17 2 0 20 50 50 70
1.720 193 29 1.942 0 0 1.942
17 2 0 20 49 49 69
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Kapitaalontwikkeling - structureel Vervangingsinvesteringen brandweer
28
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
-612
-46
-3
-45
-1
4. Economische Zaken Portefeuillehouder
J.B. Wassink
Budgethouder
H. de Groot
Toekomstvisie
- Sterke economische sectoren zijn landbouw, recreatie, zorg en het midden- en kleinbedrijf. - Goede regionale ontsluiting. - Globalisering. - Nieuwe technologieën. - Duurzaamheid en schone bedrijvigheid. - Kleinschalige kwaliteitseconomie. - Aandacht voor startende bedrijven, ondernemerschap, innovatie en een duurzame ontwikkeling. - Aa en Hunze als groene hart tussen de omliggende economische kernzones, met Gieten als “substreekcentrum” door de bovenregionale rol van het bedrijventerrein Bloemakkers. - Maatwerk in kleine dorpen en het buitengebied met betrekking tot startende bedrijven, ondernemerschap of woon-zorgconcepten in bestaande panden.
Collegeprogramma
Kernpunten van ons beleid is het ondersteunen van de sterke economische sectoren: landbouw, recreatie, zorg en het midden- en kleinbedrijf. Een voorbeeld is het onder de aandacht brengen van een regionale voedselstrategie (eten wat in eigen gebied geproduceerd is) als kans voor de verbrede landbouw of kleinschalige bedrijvigheid.
Taakomschrijving
- Het voeren van een actief beleid ten aanzien van het faciliteren van lokale en lokaal gerelateerde bedrijven binnen de gemeentelijke grenzen. - Constructief overleg met ondernemersverenigingen en het bedrijfsleven.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Economische Zaken: - Economische aangelegenheden
Economische Zaken Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Uitvoeren van de door de raad reeds vastgestelde beleidsvoornemens. • Stimuleren en behouden van de leefbaarheid in de kernen door het bevorderen en behouden van kleinschalige bedrijvigheid. • Samen met de belangenorganisaties (mede) zorg dragen voor een goed ondernemersklimaat in onze gemeente. • Versterken van de sector toerisme & recreatie. • Versterken van de regionale positie van Gieten als ‘economische’ hoofdkern. • Voeren van samenhangend werkgelegenheidbeleid.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • De kaveluitgifte van het bedrijventerrein Bloemakkers is medio 2010 gestart.
29
Indicatoren Banen van 12 uur of meer per bedrijfstak 2009 Landbouw, bosbouw en visserij
Industrie*
Bouwnij- Handel en verheid reparatiebedrijven
Horeca
Vervoer, opslag en communicatie
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden
625 183 731 1.026 1.808 561 285 1.257 616 476 717 1.195
428 3.944 545 2.314 8.808 5.100 3.283 1.505 1.409 288 365 362
450 1.472 1.107 881 4.022 2.490 1.175 735 790 778 674 541
1.154 4.164 1.018 1.798 6.324 3.993 3.067 2.146 1.851 1.453 694 962
518 696 363 678 879 494 319 415 335 429 456 295
235 1.321 260 811 2.284 1.198 1.014 293 472 422 164 456
Drenthe
9.480
28.351
15.115
28.624
5.877
8.930
Openbaar Onderwijs Gezondheidsbestuur en en overheid welzijnszorg
Overige Dienstverlening
Totaal
Bron: PWR, * Inclusief delfstoffenwinning en nutsbedrijven. www.cijfers.drenthe.nl
Banen van 12 uur of meer per bedrijfstak 2009 Financiële instellingen
Zakelijke dienstverlening
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden
115 1.262 129 190 559 1.243 311 137 183 169 102 69
654 3.226 617 895 4.056 1.868 1.825 781 1.017 1.729 615 644
211 3.652 223 423 1.956 1.047 556 284 984 421 2.397 229
281 2.131 325 588 2.949 1.484 1.056 515 377 504 223 521
1.463 7.714 507 1.159 6.958 3.857 3.097 1.545 725 2.344 1.103 665
236 934 436 419 1.357 621 401 353 415 349 248 273
6.370 30.699 6.261 11.182 41.960 23.956 16.389 9.966 9.174 9.362 7.758 6.212
Drenthe
4.469
17.927
12.383
10.954
31.137
6.042
179.289
Bron: PWR, * Inclusief delfstoffenwinning en nutsbedrijven.
www.cijfers.drenthe.nl
30
Kader • • • • • 000000
Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan (TROP) (vastgesteld door de raad in september 2009). Economische koersnota (vastgesteld door de raad in september 2009). Provinciale Omgevingsvisie. Notitie kleinschalige bedrijvigheid 2001. Nota Grondbeleid (vastgesteld door de Raad d.d. 17-02-2010).
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Verkennen van de mogelijkheid van het realiseren van een groen bedrijventerrein aan de Spekstoep in Gieten. • Nadere bezinning op de gewenste ontwikkeling van het bedrijventerrein Gasselternijveen. • Op basis van nieuwe wetgeving lokaal beleid formuleren m.b.t. de koopzondagen waarbij we de zondagsrust in ieder geval gedeeltelijk willen behouden zonder te tornen aan het bestaande beleid. • Ontwikkelen van een bedrijventerrein Rolde i.s.m. private sector. • Meedenken bij het oplossen van problemen van de landbouw met betrekking tot het afbouwen van (Europese) landbouwsubsidies. • Stimuleren van plaatselijke bedrijvigheid tot innovatie, kennisontwikkeling en samenwerking via voorlichting en overleg. • Extra inzet voor uitgifte kavels bedrijventerrein Bloemakkers Gieten.
2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 2011 e.v. 2011 – 2014 2011 – 2014
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Economische aangelegenheden Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
96 96 96
45 45 45
125 125 125
33 33 33
81 81 81
33 33 33
31
32
5. Onderwijs Portefeuillehouder
H.J. Dijkstra
Budgethouder
M. Jalving
Toekomstvisie
- Ontwikkeling van voorzieningen binnen een samenhangend gebied. - Investeren in jeugd, voortgaan op de huidige weg, met aandacht voor ontmoeten, evenementen en wonen. - Extra aandacht voor het voorzieningenniveau in de veenkoloniën. Er zal zorgvuldig naar de ontwikkeling van het voorzieningenniveau worden gekeken, met name het beleid voor scholen, bibliotheken ed.
Collegeprogramma
Als kernpunt voor ons beleid geldt de vastgestelde notitie Kleine scholen. Daarnaast willen wij het beleid in het kader van de Brede Samenwerking voortzetten. De inhoudelijke samenwerking tussen de verschillende partners willen we daarbij stimuleren en ondersteunen. De inzet zal zich in het bijzonder richten op het realiseren van een Multifunctioneel Centrum in Gasselternijveen. Ten aanzien van de scholen die in dit proces zijn betrokken merken we wel op dat dit gebeurt met inachtneming van de identiteit van beide scholen. In deze bestuursperiode zal er duidelijkheid moeten ontstaan over de levensvatbaarheid van het voortgezet onderwijs in onze gemeente, ook op langere termijn.
Taakomschrijving
- Gelijke onderwijskansen voor jongeren en volwassenen. - Het verminderen van het schoolverzuim en het verbeteren van de handhaving van de leerplicht. - Het signaleren en behandelen van spraak- en taalontwikkelingsstoornissen bij leerlingen van het openbaar- en bijzonder basisonderwijs (logopedie). - Vervoer van leerlingen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap naar school en het vervoer van leerlingen naar basisscholen met een godsdienstige of levensbeschouwelijke richting. - Voor het geven van onderwijs de onderwijsgebouwen voorzien van de noodzakelijke ruimten alsmede het plegen van goed onderhoud.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Onderwijs: -
A.
Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs Volwasseneneducatie Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs
Volwasseneneducatie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Opheffen van educatieve achterstanden die het maatschappelijk functioneren van individuen belemmeren.
33
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Participatiebudget: • De invoering van het Participatiebudget in 2009, waarin de rijksmiddelen voor re-integratie, inburgering • De bezuinigingen ingezet in 2010 en vervolgd in 2011 en 2012 noodzaken tot het maken van keuzes en het bedenken van alternatieven: bijvoorbeeld maatschappelijke stages. • Discussie in 2011 over het vervolg van de raamovereenkomst met het ROC (Drenthe College).
Kader • Raamovereenkomst Volwasseneneducatie 2008-2011 met de gemeenten Assen en Midden-Drenthe. • Beleidsnota “Goed toegerust in de samenleving”- Kadernota Volwasseneneducatie 2008 – 2011 Aa en Hunze, Assen en Midden-Drenthe. 000000
000000
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Werkwijze ontwikkelen waarmee de bevolking gemeentebreed bereikt wordt en waarmee zowel aanbod- als vraaggericht kan worden gewerkt. Hierbij wordt de aansluiting gezocht bij de werkwijze van de Wegwiezers. • Extra aandacht voor participatie van specifieke doelgroepen. • Aanbod van cursussen voor educatieve en sociale vaardigheden in samenwerking met Regionaal Opleidingen Centrum(Drenthe College). • Verzorgen van cursussen in het kader van de WMO (o.a. voor vrijwilligers). • Educatieve vaardigheden in samenwerking met het Drenthe College. • Voortgaande implementatie van het aangepaste beleid laaggeletterdheid en de gezamenlijke inzet van betrokken partners om de positie van laaggeletterden in Aa en Hunze structureel te verbeteren. • Onderzoek Educatievraag in Aa en Hunze. • Onderzoeken in hoeverre maatschappelijke stages kunnen worden ingezet om bepaalde cursussen van de volwasseneneducatie te kunnen overnemen.
2011 2011 e.v. 2011 2011 2011 2011 2011 2011
B. Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs B1. Lokaal onderwijsbeleid algemeen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Meer samenhang tussen het onderwijs en het jeugdbeleid. • Intensivering van de samenwerking en samenhang tussen organisaties op het gebied van kinderopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk, jeugdzorg en jeugdbeleid.
Kader •
000000 000000
Lokale Educatieve Agenda.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• In het kader van de lokale jeugdagenda, samen met schoolbesturen en aanverwante 2011 organisaties aangepast lokaal jeugdbeleid en onderwijs ontwikkelen. 2011 • Ook in 2011 zal er een onderwijsmonitor verschijnen waar de gegevens omtrent de voor- en vroegschoolse educatie worden weergegeven.
34
B2. Ondersteuning van de schoolloopbaan Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Zorg dragen voor een gedegen zorgstructuur voor de categorie leerlingen in het voortgezet onderwijs voor wie extra ondersteuning wenselijk/noodzakelijk is en voor leerlingen die dreigen uit te vallen.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • In 2009 zijn convenanten afgesloten tussen gemeenten, Regionale Opleidingen Centra en het ministerie over voortijdig schoolverlaten. Met de formatie uitbreiding van Leerplicht en de intensievere samenwerking met het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voor voortijdig schoolverlaters wordt beoogd een beter inzicht te verkrijgen in de begeleiding van voortijdig schoolverlaters en de toeleiding naar een onderwijstraject.
Kader • Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voor voortijdig schoolverlaten. 000000 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Op basis van het leerplichtregistratiesysteem inzicht krijgen in de deelname van doelgroepleerlingen aan de diverse vormen van voortgezet onderwijs. Vervolgens worden de doelgroepleerlingen gevolgd (monitoring). Hierdoor wordt inzicht verkregen in de problemen die zich voordoen bij de doelgroepleerlingen, bijv. worden de problemen veroorzaakt door de thuissituatie, verslaving (alcohol, drugs, gokken), verzuim en financiële problemen. • Preventie activiteiten (bijv. schoolpreventieplan) en opvoedingsondersteuning. • Efficiënte registratie en monitoring van jongeren dankzij de aansluiting bij de Drentse Onderwijsmonitor en deze koppelen aan de jeugdmonitor. • Continueren van trajectbegeleiding voortijdige schoolverlaters. • Implementatie van Sluitende Ketenaanpak in Aa en Hunze voor jongeren van 13 tot 23 jaar die leidt naar een startkwalificatie.
2011 e.v.
2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v.
B3. Logopedie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • We willen de lokale onderwijsvoorzieningen zo goed mogelijk laten aansluiten op de behoeften van de leerlingen en hun verzorgers.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Discussie voeren of logopedische ondersteuning in het basisonderwijs gecontinueerd moet blijven of dat verwezen wordt naar de ziektekostenverzekering.
Kader • Raadsbesluit herijking lokale onderwijsmiddelen februari 2009: het aanbieden van preventieve en curatieve logopedie.
35
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Preventieve logopedie in voorschoolse voorzieningen wordt als pilot uitgevoerd in het 2011 project Vanzelfsprekend.
B4. Leerlingenvervoer Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Een efficiënt en veilig vervoer van leerlingen van het speciaal/bijzonder onderwijs.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Discussie voeren of het leerlingenvervoer opnieuw wordt aanbesteed of dat het contract wordt verlengd. Het besluit is mede afhankelijk van de uitslag van de enquête die in 2010 onder ouders/ verzorgers van leerlingen die gebruik maken van het aangepast vervoer wordt gehouden.
Kader • Wettelijke regeling en verordening leerlingenvervoer Aa en Hunze op het gebied van leerlingenvervoer.
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Enquête m.b.t. het leerlingenvervoer onder ouders/verzorgers van leerlingen die gebruik maken van het aangepast vervoer.
2011
B5. Leerplicht Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Alle (leerplichtige) jongeren verlaten een school pas na het behalen van een startkwalificatie. Indien een (leerplichtige) jongere dreigt uit te vallen of uit valt, wordt een (alternatief) traject uitgestippeld. In overleg gaan met de betrokken jongere, waarbij het doel wederom is: het behalen van de startkwalificatie.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Uitvoeringsnotitie aanval op de uitval (ministerie OCW) over voortijdig schoolverlaten krachtig voortzetten. • Het kabinet wil het aantal voortijdig schoolverlaters halveren (van 71.000 in 2002 naar 35.000 in 2012), zodat ook meer mensen een startkwalificatie halen van tenminste een havo-diploma of een opleiding op niveau 2 van het mbo. • Vanuit het kabinet wordt jaarlijks € 13 miljoen extra ingezet om schoolverzuim tegen te gaan. • Voor de uitvoering van het convenant, dat het Ministerie van OC en W in alle RMC regio’s afgesloten heeft met het RMC en de onderwijsinstellingen in het VO en MBO, ontvangen onderwijsinstellingen jaarlijks een prestatiesubsidie. Dit is in 2009-2010 verhoogd tot € 2.500,-- per leerling die minder uitvalt. Als er geen afname is mag de onderwijsinstelling € 500,-- behouden.
36
Indicatoren Tabel aantal meldingen voortijdig schoolverlaters en meldingen schoolverzuim bij leerplichtambtenaar
VSV meldingen LPA meldingen
2005/2006
2006/2007
2007/2008
57 133
76 144
45 232
2008/2009
64 219
NB: De cijfers over het schooljaar 2009-2010 zijn nog niet bekend. Over dat schooljaar dient voor 1 oktober 2010 verslag uitgebracht te worden over het gevoerde leerplichtbeleid aan de gemeenteraad door het college van burgemeester en wethouders. In dit jaarverslag worden ook cijfers t.a.v. het aantal meldingen meegenomen.
Kader • • • • 000000
000000
Leerplichtwet 1969. Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voor voortijdig schoolverlaten. Besluit aanwijzing HALT- feiten. Richtlijnen Openbaar Ministerie.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Preventief werken in het VO en MBO d.m.v. het inzetten van spreekuren en deelname aan het CJG. • Deelname ZAT’s binnen het VO en MBO. • Deelname aan digitale sluitende registratie met scholen voor VO en MBO en uitbreiden met bao via DUO. • Integrale aanpak van risicovolle jongeren door middel van de Drentse Verwijsindex. • Het huidige kabinet hecht zeer aan het terugdringen van de schooluitval in het voortgezet – en middelbaar beroepsonderwijs. Leerplicht heeft hierin een specifieke rol. Onder andere door middel van de VMBO-preventie-actie, waarbij getracht wordt risicojongeren in de overgang van het VMBO naar het MBO te ondervangen. • Beleidsmatige afstemming met regio- en grensgemeenten. • Krachtig inzetten op thuiszitters; jongeren die langer dan vier weken thuiszitten door verschillende oorzaken. • Betere afstemming met het openbaar ministerie door deelname aan het Justitieel Casus Overleg. • Insteken op verhoging van het kwaliteitsniveau van proces-verbaal in de regio. • De voortijdig schoolverlaters beter inzichtelijk krijgen door betere registratie. • Scholen activeren en informeren met betrekking tot het belang van signaleren van ziekteverzuim van jongeren.
2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v.
2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 2011 e.v. 2011 e.v.
B6. Onderwijshuisvesting Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het bieden van adequate huisvesting aan scholen in de gemeente, conform de verordening Voorziening Huisvesting Onderwijs. • We willen een goede, toekomstbestendige voorziening voor het Voortgezet Onderwijs in Gieten behouden. • Samenwerking rond de zorg voor en de belangen van het kind realiseren. • Uitwerking gebiedsgerichte benadering. • In het kader van de brede schoolgedachte een multifunctioneel centrum in Gasselternijveen realiseren.
37
Kader • • • • • 000000
000000
Integraal Huisvestingsplan (2004-2011). Verordening voorzieningen huisvesting Onderwijs. Meerjarenramingen (groot) onderhoud scholen. Verordening Financiële en materiële gelijkstelling. Tweejaarlijkse leerlingenprognoses.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Uitwerking van de notitie Brede Samenwerking. • Zorgen voor doorontwikkeling van het principe van Brede Samenwerking, met name ook in Gasselternijveen. • Gesprekken voeren over de ontwikkelingen van het Dr. Nassau college. Dit in relatie tot de wens van nieuwbouw van het Dr. Nassau College, mogelijk in relatie met andere partners. • Uitvoering geven aan het huisvestingsprogramma 2011 (o.a. onderwijsgebouwen voorzien van de noodzakelijke ruimten c.q. het uitvoeren van groot onderhoud). • Behandeling van het huisvestingsprogramma 2012. • Actualiseren integraal Huisvestingsplan Onderwijs in samenhang met het nieuw te formuleren beleid m.b.t. accommodaties en voorzieningentoekomstvisie. In de discussie voorzieningenbeleid worden ook de uitkomsten van het project 12 voor 12 en de notitie kleine scholen meegenomen. • Onderzoek naar de huisvestingsmogelijkheden ten behoeve van het voortbestaan en de ontwikkeling van het voortgezet onderwijs in Gieten.
2011 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 2011 2011- e.v.
2011 e.v.
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs Volwasseneneducatie Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
13.272 130 65 88 278 1.582
10.617 0 0 0 244 95
1.145 112 56 69 229 1.325
165 0 0 0 236 7
1.041 101 27 59 202 1.192
161 0 0 0 185 7
15.415 216 216 15.630
10.956 1.800 1.800 12.756
2.937 181 181 3.119
408 254 254 662
2.622 160 160 2.782
353 7 7 360
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma incidenteel Verzelfstandiging openbaar basisonderwijs
38
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
490
x
x
x
x
6. Cultuur Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout
Budgethouder
M. Jalving / H. de Groot
Toekomstvisie
- Versterking van de landschappelijke kwaliteit en diversiteit bij de verdere ontwikkeling van Aa en Hunze op basis van de karakteristieken van het Drents Plateau, de Hondsrug en de Veenkoloniën. - Uitstekende omgevingskwaliteit. - Veelzijdig aanbod van culturele voorzieningen: unieke historische landschappen, bijzondere (muziek)podia, een rijk verenigingsleven en bijzonder cultureel en archeologisch erfgoed. - Vrijwilligers zijn essentieel. - In de Veenkolonien extra aandacht voor aandacht voor de ontwikkeling van het voorzieningenniveau ( scholen en bijv. bilbiotheek). - Ruimte voor initiatief en nieuw maatwerk in de kleine dorpen.
Collegeprogramma
Een goed kunst- en cultuurprogramma draagt bij aan het unieke karakter van onze gemeente op het gebied van toerisme, de kwaliteit van het onderwijs, de identiteit van onze dorpen en het landelijk gebied. We vinden het belangrijk dat het kunst- en cultuuraanbod breed van karakter is en past bij een plattelandsgemeente als Aa en Hunze. Alle kunst- en cultuuruitingen moeten toegankelijk zijn voor alle doelgroepen en mensen moeten op een actieve wijze deel kunnen nemen aan het culturele aanbod.
Taakomschrijving
- Het verstrekken van subsidies om een fijnmazige en betaalbare bibliotheekvoorziening in onze gemeente in stand te houden via plaatselijke vestigingen en bibliotheekbus. - Het verstrekken van subsidies om op lokaal en regionaal niveau uitvoering te geven aan culturele ontwikkelingen en activiteiten. - De financiële ondersteuning van plaatselijke verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening en de ontwikkeling van een eigen gemeentelijk kunstbeleid. - Het in stand houden en zorgen voor het behoud van architectonisch en cultuurhistorisch erfgoed.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Cultuur: -
Dodenherdenking Cultuurparticipatie Informatie en taal Cultuurhistorie Beeldende kunst
A. Cultuurparticipatie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het vergroten van een cultureel klimaat waarbij een goede samenhang bestaat tussen de voorzieningen en de participatie van onze inwoners. • Uitvoeren van de cultuurnota 2009 – 2012 dat als uitgangspunt heeft de bereikbaarheid van cultuur voor al onze inwoners en in het bijzonder de jeugd in onze gemeente te behouden cq. te vergroten. • Evalueren en bijstellen cultuurnota. • Wij zijn in 2011 de Culturele gemeente van Drenthe.
39
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Invoering van het Programmafonds Cultuurparticipatie (2009 – 2012).
Indicatoren Voor de jaarlijkse subsidie moeten verenigingen het aantal leden aangeven. Op basis van de aantallen wordt de subsidie berekend (beleidsregels amateurkunst). Lang niet alle culturele verenigingen vragen subsidie aan. Het is dus niet exact te achterhalen hoeveel mensen deelnemen aan de culturele activiteiten. Aantal leden vereniging
Bejaardenkoor de Gietelingen Gemengd koor Anloo Gemengd koor Gieten Popkoor Session De Roetloo Singers Vrouwenkoor Gieten Gemengde zangvereniging Tonegido Zangvereniging Vriendenkring Grolloo Zangkoor Annen The Eastermoor Singers Ferontès Charmata Jeugdtheater Tikotaria Toneelvereniging Eureka Toneelvereniging Helmers Toneelvereniging DES Muziekvereniging Drenthina Muziekvereniging Euterpe Muziekvereniging Harmonie Muziekvereniging Togido Muziekvereniging Crescendo Volkszang Gasselternijveenschemond Vereniging Hunzekoor
2007
2008
2009
2010
19 14 30 61 nb nb 41 43 na na na 34 nb nb na nb 52 66 33 52 na na
17 13 32 61 49 17 43 47 47 24 na 32 14 22 17 46 44 71 41 55 na na
na 11 na 53 47 16 47 56 na 21 21 32 14 22 15 na 46 65 37 49 na na
18 11 20 54 46 na na 56 38 21 16 32 14 22 na na 43 na 30 51 21 51
2006
2007
2008
2009
612 2.095
612 2.518
535 2.505
422 2.457
nb = niet bekend na = niet aangevraagd
aantal cursisten ICO aantal deelnemers Kunstmenu
Kader • • • •
Rapportage Kerntakendiscussie Instituut Creatieve Ontwikkeling/ Mantelovereenkomst ICO. Algemene subsidieverordening. Beleidsregels subsidiëring.. Beleidsregels subsidiëring amateurkunst, professionele activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, incidentele subsidies en waarderingssubsidies. • Cultuurnota Aa en Hunze 2009 -2012.
40
000000
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Initiëren, informeren, organiseren van activiteiten tbv de Culturele gemeente van Drenthe 2011. Begin 2010 zijn de voorbereidingen voor het culturele jaar opgestart met het uitzetten van de beleidslijnen en kaders, het organiseren van de culturele borrels en inzetten van overige communicatiemiddelen. • Prestatieafspraken maken met het ICO over de af te nemen producten vanaf 2012. • Het initiëren, ondersteunen en subsidiëren van kunst- en cultuurprojecten mede in het kader van het Programmafonds Cultuurparticipatie . • Onderzoeken van de mogelijkheden voor de inzet van een combinatiefunctionaris cultuur na 2012 structureel te maken. • Op basis van inhoudelijke taakstelling komen tot de bezuinigingstaakstelling. • Organiseren Drentse culturele uitdag (in samenwerking met provincie). • Evalueren en herijken van de geldende cultuurnota.
2011
2011 2011- 2012 2011 - 2012 2011 - 2014 2011 2011
B. Informatie en taal Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het actief bevorderen van het lezen en het leesgedrag van de inwoners van Aa en Hunze. • Verhogen leesgedrag door doelgroep jongeren. • Beschikbare ruimte in de bibliotheekgebouwen buiten en tijdens openingstijden beter benutten.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Het landelijk ingezette bibliotheekvernieuwingstraject.
Indicatoren 2007
Bibliotheken in Aa en Hunze Uitleningen Leden Jeugdleden (0-18 jaar)
2009
218.065 274.235 256.762 5.349 5.662 5.739 2.721 2.857 3.035
Bibliobussen Uitleningen Leden
47.932 1.238
Kader • • • • • •
2008
Algemene subsidieverordening. Beleidsregels subsidiëring bibliotheekwerk. Notitie “Open poort tot kennis” (landelijk). Advies Stuurgroep Bibliotheekwerk Drenthe (provinciaal). Vernieuwingsagenda openbaar bibliotheekwerk Aa en Hunze. Beleidsnotitie ‘bibliotheekvernieuwing in Aa en Hunze’ (november 2004).
41
46.951 1.296
43.835 1.365
000000 000000
C.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• De uitgangspunten voor het bibliotheekwerk beschreven in de cultuurnota worden uitgewerkt. • Herijking van de subsidie voor het bibliotheekwerk. • Op basis van inhoudelijke discussie komen tot de bezuinigingstaakstelling.
2011 2010 - 2011 2010 - 2014
Cultuurhistorie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • In stand houden van de torens en molens die in eigendom zijn van de gemeente. • Bevorderen van de integratie van oudheidkunde en cultuurhistorie in de processen rondom de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Aa en Hunze.
Kader • Monumentenwet, gemeentelijke Monumentenverordening. • Wet op de Ruimtelijke Ordening. • Woningwet.
Indicatoren
Aantal torens in gemeentelijk eigendom Aantal molens in gemeentelijk eigendom Aantal molens in gemeentelijk beheer
000000
2009
2010
2011
3 2 3
3 2 3
3 2 3
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Het geven van voorlichting over in de gemeente voorkomende oudheidkundige waarden. • Het incidenteel ondersteunen van particuliere initiatieven om oudheidkundige waarden in stand te houden.
2011 2011 e.v.
• Opstellen van een indicatieve kaart met archeologische en cultuurhistorische waarde 2011-2011 om pro-actief in te kunnen spelen op ontwikkelingen. 2011-2012 • Ondersteunen initiatief om te komen tot een Geopark Hondsrug.
D.
Beeldende kunst Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Provinciaal initiatief met betrekking tot kunst langs de autoweg N34.
Kader • Cultuurnota 2009-2012.
42
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Inventariseren van het beeldenbestand en samenstellen van een onderhoudsplan hiervoor. • Eigen gemeentelijke kunstcollectie voor publiek tonen door het organiseren van exposities in het gemeentehuis.
2011 2011-2012
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Dodenherdenking Cultuurparticipatie Informatie en taal Cultuurhistorie Beeldende kunst Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
4 182 515 220 298 1.219 94 94 1.313
0 11 1 10 0 21 109 109 130
6 613 542 375 9 1.545 0 0 1.545
0 110 0 21 0 131 142 142 273
6 498 509 275 9 1.296 0 0 1.296
0 0 0 21 0 21 0 0 21
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma incidenteel Cultuurnota Cultuurnota uit reserve Bezuinigingstraject - incidenteel Amateurkunst
43
Uitgaaf
2012
2013
-44 -25
-22 x
-22
15
15
2014
2015
44
7. Sport Portefeuillehouder
J.B. Wassink
Budgethouder
M. Jalving
Toekomstvisie
Investeren in de kwaliteit van wonen en voorzieningen door voorzieningen te delen binnen een samenhangend gebied, door de groei van het woningbestand af te stemmen op de woonbehoefte, door een ontwikkeling gericht op een gemeentebrede kwaliteitsslag en door nieuw maatwerk in de kleine dorpen. - Voorziening afstemmen op de bevolkingsontwikkeling - Kiezen voor kwaliteit en afstemmen op de behoefte vanuit een samenhangend gebied - Meer samenwerking tussen dorpen en gebieden
Collegeprogramma
Kernpunten van ons sportbeleid willen we actief inzetten op stimulering van de breedteport met extra aandacht voor doelgroepen die minder bewegen. Dit willen we bereiken door sport – en bewegingsactiviteiten te subsidiëren en te facilteren en een gerichte inzet van de combinatiefunctionarissen. Daarnaast willen we zorgen voor een goed sportklimaat in de gemeente via een op de juiste maat gesneden sportaccommodatiebeleid en verenigingsondersteuning. Wij willen sport ook inzetten als middel voor het bereiken van onze doelstellingen in het kader van het volksgezondheidsbeleid.
Taakomschrijving
Het scheppen van randvoorwaarden op zowel het financiële vlak als op het vlak van de accommodatievoorzieningen ten behoeve van het mogelijk maken van actieve sportbeoefening.
Producten
Het volgende product valt onder het programma Sport: - Sport
Sport Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Met het nieuwe sportbeleid de sportparticipatie stimuleren en sport benaderen als een middel voor duurzame sociale binding. Ook moet het sportbeleid ontwikkelingskansen bieden voor verenigingen. Het beleid met betrekking tot de sportaccommodaties is onderdeel van ons integraal accommodatiebeleid. • Stimuleren van de gehandicaptensport. • Voortzetting van het huidige beleid vanuit een gebiedsgerichte benadering. • Bestaande sportaccommodaties betrekken bij de discussie over het voorzieningenbeleid. • Vergroten van de deelname aan sportactiviteiten, zowel binnen gesubsidieerde verenigingen als daarbuiten. • De relatie tussen sportclubs en de basisscholen programmatisch uitbouwen vanuit het onderwijs met als doel om de sportbeoefening beter aan te laten sluiten bij de schooltijden. Dit willen we bereiken door uitbreiding van de formatie van de combinatiefunctionarissen sport conform de landelijke regeling, vooralsnog t/m 2012. • Van gemeentewege bijdragen aan publiciteit over de vele sportevenementen in onze gemeente.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Landelijk/ provinciaal beleid Breedtesport.
45
Indicatoren Accommodaties
Gymnastiekzalen Sportzalen Sporthallen Maneges Voetbalcomplexen Sportscholen/fitnesscentra Natuurijsbanen Openluchtzwembaden Overdekt zwembad Bowlingcentrum 18-holes golfbaan Jeu de boules- midgetgolfbanen Tenniscomplexen
Aantallen in 2009
Aantallen in 2010
gemeente
particulier
8 2 3 6 10 3 13 3 1 1 1 Diverse 8
8 2 3 6 9 3 13 3 1 1 1 Diverse 8
1 2 3 0 7 0 0 1 0 0 0 0 1
7 0 0 6 2 3 13 2 1 1 1 Diverse 7
Bezettingsgraad van gemeentelijke sporthallen, sport- en gymnastiekzalen:
000000 000000
000000
000000
Zaal
2006
2007
2008
2009
2010
Sporthal de Goorns, Gieten Sporthal ontmoetingscentrum de Boerhoorn, Rolde Gymzaal ontmoetingscentrum de Boerhoorn, Rolde Sporthal Burgemeester Lambershal, Annen Sportzaal de Strohalm, Gasselternijveen Sportzaal de Wendeling, Gieten Sportzaal 't Witzand, Eext
41%
25%
31%
30%
52%
37%
36%
32%
33%
39%
34% 43% 27% 43% 15%
34% 23% 28% 39% 13%
38% 29% 31% 40% 15%
36% 28% 29% 34% 14%
35% 29% 31% 37% 14%
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Op 22 april 2009 is de notitie “Gemeentelijk beleid Sport en Bewegen in Aa en Hunze” vastgesteld. In 2010 zal het beleid verder worden geïmplementeerd en zal een eerste evaluatie plaatsvinden. Die evaluatie kan leiden tot bijstelling van het beleid. • Uitwerking binnen de door de raad gestelde kaders en budgetten. • Inzetten op privatisering van de tennisaccommodatie Gieterveen. • Verenigingsondersteuning door Sport Drenthe. • Evaluatie sportbeleidsplan. Eventuele bijstellingen in het beleid worden meegenomen in het uitvoeringsplan 2011. • We willen komen tot harmonisatie van het beleid met betrekking tot voetbalaccommodaties. • Ontwikkeling sport-, bewegings-, en gezondheids stimuleringsprojecten. • Op basis van evaluatie 2012 besluitvorming over structurele invulling combinatiefunctionarissen. • In het kader van het bezuinigingstraject komen tot een fasegewijze verhoging van de tarieven van de gemeentelijke sportaccommodaties.
46
2011 e.v.
2011 e.v. 2011 2011 2011 2011 2011 - 2014 2012 2011-2015
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Sport Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
2.250 2.250 50 50 2.300
319 319 66 66 384
2.137 2.137 0 0 2.137
231 231 9 9 240
1.980 1.980 0 0 1.980
233 233 9 9 242
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Bezuinigingstraject – structureel Tarieven sport- en gymzalen Maatschappelijke voorzieningen Tarieven zwembaden Kapitaalontwikkelingen - structureel Sportmaterialen/gymtoestellen
47
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
41 42 28
12 42 6
14
7
8
7
7
8
-121
-5
-4
-2
-2
48
8. Sociale Zaken Portefeuillehouder
H.J. Dijkstra
Budgethouder
M. Jalving
Toekomstvisie
- Een levendige en zorgzame samenleving faciliteren en en regisseren, ruimte bieden voor initiatief vanuit de samenleving, nieuw maatwerk in kleine dorpen, investeren in zorg en ontmoeting. - Investeren in jeugd, voortgaan op de huidige weg, met aandacht voor ontmoeting, evenementen en wonen. - Zorg voor ouderen, investeren in zorgcentra, zorg op maat, mantelzorg, woonzorgconcepten en vervoer naar en bereikbaarheid van voorzieningen.
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is dat we een sociale gemeente zijn en dit ook de komende bestuursperiode zullen blijven. Speerpunt van ons beleid is om de door de recessie met werkloosheid bedreigde werknemers te behouden voor de arbeidsmarkt. Daarnaast vinden we participatie van het grootste belang. Daartoe worden maximaal instrumenten ingezet om de participatie van burgers te vergroten en te voorkomen dat ze in een isolement geraken. Iedereen, ongeacht de financiële situatie, moet de kans hebben om deel te nemen aan de samenleving. Het minimabeleid is gericht op het activeren van burgers om te participeren en op het bieden van een toekomstperspectief.
Taakomschrijving
-
-
-
-
Producten
Uitvoering Wet Werk en Bijstand. Uitvoering Wet Investeren in Jongeren (WIJ). Het voeren van een gericht arbeidsmarktbeleid. Het uitvoeren van de nota Sociaal Beleid op de onderdelen bijzondere bijstand en stimuleringsfonds. Het uitvoeren van de verordening ‘Meedoenpremies’. Het scheppen, stimuleren dan wel behouden van mogelijkheden om middels gesubsidieerde of ongesubsidieerde arbeid personen uit de doelgroep (WSW, uitkeringsgerechtigden) geheel of gedeeltelijk zelfstandig in de kosten van het bestaan te laten voorzien. Het binnen wettelijke kaders rechtmatig en doelmatig uitvoeren van de Wet Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (I.O.A.W.) en gewezen zelfstandigen (I.O.A.Z.). Het bieden van huisvesting, inkomensvoorzieningen en Inburgeringmogelijkheden aan nieuwkomers (asielzoekers met een voorlopige of definitieve status). De voorbereiding van beleid voor maatschappelijke dienstverlening. Vanaf 1 juli 2005 wordt een aantal werkzaamheden uitgevoerd vanuit de Intergemeentelijke Sociale Dienst. Uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening.
De volgende producten vallen onder het programma Sociale Zaken: -
Bijstandverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Gemeentelijk minimabeleid Vreemdelingen Wet Kinderopvang Schuldhulpverlening
49
A. Bijstandverlening Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Regelen van de wettelijke zorgplicht in het kader van de “Wet gemeentelijke schuldhulpverlening” de op 1 januari 2011 in werking treedt. Met de inwerkingtreding van deze wet is de plicht tot de uitvoering van de schuldhulpverlening bij de gemeente neergelegd. • Zo groot mogelijke participatie en tegengaan van sociaal isolement van burgers. • Het voorkomen van een toename van armoedeoverdracht aan kinderen door financiële ondersteuning van activiteiten op het gebied van sport, cultuur en onderwijs. • Het terugdringen van het aantal mensen bij wie een uitzichtloze schuldensituatie tot afsluiting van nutsvoorzieningen dreigt of tot uitzetting uit de woning. • Vooral in het kader van de wet WIJ jeugd een belangrijk accent geven.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Ten gevolge van de economische ontwikkelingen wordt er een toename verwacht van het aantal mensen dat een beroep gaat doen op een uitkering of een andere inkomensvoorziening.
Indicatoren In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de aantallen van 2006 tot 1 juli 2010. e
e
31 dec. 2006
31 dec. 2007
31 dec. 2008
31 dec. 2009
1 kwartaal 2010
2 kwartaal 2010
WWB WIJ (jongeren < 27 jr.) IOAW IOAZ Bbz
203 0 18 8 1
177 0 15 8 3
176 0 11 7 2
180 33 12 8 6
193 41 11 8 10
193 48 11 9 6
Totaal
230
203
196
239
263
267
Kader • • • • 000000 000000
Wet Werk en Bijstand. Wet Participatiebudget. Nota Sociaal Beleid. Verordening Meedoenpremies.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Verdere doorontwikkeling en verankering van beleid met betrekking tot arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie. • Ontwikkelen beleid integrale schuldhulpverlening inclusief opstellen verordening.
2011 2011
B. Werkgelegenheid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • In het kader van werkgelegenheid willen we een hogere deelname bereiken van lokale werkgevers om voor uitkeringsgerechtigden voldoende werkervaringsplaatsen beschikbaar te stellen.
50
• We zullen in nauwe samenwerking met de gemeenten Assen en Tynaarlo het arbeidsmarktbeleid gaan ontwikkelen. • Terugdringen van de jeugdwerkloosheid om te voorkomen dat jongeren langdurig aan de kant staan. • De vaardigheden van iedere WSW-geïndiceerde moeten dusdanig worden bevorderd dat hij/zij zal uitkomen op zijn/haar persoonlijk hoogst mogelijke vorm van arbeidsdeelname. • Binnen beschikbare rijksbudget zoveel mogelijk mensen van de WSW-wachtlijst geplaatst krijgen op basis van de volgorde die is vastgesteld in de “Verordening plaatsingsvolgorde WSW”. • Invulling bezuinigingsdoelstelling gesubsidieerde arbeid o.a. door synergievoordelen te realiseren op het snijvlak van uitkeringen en gesubsidieerde arbeid en het beheer van het openbaar gebied, sportvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Door de invoering van het zogeheten Participatiebudget moeten diverse schotten worden weggehaald tussen de gemeentelijke geldstromen (re-integratie, inburgering en educatie), die gericht zijn op het krijgen van werk of andere vormen van deelname aan maatschappelijke activiteiten. • De toekomst van de sociale werkvoorziening maakt nadrukkelijk onderdeel uit van een landelijke discussie over de herinrichting van de sociale wetgeving.
Indicatoren Reïntegratie trajecten In 2009 nemen 92 cliënten vanuit onze gemeente deel aan een traject. De trajecten zijn divers en kunnen betrekking hebben op scholing of het opdoen van werkervaring etc. Het aantal trajecten is hoger dan het aantal cliënten, omdat een cliënt meerdere trajecten kan doorlopen. Ook is het mogelijk dat een partner van een cliënt een traject volgt. Deelname aan reïntegratie trajecten 2006
2007
2008
2009
82 108
81 126
111 131
92 105
Aantal cliënten Aantal trajecten
Ontwikkeling werkpleksoorten arbeidsdeelname WSW: Een hoofddoelstelling van de modernisering van de WSW is om meer mensen met een arbeidshandicap buiten de beschutte werkomgeving van het werkvoorzieningschap, dus in een reguliere werkomgeving, te laten werken: de beweging van “binnen naar buiten”. Werkpleksoort
Binnen-binnen Binnen-buiten Detachering Begeleid werken
Werkelijk 2009
Modernisering raming jaarschijf 2011
Beleidsbegroting 2011
Doelstelling 2014
35% 27% 27% 11%
33,8% 22,6% 31,2% 12,4%
27,8% 28,3% 31,4% 12,5%
32% 19% 33% 12%
Kader • • • •
Wet Werk en Bijstand, m.n. Re-integratieverordening. Nota Sociaal Beleid. Nota ‘Meedoen mogelijk maken’. Wet Sociale Werkvoorziening/ beleidsnotitie modernisering WSW/raamovereenkomst WSW.
51
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Samenwerking Alescon en ISD wordt geïntensiveerd. • Onderzoek bezuinigingsmogelijkheden gesubsidieerde arbeid in relatie tot beheer van openbare ruimte, sport- en welzijnsvoorzieningen. • Mede uitvoering geven aan Actieplan Jeugdwerkloosheid Drenthe 2009-2011. • Jongeren onder de 27 jaar een werk- of leeraanbod of een combinatie van beide aanbieden. • We gaan ons richten op preventie en snelle afhandeling van aanvragen schuldhulpverlening. • Herijken en afsluiten uitvoeringsovereenkomst WSW.
2011 e.v. 2011 2011 2011 e.v. 2011 e.v. 2012
C. Gemeentelijk Minimabeleid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het opheffen van achterstandssituaties door gericht ondersteuning te bieden in het kader van armoedebestrijding door het verlenen van inkomensondersteunende maatregelen. • De gevolgen van armoede voor kinderen (in de zin van armoedeoverdracht) zo veel mogelijk voorkomen. • Het voorkomen van een toename van afsluitingen cq. Uithuiszettingen. • Iedereen, ongeacht de financiële situatie, moet de kans hebben om deel te nemen aan de samenleving. Het minimabeleid is gericht op het activeren van burgers om te participeren en op het bieden van een toekomstperspectief. Kader • Nota Sociaal Beleid. • Uitvoeringsregels m.b.t. bijzondere bijstand. • Verordening ‘Meedoenpremies.
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Het huidige Meedoenbeleid evalueren en waar mogelijk in samenwerking met de gemeenten Assen en Tynaarlo aanpassen aan de financiële mogelijkheden. • In het kader van een vroegtijdige signalering van schuldenproblematiek zullen afspraken met woningcorporaties, maatschappelijk werk en de Gemeentelijke Krediet Bank worden gemaakt. • Promoten van de inzameling van tweedehands kleding. • We gaan ons richten op preventie en snelle afhandeling van aanvragen voor schuldhulpverlening. • Door uitvoering te geven aan het meedoenbeleid wordt ingezet op het gericht meedoen aan de maatschappij via meerdere beleidsterreinen, zoals onderwijs, economie, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening- en preventie. • Gemeentelijke ondersteuning van de Voedselbank indien nodig. • In het kader van taakstellende bezuinigingen uitgangspunten opstellen voor het te voeren beleid.
52
2011 2011 2011 e.v. 2011-2014 2011-2014 2012-2014
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Bijstandverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Gemeentelijk minimabeleid Inburgering Voorzieningen gehandicapten Wet Kinderopvang Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
3.893 5.661 320 915 184 1.361 24 12.358 211 211 12.570
2.929 5.476 365 20 79 14 1 8.884 440 440 9.324
4.673 5.568 635 976 181 1.334 29 13.395 0 0 13.395
3.830 5.354 268 0 73 15 0 9.540 451 451 9.991
3.797 4.622 645 529 160 1.316 55 11.124 0 0 11.124
2.923 4.486 645 0 46 15 0 8.115 5 5 8.120
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma incidenteel Minimabeleid/schuldhulpverlening (ISD)
53
Uitgaaf
2012
-247
-247
2013
2014
2015
54
9. Welzijn Portefeuillehouder
H.J. Dijkstra / J.J. Wiersum
Budgethouder
M. Jalving
Toekomstvisie
1. Investeren in de kwaliteit van wonen en voorzieningen door voorzieningen te delen binnen een samenhangend gebied, door de groei van het woningbestand af te stemmen op de woonbehoefte, door een ontwikkeling gericht op een gemeentebrede kwaliteitsslag en door nieuw maatwerk in de kleine dorpen. - Voorziening afstemmen op de bevolkingsontwikkeling. - Kiezen voor kwaliteit en afstemmen op de behoefte vanuit een samenhangend gebied. - Meer samenwerking tussen dorpen en gebieden. 2. Investeren in een levendige en zorgzame samenleving: - Door ruimte te bieden voor initiatief vanuit de samenleving, door nieuw maatwerk in de kleine dorpen, door te investeren in zorg en ontmoeting. - Door te investeren in de zorg, via een goed en compleet aanbod, het ontwikkelen van nieuwe zorgconcepten, mogelijkheden voor het leveren van mantelzorg en het leveren van zorg op maat. - Ruimte bieden voor ontmoeting. - Investeren in de jeugd.
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is de sociale cohesie in onze kernen te behouden. Wij willen inzetten op behoud en versterking van bestaande voorzieningen door het ondersteunen van het vrijwilligerswerk en van reeds bestaande lokale initiatieven en structuren. Op het terrein van zorg en volksgezondheid zijn de doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin, de jeugdgezondheidszorg, ondersteuning van mantelzorg, aanpak van de alcoholproblematiek bij jongeren en voortzetting van de Wegwiezers (in combinatie met het Cidre project) speerpunten voor deze bestuursperiode. In een nieuwe nota zullen wij het volkgezondheidsbeleid formuleren, waarbij o.a. aandacht zal zijn voor overgewicht onder jongeren. Hiervoor zullen we samenwerken met de GGD. Daarnaast ondersteunen wij initiatieven met als doel om ouderen langer zelfstandig te laten wonen met behulp van domotica (= thuistechniek). Ook streven wij naar verbreding van het telebrink-project, voorzover beschikbare budgetten dat mogelijk maken. Wij blijven investeren in de jeugd. Met name de voor- en vroegschoolse educatie is voor ons een speerpunt. In samenspraak met maatschappelijke en particuliere organisaties gaan we invulling geven aan de millenniumdoelen. Wij zullen ons op allerlei terreinen van het gemeentelijk beleid inzetten voor integratie van mensen met beperkingen (= inclusief beleid).
Taakomschrijving
- Het verstrekken van subsidies om op lokaal en regionaal niveau uitvoering te geven aan culturele ontwikkelingen en activiteiten. - Het onderhouden van multifunctionele accommodaties en het verstrekken van subsidie ter bevordering van cultuur en recreatie in de gemeente. - Het verstrekken van subsidies voor de uitvoering van het algemeen maatschappelijk werk, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt in kerntaken en specifieke taken. - Via financiering van activiteiten en accommodaties kwalitatief goede sociaal-culturele voorzieningen in stand houden. - Door middel van subsidie de peuterspeelzalen in stand houden ter bevordering van de sociale en educatieve ontplooiing en ontwikkeling van
55
2 tot 4 jarige kinderen. - Het uitvoeren van het gemeentelijk volksgezondheidsbeleid door: 1. Het bevorderen van de kwaliteit van de fysieke en sociale leefomgeving voor alle groepen in de samenleving; 2. Het bevorderen van gezond gedrag; 3. Het bevorderen van een sluitend systeem aan gezondheidsvoorzieningen en de toegankelijkheid van de gezondheidsvoorzieningen voor alle doelgroepen. - Het verstrekken van subsidie voor de uitvoering van het uniforme deel en het maatwerkdeel binnen de jeugdgezondheidszorg. - Het vormgeven aan en uitvoeren van de wettelijke taken in het kader van de Wet Kinderopvang. - Het realiseren van de lokale voorzieningen en regisseren van afstemming en samenwerking tussen deze voorzieningen zodat een sluitende aanpak ontstaat voor 0-23 jarigen. - Het binnen de wettelijke kaders rechtmatig en doelmatig uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning. Producten
De volgende producten vallen onder het programma Welzijn: -
Vormings- en ontwikkelingswerk Maatschappelijk werk Sociaal-cultureel werk Kinderdagopvang Openbare gezondheidszorg Gezondheidszorg algemeen Jeugdgezondheidszorg Centrum Jeugd&Gezin Voorziening gehandicapten
A. Maatschappelijk werk Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • In stand houden van een eerstelijnsvoorziening waarbij aan individuele burgers ondersteuning wordt gegeven bij het oplossen van problemen van psycho- en psychosociale aard.
Indicatoren Maatschappelijk werk 2007
2008
2009
Aantal hulpeenheden totaal
364
363
436
Nieuwe hulpeenheden Waarvan: initiatief cliënt Initiatief maatschappelijk werker Verwijzingen
252 174 6 72
264 152 18 77
307 153 18 107
1-6 mnd.
3-6 mnd.
3-6 mnd.
3,83 fte
3,83 fte.
3,83 fte.
Gemiddelde duur van een traject Formatie amw
Financiën, familierelatie en gezondheid zijn de meest voorkomende problematieken waarom mensen terecht komen bij het maatschappelijk werk.
56
Kader • • • • •
000000 000000
Wmo. Borgingsnota 2007-2010 Ketensamenwerking rondom jeugd. Nota vrijwilligersbeleid 2008-2011. Kadernotitie CJG. Samenwerkingsconvenant gezamenlijke ambities op het sociaal terrein tussen provincie en gemeente.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Implementatie budgetfinanciering AMW NoorderMaat e/o discussie bedrijfsvoering en taken i.h.k.v. de bezuinigingen. • Doorontwikkelen front office / back office Centrum Jeugd & Gezin (CJG). • Inzet schoolmaatschappelijk werk op basis- en voortgezet onderwijs als onderdeel van het CJG doorontwikkelen en evalueren. • Inzet gezinscoach als onderdeel CJG evalueren. • Spreekuren 1e lijn en opvoedondersteuning aanbieden in het fysieke CJG. • 1e lijnorganisaties (o.a.AMW) binnen het CJG Tripple P proof maken. • Opstellen preventiebeleid en opvoedingsondersteuning als onderdeel Centrum Jeugd & Gezin. • Pilots opvoedondersteuning, o.a. “Krachtige kinderen”. • Millennium gemeente: beleidskader ontwikkelen waarbinnen zal worden beoordeeld welke lokale initiatieven passend zijn binnen de doelstellingen van de millenniumgemeente. • Jaarprogramma 2011 in het kader van de “sociale alliantie” uitvoeren.
2011 2011 2011 2011
2011 2011 2011 2011
B. Sociaal cultureel werk Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Extra inzetten op het preventieve jeugdbeleid. Daarnaast ketensamenwerking rondom jeugd en de ontwikkeling van centra voor Jeugd en Gezin (koppelen aan Wegwiezers). • Handhaven en zo mogelijk versterken van de bestaande accommodaties onder de expliciete voorwaarde,dat ze voldoende toekomstperspectief hebben. Wij willen een goed gebruik van onze accommodaties helpen bevorderen. • Samenwerking rond de zorg voor en de belangen van het kind realiseren. • Uitwerking geven aan de kadernotitie Brede Samenwerking (voorheen Brede School). • Implementatie budgetfinanciering NoorderMaat. • Een brede gemeentelijke welzijnsvisie en deze vertalen in concrete doelstellingen. • Het behouden van de huidige vrijwilligers en het werven van nieuwe vrijwilligers. • Opzetten van een netwerkstructuur voor de ontwikkeling van een loket voor wonen, zorg en welzijn. De Wegwiezer is een informatiepunt voor jong en oud. • Op het gebied van accommodatiebeleid/beheer streven naar een versterking van de samenhang tussen de bestaande accommodaties.
Kader • • • • • • • •
Startnotitie Integraal accommodatiebeleid Welzijn. Notitie accommodatiebeleid Aa en Hunze. Inventarisatie accommodaties. Notitie Jeugdsozen en ontmoetingsplaatsen “Wat spreken we af”. Notitie vrijwilligersbeleid “Het moet wel leuk blijven”. Notitie dorpshuizenbeleid gemeente Aa en Hunze. Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Aa en Hunze. Wet maatschappelijke ondersteuning.
57
• Wet op de Jeugdzorg. • Beleidsplan WMO. • Samenwerkingsconvenant gezamenlijke ambities op het sociaal terrein tussen provincie en gemeente. 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014 • • • • • • • • • • • • • •
Wanneer
Doorontwikkeling CJG in overleg met de ketenpartners. Preventief jeugdbeleid projectmatig oppakken. Uitwerking binnen de door de raad gestelde kaders en budgetten In het kader van het accommodatiebeleid (scholen en dorpshuizen) de samenhang tussen de bestaande accommodaties versterken. Verdere uitwerking haalbaarheid MFC Gasselternijveen. Uitwerking notitie Gebiedsgericht voorzieningenbeleid. Doorontwikkelen Breedbandprojecten: telebrink, virtuele brede school, virtueel loket, woon- zorg zoneproject. Jongeren ontmoetingsplaatsen (JOPS) ontwikkelen in de kernen voor zover daar behoefte aan is. Uitvoering geven aan maatschappelijke stages, inclusief de inzet van rijksmiddelen. I.h.k.v. de bezuinigingstaakstelling overleg met SWAH om te zoeken naar efficiencymogelijkheden in de bedrijfsvoering e/o discussie over de taken. Uitvoeren nota vrijwilligerswerk “Het moet wel leuk blijven”. Projecten jongeren en middelengebruik en vandalismeprojecten. Inventarisatie/ analyse accommodaties in Eext. Versobering subsidies aan verenigingen.
2011 2011 2011 2011 2011 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014
C. Kinderopvang Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Een dekkend netwerk van kinderopvang en buitenschoolse opvang in de gemeente.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • •
Scholen zijn verplicht een vorm van naschoolse opvang aan te bieden. Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen harmoniseren. Handhaving kinderopvang verder optimaliseren. Harmonisatie voorzieningen 0-4 jarigen. De rijksoverheid verwacht van de gemeenten dat zij met de harmonisatie voorzieningen 0-4 jarigen inzetten op de volgende punten: - Een betere toeleiding naar de Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) door eerder en beter te signaleren. - Meer professionaliteit en VVE in de peuterspeelzalen (deskundigheidsbevordering). - Fysieke en financiële toegankelijkheid voor ouders die geen arbeid en zorg combineren. - Inzetten op 100% bereik van doelgroepkinderen. - Instandhouding spreiding peuterspeelzalen. In dit proces zijn de peuterspeelzalen naast de kinderopvang een belangrijke partner. De peuterspeelzalen zijn een laagdrempelige voorziening en een belangrijke vindplaats, waar kinderen bereikt worden van ouders die geen gebruik maken van kinderopvang. De afgelopen jaren is binnen de peuterspeelzalen al veel ingezet op deskundigheidsbevordering VVE. Ouders die geen werk en zorg combineren kunnen wel gebruik maken van het peuterspeelzaalwerk. Ontwikkelingen binnen het peuterspeelzaalwerk (o.a. daling van het gebruik) maken het nodig kritisch naar de functies van het peuterspeelzaalwerk te kijken om de fysieke en financiële toegankelijkheid van het peuterspeelzaalwerk voor de toekomst te waarborgen.
58
Indicatoren Kinderopvang per 1 januari 2010 Aantal kinderopvangorganisaties: Aantal locaties kinderopvang en BSO: Aantal gastouderbureaus:
6 19 3
Aantal kinderplaatsen KO: Aantal kinderplaatsen BSO: Innovatieve kinderopvang:
209 335 3
Indicatoren peuterspeelzalen Bezettingsoverzicht januari 2010 Locatie peuterspeelzaal
Aantal groepen
Annen Eext
’t Krummelhoekje ’t Hummelhoes
5 2
Eexterveenschekanaal Gasselte
de Kiep ’t Kikkertje
3 5
Gasselternijveen Gasselternijveenschemond Gasteren Gieten Gieterveen Grolloo Nieuw Annerveen Rolde Schipborg
’t Drempeltje ’t Hummeltje Ukkie ’t Olifantje ‘t Porkenhoesie de Prugelstee ’t Spikertje Dribbel ’t Borgje
2 1 1 4 2 2 2 4 1
Aantal kinderen
41 Samenwerking met kinderopvang 14 Samenwerking met kinderopvang 28 5 13 54 30 16 23 23 15
Kader • • • • • • • 000000
000000
Notities jeugdbeleid: “Wat spreken we af” + “”Dit spreken we ook af”. Wet kinderopvang. Landelijke beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Gemeentelijk handhavingsbeleid Wet kinderopvang Aa en Hunze. Wet Buitenschoolse opvang. Regeling Buurt-Onderwijs-Sport. Notitie Speelvoorzieningen.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Vullen landelijk Register Kinderopvang. • Harmonisatie voorzieningen 0-4; Beleidsnotitie: toekomst kinderdagverblijven en peuterspeelzalen in de gemeente Aa en Hunze; analyse, uitgangspunten en knelpunten, plan van aanpak, beschikbare middelen uit Vanzelfsprekend en Wet OKE. • Vanzelfsprekend: vroegsignalering, preventieve logopedie, registratie voor- en vroegschoolse educatie, professionalisering voor- en vroegschoolse educatie, overdracht peuterspeelzaalwerk en kinderdagopvang naar basisonderwijs vormgeven, programma krachtige ouders, monitoring. • Ervaringen Pilot Veengebied benutten bij harmonisatie Peuterspeelzalen en kinderopvang in kleine kernen. • Planologische en bouwtechnische medewerking verlenen ten behoeve van vestiging en spreiding kinderopvangvoorzieningen in onze gemeente.
59
2011 2011-2012
2011-2012
2011-2014 2011-2014
• Gemeentelijk handhavingsbeleid t.a.v. de kwaliteitseisen ingevolge de Wet kinderopvang in overeenstemming houden met wettelijke voorschriften.
2011-2014
D. Openbare gezondheidszorg Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Bevorderen van de kwaliteit van de fysieke en sociale leefomgeving voor alle groepen in Aa en Hunze. • Bevorderen van een gezond gedrag. • Bevorderen van een sluitend systeem aan gezondheidsvoorzieningen en de toegankelijkheid van de gezondheidsvoorzieningen voor alle doelgroepen.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • •
Elke vier jaar dient de gemeente een nota volksgezondheid te ontwikkelen. Toewerken in 2011 naar een centrum Jeugd & Gezin. Bestrijding kindermishandeling door versterking van preventie signalering en ingrijpen. Invoering van het Elektronisch kinddossier en de Drentse Verwijsindex.
Kader • • • • • • • • 000000 000000
Notitie “Van onderop – zorgvernieuwing Aa en Hunze”. Notitie Ontwikkeling van een zorgsteunstructuur in relatie tot een geïntegreerd ouderenbeleid. Wet Publieke Gezondheid. Brede Doeluitkering (BDU JGZ). Nota Lokaal Volksgezondheidbeleid Aa en Hunze 2009–2012. Kadernotitie CJG. Wmo. Notitie Mantelzorgbeleid in Aa en Hunze.
Wat gaan we doen in 2011-2014 • • • • • • • • • •
Wanneer
Borging ketensamenwerking door minimaal twee werkconferenties. Doorontwikkelen Front- en BackOffice centrum jeugd en gezin. Implementeren van Tripple P (Positief opvoeden in Drenthe). Website CJG realiseren. CJG structureel inbedden in nieuwe structuur. Implementeren mantelzorgbeleid na werkconferenties met alle betrokkenen bij mantelzorgondersteuning. In het kader van de bezuinigingen opdracht aan de GGD om te komen tot aanvullende bezuinigingen vanaf 2012. Extra aandacht voor het voorkomen van verslaving aan alcohol, drugs en tabak bij jeugdigen en het voorkomen en terugdringen van overgewicht. Uitvoering lokaal volksgezondheidsbeleid. Vervaardigen Nota Volksgezondheidsbeleid en implementatie.
Jaarlijks 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 e.v. 2011-2014 2011-2014
E. Voorziening gehandicapten Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Beperkingen die betrekking hebben op de woonomgeving en de participatie in het maatschappelijk verkeer zo veel mogelijk opheffen.
60
• In samenspraak met Raad en cliëntenorganisaties zal het beleid geformuleerd worden waarbij een zo maximaal mogelijke aansluiting gezocht zal worden bij de doelstelling van de Wmo. • In de nieuwe Wmo willen wij onder het motto “kanteling”(van aanbod- naar vraaggericht) zorgen voor de invoering van ‘keukentafelgesprekken’.
Kader • Wet maatschappelijke ondersteuning. • Verordening maatschappelijke ondersteuning. • Beleidsplan Wmo. 000000 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Via verstrekking van fysieke hulpmiddelen en financiële tegemoetkomingen de situatie in de woonomgeving en het maatschappelijk verkeer verbeteren.
2011-2014
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Ontwikkelingswerk Maatschappelijk werk Sociaal-cultureel werk Kinderdagopvang Openbare gezondheidszorg Gezondheidszorg algemeen Jeugdgezondheidszorg Centra jeugd en gezin Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
0 2.920 1.853 319 21 230 -46 887 6.184 714 714 6.897
0 259 393 55 0 0 0 720 1.427 521 521 1.948
27 3.572 1.760 427 48 261 0 815 6.909 0 0 6.909
0 277 303 0 0 0 0 377 958 85 85 1.043
1 3.484 1.675 455 48 254 20 806 6.743 0 0 6.743
0 277 300 0 0 0 0 420 998 2 2 1000
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma structureel Ontwikkeling MFC Gasselternijveen Bezuinigingstraject – structureel Groot onderhoud dorpshuizen
61
Uitgaaf
2012
-3.800
-125
15
15
2013
2014
2015
62
10. Gemeentelijke Afvaltaken Portefeuillehouder
J.B. Wassink
Budgethouder
H. de Groot / B. Kinds
Toekomstvisie Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is de uitvoering van taken op het gebied van afvalinzameling en afvalverwijdering zoveel mogelijk te optimaliseren, waarbij de landelijke doelstellingen voor de gescheiden inzameling en verwerking van de diverse fracties worden vergeleken met die van onze gemeente.
Taakomschrijving
Het uitvoeren van taken op het gebied van afvalverwijdering gebaseerd op Hoofdstuk 10 Afvalstoffen van de Wet milieubeheer.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Gemeentelijke Afvaltaken: -
Afvalbeleid Avalbrengstation Huishoudelijk afval Andere afvalstromen Baten reinigingsrechten
Afvalbeleid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het afvalbeheer optimaliseren door kostenbeheersing en grip krijgen op de hoeveelheden te verwerken afval. • Adequate (gescheiden) inzameling van kunststof verpakkingen op basis van de ervaringen over 2010 en 2011.
Indicatoren Ontwikkeling Afvalstoffenheffing Meerpersoonshuishouding Eenpersoonshuishouding
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
293,34 220,00
286,25 214,69
286,25 214,69
284,00 213,00
284,00 213,00
257,10 192,90
257,10 192,90
253,45 190,10
Verloop egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing Jaar
2007 2008 2009
Stand per 1/1
Storting Omschrijving storting
639.000 171.000 Resultaat reiniging 426.000 76.000 Resultaat reiniging 502.000 76.000 Resultaat reiniging
63
Onttrekking Omschrijving onttrekking
384.000 Desintegratie GR VRA 117.000 Resultaat reiniging
Stand per 31/12
426.000 502.000 385.000
Ingezameld afval 2006- 2009 Realisatie 2006 In tonnen
%
Realisatie 2007 in tonnen
%
Realisatie 2008 in tonnen
% Realisatie 2009 in tonnen
GFT-afval Restafval Grof vuil (Zit bij restafval) Glas – 3 kleur Glas - vlak Asbest Papier Puin Hout B cat. Hout C cat KCA
4.965 28 6.250 35 600 3 36 0 74 0,5 1.750 9,5 1.227 7 1.045 6 190 1 27 0
5.111 5.697 547 612 25 74 1.796 942 766 172 24
30 33 3 4 0 0 11 6 5 1 0
5.684 7.010 522 523 17 51 2.002 395 849 141 24
30 37 3 3 0 0 11 2 5 1 0
Dakleer PVC Banden/Rubber Gesnipperd groenafval Kadavers Oud ijzer Wit en Bruin goed (WEB) Kleding Gips
46 0 3 0 19 0 1.277 7 2 0 80 0,5 100 0,5 90 0.5
27 9 1.269 2 73 118
0 0 0 7 0 0 0 0
27 9 1.269 2 73 118
0 0 0 7 0 0 0 0
%
Begroting 2011 In tonnen
5.874 6.812 455 498 34 56 1.943 377 770 106 35
32 37 2 3 0 0 11 2 4 1 0
5.500 7.000 525 550 20 50 2.000 400 850 140 25
31 24 7 1.087 3 61 113 112 39
0 0 0 6 0 0 1 1
25 3 9 1.300 3 55 120 120 40
Kader • De Wet milieubeheer, Hoofdstuk 10 afvalstoffen. • Het door de raad op 17 februari 2010 vastgestelde milieubeleidsplan waarin opgenomen een onderdeel afvalbeleid. Dit beleid beoogt optimalisatie van afvalscheiding en reductie van de hoeveelheid restafval. 000000 000000
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Nieuwe initiatieven onderzoeken en zo mogelijk invoeren zoals vergisting van GFTafval betrekken bij het scheiden van (gemeentelijke) afvalstromen. • Monitoren van de gescheiden inzameling van plastic. • Landelijke doelstellingen voor GFT, papier, glas, textiel en klein chemisch afval spiegelen aan de behaalde resultaten in de gemeente en relatief goed presteren. • Onderzoek uitvoeren naar het (toekomstig) containerbeheer. • Evalueren gescheiden inzameling kunststof verpakkingen (2012). • Discussie voeren met de raad over de toekomstige vervanging van containers.
2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2012-2014 2012 2013-2014
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Afvalverwijdering en -verwerking Agrarische zaken Ongediertebestrijding Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
2.349 9 4 2.362 2.362
2.722 0 0 2.722 2.722
2.330 13 14 2.357 2.357
2.703 0 0 2.703 2.703
2.308 11 7 2.326 2.326
2.681 0 0 2.681 2.681
64
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000) Uitgaaf
Collegeprogramma structureel Vervanging grijze en groene minicontainers
pm
65
2012
2013
x
2014
2015
66
11. Openbare Werken/Verkeer en Vervoer Portefeuillehouder
J.B. Wassink
Budgethouder
B. Kinds
Toekomstvisie
Het zoveel mogelijk in stand houden van bestaande voorzieningen.
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is het bieden van een goed onderhouden en veilige openbare ruimte. In het kader van de te realiseren bezuinigingen zal een discussie over een mogelijk neerwaartse bijstelling van onderhoudsniveaus niet uit de weg worden gegaan. Uiteraard wordt ook in deze bestuursperiode het programma ‘Duurzaam Veilig’ voortgezet. Toch willen we accenten verleggen naar die maatregelen die het draagvlak voor verkeersveiligheid in onze samenleving vergroten. Onze inzet zal er op gericht zijn maximaal in te spelen op de nieuwe kansen voor het openbaar vervoer. Die ontstaan na oplevering van het nieuwe OVknooppunt bij de rotonde Gieten en bij het nieuwe N33 viaduct in Rolde. In gesprekken met de Verenigingen Dorpsbelangen zullen we afzonderlijk aandacht besteden aan het in stand houden en versterken van de karakteristieke groenelementen. Daarmee rekening houdend zetten we in op een actieve verkoop van “overhoeken”.
Taakomschrijving
- Het beheren, schoonhouden en onderhouden van openbare verlichting, wegen en verhardingen, trottoirs, pleinen vijvers, bruggen en sloten. - Zorgdragen voor het berijdbaar houden van de wegen bij sneeuwval, ijzel en opvriezen van het wegdek. - Het beheren en onderhouden van verkeers- en waarschuwingsborden en oplichtingapparatuur. - Het treffen van tijdelijke maatregelen t.b.v. festiviteiten en herstelwerkzaamheden. - Ontwikkelen van verkeersveilige (weg)inrichtingen. - Beheer en onderhoud van gemeentelijke waterlossingen. - Het beheer en onderhoud van parken, plantsoenen en ander openbaar groen, alsmede van o.a. recreatievoorzieningen en speelvoorzieningen. - Het beheren, onderhouden en schoonhouden van het rioleringsstelsel. - Aansluitingen op de riolering.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Openbare Werken/Verkeer en Vervoer: -
Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Waterkering, afwatering en landaanwinning Riolering en Waterzuivering Openbaar groen
A. Wegen straten en pleinen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Stimuleren van de keuze voor de fiets voor het woon-werkverkeer door slim verlichte (energiezuinige), goed onderhouden en (sociaal) veilige fiets-/wandelpaden die de kortste verbinding vormen, rekening houdend met gehandicapten. • Het deelnemen aan het verkeer over goed onderhouden wegen en paden voor alle soorten verkeersdeelnemers. Dit geldt zowel voor de verkeersaspecten als voor de sociale veiligheidsaspecten.
67
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Verkeersmaatregelen N33 In de komende jaren zal de N33 gereconstrueerd worden. Op de plaats van de rotonde Gieten wordt de N33 verdiept onder de rotonde aangebracht. Gelijktijdig komt er een nieuw OV- knooppunt dat een aansluiting krijgt op deze rotonde. De N33 Assen-Zuidbroek zal worden verdubbeld. Bestuurlijke afspraken tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Provincies Drenthe en Groningen zijn in een convenant vastgelegd. Bij de realisatie van de verdubbeling zal de inzet van de gemeente primair gericht zijn op: 1. Het bevorderen van het noodzakelijke en gewenste overleg met om- en aanwonenden en andere betrokkenen. 2. Het in overleg met de omgeving zorgen voor een optimale landschappelijke inpassing van de N33 bij Rolde, ook in relatie tot de ontwikkeling van de wijk Nooitgedacht.
Kader • Wegenbeheersprogramma op basis van het basismodel. • Beleidsplan Openbare Verlichting. 000000
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014 • • • •
•
• •
•
•
Wanneer
Inventarisatie van knelpunten m.b.t. bestaande fiets- en wandelpaden. Uitvoering geven aan de reconstructie van de brug Ravijnzicht. Uitvoering geven aan het onderhoudsprogramma bruggen. Aansluiting vanuit Eext op de rotonde Gieten. Het realiseren van een aansluiting vanuit Eext, 6e poot, op de rotonde voor het openbaar vervoer. Haalbaarheid en geschiktheid van deze aansluiting voor het autoverkeer wordt onderzocht. Verdubbeling N33. De verdubbeling van de N33 is gepland in de periode 2011-2014 . De bestuurlijke afspraken zijn vastgelegd in een convenant. Bij de uitvoering van werkzaamheden zullen wij inzetten op goede communicatie met inwoners/aanwonenden. Wegen. Uitvoering van het groot wegenonderhoud conform het wegenbeheers programma. Openbare Verlichting. Uitvoering geven aan maatregelen uit het beleidsplan Openbare Verlichting. Er wordt een nieuw beleidsplan openbare verlichting opgesteld waarbij rekening wordt gehouden met de nieuwste ontwikkelingen. Er wordt ingezet op reductie van energie(CO2). Herinrichting Eexterweg 2e fase. Uitvoering geven aan de herinrichting van de rijbaan Eexterweg te Gieten gezamenlijk met de rioleringswerkzaamheden. Rekening houdende met de verbinding op het Openbaar Vervoer knooppunt. Reconstructie aansluiting Deurze op de Asserstraat te Rolde. Het verkeersveiliger maken van de aansluiting Deurze-Asserstraat als onderdeel van de verbinding Assen-Rolde.
2011 2011 2011-2014 2011-2014
2011-2014
2011-2014 2011-2014
2011-2012 2011-2012
B. Verkeersmaatregelen te land Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het veilig bereikbaar maken van dorpshuizen en multifunctionele gebouwen door het verder inrichten van 30 km gebieden volgens het principe Duurzaam Veilig. • Verbeteren van de verdere kwaliteit van het openbaar vervoer in het besef, dat dit primair een verantwoordelijkheid is van de provincie en het Openbaar Vervoer bureau.
68
• Het initiëren en uitvoeren van maatregelen gericht op het vergroten van de veiligheid van de gemeentelijke wegen. • Inrichting wegen op basis van de richtlijn Essentiële HerkenbaarheidsKenmerken (EHK). • Een definitief besluit nemen over het aanpakken van de verkeersoverlast in Rolde.
Indicatoren Tabel taakstelling van de provincie Drenthe voor 2010 met als basisjaar 1998: Gemeente Aa en Hunze
Basisjaar 1998 (absoluut)
Dodelijke slachtoffers Ziekenhuisgewonden
3 28
Taakstelling 2010 (relatief)
-30% => minus 1 -25% => minus 7
Toelichting De tabel geeft een gemeentelijke doelstelling met betrekking tot verkeersveiligheid uitgedrukt in verkeersslachtoffers en ziekenhuisgewonden. De taakstelling die circa 10 jaar terug is vastgesteld voor 2010 gerelateerd aan landelijke en/of provinciale doelen. In het onderstaande is te zien hoe de ongevallencijfers zich in deze periode hebben ontwikkeld. Jaar ongeval
Dodelijke slachtoffers Ziekenhuisgewonden Jaar ongeval
Dodelijke slachtoffers Ziekenhuisgewonden
1998
1999
2000
2001
2002
2003
3 28
3 16
3 47
6 34
9 38
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2 28
0 16
6 17
1 13
2 25
2 9
3 23
In 2011 kan de eindbalans worden opgemaakt en kunnen er nieuwe taakstellingen worden geformuleerd voor de periode tot 2020. Dit zal eveneens weer worden gerelateerd aan landelijke en provinciale doelstellingen. Tabel verkeersveiligheid bij scholen Jaar
Deelnemende scholen
2007 2008 2009 2010 2011
5 8 11 13 15
Gelabelde scholen
3 5 7 8 11
Toelichting Voor de verkeersveiligheid bij de 18 scholen in onze gemeente is er het Drents Verkeersveiligheidlabel (DVL). Hiermee kan worden aangegeven dat een school voldoet aan vooraf vastgestelde verkeersveiligheidpunten. Een doel met daaraan gekoppeld kengetal voor 2011 is dat in de gemeente Aa en Hunze 15 scholen deelnemen aan het Drents Verkeersveiligheidlabel en dat van de deelnemende scholen er 11 gelabeld zijn.
Kader • Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (2009).
69
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Aanzetten tot regionaal doelgroepenvervoer/vraaggericht collectief vervoer. • Vervolg geven aan de ontwikkeling van een visie voor het dorp Rolde met in dit kader specifieke aandacht voor het onderdeel verkeer. Werken aan het reduceren van de verkeersoverlast en de verkeersdruk in het centrum van Rolde (in overleg met gemeente Assen en de provincie Drenthe). • Besluitvorming over maatregelen om: - het vrachtverkeer door Rolde zoveel mogelijk te beperken - het doorgaande autoverkeer in Rolde te ontmoedigen. • Uitvoering van verkeersveiligheidsmaatregelen bij diverse projecten.
2011-2014 2011-2014
2011-2014 2011-2014
C. Waterkering, afwatering en landaanwinning Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Een goede waterhuishouding.
Kader • Regelgeving van het waterschap. 000000 00000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Schouwsloten. Uitvoering geven aan het onderhoudsprogramma schouwsloten.
2011 e.v.
D. Riolering en waterzuivering Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het zorgdragen voor de doelmatige inzameling en het doelmatig transport van afvalwater dat vrijkomt bij de binnen ons grondgebied gelegen percelen ter bescherming van de volksgezondheid en het milieu en het tegengaan van wateroverlast. • Het dusdanig reduceren van rioolwateroverstortingen dat wordt voldaan aan het waterkwaliteitsspoor. • Uitvoering geven aan de maatregelen GRP.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • De Tweede Kamer heeft op 15 februari 2007 de Wet gemeentelijke watertaken aangenomen. Met deze nieuwe wet hebben gemeenten een sterkere regierol gekregen in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. • Door de Europese kaderrichtlijn Water en de wateropgaven vanuit WB21 (waterbeheer 21e eeuw) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) zal van de gemeente tijd en geld worden gevraagd. • Samenwerking in de waterketen.
Kader • Milieubeleidsplan 2009. • Gemeentelijk waterplan 2007 ( i.s.m. waterschap Hunze en Aa’s). • Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Aa en Hunze (VGRP 2010-2015).
70
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Uitvoering geven aan het investeringsprogramma rioleringen, zoals het vervangen van riolering en het afkoppelen van regenwater. • Realiseren van de maatregelen die worden genoemd in het waterplan 2007.
2011 e.v. 2011 e.v.
E. Openbaar groen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Onderhoudsniveaus vaststellen op basis waarvan uitvoering kan plaatsvinden door het vaststellen van beeldbestekken. Deze niveaus gebruiken als toetsingskader. • Onze inwoners duidelijkheid bieden over de beeldbepalende groenstructuur. We zetten ons daarbij in voor het in stand houden en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de groene leefomgeving. • Nog vast te stellen onderhoudsniveaus van het openbaar groen.
Kader • Nog vast te stellen onderhoudsniveaus van het openbaar groen.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• • • •
2011 2011-2014 2011-2014 2011
Opstellen beleidsnotitie onkruidbestrijding op verhardingen. Opstellen onderhoudsbestekken groen voor alle kernen. Opstellen bermbeheersplan op basis van vastgestelde bermbeleidsplan. Vaststellen hoofdgroenstructuur voor alle kernen en buitengebied in samenhang tot actualisatie bestemmingsplannen. • Landschappelijk inpassen verdubbeling N33 bij Rolde en compensatie groen bestemmingsplan Nooitgedacht. • Opzetten en implementatie boomcontrolesysteem VTA.
2011-2014 2011-2014
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Waterkering, afwatering en landaanwinning Riolering en waterzuivering Openbaar groen Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
2.829 418 232
561 0 -7
3.012 411 185
73 0 0
3.036 395 190
58 0 0
2.354 3.072 8.905 367 367 9.272
2.289 4 2.847 386 386 3.233
2.219 2.602 8.428 0 0 8.428
2.382 16 2.470 21 21 2.491
2.615 2.807 9.044 0 0 9.044
2.453 16 2.527 21 21 2.547
71
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma structureel Wegreconstructie ivm rioleringswerkzaamheden Verkeers- en vervoersmaatregelen Onderhoud gebouwen Onderhoud monumenten Verkeersveilige wegbermen Bezuinigingstraject - structureel Wegreconstructie ivm rioleringswerkzaamheden Verkeers- en vervoersmaatregelen Groenonderhoud BTW heffing in riolering Hogere doorberekening Bezuinigingstraject – incidenteel Wegenonderhoud Groenonderhoud Niet-trendmatige ontwikkelingen structureel Areaalaccres - wegen Areaalaccres - riolering Areaalaccres - groen Niet-trendmatige ontwikkelingen incidenteel Areaalaccres - groen Kapitaalontwikkelingen - structureel Vervanging openbare verlichting Duurzame bedrijfsgoederen
72
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
-800 -280 -36 -13 -10
-18 -8 -36 -13 -10
-18 -8
-18 -8
-18 -8
300 105 25 pm pm
9 4
9 4 25
9 4
9 4
65 150
65 75
75
-16 -16 -50
-4 x -25
-4 x -25
-4 x
-4 x
-150
-75
-75
-1.096 -740
-25 -39
-25 -65
-25 -4
-25 -9
12. Milieu Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / J.J. Wiersum / J.B. Wassink
Budgethouder
H. de Groot
Toekomstvisie
- Stimuleren van agrarische ondernemers in de omslag naar een duurzamere landbouw (biogewassen, ernergieteelten). - Kansen voor een regionale voedselstrategie (rol gemeente: faciliteren en stimuleren).
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is bij te dragen aan een duurzaam schone en mooie leefomgeving. Dat vraagt om keuzes in de stapsgewijze overgang naar schone(re) en duurzame energie. Wij willen doorgaan met het uitvoeren van het vastgestelde milieubeleidsplan en duurzame investeringen stimuleren bij bedrijven en inwoners. We willen de aandacht voor het opwekken van duurzame energie versterken en geven het goede voorbeeld door o.a. duurzaam in te kopen en het onderzoeken van de mogelijkheden van het (mede)oprichten van een Drents Energiebedrijf en het ontwikkelen van de Spekstoep in Gieten tot een ‘groen bedrijvenparkje’. Door Millenniumgemeente te zijn, draagt Aa en Hunze, in samenwerking met haar inwoners, bij aan mondiale en sociale duurzaamheid.
Taakomschrijving
Milieubeleid heeft een tweeledige functie: 1. het zorgt voor een basiskwaliteit als het gaat om leefbaarheid en duurzaamheid; dit kan op basis van wettelijke normen en door uitvoering van wettelijke taken maar ook door beleidskeuzes op gemeentelijk niveau. Deze beleidskeuzes worden in het integraal milieubeleidsplan opgenomen. 2. Het lokale milieubeleid wil de milieukwaliteit op een zo hoog mogelijk niveau krijgen. Door de milieubelangen in de besluitvorming mee te wegen kunnen hogere ambities worden waargemaakt en worden plannen duurzamer en integraal van aanpak. Het ontwikkelen van lokaal milieubeleid zal vanuit sectorale wetgeving zoveel mogelijk op onze eigen situatie, omgeving en mogelijkheden worden toegespitst.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Milieu: - Milieubeheer
A. Milieubeheer A1. Bedrijfsgebonden milieutaken Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Gemeentelijke milieutaken worden zodanig uitgevoerd dat tenminste wordt voldaan aan de wettelijke vereisten.
73
Indicatoren Wet milieubeheer
Aantal verleende milieuvergunningen (+ intrekking) Aantal geaccepteerde meldingen 8.40 Wm Aantal geaccepteerde meldingen 8.19 Wm Aantal ontheffingen 10.63 Wm Aantal controles bedrijven Aantal afgehandelde klachten
R 2006
R 2007
R 2008
R 2009
B2010
7
14
9
8
8
38 3 19 141 17
88 3 20 110 18
65 4 4 169 30
35 2 4 126 11
90 6 4 160 30
R = realisatie B = begroting
Toelichting In verband met het project deregulering regelgeving zullen steeds meer bedrijven onder de meldingsplicht vallen. Het aantal milieuvergunningen zal een dalende trend laten zien. Het aantal meldingen zal ten gevolge hiervan stijgen.
Kader • Milieuprogramma Beleidsplan 2010-2013 (vastgesteld 17-02-2010 door de raad). • Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009). • Notitie milieuhandhaving deel I probleemanalyse + doelstellingen en deel II strategie + werkwijze (vastgesteld door college d.d. 11 januari 2005). • Wet Gemeentelijke Watertaken. • Activiteitenbesluit vergunningverlening + handhaving. • Wabo. • Milieubeleidsplan. 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Gericht aandacht geven aan de verruimde reikwijdte van de Wet milieubeheer i.c. energie, afval, externe veiligheid en IPPC (=EU-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreinigingen). • Uitvoering geven aan de nieuwe omgevingsvergunning Wabo en een gebiedsgerichte handhaving. • Wij gaan een ‘duurzaamheidsvisie’ opstellen om op basis daarvan te komen tot een haalbaar (en dus betaalbaar) uitvoeringsplan. • Integraal milieubeleidsplan verder toepassen in gemeentelijke uitvoering.
2011 e.v. 2011 e.v. 2011-2012 2011-2014
A2. Bodem- en waterbodembeheer Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de bodem en de waterbodem. Door deze te beschermen via onder meer een goed rioolstelsel, controle van lozingen, het saneren van niet meer gebruikte ondergrondse tanks en het in beeld brengen van de bodemkwaliteit. • Actief bodembeheer door middel van een bodembeleidsplan en een bodemkwaliteitskaart. • Verbetering van de werking van IBA - systemen (individuele behandeling afvalwater).
74
Indicatoren Besluit Bodemkwaliteit Aantal afgehandelde meldingen Aantal afgehandelde meldingen vrije veld Aantal beoordeelde bodemonderzoeken
R 2007
R 2008
R 2009
B 2010
B 2011
25 3 59
24 6 64
25 4 61
20 5 55
25 5 60
R = realisatie B = begroting
Kader • Besluit Bodemkwaliteit 2008. 000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Nota Bodembeheer inclusief bodemkwaliteitskaart vaststellen. • Wij gaan een ‘duurzaamheidsvisie’ opstellen om op basis daarvan te komen tot een haalbaar (en dus betaalbaar) uitvoeringsplan.
2011 2011-2012
A3. Bouwen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Energiezuinig bouwen en verbouwen stimuleren en ondersteunen door de landelijke voorlichting te vertalen naar de lokale situatie.
Indicatoren Begroting 2011 Aantal duurzaam gebouwde woningen Gebruik alternatieve energiebronnen woningbouw
30 zonnewoningen Nooitgedacht 2
Kader • Milieubeleidsplan 2010-2013 (vastgesteld 17-02-2010 door de raad). 000000 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Uitvoering geven aan het thema duurzaam bouwen volgens door de raad in 2004 vastgesteld ambitieniveau (o.a. realiseren van energiezuinige woningen in Nooitgedacht). • Stimuleren dat meer nieuwbouwprojecten gebruik maken van omgevings- en bodemwarmte en koelte. • Op bouwplaatsen controle uitoefenen op de naleving van de EPC-eisen voor energiebesparende bouw. • Energiebewust bewonersgedrag stimuleren. • Wij gaan een ‘duurzaamheidsvisie’ opstellen om op basis daarvan te komen tot een haalbaar (en dus betaalbaar) uitvoeringsplan.
75
2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011-2012
• Uitvoering geven aan SLOK projecten (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven) rondom duurzaamheidsaspecten van bouw en energie volgens het gemeentelijke klimaat- en energiebeleid. Er zijn 15 projecten geformuleerd die in 4 jaar uitgevoerd worden.
2011-2014
A4. Energie, milieuzorg en milieuvoorlichting Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Duurzame investeringen stimuleren bij inwoners en bedrijven. • Aandacht voor het opwekken van duurzame energie versterken o.a. door duurzaam in te kopen en het onderzoeken van innovatiemogelijkheden bij de Spekstoep in Gieten en van het (mede)oprichten van een Drents Energiebedrijf.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Stijgende kosten van gangbare energiesoorten (gas, elektriciteit, olie). • Subsidiemogelijkheden alternatieve energiebronnen (wind, biomassa, aardwarmte etc). • Verplicht energielabel gebouwen per 1-1-2008 op grond van Besluit energieprestatie gebouwen van 24 november 2006. • Landelijk beleid is om in 2010 van alle inkopen 75 % duurzaam te doen.
Indicatoren Tabel gemiddeld energieverbruik Openbare verlichting Gemeentehuis Scholen Riolen en gemalen
Elektriciteit Kwh
Gas m3
1.560.722 433.490 280.129 237.108
n.v.t. 44.663 160.377 n.v.t.
Kader • Milieubeleidsplan 2010-2013 (vastgesteld 17-02-2010 door de raad). • Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009). • Nota inkoopbeleid 2007. • Intentieverklaring duurzaam inkopen VROM 2008; 75%duurzaam inkopen in 2010. 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Afspraken maken met woningcorporaties over de verbetering van energieprestaties van bestaande woningen en over de toepassing van duurzame energiesystemen. • Onder nader te formuleren randvoorwaarden mogelijkheid bieden aan personeelsleden om thuis te werken. • Lid worden van het Klimaatverbond. • In het kader van liberalisering van de energiemarkt actief en zo mogelijk met meerdere partijen actief (gezamenlijk) inkopen van groene stroom en gas met als uitgangspunt 100% duurzaam inkopen. • Invulling geven aan de door de provincie opgestelde kansenkaart warmte/koudeopslag.
76
2011 2011 2011 2011 e.v. 2011 e.v.
• Energie-uitwisseling stimuleren tussen bedrijven en het toepassen van duurzame energie bij bedrijven. • Aanbieden van een cursus “Het Nieuwe Rijden” aan gebruikers van dienstmiddelen. • Scholen stimuleren deel te nemen aan acties zoals Groene Voetstappen, Energy Survival, Warme Truiendag, Energieke Scholen, Check it Out, Sarah’s Wereld etc.. • Burgers stimuleren om deel te nemen aan campagnes zoals de Warme Truiendag en het Klimaatstraatfeest. • Informatiebijeenkomsten over autodelen, energiebesparing etc. faciliteren. • Op de gemeentepagina’s (druk en website) structureel ruimte reserveren voor informatie en tips over energiebesparing. • Wij gaan een ‘duurzaamheidsvisie’ opstellen om op basis daarvan te komen tot een haalbaar (en dus betaalbaar) uitvoeringsplan. • Discussie starten over de invulling van de kwalificatie ‘Millenniumgemeente’ en daarbij overwegen aan te sluiten bij de groep gemeenten die zich nu al ‘Fairtrade Gemeente’ mag noemen. • Uitvoering geven aan SLOK projecten (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven) rondom duurzaamheidsaspecten van bouw en energie volgens het gemeentelijke klimaat- en energiebeleid. Er zijn 15 projecten geformuleerd die in 4 jaar uitgevoerd worden. • Als gemeente gaan wij op basis van uit te voeren energiescans de bedrijven stimuleren energiebesparende maatregelen uit te voeren. • Een stimuleringsproject, schone en zuinige bedrijven starten (via bijvoorbeeld een wedstrijd of prijs). • Een platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen instellen of stimuleren. • Onderzoeken welke investeringen er nodig zijn om door middel van energiebeheer en energiebesparende maatregelen de eigen gebouwen die een label hebben lager dan B, deze qua label omhoog te brengen.
2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011- e.v. 2011 e.v. 2011 - 2012 2011 - 2013 2011 - 2014
2012 2012 2012 2012
A5. Ruimtelijke Ordening en milieu Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Bevorderen en waarborgen van integrale toetsing van ruimtelijke plannen.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Rijksplannen voor opslag CO2 in lege gasvelden Noord Nederland. Kader • Milieubeleidsplan 2010-2013 (vastgesteld 17-02-2010 door de raad). • Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009). 000000
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Mogelijkheden voor het realiseren van windparken onderzoeken en zorgen voor besluitvorming daarover. • Wij gaan een ‘duurzaamheidsvisie’ opstellen om op basis daarvan te komen tot een haalbaar (en dus betaalbaar) uitvoeringsplan. • Toetsen aanvragen hogere grenswaarden geluid in het kader van wegverkeerslawaai. • Energie meenemen in de planontwikkeling van bedrijventerreinen.
77
2011 2011-2012 2011 e.v. 2011-2014
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Milieubeheer Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
798 798 0 0 798
0 0 29 29 29
1.161 1.161 0 0 1.161
103 103 29 29 132
1.143 1.143 0 0 1.143
10 10 0 0 10
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma incidenteel Uitvoeringsplan gemeentelijk klimaatbeleid
78
Uitgaaf
2012
-40
-40
2013
2014
2015
13. Wonen en Leefomgeving Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / J.J. Wiersum / J.B. Wassink / H.J. Dijkstra
Budgethouder
H. de Groot / B. Kinds
Toekomstvisie
- Ontgroening, vergrijzing en krimpConcentratie wonen (uitbreiding/inbreiding). - Concentratie wonen (uitbreiding/inbreiding). - Kwalitatieve opgave (bestaand/nieuw) woningbouw: groei afstemmen op behoefte met accent op het bouwen in de 4 grote dorpen en beperkte bouw in de kleine dorpen (maatwerk). - Kwaliteit in woningen en voorzieningen. - Uitstekende omgevingskwaliteit. - Doorstroming op gang brengen t.b.v. starters. - Flexibele huisvesting en innovatieve woonvormen. - Ja-mits houding.
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is de verdere ontwikkeling van de gemeente Aa en Hunze als een buitengewone woongemeente met hoge omgevingskwaliteit waar het ook goed recreëren en werken is. Wij zullen waar mogelijk en nodig anticiperen op de te verwachten gevolgen van de krimp van de omvang van onze bevolking die de komende jaren wordt verwacht. In de behoefte aan woonruimte zal ook kunnen worden voorzien door flexibele huisvesting, innovatieve woonvormen en het toestaan van wooneenheden in vrijkomende boerderijen of monumentale panden.
Taakomschrijving
- Het opstellen van bestemmingsplannen voor zowel bestaande als nieuwe woon-, werk- en recreatiegebieden. Het verstrekken van informatie over bestaande bestemmingsplannen en ontwerp- bestemmingsplannen aan derden. - De stelselmatige inspanning gericht op het behoud, herstel, verbetering herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied. - Het preventief en repressief toezicht op de bouwproductie en sloopactiviteiten alsmede het verstrekken van informatie over bouwzaken aan derden. - Het beheren en onderhouden van gemeentelijke eigendommen. - Het verstrekken van geldelijke steun voor huisvesting van gehandicapten. - Het realiseren van uitbreidingsplannen op basis van besluitvorming met betrekking tot het algemeen beleid inzake ruimtelijke ordening en volkshuisvesting en het beheren van de gemeentelijke gronden voor zover niet voor de openbare dienst bestemd.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Wonen en Leefomgeving: -
Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Bouwkunde gemeentelijke gebouwen Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie
79
A. Ruimtelijke ordening Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het behouden en waar mogelijk versterken van het huidige landschap en de woonomgeving. • De gemeente Aa en Hunze verder ontwikkelen als een buitengewone woongemeente met hoge omgevingskwaliteit, waar het ook goed recreëren en werken is. • In de behoefte aan woonruimte voorzien door flexibele huisvesting, innovatieve woonvormen en het toestaan van wooneenheden in vrijkomende boerderijen of monumentale panden. • Energiezuinig (ver)bouwen stimuleren en ondersteunen door landelijke voorlichting te vertalen naar de lokale situatie.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Digitaliseringplicht bestemmingsplannen per 1 juli 2010. • Omgevingsvisie provincie Drenthe (2010).
Kader • Landelijke wet- en regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening. • Omgevingsvisie provincie Drenthe (2010). • Startnotitie harmonisatie en digitalisering van bestemmingsplannen, handboek actualisering bestemmingsplannen. 000000
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Komen tot een visie op de revitalisering van het centrum van Rolde, waarbij ook de verkeerskundige inrichting wordt betrokken. • Als opmaat voor een verkenning van een verdere upgrade in Gasselternijveen de haalbaarheid van een Multifunctioneel Centrum onderzoeken. • Opstellen Structuurvisie. • Beleid formuleren rondom flexibele huisvesting en innovatieve woonvormen. • Wij gaan een ‘duurzaamheidsvisie’ opstellen om op basis daarvan te komen tot een haalbaar (en dus betaalbaar) uitvoeringsplan. • Voortzetten en afronden van het project Actualisatie, Digitalisering en Harmonisatie van alle bestemmingsplannen (ADHB), waarbij er differentiatie is in de interactieve voorbereiding (lopend traject). • Verder uitvoering geven aan de vastgestelde “Toekomstvisie Gieten” met nadruk op een visie op de toekomstige functie van de Schoolstraat en de verdere herinrichting van de Stationsstraat. • Uitvoeren van de actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied incl. Merverplichting, verwerking landbouwvisie en overige sectorale beleidsstukken.
2011 2011 2011 2011-2012 2011-2012 2011-2012 2011-2013 2011-2013
B. Volkshuisvesting Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • De groei van de woningbouw afstemmen op de behoefte (maatwerk) met inachtneming van de problematiek van ontgroening, vergrijzing en krimp. • De doorstroming op de woningmarkt verder op gang brengen door het stimuleren van de bouw van starterswoningen en levensloopbestendige woningen.
80
Kader • • • • 000000
000000
Omgevingsvisie provincie Drenthe. Woonplan. Nota gedifferentieerd bouwen. Beleid Permanente Bewoning Recreatieverblijven.
Wat gaan we doen in 2011-2014 • • • • • •
Wanneer
Het vaststellen van een Woonvisie. Uitvoeren van woonwensenonderzoek in Annen en Gieterveen. Deelname aan de diverse provincie-brede onderzoeken rondom het thema krimp. Participatie in het opstellen van een regionale Woonvisie. Monitoren en periodiek actualiseren van de afspraken met de corporaties. Integrale visie op de thema’s wonen-zorg-welzijn opnemen in de Notitie Voorzieningenbeleid en in de Woonvisie.
2011 2011 2011 2011 2011 e.v. 2011
C. Omgevingsvergunningen C1. Vergunningverlening Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het verlenen en controleren van vergunningen volgens de nieuwe wetgeving rondom de Wabo (omgevingsvergunning).
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • In werkintreding van de Wabo (omgevingsvergunning) per 01-10-2010.
Indicatoren Tabel vergunningen en bezwaren Onderwerp
- Verleende vergunningen Lichte bouwvergunning Reguliere bouwvergunning Sloopvergunning en –melding Reclamevergunning Aanlegvergunning - Ingediende bezwaren
R 2005
R 2006
R 2007
R 2008
R 2009
B 2010
208 220 49 5 10
218 194 33 3 6
158 220 42 6 4
154 211 36 4 2
134 164 45 3 7
132 150 40 5 6
28
34
19
26
27
25
R= Realisatie B= Begroting
Kader • Landelijke wet- en regelgeving. • Nota welstandsbeleid.
81
• Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009). 000000
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Verder vervolmaken en opstellen vergunningverlening- en handhavingsplan geënt op 2011 de omgevingsvergunning. 2011 e.v. • Implementeren en uitvoeren van het “Vergunningverlening & Handhavingsplan Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving”.
C2. Handhaving Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het op adequate wijze en zoveel mogelijk integraal handhaven van de vergunningen, waarbij gebruik gemaakt wordt van een risicoafweging. • Het op adequate wijze handhaven van bestemmingsplanbepalingen, zoals gebruiksvoorschriften e.d..
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • • • •
In werkintreding van de Wabo (omgevingsvergunning) per 01-10-2010. Functiescheiding van vergunningverlening en handhaving. Beleidsregels ministerie VROM omtrent handhaving permanente bewoning recreatieverblijven. Opstellen, vaststellen en implementeren van het vergunningverlening- en handhavingsplan.
Kader • Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving (vastgesteld 25 juni 2009). • Nota gedifferentieerd bouwen. • Woonplan (2006). • Beleid permanente bewoning recreatieverblijven. 000000
000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Verder vervolmaken en opstellen vergunningverlening- en handhavingsplan geënt op de omgevingsvergunning. • Herijken beleid permanente bewoning recreatieverblijven. • Implementeren en uitvoeren van het “Vergunningverlening & Handhavingsplan Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving”. • Evaluatie van het Handhavingsplan waarbij de ruimte zal worden genomen voor herprioritering.
2011 2011 e.v. 2011 e.v. 2011
D. Bouwgrondexploitatie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het voeren van een actieve grondpolitiek waarbij de groei van de woningbouw wordt afgestemd op de behoefte (maatwerk) met inachtneming van de problematiek van ontgroening, vergrijzing en krimp. • De doorstroming op de woningmarkt verder op gang brengen door het stimuleren van de bouw van starterswoningen en levensloopbestendige woningen.
82
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Landelijke ontwikkeling ten aanzien van vaststelling grondprijzen.
Kader • • • • 000000
Nota Grondbeleid (2010). Woonplan (2006). Notitie Grondbedrijf (2006). Nota Overhoeken (2010).
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Uitvoeren van de Nota Grondbeleid door o.a. het uitgeven van woningbouw- en bedrijfskavels, het actief verkopen van overhoekjes en het doen van strategische grondaankopen. • Specifieke aandacht vestigen op de exploitatie van het plan Nooitgedacht en Bedrijventerrein Bloemakkers. • Uitvoeren van het in 2010 vastgestelde overhoekenbeleid. • Doorwerking Grondexploitatiewet in de gemeentelijke organisatie.
2011 e.v. 2011 e.v. 2011 e.v. 2011
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Bouwkunde gemeentelijke gebouwen Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
155 1.219 388 1.369 6.912 10.043 472 472 10.514
94 163 45 461 6.852 7.615 682 682 8.297
153 1.101 103 1.091 3.512 5.960 50 50 6.010
40 0 0 482 3.566 4.088 293 293 4.381
145 955 -11 852 4.694 6.635 0 0 6.635
15 0 0 422 4.689 5.126 1 1 5.128
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma structureel Herinrichting Stationsstraat Noord Gieten Centrumplan Rolde Bezuinigingstraject – incidenteel Verkoop overhoekjes Niet-trendmatige ontwikkelingen incidenteel Bouwleges
83
Uitgaaf
2012
-400 -500
-36 -38
50
25
-250
-250
2013
25
2014
2015
84
14. Plattelands- en Natuurontwikkeling Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / J.J. Wiersum / J.B. Wassink
Budgethouder
H. de Groot
Toekomstvisie
- Het goede behouden. - Ruimte bieden voor ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van het landschap. - Investeren in zorg (op maat) en ontmoeting. - Versterken landschappelijke kwaliteit en diversiteit op basis van de karakteristieken van het Drents Plateau, de Hondsrug en de Veenkoloniën. - Geen uitbreiding natuurgebieden met een wettelijke status. - Ruimte bieden voor initiatief uit de samenleving.
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is het goede te behouden, waarbij ruimte wordt geboden voor ontwikkeling, versterking en kwaliteitsverbetering van het landschap op basis van de karakteristieken van het Drents Plateau, de Hondsrug en de Veenkoloniën. Wij streven niet naar uitbreiding van natuurgebieden met een wettelijke status. In het kader van plattelandsontwikkeling en van leefbaarheid dient geïnvesteerd te worden in zorg (op maat) en ontmoeting en moet ruimte worden geboden voor initiatief uit de samenleving. Mantelzorgers en vrijwilligers hebben een cruciale rol en zullen daar waar mogelijk door de gemeente worden gefaciliteerd. In de dorpen streven we naar behoud en waar mogelijk versterking van voorzieningen, waaronder de basisscholen. Ook behoud van de eigen identiteit van de dorpen vinden wij belangrijk.
Taakomschrijving
- De ontwikkeling van het platteland als aantrekkelijke woonomgeving, werkomgeving en cultuur- en natuurgebied. - Het deelnemen aan en benutten van subsidiemogelijkheden op verschillende niveaus.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Plattelands- en Natuurontwikkeling: - Plattelands- en natuurontwikkeling
Plattelands- en natuurontwikkeling Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Een vitaal platteland met leefbare dorpen en een gezonde plattelandseconomie. • Doorontwikkeling van het gebiedsgericht werken. • Initiëren en uitvoeren van concrete projecten ter uitvoering van doelstellingen die voor het gebiedsgericht beleid zijn geformuleerd en het daarvoor benutten van subsidiemogelijkheden met gebruik van regionale, nationale en internationale samenwerkingsverbanden, met een zo groot mogelijke betrokkenheid van de bewoners van het gebied.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Gemeentelijke structuurvisie. • Besluitvorming begrenzing Nationaal Park / Nationaal Landschap.
85
• Besluitvorming begrenzing Natura 2000 gebieden. • OTB – MER tracé N33. • Doelstellingen Rijk en Provincie voor realisatie windenergie.
Kader • • • • • • • • • • • • • • • 000000
Recreatief mobiliteitsplan. Integrale kansenkaart voor het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa. Nota Ruimte. Provinciale Omgevingsvisie . Agenda voor Vitaal Platteland. Landschapsvisie Drentsche Aa. Uitvoeringsprogramma nationaal landschap Drentsche Aa. Gebiedsopgave Hunze. Koers Noord. Rijksnota voor bestuurlijke vernieuwing. Agenda voor de Veenkoloniën. Huisvesting onderwijs / Accommodatiebeleid Welzijn. Landschapsontwikkelingsplan. Watervisie Aa en Hunze. Diverse dorpomgevingsplannen.
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Uitvoeren van projecten in het kader van de bestuursopdracht Bio-energie door o.a. het initiëren van pilotprojecten voor toepassing van bio-energie, gericht op economische versterking van de landbouw in combinatie met andere ruimtelijke functies. • Invoering ‘Gronings model’ stimuleren: bij nieuwe initiatieven eerst vooroverleg met relevante stakeholders in het gebied om mogelijkheden, ontwikkelingskaders en randvoorwaarden integraal te bespreken alvorens tot concrete planvorming wordt overgegaan. • Uitvoering projecten Agenda voor de Veenkoloniën, Gebiedsopgave Hunze, Integrale Kansenkaart Drentsche Aa (IKK), Landschapsvisie Drentsche Aa, BeheersInrichtings- en Ontwikkelingsplan Drentsche Aa. • Uitvoeren dorpsomgevingsplannen: diverse kleinere projecten in kader van Lokale Agenda’s (incidentele last van het budget (ILG). • Realiseren projecten uit het plan van aanpak levend bezoekersnetwerk Drentsche Aa gebied (de afronding van de toegangspoorten). • Uitvoering Investeringsprogramma Landelijk Gebied (ILG).
2011
2011 e.v.
2011 - 2012 2011 - 2014 2011 - 2014 2011 - 2014
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Plattelands- en natuurontwikkeling Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
212 212 306 306 518
0 0 306 306 306
565 565 0 0 565
102 102 0 0 102
295 295 0 0 295
0 0 0 0 0
86
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma structureel ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten Collegeprogramma incidenteel ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten
87
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
-40 -40
-10 -10
-10 -10
-10 -10
-10 -10
-300 -400
-100 -100
-100 -100
-100 -100
-100
88
15. Recreatie en Toerisme Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout
Budgethouder
H. de Groot / B. Kinds / M. Jalving
Toekomstvisie
Versterking profiel als recreatiegemeente. Economische pijler met sterke kansen voor verdere ontwikkeling. Innovatie, samenhang, meer kwaliteit en sterkere profilering. Verbreding/verdieping aanbod, kwaliteitsslag, diversificatie, samenwerking in regionaal verband. - Bieden van perspectief aan de recreatiesector.
Collegeprogramma
De recreatiesector is een belangrijke economische pijler met sterke kansen voor verdere, duurzame ontwikkeling. Middels voorwaardenscheppend beleid wordt de recreatieondernemer perspectief geboden. Het profiel als recreatiegemeente moet worden versterkt, er zal sprake moeten zijn van innovatie, samenhang en kwaliteit. De recreatieondernemers hebben in onze visie ook zelf een belangrijke rol bij de ambitie om Aa en Hunze tot hét recreatiegebied van Noord-Drenthe te maken. Kernwoorden hierbij zijn: verbreding en verdieping van het aanbod, diversificatie en samenwerking in regionaal verband. Ingezet wordt op de verbetering van het wandel- en fietspadennet, omdat dit in hoge mate bijdraagt aan de recreatiemogelijkheden in de gemeente Aa en Hunze.
Taakomschrijving
Het bevorderen en in stand houden van recreatieve voorzieningen, openbaar recreatief groen en openluchtrecreatie alsmede overige recreatieve voorzieningen (speeltuinen en speelvoorzieningen).
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Recreatie en Toerisme:
-
-
Recreatie en toerisme Speelvoorzieningen Overige recreatieve voorzieningen Openluchtrecreatie
A. Recreatie en Toerisme A1. Recreatiebeleid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Het duurzaam ontwikkelen en versterken van de toeristische en recreatieve sector, met inachtneming van de bijzondere culturele, natuurlijke en landschappelijke waarden en de belangen van de inwoners van de gemeente Aa en Hunze, waarbij het verbeteren van de leefbaarheid, het verhogen van bestedingen en het scheppen van werkgelegenheid centraal staan.
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen • Ontwikkeling van het gebied Gasselterveld.
89
Indicatoren Ontwikkeling tarief toeristenbelasting
Tarief
2006
2007
2008
2009
2010
2011
€ 0,65
€ 0,70
€ 0,75
€ 0,80
€ 0,85
€ 0,90
Banen van 12 uur of meer in de toeristische sector* Bron: PWR 2009
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe
2006
2007
2008
2009
579 1.359 535 1.000 2.113 955 653 586 702 720 599 409
620 1.413 582 1.034 2.151 1.056 656 610 713 720 641 430
609 1.438 661 1.063 2.204 1.082 631 610 722 692 643 451
631 1.547 678 1.047 2.120 1.111 690 622 770 719 659 471
10.210
10.626
10.806
11.065
* volgens landelijke definitie
Ontwikkeling aantal overnachtingen
Aantal overnachtingen
R 2006
R 2007
922.000
937.000
R 2008
R 2009
B 2010
B 2011
917.000 1.065.000
950.000
1.050.000
R= Realisatie B= Begroting
Het betreft in 2010 en in 2011 geraamde overnachtingen. Het aantal overnachtingen is gebaseerd op de opgaven van de recreatiebedrijven ten behoeve van de heffing van de toeristenbelasting. Het aantal overnachtingen sluit aan bij de geraamde opbrengsten. De daadwerkelijke overnachtingen zullen afwijken van de geraamde overnachtingen. Er is geen gebruik gemaakt van de informatie van Toerdata Noord. Het aantal overnachtingen wordt door Toerdata op een andere manier berekend. Ontwikkeling reserve Toeristisch Recreatieve Ontwikkelingen (TRO)
Reserve
R 2006
R 2007
R 2008
R 2009
B 2010
B 2011
117.922
190.413
206.159
397.067
224.000
244.000
R = Realisatie B = Begroting
90
Kader • Toeristisch en Recreatief Ontwikkelingsplan (vastgesteld in september 2009). • Nota Kampeerbeleid (vastgesteld in 2008).
00000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Opstellen van een visie voor de ontwikkeling van het Gasselterveld. • Uitvoering geven aan de nieuwe visie en actieplan op het gebied van Recreatie en Toerisme (nieuw TROP). • Stimuleren productverbetering/vernieuwing en samenwerking/professionalisering. • Implementeren TROP en het kampeerbeleid in de structuurvisie en het te actualiseren Bestemmingsplan Buitengebied.
2011 2011 e.v. 2011 e.v. 2011-e.v.
B. Speelvoorzieningen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • In stand houden van veilige speelvoorzieningen.
Kader • Notitie Speelvoorzieningen vastgesteld in de raad van 29 januari 2003. 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• Evalueren en eventueel bijstellen huidige beleid inzake speelvoorzieningen.
2011
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Recreatie en toerisme Speelvoorzieningen Overige recreatieve voorzieningen Openluchtrecreatie Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
532 117 53 85 787 429 429 1.216
2 1 0 0 3 436 436 440
229 200 39 79 546 9 9 555
0 50 0 14 64 0 0 64
229 129 26 79 463 9 9 472
0 0 0 0 0 0 0 0
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Kapitaalontwikkelingen – structureel Speelvoorzieningen
91
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
-268
x
x
x
x
92
16. Financiën en Bedrijfsvoering Portefeuillehouder
H.F. van Oosterhout / J.B. Wassink
Budgethouder
W. Dolsma / H. de Groot / M. Jalving / B. Kinds / B. van Spronsen
Toekomstvisie
Ambities Hét loket zijn voor burgers, ondernemers en instanties. Meer bestuurskracht, daadkracht en externe gerichtheid. Gemeente als regisseur. Samenwerking met andere overheden, instanties, ondernemers en burgers. Anno 2020 Een flexibele en slagvaardige gemeente die zich snel kan aanpassen in en aan een dynamische omgeving. Een gemeente die actief samenwerking zoekt met overheden, instanties, ondernemers en burgers. Een gemeente die werkt vanuit een ja-mits-houding.
Collegeprogramma
Kernpunt van ons beleid is besturen op hoofdlijnen met een zo groot mogelijke zelfstandigheid tijdens de uitvoering. Daarbij hoort een goede planning vooraf en een helder systeem van verantwoording en controle achteraf. Een sluitende begroting met daarbij behorend meerjarenperspectief is uitgangspunt voor een verantwoord financieel beleid. In samenhang daarmee zullen we terughoudend zijn in de doorvoering van lastenstijgingen. De kostendekkendheid van de gemeentelijke tarieven is uitgangspunt. Op het gebied van de bedrijfsvoering staan we een flexibele en slagvaardige gemeentelijke organisatie voor, die zich snel kan aanpassen in en aan een dynamische omgeving. De gemeente zoekt actief samenwerking met andere overheden, instanties en burgers. Binnen het bezuinigingstraject is als uitgangspunt geformuleerd, dat de bedrijfsvoering 25% van de totale bezuinigingen moet opleveren. Door een combinatie van efficiencymaatregelen en dienstverlening en door reductie van taken zullen deze bezuinigingen worden doorgevoerd.
Taakomschrijving
- Het optimaal afstemmen van het liquide middelenniveau op de actuele financieringsbehoefte door middel van het aantrekken van kortlopende of langlopende geldleningen en het tijdelijk beleggen van “overtollige” gelden. - Het heffen en innen van de volgende belastingen: - Onroerende zaakbelastingen. - Toeristen- en forensenbelasting. - Afdoening van bezwaarschriften. - Voorbereiding en begeleiding van het taxatieproces. - Het verwerken van de mutaties in de belastingbestanden en de aanlevering van de economische waarden aan de waterschappen en de Rijksbelastingdienst (Wet WOZ). - Opstellen begroting/rekening.
Producten
De volgende producten vallen onder het programma Financiën en Bedrijfsvoering: -
Algemene uitkering Algemene baten en lasten Gemeentelijke belastingen Geldleningen Geldleningen en uitzettingen lang
93
-
Nutsbedrijven Uitvoering wet WOZ Overige financiële middelen Saldo van kostenplaatsen
Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 • Onze dienstverlening versterken en aanpassen aan de eisen van deze tijd, gebruikmakend van alle nieuwe mogelijkheden die vooral de ICT-ondersteuning hierbij kan bieden. • In onze organisatie een doorontwikkeling bewerkstelligen met een omslag van vooral specifieke inhoudelijke deskundigheid naar een meer dienstverlenende instelling. • Brede en flexibele inzetbaarheid van medewerkers in het licht van de ontwikkeling van een krappere arbeidsmarkt en vergrijzing. • In de komende bestuursperiode in het personeelsbeleid de ontwikkeling van medewerkers centraal stellen. • De kostendekkendheid van de gemeentelijke tarieven, binnen de wettelijke toegestane kaders, gefaseerd verhogen tot 100%. 000000
Wat gaan we doen in 2011-2014
Wanneer
• De ontwikkelingen aangaande de organisatie nader uiteen zetten. • Aandacht besteden aan de persoonlijke loopbaanontwikkeling van medewerkers. • In de vorm van organisatiebrede en individuele trainingen en opleidingen werken aan de ontwikkeling en inzetbaarheid van medewerkers. • De systematiek van de rioolheffing en afvalstoffenheffing vanaf 2011 aanpassen conform bij de perspectiefnota 2010 vastgestelde uitgangspunten. Voor wat betreft de 100% kostendekkendheid wordt een uitzondering gemaakt voor de grafrechten.
2011 2011-2014 2011-2014 2011
Wat mag het kosten (x € 1.000)
Algemene uitkering Algemene baten en lasten Gemeentelijke belastingen Geldleningen en uitzettingen lang Nutsbedrijven Uitvoering wet WOZ Overige financiële middelen Saldo van kostenplaatsen Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009
baten rekening 2009
lasten begroting 2010
baten begroting 2010
lasten begroting 2011
baten begroting 2011
0 396 136 193 1.162 363 275 -9 2.516 2.552 2.552 5.068
23.652 440 4.362 1.463 13.830 0 83 457 44.286 3.793 3.793 48.078
0 1.762 125 169 19 421 0 263 2.760 285 285 3.044
23.941 0 4.228 1.387 446 0 95 182 30.279 1.552 1.552 31.831
0 880 108 -111 131 398 0 554 1.959 591 591 2.550
23.345 0 4.290 1.655 290 0 95 174 29.848 1.040 1.040 30.888
94
Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 (bedragen x € 1.000)
Collegeprogramma structureel Budget beschikbaar voor nieuw beleid Bezuinigingstraject – structureel Bespaarde rente Versobering subsidieverstrekking div. programma’s Bedrijfsvoering div. programma’s Inkomsten diverse programma’s Taakstellende bezuinigingen – structureel Taakstellende bezuinigingen alle programma’s Bezuinigingstraject – incidenteel Liquidatie IZA Niet-trendmatige ontwikkelingen structureel Meeropbrengst toeristenbelasting Stelpost ingroeiregeling onderwijshuisvesting Stelpost verlaging Stimulering lokale klimaatinitiatieven Stelpost verlaging taalcoaches Meeropbrengst OZB Kapitaalontwikkelingen – structureel Automatisering software Automatisering hardware Vrijval kapitaallasten Algemene Uitkering - structureel Mutatie Algemene Uitkering Verwachte verlaging
95
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
-85
-85
-100 475 808 pm
-50 136 208
-50 113 200
113 200
113 200
908
176
230
162
340
54 -15
-15
-15
35
35
108 -60 41
54 -15 41
5 50
5 13
13
13
13
-468 -399
-26 -4 220
-27 -121 163
-35 -2 146
-33 232
-201 -600
46 -600
-49 -600
-14 -600
96
1.3.2 Overzicht algemene dekkingsmiddelen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft met name de OZB, de toeristenbelasting, de forensenbelasting en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als de riool- of afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij aanwendbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s, waarvan ze voor een deel de kosten dekken, onder de baten verantwoord. In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de middelen die vrij besteedbaar zijn. Voor het totaalbeeld van alle lokale heffingen wordt verwezen naar paragraaf 1.3.1 lokale heffingen.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen In de tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Onder de tabel worden de onderdelen kort toegelicht. In hoofdstuk 2, de financiële begroting, wordt ingegaan op de financiële positie en wordt een overzicht van de baten en lasten gegeven.
Algemene dekkingsmiddelen (bedragen * € 1.000)
Realisatie Begroting 2009 2010
2011
2012
2013
2014
2015
Lokale heffingen: Onroerende zaakbelastingen * Toeristenbelasting Forensenbelasting Algemene uitkering uit het gemeentefonds** Dividenden Algemene Reserve
3.416 838 94
3.310 816 90
3.323 865 90
3.335 1.109 90
3.348 1.163 90
3.360 1.163 90
3.373 1.163 90
23.652
23.941
22.937
22.136
21.582
20.933
20.319
707
518
251
251
251
251
251
3.579
2.094
1.097
704
212
250
100
32.286
30.769
28.563
27.625
26.646
26.047
25.296
Overige eigen middelen Totaal algemene dekkingsmiddelen * **
Autonome stijging per jaar van € 12.500 als gevolg van uitbreiding / verbouwing, excl. wijziging prijsindex uit septembercirculaire. Op basis van de juni circulaire 2010
Lokale heffingen Voor het beleid omtrent de lokale heffingen wordt verwezen naar paragraaf 1.3.1.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds Aan de hand van de junicirculaire 2010 is de raming voor de uitkering uit het gemeentefonds in de begroting 2011, het financieel meerjaren perspectief 2012-2015 en in de bovenstaande tabel verwerkt.
97
Dividenden De gemeente Aa en Hunze ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelenbezit in de Bank Nederlandsche Gemeenten, Enexis, Essent Milieu, de kerncentrale Borsele en de Waterleidingmaatschappij Drenthe (in 2011 totaal € 251.000). Met de verkoop van de aandelen Essent hebben we het aandelenbezit in de nieuwe deelnemingen Enexis, Essent Milieu en de kerncentrale Borsele verkregen. De verwachte dividendopbrengst van deze aandelen is € 156.000.
Algemene Reserve Voor 2011 wordt een onttrekking aan de VAR verwacht van € 74.000. Voor de gehele periode 2012-2015 wordt een onttrekking van in totaal € 1.266.000 geraamd.
Overige eigen middelen Bij overige eigen middelen gaat het voor de gemeente Aa en Hunze met name om het saldo van het grondbedrijf. In de raadsvergadering van 6 juli 2005 is besloten dat ‘met ingang van 2006 geen financiële onttrekking meer uit het grondbedrijf zal plaatsvinden, anders dan vastgelegd in de Nota Grondbeleid en zulks tot het tijdstip waarop verwachte winsten daadwerkelijk zijn gerealiseerd en het weerstandsvermogen voor algemene risico’s op een aanvaardbaar niveau is’.
Saldo financieringsfunctie De gemeente Aa en Hunze heeft ter financiering van haar activiteiten in totaal € 18 miljoen aangetrokken. De boekwaarde hiervan bedraagt op 1 januari 2011 € 8,2 miljoen. De hiermee gepaard gaande rentelasten bedragen € 434.000 (gemiddeld c.a. 5,3%). Deze lasten worden volledig toegerekend aan de diverse programma’s op basis van de boekwaarde van de investeringen; het rente-omslagpercentage bedraagt 5%.
98
1.4 De paragrafen Door middel van de paragrafen wordt themagewijs een dwarsdoorsnede van de begroting gegeven. De volgende paragrafen zijn opgenomen: 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7
Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
99
100
1.4.1 Lokale heffingen De lokale heffingen kunnen worden onderscheiden in belastingen en retributies. Belastingen zijn gedwongen betalingen waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. De onroerende zaakbelastingen (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting en forensenbelasting vallen hieronder. Retributies zijn betalingen die krachtens algemene regelen worden gevorderd ter zake van een concrete door de gemeente bewezen dienst. Hierbij valt te denken aan leges, brandweerrechten en lijkbezorgingsrechten. De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen is de OZB de belangrijkste. De andere belastingen die als algemeen dekkingsmiddel dienen zijn de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Heffingen die niet tot de algemene dekkingsmiddelen behoren zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Tarieven 2010
2011
0,0820% 0,1310% 0,0901%
0,0828% 0,1275% 0,0874%
146,65 256,75 366,65 477,10 586,60 0,85
146,65 256,75 366,65 477,10 586,60 0,90
192,90 257,10
190,10 253,45
Onroerende zaakbelastingen OZB-eigenarendeel woningen naar percentage van de waarde OZB-eigenarendeel niet-woningen naar percentage van de waarde OZB-gebruikersdeel niet-woningen naar percentage van de waarde Forensenbelasting - Waarde € 47.646 of minder - Waarde meer dan € 47.646 en minder dan € 74.409 - Waarde meer dan € 74.409 en minder dan € 127.057 - Waarde meer dan € 127.057 en minder dan € 190.586 - Meer dan € 190.586 Toeristenbelasting Afvalstoffenheffing - Eenpersoonshuishouding - Meerpersoonshuishouding Rioolheffing* - Gestaffeld verbruik van 0 tot 25 m3 - Gestaffeld verbruik van 25 tot 50 m3 - Gestaffeld verbruik van 50 tot 75 m3 - Gestaffeld verbruik van 75 tot 100 m3 - Gestaffeld verbruik van 100 tot 125 m3 - Gestaffeld verbruik van 125 tot 150 m3 - Gestaffeld verbruik van 150 tot 175 m3 - Verbruik van 25.000 of meer -
106,85 119,15 146,05 158,35 182,85 196,35 220,80 28.702,55
WOZ-waarde van 0 tot 15.000 WOZ-waarde van 15.000 tot 100.000 WOZ-waarde van 100.000 tot 150.000 WOZ-waarde van 150.000 tot 250.000 WOZ-waarde van 250.000 tot 1.000.000 WOZ-waarde van 1.000.000 tot 2.000.000 WOZ-waarde van 2.000.000 tot 10.000.000 WOZ-waarde van 10.000.000 tot 25.000.000 WOZ-waarde van 25.000.000 tot 50.000.000 WOZ-waarde vanaf 50.000.000
0,00 65,00 125,00 185,00 250,00 500,00 2.000,00 10.000,00 20.000,00 40.000,00
* Tot en met 2010 werd de rioolheffing geheven op basis van het waterverbruik. Vanaf 2011 wordt voorgesteld dit te wijzigen naar een tarief op basis van staffels van de WOZ-waarde.
101
Geraamde inkomsten (afgerond op € 1.000) 2010
OZB Forensenbelasting Toeristenbelasting Afvalstoffenheffing Rioolheffing Bouwleges Leges burgerzaken Lijkbezorgingsrechten Overige leges * ** ***
2011 *
3.310.000 90.000 816.000 2.519.000 2.368.000 678.000 321.000 179.000 32.000
3.323.000 ** 90.000 865.000 2.499.000 2.440.000 378.000 *** 321.000 179.000 32.000
Raming primitieve begroting Incl. areaaluitbreiding 2010 Door de economische crisis is het aantal bouwaanvragen sterk afgenomen hetgeen de verlaging van deze inkomsten verklaart.
Prestatiegegevens Gecombineerde aanslag OZB, Afvalstoffenheffing en Rioolheffing De afvalstoffenheffing en rioolheffing liftten tot en met 2009 mee met de nota van de WMD. Vanaf het belastingjaar 2010 worden de aanslagen afvalstoffen- en rioolheffing in eigen beheer opgelegd en gecombineerd met de aanslag onroerende zaakbelastingen/WOZ-beschikking.
Aantal aanslagen OZB Aantal aanslagen Afvalstoffenheffing Aantal aanslagen Rioolheffing Aantal kwijtscheldingen OZB en rioolheffing Aantal kwijtscheldingen Afvalstoffenheffing Aantal automatische incasso Aantal aanmaningen Aantal dwangbevelen * **
2009
2010
raming 2011
9.350 10.650 10.650 5 309 1.850 1.700 250
9.450 10.350 10.700 5 285 5.500 400 250
9.450 10.400 10.700 5 300 5.500 400 250
* **
Het aantal automatische incasso is sterk toegenomen. Dit komt omdat de afvalstoffenheffing en rioolheffing vanaf 2010 is gecombineerd met de OZB/WOZ-beschikking en het aanslagbedrag hierdoor hoger is. Het aantal aanmaningen is drastisch verlaagd. Dit komt omdat in 2010 voor het eerst herinneringen zijn verstuurd voorafgaand aan de aanmaningen. Er zijn 1.700 herinneringen verstuurd. Hierna hebben ca 1.300 burgers alsnog de aanslag voldaan.
Toeristenbelasting en forensenbelasting 2009
2010
raming 2011
Aantal aanslagen toeristenbelasting Aantal automatische incasso toeristenbelasting
136 18
136 26
136 26
Aantal aanslagen forensenbelasting Aantal automatische incasso forensenbelasting
275 49
286 55
286 55
Toeristenbelasting en forensenbelasting komen niet voor kwijtschelding in aanmerking. Overige belastingen/rechten Per jaar worden ongeveer 2.500 nota’s verzonden. De nota’s hebben betrekking op diverse leges. Er worden op jaarbasis ongeveer 350 herinneringen verzonden en ca 15 dwangbevelen betekend. De overige belastingen/rechten komen niet voor kwijtschelding in aanmerking.
102
Beleid ten aanzien van de lokale heffingen OZB In het belastingjaar 2011 worden de onroerende zaakbelastingen geheven op basis van de WOZ-waarden die naar peildatum 1 januari 2010 worden vastgesteld. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de gemiddelde waarde van woningen ten opzichte van peildatum 1 januari 2009 is gedaald met 1,5%. De gemiddelde waarde van niet-woningen is met 0,5% gedaald. Voor de berekening van het tarief voor 2011 wordt uitgegaan van de OZB-opbrengst 2010 inclusief areaalontwikkeling. Voor 2011 wordt een opbrengst geraamd van € 3.323.000. Bij de berekening van de nieuwe tarieven en opbrengst moet rekening worden gehouden met de daarvoor geldende wettelijke kaders zoals aangegeven in de Gemeentewet.
Voorstel tarief OZB 2011 OZB-eigenarendeel woningen OZB-eigenarendeel niet-woningen OZB-gebruikersdeel niet-woningen
2010
2011
0,0820% 0,1310% 0,0901%
0,0828% 0,1275% 0,0874%
Als gevolg van de waardedaling van de woningen stijgt het OZB-tarief voor woningen. De gemiddelde waarde van de niet-woningen is ook gedaald. Ondanks deze waardedaling daalt het OZB-tarief wel. Als gevolg van areaaluitbreiding van de niet-woningen is de totale waarde ten opzichte van 2009 toegenomen en kan het tarief voor 2011 lager worden vastgesteld. Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De Financiële Verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen, maar ook verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met binnen hun grenzen veel hoog gewaardeerde onroerende zaken ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevolle onroerende zaken. Het is de planning dat de aanslagen OZB 2011 met dagtekening 31 januari 2011 worden opgelegd. Evenals vorig jaar zal, in navolging van ontwikkelingen bij de landelijke overheid om te komen tot administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven binnen de gemeente en ook voor de gemeente zelf, geen afzonderlijke aanslag OZB van minder dan € 30 worden opgelegd. Herwaardering naar waardepeildatum 1 januari 2010 De Wet WOZ stelt steeds hogere eisen aan de WOZ-administratie. De WOZ-waarde zal voor steeds meer doeleinden worden gebruikt (o.a. berekening huurprijzen, financieringen etc). De WOZ-waarde wordt door ons al gebruikt voor het bepalen van het tarief voor de forensenbelasting. Vanaf 2011 gaan we de WOZwaarde ook inzetten voor het bepalen van het tarief voor de rioolheffing. De WOZ-administratie is één van de basisadministraties. Momenteel zijn we volop bezig met de herwaardering van onroerende zaken naar waardepeildatum 1 januari 2010. De woningen worden weer in eigen beheer gewaardeerd en de waardering van de niet-woningen is uitbesteed in samenwerking met Drentse gemeenten. De beschikkingen voor het jaar 2011 moeten voor 1 maart 2011 worden verzonden. De WOZ-beschikking wordt gecombineerd met de aanslag gemeentelijke belastingen opgelegd met dagtekening 31 januari 2011. De WOZ-waardering vindt jaarlijks plaats. De periode tussen de peildatum en de aanvang van het tijdvak is 1 jaar. In het jaar 2011 zal er een nieuw WOZ-tijdvak worden toegepast met waardepeildatum 1 januari 2010.
103
Rioolheffing Conform het GRP bedraagt de stijging 3% ten opzichte van 2010. De opbrengst rioolheffing wordt geraamd op € 2.440.000. Heffingssystematiek tot 2011 Het tarief voor de rioolheffing is tot en met 2010 afhankelijk van het waterverbruik van het perceel. Voor het bepalen van het tarief voor de rioolheffing werd gebruik gemaakt van een fijnmazige staffel, 26 staffels met relatief kleine stappen. De fijnmazige staffel is in 2004 ingevoerd. Destijds liftten wij voor afvalstoffenheffing en rioolheffing mee op de nota van de Waterleidingmaatschappij (WMD). Bij de WMD waren de waterverbruiken bekend en het systeem van de staffels was daardoor zonder moeite te implementeren. Met ingang van 1 januari 2010 heeft de WMD het meeliftcontract beëindigd. De heffing en invordering wordt nu in eigen beheer uitgevoerd. De uitvoering hiervan is, door de fijnmazige staffel, zeer arbeidsintensief gebleken voor zowel burger als voor de ambtelijke uitvoering. Wijziging van het rioolrecht in rioolheffing De Tweede Kamer heeft op 15 februari 2007 de Wet gemeentelijke watertaken aangenomen. Met de komst van deze nieuwe wet hebben gemeenten een sterkere regierol gekregen in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. Om deze nieuwe taken te kunnen financieren is het huidige rioolrecht omgevormd tot een bredere rioolheffing. Vanaf 1 januari 2010 kunnen gemeenten enkel rioolheffing in rekening brengen. De rioolheffing is een bestemmingsbelasting en dient ter bekostiging van de gemeentelijke watertaken voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Ook wel de verbrede rioolheffing genoemd. Met de komst van de verbrede rioolheffing hoeft het individuele profijt van rioolheffing niet meer te worden aangetoond. De mate van gebruik van de voorzieningen per individueel perceel heeft slechts een klein effect op de totale kosten. Voorstel vereenvoudiging In het kader van de uitvoering van rioolheffing in eigen beheer, wijziging van rioolrecht naar rioolheffing, deregulering en administratieve lastenverlichting stellen wij uw raad voor om de heffingssystematiek te vereenvoudigen, door de rioolheffing in rekening te brengen bij de eigenaren naar het tijdstip 1 januari, op basis van staffels van WOZ–waarden. Voordelen hiervan zijn onder andere: 1. Begrijpelijke en duidelijke heffing voor burgers en onafhankelijk van derden. 2. Lastenverlichting voor burgers met kleine beurs/huurders. 3. Administratieve lastenverlichting voor burgers en ambtelijke uitvoering. 4. Betere bewaking liquiditeit en processen en meer controlemogelijkheden. 5. Evenredige kostenverdeling over alle belanghebbenden. 6. Realisatie van bezuinigingsmaatregelen. 7. Breder gebruik WOZ-waarde. 8. Goede aansluiting omliggende gemeenten. Een kanttekening bij rioolheffing van eigenaren en naar tijdstip 1 januari is dat de heffing nadelig zal zijn voor groot zakelijk gerechtigden zoals woningbouwverenigingen. Deze zijn inmiddels van het voorstel op de hoogte gebracht. Op 30 juni 2010 is dit voorstel, bij de behandeling van de Perspectiefnota 2010, meegenomen. Tijdens deze bespreking is toegezegd dat voor de garageboxen vanaf 2011 geen rioolheffing in rekening wordt gebracht. Deze toezegging is verwerkt in bovenstaande tarieven. Er is een staffel naar WOZ-waarde (van € 0 tot € 15.000) toegevoegd waarin de garageboxen vallen en het tarief € 0,00 bedraagt.Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar ons voorstel van 15 juni 2010.Voor 2011 kunnen de tarieven als volgt worden vastgesteld:
104
De belasting bedraagt per perceel bij een waarde van: (de bedragen worden in euro’s weergegeven) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. *
tot 15.000 15.000 100.000 150.000 250.000 1.000.00 2.000.000 10.000.000 25.000.000 50.000.000
-
100.000 150.000 250.000 1.000.000 2.000.000 10.000.000 25.000.000 50.000.000 of meer
0,00 65,00 125,00 185,00 250,00 500,00 2.000,00 10.000,00 20.000,00 30.000,00
*
Op 30 juni 2010 is het voorstel, bij de behandeling van de Perspectiefnota, meegenomen. Tijdens deze bespreking is toegezegd dat voor de garageboxen vanaf 2011 geen rioolheffing in rekening wordt gebracht. Deze toezegging is verwerkt in bovenstaande tarieven. Er is een staffel naar WOZ-waarde toegevoegd waarin de garageboxen vallen en het tarief € 0,00 bedraagt.
Afvalstoffenheffing De kosten van de gemeentereiniging worden voor 2011 geraamd op € 2.499.000. Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. Evenals in 2010 zullen twee tarieven in de verordening worden opgenomen, te weten een tarief voor éénpersoonshuishoudens en een tarief voor meerpersoonshuishoudens. Het tarief voor een éénpersoonshuishouding kan worden vastgesteld op € 190,10. Voor 2010 bedroeg het tarief € 192,90 hetgeen een verlaging van € 2,80 betekent. Het tarief voor een meerpersoonshuishouding kan worden vastgesteld op € 253,45 en dit betekent een verlaging van € 3,65 ten opzichte van het tarief 2010 (€ 257,10). Voorstel vereenvoudiging In het kader van de uitvoering van afvalstoffenheffing in eigen beheer, deregulering en administratieve lastenverlichting hebben wij in de Perspectiefnota 2010, voorgesteld om de heffingssystematiek voor de afvalstoffenheffing te vereenvoudigen. De afvalstoffenheffing is tot 2011 tijdvakafhankelijk. In navolging op ons voorstel van 15 juni 2010 stellen wij voor om de afvalstoffenheffing te wijzigen in een tijdstipafhankelijke heffing. Dit betekent dat degene die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker is van een perceel, voor het gehele jaar belastingplichtig is voor de afvalstoffenheffing. Bij wijzigingen in de loop van het belastingjaar ontvangt een burger geen aanvullende aanslag of vermindering van de aanslag. Voordelen hiervan zijn onder andere: 1. Administratieve lastenverlichting. 2. Betere bewaking liquiditeit en processen en meer controlemogelijkheden. 3. Realisatie van bezuinigingsmaatregelen. Een kanttekening bij afvalstoffenheffing naar tijdstip 1 januari is dat bij wijzigingen in de loop van het belastingjaar als gevolg van verhuizing naar een andere gemeente er geen vermindering van de aanslag volgt. Daarentegen zal bij vestiging in de gemeente in de loop van het belastingjaar geen aanslag worden opgelegd Forensenbelasting Wij stellen u voor om de tarieven voor de forensenbelasting niet te verhogen. De geraamde inkomst voor 2011 bedraagt € 90.000. Met ingang van 1 januari 2011 worden de waarden opnieuw vastgesteld naar waardepeildatum 1 januari 2010. Uit marktanalyse blijkt een geringe daling van de gemiddelde waarde van recreatiewoningen in de periode tussen de peildatum 1 januari 2009 en 1 januari 2010. De waardeklassen hoeven in dat verband niet te worden verlaagd of verhoogd.
105
De waardeklassen en tarieven voor belastingjaar 2011 kunnen als volgt ongewijzigd worden vastgesteld: (de bedragen worden in euro’s weergegeven) 47.646 meer dan 47.646 meer dan 74.408 meer dan 127.056 meer dan 190.585
of minder doch minder dan 74.409 doch minder dan 127.057 doch minder dan 190.586
146,65 256,75 366,65 477,10 586,60
Toeristenbelasting Het tarief per persoon per overnachting bedroeg in 2010 € 0,85. Zowel binnen het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Drenthe als binnen het portefeuillehoudersoverleg Financiën van de VDG wordt gestreefd naar uniformiteit ten aanzien van het tarief voor de toeristenbelasting in alle Drentse gemeenten. Het beleid is om tot en met het belastingjaar 2013 ons te conformeren aan de afspraken die wij in dit verband hebben gemaakt met het Recreatieschap Drenthe. Deze afspraken zijn ook gecommuniceerd in het TROP. Het Recreatieschap Drenthe heeft verzocht om voor het jaar 2011 een tarief van € 0,90 in te voeren. Voorgesteld wordt om het tarief voor de toeristenbelasting op € 0,90 vast te stellen. De primitief geraamde opbrengst voor het belastingjaar 2011 bedraagt € 865.000. We verwachten 100.000 extra overnachtingen op basis van ervaringscijfers van 2009. In de eerste begrotingswijziging zal daarom een extra opbrengst worden geraamd van € 90.000. Voor het opleggen van de aanslagen toeristenbelasting handhaven wij het in 2004 ingevoerde systeem waarbij in het belastingjaar een voorlopige aanslag wordt opgelegd op basis van gegevens van het voorgaande jaar. Zoals hierboven aangegeven wordt de voorlopige aanslag 2011 gebaseerd op 75% van het aantal overnachtingen van het voorgaande jaar. Na afloop van het belastingjaar zal een definitieve aanslag worden opgelegd op basis van de werkelijke overnachtingen die in het belastingjaar hebben plaatsgevonden. Op deze manier worden inkomsten eerder gegenereerd waardoor er geen renteverlies ontstaat. Dit betekent dat de recreatieondernemers in het jaar dat zij de toeristenbelasting ontvangen, deze ook afdragen aan de gemeente. Evenals in 2010 is het mogelijk om het nachtverblijfregister digitaal te verstrekken. Net zo als vorig jaar zal, in navolging van ontwikkelingen bij de landelijke overheid om te komen tot administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven binnen de gemeente en ook voor de gemeente zelf, geen aanslag toeristenbelasting worden opgelegd als er minder dan 50 overnachtingen hebben plaatsgevonden Lijkbezorgingsrechten De opbrengst voor de lijkbezorgingsrechten bedraagt, evenals in 2010, € 179.000. Deze rechten worden niet verhoogd. Leges Voor de bepaling van de tarieven voor de leges geldt als uitgangspunt dat deze 100% kostendekkend zijn. De leges worden niet verhoogd met uitzondering van de bij wet geregelde legesbedragen. De geraamde inkomst voor de bouwleges bedraagt voor 2011 € 378.000. Dit is een behoorlijke verlaging ten opzichte van 2010 (€ 678.000). Door de economische crisis is het aantal bouwaanvragen sterk afgenomen hetgeen de verlaging van deze inkomsten verklaart.
106
Kwijtscheldingsbeleid Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling. De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm. In de gemeente Aa en Hunze is er voor gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Daarnaast is besloten om kwijtschelding mogelijk te maken voor OZB, rioolrechten en afvalstoffenheffing. Voor mensen met een inkomen dat iets meer bedraagt dan het minimum kan een gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. Vanaf 1 juli 2005 wordt de kwijtscheldingsregeling uitgevoerd door de ISD te Assen. Volume en bedrag kwijtschelding OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing 2009 aantal bedrag
OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing*
5 309 309
700 75.000 40.000
2010 aantal
bedrag
5 233 233
700 56.000 35.000
raming 2011 aantal bedrag
5 235 5
700 56.000 1.500
* Het aantal kwijtscheldingen voor de rioolheffing zal afnemen omdat de aanslag aan de eigenaren zal worden opgelegd. De gebruikers/huurders ontvangen vanaf 2011 geen aanslag rioolheffing meer.
Lokale lastendruk In onderstaande tabel wordt de lokale lastendruk per inwoner in euro’s weergegeven: jaar
inwoners
afval
riool
ozb
totaal
per inwoner
2008 2009 2010 2011
25.598 25.760 25.622 25.772
2.780.000 2.519.000 2.519.000 2.499.000
2.236.000 2.368.000 2.368.000 2.440.000
3.065.000 3.272.000 3.310.000 3.323.000
8.081.000 8.159.000 8.197.000 8.262.000
316 317 320 321
107
108
1.4.2 Weerstandsvermogen De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting is. Dit is van belang wanneer er zich een financiële tegenvaller voordoet. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit (zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Weerstandscapaciteit Incidentele en structurele weerstandscapaciteit Er wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele (vermogenssfeer) en structurele (exploitatiesfeer) weerstandscapaciteit. Met incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. En met structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. 1. Incidentele weerstandscapaciteit Onder incidentele weerstandscapaciteit wordt begrepen: a) De vrije algemene reserve (VAR) en het weerstandsdeel (WAR) b) De algemene reserve grondbedrijf c) De overige ongebonden reserves (waarvoor nog geen wettelijke verplichtingen zijn aangegaan) d) De stille reserve(s) (activa met nul boekwaarde en direct verkoopbaar) 2. Structurele weerstandscapaciteit Onder de structurele weerstandscapaciteit wordt begrepen: a) de raming voor onvoorzien en het begrotingssaldo b) de onbenutte belastingcapaciteit c) eventuele stelposten (waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan) Weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer (geprognosticeerd naar 31 december 2011) Vrije Algemene Reserve (VAR)* Weerstandsdeel Algemene Reserve (WAR) Algemene Reserve Grondbedrijf Overige Vrije Reserves Stille Reserves Totaal weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer Weerstandscapaciteit in de exploitatiesfeer Onbenutte belastingcapaciteit OZB-tarief Rioolheffing kostendekkend tarief Afvalstoffen kostendekkend tarief Verschil tussen norm en opbrengst Bij: Raming onvoorzien Vrije stelposten: Totaal weerstandscapaciteit in de exploitatiesfeer Totaal weerstandscapaciteit *
2.014.000 3.263.000 3.508.000 8.785.000 opbrengst
lasten/norm**
3.323.000 2.440.000 2.499.000 8.262.000
3.426.000 2.440.000 2.499.000 8.365.000 103.000 73.000 0 176.000
(b)
8.961.000
(a+b)
Stand van de VAR inclusief de voorgestelde onttrekking in 2011 van € 74.000, zie de uiteenzetting financiële positie 2.1.
109
(a)
* * De limitering van OZB-tarieven is per 1 januari 2008 afgeschaft. Wel heeft het kabinet als voorbehoud gemaakt dat de opbrengststijging landelijk beperkt moet blijven. Daartoe is een macronorm ingesteld. Voor 2011 is deze norm 3,5%. Bij de berekening van de weerstandscapaciteit zijn we uitgegaan van deze vastgestelde macronorm ten opzichte van de raming 2010.
Toelichting weerstandscapaciteit Ten opzichte van 2010 is de weerstandscapaciteit toegenomen met € 3,1 mln. Deze toename wordt met name veroorzaakt door de hogere stand van de VAR en het hoger saldo van de Algemene Reserve Grondbedrijf. Bij de Algemene Reserve Grondbedrijf is rekening gehouden met het beslag van € 1.000.000 voor strategische aankopen. De opbrengst OZB voor 2011 wijkt € 103.000 af van de norm. De rioolheffingen en het tarief voor afvalstoffen zijn in 2011 kostendekkend (zie ook paragraaf 1.4.1 Lokale heffingen). Toelichting bandbreedte WAR In de Nota reserves en voorzieningen 2010 is voorgesteld om, gezien het belang van de WAR voor het weerstandsvermogen van de gemeente, het huidige beleid met betrekking tot de bepaling van de bandbreedte en de wijze van rentetoerekening voor het weerstandsdeel van de algemene reserve ongewijzigd te laten. Dit betekent dat aan de WAR jaarlijks de inflatiecorrectie wordt toegevoegd en dat ook de bandbreedte wordt geïndexeerd. Zodat de WAR waardevast blijft. De bandbreedten van de WAR bedragen per 2011 inclusief inflatiecorrectie minimaal € 2.300.000 (dit is ongeveer € 89 per inwoner) en maximaal € 3.400.000 (dit is ongeveer € 132 per inwoner). Wanneer het niveau van de WAR buiten de bandbreedte valt, dient verrekening met de VAR plaats te vinden. Per 1 januari 2011 valt de begrote stand van de WAR binnen de bandbreedte: € 3.207.000. Daarmee voldoet deze stand aan de in de nota reserves en voorzieningen gestelde norm voor het weerstandsvermogen.
Beleid omtrent weerstandscapaciteit en risico’s Risicomatrix Met de vaststelling van de nota weerstandsvermogen en risicomanagement door de raad is een andere weg ingeslagen voor de beoordeling van risico’s. In de dagelijkse praktijk betekent dit, dat in de beleidsnota’s en college- en raadsvoorstellen afzonderlijk aandacht zal zijn voor het risicoaspect. Indien er sprake is van risico’s, zal dit in de betreffende nota, advies en raadsvoorstel moeten worden aangegeven. Die risico’s worden in de planning- en controlcyclus opgenomen c.q. geactualiseerd aan de hand van een risicomatrix. Daarna wordt de weerstandscapaciteit gerelateerd aan de kengetallen uit de nota. In de Risicomatrix worden de volgende risicoklassen gehanteerd: Klasse
Intensiteit
Orgaan
1. Minimaal 2. Laag 3. Gemiddeld 4. Hoog
Geen directe actie Periodieke monitoring Intensieve monitoring Direct en specifieke aandacht
Budgethouder Afdelingshoofd MT College
110
Risicomatrix Incidenteel Structureel
Min x 1.000
Max x 1.000
Risicoklasse 1
2
3 4
1 Beleidsmatige risico's 1. Sociale structuur Structureel: a. Wet Sociale Werkvoorziening/Alescon/ISD
x
0
100
x
b. Wet maatschappelijke ondersteuning
x
0
100
x
100
400
0
50
x
Incidenteel: a. Wet Sociale Werkvoorziening/Alescon/ISD
x
2. Verbonden partijen structureel
x
Verbonden partijen incidenteel
x
3. Renteontwikkeling 4. Algemene Uitkering Gemeentefonds 5. Planschade
100
150
x
x
0
50
x
x
pm
pm
50
150
x
6. Reserve Fonds Grote Projecten
x
x
x x
100
150
7. Archeologie
x
60
250
x
8. Grondexploitatie
x
500
1.000
1. Bodemsaneringskosten
x
100
500
x
2. Asbestsaneringen
x
100
250
x
3. Bouwleges
x
0
75
0
50
x x
x x
2 Bedrijfsvoeringsrisico's
4. Formatie t.b.v. kapitaalwerken
x
5. Juridische risico's
x
50
100
6. Sociale wetgeving
x
50
100
7. Pensioenvoorziening wethouders
x
100
200
8. Electronische dienstverlening
50
100
Totaal
x
1.360
3.775
Totaal incidenteel
1.210
3.175
Totaal structureel
150
600
x
x x x
Toelichting 1.
Beleidsmatige risico’s
1.1 Sociale Structuur a. Structureel: Wet Sociale Werkvoorziening/Alescon/ISD Het kabinet heeft een structurele bezuiniging van € 120 miljoen op de sociale werkvoorziening voorgesteld. Daar komt nog bovenop dat de gemeenten niet worden gecompenseerd voor de stijging van lonen en prijzen in 2011. De omvang van die stijging is nog onbekend, maar het kabinet bezuinigt al wel met € 38 miljoen. De thans aangekondigde kortingen betekenen een hoger tekort op de rijksbijdrage per arbeidsjaar van € 1.300 tot € 1.500. Voor onze gemeente is dit ongeveer een bedrag van € 200.000. Dit bedrag komt bovenop de taakstellingen die Alescon reeds moet realiseren om de doelstellingen binnen hun meerjarenraming te halen. Ook de door ons voorgenomen bezuinigingen in het onderhoud van de openbare ruimte verhogen deze taakstelling. Drastische maatregelen binnen de sociale werkvoorziening lijken hierdoor onontkoombaar te worden. Wij schatten een risico in van € 100.000. Ten aanzien van de WWB wordt opgemerkt, dat het uiterst lastig is om voorspellingen over de toekomstige ontwikkeling van het aantal bijstandsontvangers te doen. Door een verwachte stijging van het aantal in 2010 is in de begroting van dat jaar een extra kostenpost geraamd van € 200.000
111
incidenteel. Het incidenteel ramen van die verwachte extra kosten was ingegeven door de verwachting dat de recessie tijdelijk is. Momenteel zien we dat het klantenbestand in 2010 16% hoger ligt dan in 2009 en dat we dus een beroep moeten doen op de bedoelde extra incidentele middelen. Omdat we voor 2011 nog geen substantiële daling van het aantal bijstandsontvangers voorzien is ook voor dat jaar een extra incidenteel bedrag van € 200.000 geraamd. We zullen de ontwikkelingen en verwachtingen in de komende tijd nauwlettend volgen. Zie ook “Sociale structuur – incidenteel”. a Incidenteel: ISD/de ontwikkeling van de Wet Werk en Bijstand In de begroting 2011 is rekening gehouden met extra kosten als gevolg van een hoger aantal bijstandsontvangers. Hiervoor is een incidenteel bedrag geraamd van € 200.000. Voor de jaren na 2011 zijn geen extra middelen in het FMP opgenomen. Op dit punt lopen dus risico. De hoogte hiervan is geheel afhankelijk van de economische ontwikkelingen en de besluitvorming van het nieuwe Kabinet over het pakket Rijksbezuinigingen. Wij hebben het risico voor de jaren 2012 en 2013 gekwantificeerd op in totaal minimaal € 100.000 en maximaal € 400.000 incidenteel. b Structureel: Wet maatschappelijke ondersteuning Op basis van de begin 2010 gehouden aanbesteding van de Wmo huishoudelijke verzorging wordt verwacht dat tot en met 2010 het rijksbudget toereikend is voor de uitvoering. De neerwaartse bijstelling van de rijksbijdrage voor de WMO voor 2011 met € 200 miljoen zijnde voor ons per saldo € 190.000,- leidt zonder extra bezuinigingsmaatregelen mogelijk tot een tekort. Hier schatten we een risico in van € 100.000. 1.2 Verbonden partijen Naast voordelen die samenwerkingsverbanden opleveren, zijn er ook risico’s aan verbonden. Door afvaardigingen in het algemeen en/of dagelijks bestuur kunnen financiële risico’s worden beheerst. Het risicoprofiel van gemeenschappelijke regelingen is over het algemeen laag, veelal is er een redelijk voorspelbare stijging van de jaarlijkse exploitatielasten. Het bezit van aandelen van privaatrechtelijke ondernemingen heeft in het algemeen een positief effect. De economische waarde kan namelijk hoger liggen dan de balanswaarde. Wel dient voorzichtigheid te zijn geboden bij het structureel ramen van dividend uitkeringen, omdat achterblijvende uitkeringen kunnen leiden tot een structureel budgettair probleem. 1.3 Renteontwikkeling Bij de berekening van de lasten voor de nieuwe investeringen wordt rekening gehouden met een rentepercentage van 5. De economische situatie kan leiden tot een stijging of daling van de rente op de kapitaalmarkt. Het percentage voor langlopende rentevaste geldleningen bedraagt begin september 2010 rond de 4%. Een stijging van het rentepercentage boven de 5 zal nadelige gevolgen hebben voor de toekomstige begrotingen. 1.4 Algemene Uitkering uit het gemeentefonds De huidige economische crisis heeft gevolgen voor de ontwikkeling van de algemene uitkering. Met name voor de jaren na 2011 is er sprake van grote onzekerheden. In de berekeningen voor die jaren is uitgegaan van een nominaal en reëel accres van 0%. Er moet sterk rekening worden gehouden met een scenario waarin er wel eens sprake kan zijn van een negatief accres waardoor de algemene uitkering nog fors gaat dalen. In hoofdstuk 1 is aangegeven dat wij rekening houden met een volumekorting op het Gemeentefonds van 10% gefaseerd over de jaren 2012-2015. In het ‘spoorboekje’ om te komen tot een zodanig bezuinigingspakket dat de begroting 2011 en het FMP 2012-2015 sluitend zijn wordt rekening gehouden met dit sombere scenario. De werkelijke ontwikkeling van het Gemeentefonds is afhankelijk van de besluiten die het nieuwe Kabinet hierover zal nemen. Vooralsnog gaan wij ervan uit, dat de korting op de algemene uitkering binnen de bandbreedte van onze inschatting zal blijven. Behoedzaamheidsreserve Dit blijft een lastig in te schatten onderwerp. Als de normeringsmethodiek (samen de trap op en samen de trap af) in 2012 weer gaat gelden, kan deze reserve weer actueel worden. De uitname en betaling staan nu tot en met 2011 op nul. Als in 2012 weer een raming nodig wordt, zal de reserve eerst uit de algemene uitkering worden genomen. Wij gaan er vooralsnog vanuit dat de behoedzaamheidsreserve
112
niet weer wordt ingevoerd. Het risico dat we met deze redenering lopen kwantificeren we op structureel € 150.000. 1.5 Planschade In procedures met betrekking tot het wijzigen van bestemmingsplannen kan ten opzichte van individuele burgers planschade ontstaan. In een aantal gevallen kunnen de hieruit voortvloeiende kosten worden opgenomen in de exploitatie van het desbetreffende plan. Daar waar mogelijk wordt de planschade afgewenteld op de initiatiefnemer. 1.6 Reserve Grote Projecten / ILG In het FMP zijn de onderwerpen opgenomen die met de financiering van de reserve Grote Projecten / ILG gerealiseerd zullen moeten worden. De inschatting is dat het budget verre van toereikend is. 1.7 Archeologie In het kader van planologische procedures is een archeologisch onderzoek verplicht. Afhankelijk van de uitkomsten kan de gemeente, projectontwikkelaar of particulier worden geconfronteerd met een opgraving. Indien van excessieve kosten sprake is en het gaat om een opgraving van rijksbelang, kan de gemeente een beroep doen op het rijk. Echter pas nadat de betreffende partijen hun verantwoordelijkheid hebben genomen. Voor de gemeente geldt er per opgraving een plafond van € 2,50 per inwoner. Dit betekent een risico voor de gemeente van € 62.500 per opgraving. Gezien de hoge archeologische verwachtingswaarde binnen het gemeentelijk gebied en de verouderde bestemmingsplannen kan een noodzakelijke opgraving voor komen. In principe zal altijd worden voorkomen om tot opgraving over te gaan. 1.8 Grondexploitatie Een beleidsmatig risico binnen een gemeente is de grondexploitatie. Binnen Aa en Hunze zijn twee exploitaties die grote invloed hebben op de totale grondexploitatie. Dit zijn het woningbouwplan Nooitgedacht in Rolde en het bedrijventerrein Bloemakkers in Gieten. Een actueel verhogend risico is de huidige economische ontwikkeling, die sterk van invloed is op de gemeentelijke grondexploitaties.
2.
Bedrijfsvoeringsrisico’s
2.1 Bodemsaneringskosten De aansprakelijkheid op het gebied van milieu neemt voortdurend toe. De gemeenten vormen hierbij geen uitzondering. Gemeenten lopen als rechtmatige eigenaar van gronden het risico dat vervuilde grond geschoond moet worden. Eventuele noodzakelijke maatregelen op het terrein van de bodemsanering, die voor rekening van de gemeente blijven, zijn momenteel vooralsnog niet in te schatten. 2.2 Asbestsaneringen In toenemende mate wordt de gemeente geconfronteerd met illegale dumping van asbest via de vuilinzameling en asbestvervuiling als gevolg van brand. In het belang van de volksgezondheid is acute verwijdering van de vervuiling noodzakelijk. Verhaal van de kosten op de veroorzaker blijkt vaak onmogelijk. 2.3. Bouwleges De huidige economische situatie heeft een negatieve invloed op het aantal ingediende aanvragen voor een bouwvergunning. Met name het aantal aanvragen in verband met grotere bouwprojecten vermindert. Dit heeft consequenties voor de legesopbrengst van bouwvergunningen en in de begroting 2011 is de raming dan ook neerwaarts bijgesteld. We gaan ervan uit, dat er op dit moment een realistische raming in de begroting is opgenomen. Dat neemt niet weg, dat de legesopbrengst sterk afhankelijk is van de economische ontwikkelingen. We zullen de ontwikkeling van de opbrengst nauwlettend volgen. De invoering van de WABO per 1 oktober 2010 kan een negatief effect hebben op de legesopbrengst, omdat het aantal vergunningvrije bouwwerken zal toenemen. In de loop van 2011 zal moeten blijken hoe de legesopbrengst zich naar aanleiding hiervan zal gaan ontwikkelen. We kwantificeren hier een risico van € 75.000.
113
2.4 Formatie t.b.v. kapitaalwerken Voor de voorbereiding en uitvoering van kapitaalwerken worden bij de begroting uren toegerekend. Het bedrag dat in 2011 aan de kapitaalwerken wordt toegerekend bedraagt € 174.000. Indien minder kapitaalwerken worden uitgevoerd, zal dit consequenties hebben voor de toerekening van de uren en een verzwaring voor de lasten in de exploitatie betekenen. 2.5 Juridische risico’s Jaarlijks worden enige procedures door of tegen de gemeente gevoerd. Er is een tendens waar te nemen van een toenemend aantal aansprakelijkheidstellingen. Gemeenten worden geconfronteerd met schadeclaims van burgers als gevolg van genomen besluiten en vermeende nalatigheid door de overheid. Zo kunnen de gemeenten aansprakelijk gesteld worden door de burger voor schade als gevolg van slecht onderhoud van de wegen, openbaar groen en voor planschades. Voor een deel zijn de risico’s die de gemeente loopt gedekt door afgesloten verzekeringen, waarbij de gemeente bij de WA-verzekering een eigen risico heeft van € 2.500 per schadegeval. 2.6 Sociale wetgeving De risico’s op het gebied van WW en WIA liggen grotendeels bij de gemeente. Voor werknemers die ontslagen worden, moeten wij zelf de WW-uitkering uitbetalen. In hoeverre dit risico in voldoende mate afgedekt kan worden door de hiertoe gevormde reserve is niet in te schatten. De stand van de reserve per 1-1-2011 wordt momenteel geprognosticeerd op € 111.000. Voor 2011 en volgende jaren zijn geen aanvullende stortingen in het fonds geraamd. Voor WIA-uitkering komen werknemers in aanmerking, die langer dan 2 jaar ziek zijn en die niet meer dan 65% verdienen van het loon, dat ze verdienden voordat ze ziek werden. Als een werknemer ziek wordt zijn de eerste 2 jaar voor onze rekening. Als hij of zij hierna in aanmerking komt voor een WIAuitkering wordt deze uitbetaald door het UWV. Hier hebben wij dan geen extra kosten aan. Voor wethouders ligt dit anders. Mochten zij in de WIA belanden dan zijn wij eigen risicodrager. Hiervoor hebben wij geen verzekering afgesloten. We gaan onderzoeken of in de toekomst een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten moet worden. 2.7 Pensioenvoorziening wethouders De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is een wet die geldt voor kabinetsleden, Tweede- Kamerleden, gedeputeerden, waterschapsbestuurders en wethouders. Voor politieke ambtsdragers wordt het pensioen niet ondergebracht bij een verzekeraar, maar in eigen beheer uitgevoerd. Op grond van artikel 44 van het BBV zijn gemeenten gehouden voorzieningen te treffen voor toekomstige pensioenverplichtingen aan wethouders. Wij hebben in de jaarrekening 2006 een pensioenvoorziening gevormd. De stand van deze voorziening wordt per 1 januari 2011 geprognosticeerd op € 1.570.000. Tot en met 2012 wordt gefaseerd een structureel bedrag in de begroting geraamd oplopend tot € 100.000. De werkelijk noodzakelijke stortingen zijn mede afhankelijk van de renteontwikkeling. De toereikendheid van de voorziening wordt nauwlettend gevolgd. 2.8 Elektronische dienstverlening. In de komende jaren staat een aantal ontwikkelingen op het gebied van de elektronische dienstverlening op het programma en zal er sprake zijn van een aantal noodzakelijke bewegingen binnen onze organisatie om de eindbeelden voor de gemeentelijke overheid in 2015 te kunnen realiseren. Dit gaat gepaard met een aantal complexe ICT projecten. Vanzelfsprekend proberen we een zo goed mogelijke inschatting te maken van de brede consequenties van de op stapel staande ICT-projecten, maar kunnen enig risico op dat punt niet uitsluiten. Vandaar dat we dit onderwerp bij de bedrijfsvoeringrisico’s hebben opgenomen.
114
Berekening weerstandscapaciteit op basis van kengetallen In de door de raad vastgestelde nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2008 is in paragraaf 8.3 nader ingegaan op de bepaling van de streefwaarden/kengetallen met betrekking tot de weerstandscapaciteit. Op basis van de in die nota opgenomen uitgangspunten volgt onderstaand een berekening van de kengetallen met betrekking tot de weerstandscapaciteit. De basis voor de berekening is de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is aan het begin van deze paragraaf berekend. De totale weerstandscapaciteit bedraagt € 8.961.000 en bestaat uit een incidenteel (€ 8.785.000) en een structureel deel (€ 176.000).
A
B
A B
Begroting 2011
Begroting 2010
Maximaal risicobedrag over een periode van 4 jaar: 1. Incidenteel 2. Structureel
3.175.000 2.400.000
3.425.000 2.900.000
Minimaal risicobedrag over een periode van 4 jaar: 1. Incidenteel 2. Structureel
1.210.000 600.000
1.285.000 900.000
Weerstandscapaciteit t.o.v. maximaal risicobedrag Weerstandscapaciteit t.o.v. minimaal risicobedrag
160% 495%
93% 269%
Conclusie Het kengetal voor de weerstandscapaciteit t.o.v. maximaal risicobedrag ligt boven de in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement geformuleerde streefwaarden van 100% (A). Het kengetal voor de weerstandscapaciteit t.o.v. minimaal risicobedrag ligt boven de streefwaarde van 200% (B). De hogere streefwaarden worden met name veroorzaakt doordat de incidentele weerstandscapaciteit t.o.v 2010 fors is gestegen.
Nota weerstandsvermogen en risicomanagement In de raadsvergadering van 28 januari 2009 is de ‘Nota weerstandsvermogen en risicomanagement Gemeente Aa en Hunze 2008’ vastgesteld.
Nota reserves en voorzieningen De nota reserves en voorzieningen 2010 zal aan de raad worden aangeboden in de vergadering van 13 oktober 2010.
115
116
1.4.3 Onderhoud kapitaalgoederen Op 6 oktober 2010 is een Marktplaats gehouden over de kaders van het onderhoud kapitaalgoederen. In verband met de termijnen voor het opstellen van de begroting kunnen de uitkomsten daarvan niet in deze paragraaf worden verwerkt.
Wegen Basisgegevens/uitgangspunten De gemeente Aa en Hunze heeft 2.534.000 m² aan verharding in beheer en onderhoud. Hiervan is 1.553.000 m² asfaltverharding, 981.000 m² elementenverharding en 12.400 m² betonverharding. Het gehele areaal aan verharding bestaat voor 10% uit fietspaden, trottoirs en vrijliggende voetpaden. A. Het beleidskader Met het programma “Rationeel Wegbeheer” wordt beoogd, om naast de instandhouding van de kwaliteit van de onderhoudstoestand ook een grotere effectiviteit en efficiency van de toegewezen en bestede onderhoudsgelden te bewerkstelligen. In 2000 is het Rationeel Wegbeheer bij de gemeente Aa en Hunze geïntroduceerd. Het wegbeheerprogramma Dg Dialog van Grontmij wordt gebruikt om de administratieve beheergegevens in op te slaan en middels een rekenmodule zijn we in staat voor zowel de korte als de lange termijn een verantwoord onderhoudsprogramma vast te stellen. Voor de financiële kant is een voorziening in het leven geroepen. De middelen uit deze wegenvoorziening worden ingezet om de uit de inspecties naar voren gekomen schades aan de bovenzijde van de wegconstructies te repareren om zodoende de levensduur van de weg te verlengen. De aanleg van nieuwe wegen en reconstructies vallen hier niet onder. Om de kwaliteit te waarborgen wordt er om de twee jaar een visuele weginspectie conform de CROW systematiek uitgevoerd. Deze inspectie is bedoeld om de met het oog waarneembare schades aan de verharding zo objectief mogelijk vast te stellen en eenduidig vast te leggen. Worden deze inspecties periodiek herhaald, dan is het volgen van het verloop van de zichtbare conditie van het wegennet in de tijd mogelijk. Uitgaande van vastgestelde richtlijnen met betrekking tot die conditie is het hiermee mogelijk om onder andere voorspellingen te doen ten aanzien van het tijdstip van gewenst onderhoud. De visuele inspectie neemt hiermee een centrale plaats in binnen het wegbeheer. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Met de uitkomsten van de visuele weginspectie is een begroting gemaakt voor de planperiode 2009-2013. Uitvoering geven aan deze planperiode vergt een investering van € 3,8 miljoen. Gemiddeld over deze planperiode geeft dit een bedrag van € 760.000 per jaar. Rekening houdend met een te verwachten structureel aanbestedingsvoordeel, o.b.v. de ervaringen van de afgelopen jaren, en de huidige stand van de voorziening is de verwachting dat met de jaarlijkse structurele storting van € 676.000 per jaar het onderhoud uitgevoerd kan worden. In het kader van het bezuinigingstraject dient daarnaast in 2011 en 2012 een bezuiniging gerealiseerd te worden van 2 x € 65.000. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het bedrag dat in 2011 vanuit de exploitatie in de voorziening wegenonderhoud wordt gestort bedraagt € 611.000. Dit bedrag is inclusief de bezuiniging van € 65.000. D. Voortgang Voor het jaar 2011 wordt het onderhoud volgens het geldende aanbestedingsbeleid aanbesteed. Een voorbehoud wordt gemaakt over de wijze van uitvoering van het wegenonderhoud voor de komende jaren als gevolg van de uitkomsten van de Marktplaats over kapitaalgoederen op 6 oktober 2010 en de daarop volgende besluitvorming in de raadsvergadering van 10 november 2010.
117
Water en kunstwerken A. Het Beleidskader De gemeente Aa en Hunze heeft 125 ha binnenwater. Daarnaast heeft de gemeente ongeveer 40 vaste bruggen en 10 beweegbare bruggen. In het kader van de herinrichting van Oost- Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zijn de bruggen over het Grevelingkanaal en een deel van de beschoeiing overgedragen door de stad Groningen aan onze gemeente. Met de overdracht van de bruggen is ook de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de bruggen bij de gemeente komen te liggen. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties. Gebleken is dat het onderhoudsniveau van de bruggen niet op orde is. Er moet nog het nodige achterstallige onderhoud worden weggewerkt. Hiervoor zijn budgetten in de begroting opgenomen. Daarnaast is het Grevelingkanaal bevaarbaar gemaakt met de financiële middelen die de gemeente heeft ontvangen voor de overdracht van de bruggen door de stad Groningen. Met de afkoopsom dient de gemeente het eeuwigdurend onderhoud en de kosten voor bediening te financieren. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting In de begroting 2011 is een bedrag van € 97.000 aan directe kosten opgenomen voor het onderhoud van sloten, bermsloten, sluizen en waterkeringen. Daarnaast is een bedrag van € 27.000 opgenomen voor regulier onderhoud aan waterstaatkundige werken, zoals bruggen, kano- en vissteigers. Op basis van de gegevens uit inspectie naar de onderhoudstoestand van de bruggen blijkt dat het onderhoudsbedrag dat met ingang van 2011 in de begroting is opgenomen toereikend is. Bij de ter afweging staande onderwerpen in 2011, onderdeel Collegeprogramma 2010-2014 structureel is een bedrag van € 31.000 opgenomen, waarmee het onderhoudsbudget op een adequaat niveau wordt gebracht. Voor de overdracht van de bruggen over het Grevelingkanaal heeft de gemeente een afkoopsom ontvangen. Van een deel van de afkoopsom is een bedrag van € 850.000 gereserveerd voor het exploitatieonderhoud, waaronder de bediening van de bruggen. Hiervoor is de reserve dekking exploitatielasten Grevelingkanaal ingesteld. De jaarlijkse rentecomponent van deze reserve bedraagt € 42.500. Deze rentecomponent wordt jaarlijks ingezet ter dekking van de exploitatiekosten. Van het restantdeel van de afkoopsom is voor het toekomstig groot onderhoud, schilderwerk en beschoeiing de voorziening Groot onderhoud Grevelingkanaal ingesteld. D. Voortgang Jaarlijks wordt het onderhoudsprogramma vastgesteld en uitgevoerd om het onderhoudsniveau op een aanvaardbaar niveau te brengen. De gelden, die opgenomen zijn in de begroting, worden voor de bruggen aangewend. Hierbij worden leuningen vervangen en/of geschilderd, wordt betonrenovatie uitgevoerd en worden vernieuwingen aan brugdekken uitgevoerd.
Riolering Basisgegevens/uitgangspunten Onderstaande tabel geeft een overzicht van de rioleringsvoorzieningen in de gemeente Aa en Hunze. Vrijverval riolering Hoofdgemalen Mechanische riolering Minigemalen Randvoorzieningen IBA's
256 km 30 stuks 130 km 460 stuks 9 stuks 35 stuks
A. Het Beleidskader Het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (VGRP) is vastgesteld voor de planperiode 2010-2014. Het VGRP heeft een strategisch en beleidsmatig karakter en is ‘verbreed’ naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Waterwet. De onderwerpen die in het VGRP aan de orde komen zijn o.a. - de huidige toestand van de riolering en de vervanging daarvan; - specifieke taken ten aanzien van de afvoer van hemelwater;
118
- het voorkomen van structurele problemen door een te hoge of te lage grondwaterstand; - onderbouwing van de rioolheffing. Het beleid is als volgt door de raad geformuleerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De toestand van de riolering niet achteruit laten gaan Het inzicht in ons rioleringsstelsel vergroten Afkoppelen als dit doelmatig kan Bewoners stimuleren om af te koppelen op eigen terrein door het geven van voorlichting Grondwaterproblemen reactief aanpakken In de planperiode (2010-2014) geen aanvullende milieumaatregelen nemen In de planperiode (2010-2014) geen grootschalige maatregelen treffen om in te spelen op de klimaatsverandering 8. Jaarlijks de rioolheffing aanpassen op basis van reële kosten en monitoring B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties In de komende planperiode ligt het accent op het vervangen van oude riolering. Op basis van onderzoek(video inspecties) wordt bepaald wanneer een rioolleiding aan vervanging toe is. Er vindt een afweging plaats of alternatieve reparatietechnieken mogelijk zijn. Bijvoorbeeld deelreparaties of relinen. Jaarlijks stellen wij een uitvoeringsprogramma op om gedetailleerd te beschrijven wat en hoeveel we, waar en wanneer gaan doen. De rioolheffing dient hiervoor jaarlijks verhoogd te worden om het uitvoeringsprogramma te kunnen realiseren. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het VGRP vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het VGRP worden gedekt uit de rioolheffing. Voor 2011 vindt een verhoging van de rioolheffing met 3% plaats. Dit is 0,5% lager dan waar in het VGRP van uigegaan is. Dit komt door verrekeningen in relatie met de stand van de voorzieningen. De lasten uit het investeringsprogramma rioleringen 2011 worden verrekend met de voorziening GRP. D. Voortgang De in de begroting opgenomen bedragen voor het onderhoud worden daarvoor in het desbetreffende jaar ingezet. Het vervangen van de riolering gaat gepaard met reconstructieplannen. Werkzaamheden worden daarbij zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, waardoor de werkzaamheden in de tijd kunnen verschuiven.
Gebouwen Basisgegevens/uitgangspunten De gemeente Aa en Hunze heeft 51 gemeentelijke accommodaties. Deze 51 accommodaties bestaan uit onder andere 3 kerktorens, 3 molens, 1 zwembad, 3 sporthallen, 3 gymnastieklokalen, 1 sportzaal, 18 dorpshuizen (waarvan 7 in eigendom), 5 voetbalaccommodaties, 1 loods met overkapping voor Openbare Werken, 4 brandweerposten, 1 gemeentehuis, 1 afvalbrengstation en 18 overige locaties. Nu het openbaar basisonderwijs per 1 januari 2010 is geprivatiseerd (stichting primAH) is de gemeente alleen nog verantwoordelijk voor het lokaal onderhoud (groot onderhoud) van 18 schoolgebouwen. A. Het Beleidskader In 2006 heeft de raad de “nota onderhoud gebouwen” vastgesteld. Het betreft hier het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen, exclusief de dorpshuizen, onderwijsgebouwen en monumenten. In deze nota wordt gestreefd naar een onderhoudsniveau tussen de conditieschalen 2 en 3, wat overeenkomt met een goede tot redelijke onderhoudstoestand. Het gebouwenonderhoud vindt plaats op basis van onderhoudsbegrotingen in de vorm van een zogenaamde meerjarenraming voor een periode van 10 jaar. In opdracht en voor rekening van de stichting PrimAH vindt voor de openbare basisscholen jaarlijks een actualisatie van de onderhoudsbegroting plaats en voor de overige gebouwen tweejaarlijks. Hiervoor wordt een inspectie ter plaatse uitgevoerd. Het onderhoud van dorpshuizen vindt plaats op basis van de notitie dorpshuizenbeleid die in september 2004 door de raad is vastgesteld. Tot op heden heeft nog geen harmonisatie op het gebied van beheer en beleid van sportaccommodaties plaatsgevonden.
119
B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Het gebouwenonderhoud wordt conform de onderhoudsbegroting en het beleidskader uitgevoerd. Voor een aantal gebouwen is er de afgelopen jaren extra onderhoud gepleegd, hetgeen ook de komende jaren nog zal plaatsvinden. Over de eventuele (financiële) consequenties van de tweejaarlijkse inspectie zal uw raad in het beleidsplan en de begroting worden geïnformeerd. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting De 4 sporthallen zijn allemaal in de periode 1976-1981 gebouwd. Om deze sporthallen optimaal te kunnen blijven gebruiken dienen hier een aantal grote investeringen plaats te vinden. Zo zijn de verlichtingsinstallaties van de sportzaal in Annen, Gieten en Rolde compleet vervangen. De kleed- en doucheruimte van de sportzaal in Gasselternijveen en ontmoetingscentrum “de Boerhoorn” in Rolde zijn gemoderniseerd. De asbesthoudende dakplaten op de schuine dakvlakken van ontmoetingscentrum “de Boerhoorn” in Rolde worden in 2010 en 2011 vervangen. Tevens dienen de Trenomat scheidingswanden (3x) en de bitumineuze dakbedekkingen op de platte dakvlakken (4x) te worden vervangen. Conform het meerjarig onderhoudsschema gemeentelijke gebouwen is voor groot onderhoud en schilderwerk op gemeentelijke gebouwen (excl. monumenten, schoolgebouwen en dorpshuizen) structureel respectievelijk € 179.000 en € 66.000 nodig. Hierbij zijn de bezuinigingen uit het jaar 2010 vanuit de Perspectiefnota verwerkt. Deze bedragen zijn in de begroting 2011 gedeeltelijk incidenteel opgenomen vanwege het ontbreken van structurele middelen. Vanaf 2009 t/m 2012 zijn de budgetten gefaseerd structureel opgenomen tot het benodigde bedrag. Het verschil wordt incidenteel aangevuld. De monumenten zijn vanaf 2008 opgenomen met een afzonderlijke meerjarenraming en losgekoppeld van de overige gebouwen. Voor de molens geldt vanaf 2006 een nieuwe subsidieregeling (BRIM). Om hiervoor in aanmerking te komen is voor een periode van 6 jaar een Periodiek Instandhoudings Plan (PIP) opgesteld door de Monumentenwacht Drenthe. Door de Rijksdienst (RACM) is de subsidie voor een periode van 6 jaar toegezegd, mits het onderhoud in overeenstemming met de ingediende PIP- plannen wordt uitgevoerd. Voor het buitenschilderwerk aan de molens is de cyclus teruggebracht naar 4 jaar, aangezien bij een langere cyclus het vele houtwerk aan de molens onvoldoende is beschermd. De kerkelijke gebouwen (en dus onze 3 kerktorens) zullen m.i.v. 2010 instromen. Voor de kerktoren in Rolde is met succes een subsidieaanvraag in het kader van de Regeling rijkssubsidiering wegwerken restauratieachterstand 2007 (Rrwr 2007) ingediend. Het uit te voeren groot onderhoud aan deze kerktoren zal in 2010 gereed zijn. Bij de kerktoren in Gieten dienen de constructieve verdiepingsvloeren en de klokkenstoel te worden gerenoveerd vanwege houtaantasting. De afgelopen 50 jaar heeft hier geen definitief herstel aan plaatsgevonden. Door de monumenten op te nemen in een afzonderlijke meerjarenraming wordt ook duidelijk in beeld gebracht wat de daadwerkelijke onderhoudskosten hiervoor zijn. De subsidie bedraagt voor molens € 2.500 per gebouw per jaar vanaf 2007 en voor torens € 2.500 per gebouw per jaar vanaf 2010. Conform het meerjarig onderhoudsschema gemeentelijke gebouwen is voor groot onderhoud en schilderwerk van monumenten structureel respectievelijk € 51.000 en € 21.000 nodig. Hierbij zijn de bezuinigingen uit het jaar 2010 vanuit de Perspectiefnota verwerkt. Deze bedragen zijn in de begroting 2011 gedeeltelijk incidenteel opgenomen vanwege het ontbreken van structurele middelen. Vanaf 2009 t/m 2012 zijn de budgetten gefaseerd structureel opgenomen tot het benodigde bedrag. Het verschil wordt incidenteel aangevuld. Daarnaast is een bedrag van € 219.000 beschikbaar in de exploitatie voor regulier onderhoud van de gemeentelijke gebouwen (excl. schoolgebouwen en dorpshuizen). Hiervan is € 25.000 voor monumenten. Voor het groot onderhoud van dorpshuizen is in de exploitatie jaarlijks een bedrag van € 68.000 beschikbaar; dit bedrag maakt onderdeel uit van een subsidieregeling. Uit het jaarlijkse bedrag wordt 90% van de kosten voor groot onderhoud gesubsidieerd. Ten aanzien van het onderhoud aan de schoolgebouwen wordt onderscheid gemaakt tussen de kosten die voor rekening van het bevoegd gezag van de scholen komen en de onderhoudswerkzaamheden (groot onderhoud) welke ten laste van het lokaal onderwijs komen. Door de verzelfstandiging van het openbaar basisonderwijs maken de lasten en baten van het onderhoud t.l.v. het bevoegd gezag geen onderdeel meer uit van de gemeentebegroting. Het groot onderhoud en de investeringen aan/in de schoolgebouwen van het basisonderwijs geschieden op grond van de huisvestingsverordening middels het jaarlijkse huisvestingsplan. In de begroting is voor
120
kapitaallasten een bedrag van ruim € 110.000 beschikbaar. Incidenteel is voor groot onderhoud in de reserve decentralisatie onderwijshuisvesting thans ca. € 151.000 beschikbaar. In de begroting is nog geen rekening gehouden met de verplicht nieuw te vormen voorziening voor groot onderhoud. In de vast te stellen nota reserves en voorzieningen komt dit aan de orde. D. Voortgang De in de onderhoudsbegroting geraamde werkzaamheden worden aan het begin van het jaar op een lijst van “uit te voeren werkzaamheden” geplaatst. Bij deze lijst wordt een planning opgesteld voor het desbetreffende jaar. Uitgangspunt is de werkzaamheden in het geraamde jaar uit te voeren.
Groen Basisgegevens/Uitgangspunten: Van het totale areaal openbaar groen dat de gemeente in onderhoud heeft, wordt een deel uitgevoerd in eigen beheer en een deel wordt uitbesteed op de particuliere markt. Het grootste deel van het onderhoud wordt uitbesteed aan Alescon. A. Het beleidskader Het groenbeheerpakket is inmiddels gebruikt om bestekken op te stellen van werkzaamheden die nu in uitvoering zijn. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Na de vulling van het groenbeheerpakket is een visie omtrent het groenbeheer in onze gemeente opgesteld. De visie wordt gebruikt bij het opstellen van de onderhoudsbestekken. De onderhoudsbestekken worden aanbesteed, waarbij conform het vastgestelde aanbestedingsbeleid in eerste instantie de kans aan Alescon wordt gegeven. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Voor 2011-2014 is in de begroting en het Financieel Meerjaren Perspectief een bedrag opgenomen voor areaaluitbreidingen (uitbreidingsplannen). Hiermee wordt voorkomen dat door uitbreiding van het gemeenteareaal het onderhoudsniveau van de bestaande groenvoorziening naar beneden moet worden bijgesteld. In het kader van de bezuinigingen, de huidige economische crisis en in relatie hiermee de ontwikkeling van de bestemmingsplannen is het areaalaccres ten opzichte van de begroting 2010 fors naar beneden bijgesteld. Voor 2011 en 2012 is een structurele verhoging van € 25.000 per jaar opgenomen. In de begroting 2010 en het FMP is het areaalaccres als volgt opgenomen:
structureel incidenteel
2011
2012
2013
na 2013
-25.000 -75.000
-25.000 -75.000
-25.000 -75.000
-110.000
De bedragen worden als volgt: structureel incidenteel
2011
2012
-25.000
-25.000
Hierdoor wordt onderstaande bezuiniging gerealiseerd: structureel incidenteel
2011
2012
2013
75.000
75.000
25.000 75.000
D. Voortgang Voor 2011 is een verdere invulling/detaillering van het groenbeheerplan aan de orde waarbij aansluitend voor de kernen onderhoudsbestekken worden opgesteld. De onderhoudswerkzaamheden zijn gedeeltelijk op besteksbasis uitgevoerd. Er zijn meerdere bestekken in voorbereiding.
121
Speelvoorzieningen A. Het Beleidskader In de gemeente Aa en Hunze zijn 70 objecten met speelvoorzieningen waarvan 18 speelvoorzieningen bij scholen en 11 bij peuterspeelzalen. In totaal staan op alle locaties 452 speeltoestellen. De meeste speeltoestellen staan op gemeentegrond. Daarmee is de gemeente verantwoordelijk en aansprakelijk voor de speelvoorzieningen en daarmee ook verantwoordelijk voor de veiligheid van de speeltoestellen. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Om ervoor te zorgen dat alle speelvoorzieningen veilig zijn moet er worden voldaan aan het Attractiebesluit. Nieuwe speeltoestellen die op gemeentegrond worden geplaatst moeten gecertificeerd zijn. Jaarlijks worden de speeltoestellen geïnspecteerd door de inspecteur die door de gemeente is aangesteld. De inspecteur houdt tevens de logboeken van de speelvoorzieningen bij, verricht onderhoudswerkzaamheden en onderhoudt het contact met de contactpersonen van de speelvoorzieningen. Met de meeste van de betrokken speeltuin- en buurtverenigingen, verenigingen Dorpsbelangen en scholen zijn beheersovereenkomsten afgesloten waarin staat aangegeven wie welke werkzaamheden op zich neemt. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk werkzaamheden samen met de genoemde partijen uitgevoerd zullen worden. Het vervangingsschema is gereed. Hierin is opgenomen wanneer welke speeltoestellen vervangen moeten worden. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting In de begroting 2011 is een bedrag van € 61.500 beschikbaar voor onderhoud en vervanging van de speelvoorzieningen. In het kader van de bezuinigingen is het budget ten opzichte van 2010 met € 15.000 naar beneden bijgesteld. Van de geraamde lasten betreft € 22.000 kapitaallasten. Op basis van het opgestelde vervangingsschema blijkt dat dit bedrag toereikend is om de structurele lasten van vervanging te dekken. Het vervangingsschema is gebaseerd op vervanging van de speeltoestellen eens per 10 jaar. Op basis van de beheersovereenkomsten wordt aan de verenigingen een jaarlijkse bijdrage/subsidie verstrekt. Uitgaande van 80 overeenkomsten is hiermee € 12.300 gemoeid. Voor jaarlijks terugkerend onderhoud is na aftrek kapitaallasten en subsidies nog € 27.200 beschikbaar. D. Voortgang De speelvoorzieningen worden conform de geldende normen geïnspecteerd. De raming voor onderhoud wordt voorshands voldoende geacht om de voorzieningen in adequate staat van onderhoud te houden. Vanaf 2007 t/m 2011 wordt uitgegaan van realisering van 1 speelobject per jaar. Voor het najaar van 2010 staat de evaluatie van het huidige beleid gepland. Indien hieruit financiële gevolgen voortvloeien dan kan de afweging hiervan in het beleidsplan 2011 worden meegenomen.
Tractie en Brandweer A. Het Beleidskader De vervanging van materieel van de afdeling Openbare Werken en de Brandweer vindt plaats aan de hand van een vervangingsschema. Het vervangingsschema wordt elk voorjaar aan de hand van inspecties geactualiseerd. Het vervangingsschema ligt ter inzage bij de begrotingsstukken. Op het moment dat afgeweken wordt van het vervangingsschema vindt terugkoppeling plaats naar het college. Bij de vaststelling van de begroting wordt tevens het krediet voor de vervangingsinvesteringen beschikbaar gesteld. B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties. De investeringen worden conform het vervangingsschema uitgevoerd. C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Voor de vervanging van het materieel van de afdeling Openbare Werken en de brandweer wordt gebruik gemaakt van vervangingsschema’s. In 2011 wordt een beslag gelegd op de algemene middelen voor respectievelijk een bedrag van € 46.000 en € 31.000. Dit is het bedrag van de kapitaallasten van de nieuwe investeringen die zijn opgenomen bij het onderdeel kapitaalontwikkeling – structureel.
122
D. Voortgang. Het onderhoud aan het machinepark van Openbare Werken wordt kritisch gevolgd om de kosten te beheersen. Extreme onderhoudskosten kunnen worden voorkomen door tijdige vervanging. Vervanging vindt plaats als de technische en/of economische levensduur is verstreken.
123
Recapitulatie van het middelenbeslag Recapitulatie van het middelenbeslag op het gebied van kapitaalgoederen in de begroting 2011, inclusief apparaatskosten. Lasten
% totale uitgaven
457.957 248.080 363.555 687.867 47.591 676.000
0,88 0,47 0,70 1,32 0,09 1,30
1.734.702 206.684 208.701 116.061 324.151
3,35 0,39 0,40 0,22 0,62
148.442 189.974
0,28 0,36
219.447 80.050 226.006
0,42 0,15 0,43
2.010.621 233.749 563.006
3,88 0,45 1,08
125.119
0,24
189.026 149.740 78.997
0,36 0,28 0,15
9.285.526
17,82
Wegen 11 11 11 11 11 11
110.00 110.10 110.11 110.12 110.50
Openbare verlichting Wegen algemeen Wegen binnen bebouwde kom Wegen buiten bebouwde kom Overige aangelegenheden wegen, straten, pleinen Toevoeging voorziening wegen
Riolering – onderhoud 11 11 11 11 11
113.00 113.10 113.15 113.20 113.40
Pompen en riolering -algemene kosten Pompen en riolering – vrijvervalriolering Pompen en riolering - onderzoekskosten Pompen en riolen – kolken Pompen en riolen – gemalen
Water en kunstwerken 11 11
110.40 112.00
Waterstaatkundige werken - bruggen Waterlossingen, sloten etc
Gebouwen Verspreid Regulier onderhoud Schilderwerk Groot onderhoud Groen 11 11 11
114.10 114.10 114.00
Openbaar groen binnen de bebouwde kom Openbaar groen buiten de bebouwde kom Bomen
Speelvoorzieningen 15
151
Speelvoorzieningen
Tractie en brandweer 03 03 Kp
030.03 030.05 850
Brandblus/reddingsmiddelen Brandweervoertuigen Onderhoud tractie Totaal
124
1.4.4 Financiering Inleiding De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. Het omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. In 2001 is de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) in werking getreden. Deze wet schept een bindend kader voor een verantwoordelijke en professionele inrichting van een treasuryfunctie bij decentrale overheden. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is het beheersen van risico’s. Conform het raadsbesluit van april 2005 is het Treasurystatuut in 2007 geactualiseerd.
Financiering In het algemeen dienen de vaste activa door vaste passiva (reserves, voorzieningen en langlopende geldleningen) te worden gefinancierd. Indien er sprake is van een financieringstekort, dan wordt het tekort door middel van kortlopende geldleningen gefinancierd. Bij een financieringsoverschot wordt het overschot belegd (kortlopende vordering). De financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) worden gebruikt voor financiering van vaste activa. Uit de primitieve begroting 2011 blijkt dat voor 2011 een financieringstekort van € 3,5 miljoen is geprognosticeerd. Totaal vaste activa Totaal vaste passiva - reserves - voorzieningen - langlopende schulden Financieringstekort
49,3 miljoen 28,6 miljoen 9,0 miljoen 8,2 miljoen 45,8 miljoen 3,5 miljoen
Financieringsrisico’s Ten aanzien van de beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille zijn de volgende risico’s te onderscheiden: 1. renterisico 2. kredietrisico
1. Renterisico Ten aanzien van het renterisico dient te worden gekeken naar het risico van de vlottende schuld en de risico’s van langlopende leningen. De kasgeldlimiet heeft betrekking op vlottende schulden met een looptijd tot maximaal 1 jaar. De renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een looptijd vanaf 1 jaar. Het doel van deze normen, uit hoofde van de Wet Fido, is te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijke) hogere rente grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. De normen beperken de budgettaire risico’s. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet, het niveau van korte leningen, is gelimiteerd tot 8,5% van het bedrag van de begroting. Voor 2011 betekent dit een limiet van € 5 miljoen. De gemeente berekent eenmaal per kwartaal de gemiddelde liquiditeitspositie en stuurt die naar de provincie. Uit de recentste cijfers blijkt dat de gemeente Aa en Hunze voldoet aan de kasgeldlimiet. De provincie zou graag een prognose van de kasgeldlimiet per kwartaal in deze paragraaf willen zien. Aangezien wij geen liquiditeitsprognose voor 2011 beschikbaar hebben, hebben wij deze prognose niet kunnen opnemen. De gemeente werkt er wel naar toe om zo’n liquiditeitsprognose te maken. Uitgaande van
125
de kasgeldlimieten over de vier kwartalen van 2009 en de 1e twee kwartalen van 2010 voldoet de gemeente Aa en Hunze aan de kasgeldlimiet. Renterisiconorm De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van de langlopende leningen (stand per 01/01) met een minimum van € 2.500.000 per jaar mag worden afgelost. Dit minimumbedrag en het maximale percentage zijn vastgesteld in de uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden. In onderstaand schema wordt het renterisico voor Aa en Hunze voor langlopende leningen in beeld gebracht. Berekening Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld (Bedragen X € 1000,--) 2011
2012
2013
2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
964
969
1656
957
5. Herfinanciering (laagste van 3 en 4)
0
0
0
0
6. Renterisico op vaste schuld (2 en 5)
0
0
0
0
8184 20
7220 20
6251 20
4595 20
2500
2500
2500
2500
2500 0 2500
2500 0 2500
2500 0 2500
2500 0 2500
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld 3b. Nieuw verstrekte langlopende leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a3. 3b)
4. Betaalde aflossingen
Renterisiconorm 7. Stand van de vaste schuld per 1 januari 8. Door ministerie vastgesteld percentage 9. Rente risiconorm (7*8)/100 met minimum € 2.500
Toets Renterisiconorm 9. Rente risiconorm 6. Renterisico op vaste schuld 10. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (9-6)
Uit dit overzicht blijkt dat de gemeente Aa en Hunze, op basis van de nu lopende leningen, nu en de komende jaren geen renterisico’s op langlopende schulden loopt. Het bedrag aan aflossingen in 2013 is hoger ten opzichte van de andere jaren als gevolg van een algehele aflossing van één betreffende lening.
126
2. Kredietrisico Kredietrisico's doen zich voor bij de verstrekte leningen. In onderstaande tabel is aangegeven aan welke groepen leningen zijn verstrekt.
Risicogroep
Restantschuld 1 januari 2011
Deelnemingen Langlopende personeelsleningen Woningbouwcorporaties Overige toegelaten instellingen volgens statuut Niet volgens statuut toegelaten instellingen
4.091.783 3.282.986 10.740 63.564 0
Totaal
7.449.073
De vordering op deelnemingen is fors toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door de vorderingen van € 2,5 mln op Enexis en 1,1 mln op Escrow. Deze vorderingen zijn ontstaan door de verkoop van de aandelen van Essent (EGD en EDON). De uitbetaling hiervan is deels uitgesteld. Enexis betaalt dit bedrag in termijnen tot 2019 terug. Escrow is een gereserveerd bedrag voor eventuele claims, risico’s en vorderingen van derden. In 2011 (50%) en 2015 (50%) wordt dit bedrag terugbetaald mits er geen beroep op is gedaan. De langlopende personeelsleningen zijn hypotheken. Hierbij is het kredietrisico klein omdat de verstrekte lening nooit hoger is dan de waarde van het onderpand. Conform de wet Fido worden geen nieuwe leningen meer verstrekt aan personeel. De risico's van de overige leningen zijn, gezien het uitstaande bedrag en de toelatingseisen, relatief laag. Met betrekking tot de hieronder vermelde NGH hypotheken heeft het college conform de circulaire van 25 mei 2009 ingestemd met de wijziging in de achtervangfunctie van NGH per 1 januari 2011. Dit houdt in dat de gemeente geen risico loopt voor borgstellingen verstrekt na 1 januari 2011. Naast verstrekte leningen staat de gemeente ook borg voor leningen. Dit betreft borgstellingen voor: - NHG hypotheken - Woningcorporaties, bibliotheek, Stichting Welzijn Aa en Hunze
127
6.011.739 29.962.702
128
1.4.5 Bedrijfsvoering De gemeente Aa en Hunze levert een scala aan externe producten. Voor het leveren van deze producten is interne ondersteuning en facilitering onontbeerlijk. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van de programma’s. Het welslagen van de programma’s is zodoende in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. In deze paragraaf wordt een aantal bedrijfsvoeringsaspecten nader belicht. Een belangrijk onderdeel bestaat uit de gewenste organisatieontwikkeling en de actiepunten op weg naar 2015. Naast de organisatieontwikkeling in onderdeel 1.4.5.1 wordt in deze paragraaf aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: 1.4.5.2 Dienstverlening 1.4.5.3 Personeelsbeleid 1.4.5.4 Planning en Control 1.4.5.5 Kostendekkendheid van tarieven 1.4.5.6 Procesbeschrijvingen 1.4.5.7 Centrale inkoop Strikt genomen is bedrijfsvoering een zaak van het college en het managementteam maar wij achten een goede samenwerking met uw raad op dit punt van groot belang. Wij willen uw raad dan ook (blijven) betrekken bij de discussie over een aantal kernvraagstukken / dilemma’s betrekking hebbende op de doorontwikkeling van onze organisatie en zien dat dan ook in feite als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
1.4.5.1 Organisatieontwikkeling: In zeven stappen op weg naar 2015 Uitgaande van de eindbeelden richting 2015 die door de commissie Jorritsma worden geschetst met betrekking tot de rol en verantwoordelijkheid van de gemeentelijke overheid zullen we onze dienstverlening moeten versterken en aanpassen aan de eisen van deze tijd, gebruikmakend van alle nieuwe mogelijkheden die vooral de ICT-ondersteuning hierbij kan bieden. Het is in het licht van deze ontwikkelingen belangrijk, dat medewerkers breed en flexibel inzetbaar zijn in de organisatie. Niet alleen de organisatie, maar ook de medewerkers moeten zich blijven ontwikkelen. In het personeelsbeleid voor de komende bestuursperiode staat de ontwikkeling van medewerkers dan ook opnieuw centraal. Binnen het apparaat zal invulling moeten worden gegeven aan de noodzakelijke kwaliteitsimpuls richting de eindbeelden in 2015 die als volgt kort kunnen worden samengevat: In 2015 zijn gemeenten zelfbewust, vitaal en slagvaardig. Te realiseren door: - de burger centraal te stellen (vraaggericht); - indien nodig maatwerk te bieden (flexibel); - snel op veranderingen in omgeving en vraagstelling in te spelen (slagvaardig); - contact te houden met alle geledingen in de gemeenschap. Door middel van 7 concreet benoemde actiepunten, die thans binnen de organisatie worden geïmplementeerd, is het voor alle betrokkenen duidelijk waar we in de komende jaren onze energie in gaan steken en hoe we richting de eindbeelden voor de gemeentelijke overheid in 2015 willen komen. De 7 actiepunten op weg naar 2015 1. Vraaggerichte dienstverlening 2. Regievoering 3. Administratieve lastenverlichting 4. Samenwerking/privatisering 5. Beschrijving en toepassing van interactieve processen bij lokaal integraal beleid 6. Integraal werken 7 Systematisch projectmatig werken
129
Wij hebben hierbij een flexibele en slagvaardige gemeentelijke organisatie voor ogen, die zich snel kan aanpassen in en aan een dynamische omgeving. Daarbij zoeken we actief samenwerking met andere overheden, instanties en burgers. Wij willen in onze organisatie een doorontwikkeling bewerkstelligen van vooral specifieke inhoudelijke deskundigheid naar een meer dienstverlenende instelling. Bovendien moeten we voor de langere termijn rekening houden met een krappere arbeidsmarkt en vergrijzing en ontgroening. Bij deze doorontwikkeling spelen de op ons afkomende bezuinigingen vanzelfsprekend een cruciale rol. Binnen het bezuinigingstraject is als uitgangspunt geformuleerd, dat de bedrijfsvoering 25% van de totale bezuinigingen moet opleveren. Dit alles vraagt om een samenhangende brede aanpak, waarover de eerste verkennende discussies inmiddels hebben plaatsgevonden. In de komende tijd zullen we de uitgangspunten voor de nieuwe toekomstige organisatie formuleren,waarbij de daarbij behorende organisatiestructuur,de benodigde capaciteit en kwaliteit en de takendiscussie aan de orde zullen komen. Ook zal hierbij het natuurlijk verloop met name ook bij het management in de komende jaren worden betrokken. De doelstelling is om eind 2011 tot besluitvorming over de gewenste organisatie, met de daarbij behorende maatregelen te komen. We willen nog bezien in hoeverre we dit in eigen beheer kunnen uitvoeren dan wel enige vorm van externe begeleiding hierbij noodzakelijk is.
1.4.5.2 Dienstverlening De toekomst van de overheidsdienstverlening ligt bij de gemeenten. De klantcontactcentra van gemeenten zullen het eerste aanspreekpunt worden voor vragen van burgers en ondernemers; ook voor andere overheidsinstellingen. Allerlei rijksprogramma’s ondersteunen deze ontwikkelingen. Het NationaalUitvoeringsProgramma (NUP) geeft een overzicht van voorzieningen, die de gezamenlijke basisinfrastructuur vormen voor de realisatie van de elektronische overheid. Het programma Antwoord© is gefocust op optimale toegankelijkheid van en samenwerking tussen overheden. Het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) biedt ondersteuning bij de verbetering van de dienstverlening, met name op strategisch en tactisch niveau. Aan de realisatie van deze ambitie wordt ook in Aa en Hunze hard gewerkt. Zo is in 2007 het realisatieplan EGEM-i vastgesteld en in januari 2008 het dienstverleningsconcept. In beide documenten zijn bouwstenen opgenomen en richtingen aangegeven waar Aa en Hunze met haar dienstverlening aan wil voldoen. De komende tijd worden al deze ambities gerealiseerd door het nemen van concrete stappen. Het klantcontactcentrum (KCC) begint langzaam maar zeker vorm te krijgen. In 2011 zal de eerste opzet van het KCC een feit zijn. Veel vragen kunnen direct in het KCC worden beantwoord en een groot deel van de aanvragen wordt daar ook afgehandeld (soms als zogenaamde flitsvergunning). In de jaren daarna zal het aantal producten in het KCC verder toenemen en zullen steeds meer vragen van burgers en bedrijven in het KCC worden beantwoord. In 2010 is het garantiebewijs geïntroduceerd. Daarin worden beloftes gedaan over onze dienstverlening. Dit garantiebewijs zal verder worden uitgewerkt. Per product zal een servicenorm worden gehanteerd. Hiermee wordt aan burgers en bedrijven duidelijk gemaakt binnen hoeveel tijd zij een beslissing mogen verwachten. Uiteindelijk zal voor alle KCC-producten een servicenorm worden gehanteerd. Het maakt voor de klant niet uit hoe de vraag bij de gemeente binnenkomt. Alle kanalen (telefonie, post, balie en digitaal) komen samen in het KCC. Ook alle informatiestromen zullen daar samen worden gebracht. Hiervoor hebben we in 2010 de midoffice suite TRIPLE C geïmplementeerd. Aanvragen bestemd voor het KCC worden gedigitaliseerd en kunnen middels TRIPLE C worden ontsloten. De klant kan de status van de aanvraag volgen via “mijn Aa en Hunze”. De KCC-medewerkers krijgen inzage in alle aanvragen en achterliggende informatie. Daarnaast kunnen KCC-medewerkers ook informatie verstrekken over producten van andere overheidsinstellingen. Dat gebeurt middels de Antwoord© Content Collectie. Hierin wordt informatie van andere overheidsinstellingen ontsloten via KCC en website van o.a. UWV, de Belastingdienst, Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en Postbus51.
130
Zodra een aanvraag wordt gedigitaliseerd of digitaal binnenkomt via een elektronisch formulier, wordt deze automatisch gearchiveerd in het Document Management Systeem (DMS). Archivering vindt dus vooraf plaats en niet meer achteraf. De kans op zoekraken van stukken wordt daarmee tot een minimum teruggebracht. Om onze klanten zo optimaal mogelijk te kunnen bedienen in het hierboven genoemde KCC, moeten we beschikken over goed opgeleide, klantvriendelijke en inhoudelijk deskundige medewerkers. In beginsel hebben we deze mensen in huis, we willen echter eenduidigheid in onze klantbenadering. Daarvoor moeten medewerkers (opnieuw) geschoold worden en daar waar nodig gecoacht. Informatisering en Automatisering De informatievoorziening van de gemeente wordt steeds complexer. Steeds meer taken worden vanuit de rijksoverheid ter uitvoering bij de gemeenten neergelegd. Een toenemende uitwisseling van informatie vindt plaats met andere overheden. Daarnaast moeten we transparant zijn in onze dienstverlening voor burgers en bedrijven. De inzet van informatietechnologie wordt steeds belangrijker om aan onze verplichtingen te kunnen voldoen en om bij te dragen aan een hoogwaardige dienstverlening en efficiëntere bedrijfsprocessen. In de afgelopen tijd is voortvarend “gebouwd” aan onze informatievoorziening. Vooral op het gebied van de dienstverlening zijn goede vorderingen gemaakt. Om richting te geven aan het beleid voor de komende jaren zijn een nieuw Informatiebeleidsplan 2011-2015 en de visie op automatisering in voorbereiding. Beide nota’s verkeren op dit moment in de afrondende fase en zullen op korte termijn in ons college aan de orde komen. Vervolgens zullen deze nota’s ook met uw raad worden besproken. Hierbij merken we op voorhand op, dat het uitgangspunt is om binnen de bestaande informatiserings- en automatiseringsbudgetten de noodzakelijke kwaliteitsslagen te maken.
1.4.5.3 Personeelsbeleid De doorontwikkeling van onze organisatie is bepalend voor het personeelsbeleid in 2011. Bovendien moeten we voor de lange termijn rekening houden met een krappere arbeidsmarkt en vergrijzing en ontgroening. Het is in het licht van deze ontwikkelingen belangrijk dat medewerkers breed en flexibel inzetbaar zijn in de organisatie. Niet alleen de organisatie, maar ook medewerkers moeten zich blijven ontwikkelen. In het personeelsbeleid voor 2011 staat ontwikkeling van medewerkers dan ook opnieuw centraal. In 2010 hebben we al veel energie gestoken in de ontwikkeling van medewerkers. Uiteraard op het gebied van opleiding en training, maar ook als het om de persoonlijke loopbaanontwikkeling van medewerkers gaat. In 2011 gaan we verder op de ingeslagen weg. De invoering van het klantcontactcentrum betekent dat we op een aantal gebieden anders gaan werken dan voorheen. Medewerkers moeten daarvoor voldoende zijn toegerust. Zowel individuele als groeps- en organisatiebrede trainingen helpen daarbij. De in 2010 gestarte route zetten wij in 2011 voort. Via natuurlijk verloop verlaten de komende jaren een aantal medewerkers in cruciale functies (MT) de organisatie. Dat is een natuurlijk moment om de structuur van de organisatie onder de loep te nemen en eventueel nieuwe keuzes te maken. Gezien de plaats van de betreffende medewerkers in de organisatie is het verstandig hier vroegtijdig mee te beginnen. Afhankelijk van de keuzes die worden gemaakt, houden we rekening met extra opleiding en training voor de zittende medewerkers die eventueel taken gaan oppakken. Volgens planning is het nieuwe sectorale functiewaarderingssysteem in het tweede kwartaal van 2011 operationeel. In 2011 willen wij bepalen of wij aansluiten bij dit systeem of dat wij gebruik blijven maken van ons huidige systeem. Wij willen ons huidige functieboek hoe dan ook actualiseren. Wij hebben behoefte aan generieke, meer resultaatgerichte functiebeschrijvingen waarin meer ruimte is voor het beschrijven van competenties. Dit past in de eerder beschreven cyclus van plannen, evalueren, beoordelen en belonen die wij willen invoeren.
131
Verder staat in de CAO dat werkgevers een premiekorting krijgen voor medewerkers van 62 tot en met 65 jaar. Dit geld is bedoeld om de inzetbaarheid van deze medewerkers te verhogen om te stimuleren dat medewerkers langer gezond doorwerken. Wij gaan een beleid opstellen over de inzet van de middelen. Op het gebied van Arbo staat er voor 2011 een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) op het programma. De doelstelling van het PMO is het vroegtijdig opsporen van mogelijke gezondheidseffecten in relatie tot het uitvoeren van de werkzaamheden. De Arbowet verplicht werkgevers om hun medewerkers eens per 4 jaar in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan dit onderzoek. Voor de medewerker is deelname vrijwillig. Verder worden de huidige Risico Inventarisaties & Evaluaties herzien voor het gemeentehuis, de locatie aan de Oelenboom en de sporthallen in Annen, Gasselternijveen, Gieten en Rolde. Wat gaan we doen in 2011 en volgende jaren • • • • • • •
Wanneer
Opleiding en ontwikkeling van medewerkers vanuit organisatieontwikkeling en inzetbaarheid Opleidingsprogramma 2011 Oriëntatie op de toekomstige organisatiestructuur Standpuntbepaling over aansluiting bij nieuw centraal functiewaarderingssysteem Ontwikkelen beleid inzetbaarheid medewerkers 62-65 jaar Uitvoeren Preventief Medisch Onderzoek Risico Inventarisatie & Evaluatie gemeentehuis, Oelenboom en sporthallen
2011 e.v. voorjaar 2011 2011 2011 2011 2011 2011
Personeelsbudget 2011 Bij de vaststelling van de begroting 2005 is de systematiek van het taakstellend personeelsbudget ingevoerd. In het kort komen die afspraken op het volgende neer: 1. Salariskosten 2005 dienen als vast uitgangspunt voor de ramingen in de komende jaren. Dat basisbedrag is vastgesteld op € 9.004.000; 2. Vanaf 2006 mag het basisbedrag 2005 maximaal worden verhoogd met de component prijsstijging van de algemene uitkering; 3. De raad wordt jaarlijks bij de begroting geïnformeerd over de stand van zaken. Actuele ontwikkelingen zoals die in de Perspectiefnota 2010 zijn aangegeven In de Perspectiefnota 2010 hebben wij aangegeven, dat de vakbonden en de VNG het eens zijn geworden over een nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren met een looptijd van twee jaar (2010-2011). Voor 2011 zijn de volgende afspraken gemaakt: 1. Structurele verhoging salaris met 0,5% 50.000 2. Structurele verhoging eindejaarsuitkering met 0,5% 50.000 3. Omzetting van 1% incidentele verhoging in 2010 naar structureel in 2011 100.000 Budgettaire consequenties Op basis van de systematiek van het taakstellend personeelsbudget zou het taakstellend personeelsbudget in 2011 kunnen worden verhoogd met 0,48% (accres gemeentefonds). Daarmee is echter enkel de structurele verhoging van de eindejaarsuitkering gedekt. Gelet op de in gang gezette bezuinigingsrichting “Bedrijfsvoering”, waarvoor een taakstelling is opgenomen van 25% van het totale bezuinigingsbedrag, achten wij het niet verantwoord en reëel om die taakstelling nog verder te verhogen met het resultaat van de CAO onderhandelingen. Wij hebben de structurele meerkosten (1,5% ofwel € 150.000) dan ook - conform ons reeds in de Perspectiefnota 2010 opgenomen voorstel - verwerkt in de begroting 2011 en wij stellen u voor om hiermee akkoord te gaan. Bestemmingsreserve personeelsbudget Het taakstellende budget is bepalend, waarbij overschotten mogen worden gereserveerd voor toekomstige jaren. De gemeenteraad heeft hiermee ingestemd in de begrotingsvergadering van 8 november 2006.
Met ingang van 2006 wordt onder de volgende voorwaarden tot reservering van een eventueel overschot bij de jaarrekening op het taakstellend personeelsbudget overgegaan:
132
1. Maximaal een bedrag van € 100.000 per jaar, of zoveel minder als het rekeningoverschot na bestemming toelaat, te reserveren; 2. De omvang van deze bestemmingsreserve mag maximaal € 150.000 bedragen. Financiële vertaling Het salarisbedrag is samengesteld uit een drietal componenten, t.w.: kosten ambtelijk apparaat volgens de normformatie, kosten boventallig personeel en kosten bestuur. Op basis van bovengenoemde indeling volgt onderstaand een overzicht van het taakstellend budget voor 2011.
Taakstellend budget voor 2011
Basisbedrag taakstellend budget 2010 Bijstellingen n.a.v. begrotingsbehandeling 2010 Budgettair neutrale verrekeningen Bijgesteld basisbedrag voor 2010 Loonstijging college en ambtelijk apparaat (2%) Budgettair neutrale verrekeningen
Ambtelijke Normformatie
Boventallig
Bestuur
Totaal
9.808.000 64.000 -57.000 9.815.000 198.000 -58.000 9.955.000
118.000 -20.000
398.000
98.000 2.000
398.000 16.000
100.000
414.000
10.324.000 44.000 -57.000 10.311.000 216.000 -58.000 10.469.000
Voor 2011 is een berekening gemaakt van de werkelijk in 2011 te verwachten salariskosten. In relatie tot het taakstellende budget geeft dit het volgende beeld.
Taakstellend budget 2011 Werkelijk verwachte loonsom in 2011 Verschil
Ambtelijk Normformatie
Boventallig
Bestuur
Totaal
9.955.000 9.985.000 -30.000
100.000 91.000 9.000
414.000 414.000 0
10.469.000 10.490.000 - 21.000
Per saldo is er sprake van een tekort ten opzichte van het taakstellend personeelsbudget voor het ambtelijk deel van € 30.000 dat binnen het personeelsbudget moet worden opgevangen. Onze inzet voor 2011 is om het tekort op te vangen binnen het te verwachten incidenteel voordeel door vacatureruimte. Voor wat betreft de nog resterende boventallige formatie wordt opgemerkt, dat de kosten hiervan voor een bedrag van € 78.000 worden gedekt uit andere budgetten. Het in de komende jaren afnemen van die boventalligheid heeft dus geen invloed op de begroting, doordat de verlaging van de loonkosten met deze budgetten wordt verrekend. Blijft over een bedrag van € 22.000 dat in de komende jaren vrij zal vallen en dus beschikbaar komt zodra de daaraan gerelateerde boventalligheid wegvalt. Dat voordeel is gefaseerd opgenomen in het Financieel Meerjaren Perspectief in de vorm van een taakstelling voor het jaar 2011.
1.4.5.4 Planning en Control Algemeen In de gemeente Aa en Hunze is gekozen voor een brede controlfunctie. Het gaat hierbij zowel om de beleidsinhoudelijke, financiële, personele, organisatorische en juridische aspecten. Er wordt steeds meer aandacht besteed aan de samenhang tussen de diverse deelgebieden. De laatste jaren is de roep hierom en ook de noodzaak daartoe steeds groter geworden. Voor een deel heeft dat te maken met de wijze waarop de omgeving en het verwachtingspatroon van de burger verandert, voor een ander deel met de wijze waarop onze organisatie in ontwikkeling is. Het streven is dat onze gemeente op termijn in een situatie terecht komt waarin:
133
- de werking van de organisatie volledig transparant is; - de organisatie, doelgericht en doeltreffend werkt; - de informatievoorziening aan het bestuur en het management over alle producten, middelen, maatschappelijke effecten en werkprocessen, juist en tijdig plaatsvindt; - risico’s inzichtelijk en aanvaardbaar zijn. De wijze waarop een en ander gerealiseerd kan worden, heeft onze voortdurende aandacht. De vraag naar informatie en mogelijkheden op het gebied van de informatievoorziening neemt fors toe. De grenzen voor wat betreft de scheiding tussen detail en hoofdlijn worden steeds belangrijker. Ook de status van de grens zelf is aan verandering onderhevig. Hoofdlijnen worden details, details worden hoofdlijnen etc. Gebleken is dat traditionele presentatievormen van rapportages niet langer aan de vraag kunnen beantwoorden. We beraden ons dan ook continu op nieuwe varianten. Dat daarbij onze ogen met name gericht zullen zijn op een elektronische variant moge duidelijk zijn. Als voorbeeld mag dienen de (digitale) managementrapportages. Met name de diverse mogelijkheden om op elk gewenst nivo te raadplegen blijkt in de praktijk in een redelijke behoefte te voorzien. In 2011 blijft onze aandacht gericht op verbetering van sturingsinformatie. Planning en control, een instrument. We hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het planning- en controlinstrumentarium. Daarbij leek steeds het accent te liggen bij de planning. Dat beeld nemen we graag weg. Planning en control zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Onze stelling is: Een volwaardige planning is zonder control niet te realiseren. Gedegen control zonder planning al evenmin. We zullen ons nadrukkelijk blijven inzetten de juistheid van deze stelling aan te tonen. Doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken Op grond van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Aa en Hunze (ex artikel 213a van de Gemeentewet) dient er jaarlijks een aantal doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken uitgevoerd te worden. Onderzoeksjaar 2010 Voor 2010 zijn de volgende onderzoeken geselecteerd: - De kwaliteit van de financiële en administratieve organisatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo); - Inhuur derden. Vanwege prioriteitstelling in het “overgangsjaar” is achterstand opgelopen met de onderzoeken 2010. Mede om die reden is besloten om het onderzoek inhuur derden te beperken tot een globale analyse van de jaren 2008 en 2009 en een en ander te betrekken bij de bezuinigingstaakstelling Bedrijfsvoering. De verwachting is dat de eerste resultaten in januari 2011 kunnen worden gepresenteerd. Onderzoeksjaar 2011 Door de rekenkamercommissie is aangegeven dat zij het wenselijk vindt in een vroeg stadium op de hoogte te worden gebracht van de voornemens van het college met betrekking tot de uit te voeren onderzoeken. Dit om onderlinge afstemming tussen de diverse onderzoeken mogelijk te maken. Om die reden is vooruitlopend op het definitieve Onderzoeksplan 2011 de onderwerpselectie 2011 in het college aan de orde geweest. Besloten is het Afvalbrengstation (ABS) aan een onderzoek te onderwerpen. De concrete afbakening, wijze van uitvoering ed. zullen worden uitgewerkt in het nog op te stellen Onderzoeksplan 2011. De verwachting is dat het plan in december 2010 kan worden aangeboden.
1.4.5.5 Kostendekkendheid van tarieven/herziening kostentoerekening De stand van zaken omtrent het onderzoek naar de kostendekkendheid van tarieven is dat de voorlopige resultaten in een conceptnota aan het college zijn aangeboden en ter kennisname aan de raad zijn gebracht. In deze conceptnota is de mate van kostendekkendheid van de leges burgerzaken en de bouwleges onderzocht. Daarbij is geconcludeerd dat de leges burgerzaken in zijn totaal kostendekkend zijn. En dat het verloop van de kostendekkendheid van de bouwleges grillig is. De belangrijkste oorzaak hiervan is fluctuaties in de opbrengst van bouwleges.
134
Op basis van de conceptnota heeft het college besloten dat de gevolgen van de ontwikkelingen rondom een model voor legesberekeningen bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) voor de tariefstelling van de bouwleges bij de gemeente Aa en Hunze d.m.v. een aanvullend onderzoek (in- of extern) in beeld zal worden gebracht.
1.4.5.6 Procesbeschrijvingen De noodzaak van gedegen procesbeschrijvingen wordt binnen onze organisatie steeds breder onderschreven. In het kader van de elektronische dienstverlening is aandacht geweest voor de zogenoemde workflow. Dergelijke plannen kunnen niet verzilverd worden zonder gedegen beschrijvingen van het proces. Ook de flexibilisering van personeelsinzet, die we – voor een deel – noodgedwongen moeten toepassen vraagt om gestructureerde vastlegging van taken en activiteiten. We zullen het vastleggen van procesbeschrijvingen in Protos stimuleren daar waar nodig. Dat betekent niet dat we het organisatiebreed beschrijven als doel op zich voor staan. Wat gaan we doen in 2011 en volgende jaren
Wanneer
•
2011 e.v.
• • • • • • •
Organisatieontwikkeling Ondersteuning bij de verdere organisatieontwikkeling en aanpassing/doorontwikkeling van het planning- en controlinstrumentarium Programmabegroting De doorontwikkeling is een continu proces. Productenramingen Voortzetting van het ingezette “opwaardeertraject”, waarbij het accent zal komen te liggen op eenduidigheid. Activiteitenplanning De doorontwikkeling is een continu proces. Managementrapportage Voortzetting en verdere uitbouw van de huidige digitale uitvoeringsvorm Beleidsplan Najaarsnota Aanvullend onderzoek kostendekkendheid tarieven
2011 e.v. 2011 e.v.
2011 e.v. 2011 e.v. e 2 kwartaal 2011 4e kwartaal 2011 2011
1.4.5.7 Centrale inkoop Het per 1 januari 2007 vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt, zoals bekend, gefaseerd ingevoerd. Steeds meer inkopen en aanbestedingen vinden inmiddels plaats volgens het criterium “economisch meest voordelige aanbieding” in plaats van op “laagste prijs”. De eerder unaniem door de Tweede Kamer aanvaarde nieuwe Aanbestedingswet is dinsdag 8 juli 2008 door de meerderheid van de Eerste Kamer verworpen, waardoor in 2009 de huidige richtlijnen zijn blijven gelden. De verwachting is dat de nieuwe Aanbestedingswet per 1 januari 2011 in werking treedt. Anticiperend op deze nieuwe wet gaan we in het vierde kwartaal van 2010 het inkoop- en aanbestedingsbeleid herijken. In deze herijking worden de inkoopdrempels voor werken en leveringen en diensten opnieuw beoordeeld en het uitgangspunt daarbij is een werkbare en flexibele werkwijze passende in de nieuwe wetgeving. In het huidige gemeentelijk inkoopbeleid is vastgesteld, dat duurzaam inkopen wordt meegenomen in het inkoopproces en dat de deelnameverklaring Duurzaam inkopen wordt ondertekend. Tijdens een symposium op 19 september 2008 in het provinciehuis van Drenthe is door onze gemeente de verklaring “Duurzame inkopen”ondertekend. De verklaring houdt voor deze bestuursperiode in, dat de gemeente de ambitie heeft om in 2010 75% duurzaam in te kopen. Op basis van rijksrichtlijnen zijn voor onze gemeente duurzaamheidcriteria opgesteld welke verwerkt zijn in een handleiding. Besloten is om voor alle inkopen waarvoor SenterNovem duurzaamheidcriteria heeft opgesteld, duurzaam te gaan inkopen. Duurzaam inkopen houdt in dat de minimumeisen uit de stukken van SenterNovem moeten worden opgenomen. De inkoopadviseur ziet er op toe dat niet alleen de minimumeisen in de aanbesteding worden meegenomen, maar beoordeelt ook de eventuele aanvullende criteria op het gebied van duurzaamheid. In de Najaarsnota van 2010 wordt gerapporteerd in hoeverre de doelstellingen van 2010 zijn gerealiseerd. In het
135
collegeprogramma 2010-2014 hebben we de doelstelling om in 2010 75% duurzaam in te kopen verhoogd naar 100%. Dit betekent dat de doelstelling is dat alle (nieuwe) inkopen vanaf 2011 duurzaam dienen te zijn. Naast duurzaamheid is samenwerking erg belangrijk op het gebied van inkoop. De samenwerking tussen de verschillende Drentse gemeenten op het gebied van inkoop verloopt goed. Daarnaast neemt onze gemeente deel aan het GIN (Gemeentelijk Inkoopplatform Noord Nederland) en er is een onderzoek gedaan naar de behoefte en de vorm van samenwerken. Uit dit onderzoek bleek dat GIN een goed middel is voor kennisdeling en gezamenlijk aan te besteden waar mogelijk en wenselijk is. Per aanbesteding wordt beoordeeld of samenwerking mogelijk is en voordeel oplevert. Voordelen bij samenwerking zijn o.a. te vinden in financieel voordeel door schaalvergroting, kennisdeling en gezamenlijk delen van de aanbestedingskosten. Eén van de bezuinigingsvoorstellen heeft betrekking op inkoop. Door middel van een mix van maatregelen (zoals andere gunningscriteria, langere looptijdcontracten, samenwerking tussen gemeenten intensiveren, verruiming toegang overheidsopdrachten) is het mogelijk om een structureel voordeel van € 100.000 te behalen. Door middel van collegebesluiten zal dit voordeel naar aanleiding van concrete aanbestedingen worden ingeboekt. In de Jaarrekening en Najaarsnota zullen we u nader infomeren over deze taakstelling.
136
1.4.6 Verbonden partijen Inleiding De gemeente Aa en Hunze heeft zowel bestuurlijke als financiële belangen in verschillende organisaties met een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtsvorm. Een verbonden partij is volgens Artikel 1 van het BBV een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de relatie tussen de verbonden partijen en het publieke belang, zoals in hoofdlijnen beschreven in de programma’s van de gemeente. Ook komen aan de orde ontwikkelingen, c.q. voornemens als het gaat om nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen of eventuele andere actualiteiten omtrent verbonden partijen die gevolgen kunnen hebben voor de taakuitvoering van de verbonden partijen, dan wel financiële consequenties kunnen hebben. In de jaarstukken wordt tevens jaarlijks bij de toelichting op de productenrealisatie een lijst van verbonden partijen gevoegd.
Kaders Algemeen beleid De gemeente Aa en Hunze heeft als beleid het aangaan van Gemeenschappelijke Regelingen zoveel mogelijk te beperken. Gemeenschappelijke Regelingen kunnen wel aangegaan worden uit het oogpunt van efficiency en kostenbeheersing, wanneer het een duidelijk voordeel oplevert voor de gemeente. Nota verbonden partijen Op 23 april 2008 heeft de raad de Verordening ex 212 van de Gemeentewet opnieuw vastgesteld. Hierin is opgenomen artikel 20 lid 1 “Het college biedt op verzoek van de raad ter vaststelling door de raad een nota verbonden partijen aan.”
Risico’s Naast voordelen die samenwerkingsverbanden opleveren, zijn er ook risico’s aan verbonden. Door afvaardigingen in het algemeen en/of dagelijks bestuur kunnen financiële risico’s worden beheerst. Het risicoprofiel van gemeenschappelijke regelingen is over het algemeen laag, veelal is er een redelijk voorspelbare stijging van de jaarlijkse exploitatielasten. Het bezit van aandelen van privaatrechtelijke ondernemingen heeft in het algemeen een positief effect. De economische waarde kan namelijk hoger liggen dan de balanswaarde. Wel is voorzichtigheid geboden bij het structureel ramen van dividend uitkeringen, omdat achterblijvende uitkeringen kunnen leiden tot een structureel budgettair probleem.
137
Overzicht verbonden partijen Openbare Lichamen Organisatie/ vestigingsplaats Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Financiële bijdrage 2011
Vertegenwoordiging
34.000 Burgemeester Van Oosterhout (lid) Wethouder Wiersum (plv)
Den Haag Vereniging van Drentse Gemeenten
7.000 Burgemeester Van Oosterhout (lid) Wethouder Wiersum (plv)
Westerbork Gemeenschappelijke regeling Eems Dollard Regio (EDR) Leer
Veiligheidsregio Drenthe
3.200 Wethouder Wiersum (lid) Burgemeester Van Oosterhout (plv) Dhr. Brands (lid) Dhr. Huurman (plv)
207.200 Burgemeester Van Oosterhout Wethouder Wassink (plv)
Assen Instituut voor Creatieve Ontwikkeling (ICO) (GR in liquidatie)
10.000 Burgemeester Van Oosterhout (lid DB/AB) Wethouder Wiersum (plv)
Assen Werkvoorzieningschap Alescon
73.000 Wethouder Dijkstra (lid) Wethouder Wassink (plv)
Hoogeveen
Gemeenschappelijke regeling intergemeentelijke sociale dienst van de gemeenten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo (ISD) Assen Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Drenthe (GGD Drenthe) Assen Recreatieschap Drenthe Diever Gemeenschappelijke regeling Garantievoorziening voormalige Bestuursacademie Noord-Nederland Assen Vereniging Bestuursacademie Nederland
1.058.000 Wethouder Dijkstra (lid) Wethouder Wassink (plv)
468.800 Wethouder Dijkstra (lid) Wethouder Wassink (plv)
72.900 Burgemeester Van Oosterhout (voorzitter) Wethouder Wiersum (plv) 2.400 Gemeentesecretaris Snoep (lid)
2.500 Gemeentesecretaris Snoep (lid)
Zwolle
138
Publiek belang / Programma
Belangenbehartiging van alle gemeenten bij andere overheden. Tweede Kamer, Kabinet en maatschappelijke organisaties zijn belangrijke gesprekspartners. Programma: Bestuur Behartigen van de gezamenlijke belangen van de Drentse gemeenten. Bijvoorbeeld vertegenwoordiging, belangenbehartiging en pleitbezorging richting provincie en Rijk. Programma: Bestuur Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van ruimtelijke ordening, infrastructuur, bevordering van de regionale economie, cultuur en dergelijke. Bevorderen grensoverschrijdende samenwerking, ondersteuning en coördinatie op de verschillende beleidsterreinen. Programma: Bestuur In deze organisatie worden de doelstellingen van de RBD en de GHOR gebundeld, gekoppeld aan de Hulpverleningsdienst Drenthe. Behartigen belangen op het gebied van de kunstzinnige vorming van de bevolking in de ruimste zin van het woord. Programma: Cultuur Activiteiten gericht op het creëren, bevorderen of instandhouden van werkgelegenheid ten behoeve van natuurlijke personen die een afstand hebben tot de reguliere arbeidsmarkt. Programma: Sociale zaken Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van werk en inkomen. Hierdoor is het mogelijk de inwoner die geen werk en/of geen inkomen heeft zo goed en snel mogelijk te helpen. Zo mogelijk bij één loket. Programma: Sociale Zaken Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de volksgezondheid in brede zin. Programma: Welzijn Behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van recreatie en toerisme. Programma: Recreatie en toerisme Vangnetvoorziening voor verplichtingen die ten laste van de GR doorlopen voor voormalig ambtelijk aangestelde medewerkers. Programma: Financiën en bedrijfsvoering Middels het lidmaatschap van de vereniging zet de gemeente zich in voor gekwalificeerd bestuursdienstonderwijs. De vereniging dient als klankbord voor de Stichting Bestuursacademie Nederland. Programma: Financiën en bedrijfsvoering
Vennootschappen Organisatie / vestigingsplaats NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Boekwaarde 2011
Vertegenwoordiging
131.800 Wethouder Wassink (AVA)
Den Haag Essent/Enexis/Essent Milieu/Borsele Arnhem Waterleidingmaatschappij Drenthe
Publiek belang Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen. Programma: alle
2.700 Wethouder Wassink (AVA)
Een betrouwbare en continue nutsvoorziening tegen een redelijke prijs. Programma: Financiën en bedrijfsvoering
2.900 Wethouder Wassink (AVA)
Een betrouwbare en continue drinkwatervoorziening tegen de laagst mogelijke prijs. Programma: Financiën en bedrijfsvoering.
Assen N.B. bovenstaande subsidies/financiële bijdragen zijn afgerond op honderdtallen.
Belangrijke ontwikkelingen / voornemens Algemeen In het kader van de begrotingspositie is voor de gesubsidieerde instellingen gefaseerd over de jaren 2011 t/m 2015 een bezuinigingsrichting aangegeven van 10%. Hierbij zal indien gewenst en of noodzakelijk maatwerk worden toegepast. Voor de verbetering van de aansturing van verbonden partijen is een traject in gang gezet. Hierin zullen onder andere de invulling van de regiefunctie aan de orde komen. Indien mogelijk worden overeenkomsten met gesubsidieerde instellingen op basis van contractfinanciering afgesloten. Binnen de Vereniging Drentse gemeenten is bestuurlijk gesproken over een coördinerende aanpak van gemeenschappelijke regelingen teneinde de sturing te verbeteren. Wij willen het onderwerp “bezuinigingstaakstelling” met regelmaat geagendeerd zien in het kader van een gecoördineerde aanpak van de bezuinigingstaakstelling van de gemeenten in relatie tot de uitvoering van taken door verbonden partijen. Veiligheidsregio Drenthe De crisismanagementorganisatie van de veiligheidsregio zal worden herzien. Tevens wordt het samenwerkingsverband tussen de brandweerbureaus van de gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze verder uitgebouwd. Om de kwetsbaarheid in bemensing te verlagen, de kwaliteit te verhogen en mogelijke efficiency- voordelen te realiseren wordt onderzoek gedaan naar uitbreiding van het samenwerkingsverband naar de schaal van een brandweerdistrict Noord & Midden Drenthe. Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Drenthe In 2011 wordt besluitvorming voorzien ten aanzien van de toekomstige uitvoeringsorganisatie van de jeugdgezondheidszorg voor de groep van 0 – 4 jarigen.
139
140
1.4.7 Grondbeleid Onder grondbeleid wordt verstaan het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Het grondbeleid heeft een grote financiële impact. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente. Gelet op deze risico’s is een afzonderlijke paragraaf over het grondbeleid verplicht gesteld. Achtereenvolgens zullen worden besproken: - Nieuwe nota’s en notities; - Beleidsvoornemens 2011; - De financiële positie; - De voortgang van de diverse complexen.
Nieuwe nota’s en notities Het afgelopen jaar zijn een nota en een notitie vastgesteld waarin het grondbeleid van de gemeente Aa en Hunze voor de komende jaren is vastgelegd. Nota Grondbeleid In de raadsvergadering van februari 2010 is de nota Grondbeleid 2010 vastgesteld. Doel van deze nota is het actualiseren van en het inzicht bieden in de hoofdlijnen voor het voeren van een samenhangend, strategisch en effectief grondbeleid. In de nota wordt een beschrijving gegeven van: - het juridisch kader voor het grondbeleid (wetgeving en overheidsbeleid); - het grondbeleid, de keuze tussen actief en facilitair grondbeleid en de samenwerking met derden; - de verschillende aspecten die een rol spelen bij de verwerving van grond; - het gronduitgifte- en prijsbeleid; - de financiële kaders voor grondexploitatie. In de verordening ex. artikel 212 Gemeentewet wordt aangegeven dat het college minimaal eens per vier jaar een (bijgestelde) nota Grondbeleid aan de raad aanbiedt. Notitie Overhoekenbeleid. De notitie Overhoekenbeleid is door de raad op 28 april 2010 voorlopig voor kennisgeving aangenomen en deze voor de Marktplaats van 2 november 2010 geagendeerd. Doel van deze notitie is het formuleren van heldere begripsbepalingen en uitgangspunten voor de afstoting en verkoop van overhoeken. Overhoeken zijn gemeentegronden, die niet voor goed gebruik of beleving van de openbare ruimte dan wel de uitoefening van de gemeentelijke taken nodig zijn. Daarnaast worden de grondprijsbepaling en de verkoopprocedure vastgesteld.
Beleidsvoornemens 2011 In 2011 zal Aa en Hunze verdere uitvoering geven aan hetgeen in de nota Grondbeleid is beschreven. De voortgang van de realisatie van de verschillende in exploitatie genomen complexen is verderop uitgewerkt.
De financiële positie Een financieel uitgangspunt bij grondexploitaties is het realiseren van een sluitende exploitatie, waarin alle kosten voor het realiseren van het openbaar gebied worden verhaald in de grondopbrengst inclusief een bijdrage in de infrastructuur in de ruimste zin van het woord. In 2010 zullen conform de beleidslijn zoals deze is omschreven in de nota Grondbeleid 2010 een aantal complexen worden afgesloten. Het betreft de complexen Eexterveen, Anloo 3e fase Bosweg, Ekehaar 2e fase, Schoonloo plantexpo en Huisartsenpraktijk Annen. De verwachting voor de af te sluiten projecten is
141
een positief resultaat van € 1.329.380, -. Dit resultaat zal worden toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondbedrijf. De resultaten van de nog lopende complexen staan door de economische omstandigheden onder druk. Om goed zicht te houden op de financiële positie van de grotere en risicovollere complexen Nooitgedacht en Bloemakkers wordt hierover 2x per jaar, met behulp van een externe partij, aan het college gerapporteerd. Indien de verwachte resultaten van een complex negatief zijn, dient dit verlies direct te worden genomen. In de rapportages van voorjaar 2010 zijn de te verwachten resultaten niet negatief. Wel dient te worden opgemerkt dat de verkoop in 2010 voor met name het complex Nooitgedacht achterblijft bij de (al behoudende) prognoses. Algemene reserve grondbedrijf en weerstandsvermogen Verliezen kunnen het gevolg zijn van twee soorten risico’s: - voorzienbare (exploitatie) risico’s; - onvoorzienbare of algemene (conjuncturele of markt) risico’s. De voorzienbare risico’s blijken uit de jaarlijkse toelichtingen op de bouwrekeningen. Ook voor onvoorzienbare risico’s, ontstaan door negatieve conjuncturele ontwikkelingen en/of rentestijging, dient een algemene reserve grondbedrijf in stand te worden gehouden. Het bepalen van de noodzakelijke omvang van de algemene reserve grondbedrijf is niet eenvoudig, omdat de omvang afhangt van onzekere factoren als marktontwikkelingen, de rentestand en de verwachte resultaten. Vermoedelijke stand algemene reserve grondbedrijf Algemene reserve per 31-12-2009 Toevoegingen 2010 Rente 2010 (5%) Rekening resultaat 2009 Geraamde onttrekkingen 2010 Algemene reserve per 01-01-2011 Toevoegingen 2011 Rente 2011 Positief resultaat afsluiting complexen 2010 Geraamde onttrekkingen 2011 Overheveling reserve bovenwijkse voorzieningen Algemene reserve per 31-12-2011 Verwachte toekomstige exploitatie inkomsten Verwachte omvang algemene reserve
2.286.925 - 114.346 - 2.408.156 4.809.427 - 1.516.546 3.292.881 - 164.664 - 1.429.380 1) 4.886.925 0 - 333.370 1) 5.220.295 2.145.206 7.365.501
1) Bij de berekening van de stand van de reserve grondbedrijf in de paragraaf weerstandsvermogen zijn deze bedragen niet meegenomen, omdat hierover op dat moment nog geen besluitvorming was.
Conform het voorstel in de nota reserves en voorzieningen 2010 wordt het vrij beschikbare saldo van de reserves bovenwijkse voorzieningen toegevoegd aan de algemene reserve grondbedrijf. De minimale omvang van het weerstandsvermogen ten behoeve van algemene risico’s is 15% van de positieve boekwaarden, vermeerderd met de nog te maken kosten en het verwachte eindresultaat. Deze cijfers zijn voor 2010 nog niet bepaald. Het benodigde weerstandsvermogen wordt daarom bepaald met behulp van de boekwaarden en geraamde kosten per 31-12-2009. Positieve boekwaarde onderhanden werken Boekwaarde gronden zonder kostprijsberekening Boekwaarde verspreide gronden / Hugeslaan Krediet voor strategische aankopen Nog te maken kosten objecten onderhanden werk, excl. af te sluiten complexen in 2010 Verwacht toekomstig resultaat Totaal 15% van € 43.418.397
11.634.467 520.918 49.925 1.000.000 28.067.881 2.145.206 43.418.397 6.512.760
142
Het benodigde weerstandsvermogen bedraagt volgens bovenstaande berekening € 6.512.760. Conclusie: Geconcludeerd kan worden dat de verwachte omvang algemene reserve van € 7.365.501 voldoet aan de minimaal geachte omvang en daarmee dus toereikend is om alle risico’s op te vangen. De financiële positie per complex per 1 september 2010 en het verwachte eindresultaat Complex
Boekwaarde 01-01-2010
Mutaties t/m augustus 2010
m2 nog te verkopen
verwacht eindresultaat
- 851.274 - 311.172 - 444.685 - 2.313
42.070 1.073 12.487 4.930
0 0 0 0
811.048 170.236 421.200 - 73.419
8.836.548 2.797.920 - 435.107 - 114.538 - 425.718
- 1.389.826 302.392 0 368 985
73.638 0 5.310 588
0 1.180.909 373.212 263.256 327.829
Annen Huisartsenpraktijk Gasteren 3e fase Schipborg 2e fase Annen Finim locatie SWS Oostermoer Gieterv. Ind. terrein G.nijveen Grolloo (dorp + zuid) Hugeslaan
- 133.615 150.807 21.925 741 423 474.087 6.550 49.925
9.341 0 0 0 255.843 0 0 0
Totaal
9.620.504
- 760.337
Af te sluiten in 2010 Eexterveen Anloo 3e fase Bosweg Ekehaar 2e fase Schoonloo plantexpo In exploitatie Nooitgedacht Bloemakkers Anderen 2e fase Annerv. kanaal A en D Dwarsplaatsen Oost Niet in exploitatie 94.274
- 750
79.536
3.567.795
De voortgang van de complexen Complexen in exploitatie Eexterveen Er zijn geen kavels meer beschikbaar. Het plan wordt eind 2010 afgesloten. Er zullen nog werkzaamheden voor verharding en groenvoorziening plaatsvinden. Dit zal in 2010 worden afgerond. Anloo Bosweg Er zijn geen kavels meer beschikbaar. Het plan wordt eind 2010 afgesloten. Er zullen nog werkzaamheden voor verharding, groenvoorziening, openbare verlichting en brandkranen moeten plaatsvinden. In totaal is hiervoor een bedrag van € 131.162 opgenomen. Schoonloo Plantexpo Er zijn geen kavels meer beschikbaar. Het plan wordt eind 2010 afgesloten. Er zullen nog werkzaamheden voor verharding, riolering en groenvoorziening moeten plaatsvinden. In totaal is hiervoor een bedrag van € 65.285 opgenomen.
143
Ekehaar Noord West 3e fase Er zijn geen kavels meer beschikbaar. Het plan wordt eind 2010 afgesloten. Het plan is al bouwrijp gemaakt en op dit moment wordt gewerkt aan het woonrijp maken. Openbare werken is bezig met de beplanting. Per 31/12/2009 is door Openbare Werken een raming van nog te maken kosten van € 37.390 opgenomen. Nooitgedacht (Rolde Zuid) De eerste fase bouwrijp maken is volgens planning afgerond en opgeleverd binnen de budgettaire kaders. Aan deze eerste fase kavels (vrije sectorkavels in het bosmilieu (27) en 2 veldkavels) zijn in januari 2010 in totaal 14 kavels toegevoegd. De verkoop van de vrije sectorkavels is in de loop van 2009 vanwege de economische recessie stilgevallen en er zijn nog geen tastbare tekenen van herstel. Om de markt optimaal te kunnen bedienen zijn de optievoorwaarden verruimd voor de nu in de markt staande kavels. Potentiële kopers hebben nu meer tijd om hun huidige woning te verkopen. Van de nu in verkoop gebrachte 43 kavels zijn er 12 kavels verkocht; op 4 kavels is optie genomen. Woningstichting De Volmacht heeft recentelijk laten weten af te zien van de verdere ontwikkeling van woningen in het plan Nooitgedacht. Er wordt nagedacht over een mogelijke doorstart met een eventuele andere partij. De Trans heeft de nieuwbouw voor haar cliënten grotendeels gerealiseerd. De sloop van de woningen van De Trans zal in twee fasen plaatsvinden waarbij de eerste fase inmiddels is afgerond. De Weco-locatie is in 2010 verkocht. Aangezien het een omvangrijk plan behelst, ondersteunt Purple Blue dit plan. Zowel bij de Jaarrekening als bij de Najaarsnota wordt een tussentijdse rapportage opgesteld. e Anderen 2 fase (Gevelakkers) Het plan is bouwrijp gemaakt en alle kavels zijn verkocht. Bij een 3 tal woningen is nog niet gestart met de bouw. Het plan zal na realisatie van de bouw van de woningen woonrijp worden gemaakt hiervoor is een kostenraming van € 111.289,- gemaakt. Er wordt van uitgegaan dat het plan in 2012 wordt afgesloten.
Annerveenschekanaal locatie A en D Het plan bestaat uit de locatie A en D. Locatie A (Polderweg) is in uitvoering bij projectontwikkelaar Megahome. De eerste fase is op één vrijstaande woning na volgebouwd. Het voornemen van de projectontwikkelaar is in de 2e fase 5 vrijstaande woningen te realiseren. De 4 kavels in Annerveenschekanaal locatie D zijn in januari 2007 in verkoop gegeven aan de plaatselijke makelaar Aa en Hunze makelaardij te Gieten. Op dit moment zijn er nog 2 onverkochte kavels. Dit betreffen kavels voor het realiseren van woningen in particulier opdrachtgeverschap. Verwachting is dat het plan loopt tot eind 2012 maar de verkoop van de grote kavels verloopt moeizaam. Er is in 2010 dan ook gestart met een onderzoek om de strategie te wijzigen. Het streven blijft hierbij de kavels uiterlijk 2011 te verkopen.. Dwarsplaatsen Oost te Gasselternijveen Het plan is in één keer bouwrijp gemaakt en er is nog niet begonnen met het woonrijp maken van het plan. Per 31/12/2009 is een bedrag van € 201.890 opgenomen voor nog uit te voeren woonrijp maken. Er is er nog één onverkochte kavel. Voor één van de kavels dient er nog duidelijkheid te komen over de bouwplannen. Doelstelling is deze exploitatie af te sluiten in 2011. Bloemakkers (Gieten) Inmiddels is het bestemmingsplan bouwrijp en kunnen de kavels in reservering worden gegeven. Voor het aanleggen van de waterberging dient nog grond te worden geleverd door Rijkswaterstaat. Dit geldt eveneens voor een klein strookje bij de rotonde die aansluit op de Rondkamp. De looptijd van de exploitatie is van 1 januari 2009 tot 1 januari 2017. De uitgiftesnelheid van de kavels is, in het bijzonder door de marktontwikkeling, een risico. Op dit moment is 7.000 m² grond in reservering genomen. Conform het communicatieplan wordt publiciteit gegeven ten behoeve van het project. Aangezien het een omvangrijk plan behelst, ondersteunt Purple Blue dit plan. Zowel bij de Jaarrekening als bij de Najaarsnota wordt een tussentijdse rapportage opgesteld.
144
Complexen nog niet in exploitatie. Annen Huisartsenpraktijk In 2009 is een krediet van € 141.188 beschikbaar gesteld voor het bouwrijpmaken van het plan Huisartsenpraktijk te Annen. Het besluit heeft betrekking op de samenwerkingsovereenkomst voor de bouw van een huisartsenpraktijk met apotheek aan de Ronkelskamp te Annen, alsmede een overeenkomst tot verkoop van de ondergrond van de ontwikkellocatie. De overeengekomen prijs bedraagt € 166.785 en is in 2009 verantwoord. De verantwoorde kosten hebben betrekking op de kosten bouwrijpmaken (€ 20.600) en externe + interne voorbereidingskosten (€ 11.000). Het plan is gezien de korte periode niet overgeboekt van “niet in exploitatie” naar “onderhanden werken”, omdat het plan al in 2010 kan worden afgesloten. e
Gasteren 3 fase Het plan heeft betrekking op een uitgeefbaar terrein van circa 5.500 m2. Het wordt als wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van woningbouw meegenomen in het actualisatieplan Gasteren. De planologische procedure wordt afgewacht en daarna wordt overwogen een exploitatieopzet te maken (2010). Schipborg 2e fase Het perceel valt buiten de rode contour en kent een hoge landschappelijke waarde (esrand). Woningbouw past niet (meer) in het beleid. Door het college is in 2008 besloten het complex gedeeltelijk af te boeken. De grond wordt binnenkort in de verkoop gezet als agrarische grond. De oppervlakte bedraagt 8.770 m2 à € 25.000 per ha (€ 21.925). Annen Finim locatie Dit heeft betrekking op een bedrijfskavel van het bouwplan Finim & Partners aan de Goorns/Spijkerboordijk te Annen. Dit plan gaat niet door. Het is gelegen op de locatie van het voormalige gemeentehuis in Annen. Voor deze locatie wordt een alternatief ontwikkeld. De verantwoorde kosten(€ 741) betreffen voorbereidingskosten, en zullen in 2010 worden afgeboekt. Gronden industrieterrein 2e fase Gasselternijveen Het plan is als wijzigingbevoegdheid opgenomen in het actualisatieplan voor Gasselternijveen. De boekwaarde van dit plan is bevroren ( 474.087) en meer duidelijkheid wordt nog in 2010 verwacht. Grolloo. Dit plan betreft een samenvoeging van de plannen Grolloo Zuid en dorp Grolloo. Het perceel ligt buiten de rode contour. Gelet op de ligging aan de rand van het dorp is het perceel in de toekomst wellicht te gebruiken voor landschappelijke inpassing. Het plan is in 2008 afgeboekt naar landbouwkundige waarde en wordt beschouwd als strategische grond. De oppervlakte bedraagt 2.620 m2 tegen € 25.000 per hectare is € 6.550. SWS Oostermoer Gieterveen Het plan heeft betrekking op de toekomstige ontwikkeling van de voormalige schoollocatie Gieterveen. De boekwaarde zoals die blijkt uit de algemene dienst (€ 232.208) is overgeheveld naar het grondbedrijf. In 2009 is slechts € 419 aan voorbereidingskosten verantwoord. Hugeslaan (landbouwgronden) Het complex heeft betrekking op gronden in Gasselte. Deze gronden zijn te gebruiken als ruilgronden bij eventuele herbestemming Mennega en aansluitende woningbouw (lint) richting Dorpsstraat. Het complex is in 2008 afgeboekt naar landbouwkundige waarde en wordt beschouwd als strategische grond. De waarde 2 van 19.970 m bedraagt € 49.925.
145
146
2 FINANCIELE BEGROTING Het onderdeel financiële begroting van deze programmabegroting gaat met name in op de budgettaire aspecten en op de financiële gevolgen van de beleidsbegroting. De financiële begroting is de tegenhanger van de jaarrekening.
Inhoud: 2.1 Uiteenzetting van de financiële positie 2.2 Overzicht lasten en baten financiële begroting 2.3 Vaststelling financiële- en beleidsbegroting
147
148
2.1
Uiteenzetting van de financiële positie
In dit hoofdstuk wordt de verwachte ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente Aa en Hunze aangegeven. Wij geven hierbij aandacht aan de volgende onderwerpen: -
Ontwikkelingen op rijksniveau; Financiële gevolgen van het Collegeprogramma 2010-2014; Verloop van de Vrije Algemene Reserve; Ontwikkeling financiële positie; Ter afweging staande onderwerpen in 2011; Investeringen 2011; Stand en verloop van de reserves en voorzieningen; Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.
Ontwikkelingen op rijksniveau De Algemene uitkering uit het Gemeentefonds Junicirculaire 2010 In de junicirculaire wordt meegedeeld dat de normeringssystematiek gemeente- en provinciefonds geëvalueerd wordt door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de fondsbeheerders, de VNG en het IPO. Dit rapport dient als input bij de onderhandelingen over het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet. In de junicirculaire is geen nieuws te melden over de accresontwikkeling 2012 en volgende jaren. Wel vinden er enkele taakmutaties plaats. Septembercirculaire 2010 Inmiddels is de septembercirculaire 2010 verschenen. Ten opzichte van de juni-circulaire biedt deze circulaire weinig nieuws. Gezien de stand van de besluitvorming op rijksniveau konden nog geen mededelingen worden gedaan over de ontwikkeling van het Gemeentefonds in 2012 en verder. Regeerakkoord Inmiddels is het Regeerakkoord door het beoogde nieuwe kabinet gepresenteerd. Daarin is o.a. een algemene korting voor gemeenten opgenomen van € 1,2 miljard. Dat is lager dan aanvankelijk was gedacht. Het lijkt er echter op, dat in het Regeerakkoord korting op korting wordt gestapeld. Behalve een algemene korting van € 1,2 miljard is er sprake van een doelmatigheids- en efficiencykorting op taken die nog moeten worden gedecentraliseerd. Het gaat hierbij om een bedrag van € 400 miljoen. Nu dit Regeerakkoord er ligt, lijkt het erop dat we met onze inschatting van de bezuinigingen in de goede richting zitten.
Financiële gevolgen van het Collegeprogramma 2010-2014 Financieel beeld voor 2011 en volgende jaren De begroting 2011 en het Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 zijn opgesteld aan de hand van het Collegeprogramma 2010-2014 en de Perspectiefnota 2010. De in de Perspectiefnota 2010 onder "niet ter afweging staande onderwerpen" opgenomen bedragen zijn verwerkt in de primitieve begroting 2011. Naast die “niet ter afweging staande onderwerpen” zijn ook de in de Perspectiefnota opgenomen bijstellingen over het jaar 2010 met een doorwerking naar 2011 verwerkt. Vanzelfsprekend kon nog geen rekening worden gehouden met de gevolgen van het nieuwe Regeerakkoord. Op basis van de uitkomsten van de Productenraming 2011 kan de volgende berekening worden gemaakt van de uitkomsten na verwerking van het Collegeprogramma 2010-2014. Het gaat hier dus om de “ter afweging staande onderwerpen” waarover besluitvorming door uw raad dient plaats te vinden.
149
Begrotingsvoorstel 2011
Saldo productenraming 2011 voor bestemming Mutatie reserves Saldo productenraming 2011 na bestemming Ter afweging staande onderwerpen: Collegeprogramma 2010-2014 Bezuinigingstraject Onttrekking aan de VAR Niet ter afweging staande onderwerpen: Niet-trendmatige ontwikkelingen
structureel
incidenteel
-538.000 649.000 111.000
1.720.000 -1.023.000 697.000
-390.000 787.000
-1.446.000 248.000 501.000
-81.000
Saldo programmabegroting 2011 na verwerking voorstellen
427.000
0
Op grond van de huidige stand van zaken zal de begroting 2011 structureel sluiten met een positief saldo van € 427.000 en incidenteel een tekort laten zien van € 501.000. Gelet op de geprognosticeerde begrotingsuitkomsten voor de jaren 2012-2015, zoals die in het Financieel Meerjaren Perspectief zijn opgenomen, dient het structurele begrotingsoverschot in 2011 als “incidenteel” te worden aangemerkt. In de doorwerking naar het jaar 2012 is namelijk rekening gehouden met het niet structureel invullen van dit overschot uit 2011. Een gehele of gedeeltelijke structurele invulling van het bedrag heeft dus direct consequenties voor de prognoses. Het per saldo resterend negatief saldo van € 74.000 zal aan de Vrije Algemene Reserve worden onttrokken. Zie ook het onderdeel ‘Verloop van de Vrije Algemene Reserve’ verderop in dit hoofdstuk. Een aantal in basis structurele uitgaven is nog gedeeltelijke incidenteel opgenomen. Het gaat hier o.a. om een noodzakelijke verhoging van het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen en monumenten en de stortingen in het fonds voor grote projecten en het ILG. Wij menen hier verantwoorde keuzes te hebben gemaakt, mede gezien het gegeven dat er naast de inzet van incidentele middelen sprake is van een gefaseerde structurele opbouw van de bedoelde budgetten. Lange termijn ontwikkelingen / FMP 2012- 2015 Bij het opstellen van het collegeprogramma 2010-2014, waarvan de financiële vertaling in deze begroting heeft plaatsgevonden, is terughoudendheid betracht in het formuleren van nieuw beleid. Dat neemt niet weg, dat wij voornemens zijn een aantal forse ‘kwaliteitsinjecties’ te doen door zeer gericht te investeren. Die uitgangspunten resulteren in een Financieel Meerjaren Perspectief met een geprognosticeerd structureel tekort van ruim € 300.000 in 2014. De vraag hierbij is echter hoe in de komende jaren de economie, de Rijksfinanciën en het Gemeentefonds zich zullen ontwikkelen.
150
Verloop van de Vrije Algemene Reserve Het structurele en incidentele begrotingsresultaat 2011 leidt tot een onttrekking aan de VAR van € 74.000. In de jaren 2012 tot en met 2015 is daarnaast een beroep op de VAR noodzakelijk van € 1.266.000 voor de dekking van de incidentele voorstellen en niet-trendmatige ontwikkelingen.
Verwacht verloop Vrije Algemene Reserve geprognosticeerde stand per 1 januari rente storting
2011 1.928.000
onttrekking geprognosticeerde stand per 31 december
2012 2.014.000
2013 1.455.000
2014 1.373.000
2015 1.238.000
1.183.000
145.000
130.000
115.000
100.000
-1.097.000 2.014.000
-704.000 1.455.000
-212.000 1.373.000
-250.000 1.238.000
-100.000 1.238.000
De voorstellen zoals die in deze begroting 2011 zijn opgenomen resulteren in een verwachte stand van de VAR per 31 december 2015 van afgerond € 1,2 miljoen. Tenslotte willen we opmerken dat de VAR in de afgelopen jaren met name gevoed werd door exploitatieoverschotten op basis van de Gemeenterekeningen. De vraag is in hoeverre er ook in de komende jaren nog sprake zal zijn van overschotten. De verwachtingen op dit punt zijn op grond van de huidige economische situatie bepaald niet groot. Met het vaststellen van de nota reserves en voorzieningen 2010 kunnen extra incidentele middelen beschikbaar komen. De incidentele middelen die na besluitvorming over deze nota vrijvallen kunnen dan betrokken worden bij de integrale afweging over het Beleidsplan 2011.
Ontwikkeling financiële positie Om een oordeel over de ontwikkeling van de financiële positie te kunnen geven is het van belang het weerstandsvermogen van de gemeente te bezien in relatie tot de ontwikkeling van de begroting. In paragraaf 1.4.2 weerstandsvermogen wordt de relatie aangegeven tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s. De weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer bedraagt € 8,8 miljoen (€ 5,7 miljoen in 2010). En de weerstandscapaciteit in de exploitatie bedraagt € 0,2 miljoen (€ 0,2 miljoen in 2010). In de programmabegroting is een vrije ruimte van € 9 miljoen beschikbaar. Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf 1.4.2. De vrije ruimte in de begroting bestaat bijna alleen maar uit weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer, de WAR en de VAR. Deze weerstandscapaciteit heeft een incidenteel karakter.
Ter afweging staande onderwerpen in 2011 Bij de ter afweging staande onderwerpen zijn de voorstellen opgenomen die voortvloeien uit het Collegeprogramma 2010-2014. Gevolgd door de voorstellen vanuit het bezuinigingstraject. Er is een onderscheid gemaakt tussen lasten die uit structurele middelen en die uit incidentele middelen gedekt worden. Er wordt uitgegaan van een rentepercentage van 5.
151
Collegeprogramma 2010-2014 structureel Nr.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Prog.
Bestuur/01 ** Cultuur/06 * Sport/07 Soc.Z/08 OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 OW/11 * OW/11 OW/11 ** OW/11 ** OW/11 Platt/14 Platt/14 Finbedr/16 Finbedr/16
Pensioenvoorziening wethouders Lokale omroep Renovatie zwembad de Borghoorns te Annen Natuurwerkplaats Anderen 1) Wegreconstructie ivm rioleringswerkzaamheden 1) Verkeers- en vervoersmaatregelen 1) Onderhoud gebouwen Onderhoud monumenten Verkeersveilige wegbermen Openbare verlichting langs fietspaden Vervanging brug Ravijnzicht Onderhoud bruggen Onderhoud schouwsloten ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten Taakstelling boventallig personeel Budget beschikbaar voor nieuw beleid Totaal
Uitgaaf
2011
-20.000 -16.500 -831.000 -5.000 -200.000 -70.000 -36.000 -12.500 -10.000 -25.500 -145.000 -31.000 -60.000 -10.000 -10.000 22.000 -85.000
-20.000 -16.500 -74.800 -5.000 -18.000 -8.200 -36.000 -12.500 -10.000 -2.300 -13.000 -31.000 -60.000 -10.000 -10.000 22.000 -85.000
-1.545.500
-390.300
1) Deze onderwerpen komen terug bij de voorstellen in het kader van het bezuinigingstraject (zie het onderdeel bezuinigingstraject – structureel). * Deze onderwerpen waren in de Perspectiefnota 2010 bij het onderdeel nieuwe voorstellen opgenomen. ** Nieuw: deze voorstellen waren niet of op andere wijze in de Perspectiefnota 2010 opgenomen.
Toelichting 1.
Pensioenvoorziening wethouders In 2006 heeft de gemeente een pensioenvoorziening gevormd voor de wethouders en de voormalige wethouders. Jaarlijks wordt een berekening gemaakt voor de hoogte van deze voorzieningen en vindt er, indien nodig, een aanvullende dotatie plaats t.l.v. de exploitatie. De stand van deze voorziening bij de jaarrekening 2009 is € 1.509.000. In de begroting 2009 is voorgesteld om m.i.v. 2008 gefaseerd t/m 2012 een structureel bedrag op te nemen van € 100.000. Op dit moment is er geen aanleiding om hier wijziging in aan te brengen.
2.
Lokale omroep Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor de bekostiging van lokale omroepen. Een bijdrage daartoe is versleuteld in het Gemeentefonds. Tot nu toe is geen aanspraak gedaan op deze bijdrage en is de bijdrage als algemeen dekkingsmiddel gebruikt. In de Mediawet is bepaald dat het college zorgt voor de bekostiging van de lokale publieke mediainstelling (voorheen omroep), als de gemeenteraad een positief advies heeft uitgebracht over de lokale media-instelling. Er mag pas uitgezonden worden als naast het positieve advies van de raad, het Commissariaat voor de Media een lokale omroep heeft aangewezen als verzorger van de lokale publieke mediadienst en een zendtijdtoewijzing heeft gedaan. Sinds enige tijd zijn wij in overleg met een lokale omroep in oprichting. Om die reden is het noodzakelijk dat in de begroting structureel het bedrag wordt opgenomen, dat hiervoor wordt aangegeven, zijnde € 1,30 per woonruimte. Dit komt neer op een bedrag van € 16.500.
3.
Renovatie zwembad de Borghoorns te Annen Het openluchtzwembad in Annen heeft in 2008 haar 40- jarig bestaan gevierd. In deze periode zijn er diverse kleine aanpassingen uitgevoerd aan de gebouwen en de installaties. Voor de vervanging e e van de zwembadwanden van het 2 en 3 bad, de vervanging van het kleuter(piere)bad en aanpassingen aan de waterbehandelingsinstallatie is een bedrag van € 465.000 beschikbaar.
152
Om een goed totaalbeeld voor de komende jaren te krijgen is in 2008 een definitief schetsplan uitgewerkt, met daaraan toegevoegd een kostenraming voor een totale renovatie van het openluchtzwembad. Hierbij zullen de gebouwen een upgrading krijgen en is ook de vervanging van de zwembadwanden van het 4e bad meegenomen, alsmede de hiervoor noodzakelijke aanpassingen aan de waterbehandelingsinstallatie. In het renovatieplan is ook aandacht besteed aan energiebesparing. Zo zal een groot gedeelte van de noodzakelijke energie voor de verwarming van het badwater worden geleverd door op de schuine dakvlakken zonnecollectoren te plaatsen. Na uitvoering van deze renovatie zal het openluchtzwembad de komende 25 jaar gevrijwaard zijn van groot onderhoud. Vervanging van de badwanden van het 2e, 3e en 4e bad dient op korte termijn te geschieden. Deze wanden hebben een theoretische afschrijftermijn van 25 à 30 jaar en beginnen door te buigen. Op meerdere plaatsen is de slijtage dusdanig dat alleen de topcoating nog voor de noodzakelijke waterdichtheid zorgt. De totale renovatiekosten zijn geraamd op € 1.296.000, exclusief BTW. Uitgaande van het reeds beschikbare bedrag van € 465.000, zal nog een bedrag van € 831.000 benodigd zijn. De bijbehorende kapitaallast bedraagt € 74.800. 4.
Natuurwerkplaats Anderen In het kader van plattelandsontwikkeling is in Anderen een natuurwerkplaats gerealiseerd bij een woon/zorgboerderij. De natuurwerkplaats zal door Vanboeijen en de Praktijkschool Winkler Prins worden benut als een vaste locatie voor werk- en leerprojecten in het kader van natuur- en landschapsbeheer voor mensen met een verstandelijke beperking en zeer moeilijk lerende jongeren. De raad heeft besloten gedurende een periode van 3 jaar een jaarlijkse bijdrage in de exploitatie van € 5.000 te verstrekken. Voor deze periode (2008 – 2010) kwam de dekking uit de reserve incidentele dekkingsmiddelen. Na deze periode wordt het project geëvalueerd. Bij een gunstige uitkomst was de jaarlijkse bijdrage in de exploitatie gecontinueerd. Inmiddels wordt de bijdrage niet meer gevraagd (zie ook het onderdeel bezuinigingstraject – structureel).
5.
Wegreconstructie i.v.m. rioleringswerkzaamheden In het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) is voorzien dat de riolering vervangen zal gaan worden. Daarnaast heeft de gemeente de verplichting t.a.v. het reduceren van het aantal rioolwateroverstortingen om te voldoen aan de basisinspanning en waterkwaliteitsspoor. Dit gebeurt door het afkoppelen van regenwater van het gemengde rioolstelsel. In het algemeen gaat dit soort werken gepaard met reconstructie van de weginrichting. Op basis van het GRP worden uit het rioolaandeel slechts de aanleg van de leiding en het herstel van de opgebroken sleuf bekostigd. Het wegenaandeel zit, afhankelijk van onderhoudstoestand, in het wegenonderhoudsprogramma en voorziet slechts in onderhoud van de bestaande verharding en niet in een algehele reconstructie. De extra kosten die gepaard gaan met de reconstructie worden geraamd op € 200.000 per jaar (afschrijving 25 jaar, kapitaallasten € 18.000). Zie ook het onderdeel bezuinigingstraject structureel.
6.
Verkeers- en vervoersmaatregelen In het FMP word uitgegaan van een investeringsbedrag van € 70.000 per jaar voor verkeersveiligheid, met een kapitaallast van € 8.200 per jaar (afschrijving 15 jaar). De uitvoering van verkeersveiligheidsmaatregelen zal zo veel mogelijk tegelijk met reconstructiewerkzaamheden plaatsvinden. Voor de uitvoering van diverse projecten hebben de gemeente en de provincie een convenant met elkaar gesloten. Hierbij geeft de gemeente aan welke projecten er zullen worden uitgevoerd en zal worden gekeken welk project voor BDU-subsidie in aanmerking komt. Diverse projecten vanuit de provincie en de gemeente zullen met elkaar worden afgestemd. Eind 2010 zal een nieuw convenant voor de jaren na 2010 worden afgesproken. Zie ook het onderdeel bezuinigingstraject - structureel.
7.
Onderhoud gebouwen In 2006 heeft de raad de “Nota onderhoud gebouwen” vastgesteld. Het betreft hier het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen, exclusief de dorpshuizen, onderwijsgebouwen en monumenten. In deze nota wordt gestreefd naar een onderhoudsniveau tussen de conditieschalen 2 en 3, wat overeenkomt met een redelijke tot goede onderhoudstoestand. Voor aan aantal gebouwen dient
153
hiervoor de komende jaren extra onderhoud te worden gepleegd. Voor het gemeentehuis, de 4 brandweerposten, het multifunctioneel centrum in Annerveenschekanaal en de locatie van Openbare Werken aan de Oelenboom is het groot onderhoud voor de komende 10 jaar voor het eerst opgenomen in 2008. De 4 sporthallen zijn allemaal in de periode 1976-1981 gebouwd. Om deze sporthallen optimaal te kunnen blijven gebruiken dienen hier de komende 10 jaar een aantal grote investeringen plaats te vinden, zoals het vervangen van de verlichtingsinstallaties, scheidingswanden en dakbedekkingen. Conform het meerjarig onderhoudsschema gemeentelijke gebouwen is voor groot onderhoud en schilderwerk op gemeentelijke gebouwen (excl. monumenten, schoolgebouwen en dorpshuizen) structureel respectievelijk € 179.000 en € 66.000 nodig. Hierbij zijn de bezuinigingen uit het jaar 2010 vanuit de Perspectiefnota verwerkt. Deze bedragen zijn in de begroting 2011 gedeeltelijk incidenteel opgenomen vanwege het ontbreken van structurele middelen. Vanaf 2009 t/m 2012 zijn de budgetten gefaseerd structureel opgenomen tot het benodigde bedrag. Het verschil wordt incidenteel aangevuld. Zie ook de hierna volgende onderdelen ‘Collegeprogramma 2010-2014 incidenteel’ en ‘Bezuinigingstraject – structureel’. 8.
Onderhoud monumenten De monumenten zijn vanaf 2008 opgenomen in een afzonderlijke meerjarenraming en losgekoppeld van de overige gebouwen. Voor de molens geldt vanaf 2006 een nieuwe subsidieregeling (BRIM). Om hiervoor in aanmerking te komen is voor een periode van 6 jaar een Periodiek Instandhoudings Plan (PIP) opgesteld door de Monumentenwacht Drenthe. Door de Rijksdienst (RACM) is de subsidie voor de komende 6 jaar toegezegd, mits het onderhoud in overeenstemming met de ingediende PIP- plannen wordt uitgevoerd. Voor het buitenschilderwerk aan de molens is de cyclus teruggebracht naar 4 jaar, aangezien bij een langere cyclus het vele houtwerk aan de molens onvoldoende is beschermd. Voor de kerkelijke gebouwen (en dus onze 3 kerktorens) wordt de nieuwe subsidieregeling in 2011 verwacht. Om deze reden is het noodzakelijke groot onderhoud aan de 3 torens voor het grootste gedeelte pas vanaf 2010 opgenomen in de meerjarenraming. Bij de kerktorens in Rolde en Gieten dienen de constructieve verdiepingsvloeren en de klokkenstoelen te worden gerenoveerd, vanwege ernstige houtaantasting. De afgelopen 50 jaar heeft hier geen definitief herstel aan plaatsgevonden. Door de monumenten op te nemen in een afzonderlijke meerjarenraming wordt ook duidelijk in beeld gebracht wat de daadwerkelijke onderhoudskosten hiervoor zijn. De subsidie bedraagt voor molens € 2.500 per gebouw per jaar vanaf 2007 en voor torens € 2.500 per gebouw per jaar vanaf 2010. Conform het meerjarig onderhoudsschema gemeentelijke gebouwen is voor groot onderhoud en schilderwerk van monumenten structureel respectievelijk € 51.000 en € 21.000 nodig. Hierbij zijn de bezuinigingen uit het jaar 2010 vanuit de Perspectiefnota verwerkt. Deze bedragen zijn in de begroting 2011 gedeeltelijk incidenteel opgenomen vanwege het ontbreken van structurele middelen. Vanaf 2009 t/m 2012 zijn de budgetten gefaseerd structureel opgenomen tot het benodigde bedrag. Het verschil wordt incidenteel aangevuld. Zie ook het hierna volgende onderdeel ‘Collegeprogramma 2010-2014 incidenteel’.
9.
Verkeersveilige wegbermen In 2010 is een bermbeleidsplan opgesteld. In dit plan is uiteengezet hoe we in de toekomst met bermen om zullen gaan. De uitwerking vindt plaats in het in 2010 op te stellen bermbeheerplan. Ook landelijk is de ontwikkeling gaande om verkeersonveilige bermen, ontstaan door bermschade aan te pakken. Vooruitlopend op het bermbeheerplan wordt in de periode 2009 t/m 2012 een structureel bedrag opgenomen van € 10.000 per jaar.
10.
Openbare verlichting langs fietspaden Langs de N34 ter hoogte van Annen/Anloo is een Openbaar Vervoer opstappunt gesitueerd. Dit opstappunt is bereikbaar via onverlichte fietspaden. Dit wordt als sociaal onveilig ervaren. Voorgesteld wordt om deze fietspaden buiten de kom van verlichting te voorzien. Fietspaden tussen OV knooppunt en Annen en Anloo (lengte ca. 650 meter): voorstel tot het plaatsen van 20 lichtmasten aan de hoofdrijbaan. In deze specifieke situatie overgaan tot het verlichten van de hoofdrijbaan waardoor ook het naastliggende fietspad voldoende wordt aangelicht. Vanaf 23.00 uur wordt het lichtniveau teruggebracht (gedimd) met 50%. Geraamde aanlegkosten: € 25.500 met een kapitaallast van € 2.300 (afschrijvingstermijn 25 jaar, rentepercentage 5).
154
11.
Vervanging brug Ravijnzicht Uit een in 2008 uitgevoerde inspectie is gebleken dat de brug Ravijnzicht constructief in een zeer slechte staat verkeert. De brug is daarom in dat jaar afgesloten voor het zwaar verkeer en alleen toegankelijk voor voetgangers en fietsers. De brug Ravijnzicht is een kenmerkende brug met een historische waarde. Instandhouding dient dan ook vanuit dit perspectief meegewogen te worden. Een algehele vervanging/restauratie op basis van een fietsbrug wordt geraamd op € 145.000. De kapitaallasten bedragen € 13.000, bij een afschrijvingstermijn van 25 jaar en een rentepercentage 5. De vervanging / restauratie staat voor 2011 gepland.
12.
Onderhoud bruggen In de begrotingen 2006 t/m 2008 was een bedrag van 3 keer € 30.000 beschikbaar voor het wegwerken van achterstallig onderhoud. Het onderhoud aan bruggen is echter van structurele aard en het beheersprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd. Op basis van de inspectiegegevens zijn de volgende bedragen nodig: - groot onderhoud gemiddeld per jaar € 37.000. - herstellen van verkeersschade jaarlijks € 3.000. - onderhoud van de corrosiebescherming, het schilderwerk € 15.000. Totaal een bedrag van € 55.000 per jaar. In de begroting is voor het totale onderhoud op dit moment een structureel bedrag beschikbaar van € 24.000. Dit bedrag is niet toereikend voor het uitvoeren van het totale bedrag aan onderhoud. Een structurele verhoging van € 31.000 is noodzakelijk. Tot nu toe was deze verhoging incidenteel geraamd.
13.
Onderhoud schouwsloten Op basis van prestatiebestekken is voor onderhoud van watergangen een bedrag noodzakelijk van in totaal € 136.000 per jaar. Daarbij moet jaarlijks rekening worden gehouden met ca. € 14.000 bijkomende stortkosten slootvuil, waarmee het totale onderhoudsbedrag voor schouwsloten uitkomt op € 150.000. In de begroting is een bedrag van € 90.000 beschikbaar zodat een aanvullend structureel bedrag van € 60.000 noodzakelijk is.
14.
ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) De Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) beoogt de realisatie van rijksdoelen voor het landelijk gebied (top-down) te verbinden met bottom-up ontwikkeling in de regio’s. Projecten die in aanmerking komen voor financiële ondersteuning in het kader van het ILG zijn veelzijdige natuur, recreatie, landschap met kwaliteit, vitale landbouw, vitaliseren plattelandseconomie, duurzaam bodemgebruik, waterbeheer en reconstructie zandgebieden. De WILG is de basis voor de uitvoering van het Provinciaal Meerjarenprogramma (pMJP). Het pMJP biedt kansen en mogelijkheden om gebiedsgericht te gaan werken. In Drenthe is gekozen voor vijf robuuste pMJP-gebieden, namelijk Noord west-Drenthe, Drentsche Aa, Zuidwest-Drenthe, Hunze en Zuidoost-Drenthe. De gemeente Aa en Hunze maakt onderdeel uit van de gebieden Drentsche Aa en Hunze. De provincie voert de regie bij het ILG. Daarnaast zijn belangrijke rollen weggelegd voor gemeenten en de waterschappen. Gezamenlijk bestaat de zorg de rijksdoelen uit het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland 2007-2013 te halen. Halverwege deze periode constateert de provincie in een Mid Term Review (MTR) dat we goed op koers liggen. Dit dankzij de gezamenlijke inspanningen van provincie met de gemeenten, waterschappen en andere partijen (zoals maatschappelijke organisaties). Voor de uitvoering van projecten en de benodigde (co) financiering was het voornemen van onze gemeente om vanaf 2007 jaarlijks een structureel bedrag van € 75.000 in de begroting op te nemen, zodat de meerjarig voorgestelde verhogingen van dit budget zouden leiden tot een structureel bedrag van € 500.000 in 2013. Vanwege de financiële positie van de gemeente werd voor de jaren 2007 en 2008 het structurele bedrag omgezet in een incidenteel bedrag. Voor 2009 werd een structureel bedrag van € 37.000 opgenomen. Dit is in 2010 verhoogd met een bedrag van € 10.000 tot € 47.000. De verwachte stand van de reserve ILG bedraagt per 1-1-2011 € 146.000. In dit saldo is al rekening gehouden met een beslag van € 240.000 voor de knooppunten Anderen en Gasteren, de bijdragen voor het dorpshuis Gasteren, kruising Bosweg Anloo en het Kniphorstbos. Voorgesteld wordt om voor de jaren 2011 t/m 2015 € 10.000 structureel per jaar op te nemen. Daarnaast is voor 2011-2014 € 100.000 incidenteel per jaar opgenomen.
155
In verband met de uitvoerige projectenlijst en de beperkte financiële middelen zullen keuzes gemaakt moeten worden en prioriteiten gesteld worden. In het kader van het ILG zijn inmiddels de volgende projecten gerealiseerd: Toegangspoort Rolde, Toegangspoort Anloo (bij de Homanshof en achter café Popken-Hollander) en het knooppunt Kniphorstbosch in Anloo. Het knooppunt Anderen is in uitvoering. De gemeentelijke bijdrage is bepaald op € 20.374. Knooppunten Gasteren en Balloo zijn in voorbereiding. Over het knooppunt Gasteren (Galgenriet en Gasterense Duinen) is in overleg met de provincie en Staatsbosbeheer, het maximale gemeentelijk aandeel bepaald op € 45.000. Het knooppunt Balloo moet nog worden afgestemd met het gebiedsproces Balloo, het overleg hierover is doorgeschoven naar eind 2010. 15.
Fondsvorming grote projecten Het fonds grote projecten wordt in principe benut voor grote investeringen; bedoeld worden investeringen van meer dan € 225.000. Kleinere investeringen zijn toegestaan als zij bijdragen aan de doelstelling van de grote gebiedsgerichte projecten: Project Veenkoloniën, Hunzeproject en het project Drentsche Aa. De verwachte stand van de reserve grote projecten bedraagt per 1-1-2011 € 145.000. In dit saldo is al rekening gehouden met een beslag van € 452.000 t.b.v de Drents-Groningse Veenkoloniën (boselement), de Agenda voor de Veenkoloniën, het project Torenveen van het Drents landschap e en de reconstructie van de Stationsstraat in Gieten (1 fase). In 2008 is een extra structureel bedrag toegevoegd aan het fonds grote projecten van € 22.500 ten behoeve van de verbetering van de infrastructuur in het centrum van Gasselternijveen. Dit legt een beslag op jaarlijks structureel beschikbare middelen t.b.v. de fondsvorming grote projecten. Voeding fonds grote projecten Vanwege de financiële positie van de gemeente was voor de jaren 2007 t/m 2010 het structurele bedrag omgezet in een incidenteel bedrag. Voorgesteld wordt om in vervolg op de jaren 2009 en 2010 voor 2011 t/m 2015 ook € 10.000 structureel per jaar op te nemen en € 100.000 incidenteel per jaar. Bij de beoordeling van voorkomende projecten zal ten aanzien van de financiering de prioriteit worden gelegd bij het onderbrengen van deze projecten bij het ILG. Is dat niet mogelijk dan wordt het fonds grote projecten ingezet. Voor de komende periode houden wij onder meer rekening met de volgende projecten: Hunzeproject
Het Hunzegebied is aangewezen als gebied in het kader van het provinciaal Meerjarenprogramma. Een gebiedsopgave Hunze is in 2007 opgesteld met de belangrijkste doelen voor de komende 7 jaar. Belangrijk uitgangspunt in deze gebiedsopgave is dat de bevolking een belangrijke rol heeft bij de realisering van een vitaal platteland. Vanuit de bottom-up benadering wordt gewerkt met deelgebiedcommissies. De deelgebiedcommissie Aa en Hunze richt zich op een aantal thema’s en adviseert over diverse projecten die binnen het Hunzeproject worden opgestart. De deelgebiedcommissie initieert geen eigen projecten, deze worden wel opgestart door de bestuurlijke partners zoals het Drents Landschap. De projecten van de bestuurlijke partners zijn voor financiering opgenomen in het meerjarenprogramma voor het investeringsbudget landelijk gebied dat wordt ondersteund met lokale-, provinciale- en rijksmiddelen. De processen voor het Hunzeproject staan vast, wel wil de deelgebiedcommissie in afstemming met de gemeente haar eigen functioneren kritisch volgen om een meerwaarde te kunnen betekenen in het Hunzeproject. Met betrekking tot de projecten is er een sterke overlap met de Agenda voor de Veenkoloniën (zie hieronder), deze projecten komen ook ten goede aan het Hunzegebied. Specifiek voor de Hunze is de natuurontwikkeling rondom de Hunze zoals bij Torenveen en Oude Weer, het MFC Gieterveen en de Stichting Hunzevallei. De recreatieve ontsluiting van het Hunze gebied is een belangrijk aandachtspunt evenals de realisatie van een groen bedrijventerrein. Het bottom-up proces is kenmerkend voor het project, dit houdt echter ook in dat ruimte gewenst is voor het inbrengen van projecten vanuit het gebied. Project Veenkoloniën De basis voor dit project is het strategisch beleidsdocument 'De Agenda voor de Veenkoloniën'. Naast een lange termijnvisie op de gewenste ontwikkelingen in het veengebied, is De Agenda ook
156
een programma met concrete maatregelen voor de korte en middellange termijn. De Agenda is begin 2008 geactualiseerd voor de periode 2008 – 2012. De inzet van de gemeente blijft er op gericht om het programma met de bestuurlijke partners uit het gebied tot uitvoering te brengen. De volgende projecten zijn inmiddels gerealiseerd of gestart met een direct belang voor de gemeente Aa en Hunze: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Project Van Turfvaart naar Toervaart. Project revitalisering en herstructurering omgeving Bareveld. Project ICT – infrastructuur (glasvezelnetwerk + veenlab). N33 (regionale cofinanciering). Neo-Veenkoloniaal bouwen (stedenbouwkundige analyse ontwikkeling linten). Werkplaats voor plattelandsvernieuwing (nieuwe onderwijsmethode hoger onderwijs). Project Groene Ster Veenkoloniën (gebiedsvisie Aa en Hunze / Veendam / Hoogezand). Project Bio-energie (ruimtelijke en economische verbindingen tussen agrarische sector en landschap met toepassing van nieuwe energiebronnen). 9. Project duurzaam leren (implementatie onderwijsmethode Michael Fullan). 10. Werkplaats Veenkoloniën (samenwerking tussen partners Agenda en div. onderwijs- en kennisinstellingen).
Het project van Turfvaart naar Toervaart is gefinancierd binnen de middelen die beschikbaar zijn uit de afkoopsom van de gemeente Groningen voor beheer en onderhoud van het Grevelingkanaal, inclusief de nog te betalen afkoopsom van ca. € 30.000 aan het waterschap voor zgn. bovenwaterschappelijke lasten. De overige projecten zullen zoveel mogelijk worden opgenomen in het meerjarenprogramma voor het investeringsbudget landelijk gebied dat wordt ondersteund met lokale-, provinciale- en rijksmiddelen. In de resterende gevallen wordt een beroep gedaan op het fonds grote projecten. Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa In het kader van het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Drentsche Aa 2007-2013 is door de verschillende partijen, die participeren binnen het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa, een uitgebreid uitvoeringsprogramma opgesteld. Aan de hand van de thema’s water, landbouw, natuur en landschap, recreatie en toerisme en wonen en leefbaarheid zijn diverse projecten geformuleerd. Wij zijn als gemeente nauw betrokken bij diverse projecten die binnen onze gemeente spelen. In het kader van het Plan van Aanpak Levend bezoekersnetwerk Drentsche Aa gaat het om de realisatie van een drietal knooppunten in respectievelijk Anderen, Gasteren en Balloo. Daarnaast spelen er ook de nodige ontwikkelingen binnen het Rolderdiep. Daarbij gaat het om de realisatie van de volgende doelstellingen: - herstel van de historische beekloop; - realiseren van waterdoelen in verband met de Kaderrichtlijn water (KRW); - het verbeteren van de structuur van de aldaar aanwezige landbouwbedrijven; - een beheer dat is afgestemd op de natuurwaarden en dat gekoppeld is aan de locale agrarische bedrijven; - het ontwikkelen van recreatieve waarden; - het versterken van de leefomgeving van het dorp Anderen. Hierbij is ook een belangrijke rol weggelegd voor de op 23 januari 2007 ingestelde Bestuurscommissie voor de Drentsche Aa (voormalige Landinrichtingscommissie Drentsche Aa). De gemeente Aa en Hunze heeft, mede namens de gemeenten Assen en Tynaarlo, zitting in deze commissie. Tenslotte zal ook dit jaar weer getracht worden bepaalde projecten, die zijn opgenomen in de door de dorpen Anloo, Anderen en Gasteren opgestelde dorpsomgevingsplannen, daadwerkelijk uit te voeren. Een voorbeeld hiervan is een plan voor dorpsommetjes in Anderen. De Brede Overleggroep Kleine Dorpen in Drenthe (BOKD) heeft in overleg met dorpsbelangenverenigingen een aantal kansrijke kleine projectvoorstellen uitgewerkt die voldoen aan de criteria van het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Drentsche Aa. Deze worden voorgelegd aan het Overlegorgaan NBEL.
157
Ontwikkelingen N34, Verkeersplein en OV- knooppunt In 2008 is de reconstructie van de N34 ter hoogte van Gasselte en Gieten afgerond. Daarbij is ook de fietstunnel onder de N34, ter hoogte van de Eexterweg in Gieten gerealiseerd. De plannen voor de realisatie van een OV- knooppunt bij Gieten, de reconstructie van het verkeersplein bij Gieten, waarbij de N33 onder de N34 wordt aangelegd, alsmede de aanleg van een fietsbrug over de N33 voor de verbinding Gieten-Eext worden thans uitgevoerd. Het bestemmingsplan is begin 2010 onherroepelijk geworden. De aanleg van het OV knooppunt is gericht op in gebruikname in december dit jaar. De uitvoering van de reconstructie van het verkeersplein is volgens de planning gereed in april 2011. Bloemakkers Het bestemmingsplan Bloemakkers is in het derde kwartaal van 2009 vastgesteld. Inmiddels is begonnen met de fase van het bouwrijp maken en de uitgifte van kavels. Ontwikkeling van het centrum Gieten De herinrichting van de Stationsstraat Gieten 1e fase is inmiddels in de afrondende fase. De realisatie van de volgende fase zal ook een aanzienlijke investering van de gemeente vragen. De gemeentelijke bijdrage voor de 2e fase van de herinrichting van de Stationsstraat (Noord) Gieten wordt geraamd op € 400.000 (kapitaallast € 36.000, zie het FMP, Collegeprogramma 2010-2014 structureel). 16.
Boventallig personeel In de begroting resteert een laatste bedrag van € 22.000 m.b.t. boventallig personeel. In 2011 vervalt deze boventalligheid en komt dit bedrag beschikbaar.
17.
Budget beschikbaar voor nieuw beleid Uitgaande van een bedrag van € 500.000 voor nieuw beleid, exclusief nieuwe uitgaven op grond van bestaand beleid, resteert er op dit moment voor 2011 nog een bedrag van € 85.000 dat nog zou kunnen worden ingevuld. Budget voor nieuw beleid: Nieuwe uitgaven in 2011: 1. Renovatie zwembad de Borghoorns in Annen 2. Openbare verlichting langs fietspaden 3. Lokale omroep
50.000 74.800 2.300 16.500 ———— -
93.600
Nieuwe uitgaven in 2012 (zie het fmp): 1. Herstructurering begraafplaats Rolde 37.500 2. Ontwikkeling MFC Gasselternijveen 125.000 e 3. Herinrichting 2 fase Stationsstraat (Noord) Gieten 36.000 4. Centrumplan Rolde 37.500 ———— - 236.000 ———— 170.400
Restant budget voor nieuwe uitgaven
Het restant is gefaseerd over de jaren 2011 en 2012 opgenomen voor een bedrag van € 85.000 per jaar.
158
Collegeprogramma 2010–2014 incidenteel
Nr.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Prog.
Bestuur/01 ** Bestuur/01 ** Publieksz/02 ** OOV/03 EZ/04 Onderwijs/05 Cultuur/06 Cultuur/06 * Cultuur/06 Cultuur/06 Sport/07
11 Sport/07 12 13 ** Soc.Z/08 14 ** Soc.Z/08 15 OW/11 16 OW/11 17 Milieu/12 18 Milieu/12 19 ** Wonen/13 20 Platt/14 21 Platt/14
Sponsorbeleid Communicatie en burgerparticipatie Ontwikkeling Klant Contact Centrum Project Jeugd en Alcohol Koersnota bedrijfscontactfunctionaris Verzelfstandiging openbaar basisonderwijs Subsidie/cofinanciering publieksvoorlichting Cultuurnota Cultuurnota uit reserve Cultuurgemeente van Drenthe Gemeentelijk beleid sport en bewegen overgangstermijnen Gemeentelijk beleid sport en bewegen combinatie functionarissen Minimabeleid/schuldhulpverlening (ISD) Meerkosten bijstandverlening Onderhoud gebouwen Onderhoud monumenten Uitvoeringsplan gemeentelijk klimaatbeleid Samenwerkingsverband Handhaving Noord Ontwikkelingskosten Centrumplan Rolde ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) Fondsvorming grote projecten Totaal
* **
Uitgaaf
2011
-16.600 -50.000 -200.000 -10.000 -14.000 160.000 -2.600 -22.000 -25.000 -60.000
-16.600 -50.000 -200.000 -10.000 -14.000 x -2.600 -22.000 x -60.000
-10.000
-10.000
-18.625 -447.000 -200.000 -36.000 -12.500 -40.000 -7.000 -100.000 -100.000 -100.000
-18.625 -447.000 -200.000 -36.000 -12.500 -40.000 -7.000 -100.000 -100.000 -100.000
-1.311.325
-1.446.325
Dit onderwerp was in de Perspectiefnota 2010 bij het onderdeel nieuwe voorstellen opgenomen. Nieuw: deze voorstellen waren niet of op andere wijze in de Perspectiefnota 2010 opgenomen.
Toelichting: 1.
Sponsorbeleid In 2009 is het sponsorbeleid van de gemeente vastgesteld. Uitgangspunt van het nieuwe beleid is bijdragen aan de uitstraling van onze gemeente in de zin dat het onze naamsbekendheid vergroot en/of positief bijdraagt aan ons imago. Het moet ondersteunend zijn aan het gemeentebeleid, met name op de gebieden sport en cultuur en het moet een bijdrage leveren aan het saamhorigheidsgevoel in de betreffende organisatie en in de kernen. Voor de uitvoering van dat beleid is in 2011, evenals in 2010, € 35.000 nodig. Omdat al een bedrag van € 18.400 beschikbaar is, wordt hier voorgesteld om een extra bedrag van € 16.600 op te nemen.
2.
Communicatie en burgerparticipatie Het college is bereid voor de nieuwe vormen van communicatie/burgerparticipatie incidenteel € 50.000 per jaar voor deze bestuursperiode beschikbaar te stellen (in totaal € 200.000). Het vroegtijdig betrekken van inwoners bij nieuwe belangrijke ontwikkelingen is voor ons een speerpunt van beleid. Als we de betrokkenheid in onze samenleving willen vergroten kunnen we dat bereiken door als gemeente ‘open’ en ‘geloofwaardig’ te opereren en aandacht te hebben voor de houding en het gedrag dat het bestuurlijk en ambtelijk handelen zou moeten kenmerken. De gemeente maakt beleid en neemt besluiten die van directe invloed zijn op de leefomgeving van inwoners. Het college zet daarom actief in op een (verdere) verbetering van de dorpsoverleg structuren en zal prioriteit geven aan het verbeteren van de interactie met inwoners via de vertegenwoordigers in de dorpen.
3.
Ontwikkeling Klant Contact Centrum De dienstverleningsrelaties zullen worden ingericht vanuit de logica van de burger, de bedrijven en de maatschappelijke instellingen. In onze visie resulteert dit in een organisatie die vanuit een vraaggerichte benadering haar diensten aanbiedt, zich bewust is van haar omgeving en vanuit een
159
pro-actieve houding in een open verbinding staat met haar partners. De ontwikkeling van een Klant Contact Centrum is hiertoe een belangrijk instrument. Daarnaast zal het accent vooral liggen op de doorontwikkeling van de digitale dienstverlening en een voortdurende optimalisatie van de website. Voor de realisering van het Klant Contact Centrum wordt een bedrag van € 200.000 incidenteel geraamd. 4.
Project Jeugd en Alcohol Voor dit project van de VDG is een regionaal plan opgesteld dat kaders biedt voor een gezamenlijke Drentse aanpak t.a.v. het overmatig drankgebruik onder jongeren. Dit gebeurt op het gebied van vroegsignalering, regelgeving en handhaving en publiek draagvlak en communicatie. De regionale samenwerking versterkt daarbij de lokaal te nemen initiatieven.
5.
Koersnota bedrijfscontactfunctionaris In 2009 is de nieuwe economische koersnota vastgesteld. Ten behoeve van de uitvoering van deze nota is aanvullend budget nodig voor de consulent bedrijfsleven. De consulent bedrijfsleven is een laagdrempelige gesprekspartner voor de ondernemers en de gemeente. Het benodigde extra bedrag van € 14.000 wordt voor de jaren 2009 t/m 2011 incidenteel opgevoerd. Na deze periode vindt een evaluatie plaats, waarbij zal worden bekeken of het aanvullend budget een structureel karakter moet krijgen.
6.
Verzelfstandiging openbaar basis onderwijs Op 28 februari 2009 is door de gemeenteraad een intentiebesluit genomen om te komen tot verzelfstandiging van het openbaar basis onderwijs. Hierbij is ook het besluit genomen om de voordelen die ontstaan door de verzelfstandiging in de VAR te storten totdat de bruidschat die het primair onderwijs uit de VAR heeft meegekregen weer is terugverdiend. De berekening van de financiële resultaten geven vanaf 2011 de volgende voordelen te zien: 2011
2012
2013
2014
160.000
145.000
130.000
115.000
2015 e.v
100.000
Door storting van deze voordelen in de Vrije Algemene Reserve (VAR) wordt de bruidschat, die uit de VAR is gehaald, in 14 jaar weer terugverdiend. In 2023 vindt de laatste storting in de VAR plaats van € 15.000. In dat jaar is er sprake van een structureel voordeel van € 85.000 dat oploopt tot € 100.000 in 2024. Dit structurele voordeel kan dan ten gunste van de begroting worden gebracht. 7.
Subsidie / cofinanciering publieksvoorlichting Ter ondersteuning en stimulering van het Drents Architectuur Centrum is vanaf 2009 vanuit publieksvoorlichting gebouwde kwaliteit een jaarlijkse subsidie beschikbaar gesteld van € 2.600. Dit subsidievoorstel is de laatste in een driejarige reeks.
8.
Cultuurnota Nieuw beleid uit de cultuurnota € 22.000 incidenteel t/m 2013; raadsbesluit 28 januari 2009. Het bedrag is bestemd voor een projectsubsidie met co- financiering door de provincie voor ‘De Amer’ (€ 7.000) en theater ‘Het Hek van de Dam’ (€ 15.000).
9.
Cultuurnota uit reserve Voor de uitvoering van de cultuurnota wordt in de jaren 2011 - 2012 een bedrag van tweemaal € 25.000 aan de reserve kunst-, cultuur- en vrijwilligersbeleid onttrokken.
10.
Cultuurgemeente van Drenthe De Provincie Drenthe heeft de gemeente Aa en Hunze aangewezen als de Culturele gemeente van Drenthe in 2011. De Provincie stelt een bedrag van € 90.000 beschikbaar met als voorwaarde dat onze gemeente eenzelfde bedrag vrijmaakt. Een bedrag van € 30.000 is beschikbaar vanuit de Cultuurnota, aanvullend is € 60.000 nodig.
11.
Gemeentelijk beleid sport en bewegen overgangstermijnen Voor de overgangtermijn is een incidenteel budget van € 40.000 nodig waarvan € 20.000 wordt gedekt uit de provinciale bijdrage in het kader van de Sociale Alliantie. Het gemeentelijk aandeel bedraagt derhalve € 10.000 voor 2011. In 2010 is de eerste € 10.000 beschikbaar gesteld.
160
12.
Gemeentelijk beleid sport en bewegen combinatiefunctionarissen Er is in 2009 en 2010 incidenteel budget beschikbaar gesteld voor de inzet van combinatiefunctionarissen en voor Sport Drenthe (€ 18.625 en € 37.250). Voor het vervolg in 2011 is een budget nodig van € 18.625.
13.
Minimabeleid/schuldhulpverlening (ISD) In de Perspectiefnota 2010 is aangegeven, dat op basis van inschattingen van de ISD in 2010 een tekort ontstaat op het minimabeleid/schuldhulpverlening van ruim € 400.000 oplopend tot € 650.000 in 2011. Per onderdeel ziet de verwachte overschrijding er voor 2011 als volgt uit: - nadeel op WWB-I deel is hoger - extra kosten minimabeleid/meedoen - hogere lasten bedrijfsvoering - hogere lasten schuldhulpverlening - vervallen lasten WI en handhaving - vervallen lasten handhaving - lagere lasten kinderopvang
21.900 432.650 184.050 83.535 -37.500 -17.425 -20.140
Totaal nadeel
647.070
De tekorten in 2011 worden veroorzaakt door met name de hogere kosten van “minimabeleid/meedoenpremies” en schuldhulpverlening (totaal ruim € 400.000) en van bijna € 200.000 voor hogere bedrijfsvoeringslasten. Het college wil deze meerkosten door aanpassing van het beleid gefaseerd over drie jaar (20102012) weer terug te brengen tot 0. Hiervoor is gedurende de jaren 2011 en 2012 een taakstelling opgenomen van € 200.000 per jaar en voor 2013 € 247.000, zie ook het FMP. Gelet op het tijdelijke karakter van de meerkosten zijn hiervoor incidentele ramingen opgenomen. Aanvullende opmerking: De recentelijk van de ISD ontvangen voortgangsrapportage geeft aan, dat voor 2010 een aanmerkelijk lager tekort wordt verwacht. Binnenkort vindt bestuurlijk overleg met de ISD plaats over de stand van zaken en over de verwachte ontwikkelingen in de komende jaren. In afwachting van de uitkomsten van dat overleg zijn de meerkosten vooralsnog ongewijzigd opgenomen. 14.
Meerkosten bijstandverlening Een recente inschatting van de bijstandsuitgaven heeft geleerd, dat de in 2009 en 2010 geraamde incidentele extra bijstandsuitgaven van € 200.000 per jaar, ook in 2011 nodig zullen zijn. In de loop van 2011 zal duidelijk worden hoe hoog het structurele niveau is van de kosten van de bijstand, die voor rekening van de gemeente komen.
15.
Onderhoud gebouwen Zie het onderdeel “Collegeprogramma 2010-2014 structureel” voor de toelichting.
16.
Onderhoud monumenten Zie het onderdeel “Collegeprogramma 2010-2014 structureel” voor de toelichting.
17.
Uitvoeringsplan gemeentelijk klimaatbeleid De raad heeft het gemeentelijk klimaatbeleid op 29 oktober 2008 vastgesteld, inclusief een uitvoeringsplan bestaande uit 14 beschreven projecten. Na goedkeuring is een aanvraag voor subsidie in het kader van de Regeling Lokaal Klimaatbeleid bij Senternovem ingediend. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de te maken kosten. Op 19 februari 2009 is ons een SLOK-subsidie toegezegd van € 197.179 voor de periode tot 2012. De voor 2009 en 2010 ingeplande projecten zijn inmiddels in uitvoering, voor twee projecten wordt nog een andere invulling gezocht.
18.
Samenwerkingsverband Handhaving Noord Ten behoeve van de formele samenwerking tussen de gemeente Aa en Hunze, Assen, Noordenveld en Tynaarlo (i.c. Samenwerkingsverband Handhaving Noord) op het gebied van de handhaving wordt voorgesteld om ook voor 2011 een incidenteel bedrag van € 7.000 te reserveren. In 2009 en 2010 is dit bedrag ook beschikbaar gesteld.
161
Het bedrag wordt ingezet voor specifieke projecten waarbij een meerwaarde is weggelegd voor samenwerking op het gebied van handhaving m.b.t. de deelnemende gemeenten. 19.
Ontwikkelingskosten Centrumplan Rolde Het komen tot een visie voor de revitalisering van het centrum van Rolde, waarbij ook de verkeerskundige inrichting wordt betrokken.
20.
ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) Zie het onderdeel “Collegeprogramma 2010-2014 structureel” voor de toelichting.
21.
Fondsvorming grote projecten Zie het onderdeel “Collegeprogramma 2010-2014 structureel” voor de toelichting.
Bezuinigingstraject – structureel Nr.
Richting + programma Budgetonderzoek
Baten/lasten
2011
300.000 25.000
300.000 25.000
-180.000 5.000 100.000 35.000
-13.500 5.000 9.000 4.100
ICO: inkoopbudget Bijdrage WSW Mondiale bewustwording Algemeen maatschappelijk werk Welzijnswerk
25.000 12.000 10.000 8.000 35.000
25.000 12.000 10.000 8.000 35.000
12 13 14 15
Maatschappelijke voorzieningen Sport/07 Welzijn/09 Recr.&T/15 Sport/07
Tarieven sport- en gymzalen Groot onderhoud dorpshuizen Speelvoorzieningen Tarieven zwembaden
20.000 15.000 15.000 6.000
20.000 15.000 15.000 6.000
16
Bedrijfsvoering FinBedr/16
Bezuiniging op personele lasten
192.000
192.000
17 18 19 20 21 22
Wmo Welzijn/09 Welzijn/09 Welzijn/09 Welzijn/09 Welzijn/09 Welzijn/09
Verstrekking algemene voorzieningen Eigen bijdrage Vermogenstoets Verstrekking rolstoelen Aanpassing vergoeding Gebruik rolstoelen/scootmobiels
15.000 10.000 5.000 10.000 30.000 20.000
15.000 10.000 5.000 10.000 30.000 20.000
23 24
Onderhoudsniveau OW/11 OW/11
Groenonderhoud Gebouwen
22.500 7.250
22.500 7.250
742.750
787.350
1 2
Beleidsmatig Finbedr/16 Finbedr/16
Bespaarde rente Deregulering belastingen
3 4 5 6
Investeringen PuZa/02 Soc.Z/08 OW/11 OW/11
Begraafplaats Gasselte Natuurwerkplaats Anderen Wegrec. ivm rioleringswerkzaamheden Verkeers- en vervoersmaatregelen
7 8 9 10 11
* Versobering subsidieverstrekkingen Cultuur/06 Soc.Z/08 Welzijn/09 Welzijn/09 Welzijn/09
Totaal *
Het bedrag is aangepast t.o.v de Perspectiefnota 2010. Zie de toelichting .
162
Toelichting: 1.
Bespaarde rente Reserves en voorzieningen worden aangewend als intern financieringsmiddel, waardoor minder geld geleend hoeft te worden op de kapitaalmarkt, zo genereren reserves en voorzieningen bespaarde rente. In het bezuinigingstraject kwam de vraag aan de orde of deze systematiek van rentetoerekening moest worden gehandhaafd of dat de rente ten gunste van de begroting c.q. rekening moet komen (verruiming exploitatie). Zie ook de Nota reserves en voorzieningen 2010. Hierin wordt de raad voorgesteld om het rentebeleid te wijzigen. In de vergadering van 30 juni 2010 is bij de behandeling van de Perspectiefnota afgesproken, dat het begrote voordeel van € 400.000 in 2010 incidenteel wordt opgenomen. Dit in afwachting van de besluitvorming over dit onderwerp bij de Nota reserves en voorzieningen 2010. De huidige inschatting op basis van de stand per 1 januari 2010 van de algemene reserve en de bestemmingsreserves is dat het niet toevoegen van rente aan reserves voor 2011 een voordeel oplevert van € 300.000. Afhankelijk van de aanwending van reservemiddelen is er sprake van een aflopend structureel voordeel in de jaren daarna (zie het FMP). Het niet meer toerekenen van rente aan reserves betekent dat de reserves niet meer waardevast zijn. In de huidige begrotingsstukken is het voorstel om de rente structureel aan de exploitatie toe te voegen opgenomen en het voordeel van € 300.000 is verwerkt in het bezuinigingstraject voor 2011. Het schrappen van deze bezuinigingsmogelijkheid zou betekenen, dat de bezuiniging ergens anders gevonden moet worden.
2.
Deregulering belastingen Voorgesteld wordt om de heffingssystematiek voor de rioolheffing en de afvalstoffenheffing te vereenvoudigen. Rioolheffing: Op dit moment wordt de rioolheffing geheven op basis van watergebruik. Deze heffing heeft mede door een aantal veranderingen echter een aantal bezwaren: - Door de invoering van een verbrede rioolheffing heeft de gemeente extra taken gekregen waardoor de rioolheffing op basis van watergebruik niet meer de volledige lading dekt. - De WMD voert de heffing sinds 2010 niet meer uit. We zijn echter wel afhankelijk van hun bestanden. Daarnaast werken we met bestanden van 2 jaar geleden waardoor er veel vragen, onduidelijkheden en bezwaren ontstaan. - Voor burgers met een kleine beurs in een huurwoning zorgt de huidige rioolheffing voor veel financiële lasten. - De huidige heffing zorgt voor hoge administratieve lasten voor de gemeente. Wij stellen u voor om de huidige heffing te wijzigen in een heffing voor eigenaren op basis van de WOZ-waarde met behulp van staffels. Dit zorgt voor een duidelijke heffing, waarbij de afhankelijkheid van de WMD vervalt. Voor de huidige huurders levert dit een financieel voordeel op. Daarnaast zorgt de duidelijke heffing voor een administratieve lastenverlichting voor de burgers. Met een behoorlijke lastenverlichting binnen de gemeente wordt ook een besparing gerealiseerd. Veel gemeenten hebben de rioolheffing al op deze wijze geregeld. Afvalstoffenheffing: Op dit moment wordt een zogenaamde tijdvakbelasting voor de afvalstoffen geheven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens. De tijdvakbelasting betekent dat bij iedere wijziging er direct een nieuwe aanslag (bijvoorbeeld: nieuwe bewoner, samenwonen) een restitutie (bijvoorbeeld: vertrekkende bewoner) of een vermindering(bijvoorbeeld: scheiding, overlijden) moet worden gemaakt. Door van de afvalstoffenheffing een tijdstipbelasting te maken wordt ieder jaar op 1 januari belasting geheven op basis van de situatie op dat moment. Dit betekent dat er tussentijds bij mutaties geen nieuwe heffingen, restituties en verminderingen plaatsvinden. Invoering van de tijdstipbelasting levert voor burgers en de gemeente een aanzienlijke administratieve lastenverlichting op.
3.
Investeringen - Begraafplaats Gasselte De uitvoering van de aanpassingen aan de begraafplaats in Gasselte is verschoven van 2010 naar 2011. In 2010 wordt een onderzoek uitgevoerd naar de staat van het onderhoud van de begraafplaats. Indien afgezien wordt van de aanpassingen worden in de komende jaren capaciteitsproblemen verwacht.
163
4.
Investeringen - Natuurwerkplaats Anderen Het project heeft (deels) een andere inhoud gekregen en andere projectpartners. De gemeentelijke bijdrage wordt niet meer gevraagd.
5.
Investeringen - Wegreconstructie i.v.m. rioleringswerkzaamheden Er wordt uitgegaan van een versobering. Ook zijn er in het kader van het verbrede rioolrecht mogelijkheden de uitgaven bij de rioolinvesteringen onder te brengen. Het investeringsbedrag van € 200.000 per jaar kan daarom m.i.v. 2011 worden teruggebracht naar € 100.000.
6.
Investeringen - Verkeers- en vervoersmaatregelen In het FMP wordt uitgegaan van een investeringsbedrag van € 70.000 per jaar met een kapitaallast van € 8.200. Dit bedrag wordt gebruikt voor de uitvoering van diverse projecten, vaak in samenhang met een reconstructie van de weginrichting. De mogelijkheid is om het bedrag structureel naar een lager niveau te brengen. Halvering van het bedrag levert een besparing op van € 4.100 per jaar.
7 t/m 11. Versobering subsidieverstrekkingen In het bezuinigingstraject 2010-2015 is voor dit onderdeel een taakstellende bezuiniging opgenomen van 10% van het totale subsidievolume, dat is € 900.000 (10% van € 9 miljoen). In dit totale uitgavenbedrag is een bruto bijdrage van € 4 miljoen voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening opgenomen. Voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening ontvangt de gemeente een rijksbijdrage van € 28.451 per arbeidsjaar (aja) voor 125 te realiseren plaatsen. Dit is in totaal € 3.551.000. Dit bedrag wordt ingezet bij Alescon. Indien de gemeente / Alescon het aantal aja's niet realiseert dan vordert het rijk de rijksbijdrage voor de niet gerealiseerde aja’s terug. Dit is voor de gemeente dus budgettair neutraal. Aanvullend op dit bedrag betaalt de gemeente aan Alescon een bijdrage in het nadelig exploitatieresultaat van netto € 100.000 (niveau 2010). Dit bedrag betreft een bijdrage van € 177.000 minus bonuskorting van 6% op de door de gemeente aan Alescon uitbestede werkzaamheden in o.a. openbaar groen. Deze 6% bedraagt op basis van het huidige bestedingsvolume € 77.000. Op basis van de meerjarige afspraken met Alescon neemt de netto bijdrage af tot € 35.000 in 2014 (uiteraard bij gelijkblijvend uitbestedingsvolume). In deze bedragen is al rekening gehouden met een bezuinigingsplan/-maatregelen bij Alescon tot een bedrag van € 1.400.000 die in de periode 2010 t/m 2012 worden gerealiseerd. Gelet op het bovenstaande is de 10% bezuiniging voor het onderdeel WSW (€ 400.000) niet realistisch. Hier kan wel de verlaging van de netto bijdrage gedurende de jaren 2010-2014 van € 100.000 naar € 35.000 als bezuiniging worden opgenomen. Fasering: 2010
2011
2012
2013
2014
23.000
12.000
10.000
10.000
10.000
De totale taakstelling van € 900.000 is verlaagd met € 400.000 en verhoogd met € 65.000 en komt nu uit op een totaalbedrag van € 565.000. Dat betekent,dat de bezuinigingstaakstelling als volgt is aangepast:
Raming in de Perspectiefnota Nieuwe taakstelling Verlaging
2011
2012
2013
2014
2015
180.000 90.000 90.000
180.000 136.000 44.000
180.000 113.000 67.000
180.000 113.000 67.000
180.000 113.000 67.000
De verlaging op dit onderdeel is toegevoegd aan de nog in te vullen taakstellende bezuinigingen.
Het totaalbedrag aan versobering van de subsidieverstrekkingen voor 2011 is ingevuld met de voorstellen 7 t/m 11.
164
12 t/m 15. Maatschappelijke voorzieningen Bij dit onderdeel zijn alle voorzieningen en accommodaties beoordeeld op mogelijke bezuinigingen. Voor 2011 worden de volgende maatregelen voorgesteld met een totaalbedrag € 56.000: 1. Verhoging tarieven sporthallen en gymzalen 20.000 2. Verlaging gemeentelijke bijdrage groot onderhoud dorpshuizen 15.000 3. Bezuiniging op speelvoorzieningen 15.000 4. Gefaseerde verhoging tarieven zwembaden in Annen en Gieten 6.000
16.
Bedrijfsvoering Binnen het bezuinigingstraject is als uitgangspunt geformuleerd, dat de bedrijfsvoering 25% van de totale bezuinigingen moet opleveren. Uitgaande van de eerdergenoemde taakstelling van € 4 miljoen bedraagt het aandeel van de bedrijfsvoering daarin derhalve € 1 miljoen. Als eerste concrete maatregel is per 1 november 2009 een selectieve vacaturestop ingevoerd. Op grond daarvan is een aantal vacatures niet weer ingevuld hetgeen vanaf 2011 een structureel voordeel oplevert van € 192.000. Het gaat hierbij om: 1. Concernstaf Niet invullen van de vacature afdelingscontroller (1,0 fte) 71.000 2. Middelen en Ondersteuning a. Niet invullen vacature mdw. post/bibl./div. (0,8 fte) 28.000 b. Terugbrengen functie WOZ taxateur tot 0,5 fte 26.000 3. VROM 30.000 Niet invullen vacature techn. mdw. milieu/handhaving (0,5 fte) 4. MAZA 37.000 Niet invullen vacature Wmo consulent ( 0,8 fte) Totaal 192.000
17 t/m 22. Wmo Er liggen op dit moment voorstellen om in 2011 op de Wmo te bezuinigen tot een totaalbedrag van € 90.000. Het gaat hierbij om: 1. Verstrekking algemene voorzieningen beschouwen als algemeen gebruikelijk 15.000 2. Heffen van een eigen bijdrage op de gehandicaptenparkeerkaart 10.000 3. Hanteren vermogenstoets, drempel bij woningaanpassingen 5.000 4. Verstrekking van rolstoelen in verpleeghuizen (AWBZ of vorming pool) 10.000 5. Tegenwaarde vervoerspas-verstrekking vergoeding eigen auto 30.000 6. Heronderzoeken gebruik rolstoelen, scootmobiels 20.000 Totaal 90.000 23/24. Onderhoudsniveaus Vooruitlopend op de informerende marktplaats op 6 oktober 2010 over het onderhoud van kapitaalgoederen zijn de bezuinigingsvoorstellen die er op dit moment liggen in de begroting verwerkt. Het gaat hier om de frequentie van het maaien van gazons en bermen (€ 22.500) en het terugbrengen van het onderhoudsniveau gebouwen (€ 7.250).
Bezuinigingstraject – incidenteel Nr. Prog.
Onderhoudsniveau 1 OW/11 2 OW/11 Inkomsten 3 Wonen/13
Uitgaaf
Wegenonderhoud Groenonderhoud Verkoop overhoekjes Totaal
2011
65.000 65.000 157.500 157.500 25.000
25.000
247.500 247.500
165
Toelichting: 1/2.
Onderhoudsniveaus Vooruitlopend op de informerende marktplaats op 6 oktober 2010 over het onderhoud van kapitaalgoederen zijn de bezuinigingsvoorstellen die er op dit moment liggen in de begroting verwerkt. Wegenonderhoud Uitgangspunt is het handhaven van het huidige onderhoudsniveau en het handhaven van het huidige structurele budget van € 676.000. En daarnaast het onderhoud voor 2011 en 2012 als een meerjarig onderhoudscontract aanbesteden en het te verwachten aanbestedingsvoordeel, met als inschatting 10% van de investering (3 x € 65.000) als bezuiniging op te nemen. Het niveau van het groot wegenonderhoud is op dit moment zodanig dat met een minimum aan maatregelen en budget een onderhoudstoestand aanwezig is waarbij geen achterstallig onderhoud wordt gecreëerd. Groenonderhoud Het gaat bij groenonderhoud voor 2011 om het uitstellen van de geplande baggerwerken (€ 60.000), bevriezen van het areaalaccres (€ 75.000) en een verwacht aanbestedingsvoordeel op bestek onkruid op verhardingen (€ 22.500).
3.
Verkoop overhoekjes e Het overhoekjesbeleid wordt in een Marktplaats in het 4 kwartaal van 2010 behandeld. Door het verkopen van veel overhoekjes hebben we een incidenteel voordeel van de verkoopopbrengst en verwachten we dat de kosten voor het onderhouden van openbaar groen structureel lager zijn.
Niet trendmatige ontwikkelingen – structureel Nr. Prog.
1 2 3 4 5 6 7
Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Onderwijs/05 Welzijn/09 Soc.Z./08 Soc.Z./08 Sport/07
Meeropbrengst toeristenbelasting Mutatie Algemene Uitkering Ingroeiregeling onderwijshuisvesting VO Verlaging Wmo-uitkering Vervallen extra bijdrage uitvoeringskosten inburgering Vervallen bijdrage instapcursussen inburgering Verlaging budget voor Brede School Combinatiefunctie Totaal
Uitgaaf
2011
90.000 -408.000 -14.000 190.000 7.000 10.000 44.000
90.000 -408.000 -14.000 190.000 7.000 10.000 44.000
-81.000
-81.000
Toelichting: 1.
Meeropbrengst toeristenbelasting In verband met een gunstige ontwikkeling in het aantal overnachtingen kan vanaf 2011 een structurele meeropbrengst van € 90.000 worden geraamd.
2 t/m 7.Algemene Uitkering Deze mutaties hebben betrekking op de algemene uitkering. Het saldo van de budgettaire consequenties van de wijzigingen in de Algemene Uitkering 2011 is als volgt opgebouwd: Lagere Algemene Uitkering op basis van de junicirculaire 2010 - 408.000 Aanpassingen in de lastensfeer: 1. Reservering voor onderwijshuisvesting VO 2. Verlaging raming Wmo 3. Vervallen budgetten (5,6 en 7)
- 14.000 190.000 61.000 237.000 - 171.000
Saldo budgettaire consequentie
166
Het belangrijkste verschil t.o.v. de raming in het voorjaar wordt veroorzaakt door de actualisatie van de WOZ waarden per 1 januari 2010 (op basis van een taxatie van ongeveer 75% van het bestand). Hierdoor daalt de algemene uitkering met € 154.000. Oorzaken: 1. De landelijke marktontwikkeling tussen 1 januari 2009 en 1 januari 2010 wordt thans ingeschat op – 2,8% voor woningen en – 1,3% voor niet-woningen. De correctiefactor in de algemene uitkering is op basis van die inschattingen aangepast. In de gemeente Aa en Hunze is er sprake van een afwijkend beeld. Thans wordt ingeschat dat de waardeontwikkeling voor woningen in onze gemeente – 1,5% bedraagt en voor nietwoningen - 0,5%. Dat betekent, dat de landelijke wijziging van de correctiefactor in de algemene uitkering voor ons nadelig uit valt. Het gaat hier om een bedrag van ongeveer € 30.000. 2. In de correctiefactor wordt rekening gehouden met een inflatie van 0,9%. Dat betekent voor ons een verlaging van de uitkering met wederom ongeveer € 30.000. 3. Het overige verschil wordt veroorzaakt door een hogere totaalwaarde van het onroerendgoedbestand dan aanvankelijk was ingeschat.
Investeringen 2011 Voor 2011 zijn de volgende uitbreidings- en vervangingsinvesteringen opgenomen, dan wel voorgesteld en verwerkt in de 1e begrotingswijziging 2011. De investeringen worden onderscheiden in economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Prog.
Bedrag
Uitbreidingsinvesteringen 02 Aanpassingen begraafplaats Gasselte 07 Renovatie zwembad de Borghoorns te Annen 11 Wegreconstructie ivm rioleringswerkzaamheden 11 Verkeersveiligheid 11 Openbare verlichting langs fietspaden Vervangingsinvesteringen 03 Vervanging kleding en materiaal brandweer 07 Gymmaterialen 09 Groot onderhoud dorpshuis Nieuwediep 11 Vijveronderhoud 11 Openbare verlichting 11 Groot onderhoud en schilderwerk gebouwen en monumenten 11 Wegenonderhoud 11 Vervanging brug Ravijnzicht 11 Duurzame bedrijfsgoederen 11 Rioolinvesteringen 16 Vervanging software 16 Vervanging hardware Totaal investeringen
Jaarlast Dekking
Indeling economisch/ maatschap.
180.000 831.000
14.000 alg.dekkingsmiddelen maatsch. 75.000 alg.dekkingsmiddelen econ.
100.000
9.000 alg.dekkingsmiddelen maatsch.
35.000 25.000
4.000 alg.dekkingsmiddelen maatsch. 2.000 alg.dekkingsmiddelen maatsch.
220.000
31.000 alg.dekkingsmiddelen econ.
56.000 150.000
6.000 alg.dekkingsmiddelen econ. 150.000 voorziening econ.
120.000 274.000 532.000
120.000 voorziening maatsch. 25.000 alg.dekkingsmiddelen maatsch. 532.000 voorziening econ.
1.400.000 145.000 324.000 2.732.000 190.000 52.000
1.400.000 13.000 46.000 195.000 48.000 20.000
7.366.000
2.690.000
167
voorziening alg.dekkingsmiddelen alg.dekkingsmiddelen rioolrechten alg.dekkingsmiddelen alg.dekkingsmiddelen
maatsch. maatsch. econ. maatsch. econ. econ.
Stand en verloop van de reserves en voorzieningen Omschrijving
Saldo begin begrotingsjaar
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo einde begrotingsjaar
6.278.000 16.938.000 8.862.000 32.078.000
1.368.000 274.000 1.217.000 2.859.000
1.023.000 252.000 2.496.000 3.771.000
6.623.000 16.960.000 7.583.000 31.166.000
4.293.000 317.000
215.000
4.508.000 317.000
4.610.000
215.000
4.825.000
36.688.000
3.074.000
Algemene dienst Algemene reserves Bestemmingsreserves Voorzieningen Subtotaal algemene dienst Grondbedrijf Algemene reserves Bestemmingsreserves Voorzieningen Subtotaal grondbedrijf Totaal
3.771.000
35.991.000
Nb. Basis rekeningcijfers 2009, Perspectiefnota 2010 excl. rentetoevoeging 2011.
Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume De BBV schrijft voor dat jaarlijks inzicht wordt gegeven in de terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen. Onder arbeidsrechtelijke verplichtingen worden aanspraken verstaan op toekomstige uitkeringen door het huidige dan wel voormalige personeel. Om deze aanspraken veilig te stellen moet voor deze aanspraken een voorziening worden getroffen. Binnen de huidige voorschriften is het niet langer toegestaan een voorziening te treffen indien deze verplichtingen jaarlijks een gelijkblijvend volume hebben. Binnen onze organisatie is, zoals onderstaand blijkt, geen sprake van een gelijkblijvend volume voor de verplichtingen aan voormalige bestuurders en personeel. Dit betekent dat van elke aanspraak de totale toekomstige aanspraak moet worden bepaald en ten laste van de exploitatie een voorziening moet worden gevormd. Vervolgens moet jaarlijks worden nagegaan of de getroffen voorziening nog toereikend is. Hieruit vloeien eventuele bijstellingen voort. Gemeentelijk aandeel in FPU De verplichting in het kader van de FPU-gemeenten aan voormalige personeelsleden bedraagt per 1 januari 2011 € 92.000. Dit bedrag komt rechtstreeks ten laste van de daarvoor ingestelde voorziening FPU gelden. De hoogte van de voorziening is toereikend om aan de toekomstige verplichting te kunnen voldoen. Bij de jaarrekening wordt jaarlijks nagegaan of de voorziening door mutaties nog toereikend is. Wachtgelden voormalige bestuurders De geraamde wachtgelduitkeringen zijn het gevolg van wethouderswisselingen, waar nog wachtgeldverplichtingen tot 2015 uit voortvloeien. In 2011 is aan drie voormalige bestuurders een wachtgeld verschuldigd tot een bedrag van € 85.000. Dit bedrag is opgenomen in de exploitatie van de begroting. Pensioenuitkering voormalige bestuurders In 2011 zal aan verschillende voormalige bestuurders of hun nabestaande een pensioenuitkering verschuldigd zijn van € 23.000. Dit bedrag komt rechtstreeks ten laste van de daarvoor ingestelde pensioenvoorziening voormalige wethouders. De hoogte van de voorziening is toereikend om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Bij de Jaarrekening wordt jaarlijks nagegaan of de voorziening door mutaties nog toereikend is.
168
2.2 Overzicht lasten en baten financiële begroting Het overzicht van lasten en baten financiële begroting bestaat uit de volgende onderdelen: 2.2.1 2.2.2
2.2.3 2.2.4
Overzicht lasten en baten per programma, inclusief de beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma. Toelichting lasten en baten per programma onderverdeeld in: - financiële begroting per programma inclusief toelichting verschillen; - overzicht geraamde incidentele lasten en baten; - het gemeentelijke aandeel in het EMU-saldo. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Bij 1e begrotingswijziging 2011 beschikbaar te stellen budgetten.
169
170
2.2.1 Lasten en baten per programma Overzicht totaal lasten en baten per programma (bedragen x € 1.000)
01 Bestuur 02 Publiekszaken 03 Openbare Orde en Veiligheid (OVV) 04 Economische Zaken 05 Onderwijs 06 Cultuur 07 Sport 08 Sociale Zaken 09 Welzijn 10 Gemeentelijke afvaltaken 11 Openbare Werken / Verkeer en Vervoer 12 Milieu 13 Wonen en Leefomgeving 14 Plattelands- en Natuurontwikkeling 15 Recreatie en Toerisme 16 Financiën en bedrijfsvoering Totaal
Lasten
Baten
Resultaat* voor bestemming
Mutatie reserves Lasten Baten
2.094 1.257 1.942
666 20
-2.094 -591 -1.922
81 2.622 1.296 1.980 11.124 6.743 2.326 9.044
33 352 21 233 8.115 998 2.681 2.527
-48 -2.270 -1.275 -1.747 -3.009 -5.745 355 -6.517
1.143 6.635 295
10 5.126 0
-1.133 -1.509 -295
463 1.959
29.848
-463 27.889
9 591
1.040
-472 28.338
51.004
50.630
-374
760
1134
0
49
160
7 9 5 2 21
1
Resultaat* na bestemming
-2.094 -591 -1.873 -48 -2.423 -1.275 -1.738 -3.004 -5.743 355 -6.496 -1.133 -1.508 -295
* + = voordeel - = nadeel
Toelichting resultaat na bestemming Het resultaat na bestemming van de primitieve begroting is een sluitende begroting met het saldo nul. Het primitieve begrotingsresultaat van € 111.000 is opgenomen als budgetruimte structureel binnen programma 16. Dit begrotingsresultaat is het saldo van het resultaat voor bestemming van -€ 538.000 en de onttrekking in de reserves van € 649.000. Zie ook de ‘Financiële gevolgen van het Collegeprogramma 20102014’ uit hoofdstuk 2.1.
171
172
2.2.2 Toelichting op de baten en lasten per programma Financiële begroting per programma inclusief toelichting verschillen Conform BBV-artikel 19, lid a en b wordt in de toelichting overzicht lasten en baten per programma, per programma het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging en het geraamde bedrag van het begrotingsjaar, opgenomen. In geval van aanmerkelijk verschil met de raming, respectievelijk de realisatie, van het vorig, respectievelijk voorvorig, begrotingsjaar worden deze verschillen toegelicht. 1. Bestuur (bedragen x € 1.000)
6.010 Algemeen bestuur 6.011 Kern- en buurtgericht werken Resultaat voor bestemming 6.019 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 2.047 124 2.171 0 0 2.171
lasten begroting 2010 1.847 184 2.031 0 0 2.031
lasten begroting 2011 1.915 179 2.094 0 0 2.094
baten rekening 2009 52 0 52 75 75 127
baten begroting 2010 0 0 0 0 0 0
baten begroting 2011 0 0 0 0 0 0
Toelichting: Het verschil in lasten t.o.v. 2010 is ontstaan door de incidenteel opgenomen raming in 2010 voor sponsorbeleid, door een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen en doordat in 2011 een verhoging van de verplichtingen wachtgelden wethouders wordt geraamd. 2. Publiekszaken (bedragen x € 1.000)
6.020 Publiekszaken 6.021 Lijkbezorging Resultaat voor bestemming 6.029 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 942 337 1.279 35 35 1.314
lasten begroting 2010 875 320 1.195 0 0 1.195
lasten begroting 2011 906 351 1.257 0 0 1.257
baten rekening 2009 440 189 629 20 20 649
baten begroting 2010 334 179 513 25 25 538
baten begroting 2011 488 179 666 0 0 666
Toelichting: De grootste verschillen onder de baten t.o.v. 2010 zijn ontstaan door een hogere opbrengst van uitgifte rijbewijzen en paspoorten. 3. Openbare orde en veiligheid (bedragen x € 1.000)
6.030 Brandweer en Rampenbestrijding 6.031 Openbare Orde en Veiligheid 6.032 Handel en ambacht Resultaat voor bestemming 6.039 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 1.747 190 35 1.972 0 0 1.972
lasten begroting 2010 1.742 202 30 1.974 0 0 1.974
lasten begroting 2011 1.720 193 29 1.942 0 0 1.942
baten rekening 2009 12 2 0 14 51 51 66
baten begroting 2010 17 2 0 20 50 50 70
baten begroting 2011 17 2 0 20 49 49 69
Toelichting: De afname van de lasten in 2011 t.o.v. 2010 komt met name door een lagere doorberekening vanuit de kostenplaatsen en een vervallen incidentele raming uit 2010 voor vervanging van brandweermaterieel.
173
4. Economische Zaken (bedragen x € 1.000)
6.040 Economische aangelegenheden Resultaat voor bestemming 6.049 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 96 96 0 0 96
lasten begroting 2010 125 125 0 0 125
lasten begroting 2011 81 81 0 0 81
baten rekening 2009 45 45 0 0 45
baten begroting 2010 33 33 0 0 33
baten begroting 2011 33 33 0 0 33
Toelichting: Het verschil in lasten t.o.v. 2010 wordt veroorzaakt door vervallen incidentele ramingen voor stimulering van het bedrijfsleven en de bedrijfscontactfunctionaris. 5. Onderwijs (bedragen x € 1.000)
6.050 6.051 6.053 6.054 6.055 6.058
Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs Volwasseneneducatie Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs Resultaat voor bestemming 6.059 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 13.272 130 65 88 278 1.582
lasten begroting 2010 1.145 112 56 69 229 1.325
lasten begroting 2011 1.041 101 27 59 202 1.192
baten rekening 2009 10.617 0 0 0 244 95
baten begroting 2010 165 0 0 0 236 7
baten begroting 2011 161 0 0 0 185 7
15.415 216 216 15.630
2.937 181 181 3.119
2.622 160 160 2.782
10.956 1.800 1.800 12.756
408 254 254 662
353 7 7 360
Toelichting: Het verschil in lasten t.o.v. 2010 is ontstaan doordat in 2011 een aantal incidentele ramingen is vervallen en de doorberekening vanuit de kostenplaatsen lager is. Daarnaast is er sprake van uitzetting van budget door beschikbare gelden vanuit de Algemene Uitkering voor maatschappelijke stages. 6. Cultuur (bedragen x € 1.000)
6.060 Dodenherdenking 6.061 Cultuurparticipatie 6.062 Informatie en taal 6.063 Cultuurhistorie 6.064 Beeldende kunst Resultaat voor bestemming 6.069 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 4 182 515 220 298 1.219 94 94 1.313
lasten begroting 2010 6 613 542 375 9 1.545 0 0 1.545
lasten begroting 2011 6 498 509 275 9 1.296 0 0 1.296
baten rekening 2009 0 11 1 10 0 21 109 109 130
baten begroting 2010 0 110 0 21 0 131 142 142 273
baten begroting 2011 0 0 0 21 0 21 0 0 21
Toelichting: De lagere lasten in 2011 t.o.v. 2010 zijn ontstaan door incidenteel in 2010 beschikbaar gestelde middelen voor onder andere digitaal servicepunt bibliotheek en beleid cultuurhistorie. Daarnaast is sprake van hogere doorberekening vanuit de kostenplaatsen. 7. Sport (bedragen x € 1.000)
6.070 Sport Resultaat voor bestemming 6.079 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 2.250 2.250 50 50 2.300
lasten begroting 2010 2.137 2.137 0 0 2.137
lasten begroting 2011 1.980 1.980 0 0 1.980
baten rekening 2009 319 319 66 66 384
baten begroting 2010 231 231 9 9 240
baten begroting 2011 233 233 9 9 242
Toelichting: De lagere lasten in 2011 t.o.v. 2010 hebben betrekking op de verlaging van de incidentele raming voor combifunctionarissen sport en bewegen en lagere doorberekening vanuit de kostenplaatsen.
174
8. Sociale zaken (bedragen x € 1.000)
6.080 Bijstandverlening 6.081 Werkgelegenheid 6.082 Inkomensvoorzieningen 6.083 Gemeentelijk minimabeleid 6.084 Inburgering 6.085 Voorzieningen gehandicapten 6.086 Wet Kinderopvang Resultaat voor bestemming 6.089 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 3.893 5.661 320 915 184 1.361 24 12.358 211 211 12.570
lasten begroting 2010 4.673 5.568 635 976 181 1.334 29 13.395 0 0 13.395
lasten begroting 2011 3.797 4.622 645 529 160 1.316 55 11.124 0 0 11.124
baten rekening 2009 2.929 5.476 365 20 79 14 1 8.884 440 440 9.324
baten begroting 2010 3.830 5.354 268 0 73 15 0 9.540 451 451 9.991
baten begroting 2011 2.923 4.486 645 0 46 15 0 8.115 5 5 8.120
Toelichting: De verschillen in 2011 t.o.v. 2010 worden veroorzaakt door het vervallen van de incidentele bijstellingen die in 2010 zijn ingevoerd in verband met de hogere lasten voor met name het minimabeleid, de IOAW en de IOAZ. Deze bijstellingen zijn het gevolg van de huidige economische omstandigheden en het beter bereiken van de doelgroep voor het minimabeleid. 9. Welzijn (bedragen x € 1.000)
6.090 Ontwikkelingswerk 6.091 Maatschappelijk werk 6.092 Sociaal-cultureel werk 6.093 Kinderdagopvang 6.094 Openbare gezondheidszorg 6.095 Gezondheidszorg algemeen 6.096 Jeugdgezondheidszorg 6.097 Centra jeugd en gezin Resultaat voor bestemming 6.099 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 0 2.920 1.853 319 21 230 -46 887 6.184 714 714 6.897
lasten begroting 2010 27 3.572 1.760 427 48 261 0 815 6.909 0 0 6.909
lasten begroting 2011 1 3.484 1.675 455 48 254 20 806 6.743 0 0 6.743
baten rekening 2009 0 259 393 55 0 0 0 720 1.427 521 521 1.948
baten begroting 2010 0 277 303 0 0 0 0 377 958 85 85 1.043
baten begroting 2011 0 277 300 0 0 0 0 420 998 2 2 1.000
Toelichting: De afname van lasten in de begroting 2011 ten opzichte van 2010 wordt voornamelijk veroorzaakt door vervallen incidentele ramingen voor het project vandalisme en middelenverbruik, haalbaarheidsonderzoek MFC Gasselternijveen en energiebesparende maatregelen dorpshuizen. Daarnaast is sprake van een verhoging van de brede doeluitkering Centra Jeugd en Gezin en het vervallen van de tijdelijke uitkering Wmo vanuit de rijksmiddelen. 10. Gemeentelijke afvaltaken (bedragen x € 1.000)
6.100 Afvalverwijdering en -verwerking 6.101 Destructie 6.102 Ongediertebestrijding Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 2.349 9 4 2.362 2.362
lasten begroting 2010 2.330 13 14 2.357 2.357
lasten begroting 2011 2.308 11 7 2.326 2.326
baten rekening 2009 2.722 0 0 2.722 2.722
baten begroting 2010 2.703 0 0 2.703 2.703
baten begroting 2011 2.681 0 0 2.681 2.681
Toelichting: De verschillen worden voornamelijk veroorzaakt door mutaties in de omvang en de kosten van de diverse afvalstromen, waaronder hogere stortkosten als gevolg van hogere tonnages. Daarnaast is sprake van een lagere huur voor minicontainers en is de opbrengst voor afvalstoffenheffing lager.
175
11. Openbare werken/verkeer en vervoer (bedragen x € 1.000)
6.110 Wegen, straten en pleinen 6.111 Verkeersmaatregelen te land 6.112 Waterkering, afwatering en landaanwinning 6.113 Riolering en waterzuivering 6.114 Openbaar groen Resultaat voor bestemming 6.119 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 2.829 418 232 2.354 3.072 8.905 367 367 9.272
lasten begroting 2010 3.012 411 185 2.219 2.602 8.428 0 0 8.428
lasten begroting 2011 3.036 395 190 2.615 2.807 9.044 0 0 9.044
baten rekening 2009 561 0 -7 2.289 4 2.847 386 386 3.233
baten begroting 2010 73 0 0 2.382 16 2.470 21 21 2.491
baten begroting 2011 58 0 0 2.453 16 2.527 21 21 2.547
Toelichting: In 2011 is een aantal incidentele ramingen opgenomen waardoor er t.o.v. de begroting 2010 een verschil ontstaat te weten vervallen incidentele bezuinigingen op wegenonderhoud en Halteplan Openbaar Vervoer, evenals de vervallen incidentele ramingen voor groot onderhoud bruggen. Voor Openbare Verlichting wordt een lagere bijdrage betaald in de kapitaallasten aan Essent. De verschillen op riolering hebben te maken met een hogere opbrengst van de rioolheffing door doorberekening van kapitaallasten van rioolinvesteringen voor 2011, het vernieuwde GRP en de verrekening met de verfijningsuitkering rioleringen . De overige verschillen komen door verschuiving en verhoging van de doorberekening van uren vanuit de kostenverdeelstaat. 12. Milieu (bedragen x € 1.000)
6.120 Milieubeheer Resultaat voor bestemming 6.129 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 798 798 0 0 798
lasten begroting 2010 1.161 1.161 0 0 1.161
lasten begroting 2011 1.143 1.143 0 0 1.143
baten rekening 2009 0 0 29 29 29
baten begroting 2010 103 103 29 29 132
baten begroting 2011 10 10 0 0 10
Toelichting: Verschillen ontstaan door incidentele budgetten die opgenomen zijn in 2010, te weten Uitvoeringsmaatregelen klimaatbeleid en bijdrage verwijdering foliebassin. Ook is sprake van een hogere doorrekening vanuit de kostenplaatsen. Daarnaast is het budget vanuit de Algemene Uitkering voor Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) verlaagd. 13. Wonen en leefomgeving (bedragen x € 1.000)
6.130 Volkshuisvesting 6.131 Ruimtelijke ordening 6.132 Bouwkunde gemeentelijke gebouwen 6.133 Bouwvergunningen 6.134 Bouwgrondexploitatie Resultaat voor bestemming 6.139 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 155 1.219 388 1.369 6.912 10.043 472 472 10.514
lasten begroting 2010 153 1.101 103 1.091 3.512 5.960 50 50 6.010
lasten begroting 2011 145 955 -11 852 4.694 6.635 0 0 6.635
baten rekening 2009 94 163 45 461 6.852 7.615 682 682 8.297
baten begroting 2010 40 0 0 482 3.566 4.088 293 293 4.381
baten begroting 2011 15 0 0 422 4.689 5.126 1 1 5.128
Toelichting: De verschillen in 2011 t.o.v. 2010 worden grotendeels veroorzaakt door incidentele ramingen die opgenomen zijn in 2010, waaronder vervallen incidentele raming voor grondroerdersregeling, stortingen in de voorziening gemeentelijke gebouwen en lagere bouwleges. De lasten van uitvoering van het project ADHB zijn structureel lager.
176
14. Plattelands- en natuurontwikkeling (bedragen x € 1.000)
6.140 Plattelands- en natuurontwikkeling Resultaat voor bestemming 6.149 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 212 212 306 306 518
lasten begroting 2010 565 565 0 0 565
lasten begroting 2011 295 295 0 0 295
baten rekening 2009 0 0 306 306 306
baten begroting 2010 102 102 0 0 102
baten begroting 2011 0 0 0 0 0
Toelichting: De verschillen in 2011 t.o.v. 2010 worden veroorzaakt door incidentele ramingen die opgenomen zijn in 2010 voor grote projecten en door hogere doorberekening van de kostenplaatsen. 15. Recreatie en toerisme (bedragen x € 1.000)
6.150 Recreatie en toerisme 6.151 Speelvoorzieningen 6.152 Overige recreatieve voorzieningen 6.153 Openluchtrecreatie Resultaat voor bestemming 6.159 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 532 117 53 85 787 429 429 1.216
lasten begroting 2010 229 200 39 79 546 9 9 555
lasten begroting 2011 229 129 26 79 463 9 9 472
baten rekening 2009 2 1 0 0 3 436 436 440
baten begroting 2010 0 50 0 14 64 0 0 64
baten begroting 2011 0 0 0 0 0 0 0 0
Toelichting: De verschillen worden met name veroorzaakt door lagere doorberekening vanuit de kostenplaatsen. 16. Financiën en bedrijfsvoering (bedragen x € 1.000)
6.160 Algemene uitkering 6.161 Algemene baten en lasten 6.162 Gemeentelijke belastingen 6.164 Geldleningen en uitzettingen lang 6.165 Nutsbedrijven 6.166 Uitvoering wet WOZ 6.167 Overige financiële middelen 6.168 Saldo van kostenplaatsen Resultaat voor bestemming 6.169 Bestemmingen Totaal bestemmingen resultaat Resultaat na bestemming
lasten rekening 2009 0 396 136 193 1.162 363 275 -9 2.516 2.552 2.552 5.068
lasten begroting 2010 0 1.762 125 169 19 421 0 263 2.760 285 285 3.044
lasten begroting 2011 0 880 108 -111 131 398 0 554 1.959 591 591 2.550
Toelichting: De verschillen in 2011 t.o.v. 2010 worden met name veroorzaakt door: - incidentele ramingen en wijzigingen van interne doorberekeningen - hogere opbrengst toeristenbelasting - lagere structurele budgetruimte - lagere algemene uitkering.
177
baten rekening 2009 23.652 440 4.362 1.463 13.830 0 83 457 44.286 3.793 3.793 48.078
baten begroting 2010 23.941 0 4.228 1.387 446 0 95 182 30.279 1.552 1.552 31.831
baten begroting 2011 23.345 0 4.290 1.655 290 0 95 174 29.848 1.040 1.040 30.888
Geraamde incidentele baten en lasten Op grond van BBV-artikel 19, lid c moet een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten worden opgenomen. Hiermee wordt beoogd duidelijkheid te geven omtrent de aard van de baten en lasten in de begroting. Middels de indicatie van de incidentele baten en lasten wordt informatie gegeven die relevant is voor de beoordeling van de financiële positie. Overzicht incidentele lasten en baten exploitatie primitieve begroting 2011 (bedragen x € 1.000) Programma
11 13 16
Lasten
Baten
75 0 698 773
0 -250 1.023 773
Openbare werken/verkeer en vervoer Wonen en leefomgeving Financiën en bedrijfsvoering Totaal
Toelichting incidentele lasten en baten exploitatie primitieve begroting 2011 Programma 11 Openbaar groen areaal accres 2011 € 75.000. Programma 13 Bouwleges lagere legesopbrengst 2011 € 250.000. Programma 16 Lasten: saldo budgetruimte incidenteel € 698.000. Baten: toevoeging uit de vrije algemene reserve volgens doorwerking begroting 2010 incidenteel € 1.023.000.
Overzicht incidentele lasten en baten op de voorzieningen primitieve begroting 2011 (bedragen x € 1.000) Voorziening
1 2 3 4 5 6
Lasten
Baten
Voorziening wegenonderhoud 1.400 Voorziening technisch onderhoud gem. gebouwen 226 Voorziening schilderwerk gem. gebouwen 306 Voorziening groot onderhoud dorpshuizen 150 Voorziening vijveronderhoud 120 Voorziening verzelfstandiging openbaar basisonderwijs 310 Totaal 2.512
0 0 0 0 0 0 0
Toelichting incidentele lasten en baten voorzieningen primitieve begroting 2011 Ad 1. Geraamde kosten wegenonderhoud € 1.400.000. Ad 2. Technisch onderhoud diverse gemeentelijke gebouwen € 226.000. Ad 3. Schilderwerk diverse gemeentelijke gebouwen € 306.000. Ad 4. Groot onderhoud dorpshuis Nieuwediep € 150.000. Ad 5. Vijveronderhoud € 120.000. Ad 6. Bruidschat verzelfstandiging openbaar basisonderwijs € 310.000.
178
Het gemeentelijk aandeel in het EMU saldo In het bestuurlijk akkoord “EMU-saldo lokale overheid” is afgesproken dat gemeenten de informatie over het EMU-saldo in de begroting opnemen. Vooralsnog is het financieel meerjarenperspectief niet ingericht op het genereren van het EMU-saldo. Om een verbeterslag te maken in het krijgen van een betrouwbaar beeld van het EMU-saldo zal gekeken moeten worden naar de meerjarenraming. Zowel in ramingen voor en na bestemming, als ook de gegevens met betrekking tot de exploitatie en investeringen en ook de mutaties in de schulden en vorderingen. Vooralsnog is voor de raming 2012 uitgegaan van een aantal aannames. EMU-saldo 2010-2012 (bedragen x € 1.000) Nr.
1 +2 +3 -4 +5
6 +6a -6b -7
+8a -8b -9 -10
11a 11b
1
Omschrijving
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Ontvangen bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen in mindering gebracht op de onder post 4 bedoelde investeringen Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Opbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. Grondverkopen: Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Boekwinst op verkoop grond Betalingen ten laste van de voorzieningen Betalingen die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten Verkoop van aandelen: Gaat u deelnemingen en aandelen verkopen? (ja/nee) Zo ja, wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst? Berekend EMU-saldo
2
2011 )
2012 )
-6.299
-374
-1.353
2.449 1.283
2.449 1.463
2.488 1.239
9.243
5.113
9.888
0
0
1.600
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 1.840 0
0 0 2.496 0
0 0 1.387 0
n
n
n
-13.650
-4.071
-7.301
1) 2010: Volgens realisatie 2010, aangevuld met raming resterende periode 2) 2011: Volgens begroting 2011 3) 2012: Volgens meerjarenraming in begroting 2011
Toelichting - Het jaar 2010 is gebaseerd op de begroting 2010 inclusief begrotingswijzigingen en inclusief de Perspectiefnota 2010. - Bij vraag 4 is voor 2012 de aanname voor riolering € 3,5 mln.
179
3
2010 )
180
2.2.3 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen voor 2011. Voor een toelichting en een meerjarig beeld wordt verwezen naar het overzicht algemene dekkingsmiddelen in 1.3.2.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien bedragen x € 1.000 Omschrijving
Bedrag
Lokale heffingen Alg. uitkering gemeentefonds Dividenden Mutatie algemene reserve Overige eigen middelen Totaal algemene dekkingsmiddelen
4.278 22.937 251 1.097 0 28.563
Onvoorzien Totaal
73 28.636
Toelichting De algemene dekkingsmiddelen zijn verwerkt binnen programma 16 Financiën en Bedrijfsvoering in de primitieve begroting, exclusief de mutatie in de algemene reserve.
181
182
2.2.4 Bij 1e begrotingswijziging 2011 beschikbaar te stellen budgetten In de eerste begrotingswijziging 2011 zijn de voorstellen opgenomen die voortvloeien uit het collegeprogramma 2010-2014 inclusief de voorstellen vanuit het bezuinigingstraject. Voor een toelichting wordt verwezen naar de ter afweging staande onderwerpen 2011 zie 2.1. Uiteenzetting van de financiële positie. Daarnaast worden in de eerste begrotingwijziging de kredieten beschikbaar gesteld van de vervangingsinvesteringen zoals hieronder vermeld. Beschikbaar te stellen vervangingsinvesteringen bij 1e wijziging
Nr.
Programma
Investering
Krediet
1 2 3 4 5 6
OOV/03 Sport/07 OW/11 OW/11 Bedr.fin/16 Bedr.fin/16
Vervanging kleding en materiaal brandweer Gymmaterialen Openbare verlichting Duurzame bedrijfsgoederen Automatisering (hardware) Automatisering (software)
220.000 56.000 274.000 324.000 52.000 190.000
Totaal
692.000
183
Jaarlast
reeds primitief verwerkt reeds primitief verwerkt reeds primitief verwerkt reeds primitief verwerkt reeds primitief verwerkt reeds primitief verwerkt
184
2.3 Vaststelling financiële en beleidsbegroting Vaststellingsbesluit
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Aa en Hunze in de openbare vergadering van 10 november 2010.
De griffier,
De voorzitter,
T. Santes
Drs. H.F. van Oosterhout
185
186
BIJLAGEN - Financieel Meerjaren Perspectief 2012-2015 - Kerngegevens - Verdelingsmatrix
187
188
FINANCIEEL MEERJAREN PERSPECTIEF 2012-2015 In deze bijlage wordt het Financieel Meerjaren Perspectief van de gemeente Aa en Hunze weergegeven. Eerst wordt het totaaloverzicht van de geprognosticeerde begrotingsuitkomsten 2012-2015 gepresenteerd. Het jaar 2015 is toegevoegd omdat het in 2010 ingezette bezuinigingstraject ook in dat jaar doorloopt en verwacht wordt dat de bezuinigingen vanuit het Rijk een rol blijven spelen. Daarna worden de onderbouwingen van deze bedragen aangegeven, waarbij voor nieuwe investeringen wordt uitgegaan van een rentepercentage van 5%. Bij de niet ter afweging staande onderwerpen is de grondslag van de berekeningen opgenomen. In dit FMP zijn lasten als negatieve bedragen opgenomen en baten positief.
Totaal Financieel Meerjaren Perspectief 2012 – 2015 + = voordeel & - = nadeel
2012
2013
2014
2015
-446.000 -559.000
-46.000 -272.000
-46.000 -250.000
-46.000 -100.000
2.1 Bezuinigingstraject - structureel 2.2 Taakstellend bezuinigingen -structureel 2.3 Bezuinigingstraject - incidenteel
382.000 176.000 180.000
322.000 230.000 135.000
340.000 162.000 0
342.000 340.000 0
Totaal ter afweging - structureel Totaal ter afweging - incidenteel
112.000 -379.000
506.000 -137.000
456.000 -250.000
636.000 -100.000
427.000
-97.000
-195.000
-326.000
0
0
0
0
90.000 -325.000
31.000 -75.000
28.000
-7.000
75.000
-81.000
34.000
163.000
Ter afweging staande onderwerpen 1.1 Collegeprogramma 2010-2014 structureel 1.2 Collegeprogramma 2010-2014 incidenteel
3
Niet ter afweging staande onderwerpen Doorwerking programmabegroting - structureel
4
Trendmatige ontwikkelingen - structureel
5.1 Niet trendmatige ontwikkelingen - structureel 5.2 Niet trendmatige ontwikkelingen - incidenteel 6
Kapitaalontwikkelingen - structureel
7
Algemene Uitkering - structureel
-801.000
-554.000
-649.000
-614.000
Totaal niet ter afweging - structureel Totaal niet ter afweging - incidenteel
-209.000 -325.000
-701.000 -75.000
-782.000 0
-784.000 0
Incidentele dekking (+) / storting (-) VAR Saldo structureel Saldo incidenteel
704.000 -97.000 0
212.000 -195.000 0
250.000 -326.000 0
100.000 -148.000 0
189
1.1 Collegeprogramma 2012-2015 structureel Nr.
Prog.
1
Bestuur/01 Pensioenvoorziening wethouders 2 * Puza/02 Herstructurering begraafplaats Rolde 3 * Welzijn/09 Ontwikkeling MFC Gasselternijveen 4 Afval/10 Vervanging grijze en groene minicontainers 5 OW/11 Wegreconstructie ivm rioleringswerkz.h. 6 OW/11 Verkeers- en vervoersmaatregelen 7 OW/11 Onderhoud gebouwen 8 OW/11 Onderhoud monumenten 9 OW/11 Verkeersveilige wegbermen 10 * Wonen/13 Herinrichting 2e fase Stationsstraat Noord Gieten 11 ** Wonen/13 Centrumplan Rolde 12 Platt/14 ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) 13 Platt/14 Fondsvorming grote projecten 14 FinBedr/16 Budget beschikbaar voor nieuw beleid Totaal * **
Uitgaaf
2012
-20.000
-20.000
-500.000
-37.500
-3.800.000
-125.000
pm
2013
2014
2015
x
-800.000
-18.000
-18.000
-18.000
-18.000
-280.000
-8.200
-8.200
-8.200
-8.200
-36.000 -12.500 -10.000 -400.000
-36.000 -12.500 -10.000 -36.000
-500.000 -40.000
-37.500 -10.000
-10.000
-10.000
-10.000
-40.000 -85.000
-10.000 -85.000
-10.000
-10.000
-10.000
-6.523.500
-445.700
-46.200
-46.200
-46.200
Deze onderwerpen waren in de Perspectiefnota 2010 bij het onderdeel nieuwe voorstellen opgenomen. Nieuw: dit voorstel was niet in de Perspectiefnota 2010 opgenomen.
Geplande uitgaven na 2015 Prog.
Onderwijs/05 Verzelfstandiging openbaar basis onderwijs vanaf 2023 Totaal
Uitgaaf
Lasten
100.000
x
100.000
0
Toelichting 1.1 Collegeprogramma 2012-2015 structureel Sommige onderwerpen zijn onderdeel van het bezuinigingstraject. Deze bezuinigingen zijn opgenomen bij onderdeel 2.1 in dit FMP. De toelichting van de onderwerpen 1, 5 t/m 9, 12 en 13 is opgenomen in hoofdstuk 2.1 ‘Uiteenzetting van de financiële positie’ bij de ter afweging staande onderwerpen in 2011. Ad 2.
Herstructurering begraafplaats Rolde Op de begraafplaats Rolde ontstaat voor zowel asbestemmingen als graven rond 2011/2012 een capaciteitsprobleem. De verschillende oplossingsmogelijkheden zullen een forse investering vragen: de uitbreiding van de begraafplaats, het realiseren van een nieuwe begraafplaats of de keuze voor een gedeeltelijk ruimingsplan met een daaraan gekoppelde reconstructie van de begraafplaats. Naar verwachting gaat het om een bedrag van € 500.000. De bijbehorende kapitaallast bedraagt € 37.500.
Ad 3.
Ontwikkeling MFC Gasselternijveen Er is een vervolgonderzoek ingesteld naar de haalbaarheid van een multifunctioneel centrum in Gasselternijveen. Dit vervolgonderzoek biedt een basis voor goede besluitvorming.
190
Voor de ontwikkeling van een MFC in Gasselternijveen is, net als in de Perspectiefnota 2010 vooralsnog € 125.000 opgenomen. In de Marktplaats van 29 september a.s. is dit onderwerp besproken en zijn de diverse scenario’s aan de orde geweest. In de komende tijd zal een verdere uitwerking van de scenario’s plaatsvinden. Ad 4.
Vervanging grijze en groene minicontainers In het Milieubeleidsplan 2010-2013 is een onderdeel opgenomen met betrekking tot het afvalbeleid van de gemeente Aa en Hunze. Een belangrijk onderdeel van afvalbeleid is het containerbeheer. In het najaar 2009 is het bestaande minicontainerbestand van grijze en groene containers geschouwd waarbij de kwaliteit is beoordeeld. De raad heeft besloten om een besluit over het containerbeheer over te hevelen naar de nieuwe bestuursperiode 2010-2014. Het belang van containerbeheer is het beter inzichtelijk en beheersbaar maken van de kosten door een zuiver containerbestand. Ook bevordert een goede registratie van containers de servicegraad aan de burger; met een druk op de knop is te zien welke container bij welk perceel hoort. Een ontwikkeling waar we rekening mee moeten houden is de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen. Wat zijn effecten op de hoeveelheden restafval en hoe geschiedt de kunststof inzameling na 2012? We verwachten een besluit te kunnen nemen over containerbeheer en registratie in de tweede helft van de bestuursperiode 2010-2014.
e Ad 10. Herinrichting 2 fase Stationsstraat Noord Gieten De raad heeft op 28 oktober 2009 het Herinrichtingsplan Stationsstraat Gieten vastgesteld. Het bestek van de 1ste fase van herinrichting (zuidelijke entree en winkelcentrum t/m kruising Stationsstraat-Zuides) is aanbesteed en inmiddels nagenoeg gereed. Voor de 2e fase (Stationsstraat Noord) is een bedrag van € 400.000 opgevoerd. De bijbehorende kapitaallast bedraagt € 36.000.
Ad 11. Centrumplan Rolde Het doel van de centrumvisie is het revitaliseren van het centrum van Rolde met een verkeerskundige herinrichting. De voorlopige inschatting is dat € 500.000 nodig zal zijn voor de herinrichting van de openbare ruimte in het centrum van Rolde. De bijbehorende kapitaallast bedraagt € 37.500. Ad 14. Budget beschikbaar voor nieuw beleid Aan het bedrag van € 85.000 is nog geen invulling gegeven.
1.2 Collegeprogramma 2012-2015 incidenteel Nr.
1 2 3 4 5 6 7 8
Prog.
Bestuur/01 Communicatie en burgerparticipatie Onderwijs/ Verzelfstandiging openbaar 05 basisonderwijs Cultuur/06 Cultuurnota * Cultuur/06 Cultuurnota uit reserve Minimabeleid/schuldhulp** Soc.Z/08 verlening (ISD) Milieu/12 Uitvoeringsplan gemeentelijk klimaatbeleid Platt/14 ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) Platt/14 Fondsvorming grote projecten Totaal
* **
Uitgaaf
2012
2013
2014
-150.000
-50.000
-50.000
-50.000
490.000
x
x
x
-44.000 -22.000 -25.000 x -247.000 -247.000
-22.000
-40.000
x
-40.000
-300.000 -100.000
-100.000 -100.000
-400.000 -100.000
-100.000 -100.000 -100.000
-716.000 -559.000
-272.000 -250.000 -100.000
Dit onderwerp was in de Perspectiefnota 2010 bij het onderdeel nieuwe voorstellen opgenomen. Dit onderwerp was in de Perspectiefnota 2010 op een andere wijze opgenomen.
191
2015
Geplande uitgaven na 2015 Prog.
Onderwijs/05 Verzelfstandiging openbaar basisonderwijs 2016 t/m 2022 Totaal
Uitgaaf
Lasten
715.000
x
715.000
0
Toelichting 1.2 Collegeprogramma 2012-2015 incidenteel De toelichting van de onderwerpen 1 t/m 8 is opgenomen in hoofdstuk 2.1 Uiteenzetting van de financiële positie bij het onderdeel ter afweging staande onderwerpen in 2011.
192
2.1 Bezuinigingstraject – structureel Nr.
Richting + programma Budgetonderzoek
1
Beleidsmatig Finbedr/16
2
Investeringen OW/11
3
OW/11
Baten/ lasten
Bespaarde rente
2012
2013
2014
2015
-100.000 -50.000 -50.000
Wegreconstructie i.v.m. rioleringswerkzaamheden Verkeers- en vervoersmaatregelen
300.000
9.000
9.000
9.000
9.000
105.000
4.100
4.100
4.100
4.100
Versobering subsidieverstrekkingen 4
* Diverse programma's
5 6 7 8 9
Versobering subsidieverstrekkingen
Maatschappelijke voorzieningen Sport/07 Tarieven sport- en gymzalen Sport/07 Maatschappelijke voorzieningen Welzijn/09 Groot onderhoud dorpshuizen Sport/07 Tarieven zwembaden Bedrijfsvoering Diverse programma's
Bedrijfsvoering
10
Onderhoudsniveau OW/11 Groenonderhoud
11
Bestuurskosten Bestuur/01
12 13 14
475.000 136.000 113.000 113.000 113.000
41.000 42.000
12.000 42.000
15.000 28.000
15.000 6.000
14.000
7.000
8.000
7.000
7.000
8.000
808.000 208.000 200.000 200.000 200.000
25.000
Bestuurskosten
25.000
pm
Bezuinigingen inkomstenkant OW/11 BTW heffing riolering OW/11 Hogere doorberekening Diverse Inkomsten programma's Totaal
pm pm pm 1.739.000 382.100 322.100 340.100 342.100
* Deze bedragen zijn aangepast t.o.v. de Perspectiefnota 2010. Zie toelichting bij nummer 4.
Toelichting 2.1 Bezuinigingstraject – structureel De toelichting van de onderwerpen 1 t/m 3 zijn opgenomen in hoofdstuk 2.1 Uiteenzetting van de financiële positie bij het onderdeel ter afweging staande onderwerpen in 2011. Ad 4.
Versobering subsidieverstrekkingen Voor de uitgebreide toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 2.1 Uiteenzetting van de financiële positie bij het onderdeel ter afweging staande onderwerpen in 2011. Deze bezuinigingsrichting vraagt nog om concrete invulling op progammaniveau voor de jaren 2012-2015.
193
Ad 5-8. Maatschappelijke voorzieningen In deze bezuinigingsrichting worden alle voorzieningen en accommodaties beoordeeld op mogelijke bezuinigingen.Tot nu toe gaat het voor de periode 2012-2015 om een totaalbedrag van € 126.000, bestaande uit de volgende maatregelen: 1. Gefaseerde verhoging tarieven sporthallen en gymzalen 41.000 2. Stoppen bijdrage t.b.v. zwembad in het Hof van Saksen als contract afloopt 42.000 3. Gefaseerde verlaging gemeentelijke bijdrage groot onderhoud dorpshuizen 15.000 4. Gefaseerde verhoging tarieven zwembaden in Annen en Gieten 28.000 Ad 9.
Bedrijfsvoering Binnen het bezuinigingstraject is als uitgangspunt geformuleerd, dat de bedrijfsvoering 25% van de totale bezuinigingen moet opleveren. Uitgaande van de eerdergenoemde taakstelling van € 4 miljoen bedraagt het aandeel van de bedrijfsvoering daarin derhalve € 1 miljoen. Als eerste concrete maatregel is per 1 november 2009 een selectieve vacaturestop ingevoerd. Op grond daarvan is een aantal vacatures niet weer ingevuld (zie hoofdstuk 2.1 Uiteenzetting van de financiële positie). Een deel van de krimp in de totale formatie moet worden opgevangen binnen de maatregelen op het gebied van een efficiëntere bedrijfsvoering en dienstverlening. Gelet op de ontwikkelingen in het kader van de digitalisering en automatisering zien wij daar reële mogelijkheden. Naast die maatregelen is een integrale discussie over het totale takenpakket in relatie tot de beschikbare formatie noodzakelijk. De verwachting dat zowel het rijk als de provincie meer taken naar de gemeenten gaat decentraliseren en dat de gelden om deze taken adequaat uit te voeren waarschijnlijk onvoldoende zullen zijn, versterkt de noodzaak tot de bedoelde discussie alleen maar. In die discussie staan de volgende vragen centraal: - Gaat het om wettelijke of om autonome taken? - In welke mate worden deze in de toekomst uitgevoerd? Door middel van een globaal intern haalbaarheidsonderzoek is beoordeeld of deze bezuinigingstaakstelling realistisch is. Daarbij is tevens een eerste inventarisatie gemaakt van de taken waarop mogelijk een reductie kan plaatsvinden. Uit het onderzoek blijkt dat de taakstelling onder bepaalde voorwaarden haalbaar is, waarbij globaal de volgende onderverdeling is gemaakt: 1. Efficiencymaatregelen en dienstverlening € 400.000 2. Takenreductie € 600.000 Wij willen de discussie over de bedrijfsvoering in de komende maanden verder voeren en uw raad hierbij in het kader van de totale bezuinigingstaakstelling betrekken. Deze bezuinigingsrichting vraagt nog om concrete invulling voor de jaren 2012-2015.
Ad 10. Groenonderhoud Vooruitlopend op de informerende marktplaats op 6 oktober 2010 over het onderhoud van kapitaalgoederen zijn de bezuinigingsvoorstellen die er op dit moment liggen in de begroting verwerkt. Er wordt voorgesteld de onderhoudsniveaus voor 2013 van het areaal accres van groenonderhoud te bevriezen. Ad 11. Bestuurskosten Voor deze bezuinigingsrichting zijn nog geen concrete bedragen ingevuld. In het onderzoek naar mogelijke bezuinigingen op dit onderdeel zullen onderwerpen zoals de rekenkamerfunctie, de griffie, de verdere ambtelijke ondersteuning en de overige bestuurskosten aan de orde komen. Wij komen hierop in het verdere verloop van het bezuinigingstraject terug. Ad 12. BTW heffing riolering De gemeente mag bij bepaling van de omvang van de lasten ten behoeve van de berekening van de toegestane hoogte van de riooltarieven BTW meenemen. Het gaat hierbij om alle BTW, dus zowel de BTW die drukt op goederen en diensten die direct als last op de exploitatie drukken of via
194
een voorziening lopen, als ook de BTW die drukt op de investeringen. De BTW op het investeringsdeel wordt niet meegenomen in de heffing. Het gemiddeld investeringsniveau bedraagt € 2.000.000 per jaar. De BTW hiervan bedraagt € 380.000. Dit bedrag van € 380.000 mag in principe worden doorberekend in het tarief waardoor een extra structurele budgetruimte ontstaat van € 380.000. Dit komt neer op een tariefsverhoging van 16%. Een mogelijkheid is om deze verhoging gefaseerd door te voeren. Een tariefverhoging van 1% betekent een bedrag van afgerond € 24.000. Wij zullen dit onderwerp in de komende tijd verder onderzoeken en ons standpunt hierover bepalen. Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek zullen wij u t.z.t. een voorstel doen. Ad 13. Hogere doorberekening Hogere doorberekening van exploitatiekosten in rioolrecht: in de rioolheffing mogen de kosten van die taken worden toegerekend die de gemeente verricht om aan de zorgplicht te voldoen. In verband met de uitbreiding van de gemeentelijke watertaken en de daarmee verband houdende invoering van het verbrede rioolrecht zijn de mogelijkheden hiertoe verruimd. In de begroting brengen we niet alle deze kosten onder in de rioolheffing, hoewel het wettelijk wel is toegestaan. Te denken valt o.a. aan de kosten voor straatvegen en vijveronderhoud. Het gaat hierbij om een totaalbedrag van afgerond € 382.000. Stel dat 50% wordt doorgerekend in de rioolheffing dan levert dat een bezuiniging op van € 191.000. Een tariefverhoging van 1% betekent een bedrag van afgerond € 24.000. Wij zullen dit onderwerp in de komende tijd verder onderzoeken en ons standpunt hierover bepalen. Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek zullen wij u t.z.t. een voorstel doen. Ad 14. Inkomsten Voor 2011 is voorgesteld om uiterst terughoudend om te gaan met lastenverzwaring voor onze burgers. Voor de jaren na 2011 zullen wij deze inzet wederom tegen het licht houden en beoordelen op basis van de dan actuele financiële situatie en de te treffen bezuinigingsmaatregelen. Behoudens een gefaseerde aanpassing van tarieven van gemeentelijke accommodaties zijn in het lopende bezuinigingstraject vooralsnog geen voorstellen opgenomen tot een eventuele verhoging van de gemeentelijke (belasting-)tarieven. 2.2 Taakstellende bezuinigingen – structureel Nr. Prog.
1 Alle
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
Taakstellende bezuinigingen
908.000
176.000
230.000
162.000 340.000
Totaal
908.000
176.000
230.000
162.000 340.000
Toelichting 2.2 Taakstellende bezuinigingen - structureel Ad 1.
Taakstellende bezuinigingen Bij dit onderdeel wordt het verschil aangegeven tussen de geformuleerde bezuinigingstaakstelling van € 4 miljoen en de aangedragen structurele bezuinigingsrichtingen vanaf 2010 t/m 2015. Deze taakstelling dient nog te worden ingevuld. Aandachtspunt vanuit het toezicht van de provincie is dat taakstellende bezuinigingen als incidenteel worden beschouwd. Uitvoering van een bezuiniging minimaal op programmaniveau is noodzakelijk om door de provincie te worden meegenomen in de beoordeling van het structurele begrotingssaldo. Zie ook hoofdstuk 1 bij financieel kader.
195
2.3 Bezuinigingstraject – incidenteel Nr. Prog.
Uitgaaf
2012
2013
Budgetonderzoek - beleidsmatig 1 Finbedr/16 Liquidatie IZA
35.000
Versobering subsidieverstrekkingen 2 Cultuur/06 Amateurkunst
15.000
15.000
Onderhoudsniveau 3 OW/11 Wegenonderhoud 4 OW/11 Groenonderhoud
65.000 150.000
65.000 75.000
75.000
50.000
25.000
25.000
315.000 180.000
135.000
Inkomsten 5 Wonen/13
Verkoop overhoekjes Totaal
2014
2015
0
0
35.000
Toelichting 2.3 Bezuinigingstraject - incidenteel De toelichting van de onderwerpen 3 en 5 zijn opgenomen in hoofdstuk 2.1 Uiteenzetting van de financiële positie bij het onderdeel ter afweging staande onderwerpen in 2011. Ad 1.
Liquidatie van IZA Na liquidatie van het IZA is een resterend vermogen aan de gemeenten uitgekeerd. Dit bedrag (voor Aa en Hunze € 300.000) zou worden ingezet voor het herstelplan ABP. De liquidatiebijdrage is niet meer nodig voor het herstelplan van ABP omdat het vermogen zich heeft hersteld. In 2010 is € 265.000 ingeboekt.
Ad 2.
Amateurkunst Heroverweging van het project ondersteuning amateurkunst, incidenteel € 15.000.
Ad 4.
Groenonderhoud Vooruitlopend op de informerende marktplaats op 6 oktober 2010 over het onderhoud van kapitaalgoederen zijn de bezuinigingsvoorstellen die er op dit moment liggen in de begroting verwerkt. De onderhoudsniveaus worden voor 2012 en 2013 bevroren (areaalaccres € 75.000).
196
3. Doorwerking Programmabegroting 2011 De aan uw raad gepresenteerde begrotingsvoorstellen resulteren voor 2011 in een structureel begrotingssaldo van € 427.000. In hoofdstuk 2.1 ‘Uiteenzetting van de financiële positie’ is dit verwachte resultaat toegelicht.
197
4. Trendmatige ontwikkelingen De uitgangspunten voor het Financieel Meerjaren Perspectief worden ook wel rekenregels genoemd. Hieronder worden de gehanteerde percentages weergegeven waarmee de begroting wordt doorgerekend naar de toekomst.
Uitgangspunten trendmatige ontwikkelingen Trend salarissen Trend goederen en diensten Trend OZB Trend energie Trend inkomensoverdrachten Trend overige inkomsten
2012
2013
2014
2015
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
In de meicirculaire 2009 is de normeringssytematiek t/m 2011 buiten werking gesteld. Voor de jaren daarna is er een indicatie van 0% aangegeven. In de junicirculaire 2010 en in de septembercirculaire 2010 is aangegeven dat er over de accresontwikkeling 2012 en volgende jaren geen nieuws te melden is. Voor de jaren 2012 t/m 2015 is de gehele trendmatige ontwikkeling op 0% gezet. De werkelijke ontwikkeling hiervan is afhankelijk van de besluiten die t.z.t. worden genomen met betrekking tot de accressen in het Gemeentefonds voor de komende jaren. Salarissen Bij de programmabegroting 2005 zijn uitgangspunten vastgesteld voor de raming van de salarissenbudgetten. Deze uitgangspunten kunnen als volgt worden samengevat: 1. De salariskosten worden verhoogd met het percentage voor prijsstijging zoals genoemd in de meest recente circulaire; 2. In principe dienen alle salarisstijgingen in de komende jaren, inclusief de periodieke verhogingen binnen de component prijsstijging van de algemene uitkering te worden opgevangen. Door bovenstaande werkwijze ontstaan voor het college taakstellende personeelsbudgetten, waarbij de raad jaarlijks bij de begroting wordt geïnformeerd over de stand van zaken. Dat zijn momenten voor het college en de raad om de werkwijze te evalueren en – voor zover daar aanleiding voor is – overleg te voeren over mogelijke knelpunten.
198
5. Niet-trendmatige ontwikkelingen Onder niet-trendmatige ontwikkelingen worden alle ontwikkelingen gevat die de hiervoor genoemde trend te boven gaan. Het betreffen met name zaken waaraan de gemeente op grond van wetgeving of lokale ontwikkelingen een financiële vertaling moet geven.
5.1 Niet-trendmatige ontwikkelingen structureel Nr. Prog.
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bestuur/01 OW/11 OW/11 OW/11 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
Wachtgeld voormalige wethouders Areaalaccres - wegen Areaalaccres - riolering Areaalaccres - groen Meeropbrengst toeristenbelasting Stelpost ingroeiregeling OHV Stelpost verlaging SLOK Stelpost verlaging taalcoaches Meeropbrengst OZB
65.000 -16.000 -16.000 -50.000 108.000 -60.000 41.000 4.500 50.000
22.000 -4.000 x -25.000 54.000 -15.000 41.000 4.500 12.500
9.000 -4.000 x -25.000 54.000 -15.000
34.000 -4.000 x
-4.000 x
12.500
12.500
12.500
Totaal
126.500
90.000
31.500
27.500
-6.500
-15.000 -15.000
Toelichting 5.1 Niet - trendmatige ontwikkelingen structureel Ad 1.
Wachtgelden voormalige wethouders In verband met de bestuurswisseling in 2010 is in de begroting een structurele inschatting opgenomen voor wachtgelden. Het recht op uitkering van deze wachtgelden loopt tot en met 2014 en neemt periodiek af.
Ad 2.
Areaalaccres wegen Als gevolg van uitbreidingsplannen neemt de oppervlakte van de te onderhouden wegen toe. Het regulier budget voor wegen wordt hierdoor jaarlijks structureel met € 4.000 verhoogd.
Ad 3.
Areaalaccres riolering Als gevolg van uitbreidingsplannen neemt de lengte van het te onderhouden riool toe. Het regulier budget voor riolering wordt hierdoor jaarlijks structureel met € 4.000 verhoogd. Verrekening vindt plaats met de rioolheffing.
Ad 4.
Areaalaccres groen In het kader van de bezuinigingen en in relatie hiermee tot de ontwikkeling van bestemmingsplannen, alsmede het overhoekenbeleid wordt voorgesteld om het areaalaccres vanaf 2013 te bevriezen. Zie ook onderdeel 2.1.
Ad 5.
Meeropbrengst toeristenbelasting Voor de jaren na 2011 stelt het Recreatieschap voor de verhoging van de toeristenbelasting met € 0,05 per jaar voort te zetten tot het maximum tarief van € 1,- per overnachting is bereikt. Dit is in 2013 het geval. In verband met deze verhoging zal de opbrengst van de toeristenbelasting in 2012 en 2013 met € 54.000 toenemen.
Ad 6.
Stelpost ingroeiregeling Onderwijs Huisvesting Het betreft een gerichte verdeling van de algemene uitkering voor de aanpassing van de onderwijshuisvesting aan recente onderwijskundige vernieuwingen. De reservering is aangepast aan de junicirculaire 2010.
Ad 7.
Stelpost verlaging Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven Stelpost vanuit de meicirculaire 2009.
199
Ad 8.
Stelpost verlaging taalcoaches Stelpost vanuit de meicirculaire 2009.
Ad 9.
Meeropbrengst OZB In verband met de verwachte toename van het aantal objecten zal de opbrengst OZB naar schatting in de jaren 2012 t/m 2015 € 12.500 per jaar toenemen.
5.2 Niet-trendmatige ontwikkelingen incidenteel Nr. Prog.
Uitgaaf
2012
2013
1 OW/11 Areaalaccres - groen 2 Wonen/13 Bouwleges
-150.000 -250.000
-75.000 -250.000
-75.000
Totaal
-400.000
-325.000
-75.000
2014
2015
0
0
Toelichting 5.2 Niet - trendmatige ontwikkelingen incidenteel Ad 1.
Areaalaccres groen De onderhoudsniveaus worden voor 2012 en 2013 bevroren. Zie ook het onderdeel 2.3 bezuinigingstraject – incidenteel.
Ad 2.
Bouwleges In verband met de actuele ontwikkelingen in “bouwend Nederland” wordt een aanmerkelijk lagere legesopbrengst verwacht. Wij schatten op dit moment in dat de verlaging van € 250.000 voor 2012 incidenteel is. En we spreken de hoop uit dat een weer aantrekkende economie de leges op termijn weer op het oude niveau kan terugbrengen.
200
6. Kapitaalontwikkelingen – structureel Nr. Prog
1 2 3 4 5 6 7
OOV/03 Sport/07 OW/11 OW/11 Recr/15 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16
Uitgaaf
2012
2013
2014
2015
-46.000 -3.000 -5.000 -3.500 -24.500 -24.500 -39.000 -65.000 x x -26.000 -27.000 -4.000 -121.000
Vervangingsinvesteringen Brandweer Sportmaterialen/gymtoestellen Vervanging openbare verlichting Duurzame bedrijfsgoederen Speelvoorzieningen Automatisering software Automatisering hardware
-612.000 -121.000 -1.096.000 -740.000 -268.000 -467.500 -399.000
-45.000 -2.000 -24.500 -4.000 x -34.500 -2.000
-1.000 -1.500 -24.500 -9.000 x -33.000
Totaal
-3.703.500 -144.500 -244.000 -112.000
-69.000
8 Fin&Bv/16 Vrijval kapitaallasten Saldo kapitaalontwikkeling
220.000
163.000
146.000
232.000
75.500
-81.000
34.000
163.000
Toelichting 6. Kapitaalontwikkelingen – structureel Ad 1.
Brandweer In het vervangingsschema van de brandweer worden bedragen opgenomen voor vervanging van kleding, voertuigen, overige middelen en communicatieapparatuur. De afschrijvingstermijnen zijn verschillend. Deze zijn opgenomen in het vervangingsschema.
Ad 2.
Sportmaterialen/gymtoestellen In het vervangingsschema van gymnastiektoestellen worden bedragen opgenomen voor de vervanging van diverse gymtoestellen bij verschillende gymlokalen bedoeld om de bestaande voorziening in stand te houden. De afschrijvingstermijn die wordt gehanteerd bedraagt 20 jaar. De (bijstelling van de) vervangingen worden geraamd op basis van inspectie van alle materialen.
Ad 3.
Vervanging openbare verlichting Het meerjarig Openbaar Verlichtingsplan wordt in 2010 geactualiseerd. Vervanging van openbare verlichting is een continu proces dat investeringskosten met zich meebrengt. Bij vervanging zal nadrukkelijk gekeken worden naar energiebesparende maatregelen, het reduceren van CO2 uitstoot en lichtvervuiling. Voor de jaren na 2011 wordt vooralsnog uitgegaan van investeringen die gelijk zijn aan het huidige niveau.
Ad 4.
Duurzame bedrijfsgoederen Sinds de invoering van het BBV komen de investeringsbedragen van de duurzame bedrijfsgoederen niet meer rechtstreeks ten laste van de reserve, maar dienen de investeringen te worden geactiveerd. In het vervangingsschema voor duurzame bedrijfsgoederen zijn de investeringen per jaar met daaraan gekoppeld de jaarlijkse kapitaallasten opgenomen.
Ad 5.
Speelvoorzieningen Op basis van het in 2001 vastgestelde beleid, gebaseerd op het structureel in stand houden van de bestaande speelvoorzieningen, wordt rekening gehouden met vervanging van de speeltoestellen op basis van een 10- jarige afschrijving.
Ad 6.
Automatisering software De afschrijvingstermijn die voor software wordt gehanteerd is 5 jaar. Het vervangingsschema voor software is daarop gebaseerd.
Ad 7.
Automatisering hardware De afschrijvingstermijn die voor hardware wordt gehanteerd is 3 jaar. Het vervangingsschema voor hardware is daarop gebaseerd.
201
Ad 8.
Vrijval kapitaallasten Door afschrijving wordt de boekwaarde van investeringen jaarlijks lager. Hierdoor ontstaat jaarlijks een voordeel op de kapitaallasten.
202
7. Algemene Uitkering – structureel Nr
Prog
2012
1 Fin&Bv/16 Mutatie Algemene Uitkering 2 Fin&Bv/16 Verwachte verlaging Totaal
2013
2014
2015
-201.000 46.000 -49.000 -600.000 -600.000 -600.000
-14.000 -600.000
-801.000 -554.000 -649.000
-614.000
Toelichting 7. Algemene uitkering - structureel Ad 1.
Mutatie Algemene Uitkering De mutaties in de algemene uitkering zijn gebaseerd op de junicirculaire 2010.
Ad 2.
Verwachte verlaging Er is een inschatting gemaakt van de verwachte verlaging van de algemene uitkering als gevolg van de komende rijksbezuinigingen. Vooralsnog is uitgegaan van een verlaging gedurende de periode 2012-2015 van in totaal € 2.400.000.
203
204
KERNGEGEVENS BEGROTING 2011
205
Kerngegevens begroting 2011 werkelijke aantallen per 1 januari 2010 geschatte gegevens per 1 januari 2011
2010
2011
Aantal inwoners
25.567
25.772
Leeftijdsopbouw bevolking - inwoners jonger dan 20 jaar - inwoners 21 t/m 64 jaar - inwoners van 65 jaar en ouder
5.895 14.448 5.224
6.013 14.630 5.129
180 33 20 6
190 64 41 5
2.394
2.423
- speciaal onderwijs - speciaal basis onderwijs
20
0
- voortgezet onderwijs
93
93
Oppervlakte gemeente in ha. - waarvan binnenwater
27.888 125
27.888 125
Aantal woningen/woonruimten per 1/1 waarvan: - woningen - wooneenheden / bijzondere woongebouwen - recreatiewoningen
12.391
12.433
10.763 484 1.144
10.800 484 1.149
691.156
696.315
171.978 519.178
177.137 519.178
A. SOCIALE STRUCTUUR
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden - W.W.B. - WIJ - IOAW / IOAZ - BZ m.i.v. 2007 Bbz Aantal leerlingen in de gemeente: waarvan in het - basisonderwijs
B. FYSIEKE STRUCTUUR
Lengte van de wegen in meters waarvan: - wegen binnen bebouwde kom - wegen buiten bebouwde kom
206
Kerngegevens begroting 2011 werkelijke aantallen per 1 januari 2010 geschatte gegevens per 1 januari 2011 totaal (x € 1.000)
per inwoner (x € 1,00)
2010
2011
2010
2011
57.790
51.764
2.260,34
2.024,64
Opbrengst belastingen, waarvan: - afvalstoffenheffing/reinigingsrechten - onroerende zaakbelastingen - toeristenbelasting - woonforensenbelasting
2.519 3.310 816 90
2.499 3.323 865 90
98,53 129,46 31,92 3,52
97,74 129,97 33,83 3,52
Overige heffingen totaal, waarvan: - leges burgerzaken - marktgelden - begraafrechten - rioolheffing - bouwleges - gebruiksvergunningen bouwverordening
321 7 179 2.368 724 8
321 7 179 2.440 377 8
12,56 0,27 7,00 92,62 28,32 0,31
12,56 0,27 7,00 95,44 14,75 0,31
Uitkering in het gemeentefonds *
23.941
22.937
936,40
897,13
Reserves en voorzieningen stand per 01/01, waarvan: - algemene reserve - grondbedrijf reserves - grondbedrijf voorzieningen - bestemmingsreserves - voorzieningen
29.243
36.688
1.143,78
1.434,97
8.929 2.437 0 8.527 9.350
6.278 4.610 0 16.938 8.862
349,24 95,32 0,00 333,52 365,71
245,55 180,31 0,00 662,49 346,62
C. FINANCIËLE STRUCTUUR Uitgaven
*
o.b.v. junicirculaire 2010
207
208
VERDELINGSMATRIX
209
210
Hoofdfunctie 1 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid Totaal hoofdfunctie 1
272
1
29
4
272
1
29
4
100 2
56
102
56
Hoofdfunctie 6 SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 610 Bijstandsverlening 611 Werkgelegenheid 612 Inkomensvoorzieningen 613 Overige sociale zekerheidsregelingen 614 Gemeentelijk minimabeleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 621 Vreemdelingen 622 Kosten van huishoudelijke verzorging 623 Participatiebudget 630 Sociaal-cultureel werk 641 Tehuizen 650 Kinderdagopvang 651 Dagopvang gehandicapten 652 Voorzieningen gehandicapten Totaal hoofdfunctie 6 Hoofdfunctie 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU 711 Ambulancevervoer 712 Verpleeginrichtingen 714 Openbare gezondheidszorg 715 Jeugdgezondheidszorg (uniform deel) 716 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk deel) 721 Afvalverwijdering en -verwerking 722 Riolering en waterzuivering 723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging 725 Baten reinigingsrechten en afvalstofheffing 726 Baten rioolrechten (gecombineerd) 727 Baten rioolheffing huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater 728 Baten rioolheffing grond- en hemelwater 729 Huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater 730 Hemelwater 731 Grondwater 732 Baten begraafplaatsrechten Totaal hoofdfunctie 7 Hoofdfunctie 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING 810 Ruimtelijke ordening 820 Woningexploitatie / woningbouw 821 Stads- en dorpsvernieuwing 822 Overige volkshuisvesting 823 Bouwvergunningen 830 Bouwgrondexploitatie Totaal hoofdfunctie 8 Hoofdfunctie 9 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 911 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 921 Algemene uitkeringen 922 Algemene baten en lasten 930 Uitvoering Wet WOZ 931 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers 932 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 933 Baten roerende-zaakbelasting 934 Baten Baatbelasting 935 Baten forensenbelasting 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 938 Baten reclamebelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 941 Lastenverlichting rijk 960 Saldo van kostenplaatsen 970 Saldo van de rekening van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfunctie 0 tot en met 9 990 Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming Totaal hoofdfunctie 9 Totaal Hoofdfuncties
5.7
5.8
6.0
6.1
60
6.2.1
6.2.2
6.3
6
796 385 611
6
238 2030
1.342 429 700 206 4 319 3000
16
3
206
4
357 25 382
16
207 8 215
739 110
97 946
60 14
288
14
288
549 160 709
1721 193 1914
676
608 96
762 187
2941 395
676
704
93 1042
190 3526
88
117
26 131 7 33
23
99
16 16
131
11 259
26
818
138 37
138 904
3
2
96
2
2
23
2
3
43
173
412
3
489
1192
30
206
412
983
675
2421
5 11 557 6 127 81
30 65 15 47
104
131 4 92
3
99
Totaal functies/ kostenplaatsen/ balansmutaties
5.6
Overige verrekeningen
5.5
4 85
Hoofdfunctie 3 ECONOMISCHE ZAKEN 310 Handel en ambacht 320 Industrie 330 Nutsbedrijven 340 Agrarische productie en ontginning 341 Overige agrarische zaken, jacht en visserij Totaal hoofdfunctie 3
Hoofdfunctie 5 CULTUUR EN RECREATIE 510 Openbaar bibliotheekwerk 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Oudheidkunde/musea 550 Natuurbescherming 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 580 Overige recreatieve voorzieningen Totaal hoofdfunctie 5
5.4
206
Hoofdfunctie 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT 210 Wegen, straten en pleinen 211 Verkeersmaatregelen te land 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting 220 Zeehavens 221 Binnenhavens en waterwegen 223 Veerdiensten 230 Luchtvaart 240 Waterkering, afwatering en landaanwinning Totaal hoofdfunctie 2
Hoofdfunctie 4 ONDERWIJS 420 Openbaar basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 421 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting 422 Bijzonder basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 423 Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting 430 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 431 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 432 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 433 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 440 Openbaar voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 441 Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 442 Bijzonder voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 443 Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 480 Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs 482 Volwasseneneducatie Totaal hoofdfunctie 4
5.3
Overige verrekeningen van kostenplaatsen
Overige inkomensoverdrachten
313
81 280
5.2
Verrekening kostenplaatsen voor investeringsprojecten
Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk)
106 28 65
85
5.1
Kapitaallasten
Sociale verstrekkingen in natura aan personen
18
295
4.3.2
Reserveringen
Sociale uitkeringen in geld
Hoofdfunctie 0 ALGEMEEN BESTUUR 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders 003 Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie Totaal hoofdfunctie 0
4.3.1
Handelskredieten en transitorische posten
4.2.5
Aandelen en overige deelnemingen
4.2.4
Langlopende leningen
4.2.3
Kortlopende leningen
4.2.2
Financiële derivaten
4.2.1
Langlopende effecten m.u.v.aandelen
4.1.2
Kortlopende effecten m.u.v. aandelen
4.1.1
Chartaalgeld en deposito's
3.4.3
Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten aan overheid (niet-Rijk) Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten
3.4.2
Subsidies aan marktproducenten
Energie
3.4.1
Vermogensoverdrachten aan het Rijk
Personeel van derden
3.3.3
Inkomensoverdrachten aan het Rijk
Afschrijvingen
3.3.2
Aankopen niet duurzame goederen en diensten
Toegerekende rente
3.3.1
Betaalde pachten en erfpachten
3.1
Betaalde belastingen
3.0
Aankoop gronden
2.3
Overige aankopen en uitbestedingen duurzame goederen
2.2
Kosten algemene plannen
2.1 Werkelijk betaalde rente
1.2 Sociale uitkeringen personeel
1.1
Loonbetalingen en sociale premies
categorieën functies
0.0 Niet in te delen lasten
Verdelingsmatrix gemeenten, lasten en balansmutaties
34
1 2
11 288 84 27 34
474 272 133
2 183
51
44
22 50
101
27 11
59
108
406 18 2 5 32 62
1375
509 296 1858 123 274 219 44 3365
268
525
2162
6688
88
12 13
1046
1
6
660
94
55
1173
108
40
1104
1024
229
874 3651
5
59
4442 3716
3
110 33 282 17 488
529 1061 43 2423 1227 1675
3568 1
529 282
241
5
40
287
40
428 10
298 185 86
1843 118
6 1
136
46
7
980 1927
15 2022
4097
38 16 203 4 75
1
68
1
2
42 1576 556 81 20
100
80
3
2313
32 196
415 116
907 830
130
283
6983
8
130
2 2
116
1709 1709
1 1
39
509
91
321 1349
1316 16941
24 5
302 532 294 2308 2615 1150 349
804
70 2
2 396
159 844
1
13
82
465 545 1067 162
73
411
1085
2268
7550
5
1016 44
1199 53
-97
29
933
-97
67 101
244 2237
68 327 327
4
240 511 49
67 4
535 535
87
151 290
933 1659 1659
-111 577
152
-111
111
325 286
1054 397
32
76
108
26
380
2589
354 761 931 1.903
152 601
85
535
1426
143 362
327
1709
141
4693 6878
7624
206
4097
2434
9030
326
761
761
-111
713
2223
3803
13277
1659
51765
Overige goederen en diensten
Belastingen op producenten
Belasting op inkomen van gezinnen
Vermogensheffing
Inkomensoverdracht van het Rijk
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
6.0
6.1
6.2.1
6.2.2
6.3
3 481
3
6 481
484
3
487
13 2 15
17 2 19
15
15
15
15
26 6
26 6 290
179
111
32
322
6
74 81
74 87
6
155
153 1
22
154
7
7
7
168
57
43 43
22
8 13
232 1 8 13
6
9
63
9
21
312
58
3448 3551
120
3568 3551
277
277 1166 300
1166 210
90
210
90
Hoofdfunctie 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU 711 Ambulancevervoer 712 Verpleeginrichtingen 714 Openbare gezondheidszorg 715 Jeugdgezondheidszorg (uniform deel) 716 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk deel) 721 Afvalverwijdering en -verwerking 722 Riolering en waterzuivering 723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging 725 Baten reinigingsrechten en afvalstofheffing 726 Baten rioolrechten (gecombineerd) 727 Baten rioolheffing huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater 728 Baten rioolheffing grond- en hemelwater 729 Huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater 730 Hemelwater 731 Grondwater 732 Baten begraafplaatsen Totaal hoofdfunctie 7
15 8180
277
15 8877
120
420
420
145 13 10
145 13 10
2536
2536 2440
2440
179 2883
Hoofdfunctie 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING 810 Ruimtelijke ordening 820 Woningexploitatie / woningbouw 821 Stads- en dorpsvernieuwing 822 Overige volkshuisvesting 823 Bouwvergunningen 830 Bouwgrondexploitatie Totaal hoofdfunctie 8
5
10
67 72
10
2440
179 5743
420
15
422
Hoofdfunctie 9 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 911 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 921 Algemene uitkeringen 922 Algemene baten en lasten 930 Uitvoering Wet WOZ 931 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers 932 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 933 Baten roerende-zaakbelasting 934 Baten Baatbelasting 935 Baten forensenbelasting 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 938 Baten reclamebelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 941 Lastenverlichting rijk 960 Saldo van kostenplaatsen 970 Saldo van de rekening van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfunctie 0 tot en met 9 990 Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming Totaal hoofdfunctie 9
95 169
11 11
4222 4222
240 240
422
149 149
422 4688 5125
174
95 1655 23344 174
1486 23345
357 2966
357 2966
90
90 865
865
12
12
64
43
Totaal functies/ kostenplaatsen/ balansmutaties
Overige verkopen van duurzame goederen
5.3
Overige verrekeningen
Opbrengst van grondverkopen
5.2
111
Hoofdfunctie 6 SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 610 Bijstandsverlening 611 Werkgelegenheid 612 Inkomensvoorzieningen 613 Overige sociale zekerheidsregelingen 614 Gemeentelijk minimabeleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 621 Vreemdelingen 622 Kosten van huishoudelijke verzorging 623 Participatiebudget 630 Sociaal-cultureel werk 641 Tehuizen 650 Kinderdagopvang 651 Dagopvang gehandicapten 652 Voorzieningen gehandicapten Totaal hoofdfunctie 6
Totaal Hoofdfuncties
5.1
179
Hoofdfunctie 4 ONDERWIJS 420 Openbaar basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 421 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting 422 Bijzonder basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 423 Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting 430 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 431 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 432 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 433 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 440 Openbaar voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 441 Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 442 Bijzonder voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 443 Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 480 Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs 482 Volwasseneneducatie Totaal hoofdfunctie 4 Hoofdfunctie 5 CULTUUR EN RECREATIE 510 Openbaar bibliotheekwerk 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Oudheidkunde/musea 550 Natuurbescherming 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 580 Overige recreatieve voorzieningen Totaal hoofdfunctie 5
4.3.2
Overige verrekeningen van kostenplaatsen
Pachten
Hoofdfunctie 3 ECONOMISCHE ZAKEN 310 Handel en ambacht 311 Baten marktgelden 320 Industrie 330 Nutsbedrijven 340 Agrarische productie en ontginning 341 Overige agrarische zaken, jacht en visserij Totaal hoofdfunctie 3
4.3.1
Verrekening kostenplaatsen voor investeringsprojecten
Huren
Hoofdfunctie 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT 210 Wegen, straten en pleinen 211 Verkeersmaatregelen te land 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting 220 Zeehavens 221 Binnenhavens en waterwegen 223 Veerdiensten 230 Luchtvaart 240 Waterkering, afwatering en landaanwinning Totaal hoofdfunctie 2
4.2.3
Kapitaallasten
Vergoeding voor personeel
4 4
4.2.2
Reserveringen
Afschrijvingen
Hoofdfunctie 1 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid Totaal hoofdfunctie 1
4.2.1
Handelskredieten en transitorische posten
Toegerekende rente
Hoofdfunctie 0 ALGEMEEN BESTUUR 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders 003 Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie Totaal hoofdfunctie 0
4.1.2
Aandelen en overige deelnemingen
4.1.1
Langlopende leningen
4.0.3
Kortlopende leningen
4.0.2
Financiële derivaten
4.0.1
Langlopende effecten m.u.v.aandelen
3.4
Kortlopende effecten m.u.v. aandelen
3.3.2
Chartaalgeld en deposito's
3.3.1
Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten
3.2.2
Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten van overheid (niet-Rijk)
3.2.1
Overige inkomensoverdrachten
3.0
Overige inkomensoverdrachten van overheid (niet-Rijk)
2.3
Baten met betrekking tot vergoeding en verhaal sociale uitkeringen
2.2
Vermogensoverdracht van het Rijk
2.1 Werkelijk ontvangen rente en winstuitkeringen
categorieën functies
0.0 Niet in te delen baten
Verdelingsmatrix gemeenten, baten en balansmutaties
264
1550
515
1667
1071
378
33
4222
240
* Grijze cellen: combinaties dievrijwel niet voorkomen * Lege cellen: combinaties die wel kunnen voorkomen, invullen indien van toepassing De functies worden toegelicht bij bijlage 1, de categorieën bij bijlage 2 en de kostenplaatsen en balansmutaties in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
12
4188
90
23345
4171
4188
2530
31957
284
141
1135
1071
174
30693
1071
323
51761