W E R K D O C U M E N T
PROGRAMMA VAN E I S E N WOON-, WINKEL- EN KANTORENCOMPLEX CEXI'RUM ALMERE-STAD PROGRAMMERING ALMERE-STAD
..
~ s D I E N S TV O O R D E I J S S E L M E E R P O L D E R S S M E D I N G H U I S S T A D
-.
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING
2.
HET GEBIED, ALGEMENE GEGEVENS 2. 1. Ligging 2. 2. Begrenzing 2. 3. Verkavelingstype 2. 4. Integratie 2. 5. Relatie met de omgeving 2. 6. Ontsluiting 2. 7. Bodemgegevens 2. 8. Planning 2. 9. Aanvullende opmerkingen
3.
WONINGEN 3. 1. Bevolking 3. 2. Type en aantallen 3. 3. Aantal bouwlagen 3. 4. Woninggrootteverdeling 3. 5. Aantal woningen boven de begane grond 3. 6. OvergangszSne woning-omgeving 3. 7. Verdeling huur-koop 3. 8. De woning 3. 9. Voorschriften 3.10. Aanvullende opmerkingen
.
4.
W INKELS 4. 1. Ondernemers en consumenten 4. 2. Overzicht winkeleenheden en bestemmingen 4. 3. Aantal bouwlagen 4. 4. Onderlinge sftuering 4. 5. Bevoorrading en opslag 4. 6. Pandbreedte en panddiepte omgeving 4. 7. Overgang winkel 4. 8. Uitbreiding 4. 9. Voorschriften 4.10. Aanvullende opmerkingen
-
5.
KANTOREN 5. 1. Arbeidsplaatsen 5. 2. Amtal bouwlagen 5. 3. Parkeren 5. 4. Indeling
6.
ALGEMENE RUIh!TEN 6. 1. Gehruikers 6. 2. Omvang en bestemmingen 6. 3. Situering en bereikbaarheid
7.
PARKEERGARAGE
i
ONBEBOUWDE RUIMTEN 1. D e g e b r u i k e r s 2. S t r a t e n 3. G r a c h t 4. ' P l e i n 5. H o v e n
8.
DE 8. 8. 8. 8. 8.
9.
RESERVERINGEN
10.
GEBRUIKTE LITERATUUR
B I JLAG EN
INLEIDING In Almere-Stad, uiteindelijk'bestemd voor 80.000 100.000 inwoners, moeten in 1979 de eerste bewoners en bedrijven worden ontvangen. Deze zullen, behalve woningen en bedrijventerreinen, voorzieningen nodig hebben voor hun verzorging; die voor een deel moeten worden geconcentreerd in het uiteindelijke centrum. Als een stap in de richting van de realisering vaq dit centrum kan dit programma van eisen worden beschouwd, een progi-amma'dat betrekking heeft op een belangrijk deel van de eerste fase van' het centrum, bedoeld voor de eerste paar duizend mensen in Almere-Stad. Almere-Stad zal als hoofdkern van het stedelijk gebied Alrpere een centrale functie gaan vervullen voor maximaal 250.000 inwoners. Het centrum van Almere-Stad zal tevens hoofdcentrum zijn voor geheel Almere en daarmee het gezicht bepalen van Almere(-Stad). Voor bijna axle inwoners van Almere-Stad en voor een aanzienlijk deel van d& overige inwoners van Almere, zal dit centrum een belangrijk gemeenschappelijk onderdeel zijn van hun ruimtelijke en maatschappelijke belevingswereld. Als belangrijke tgekomstige hoofdelementen in dit toekomstige centrum kunnen worden ggnoemd: het centraal N.S. station van Almere; het regionale en lokale busstation; de belangrijkste winkelconcentratie van Almere (ca. 50.000 75.000 m2 bedrijfsvloeroppervlakte); de belangrijkste kantorenconcentratie van Almere (ca. 150.000 m2 vloeroppervlakte); tal van hoofdvestigingen van lokale en regionale overheids- en particuliere vestigingen; lokaal (voor geheel Almere) verzorgende instellingen en vestigingen op sociaal-, cultureel- en commercieel gebied. Behalve met deze elementen wordt tevens rekening gehouden met de aanwezigheid van woonbevolking in het centrum. Globaal zou het percentage centrumwoningen circa 7,5 procent kunnen bedragen van het totale woningbestand in Almere-Stad. In totaal zullen dan uiteindelijk ongeveer 5.000 mensen in het centrum kunnen wonen. In de ontwikkelingsplannen voor Almere-Stad is gekozen voor een centrale ligging van het hoofdcentrum binnen Almere-Stad en tevens binnen geheel Almere. Aan de zuidzijde grenst het centrum aan de stadsplas, die tesamen met een aantal recreatieve en landschappelijke voorzieningen moet gaan fungeren als het toekomstige recreatieve hart voor geheel Almere Aan de noordzijde wordt het centrum doorsneden met een spoorlijn, waar ter plaatse het toekomstige centraal N.S. station is gepland. Vanuit het westen, het oosten en het noorden dringen de aangrenzende woongebieden met een hoge woondichtheid (in feite de latere binnenstad) het centrum binnen. De eerste fase van het centrum sluit qua ligging direct aan bij de' eerste van deze woongebieden en zal in de uiteindelijke structuur van het centrum QQn der zijtakken vormen van het westelijk ervan gelegen centrale centrumgebeuren.
. . . . .
-
.
.
,
De inhoud van deze eerste fase dient globaal als volgt te zijn:
1. een complex bestaande uit: a. 6.000 m2 winkelvoorzieningen, verdeeld over ca. 30 eenheden (ves tigingen) ; b. 5.000 m2 kleine kantoren; c. 2.000 m2 overige ruimten, waarin 0.a. enkele sociaal-culturele en horeca-voorzieningen kunnen worden ondergebracht; d. 240 woningen boven en naast de winkels; e. ten westen van de centrumgracht: - 600 m2 algemene ruimten voor diverse bestemmingen geyntegreerd met 1 0 (4-5 kamer) woningen; 4 0 grachtenwoningen; f. 274 parkeerplaatsen onder de woon- en winkelblokken.
-
2. ca. 15.000 m2 vloeroppervlakte in kantoorgebouwen. 3 . 1 kavels ten oosten van de centrumgracht t.b.v.
individuele of
groepswoningbouw.
4. een aantal (in eerste instantie) losse elementen, zoals een gezondheidscentrum, een ontwikkelingskantoor, een kerk, e.d. 5. een parkeergarage voor ca. 310 auto's. Het onderhavige programma van eisen heeft betrekking op het onder de punten 1 a t/m f samengevatte complex. 2.' HET GEBIED , ALGEMENE GEGEVENS 2.1 Ligging
De ligging van het gebied in de regio en in Almere kan het beste worden verduidelijkt door het vermelden van enkele afstanden (gemetenvanuit het hart van het centrumgebied): Amsterdam centrum 25 km Hilversum centrum 21 km Almere-Haven centrum 5 km centra toekomstige kernen Almere 7 km bedrijvenpark Almere-Noord 6 km centrumbedrijventerrein "Rand-Stad" 1 km toekomstig centraal N.S. station 700 m dichtstbijzinde bushalte 100 m zwembad (openlucht) 900 m sportveldencornplex 1.200 m scholengemeenschap 200 m 600 m. stadsplantsoen
. . . . . . . . . . . .
2.2 Begrenzing
De begrenzingen van het plangebied staan aangegeven op de bijgaande verkavelingstekening. '(zie bijlage 3 ) 2.3
Verkavelingstype Aaneengesloten bebouwing langs woonstraat (tevens doorgaande voet- en fietsroute), vaarroute, winkelstraat, marktplein en in woonhoven.
2.4
Integratie De mate van integratie wordt bepaald door de verdeling van de winkels in kleinschalige en grootschalige eenheden. De kleinschalige winkels moeten worden geyntegreerd met 240 woningen die deels boven deze
winkels (in d r l e woonlagen) e n deels naast deze winkels (in vier woonlagen) moeten worden gesitueerd. Tussen deze winkels moeten nog~-enkele kleinschalige algemene ruimten een plaats krijgen. De grootschalige winkeleenheden moeten worden gerntegreerd met kantoren, die in twee bouwlagen boven deze winkels moeten worden gesitueerd. Enkele grootschalige algemene ruimten moeten een plaats krijgen tussen deze winkels. :2.5 Relatie met de omgeving
In de eerste fase za1,de relatie van het plangebied met de omgeving voornamelijk betrekkirig hebben op het ten westen ervan gelegen woongebied. Het zuidelijk woonblok ten westen van de gracht sluit aan op woonbebouwing. De overgang wordt gevormd door.een steeg met een breedte van ca. 2,5 meter (vangevel tot gevel), Zie ook het programma van eisen voor het woongebied 2 :.B.2.
,
.
; 2.6 Ontsluiting (incl. parkeren) (zie bijlage 6 )
,;/
Voetgamgg: ---Het gebied moet in principe worden uitgevoerd als voetgangersgebied. De infra-structuur ten behoeve van andere vervoerswijzen ioet ondergeschiktzijn aan de infra-structuur van.de voetganger. ,
.,
I
-Fietser -- - - - Rekening houden met een doorgaande west-oost fietsroute; bij de aansluitpunten van de fietsroute op het voetgangersgebied overdekte fietsenstallingen projecteren met sen totale capaciteit van ca. 200 Pietsen; mogelijkheid voor een verdubbeling van de stallingscapaciteit aangeven. Oeenbasz-yerpoer Het gebied wordt aan de noordzijde ontiloten door een west-oost gerichte openbaar vervoersbaan met'een halte die direct aansluit op d e g e plande bebouwing.
E_romme_r Ontsluiting via het woongebied; doorgaande route gecombineerd met fietsroute. Auto ---Het woongebied ten westen van de gracht wordt ontsloten van het zuidwestelijk ervan gelegen woongebied; het gebied ten oosten van de gracht wordt ontsloten vanaf het noorden via een centrale ontsluitingsweg. Een beperkte doorgang van de auto tot de zuidelijke winkel- en woonblokken moet mogelijk blijven. In het westelijk woongebied hoofdzakelijk parkeren op eigen terrein. De parkeerplaatsen ten oosten van de gracht concentreren in een parkeergarage en onder de woon- en winkelblokken De behoefte aan parkeerplaatsen t.b.v. de winkels, kantoren en andere voorzieningen is in onderstaande tabel opgenomen. De verantwoordlng van het aantal parkeerplaatsen t.b.v. het wonen is opgenomen in de bevolkingstabel.
aantal parkeerplaatsen t'.b.v. pers'oneel
t .b .v. bezoekers
winkels
35
270
kantoren
55
20
div. voorzieningen (0.a. postkantoor, bibliotheek, gezondheidscentrum)
20
50
woningen
,
totaal
I
260 110
600
,
N.B. Het aantal parkeerplaatsen dat gecombineerd kan worden gebruikt wordt geraamd op ruim 100, zodat de totale behoefte ca. 600 par- , keerplaatsen omvat, welke als volgt zijn verdeeld: 244 onder de kleinschalige winkels en woningen onder hat oostelijk winkel-.en kantorenblok -30 .. . in de parkeergarage . . 330 . ~ .. op de individuele.woningbouwkavels 16 L_eidln~e~-~n-!!abels totaal 600 Een gescheiden rioleringssysteem, waterleiding, gasleiding, elektriciteit, telefoon en C.A.I. (Centraal Antennesysteem) kabels komen het gebied binnen vanuit het westen. Het streven is erop gericht a1 deze systemen zoveel mogelijk te bundelen langs de openbaar vervoersbaan, De bijgaande tekening geeft nadere informatie over de bovengenoemde ontsluitingssystemen.
.
2.7 Bodemgegevens Het gebied is bedekt met dBn meter opgespoten zand met direct daaronder' een holoceen kleipakket, gedeeltelijk nog ongerijpt. Edn en ander kan bij ontgravingen grondmechanische problemen met zich meebrengen. Tevens maakt dit het op staal funderen onmogelijk. Er zijn derhalve de volgende heipaallengten (globaal) vereist: 10 - 15 m lichte bebouwing 16 m middelzware bebouwing 12 zware bebouwing 14 - 20 m. Op die plaatsen waar groenaanleg (tuinen, openbaar groen) zal plaatsvinden, moet nog grondverbetering worden toegepast. In verband met de stijghoogte van het grondwater zijn diepe ontgravingen zonder opbressen niet mogelijk.
-
2.8 Planning De winkelpanden moeten minstens twee maanden voor het gereedkomen van de eerste woningen in Almere-Stad worden opgeleverd om.de ondernemers in staat te stellen de inrichting en eventuele aanvullende bouwkundige werken uit te voeren,
2,9 Aanvullende opmerkingen ..a.Alle winkels, baliekantoren en andere voorzieningen met een openbaar karakter moeten goed toegankelijk zijn, d.w.z. bij niveauverschillen naast trappen, ook hellingbaan.en/of lift toepassen (zie bijlage 1 0 ) . b. Onder de kleinschalige winkels en woningen moeten 244 parkeerplaatsen worden gesitueerd en tevens het merendeel van de bergingen voor de woningen. Onder het oostelijk grootschalig winkel- en kantorenblok 30 parkeerboxen situeren,bestemd voor de winkeliers.De resterende ruimte onder dit blok kan worden benut voor berging en opslagruimte.
huisvestemvan gezins- of familieleden die zelfstandig willen wonen of voor het vestigen van een bedrijfje.
3.3 Aantal bouwlagen De woningen ten oosten van de vaarroute ontwerpen in bouwblokken met 3-4 woonlagen plus dakbegindiging. De woningen in het westelijk gebied moeten worden uitgevoerd in 3 woonlagen plus dakbegindiging. 3.4 Woninggrootte verdeling Deze verdeling is opgenomen in de bevolkingstabel. Van de 2-3 kamerwoningen moet 25% ( = 50) kunnen beschikken over een wat royalere vloeroppervlakte (maximum oppervlakte van de woning 75 m2). 3.5 Aantal woningen boven de beganegrond Het aantal woningen boven de begane grond bedraagt 205. Deze dienen alle te worden voorzien van een balkon met een minimum oppervlakte van ca. 10 m2. 3.6 Overgangsz8ne woning-omgeving De woningen die op de begane grond worden gesitueerd (85) krijgen een achtertuin van min. 50 m2. De overige woningen vragen aandacht ten aanzien van de realiteit met de begane grond. Vooral een directe relatie met de woonhoven is essentieel. 3.7 Verdeling huur-koop De 250 meergezinshuizen moeten worden gerealiseerd in de premie huurof koopsector. De 4 0 grachtenwoningen realiseren in de vrije sector. 3.8 De woning a. Indeling zo flexibel mogelijk om bewoners de gelegenheid te geven de ruimtes af te kunnen bakenen naar eigen inzicht (woonperiode in centrum is gemiddeld vrij kort); b, Plaats van de woonkamer ten nauwste laten bepalen door de situering van de woning aan b.v. de gracht of de winkelstraat; c. Met name de kleine woningen vragen aandacht ten aanzien van de berging. Ongeveer een derde van de 2-3 kamerwoningen met een ruime inof uitpandige berging; d. De geluids- en warmte-isolatie moet voldoen aan de kwalificatie 'goed'
.
3.9 Voorschriften De van toepassing zijnde voorschriften: Voorschriften en Wenken '65, '73 en '76; Model Bouw Verordening openbaar lichaam Z.1J.P.; Proeve van indelingsmogelijkheden.
. .
.
3.10 Aanvullende opmerkingen a. Omdat bijna alle woningen aan doorgaande (water)routes zijn geprojecteerd moet daar extra aandacht worden geschonken aan de verticale geleding (bijv. toepassing van dwarskappen); b. Gezien de hoge dichtheid van het gebied en de vanuit een ander oogpunt gewenste, soms smalle dwarsprofielen (bijv. in de winkelstraat) moet extra aandacht aan de privacy worden geschonken.
'
-
..
4. WINKELS
;
4.l Ondernemers en consumenten
Bij de voorbereidingen voor de bouw van winkelvoorzieningen moeten de belangen van meerdere partijen in de beschouwingen worden betrokken. De belangenbehartiging spitst zich vooral toe op de ondernemer en de consument Tijdens de planvoorbereiding, wanneer de winkeliers nog niet bekend zijn, wordt overleg gepleegd met diverse instanties (zoals een commissie voor middenstandsaangelegenheden) en wordt gebruik gemaakt van het beschikbaar onderzoeksmateriaal. Nadat de winkels zijn toegewezen zullen de winkeliers zelf hun belangenbehartiging verzorgen door zich te verenigen in een winkeliersvereniging. Het belang van de consument wordt in de voorbereidingsfase behartigd door aandacht te schenken aan de branche-verdeling, loopafstanden, bereikbaarheid voo; zwakke groepen, zoals bejaarden, kinderen en mindervaliden.
.,
4.2 Overzicht winkeleenhedenen bestemmingen
--
Grootschalig: winkeloppervlakte b.v.0. ---------aantal eenheden
4 ?i 300 m2 2 ?i 400 m.2 1 ?I 1.000 m2
bestemmingen
Dameskledingzaak ~erenkledingzaak Doe-het-zelfzaak Elektrotechnische zaak Meubel- en woninginrichting Huishoudelijke artikelen Supermarkt
Kleinschalig: winkeloppervlakte b.v.0. -----------aantal eenheden
4 ?i 50 m2 10 2 100 m2 6 150 m2 4 B 225 m2
a
bestemmingen
Brood-' en banket Aard., groenten en fruit Melk, zuivel en kruidenier Slagerij Tabakszaak Slijterij. Chocolaterie Algemeen textiel Kindetkleding Hakkehbar Schoenen en lederwaren Bloemen en planten Drogisterij Foto en film Boeken en tijdschriften Speelgoed en sport Rijwiel en reparatie He'renkapper Dameskapper
3.000 m2
-. vervolg bestemmingen
Banken Krantenkantoor Stomerij.
4.3 Aantal bouwlagen Het merendeel van de winkels bestaat uit QQn bouwlaag op de begane grond. De grootsohalige,winkels, met uitzondering van de supermarkt, kunnen eventueel in 2 bouwlagen worden uitgevoerd. 4.4
Onderlinge situering De meubel- en woninginrichtingszaak dient op een straathoek te worden gesitueerd. De voedselwinkels dienen naast elkaar geplaatstte worden t.0. of in de oniiddellijke nabijheid van de supermarkt. De supermarkt dicht bij parkeergelegenheid.
4.5 Bevoorrading en opslag
De bevoorrading van kleinschalige winkels moet op bepaalde tijden en dagen gebeuren aan de voorzijde van de winkels via de dan aanwezige voetgangersstructuur. Bij de grootschalige winkels bevoorrading vanaP de achterzijde. Opslag moet geschieden op eigen terrein en zoveel mogelijk inpandig. 4.6
Pandbreedte en panddiepte De pandbreedte van de kleinschalige eenheden bedraagt ca. 5 meter of een veelvoud daarvan, met een maximum van ca. 1 5 meter; de panddiepte kan gemiddeld 10 meter bedragen met'in eerste instantie een maximum van ca. 15 meter. De pandbreedte van de grootschalige eenheden kan varigren tussen ca. 1 0 en 2 0 meter; de panddiepte tussen ca. 15 en 20 meter. Bovengenoemde maten gelden niet voor de bestemming supermarkt.
4.7
Overgang winkel-omgeving De overgang van de winkel naar de straat c.q, plein moet worden begeleid door een gedeeltelijke overkapping. In de winkelstraat informele zitgelegenheid scheppen gerntegreerd met de bebouwing.
4.8 Uitbreiding
Voor alle panden op de begane grond moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid tot uitbreiding. Dit moet geschieden door achter de panden een strook terrein te reserveren waardoor de panddiepte van de kleinschalige panden kan worden vergroot tot maximaal 20 meter en van de grootschal'ige panden tot maximaal 30 meter. 4.9
Voorschriften Zie de aangehaalde voorschriften onder "WONEN".
4.10 Aanvullende opmerkingen
a. De kleinschalige eenheden ontwerpenin combinatie met woningen, enkele voorzieningen, parkeerplaatsen en bergingen voor de ~Oningen; b. De grootschalige eenheden ontwerpen in combinatie met kantoren, enkele voorzieningen, 30 parkeerboxen en berging en opslagruimte; c. De ondernemers moeten zelf zorg dragen voor ontwerp en uitvoering van de winkelpui en de inrichting; d. Per eenheid moet het volgende pakket basisvoorzieningen worden aangebracht: toilet metsanitaire installaties, pantry met klein aanrecht en meterkast.
5.1 Arbeidsplaatsen
.
Evenals bij de wink~lvoorzieningenis gedurbnde de planvoorbereiding niet bekend wie in de kantorensector de toekomstige gebruikers zijn. Daarom moet een zo gevarieerd mogelijk pakket aan kantoorruimten worden aangeboden. Van belang is dat de kantoren goed bereikbaar zijn. Door situering van een bushalte en een parkeergarage in de onmiddellijke nabijheid wordt hieraan tegemoet gekomen; Wanneer de kantoren een baliefunctie vervullen is een situering op de begane.grond dan we1 een goede bereikbaarheid vanaf de begane grond een vereiste. In combinatie met de winkels moet in de eerste fase kantoorruimte wor-. , den geschapen voor ca. 200 arbeidsplaatsen, hetgeen neerkomt op ca. 5.000 m2 bruto vloeroppervlakte. . . . '5.2 Aantal bouwlagen Het aantal bouwlagen boven de winkellaag bedraagt 2 plus de dakbeeindiging. , 5 . 3 Parkeren
De 75 parkeerplaatsen voor de werknemers en de bezoekers zijn opgenomen in de raning voor de parkeergarage. ,5.4 Indeling
De indeling van de kantoorruimten moet zo flexibel mogelijk zijn, zodat a1 naar gelang de behoefte de oppervlakte van de ruimten kan worden bepaald. Als kleinste eenheid moet ca. 50 m2 worden aangehouden. Als grootst mogelijke eenheid ca. 300 m2. Op diverse punten een pakket b basisvoorzieningen aanbrengen.
6.
ALGEMENE RUIMPEN
6.1 Gebruikers Om de levendigheid van het centrum te vergroten zijn tussen de winkels, kantoren en woningen enkele andere voorzieningen gesitueerd. Deze voorzieningen liggen vooral in de sociaal-culturele en de horeca-sfeer en kunnen ondergebracht worden in de zogenaamde algemene ruimten, die eventueel ook voor andere doeleinden geschikt gemaakt kunnen worden. Het bezoeken van deze bestemmingen zal in het ene geval doelgericht zijn en in een ander geval "en passant" meegenomen worden bij het winkelen. 6.2 Omvang en bestemmingen Voor de grootschalige ruimten is in totaal 1.000 m2 aangehouden, te verdelen over twee eenheden, die geschikt zijn om gedurende een aantal jaren een bibliotheek en een postkantoor onder te brengen. Voor de kleinschalige ruimten is 1.000 m2 aangehouden met de volgende bestemmingen: apotheek, snackbar/koffieshop, caf6-bar, reisbureau, peuterspeelzaal, kindercreche en bejaardensoos. 6.3 Situering en bereikbaarheid
.
De algemene ruimten moeten tussen de groot- en kleinschalige winkels worden gesitueerd. De vloeroppervlakte van de grootschalige ruimten kan over twee bouwlagen worden verdeeld. De ruimten met de bestemming postkantoor en bibliotheek zodanig situeren dat een goede aansluiting op de fietsroute en fietsenstalling kan
worden g e r e z l i s e e r d , B i j h e t postkantoor rekening houden met de bereikbaarheid voor d i e n s t a u t o ' s .
7.
PARKEERGARAGE H e t ontwerp voor de parkeergarage v , a l t b u i t e n h e t kader van d l t program-. v a n e i s e n . ~ e d a c h wordt t a a n een ~. .garage ~. .... voor La. 310 a u t o l s u i..t t . .e .. . voeren i n 2 21 3 bo&lagen en g e s i t u e e r d en ~. g e s i t u e e r d - t e n noorden ~. van . .~ . h e t o o s t e l. i j k. winkel- en kantorenblok. .~ - .. . .. . . .. ~
8.
DE ONBEBOUWDE RUIMTEN
8.1' De g e b r u i k e r s Omdat de bezoekers van h e t centrum evenveel t i j d b u i t e n a l s binnen doorbrengen i s h e t gerechtvaardigd v e e l aandacht t e besteden aan h e t ontwerp en de aankleding van de open ruimten. Onderstaand wordt dan ook een o v e r z i c h t gegeven van de open ruimten d i e i n de e e r s t e f a s e van h e t c e n t r u m voor z u l l e n moeten komen. 8.2 S t r a t e n De b e l a n g r i j k s t e s t r a a t i n deze f a s e z a l worden gevormd d o o r d e voetg a n g e r s w i n k e l s t r a a t , d i e i n een l a t e r stadiwn 66n der z i j t a k k e n z a l vormen van h e t h o o f d w i n k e l c i r c u i t . D e b r e e d t e van deze s t r a a t b i j voorkeur t u s s e n 8-10 m e t e r . ' Z i t g e l e g e n h e i d a l l e e n g e r n t e g r e e r d met de bebouwing, e v e n t u e e l i n combinatie met een onderbroken v o e t g a n g e r s l u i f e l . Bi j voorkeur t o e p a s s i n g van. s i e r b e s t r a t i n g . 8.3 Gracht
I n h e t plangebied i s een doorgaande noord-zuid v a a r r o u t e g e p r o j e c t e e r d , Middels een s l u i s kan de c e n t r a l e p l a s worden b e r e i k t . Aan d e z e r o u t e z i j n e e n ' d e e l van de k l e i n s c h a l i g e winkels met woningen en de grachtenwoningen g e p r o j e c t e e r d . Aandacht voo'r de v e r t i c a l e g e l e d i n g van de bebouwing. Het g r a c h t p r o f i e l benadrukken met m e e r j a r i g e bomen. 8.4
Plein In h e t gebied een open ruimte opnemen d i e qua afmetingen g e s c h i k t is voor h e t houden van een weekmarkt. Afmetingen ongeveer 50 x 60 meter. Aankleding m e t m e e r j a r i g e bomen, banken en s i e r b e s t r a t i n g .
8.5
Haven De woonhoven gevormd door de k l e i n s c h a l i g e winkels en woningen moeten warden i n g e r i c h t a l s openbaar groengebied. W i t de b e v o l k i n g s t a b e l voor h e t centrum is t e h e r l e i d e n d a t h e t a a n t a l kinderen t a t en m e t 11 j a a r ongeveer 30 z a l z i j n en h e t a a n t a l kinderen boven de 11 j a a r ongeveer 60. Voor de e e r s t e c a t e g o r i e kinderen moeten twee s p e e l p l a a t s e n i n de woonhoven warden i n g e r i c h t . De oudere kinderen kunnen gebruik maken van de speelvoorzieningen d i e e l d e r s i n de e e r s t e f a s e binnen voor hen r e d e l i j k e loopafstanden worden g e r e a l i s e e r d .
.
De ruimte achter een deel van de grootschaLige winkels moet worden gereserveerd voor andere bestemmingen. In dit gebied zijn onder andere gepland een gezondheidscentrum,'h zestiental individueel of groepsgewijs uit te geven woningbouwkavels en een parkeergarage.
lo.
GEBRUIKTE LITERATUUR 1. Demografisch model Almere. R. IJ.P.,
1976.
2. "De woonfunctie vanhet stadscentrum", J. den Draak, 1971. 3. "De belangstellenden voor Almere; wie zijn ze, wat willen ze", H.J. van Haperen en J.J.E. Scheek, Flevobericht 113, R.IJ.P., 1976. 4. "Onderzoek naar woonmilieus", Rijksplanolog,ischeDienst, 1974.
5. "De huisvesting van alleenstaaniden in Almere", R.1J.P.-rapport, J. Timmers, 1975. 6. "De eerste fase van Almere-Stad", R.1J.P.-rapport, K.E. Nawijn en H. Kuiper, 1977. 7. "Het centrum van Almere-Stad", Werkdocument R.IJ.P., K.E. Nawijn en H. Kuiper, 1976. 8. Standaardprogramma van eisen voor woongebied, Projectgroep Almere-
Haven, 1976. 9. "Woonomgeving Almere, een typologie en richtlijnen", Werkdocument R.IJ.P., B.L. Stassen en B. Schippers, 1973. 10. "De behoefte aan winkelvoorzi6ningen in Almere-Stad tot 19901', R.1J.P.-rapport, M.F. Oomkes, 1977. 11. "Almere, 250.000 mensen in 25 jaar?", K.E. Nawijn en F . van der Veen, Flevobericht 109, R.IJ.P.,
1976.
12. "Woondichtheden en voorzieningen in Almere-Stad", K.E. Nawijn en H. Kuiper, R.1J.P.-rapport, 1977.
BIJLAGEN 1. Huishoudensverdeling in procenten voor Almere-Stad en voor de onderscheiden stadsdelen op basis van de taakstellende bevolkingssamenstelling voor Almere.
2. Ligging in Almere-Stad. c
3. Ontwerp eerste fase, verkavelingsplan tek.nr. 146329. 4. Ontwerp eerste fase, bouwhoogtekaart tek.nr. 146330. 5. Principe dwarsprofielen.
6. Ontsluiting centrumgebied.
: 7. Verantwoording aantal parkeerplaatsen. 8. '
9. "Ontwerp Almere-Stad". . toegankelijkheid en bruikbaarheid 10. Eisen betreffende. bereikbaarheid, voor lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten van openbare gebouwen.
11. Stedebouwkundige richtlijnen voor de uitwerking van de eerste fase van het centrum. 12. Diverse nota's en rapporten naar keuze.
BIJLAGE: 1. Huishoudensverdeling in procenten voor Almere-Stad en voor de onderscheiden stadsdelen op basis van de taakstellende bevolkingssamenstelling voor Almere
Alrnere-Stad
Centrum Binnenstad
Overig
Huish. met kinderen (hoofd huish. t/m 34 jaar)
20
5
10
22
Huish, met kinderen (hoofd huish. 35 t/m 64 jaar)
30
10
15
33
Huish. zonder kinderen (leden 65 jaar)
20
35
30
18
Huish. van bejaarden (minstens 1 lid 64 jaar)
15
15
15
15
20
15
3
15
15
9
lo&
1OG%
Huish. van alleenstaanden 18 t/m 29 jaar
5 .
-
Huish. van alleenstaanden 30 t/m 64 jaar Totaal
10 1om&
1~0%
BIJLAGE: 7.
:
Aantal parkeerplaatsen in de l e fase van het centrum van Almere-Stad Inhoud Centrum woningen
260 wo.
winkels
6.000 m2 b.v.0
160 arb.@.
kantoren
5.000 m2
200 arb.pl.
1.000 m2
20 arb.pl.
bibliotheek
:
+
postkantoor
kleine voorzieningen (snackbar, crhche, etc.)
500 m2
medisch centrum
2 0 arb.pl.
Aantal parkeerplaatsen --
woningen
(260)
winkels + kleine voorzieningen
(6.500 m2 + 170 arb.pl.)
winkel piek 260
290
390
40
40
bezoek
(min. 3pp/lO0m2; max. 6pp/100 m2) 4,5 pp/lOO m2
-
werknemers
bin. 1 ~ p / 5 arb.pl. ; max. 1 ppj3,8 arb. pl.) 1 pp/4,4 arb.pl. (5.000 m2
+
200 arb.pl.)
-
werknemers
(min. 1 pp/5 arb.pl.; max. 1 ~ ~ / 2 , 755 arb.pl.) 1 pp/3,8 arb.pl.
-
bezoek
1 pp/lO arb.pl.
postkantoor
-
+
-
aantal gP. 260
-
kantoren
-
20
bibliotheek (1.000 m2 + 2 0 arb.pl.)
werknemers
1 pp/4,4 arb.@.
5
bezoek
20
medisch centrum
-
werknemers
1 pp/2 arb.pl.
bezoek
Totaal
, :
710 parkeerplaatsen
Tijdens de winkelpiek kunnen de parkeerplaatsen t.b.v. de kantoren en t.b.v. het medisch centrum door de winkelbezoekers gebruikt worden (totaal 95 pp.). Een klein deel van de woningen heeft een eigen parkeerplaats. Een parkeergarage met 600 plaatsen biedt voor de eerste fase van het centrum dus voldoende capaciteit. Lelystad, 14 februari 1977. H.T.A.
de Heij.
BIJLAGE: lo. EISEN BETREFFENDE BEREIKBAARHEID, TOEGANKELIJKHEID EN BRUIKBAARHEID
VOOR LICHAMELIJK
iw ZINTUIGLIJK GEHANDICAPYEN
VAN OPENBARE GEBOUWEN
Willen openbare gebouwen inderdaad openbaar zijn, dan dienen zij ook volgens Koenen/Endepols voor ieder toegankelijk te zijn.. Indien een gebouw of bouwproject dan ook mede bestemd is voor het gebruik door lichamelijk e n b f zintuiglijk gehandicapte personen (bewoners, gebruikers, werknemers, bezoekers, enz.), dan we1 gebruik daarvan door hen - ook in incidentele gevallen te verwachten valt, dan is het noodzakelijk om.aandacht te besteden aan de navolgende 'oorzieningen :
-
1. een of meer voor lichamelijk gehandicapte personen gereserveerde verharde, gunstig gelegen en iets ruimer dan normaal bemeten, parkeerplaatsen (breedte ca. 3.30 meter). 2. vanaf de parkeerplaats'(en) een verhard pad van tenminste 1,80 meter breedte (passeren van rolstoelgebruikers) naar de ingang van het gebouw. 3. de entree van het gebouw op trottoir-niveau; mocht de entree om bouwtechnische redenen hoger dan we1 -lager dan het trottoir-niveau komen te liggen, dan is voor rolstoelgebruikers een hellingbaan van 1,80 meter breedte en een helling van ca. 1:20 (maximaal 1:12 bij korte hellingbanen) noodzakelijk, hoewel stoklopers en beenprothesedragers daarnaast veelal een trap zullen prefereren; een hellingbaan met een lengte van 9,00 meter of meer dient door een of meer tussenbordessen (lengte 200 cm, minimaal 150 cm) onderbroken. te worden; een trapdient van zeer stevig bevestigde leuningen op 85 cm hoogte voorzien te zijn; bij het begin en einde van de trap de leuningen minimaai 45 cm laten doorlopen; optrede: maximaal 14 cm, minimaal 8 cm; aantrede: 32-35 cm, anti-slip per trede; leuningen dienen goed met de hand te omvatten te zijn; scherpe kanten afronden; stootbord en trede in contraste,rende kleuren en materiaal-overgang bij nadering van de trap voor visueel gehandicapten. 4. geen draaideur in de entree; bij voorkeur automatisch zichzelf openende en sluitende entree-deur(en); deuren met drangers dienen zonder krachtsinspanning geopend te kunnen worden; deuren in het gebouw op dagmaat van minimaal 90 cm (= 85 cm vrije doorgang). 5, weglaten van dorpels in het gebouw (denken aan tochtafsluiting). 6, lichtschakelaars (4 cm brede) en lift-bedieningsknoppen op circa 100 a 110 cm hoogte vanuit de vloer; wandcontactdozen op 60-90 cm vanuit de vloer en op enige afstand uit de hoeken.
7. niet te gladde vloeren en vloerbedekking; vaste vloerbedekking van kortpolige structuur; geen cocos-matten bezigen. 8. eventuele balie's (rece~tie,bank, winkel) op 80 a 85 cm hoogte vanuit de vloer met de mogelijkheid hat sen rolstoelgebruiker er met zijn rolstoel onder kan rijden; blad van de balie 20 cm naar voren laten uitsteken; breedte van balie-gedeelte tenminste 80 cm.
9.telefooncel: 120 x 200 cm binimaal 110 x 140 cm); 90 cm brede deur in zijde van 100 cm; tafel-telefoontoestel kn telefoonboeken binnen handbereik voor rolstoelgebruikers (80 B 85 cm hoogte vanuit de vloer); wand-telefoontoest.81 zodanig, dat kiesschijf/muntinworp op 100 cm hoogte is; opklapbaar zitje met zithoogte van 50 cm.
10. lift: bij voorkeur zgn. brancard-lift; anders minimaal 110 x 140 cm binnenkant; 90 cm brede deur in zijde van 110 cm; leuning aan drie vaste zijden dp 80 & 90 cm vanuit de vloer en 5 cm van de wand; opklapbaar zitje;bedieningspaneel van de lift in het midden van een der lange zijden maximaal op 120 cm hoogte vanuit de vloer; zo mogelijk automatisch werkende schuifdeuren in de liftschacht of lift uit te rusten met apparaat om.de deuren in de liftschacht open te duwen; nauwkeurige stopheegten (vermijding hoogte-verschillen); spleet tussen liftkooi en vloer maximaal 2 cm; alarmeringsmogelijkheid binnen handbereik (bij voorkeur via telefoon), d.w.z. op 100 cm boven de vloer. 11. aangepast toilet: 225 x 225 cm; closetpot op 46 - 50 cm hoogte, 75 cm (minimaal 30 cm) uit de muur; massieve, onbreekbare bril; waterreservoir met licht gangbare hefboombediening; aan weerszijden van de closetpot, 60 cm uit elkaar, opklapbare armsteunen (onderste stang op 60 cm, bovenste stang op 80 cm hoogte vanuit de vloer); closetrolhouder aan BBn der armsteunen; van voren uitgeholde wastafel (bovenkant op 80 cm hoogte vanuit de vloer) met mengkraan en hefboombediening en thermostatische beveiliging; verticaal verstelbare spiegel (midden van de spiegel op 125 cm hoogte vanuit de vloer); afvoer wastafel zodanig aanbrengen, dat rolstoelgebruiker met zijn rolstoel onder de wastafel kan rijden; naast wastafel op 100 cm hoogte muurplankje (voor stomapatignten); afvalbak voor celstof; urinaaluitstort 30 x 40 x 30 cm tegen de muur op vloer; hoogte rand van de urinaaluitstort 6 cm; doucheplug op 90 cmhoogte (voldoende capaciteit); alarmerings-systeem: trekschakelaar, verbonden met oranjeof rood koord, dat op 60 cm hoogte rondloopt (desnoods drukknop op 60 cm hoogte; moet ook liggend bereikbaar zijn); de deur van het toilet dient in noodgevallen van buitenaf geopend te kunnen worden. 12. raknsluitingen, licht gangbaar, op 90 H 110 cm hoogte vanuit de vloer te bedienen; ruime ventilatiemogeldjkheid; goed te omvatten handgrepen. 13. in ruimten, waar lichamelijk gehandicapte personen vrij geruime tijd zullen vertoeven, voor voldoende verwarmingsmogelijkheid zorgen. 14. trappen in trappenhuizen onderbreken door bordes met zitgelegenheid (eenvoudige zitplank aan muur te bevestigen); voor op- en aantrede: zie ad. 3, 15. ruime, heldere verlichting (visueel gehandicapten). 16. duidelijk leesbare aanwijzingen, bijv. in liftkooi, zo mogelijk in religf (visueel gehandicapten). 17. waar gewenst en mogelijk, contrasterende kleuren bezigen (visueel gehandicapten). 18. waar gewenst en mogelijk, materiaal-overgangen bezigen (visueel gehandicapten). 19. tafels, waar rolstoelgebruikers onder kunnen rijden (tafelblad op + 80 cm hoogte vanuit de vloer). 20. voor rolstoel veiligheidshalve uitgaan van: lengte 110 cm breedte 70 cm hoogte 95.cm hoogte armleuning 76 cm minimale draaicirkel @ 150 cm (elektrische rolstoel: 180 cm).
-
-
21. geen roosteropeningen, groter dan 2 x 2 cm (stoklopers). 22. in grotere ruimten, waar zang, muziek en het gesproken woord te beluisteren zullen zijn, een ringleiding (zgn. induktielus) aanbrengen ten behoeve van.de gebruikers van hoortoestellen. 23. bij de realisatie van dit soort gebouwen dient extra aandacht besteed te worden aan de akoestische hygigne (het weren van storende geluiden van het verkeer, van technische installaties, van activiteiten in aangrenzende ruimten). Meer en uitvoeriger richtlijnen zijn te vinden in "Geboden Toegang", een losbladige ringband-uitgave met 65 pagina's tekst en 83 pagina's tekeningen (200 x 235 mm), van de Nederlandse Vereniging voor Revalidatie (N.V.R.) te 's-Gravenhage, in samenwerking met de Stichting Aanpassing voor Gehandicapten (A.V.G.) te Leischendam en de Stichting Centraal Overleg Provinciale Revalidatie Stichtingen (C.O.R.S.) te Haarlem, waaraan een deel van bovenstaande gegevens mede werd ontleend.
-.
BIJLAGE: 11.
Stedebouwkundige richtlijnen voor de uitwerking van de eerste fase van het centrum van Almere-Stad Inhoud 1. Algemene uitgangspunten voor het stadscentrum 1.1. Compactheid 1.2. Levendigheid 1.3. Afwisseling van sferen 1.4. Veranderbaarheid 1.5. De straat 1.6. Bus 1.7. Inpassing van de auto 2. De eerste fase
3. De bestemmingen
4. De ontsluiting 4.1. Algemeen 4.2. Voetganger 4.3. Fiets 4.4. Bus 4.5. Auto '
5. Ruimtelijke richtlijnen 5.1. Algemeen 5.2. Schaal 5.3. Ritmische geleding 5.4. ReliGf 5.5. Dakvormen 5.6. Materialen en kleuren
1.
Algemene uitzangs~untenvoor het stadscentrum.
---
1.1. Compactheid -------
-
-
Het centrum van Almere-Stad wordt beschouwd als een verbijzonderd woongebied. Het onderscheidt zich van de omliggende woongebieden door een hoge concentratie van openbare en zakelijke activiteiten. Door zijn klein gehouden omvang zal dit stadshart goed beloopbaar zijn voor bezoekers uit heel Almere en overal wat te bieden hebben. Stapeling in verdiepingen van wonen, werken en parkeren past logisch in deze conceptie
.
1.2. Levendigheid ------------
-
Om drukte en gezelligheid niet tot de winkelstraten alleen beperkt te houden worden publiek-aantrekkende functies als bakens uitgezet in het gebied. Het wonen is een waarborg voor een zekere levendigheid ook bij avond, in elk geval langs voet- en fietsroutes.
-
Binnen het centrum wisselen verschillende sferen elkaar af: -"Zakelijkn rond het station met hoge kantoorgebouwen, parkeergarages, drukke autowegen, kleine gecultiveerde platsoenen. - "Druk en gezellig" midden in, rond de belangrijkste winkelstraten. - "Ontspannen" langs d e randen van de centrale plas, in een park van allure met grotere openbare gebouwen dat zekere sfeer van rust zou kunnen uitademen - Tenslotte meer "alledaags" in de overgang naar de omliggende woongebieden.
.
1.4. ---------------Veranderbaarheid
-
Meer dan elk ander stadgdeel zal het centrum aan veranderingen onderhevig zijn. ~ i n k e l sen bedrijven komen en gaan, straten veranderen van karakter zgn. "kleurverschieten" en het geheel zal geleidelijk uitdijen. . Het gebouwde dient ruime mogelijkheden te bieden voor die ,veranderingen maar zal tevens de continuCteit en blijvende kwaliteit van het wonen op deze plaats moeten waarborgen. Z o zullen onderhuizen van woongebouwen in en rond het centrum geschikt moeten zijn voor vestiging van kleine winkels od bedrijven, ook wanneer daar voorlopig alleen nog gewoond wordt; bijpassend'geformuleerd in bestemmingsvoors&hriften. Scherpe begrenzingen van het centrum worden vermeden, integendeel: een bepaalde uitstraling langs routes het woongebied in wordt mogelijk gemaakt Ruime en groene binnenhoven in de woonblokken bieden een tegenwicht voor de bewoners tegen drukte en lawaai aan de straatkant.
.
1.5. gg-sgragt
'
De openbare ruimte van het centrum is de "woonkamer van Almere". Ze verdient ook in de ruimtelijke vormgeving bijzondere aandacht: straten en pleinen worden positief ontworpen en niet als restruimte van gebouwen, de schaal wordt bepaald door mensen, niet door auto's.
: 1.6. Bus,-txeln;-fleta-en-voetga!!gef: - Het centrum wordt beschouwd als
een knooppunt voor openbaar vervoer en langzaam verkeersroutes. Alle buslijnen komen samen bij het centrale station. Voetgangers en fietsers zullen goed en comfortabel hun bestemmingen kunnen bereiken.
--
1.7. Inpassing-van de auto ----- -----------
-
2.
Gezien het voorgaande heeft autogebruik geen prioriteit en zal het belangrijk gereduceerd worden, vooral het lang parkeren zal minder aantrekkelijk gemaakt worden. Uit de straten zal het parkeren geweerd worden (1.5.) evenals uit de meeste binnenhoven (1.4.) en alleen gestapelde berging in parkeergarages strookt met het streven naar compactheid (1.1.).
D e eerste fase Met het hoofdcentrum wordt direct een begin gemaakt, tegelijk met de eerste woongebieden. Met winkels, markt en gemeenschappelijke voorzieningen zal de eerste fase functioneel direct een zwaartepunt van de stad zijn. Het gezicht zal bepaald worden door de gekozen situatie: de uitmonding van vaarroute in centrale plas via een kleine aanleghaven met sluis, een plek waar ook een natuurlijk groeiproces op gang had kunnen komen. De looproutes vanuit het woongebied naar het centrum liggen direct in hun uiteindelijke bedding hetgeen een consequente ontwikkeling erlangs bevordert. Van hieruit zal de eerste fase continu kunnen uitgroeien tot een groot centrum van 40 2 50 ha, daarvan later slechts een "uitloper met dagwinkels" vormend, een onderdeel met historisch accent.
De bestemmingen
3. I
-
-
-
zie bi jlage 7.4. en bestemmingenschema's
Globaal is deze eerste fase op te vatten als een winkelstraat met vijf straatblokken als bouwstenen, zijstraat van latere hoofdroutes. De bestemmingen zullen voor een deel later verhuizen naar grotere, meer specifieke gebouwen en verkeren dan nog in een transito-behuizing; dit betekent voor kantoor- en winkelbebouwing: neutraal, algemeen bruikbaar, variabele indeling. Winkels, kantoren en voorzieningen van wat grotere schaal zijn gedacht ten noorden van de winkelstraat, met direct daarachter laden-lossen en de parkeergarage. Kleine winkels en vo0rzieningen:liggen dan in combinatie met etagewoningen daartegenover aan de zuidkant "an de itraat of aan het marktplein bij de haven. Gewoond wordt rond de twee zuidelijke hoven en langs.de vaarroute, die zich hier tot stadsgracht versmalt, respectievelijk in etageweoningen en grachtenhuizen. Een ontwikkelingskantoor van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders ligt, even buiten de eerstecentrumfase, direct aan de centrale plas als eerste bouwsteen van een toekomstig waterfront.
4.
D e ontsluiting
- -
4.1. Algemeen - -- - -
-
De straten zijn ontworpen op voetgangers en openbaar vervoer terwijl z e per auto we1 overal toegankelijk zijn voor laden en lossen maar geen parkeergelegenheid bieden.
4 .2. hetgmgpr
-
4.3.
Voetgangersdomein bij uitstek is (afgezien van de woonhoven) de winkelstraat waar alleen buiten de winkeltijden auto's worden toegelaten om te bevoorraden.
Fig:?
.
-
Fietspaden doorkruisen de eerste fase carallel aan en loodrecht op de winkelstraat, ook de bromfiets maakt daarvan in dit gebied kebruik.
-
Meer dan in het woongebied wordt de busbaan in het centrum gerntegreerd tussen het andere verkeer opgevat: de baan zal elke 100 m overgangen hebben terwijl groenstroken een geleding t.0.v. de naastliggende rijbanen markeren. De halte ligt centraal op 100 m van de winkelstraat.
-
Er is geen doorgaand verkeer. De centrumgracht kan niet per auto worden overgestoken en werkt aldus als verkeersscheiding tussen centrum en woongebied. Per waning wordt een vaste parkeerplaats in de parkeergarage gereserveerd. De garage zou beneden plaats kunnen bieden aan vrachtauto's t.b.v. winkels en aan kortparkeerders, daarboven aan bewoners en op de bovenste lagen aan langparkeerders en de extra bezoekers tijdens de winkelspitsuren.
5.
Ruimtelijke richtlijnen
-
-
Bijzondere aandacht wordt in het centrum gevraagd voor vormgeving en materiaalkeuze van de openbare ruimte (zie 1.5.), dat betreft zowel afwerking en meubilering van de straat als de vormgeving van de gevels die met alkaar de straatwand vormen.
Aangezien de winkelstraat later een zijstraat zal zijn van grotere winkelpromenades is deze eerste fase klein van schaal. Ook de omstandigheid dat de ruimte rondom gedurende de eerste jaren nog open en niet ingericht is, vraagt om een zekere intimiteit van de eerste fase. In de geleding van de grotere gebouwen dient aansluiting te worden gevonden op elders opgeroepen kleine schaal, dit geldt bijv. voor de kantorengevel aan de gracht.
-
Herkenbaarheid ,van elke woning dient te worden nagestreefd, o.m. door ritmische geleding van de straatwand. - De intensiteit van de geleding mag naar boven toe afnemen, omdat de waarneming vanaf de straat gebeurt. - Langs de gracht zal elk huis zich als zelfstandige eenheid moeten voordoen, zonder dat daarbij de geleding op grotere schaal uit het oog .. verloren wordt. . .
-
De gekozen neutrale straatvormen vragen in de detaillering om een verrijking van de gevels met religf van stoepen, erkers, loggia's en dergelijken. Een marge van 1,2 1,5 m voor en achter de rooilijn bepaalt hiervoor de speelruimte (zie profielen).
-
5.5. Dakvormen -- - - - - --
-
-
5.6.
-
Veel belang wordt gehecht aan de dakbesindiging, bepalend voor het silhouet. De woningen dienen, evenals in het woongebied, te zijn voorzien van kappen, waarbij in de profilering speelruimte bestaat. Daarbij gaat de voorkeur uit naar een nokrichting evenwijdig met de straatgevel omdat daarmee verband gelegd kan worden tussen de geleding per pand van grachtenhuizen en geleding per portiek van de bovenhuizen langs dezelfde gracht. Ook bij de dakbesindiging van de andere gebouwen zonder kap, zal de plasticiteit en aansluiting de nodige aandacht moeten krijgen.
ate rial en en kleuren' ..................... Gezien het klimaat van.de aanvankelijk open polder gaat de voorkeur uit naar betrekkelijk gesloten gevels, ook uit het oogpunt van energiebesparing. Gedacht wordt aan een heldere kleurstelling met kleurige baksteenvlakken en witomlijste openingen. Voor de woningbouw dient bij de materiaalkeuze gelet tq worden op bewerkbaarheid en aanpasbaarheid in de tijd. De nadere uitwerking van materiaal- en kleurstelling dient mede in overleg met een door de R.1J.P. ingeschakelde beeldende kunstenaar te geschieden.