Programma van Eisen transportsysteem en rwzi Beemster
Opdrachtnemer
R.J.J. de Boer Registratienummer
12.35248 Datum
24 augustus 2012 Versie
2.1 Status
Definitief Afdeling
Planvorming/Beheer Waterketen (vanaf 1 juli 2012)
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster
Opdrachtgevers Opdrachtgever programma Opdrachtgever project
: Hans Bout : Frank Groot
Beheer Waterketen Beheer Waterketen
Projectteam Opdrachtnemer Clusterhoofd Beemster Vakspecialisten
: : : : Adviseur riolering : Adviseur zuiveringtechnologie : Zuiveringtechnoloog : Adviseurs vergunningen : : : Bedrijfskundig medewerker : Secretariaat :
Bob de Boer Bruno Commandeur Johan Jonker Ton de Boer Mathijs van Beusekom Simon Gaastra Dirk Jan Koot Rob Hopman Joost Schrander Jan Tel Lianne van Dijk Suzanne de Groot - Geltink
Beheer Waterketen Beheer Waterketen Ingenieursbureau Ingenieursbureau Beheer Waterketen Beheer Waterketen Beheer Waterketen Ingenieursbureau Ingenieursbureau afdeling VHIJG Watersystemen Waterkeringen en Wegen
Rapportage Titel Auteurs Eindredactie
: Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster : het projectteam : Bob de Boer
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster
Inhoudsopgave
1
Inleiding
6
1.1
Kader van het project
6
1.2
Doel en opzet rapport
6
1.3
Kwaliteit
7
1.4
Vervolg
7
1.5
Het bestaande afvalwatersysteem
7
2
Systeemkeuze voor uitbreiding rwzi
9
2.1
Variantenstudie
9
2.2
Kosten maatregelen rwzi
9
3
Maatregelen ATS Beemster
11
3.1
Afvalwatertransportsysteem
11
3.2
Kosten ATS
11
4
Functionele eisen en voorwaarden
12
4.1
Milieu-eisen
12
4.2
Exploitatie
12
4.3
Zuiveringtechnologie
12
4.4
Civiele en bouwkundige aspecten
13
4.4.6 4.4.7 4.4.8 4.4.9 4.4.10 4.4.11 4.4.12 4.4.13 4.4.14
13 13 13 13 14 14 14 14 14
Hoogteligging en terrein Betonwerken Terreinleidingen Opdrijven en verzakken Grondwater Verharding Natte kelders Hydraulica Diversen
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster
4.5
4.6
Werktuigbouwkundige aspecten
15
4.5.1 4.5.2 4.5.3 4.5.4
15 15 15 15
Hydraulische reserve capaciteiten en risico-analyse Reservestelling Energiegebruik installatie-onderdelen Aspecten t.a.v. het onderhoud en beheer
Elektrotechnische aspecten
16
4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4 4.6.5 4.6.6 4.6.7 4.6.8 4.6.9 4.6.10
16 16 16 17 17 17 18 18 18 19
Rwzi algemeen Ontwerpuitgangspunten rwzi en ATS Inspectie elektrische installatie rwzi Energievoorziening rwzi Schakel- en verdeelinrichtingen rwzi Procesautomatisering rwzi Procesmetingen rwzi Lichtinstallaties rwzi Te realiseren overige installaties rwzi Elektrische- en besturingsinstallaties ATS
4.7
Herinvesteringen en verbeteringen van de bestaande werken
19
5
Prestatie-eisen
20
5.1
(Hydraulische) capaciteit transportsysteem
20
5.2
Capaciteit rwzi
20
5.3
Eisen effluentlozing
21
5.4
Levensduureisen
22
5.5
Energiegebruik
22
5.6
Onderhoud
22
6
Beeldverwachtingen
23
7
Interne voorwaarden
24
7.1
Projectaanpak
24
7.2
Bedrijfsvoering tijdens ombouw
24
7.3
Duurzaam bouwen
24
7.4
Asset Management
24
7.5
KAM (Kwaliteit, ARBO en Milieu)
25
7.6
Bodembescherming rioolwaterzuiveringinstallaties bij HHNK
25
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster
7.7
Cross Border Lease
26
7.8
Selectiecriteria
26
7.9
Overige interne voorwaarden en uitgangspunten
26
8
Externe voorwaarden, eisen en uitgangspunten
27
8.1
Projectplan
27
8.2
Milieu- en watervoorschriften: WABO en Waterwet
28
8.3
Bestemmingsplan
29
8.4
Bouw- en aanlegvergunning
30
8.5
Bemaling
30
8.6
Slopen
30
8.7
Kappen
30
8.8
Gezondheids- en Veiligheidsvoorschriften & kwaliteitsborging
30
8.9
Verzekeringen
31
8.10 Overige externe voorwaarden, eisen en uitgangspunten 9
Risico’s
31 32
PvE-ondersteunende documenten
33
Bijlage: kengetallen bij de systeemkeuze
34
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
6 van 34
24 augustus 2012
1 1.1
Inleiding Kader van het project
Dit Programma van Eisen (PvE) heeft betrekking op de te nemen maatregelen in de afvalwaterketen Beemster, voor zo ver in beheer bij het hoogheemraadschap: het afvalwatertransportsysteem (ATS) en de rioolwaterzuiveringinrichting (rwzi) Beemster. Dit PvE is gebaseerd op verschillende documenten, ondermeer het recent uitgevoerde “Basis Zuiveringstechnisch Plan afvalwaterketen Beemster 2010 - 2040” (BZP), de systeemkeuze-studie “Variantenstudie rwzi Beemster - Uitbreiding huidige zuiveringscapaciteit” en het technische inspectierapport “Renovatie rwzi Beemster - Rapportage inspectie eind 2011”. Optimalisatiestudie In 2004 is samen met de op de rwzi Beemster aangesloten gemeenten een optimalisatiestudie uitgevoerd, ondermeer uitgaande van het inmiddels verouderde BZP uit 2003. Het maatregelenpakket uit die studie is in 2005 bekrachtigd met een optimalisatieovereenkomst, die HHNK met de betrokken gemeenten is aangegaan. Anno 2012 is van de indertijd voorziene maatregelen nog nagenoeg niets uitgevoerd: als gevolg van een reorganisatie bij HHNK en het wegvallen van het afvalwaterketenbedrijf (AWKB) hebben projecten op het gebied van de waterketen vanuit het hoogheemraadschap onvoldoende aandacht gekregen.
1.2
Doel en opzet rapport
Het doel van dit PvE is het overzichtelijk weergeven van i) de te nemen maatregelen om het afvalwatertransportsysteem en de rwzi Beemster dusdanig uit te bereiden en aan te passen dat deze weer van voldoende capaciteit zijn en minimaal de door HHNK geldende levensduren betrouwbaar functioneren, en ii) de in- en externe eisen en voorwaarden die hierbij in acht dienen te worden genomen. Het Ingenieursbureau zal aan de hand van dit PvE het ontwerp en bestek uitwerken. Vanuit het oogpunt van efficiency is ervoor gekozen om in dit PvE zo min als mogelijk de drie genoemde studies/rapporten te herhalen. Kennis van deze studies/rapporten is echter wel noodzakelijk. Daarnaast vormt “Ontwerp- en Bouwrichtlijnen Waterketen” (OBR) een belangrijke referentie. Indien wordt afgeweken van, of aangevuld op, genoemde OBR wordt dat in het PvE genoteerd. De opbouw van de studie is als volgt: Hoofdstuk 2 beschrijft de systeemkeuze voor capaciteitsuitbreiding van de rwzi en de keuze van de gewenste slibroute, inclusief de daarmee samenhangende kosten; In hoofdstuk 3 zijn de te nemen maatregelen in het afvalwatertransportsysteem opgenomen, met de daarmee verbonden kosten. Ook is de stand van zaken ten aanzien van de samenwerking met CONO aangegeven; In hoofdstuk 4 worden de functionele eisen en voorwaarden beschreven en in hoofdstuk 5 de prestatie-eisen. Hoofdstuk 6 handelt om beeldverwachtingen; Hoofdstuk 7 en 8 behandelen respectievelijk de in- en externe eisen en voorwaarden; In hoofdstuk 9 zijn ten slotte de risico’s geïnventariseerd.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
7 van 34
24 augustus 2012
1.3
Kwaliteit
Om de inhoudelijke en financiële kwaliteit van dit PvE-project te bewaken is het “Plan van Aanpak BZP/PvE Beemster” (PvA) opgezet. Voor het borgen van de kwaliteit gedurende de verdere voorbereiding en de uitvoering van het project zal een nieuw PvA worden opgesteld; belangrijke elementen daarbij zijn ondermeer: • De noodzakelijke beslisdocumenten; • De projectplanning, waarin de doorlooptijd wordt bewaakt; • De aanbestedingsvorm. Wanneer de werken, met de op basis van dit PvE genomen maatregelen, een à twee jaar in bedrijf zijn, wordt nagegaan of de gekozen technieken in de praktijk aan de in het PvE en “Ontwerp- en Bouwrichtlijnen Waterketen” gestelde eisen voldoen (sluiten van PDCA-cyclus).
1.4
Vervolg
Na instemming van het Bestuur met de systeemkeuze voor de rwzi, dit PvE en het beschikbaar stellen van voorbereidingskrediet zal het Ingenieursbureau het ontwerp en het bestek opstellen. Wanneer de besteksraming bepaald is wordt het Bestuur wederom om instemming gevraagd, ditmaal voor het beschikbaar stellen van uitvoeringskrediet. Na instemming wordt het werk aanbesteed en gerealiseerd.
1.5
Het bestaande afvalwatersysteem
Het afvalwater wordt met rioolgemalen en via persleidingen naar de rwzi Beemster gepompt. Het gaat om rioolwater van de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp, Landsmeer, Purmerend (verreweg de grootste “leverancier”: circa 75% van het totaal), Schermer, Waterland, Wormerland en Zeevang, en verder om afvalwater van bedrijven (bijvoorbeeld CONO). Voor een aantal van de gemeenten geldt, dat slechts een deel van het binnen de gemeentegrens geproduceerde afvalwater op Beemster wordt behandeld. Het (grootste deel van het) overige afvalwater wordt dan gezuiverd op andere rwzi’s in de omgeving, of met behulp van IBA’s. Op het persleidingnetwerk is een aantal rioolgemalen en persleidingen aangesloten: deze objecten zijn (in het kader van het overnamepunten beleid) alle in beheer bij, en eigendom van het hoogheemraadschap. Verder is er een aantal inprikkers. Het naar de rwzi geperste water stroomt onder vrijverval door de diverse zuiveringsonderdelen, wordt daar behandeld1 en uiteindelijk met het effluentgemaal geloosd op het Noordhollands Kanaal. Het vrijkomende zuiveringslib (plus dat van de rwzi Oosthuizen) wordt op de rwzi ontwaterd en periodiek naar de slibdrooginstallatie in Beverwijk (SDI) afgevoerd. Een aantal onderdelen is afgedekt en wordt afgezogen; de afgezogen lucht wordt behandeld. Bij een aantal apparaten zijn geluiddempende of afschermende maatregelen genomen. In figuur 1.1 is een schema opgenomen van de afvalwaterketen van het hoogheemraadschap.
1
Voor een beschrijving van de processen, inclusief procesregelingen, die op de rwzi Beemster worden toegepast en ingezet, wordt verwezen naar bijlage 7 van het BZP en naar ‘Handleiding bedrijfsvoering RWZI Beemster’.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
8 van 34
24 augustus 2012
Schermer
gemaal HHNK persleiding HHNK Inprikker op persleiding Z figuur 1.1
rwzi Beemster
Landsmeer Waterland
Overzicht afvalwaterketen Beemster
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
9 van 34
24 augustus 2012
2 2.1
Systeemkeuze voor uitbreiding rwzi Variantenstudie
De volgende in het BZP beschreven systemen zijn in een studie met elkaar vergeleken: 1) Het huidige systeem, met retourslibbuffering (referentie-systeem); 2) Een fijnzeef-systeem; 3) Het mUCT-systeem; 4) Het systeem met een “Energiefabriek”. Voor het bij deze systemen vrijkomende slib zijn twee verwerkingsroutes nagerekend: a) (gravitatie-)indikking en ontwatering op locatie, afvoer ontwaterd slib naar SDI (zoals nu); b) mechanische indikking op locatie, vergisting en ontwatering op Zaandam-Oost, afvoer ontwaterd slib naar SDI. De systemen zijn uitgewerkt, het energiegebruik en de kosten (stichtingkosten en exploitatiekosten) zijn bepaald. De systemen zijn onderling vergeleken met het bestaande toetsingskader, een multicriteria analyse (MCA). De variant “Energiefabriek” scoort daarin het beste, in de subvariant waarbij Beemsterslib wordt vergist op de rwzi Zaandam-Oost. Voor rwzi Beemster zelf zijn er twee varianten mogelijk: het biologisch ontlasten van de rwzi, door het plaatsen van fijnzeven; het biologisch uitbreiden van de rwzi door het plaatsen van een NEREDA-reactor. Beide varianten worden in de voorbereidingsfase verder uitgewerkt, waarna een definitieve systeemkeuze wordt gedaan. In het kader van het op te stellen nieuwe energie efficiencyplan voor de waterketen (EEP2) wordt de mogelijkheid onderzocht om al het slib van onze zuiveringen centraal op de rwzi Beverwijk te vergisten. Dat biedt in combinatie met de naastgelegen slibdrooginstallatie voordelen. Een keuze daarin wordt midden 2013 gemaakt: tot die keuze worden er op rwzi Zaandam-Oost geen investeringen gedaan voor het verwerken van Beemsterslib.
2.2
Kosten maatregelen rwzi
De op de rwzi Beemster te nemen maatregelen zijn in de variantenstudie geraamd op 14,2 miljoen euro (stichtingskosten, zie tabel 2.1). Deze kosten zijn gebaseerd op de fijnzeef-variant. Uitgaande van de NEREDA-variant bedragen de stichtingskosten 14 miljoen euro (zie tabel 2.2). De bedragen zijn opgebouwd uit: Het renoveren en vervangen van bestaande onderdelen2; Het toevoegen van nieuwe procesonderdelen; Een onvolledigheidsfactor van 20%; Een toeslagfactor van 60% voor onvoorzien, advies, inrichtingkosten, bijkomende kosten en 19% BTW.
2
In het verlengde van de variantenstudie is de rwzi eind 2011 technisch geïnspecteerd. Op basis daarvan zijn de kosten van renovatie geraamd, met als uitgangspunt dat bouwkundige delen daarna 30 jaar en werktuigbouwkundige en elektrotechnische onderdelen 15 jaar mee kunnen (en voor zo ver die onderdelen zouden worden hergebruikt).
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
10 van 34
24 augustus 2012
Voor het verwerken van “Beemster-slib” zijn er ook op de rwzi Zaandam-Oost aanpassingen gerekend: in totaal zou er op Zaandam-Oost voor 4,7 miljoen euro (stichtingskosten) geïnvesteerd moeten worden. Eventuele maatregelen op Zaandam-Oost worden na besluitvorming over de slibverwerking (medio 2013) bij HHNK gerealiseerd. tabel 2.1
Raming maatregelen rwzi Beemster, subvariant fijnzeef
tabel 2.2
Raming maatregelen rwzi Beemster, subvariant NEREDA
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
11 van 34
24 augustus 2012
3 3.1
Maatregelen ATS Beemster Afvalwatertransportsysteem
Aan het afvalwatertransportsysteem (ATS) van zuiveringskring Beemster zijn ook maatregelen nodig, met name aanpassingen aan gemalen. Voor een deel van het transportsysteem wordt nog onderzocht welke maatregelen daar getroffen zullen worden. Zo wordt, samen met CONO Kaasmakers uit Westbeemster, onderzocht hoe het transportsysteem De Rijp kan worden geoptimaliseerd. De resterende maatregelen aan dit deel van het transportsysteem worden medio 2013 aan het Bestuur voorgelegd.
3.2
Kosten ATS
De kosten van maatregelen in het afvalwatertransportsysteem worden nu, in het PvE-stadium, gehouden op €2,6 miljoen. Uitgangspunten bij het bepalen van de kosten van maatregelen aan het transportsysteem zijn de eisen die in dit PvE zijn geformuleerd, de resultaten van de gehouden inspecties en de informatie uit het BZP. tabel 3.1
Maatregelen en kosten transportsysteem
Object RG Grootschermer PL Grootschermer RG West-Graftdijk PL West-Graftdijk PL West-Graftdijk RG De Rijp PL De Rijp PL De Rijp PL Westbeemster PL Westbeemster RG Middenbeemster PL Middenbeemster PL Middenbeemster RG Kwadijk PL Kwadijk RG Purmerend-West RG Neck RG Purmerland RG Purmerend-Noord PL Purmerend-Noord PL's verlengen naar rwzi
Maatregel Renoveren gemaal Reinigen Vervangen pompinstallatie Inbouwen reinigingsvoorzieningen Reinigen Aanpassen gemaal Inbouwen reinigingsvoorzieningen Reinigen Inbouwen reinigingsvoorzieningen Reinigen Renoveren gemaal Reinigen Inbouwen reinigingsvoorzieningen Verzwaren pompinstallatie Aansluiten op PL Baanstee Ombouwen tot boostergemaal Renoveren gemaal Vervangen gemaal Ombouwen tot boostergemaal Vervangen zinker onder ringvaart PL's los van elkaar op rwzi laten komen
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Kosten 80.000 15.000 80.000 15.000 10.000 250.000 50.000 20.000 25.000 10.000 200.000 10.000 10.000 55.000 20.000 250.000 200.000 250.000 700.000 200.000 150.000 2.600.000
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
12 van 34
24 augustus 2012
4 4.1
Functionele eisen en voorwaarden Milieu-eisen
De aanpassingen aan zowel het afvalwatertransportsysteem als de rwzi Beemster dienen zo te worden uitgevoerd, dat: de hoeveelheid afvalwater, zoals overeengekomen in de aansluitvergunningen, kan worden verpompt en vervolgens tot de in de lozingvergunning voorgeschreven effluentkwaliteit kan worden behandeld, waarbij aan de (overige) milieu-eisen kan worden voldaan. Het Energie-efficiencyplan 2009 - 2012 (EEP), het in 2012 voor Beheer Waterketen op te stellen tweede energie-efficiencyplan (EEP2) en het Milieu- en klimaatbeleid 2009 - 2012 van HHNK beschrijven het huidige beleid, maar zullen ook als richtinggevend worden beschouwd voor het toekomstige milieubeleid.
4.2
Exploitatie
Het rayon Zuid van de afdeling Waterketen beheert ondermeer de afvalwaterketen Beemster, met ondersteuning en/of advies van een aantal overige afdelingen van HHNK. De verschillende onderdelen van de genoemde afvalwaterketen moeten zodanig worden uitgevoerd, dat deze goed onderhoudbaar zijn. Tijdens onderhoud moeten de overige onderdelen van de keten in bedrijf kunnen blijven. Er worden zodanige technieken en technologieën toegepast, dat de goede werking gedurende de geldende gebruiksduren (zie bijlage) verregaand zijn gewaarborgd.
4.3
Zuiveringtechnologie
De rwzi functioneert ondanks de hoge belasting nog goed. De concentratie totaalstikstof in het effluent voldoet in de periode 2001 tot en met 2008 aan de generieke eis voor stikstofverwijdering (kalenderjaargemiddelde kleiner of gelijk aan 10 mg/l), maar groeit wel. Ook de jaargemiddelde gehalten van totaalfosfaat in het effluent zijn laag. Er wordt meestal voldaan aan de fosfaateis uit de gehanteerde Wvo-beschikking (2 mg/l als voortschrijdend gemiddelde over tien opeenvolgende etmaalmonsters). Door de groei in de aangesloten kernen zal de huidige capaciteit overschreden worden. De hydraulische capaciteit van de rwzi is nu en de toekomst (net) voldoende. Wanneer ervan wordt uitgegaan, dat voorziene aanpassingen in het rioleringsysteem van Purmerend worden gerealiseerd, is die capaciteit zelfs ruim voldoende. Aanpassingen aan de werken dienen zodanig te worden ontworpen, dat er flexibel en adequaat kan worden gereageerd op fluctuaties in het influent. Bestaande onderdelen van de rwzi dienen, indien mogelijk, gehandhaafd te blijven en te worden ingepast. De sliblijn maakt integraal deel uit van de rwzi en dient als zodanig te worden meegenomen.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
13 van 34
24 augustus 2012
De voor de rwzi uitgevoerde systeemkeuze-studie is vooral gericht op WELK technologisch systeem is gekozen. Daar komt niet aan bod hoe dat systeem precies wordt uitgewerkt. Tijdens de voorontwerpfase kan desgewenst worden bepaald HOE het geselecteerde technologische systeem verder wordt uitgewerkt in de praktijk van Beemster (keuze uit varianten binnen het systeem). Bij ontwerpberekeningen dient gebruik te worden gemaakt van een temperatuurprofiel in de AT van een representatief jaar. De rwzi dient gedurende elke kalendermaand zodanig te nitrificeren (en te denitrificeren), opdat over het jaar een totaal stikstofgehalte in het effluent van gemiddeld 10 mg/l wordt geleverd. Van de rwzi Beemster is een simulatiemodel beschikbaar. Voor meer informatie over de werking en de onderdelen van de huidige rwzi wordt verwezen naar het BZP respectievelijk de “Handleiding bedrijfsvoering RWZI Beemster” (BVH).
4.4
Civiele en bouwkundige aspecten
Er worden geen civiele en bouwkundige aanvullingen op of afwijkingen van de OBR verwacht. Wel is het zo dat het toepassen van fijnzeven danwel een NEREDA niet in de OBR zijn beschreven. 4.4.6 Hoogteligging en terrein Het terrein met naaste omgeving dient in de werkelijkheid te worden ingemeten en gepeild. Belangrijke elementen in deze zijn alle bebouwing, maaiveldhoogten, overstortranden en overige voor het proces van belang zijnde hoogten, bomen en bossages, elementen als putten, lichtmasten e.d. Bouwwerken dienen ondanks wisselende grondwaterstanden droog te blijven. Luiken en niet waterdicht afsluitbare openingen dienen te worden uitgevoerd boven de maximaal optredende grondwaterstand. Peil van bouwwerken is circa 150 tot 200 mm boven omringend maaiveld. 4.4.7 Betonwerken Alle te behouden betonwerken welke zijn afgedekt vanwege H2S-vorming dienen te worden geïnspecteerd. Op basis van visuele inspectie van de betonconstructie, de betonbescherming en de dilatatievoegen per schadebeeld een analyse van de schade met bijbehorend reparatieplan opstellen. Indien noodzakelijk een faseringsplan opstellen waarmee het doordraaien van de zuivering wordt gewaarborgd. 4.4.8 Terreinleidingen Leidingen zoveel mogelijk bundelen in leidingstraten, de terreinleidingen dienen altijd bereikbaar te zijn voor nader onderhoud of reparatie. 4.4.9 Opdrijven en verzakken Alle objecten genoemd in dit PvE mogen als gevolg van droogzetten of vol zetten met water niet verplaatsen. Indien er een mogelijk risico is, dienen aanvullende maatregelen te worden getroffen. De te treffen maatregelen dienen permanent te zijn.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
14 van 34
24 augustus 2012
4.4.10 Grondwater De grondwaterstand mag als gevolg van de aanleg en bouwwerkzaamheden niet wijzigen buiten een straal van 50 m, of anders zoals blijkt uit de eventueel aan te vragen vergunning voor grondwateronttrekking. Nabij de bebouwing is invloed onder aanliggende gebouwen niet toegestaan. Afwatering van de dakwaterafvoer op open water. Hemelwater van de verharding op het rioolstelsel van de zuivering. 4.4.11 Verharding De verharding en de constructie van de terreinverharding dienen minimaal bestand te zijn tegen een verkeersklasse 45 (NEN 6788), indien zwaarder transport te verwachten is dient de verharding hierop uitgelegd te worden. 4.4.12 Natte kelders De natte kelders worden afgesloten met behulp van luiken. Bij H2S vorming in de kelders dienen deze luiken luchtdicht te blijven bij een over- en onderdruk tot 0,25 m waterkolom luchtdruk. Dit geldt ook voor alle overige doorvoeren naar de natte kelder. De luiken dienen bestand te zijn tegen een belasting van 2 kN/m2. Er mogen geen voertuigen over rijden. 4.4.13 Hydraulica De zuivering hydraulisch doorrekenen met alle mogelijke situaties welke kunnen ontstaan ten gevolge van RWA, DWA in combinatie met bypassen e.d. Voor nieuw in te passen of aan te leggen onderdelen dient door middel van een studie te worden aangetoond welk aanlegniveau optimaal is. Gelet hierbij op de aspecten bemaling, ontgraven, fundatie, exploitatie, bediening en beheer en onderhoud. Leidingen met een zodanig ontwerpen dat geen bezinking of overmatige slijtage kan optreden. Waakhoogten hanteren van 0,5 m. De installatie onderdelen moeten voldoende reservecapaciteit hebben om tijdelijke fluctuaties in hydraulische belasting op te kunnen vangen. Voor de hydraulische leidingsystemen geldt als ontwerprichtlijn dat een extra aanvoer van 20 % boven de theoretische belasting verwerkt moet kunnen worden binnen de toelaatbare druk of vervalhoogte. 4.4.14 Diversen • In de ontwerpfase dient aandacht te worden besteed aan kortsluitvoorzieningen teneinde onderdelen uit bedrijf te kunnen nemen voor onderhoud/reparatie, zonder het proces te verstoren. • Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient de functie van de procesonderdelen zo goed mogelijk gewaarborgd te blijven. Indien dit niet te realiseren is, moeten tijdelijke voorzieningen worden toegepast. Het zuiveringsproces moet zonder een significante vermindering van de effluentkwaliteit doorgang vinden. Hiertoe in de ontwerpfase een fasering opstellen.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
15 van 34
24 augustus 2012
4.5
Werktuigbouwkundige aspecten
De werktuigbouwkundige aspecten worden hier op hoofdlijnen beschreven, aanvullend op of afwijkend van de OBR. Ook zijn specifieke zaken, die van belang zijn, vastgelegd in de “Algemene voorschriften voor werktuigkundige installaties” (14e uitgave) en de bijbehorende standaard tekeningen. Voor de aanpassingen van rwzi en/of ATS is het van belang, dat de toe te passen installatieonderdelen qua techniek, benodigd onderhoud en beheersaspecten binnen de aanwezige installaties passen. 4.5.1 Hydraulische reserve capaciteiten en risico-analyse Leidingen worden zodanig ontworpen, dat geen bezinking of overmatige slijtage kan optreden. De installatie-onderdelen moeten voldoende reservecapaciteit hebben om tijdelijke fluctuaties in hydraulische belasting te kunnen opvangen. Voor leidingsystemen geldt als ontwerprichtlijn, dat een extra aanvoer van 20% boven de theoretische hydraulische belasting binnen de toelaatbare druk of vervalhoogte verwerkt moet kunnen worden. 4.5.2 Reservestelling Zie paragraaf 3.1.3 van OBR Waterketen. 4.5.3 Energiegebruik installatie-onderdelen Voor het ontwerp van de installatie is een beoordeling van het energiegebruik belangrijk. Mogelijke alternatieven moeten, naast de overige eisen, op dit aspect beoordeeld worden. Het belang vloeit voort uit het beleid, dat de installatie het milieu minimaal mag belasten. Aansluitend geldt dit op componentniveau voor de toe te passen apparatuur. Een en ander moet aantoonbaar worden gemaakt in een alternatieven-afweging. Zie met name voor pompen ook de “Algemene voorschriften”, paragraaf 2.1 Pompen algemeen en paragraaf 3.1 Aandrijving. Randvoorwaarde is, dat de eis ten aanzien van het energiegebruik geen afbreuk doet aan het betrouwbaar functioneren van de installatie. 4.5.4 Aspecten t.a.v. het onderhoud en beheer Voor het ontwerp van de installatie moet uitgegaan worden van installatie-onderdelen, die onderhoudsvriendelijk zijn. Dit betekent dat apparatuur wordt ingezet, waarvan de onderhoudsfrequentie klein is en het onderhoud binnen redelijke tijd en minimale kosten eenvoudig uitvoerbaar is. Een afweging van de toe te passen apparatuur op dit aspect maakt onderdeel uit van het ontwerp. De eisen zijn mede bepaald door het onderhoudsbeleid en de eisen volgens paragraaf 5.6 van de “Algemene voorschriften”.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
16 van 34
24 augustus 2012
4.6
Elektrotechnische aspecten
De aspecten van de elektrotechnische- en besturingsinstallatie worden op hoofdlijn beschreven. 4.6.1 Rwzi algemeen De elektrotechnische- en besturingsinstallatie van rwzi Beemster zijn grotendeels verouderd en dienen te worden vervangen door een nieuwe installatie. 4.6.2 Ontwerpuitgangspunten rwzi en ATS Voor het ontwerp en de realisatie van de elektrotechnische- en besturingsinstallatie dienen de volgende richtlijnen, normen en HHNK-voorschriften te worden gehanteerd: a. de relevante Europese richtlijnen (Laagspanning-, Machine-, EMC- en ATEX-richtlijn); b. de van toepassing zijnde NEN-normen; c. de Ontwerprichtlijnen Waterketen 2012 (OBR); d. de HHNK-voorschriften voor standaardisatie van elektrotechnische installaties (12 delen); e. de “Algemene Technische Voorschriften voor elektrotechnische installaties” (14e uitgave) en de bijbehorende standaard tekeningen. Bij het aanpassen van de rwzi en/of het afvalwater transport systeem (ATS) Beemster is het van belang dat de toe te passen installatieonderdelen passen binnen de al aanwezige installatie, qua techniek, onderhoud en beheersaspecten. Speciale aandacht dient te bestaan voor de aspecten energiegebruik en onderhoudsintensiteit. 4.6.3 Inspectie elektrische installatie rwzi De afdeling Beheer Waterketen heeft DHV een inspectie laten uitvoeren aan ondermeer de huidige elektrische installatie van rwzi Beemster, zie rapportage inspectie eind 2011 (DHV;WTCM20120774, versie-2). Met de volgende inspectie resultaten dient tijdens het ontwerp en realisatie van de nieuwe elektrische installatie rekening te worden gehouden: 1. De bestaande bekabeling is verouderd en dient in zijn geheel te worden vervangen; 2. De huidige ventilatie en koeling van de elektrische schakelruimte in het bedrijfsgebouw is onvoldoende en dient te worden vervangen door een beter werkende installatie; 3. De toe te passen frequentieomvormers (FO’s) dienen in de elektrische schakelruimten los tegen de wand te worden geïnstalleerd; 4. De huidige schakelruimte in het slibontwateringsgebouw is voorzien van een glaspui. Dit is ongewenst in verband met de veiligheid. Bovendien is de huidige ruimte te klein. In het nieuwe ontwerp dienen deze tekortkomingen worden opgelost. 5. In het inspectie rapport is aangegeven dat de elektrische installatie van het effluentgemaal in een goede staat verkeert. Afhankelijke van de nieuw toe te passen besturingsinstallatie dient in het ontwerpstadium nader te worden onderzocht op welke manier deze nieuwe besturing kan worden geïntegreerd in de bestaande elektrische installatie van het effluent gemaal of dat deze installatie in zijn geheel dient te worden vervangen. Bovendien zal hierbij rekening dienen te worden gehouden met de gewenste capaciteit van het effluentgemaal.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
17 van 34
24 augustus 2012
4.6.4 Energievoorziening rwzi RWZI Beemster is aangesloten op het 10 kV hoogspanningsnet en wordt gevoed via één transformator van 1000 kVA. Het gecontracteerde vermogen bedraagt 706 kW (energiegegevens 2011). In de ontwerpfase zal nader dienen te worden onderzocht of deze capaciteit volstaat voor de nieuwe situatie. Vooralsnog bestaat de voorkeur om de huidige energievoorziening te handhaven, mede omdat bij overschrijding van het huidige aansluitvermogen een nieuw inkoopstation dient te worden gesticht. 4.6.5
Schakel- en verdeelinrichtingen rwzi
Krachtverdeelinrichtingen De nieuwe krachtinstallatie achter de energiedistributie transformator van 1000 kVA dient te worden uitgevoerd als een gecompartimenteerde schakel- en verdeelinrichting, conform de OBR Waterketen 2012 en Algemene Technische Voorschriften, 14e - uitgave. In het kader van een veilige, betrouwbare en voor HHNK uniforme elektrische energievoorziening worden in deze situatie geen schakelkasten zonder compartimentering toegestaan. Lichtverdeelinrichtingen Gezien de leeftijd van de lichtschakel- en verdeelinrichtingen en het niet meer voldoen aan de huidige veiligheidseisen dienen deze te worden vervangen (o.a voorzien van aardlekinstallatieautomaten). Meet- en regelinstallatie In de besturingsfilosofie wordt rekening gehouden met de bezoekfrequentie, zoals gedefinieerd in paragraaf 3.4.10. van de Ontwerprichtlijn Waterketen. Bij het ontwerp van de meet- en regelinstallatie wordt hiermee rekening gehouden. Terreinbekabeling De bestaande terreinbekabeling zal gezien de leeftijd van de installatie en de hogere eisen in de NEN-1010 dienen te worden vervangen. Nieuwe bekabeling wordt zo veel mogelijk in dezelfde kabeltracés gelegd. De oude bekabeling dient te worden verwijderd. 4.6.6 Procesautomatisering rwzi De waterlijn en sliblijn zijn geautomatiseerd binnen een Sattline systeem. Hiertoe zijn Sattline controllers opgenomen in K300 bedrijfsgebouw, K500 slibontwateringsgebouw en K700 effluentgemaal. De besturing van de water- en sliblijn dient te worden gemoderniseerd met een nieuw PLC/SCADA - systeem. Algemeen De automatisering van de rwzi zal voldoen aan het Masterplan Procesautomatisering, dat in deel 3 van de “Standaardisatie van Besturingstechnische Installaties” is opgenomen. In de besturingsfilosofie wordt rekening gehouden met de aangegeven bezoekfrequentie. Calamiteitsituaties dienen in een vroegtijdig stadium te worden gesignaleerd. Bij het ontwerp van de automatisering wordt hiermee rekening gehouden. Besturingshardware De besturingsinstallatie zal worden uitgevoerd met automatiseringsapparatuur van het fabricaat ABB SattLine of een nieuw te kiezen PLC/SCADA - systeem. In de ontwerpfase zal een keuze dienen te worden gemaakt.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
18 van 34
24 augustus 2012
Besturingssoftware De werking van de installatie zal worden vastgelegd in een besturingsplan. Besturingsdocumenten De besturingsdocumenten die in de volgende projectfasen geproduceerd dienen te worden, zijn omschreven in de “Standaardisatie Besturingstechnische installaties” deel 2 projectfasering. Bediening Het bedienen van de rwzi Beemster moet mogelijk zijn op: 1. De rwzi zelf; 2. Indien voor Sattline wordt gekozen: op alle overige met SattLine geautomatiseerde rwzi’s in de regio Beemster (rwzi Katwoude en Zaandam-oost); 3. Willekeurige plaats: met (portable) computer, via PC-Anywhere of andere, nader te specificeren thuiswerkplek-oplossing. Op de rwzi Beemster zelf worden alle overige, met SattLine geautomatiseerde rwzi’s van de regio Beemster gepresenteerd op de daarvoor te plaatsen werkstations. 4.6.7 Procesmetingen rwzi Op de rwzi zal de bestaande ‘on-line’ meetapparatuur worden hergebruikt, de verouderde meetapparatuur wordt vervangen en niet aanwezige zullen worden aangevuld. Minimaal dient te worden geïnstalleerd één zuurstof, ammonium, nitraat, fosfaat en slibconcentratie (in AT). De behoefte aan procesmetingen zullen nader moeten worden onderzocht en eventueel worden uitgebreid. Onderzocht dient te worden of de effluent debietmeter van rwzi Beemster vervangen dient te worden door een ultrasonore debietmeting i.v.m. periodieke calibratie van de effluent debietmeters. De on-line metingen dienen toegepast te kunnen worden voor monitoring op afstand en voor automatische procesregeling. De rwzi dient zodanig te worden ingericht dat de continuïteit en betrouwbaarheid van dergelijke metingen en procesregelingen is gegarandeerd. 4.6.8 Lichtinstallaties rwzi De lichtinstallaties, inclusief terreinverlichting, dienen te worden geïnspecteerd en daar waar nodig gemoderniseerd en in overeenstemming te worden gebracht met de huidige wet- en regelgeving. 4.6.9
Te realiseren overige installaties rwzi
Inbraakinstallatie De inbraakinstallatie dient te worden aangepast aan de nieuwe situatie. Branddetectie –en blussing De branddetectie dient te worden aangepast aan de nieuwe situatie. De elektrische schakelruimte in het bedrijfsgebouw dient te worden voorzien van een brand blussing.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
19 van 34
24 augustus 2012
Netwerk Afhankelijk van de te nemen maatregelen voor het bedrijfsgebouw en de personeelsbezetting op de rwzi zal het administratieve LAN-netwerk worden uitgebreid. Ook het LAN-netwerk voor de technische besturingsinstallatie zal worden uitgebreid. Ter verhoging van de bedrijfszekerheid dient het bestaande glasvezelnetwerk op het terrein te worden gemoderniseerd en uitgevoerd als een ringvormig glasvezel netwerk tussen het bedrijfsgebouw, het nieuwe bandfiltergebouw en het effluentgemaal. 4.6.10 Elektrische- en besturingsinstallaties ATS Voor het afvalwater transport systeem (ATS) Beemster zal de omvang van de elektrotechnischeen besturingstechnische maatregelen in het ontwerpstadium verder worden bepaald. Aandachtspunten hierbij zijn: 1. Energievoorziening. Deze dient per rioolgemaal te worden onderzocht, waarbij aanpassingen van de rioolgemalen gevolgen kunnen hebben voor de bijbehorende energievoorziening; 2. Schakel- en verdeelinrichtingen. Deze dienen te worden geïnspecteerd, en daar waar nodig gemoderniseerd en in overeenstemming te worden gebracht met de huidige wet- en regelgeving; 3. Procesautomatisering. De gemalen in kring Beemster, die van een nieuwe schakelkast worden voorzien, zullen in het geval van een TBOX MS gateway worden omgebouwd naar een lokale besturing met een TBOX MS. De besturing via WinCC OA (PVSS) blijft gehandhaafd; 4. Procesmetingen. Verouderde meetapparatuur wordt vervangen en ontbrekende zullen worden aangevuld; 5. Lichtinstallaties. Deze dienen te worden geïnspecteerd, en daar waar nodig gemoderniseerd en in overeenstemming te worden gebracht met de huidige wet- en regelgeving.
4.7
Herinvesteringen en verbeteringen van de bestaande werken
De voorziene maatregelen in de afvalwaterketen Beemster bestaan, naast het uitbreiden van de biologische capaciteit, uit herinvesteringen en verbeteringen van bestaande werken. Alle zijn meegenomen in de systeemkeuze-studie, tezamen met de samenhangende kostenraming.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
20 van 34
24 augustus 2012
5
Prestatie-eisen
5.1
(Hydraulische) capaciteit transportsysteem
De afvalwaterprognoses -overgenomen uit het BZP- zijn weergegeven in onderstaande tabel. Voor dit PvE is de prognose voor 2040 maatgevend.
tabel 5.1
Prognoses afvalwaterhoeveelheden kring Beemster
Aansluitpunt
Gemeente
2010
2025
2040
[m³/h]
[m³/h]
[m³/h]
11,4 4,9 0,2 0,0 31,1 269,7 61,7 79,7 20,2 2.129,1 12,3 99,0 4,1 801,4 37,8 30,9 7,6 3,8 37,8
12,2 5,7 *1 *2 41,2 298,1 68,7 110,7 20,2 2.117,3 13,6 100,6 4,1 804,2 37,8 71,0 7,6 3,8 41,0
12,2 5,7 *1 *2 41,2 298,1 68,7 110,7 20,2 2.117,3 13,6 100,6 4,1 804,2 37,8 71,0 7,6 3,8 41,0
Beemster Purmerend Purmerend
3.459,5 318,4 0,0
3.560,2 318,4 199,0
3.560,2 318,4 199,0
Beemster
3.141,1
3.042,8
3.042,8
Schematisch naam gemaal
RG Grootschermer RG Driehuizen Globdijk 1 Globdijk 2 RG West-Graftdijk RG De Rijp RG West-Beemster (CONO) RG Middenbeemster RG Kwadijk RG Purmerend-Noord RG Purmerland RG Ilpendam Gors Zuid 33 RG Purmerend-West RG Hazepolder RG Zuid-Oost-Beemster Drukriool Nekkerweg Drukriool Zuiderweg RG Neck Totaal rwzi Aandeel RWA Weidevenne Aandeel RWA P-Noord Totaal rwzi minus RWA Weidevenne en P-Noord
Schermer Schermer Graft-De Rijp Graft-De Rijp Graft-De Rijp Graft-De Rijp Beemster Beemster Zeevang Purmerend Landsmeer Waterland Purmerend Purmerend Purmerend Beemster Beemster Beemster Wormerland
1
Gemaal Globdijk 1 zal in de toekomst afvoeren naar het vrijvervalstelsel van De Rijp;
*2
Gemaal Globdijk 2 zal in de toekomst afvoeren naar het vrijvervalstelsel van De Rijp;
5.2
Capaciteit rwzi
*
De toekomstige capaciteit van de rwzi Beemster is bepaald in het BZP, paragraaf 8.2.2. Daarbij is het effect van een gedeeltelijke verlaging van RWA in stelsels van Purmerend nog niet meegenomen. Voor alle parameters is in dit PvE met een piekfactor van 5% gerekend (indien slib gisten op Beemster zou worden toegepast, moet voor stikstof 10% worden gerekend): zie de volgende tabel.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
21 van 34
24 augustus 2012
tabel 5.2
Ontwerpbelasting rwzi Beemster fase 3 (basis: prognose 2040; excl. gedeeltelijke verlaging
RWA)
Parameter i.e. (150 gr TZV) i.e. ( 54 gr BZV) CZV BZV Nkj Ptot Onopg.st. Dagdebiet RWA DWA
5.3
[-] [-] [kg/d] [kg/d] [kg/d] [kg/d] [kg/d] [m³/d] [m³/uur] [m³/uur]
aanvoer huidig
aanvoer 2040
142.151 109.153 15.007 5.894 1.382 254 6.952 22.771 3.459 1.588
163.406 125.474 17.251 6.775 1.589 292 7.992 26.176 3.560 1.827
ontwerpbelasting ontwerpbelasting fase 2 fase 3 144.900 96.300 15.100 5.200 1.450 260 5.310 3.600 1.900
171.500 131.700 18.110 7.110 1.670 310 8.390 27.490 3.560 1.920
Eisen effluentlozing
Voor de middellange termijn wordt voor de rwzi Beemster uitgegaan van generieke lozingeisen uit het Waterbesluit3, uitgewerkt in de Waterregeling. Die eisen zijn als volgt:
Tabel 5.3
Effluenteisen rwzi Beemster (fase 4; middellange termijn)
Parameter
grenswaarde
toelichting4
CZV
mg/l
125
Aantal overschrijdingen per jaar mogelijk; afwijking maximaal 100%
BZV205
mg/l
20
Aantal overschrijdingen per jaar mogelijk; afwijking maximaal 100%
onopgeloste bestanddelen
mg/l
30
Aantal overschrijdingen per jaar mogelijk; afwijking maximaal 150%
Ntotaal
mg/l
10
20.000ie of meer; kalenderjaargemiddelde
Ptotaal
mg/l
1
100.000ie of meer; voortschrijdend gemiddelde in 10 opeenvolgende etmaalmonsters
Genoemde eisen worden gehanteerd, totdat voldoende informatie beschikbaar is om de volgende drie toetsen te kunnen uitvoeren (zie voor de toelichting het BZP): • Toets aan de stand der techniek (BBT); • De immissie-toets van de lozing; • Toets op de aanwezigheid van EU- en/of probleemstoffen. Het risico bestaat dat, wanneer HHNK de uitwerking van de KRW-lozingseisen afgerond heeft, strengere effluenteisen zullen gaan gelden.
3
4
In het Waterbesluit (art 6.5, lid2) is opgenomen, dat het bevoegd gezag lagere grenswaarden kan stellen “indien het belang van de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewaterlichaam daartoe noodzaakt” (is hier niet aan de orde), terwijl (art. 6.6) voor totaalfosfor en totaalstikstof hogere grenswaarden gesteld kunnen worden indien (a) het zuiveringsrendement over het gebied ten minste 75 procent bedraagt en (b) het werk aan eisen wat betreft leeftijd en capaciteitsgroei voldoet (Beemster voldoet niet aan (b)). Aantal overschrijdingen is afhankelijk van aantal monsters per jaar, waarin parameter is bepaald.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
22 van 34
24 augustus 2012
5.4
Levensduureisen
De technische levensduur van nieuwe onderdelen wordt afgestemd op de nu gehanteerde boekhoudkundige afschrijftermijnen. Deze levensduur is afhankelijk van het vakgebied. Bij onderdelen welke aangepast worden, zal de afschrijftermijn opnieuw starten. De richtlijn voor de afschrijftermijnen/levensduur is opgenomen in een bijlage. De onderdelen moeten de aangegeven periode met het normale, gangbare onderhoud kunnen overbruggen. Het gaat hier om zowel de statische als de dynamische onderdelen van de installatie. Voor specifieke, aan te wijzen onderdelen kunnen afwijkende eisen gesteld worden.
5.5
Energiegebruik
Voor de eisen ten aanzien van energiegebruik wordt verwezen naar het Energie-efficiencyplan 2009 - 2012 (EEP) voor Beheer Waterketen en het Milieu- en klimaatbeleid 2009 - 2012 van HHNK: zie het BZP, paragraaf 2.2. De hoofddoelen van ons milieu- en klimaatbeleid zijn energie-efficiënter werken (2% per jaar tot 2020, ten opzichte van 2005 in totaal 30%) en het opwekken van duurzame energie (In 2020 20% van het totale gebruik). Energie-efficiëntie wordt gerealiseerd met behulp van proces-efficiëntie, keten-efficiëntie en het opwekken van duurzame energie. De inspanningen, die Beheer Waterketen verricht om deze hoofddoelen te bereiken, zijn vastgelegd in het EEP. Daarin is voor de rwzi Beemster onder het hoofd ‘Voorwaardelijke maatregelen’ het vervangen van de centrifuges (effect op KWh-gebruik locatie en op energiegebruik slibtransport en SDI; aangehouden totdat een keuze is gemaakt voor de slibverwerking op Beemster/ZaandamOost/SDI) opgenomen. Onder ‘Onzekere maatregelen’ zijn twee acties genoteerd: het uitvoeren van een studie naar een energiezuinige variant voor de rwzi (gedaan met de systeemkeuzestudie) en het onderzoeken van de haalbaarheid van een warmtepomp voor verwarming van het bedrijfsgebouw (blijkt niet haalbaar). Er wordt van uit gegaan, dat het milieu en klimaatbeleid van HHNK in 2012 wordt geëvalueerd en bijgesteld, waarbij wordt ingezet op zuiniger werken en het inzetten op meer duurzame energie. In 2012 wordt het tweede EEP (2013 - 2016) voor Beheer Waterketen opgesteld.
5.6
Onderhoud
In de besteksfase zal de keuze van de te installeren apparatuur worden gedaan, in overleg met Beheer Waterketen en op basis van onder andere de gewenste frequentie van onderhoud en inspectie.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
23 van 34
24 augustus 2012
6
Beeldverwachtingen
De aanpassingen op zuiveringtechnische werken worden op landschappelijk verantwoorde wijze in de omgeving (voor de rwzi Beemster: poldergebied met akkerland, enige veeteelt, tuinbouw; verspreid liggende bebouwing; water; Beemster ringdijk) ingepast. Nieuwbouw sluit in stijl aan bij de bestaande bouwmassa. Er wordt voldaan aan de eisen, die door de gemeente (welstand) worden gesteld. Bij de ingang is in de huisstijl van HHNK een bord met locatie-informatie geplaatst.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
24 van 34
24 augustus 2012
7 7.1
Interne voorwaarden Projectaanpak
Het project zal langs gangbare weg worden gerealiseerd. Globaal gezien houdt dat in, dat het project -na de PvE-fase, inclusief het verkrijgen van voorbereidingkrediet- aan het Ingenieursbureau wordt overgedragen en. De volgende fasen worden vervolgens doorlopen: Voorontwerpfase; Ontwerpfase, waarin tevens een projectplan wordt opgesteld en de nodige vergunningen worden aangevraagd; Besteksfase, gedurende welke ook uitvoeringkrediet wordt aangevraagd (medio 2014 gereed); Realisatiefase (medio 2014 tot medio 2016); Fase van nazorg.
7.2
Bedrijfsvoering tijdens ombouw
De aanpassingen, ombouwwerkzaamheden en renovaties dienen zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat met de werken voldaan kan blijven worden aan de geldende eisen ten aanzien van afvoerverplichtingen, effluentkwaliteit en overige milieu-eisen. Nieuwe onderdelen moeten goed werkend zijn opgeleverd, voordat bestaande onderdelen uit bedrijf genomen worden om te worden aangepast. In de te maken plannen wordt indien nodig rekening gehouden met tijdelijke voorzieningen om aan de genoemde verplichtingen en eisen te kunnen voldoen.
7.3
Duurzaam bouwen
Het aspect Duurzaamheid heeft een rol gespeeld in de systeemkeuze van de rwzi, en blijft een belangrijk aandachtspunt tijdens de verdere voorbereiding, realisatie en bedrijfsvoering van het transportsysteem en de rwzi. Voor het inkopen van diensten en (aanbesteden van) werken worden de criteriadocumenten duurzaam inkopen ( www.pianoo.nl ) gehanteerd. Verder wordt in de “Ontwerp- en Bouwrichtlijnen Waterketen” (OBR) ruime aandacht aan duurzaamheid gegeven. Ten slotte wordt er in dit verband verwezen naar het Energie-efficiencyplan 2009 - 2012 (EEP) voor Beheer Waterketen en het Milieu- en klimaatbeleid 2009 - 2012 van HHNK.
7.4
Asset Management
Uit een technische inspectie is gebleken welke ‘assets’ aan vervanging toe zijn. Het principe van asset management voor de waterketen wordt momenteel verder vorm gegeven. In dit programma van eisen is het principe daarom nog niet volledig toegepast. Bij de definitieve systeemkeuze wordt hierop wel getoetst.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
25 van 34
24 augustus 2012
7.5
KAM (Kwaliteit, ARBO en Milieu)
De afdeling Beheer Waterketen is voor haar hoofdactiviteiten (transporteren van afvalwater, zuiveren van afvalwater en verwerken van zuiveringslib) gecertificeerd voor de aspecten Kwaliteit (NEN-EN-ISO 9001:2008; vanaf september 2007), ARBO (BS OHSAS 18001:2007; vanaf september 2009) en Milieu (NEN-EN-ISO 14001:2004; vanaf december 2001). De op grond van dit PvE vernieuwde of aangepaste werken in kring Beemster moeten certificeerbaar zijn. Ondermeer het aspect Milieu is meegewogen in de systeemkeuze van de rwzi. Het ontwerp zal worden getoetst door de medewerker Arbo & Veiligheid van HHNK, aan de hand van het KAM-beleid van HHNK. Aandachtspunten daarbij zijn: Valgevaar. Er dienen onder/achter luiken veiligheidsroosters te worden aangebracht, en hekwerken bij hoogteverschillen van meer dan 50cm; Gevaarlijke stoffen. Elke ruimte met kans op het vrijkomen van H2S, methaan of andere gassen en dampen dienen mechanisch te worden geventileerd, zodanig dat in de ruimte de concentratie lager dan 20% van de MAC-waarde wordt; Lawaai. Onderdelen mogen niet meer dan 80 dB(A) produceren; Besloten ruimten dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen, en anders dient de besloten ruimte zoveel mogelijk onderhoudsvrij te worden ingericht.
7.6
Bodembescherming rioolwaterzuiveringinstallaties bij HHNK
Op de terreinen van RWZI’s bestaat een risico van bodemverontreiniging. Op basis van een risicoanalyse zal een passend arrangement van maatregelen, voorzieningen en een ‘monitoring’programma worden opgesteld. In IPO/STOWA-verband is advies uitgebracht voor zuiveringsbeheerders en het milieu-bevoegd gezag hoe op de terreinen van RWZI’s om te gaan met bodemrisico’s. Aanleiding is, dat de op NRB5 gestoelde regelgeving bij strikte uitleg praktische problemen geeft. Vooruitlopend op de uitvoering van dit advies door het bevoegd gezag wordt door HHNK een plan van aanpak voor bodembescherming op RWZI terreinen opgesteld. Dit past in het beleid van het hoogheemraadschap een pro-actieve rol met betrekking milieu- en bodembescherming in te vullen. Het advies zal een pakket eisen voor constructie, onderhoud, ‘monitoring’ en borging van maatregelen behelzen. Concreet betekent dit, dat met name een grondwater monitoring systeem moet worden opgezet: een horizontaal systeem voor installatiedelen, waarvan de bouw vanaf 1 januari 2012 start, en in andere gevallen wordt een verticaal systeem als voldoende beschouwd.
5
Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB 2001/2003)
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
26 van 34
24 augustus 2012
7.7
Cross Border Lease
De rwzi Beemster is in een CBL-pakket (1e tranche, mei 1997; investeerder Bank of America) opgenomen, voor een waarde (‘fair market value’, FMV) van 54,8 miljoen gulden. De einddatum van deze lease is 2 januari 2020. Dat betekent, dat (bouw-)activiteiten op Beemster tot 2020 aan de regels in dit contract gebonden zijn. In het kort gesteld komen die regels erop neer, dat er beperkingen zijn aan de bouwmogelijkheden binnen de zogenaamde ‘footprint’ en aan wijzigingen van de bestaande zuiveringinstallatie. Hierbij wordt ook gekeken naar de capaciteit van de zuivering. Zie verder het BZP, paragraaf 4.1.
7.8
Selectiecriteria
Voor de gehanteerde selectie- of toetsingcriteria wordt verwezen naar “Variantenstudie rwzi Beemster”. De keuze van het zuiveringsysteem van de rwzi is gemaakt met hulp van de oorspronkelijke multi criteria analyse (MCA) van HHNK.
7.9
Overige interne voorwaarden en uitgangspunten
Voor toelichting op de overige interne voorwaarden en uitgangspunten wordt verwezen naar het BZP (paragraaf 2.2 Beleid HHNK), te weten: • Waterbeheersplan 2010 – 2015; • Notitie 'Omgaan met regenwater en riolering 2010'; • Afvalwaterakkoorden; • Overnamepuntenbeleid.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
27 van 34
24 augustus 2012
8 8.1
Externe voorwaarden, eisen en uitgangspunten Projectplan
De Waterschapswet verplicht het bestuur van een waterschap tot het vaststellen van een inspraakverordening. Het hoogheemraadschap heeft de “Inspraakverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2010” vastgesteld en daarin bepaald, dat een projectplan de methode is om bij aanleg of wijziging van een zuiveringstechnisch werk de vergunningprocedure in het kader van de Waterwet te structureren. De crux van deze verordening is, dat er een inspraakprocedure doorlopen moet worden. Indien die situatie van toepassing is (daarover is in het geval van rwzi Beemster nog geen oordeel geveld), moet inspraak worden verleend op zo’n projectplan overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht, met inachtneming van verdere vereisten op basis van de verordening. Het projectplan wordt als basis beschouwd van de vergunningenprocedure. Het plan biedt de structuur om het proces overzichtelijk te laten verlopen en is bovendien de langstdurende procedure. Het plan dient eerst langs het bestuur van HHNK te gaan, waarna het in de uitgebreide procedure belandt. Belangrijk is te realiseren, dat het projectplan een eerste spoor is waarop de procedure berust. Een tweede spoor is de eigenlijke melding aan het bevoegd gezag. Dit tweede spoor kan starten, nadat het definitieve projectplan is vastgesteld en springt dus later in het tijdschema bij. Een handleiding voor het schrijven van een projectplan is op intranet beschikbaar. De opbouw van de totale doorlooptijd is in onderstaande tabel aangegeven. Activiteit
Doorlooptijd
Vaststellen ontwerp projectplan door D&H
2-4 weken Afhankelijk behandeling D&H
Advertentie ontwerp projectplan
1 week Wel rekening houden met aanlevertermijn, dus kan iets langer zijn.
Ontwerp projectplan ter inzage Indienen zienswijzen
6 weken 6 weken
Opstellen inspraaknota en aanpassingen in projectplan
4 weken
Vaststellen definitieve projectplan door D&H
2-4 weken Afhankelijk behandeling D&H
Advertentie definitieve projectplan
1 week Wel rekening houden met aanlevertermijn, dus kan iets langer zijn.
Definitieve projectplan ter inzage Mogelijkheid tot het indienen van beroepschriften bij de Rechtbank Haarlem Behandeling beroepschrift (bij ongebruikte verstrijking beroepstermijn projectplan onherroepelijk)
6 weken 6 weken Wettelijke beslistermijn van 6 weken gaat lopen, nadat de rechter het onderzoek ter zitting heeft afgesloten.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
28 van 34
24 augustus 2012
8.2
Milieu- en watervoorschriften: WABO en Waterwet
Bij het beheer van de RWZI Beemster worden (milieu-)vergunningen gehanteerd op basis van de Waterwet (Wtw, voorheen Wvo) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, voorheen Wm): zie het BZP, paragraaf 2.1. e.v.. Wanneer de RWZI wordt gewijzigd, moeten de vergunningen daarop mogelijk worden aangepast. Voor deze zuivering geldt dat de huidige WMvergunning afloopt op 03-09-2013 en de lozingsvergunning op 29-05-2013. Voor beide is actualisatie dus nodig. Einde 2012 zou een nieuwe omgevingsvergunning, vervanger van de oude WM-vergunning, aangevraagd moeten worden: midden 2013 kan er dan een actuele vergunning zijn. Afhankelijk van het verloop van de verbouwing op de RWZI en eventuele wijzigingen in de bedrijfsvoering kan een melding, of in het uiterste geval geheel wijzigen van de vergunning, noodzakelijk zijn. De basis van de vergunningaanvraag zou in een gunstig geval overeen moeten komen met de bedrijfsvoering, zoals die na de verbouwing gevoerd zal gaan worden. De lozingsvergunning zou moeten worden nagegaan op een eventuele wijzigingsnoodzaak. Hoewel de hierboven genoemde expiratiedatum binnenkort geschrapt zal gaan worden, kan een wijziging in lozingsbeleid door het beheer aanleiding geven voor een vergunningswijziging. Procedures hiervoor zouden bijtijds in actie moeten worden gezet. De voor realisatie van de verbouwing noodzakelijke vergunningen en ontheffingen zijn vermeld in de hierna volgende tabel. De procedure van een aantal vergunningen is op grond van de Wabo samengevoegd in de omgevingsvergunning. Vergunningen die met het waterbeheer van doen hebben, zijn geïntegreerd in de watervergunning. Met ingang van 1 oktober 2010 is de Wabo van kracht. De Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht is een vergaarbak voor een breed pakket vergunningen die voorheen ‘los’ waren. Waar eerst de bouwvergunning, kapvergunning, sloopvergunning, vrijstelling van het bestemmingsplan, milieuvergunning, enz. apart geregeld moesten worden (en over het hoofd gezien konden worden!), mag of moet dat nu in principe tegelijkertijd in één aanvraag voor een omgevingsvergunning geregeld worden. Dat geheel wordt dan ook gelijktijdig vergund en in procedure gebracht. De aanvraag gaat als geheel naar het bevoegd gezag. Voor RWZI Beemster is dat Provincie Noord-Holland (PNH), omdat voor de zuivering voor wat betreft het milieuaspect daar moet worden aangeklopt. Daar komen ook gelijk de andere vergunningsaspecten vandaan. Achter de schermen betrekt de Provincie adviezen van bijvoorbeeld de gemeente om de bouw- of kapvergunning te kunnen formuleren. Ook als later bijvoorbeeld nog een bouwaanvraag voor een fietsenhok nodig zou zijn, wordt die bij PNH gevraagd. ‘Eens bevoegd gezag, altijd bevoegd gezag’, is de regel die zorgt dat je consequent bij hetzelfde -formele- aanspreekpunt terecht komt. Het kan verstandig zijn, om informeel inhoudelijk met de ‘vakspecialist’ te overleggen. Is er bijvoorbeeld onduidelijkheid over interpretatie van het bestemmingsplan: bespreek dat met de gemeente. Voor de omgevingsvergunning, onderdeel milieuvergunning, zijn hier de onderdelen stank en het aantal vervoersbewegingen van belang. Voornamelijk de vervoersbewegingen zullen wijzigen wanneer de “Energiefabriek”-variant wordt gekozen. Verwacht wordt dat einde 2012 een nieuwe vergunning zal worden aangevraagd. Indien nodig zal actualisatie van de vergunning in een later stadium plaatsvinden, in de periode na de verbouw. Naar verwachting zal de dan geldende vergunning worden aangepast met een melding.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
29 van 34
24 augustus 2012
In de context van de Waterwet zullen voor dit project de onderdelen lozingsvergunning en eventueel een vergunning voor bronbemaling van belang zijn. Voor een inventarisatie van de mogelijke toestemmingvereisten geeft de volgende tabel een voorlopig overzicht. Let er hierbij op, dat het een groslijst van relevante wetgeving betreft en geen definitieve lijst. Deze laatste kan pas worden vastgesteld als de geplande werkzaamheden vast staan en de vooronderzoeken zijn verricht.
Vergunning/melding /andere toestemmingen Omgevingsvergunning 1. Milieuvergunning 2. Bouwen 3. Slopen 4. Kapvergunning 5. Aanleg leidingen
Instantie
Wettelijke doorlooptijd
Aangevraagd
Bijzonderheden
Provincie
14 / 32 weken
Wordt binnenkort aangevraagd
Omgevingsvergunning 6. Tijdelijke verkeersmaatregel en
Gemeente / Provincie
2 weken
Indien nodig
Voor eigen werkzaamheden Afstemmen met bevoegd gezag.
Watervergunning 1. Bemalingsvergunning 2. Melding lozing bemalingswater
1. HHNK 2. HHNK of gemeente
14 weken
Indien nodig
1. Niet vereist conform Keur 2. O.b.v. resultaten bemalingsplan
Grondwaterheffing
Provincie
n.v.t.
Nee, alleen indien nodig
O.b.v. resultaten bemalingsplan
Rijksbelasting
Belastingdienst
n.v.t.
Nee, alleen indien nodig
O.b.v. resultaten bemalingsplan
Saneringsvergunning
Provincie
8 weken
Medio september 2011
BUS-melding
1. FF-wet vergunning 2. NB-wet vergunning Archeologie Explosieven
N.a.v. onderzoek N.a.v. onderzoek
Etc.
8.3
Bestemmingsplan
Een aanpassing van de rwzi moet worden getoetst aan het ter plaatse geldende bestemmingsplan.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
30 van 34
24 augustus 2012
8.4
Bouw- en aanlegvergunning
Afhankelijk van het ontwerp van nieuw te bouwen werken of onderdelen kan er een bouwvergunning nodig zijn. Voor de aanleg van een eventuele nieuwe transportleiding is een aanlegvergunning noodzakelijk. De opdrachtnemer draagt zorg voor een tijdige verstrekking van de gegevens, die nodig zijn om de vergunningen bij het bevoegde gezag en eventuele andere toestemmingen c.q. medewerking van anderen (grondeigenaren) te kunnen verkrijgen. Vergunningvoorwaarden en andere vereisten moeten daar waar nodig in het ontwerp worden verwerkt. Er wordt niet verwacht, dat er voorafgaande aan de verbouw van de RWZI rekening gehouden moet worden met de Flora- en Faunawet of de Natuurbeschermingswet.
8.5
Bemaling
Tijdens de bouw van werken of onderdelen kan het noodzakelijk zijn door bemaling de grondwaterstand tijdelijk te verlagen. Daarvoor dient een bemalingsadvies te worden ingewonnen, en zo nodig een bemalingsvergunning te worden aangevraagd. Bij lozing van bemalingswater op oppervlaktewater moet een Wvo-vergunning worden aangevraagd.
8.6
Slopen
Indien werken of onderdelen gesloopt moeten worden, dient daarvoor de benodigde (omgevings)vergunning te worden aangevraagd.
8.7
Kappen
Indien van toepassing dient bij de lokale gemeente een kapvergunning te worden aangevraagd voor de betreffende bomen of bospercelen(!).
8.8
Gezondheids- en Veiligheidsvoorschriften & kwaliteitsborging
De (gebruiks)kwaliteit van het project wordt bewaakt in de functioneel ontwerpfase. Deze bewaking krijgt vorm via een “V&G plan ontwerp” en een “V&G plan uitvoeringsfase”, die voor dit project worden gemaakt. Na de bouw wordt een evaluatierapport risicoanalyse opgesteld, met daarin eventuele aanvullingen. Er wordt voldaan aan de eisen van de Arbeidsinspectie. De uitvoerende partij(en) dient/dienen conform de NEN ISO 9001 norm gecertificeerd te zijn. Het uitvoerende bedrijfsonderdeel van de uitvoerende partij(en) dient/dienen ook gecertificeerd te zijn conform NEN ISO 9001.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
31 van 34
24 augustus 2012
8.9
Verzekeringen
Het project moet worden gedekt door een CAR(Construction All Risks)-verzekering. Deze verzekering wordt voor de periode tijdens de bouw na de aanbesteding afgesloten door HHNK. De hoogte van de te verzekeren waarde van de verschillende percelen in de polis wordt op grond van het bestek bepaald. In het ontwerp wordt ook een W.A.-verzekering geëist van de opdrachtnemer. De verzekering dient voorzien te zijn met een dekking voor schade achteraf van percelen, bebouwing en gewasschade in verband met aanleg van transportleidingen. De dekking dient tot 2 jaar na oplevering van kracht te blijven. Indien er binnen 20 meter van een gebouw heiwerkzaamheden worden uitgevoerd, dient van dat gebouw een vooropname te worden uitgevoerd door middel van een beëdigd taxateur.
8.10 Overige externe voorwaarden, eisen en uitgangspunten Voor toelichting op de overige van toepassing zijnde externe voorwaarden en uitgangspunten wordt verwezen naar het BZP (paragraaf 2.3, Overig beleid), te weten: • Structuurvisie Noord-Holland 2040 • Plancapaciteit (‘Monitor woningbouwcapaciteit’ van provincie Noord-Holland) • Beschermde (natuur-)gebieden • Waterplan provincie Noord-Holland 2010 - 2015 • Provinciaal Milieubeleidsplan 2009 - 2013
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
32 van 34
24 augustus 2012
9
Risico’s
Er is met het projectteam een risico-invenstarisatie uitgevoerd. Nagegaan is welke risico’s verbonden zijn met de gekozen maatregelen aan het transportsysteem en de rwzi, tijdens dan wel na realisatie ervan. In tabel 9.1 is het resultaat van de inventarisatie weergegeven. Wanneer de kans dat een risico optreedt groot is, en de gevolgen daarvan zijn ook groot, dan spreken we over een grote ‘impact’. De risico’s in de tabel zijn naar ‘impact’ geordend (de grootste impact bovenaan). In de laatste kolom is aangegeven hoe het risico kan worden beheerst. tabel 9.1
Resultaat risico-invenstarisatie
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
33 van 34
24 augustus 2012
PvE-ondersteunende documenten [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7]
[8] [9] [10] [11] [12] [13]
[14] [15] [16] [17]
Optimalisatie afvalwatersysteem Beemster (DHV, september 2004) Optimalisatieovereenkomst Beemster, registratienummer 05.24563, januari 2005 Basis Zuiveringstechnisch Plan afvalwaterketen Beemster 2010 - 2040 (HHNK; reg.no. 09.8050; 24 augustus 2012) Variantenstudie rwzi Beemster, uitbreiding huidige zuiveringscapaciteit, registratienummer 12.25860 (DHV; nummer WT-CM20120507; juni 2012) Variantenstudie rwzi Beemster, uitwerking NEREDA-variant, DHV, dossier BA7123 Renovatie rwzi Beemster. Rapportage inspectie eind 2011 (DHV;WT-CM20120774; december 2011) Ontwerp- en Bouwrichtlijnen Waterketen (HHNK, http://kennisportaal.hhnk.nl/kennisbankib/Gedeelde%20%20documenten/Ontwerprichtlijn en%20Waterketen%202012.pdf en http://kennisportaal.hhnk.nl/kennisbankib/SitePages/Introductiepagina.aspx ; januari 2012) Plan van Aanpak BZP/PvE Beemster (HHNK; 11 oktober 2010) Handleiding bedrijfsvoering RWZI Beemster. Definitieve versie (DHV; dossier A0659-60100; 3 juni 1994) Algemene voorschriften voor werktuigkundige installaties (14e uitgave) (HHNK, juni 2012) ‘Sites’ van “PIANOo, Expertisecentrum Aanbesteden”, ondermeer: http://www.pianoo.nl/duurzaaminkopen/criteria Inspraakverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2010 (HHNK, reg.no. 10.6520; 19 mei 2010) Projectplannen: http://intranet.hhnk.nl/infocentrum/wet_en_regelgeving/wet_en_regelgeving/wijzigende_wetgeving#Werkinstructieprojectplannen onderdeprojectprocedure Energie-efficiencyplan 2009 - 2012. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Beheer Waterketen. MJA-nummer 1911; 9 oktober 2009 Milieu- en klimaatbeleid 2009-2012. De weg naar de toekomst. HHNK, reg. nr. 08.27321; 11 februari 2009 Overzicht reikwijdte omgevingsvergunning (Ministerie van VROM; juli 2009) Aanvraagformulier watervergunning (zie Helpdesk Water; http://www.helpdeskwater.nl )
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Programma van Eisen afvalwaterketen Beemster Pagina
Datum
34 van 34
24 augustus 2012
Bijlage: kengetallen bij de systeemkeuze Bij de raming van de jaarlijkse lasten worden de volgende uitgangspunten aangehouden: • • •
Prijspeil 2012 Rentepercentage 4,00% Kapitaallasten worden berekend op basis van lineaire afschrijving
• • •
Gebruiksduur Gebruiksduur Gebruiksduur jaar Gebruiksduur
•
en afschrijftermijn bouwkundige delen 30 jaar en afschrijftermijn werktuigbouwkundige en elektrotechnische delen 15 jaar en afschrijftermijn transportleidingen en leidingwerk in het terrein minimaal 40 en afschrijftermijn procesbesturingssystemen en software minimaal 8 jaar
•
De jaarkosten voor onderhoud worden berekend o.b.v. 0,5% van de geraamde aanneemsom voor het bouwkundige deel en 3,0% voor het werktuigbouwkundige en elektrotechnische deel
•
Kosten elektriciteit € 0,11/kWh resp. 0,09/kWh (voor afname resp. teruglevering; inclusief BTW)
• •
Slibtransportkosten € 0,09/ton ingedikt slib resp. 0,14/ton ontwaterd slib (beide per km) Kosten SDI € 36/ton (ontwaterd slib van 21% ds), excl. ontwateren en transport naar de SDI.