PROGRAMMA
GEMERT-BAKEL 2014-2018
Inhoud Pagina 3
Algemeen
4
Verkiezingsprogramma in het kort
5
Hoofdstuk 1. Beter Milieu
7
Hoofdstuk 2. Goed Onderwijs
9
Hoofdstuk 3. Gemeentebestuur
11
Hoofdstuk 4. Sport en Cultuur
13
Hoofdstuk 5. Werk en Economie
15
Hoofdstuk 6. Wonen
17
Hoofdstuk 7. Zorg
22
Hoofdstuk 8. Financiën
2
Algemeen
Veel zaken gaan goed in Gemert-‐Bakel, maar veel is nog voor verbetering vatbaar! Na vier jaar afwezigheid in de Gemert-‐Bakelse gemeenteraad ziet D66 daarom de noodzaak om weer mee te doen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Wat is er veranderd? Inmiddels zijn de gemeentefinanciën in balans gebracht, zij het door een enorme verhoging van de onroerend goed belasting. Ook op het gebied van het onderwijs is vooruitgang geboekt: diverse basisscholen zitten nu in nieuwe gebouwen. Maar op het gebied van milieu en volksgezondheid is er nog steeds veel werk te verrichten in onze gemeente. Op cultureel gebied dreigt nog steeds een kaalslag door zware gemeentelijke bezuinigingen op subsidies. In de afgelopen jaren is er een kostbaar onderzoek verricht naar de mate van integriteit op het gemeentehuis. Een actieplan werd opgesteld, maar van uitvoering lijkt weinig sprake. Twee grote handtekeningenacties hebben de bevolking in de afgelopen jaren gemobiliseerd en maakten goed duidelijk wat er zoal leeft onder onze inwoners: en een handtekeningenactie voor het behoud van het kasteel, en een actie tegen de komst van een mestverwerkingsfabriek op het Wolfsveld in Gemert, 2170 mensen ondertekenden deze laatste petitie. Vanaf januari 2015 komt een enorme taak voor de gemeente bij: de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) legt een grote verantwoordelijkheid bij het gemeentebestuur. Al deze zaken hebben er voor gezorgd dat D66 Gemert-‐Bakel mee gaat doen met de verkiezingen voor een nieuwe gemeenteraad. We hebben een fijne gemeente, maar dat moet wel zo blijven. Ondanks de nu al zes jaar durende crisis slagen we er redelijk in om de negatieve gevolgen te beperken. Mensen die in de knel komen, worden waar mogelijk ondersteund. Het kan natuurlijk altijd beter. Wij vinden dat we moeten doorgaan met het moderniseren van onze gemeente op alle gebieden. Niet terug naar het verleden, met een overheersende agrarische sector, maar vooruitgang voor alle burgers. Behoud van de goede dingen en ruimte voor nieuwe initiatieven. Zoals vermeld is er veel goeds gebeurd in Gemert-‐Bakel maar is er ook een aantal zaken minder goed gegaan. Wij bekritiseren die, komen met alternatieven en helpen de goede dingen vooruit. Dat doen we in Den Haag, en dat doen we ook in Gemert-‐Bakel. Wij hebben vertrouwen in de toekomst! D66 in de raad zal altijd samenwerken. Met onze partners worden wel drie harde afspraken gemaakt: 1. Integriteit. Altijd. 2. Gezondheid of intensieve veehouderij? Gezondheid voorop. Altijd. 3. Gemeentelijke financiën op orde. Evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. Altijd.
3
D66 staat voor: -‐ Beter milieu. - gezonde leefomgeving - volksgezondheid altijd voorop - minder mest en geen mestfabriek - luchtkwaliteit verbeteren en stank terugdringen -‐ Goed onderwijs. - onderwijsvoorzieningen op niveau houden - extra gelden voor beter onderwijs en niet voor gebouwen - integreren van peuterspeelzaalwerk in het onderwijs - verbeteren van het openbaar vervoer -‐ Gemeentebestuur - verbeteren van de dienstverlening - luisteren naar en overleggen met bevolking, vrijwilligers en besturen - een transparant bestuur met een open en eerlijke communicatie - samenwerking met andere gemeenten in de regio -‐ Sport en Cultuur. - verscheidenheid en rijkdom aan verenigingen behouden - buitensportclubs zoveel als mogelijk privatiseren - handhaven van de huidige culturele voorzieningen - subsidie afstemmen op de mogelijkheden -‐ Werk en economie. - huidige ondernemers koesteren - stimuleren van starters en nieuwe bedrijven - mensen zonder werk met uitkering leveren tegenprestatie - stimuleren van de toeristische sector -‐ Wonen - een eigen huis, koop of huur voor starters - bouwkavels op maat en een ruimere starterslening - meer samenwerking met Goed Wonen - onderzoek naar mogelijkheden voor ‘Slimmer Kopen’ -‐ Zorg - toegankelijke en betaalbare zorg met wijk-‐ en dorpsondersteuners - ouderen zo lang mogelijk in eigen omgeving - bij financiële ondersteuning de 110% norm - de nieuwe gemeenteraad goed voorbereiden op de WMO -‐ Financiën - gemeente financieel gezond maken - gemeentelijke lasten worden niet of nauwelijks verhoogd - geen prestige objecten, alleen verantwoorde investeringen - zodra het kan terug naar een redelijk OZB tarief
4
Hoofdstuk 1
-‐ Beter milieu -
gezonde leefomgeving volksgezondheid altijd voorop minder mest en geen mestfabriek luchtkwaliteit verbeteren en stank terugdringen
D66 wil verder op de weg naar een gezonde leefomgeving. Onze gemeente behoort nog altijd tot de gemeentes die de meeste negatieve gevolgen ondervinden van de intensieve veehouderij. Wij stellen de volksgezondheid voorop. Altijd. Wij erkennen dat de agrarische sector van groot belang is voor onze gemeente. Maar al 30 jaar zitten we met het probleem van de intensieve veehouderij. Bedrijven hebben zich in die dertig jaar tijd al diverse keren kunnen vernieuwen. Het is voor ons onbegrijpelijk dat de overlast dan nog steeds bestaat. Het huidige college van Burgemeester en Wethouders, bestaande uit twee wethouders van de Lokale Realisten en een van de Dorpspartij, is op de goede weg. Maar op 6 Februari jl. is door de Dorpspartij in de gemeenteraad een voorstel voor het geurbeleid in de gemeente geamendeerd. Dorpspartij, CDA en VVD stemden voor versoepeling van het geurbeleid, ten behoeve van de boerenbedrijven. (De PvdA was afwezig.) Dit begrijpen wij niet als je beweert de volksgezondheid voorop te stellen. Op 7 Februari jl. stelden Provinciale Staten van Noord-‐Brabant de Verordening ‘Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij’ vast. Helaas ondersteunden CDA en VVD in de Staten een amendement van de PVV om de normen voor fijnstof te versoepelen. D66 stemde tegen deze versoepeling. Hoewel er met die provinciale verordening toch nog wel gewerkt kan worden aan een beter milieu, is dit amendement geen vooruitgang. Ook hier wordt volksgezondheid niet vooropgesteld. Het ‘Uitvoeringsprogramma plattelandsontwikkeling 2013-‐2020’ met de uitvoeringsagenda van de provincie die op gemeentelijk niveau nog uitgewerkt moet worden, biedt een goede basis voor de verdere ontwikkeling van het platteland. Doel is een duurzaam en economisch gezond platteland. Landbouw Ontwikkeling Gebieden (Elsendorp en De Rips). Onlangs is een uitgebreid en onafhankelijk onderzoek aangekondigd naar de gevolgen van de intensieve veehouderij voor de volksgezondheid. Een onderzoek waarvoor de voormalige Elsendorpse huisarts Jan Hoevenaars al jarenlang heeft gepleit. Het onderzoek zal op maandag 10 maart a.s. van start gaan. Tot dat de uitslag van dit onderzoek bekend is en besproken is met de inwoners van de Landbouw Ontwikkeling Gebieden Elsendorp en De Rips, zal D66 als volgt handelen: -‐ volksgezondheid staat altijd voorop - een goed woon en leefklimaat boven alles -‐ geen verdere uitbreiding van de veestapel -‐ geen medewerking aan de vestiging van mestverwerkingsfabrieken 5
-‐ geen medewerking aan de bouw van megastallen . Nadat de uitslag van het onderzoek bekend is zal D66 pleiten voor het betrekken van de inwoners van Elsendorp en De Rips bij de besluitvorming. Het gaat immers om hun gezondheid. De agrarische sector ontwikkelt zich steeds meer langs de Middenpeelweg. En dat is goed, maar de overlast moet verminderd worden. Een triest voorbeeld van overlast is het pluimveebedrijf aan het Paradijs in Elsendorp. Het is voor onvoorstelbaar dat overlast maar kan blijven voortbestaan. Niet alleen onze inwoners, maar ook veel mensen die in onze gemeente komen wandelen en fietsen, kunnen de agrarische geuren niet waarderen. Bij veel woonwijken is de overlast de laatste jaren minder geworden, al is daarvan in Elsendorp en De Rips soms nog te weinig te merken. Het is triest dat een bezwaar tegen de uitbreiding van een nertsenboerderij in De Rips afgekocht kan worden met 50.000 euro en dat ook in Elsendorp het grote geld bezwaren van omwonenden weg koopt. Dit is niet de manier waarop wij het leefklimaat in onze gemeente verbeteren. Nog steeds kan gebruik gemaakt worden van mazen in provinciale en landelijke wetgeving. Maar daar waar we de gemeentelijke verordeningen kunnen aanscherpen, moeten wij dat doen, en de normen niet versoepelen. Er moet geen sprake zijn van “boertje pesten”, maar daar waar gehandhaafd moet worden, moet dat gebeuren.
6
Hoofdstuk 2
-‐ Goed onderwijs. -
onderwijsvoorzieningen op niveau houden extra gelden voor beter onderwijs en niet voor gebouwen integreren van peuterspeelzaalwerk in het onderwijs verbeteren van het openbaar vervoer
Vakkennis is essentieel voor de economie, op ieder niveau. D66 onderstreept daarom de waarde van het beroepsonderwijs, van zowel vmbo, mbo als hbo. Wanneer het beroepsonderwijs goed aansluit op de arbeidsmarkt hebben jongeren meer kans op een baan. Onder mbo-‐opgeleiden is de arbeidsmobiliteit laag. Voor hen is het van belang zich te oriënteren op de lokale arbeidsmarkt en daar ook goede stagemogelijkheden te vinden. Het mes snijdt dan aan twee kanten: lokale ondernemers vinden zo ook goed opgeleid personeel. Alle kinderen moeten de kans krijgen om het beste uit zichzelf te halen. Door goede samenwerking en aansluiting tussen onderwijs, opvang, recreatie, sport, zorg en cultuur zetten we de belangen van het kind centraal. D66 investeert in onderwijs. D66 landelijk heeft met het Herfstakkoord van 2013 ruim €650 miljoen extra beschikbaar gekregen voor het onderwijs. Dat bedrag komt elk jaar terug. Dat is ruim €200 per leerling. Dat is voor een Gemert-‐Bakelse school van bijvoorbeeld 250 leerlingen elk jaar ruim €50.000 extra. Daar kun je geen wonderen mee verrichten, maar het helpt wel. Inmiddels zijn diverse basisscholen in MFA’s gevestigd. Dat is een goede zaak, maar we willen wel dat er op wordt toegezien dat het extra geld voor het onderwijs niet besteed wordt aan het betaalbaar houden van de exploitatie van de MFA’s. D66 wil dat dit geld besteed wordt aan datgene waar het voor bestemd is: goed onderwijs. Voorschoolse educatie is betaalbaar en toegankelijk voor alle kinderen die dat nodig hebben. We zullen de bestaande samenwerking tussen onderwijs, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, sport, zorg en cultuur verder stimuleren. De komende jaren gaat de invoering van ‘Passend Onderwijs’ een enorme inspanning vragen van scholen. Het doel: goed onderwijs aan alle kinderen zo nabij mogelijk, onderschrijven we helemaal. Toch zullen scholen niet ieder kind optimaal kunnen bedienen en tegen grenzen aanlopen. Zeker nu de financiële positie van schoolbesturen verslechtert door bezuinigingen vanuit het Rijk en de krimp van leerlingen in onze regio. Een rechtstreeks gevolg daarvan kan zijn dat groepen leerlingen steeds groter worden en dat de problematiek waarmee leerkrachten te maken krijgen complexer wordt. Zowel interne als externe hulp zal noodzakelijk zijn. We denken daarbij o.a. aan de inzet van jeugdzorg en schoolmaatschappelijk werk. 7
Als D66 pleiten we voor een adequate samenwerking met de verschillende Jeugdzorginstanties die samenkomen onder regie van de gemeente in 2015 (transitie en transformatie Jeugdzorg). Door gebruikmaking van hun specifieke expertise zullen meer kinderen behouden kunnen blijven voor het reguliere onderwijs. Voor kinderen die afhankelijk zijn van speciaal onderwijs en leerlingenvervoer, proberen we slimmere oplossingen te bedenken. Om onze studenten van HBO en WO langer in onze gemeente te kunnen laten wonen, is verbetering van het openbaar vervoer dringend gewenst. Een goede busverbinding naar het station van Boxmeer – waarmee Nijmegen een stuk sneller bereikbaar wordt – is dringend gewenst.
8
Hoofdstuk 3
-‐ Gemeentebestuur -
verbeteren van de dienstverlening luisteren naar en overleggen met bevolking, vrijwilligers en besturen een transparant bestuur met een open en eerlijke communicatie samenwerking met andere gemeenten in de regio
Het gemeentebestuur is op de goede weg met het verbeteren van de dienstverlening aan de burgers. Dorpsondersteuners in elke kern en woonwijk is een goede zaak. Met de uitvoering van de WMO zullen we echt gaan zien hoe dit functioneert. In het kader van de bezuinigingen heeft het gemeentebestuur de afgelopen jaren in alle kernen hoorzittingen gehouden, en geprobeerd aan de inwoners uit te leggen waarom er zo bezuinigd moest worden. Dat was een goed initiatief. Helaas is het overleg met besturen van culturele verenigingen en sportclubs niet altijd positief verlopen. Natuurlijk is het moeilijk dit soort maatregelen te moeten verkopen. Juist dan is er intensief overleg nodig om de mogelijkheden van alle partijen goed in kaart te brengen, de mogelijkheden en onmogelijkheden van bezuinigingen. Pas daarna is beslissen verantwoord en aan de orde. Ondanks de jaarlijkse gemeentelijke waardering van vrijwilligers, die van onschatbare waarde zijn, valt er op dit gebied het nodige aan te merken. Het vele werk dat vrijwilligers gratis met veel liefde en plezier verrichten voor de gemeenschap dient mee gewogen te worden in de gemeentelijke subsidieverordeningen. Om het democratisch proces optimaal te laten functioneren is een transparante overheid nodig. D66 is van mening dat het gemeentebestuur op de goede weg is, maar wil dat de gemeente verder gaat. Alle openbare informatie moet publiek beschikbaar zijn via de website van de gemeente. Informatie die geschikt is om gepubliceerd te worden als open data moet ook op die manier worden aangeboden. Open data stellen de inwoners en bedrijven in staat om deze te gebruiken. Dit kan leiden tot nieuwe innovatieve toepassingen waarvan de hele gemeenschap kan profiteren. D66 wil een meer transparant bestuur met een open en eerlijke communicatie. We hebben moeten vaststellen dat de gemeenteraad en de bevolking niet altijd eerlijk zijn voorgelicht. Iets is niet persé waar omdat de meerderheid in de gemeenteraad er zo over denkt. Overigens is de fractiediscipline soms nodig, maar dat mag de waarheid geen geweld aan doen. Als gemeenteraadsleden van de oppositie goede argumenten hebben voor hun afwijkende standpunt, dan moet dat niet lacherig afgedaan worden door de meerderheid. Dat getuigt van weinig respect voor elkaar en is uiteindelijk funest voor het democratisch proces en voor het eindresultaat. 9
In de afgelopen jaren is er ook een onderzoek gedaan naar integriteit op het gemeentehuis. In 2011 verscheen het lijvige en dure BING-‐rapport. Een aantal aanbevelingen en een actieplan werden afgesproken. Het lijkt er echter op dat het bij dat afspreken is gebleven. Voor de komende jaren wil D66 dat integriteit voorop staat, altijd. Een aanpassing van de uit 2004 daterende ‘klokkenluidersregeling’ voor onze ambtenaren lijkt in dit kader ook zeer wenselijk. Samenwerkingsverbanden. Op een aantal gebieden moet de gemeente Gemert-‐Bakel samenwerken. Er is al sprake van intensieve samenwerking met de gemeente Laarbeek en er is het Peel 6.1 samenwerkingsverband met andere gemeenten in de regio: Asten, Deurne, Helmond, Laarbeek, en Someren. Bij deze samenwerking staat het resultaat uiteraard voorop, maar er is wel sprake van een democratisch tekort. Gemeenteraden verliezen een groot deel van de democratische controle op dat wethoudersoverleg. Volgens het regeerakkoord van PvdA en VVD is het maken van veel grotere gemeentes (100.000 inwoners) daarvoor de oplossing. Vooralsnog vinden wij de grootte van onze gemeente in orde, maar wij erkennen het probleem van die gebrekkige democratische controle. Misschien is het een idee dat elke gemeente ook een door de gemeenteraad gekozen raadslid van de oppositie meestuurt naar het wethoudersoverleg van Peel 6.1.? We willen dit graag onderzoeken. Metropool. Wij moeten de nieuwe situatie van het (voormalige) Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en omgeving eerst goed bestuderen, voordat we hierover een standpunt kunnen formuleren. Deze samenwerking moet in stand blijven en waar mogelijk verbeterd worden. De democratische controle blijft een probleem waarvoor wij nog geen passende oplossing hebben. Veiligheid Een veilig bestaan is wezenlijk voor iedereen. Het is ook een essentieel onderdeel van de aantrekkelijkheid en leefbaarheid. Uitgangspunten van het gemeentelijke veiligheidsbeleid dienen verantwoordelijkheid, preventie en maatwerk te zijn. Bij de bestrijding van criminaliteit moet er een focus zijn op de zaken die de meeste impact op slachtoffers en/of omgeving hebben. Aanpak van veiligheidsproblemen dient een mix van preventie en repressie te zijn. Focus ligt op ‘high impact crimes’ bij criminaliteitsbestrijding. Het mag dan wel zo lijken dat het met de criminaliteit in onze gemeente statistisch ‘wel mee valt’, maar voor de directe slachtoffers is dat absoluut heel anders. Wij denken dat de bereikbaarheid van de politie dient te verbeteren. Daar waar mogelijk dient de samenwerking tussen gemeentebestuur en politie te worden verbeterd. We zijn terughoudend met cameratoezicht.
10
Hoofdstuk 4
-‐ Sport en Cultuur. -
verscheidenheid en rijkdom aan verenigingen behouden buitensportclubs zoveel als mogelijk privatiseren handhaven van de huidige culturele voorzieningen subsidie afstemmen op de mogelijkheden
Gemert-‐Bakel heeft een ontzettend grote verscheidenheid en rijkdom aan verenigingen. Voor het voortbestaan hiervan is niet alleen een gezonde financiële basis noodzakelijk, maar vooral ook de inzet van vele honderden vrijwilligers. Het gemeentebestuur dient dan ook zeer voorzichtig te zijn met bezuinigingen op verenigingen en clubs, en niet lichtzinnig om te springen met de mensen die zich belangeloos inzetten. Waar mogelijk willen wij de buitensportclubs verder privatiseren. Het is een goede zaak dat de aanvankelijke grote bezuinigingen op de sport gedeeltelijk zijn terug gedraaid. Gelukkig zijn er nogal wat sportverenigingen en culturele verenigingen die zo sterk zijn dat ze (vrijwel) geen subsidies nodig hebben, maar voor anderen geldt dat niet. Cultuurvoorzieningen als Kunstlokaal/Muziekschool en Openbare Bibliotheek hebben een reden van bestaan. Ook De Eendracht in Gemert en het Parochiehuis in Bakel. Het is verkeerd dat het gemeentebestuur de botte bijl fors heeft gehanteerd bij veel van deze culturele instellingen. Wat je nu afbreekt is straks niet zomaar weer snel hersteld. Ook de cultuur-‐ en sportfaciliteiten bepalen hoe aantrekkelijk een gemeente is om in te wonen. Vrijwilligers. “In Gemert-‐Bakel is altijd wel wat te doen”, kun je horen in de omgeving. In De Eendracht, in de MFA’s, in het Parochiehuis, in de sportaccommodaties. Maar blijft dat ook zo? Nog altijd zijn er hier heel veel verenigingen, vrijwilligers en activiteiten. Wij willen er streng op toezien dat het vrijwilligerswerk hier niet afgebroken wordt. Bij de gemeentelijke subsidieverlening moet rekening gehouden worden met de reële mogelijkheden die verenigingen en stichtingen hebben om eigen inkomsten te genereren en/of werkzaamheden in eigen beheer uit te voeren. Het kasteel van Gemert. Het is te betreuren dat het complex niet voor een symbolisch bedrag overgedragen is aan de Gemert-‐Bakelse gemeenschap. Voor D66 staat vast dat een monument dat al 600 jaar bestaat niet lichtzinnig aangepast kan worden aan mogelijke nieuwe functies. Ook de generaties na ons dienen van dit unieke complex te kunnen genieten. Het is ons niet helemaal duidelijk wat de situatie momenteel is. Wij zijn niet betrokken geweest bij het overleg dat ‘Erfgoed Gemert’ met de gemeenteraad en met sommige partijen heeft gevoerd. We hebben kennisgenomen van het bestaan van de ‘Uitgangspunten voor herontwikkeling van het kasteel’ en van de behandeling hiervan door de Gemert-‐Bakelse gemeenteraad. Wij realiseren ons terdege de enorme potentie van het kasteel voor de Gemert-‐ Bakelse gemeenschap, zowel cultureel als economisch. 11
Vooralsnog is het volgende ons standpunt: Waar er in het verleden van het kasteel een klooster gemaakt is, kan op die onderdelen (kapel en refter) medewerking worden verleend aan verandering. Een aanbouw aan het 17e eeuwse poortgebouw zien wij daarentegen niet zitten. Bouwen in de ommuurde kruidentuin vooralsnog ook niet. (Een bebouwing van slechts één bouwlaag en met respect voor de locatie zou kunnen, maar uitsluitend in goed overleg met de buurt.) Het gemeentebestuur moet er te allen tijde op toezien dan de wet wordt nageleefd, dat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) bij de les blijft, de lange termijn doelen niet in gevaar komen, en dat de historie wordt gerespecteerd.
12
Hoofdstuk 5
-‐ Werk en economie. -
huidige ondernemers koesteren stimuleren van starters en nieuwe bedrijven mensen zonder werk met uitkering leveren tegenprestatie stimuleren van de toeristische sector
D66 wil verder op de weg naar een echt regionaal arbeidsmarktplatform om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Deelnemers aan het platform zijn: werkzoekenden, (regionale) werkgevers, uitzendbureaus, het UWV, het ROC en de gemeente. D66 wil werkzoekenden meer regie geven over hun reintegratietraject. Via het platform kunnen mensen banen vinden waar ze direct of via gerichte scholing aan de bak kunnen, bijvoorbeeld in de horeca en vrijetijdsindustrie. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt kan hiervoor het participatiebudget worden gebruikt. Op een speciale website kunnen ze hun eigen CV plaatsen, zodat werkgevers ze kunnen vinden. Elke werkzoekende krijgt een aanbod voor werk of scholing. De gemeente werkt hierbij samen met uitzendbureaus en het bedrijfsleven. Jeugdwerkloosheid krijgt speciale aandacht. Het bestaande jongerenloket wordt verder uitgebouwd in samenwerking met het ROC. Laaggeletterde of ongeletterde werkzoekenden krijgen een aanbod om hun taalvaardigheid te verbeteren. Wij willen ondernemers en starters helpen waar wij dat als gemeente kunnen. Zij kunnen immers voor meer banen zorgen. Startende ondernemers krijgen te maken met de nodige uitdagingen bij het opstarten van hun bedrijf. We denken dan aan vergunningen, bestemmingsplannen, maar ook aan het vinden van een goedkope locatie en het moeten voldoen aan veel administratieve regels. D66 wil het voor startende ondernemers mogelijk maken om zich volledig te focussen op de start van hun bedrijf. De economische crisis laat zien dat flexibiliteit op de arbeidsmarkt – ook van de werkzoekende – van groot belang is. Het moet voor alle werknemers uitdagend gemaakt worden een opleiding op een ander vakgebied of op een ander niveau te gaan doen, waardoor de kans op werk groter wordt. De economie trekt aan, maar wie hier wil komen werken, is beperkt . Het is hier geen bruisende grote stad! Wel zijn er goede scholen. De agrarische sector is economisch nog altijd heel belangrijk, maar de dienstensector en de zorg zijn al jaren koploper werkgelegenheid. Onbegrijpelijk is dat een modern en sterk groeiend bedrijf als Replace Direct uit Gemert moest vertrekken. Ook is het zeer spijtig voor de werkgelegenheid dat bij de gemeentelijke overheid een aantal banen geschrapt moest worden, maar dat kon – vanwege de financiële situatie – niet anders. De economische ontwikkelingen laten duidelijk zien dat we ons op een keerpunt bevinden: het uitgangspunt van een continue kwantitatieve groei is achterhaald. D66 vindt dat gemeentelijke investeringen in vastgoed, grond of 13
gebiedsontwikkelingen een middel zijn om maatschappelijke doelen te bereiken. D66 wil dan ook dat de gemeente terughoudend is met het innemen van nieuwe grondposities en de bestaande posities zoveel mogelijk afbouwt, maar wel met in achtneming van de financiële, economische en milieu doelstellingen. Bij aanbesteding zorgt de gemeente ervoor dat de gevolgde procedure, bureaucratische druk en gehanteerde criteria niet nadelig zijn voor MKB en ZZP-‐ers. De gemeente moet oog houden voor de innovatiekracht van lokale en kleinere bedrijven en instellingen. Voer als gemeente een innovatief, duurzaam en sociaal inkoopbeleid. Vanzelfsprekend is een levendig centrum niet. Vooral winkels hebben het erg moeilijk, niet alleen door de slechte economische situatie en de groei van internetverkoop. Maar vooral doordat de consument tegenwoordig anders winkelt. Een gezonde toekomst van de winkels hangt vooral af van de mate waarin partijen samen inspelen op de veranderende winkelbehoefte en -‐ gedrag. Het gemeentebestuur heeft goede dingen gedaan met de herontwikkeling van het centrum van Gemert. D66 wil doorgaan met een gezamenlijke aanpak vanuit winkels, horeca, cultuur, vastgoedbranche en gemeente, om de aantrekkelijkheid van het centrum verder te versterken. Verkeer en vervoer. Wie in Gemert-‐Bakel woont, heeft baat bij goede verbinding met Helmond, Eindhoven, Uden en Veghel. De busverbindingen kunnen beter, met name voor het vervoer in de richting van Nijmegen (via Boxmeer). Buurtbussen en vrijwilligers voorzien voor een deel in de behoefte binnen de eigen gemeente. Vooralsnog zien wij weinig toegevoegde waarde in de plannen voor ‘de Ruit’. Als de noodzaak is aangetoond, en de afgesproken randvoorwaarden vervuld worden, willen wij ons standpunt opnieuw bezien. Gemert-‐Bakel heeft een enorme potentie voor toerisme, recreatie en cultuur. Die zit vooral in onze Bakelse en Handelse bossen, Landgoed Nederheide, De Stippelberg, het Boerenbondmuseum, Gemert centrum en te zijner tijd hopelijk ook weer het Gemertse kasteel. Er is te veel om op te noemen. Er is een toename zichtbaar van het aantal mensen dat Gemert-‐Bakel bezoekt. Met meer toeristische en recreatieve routes, evenementen en voorzieningen, niet alleen voor bezoekers van Gemert-‐Bakel maar zeker ook voor zijn inwoners kunnen wij de mogelijkheden en bezoekersaantallen vergroten. Het levert veel kansen om de werkgelegenheid in de toeristisch-‐recreatieve sector te vergroten. Dit alles is goed voor de werkgelegenheid en met name voor mensen met een lagere opleiding.
14
Hoofdstuk 6
-‐ Wonen -
een eigen huis, koop of huur voor starters bouwkavels op maat en een ruimere starterslening meer samenwerking met Goed Wonen onderzoek naar mogelijkheden voor ‘Slimmer Kopen’
Onze gemeente is voor wat betreft het wonen op de goede weg. Er staan weliswaar nog veel huizen te koop, maar in de huursector lijken er geen grote problemen te zijn. Particuliere eigenaars verhuren enkele honderden woningen in de gemeente. Stichting Goed Wonen verhuurt ca. 2600 woningen. Deze stichting is weliswaar klein, is volledig zelfstandig en is financieel gezond. De inwoners, met name de huurders in onze gemeente, hebben baat bij een goede relatie van de stichting met het gemeentebestuur. De gemiddelde huurprijs in Gemert-‐Bakel is in lijn met het landelijk gemiddelde. Alleen is het inkomen in onze gemeente wat lager. Niet alle sociale huurwoningen voldoen aan de eisen en wensen van kwaliteit van vandaag de dag. Denk aan slechte isolatie en verouderde badkamers en keukens. Goed Wonen heeft hier enkele goede uitvoeringsprogramma’s voor lopen. Dat geldt ook voor de activiteiten die er op gericht zijn om ouderen aan een kleinere woning te helpen (‘Van Groot naar Beter’). De rijksoverheid wil niet alleen dat de woningcorporaties woningen verkopen, maar ook dat zij jaarlijks een forse afdracht doen aan het rijk. (Voor Goed Wonen is dat jaarlijks €3 miljoen.) Ook wij willen stimuleren dat de woningcorporatie de middeldure woningen aan de bewoners en of eventueel aan andere investeerders verkoopt en met de opbrengsten het verbeteren van de kwaliteit van zijn woningen kan versnellen. Met het vrijkomende geld zou een fonds gevormd kunnen worden waarmee starters beter aan een eigen woning geholpen kunnen worden. Daarbij denken wij aan de formule van het Eindhovense ‘Slimmer Kopen’. Zo’n systeem kan wel eens beter werken om het eigen woningbezit te stimuleren dan de bestaande ‘StartersRenteregeling’ die nog maar betrekkelijk weinig wordt gebruikt. Hiervoor zijn intensief overleg en goede afspraken nodig tussen Goed Wonen, het gemeentebestuur en een bankinstelling. Wij willen onderzoeken wat mogelijk is in deze. De groep ouderen groeit. De meeste ouderen zijn bijzonder zelfredzaam. Zij willen graag hun zelfstandigheid behouden en een actief leven leiden waarin ze in staat zijn contacten te hebben en te onderhouden. De gemeente moet daarom doorgaan met ouderen en kwetsbaren helpen zo lang mogelijk zelfstandig te leven, bij voorbeeld door te zorgen voor kleinschalige zorgvoorzieningen, aanleun-‐ en kangoeroewoningen en inzet van moderne technologie. 15
Woonvormen mogelijk maken waardoor ouderen langer thuis blijven wonen, zowel in het huur-‐ als in het koopsegment, en daarbij slimme hulpmiddelen inzetten zoals buddysystemen, domotica (integratie van technologie en diensten, ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven) en internettoepassingen. De verhoging van de Onroerend Zaak Belasting (OZB) was enorm. Wij willen geen verdere verhoging van de OZB. Momenteel komen vrijwel alle extra lasten in onze gemeente voor rekening van de woningbezitters. Huurders worden niet aangeslagen voor de OZB; Goed Wonen en andere woningverhuurders betalen deze. (Voor Goed Wonen betekent de gemeentelijke verhoging van de OZB een extra uitgavenpost van ca. €700.000 per jaar. De stichting kan deze uitgavenpost niet zonder meer doorberekenen aan zijn huurders.) Wij volgen de ontwikkelingen rond het complex van ‘Klooster Nazareth’ met belangstelling. Er liggen diverse goede plannen die elk hun eigen sterke punten hebben. De kwaliteit van het centrum, de betaalbaarheid, het woongenot en het handhaven van een zo groot mogelijk deel van de tuinen zijn voor ons van het grootste belang. Zodra de plannen in een nieuw stadium komen, zullen wij ons standpunt innemen.
16
Hoofdstuk 7
-‐ Zorg -‐
toegankelijke en betaalbare zorg met wijk-‐ en dorpsondersteuners ouderen zo lang mogelijk in eigen omgeving bij financiële ondersteuning de 110% norm de nieuwe gemeenteraad goed voorbereiden op de WMO
WMO en de gemeente. In de door het Rijk ingediende wetsvoorstel WMO 2015 wordt een grondige transitie beoogd om een deel van de langdurige zorg en ondersteuning die nu onder de AWBZ valt, over te hevelen naar de gemeenten. Een en ander moet leiden tot een wezenlijke cultuuromslag: de burger gaat eerst uit van zijn eigen kracht en pas als hij en zijn sociale netwerk niet in staat zijn aan de samenleving deel te nemen, kan hij in aanmerking komen voor een algemene of maatwerkvoorziening van de gemeente. Los van een kwaliteitstoename, zou dit volgens het Rijk moeten leiden tot een enorme kostenbesparing, aangezien het huidige stelsel van langdurige zorg op termijn financieel niet meer houdbaar is. Zoals u wellicht weet onderschrijft D66 de noodzaak van de hervorming van de langdurige zorg. Naast het feit dat bezuinigd moet worden vinden wij de onderliggende doelstelling veel belangrijker. Namelijk dat de WMO mensen in staat moet stellen de regie te houden op hun leven, ook wanneer zij zorg of ondersteuning nodig hebben. Dit betekent dat mensen langer in hun eigen huis moeten kunnen blijven wonen en langer zelf beslissen. Dat komt de kwaliteit van leven ten goede. Echter, ons inziens is het tijdspad veel te kort. Op 1 januari 2015 moet de wet in werking treden, maar we twijfelen of deze datum haalbaar is. Nu al keren zich meer en meer gemeenten zich tegen deze omslag, omdat zij vinden dat het financieel niet verantwoord is. Los van de vraag of zij daar gelijk in hebben, bestaat het risico dat dit het wetgevingstraject vertraagt en daarmee het hele transitieproces. Opmerkingen en zorgen per onderwerp: De staatssecretaris houdt onverkort vast aan de invoeringstermijn van 1 januari 2015. D66 is van mening dat dit wel heel erg kort dag is. Gemeenten dienen naast de praktische voorbereidingen – zoals bijvoorbeeld het inrichten van wijk of buurtteams -‐ ook een forse cultuuromslag te maken. In plaats van voor de burger te denken, dienen zij de burger en zijn sociale netwerk zelf aan het woord te laten en te luisteren naar wat zij nodig hebben. Dat vergt een wezenlijk andere houding, van burgers en van ambtenaren. Daarnaast dienen ook de burgers te worden voorbereid op de transitie. Dat geldt uiteraard voor iedereen die nu een beroep doet op zorg, hulpmiddelen of maatschappelijke ondersteuning, maar ook voor iedereen die mogelijk in de toekomst een beroep moet doen op mantelzorg of zelf mantelzorg zal geven. In feite moet iedereen zich ervan bewust zijn meer verantwoordelijk te worden voor het eigen sociale netwerk zodat dit ingezet kan worden in geval van een hulpbehoefte. Men zal hier dus tijdig in moeten investeren.
17
Verwacht wordt een forse toename van aanspraken van verzekerden waardoor de nominale premie en/of het eigen risico zal stijgen. Ook is niet gegarandeerd dat de aanspraak in de basisverzekering op termijn blijft gehandhaafd of dat mensen zelf moeten kiezen om persoonlijke verzorging in de hun aanvullende verzekering te regelen. D66 is toch voorstander van het onderbrengen van persoonlijke verzorging – samen met de extramurale verpleging -‐ onder de ZVW. De burger heeft hiermee concrete aanspraak op verpleging en persoonlijke verzorging en is niet afhankelijk van de gemeente. Ook zal hij naar verwachting bewust omgaan met zijn aanspraak vanwege financiële prikkels zoals eigen risico en premie. Daarnaast hebben gemeenten door de gelijktijdige decentralisaties van de jeugdzorg en participatie te maken met zodanige extra taken (inclusief verandering in werkwijze) dat op dit moment de overheveling van persoonlijke verzorging naar de ZVW de beste keus is. D66 pleit er echter met klem voor dat in de beoogde landelijke monitoring kritisch de gevolgen zowel op micro als macro niveau nauwlettend worden gevolgd. De staatssecretaris heeft aangekondigd na drie jaar de hervorming van de langdurige zorg te evalueren. Dat is tevens een moment om te bezien of persoonlijke verzorging betaalbaar blijft in de ZVW en verzekerd blijft in het basispakket. Nogmaals, dit is wat D66 betreft wel een vereiste. De wijze waarop gemeenten afstemming plegen met de zorgverzekeraar over enerzijds de aanspraak op persoonlijke verzorging en verpleging en anderzijds maatschappelijke ondersteuning op grond van de WMO dient in de monitoring te worden meegenomen. Het risico bestaat dat gemeenten en zorgverzekeraars taken op elkaar afschuiven indien hun budgetten niet toereikend zijn om de noodzakelijke zorg of ondersteuning te bieden. In dit opzicht onderschrijft D66 het dringende advies van de Raad van State om eenduidige normen te ontwikkelen welke taken concreet vallen onder extramurale verpleging, persoonlijke verzorging die onder de ZVW valt en de 5 procent persoonlijke verzorging die onder de WMO valt. D66 staat achter het uitgangspunt dat in plaats van een voorziening die de beperkingen compenseert een maatwerkvoorziening wordt verstrekt, die aansluit op de reële behoefte van de cliënt. Met de Raad van State mist D66 echter nadere voorwaarden voor verstrekking van maatwerkvoorziening. Het blijft onduidelijk welke rechten iemand heeft als de gemeente verwijst naar een algemene voorziening en weigert nader onderzoek te doen. Daarnaast bestaat het gevaar van rechtsongelijkheid. Daar waar de ene gemeente iets wel toewijst doet een andere gemeente dat wellicht niet. In het nadere rapport van de staatssecretaris wordt hierop ingegaan (§ 6b). Er staat dat een aanvraag voor een maatwerkvoorziening alleen dan kan plaatsvinden nadat er een onderzoek heeft plaatsgevonden. Echter, indien de cliënt het niet eens is met de gemeente wanneer deze verwijst naar een algemene voorziening, mag de cliënt alsnog een onderzoek verlangen. Weigert de gemeente dit, dan kan de cliënt zelf een aanvraag indienen. Dit lijkt goed bedoeld, maar in de praktijk dient de cliënt dan een aanvraag in bij 18
hetzelfde loket dat in een eerder stadium heeft besloten dat een algemene voorziening volstaat. D66 betwijfelt of dit de positie van de cliënt versterkt. Nog dringender is onze zorg dat gemeenten de hoogte van de eigen bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning zelf mogen bepalen. D66 vindt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage acceptabel. Maar wij wijzen wel op het risico van een mogelijke zeer snelle en sterke stijging van de kosten voor zorg en ondersteuning. Hierdoor verliezen mensen draagkracht en wordt participeren lastiger. Stapeleffecten van eigen bijdragen dient onderdeel van de monitor en evaluatie te zijn. Zolang er landelijk niets is geregeld moet de eigen bijdrage voldoen aan de 110% norm. Dat wil zeggen dat de cliënt tenminste 110% van het minimum overhoudt, slechts het meerdere is beschikbaar voor de eigen bijdrage. Artikel 2.1.4. geeft aan dat elke gemeente in haar verordening een eigen bijdrageregeling voor algemene voorzieningen kan opnemen. D66 huldigt van meet af aan het standpunt dat het niet wenselijk is als elke gemeente haar eigen bijdrage regeling (zoals voor hulpmiddelen) heeft. Dit leidt immers tot ongewenste verschillen tussen inwoners van verschillende gemeenten. Zeker voor inwoners van aangrenzende gemeenten kan dit tot onbegrijpelijke en onacceptabele verschillen leiden. D66 pleit er derhalve voor dat in het jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek de beleving van de eigen bijdrage wordt meegenomen. In de nieuwe WMO staat de vraag van de cliënt centraal. Dit vereist een nauwe samenwerking tussen vrijwilligers, mantelzorg (informeel) en de professionele (formele) zorg. Dit vergt een wezenlijk andere houding van professionals, met name van de wijkverpleegkundige en de huisarts. Wij begrijpen dat de samenwerking tussen informele en formele zorg in de praktijk vorm moet krijgen en in hoge mate mensenwerk is. Het opnemen van stringente bepalingen betreffende de samenwerking tussen formele en informele zorg is niet zinvol. Echter, in het onderzoek en eventuele zorgplan van een cliënt, hoort de positie van de informele zorg wel opgenomen te worden. Voor mantelzorgers is de coördinatie van de zorg rondom een kwetsbaar persoon vaak zeer belastend. Betere afspraken over communicatie tussen formele en informele zorg, afspraken over informatiebehoefte, moeten deze taken verlichten. D66 juicht de verplichting voor gemeenten om jaarlijks een kwaliteitsonderzoek van de maatschappelijke ondersteuning onder haar inwoners te houden toe alsmede dat bij regeling regels gesteld worden over de inrichting van het onderzoek (art. 2.4.4. lid 1 en lid 5). Een standaardaanpak en vragenlijst zijn immers onontbeerlijk, zodat de gegevens met elkaar kunnen worden vergeleken. De kwaliteitsonderzoeken dienen volgens D66 naast de beleefde kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning in ieder geval ook te bevatten: beleving onderzoek, algemene voorzieningen, maatwerkvoorzieningen, beleving van inzet wijkverpleegkundige, sociaal wijkteam en de eigen bijdrageregeling. Concrete zaken waar D66 in haar programma aandacht voor heeft.
19
1. Wij willen dat de gemeenteraad goed wordt voorbereid voor zijn taak in verband met de WMO. Daarvoor moeten waarschijnlijk een of meer voorlichtingsavonden voor raadsleden (en commissieleden) gehouden worden. 2. Wij willen het langer thuis wonen met behulp van familie, vrienden en buren bevorderen. Als gemeente dienen wij dus een antwoord te geven op de vraag op welke manier men het toenemend aantal mensen met een zorgvraag in de toekomst thuis wil kunnen blijven laten wonen. Wij denken aan een combinatie van bekostigingsstructuren om de functies van formele en informele zorg, technologie en wonen in een samenhang te realiseren. De stichting Goed Wonen kan hierin ook een belangrijke functie vervullen 3. Wij willen een verdere ondersteuning van de inzet van vrijwilligers, mantelzorgers en professionals, bijvoorbeeld door respijtzorg te financieren voor mantelzorgers. Tevens achten wij het gewenst dat professionals de vrijwilligers gaan begeleiden. 4. Wij willen dat er helder gecommuniceerd wordt over wat er gaat veranderen en dat er goed uitgelegd wordt aan de mensen wat er voor hun eigen situatie anders wordt. Bij het ‘actief’ informeren van veranderingen door, aan en voor de burger willen wij een beroep kunnen doen op de Seniorenraad en KBO afdelingen. Hiervoor zal ook een budget moeten komen. 5. Wij willen de mensen zelf laten kiezen of ze zorg in natura willen ontvangen of gebruik willen maken van een PGB. Wij zijn er voorstander van om een PGB in te voeren voor het verkrijgen van hulpmiddelen in eigendom omdat dit uiteindelijk de eigen bijdrage en ambtelijke kosten zal beperken. 6. Wij willen de mensen voldoende keuzemogelijkheden bieden uit het totaalaanbod van zorg en welzijn. We hoorden van het idee om een menukaart te maken met voor iedereen begrijpelijke icoontjes en dat die menukaart besproken kan worden met zorgvragers. 7. Wij willen de rol van de buurtzorg versterken, en verbindingen leggen, zodat de samenwerking tussen professionals en burgers in de wijken en dorpen verder verbetert. Professionals begeleiden de burgers is ons uitgangspunt. Daarvoor leggen we de verantwoordelijkheid neer bij de wijkverpleegkundigen. Laten zij hun werk doen zonder te veel beperkingen. Moedig zorgverleners, zoals huisartsen en wijkverpleegkundigen, aan om met professionals in de wijken en dorpen samen te werken. 8. Wij willen innovatie in de zorg bevorderen door in de aanbestedingen aan zorgaanbieders te vragen wat zij hebben gedaan om de zorg de afgelopen jaren te verbeteren. Dat willen we ook doen door nieuwe manieren van werken na twee jaar te evalueren, om na te gaan wat wel en wat niet werkt. 9. Wij willen bekijken of het mogelijk is openbaar vervoer tussen de kernen verder te stimuleren. De provincie dient hierbij ook een rol te spelen, namelijk door meer evenwicht te scheppen tussen relatief goedkoop 20
openbaar vervoer in de stad en relatief duur openbaar vervoer op het platteland. 10. Wij willen de mogelijkheden onderzoeken van nog meer samenwerking op buurtniveau tussen zorg & welzijn en ondernemers, sportverenigingen en andere organisaties in wijken en dorpen. Een coöperatie met verschillende mogelijkheden kan hieruit ontstaan, en de leefomgeving versterken. Daarbij kan mogelijk via sociale media en het internet vraag en aanbod van vrijwilliger en hulpbehoevende bij elkaar gebracht worden.
21
Hoofdstuk 8 -‐ Financiën - gemeente financieel gezond maken - gemeentelijke lasten worden niet of nauwelijks verhoogd - geen prestige objecten, alleen verantwoorde investeringen - zodra het kan terug naar een redelijk OZB tarief De afgelopen jaren heeft de gemeente flink gesneden in de uitgaven. Enorme rijksbezuinigingen en tegenvallende opbrengsten uit de verkoop van grond en afwaarderingen waren hiervoor de belangrijkste oorzaken. D66 wil dat deze tekorten niet langer worden opgelost met belastingverhogingen. De komende jaren zal D66 strijden voor zo laag mogelijke lasten. D66 zet zich altijd in voor een solide financieel beleid. Dat betekent dat we zorgvuldig met belastinggeld omspringen en ervoor zorgen dat de begroting tegen een stootje kan. De komende jaren krijgt de gemeente er veel nieuwe taken bij zoals de Jeugdzorg, de AWBZ en de Participatiewet. Voor deze nieuwe taken krijgen gemeenten nieuwe budgetten van het Rijk. Het is zeer de vraag of die toereikend zullen zijn. Het betekent dat er meer risico wordt gelopen. De noodzaak van een verstandig financieel beleid blijft dus groot. Wij zijn niet bang om te hervormen en slim te bezuinigen op beleid dat onnodig of niet effectief is. Zo creëren we ruimte om te investeren. De financiën van de gemeente zijn transparant en inzichtelijk voor alle inwoners van de gemeente. Wij stimuleren een kostenbewuste omgang van gemeentelijk geld bij het ambtelijk apparaat. We hanteren de ‘Zalmnorm’: als een beleidsprogramma teveel geld uitgeeft dan moet dat binnen het programma worden opgelost. Overgebleven geld gaat ‘terug in de pot’. Op dit moment lijkt het er op dat de huizenbezitter vrijwel alleen opdraait voor de gemeentelijke tekorten, door een meer dan verdubbeling van de Onroerend Zaak Belasting. Zodra het kan, moet het OZB-‐tarief terug naar een redelijk niveau. D66 wil dat er beter gebruik wordt gemaakt van de financiële mogelijkheden van Europese en regionale fondsen. Dat kan in de eerste plaats door het toegankelijker maken van de informatie over deze subsidiefondsen. In de tweede plaats kan de gemeente, in samenwerking met andere initiatiefnemers, faciliteren bij het verwerven van deze fondsen.
Gemert, Februari 2014.
D66 Gemert-‐Bakel
22
www.d66gemert-‐bakel.com