Profielkeuzeboekje 3 havo
R. Nijman Tweede editie oktober 2015
Comenius College Afdeling HAVO 2015-2016
Inhoudsopgave Inleiding Jaarplanning LOB-activiteiten Namen en email-adressen medewerkers De loopbaan oriëntatie en begeleiding (LOB) in 3 havo Checklist voorbereiding profielkeuzegesprek Overzicht Gemeenschappelijk deel, Profielen en Vrije Deelvakken HAVO voor 2014- 2015 Keuzevoorwaarden bij de profielkeuze Overgangsnormen voor 3 havo De (nieuwe) vakken in de Bovenbouw Verandering van profielvak in 4-havo Na 5 havo instromen in 5 vwo Extra activiteiten en certificaten Keuzepercentages op het CC Het Hoger Onderwijs in Nederland (HBO en WO) Het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Nadere vooropleidingseisen in het HBO Aanvraag LOB verlof Schema vakadviezen van de vakdocenten ivm de profielkeuze
Tip!! www.startstuderen.nl
2
03 04 04 05 06 08 09 10 12 25 25 26 27 27 29 30 38 39
Inleiding Beste leerling van 3 havo, Voor je ligt het boekje Profielkeuze 3 havo 2014-2015. Dit jaar is (alweer) een belangrijk jaar voor je. Na de keuze in groep acht voor een middelbare school heb je eind tweede klas de keuze “gemaakt” voor een afdeling. In jouw geval voor de havo afdeling. Deze afdeling heet niet voor niks “havo-afdeling”. Havo betekent Hoger Algemeen Vormend Onderwijs. De havo is “algemeen vormend” (theoretisch) en geen beroepsopleiding. Daarom gaan bijna alle leerlingen die van de havo komen doorleren in het Hoger Beroeps Onderwijs, het HBO. (Zie pagina 23) Een klein deel gaat door naar het vwo. Het havodiploma is wel een zogenaamde “startkwalificatie”. Dat betekent dat je nadat je het havodiploma hebt gehaald niet verplicht bent om door te leren. Je mag van de overheid ook een tussenjaar nemen, gaan reizen of werken. Van alle scholieren in het voortgezet onderwijs in Nederland gaat ongeveer 20 procent naar het hoger algemeen voortgezet onderwijs. 60 procent gaat naar het vmbo en 20 procent naar het vwo. Dit jaar ga je de eerste keuze maken op weg naar het HBO. Je gaat een profiel kiezen. Dat wil zeggen, een combinatie van (keuze) vakken die min of meer bij elkaar horen. Daarnaast kies je ook nog een vrij vak, wel gekoppeld aan het profiel. Het lijkt allemaal enorm ingewikkeld en waarschijnlijk duizelt het je nu al. Vandaar dat we op school in klas 3 veel tijd besteden aan deze keuze die jij gaat maken. Je zult zien dat het allemaal reuze meevalt als je er eenmaal mee bezig bent. Welke profielen zijn er? Er zijn er vier. Twee Maatschappij-profielen en twee Natuur-profielen. (Het overzicht staat op pagina 6). De twee maatschappij-profielen zijn CM: “Cultuur en Maatschappij” (een vakkenpakket met veel cultuurvakken en talen) en EM: “Economie en Maatschappij (een vakkenpakket met meer economische vakken). De twee Natuur-profielen zijn NG: “Natuur en Gezondheid” (met vakken als Biologie en Wiskunde A of B) en NT: “Natuur en Techniek” (met Wiskunde B en Natuurkunde) Door de keuze die je voor een profiel maakt sla je al wel een richting in. Kijk maar eens op pagina 27 waar alle vooropleidingseisen staan. Wil je bijvoorbeeld “de zorg” in, dan zal je dus wel een Natuurprofiel moeten kiezen, anders wordt het later erg lastig om zo’n opleiding te kunnen volgen. Kortom, je moet dit jaar al verder kijken dan je neus lang is. Dus je moet ook al gaan kijken naar waar je mogelijke interesses liggen wat betreft een opleiding nà de havo. Jouw mentor is degene die met jouw dit jaar aan het werk gaat om een goed profiel te kiezen.
3
Kom jij of komen jullie er niet uit, stel je vragen dan gerust aan mij. Als decaan ben ik de “specialist” op school om jou en jouw mentor te helpen. Ik wens je heel veel succes en plezier bij het maken van een profielkeuze! Rolf Nijman Decaan
[email protected] en kamer A2.01 (het decanaat)
Planning LOB-activiteiten klas 3H 2015-2016
week 46 47 51 51 2 5 6
Na de herfstvakantie 13 november 20 november 14 december 16 december 14 januari 4 februari 14.30 – 16.30 uur 10 februari
Lob-lessen aan de hand van Keuzeweb Snuffelstage Bèta-dag Speeddate avond 19.30 uur tot 21.00 uur Inleveren profielfilmpje bij de mentor Ouderavond over de profielkeuze Voorlichting over (nieuwe) vakken in de 2e fase. Op bezoek bij Windesheim Flevoland in het kader van de profielkeuze februari Leerlingen winnen vak-adviezen in bij hun docenten 8 Tijdens mentorles Deadline voorlopige profielkeuze Tevens inleveren: 1. sollicitatiebrief profielkeuze 2. opdrachten Keuzeweb af 3. filmpje profielen 4. (snuffel)stageverslag 10-12 7, 15 en 23 maart Profielkeuze avonden met de mentor (afspraak) 11 18 maart 2e rapport met officiële vak-adviezen 17 februari tot 1 april Individuele gesprekken doorverwezen lln met decaan over de voorlopige profielkeuze 13 1 april Deadline profielkeuze Na de overgangsvergadering Definitief vastleggen profielkeuzes Mentoren: 3h1 3h2 3h3 3h4
Decaan Afdelingsleider
4
mevr. M. Zwaan dhr. D. van den Heuvel dhr. E. Burgering mevr. E. Bakker en dhr. G. Lamsberg
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
dhr. R. Nijman
[email protected] dhr. M. van Brummelen
[email protected]
Na de herfstvakantie ga je onder begeleiding van jouw mentor je oriënteren op jouw loopbaan. Vandaar het mooie woord “LOB”, Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding. Allereerst, pretpakketten en moeilijke pakketten bestaan niet. NT is niet “moeilijker” dan CM. Mits dat pakket jou ligt...... Daar gaat het om. CM met veel talen is veel werk en veel lezen. Niks geen pretpakket. Maar ook geen probleem als daar voor jou de uitdaging ligt. NT en NG hebben het “imago” van héél moeilijk. Maar als scheikunde, biologie of natuurkunde vakken zijn die jij helemaal ziet zitten is het goed te doen. Voor alle vakken zal je hard moeten werken. Maar is daar iets mis mee? De keuze op de korte termijn, de profielkeuze De keuze van een profiel zal vaak afhangen van de vakken die je leuk vindt en de rapportcijfers die je haalt. De vakken met de hoogste rapportcijfers en de beste adviezen (het 2e rapport vermeldt die) zullen waarschijnlijk je profielkeuze grotendeels bepalen. De docenten geven op donderdagmiddag 4 februari 2016 voorlichting over hun vak zoals die in de bovenbouw onderwezen wordt, zodat je weet wat het vak inhoudt in de bovenbouw. Je kunt ook in dit boekje het hoofdstuk “Vakken in de bovenbouw” lezen. Hier staat ook heel veel informatie over de ‘bovenbouwvakken’. Tijdens de mentorlessen vanaf eind oktober tot en met februari werk je o.a. met het programma Keuzeweb. Deze lessenserie staat op de site van het decanaat. http://comeniushilversumhv.dedecaan.net Door het maken van de opdrachten in Keuzeweb krijg jij een goed beeld van jezelf. Als je die opdrachten hebt gemaakt dan kun je achterhalen wat jouw sterke kanten zijn en wat jouw zwakke kanten zijn en welk profiel daar het beste bij past. We gaan 10 februari ook op bezoek bij een hogeschool. In dit geval Windesheim Flevoland in Almere. Hier volgen jullie met elkaar een speciaal profielkeuzeprogramma en maken kennis met een Hogeschool. Tijdens de LOB-lessen krijgt ook dit Keuzeboekje alle aandacht. De mentor zal dit boekje met jou en de klas en bespreken. In dit Keuzeboekje vind je informatie over de opbouw van de profielen: wat zijn de verplichte vakken, wat zijn de profielkeuzevakken en welke vakken kan ik in het vrije deel kiezen? Maar dit jaar ga je ook heel actief zelf aan de slag in de mentorlessen met het uitzoeken wat al deze zaken inhoudt. Een leuke klus!! Verder vind je in dit boekje de ‘vooropleidingseisen’ van alle studierichtingen die je op een Hogeschool of aan een Universiteit kunt volgen.
5
Vakadviezen Op het 2e rapport kun je zien welke adviezen jouw docenten je geven als je hun vak wilt kiezen in je profiel. Maar voor die tijd ga jij de adviezen al vragen en bespreken met jouw docenten. Je vult de adviezen in op het “overzicht vakadviezen” (zie achterin dit boekje, p.35) In de maanden januari en februari maak je een voorlopige profielkeuze die je bespreekt met je mentor. In uitzonderlijke gevallen verwijst de mentor je door naar de decaan. Het definitieve gesprek voer je op een van de drie profielkeuze avonden in februari en maart samen met je mentor en je ouders. De data van deze avonden staan in het hoofdstuk “Jaarplanning”. Je ouders en jij maken hierover een afspraak met je mentor. Je legt tijdens dit eindgesprek samen met jouw ouders en jouw mentor de profielkeuze die jij gemaakt hebt vast op de site van het decanaat. Je print het uit en ondertekent dan meteen jouw keuzeformulier. Alleen bij grote twijfels kan je nog wijzigen – in overleg met jouw mentor – tot 1 april. Op dat moment heb je de profielkeuze gemaakt.
Checklist voorbereiding profielkeuzegesprek Om dit gesprek goed voor te bereiden moet je een aantal zaken gedaan hebben en ingeleverd hebben bij je mentor: 1. je digitale portfolio in Keuzeweb moet goedgekeurd zijn door je mentor, je moet dus alle opdrachten gemaakt hebben en afgerond hebben 2. je schrijft aan je mentor een “sollicitatiebrief” waarin je uitvoerig aangeeft hoe je tot jouw profielkeuze bent gekomen 3. het ingevulde overzicht van de vak-adviezen van jouw docenten 4. je snuffel-stageverslag Tip: hang de documenten van punt 2,3 en 4 ook digitaal in jouw portfolio. Dan raak je ze niet kwijt. Door nieuwe informatie die tijdens de overgangsvergadering op tafel komt (bv geen 7.0 voor Natuurkunde of Wiskunde B) kan het zijn dat je keuze na de overgangsvergadering nog gewijzigd moet worden. Ook dit doe je samen met je mentor. Het is erg verstandig om vooraf – samen met je mentor – een plan B op te stellen waarin je alternatieve keuze staat voor het geval je eerste keuze geen doorgang kan vinden. De keuze op de lange termijn, de studiekeuze Het is natuurlijk belangrijk om te weten welke opleidingen je kunt volgen als je een bepaald profiel hebt gekozen. En welke beroepen horen bij die opleidingen? Als je overzicht hebt van die opleidingen en de daaraan gekoppelde beroepen, dan krijg je te maken met de vraag: welke opleidingen en welke beroepen passen goed bij mijn persoon? 6
Als je bijvoorbeeld accountant wilt worden, dan moet je heel precies en nauwkeurig kunnen werken en beschik je niet over deze vaardigheid, dan kun je maar beter een andere opleiding en een ander beroep kiezen. Deze studiekeuze maak je in de bovenbouw. In 4 en 5-HAVO krijg je uitgebreide voorlichting over vervolgopleidingen en beroepen: er komen voorlichters naar school, je bezoekt open dagen, je gaat proefstuderen, je loopt een dag mee met een student(e) en er zijn nog meer van dat soort activiteiten. Je bent bovendien wat ouder en misschien heb je daardoor (nog) beter zicht gekregen op je persoonlijke eigenschappen en vaardigheden. Je kunt met andere woorden dan beter inschatten welke studierichtingen en welke beroepen bij jou passen. Je gaat in de bovenbouw ook verder met het opbouwen van je LOB-portfolio. Alles wat je in klas 3 hebt uitgezocht blijft ook bewaard op de site en kan je ook weer gebruiken. Bewaar alles wat je verzamelt goed. Tip: zet het als documentjes in keuzeweb.
Dit portfolio heb je na je examen namelijk weer nodig als je selectiegesprekken gaat voeren om op een opleiding te mogen worden toegelaten. Je kiest een studierichting en je hebt een beeld van het beroep dat je wilt uitoefenen, maar in de loop van de studie aan een Hogeschool kan het gebeuren dat je ontdekt dat je met de studie die je volgt ook nog andere beroepen kunt kiezen. Ook als je aan een studie bent begonnen, blijven er dus keuzes open als het gaat om de vraag welke beroepen kan ik hiermee uitoefenen. Met de keuze op de lange termijn maak je hier op school een begin en deze keuze zul je in de komende jaren op allerlei momenten telkens iets bijstellen en verfijnen.
7
Overzicht Gemeenschappelijk Deel, Profielen en Vrije Deelvakken HAVO cohort 2015- 2016 1. Gemeenschappelijk Deel: - Nederlands - Engels - Maatschappijleer - Godsdienst/levensbeschouwing - Lichamelijke opvoeding - CKV - CiB en CiS
2. Profiel Deel CM Geschiedenis Keuzevak 1: Frans, Duits of Spaans + Keuzevak 2: Tekenen of Handvaardigheid of Muziek + Keuzevak 3: Aardrijkskunde of Economie
EM Geschiedenis
NG Wiskunde A of B
NT Wiskunde B
Economie
Scheikunde
Scheikunde
Wiskunde A
Biologie
Natuurkunde
Keuzevak: Aardrijkskunde of M&O
Keuzevak: NL&T of Natuurkunde
Keuzevak: Biologie of NL&T
Elk profiel bevat 4 examenvakken
3. Vrije Deel C&M Frans Duits Spaans
Duits Frans Spaans
Duits Frans Spaans
Duits Frans Spaans
BSM
BSM
BSM
BSM
Aardrijkskunde
Aardrijkskunde
Economie
Economie
Economie Wiskunde A
M&O
Natuurkunde NL&T
Biologie NL&T
Muziek Tekenen Handvaardigheid
Muziek Tekenen Handvaardigheid
Muziek Tekenen Handvaardigheid
Muziek Tekenen Handvaardigheid
8
E&M
N&G
N&T
Keuzevoorwaarden voor de profielkeuze Voor je vrije deel, kies je één vak uit bovenstaande lijst. Frans, Duits of Spaans mag alleen gekozen worden als je het vak in klas 1 t/m 3 ook als volledig vak gehad hebt. Bij een onafgeronde 7,0 gemiddeld over al je vakken mag een je extra vak kiezen om te volgen. Als je een extra vak kiest, dan kies je ervoor dit vak t/m het eindexamen te volgen. Je kunt dit niet digitaal invullen. Je vult hiervoor een apart formulier in waarin je je akkoord verklaart met de voorwaarden. Een vak- of profielwissel kan alleen in klas 4 en tot en met kwartaal 2. Een wissel is alleen toegestaan als het aantal leerlingen in een groep niet te groot wordt, en het nieuwe vak goed zelfstandig is in te halen. In 5 havo kan er niet meer gewisseld worden. Wiskunde B en natuurkunde mogen alleen worden gekozen indien tenminste een onafgeronde 7,0 als eindcijfer is behaald voor dit vak. Het cijfer op het overgangsrapport is hiervoor bepalend. Kies een tweede vak als reserve voor het geval de eerste keuze niet doorgaat. Dit kan je niet invullen op het digitale formulier, maar wel voor jezelf achter de hand houden. Handvaardigheid en Tekenen mogen niet allebei gekozen worden. Je kunt een van de twee vakken wel eventueel combineren met Muziek. Als minder dan 15 leerlingen een vak in het vrije deel hebben gekozen, kan de schoolleiding beslissen dat het vak niet gegeven wordt. In dat geval zou je in het vrije deel dus voor een ander vak moeten kiezen.
Een extra vak kiezen in het Vrije Deel kan om verschillende redenen handig zijn. Allereerst vergroot het je keuzemogelijkheden later. Ten tweede is een extra vak vereist wanneer je na 5 havo naar het vwo zou willen. Let wel op dat bij een overstap naar het vwo je sowieso een extra moderne vreemde taal moet hebben.
9
Overgangsnormen 3 havo (bron: afdelingsboekje havo 2014-2015) De overgangsvergadering bestaat uit alle docenten die aan jouw klas lesgeven, de mentoren van 3 havo en de teamcoördinator. De mentoren en de teamcoördinator bereiden de overgangsvergadering voor. Deze overgangscommissie doet een voorstel aan de vergadering en licht dit voorstel toe. Op grond van de besproken argumenten beslist de voorzitter (=afdelingsleider) of jij bevorderd wordt of niet. Het voorstel aan de vergadering: Bevorderen of Bespreken Bespreken kan leiden tot het volgende voorstel: 1) Bevorderen 2) Doubleren 3) Een bindend advies voor het volgen van onderwijs in 3 of 4 mavo of een andere vorm van onderwijs De vakken worden ingedeeld in vier groepen: Klas 3H a. ne, fa, du, sp, en b. gs, ak, gd, ec c. wi, na, sk d. te, ha, mu, lo Voor bevordering gelden de volgende regels: 1.
Je mag maximaal 1 onvoldoende in een groep (één 4 of 5) hebben.
2.
Maximaal 3 onvoldoendes zijn toegestaan op het eindrapport.
3.
Voor een onvoldoende eindcijfer in een groep moeten compensatiepunten gezocht worden met een eindcijfer van 7 of hoger binnen dezelfde groep. Tegenover een 5 moet minimaal 1x7, tegenover een 4 moet minimaal 2x7 of 1x8 staan.
4.
Maximaal 1x5 toegestaan in de combinatie Nederlands, Engels en wiskunde.
Bepalingen bij de normen 1. Als je wiskunde B wilt kiezen in 4 havo moet je voor het vak wiskunde een onafgeronde 7,0 staan op het overgangsrapport en in tertiaal 3 de Btoets gedaan hebben. Ook als je natuurkunde wilt kiezen moet je voor dat vak een onafgeronde 7.0 staan op het overgangsrapport. Bovendien geldt voor natuurkunde dat dit cijfer mede is behaald door het volgen van het bètatraject in het 3e tertiaal. 2a.
10
Elke opgelegde taak moet vóór de zomervakantie óf op de eerste dag van het nieuwe schooljaar in orde worden gemaakt (de overgangsvergadering stelt het tijdstip vast).
b. c.
De taak wordt gecontroleerd door de docent die de taak heeft gegeven. Een leerling die een taak heeft gekregen, maar niet voor het nieuwe schooljaar in orde heeft, wordt toegelaten tot de les, maar zal na de lestijd op school aan zijn taak moeten werken tot die af is.
3.
Doubleren is slechts toegestaan, indien de overgangsvergadering hierover positief adviseert. Je hebt geen recht op doubleren.
4.
Als je voor de tweede keer in dezelfde klas doubleert, moet je de afdeling of eventueel de school verlaten.
5.
Als je in twee opeenvolgende klassen doubleert, moet je de afdeling of eventueel de school verlaten.
11
De (nieuwe) vakken in de Bovenbouw
Management & organisatie Als je m&o kiest… - heb je interesse voor cijfers en kostprijsberekeningen; - lijkt bedrijfseconomie jou wel interessant - denk je over een studie die iets met het bedrijfsleven te maken heeft; - zijn onderwerpen als financiën, jaarverslag en onderneming belangrijk voor jou. Onderdelen die aan bod komen bij dit vak zijn: Vaardigheden, Interne organisatie en personeelsbeleid, Financiering van activiteiten, Marketingbeleid, Financieel beleid, Informatievoorziening met behulp van ICT, Externe financiële verslaggeving Een goede rekenvaardigheid is bij het vak M&O erg belangrijk!
Bewegen Sport en Maatschappij Het vak BSM is bedoeld voor leerlingen die geïnteresseerd zijn in sport en bewegen, vooral ook de achtergronden hiervan. Je hoeft geen goede sporter te zijn om het keuzevak BSM te kiezen, maar wel in sport en bewegen willen verdiepen. Je moet het leuk en interessant vinden om bewegingssituaties te analyseren en leiding te geven. Naast bewegingssituaties ontwerpen en op gang houden, komen ook rollen van scheidsrechter, coach en organisator aanbod. Als organisator ben je verantwoordelijk voor het organiseren van toernooien voor leerlingen, docenten, sportdag en een sportevenement. Hiernaast wordt er ook gewerkt aan het vergroten van de eigenvaardigheid van een aantal bekenden en nieuwe sporten. Bewegen en gezondheid is een deel van het programma waarbij de leerling meer inzicht krijgt in trainingsmethode en verbeteren van je eigen fitheid. Waarom kiezen voor het vak BSM? Buiten dat het heel erg gevarieerd en plezierig is om actief met sport/sportactiviteiten bezig te zijn, heeft BSM een aantal aansluitingen. Het vak BSM geeft aansluiting voor de academie lichamelijke opvoeding. Overweeg je een beroep als brandweer, politie of in het leger. Een leiding gevende beroep of iets in de gezondheidszorg. Hier heeft BSM raakvlakken mee. Het vak bestaat uit 67% uit praktijk en 33% uit theorie, dat zijn 2 extra lesuren sport in de week. Er zal buiten school ook tijd aan dit vak besteed moeten worden. Het vak BSM is een schoolexamenvak en heeft geen centraal examen. Omdat er veel in groepsverband wordt gewerkt, moet het minimaal aantal deelnemers 18 zijn.
12
Biologie In de eerste en tweede klas is Biologie een verplicht vak. Voor in je profiel kun je biologie kiezen in de 4e, 5e en 6e klas van het VWO en de 4e en 5e klas van het HAVO. In het profiel N&G zit standaard Biologie en in het profiel N&T zit het als keuzevak in het profieldeel en het vrije deel. Biologie op het Comenius College is heel gevarieerd. Er zijn 3 Biologielokalen lokalen die geschikt zijn voor niet alleen theorie, maar ook voldoende werkplekken voor practica, zoals microscoop- en snijpractica. Zo wordt er meestal theorie behandeld in de lessen die zo nu en dan wordt afgewisseld met een practicum dat bij het onderwerp dat wordt behandeld past. Meestal wordt er via demonstraties goed duidelijk gemaakt wat er wordt bedoeld met de theorie. Door middel van die practica is de stof meer tastbaar voor leerlingen en kunnen zij de stof beter begrijpen. Op het Comenius College gebruiken wij de methode Biologie voor jou , een goed boek vol met up-to-date informatie.. Wij hebben ook TOA’s (Technisch Ondersteunend Assistenten) die zich bezig houden met Biologie, Natuurkunde en Scheikunde. Deze TOA’s zorgen ervoor dat demonstratieproeven goed voorbereid zijn en goed verlopen en zijn er meestal om je te helpen met je practica. Voor alle leerlingen zijn er voldoende materialen aanwezig om in je eentje, of in tweetallen te werken. Zo zijn er voldoende microscopen aanwezig om elke leerling tijdens een biologiepracticum te voorzien.
Geschiedenis Geschiedenis is een verplicht vak in de profielen economie&maatschappij (EM) en cultuur&maatschappij (CM). Je hebt het vak het gehele jaar gedurende twee uur per week. Net als op de basisschool en in de onderbouw gaan jullie in de bovenbouw weer aan de slag met de tien tijdvakken. Het tijdvak van de jagers en boeren, Grieken en Romeinen, maar ook pruiken en revoluties worden wederom behandeld. We proberen in de bovenbouw iets dieper op de stof in te gaan en gaan door middel van opdrachten ook tijdvakoverstijgende thema's behandelen. In de opdrachten en in de lessen leren wij jullie te werken met spotprenten, tekstbronnen en andere geschreven en ongeschreven bronnen. Doel is natuurlijk het eindexamen. Op het eindexamen krijgen jullie vragen over de tien tijdvakken, naast vragen over zogenaamde historische contexten. Een aantal kenmerkende aspecten uit de tijdvakken wordt per context behandeld; zo bestuderen de havisten de Republiek (1515-1648), de Koude Oorlog (19451991) en Duitsland (1871-1945).
13
De vwo-ers bestuderen nog een extra context, namelijk de verlichtingsideeën en de democratische revoluties (1650-1848). In de bovenbouw gaan jullie je dus, naast de tien tijdvakken, bezighouden met deze contexten.
Aardrijkskunde: dit is jouw wereld Met aardrijkskunde in je pakket leer je goed te kijken naar de ontwikkelingen in de wereld om je heen. Je leert ze te benoemen en te begrijpen. Het is jouw wereld, waarin iedere dag weer kleine en grote veranderingen plaatsvinden. Een deel daarvan zal ook invloed hebben op jouw leven en jouw toekomst. Klimaatverandering en de gevolgen voor Nederland, internationale migratie, internationaal terrorisme, openstellen van de Europese grenzen, concurrentie met lage lonen landen en verdringing van werk in Nederland, noem maar op. Allemaal zaken die je bij aardrijkskunde leert begrijpen en in verband leert brengen met andere ontwikkelingen. We gebruiken in de les naast een goede uitleg en het werkboek speciale opdrachten om de stof beter te leren begrijpen. Bijvoorbeeld in de mediatheek waar we met geografische informatiesystemen als Edugis werken. Je gaat een paar keer veldwerk buiten de school doen. Kortom, we doen er alles aan om het vak actueel en toekomstgericht te houden. Voor heel veel studies biedt aardrijkskunde een duidelijke meerwaarde in de zin dat je blikveld verruimt en je jouw wereld beter begrijpt. Aardrijkskunde kent in 4 en 5HAVO vier grote onderwerpen, die ook in het eindexamen terugkomen: Arm en Rijk: Aan de hand van een vergelijking tussen Mexico en de Verenigde Staten leer je de oorzaken en gevolgen van de globalisering in de wereld te begrijpen. Je kijkt heel goed naar het ontstaan van verschillen op de wereld, waarbij je vijf invalshoeken gebruikt: economie, politiek, cultuur, sociale omstandigheden en bevolking Systeem Aarde: Je leert de werking van het klimaatsysteem op de wereld te begrijpen en gebruiken. Daarnaast kijken naar wat zich in de aarde afspeelt en wat dat voor gevolgen heeft aan het aardoppervlak: aardbevingen, vulkanen en de verschuiving van continenten. Indonesië: Bij dit onderdeel van de aardrijkskunde gaan we alles uit de twee vorige onderwerpen toepassen op Indonesië. Dit land is buitengewoon interessant, omdat het zo enorm aan veranderingen blootstaat én omdat er heel veel gebeurt met vulkanen en aardbevingen en tsunami’s. Nederland: Ook Nederland biedt heel veel interessante thema’s om te bestuderen. Je concentreert je op watermanagement in het heden en de nabije toekomst en op de ontwikkelingen in de stedelijke gebieden van ons land.
14
Natuurkunde – Jezelf vragen stellen.
Natuurkunde in de bovenbouw.. Kan ik dat wel? Dat is een vraag die veel 3 e klas leerlingen stellen. Natuurlijk hebben we de strenge eis dat je onafgerond een 7,0 moet staan op je eindrapport van de 3e. En dat is niet voor niets. Voldoe je aan deze eis, dan kan je natuurkunde in de bovenbouw aan! Maar, het betekent natuurlijk niet dat je dan in de bovenbouw niet hard meer hoeft te werken. Want het niveau wordt natuurlijk elk jaar een beetje hoger. De hoeveelheid formules waar je mee moet werken wordt groter. Maar het voordeel is weer dat je ze niet meer uit je hoofd hoeft te leren; daar heb je de BINAS voor. En ook dat betekent weer niet dat je dan niets meer hoeft te leren. Omdat het meer wordt, is het nog veel belangrijker om goed te weten welke regels en formules je in welke situatie moet toepassen. Het mooie van natuurkunde is dat het áltijd gaat over dingen die om je heen gebeuren. Je leert welke natuurwetten er achter allerdaagse dingen zitten. Op het vwo maak je in de 6e ook kennis met de zogenaamde ‘moderne natuurkunde’: welke (natuurkundige) principes ten grondslag liggen aan allerlei apparaten die we nu dagelijks gebruiken. Vergeleken met de 3e klas verandert er wel het een en ander. Onderzoeken en practicum doe je nog steeds, maar veel meer zelfstandig. Je leert langzaam zelf een (natuurkundig) onderzoekje op te zetten en resultaten van een practicum te toetsen aan de theorie. Ook wordt het veel wiskundiger, er wordt meer gewerkt met formules en grafieken. Het natuurkunde bovenbouw programma is Concept – Context gericht. Oftewel: je leert verschillende ‘concepten’ (abstracte begrippen ) die je daarna moet toepassen in realistische situaties. Of je begint juist met het bekijken van de realistische, vaak bekende, situatie en leert aan de hand daarvan de bijbehorende theorie. Kiezen? Er is een aantal vragen die je jezelf vooraf kunt stellen om duidelijk te krijgen of je nu wel of juist niet een profiel met natuurkunde moet kiezen. Waar liggen mijn interesses? Vind ik techniek heel leuk of het werken met formules en grafieken? Of vind ik het juist leuk om probleemoplossend bezig te zijn? Wat wil ik gaan studeren, welk profiel heb ik daarvoor nodig? Hoe vind ik wiskunde, vind ik dat niet te moeilijk? En hoe vond ik natuurkunde tot nu toe, heeft het mijn interesse, hoe zijn mijn cijfers voor dat vak? Voor veel (technische) studies is natuurkunde een toelatingseis en is N&G alleen niet voldoende. Met een natuurprofiel met natuurkunde in combinatie met economie kun je bijna alle studies gaan doen. Dus als je nu nog niet zo goed weet wat je wilt gaan studeren en natuurkunde ligt je, dan hou je op deze manier nog veel opties open. Bij natuurkunde leer je problemen analyseren en oplossen (analytisch denken), een gewaardeerde eigenschap in het bedrijfsleven, niet alleen op technisch gebied. 15
De hoeveelheid meisjes die natuurkunde kiezen en daarna ook een technische studie gaan doen is vrij klein. Overweeg je dit dus wél te doen, dan is er straks meer kans op een baan. Kijk ook eens op de site www.betamentality.nl. Vooral de ‘bètaberoepenwaaier’ (te vinden bij ‘publicaties’) geeft een mooi beeld van hoe breed (en creatief) de technische opleidingen zijn. Je kunt op deze site ook een korte test doen om te zien of bèta iets voor jou is! De profiel-feiten rond natuurkunde: Natuurkunde is een verplicht profielvak in N&T; Natuurkunde is een profielkeuzevak in N&G; Natuurkunde is ook als keuzevak in het vrije deel te kiezen. Nog wat tips Neus eens rond op de website van Natuurkunde.nl. Veel is geschreven voor leerlingen in de Tweede Fase en gaat dus behoorlijk wat dieper dan je tot nu toe gewend was. Zo krijg je wat meer inzicht in wat natuurkunde nou is in de bovenbouw. Vraag ook eens aan leerlingen uit de examenklas wat ze nu van het vak natuurkunde vinden. Kijk eens in de lesboeken van de bovenbouwklassen. Denk dan niet meteen, wat moeilijk zeg, die opgaven, maar kijk ook eens naar de theorie: de uitleg van allerlei natuurkundige verschijnselen en toepassingen daarvan. Als de onderwerpen je aanspreken en je interessant lijken dan zijn opgaven vaak minder moeilijk dan je verwacht.
NL&T Binnen het vak NL&T worden de volgende modules gegeven: - 4 havo: Het beste ei, Forensische technieken en Dynamische modelleren - 5 havo: Waterzuivering en Medische beeldvorming
Muziek Waarom muziek? Iedereen houdt van muziek. Niet iedereen maakt muziek, maar iedereen luistert er wel naar. Muziek speelt een grote rol in de samenleving, dus is het logisch dat er veel mensen een beroep in de muziekindustrie hebben. Je kunt muziek als examenvak kiezen omdat je later iets met muziek wilt doen, maar veel leerlingen kiezen het vak ook gewoon omdat ze geïnteresseerd zijn in muziek, of omdat ze er goed in zijn. Wat doe je in de muziekles? Muziek is een profielkeuzevak in C&M en een keuzevak in alle profielen. Het vak staat voor 320 studielasturen. In 4H en 5H heb je steeds twee lesuren van 60 minuten in de week. Het is dus een intensief vak! De klassen zijn over het algemeen klein: tussen de 8 en 15 leerlingen. 16
Ongeveer de helft van de lestijd ben je praktisch bezig met muziek. In een praktijkuur leer je in koorverband te zingen, samen te spelen, te improviseren of eenvoudige composities te maken. In de andere helft van de lestijd leer je alles wat met de muziekleer te maken heeft: akkoorden, toonladders, intervallen, dynamiek, etc. Verder krijg je veel gehoortraining: je leert om verschillende muziekstijlen te onderscheiden, om muziek helemaal uit te pluizen en om muziek die je hoort op te kunnen schrijven. Buiten de les bezoeken we eens per jaar een concert of muziektheatervoorstelling. Veel leerlingen doen mee aan Culturele Café ’s, in schoolbands of musicals. Welke vervolgopleidingen? Er zijn geen opleidingen die muziek als examenvak verplicht stellen, maar het vak komt wel goed van pas bij veel vervolgopleidingen. Zo word je bijvoorbeeld goed voorbereid op het Toelatingsexamen voor het conservatorium. Conservatorium (HBO): Instr. hoofdvak of zang klassiek, Instr. hoofdvak of zang jazz Instr. hoofdvak of zang pop/rock, Musical, Docent Muziek, Compositie/Arrangeren, Muziektheorie, Koor- of orkestdirectie Andere Hbo-opleidingen: Muziektherapie, Muziektechnologie PABO, Theaterschool Kleinkunstacademie, Dansacademie, Kunst- en Cultuurmanagement, etc Universiteit: Muziekwetenschap, Film, TV en Theaterwetenenschap, Kunstgeschiedenis Kunst- en Cultuurmanagement Welke beroepen? Er zijn veel beroepen die met muziek te maken hebben. Sommige kun je zelf ook wel verzinnen. Andere liggen minder voor de hand. Zo komt muziek heel goed van pas als je bijvoorbeeld PABO wilt gaan doen: muzikale onderwijzers zijn zeer gewild! Voor alle beroepen geldt natuurlijk: M/V. Muzikant, zanger, Muziekdocent, Producer, Studiotechnicus,Geluidstechnicus, Componist, Arrangeur, Dirigent, Muziektherapeut, Artiestenmanager, Danser, Choreograaf, Dansdocent, Acteur, Cabaretier, Dramadocent, Regisseur,Onderwijzer En nog veel meer…. Is muziek iets voor jou? Zet een kruis in het hokje voor een vraag die je met ja kunt beantwoorden. Heb je een kruisje gezet in de eerste twee, en ook in veel andere hokjes? Dan moet je zeker muziek kiezen! Ik bespeel een muziekinstrument óf: ik heb vroeger een instrument bespeeld en wil weer beginnen, óf: ik ben zanger(es) (noodzakelijk!) Ik kan noten lezen (noodzakelijk!) Ik ben geïnteresseerd in veel verschillende muziekstijlen Ik wil weten hoe muziek in elkaar zit 17
Ik wil mijn muzikale gehoor verbeteren Ik wil leren improviseren en/of componeren Ik wil meerstemmig leren zingen Ik wil muziek in allerlei stijlen leren spelen, alleen en met anderen Het lijkt me leuk om een bezoek te brengen aan een concert, een opera of een balletvoorstelling Het lijkt me leuk om op te treden op Culturele Café ’s, of in musicals mee te zingen of te spelen En nu? Wil je muziek kiezen, maar weet je niet zeker of je het kunt? Of twijfel je nog heel erg of je het wel leuk zult vinden? Zoek me dan even op, dan kan ik misschien nog wat meer vertellen, of helpen bij je keuze.
Handvaardigheid Als je het vak Handvaardigheid kiest in de bovenbouw krijg je het gemiddeld 3 uur per week, waarvan gemiddeld 1 uur per week Kunstbeschouwing/Kunstgeschiedenis. Je werkt met een grote verscheidenheid aan materialen en technieken aan werkstukken die 3-dimensionaal zijn. In de examenklas werk je aan een collectie werkstukken. In het begin zul je nog opdrachten krijgen maar gaandeweg moet je zelf je opdrachten gaan bedenken. Je eindexamen bestaat op de Mavo en Vwo uit een praktijk-examen en een theorie-examen. Op de Havo is er alleen een theorie-examen. Als je een creatieve vervolgopleiding overweegt, is het niet onverstandig om een vak als Handvaardigheid in je examenpakket te kiezen. Tekenen voor je 21st century skills! Binnen het profiel C&M en binnen de vrije ruimte heb je op het Comenius College de unieke mogelijkheid om te kiezen voor het vak Tekenen. Wat staat je te wachten wanneer je zou kiezen voor Tekenen? Eén van de eerste dingen die opvallen is natuurlijk dat je vooral praktisch bezig bent bij dit vak. De meeste tijd ben je bezig met tekenen, schilderen, druktechnieken, fotograferen en computervormgeving. Daarnaast krijg je kunstbeschouwing en wat kunstgeschiedenis. Naast je leervakken is het aantrekkelijk om Tekenen te kiezen. Want het leuke is dat je niet alleen met je hersens werkt, maar ook met je handen en met je hart. Het gaat immers ook over mooi en lelijk en over gevoelsuitdrukking en emotie. Bij de kunstbeschouwing leer je gericht naar beeldende kunst van anderen te kijken. Je leert beelden te analyseren, te waarderen en in de cultuurgeschiedenis te plaatsen. Je wordt zo vaardig in de ‘beeldtaal’. Het handelingsdeel bestaat uit het deelnemen aan de jaarlijkse vakexcursie.
18
Dan brengen we een bezoek aan een op dat moment belangwekkende kunsttentoonstelling. Wanneer je zo intens leert genieten van kunst, betekent dat een verrijking voor de rest van je leven. Bovendien is het belangrijk dat je in onze beeldcultuur kritisch met beelden kunt omgaan.
Voor wie is het vak geschikt in de bovenbouw? Als je denkt dat je voor Tekenen als examenvak bijzonder veel aanleg moet hebben, kon je je wel eens vergissen. Veel belangrijker is het wanneer je zin hebt in een gezellig vak in de bovenbouw, plezier hebt in tekenen, interesse in kunst en vormgeving, inzet en doorzettingsvermogen. In klas 3 geeft je docent je een vakadvies! Wat wordt er van jou verwacht in de bovenbouw? Hoe wordt het vak getoetst en afgesloten? Al je praktijkwerk maakt deel uit van een ‘beeldportfolio’ dat meetelt voor je schoolexamen. Voor de theorie krijg je een toets in de toetsweek. Praktische opdrachten worden ingeleid met een lesschema. Daarop staat precies aangegeven wat van je verwacht wordt. Het programma is afwisselend: soms werk je ‘naar aanschouwing’, een andere keer ga je uit van gegeven afbeeldingen. Soms moet je het helemaal hebben van je eigen fantasie en bij een volgende opdracht gaat het om de toegepaste functie van een werkstuk. Het examenprogramma Het examen bestaat uit een schoolexamen en een centraal schriftelijk. Het schoolexamen bestaat uit alle beeldende werkstukken die je tijdens de lessen hebt gemaakt. Het Centraal Schriftelijk Examen heeft betrekking op de theorie, kunstbeschouwing en kunstgeschiedenis dus. Een cijfer voor tekenen op je eindlijst strekt vooral tot aanbeveling voor de volgende studierichtingen: kunst (academie, media en technologie, televisie), kunstgeschiedenis (museum, kunstcriticus, journalistiek), archeologie, onderwijs, grafische richtingen, fotografie, computervormgeving, toerisme, vrije tijd, enz. Maar het gaat verder: Tekenen bekwaamt je in de z.g. 21st century skills: Voorbeelden hiervan zijn creativiteit, innovatie, kritisch denken, problemen oplossen, communicatie, samenwerking, aanpassingsvermogen, productiviteit, sociale vaardigheden, ICT-vaardigheden, mediawijsheid. Maar wellicht minstens zo belangrijk: Tekenen verrijkt je met een schat waar je de rest van je leven van kunt genieten!
Het vak godsdiens/levensbeschouwing Het vak gd/lb heeft als doel je te laten nadenken over wat belangrijk is in het leven en je te helpen daar je eigen mening in te vormen. Dit vak is dus handig voor iedereen die wel eens nadenkt over zijn/haar leven en niet alleen voor gelovigen, want door te kijken naar andere levensbeschouwingen leren we en ontdekken we onszelf.
19
We laten je daarom in de onderbouw kennismaken met de 3 grote wereldgodsdiensten en eens op een rijtje zetten wat jouw mening is over deze geloven. Ook ga je zelf door het maken van verslagen laten zien wat voor jou precies belangrijk is in je leven. Je krijgt bij dit vak toetsen, maar ook verslagen, presentaties en debatten. We houden graag gesprekken en discussies in de klas om te kijken waarom mensen een bepaalde mening over het leven, oftewel een levensbeschouwing hebben. Thema’s die we behandelen hierbij zijn naast de godsdiensten ook het stellen van levensvragen, communicatie, rituelen, relaties en godsbeelden. In de bovenbouw gaan we wat dieper op deze thema’s in door ook te kijken naar ethiek (wat is goed/fout handelen), naar hoe je tegen de mens aankijkt en wat voor jou het leven de moeite waard maakt. Daarnaast behandelen we in het VWO de oosterse religies en in de Havo verdiepen we het christendom en de moderne vormen daarvan. In de bovenbouw gaan we er vanuit dat jij je mening over deze thema’s kunt onderbouwen en horen en zien we dat graag terug in verslagen, presentaties en discussies. Respect voor elkaars mening en een open houding naar iedereen vinden we hierbij heel belangrijk!
Frans
Pourquoi le français ? Frans wordt in Europa vlak over de grens gesproken in België en Luxemburg en, iets verder weg, in Frankrijk en Zwitserland. Frans is in veel landen de voertaal. Het is niet alleen een heel mooie taal, maar het is ook een logische keuze als je verder wilt komen in onze internationale wereld.
Wil je de (internationale) handel in? Onze industrie, land- en tuinbouw, handel en overige dienstverlening zijn zeer internationaal gericht: onze export is zeer belangrijk voor ons nationaal inkomen. Onze belangrijkste handelspartners zijn Duitsland, Frankrijk, België en Luxemburg. Hiervoor is Engels niet genoeg. Veel import komt uit Zuid-Europese en Afrikaanse landen. Daarvoor moet iemand naar die landen om te onderhandelen over prijzen en voorwaarden voor bijvoorbeeld fruit uit Marokko, katoen uit Mali, Burkina Faso, Benin of Senegal, koffie uit Ivoorkust en Congo en chocolade uit Kameroen en Ivoorkust.
20
Ben je politiek geïnteresseerd? Frans is de belangrijkste voertaal bij ministeries en werkgroepen van de Europese Gemeenschap. Frans is naast Engels de werktaal van de Verenigde Naties. Internationale samenwerking, internationale ontwikkeling: in veel landen wordt naast de nationale taal vooral Frans gesproken.
Onze beschaving, jouw erfgoed? Bij internationale contacten en uitwisselingen is Frans een veel gebruikte taal. De Franse taal en cultuur vormen een wezenlijk element van de Europese beschaving. Kennis van het Frans bevordert een goed begrip van onze eigen taal en cultuur. Beheersing van het Frans vergemakkelijkt de toegang tot andere Romaanse talen en culturen. Voor meer informatie ga naar www.franszelfsprekend.nl Je cijfer in de 3e klas H/V is redelijk voorspellend: je kunt er van uit gaan dat het cijfer waarmee in klas 3 eindigt, voorspelt hoe het gaat in de 4e klas. Mocht je aan het eind van de 3e klas een beetje afzakken, dat weet je dus dat Frans in de 4e ook moeilijker voor je zal zijn. Als je Frans kiest op de havo, ga je in de 4e een dagje naar Lille, je oefent daar je spreekvaardigheid door gesprekjes te hebben met de Fransen en je proeft aan de Franse cultuur. Natuurlijk moet je ook een aantal Franse boeken lezen en we proberen altijd een keer naar een franse film of naar een toneelstuk te gaan. In de lessen richten we ons op het verbeteren van je taalvaardigheid. Maar je moet ook veel voca leren en ook de grammatica blijft belangrijk. Je examen bestaat uit het schrijven van een brief (of mail), een CITO luistertoets (niveau B1), een mondeling en het CE bestaat uit leesvaardigheid (B1).
Spaans ¡Descubre el mundo del español! Steeds meer mensen willen tegenwoordig de Spaanse taal leren. Dat is ook niet zo gek, want het Spaans is een wereldtaal en wordt buiten Spanje in nog 22 andere landen gesproken. Het is daarom voor ruim 300 miljoen mensen de moedertaal. Daarnaast wordt de Spaanstalige wereld steeds belangrijker voor de wereldeconomie en heeft het een hele rijke en diverse cultuur. Wanneer je Spaans als eindexamenvak kiest, maak je daarom niet alleen kennis met de Spaanse taal maar ook met de Spaanstalige cultuur en literatuur.
21
We richten ons in de bovenbouw met name op de vijf vaardigheden van een taal: leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, luistervaardigheid, spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid. Dit houdt in dat je, naast de traditionele grammaticaregeltjes, vooral leert communiceren in het Spaans. De docenten spreken veel Spaans tijdens de lessen, waardoor je de taal extra snel leert. In het vierde jaar ben je in staat om een sollicitatiebrief te schrijven en in het vijfde jaar kan je het journaal al goed volgen. Ook ga je in de bovenbouw kennismaken met de Spaanse literatuur en ga je een aantal bekende literaire werken lezen! Om de voorgang van je leerproces bij te houden, maken we gebruik van een Taalportfolio. Het vak wordt in je laatste jaar afgesloten met een landelijk eindexamen. Natuurlijk is Spaans meer dan alleen grammatica: excursies en workshops laten je de verschillende kanten van de taal en de cultuur zien. In de lessen wordt er niet alleen aandacht besteed aan film, muziek en literatuur maar ook het zakenleven, sportief succes en moderne media komen aan bod.
Duits Ondernemers willen Duits terug op school DEN HAAG - Niet de files of de personeelskosten zijn het grootste struikelblok voor Duitse ondernemers om zich in Nederland te vestigen, maar het onderwijs. Dat zei voorzitter Kurt Döhmel van de Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK) maandag in Den Haag, na een enquête onder 2600 Duitse ondernemingen. Niet alleen een goede technische opleiding, maar ook voldoende talenkennis is volgens Kurt Döhmel nodig om ook in de toekomst de noodzakelijke vakkrachten te kunnen leveren. "In het bedrijfsleven is Engels alleen als vreemde taal niet voldoende. Belangrijk is vooral om een tweede vreemde taal, bij voorkeur Duits, aan het voortgezet onderwijs als verplicht vak aan te bieden", aldus Döhmel. Nederland staat op het punt om zijn klassieke voordeel bij vestiging van buitenlandse ondernemingen, talenkennis, te verspelen. Zo waren er vorig jaar nog maar 250 studenten Duits in Nederland ingeschreven, aldus de Handelskamer. De Duitse ondernemers dringen ook aan op onder meer vermindering van bureaucratie en verbetering van weg- en spoorverbindingen naar Duitsland. © ANP In de vierde en vijfde klas van de havo doe je examen. Dat betekent dat je geleerd hebt goed te lezen. Dat is heel belangrijk en daarom besteden we daar ook veel tijd aan. Dan het spreken. Daarvoor verzamel je eerst informatie waarover je vertellen kan. Dat oefenen we gedurende de vierde en vijfde klas eerst goed samen zodat het een succes wordt!
22
Voor het luisteren maken we gebruik van allerlei bronnen; dialogen, films, we gaan naar Duitsland, officiële toetsen. Kortom heel veel verschillende dingen. Voor wie is het vak geschikt in de bovenbouw? Wie belangstelling heeft voor economie, toerisme, horeca etc. heeft met Duits altijd goed gekozen. Voor Nederland is Duitsland nu eenmaal een vreselijk belangrijk land. Dat merkt iedereen op alle niveaus: van taxichauffeur tot zakenman in een internationaal bedrijf, van minister tot bloemenkweker! Iedereen die openstaat voor het vak Duits kan het ook. Je merkt zelf in de loop van de jaren of het Duits je goed afgaat. Mocht het zo zijn dat je tegen problemen aanloopt, moet je dat vooral met je docent bespreken. De docent kan je altijd helpen en advies geven!
Wat wordt er van jou verwacht in de bovenbouw? Als je Duits gaat kiezen, verwachten we ook dat je je er goed voor inzet. Dat is niets bijzonders, dat geldt voor ieder vak. Het examenprogramma Het examenprogramma bestaat bij Duits net zo als bij de andere talen uit leesvaardigheid, luistervaardigheid, spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Wiskunde A of wiskunde B of geen wiskunde?
Als je straks vanaf klas 4 het C&M-profiel gaat volgen is het mogelijk om dat zonder wiskunde te doen. Als daarmee voor jou het behalen van een diploma veel zekerder wordt omdat je heel veel moeite met wiskunde hebt, dan kan dat een goede reden zijn. Maar je moet dan wel heel zeker weten of jouw vervolgopleiding na het behalen van het diploma jou toelaat als je geen wiskunde hebt gehad! Je sluit namelijk veel deuren van vervolgopleidingen als je geen wiskunde hebt. Dus als je nog niet precies weet wat je wil gaan doen, is het raadzaam om toch wiskunde te kiezen. Binnen het C&M-profiel is alleen wiskunde A te kiezen. De keuze van wel of niet wiskunde staat los van de rekentoets. De rekentoets is voor alle leerlingen verplicht Als je voor het E&M-profiel kiest heb je geen keus en krijg je standaard wiskunde A. Als je voor het N&T-profiel kiest heb je geen keus en krijg je standaard wiskunde B. Als je voor het N&G-profiel kiest moet je kiezen tussen wiskunde A en wiskunde B.
23
Wat is het verschil tussen wiskunde A en wiskunde B? Veel onderwerpen komen bij zowel wiskunde A als wiskunde B voor. Bijvoorbeeld het gebruik van rekenregels, breuken, verhoudingen, formules met haakjes, formules herleiden, het gebruik van grafieken (maximum/minimum, stijgen/dalen, snijpunten met assen) , verschillende soorten verbanden (lineair, exponentieel, recht evenredig, omgekeerd evenredig) het oplossen van vergelijkingen of ongelijkheden. Statistiek is een onderwerp dat alleen bij wiskunde A wordt behandeld. Bijvoorbeeld: Data verwerken met ICT en werken met gemiddelde, modus, mediaan, absoluut/relatief, frequentie, klassenindeling, populatie, staafdiagram, cirkeldiagram, boxplot, puntenwolk, steekproef, normale verdeling. Onderwerpen die alleen bij wiskunde B voorkomen is een uitbreiding op de eerder genoemde verbanden en grafieken met termen als domein, bereik, interval, symmetrie, asymptoot, wortel, kwadratisch, abc-formule, logaritmisch, sinusoïde, inverse, transformaties, veranderingen, differentie quotiënt, afgeleide, raaklijn. Maar ook meetkundige onderwerpen zoals afstand, stelling van Pythagoras, gelijkvormigheid, sinusregel, cosinusregel, vergelijking van een lijn of cirkel, stelsels van vergelijkingen. Als je wiskunde B kiest moet je aan het eind van klas 3 voor wiskunde gemiddeld een 7,0 of hoger staan. Bij de meeste vervolgstudies wordt duidelijk aangegeven welke wiskunde je nodig hebt. Probeer dat voor jouw vervolgstudie zo helder mogelijk in beeld te krijgen zodat je de juiste keuze kan maken en niet voor verrassingen komt te staan als je de ‘verkeerde’ wiskunde hebt. Kijk niet alleen naar wat je nodig hebt, maar kijk vooral ook naar wat je kan! Kies bewust! Succes!
Rekenen De rekentoets zal vanaf 2015-2016 deel uitmaken van de slaag-/zakregeling. En telt dus mee voor je eindexamen. De invoering van de rekentoets als onderdeel van het eindexamen heeft als doel basale rekenkennis te borgen. De rekentoets wordt centraal ontwikkeld (door het CITO) en zal digitaal worden afgenomen. De rekentoets is schoolexamen noch centraal examen, maar aanvullend. Er is dus geen Examen Dossier voor rekenen. De rekentoets wordt afgenomen in 5havo en kent een eigen, aparte herkansingsregeling: alle leerlingen mogen de toets één keer herkansen. De herkansing voor de rekentoets is dus aanvullend op die van het centraal examen. De rekentoets wordt voorbereid in de lessen wiskunde. Voor leerlingen zonder wiskunde (alleen mogelijk in het profiel cultuur & maatschappij) staat het vak rekenen op het lesrooster.
24
Rekenen en dyscalculie Vooralsnog mogen scholen aan leerlingen met dyscalculie – behalve tijdverlenging – geen enkele ontlastende faciliteit bieden zoals een formulekaart, het gebruik van een rekenmachine of het hanteren van een afwijkende norm. Hoewel de discussie daarover landelijk nog gaande is, en het dus niet uitgesloten is dat hier nog verandering in komt, kunnen wij op dit moment niets anders doen dan ons houden aan de wettelijke voorschriften.
Verandering van profielvak in 4-havo We gaan er van uit dat je je profiel en vakkenpakket weloverwogen hebt vastgesteld. Toch kan het wenselijk zijn om één of meerdere vakken om te ruilen voor andere vakken, bijvoorbeeld als een vak echt te moeilijk blijkt te zijn. Hierover zijn de volgende richtlijnen. Je moet een vak serieus geprobeerd hebben. Dus pas als de gegevens van Toetsweek 1 bekend zijn, kun je voor de kerstvakantie een verzoek indienen voor een vakkenwissel. We nemen je verzoek alleen in overweging als je docent bevestigt dat je echt je best hebt gedaan. Een vakkenwissel is technisch niet altijd mogelijk. Het kan zijn dat een door jou gewenste verandering niet in het rooster gerealiseerd kan worden of dat er geen plaats meer is in de lesgroep(en) van het door jou gewenste vak. Het kan ook zijn dat je een ander vak wilt waarvoor je vorig schooljaar onvoldoende stond, waarvoor je een negatief advies had of waarvan het om een andere reden twijfelachtig is of dat wel verstandig is (bijvoorbeeld als je alsnog M&O wilt kiezen terwijl je zwak bent in wiskunde en economie). In het geval een vakkenwisseling gerealiseerd kan worden, besteed je de kerstvakantie aan het inhalen van de gemiste stof. Op de maandag na de herfstvakantie haal je de gemiste toets(en) van je nieuwe vak in.
Na 5 havo instromen in 5 vwo De overstap van 5 havo naar 5 vwo is geen gemakkelijke. Je moet daar goed over nadenken en het met je mentor bespreken. Als je hebt besloten 5 vwo te willen gaan doen, moet je je vóór 1 mei aanmelden bij de afdelingsleider bovenbouw vwo. Deze bespreekt met jou en je ouders wat de overstap inhoudt. Een voorwaarde voor 5 vwo is dat je voor je vakken op de eindlijst havo gemiddeld een 7.0 staat. 25
Een tweede voorwaarde is, dat het havo-examen is afgelegd met wiskunde en bovendien met Frans, Duits of Spaans. Op het vwo moeten leerlingen namelijk een vak meer doen dan op het havo. Wiskunde en – naast Engels – een tweede moderne vreemde taal (Duits, Spaans of Frans) zijn op het vwo verplicht in ieder profiel. Dyslectische leerlingen kunnen ontheffing van die 2e moderne vreemde taal aanvragen als zij in het bezit zijn van een officiële dyslexieverklaring. Zij moeten in plaats van Frans, Duits of Spaans dan een ander regulier vak kiezen zodat ze wel een extra vak hebben.
Extra activiteiten en certificaten Als je in de bovenbouw extra activiteiten verricht, dan kun je daar van school een officieel certificaat voor krijgen. Deze certificaten kunnen bij de toelating van een aantal studies in het Hoger Onderwijs een belangrijke rol spelen. Voor sommige studierichtingen melden zich namelijk veel studenten aan, terwijl het aantal studieplaatsen beperkt is. Dit probleem wordt dan opgelost door de toelating te regelen met behulp van loting en decentrale selectie. Uitleg hierover staat een paar blz verder. Bij de decentrale selectie kijkt een universiteit of een hogeschool dan naar je motivatie en naar de extra activiteiten die je hebt verricht buiten alle verplichte werkzaamheden voor je profiel. (soort bijbaantje, topsport, etc) Bij extra activiteiten op school gaat het bijvoorbeeld om deelname aan: debatteren internationalisering musical leerlingenraad Als je een certificaat of certificaten kunt laten zien in een dergelijke situatie, dan nemen daarmee de kansen toe dat je toegelaten wordt tot de studie die jij hebt gekozen. Daarnaast kunnen deze extra activiteiten een rol spelen bij de verplichte hoeveelheid onderwijstijd die iedere leerling per schooljaar aangeboden moet krijgen. Het verrichten van zo’n extra activiteit kan er dan voor zorgen dat je aan deze eis voldoet.
26
Keuzepercentages op het Comenius College Aantal examendeelnemers naar profiel op het havo
CM EM NG NT CM + EM NG + NT
20102011 26 40 23 <5 13 10
20112012 23 42 25 11 <5 6
20122013 24 51 31 15 <5 <5
20132014 11 43 38 7 12 6
20142015 30 40 29 10 1 3
(bron: http://www.schoolvo.nl/vensters/20187-03FO-000/publish/ind09_leesmeer/ind09_leesmeer_20187-03FO000.html)
Deze keuzepercentages laten zien hoeveel leerlingen in totaal kozen voor een bepaald profiel. Als je bedenkt dat de werkgelegenheid in de technische sector zeer goed is, dan kun je – met de nodige voorzichtigheid – voorspellen welke groep over een aantal jaren de meeste kans op werk maakt. Overigens is de kans op werk maar één gegeven dat een rol speelt bij de profielkeuze. Van belang is natuurlijk ook dat je kiest voor een opleiding die past bij jouw interesses, jouw capaciteiten en bij wat jij belangrijk vindt in het leven. Als je je daarvan bewust bent, maak je - welk profiel je ook kiest - een verstandige keuze.
Het Hoger Onderwijs in Nederland Er zijn in Nederland twee soorten Hoger Onderwijs: het Hoger Beroepsonderwijs (HBO), dat gegeven wordt aan Hogescholen en het Wetenschappelijk Onderwijs (WO), dat gegeven wordt aan Universiteiten. Het Wetenschappelijk Onderwijs (WO, Universiteiten) Het onderwijs aan de universiteiten is wetenschappelijk van aard. Dat wil zeggen dat er diep over de dingen wordt nagedacht, men probeert alle achtergronden te begrijpen. De studie is voor een belangrijk deel theoretisch en leidt in het algemeen niet op voor een bepaald beroep. Toelatingseis: vwodiploma. Het Hoger Beroepsonderwijs (HBO, Hogescholen) Hbo-opleidingen worden verzorgd door hogescholen. Het HBO is sterk gericht op een bepaalde beroepspraktijk en kent veel (praktische) stages. Voor zover het HBO theoretisch is, gaat het meer om het toepassen van de theorie in de praktijk. Toelatingseis: havo- of vwo-diploma. De cursusduur is bij het WO en het HBO in principe gelijk: de meeste Bachelors-opleidingen duren 4 jaar. Studiefinanciering geldt slechts voor de duur van de cursus plus 1 jaar. Na je Bachelor-opleiding kan je nog doorstuderen voor een Master-opleiding.
27
De vele HBO-opleidingen zijn onder te verdelen in een aantal sectoren: 1. Economie 2. Gedrag en Maatschappij 3. Gezondheidszorg 4. Krijgsmacht/Veiligheid/Politie/Recherchekunde 5. Horeca en Toerisme 6. Landbouw en Natuurlijke omgeving 7. Natuurwetenschappen 8. Onderwijs 9. Taal en Cultuur 10. Techniek
Toelating Elk jaar weer is het zo, dat duizenden aankomende studenten met hun diploma van het havo (en vwo) op zak, niet geplaatst kunnen worden bij de hogere beroepsopleiding van hun keuze. Bij de hogere hotelschool bijvoorbeeld geven zich elk jaar weer ca. 3000 kandidaten op, terwijl de totale capaciteit van de hogere hotelscholen in ons land in het eerste studiejaar slechts 1100 bedraagt. Iets dergelijks geldt, zij het in mindere mate, voor o.m. de opleiding fysiotherapie en de academies voor journalistiek. In andere sectoren van het HBO kan daarentegen nog best een flink aantal studenten geplaatst worden. De hierboven genoemde voorbeelden doen vermoeden dat veel jonge havo(en vwo-gediplomeerden) zich blind staren op één bepaald beroep, zonder misschien ooit andere mogelijkheden te hebben overwogen. Het kan natuurlijk niet waar zijn, dat je slechts geschikt bent voor één beroep. Je doet er dus goed aan tijdig meerdere studie en beroepsmogelijkheden onder de loep te nemen om daardoor meer pijlen op je boog te krijgen. Dat voorkomt teleurstelling en tijdverlies. Bij de toelating spelen factoren als aanleg, gemiddeld eindexamencijfer, capaciteiten en samenstelling van het examenvakkenpakket een belangrijke rol. Ontbreken er één of meer vereiste vakken in het pakket, dan kost het je soms een jaar om de gevraagde kennis te verwerven. Numerus-fixus Voor een flink aantal opleidingen (99!!) was voor het studiejaar 2014-2015 een numerus-fixus ingesteld. Dat betekent dat maar een beperkt aantal studenten werd toegelaten. Voorbeelden van opleidingen met een Numerus Fixus: Commerciele economie – Game Architecture and Design – HBO-rechten – Verpleegkunden – Toegepaste Psychologie – Communicatie & multimedia design - Forensisch onderzoek – Fysiotherapie - Huidtherapie – Journalistiek – Kunst en economie – Leraar lichamelijk opvoeding – Media, informatie en communicatie – Medische hulpverlening – Mondzorgkunde – Oefentherapie Cesar – Vrijetijdsmanagement (NHTV) – Sport en bewegen
28
Decentrale selectie Nu de loting voor jullie is afgeschaft zullen nog meer opleidingen die een deel van hun studenten alleen toelaten via een (decentrale) selectie. Aan welke voorwaarden en eisen je daarvoor moet voldoen mag de opleiding zelf bepalen. Welke opleidingen dit betreft kun je zien op www.ib-groep.nl (onder studeren en dan decentrale selectie). Aanvullende eisen Onafhankelijk hiervan kennen de kunstopleidingen, de opleidingen creatieve therapie, de academies voor lichamelijke opvoeding, de hogere hotelscholen en nog enkele andere opleidingen hun eigen toelatingseisen. (Voor de volledige lijst, kijk op www.ib-groep.nl.) Hoogstwaarschijnlijk gaat de loting er per 2016-2017 uit. Dat beslist de politiek. Het kan dus zijn dat je daar niet meer mee te maken hebt straks. Je mentor of decaan zal je dat melden zodra “Den Haag” beslist heeft. Het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Nogal wat leerlingen, die het havodiploma behaald hebben, maken de overstap naar het MBO. Een veel gehoord motief hierbij is: "Het havo sluit zo slecht aan op het Hoger Beroepsonderwijs". In een aantal gevallen is deze uitspraak ongetwijfeld juist. Met name de overgang van het havo naar de zgn. "harde" opleidingen binnen het HBO is niet eenvoudig. Hiertoe rekent men ondermeer de hogere technische, economische en administratieve, informatica- en laboratoriumopleidingen. Het kan daarom verstandig zijn eerst een middelbare beroepsopleiding te volgen om daarna door te stromen naar het hoger beroepsonderwijs. Tot het eerste leerjaar van een school voor MBO kun je toegelaten worden met een overgangsbewijs van 3- naar 4-havo of met een vmbo-t-diploma. Met een diploma van de havo op zak kun je vaak in het tweede leerjaar plaatsnemen, vooropgesteld dat je vakkenpakket voldoet aan de eisen. De cursusduur van de meeste scholen voor MBO is 3 of 4 jaar. Hieronder volgt een opsomming van de meest voorkomende typen van middelbaar beroepsonderwijs. Economische Sector Middelbaar economisch en administratief onderwijs (MEAO), middelbaar detailhandels-onderwijs/ondernemersonderwijs (MCO), MBO brood- en banketbakken, opleiding tot secretaresse, receptioniste, informatrice, toeristisch medewerker, reclame- en presentatietechnieken. Agrarische Sector Opleidingen: plantenteelt, veehouderij, groene ruimte, bloemen- en tuincentrum, paardenhouderij en paardensport, dierverzorging en veterinaire ondersteuning, voedingsindustrie en milieutoezicht.
29
Horeca-, Huishoud- en Nijverheidssector Middelbare horeca opleiding, mbo-mode en kleding, mbo-facilitaire dienstverlening. Sector Openbare Orde Opleidingen tot onderofficier bij de landmacht, de luchtmacht, de marine en de marechaussee, de politieopleiding, beveiligingsbeambte. Sector Gezondheidszorg Mbo-apothekersassistent, mbo-doktersassistent, mbo-tandartsassistent, mboverpleging, opleiding ziekenverzorgende. Sector Dienstverlening en Welzijn Mbo-verzorging, mbo-agogisch werk, mbo-uiterlijke verzorging, mbo-sociale arbeid, mbo-activiteitenbegeleiding, mbo-sport en bewegen, mbo-assistenten in de gezondheidszorg, sociaal juridische dienstverlening, sociaal pedagogisch werk. Technische Sector Middelbare technische school, mts-motorvoertuigentechniek, instituut voor de autohandel, mts-fijnmechanische vakken, instrumentenmakersschool, mtsluchtvaarttechniek en elektronica, mts voor meubilerings- en houtbedrijven, mts voor schilderen en etaleren, mts-edelsmederij, grafische mts, mts-fotografie en fotonica, ICT-Lyceum, middelbaar laboratoriumonderwijs, mtsinstallatietechniek. Sector Transport en Logistiek Mbo-scheepswerktuigkundige, mbo-stuurman, middelbare haven- en vervoerschool, middelbare opleiding voor het baggerbedrijf, transport en logistiek, luchtvaartdienstverlening. Sector Kunst, Cultuur en Media Sound and Vision, pop- en sounddesign, webspecialist, audio/ video/ animatiespecialist, multimediaspecialist, mediavormgever
Nadere voorlopleidingseisen in het HBO We willen je hieronder een indruk geven welke hogere beroepsopleidingen er zoal zijn en welke officiële toelatingseisen worden gehanteerd. Maar sommige hogescholen wijken af van deze eisen. Ook zijn er nog wijzigingen en/of aanvullingen in deze lijst mogelijk. Kijk daarom voor alle zekerheid altijd naar de vooropleidingseisen zoals die geformuleerd staan op de site van de hogeschool waar jij heen wilt! Bron: http://comeniushilversumhv.dedecaan.net/downloads/centraal/toelatingseisen/havo_hbo.pdf
30
Verklaring van in de tabel gebruikte afkortingen en symbolen. dit profiel geeft toelatingsrecht voor de betreffende opleiding, zonder aanvullende vakkeneisen. dit profiel geeft geen toelatingsrecht voor de betreffende opleiding (ook niet in combinatie met bepaalde vakken in het vrije deel). Een vakaanduiding betekent dat er toegangsrecht is indien aan de vakaanduiding is voldaan. (…): uit de tussen haken vermelde vakken kan worden gekozen. Eén van de genoemde vakken is voldoende. bi: biologie ec: economie gs: geschiedenis m&o: management en organisatie mw: maatschappijwetenschappen mvt: moderne vreemde taal fa: Frans
du: Duits na: natuurkunde nl&t: natuur, leven en technologie sk: scheikunde wia: wiskunde A wib: wiskunde B
nr 1.
Sector economie (HBO: instroom met havo-diploma) Opleidingen N+T N+G Accountancy ec of m&o ec of m&o
2.
Bedrijfseconomie
3. 4.
E+M
ec of m&o
ec of m&o
Bedrijfskundige informatica
Ec
ec
5.
Bestuurskunde /overheidsmanagement Boekhandel en uitgeverij
Ec of m&o
Ec of m&o
6.
Commerciële economie
ec of m&o
ec of m&o
7.
Communicatie
Ec of m&o
Ec of m&o
8.
Communicatiesystemen
Ec of m&o
Ec of m&o
9.
Facility management
ec of m&o
ec of m&o
10.
Financial services management
ec of m&o
ec of m&o
11.
Fiscale economie
ec of m&o
ec of m&o
12.
Food and business
31
C+M (ec of m&o) + wi(a ofb) (ec of m&o) + wi (a of b) (ec of m&o) + wi (a of b) ec (ec of m&o) + wi (a of b) (ec of m&o) + wi (a of b) (Ec of m&o) + wi(a of b) (Ec of m&o) + wi(a of b) (ec of m&o) + wi (a of b) (ec of m&o) + wi (a of b) (ec of m&o) + wi (a of b) (ec of m&o) + wi(a of b)
13.
ec of m&o
2 mvt
2 mvt
2 mvt
2e mvt
2e mvt
2e mvt
ec of m&o ec of m&o
ec ec of m&o
ec ec of m&o
ec
ec of m&o of 2e mvt ec of m&o
ec of m&o of 2e mvt ec of m&o
ec of m&o
ec of m&o
ec of m&o
ec 2 mvt ec of m&o
ec 2 mvt ec of m&o
2 mvt
(ec of m&o ) + wi(a of b) ec of mw of m&o ec of mw of m&o ec ec of m&o
ec of m&o ec of m&o
ec of m&o ec of m&o
2e mvt²
2e mvt²
2e mvt²
23. 24. 25.
Functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie Hbo-rechten Hogere Europese beroepenopleiding Hoger Hotelonderwijs¹ Hoger toeristisch en recreatief onderwijs Informatiedienstverlening en -management Integrale veiligheid Integrale veiligheidskunde International business and languages International business and management studies Journalistiek Kunst en economie Logistiek en economie
26.
Management, economie en recht
27.
32. 33. 34.
Media and entertainment management Media, informatie en communicatie Office management Oriëntaalse talen en communicatie Small business & retail management Sport, management en ondernemen Trade management Azië Vastgoed en makelaardij
35.
Vertaalacademie
36. 37.
Vormgeving en management Vrijetijdsmanagement ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen. ² Frans of Duits verplicht indien deze taal wordt gekozen.
14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
28. 29. 30. 31.
32
e
e
e
e
e
e
ec of m&o ec of m&o (ec of m&o) + wi (a of b) ec of m&o ec of m&o
Sector gedrag en maatschappij (HBO: instroom met havo-diploma) nr 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Opleidingen N+T Creatieve therapie¹ Culturele en maatschappelijke vorming Godsdienstpastoraal werk Imam/Islamitisch geestelijk werker Integrale veiligheidskunde ec Maatschappelijk werk en dienstverlening Pedagogiek Personeel en arbeid Sociaal-juridische dienstverlening Sociaal pedagogische hulpverlening Social work Sport en bewegen¹ Sport en bewegingseducatie Toegepaste psychologie ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen.
N+G
E+M
C+M
ec
ec
wia of wib
Sector gezondheidszorg (HBO: instroom met havo-diploma) Opleidingen N+T N+G E+M Audiologie Bewegingsagogie/ psychomotorische therapie¹ Ergotherapie Farmakunde Fysiotherapie Huidtherapie Kunstzinnige therapie Logopedie¹ Management in de zorg¹ Medisch beeldvormende en radio therapeutische technieken Mondzorgkunde Oefentherapie Cesar Oefentherapie Mensendieck Optometrie Orthoptie Podotherapie Sport, gezondheid en management
33
C+M wi (a of b) wi (a of b) wi (a of b)
18.
Verloskunde1
19. 20.
Verpleegkundige, opleiding tot Voeding en diëtiek ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen.
bi
bi + sk
bi + sk + wi(a of b)
Sector landbouw en natuurlijke omgev. (HBO: instroom met havodiploma) nr 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Opleidingen Accountanca en agribusiness Bedrijfskunde en agribusiness Biotechnologie Bos- en natuurbeheer Dier- en veehouderij Diermanagement Educatie en kennismanagement groene sector² (lerarenopleiding) Kust- en zeemanagement Laboratoriumtechniek Land- en watermanagement Milieukunde Plattelandsvernieuwing
13. 14. 15. 16.
Tropische landbouw Tuinbouw en akkerbouw Tuin- en landschapsinrichting Voedingsmiddelentechnologie
nr 1. 2.
3. 4. 5.
N+T
N+G
E+M sk bi
C+M wi (a of b) wi (a of b) wi (a of b)
sk sk
sk sk wia+sk
wia wi (a of b) of ec wi (a of b)
Sector onderwijs (HBO: instroom met havo-diploma) Opleidingen N+T N+G Aardrijkskunde² Algemene economie² ec of m&o ec of m&o Allochtone levende talen, opleiding tot leraar Basisonderwijs, opleiding tot leraar Beeldende kunst en vormgeving, docent¹ Bedrijfseconomie² ec of m&o ec of m&o
34
E+M
C+M ec
ec
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45.
Biologie² bi of nl&t Bouwkunde² Bouwtechniek² Consumptieve techniek² Dans, docent¹ Drama, docent¹ Duits² du du du Elektrotechniek² Engels² Frans² fa fa fa Fries² Geschiedenis² Gezondheidszorg en welzijn² Godsdienst² Grafische techniek² Informatie- en communicatietechnologie² Installatietechniek² Islamgodsdienst² Lichamelijke oefening¹ Maatschappijleer² Mechanische techniek² Mens en maatschappij² Mime, opleiding tot docentschap Motorvoertuigentechniek² Muziek, docent¹ Natuurkunde² na of nl&t Nederlands² Nederlandse , gebarentaal/tolkenopleiding¹ ² Omgangskunde² Opleidingskunde Pedagogiek² Scheikunde² Spaans² Techniek² , Turks¹ ² Verpleegkunde¹,² Verzorging/ huishoudkunde² Verzorging/ gezondheidskunde² Werktuigbouwkunde² Wiskunde² wib ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen. 2 Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs en/of beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van de tweede graad.
35
bi of nl&t wi (a of b) wi (a of b) du wi (a of b) fa wi (a of b) wi (a of b) wi (a of b) wi (a of b) wi (a of b) wi (a of b) wib
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Sector taal en cultuur (HBO: instroom met havo-diploma) Opleidingen N+T N+G Autonome beeldende kunst¹ Dans¹ Film en televisie Museologie Muziek¹ Theater¹ Vormgeving¹ ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen.
Sector techniek (HBO: instroom met havo-diploma) Opleidingen N+T N+G Aot-techniek na of nl&t Aquatische ecotechnologie Autotechniek na of nl&t Aviation na of nl&t Bedrijfsmanagement mkb Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bio-informatica
E+M
C+M
E+M na wib
C+M wi (a of b) wib wi (a of b) wi (a of b) of na
10. 11. 12. 13.
Biologie en medisch laboratoriumonderzoek Biometrie Biotechnologie Bouwkunde Bouwmanagement en vastgoed
na of nl&t
wib + na
14. 15. 16. 17. 18. 19.
Bouwtechnische bedrijfskunde Business engineering Chemie Chemische technologie Civiele techniek Commercieel ingenieur
na of nl&t na of nl&t na of nl&t
wib + na
20.
Communication and multimedia design Elektrotechniek Engineering, design and innovation Forensisch onderzoek Game architecture and design Geodesie Gezondheidszorgtechnologie Grafimediatechnologie Human technology
wi (a of b) ec + wi (a of b) ec of wi (a of b) wi (a of b)
na of nl&t na of nl&t na of nl&t na of nl&t
na
wi (a of b) wi (a of b)
9.
21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
36
29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49.
na of nl&t na of nl&t na of nl&t
na na
wi (a of b) wi (a of b)
na of nl&t na of nl&t
sk
wi (a of b)
Scheepsbouwkunde na of nl&t Technische bedrijfskunde Technische commerciële confectiekunde Technische commerciële textielkunde Technische informatica Technische natuurkunde na of nl&t Verkeerskunde Werktuigbouwkunde na of nl&t ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen.
wib
wib
Hydrografie Industrieel product ontwerpen Industriële automatisering Informatica Kunst en techniek¹ Logistiek en technische vervoerskunde Luchtvaarttechnologie Maritiem officier¹ Medisch Ingenieur Milieukunde Netwerk infrastructuur design Orthopedische technologie Ruimtelijke ordening en planologie
37
Het is niet gebruikelijk dat een derdeklasser al een open dag gaat bezoeken, Dat gebeurt meestal vanaf klas 4. Maar als je dat toch graag een keer wilt doen, dan moet je gebruik maken van onderstaand formulier. Je kunt het downloaden op de site van het decanaat, onder de tabbladen DOWNLOADS en FORMULIEREN. Aanvraag LOB verlof
HAVO
Het verlof dient minimaal 1 week van te voren te worden aangevraagd. Bezoek aan Open Dagen dient zoveel mogelijk buiten de lestijd plaats te vinden. Indien dit niet mogelijk is, dient hiervoor een aparte schriftelijke motivatie te worden gegeven. Baantjes en sport op zaterdag worden in principe niet als reden gezien om verlof tijdens schooldagen te verlenen. Het formulier wordt ondertekend door ouders en studiekeuzeadviseur. Mentor en afdelingsleiding worden geïnformeerd over verlof en doel van het verlof. Na het bezoek schrijf je een reflectie verslag dat je opneemt in je Digitale LOB-Portfolio in Keuzeweb. NB: tijdens toetsweken kan geen LOB verlof worden verleend.. Naam leerling:
Klas: Emailadres: Mentor: Keuze voor profiel: Datum opendag/meeloopdag: Hogeschool:
Opleiding:
Korte motivatie voor bezoek opendag/meeloopdag: Handtekening ouder(s) + datum:
Akkoord Decaan (R. Nijman) + datum
38
Schema adviezen van de vakdocenten in verband met je profielkeuze Dit formulier vul je samen met jouw vakdocenten in. vak
39
advies
docent
opmerkingen