Faculteit Natuur en Techniek Institute for Informatics, Communication and Technology Nijenoord 1 3552 AS Utrecht
SYLLABUS Studie Loopbaan Ontwikkeling
SLO 2008 / 2009
ICT-Opleidingen/profielen: Informatica Technische Informatica Bedrijfskundige Informatica Information Engineering Systeembeheer Combi-jaar Auteur: Roeli Witbraad © Versiedatum: 1-7-2008
Jaar 1 2 3
Inhoudsopgave1
1
1. Introductie Studie Loopbaan Ontwikkeling (SLO) ...................................................... 2 2. Maatschappelijke ontwikkelingen ............................................................................... 2 3. Het bedrijfsleven ....................................................................................................... 3 Voorbeeldvacatures .................................................................................................. 4 4. Algemene en specifieke beroepscompetenties .......................................................... 5 HBO-i Platform Bachelor of ICT ................................................................................ 7 5. SLO competenties; 5 a. Evalueren en reflecteren (analyseren) en zelfsturing (toekomst) ......................... 9 Hulpmiddelen / modellen: 5 b. Reflectiemodel ..................................................................................................... 10 5 c. Model blok/sem.evaluatie & studieplan................................................................. 11 5 d. Leerdoelen formuleren ......................................................................................... 12 5 e. Actieplan / persoonlijk ontwikkelingsplan; model .................................................. 14 6. Elektronisch Port-Folio (EPF)..................................................................................... 16 Richtlijnen ................................................................................................................ 18 Illustratie overzichten behaalde beroepscompetenties in EPF................................... 20 7. SLO en andere delen van het curriculum en de hogeschool ...................................... 22 Functioneren in projecten........................................................................................... 22 Internationalisering en werken met verschillende culturen.......................................... 22 8. Mentoraat, individuele begeleiding in de studie .......................................................... 23 Extra ondersteunende oefeningen of opdrachten....................................................... 23 9. Structuur van het SLO-programma per jaar: ............................................................. Opdrachten per docent/begeleider. ........................................................................... SLO – programma jaren 1, 2 en 3 ............................................................................ Inroostering groepsbijeenkomsten en gesprekken ...................................................
24 24 25 26
10. Beoordeling en herkansingen................................................................................... 26 11. Osiriscodes .............................................................................................................. 26 12. Moduleomschrijvingen jr. 1, 2, 3............................................................................... 27-32
Aan de inhoud en tekst van deze syllabus kunnen geen rechten worden ontleend.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
1
1. Introductie SLO. Je bent ongeveer tussen de 17 en 23 jaar en je begint op het hbo aan een studie in de ICT. Denk je dan al na over wat je over 3 of 4 jaar, of wellicht nog later, met je carrière of loopbaan wilt gaan doen? De meeste studenten in de techniek denken niet zover vooruit als ze beginnen aan hun studie. Ze willen in de techniek software of systemen leren programmeren. Maar als je je bedenkt wat een (stage)bedrijf tegenwoordig nog meer vraagt aan capaciteiten van 3e jaars hbo stagiairs, of wat het bedrijfsleven vraagt aan vaardigheden van afgestudeerde “Bachelors of ICT” dan voldoet alleen ICT-kennis niet meer. Moderne bedrijven verwachten van afgestudeerde ICT-ers ook een zo breed mogelijke visie, oftewel een z.g. “helikopterview” en hoe die kan bijdragen aan het succes van het bedrijf. Daarnaast wordt van je verwacht dat je weet wie je bent, wat je kunt en waar je naar toe wilt, maar ook wat je sterke kanten zijn en hoe je je zwakkere kanten zo kunt ontwikkelen dat die je niet belemmeren in je loopbaan en je die op een positieve manier weet te ontwikkelen. SLO is ontwikkeld om tijdens je studie over dit soort zaken na te denken en om aan te gaan werken, maar ook om je persoonlijke kwaliteiten en voorkeuren verder te ontwikkelen. Hiervoor zijn bij SLO oefeningen en opdrachten ontwikkeld waar je groepsgewijs of individueel aan werkt. Daarnaast is de persoonlijke begeleiding bij het cluster ICT een belangrijk onderdeel van het SLOprogramma. Je SLO-begeleider trekt 2 of 3 jaar met je op als persoonlijke coach en is je eerste aanspreekpunt in de opleiding. Vroeger noemden we dat een “mentor”. Je SLO-begeleider geeft je feedback en kan je persoonlijk aanvullende oefeningen of opdrachten geven om je ontwikkeling verder te stimuleren als dat nodig is. Zie hiervoor verder bij hoofdstuk 8.
2. Maatschappelijke ontwikkelingen. Het is al lang niet meer zo dat je tegenwoordig tot je pensioen blijft werken bij hetzelfde bedrijf of werkgever. Vandaag de dag is het voor elke werknemer belangrijk om “maatschappelijk bewust” te zijn en voortdurend op de hoogte te blijven van maatschappelijke, culturele en economische ontwikkelingen, zowel lokaal, nationaal als internationaal. Je moet weten wat er in de wereld aan de hand is en wat de ontwikkelingen zijn, ook op andere gebieden dan ICT. Het draait allemaal om voortdurend keuzes te maken, zowel privé, als in de studie, als in het werk. Stilstand is achterstand. Na het afronden van je hbo-opleiding zal het zeker niet zo zijn dat je nooit meer een studieboek zult openslaan. Bijblijven op je vakgebied in brede zin vraagt voortdurende scholing of bijscholing. Of je wilt bijblijven of niet is een keuze die je zelf maakt.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
2
3. Het bedrijfsleven. Ook in het bedrijfsleven worden voortdurend keuzes gemaakt, op elk niveau, door werkgevers en door werknemers. In elk bedrijf worden jaarlijks functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken gehouden om te zien hoe jij je capaciteiten ten goede van het bedrijf kunt ontwikkelen en verbeteren voor de nabije of langere termijn. Er wordt gekeken naar wat je wilt en kunt en er wordt steeds meer in teams gewerkt aan projecten. Bedrijven trekken de grenzen over en outsourcen is geen uitzondering meer. Dit vraagt andere vaardigheden van werknemers dan alleen inhoudelijke kennis. Dit was bijvoorbeeld 10 jaar geleden nog anders. Optimaal en internationaal kunnen communiceren en of je “in het team past” heeft bij bijna alle bedrijven prioriteit in sollicitatiegesprekken en in het later functioneren bij het bedrijf. Een flexibele instelling op alle gebieden is een “must”. De manier van solliciteren is ook niet meer dezelfde als vroeger. Er wordt al lang niet meer alleen naar een diploma of naar cijfers gekeken. Assessments en psychologische onderzoeken zijn voor het krijgen van hbo-functies eerder gewoonte dan uitzondering. Het is daarom erg belangrijk om zelf goed te weten wat je kunt en wat je wilt. SLO begeleidt je in deze ontdekkingsreis de komende 2 of 3 jaar tijdens je studie. Je leert de valkuilen van je sterke kanten te hanteren en je zwakkere kanten leer je positief te ontwikkelen. Door middel van opdrachten en oefeningen ga je actief je kwaliteiten verder uitbouwen; individueel en in groepsverband. Bewust keuzes maken doe je dageljks!
Wil ik mij wel of niet verder ontwikkelen? Wil ik wel of niet weten welke capaciteiten ik heb? Wil ik mij wel of niet onderscheiden? Wil ik wel of niet alles uit mijn studie halen? Etc. etc. etc. etc. etc. etc. etc. etc. etc. etc. etc. etc. etc........
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
3
Voorbeeld vacatures CCS is op zoek naar een ervaren
Functie eisen: » Een afgeronde HTS Informatica opleiding » Minimaal 4 jaar werkervaring als technisch consultant in technisch consultant windows-platform (spoed) Windows omgevingen met specifieke kennis van Terminal Server, Active Directory, IIS, Windows 2000/2003 server en Exchange Functie omschrijving: 2003. Als Technisch Consultant adviseer je klanten over de technische » Stressbestendig, klantgericht. mogelijkheden van systemen en ben je verantwoordelijk voor de » Geen 9 tot 5 mentaliteit implementaties van de Level-software. Je geeft remote of ter » Bereidheid om zowel in Woerden als landelijk bij onze klanten te plaatse ondersteuning aan onze klanten door heel Nederland. werken (dus reizen met de auto) Daarnaast ben je verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud en » In bezit van rijbewijs B. monitoren van systemen met SLA contracten. Naast de techniek is » Leeftijd vanaf 28 tot 35 jaar. samenwerken in projecten en een goede communicatie essentieel voor je werk. Ook het vervaardigen van documentatie behoort tot Dienstverband: Vast het afwissellende takenpakket
CCS start een Young professionals program!! Functie omschrijving: Als Young professional start je bij CCS als een soort trainee. Je begint met een interne of externe opleiding tot junior Progress ontwikkelaar, junior .Net ontwikkelaar, junior internetdeveloper, junior supportmedewerker of consultant. Na je studieperiode ga je intern of extern voor CCS werken en ga je je werkervaring en kennis verder uitbouwen en je carriere vormgeven. CCS zorgt voor passende begeleiding zodat jij je kan concentreren op jouw toekomst.
“
Functie eisen: CCS zoekt: » afgestudeerde HBO/WO schoolverlaters met een ICT of bedrijfseconomische achtergrond » Woonachtig op redelijke reisafstand van Woerden » Goede presentatie en sociale vaardigheden » Enthousiast en gemotiveerd » Goede beheersing van de Nederlandse taal in woord en geschrift » Liefst in bezit van rijbewijs B » Doorzettingsvermogen
Webdesigner ” (20848019) Salaris: in overleg Locatie: Utrecht; Adverteerder: Creyf'sType . Opleidingsniveau: HBO. Vacature geplaatst op: 11-3-2006 Een evenementenbureau in hartje Utrecht. Functiebeschrijving Het accent in deze functie ligt op de ontwikkeling en bouw van websites en het maken van digitale marketingtools. Je hebt regelmatig contact met klanten en bent pro-actief in het aanleveren van oplossingen. Je bent zelfstandig, meedenkend, collegiaal en hebt een analytisch denkvermogen . Functie-eisen Je hebt een HBO denk- en werkniveau. Je hebt ruime ervaring met DTP-werk, webdesign met o.a. flashtoepassing en het programmeren van websites. Je beschikt over uitstekende communicatieve vaardigheden en bent ervaren in het houden van interviews voor de informatieanalyse. Daarnaast heb je het vermogen om reële scenario’s op te leveren inzake doorlooptijd en projectkosten. Je vindt het een uitdaging te werken in een kleine, flexibele en ambitieuze organisatie. Er is volop aandacht en ruimte voor ontplooiing op zowel technisch als persoonlijk gebied. Een flinke dosis gedrevenheid zijn vereist. Een capaciteitentest maakt deel uit van de sollicitatieprocedure.
“
Bron: www.intermediair.nl
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
4
4. Algemene en specifieke beroepscompetenties van een Bachelor of ICT.
Bij SLO houden we ons met name bezig met de algemene beroepscompetenties (abc). Maar wat zijn nu eigenlijk beroepscompetenties?
Onder een competentie verstaat het “HBO-I” (overkoepelend platform van alle hbo Informatica-opleidingen i.s.m. het bedrijfsleven in NL):
“het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en attitude dat nodig is om in een beroepssituatie tot adequaat gedrag te komen”. (bron: HBO-i-Stichting 2004 www.hbo-i.nl)
De beroepscompetenties worden door het bedrijfsleven en het hbo gezien als een brede “kwaliteitsmeting” van afgestudeerde bachelors of ICT. Dus wat het bedrijfsleven van een afgestudeerde kan verwachten aan “hbo-kernkwalificaties” naast de inhoudelijke kennis. Hieronder tref je een overzicht aan van beide beroepscompetenties voor bachelors of ICT. Je ziet dan het verschil tussen de algemene en specifieke beroepscompetenties. Algemene beroepscompetenties bachelor of ICT. A1. Brede professionalisering Werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team, ook in een internationale omgeving. Geeft richting en inhoud aan de ontwikkeling van de persoonlijke beroepsrelevante competenties, onder andere op basis van feedback en zelfreflectie. Kan (recente wetenschappelijke) kennis en inzichten toepassen in verschillende beroepssituaties. Is ondernemend, toont initiatief en durft risico te nemen. Is toegerust met actuele kennis die aansluit op recente (wetenschappelijke) kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten. Is resultaatgericht en stressbestendig bij kritische beroepssituaties. A2. Multidisciplinaire integratie Is toegerust om oplossingen te bieden voor vraagstukken gesteld vanuit verschillende disciplines van het beroepenveld. Kan kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden van verschillende vakinhoudelijke disciplines integreren vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen als ict’er. A3. (Wetenschappelijke) toepassing. Kan (recente wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toepassen op een voorspelbare manier in verschillende beroepssituaties. Kan relevante informatie verzamelen uit diverse bronnen. A4. Transfer en brede inzetbaarheid. Kan kennis, inzichten en vaardigheden toepassen in verschillende beroepssituaties. Kan kennis, inzichten en vaardigheden overdragen aan ict-professionals en aan andere professionals binnen een organisatie. A5. Creativiteit en complexiteit in handelen. Kan vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn, analyseren. Komt met ideeën en voor oplossingen. Is creatief, heeft zicht op (on)mogelijkheden van “nieuwe”media, en denkt vanuit de gebruiker. A6. Probleemgericht werken. Kan zelfstandig een probleem definiëren bij een (complexe) praktijksituatie of bij het uitvoeren van het beroep van ict’er. Analyseert de gestelde eisen en mogelijkheden. Pakt de problemen uit het vakgebied stelselmatig aan op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten. Ontwikkelt en past zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën toe en kan de effectiviteit hiervan beoordelen. A7. Methodisch en reflectief denken en handelen. Kan in een (multidisciplinaire) omgeving een onderzoekstraject, ontwikkeltraject en beheertraject (projectmatig) inrichten en geschikte methoden kiezen en toepassen. Stelt realistische doelen. Stelt projectplannen op. Kan een projectplan beoordelen op inhoudelijke, financiële en organisatorische gronden.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
5
A8.
A9.
A10.
Sociaal communicatieve bekwaamheid. Communiceert op diverse manieren effectief met verschillende geledingen. Werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team. Kan luisteren naar de inbreng van een ander. Heeft een eigen inbreng. Reflecteert op eigen gedrag. Kan conflicten hanteren. Kan vakliteratuur in de Nederlandse en de Engelse taal lezen. Kan een verslag of rapport opstellen conform de richtlijnen. Basiskwalificering voor managementfuncties. Kan eenvoudige leidinggevende en managementtaken uitvoeren. Is in staat om duidelijke instructies te geven en planningen op te stellen. Controleert de voortgang in een project en kan anticiperen op onvoorziene omstandigheden. Voert effectief en efficiënt overleg met betrokkenen. Kan werk verdelen en delegeren binnen een project. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Heeft de juiste beroepshouding en betrekt daarin relevante ethische aspecten. Is betrokken bij haar of zijn taakstelling, is kwaliteitsgericht, prestatiegericht en gericht op dienstverlening.
Specifieke beroepscompetenties voor de bachelor of ICT. B1. Analyseren. Voert een analyse uit van processen, producten en informatiestromen in hun onderlinge samenhang en de context van de omgeving. Stelt functionele specificaties op. B2. Adviseren. Formuleert op basis van een analyse en in overleg met stakeholders een onderbouwd advies voor de herinrichting van processen en/of informatiestromen en voor een nieuw te ontwikkelen of aan te schaffen ict-systeem. Betrekt hierin financiële aspecten, tijdaspecten, de organisatie (verandering) haalbaarheid en risico’s en mogelijkheden voor outsourcing. B3. Ontwerpen. Ontwerpt een ict-systeem op basis van een architectuurbeschrijving en specificaties, in samenhang met een analyse en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer. B4. Realiseren. Bouwt en implementeert een ict-systeem op basis van een functioneel en technisch ontwerp en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doolooptijd, budget en exploitatie en beheer. B5. Beheren. Geeft vorm aan de exploitatie en het beheer van ict-systemen. Zorgt voor invoeren, testen, integreren en inbedrijfstelling van een nieuw(e) release van een) ict-systeem. Verleent diensten die zijn overeengekomen (in een Service Level Agreement) binnen de gestelde kaders voor kwaliteit en financiën. Zorgt in samenhang met ontwerp en bouw voor het onderhoud van ict-systemen. (bron: HBO-i-Stichting 2004 www.hbo-i.nl)
Bij SLO werk je aan met name de algemene beroepscompetenties, gericht op jouw persoonlijke ontwikkeling door de opleiding heen. Dit kan in groepsverband, maar ook individueel. Groepsgewijs (onder voorbehoud) kunnen we dit doen door middel van o.a.: - scans* (tussentijdse tests om te ontdekken in welke competentie je al behoorlijk vaardig bent of aan welke competentie het wenselijk is dat je die nog verder ontwikkelt) - door presentaties (illustratie uit het bedrijfsleven – gastspreker, oud student) - door het vertonen van video’s met daarna intervisie of workshops over bijv. solliciteren. Na deze bijeenkomsten schrijf je gericht een persoonlijk reflectieverslag, daarna omschrijf je een specifiek leerdoel m.b.v. een actieplan (AP) of een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) (zie H. 5). Dit bespreek je met je begeleider. Het werken aan de ontwikkeling van de beroepscompetenties loopt door alle jaren heen. Aan het einde van de studie moet je je hebben ontwikkeld in alle genoemde competenties. Veel beroepscompetenties zijn gericht op het gezamenlijk werken in een project aan 1 eindproduct voor een opdrachtgever.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
6
Platform Hbo-i
http://www.hbo-i.nl/default.aspx?pageID=1
Bachelor of ICT Citaat uit de website van het HBO-i platform: Op 16 december 2004 is in Den Haag het eerste exemplaar van het boek Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving uitgereikt. Norbert Verbraak, vice-voorzitter van de HBO-raad, en Bernd Taselaar, directeur van Nederland~ICT, namen de eerste exemplaren in ontvangst. Bouwstenen De invoering van de bachelor-masterstructuur was aanleiding voor de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van hbo ict-opleidingen in Nederland, om de ‘oude’ opleidings- en beroepsprofielen (2000) aan te passen aan de nieuwe ontwikkelingen in het Europese hoger onderwijs. In nauwe samenwerking met het bedrijfsleven heeft de HBO-I stichting vijftien bouwstenen voor competenties geformuleerd. Deze vormen de basis van de competenties die een pas afgestudeerde Bachelor of ICT, ook in internationaal perspectief, dient te bezitten. Illustraties Competenties krijgen betekenis in een context. Daarom staat in het profiel een aantal karakteristieke n rele beroepssituaties beschreven waar een pas afgestudeerde Bachelor of ICT daadwerkelijk in de praktijk mee te maken kan krijgen. De context waarin een Bachelor of ICT fungeert, bepaalt het individuele competentieprofiel. De context bepaalt tevens het niveau waarop de afgestudeerde Bachelor of ICT over de specifieke beroepscompetenties dient te beschikken. Referentiekader Het ict-domein is zeer breed. De nieuwe profielbeschrijving biedt ruimte aan hogescholen om specifieke invulling te geven aan hun onderwijsprogramma’s die studenten opleiden tot Bachelor of ICT. Bij het (her)ontwerpen van deze onderwijsprogramma’s kunnen de bouwstenen voor competenties uitstekend dienst doen. Het is aan de instelling om een specifieke invulling te geven aan een opleidingsprogramma dat de beschreven bouwstenen voor competenties omvat. Het profiel is ook een referentiekader voor de arbeidsmarkt om zicht te krijgen op wat iemand met die graad in huis heeft. En het is tevens een referentiekader voor aankomende studenten, schooldecanen en beroeps- en studiekeuzeadviseurs om gevoel te krijgen voor het werkveld van ict’ers en voor de onderwijswegen daar naartoe.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
7
BachofICTned (659Kb) ( te downloaden!) http://www.nowonline.nl/freedom.net/global/sites/Hboinl161/files/106/8/BachofICTned1567.pdf Scholierensite Voor scholieren die voor hun studiekeuze staan, heeft het HBO-I een speciale scholierenwebsite, www.hboict.nl. Je vindt er allerlei informatie over ict (studeren): interviews met studenten en (pas) afgestudeerden, artikelen over icttoepassingen, informatie over arbeidsmarkt en voorbeelden van banen. Ook vind je er een overzicht van hbo ictopleidingen, inclusief alle open dagen. Weet je nog niet zeker of ict iets voor jou is? Doen dan een van de tests bij 'test jezelf'. Surf snel naar www.hboict.nl en ontdek dat ict ook iets voor jou is!
ICT: HOE ZIET JOUW WERELD ER STRAKS UIT?Wil je werken in de mode, bij een multimediabedrijf of communicatiespecialist? In het ziekenhuis, in het buitenland of bij de politie? Of zie je jezelf liever bij de radio of televisie? De mogelijkheden zijn eindeloos. Ict is tenslotte overal. Bovendien kun je met elk profiel een ictopleiding volgen. Op deze website lees je alles over ict-opleidingen en de vooruitzichten na de opleiding. Wil je weten hoe het is om ict te studeren? Lees dan de interviews bij In the spotlights. Ben je benieuwd naar interessante banen of wil je alvast een voorproefje nemen? Ga dan naar Werken in de ict of naar Experience. Kijk snel verder en ontdek hoe leuk ict kan zijn. Hoe ziet jouw wereld er straks uit?
Wist je dat Games maken slimmer
Werken in de ict ICATT "Het mooie aan dit vak is het creatieve ervan." Initiatief Deze site is een initiatief van de Stichting HBO-I, een samenwerkingsverband van ict-opleidingen in het hoger beroepsonderwijs en is mede mogelijke gemaakt door het Europese Equalproject.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
8
5. SLO competenties: reflecteren (analyseren) en zelfsturing (toekomst). Wanneer we het hebben over het werken aan de beroepscompetenties en je persoonlijke ontwikkeling daarin dan zul je in staat moeten zijn goed en kritisch naar jezelf en je eigen functioneren te kijken. Hiermee komen we op de SLO-competenties “reflecteren en zelfsturing”. Dit gaat vaak in samenspel met je omgeving. Met andere woorden kun je jezelf afvragen: “wat was de situatie”, “wat heb ik gedaan”, “wat ging er goed of wat ging er minder goed”, “waar lag dat aan”, “wat had ik anders kunnen doen zodat het tot een beter resultaat had geleid?”. Dit kan ook op je studieresultaten slaan. De eerste stap in dit proces heet “reflecteren”. Dit is een analytische manier van terugkijken met als doel om voor de toekomst een verandering (verbetering) in je gedrag (en dus vaak resultaten) teweeg te brengen. Reflecteren heeft als doel verheldering te krijgen in je eigen functioneren en het nemen van je eigen verantwoordelijkheid in het resultaat ervan. Vandaar dat in het SLO-programma regelmatig opdrachten voorkomen die jou als het ware “dwingen” om kritisch naar je eigen functioneren te kijken. Een belangrijk onderdeel van reflecteren is het onder woorden brengen, van gebeurtenissen, gevoelens en conclusies. Daarom is het na alle groepsbijeenkomsten verplicht om een reflectieverslag te maken waarin je het gebeurde onder woorden brengt. Dit verslag bespreek je met je SLO-begeleider in het individuele gesprek. Na deze reflectie komt vervolgens de stap naar verbetering voor de toekomst. Dit zul je zelf moeten doen, vandaar dat we dit “zelfsturing” noemen. Je begeleider of de groep kan je hier wel bij ondersteunen maar het blijft iets dat je zelf zult moeten ontwikkelen. In deze zelfsturing maak je opnieuw keuzes om de eerder, zelfgestelde (leer)doelen te realiseren na het opgedane inzicht. Een veel gebruikt model voor het gehele proces zie je hieronder. Dit is een continu proces.
Doel of cc ambitie
Plan van aanpak
eck Analyse/ evaluatie
dErvaring/ Actie
Op verschillende manieren kun je werken aan de SLO- competenties. Het SLO-programma biedt hiertoe individueel verschillende methoden; - Individueel zoals het schrijven van reflectieverslagen, verschillende actieplannen, een studieplan of een pop. - Groepsgewijs kan een SLO-begeleider in een workshop “reflecteren” of in een workshop “POP” deze methoden verder met de studenten uitwerken. Sommige begeleiders hebben andere werkvormen ontwikkeld om aan deze competenties met de studenten te werken, zoals video’s, discussie of intervisie.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
9
5 a. reflectieverslagen en evaluatieverslagen Na elke groepsbijeenkomst schrijf je een reflectieverslag over die bijeenkomst. Op dezelfde wijze kun je aan het einde van je project een reflectieverslag schrijven over jouw functioneren in het project. Een reflectieverslag gaat over wat jij persoonlijk hebt ervaren in een bepaalde gebeurtenis en hoe jouw persoonlijke houding en bijdrage aan die situatie was. Aan het einde kan een reflectieverslag leiden tot het omschrijven van een leerdoel en een actieplan (AP) of POP (zie 5d+e). Een reflectieverslag is dus geen evaluatieverslag waar vaak alleen een chronologische opsomming van gebeurtenissen wordt weergegeven. Evaluatie maakt wel deel uit van de reflectie (zie model hierboven). Aan het einde van elk blok maak je een blokevaluatie over je functioneren en je studieresultaten (Osirislijst aan evaluatie toevoegen). Dit bespreek je in het individuele gesprek met je begeleider. Hierna tref je enkele modellen aan als hulpmiddellen voor het schrijven van de verschillende verslagen.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
10
5 b. Reflectiemodel * (Eerst pagina 13 t/m 15 lezen voordat je ermee gaat werken!) Van onderstaande punten maak je een verslag op minimaal 1 A4 door gebruik te maken van de hulpvragen. Door het volgen van alle onderdelen kom je tot het schrijven van een reflectieverslag. Een reflectieverslag is van persoon tot persoon verschillend en is dus veel meer dan alleen een chronologische evaluatie. Je kunt dit verslag dus NIET samen met anderen schrijven. Wanneer in een reflectieverslag toch citaten worden aangehaald (van bijv. internet) dan dient een duidelijke bronvermelding bij het citaat te worden aangegeven. Een citaat staat tussen haakjes “ …. “. Geraadpleegde literatuur dient ook apart vermeld te worden. Datum reflectieverslag: ....................... Thema: ........................................................ Situatie: wat was er aan de hand, wat gebeurde er feitelijk? Hier omschrijf je de precieze situatie. Wat waren de omstandigheden. Welke personen –inclusief jij zelf- speelden er welke rol in? Waarom was je/waren jullie aanwezig? Bij een reflectie op een bijeenkomst: Was de bedoeling van de bijeenkomst duidelijk? Had je je voorbereid indien dat werd gevraagd? Leg uit waarom als je je niet had voorbereid. Resultaat: Wat wilde je bereiken in de situatie, welk resultaat beoogde je? Wat was je doel? Bij een reflectie op een bijeenkomst: Wat wilde je van deze gebeurtenis leren? Wat was volgens jou de bedoeling van deze bijeenkomst? Aan welke leerdoelen is gewerkt en hoe is dat bij jou gegaan(zie pag. 12)?
Introspectie: (verplaats je in gedachten weer in de situatie) - Denken: wat dacht je allemaal op dat moment, in die situatie - Voelen: hoe voelde je je, welke emoties had je (denk aan boos, geïrriteerd, tevreden, niet serieus genomen etc. - Willen: wat wilde je op dat moment, wat hoopte je Gedrag: Wat deed je vervolgens als reactie op de situatie en wat je hebt beschreven bij introspectie Wat was je concrete en zichtbare gedrag of houding? Bij een reflectie op een bijeenkomst: Wat zei je precies, hoe actief was jouw deelname en jouw (non-)verbale gedrag? Heb je vragen gesteld, zo nee, waarom niet, zo ja, kreeg je een bevredigend antwoord op je vraag? Als het doel van de bijeenkomst niet duidelijk was en je hebt niet om opheldering gevraagd, waarom dan niet? Wat belemmerde je om dat wel te doen?
Effect: Wat bracht jouw gedrag teweeg bij de anderen of in de situatie? Had gedrag of het door jou gewenste effect op het resultaat dat je wilde halen? Wat was het effect van het gedrag van de anderen op jou?
Evaluatie&Conclusie: Na deze verhelderingsvragen ga je evalueren en conclusies trekken over het gebeurde. Hoe kon de situatie ontstaan zoals die is ontstaan? Wat was jouw aandeel daarin? Je kunt antwoorden zoeken op de vragen: waar ben ik tevreden over, wat ging (nog) niet goed. Indien het een discussie betrof, heb je je mening kunnen geven? Hoe werd daar door de anderen op gereageerd. Wat deed de mening van anderen met jouw mening? Bleef die hetzelfde of heb je je mening aangepast, zo ja waarom?
Inzicht: Wat zou je een volgende keer anders kunnen doen, zeggen als je niet helemaal tevreden was over je houding, en actieve deelname? Hoe zou je dat dan aanpakken? Hoe zou je je bijdrage/gedag kunnen verbeteren/veranderen?
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
11
Vervolg: Vraag je vervolgens af of deze gebeurtenis en je gedrag volgens jou eenmalig was of zie je overeenkomsten met eerdere gebeurtenissen waarin je je gedrag van nu herkent? Hoe komt het volgens jou dat het gebeurde zich nu heeft herhaald? Toekomst: Hierna kun je een leerdoel omschrijven om voor de toekomst niet in dezelfde situatie te raken (5d) dat je met behulp van een AP of POP (5e) verder kunt uitwerken. Dit reflectieverslag met datum goed bewaren in je portfolio. Als je geen leerdoel, actieplan of op maakt, leg uit waarom niet en welke vervolgacties voer je evt. dan uit? Geef in een planning aan wanneer je jezelf op dit onderwerp opnieuw gaat evalueren op verbetering (indien nodig). Dit kan op korte termijn (bijv. volgende projecten) of op langere termijn.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
12
5c. Blok/semesterevaluatie: * (Eerst pagina 11 t/m 13 lezen!) Aan het eind van elk blok maak je (1e jaars) een afspraak met je SLO-begeleider om je resultaten door te nemen. Waar nodig spreek je verbeteracties met hem/haar af of extra oefeningen ter ondersteuning (zie 8). Een van die acties kan zijn het maken van een studieplan, omschrijven van een leerdoel en het maken van een AP of POP (zie hieronder). Neem je Osiriscijferlijst mee naar het gesprek en stuur vooraf onderstaande evaluatie naar je begeleider op. 2e jaars studenten die hun Propedeusediploma hebben gehaald hebben niet ieder blok een gesprek met hun begeleider maar 1 x per semester. De aanpak en werkwijze is verder dezelfde. 2e jaars studenten die hun P-diploma nog niet hebben gehaald hebben wel elk blok een individueel voortgangsgesprek. BLOK: ............... / periode: ……………………………….. datum van dit verslag:……….. 1. In hoeverre ben je tevreden over je behaalde resultaten? 2. Hoe is het met je motivatie na deze resultaten? 3. Is er een verandering tov eerdere blokken en hoe komt dat volgens jou? 4. Studieresultaten per vak of per module (kopie Osiriscijferlijst toevoegen) Kijk op de cijferlijst naar de uitschieters, naar boven en naar beneden. Omschrijf bij cijfers waar je ontevreden over bent: - wat was de reden? - als het door jou kwam, wat ga je daar aan veranderen voor volgend blok? - was je de betr. lessen / module aanwezig? Zo nee, waarom niet? - hoe was je inzet voor dit vak en ben je daar tevreden over? Welke vakken vond je uitdagend en interessant, welke niet? Leg uit per vak en project. - Hoe heb je gefunctioneerd in de projecten / bij de lessen? - Hoe was je houding? - Welke rol had je in het project, beviel die? - waren de andere projectleden tevreden over jouw rol en bijdrage? Hoe weet je dit? 5. Ben je tevreden over je eigen studiehouding? Leg uit. Heb je je prioriteiten goed gesteld? Leg uit. Heb je je tijd tussen school, werk en privé goed verdeeld? Hoe houd je je afspraken bij? Moet je daar iets in veranderen? Leg uit hoe. Heb je bij onduidelijkheid of problemen in de les of toets initiatief genomen dit met de betr. docent op te lossen? Zo ja waar leidde dit toe? Indien niet; leg uit waarom je dit niet gedaan hebt. 6. Is er een situatie geweest die je studieresultaten hebben beïnvloed? (b.v. ziekte, thuissituatie, pesten, woonruimte, baantje, relatie) Welk leerdoel is nodig om uit te werken? (+ AP/POP maken) Studieplan bij meerdere onderwerpen/vakken. Overzicht per onderdeel na de blokevaluatie. datum Actie/leerdoel deadline Actieplan/pop? deadline Status: wat is wel of Vak? niet afgerond?
* zet in alle verslagen altijd links boven: Voor een achternaam Studentnummer / idcode Onderwerp + blok Datum verslag schrijven Schooljaar en studiejaar SLO groepnr. En klas © Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
13
5 d. leerdoelen formuleren (lees dit voor je een verslag schrijft!) Het formuleren van WAT je wilt leren en HOE. (bron: Syllabus I3 2005) Zoals de naam al zegt gaat het hier om gedrag dat je nog niet beheerst, dat je nog moet leren. Voorbeeld: ‘Leren beter te communiceren’ is een te vage formulering die geen aanwijzing bevat voor het concrete gedrag, waarmee je moet experimenteren. Beter is bv.: ‘Leren de ander aan te kijken als ik iets tegen hem zeg’. Om te kunnen vaststellen of je je doel hebt bereikt is het nodig feedback te krijgen van anderen. Voorbeeld: Je kunt zelf niet vaststellen of je goed hebt geluisterd en begrepen hebt wat een ander bedoelt. Door zijn mening in eigen woorden samen te vatten kan de ander hierover uitsluitsel geven. Richtlijnen voor het formuleren van deze z.g. leerdoelen Voor elk leerdoel kies je een observeerbare activiteit of verrichting die je wilt uitvoeren, waarin duidelijk wordt aangegeven: PLAN VAN AANPAK • doel: wat wil je precies bereiken en waarom • situatie: waar gaat het precies om, wat is de concrete situatie (context) • aanpak: hoe ga je daaraan werken, welke stappen, wanneer, hoevaak (strategie) • tijdpad: hoelang je erover mag doen • evaluatie: resultaat: “ik heb mijn leerdoel bereikt als ik …." Bij het formuleren van persoonlijke leerdoelen in een verslag moeten onderstaande delen worden opgenomen. Een goed leerdoel is: S Specifiek geeft precies aan wat je wilt ontwikkelen M Meetbaar het resultaat is meetbaar A Activerend geformuleerd in activiteiten, een actieplan R Realistisch haalbaar gezien omstandigheden T in Tijd gezet voorzien van een tijdsplanning Specifiek Een doel is alleen nuttig als het beschrijft wat je wilt gaan doen, hoe je dat denkt te doen en wanneer of waar. Voorbeelden van niet specifieke, dus vage leerdoelen zijn: Ik wil een beter teamlid worden Ik wil leren leidinggeven. Vage doelen hebben meer het karakter van een wens: je kunt er wel vanuit starten, maar om ze te bereiken moetje ze specifieker maken, bijvoorbeeld: Wens Ik wil een beter teamlid worden Ik wil leren leidinggeven
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
Doel Ik wil in de volgende groep meer betrokken zijn door... In de volgende projectgroep wil ik een aantal vergaderingen voorzitten en daarbij...
14
Meetbaar Zorg dat je op een gegeven moment kunt vast stellen dat je je doel bereikt hebt; dan weet je ook of je voortgang boekt. Voorbeeld: Niet meetbaar: Ik wil in vergaderingen minder tijd verspillen Meetbaar: Ik maak aan het begin een tijdsplanning en beëindig een vergadering op het afgesproken tijdstip met het afgesproken resultaat Activerend Een goed doel heeft een actieplan dat concreet aangeeft wat je gaat doen: welke activiteiten ga je ondernemen om het doel in de gestelde tijd te halen? Het is niet voldoende om een methode te noemen, bijvoorbeeld: ik ga vaker het voorzitterschap op me nemen. Belangrijk is in de activiteit ook een gewenst resultaat op te nemen, bijvoorbeeld: Een voorbeeld van een weinig activerend doel: Ik ga minder de kantjes er vanaf lopen. Positief geformuleerde doelen geven richting, negatieve leiden makkelijk tot passiviteit en de vraag: als ik dit niet meer doe, wat dan wel ? Een positief, activerend doel is bijvoorbeeld: Ik wil drie keer een taak op me nemen en die zodanig uitvoeren dat de andere groepsleden daarover tevreden zijn. Ook hier geldt: je kunt best starten vanuit een besluit om met iets te stoppen, mits je dat voortzet in een positief alternatief. Realistisch Weinig is zo demotiverend als een onhaalbaar doel; en weinig zo motiverend als een succes. Ga dus na of: - je over alle middelen beschikt om je doel te halen - de omstandigheden je niet in de weg staan - de prijs om het doel te halen niet te hoog is. Ga na wat je nodig hebt, check wat er mis kan gaan en hoe je dat voorkomt. Tijdsplanning Doelen zonder tijdspad lopen het risico uitgesteld te worden tot er niets meer van komt. Een tijdsplanning is ook een check op de haalbaarheid van het doel. Over drie maanden wil ik drie vergaderingen hebben geleid en mijn rol daarin hebben geëvalueerd o.a aan de hand van de feedback van de deelnemers. Het achterhalen en formuleren van leerdoelen doe je niet zomaar, het vereist serieuze aandacht, dan levert het veel op. Inzicht, duidelijkheid over je situatie en, last but not least, doelen die haalbaar zijn. Als je een leerdoel goed geformuleerd hebt ben je eigenlijk al halverwege met het halen ervan. Het grote probleem met leerprocessen is dat je niet goed duidelijk voor jezelf hebt waar je heen wilt, wat je moet doen. Je weet dan niet goed wat je wilt, en dan is het moeilijk om keuzes te maken. Dat kost veel tijd, en werkt demotiverend. Leerdoelen formuleren is achterhalen wat je concreet wilt, hier en nu. En weet je wat je wilt, dan weet je wat je te doen staat, kun je de juiste keuzes maken, en zijn de doelen haalbaar, want ze zijn optimaal op jou en jouw leven afgestemd.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
15
5 e. Actieplan (AP) / Persoonlijk ontwikkelings plan (POP) Het maakt niet uit hoe je de actie noemt die uit de reflectie en het omschrijven van het leerdoel voorkomt, het gaat erom dat je deze actie (onderdeel van de zelfsturing) gestructureerd uitvoert. Deze structuur is ook te gebruiken voor het maken van een studieplan en een stageactieplan. Zie ook het model bij 5. Hoe bouw je een AP/POP op? 1. Ervaring / situatie Je beschrijf wat je ervaren hebt, wat de huidige situatie is. Hulpvragen: • Wat is er gebeurd? • Wat was mijn aandeel? • Hoe reageerde ik? 2. Analyse / Evaluatie Hier probeer je een verklaring te vinden voor het gebeurde . Hulpvragen: • Waarom liep het zoals het liep? • Wat vond ik van het gebeurde? • Hoe beoordeel ik de situatie? • Kom ik vaker in dit soort situaties terecht? • Hoe belangrijk is dit voor mij? 3. (leer) Doel / Ambitie Vervolgens beschrijf je hoe je je verder wilt ontwikkelen. Kortom, wat je doel is (korte termijn) of je ambitie (lange termijn). Zie ook bij het omschrijven van leerdoelen (5c). Hulpvragen: • Wat zou ik anders willen? • Wat wil ik bereiken op de korte termijn? • Wat wil ik bereiken op de lange termijn? 4. Plan van Aanpak / Strategie / planning etc. In dit onderdeel concretiseer je door welke (soort) activiteiten je je persoonlijke doelen hoopt te bereiken. Daarbij is het ook van belang dat je nagaat welke mogelijkheden en middelen je ter beschikking staan: investering aan tijd, inzet en middelen van jezelf, van je omgeving. Welke problemen zijn te verwachten? Ten slotte geef je aan hoe je straks gaat bewijzen dat je startbekwaam bent op dit punt en door wie je dat laat beoordelen. Dit voor elk persoonlijk leerdoel. Hulpvragen: • Hoe wil ik aan mijn doel gaan werken? • Wat ga ik precies ondernemen? • Wanneer ga ik dat doen? • Hoeveel tijd mag dat duren, waneer moet het klaar zijn? • Welke mogelijke problemen zijn te verwachten? • Wat of wie heb ik nodig om dit doel te bereiken? • Wanneer heb ik mijn doel bereikt? 5. Evaluatie. Hoe ga ik mijzelf straks evalueren, en (eventueel) door wie? Dit kan hierna leiden tot een nieuw AP/POP. © Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
16
Je kunt voor alle acties steeds het volgende model gebruiken. Het is een hulpmiddel, dus je kunt 'm aanpassen aan jouw situatie op dat moment.
Actieplan (AP / Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP)
datum: ……………..
Onderwerp: ...................................
1. Ervaring / situatie
2. Analyse / evaluatie
3. (Leer) Doel / ambitie
4. Plan van aanpak / strategie / planning / middelen / inzet
5. Bewijsmateriaal
6. Mogelijke problemen
7. Tijdpad en deadline
8. Evaluatie
Afgesloten of vervolg naar een nieuw AP/Pop? Leg uit. Zet dit document in je portfolio!
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
17
6. Elektronisch Port Folio (EPF). Onder een portfolio verstaan we een map of een dossier, waarin je bewijsstukken verzamelt die aantonen hoe jij bezig bent of bent geweest met je studie en je eigen ontwikkeling. Het portfolio bij de ICT-opleidingen van de HU is elektronisch. Het is de bedoeling dat je ‘’continu’’ werkt aan je Elektronisch Portfolio (EPF) tijdens je studie en je ontwikkeling hierin bijhoudt. Het is dus niet speciaal of alleen voor SLO bedoeld; het EPF is vak- en jaaroverstijgend. Het geeft een compleet overzicht van je hele studie, opbouw van het curriculum, en je studieresultaten maar het geeft daarnaast inzicht in jouw persoonlijke ontwikkeling van jaar 1 t/m jaar 4. D.m.v. reflectieverslagen, actieplannen of pop’s, tests of scans, het verwerven van beroepscompetenties, maar ook met een presentatie van afgesloten projecten door de jaren heen laat je die ontwikkeling zien in dit persoonlijke document. Hiernaast kun je ook relevantie activiteiten die je naast je studie doet als “bewijs” van je ontwikkeling in je portfolio aanvoeren. B.v. het leiden van een scoutinggroep of het aanvoeren van een jeugdvoetbalteam, vrijwilligerswerk, etc. Elk volgend jaar wordt het EPF een vollediger en professioneler afspiegeling van jou en je studie. In het bedrijfsleven is het maken van een Portfolio tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Een kunstenaar die een expositie wil in een galerie neemt een map met foto’s van zijn beste werk mee. Als een bedrijf een groot project wil uitbesteden dan komen projectorganisaties hun reeds succesvol afgesloten projecten presenteren in de hoop de opdracht te krijgen. Hetzelfde geldt voor studenten die na hun studie een leuke baan willen bij een bedrijf waar ze graag willen werken. Het gaat dus om de kunst je te onderscheiden van andere sollicitanten. Je kunt je op vele manieren onderscheiden; door een “flitsende” sollicitatiebrief te schrijven, door je C.V. onderscheidend te maken of door beide deel uit te laten maken van een “studie-Portfolio”. Hierin kun je bijvoorbeeld in een tweede gesprek van een sollicitatieronde je persoonlijke ontwikkeling en capaciteiten en de inhoud van je studie presenteren. Voor je toekomstige werkgever is het zeer interessant te zien hoe jij gedurende je studie hebt gewerkt aan het bereiken van het voor jou persoonlijk hoogst haalbare niveau van de beroepscompetenties en de doelen die je wilde bereiken. Probeer bij alle opdrachten en verslagen door de jaren heen daarom voortdurend een relatie met je groei in de beroepscompetenties te leggen. Heel creatief is het (en leuk om in een presentatie te zien) om dit in een grafiek per jaar en per competentie weer te geven. Het is al niet meer ongewoon om bij een sollicitatie een bedrijf toegang te geven tot een deel van jouw website waar je je portfolio en dus jezelf presenteert. Zo heeft een student het afgelopen jaar zijn EPF in het Engels aangeboden aan een bedrijf in de VS met het verzoek om daar af te mogen studeren. Het maken van een EPF biedt jou als ICT-student bij uitstek creatieve mogelijkheden om je te onderscheiden in het bedrijfsleven. In het SLO-programma wordt op verzoek een hogere jaars student (3e of 4e jaars) uitgenodigd die jullie een illustratie kan geven van het in zijn studie opgebouwde EPF.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
18
Start EPF: 1e jaars studenten starten bij het vak “Webdesign” (programmeren in XHTML) in blok 1 de opdracht om een eigen website te maken met daarin de mogelijkheid om voor SLO een ingang te maken. De docenten die je hierin lesgeven zijn Adrie van Doesburg en Arie Groenenboom. Let er wel op dat je zelf verantwoordelijk bent voor het beheer van je EPF, dus als je het beheer uit handen geeft, maak dan regelmatig backups. 2e jaars studenten die nog geen EPF hebben kunnen deze richtlijnen ook gebruiken. De kwaliteit van het EPF maakt deel uit van de beoordeling bij SLO per semester.
Een EPF bij SLO kent geen standaard model omdat het een persoonlijk document is waar jij zelf verantwoordelijk voor bent en wat jouw persoonlijke product is. *************************************************************************************************************** Hieronder tref je richtlijnen aan voor het opbouwen van je EPF. Deze manier of structuur is niet verplicht maar is een hulpmiddel. Zoek ook in zoekmachines ook naar “portfolio”. Een interessante site is: http://www.edusite.nl/edusite/specials/10768 waar je nog veel meer ideeen kunt opdoen.
Behoefte aan nog meer inspiratie? Google: “Elektronisch portfolio” De onderwerpen die hierna worden genoemd zijn belangrijk in je EPF maar waar je die laat zien in jouw persoonlijke presentatie is jouw zaak! Daarmee onderscheid je je. Gebruik je creativiteit in doorklikmogelijkheden en met internet: LEEF JE UIT en maak er een mooi product en presentatie van!
Hogere jaars studenten geven op verzoek een presentatie van hun epf
Bij het maken van een electronisch portfolio kun je hieruit een presentatie samenstellen om: - je ontwikkelingen bij te houden te laten zien tijdens je studie - inhoud van de vakken en projecten te laten zien. Met die presentatie kun je je later onderscheiden bij sollicitaties.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
19
RICHTLIJNEN EPF bij SLO: Dit is een voorbeeld, er zijn veel persoonlijke en verschillende indelingen mogelijk. Zie ook het voorbeeld op pagina 22
START
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Gebruik de website die je hebt gemaakt in blok 1 bij XHTML/Sharepoint of je eigen website. 1 Ingang aanmaken met presentatie wie je bent: hierachter 5 mappen e SLO Map Dit is de 1 pagina van je website, en dus hier stel je je voor op een onderscheidende wijze. Persoonlijke delen kun je afgrendelen met een wachtwoord. Map 1
Map 2
jaar- en SLO-overstijgende zaken: - CV - (op internet staan talloze formats): altijd met laatste versiedatum - beroepscompetenties; algemeen & specifiek (zie syllabus) & website Hbo-i.
Jaar 1
- Download studiegids sharepoint en syllabus SLO - Vakkentabellen jaar 1+ boekenlijst jr. 1 - Motivatiebrief voor de studie - Osiris cijferlijsten - SLO opdrachten en reflectieverslagen, AP’s/Pop’s, studieplan etc. - 1e BC-scan / projectscan - Omschrijving van de projecten *
Klaar voor pp.presentatie
Stap 4
Map 3
Jaar 2
- Vakkentabellen jaar 2 + boekenlijst jr. 2 - Osiris cijferlijsten, P.diploma - SLO opdrachten en reflectieverslagen, AP’s/Pop’s - voor studenten met kort programma: actieplan minorkeuze met lang programma: stageactieplan - 2e BC-scan / projectscan - Omschrijving van de projecten *
Map 4
Jaar 3
- Vakkentabellen jaar 3 + boekenlijst jr. 3 - stageverslagen (indien van toepassing) - Omschrijving van de projecten * - Osiris cijferlijsten e - 2 BC’scan / projectscan - Motivatieplan minorkeuze/profilering
Eindpresentatie voor SLO. Hierna moet je je EPF zelf onderhouden omdat SLO hier stopt. Map 5
Jaar 4
-
vakkentabellen jaar 4 + boekenlijst Osiriscijferlijsten omschrijving minor eindverslag Laatste BC-scan voor het einddiploma afstuderen en diploma
* Omdat projecten een zeer belangrijk gedeelte in de opleiding innemen kun je ook een aparte jaaroverstijgende map maken met alle projecten door je studie heen. Het is dan leuk om het verschil in niveau tussen jaar 1 en jaar 4 te belichten. Bij elk project vermeld je daarom vanaf jaar 1: - de opdracht - welke tools, hulpmiddelen, programmeertalen, methodieken zijn gebruikt - de projectevaluatie, voortgang, planning etc. - het eindproduct (laat iets zien, of klik er naar door) - het projecteindverslag en neem hierin op aan het eind: - aan welke beroepscompetenties (BC)volgens de student is gewerkt. - anticipeer aan welke BC je in het volgende project extra aandacht wilt geven voor niveau verhoging bij de BC-scan .
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
20
In mijn portfolio is alles te vinden over de opleiding, mijn ontwikkeling en wat ik kan als Bachelor of ICT!
Doel: Het allerbelangrijkste is natuurlijk dat studenten in 1 document alles over de opleiding bjj elkaar hebben. Naarnaast is het geven van een presentatie over de persoonlijke ontwikkeling van de student bij de opleiding een belangrijk punt. Deze ontwikkeling loopt met de jaren mee door de opleiding heen en bevat naast de persoonlijke ontwikkeling een kijkje in de keuken van de inhoud van de opleiding. Dit kan uitermate goed van pas komen bij latere sollicitaties. Middel van de presentatie: Powerpoint of met behulp van een website > evt. met doorklikken naar andere websites of doc. Onderdelen op theoretisch gebied voor alle jaren: - studiegids per jaar - Osiriscijferlijsten P- en Hoofdfase, zo actueel mogelijk bijhouden - Beroepscompetenties, algemene en beroepsspecifieke - Boekenlijsten - SLO-verslagen en actieplannen - Alle uitgevoerde scans en tests, trainingen Het werken aan de beroepscompetenties staat centraal bij het EPF, en dan met name het kunnen aantonen (bewijs) beheersen -op jouw niveau- van deze competenties. Er kan op 4 niveau’s aan beroepscompetenties worden gewerkt: Niveau 1: weinig ervaring, kennis gemaakt met … Niveau 2: aan gewerkt onder leiding en aansturing van een ander Niveau 3: reeds eerder ervaring opgedaan. Autonoom en zelfstandig gewerkt Niveau 4: als gevorderde en deskundige zelfstandig gewerkt: kent alle “ins en outs” In blok 1 van jaar 2 (sem. 3) maken de studenten een scan met deze beroepscompetenties en in semester 6 nog een keer om de ontwikkeling aan te tonen. In de tussentijd wordt vanaf jaar 1 met de beroepscompetenties gewerkt in relatie tot de SLO opdrachten en de projecten. Bij elk project vermeldt de student in het kort in maximaal A5: - Omschrijving van de opdracht - Welke rol had je in het project? Hoe ging het met die rol? - welke tools, hulpmiddelen, programmeertalen, methodieken zijn gebruikt - de projectevaluatie, voortgang, planning etc. - het eindproduct (laat iets zien, of klik er naar door) - Het eindresultaat > de beoordeling - EN wordt het ;project gematcht met een of meer beroepscompetenties. Hiermee toont
de student aan op welk niveau hij vindt dat aan de beroepscompetentie is gewerkt. Dit wordt bij gehouden in overzichten (zie pag. 22 en verder). Tot slot wordt aangegeven of men in de toekomst nog van plan is om aan een hoger niveau aan deze competentie te werken en zo ja wat men wil bereiken en hoe men dat van plan is (Actieplan). Let erop dat de presentatie van het portfolio bij sollicitatiegesprekken (2e ronde gesprekken) niet langer mag duren dan 15 minuten. Daarna is de gelegenheid voor de aanwezigen om vragen te stellen zodat je meer kunt uitleggen en nog meer kunt laten zien. Het is dus niet de bedoeling de héle studie en alle onderliggende stukken te presenteren, maar om zo goed mogelijk op alle vragen voorbereid te zijn moeten wel alle gegevens snel beschikbaar zijn.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
21
(Illustratie / voorbeeld voor portfolio) Overzicht van mijn ontwikkeling in beroepscompetenties door de studiejaren heen. “een competentiegerichte profielbeschrijving” van de Bachelor of ICT in NL.
ILLUSTRATIES Stage combijr Project 1 Project 2 Project 3 Project 4 SLO jaar 1 Project 5 Project 6 Project 7 Project 8 SLO jaar 2 Stageperiode Project 9 Minor Afstuderen
Stage combijr Project 1 Project 2 Project 3 Project 4 SLO jaar 1 Project 5 Project 6 Project 7 Project 8 SLO jaar 2 Stageperiode Project 9 Minor AFSTUDEREN
A1
A2 X x
A3
A4
A5
x
X
Rol programmeur notulist leider
A7
A8 x
A9
X
X
x
X
Naam Schuitema Website HU Lego project
A6 x
Tools Java HTML Java
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
Resultaat goed 8 9
A10
B1 X
B2 X X
B3 X
B4
X
X
B5
datum
Jaar 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 3 3 4 4
BC’s A2, A6, A8 B1, B2, B3 A1, A3, A5, B2 A1, A6, A8, A9, B3, B4
! Klik op de BC’s door naar de betr. omschrijving op de website van platform HBO-i http://www.hbo-i.nl/default.aspx?pageID=1
! Klik op projecten 1-9 door naar projectomschrijving/verslag en website.
22
Met dit overzicht kun je per jaar en per blok je ontwikkeling van de beroepscompetenties bijhouden. In de vorige pagina zet je deze dan in een totaaloverzicht. Naam: ………………………………………………………………….
START MEETMOMENT December ……….JAAR 1 Nr/blok 1 2 3 4 A1 X A2 X A3 X A4 X A5 X A6 X A7 X A8 X A9 X A10 X B1 X B2 X B3 X B4 X B5
December…… JAAR 2 Nr/blok 1 2 3 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8 A9 A10 B1 B2 B3 B4 B5
December……. Jaar 3 Nr/blok 1 2 3 4 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8 A9 A10 B1 B2 B3 B4 B5
December ……. JAAR 4 UITSTROOM Bach. ICT Nr/blok 1 2 3 4 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8 A9 A10 B1 B2 B3 B4 B5
4
Als je echt creatief wilt zijn kun je je groei ook grafisch weergeven waarin je visueel bovenstaand overzicht vormgeeft per j aar. Dit is leuk voor de bezoeker van je site.
21
7.SLO: Relaties met andere delen van het curriculum van de opleiding.
Andere vakken van het curriculum die een relatie hebben met SLO Algemene consultancy vaardigheden, jaar 1 Studie- en beroepsvaardigheden, jaar 1 Eindopdracht XHTML website maken Project Management, Jaar 1 & 2 Projectmatig werken, jaar 1 & 2 Organisatiekunde / bedrijfskunde jaar 2 bereidt voor op stage en/of Minor Functioneren in projecten. Bij de opleidingen van het cluster ICT wordt veel in projecten gewerkt, net als in het bedrijfsleven. Soms zijn er opdrachten van echte bedrijven buiten de opleiding. Er zijn ondersteunende vakken als b.v. “projectmanagement” in het curriculum opgenomen om je de technieken van het werken in projecten eigen te maken. Daarnaast is het belangrijk om te ontdekken welke rol in een project jou het beste ligt of juist niet. Goed kunnen samenwerken, leidinggeven, werk kunnen delegeren, communiceren, plannen, afstemmen, vooruitkijken, evalueren, verantwoordelijkheidsgevoel, etc. zijn van groot belang voor het welslagen van een project. Bij SLO kijk je naar jouw persoonlijke capaciteiten en functioneren in de projectgroepen en het leert je je sterke en je zwakkere kanten te benoemen. Een van de manieren om hier naar te kijken is een test of scan over je functioneren in zo’n project. In het eerste jaar is “Functioneren in projecten” opgenomen in het programma bij de groepsbijeenkomsten van het 2e semester. Wanneer je de uitkomst van deze scan vergelijkt met de dezelfde scan die je 2 of 3 jaar later maakt zal je je eigen ontwikkeling je verbazen. Internationalisering en verschillende culturen Zoals eerder omschreven bij “het bedrijfsleven” (3) trekken veel Nederlandse bedrijven de grenzen over en komen buitenlandse bedrijven zich hier vestigen. Misschien wil je wel in het buitenland gaan stagelopen of afstuderen. Veel grotere Nederlandse bedrijven hebben wel internationale contacten. Dat vraagt van projectleiders en leden bijzondere vaardigheden met name in de samenwerking en in de communicatie, bijvoorbeeld bij het maken van afspraken en het functioneren in projecten, ook via internet. Veel bedrijven verwachten van afgestudeerde studenten dat zij met deze culturele verschillen kunnen omgaan. De Hogeschool Utrecht houdt zich actief bezig met internationalisering. Team Diversiteit FNT maakt zich sterk om interculturele aangelegenheden op de agenda te krijgen en te houden in de curricula. Bij SLO en bij Projectmatig werken hebben we regelmatig met dit onderwerp te maken. Behalve het kennismaken met culturen van andere landen maak je ook kennis met verschillende bedrijfsculturen. Uiteraard kom je in je stage hier al mee in aanraking. Je bewust te zijn van al deze verschillen is een pré bij een goede beroepshouding.
Kunnen werken en communiceren in projecten met mensen uit verschillende culturen.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
24
8. Mentoraat, individuele begeleiding in de studie. Individuele begeleiding is bij de ICT-opleidingen een belangrijk onderdeel van het SLO-programma. Het persoonlijk bespreken van behaalde resultaten, studievoortgang, motivatie en persoonlijke ontwikkeling is voor studenten erg belangrijk. Daarnaast is de SLO-begeleider je eerste aanspreekpunt van de opleiding. Als persoonlijke coach begeleidt hij/zij je de eerste 2 of 3 jaar bij je studie en in je ontwikkeling. Zoals eerder gezegd noemden we dit vroeger een “mentor”. In het 1e jaar heb je aan het eind van elk blok een gesprek met je SLOYour own begeleider (dus 4 gesprekken). e personal In het 2 jaar heb je per semester een gesprek (dus 2 gesprekken). coach e Studenten die in het 2 jaar hun Propedeusediploma nog niet hebben gehaald krijgen elk blok wel een gesprek (dus 4 per jaar) om alle zeilen bij te zetten om het diploma alsnog te halen. In het aparte jaaroverzicht (www.its-learning.com) en bij de SLO-structuur (9) is te zien hoe de verdeling tussen groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken door de jaren heen zijn verdeeld en ook het aantal te behalen studiepunten. Individueel extra ondersteunende tests Omdat niet iedere student zich hetzelfde ontwikkelt en de begeleiding daarom erg persoonlijk is kan de begeleider per student ter ondersteuning extra tests laten maken. Een begeleider kan een dergelijke test ook in groepsverband laten maken zodat studenten en begeleider de uitkomst gemeenschappelijk bespreken. Alle tests zijn te maken op internet. De uitkomst van deze tests kan betekenen dat je aan een specifiek onderdeel in je functioneren extra aandacht moet besteden d.m.v. een AP of POP. Enkele voorbeelden van deze tests zijn: KOLB-leerstijlen oefening; hoe gaat leren in zijn werk? Reflectie: welke leerstijl past het beste bij mij? Roos van Leary-test: gedragstest van Leary & Kilmann Reflectie: welke invloed heeft mijn gedrag op mijn medestudenten? Test gedragsstijlen: Inzicht gevende test in het effectief inspelen op verschillende stijlen van gedrag van anderen waarmee je communiceert. Persoonlijke SWOT analyse; een methode van zelfonderzoek waarmee je je persoonlijke kansen op de arbeidsmarkt onderzoekt. Deze test is bestemd voor studenten in hogere jaren die zich al voorbereiden op stage of solliciteren . (www.intermediair.nl of http://www.thesis.nl/kolb/)
Voor elk wat wils
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
25
9. Structuur van het SLO-programma
Studiepun vudiepunten
voor eigen ontwikkeli
G = Groepsbijeenkomst (onder voorbehoud) * I = Individueel gesprek. ECTS = European Credits Transfer System (1 ECTS = 28 Studie bel. Uren)
Jr. 1
G G G G
I I
3
I
5G
ECTS
4I
-------------------------------------------------------------------------------------------------Jr. 2
PORTFOLIO &
G
2G
Jr. 3
werken aan
I
2
2I
ECTS
-------------------------------------------------------------------------------------------------
G
2G
1I
BEROEPS COMPETENTIES loopt door de jaren heen.
1 ECTS
Jr. 4: Minor en afstuderen: geen SLO. Groepsopdrachten per docent / begeleider In deze syllabus worden geen aparte SLO-opdrachten voor de groepsbijeenkomsten opgenomen. Elke begeleider voorziet zijn/haar groep studenten van de zelf gekozen opdracht binnen het thema. Geen student is gelijk, maar ook geen begeleider is gelijk. Elke SLO-begeleider heeft zo zijn/haar eigen voorkeuren in de aanpak van het vak SLO. Vandaar dat elke begeleider binnen het afgesproken thema kan kiezen voor een eigen methode. Zo zal de ene docent zich prettig voelen bij het geven van een workshop, en zal een andere docent het thema beter kunnen uitdragen door middel van een scan en intervisiebijeenkomst of met een video. De opdrachten van de groepsbijeen-komsten worden daarom ook door de begeleiders zelf aan de studenten verspreid en worden daarom niet allemaal apart in deze syllabus opgenomen.
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
26
* het programma is nog in concept SLO - Programma jaar 1; Groepsbijeenkomsten, thema’s Het 1e jaar SLO is het meest intensief aangezet. De overgang van middelbaar- en voortgezet onderwijs naar het hbo maakt dit nodig. SLO levert het 1e jaar voor de studenten de meeste studiepunten op. In dit studiejaar staan de thema’s in het teken van motivatie, kennismaken met SLO, reflecteren, het werken in projecten, beroepscompetenties en de start van het Elektronisch Portfolio. Na elke groepsbijeenkomst schrijven studenten een reflectieverslag (zie index) en aan het eind van elk blok en semester schrijven de studenten een evaluatie naar aanleiding van hun studieresultaten. Alle verslagen moeten binnen de termijn die de docent stelt worden ingeleverd in het postvakje of per email. Elke groepsbijeenkomst heeft een ander thema. Binnen de afspraken kunnen docenten kiezen voor een eigen didactische invulling van het thema. Opmerking: Studenten van het combi-jaar hebben in blok 3 geen SLO (mbo-stage). SLO - Programma jaar 2; Groepsbijeenkomsten, thema’s Het 2e jaar SLO is een verdieping van het 1e jaar. Alle studenten in het 2e jaar werken toe naar hun stagejaar (3e jaar) of Minor-voorbereiding (combi-jaar/mbo-kort). De groepsbijeenkomsten zijn m.n. gericht op het verder werken aan de algemene beroepscompetenties, reflectie en oefenen met solliciteren (voor de 3e jaars stage). Wanneer geen stage wordt gelopen wordt de motivatie voor het kiezen van een Minor (laatste studiejaar) verder uitgediept en worden diverse voorlichtingsbijeenkomsten bijgewoond. Het Portfolio (EPF) groeit mee door het jaar heen en maakt deel uit van de SLO-beoordeling aan het eind van elk semester. SLO – programma jaar 3; Groepsbijeenkomsten, thema’s Het 3e jaar SLO wordt alleen ingevuld in het 6e semester, dus de periode van februari tot juli. In het 5e semester (sept.-febr.) zijn studenten op stage of volgen zonder SLO vakken in de hoofdfase. Het SLO-programma in het 6e semester is gericht op de motivatie voor de Profileringsruimte of Minorperiode in het 7e semester (4e studiejaar). De SLO-begeleider onderzoekt na het indienen van de Motiveringsbrief voor de Minor of de keuze inhoudelijk voldoende is onderbouwd. Hierna de student de Motiveringsbrief aan de examencommissie aan die hierover een beslissing neemt. Het EPF wordt in het laatste SLO gesprek tussen student en begeleider van dit jaar gepresenteerd en voorlopig afgesloten. De kwaliteit wordt ter beoordeling meegenomen in het SLO-cijfer van deze periode. In het jaar van afstuderen wordt er geen SLO-programma en meer aangeboden. De student sluit zelfstandig het EPF af met de documenten van jaar 4.
“SLO is een persoonlijke ontdekkingsreis tijdens je studie.”
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
27
10. Beoordeling en mogelijke herkansingen SLO jaar 1 maakt onderdeel uit van het Propedeuseprogramma en het BSA. In alle jaren wordt een cijfer aan het eind van elk semester gegeven. Zie het reglement en de vakkentabellen in de studiegids. Beoordeling SLO: De begeleider geeft een cijfer per semester op grond van het persoonlijk functioneren van de student : - reflecterend en zelfsturend vermogen - attitude, positieve studie- en beroepshouding - presentie bij groepsbijeenkomsten en gesprekken - initiatief / verantwoordelijkheid nemen - de kwaliteit van verslagen & Elektronisch Portfolio Herkansingen: Omdat SLO een zeer persoonlijke aangelegenheid tussen student en begeleider is en geen leerproces hetzelfde is zijn er geen standaard herkansingen. Wanneer een groepsbijeenkomst is gemist (altijd vooraf melden!) wordt met de begeleider een persoonlijke afspraak gemaakt voor een herkansingsmogelijkheid en opdracht. 11. Osiriscodes voor SLO: Jr.
Blok
1
1+2 3+4 1+2 3+4 1+2 3+4
2 3
+
Semester
1 2 3 4 5 6
Osiriscode
V1SLO1-06 V1SLO2-06 V2SLO3-06 V2SLO4-06 GEEN (stage-geen slo) V3SLO5-06
© Roeli Witbraad SLO-syll. I-ICT HU 2008-09
28