Professionele taal 7 oktober 2014
Programma workshop Introductie en het schrijfproces Fase 1 Hoofdboodschap en doel Valkuilen
Fase 2 Formuleringen en stijl Valkuilen
Fase 3 Spelling en interpunctie Valkuilen
Vragen?
Introductie • Wat is taalvaardigheid? Uit welke aspecten/niveaus bestaat taal? • Wat maakt je taalgebruik ‘professioneel en succesvol’? Wat niet?
Wat maakt een tekst professioneel? De ideale tekst is… - correct - duidelijk - efficiënt - gepast
…op alle taalniveaus: -woorden -zinnen -alinea’s -hele tekst
- aantrekkelijk
…op alle taalonderdelen: - ontwerp, structuur/opbouw en samenhang - formuleringen en stijl - spelling en interpunctie
cement: samenhang, verbindingen stenen: spelling, interpunctie, woorden
fundament: structuur/ inhoudsopgave
Eerst denken, dan doen… • Aanpak en schrijfproces. Hoe ziet jouw schrijfproces eruit?
Voorstellen
Fase 1 – Voorbereiding Onderwerp en hoofdgedachte • Onderwerp – Het globale thema – Een woord of enkele woorden (zelfstandig naamwoord + bepalingen)
• Hoofdgedachte – Visie of mening van auteur over het onderwerp – Een zin – Dit is jouw hoofdboodschap! De rode lijn, je doel. Dit wil je overbrengen!
Wat is het onderwerp? Wat zou de hoofdgedachte kunnen zijn?
Onderwerp <> hoofdgedachte Een hoofdgedachte is dus: Wat wil je zeggen/overbrengen? Wat moet de lezer echt weten/onthouden?
Oefening: Wat zijn onderwerp en hoofdgedachte… … van een vergaderverzoek? … van een adviesrapport? … van een sollicitatiebrief?
Een goede voorbereiding is het halve werk • Doel en hoofdgedachte bepalen • Bedenk van tevoren: – Hoe wil jij overkomen? Welke indruk van jezelf wil je geven? – Welk beeld wil je in elk geval niet van jezelf geven? – Waar hangt dat van af?
Oefening: - Sollicitatiebrief: bepaal de indruk die jij van jezelf wilt geven in vijf woorden
Hoe breng je die indruk onder woorden? Valkuil 1: copy-paste Vacature: ‘Wij zoeken een kandidaat die resultaatgericht en flexibel is en goed kan samenwerken’.
Brief: ‘Ik ben resultaatgericht en flexibel en ik kan goed samenwerken.’ Tip: Illustreer waar dat uit blijkt. Geef een voorbeeld. Neem in je cv punten op die dat bewijzen. Omschrijf in andere woorden.
Hoe illustreer/verwoord je… • resultaatgerichtheid? • flexibiliteit?
• dat je kunt samenwerken?
Hoe breng je de indruk onder woorden? • Valkuil 2: te gedetailleerd Je hele levensverhaal toelichten. Geef een indruk en licht enkele belangrijke punten uit je cv toe.
• Tip: kom tot de kern! Wat was ook alweer je hoofdboodschap?
Hoe breng je de indruk onder woorden? Valkuil 3: niet gespecificeerd Niet toegeschreven op de specifieke vacature of op het bedrijf, maar een algemeen verhaal dat je naar elk bedrijf zou kunnen sturen. Tip: bekijk de vacature en de website van het bedrijf goed! Bedenk waarom je specifiek déze baan bij dít bedrijf zou willen hebben.
Handige websites voor het schrijven van teksten • http://www.ru.nl/raakradbouds/adviezen_e n_tips/van_idee_tot_tekst/ • http://www.taalwinkel.nl/schrijfproces/ • http://www.scribbr.nl/category/scriptiestructuur/
Schrijfproces Fase 1 ‘voorbereiding’ afgerond: doel & hoofdgedachte bepaald. Fase 2 ‘schrijven’ - formuleringen - stijl
Formuleringen en stijl Waaraan moeten de formuleringen en stijl voldoen voor een professionele brief? - Niet te wollig, vaag, lang, informeel - Duidelijk, specifiek, bondig, gepast Hoe formuleer je met stijl? - belangrijkste valkuilen en aandachtspunten
Formuleer met stijl Correct formuleren: – Geen stijlfouten (bijv. incongruentie) – Let op lastige tweetallen (bijv. dat/wat, jou/jouw) Duidelijk formuleren: – Verwijzingen Direct, actief, bondig, efficiënt, aantrekkelijk formuleren: – Let bijv. op kettingzinnen – Geen wollige, omslachtige zinnen met overbodige woorden: staat hier exact wat je bedoelt? – Variatie in zinsopbouw en woordgebruik
Formuleringen & stijlfouten Incongruentie: onderwerp en persoonsvorm stemmen qua getal niet overeen
Eén groep jongeren verpesten het voor de rest. Een deel van de problemen zijn lastig op te lossen.
Jou - jouw Ik stuur jou een e-mail Ik stuur jouw zus een e-mail. Jou mij, hem Jouw mijn, zijn = bezit
Verwijswoorden: deze/die – dit/dat Het lidwoord bepaalt de keuze van het aanwijzend voornaamwoord / verwijswoord • Die/deze man is mijn buurman. • De man die daar loopt, is mijn buurman. • Dit/dat kind is mijn buurmeisje. • Het kind dat daar speelt, is mijn buurmeisje.
(Die - ) dat - wat Die slaat terug op de-woorden • De besluitenlijst die… De buurman die… Dat slaat terug op het-woorden • Het besluit dat… Het meisje dat…
Wat slaat terug op: • een hele zin
Hij zegde het vertrouwen op, wat tot veel commotie leidde.
• een overtreffende trap
Dat is het beste, wat je kunt doen.
• alles, niets, iets, het enige, dat wat Dat is iets wat je gewoon moet doen.
Voorbeeld • De pers schreef negatief over het besluit dat aanleiding was tot een discussie. • De pers schreef negatief over het besluit, wat aanleiding was tot een discussie (Vraagbaak Nederlands, 2005)
Verwijzingen Onduidelijke verwijzingen • Daar gaat Herman met zijn vriend; hij gebaart druk naar hem. • Er kwamen vrijwilligsters om bloemen te schikken, waarna ze aan de voorkant van de tent […] zijn opgehangen. (Onze Taal 12, dec. 2009)
Stijl/formuleringen: lange zinnen • Kans op onduidelijkheid/onbegrip bij lezer • Kans op fouten bij schrijver • Splits lange zinnen bij voegwoord of verwijswoord • Maak de structuur duidelijk
Kettingzinnen Het nieuwe onderwijssysteem wordt overhaast ingevoerd waardoor de docenten nog verder gedemotiveerd raken zodat de reeds in gang gezette vernieuwingen waarschijnlijk geen effect zullen hebben, als gevolg waarvan zich volgend jaar weer minder leerlingen zullen aanmelden.
Kettingzinnen Het nieuwe onderwijssysteem wordt overhaast ingevoerd. Hierdoor zullen de docenten nog verder gedemotiveerd raken. Omdat de reeds in gang gezette vernieuwingen dan waarschijnlijk geen effect zullen hebben, zullen zich volgend jaar weer minder leerlingen aanmelden.
Concreet en specifiek • Gebruik geen ‘lege’ woorden • Wees specifiek en geef aan wat je precies bedoelt Vb. ‘Bij het project worden vijf aspecten onderscheiden’. Fases? Onderdelen? Functies? Kenmerken? Vb. Realiseren
van een weg (=aanleggen) van omzetstijging (=bereiken) van plannen (= uitvoeren)
Handige naslagwerken Wil je meer weten over stijl en formuleren? • Bovenhoff, M., Zeijl, W. & Latjes, G. (2013). Basisboek Taal. Amsterdam: Pearson Education. • Hermans, M. (2010). Schrijven met effect: Stijlcursus doeltreffend formuleren. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Schrijfproces Fase 2 ‘schrijven’ is afgerond. We hebben stijlvolle en duidelijke formuleringen. Fase 3: correctie - spelling - interpunctie
Professioneel?
Wil je de d-/t-regels opfrissen? Volg dan een workshop werkwoordspelling.
Los of aaneen?
Voorbeelden gevolgen voor betekenis
Let op Betekenisverschil: • Het rode wijnglas
Het rodewijnglas
• Het volle melkpak
Het vollemelkpak
Samenstellingen met koppelteken [-] Klinkerbotsing >koppelteken Voorbeelden: • Foto-effect o+e • Auto-uitlaat o+u • Astma-aanval a+a • Alinea–indeling a+i • Vakantie-uitkering e+u Niet bij: cameraopstelling, antioproerpolitie, bendeoorlog
Er/hier/daar + voorzetsel Na er / hier / daar / waar een voorzetsel? aaneen Eraan, daarachter, hiervoor… Let op! Hoort voorzetsel bij het werkwoord? los 1. Jan is ervanaf gevallen. 2. Jan is ervan afgevallen.
Los of aaneen? Twijfel? zoek het op • http://www.spatiegebruik.nl • http://www.beterspellen.nl/website/index.php? pag=91 • http://www.onzetaal.nl/taaladvies/advies/engel se-woorden-in-nederlandse-samenstellingen • http://www.onzetaal.nl/taaladvies/trefwoord/aa neenschrijven • www.woordenlijst.org
Interpunctie - de komma
Bron: http://www.thoughtsinvinyl.com
Betekenisverschillen komma Hij zat op haar schoot en keek geschrokken. Hij zat op haar, schoot en keek geschrokken.
Vrouw zoekt leuke man. Ik ben spontaan, 38 jaar en vrij met dochter van vijf. [uit: Door rood en spook gereden. Ruggespraak Onze Taal]
Fase 3 ‘correctie’ Herlees je stuk en kijk in elk geval kritisch naar: - zinsconstructies - werkwoordspelling en spelling - spaties en komma’s Vraag jezelf ook af of er écht staat wat je bedoelt en of je de indruk geeft die je wilt geven.
Oefening: in hoeverre professioneel? 1. Daarnaast heb ik een universitaire opleiding ben ik een doener en gaat netwerken bij mij als vanzelf. 2. Ik ben zeer flexibel in mijn werktijden, beschik over een zeer groot verantwoordelijkheidsgevoel, representativiteit staat bij mij zeker vooraan in mijn woordenboek. Bovendien ben ik zeer sociaal en ondersteunend ingesteld en kan goed kennis overbrengen. 3. Ik ben er van overtuigd dat ik als medewerker Communicatie een waardevolle bijdrage kan leveren. 4. De werkzaamheden zijn divers en uitdaged en dit past er goed bij mij. Ik ben nauwkeurig, leergierig en enthousiast. Helaas werd mijn contract niet verlengt. 5. De werkzaamheden in de geschetste baan trekt mij enorm aan. Ik ben enthousiast geworden over de brede en afwisselende functie, evenals de betrokkenheid en openheid en ook over het doorgroeiperspectief, die jullie bieden.
Afronding / samenvatting Om professioneel over te komen…
Fase 1: voorbereiding
Fase 2: schrijven
Fase 3: correctie
Opdracht, doel en hoofdgedachte bepalen, structureren, alinea’s ordenen en tekstontwerp
Formuleer met stijl! Niet wollig, vaag en informeel. Let o.a. op incongruentie en verwijzingen.
Verbeter spel- en interpunctiefouten. Let op werkwoordspelling, spaties en komma’s.
Aanbod Taal Studiesuccescentrum • Workshops & lessenseries • Individuele trajecten • • • • •
Spelling en werkwoordspelling Formuleren en stijl Tekstontwerp en –structuur Zakelijk schrijven Scriptiebegeleiding
Zijn er nog vragen?
Meer informatie, les of begeleiding? Wij zijn bereikbaar via: www.saxion.nl/taalexpert
[email protected]
Extra aanbevolen materiaal • Braas, C., Pas, van der, L. (2006). Taaltopics. Spelling (4e druk). Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. • Hogen, R. van, Rietstap, E. (2007). Basisvaardigheden taal. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. • Tiggeler, E. (2005). Vraagbaak Nederlands (herziene editie). Den Haag: SDU Uitgeverij. • Moons, A., Bovenhoff, M., Latjes, G. (2008). Basisboek Spelling (2e druk) Amsterdam: Pearson Education • Klein, M. & Visscher, M. (2011). Praktische cursus spelling. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. • Westen, W. van der (2005). Welgespeld: werkwoordspelling voor het hoger onderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho.