Prof. Dr. I.C. van Houteschool school voor speciaal basisonderwijs
schoolgids 2013-2014
Prof. Dr. I. C. van Houteschool Leksmondplein 27 1108 EL Amsterdam T 020 697 45 06 W www.vanhouteschool.nl E
[email protected]
Pagina
1
schoolgids VHS, 2013-2014
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
Over deze gids
Inhoud
Pagina
2
Voorwoord ...............................................................................................................................3 1 Algemene informatie .........................................................................................................4 2 Waar de school voor staat .................................................................................................6 3 Organisatie van de school en onderwijsarrangementen .........................................................7 4 Kenmerken van het onderwijs ............................................................................................7 5 Aanmelding en plaatsing ...................................................................................................8 6 Handelingsplanning en rapportage......................................................................................9 7 Uitstroom ...................................................................................................................... 11 8 Ouderbetrokkenheid ....................................................................................................... 12 9 Schoolregels en afspraken rond gedrag............................................................................. 19 10 Het personeel ................................................................................................................ 22 11 Afdeling Jonge risicokinderen (JRK) .................................................................................. 24 12 Onderwijs- en onderwijszorg-arrangementen ..................................................................... 25 13 Professionalisering .......................................................................................................... 30 14 Namen en adressen ........................................................................................................ 31
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
Voorwoord Vóór u ligt de schoolgids voor het schooljaar 2013-2014, van de Prof. Dr. I.C. van Houteschool, een school voor openbaar speciaal basisonderwijs. De gids is bestemd voor de ouders en verzorgers van de (nieuwe) leerlingen. U vindt er algemene informatie in over de dagelijkse gang van zaken op school. Ook staat er informatie in over zaken zoals het onderwijs, de aanmelding en plaatsing, verlofregelingen, activiteiten, projecten en de klachtenregeling. De Prof. Dr. I.C. van Houteschool geeft speciaal basisonderwijs aan leerlingen met leer- en gedragsmoeilijkheden en leerlingen met opvoedingsproblemen. De leerlingen krijgen op onze school hulp en onderwijs, waarbij de individuele onderwijsbehoefte van elke leerling centraal staat. De gids is geschreven door directie en teamleden van de school en de medezeggenschapsraad heeft ermee ingestemd. Hoewel we ons best hebben gedaan om fouten te vermijden, kan het gebeuren dat er een fout in de gids staat. Via de Nieuwsbrief wordt u dan tijdig op de hoogte gebracht van de juiste tekst. Wij hopen dat u deze schoolgids met plezier doorleest en dat u er de benodigde informatie in terugvindt. Als u na het lezen vragen heeft over de school kunt u altijd contact met ons opnemen. Wij vertrouwen op een prettige samenwerking en hopen dat uw kind bij ons op school een fijne en leerzame tijd heeft. Namens de medezeggenschapsraad
René Huijzer Directeur
Philip Harman Voorzitter
Pagina
3
Namens het team
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
1
Algemene informatie
1.1 De school De officiële naam van de school is Prof. Dr. I.C. van Houteschool. Deze naam wordt vaak ingekort tot ‘de van Houteschool’. 1.2 Speciaal basisonderwijs (SBO) Leksmondplein 27 De Prof. Dr. I.C. van Houteschool is een school voor 1108 EL Amsterdam speciaal basisonderwijs (SBO) en staat voor de 020 69 74 506 bijzondere combinatie van vakbekwaam basisonderwijs aangevuld met specifieke leer-, gedrags- en
[email protected] opvoedingsexpertise. De school biedt passend www.vanhouteschool.nl onderwijs aan leerlingen die zich op de reguliere basisschool niet optimaal ontwikkelen. Die leerlingen hebben meer aandacht en of zorg nodig dan de basisschool kan bieden. Een school voor speciaal basisonderwijs legt bij plaatsing van een leerling niet zozeer de nadruk op de oorzaak van de problemen, maar de school bekijkt vooral wat het kind aan aandacht, zorg of speciale aanpak nodig heeft en wat haalbaar is. Een school voor speciaal basisonderwijs valt onder de wet primair onderwijs (WPO). 1.3 Openbaar onderwijs De van Houteschool is een school voor openbaar onderwijs. Dat betekent dat alle leerlingen welkom zijn, ongeacht hun godsdienst of levensovertuiging. Op deze school ontmoeten leerlingen uit andere culturen elkaar en leren ze andere culturen begrijpen en waarderen. 1.4 Ligging van de school De van Houteschool staat in het stadsdeel Zuidoost, in de rustige buurt Nellestein en is zoals de meeste buurten in Amsterdam Zuidoost, een autovrij woongebied. Aan de noordkant grenst de buurt aan de A9, aan de zuidkant aan de Gaasperplas en aan de oostkant aan het Gaasperpark. In de directe omgeving van de school staat hoogbouw, met veel ruimte en groenstroken ertussen. De school staat op een plein tussen de hoogbouw samen met openbare basisschool Nellestein en het MOC ‘t Kabouterhuis. Met deze basisschool en het MOC heeft de school een samenwerkingsverband. 1.5 Grootte van de school Per 1 augustus 2013 telt de van Houteschool ongeveer 107 leerlingen. Het schoolgebouw bestaat uit negen lokalen, een praktijklokaal, een speellokaal en een gymnastieklokaal. 1.6 Geschiedenis van de school Al in 1974 werd een eerste opzet voor de school geschreven door de toenmalige directeur van het Gemeentelijke Pedotherapeutisch Instituut, mevrouw Wilmink. Het resultaat was de start van ‘Het project geïntegreerd speciaal onderwijs’ in augustus 1982. Het experiment kreeg een geldigheidsduur van drie jaar. Prof. Dr. I.C. van Houte verleende toestemming om zijn naam aan de school te verbinden. Dat werd door hem persoonlijk bekrachtigd bij de feestelijke officiële opening van de school in het voorjaar van 1983.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
1.8 Schooltijden ’s Morgens is de school open vanaf 8.30 uur en mogen de leerlingen naar de eigen groep. De schooltijden zijn van maandag tot en met vrijdag van 8.45 tot 15.15 uur en op woensdag van 8.45 tot 12.15 uur. De lessen beginnen stipt om 8.45. Dit betekent dat de leerlingen voor 8.40 uur in de school moeten zijn. Leerlingen die na 8.40 binnenkomen, melden zich eerst bij de conciërge voordat ze naar de groep gaan.
4
1.7 Het bestuur De van Houteschool valt onder het bestuur van Stichting openbaar onderwijs Sirius. Deze stichting telt naast de van Houteschool nog 13 basisscholen. De school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Zuidoost.
schoolgids VHS, 2013-2014
Alle leerlingen blijven tussen de middag op school onder leiding van de eigen leerkracht. Dan wordt er een kwartier gezamenlijk in de eigen groep gegeten en een half uur buiten gespeeld. Om de rust in de school te bewaren vragen wij ouders, verzorgers en chauffeurs, die een kind komen ophalen, in het halletje bij de entree te wachten totdat de school daadwerkelijk uitgaat. De klok in de hal staat altijd op tijd. 1.9 Vakanties en studiedagen 2013-2014 Vakantiedagen Herfstvakantie 21 oktober t/m 25 oktober 2013 Halve dag Sinterklaas 05 december vanaf 12.15 uur Kerstvakantie 23 december t/m 03 januari 2014 Voorjaarsvakantie 24 februari t/m 28 februari 2014 2e Paasdag 21 april 2013 Meivakantie 22 april t/m 05 mei 2014 Hemelvaart 29 en 30 mei 2014 2e Pinksterdag 09 juni 2014 Zomervakantie 07 juli t/m 15 augustus 2014 Leerlingbespreking A1 A2/3 B1 B2 B3 B4 C1 C2
10 januari 2014 en 27 mei 2014 20 januari 2014 en 02 juni 2014 24 januari 2014 en 19 mei 2014 03 januari 2014 en 23 mei 2014 30 januari 2014 en 22 mei 2014 27 januari 2014 en 26 mei 2014 07 januari 2014 en 06 juni 2014 09 januari 2014 en 05 juni 2014
Studiedagen In verband met studiedagen van het team is uw kind vrij op de volgende dagen: maandag en dinsdag 02 en 03 september 2013 dinsdag 10 december 2013 dinsdag 18 februari 2014 donderdag 20 maart 2014 vrijdag 20 juni 2014 Wij doen ons best om u tijdig op de hoogte te stellen van wijzigingen in de data. Dat gebeurt meestal per Nieuwsbrief. Extra activiteiten vanuit school Schoolexcursies Uitstapjes zijn bibliotheekbezoek, museumlessen, muziekluisterlessen, Artislessen, kunstschooldag, projecten vanuit de politie (drugspreventie, vandalisme) en projecten vanuit cultuureducatie.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
Schoolzwemmen De leerlingen uit de B-unit die nog géén diploma hebben gaan 1x per week naar zwemles in het Bijlmer Sportcentrum. Deze leerlingen hebben één jaar de tijd om hun diploma te halen. Daarna stopt het schoolzwemmen. Het streven is om de kinderen minimaal hun A-diploma te laten halen. Voor de leerlingen die hun A-diploma hebben gehaald stopt het schoolzwemmen. Die leerlingen die niet zwemmen blijven op school en volgen het normale onderwijsprogramma. De kosten van het schoolzwemmen en van het vervoer worden gedragen door het stadsdeel Zuidoost.
5
Schoolreisjes De schoolreisjes gaan per unit. De A-unit gaat één dag. In principe wordt er voor de B en C unit per jaar bekeken of zij op schoolkamp gaan of dat er alternatieve activiteiten worden aangeboden. Over de data en de kosten van het schoolreisje/de kampen of de activiteiten krijgt u ruim van tevoren bericht. Bij het DWI kunnen ouders financiële ondersteuning aanvragen. Informatie hierover is bij de administratie verkrijgbaar.
schoolgids VHS, 2013-2014
2
Waar de school voor staat
2.1 Onze missie, ‘samen een brug naar de toekomst’ Zo luidt de gezamenlijke ambitie van de medewerkers van de van Houteschool. De van Houteschool maakt zich sterk om samen met ouders en leerlingen naar oplossingen te zoeken voor de problemen die zich voordoen in de ontwikkeling van de leerling. Wij werken samen aan Wij werken samen aan De van Houteschool vindt het successen kennis en vaardigheden die van groot belang dat elke van belang zijn om mee te betrokkene daarin een rol kunnen doen in de speelt. De van Houteschool is de onderwijsdeskundige, de samenleving ouders zijn ervaringsdeskundige en de leerling is degene waar het om draait. Samen met ouders en leerling willen wij een brug naar de toekomst slaan. Wij gaan uit van de kracht van uw kind
2.2 Onze visie op onderwijs De school ontwikkelt een visie waarin tot uitdrukking komt hoe de school de leerlingen voorbereidt op een goede plek in de samenleving van nu en straks, gericht op wat de leerlingen nodig hebben. Daarbij kijkt de school naar de leerprestaties van de leerlingen, streeft de school naar aandacht voor goed onderwijs in de basisvakken en heeft de school oog voor wat de leerlingen kunnen bereiken (wij hebben hoge verwachtingen van leerlingen).
Onze visie Wij bereiden onze leerlingen voor op het leven, werken en leren in de eeuw die voor ons ligt. Wij bereiden onze leerlingen voor om deel te kunnen nemen aan de maatschappij van morgen. Een maatschappij waarin ze een eigen plek hebben om als volwaardig burgers te kunnen leven, werken en leren. Wij bereiden onze leerlingen voor door ze kennis en vaardigheden en attitudes aan te reiken die ze nodig hebben om straks succesvol te zijn.
Om deze visie waar te maken brengt de van Houteschool de leerlingen vaardigheden, kennis en attituden bij die ze nodig hebben om straks succesvol te zijn in de 21e eeuw.
Deze visie brengt met zich mee dat wij veel aandacht besteden aan de vaardigheden, kennis en attituden van de medewerkers om optimaal onderwijs te kunnen geven. Wij streven ernaar dat onze medewerkers competent zijn in het uitoefenen van hun beroep.
“samen een brug naar de toekomst”
6
gedegen kennis van de basisvakken samenwerken; willen en kunnen delen met anderen leergierigheid & talent ontwikkelen probleem oplossend vermogen ontwikkelen zelfstandig problemen op kunnen lossen begrijpen, analyseren, en managen van processen en data ICT-geletterdheid creativiteit, nieuwsgierig & ondernemend betrokkenheid, kritisch denken & reflecteren op eigen handelen kunnen communiceren geven van presentaties sociale en culturele vaardigheden
Pagina
schoolgids VHS, 2013-2014
Vanuit die expertise kan de van Houteschool een hulpverleningsaanbod doen dat past bij de onderwijsbehoeften van de leerling. Een hulpverleningsaanbod dat gepland en gecontroleerd wordt uitgevoerd gedurende de tijd dat de leerling hier op school zit. In de groep wordt het hulpverleningsaanbod vertaald naar een groepsplan en dat wordt door de groepsleerkracht uitgevoerd.
3
Organisatie van de school en onderwijsarrangementen
De school is onderverdeeld in drie afdelingen: de A-unit, de B-unit en de C-unit. De leeftijd en de onderwijsbehoefte van een leerling bepalen in eerste instantie in welke unit het geplaatst wordt en in tweede instantie in welke groep. A-unit De behandeling en aanpak in deze unit is gericht op het zoveel mogelijk inlopen van ontwikkelingsachterstanden, taalverwerving, socialisering, voorbereidende en aanvankelijke leeractiviteiten en het ontwikkelen van algemene leervoorwaarden. De leeftijd van de leerlingen in de A-unit is 4 tot 9 jaar. Het prestatieniveau varieert van groep 1 tot en met groep 4 van een reguliere basisschool. De verschillen tussen de groepen hebben enigszins te maken met het prestatieniveau, maar voor een belangrijk deel ook met het aanspreekniveau van de leerlingen. Hiermee wordt niet alleen de taalvaardigheid bedoeld, maar ook de mate waarin instructie opgepakt en begrepen kan worden. Ook wordt gekeken naar de interesses en het niveau van de sociale vaardigheden. Onderdeel van de A-unit is de afdeling Jonge Risicokinderen (JRK). Zie hiervoor hoofdstuk 11. B-unit In deze afdeling staat het leren meer centraal en worden aan de leergerichtheid en zelfstandigheid van de leerlingen hogere eisen gesteld. De taalvaardigheid en de taalstimulering blijven veel aandacht vragen, evenals het leren verwoorden van emoties. De leeftijd van de leerlingen varieert tussen 8 en 11 jaar en het prestatieniveau varieert van groep 3 tot begin groep 7 van een reguliere basisschool. In de B-unit treedt een steeds duidelijker scheiding op tussen leerlingen die al meer theoretisch gericht bezig kunnen zijn en leerlingen die meer aanschouwelijk of praktisch onderwijs nodig hebben. Daarom kent de B-unit verschillende stromen. Eén stroom is voor laagfunctionerende leerlingen. Zij zijn beperkt in hun cognitieve mogelijkheden, maar zijn niet direct toelaatbaar voor een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) of maken gebruik van de leerlinggebonden financiering. Daarnaast is er meer de theoretische stroom. Deze leerlingen kunnen een hoger tempo aan en er worden hogere eisen aan hen gesteld. C-unit In deze unit worden leerlingen geplaatst die voorbereid worden op het voortgezet onderwijs. De leeftijd van deze leerlingen is 10 tot en met 12 jaar. Het streven is dat zij twee jaar in de C-unit onderwijs volgen. Evenals bij de B-unit is er onderscheid tussen groepen binnen de unit. Het verschil zit voornamelijk in de onderwijsbehoeften van de leerlingen en bijbehorende uitstroommogelijkheden naar het voortgezet onderwijs. Doorstroming naar het voortgezet onderwijs gaat voornamelijk naar vormen van praktijkonderwijs (voortgezet speciaal onderwijs) en voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO), al dan niet met LWOO (leerwegondersteuning). Zie 7.1
4.1 Organisatie Het onderwijs op onze school wordt nadrukkelijk gezien als een belangrijk middel om de ontwikkeling (sociaal, emotioneel en cognitief) van de leerlingen nieuwe kansen te geven en talenten te ontwikkelen. De school zorgt voor een uitdagende en ondersteunende leeromgeving voor de leerlingen. De inhoud en organisatie van de lessen en de didactiek zijn daarom belangrijk. Het onderwijs wordt zo veel mogelijk groepsgewijs gegeven, bijvoorbeeld: groepslessen met de hele groep; “samen een brug naar de toekomst”
7
Kenmerken van het onderwijs
Pagina
4
schoolgids VHS, 2013-2014
lessen in subgroepen binnen de eigen klas; (instructie groepen) lessen in subgroepen buiten de eigen klas.
Door de gezamenlijke gerichtheid van een groep of subgroep krijgt de leerling steun bij het ontwikkelen van een betere leer- en werkhouding. Door deze manier van werken houdt de groepsleerkracht de groep zoveel als mogelijk bij elkaar op het gebied van leerstof. Groepsinstructie wordt zo nodig gevolgd door extra instructie of verlengde instructie en er wordt gedifferentieerd in de verwerkingsvormen. Ook bij de vaklessen, therapieën of aanvullende leerhulp buiten de klas wordt zo veel mogelijk in subgroepen gewerkt. 4.2 Testen en toetsen Leerlingvolgsysteem & volgen van de ontwikkeling Twee maal per jaar worden alle leerlingen getoetst op woordenschat, rekenen, technisch- en begrijpend lezen en spelling. De toetsresultaten worden gebruikt om de plannen te evalueren en bij te stellen. De groepsleerkracht zal zich steeds de vraag stellen of het aanbod aansluit bij wat de leerling nodig heeft om zijn mogelijkheden optimaal te kunnen benutten. De groepsleerkracht maakt op basis van deze evaluatie meerdere malen per jaar nieuwe plannen voor de leerlingen en de groep (het groepsplan). Alle gegevens worden verwerkt in een leerlingvolgsysteem en worden met de ouders besproken in het rapportgesprek. Soms hebben wij meer informatie nodig, om beter aan te kunnen sluiten bij wat de leerling nodig heeft. Wij kunnen dan besluiten de leerling individueel te toetsen, bijvoorbeeld op de competentiebeleving (onderdeel van de sociaal-emotionele ontwikkeling) of op het gebied van de capaciteiten. In de C-unit vindt er een eindonderzoek plaats. Dit onderzoek is tevens een wettelijk toelatingscriterium voor het voortgezet onderwijs. 4.3 Doorstroming binnen de school In het algemeen stroomt een leerling aan het eind van een schooljaar door naar een andere groep of een andere unit. Soms wordt een leerling tussentijds overgeplaatst. Dit heeft dan vaak te maken met het aanspreekniveau, het leerniveau en/of de leeftijd van de leerling, afgezet tegen het gemiddelde van de groep. Overplaatsing vindt plaats als blijkt dat een leerling beter tot zijn recht komt in een andere groep. Dit gebeurt in overleg met de ouder(s)/verzorger(s). Soms blijft een leerling twee jaar in dezelfde groep. De leerling werkt dan verder op eigen niveau en doet het jaar niet over. Leerlingen blijven bij ons op school dus niet zitten
5
Aanmelding en plaatsing
Welke kinderen komen naar de van Houteschool? De van Houteschool is een SBO-school die onderwijs biedt aan leerlingen die zich op de reguliere basisschool niet optimaal ontwikkelen. De kwaliteit van het onderwijs op de VHS kent twee pijlers: het onderwijs is Passend en is Opbrengstgericht. Daarmee heeft ieder kind de grootste kans op een positieve ontwikkeling.
5.2
Aanmeldingsprocedure
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
8
5.1 Zorgplicht voor scholen Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Zorgplicht betekent dat scholen er voor moeten zorgen dat iedere leerling die op hun school zit, of die zich bij de school aanmeldt een passende onderwijsplek op een school (regulier of speciaal) binnen het Samenwerkingsverband van die regio krijgt. Bij de uitvoering van de zorgplicht, moet het schoolbestuur eerst kijken wat de school zelf kan. Vindt de school dat een leerling het beste naar een andere school binnen het Samenwerkingsverband kan gaan, dan moet deze zelf zorgdragen voor een goede plek voor die leerling.
schoolgids VHS, 2013-2014
Een leerling op de van Houteschool heeft een (tijdelijke) beschikking nodig om hier onderwijs te mogen volgen. Die beschikking is als het ware een toegangsbewijs. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) bepaalt of een leerling naar het speciaal basisonderwijs kan. De PCL is een onafhankelijke commissie die op stedelijk niveau is aangesteld. Deze commissie maakt onderdeel uit van de Verwijzings-Indicatie commissie Amsterdam (VIA). Hierin zitten een aantal deskundigen op het gebied van onderwijs, maatschappelijk werk en psychologie. Deze commissie bepaalt voor alle Amsterdamse kinderen voor welke vorm van onderwijs zij toelaatbaar zijn. De aanmelding bij de PCL moet door of namens de ouders gedaan worden via de directie. Nieuwe leerlingen en hun ouders die doorverwezen worden naar de van Houteschool, maken een afspraak voor een kennismakingsbezoek. Tijdens dat bezoek wordt uitleg gegeven over het lesprogramma, over de schooltijden, over de aanpak van de leerlingen; kortom over de gang van zaken op school. Samen met de ouders wordt een inschrijvingsformulier ingevuld. De ouders ondertekenen dit formulier en geven de school daarmee toestemming om schriftelijk informatie op te vragen bij de huidige school van hun kind of bij andere instanties die bij de aanmelding betrokken zijn. De ouders nemen een kopie van het paspoort mee, een zorgpas en het sofinummer (burger service nummer) van het kind. Zodra de ouders de positieve (tijdelijke) beschikking van de PCL hebben ontvangen, geven zij dat door aan de school. Dan wordt de leerling door de begeleidingscommissie van de school besproken. Die begeleidingscommissie bestaat uit de directeur, de orthopedagoog, de intern begeleider en de schoolarts. Samen bekijken zij of een kind plaatsbaar is. Er wordt gekeken of er aanvullend onderzoek nodig is en in welke groep de leerling geplaatst kan worden. In een enkel geval kan het voorkomen dat een leerling op een wachtlijst geplaatst wordt. Een leerling mag niet langer dan drie maanden op de wachtlijst staan. 5.3 Het rugzakje gaat verdwijnen. De leerlinggebonden financiering verdwijnt. In het kader van Passend Onderwijs komt er per 1 augustus 2014 een nieuw stelsel voor het verdelen van de gelden voor leerlingen met een beperking. Het budget blijft gelijk maar vanaf 1 augustus 2014 gaat het beschikbare geld rechtstreeks naar de samenwerkende scholen in de regio (= het samenwerkingsverband). Die bepalen hoe ze het geld zo doeltreffend mogelijk inzetten in de groep. Tot 1 augustus 2014 kunnen er nog rugzakjes worden aangevraagd voor een kind. Daarna is het afhankelijk van de afspraken in het samenwerkingsverband hoe de toewijzing van extra ondersteuning op de school gaat plaatsvinden. 5.4 Toelatingscriteria Het belangrijkste criterium voor toelating is dat de school voldoende tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoefte van de leerling zoals die geformuleerd is in hulpvragen en hulpverleningsvoorstellen. In principe komen alle leerlingen met leer- en gedragsproblemen, ongeacht de oorzaak, voor toelating in aanmerking als redelijkerwijs verwacht kan worden dat de leerling binnen het reguliere basisonderwijs niet adequaat geholpen kan worden en de van Houteschool een adequaat antwoord kan geven op de hulpvragen van het kind.
6.1 Plaatsingsbespreking In de plaatsingsbespreking wordt de (onderwijskundige) rapportage besproken en worden hulpvragen geformuleerd. Op grond hiervan wordt een voorstel gedaan, waarin aanwijzingen staan over: de zorgbehoefte van de leerling (zorgfactor); de aanpak en het pedagogisch klimaat; de doelen op korte en lange termijn; de behoefte aan speciale hulp (bijv. logopedie); eventueel verwijzing naar externe hulpverlening; specifieke begeleiding vanuit de school.
“samen een brug naar de toekomst”
9
Handelingsplanning en rapportage
Pagina
6
schoolgids VHS, 2013-2014
Op grond van dit voorstel wordt het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling geformuleerd en wordt beschreven hoe de school voldoende kan aansluiten bij de hulpbehoeften van het kind. 6.2 Leerlingbespreking Twee keer per schooljaar wordt in de leerlingbespreking de ontwikkelingen van iedere leerling besproken. Bij die bespreking zijn de groepsleerkracht, de onderwijsassistent, de adjunct-directeur, de intern begeleider en eventueel de orthopedagoog aanwezig. De leerkracht maakt over iedere leerling een verslag. Andere medewerkers in de school (fysiotherapeut, logopediste, e.d.) leveren een schriftelijke rapportage voor deze bespreking. Het verslag van de leerkracht en de samenvatting van de leerlingbespreking vormen de leidraad voor de rapportage aan de ouders. Ouders worden op de hoogte gebracht van het functioneren van hun kind. In de leerlingbespreking wordt het uitstroomperspectief geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Per leerlingbespreking worden streefdoelen vastgesteld. Streefdoelen zijn de doelen waar de leerkracht met het kind de komende tijd aan gaat werken. 6.3 Groepsbespreking In het kader van planmatig handelen hanteert de school een cyclus van 4 groepsbesprekingen per schooljaar. Tijdens deze bespreking worden de handelingsadviezen concreet omgezet in een aanbod voor de groep in de vorm van groepsplannen en individuele plannen. De bespreking wordt gehouden door de intern begeleider en de groepsleerkracht. De evaluatie van het groepsplan samen met de analyse van de toetsen, observaties en diagnostische gesprekken vormen de basis voor het nieuwe groepsplan. In het groepsplan staan nauwkeurig aangegeven welke activiteiten en welke doelen aan de orde komen voor de komende periode. 6.4 Rapportage aan ouders en leerlingen Tweemaal per jaar krijgen de leerlingen een schoolrapport mee naar huis. Dit rapport wordt met de ouders besproken. Bij de eerste rapportbespreking in januari/februari worden het ontwikkelingsperspectief (OPP) en de leerresultaten besproken. Bij de tweede rapportbespreking is ook de de leerling aanwezig. De leerling zal samen met de leerkracht de eigen leerresultaten met de ouder bespreken. De van Houteschool vindt het belangrijk dat ook de leerlingen bij de rapportbesprekingen betrokken worden (zie de visie op onderwijs). Uiteindelijk gaat het over hen. De leerlingen worden in de loop van elk schooljaar steeds meer eigenaar gemaakt van hun eigen leerproces. De leerling wordt geleerd om verantwoording te nemen voor zijn/haar eigen leren, om te reflecteren op zijn/haar eigen leren. Daarvoor worden ze door de leerkracht geleerd om vaardigheden te ontwikkelen die daarbij nuttig zijn voor nu en voor de toekomst. Op de rapportbespreking zal de leerling zelf verwoorden tegen de ouders hoe het geleerd heeft en wat het geleerd heeft maar ook wat het de komende periode wil gaan leren Het rapport heeft twee functies die soms moeilijk te combineren zijn. Enerzijds wordt er informatie gegeven over de werkelijke ontwikkelingen en vorderingen van de leerling. Anderzijds heeft het rapport als doel om de leerling te stimuleren en positief te bevestigen. Hoewel de bemoedigende en stimulerende functie van het rapport de nadruk krijgt, mag de inhoud geen verkeerd beeld geven van de werkelijkheid en in overeenstemming zijn met andere informatie die aan de ouders wordt verstrekt.
Pagina
6.5 Zorgbreedte overleg (ZBO) Gedurende het schooljaar vinden minimaal 6 besprekingen plaats met de Commissie van Begeleiding en/of hulpverleners over individuele leerlingen. In het ZBO worden leerlingen besproken waar wij zorgen over hebben. De besprekingen zijn bedoeld om het onderwijs en de zorg aan individuele leerlingen af te stemmen. In een aantal gevallen worden ook ouders gevraagd om aan de bespreking deel te nemen.
10
Van het gesprek wordt door de leerkracht een verslag gemaakt ten behoeve van het leerling-dossier. De rapportavond is belangrijk en daardoor verplicht. Alleen ouders die komen krijgen het rapport mee.
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
7
Uitstroom
7.1 Uitstroomgegevens Het totale aantal schoolverlaters naar het voortgezet onderwijs bestond in 2012 uit 18 leerlingen Deze schoolverlaters gingen naar de volgende onderwijsvormen:
onderwijsvorm VSO cluster 2 VSO cluster 3 VSO cluster 4 Praktijkonderwijs VMBO-BB + LWOO VMBO-BB - LWOO VMBO-KB + LWOO VMBO-KB - LWOO combinatie VMBO-BB en KB + LWOO combinatie VMBO-BB en KB - LWOO VMBO-G en/of TL + LWOO VMBO-G en/of T - LWOO HAVO VWO onbekend/anders/emigratie
2011-2012 aantal schoolverlaters
2012-2013 aantal schoolverlaters
12 4
1 13 6
1 1
1
Gedurende het schooljaar zijn er verschillende redenen waarom leerlingen de school verlaten. De reden kan zijn overgang naar het voortgezet onderwijs, verwijzing naar een andere vorm van (speciaal) onderwijs of een residentiële instelling, verhuizing verwijzing naar andere vormen van speciaal onderwijs of residentiële setting; terugplaatsing naar het basisonderwijs; uitstroom door verhuizing of andere oorzaken; verwijzing vanuit de JRK-afdeling. 7.2 Overgang naar regulier voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs Leerlingen van 12 jaar en ouder kunnen overgaan naar het voortgezet onderwijs. Veel leerlingen gaan naar het Praktijkonderwijs, het VBMO met leerwegondersteuning of het VMBO. Soms is voor een leerling het voortgezet speciaal onderwijs de meest geschikte onderwijsvorm. Het eindadvies komt tot stand na een psychologisch eindonderzoek, een observatie van de sociaalemotionele ontwikkeling en de bevindingen van de groepsleerkracht. Hierbij worden genoemd: leerresultaten, leervorderingen, sociale vaardigheden, culturele vaardigheden, vorderingen met betrekking tot de persoonlijkheidsontwikkeling, enzovoort. Rond de maand november krijgen de ouders een pre-advies van de groepsleerkracht.
Voor heel Amsterdam is er een vaste procedure afgesproken over aanmelding en toelatingscriteria. De Van Houteschool organiseert een voorlichtingsavond over de procedure van aanmelding, informatie “samen een brug naar de toekomst”
Pagina
De informatieoverdracht tussen het voortgezet onderwijs en de (S)BO-scholen gaat door middel van een elektronisch loket. Dat is een computersysteem waarbij leerlinggegevens van onze school naar een school voor voortgezet onderwijs worden overgedragen en waarin de onderwijskundige informatie staat en het eindadvies van de (S)BO-school.
11
De verwijzing naar het voortgezet onderwijs komt tot stand in de adviesbespreking. Dit is een bespreking van de groepsleerkracht met de ouders. Als dat nodig is, kan de orthopedagoog en/of de intern begeleider bij dit gesprek aanwezig zijn. Als school zijn wij verplicht ons te houden aan de kernprocedure; ouders van schoolverlaters worden in oktober hierover geïnformeerd.
schoolgids VHS, 2013-2014
over het voortgezet onderwijs en de toelatingsprocedures. Ook is in de school vanaf januari schriftelijke informatie aanwezig. 7.3 Verwijzing naar andere vormen van speciaal onderwijs of residentiële setting Wanneer het hulpverleningsaanbod van de Van Houteschool niet kan voldoen aan de behoefte van de leerling, worden leerlingen doorverwezen naar andere vormen van speciaal onderwijs, bijvoorbeeld ZMLK (zeer moeilijk lerende kinderen), ZMOK (zeer moeilijk opvoedbare kinderen) of scholen verbonden aan observatie-instituten. 7.4 Terugplaatsing naar het basisonderwijs Incidenteel worden leerlingen teruggeplaatst naar het basisonderwijs. Deze beslissing wordt genomen in een leerlingbespreking. Nadat uitvoerig onderzoek en observatie gedaan is door leden van de begeleidingscommissie en het onderwijskundig personeel krijgt het advies zijn beslag in een eindbespreking. Terugplaatsing gebeurt natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders of verzorgers van de leerling. Met de basisschool wordt overlegd over de opvangmogelijkheden en de aanpak. In praktisch alle gevallen is een vorm van ambulante begeleiding voorwaarde voor een terugplaatsing. 7.5 Uitstroom door verhuizing of andere oorzaken Als leerlingen gaan verhuizen en de school moeten verlaten wordt indien mogelijk met de volgende school een overplaatsingstraject besproken. Die school ontvangt (met toestemming van de ouders) alle gegevens van de leerling, opdat de overgang zo soepel mogelijk verloopt. 7.6 Verwijzing vanuit de JRK-afdeling Het onderwijs in de afdeling Jonge risicokinderen (JRK) is mede gericht op het beantwoorden van de vraag in welk soort onderwijs de leerling na de JRK-periode het best tot zijn recht zal komen. Zie ook hoofdstuk 11.
8
Ouderbetrokkenheid
“wederzijdse betrokkenheid van ouders en school om met elkaar optimale omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling van de leerling, zowel thuis als op school”. De school hecht grote waarde aan een goed contact met de ouders. Wij proberen de ouders zo veel mogelijk bij de school en bij het onderwijs te betrekken. We doen dat onder andere door middel van ouderavonden, de schoolgids, de nieuwsbrieven, een informatiekalender en de website. In een aantal gevallen worden ouders gevraagd bij activiteiten buiten de school (museumbezoek, zwemles). Ouders zijn altijd welkom in de school en de medewerkers zijn altijd bereid om vragen van ouders te beantwoorden. Er is altijd gelegenheid om met de groepsleerkracht te praten. Als u behoefte heeft aan een langer gesprek vragen wij u om een afspraak te maken. Meer informatie staat in het Ouderhandboek van onderwijsbureau Sirius, dat op school is in te zien.
De school geeft regelmatig via de website belangrijke informatie over de school. Daarnaast organiseert de school, samen met de MR, minstens één ouderavond per schooljaar. Deze avond wordt “samen een brug naar de toekomst”
Pagina
8.1 Informatie aan de ouders De schoolgids is digitaal beschikbaar op de website van de school. Aan het begin van ieder schooljaar ontvangen alle ouders de kalender met belangrijke data en op verzoek een papieren versie van de schoolgids. In de kalender staan de data waarop verschillende activiteiten plaatsvinden. Het gaat onder meer om de toetsweken, de studiedagen voor het team, de schoolvakanties, de schoolreisjes, de sportactiviteiten, de adviesgesprekken en de roostervrije dagen. De kalender met de informatie staat ook op de website van de Van Houteschool.
12
In dit hoofdstuk leest u alles over de manier waarop we de samenwerking met de ouders organiseren. De contacten met ouders bestaan uit formele contacten, zoals ouderavonden en informele contacten, zoals inloopcontacten en gesprekjes met de leerkracht of de directie bij het brengen en halen van de leerling.
schoolgids VHS, 2013-2014
georganiseerd in het gebouw. De school presenteert op deze avond het aanbod en de mogelijkheden die op de school aanwezig zijn. De ouders krijgen algemene informatie over de gang van zaken in iedere groep. We houden deze avond zo vroeg mogelijk in het schooljaar, zodat de avond ook voor alle nieuwe ouders interessant is en zij informatie krijgen die belangrijk is voor de start van het schooljaar. De nieuwsbrief geeft regelmatig informatie over actuele zaken van de school. We streven er naar de nieuwsbrief om de 3 weken te verzenden. Om het milieu te sparen willen we dit het liefst per mail doen. 8.2 Medezeggenschapsraad (MR) Ouders kunnen op school meepraten en meebeslissen. Dit is geregeld in de medezeggenschapsraad (MR), die wettelijk verplicht is. De agenda en de notulen van de vergaderingen van de MR worden gepubliceerd op de website van de school. De vergaderingen zijn openbaar. De MR is vertegenwoordigd in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van Sirius. Op de kalender vindt u de namen van de MR-leden. 8.3 Opvoedpunt Dit schooljaar starten wij met een extra service voor onze ouders; het opvoedpunt. Op de donderdagochtend van 8.30-9.00 uur (vanaf 19 september) is er een opvoedadviseur in de school aanwezig die vragen over de opvoeding van uw kind kan beantwoorden. 8.4 Ouderbijdrage Ouders hoeven voor het onderwijs van hun kind op onze school niet extra te betalen. Toch zijn er uitgaven die niet uit het gewone schoolbudget betaald kunnen worden. We denken daarbij aan het Sinterklaasfeest, het kerstfeest, de sportdag enz. Daarom vraagt de school een bijdrage aan de ouder voor die extra activiteiten en uitgaven. Dit is de ouderbijdrage en deze is vrijwillig. Wij vragen een bijdrage van € 30,00 per schooljaar per leerling. De administratie zal contact met u opnemen over de wijze waarop u de bijdrage kunt betalen. 8.5 Klachtenregeling Een school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder en worden vaak in onderling overleg bijgelegd. Soms is een meningsverschil van dien aard, dat iemand een klacht hierover wil indienen. Die mogelijkheid is er. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten, etc. U heeft een klacht Als school doen we er alles aan om u en uw kinderen een plezierige schooltijd te geven. Toch kan het voorkomen dat u niet tevreden bent over de gang van zaken op school of in de klas. In dat geval adviseren we u om eerst met de betreffende persoon hierover in gesprek te gaan.
Een klacht bevat ten minste: 1. de naam en het adres van de klager; “samen een brug naar de toekomst”
Pagina
U kunt de volledige klachtenregeling inzien op de website www.stichting-sirius.nl, onder het kopje “ouders”. Op aanvraag kunt u kosteloos een kopie van de regeling krijgen.
13
Het kan natuurlijk voorkomen dat dit gesprek niet het gewenste resultaat heeft. In dat geval kunt u (vertrouwelijk) terecht bij de interne contactpersoon. In overleg met de interne contactpersoon wordt er naar een passende oplossing gezocht. De contactpersoon kan u voor het indienen van een klacht ook verwijzen naar de schooldirectie. Mocht dit nog niet leiden tot het gewenste resultaat, dan kunt u (vertrouwelijk) contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. Deze vertrouwenspersoon maakt geen onderdeel uit van de school of Stichting Sirius. Daarnaast heeft u altijd de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij het bestuur of de landelijke klachtencommissie. U bent niet verplicht om elke stap te nemen, u mag ook stappen in het proces overslaan.
schoolgids VHS, 2013-2014
2. de dagtekening (datum); 3. een duidelijke omschrijving van de klacht. Rol van de interne contactpersoon (interne vertrouwenspersoon): beoordeling of klacht binnen klachtenregeling valt; registreren van de klacht; bespreekt mogelijkheden vervolgtraject; verwijst. Rol van de externe vertrouwenspersoon: ondersteunt, adviseert en begeleidt; voert gesprekken met betrokkenen; onthoudt zich van een inhoudelijk oordeel; verwijst zo nodig naar hulpverlenende instanties; informeert en ondersteunt klagers en geeft voorlichting.
Pagina
14
Rol van de landelijke klachtencommissie: onafhankelijke commissie; onderzoekt de klacht; beoordeelt of de klacht gegrond of ongegrond is; adviseert het bevoegd gezag over maatregelen.
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
Stappenplan Klachtenregeling U heeft de klacht met de betreffende persoon besproken maar u komt er samen niet uit.
INTERNE CONTACTPERSONEN Jannie Vlap
[email protected]
SCHOOLDIRECTIE René Huijzer
[email protected]
Bart Vermoten
[email protected]
Maartje Kat
[email protected]
EXTERNE VERTROUWENSPERSOON Mevrouw Ris 020-5555712
[email protected]
BESTUUR STICHTING SIRIUS kantoor 020-3116464
[email protected]
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE www.onderwijsgeschillen.nl
[email protected]
zie namen en adressen achter in deze gids Landelijke klachtencommissie Het is ook mogelijk een klacht rechtstreeks in te dienen bij de onafhankelijke landelijke klachtencommissie waarbij het schoolbestuur is aangesloten: LKC, Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs. Het bestuur van de Siriusscholen heeft het landelijke model klachtenregeling ondertekend. De regeling is verkrijgbaar bij de directie en bij de intern contactpersoon.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
Meldpunt vertrouwensinspecteurs Bij dit meldpunt kunnen betrokkenen bij het onderwijs (ouders, leerkrachten en leerlingen) terecht voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en psychisch geweld zoals grove pesterijen. Ook signalen over discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme,
15
zie namen en adressen achter in deze gids
schoolgids VHS, 2013-2014
radicalisering en extremisme kunnen bij het meldpunt gerapporteerd worden. Het telefoonnummer is 0900-1113111. 8.6 Protocol kindermishandeling. Als school hebben we soms te maken met leerlingen van wie wij vermoeden dat zij thuis mishandeld, verwaarloosd of misbruikt worden. Meestal vertellen de leerlingen er niet spontaan over maar krijgt de groepsleerkracht toch signalen over mishandeling, verwaarlozing of misbruik. Om leerlingen daartegen te beschermen is het van het grootste belang om (ook bij vermoedens van) er vanuit school iets mee te doen. De directie van de school zal u, in het geval er vermoedens zijn, uitnodigen voor een gesprek op school om onze zorg aan u voor te leggen. De directie heeft meldplicht om het vermoeden van kindermishandeling bij het AMK te melden. Daarvoor is geen toestemming van de ouders of leerling nodig. In de meeste gevallen zal de directie de ouders vooraf van de melding op de hoogte stellen. Dit meldrecht geldt voor alle andere beroepskrachten. Alle AMK’s maken deel uit van de bureaus Jeugdzorg. 8.7 Matchpoint De van Houteschool doet mee aan Matchpoint. Matchpoint is een digitaal signaleringssysteem dat informatie van hulpverleningsinstanties met elkaar verbindt. Matchpoint wordt gebruikt door instellingen en organisaties binnen de stadsregio Amsterdam. Het gaat dan om organisaties en instellingen die betrokken zijn bij hulpverlening aan kinderen en jongeren. Bijvoorbeeld de GGD of Bureau Jeugdzorg, maar ook het onderwijs, de huisartsen of leerplicht. Soms komen jongeren in de problemen. Zij krijgen dan hulp van verschillende instanties om de problemen aan te pakken en een hulpverleningsproces in werking te zetten. In dit begeleidingsproces komt het helaas regelmatig voor dat meerdere instanties actief zijn in de begeleiding van een jongere en/of signalen hebben opgevangen over een jongere zonder dat de betrokken instanties dat van elkaar weten. De afstemming tussen partijen vindt veelal te laat of helemaal niet plaats, waardoor een versnipperde aanpak ontstaat aan het begin van het begeleidingsproces. De school kan in het systeem een melding maken - we noemen dat een ketenregistratie- als ze zich zorgen maken over een bepaalde jongere. Als meer hulpverleners dat doen dan is voor iedereen inzichtelijk wie er allemaal bij een jongere zijn betrokken. Het systeem wijst dan automatisch een zorgcoördinator aan. Die zorgcoördinator stemt met alle partijen af. De directie heeft geen toestemming van de ouders of leerling nodig. In de meeste gevallen zal de directie de ouders vooraf van de melding op de hoogte stellen.
8.10
Bibliotheek
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
8.9 Feestelijke activiteiten Voor het organiseren van feestelijke activiteiten worden ieder jaar werkgroepen samengesteld. De werkgroep is verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van de activiteiten. Natuurlijk wordt bij de uitvoering assistentie gevraagd van andere personeelsleden.
16
8.8 Privacy Protocol Het protocol “Databeheer” is erop gericht binnen van Houteschool een eenduidig en transparant beleid te voeren over het beheer en de verwerking van onderzoeksgegevens. Daarnaast beoogt het protocol privacybescherming, van bij onderzoek betrokken personen en instellingen, te waarborgen. Aangezien voor het verrichten van onderzoek, het verwerken van persoonsgegevens aan de orde is, vormt de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) een belangrijk uitgangspunt voor dit protocol. De Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) verstaat onder een persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijk persoon. De WBP stelt voorop dat persoonsgegevens alleen vooraf nauwkeurig omschreven en gerechtvaardigde doeleinden mogen worden verzameld, en vervolgens niet mogen worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor de gegevens zijn verkregen (artikelen 7-9- WBP). Bij het verzamelen van gegevens dient de verantwoordelijke de betrokkenen te informeren over de doeleinden waarvoor deze de gegevens gaat gebruiken. Bovendien mogen betrokkenen verzoeken om inzage in en verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming van hun gegevens (artikelen 35-36 WBP).
schoolgids VHS, 2013-2014
De leerlingbibliotheek wordt verzorgd door ouders, leerkrachten en stagiaires. De bibliotheek is georganiseerd volgens het model van een gewone bibliotheek. De boeken worden gekaft, ingedeeld en in een computersysteem verwerkt. Wekelijks komen de leerlingen volgens een vast schema boeken lenen. Ieder jaar wordt uit het ouderfonds een bijdrage gegeven voor aanschaf van nieuwe boeken voor de bibliotheek. 8.11 Eten en drinken op school Alle leerlingen blijven tijdens de lunchpauze op school eten. Op de van Houteschool vinden wij gezond gedrag erg belangrijk. Als kinderen gezond eten en voldoende water drinken, kunnen zij beter leren. In de ochtendpauze eten wij fruit, we vragen u uw kind dagelijks een stuk fruit (of groente) mee naar school te geven. In de lunchpauze eten we brood. Ons advies is bruin brood, omdat daar meer bouwstoffen in zitten die goed zijn voor de groei van kinderen. In de ochtendpauze en de lunchpauze wordt water gedronken. U hoeft uw kind geen (pakjes) drinken mee te geven. In pakjes drinken zit veel suiker, zij zorgen voor een 'vol' gevoel zonder bouwstoffen te leveren. Daarom raden wij pakjes drinken af. Frisdranken, snacks, koeken en snoep zijn verboden in de school. Het is mogelijk gebruik te maken van de schoolmelkvoorziening. Uw kind kan daniedere dag tijdens de pauze een pakje melk of melkproduct drinken. Als u datwilt geeft de school u informatie over de aanvraag en de kosten. U krijgthiervoor een acceptgirokaart van de Melkunie. (brochure verkrijgbaar bij deconciërge) Lunch op school Elke donderdag verzorgt Praktijkcollege De Dreef, een gratis lunch voor alle leerlingen van de van Houteschool. Onder leiding van een docent van praktijkonderwijs De Dreef en twee studenten worden diverse broodjes of een warme lunch klaargemaakt. Leerlingen van de C1 zijn daarbij als assistenten behulpzaam en serveren de lunch uit naar de andere groepen. Dit project loopt in ieder geval tot de kerstvakantie. 8.12 Vervoer van en naar school Leerlingenvervoer Ieder kind heeft recht op onderwijs. Ouders moeten er zelf voor zorgen dat hun kind iedere dag op school komt. Meestal is dat geen probleem; de school ligt op loop- of fietsafstand van de woning of het kind is zelfstandig genoeg om de school met het openbaar vervoer te bereiken. Voor sommige kinderen is de situatie anders, bijvoorbeeld omdat ze een handicap hebben of de school een flink eind uit de buurt ligt. Deze kinderen kunnen in aanmerking komen voor de regeling ‘bekostiging leerlingenvervoer’ van de gemeente Amsterdam. Het leerlingenvervoer in Amsterdam is geregeld bij het Team Leerlingenvervoer, onderdeel van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO). Het leerlingenvervoer kent verschillende vormen: Vergoeding op het openbaar vervoer; Vergoeding op het eigen vervoer; Aangepast vervoer (schoolbusjes)
Nieuwe aanvragen bekostiging leerlingenvervoer Denkt u recht te hebben op een vorm van vergoeding? Vraag dan bij Team Leerlingenvervoer om een aanvraag formulier. Ook de administratie van de school heeft een aanvraag formulier en kan u advies geven over de aanvraag. De school heeft echter geen invloed op het toekennen van aangepast vervoer. Team Leerlingenvervoer beoordeelt uw aanvraag, daarna krijgt u een brief met de beslissing of uw kind recht heeft op een vergoeding of aangepast vervoer. “samen een brug naar de toekomst”
17
kind in aanmerking komt ligt aan de volgende punten: Afstand tussen huis en dichtstbijzijnde toegankelijke school Reistijd met het openbaar vervoer Leeftijd Handicap (lichamelijk, zintuiglijk en/of geestelijk) Schoolsoort
Pagina
Of uw
schoolgids VHS, 2013-2014
Kinderen kunnen tot hun 10e jaar gebruik maken van aangepast vervoer. Voor ouders is het van belang dat ze met hun kind tijdig oefenen om zelfstandig naar en van school te kunnen reizen. DMO team Leerlingenvervoer is uw aanspreekpunt voor aanvragen, wijzigingen, vragen en klachten. Zie namen en adressen achterin deze gids 8.13 Vakantie, extra verlof en vrijstelling Leerplicht Kinderen zijn volgens de wet leerplichtig vanaf de eerste schooldag in de maand na hun vijfde verjaardag. Dus als uw kind op 10 januari vijf jaar wordt, moet uw kind in datzelfde jaar vanaf 1 februari naar school. Vanaf dat moment is uw kind volledig leerplichtig. In de Leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. Soms is er een uitzondering op deze regel mogelijk. Als er een bijzondere reden is waarom u vindt dat uw kind niet naar school kan, moet u zich aan de regels voor zo’n uitzondering houden. De uitzonderingen en de daarbij behorende regels staan hieronder beschreven. Vrij voor een religieuze feestdag Als uw kind plichten moet vervullen die komen vanuit een godsdienstige -of levensovertuiging bestaat er recht op verlof. De richtlijn voor de viering voor niet-christelijke feestdagen is in Amsterdam één vrije dag per feest. Als uw kind gebruik maakt van deze vorm van extra verlof, dient u dit minimaal twee dagen van te voren bij de directeur van de school te melden. Vrij voor vakantie onder schooltijd Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering gemaakt worden als uw kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door het speciale beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur per schooljaar uw kind maximaal 10 dagen vrij geven zodat er toch een gezinsvakantie kan zijn. Het moet dan de enige gezinsvakantie in het schooljaar zijn, omdat het gezin niet in de schoolvakanties kan gaan. Ook mag de extra vakantie niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Als u een extra vakantie wilt moet u dit minimaal 6 weken van te voren schriftelijk bij de directeur van de school aanvragen. Vrij door overmacht In sommige gevallen kan uw kind een extra vrije dag krijgen. Deze gevallen zijn: Een verhuizing Wettelijke verplichtingen, zoals een afspraak bij de kinderrechter Een viering van een 25-, 40-, of 50 jarig ambtsjubileum en het 12 ½ , 25-, 40-, 60,- of 60-, jarig (huwelijks) jubileum van naaste familieleden Ernstige ziekte of overlijden van naaste familieleden
Niet eens met het besluit “samen een brug naar de toekomst”
Pagina
Aanvraag extra verlof Een aanvraag voor één of meer vrije dagen heet een aanvraag extra verlof. Deze aanvraag moet schriftelijk worden ingediend bij de directeur van de school. De formulieren kunt u via de school krijgen. Over een verlofaanvraag van 10 schooldagen of minder beslist de directeur, maar gaat het om meer dan 10 schooldagen, dan beslist de leerplichtambtenaar.
18
Onderstaande gevallen zijn geen gevallen van overmacht: Familiebezoek in het buitenland Vakantie in een goedkope periode of met een speciale aanbieding Vakantie onder schooltijd bij gebrek aan boekingsmogelijkheden Eerdere of latere terugkeer door (verkeers) drukte Verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al vrij zijn
schoolgids VHS, 2013-2014
Wanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen en u bent het niet eens met dat besluit, kunt u binnen zes weken schriftelijk bezwaar maken. U dient een bezwaarschrift in bij de persoon die het besluit heeft genomen; de directeur van de school of de leerplichtambtenaar. Blijft u het oneens, dan kan er op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht een beroepschrift ingediend worden bij de Arrondisementsbank. Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. Zie namen en adressen achterin deze gids
9
Schoolregels en afspraken rond gedrag
Iedereen in de school is erop gericht een klimaat te creëren waarin alle leerlingen zich ontspannen en veilig kunnen voelen en waarin voldoende rust is om een goede werksfeer te laten ontstaan. Vanwege de grote verschillen in temperament, karakter en ontwikkeling van de leerlingen werken duidelijke, consequent uitgevoerde regels het beste. Orde, rust en regelmaat is het uitgangspunt. Als leerlingen zich niet aan de schoolregels houden, is het meestal genoeg om hen op een vriendelijke of emotioneel neutrale manier aan de regels te herinneren. Op de scholen van Sirius zorgen directie en medewerkers voor een rustig en veilig schoolklimaat. Alleen dan kunnen onze leerlingen zich optimaal ontwikkelen. Het is van belang dat de ouders, verzorgers, stagiaires of gasten zich ook houden aan de regels die op school gelden. De van Houteschool werkt dagelijks vanuit 3 kernwaarden: wij zijn een veilige school wij zorgen voor een goede sfeer wij gaan zorgvuldig om met de materialen Deze kernwaarden hangen in de groepen en in de school en zijn bedoeld voor leerlingen, ouders en medewerkers. De kernwaarden en de betekenis ervan worden regelmatig met de leerlingen besproken.
Regels in de school We gedragen ons in school rustig, we lopen rustig door de school en we praten tegen elkaar op een gewone toon. In school worden door de leerlingen sloffen of slippers gedragen. Dit om beschadiging aan de vloerbedekking te voorkomen. De schoenen worden opgeborgen in de schoenenkast. Eén leerling tegelijk verlaat de klas om naar het toilet te gaan. Zo weinig mogelijk leerlingen gaan voor boodschappen naar andere klassen of naar de conciërge De leerkracht/assistent begeleidt de hele groep tegelijk naar buiten, bij de pauzes of naar gymnastiek. Voor extra lessen, logopedie en onderzoeken worden de leerlingen gehaald en teruggebracht. Snoepen in school mag alleen bij verjaardagen en/of festiviteiten. Als een leerling jarig is mag het de groepen langs. Er mag één leerling mee
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
9.2
19
9.1 Algemene regels Alle personeelsleden zijn medeverantwoordelijk voor rust en een goede (werk)sfeer in de school. De groepsleerkrachten zijn gedurende de schooltijden primair verantwoordelijk voor de leerlingen uit hun groep. Deze verantwoordelijkheid kan tijdelijk overgedragen worden aan andere leerkrachten, bijvoorbeeld bij vaklessen en onderzoekssituaties. Om goed onderwijs te kunnen geven is het van belang dat er een goede sociale communicatie en interactie kan bestaan tussen leerling en leerkracht. Daarom is gezichtsbedekkende kleding op school niet toegestaan. Dat geldt zowel voor leerlingen, onderwijsgevend als onderwijsondersteunend personeel. Op school wordt Nederlands gesproken.
schoolgids VHS, 2013-2014
9.3
Leerlingen die zich niet goed gedragen tegen andere leerlingen moeten soms na schooltijd nablijven. De leerkracht neemt dan contact op met de ouders. Alle leerlingen houden zich aan de stopregel. Dat betekent: zo gauw de ene leerling tegen de ander zegt dat hij wil stoppen (bijvoorbeeld met stoeien), moet dat ook direct gebeuren. Als een leerling om 9.30 uur nog niet op school is, belt de administratie naar huis om te vragen wat er aan de hand is. Elektronisch speelgoed, mobiele telefoons e.d. mogen in school niet gebruikt worden. Ze staan uit. Ze blijven de verantwoordelijkheid van de leerling, evenals meegebracht geld. Bij overtreding kan de leerkracht de spullen innemen en kunnen de ouders ze komen halen. Mobiels worden aan het begin van de dag ingeleverd bij de leerkracht. Ook kostbaarheden die bij gym af moeten in verband met de veiligheid blijven de verantwoordelijkheid van de leerling. De school stelt zich niet aansprakelijk voor het verlies, diefstal of beschadiging van eigendommen van leerlingen en/of hun ouders. Regels op het schoolplein De leerlingen blijven in de grote pauze onder toezicht in de hun toegewezen gebieden. Spelen op het gras mag, maar niet in de bosjes. Ook in de galerij van de flats en bij de kinderopvang (BSO) wordt niet gespeeld. Bij het spelen wordt rekening gehouden met de bewoners en hun eigendommen en de groepen die binnen de school zijn. Na een pauze gaan de leerlingen rustig naar binnen. Ze gaan direct met hun leerkracht naar hun eigen groep. Voetballen mag alleen op de afgesproken plaats.
9.4 Protocol voor het gebruik van foto’s e.d. De Sirius-scholen hebben een protocol voor het gebruik van foto’s, video- en filmopnames van leerlingen. De belangrijkste regels uit het protocol zijn: Voor gebruik van foto’s, video en filmopnames van uw kind voor onderwijskundige doeleinden (intern en extern) vragen wij geen toestemming. U kunt altijd bezwaar maken tegen gebruik van beeldmateriaal van uw kind. Hiervoor is op school een standaardformulier beschikbaar. Bij publicatie van foto’s en werk van leerlingen worden uitsluitend de voornamen vermeld. Als foto’s, video- of filmopnames op school genomen, worden gepubliceerd of vertoond voor niet-onderwijskundige doeleinden, worden de ouders vooraf ingelicht. De ouders kunnen vervolgens bezwaar aantekenen als ze niet willen dat beelden van hun kind worden gepubliceerd en/of vertoond. In ieder geval zal geen openbaarmaking plaatsvinden van gemaakte foto’s, videofilmopnames waarbij schending van privacy plaatsvindt. Dit is ter beoordeling van de schoolleiding onder verantwoordelijkheid van het Sirius bestuur. Het volledige protocol is op school beschikbaar en in te zien en tevens te lezen op de website van het schoolbestuur Sirius. Zie namen en adressen.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
9.6 Veiligheid en goed burgerschap De huidige samenleving vraagt van scholen dat ze zich inzetten voor het bevorderen van goed burgerschap bij de leerlingen. Het gaat daarbij om grote vraagstukken in de samenleving zoals zinloos geweld, racisme en discriminatie en het vervagen van normen en waarden rond seksueel gedrag. Speciaal in de lessen Leefstijl wordt aan deze vraagstukken aandacht besteed. Zo kunnen alle leerlingen zich zowel in discussie als in beeldende vorming uiten over de besproken onderwerpen. Ook het kind dat verbaal niet sterk is kan zich door middel van expressie verplaatsen in de onderwerpen die belangrijk zijn voor een goede samenleving.
20
9.5 Wat doet de school bij incidenten? Op school hanteren we een gedragscode voor incidenten. Dat betekent dat als een leerling zich misdraagt er in de klas of bij de directie een time-out wordt gegeven. Ouders worden van ontoelaatbare incidenten op de hoogte gesteld. In het uiterste geval kan een leerling geschorst worden of van school verwijderd. Wanneer een leerling wegloopt of weigert te werken moet de gemiste lestijd, na schooltijd, dubbel worden ingehaald.
schoolgids VHS, 2013-2014
Om de leerlingen ervan bewust te maken wat zinloos geweld is en hoe het voorkomen kan worden, heeft de school de ‘pestkoffer’ tegen zinloos geweld gebruikt. Hier wordt structureel mee gewerkt. Ook de richtlijnen voor internet en internetcodes worden met de leerlingen vanaf de onderbouw besproken. Hierbij worden in de midden- en bovenbouw de gevaren van het chatten op internet behandeld in voor de leerlingen begrijpelijke lessen. Tevens worden mediation lessen gegeven. 9.7 Veiligheid en agressie Gedragscode De van Houteschool heeft een gedragscode opgesteld over het omgaan met agressie, omdat we vinden dat leerlingen, ouders en medewerkers zich op school veilig moeten voelen. We willen dat iedereen die met de school te maken heeft op een respectvolle manier met elkaar omgaat. In de gedragscode staat welk agressief gedrag we in en rond de school ongewenst of onacceptabel vinden en wat de eventuele gevolgen zijn van agressief gedrag. We spreken van agressie wanneer een leerling of een medewerker fysiek of verbaal wordt lastiggevallen. In de volgende gevallen noemen we gedrag agressief: verbale agressie: schelden, pesten, bedreigen, roddelen fysieke agressie: slaan, schoppen, krabben vandalisme: vernielen, bekladden, stelen seksuele intimidatie of seksueel misbruik discriminatie en onverdraagzaamheid Al deze vormen van agressie kunnen gevoelens van onveiligheid oproepen. Natuurlijk proberen wij agressie zo veel mogelijk te voorkomen. Onze medewerkers zijn hierop getraind en voor de leerlingen nemen we preventieve maatregelen op pedagogisch gebied. Sirius en de school beschikt over een pestprotocol 9.8 Gymnastiek De leerlingen hebben twee keer in de week gymnastiekles van een vakdocent. Tijdens de gymnastieklessen dragen de leerlingen gymkleding. Sportschoenen zijn verplicht om voetschimmel te voorkomen. De sportschoenen moeten een witte rubberen zool hebben die geen sporen achterlaat op de vloer. Sportschoenen die ook buiten gedragen worden mogen niet voor de gymlessen worden gebruikt. Ook het dragen van sieraden tijdens de gymlessen is niet toegestaan in verband met de veiligheid van de leerlingen. Sieraden die aan de leerkracht worden afgegeven blijven de verantwoordelijkheid van de leerlingen. Bij de groepslessen brengt en haalt de groepsleerkracht de leerlingen groepsgewijs naar en van de gymzaal en houdt toezicht bij het omkleden en het douchen. Douchen na de gymnastiekles is voor alle leerlingen vanaf de A2 verplicht. Wij vinden het belangrijk dat de leerlingen na de gymles weer schoon en fris naar hun groep terug gaan. Het is handig om bij het douchen gebruik te maken van badslippers.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
9.10 Sponsoring Er bestaat de mogelijkheid de school in zijn geheel of een bepaalde activiteit te sponsoren. De school voert een sponsorbeleid dat gebaseerd is op het “convenant Scholen voor primair- en voortgezet onderwijs en sponsoring, 13 februari 1997”. Het voornoemde sponsorbeleid is vastgelegd in een protocol en is ter inzage op school aanwezig.
21
9.9 Zwemmen De leerlingen gaan met een schoolbus naar het Bijlmer Zwembad. Er zijn vaste zitplaatsen per unit of per groep. In de bus en in het zwembad wordt niet gegeten. Leerlingen nemen hun zwemspullen mee, maar sieraden en geld moeten ze thuis laten. Zwemmen met pleisters kan niet in verband met de hygiëne. Voor het zwemmen, gaan de leerlingen naar het toilet en voor en na het zwemmen, gaan ze onder de douche. De leerlingen blijven altijd in hun eigen lesgroep, alleen de zwemjuf of zwemmeester kan een leerling doorsturen naar een volgende groep. Wie nog niet kan zwemmen, blijft in het ondiepe bad. Voor de veiligheid moeten de leerlingen in het zwembad rustig lopen.
schoolgids VHS, 2013-2014
10
Het personeel
10.1 Samenstelling Het personeel van de school bestaat uit onderwijskundig en onderwijsondersteunend personeel. Tot het onderwijskundig personeel worden gerekend de directie en de taak- en groepsleerkrachten. Tot het onderwijsondersteunend personeel worden gerekend de logopediste, de conciërge, de administratieve kracht en de onderwijsassistenten. Een aantal groepsleerkrachten heeft op grond van hun specifieke deskundigheid een speciale taak in de school, bijvoorbeeld de intern begeleider. 10.2 De directeur De directeur is als eerste verantwoordelijk voor de gang van zaken op school. Hieronder vallen ook de activiteiten die uit naam van de school buiten school of na schooltijd ondernomen worden. Zijn taak bestaat uit onderwijsinhoudelijke zaken, begeleidende taken, personeelszaken en organisatorisch management. 10.3 De adjunct-directeur De adjunct-directeur vervangt formeel de directeur bij diens afwezigheid. De adjunct-directeur vervult leidinggevende en organisatorische taken binnen de school en speelt een belangrijke rol in zorgbeleid, onderwijskundig- en personeelsbeleid. 10.4 De groepsleerkrachten De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor de lessen en voor de (ortho)pedagogische en (ortho)didactische begeleiding van de leerlingen. Ook dragen zij zorg voor het dagelijks toezicht op de leerlingen in hun groep. Hun primaire taak is het geven van onderwijs en het uitvoeren van de gewenste hulpverlening. Verder hoort tot hun taak: het verzorgen van de rapportage over de leerlingen; het uitvoeren van de schoolonderzoeken; het onderhouden van contacten met de ouders/verzorgers; het bijhouden van de klassenadministratie; verantwoorden van het planmatig handelen; het in goede staat houden van meubilair en leermiddelen; het uitvoeren van algemene schooltaken; toezicht houden een kwartier voor en een half uur na schooltijd. Informatie over de leervakken staat in het meerjarenbeleidsplan. Deze ligt ter inzage op de leestafel in de centrale hal. 10.5 Vakleerkracht bewegingsonderwijs Doel van het bewegingsonderwijs is door toename van de bewegingsvaardigheden van de leerling zijn gevoel van eigenwaarde te vergroten en zijn sociale omgangsvormen uit te breiden en te verbeteren. De school heeft 1 vakleerkracht bewegingsonderwijs.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
10.7 De intern begeleider De Van Houteschool beschikt over één fulltime intern begeleider (IB-er). De IB-er draagt zorg voor het leerlingvolgsysteem. Naast het organisatorische gedeelte van haar taak draagt zij ook zorg voor de deskundigheidsbevordering van het team, ondersteuning bij de uitvoering van het werk voor de
22
10.6 De logopedist De logopedist verleent logopedische hulp en geeft voorlichting over logopedie. Het doel van logopedie is ontwikkelings-, communicatie- en/of leerstoornissen van leerlingen op te heffen, te verlichten of te voorkomen. Die stoornissen kunnen ontstaan door functionele en/of organische stoornissen op het gebied van taal, spraak, gehoor of stem. De logopediste bepaalt, na uitvoerig onderzoek, welke leerlingen logopedie nodig hebben. Als uw kind in behandeling komt, krijgt u hierover altijd bericht. De logopediste neemt ook intensief deel aan de taalvorming in de groepen van de A-unit. De leerlingen in deze unit werken drie tot vijf keer per week een half uur in taalniveaugroepjes. Zij werken dan aan het verbeteren van de mondelinge taalvaardigheid, het vergroten van de woordenschat en het verbeteren van de leesvoorwaarden.
schoolgids VHS, 2013-2014
groep, het houden van groepsbesprekingen, leerling-besprekingen en klassenconsultatie. Ook ondersteunt zij de leerkrachten bij het opstellen van groepsplannen en handelingsplannen. Samen met de leerkrachten worden de plannen geëvalueerd. De IB-er heeft een duidelijke coachende rol. Zij biedt begeleiding aan leerkrachten door middel van school-video-interactiebegeleiding (SVIB). De IB’er is lid van de commissie van begeleiding en neemt samen met de (adjunct) directeur deel aan diverse werkbesprekingen met behandelaars. Ook draagt zij mede zorg voor het bewaken van het schoolbeleid en de doorgaande lijn in de school. 10.8 Taakleerkrachten Taakleerkrachten zijn groepsleerkrachten met een speciale taak in de school. Voor deze taak worden (als het mogelijk is) ambulante uren vrij gemaakt. We hebben drie speciale taken: ICT, en sociale vaardigheidstraining. Daarnaast worden assistenten/stagiaires ingezet voor specifieke trainingsprogramma’s zoals faal-angst-reductie training, visueel-ruimtelijke training en bijv. remweg. 10.9 De administratieve kracht De administratieve kracht is verantwoordelijk voor alle administratieve taken van de school. Daarbij horen het opzetten en onderhouden van het archief, de leerling-administratie, en het schooldossier. De administratieve kracht werkt onder directe aansturing van de directie. 10.10 De conciërge De conciërge zorgt voor het onderhoud van het gebouw en de inventaris van de school. Een belangrijke taak van de conciërge is toezicht houden op het gebruik van de algemene ruimten, bijvoorbeeld de keuken, de kopieerruimte en de douches. De conciërge werkt onder directe aansturing van de directie. 10.11 De Orthopedagoog/G.Z. Psycholoog. Als het nodig is komt uw kind na plaatsing op onze school bij de orthopedagoog voor een onderzoek. Zij zorgt ook voor de toetsing voor het eindonderzoek. Zij observeert de leerlingen in de groepen en bespreekt haar bevindingen tijdens de leerling-besprekingen. Ook kan naar aanleiding van een leerlingbespreking aanvullend psychologisch onderzoek nodig zijn. De ouders en verzorgers krijgen hier verslag van. De orthopedagoog is lid van de commissie van begeleiding. 10.12 De schoolarts Als een leerling op school komt krijgt hij een oproep van de schoolarts. De schoolarts overlegt als dat nodig is met andere (para)medici bij wie de leerling onder behandeling is of fungeert als schakel bij doorverwijzing naar andere artsen. Voor lichamelijke klachten van hun kind moeten ouders hun eigen huisarts raadplegen. Ook de schoolverlaters krijgen een oproep van de schoolarts. Zij maakt van iedere leerling een medisch verslag dat bij het eindverslag gevoegd wordt. De schoolarts is lid van de commissie van begeleiding. In Amsterdam is de schoolarts in dienst van de GG&GD en de orthopedagoog (GZ-psycholoog) in dienst van het M.O.C. Zij vormen samen met de directeur en de intern begeleider de begeleidingscommissie.
Pagina
10.14 Onderwijsassistenten In de A-unit werken twee onderwijsassistenten. Zij assisteren de leerkracht bij het uitvoeren van de lessen. De onderwijsassistent werken onder leiding van de leerkracht met kleine groepjes leerlingen.
23
10.13 Therapeut Kind en motoriek; bewegen op maat Leerlingen die meer of andere lichamelijke ondersteuning nodig hebben dan fysiotherapie kunnen in aanmerking komen voor extra ondersteuning door de stichting “Kind en motoriek, bewegen op maat” Dit betekent dat er onder schooltijd en eventueel na schooltijd (in het kader van de brede school) bewegingsactiviteiten plaatsvinden als: extra gym, (psycho)-motorische therapie, extra fysiotherapie e.d.
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
11
Afdeling Jonge risicokinderen (JRK)
11.1 Ontwikkelingsbevordering Deze afdeling binnen de school is bestemd voor leerlingen tussen de vier en zeven jaar. Zij hebben door uiteenlopende, vaak onduidelijke redenen, ontwikkelingsproblemen waardoor zij een gerichte orthopedagogische en/of orthodidactische benadering nodig hebben. Deze problematiek vraagt om een zorgvuldige analyse en diagnose van de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de leerling. Deze diagnose speelt een belangrijke rol bij de planning en de uitvoering van het onderwijs. Het onderwijs is ook gericht op het beantwoorden van de vraag op welke school de leerling na de JRKperiode het best tot zijn recht zal komen. 11.2 Functies van de JRK-afdeling Ten eerste is er de onderwijsfunctie. Naast deze onderwijsfunctie is er een observatie- en diagnostische functie. Diagnostiek en observatie hangen nauw met elkaar samen. De diagnostiek vindt plaats over een langere periode en heeft steeds een voorlopig karakter. Om een juiste diagnose te kunnen stellen en uiteindelijk de juiste plek voor de leerling te vinden, wordt het vanuit verschillende invalshoeken bekeken. Als derde functie van de JRK is er de overdracht en ondersteuningsfunctie. Dit betekent dat de deskundigheid in het reguliere basisonderwijs ingezet kan worden, onder andere door middel van collegiale consultatie. 11.3 Kenmerken Kenmerken van gedrag van jonge risicokinderen zijn: ze hebben onvoldoende zelfsturing; ze nemen onvoldoende deel aan de eigen ontwikkeling; ze zijn onvoldoende of niet gemotiveerd; ze hebben weinig zelfvertrouwen; ze hebben weinig intellectuele belangstelling; ze zijn terughoudend tot angstig in hun contacten; ze hebben onvoldoende prikkels om de opvoeder te imiteren; ze zijn onvoldoende of niet nieuwsgierig; ze hebben onvoldoende eigen exploratiedrang; ze zijn beperkt beïnvloedbaar; ze hebben onvoldoende tot geen taakoriëntatie; ze kunnen onvoldoende zelfstandig plannen; ze hebben negatieve competentiegevoelens; ze doen weinig uit zichzelf. Deze karakteristieken zijn niet compleet, maar het zijn wel gedragskenmerken die de verdere ontwikkeling in de weg staan. De Van Houteschool gaat bij plaatsing van leerlingen uit van de vier typen hulpvragen.
3. Een complexe hulpvraag De leerling heeft langdurig (of permanent) een speciale leefomgeving en een speciaal aanbod nodig. De problematiek beïnvloedt allerlei ontwikkelingsaspecten. De problemen hebben een permanent “samen een brug naar de toekomst”
Pagina
2. Een structurele hulpvraag Hierbij kan de leerling bij meerdere ontwikkelingsaspecten onvoldoende profiteren van het gangbare aanbod. De problematiek beïnvloedt enkele ontwikkelingsgebieden. De problematiek is intensief, maar is op de lange duur oplosbaar. Er is sprake van belemmering van een of enkele basale ontwikkelingsbehoeften.
24
1. Een eenvoudige, ongecompliceerde hulpvraag Kenmerkend voor dit type hulpvraag is dat de leerling voor een beperkt deel onvoldoende profiteert van het gangbare aanbod. De problematiek is afgebakend en werkt niet door op allerlei andere ontwikkelingsgebieden. Het lijkt kortdurend en oplosbaar. Er is sprake van een aantal positieve factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling. De basale ontwikkelingsbehoeften zijn niet of beperkt belemmerd. De speciale zorg is tijdelijk.
schoolgids VHS, 2013-2014
karakter, maar door de speciale hulp nemen de intensiteit en de omvang af. Er zijn verschillende basale ontwikkelingsbehoeften belemmerd. 4. Een ondoorzichtige, complexe hulpvraag De leerling is tijdelijk of langdurig aangewezen op een speciale setting waar door middel van longitudinale observatie en diagnostiek getracht wordt de hulpvraag te verhelderen. Er is sprake van een ondoorzichtige verwevenheid van ontwikkelingsaspecten. 11.4 Instroom, doorstroom en uitstroom Instroom van leerlingen in de JRK-afdeling vindt plaats vanuit het basisonderwijs, maar ook vooral uit het voorschoolse traject. Deze leerlingen komen bijvoorbeeld uit kinderdagverblijven, medisch kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en via de jeugdhulpverlening. Doorstroom en uitstroom vindt plaats naar het basisonderwijs, de speciale school voor basisonderwijs en naar het speciaal onderwijs (ZMLK, ZMOK, Bascule, spraak-taal, enz.). Dit gebeurt eventueel in combinatie met externe hulpverlening. De JRK-afdeling doet verslag van haar observatie, formuleert een advies voor een vervolgtraject en begeleidt de leerling naar het vervolgtraject.
12
Onderwijs- en onderwijszorg-arrangementen
De onderwijsarrangementen vormen het structurele lesaanbod op onze school. Dit lesaanbod wordt afgestemd op de leerlingen door middel van observatie, het leerlingvolgsysteem, analyse van de gegevens en de structurele leerlingbesprekingen. Er wordt cyclisch en planmatig gewerkt met didactische en pedagogische groepsplannen. 12.1 Methode Leefstijl en kunsteducatie Op onze school wordt gewerkt met de methode Leefstijl voor het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden. Juist voor het zo goed mogelijk functioneren van leerlingen en het ontwikkelen van hun talenten zijn vaardigheden zoals zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens uiten en van je fouten leren, onmisbaar. In de hele school wordt gedurende een vastgestelde periode aan hetzelfde thema gewerkt.
12.2
ICT
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
Door middel van kunst- en cultuureducatie worden de thema’s uit de methode Leefstijl aan de leerlingen aangeboden. Bewust omgaan met je omgeving houdt in dat je kennis neemt van alle elementen die bepalend zijn voor het leven in jouw buurt, dat je erover leert nadenken en dat je jouw mening hierover kunt verwoorden en verbeelden. De woorden ‘verwoorden’ en ‘verbeelden’ geven aan dat het in dit project gaat om een bewuste koppeling tussen het creatieve en het cognitieve, zodat leerlingen op verschillende manieren kenbaar kunnen maken wat zich over dit onderwerp in ieders hoofd afspeelt.
25
De doelstelling van Leefstijl is: Leerlingen bewust maken van hun gedrag. Leren zichzelf en anderen te respecteren. Het vermogen ontwikkelen zich in te leven in anderen. Leerlingen leren zich begrijpend op te stellen en verschillen tussen mensen te accepteren, onbevooroordeeld door verschillen in achtergrond, ras en cultuur. Vaardigheden ontwikkelen om met elkaar om te gaan, zoals luisteren en ruzies oplossen. Taalontwikkeling en uitdrukkingsvermogen stimuleren door gedachten en gevoelens onder woorden te brengen, nieuwe begrippen te leren en de woordenschat uit te breiden. Zelfstandig gedrag aan te moedigen binnen een netwerk van steun (ouders/verzorgers, familie, school, vrienden). Gezondheidsvaardigheden aanleren.
schoolgids VHS, 2013-2014
De van houteschool beschikt over een computernetwerk. De computers worden zowel gebruikt door de leerlingen als door leerkrachten. De school beschikt ook over een intranet t.b.v. onderlinge communicatie en dossiervorming. De school gebruikt digitale schoolborden. In het basisonderwijs zijn er voor kinderen vooral kansen om te leren met behulp van ICT (informatie verzamelen, mailen) en door middel van ICT (educatieve software). Het leren over ICT wordt ook expliciet als doel nagestreefd. 12.3 Observatiefunctie In alle klassen is de mogelijkheid voor verlengde diagnostiek (procesdiagnostiek). Dat wil zeggen dat een kind geobserveerd, onderzocht kan worden om te zien waar het het beste op zijn plaats is. Ook kan uit observatie blijken welke extra hulp een kind nodig heeft en welke hulp de school een kind kan bieden. Het gaat hierbij veelal om leerlingen met een tijdelijke beschikking. 12.4 Taalgroepjes De leerlingen uit de A-unit werken drie à vier keer per week een half uur in taalniveaugroepjes onder leiding van de logopedist, de leerkracht en de onderwijsassistent (of stagiaire). Doelen zijn onder andere het verbeteren van de mondelinge taalvaardigheid, het verbeteren van de leesvoorwaarden en het vergroten van de woordenschat. Er wordt zoveel mogelijk thematisch gewerkt (een thema duurt over het algemeen drie weken). De logopedist is nauw betrokken bij het zoeken naar een passend taalaanbod voor de leerlingen en de materiaalkeuze. Het werken in kleine groepjes is een intensieve werkvorm schept een veilig pedagogisch klimaat waarin de kinderen zich makkelijker kunnen en durven uiten. 12.5 Onderwijszorg-arrangementen Naast het reguliere onderwijsaanbod is er extra hulpaanbod in de vorm van behandelingen en/of trainingen voor individuele leerlingen of kleine groepjes leerlingen. 12.6 Sociale vaardigheidstraining en TOM-training Sociale vaardigheidstraining (SVT) is een behandeling van leerlingen die aanzienlijke tot ernstige problemen hebben in de dagelijkse omgang met leeftijdgenoten. Het gaat hierbij om leerlingen die zich slecht op hun gemak voelen bij anderen en die vaak alleen staan en weinig of geen vriendjes hebben. Ze zijn regelmatig het mikpunt van plagerijen, waartegen ze zich slecht kunnen verweren. Het zijn vaak verlegen, schuwe kinderen die niet zo goed raad weten met zichzelf en onhandig zijn in het contact met anderen. Het kunnen echter ook luidruchtige kinderen zijn, die anderen voortdurend hinderen en daardoor telkens in ruzies en conflicten verzeild raken. Deze training is er voor leerlingen van 10 jaar en ouder. Voor jongere leerlingen wordt een aparte groep gevormd. Ook worden ouder(s) en leerkrachten ingezet om nieuw gedrag te stimuleren. Daarnaast krijgt elke leerling een individuele aanpak. Elke bijeenkomst staat in het teken van een bepaald thema. De leerlingen krijgen ‘huiswerkopdrachten’ mee, die zowel thuis als op school gemaakt moeten worden. Naast de bijeenkomsten met de leerlingen zijn er ook bijeenkomsten voor de ouder(s) en de leerkrachten. Voor de SVT komen zowel interne als externe leerlingen in aanmerking.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
12.8 Visueel-ruimtelijk programma Dit programma is ontwikkeld voor leerlingen die nogal eens problemen hebben met sociale vaardigheden, het voorstellingsvermogen en rekenen. Voor leerlingen die op dit visueel-ruimtelijk gebied zwak zijn, maar wel normale tot goede taalvaardigheden bezitten, is daarom deze methode
26
12.7 Leesbehandeling Leerlingen met ernstige leesproblemen kunnen een individuele specialistische behandeling krijgen. Na aanmelding via de leerlingbespreking volgt een uitgebreid onderzoek dat kan resulteren in een individueel behandelingsplan. De behandeling vindt één of twee maal per week op school plaats in blokken van 6 weken. Tussentijds wordt het effect van de behandeling gemeten en wordt het behandelingsplan aangepast. De totale duur van de behandeling is afhankelijk van de mate van achterstand, leerpotentieel en leeftijd. Bij de behandeling worden de school en de ouders ingeschakeld. In verband met bezuiniging stopt deze behandeling in november 2013.
schoolgids VHS, 2013-2014
ontwikkeld. Er wordt met de leerlingen één keer per week geoefend gedurende ongeveer drie kwartier. 12.8 Faalangstreductietraining Leerlingen die last hebben van faalangst raken vaak geblokkeerd als er prestaties van hen verwacht worden. Hun leren wordt daardoor belemmerd en zij presteren onder hun niveau. Doel van de training is leerlingen van 9-12 jaar een andere denkwijze aan te leren over het uitvoeren van de opdrachten. Door de training wordt de negatieve gedachtecyclus omgezet in een positieve cyclus. De training bestaat uit vier onderdelen en kent 12 leerlingbijeenkomsten Er is twee keer een ouderbijeenkomst en één keer een bijeenkomst voor leerkrachten. Na aanmelding voor de training wordt aan de hand van een vragenlijst voor leerling, leerkracht en ouders bekeken of er sprake is van faalangst. Aan het eind van de training wordt de vragenlijst nog een keer ingevuld. 12.10 Remweg Remweg is een programma dat in eerste instantie gemaakt is voor ouders. Het programma is aangepast aan de school en wordt gebruikt voor leerlingen die druk gedrag vertonen. Met behulp van opdrachten leert de leerling goed te kijken en leert hij te stoppen met ongewenst gedrag. 12.11 Klassenvaardigheden en spelvaardigheden In samenwerking met De Bascule is er een extra ondersteuningsaanbod ontwikkeld, namelijk de training klassenvaardigheden en spelvaardigheden. Deze training biedt leerlingen extra ondersteuning door het aanleren van een aantal vaardigheden die ze nodig hebben om goed in de klas te functioneren. De leerlingen leren ontdekken welke vaardigheden ze al bezitten en hoe ze die op het juiste moment kunnen gebruiken. Daarnaast oefenen ze ook nieuwe vaardigheden, die ze in de groep en daarbuiten nodig hebben. Die vaardigheden zijn gericht op de omgang met elkaar en met de leerkracht. Het gaat dan bijvoorbeeld om ‘hulp vragen’, ‘onthouden wat de leerkracht zegt’, maar ook ‘goed bezig zijn met je werk’ en ‘hoe ga je om met leerlingen in de klas en op het plein’.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
12.14 Voorschool Plus De Van Houteschool is samen met Swazoom en het Stadsdeel Zuidoost een Voorschool Plus gestart. Uit een verkennend onderzoek kwam naar voren dat er behoefte is aan een Voorschool Plus. Een tussenvorm van laagdrempelige specialistische opvang op een moment in de ontwikkeling dat er nog veel geleerd kan worden. De leerlingen die voor deze vorm van opvang in aanmerking kwamen, vallen weliswaar uit in de reguliere voorscholen/peuterspeelzalen, maar de problematiek is (nog) niet zwaar genoeg om door te verwijzen naar het MOC/Altra. Uit het onderzoek kwam naar voren dat er soms vijf kinderen opvallen in een reguliere groep. Deze kinderen vallen uit op sociaal-emotioneel, motorisch en cognitief gebied. Vooral op het sociale gebied is er veel uitval te bespeuren. De kinderen weten niet op welke manier zij moeten spelen en contact moeten maken. Dit uit zich dan in bijvoorbeeld agressief en chaotisch gedrag. Ook het maken van contact met andere kinderen gaat soms moeizaam. Soms komt dit voort uit onhandigheid, maar soms kan er ook sprake zijn van een ontwikkelingsstoornis.
27
12.12 Sprint In samenwerking met Altra Jeugdzorg en Pi-research wordt het Sprint-project uitgevoerd. Dat is een individuele sociale vaardigheidstraining met als doel te voorkomen dat een leerling op latere leeftijd in de problemen komt en niet goed in de maatschappij terechtkomt. Als een leerkracht zorgen heeft over de sociale ontwikkeling van een kind, bijvoorbeeld als het snel is afgeleid, het spannend vindt om dingen te doen die niet mogen of graag met oudere kinderen omgaat, kan de leerling worden aangemeld voor het Sprint-project. Met een leerling die meedoet aan het Sprint-project wordt één keer per week gewerkt. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld omgaan met boosheid, tegen je verlies kunnen, omgaan met kritiek, omgaan met vrienden en met groepsdruk. De leerling en de trainer doen dat door middel van rollenspellen. Er wordt ook gewerkt met een videocamera. Zo leert de leerling naar zichzelf te kijken en krijgt het inzicht in de oorzaak en het gevolg van zijn eigen gedrag. Behalve de training met de leerling zijn er ook gesprekken met de ouders of verzorgers, zodat zij hun kind bij het aanleren van nieuw gedrag kunnen helpen. Aanmelding voor het Sprint-project gaat via de intern begeleider.
schoolgids VHS, 2013-2014
De leidsters van de voorscholen/peuterspeelzalen geven aan hun handen soms “ vol te hebben” aan deze kinderen en hierdoor onvoldoende aandacht kunnen bieden een de gehele groep. Er wordt aangegeven dat zij de begeleiding en de aandacht niet kunnen bieden die deze kinderen nodig lijken te hebben. De route die gevolgd moet worden is dat na de signalering van behoefte aan opvang in de Voorschool Plus het aanmeldingsformulier wordt ingevuld door de verwijzer. Uiteraard zullen eerst de ouders van deze signalering en de opvang mogelijkheid op de Voorschool Plus op de hoogte gesteld zijn. Het aanmeldingsformulier wordt besproken in de toelatingscommissie MOC/Altra /Van Houteschool. Wordt het kind toelaatbaar geacht voor de Voorschool Plus dan volgt inschrijving en wordt afgesproken wanneer het kind kan starten. De Voorschool Plus houdt het (elektronisch) kinddossier bij en rapporteert naar betrokken partners terug. Om een en ander zo laagdrempelig mogelijk te laten zijn, is er geen officiële indicatiestelling nodig. Te meer omdat er sprake is van een intensieve preventieve ondersteuning. Het kind is nog jong en onderzoeksgegevens zijn op deze leeftijd nog onvoldoende een betrouwbare bron voor de toekomst. Tijdens de Voorschool Plus wordt aan observatie, eventuele behandeling, en verwijzing naar bijv. diagnostiek gedaan om te komen tot een advies voor het vervolg onderwijs. Groepsgrootte: De groepsgrootte van 8 kinderen zal worden gehanteerd. Met een groep van 8 leerlingen kunnen de begeleidsters voldoende aandacht besteden aan deze groep kinderen. De grootte van de groep is net groot genoeg om van elkaar te leren en de groep is net klein genoeg om veiligheid te bieden. Lestijd: Een jong kind zal nog moeten wennen aan het idee van huis en ouders weg te zijn. Veel kinderen slapen nog overdag. Ze gaan vier dagdelen naar de Voorschool Plus Ouders: Vanzelfsprekend worden de ouders intensief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind. Er zullen (thema) bijeenkomsten worden georganiseerd op de Voorschool. Bijvoorbeeld met als thema: samen spelen met je kind. Ouders kunnen hier samen ervaringen uitwisselen op een min of meer informele manier. Ook kunnen ouders “meedraaien” in de Voorschool Plus. Regelmatig zullen er gesprekken met de ouders gevoerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast is het ook mogelijk dat ouders een vorm van opvoedingsondersteuning, gezinsbegeleiding krijgen.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
Uitstroom: Door het nauwlettend volgen van het kind kan snel duidelijk worden of een kind terug geplaatst kan worden naar een reguliere voorschool of peuterspeelzaal. Als het kind de leeftijd van 4 jaar bereikt, zal advisering naar het basisonderwijs plaatsvinden. Hierbij zal in eerste instantie gekeken worden naar een basisschool in de buurt waar het kind woont en waar eventuele brusjes op school gaan. Er zal wel gekeken worden of de basisschool voor dit kind de meeste geschikte school is. Bijvoorbeeld
28
Ondersteuning: Er kan extra ondersteuning geboden worden door het aanbieden van: logopedisch signalering fysiotherapie individuele oefentherapie (Kind en Bewegen) spelbegeleiding verwijzing onderzoek door orthopedagoog (observaties, persoonlijkheidsonderzoek, capaciteiten onderzoek e.d.) bieden van opvoedingsondersteuning/gezinsbegeleiding begeleiding van de leidster en de assistent door de Intern Begeleider (observaties, ondersteuning bij het competentie vergrotend werken, school video interactie begeleiding e.d.) klassen consultaties, gesprekken en kind besprekingen, advisering, traject begeleiding e.d. vraagbaak voor de voorscholen en peuterspeelzalen.(er kan gebruik gemaakt worden van de expertise van de Voorschool Plus e.d.)
schoolgids VHS, 2013-2014
een Jenaplanschool, Daltonschool of Montessorischool is niet voor elk kind even geschikt. Daarnaast is het ook mogelijk dat door observatie en diagnostiek naar voren komt dat het kind een specifieke opvang nodig heeft. Er kan dan verwezen worden naar het MOC en/of het speciaal onderwijs. Vanuit de Voorschool Plus zal altijd traject bemiddeling plaatsvinden. Ook kan het voorkomen dat een kind naast het onderwijsaanbod nog extra hulpverlening nodig heeft. De uitstroom kan dus zijn:
Reguliere voorschool/peuterspeelzaal Basisschool groep 1 MOC ’ t kabouterhuis JRK, SBO Speciaal onderwijs Hulpverlening
12.15 Ambulante begeleiding in het samenwerkingsverband In het Meerjarenbeleidsplan van onze school wordt gesproken over het aanbieden van een ‘continuüm van zorg’ voor alle leerlingen van ons samenwerkingsverband. In de praktijk lopen we hierbij tegen een aantal problemen aan. Door quotering blijken nog veel leerlingen met leer- en gedragsproblemen in het basisonderwijs te zitten waar de leerkrachten (nog) geen passend antwoord op hebben. Door ambulante begeleiding te geven kan de Van Houteschool een rol spelen bij de kwaliteitszorg op de basisschool. Hierdoor heeft de school een steunpuntfunctie in het samenwerkingsverband. Wat is ambulante begeleiding? Ambulante begeleiding is extra hulp waardoor leerlingen die anders zouden zijn aangewezen op een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) in staat zijn om het reguliere basisonderwijs te blijven volgen. Het betekent ook begeleiding van leraren in het basisonderwijs om hen deskundiger en vaardiger te maken om een groep leerlingen te kunnen blijven opvangen. Ambulante begeleiding is een vorm van deskundigheidsoverdracht vanuit de SBO, is van tijdelijke aard en wordt gegeven door specifieke deskundigen. Vormen van ambulante begeleiding Er zijn drie vormen van ambulante begeleiding. 1. Ambulante begeleiding in verband met terugplaatsing Hierbij worden leerkrachten begeleid bij het opvangen van leerlingen die vanuit de SBO teruggeplaatst worden naar het BAO. Dit kunnen leerlingen zijn vanuit de JRK, de SBO en de Time-Out voorziening. Werkwijze: begeleiding ter voorbereiding op de komst van de leerling; begeleiding gedurende de overstap (bijv. 2 maanden); follow-up-begeleiding.
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
3. Ambulante begeleiding van wachtlijstleerlingen Dit is begeleiding van leraren die leerlingen in hun groep hebben die op de wachtlijst staan van de SBO of SO. Hier wordt met een individueel handelingsplan voor de leerling gewerkt. Op dit moment wordt er ambulante begeleiding gegeven aan trainers die sociale vaardigheidstraining geven. Ook worden leerkrachten begeleid waarvan leerlingen meedoen aan de TOV-plaats.
29
2. Ambulante begeleiding op basis van een specifieke vraag vanuit de basisschool Afhankelijk van de vraag wordt de begeleiding uitgevoerd door degene die daar het meest geschikt voor is. Werkwijze: intensieve ‘injectie’ in de school (bijv. kennisoverdracht); video-interactiebegeleiding (leerkrachtgedrag); begeleiding bij het omgaan met gedragsproblemen, hoogbegaafden, moeilijk lerende kinderen, autistische kinderen, enzovoort; begeleiding op specifieke doelen, bijvoorbeeld begeleiding van interne begeleiders bij het signaleren en behandelen van leesproblemen of begeleiding van interne begeleiders/trainers bij sociale vaardigheden.
schoolgids VHS, 2013-2014
13
Professionalisering
13.1 Wet BIO Wet op de Beroepen in het Onderwijs. In de Wet BIO staat de kwaliteit van het onderwijspersoneel centraal. Doel van de wet BIO is om in ieder geval een minimum kwaliteitsniveau van het onderwijspersoneel te garanderen. Deze minimum kwaliteit wordt uitgedrukt in zogenaamde bekwaamheidseisen of competenties. Onderwijspersoneel zal niet alleen bij de sollicitatie bekwaam moeten zijn. De hele onderwijsloopbaan blijft het onderhouden van die bekwaamheid van belang. Werkgevers hebben de verantwoordelijkheid om hun personeel hiertoe in staat te stellen. Het gaat om bekwaam zijn én bekwaam blíjven. Van scholen wordt verwacht dat zij maatregelen en instrumenten beschrijven om de bekwaamheid van hun personeel te onderhouden. 13.2 Klassenconsultaties en observaties In elke groep vindt minimaal twee keer per jaar een klassenconsultatie plaats door de directeur. Daarnaast maakt de intern begeleider afspraken met de groepsleerkracht voor klassenobservaties. Deze observaties hebben als doel het ontwikkelen van de kwaliteiten van de leerkracht. 13.3 Schoolvideo-interactiebegeleiding (SVIB) Schoolvideo-interactiebgeleiding (SVIB) is een van de begeleidingsmethodieken die onze school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk op de leerlingen af te stemmen. Het middel wordt voornamelijk ingezet voor de ondersteuning van leraren bij vragen rond leerlingenzorg en onderwijsvernieuwing. De Intern Begeleider op onze school is een gecertificeerd SVIB-begeleidster. Zij maakt korte video-opnames in de klas en bespreekt die vervolgens met de leerkracht. Daarbij hanteert ze een beroepscode, waarin onder andere staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden.
Pagina
30
13.4 Opleiden in school Vanuit de Pabo heeft onze school stagiaires die de opleiding voor leerkracht basisonderwijs volgen. Ook van de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk (SPW) werken jaarlijks regelmatig stagiaires in de school. Daarnaast heeft onze school regelmatig stagiaires van de opleiding pedagogiek (hbo) en van de universiteit, faculteit (ortho)pedagogiek/psychologie. Als van Houteschool doen we mee met ‘Opleiden in school”. We breiden de begeleiding uit van werkplekleren naar een opleidingsschool. Bij een opleidingsschool maakt de student intensief kennis met de praktijk en wordt door drie personen begeleid; door de leerkracht, de opleider in school en de instituut-opleider van de Educatieve Hogeschool van Amsterdam.
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
14
Namen en adressen
Prof. dr. I. C. van Houteschool Leksmondplein 27, 1108 EL Amsterdam, (020) 697 45 06 van houteschool Stichting Sirius (bestuur) Schonerwoerdstraat 1a, 1107 GA Amsterdam, (020) 311 64 64 Stichting Sirius Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam Zuidoost Inspectie van het Onderwijs Postbus: 2730, 3500 GS Utrecht Bezoekadres: Park Voorn 4, 544 AC Utrecht, (088) 6696000 informatie inspectie onderwijsinspectie Stadsdeel Zuidoost Leerplichtambtenaar, Sander Otte Anton de Komplein 150, 1102 CW Amsterdam, (020) 252 50 00 Stadsdeel Zuidoost Bureau leerplicht plus Vakantie, extra verlof en vrijstelling Leerling Administratie Sectie (LAS) Postbus 67018, 1060 JA Amsterdam, (020) 151 81 85 LAS School contactpersoon Jannie Vlap & Bart Vermoten, Leksmondplein 27, 1108 EL Amsterdam, (020) 697 45 06 van houteschool Externe vertrouwenspersoon mevr. N. Ris, p/a GG&GD, Jan Tooropstraat 5, Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam 020-5555712/06 21986919,
[email protected] Landelijke Klachtencommissie Postbus 85191, 3508 AD Utrecht, 033-2809890
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl Landelijke klachtencommissie onderwijs De Bascule Polikliniek, dagbehandeling en dag- en nachtbehandeling Rijksstraatweg 145, 1115 AP Duivendrecht, (020) 890 19 01 de Bascule
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
MOC ’t Kabouterhuis Medisch Orthopedagogisch Centrum Centraal Bureau, Amsteldijk 196, 1079 LK Amsterdam, (020) 644 53 51 Dependance: Zuidoost, Leksmondplein 28, 1108 EL Amsterdam, (020) 453 01 91 MOC 't Kabouterhuis
31
Altra jeugdzorg Locatie Hofgeest, Regio Oost / Zuidoost Hofgeest 341, 1102 ER Amsterdam, (020) 565 02 22, (020) 555 83 33 Altra jeugdzorg
schoolgids VHS, 2013-2014
Buitenschoolse opvang op maat (020) 398 61 00 Partou kinderopvang GGD Ravenswaaipad Ravenswaaipad 56, 1106 AV Amsterdam, (020) 555 54 72 Ouder en Kind Centrum (OKC) Diverse adressen in Amsterdam Zuidoost OKC Zuidoost Centrum voor jeugd en gezin, Hoogeveen Flierbosdreef 19, 1102 BV Amsterdam, (020) 555 5739 GGGD Amsterdam Bureau Jeugdzorg Zuidoost/ Diemen De Wildenborch 9, 1112 XB Diemen, (020) 569 45 94 Bureau Jeugdzorg Amsterdam Stichting MEE Amstel en Zaan Vestiging Amsterdam, Derkinderenstraat 10-18, 1062 DB Amsterdam, (020) 512 72 72 Stichting Mee Amstel en Zaan Dienst Werk en Inkomen (DWI) Weesperstaat 113, 1018 VN Amsterdam, (020) 346 36 36 Scholierenvergoeding Advies en meldpunt kindermishandeling Amsterdam, (AMK Amsterdam) Overschiestraat 57, 1062 HN Amsterdam, (020) 314 17 14 AMK-Amsterdam AMK-Nederland Protocol kindermishandeling Matchpoint Matchpoint Kindertelefoon 0800-0432 (gratis) Verwijzing Indicatie en Advies Amsterdam (VIA Amsterdam) Advies loket Zuid oost, Krimpertplein 30 a, 1104 PH Amsterdam, (020) 600 13 41 VIA Amsterdam Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) PCL, Burgemeester Hogguerstraat 2a, 1064 EB Amsterdam, (06) 41 05 42 30 PCL
Pagina
Leerlingenvervoer DMO team leerlingenvervoer, (020) 251 83 00 Leerlingenvervoer Zuidoost DMO team leerlingenvervoer
32
ABC onderwijsadviseurs Baarsjesweg 224, 1058 AA Amsterdam, (020) 799 00 10 ABC onderwijsadviseurs
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
Sneltax Sloterweg 19, 1171 CE Badhoevedorp, (020) 659 26 66 Connexxion Disketteweg 10, 1033 NW Amsterdam, (020) 633 39 43 Balans Landelijke vereniging voor ouders van kinderen met leer-, ontwikkelings- en gedragsstoornissen De Kwinkelier 40, 3722 AR Bilthoven, (030) 225 50 50 Balans Samenwerkingsverband Stoornissen en leerbelemmeringen van A tot Z stoornissen en leerbelemmeringen Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) Prof. Bronkhorstlaan 10, 3723 MB Bilthoven, (030) 229 98 00 NVA
Pagina
33
Huisonderwijs Amsterdam J.W. Taams, coördinator, Grote Kerkstraat 35, 1135 BC Edam, (0299) 37 42 42 Stichting Onderwijs aan zieke kinderen Amsterdam
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
Wat betekent die afkorting? advies- en begeleidingscentrum voor het onderwijs aanmeldpunt kindermishandeling basisonderwijs bureau jeugdzorg Amsterdam dienst werk en inkomen intern begeleider informatie- en communicatietechnologie jonge risicokinderen leerling gebonden financiering leerwegondersteunend onderwijs medisch orthopedagogisch centrum medezeggenschapsraad ouder en kind centrum/centra ouderraad orthopedagogisch zorgcentrum pedagogische academie basisonderwijs permanente commissie leerlingenzorg persoonsgebonden budget psychomotorische therapie regionaal expertise centrum speciaal basisonderwijs sociaal-pedagogisch werk schoolvideo-interactiebegeleiding sociale vaardigheidstraining theory-of-mind-training voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voorschoolplus zeer moeilijk lerende kinderen (cluster 3) zeer moeilijk opvoedbare kinderen (cluster 4) zorgbreedte overleg
Pagina
34
ABC AMK BAO BJA DWI IB ICT JRK LGF LWOO MOC MR OKC OR OZC PABO PCL PGB PMT REC SBO SPW SVIB SVT TOM VMBO VSP ZMLK ZMOK ZBO
“samen een brug naar de toekomst”
schoolgids VHS, 2013-2014
Pagina
35
‘ eigen aantekeningen
“samen een brug naar de toekomst”
Pagina
36
schoolgids VHS, 2013-2014
“samen een brug naar de toekomst”