PROEFEXAMEN Basiskennis Calculatie (BKC)
Beschikbare tijd 2 uur Het examen Basiskennis Calculatie bestaat uit drie gedeelten en er kunnen in totaal 100 punten worden behaald: Deel 1: theorie (10 meerkeuze vragen) 20 punten Deel 2: calculatie (10 meerkeuze vragen) 50 punten Deel 3: spreadsheet (3 opdrachten met Excel) 30 punten De antwoorden van deel 1 en 2 dienen op het uitwerkingenblad te worden gemaakt. De antwoorden van deel 3 maakt u digitaal. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met de uitwerkingen, te worden ingeleverd.
DEEL 1: THEORIE Vul de antwoorden in op het uitwerkingenblad. 1.
Kenmerkend voor de groothandel is verkoop A. aan detaillisten en consumenten. B. aan grossiers en consumenten. C. aan grossiers en detailhandel. D. van relatief grote partijen aan wie dan ook.
2.
Een bedrijf heeft tot nu toe de auto’s voor zijn verkopers gekocht. Het bedrijf besluit in het vervolg de auto’s niet meer te kopen maar te leasen van een leasemaatschappij. Er is dan sprake van: A. Differentiatie B. Integratie C. Parallellisatie D. Specialisatie
3.
Aan de Kamers van Koophandel is de uitvoering van verschillende wetten opgedragen. Welk van de volgende wetten behoort daarbij? A. Handelsregisterwet B. Wet op de bedrijfsorganisatie C. Wet op het minimumloon D. Faillissementswet
4.
Als voor een speciaal project een aantal zelfstandig blijvende ondernemingen vrijwillig gaan samenwerken in een daartoe nieuw op te richten onderneming, heet deze samenwerkingsvorm: A. Franchising B. Fusie C. Joint venture D. Vrijwillig filiaalbedrijf
5.
De tussenpersoon die bemiddelt bij handelsovereenkomsten en overeenkomsten afsluit op naam en voor rekening van zijn principaal noemen we: A. Makelaar B. Handelsagent C. Commissionair D. Expediteur
Proefexamen Basiskennis Calculatie (BKC)
1/8
6.
Hieronder staan drie soorten zaken. 1) Een vrachtwagen met een gewicht van meer dan 3 ton. 2) Een gebouw. 3) Een eettafel. Welke van de genoemde zaken zijn roerend? A. alleen 1 en 2. B. alleen 1 en 3. C. alleen 2 en 3. D. 1, 2 en 3.
7.
Pandrecht en het recht van hypotheek zijn beide zakelijke zekerheidsrechten. Voor beide rechten geldt verder dat: A. pandrecht betrekking heeft op onroerende zaken en recht van hypotheek op roerende zaken. B. pandrecht betrekking heeft op roerende zaken en recht van hypotheek op onroerende zaken. C. pandrecht en recht van hypotheek beide betrekking hebben op onroerende zaken. D. pandrecht en recht van hypotheek beide betrekking hebben op roerende zaken.
8.
Een van de volgende verzekeringen is een sommenverzekering. Welke? A. W.A.-verzekering B. Compagnonsverzekering C. Cascoverzekering D. Transportverzekering
9.
Er is sprake van onderverzekering als: A. de gezonde waarde lager is dan de verzekerde waarde. B. het schadebedrag lager is dan de gezonde waarde. C. het schadebedrag hoger is dan de verzekerde waarde. D. de verzekerde waarde lager is dan de gezonde waarde.
10.
Bij de verkoop van een goed gaat de eigendom direct over op de koper. De koopprijs wordt in termijnen betaald. Dit heet: A. Huurkoop B. Koop op afbetaling C. Leasing D. Huur en verhuur
Proefexamen Basiskennis Calculatie (BKC)
2/8
DEEL 2: BEREKENINGEN Vul de antwoorden in op het uitwerkingenblad. 11.
Een ondernemer koopt op 1 januari voor de productie van artikel Plaxo een nieuwe machine, hij moet hiervoor € 77.350,-, inclusief 19% omzetbelasting, betalen. De machine wordt in 5 jaar met gelijke bedragen afgeschreven. Er is geen restwaarde. De andere constante kosten bedragen: - 6% interest, te berekenen over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen gedurende de gehele levensduur; - diverse vaste kosten van € 7.060,- per jaar. De totale constante kosten per jaar bedragen: A. € 36.960,00 B. € 24.850,50 C. € 24.480,00 D. € 22.010,00
12.
Ondernemer De Jong heeft in Canada een partij Fosfaat gekocht. Het brutogewicht van de partij was 3.600 kg verpakt in 80 plastic vaten, tarra 15 kg per vat. De prijs is vastgesteld op $ 40,- per kg; rabat 10% en een korting voor contant van 1,5%. Het totaalbedrag van de inkoopfactuur van bovenstaande partij, aannemende dat De Jong contant zal betalen, bedraagt in $: A. $ 84.960,00 B. $ 85.104,00 C. $ 99.360,00 D. $ 123.400,80
13.
Een schoolfotograaf gebruikt een formule om de prijs te berekenen voor het maken van leerlingenfoto’s voor het schoolarchief. De formule voor de prijsberekening luidt: Prijs = (€ 1.200,- + S x € 0,30) x 1,20 x 1,19 Prijs = de prijs voor de foto’s inclusief 19% omzetbelasting S = aantal te fotograferen leerlingen De prijs voor 1.150 leerlingenfoto’s bedraagt: A. € 1.854,00 B. € 1.932,66 C. € 2.206,26 D. € 2.842,20
14.
Het aandelenkapitaal van Van Erven bv bestaat uit 100 aandelen met een nominale waarde van € 1.000,- elk. In het jaar van uitgifte was de werkelijke waarde gelijk aan de nominale waarde. De werkelijke waarde van een aandeel van € 1.000,- bedroeg eind 2006 € 1.200,-, eind 2007 € 1.150,- en eind 2008 € 1.420,-. De werkelijke waarde van het aandeel, met als basis het jaar 2007 en het werkelijke indexcijfer 125, zal dan eind 2009 bedragen: A. € 1.437,50 B. € 1.396,83 C. € 1.250,00 D. € 920,00
Proefexamen Basiskennis Calculatie (BKC)
3/8
15.
Rio bv vervaardigt en verkoopt o.a. het type Strizo. Het type Strizo heeft een fabricagekostprijs van € 140,- per stuk. De normale productie en afzet zijn 120.000 stuks per jaar; de verwachte productie en afzet voor het komende jaar zijn 140.000 stuks. De constante verkoopkosten bedragen € 708.000,- per jaar. De variabele verkoopkosten zijn 13% van de commerciële kostprijs. Bereken de commerciële kostprijs per eenheid Strizo. A. € 163,92 B. € 164,86 C. € 167,92 D. € 167,70
16.
Rio bv vervaardigt en verkoopt ook het type Streza. Van dit type is voor het komende jaar het volgende gegeven: 1. Geschatte constante kosten € 640.000,-; 2. Geschatte variabele kosten € 32,- per product; 3. Verkoopprijs € 71,40 inclusief 19% btw; 4. Maximale productie 90.000 eenheden; 5. Normale productie en afzet 80.000 eenheden 6. Verwachte productie en afzet 76.000 eenheden. Bereken het totale verkoopresultaat (= ruilwinst = transactieresultaat) op producten Streza over het betreffende jaar als gegeven is dat er 78.000 producten zijn verkocht. A. € 1.560.000,B. € 2.004.600,C. € 2.340.000,D. € 2.784.600,-
17.
Rio bv verkoopt de producten Streza aan winkeliers. Daarbij wordt bij bezorging € 20,- per product en € 2,80 per kilometer enkele reis in rekening gebracht. Ondernemer Janssen uit Ulft geeft opdracht om 30 producten Streza te bezorgen. De bezorgafstand is enkele reis 20 kilometer. Bereken de bezorgkosten die Rio bv aan Janssen in rekening brengt. A. € 544,B. € 600,C. € 656,D. € 712,-
18.
Voor de kostprijsberekening binnen het productieproces van de artikelen S en T geldt met betrekking tot het verbruik van grondstof V de volgende vergelijking: KV = € 0,534 PS + € 0,496 PT + € 7.200 KV = kosten grondstof V in euro’s / PS = aantal producten S / PT = aantal producten T Bereken de maximale hoeveelheid T (afronden op hele producten naar beneden), indien de kosten in een periode beperkt moeten blijven tot € 20.000,- en men 8.800 producten S wil maken. A. 4.016 B. 16.332 C. 25.806 D. 40.322
Proefexamen Basiskennis Calculatie (BKC)
4/8
19.
Een groothandel koopt en verkoopt onder andere milieuvriendelijke meststoffen voor tuinen. Van de voorraden en debiteuren in verband met verkochte meststoffen is het volgende overzicht over 2009 bekend: Data Voorraden in € Debiteuren in € 1 januari 420.000 520.000 31 maart 680.000 710.000 30 juni 840.000 820.000 30 september 570.000 690.000 31 december 310.000 450.000 De omzet was in 2009 € 4.200.000,- met een inkoopwaarde van € 3.750.000,-. Alle meststoffen zijn op rekening verkocht, met een factuurwaarde van € 4.998.000,-. De brutowinst op de verkochte goederen als een percentage van de inkoopwaarde bedraagt: A. 8,93 B. 10,71 C. 12,00 D. 14,67
20.
Verwerking van groente-, fruit- en tuinafval vindt op grote schaal plaats. De kostprijs per ton verwerkt afval kan berekend worden met behulp van de integrale kostprijsformule. Over de periode 1-1-2009 tot 1-7-2009 zijn de volgende gegevens bekend: Variabele kosten € 7.920.000,Constante kosten € 5.000.000,Normale verwerking 100.000 ton Werkelijke verwerking 110.000 ton De kostprijs per ton verwerkt afval bedraagt afgerond op hele euro’s: A. € 117,00 B. € 122,00 C. € 125,00 D. € 129,20
Proefexamen Basiskennis Calculatie (BKC)
5/8
DEEL 3: SPREADSHEET De antwoorden van deel 3 dienen gemaakt te worden met behulp van Excel. De benodigde gegevens voor het Excel-gedeelte zijn opgenomen in de Excel-werkmap “Excel opdrachten”. Gebruik deze werkmap (of typ de uitgangssituatie per vraag over) voor het beantwoorden van de vragen. Uitgangssituatie bij opdracht 21
21.
Open de werkmap “Excel opdrachten”. Hierin staan op het werkblad “Opdracht 21” de omzetten en kosten per maand van de firma Koningsberg. Wijzig de opmaak, geef de juiste berekeningen en maak de gevraagde grafiek m.b.v. onderstaande aanwijzingen. - Geef cel A2 t/m A14 de opmaak: vet. - Geef cel B1 t/m E1 de opmaak: centreren + vet + bovenrand en dikke onderrand. - Bereken m.b.v. een formule of functie de winst per maand in cel D2 t/m D13. - Bereken m.b.v. een formule of functie de totale omzet, kosten en winst in resp. cel B14, C14 en D14. - Bereken m.b.v. een formule of functie de winst als een percentage van de omzet in cel E2 t/m E14 en geef de uitkomsten weer in de procentnotatie met 1 decimaal. - Geef cel B2 t/m D14 de opmaak: duizendtalnotatie zonder decimalen. - Geef cel B14 t/m E14 de opmaak: bovenrand en dubbele onderrand. - Maak een 2D gegroepeerde kolomgrafiek van de omzetten en de kosten (niet van de totalen) waarbij de maanden worden weergeven op de horizontale as en de bedragen op de verticale as. Geef de grafiek de titel ‘Omzet en kosten’ en plaats de grafiek onder de tabel met gegevens. - Bewaar de werkmap onder de naam “Opdracht 21 + uw examennummer” (gebruik Opslaan als…) en laat de werkmap open voor de volgende opdracht.
Proefexamen Basiskennis Calculatie (BKC)
6/8
Uitgangssituatie bij opdracht 22
22.
Op werkblad “Opdracht 22” staat de ontwikkeling van het leerlingenaantal van het Waterland College over de jaren 2007 t/m 2010. - Bereken in cel C3 t/m E3 de procentuele toename van de leerlingenaantallen van 2008 t/m 2010 ten opzichte van het jaar 2007 (maak gebruik van (een) absolute celverwijzing(en) in de formule(s)). De uitkomsten moeten worden weergeven in de procentnotatie zonder decimalen. - Bereken in cel C4 t/m E4 de indexcijfers voor de leerlingenaantallen van 2008 t/m 2010, met 2007 als basisjaar (maak gebruik van (een) absolute celverwijzing(en) in de formule(s)). - Zet het werkblad in de controlemodus voor formules, zodat de formules zichtbaar worden. Versmal de kolommen zodanig dat alles op één liggende bladzijde past (controleer dit via het afdrukvoorbeeld). - Bewaar de werkmap onder de naam “Opdracht 22 + uw examennummer” (gebruik Opslaan als…) en laat de werkmap open voor de volgende opdracht.
Proefexamen Basiskennis Calculatie (BKC)
7/8
Uitgangssituatie bij opdracht 23
23.
Op werkblad “Opdracht 23” staan de prijzen van enkele artikelen inclusief 6% btw. Geef de juiste berekeningen m.b.v. onderstaande aanwijzingen. - Bereken in cel C3 t/m C18 de btw-bedragen en geef de uitkomsten weer met 2 decimalen. - Bereken in cel D3 t/m D18 de prijzen excl. btw en geef de uitkomsten weer met 2 decimalen.. - Bereken in cel E3 t/m E18 de nieuwe prijzen incl. btw uitgaande van een prijsstijging van 2,5% t.o.v. de gegeven prijzen in kolom B en geef de uitkomsten weer met 2 decimalen. - Bewaar de werkmap onder de naam “Opdracht 23 + uw examennummer” en sluit de werkmap.
EINDE EXAMEN
Proefexamen Basiskennis Calculatie (BKC)
8/8