Rechtbank Amsterdam Kort Geding zitting 26 oktober 2004 om 14.30 uur
PRODUCTIEOVERZICHT KORT GEDING
inzake:
1. FERDI PLOEGERS
2. YVONNE CLEMENTINE JOSEE BROUWERS
wonende te Amsterdam, verzoekers, advocaat
: mr J.W.A. van Dommelen te Utrecht
procureur
: mr P.J. van der Vlerk te Amstelveen
tegen:
de rechtspersoonlijkheid bezittende STICHTING MONTESSORI SCHOLENGEMEENSCHAP AMSTERDAM,
gevestigd te Amsterdam, gedaagde, advocaat
: mr
procureur
: mr
Productieoverzichtvermeld in uitgebrachte dagvaarding d.d. 8 oktober 2004
[l tot en met 61 alsmede nog nader in te dienen producties [7tot en met 101: Afschrift van uitgebrachte dagvaarding d.d. 8 oktober 2004 Productie 1 : Schriftelijke aanmelding bij het IVKO Productie 2 : Afwijzing IVKO Productie 3 : Bezwaarschrift d.d. 24 april 2004 ingediend bij de MSA Productie 4 : Bevestiging ontvangst bezwaarschrift d.d. 17 mei 2004 van de MSA Productie 5 : Verslag hoorzitting d.d. 5 juli 2004 Productie 6 : Pre-advies van onderwijsconsulent Joustra d.d. 13 juli 2004 Productie 7 : Handhaving afwijzingsbeslissingvan MSA d.d. 3 september 2004 Productie 8 : Parlementaire gedachtewisseling 2001 -2002,27 728,nr 29 Productie 9 : Uitspraak Voorzieningenrechter Zutphen d.d. 17 november 2003 Productie 10 : Parlementaire vragenbeantwoording door de Minister vergaderjaar
2003-2004,27728,nr 62
Deze zaak wordt behandeld door mr J.W.A. van Dommelen, advocaat en procureur te Utrecht Postbus 13266,3507 LG Utrecht T (030) 2724500 F (030) 2721585 E
[email protected] dossiernummer : 02040065
Aan: het bevoegd gezag van het IVKO p/a Plantage Middenlaan 27 1018 DB Amsterdam
betreft: aanmelding Sterre bijlagen: cd-rom
Amsterdam, 1 februari 2004
Mevrouw, mijnheer, Hierbij melden wij onze dochter Sterre Virginie Ploeger, geboren 11 juni 1991, aan voor het IVKO vmbo met ingang van het schooljaar 2005/2006. Achtergrondinformatie over Sterre staat op de meegeleverde cd-rom. Het aannamegesprek van uw school is gepland op 25 maart a.s. met Desirée en Pierik. Gezien de bijzondere omstandigheden willen wij deze aanmelding buiten de Kernprocedure om afhandelen. Doel van deze aanmelding is het verkrijgen van een beschikking van het bevoegd gezag dat Sterre vanaf augustus 2005 toegelaten wordt als leerlinge van het IVKO. De tijd tot die datum kan dan worden gebruikt om het onderwijs aan Sterre voor te bereiden en in te passen. Wellicht ten overvloede wijzen wij op artikel 15 van het Inrichtingbesluit W.V.O. Hoewel hierin voor bijzondere scholen geen termijn genoemd wordt voor het nemen van een besluit, achten wij de termijnen genoemd in artikel 3:19 van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) en die gelden voor openbare scholen, redelijk. Sterre heeft in het kader van de leerlinggebonden financiering (lgf) een indicatie mg-cluster 3. Op grond van die indicatie krijgt de school na toelating van Sterre aanvullende bekostiging: de Rugzak. Volgens de huidige regelgeving moet een deel hiervan verplicht herbesteed worden bij het Regionaal ExpertiseCentrum (REC) dat in ruil daarvoor het onderwijs aan Sterre moet helpen ondersteunen. Over deze verplichte herbesteding en de ondersteuning zullen wij binnenkort een nader advies vragen van de AdviesCommissie voor Toelating en Begeleiding (ACTB). Sterre heeft voorlopig 1-op-1 begeleiding nodig tijdens de schooluren. Ouders verklaren zich verantwoordelijk voor de bekostiging hiervan voorzover hiervoor geen bekostiging gevonden kan worden binnen de reguliere zorgstructuur. Trajecten binnen het leerwegondersteunend of praktijkonderwijs lijken ons voor Sterre niet relevant. Vriendelijke groeten, Ferdi Ploeger, Yvonne Brouwers
van ’t Hofflaan 13, 1097 EL Amsterdam, 020 6659630,
[email protected]
Leeswijzer
Algemeen Documenten op deze CD-Rom zijn Acrobat pdf-bestanden. Om deze te kunnen lezen is de Acrobat Reader nodig. Deze CD-Rom bevat de Acrobat reader versie 5.0. (versie 6.0 installeert alleen op de nieuwere besturingssystemen of oudere besturingssystemen met upgrades) Voor andere besturingssystemen dan Microsoft Windows, kan de reader gratis worden gedownload bij http://www.adobe.com/prodindex/acrobat/readstep.html.
Structuur van de CD-Rom Achtergrondinformatie die nuttig kan zijn voor het onderwijs aan Sterre staat weggeschreven in verschillende mappen. De hierna genoemde documenten zijn door middel van hyperlinks oproepbaar (enkele linkermuisklik). Om daarna terug te keren naar dit document kan gebruik gemaakt worden van de toetscode <Shift>+
+<m>. De mappen zijn ook vanuit Windows te benaderen. Alle bestanden kunnen eventueel en zonodig uitgeprint worden.
Inhoud van de CD-Rom In de map Docs staan de mappen: Map Sterre In september 2003 publiceerde het NRC-Handelsblad in een themabijlage over speciaal onderwijs een interview met Sterre. Ten behoeve van leerkrachten en assistentes schreven wij een introductie over Sterre: “Hallo, ik ben Sterre”. Map Aanmelding Deze map bevat onder meer de aanmeldingsbrief.
Blz 1/12
Leeswijzer
Map Basisschool Sterre zit sinds 2001 in een pilot Inclusief Onderwijs op basisschool de @rchipel in Almere Buiten. In november 2003 verscheen het evaluatierapport van deze pilot. Het concept handelingsplan voor 2003/2004 geeft een idee over de aard van het onderwijs aan Sterre. De map bevat tevens het schoolrapport dat in januari van dit jaar werd aan Sterre werd uitgereikt. Map Inclusief Onderwijs Nederland is een van de ondertekenaars van het Salamanca Statement (UNESCO, 1994). Hierin erkent ook Nederland dat de enig aanvaardbare wijze van onderwijs geven die rekening houdt met de rechten van het kind, de inclusieve is. Bij “Inclusief Onderwijs” past het onderwijs zich aan aan het kind. Dit in tegenstelling tot “integratie”: hierbij moeten leerlingen zich zoveel mogelijk aanpassen aan het onderwijs zoals dit geboden wordt. Over inclusief onderwijs is in het buitenland veel literatuur verschenen, in Nederland is het nog vrij onbekend. De map bevat – ter illustratie - boeken over inclusief onderwijs. Inclusief onderwijs is niet zozeer een techniek maar een attitude. Map Regelgeving De “wet van 28 november…”, beter bekend als de wet op de leerlinggebonden financiering, werd gepubliceerd in het staatsblad 2002, nr 631. De wet regelt onder meer aanpassingen in de Wet op het Voortgezet Onderwijs met de daarbijbehorende Algemene Maatregelen van Bestuur en Ministeriële regelingen. Map Voorlichting Rond de invoering van het Rugzakje komt langzaamaan de voorlichting op gang (zie map Voorlichting). Deze voorlichting richt zich onder meer op het onderwijs (bijvoorbeeld het “Draaiboek VO”) en de ouders (bijvoorbeeld “Sterker in je schoenen”).
Blz 2/12
Leeswijzer / aanmelding IVKO
Ouders van Sterre Aanmeldingsbrief De aanmelding zoals gedaan op 1 februari 2004. Na overleg met het samenwerkingsverband (Frits Otto) lijkt de Kernprocedure niet van toepassing.
IVKO Uitnodiging Aannamegesprek Afspraak zoals gemaakt op de open dag op 31 januari 2004
Ferdi Ploeger Gespreksverslag overleg van 10 oktober 2003 Na op de reguliere wijze vastgelopen te zijn bij het zoeken naar een school voor Sterre hebben ouders gesprekken gevoerd met het samenwerkinsgverband (Frits Otto). Het gespreksverslag heeft hij tijdens zijn vooroverleg met het IVKO gegeven. Hoewel niet direkt de bedoeling dat dit verslag deel zou uitmaken van de aanmelding bij het IVKO, geeft dit verslag een goed beeld van onze positie bij het zoeken naar een school.
Blz 3/12
Leeswijzer / Sterre
NRC Handelsblad – themabijlage over Speciaal Onderwijs Interview met Sterre (13 september 2003) (Nederlands)
Yvonne Brouwers Hallo, Ik ben Sterre Beschrijving van Sterre en hoe zij reageert. (Nederlands)
Basisschool de @rchipel Rapport van Sterre, januari 2004 De vorm van het rapport van Sterre is identiek aan dat van de andere leerlingen in haar klas. Op sommige onderdelen is een rapportcijfer niet van toepassing. (Nederlands) Ferdi Ploeger Foto’s van Sterre op de Open Dag van het IVKO (31 jan 2004) Foto’s gemaakt tijdens de open dag.
Blz 4/12
Leeswijzer / basisschool
Stichting Gewoon Anders Evaluatieverslag pilot Inclusief Onderwijs (2001-2003) Twee jaar lang is in een pilot gekeken hoe door intensieve begeleiding van school en leerlingen twee meisjes (waaronder Sterre) met een ernstige handicap onderwijs konden krijgen op een reguliere school in Almere (Nederlands) Ferdi Ploeger en Yvonne Brouwers Concept handelingsplan voor Sterre (2003/2004) Voor leerlingen met een Rugzakje moet er een handelingsplan zijn opgesteld voor het lopend schooljaar. Ouders hebben het concept geschreven. De Stichting Gewoon Anders spreekt liever van “plaatsingsafspraken”. (Nederlands) Basisschool de @rchipel Rapport van Sterre (2003/2004) Het rapport van Sterre heeft dezelfde vorm als het rapport van andere leerlingen. Dit maakt vergelijken mogelijk en voorkomt stigmatisering. (Nederlands)
Blz 5/12
Leeswijzer / inclusief onderwijs
Publikaties Stephan N. Calculator, Cheryl M. Jorgenson Including Students with Severe Disabilities in Schools Hoe kun je tegen onderwijs aan gehandicapte kinderen aankijken. Hoe kunnen de wensen van ouders en hun kinderen geïmplementeerd worden op een reguliere school? (Engels) Linda Jordan en Chris Goody Human rights and school change Beschrijving van de doorgevoerde veranderingen in het schoolaanbod in Newham (oost London) doordat schrijvers (ouders) in het stadsbestuur zitting konden nemen. Eenmaal daar konden zij besluiten de speciale scholen stuk voor stuk te sluiten en in heel Newham inclusief onderwijs realiseren. (Engels) June E. Downing Including Students with Severe and multiple Disabilities in Typical Classrooms Onderwijs aan ernstig gehandicapte kinderen op een reguliere school (Engels) Joke Geerts et al Wat als tussen droom en daad een handicap staat? Overzicht van begrip inclusief onderwijs en de stand van zaken voor wat betreft de implementatie ervan. (Vlaams)
Blz 6/12
Leeswijzer / inclusief onderwijs
Aart C. Hendriks Gelijke toegang tot de arbeidsmarkt voor gehandicapten Achtergronden en juridische analyses over mensenrechten die ook voor gehandicapten gelden. (Nederlands) Janneke Jans Inclusief onderwijs: de reguliere basisschool voor iedereen Scriptie over inclusief onderwijs (Nederlands)
Cor J.W. Meijer Classroom Practice Vergelijkend overzicht van implementatie van inclusief onderwijs in de EU-landen. (Engels)
Mariëlle Cuijpers en Jeroen Zomerplaag Werken aan Inclusief Onderwijs Case studies van inclusief onderwijspraktijken in Nederland (Nederlands)
Gordon L.. Porter en Diana Richler Changing Canadian Schools Ervaringen eind tachtiger jaren bij het omvormen van het Canadees onderwijs naar inclusieve scholen. (Engels)
Blz 7/12
Leeswijzer / inclusief onderwijs
UNESCO Salamanca Statement (1994) Meer dan 300 afgevaardigden van 92 landen en 25 internationale organisaties kwamen bijeen in Salamanca (Spanje) om te spreken over “onderwijs voor allen” (Engels) Stichting Weerklank Communiceren met gebaren Methode om te communiceren met en voor mensen met een verstandelijke handicap door middel van gebaren. Gebaren in deze methode zijn een vereenvoudigde set van gebaren die door doven wordt gehanteerd. (Nederlands) Carol Tashie et al Van Speciaal naar Regulier, van Bijzonder naar Buitengewoon Beschrijving van het proces van de omvorming van reguliere scholen in New Hampshire naar inclusieve scholen. (Nederlands) Sharon Vaughn et al Teaching exceptional, diverse, and at-risk students in the general education classroom Handboek voor de praktijk van inclusief onderwijs in reguliere scholen. Beschrijving van oplossingen voor verschillende handicaps en suggesties. (Engels) Verna Eaton Inclusive Schools Website over inclusief onderwijs. Praktische oplossingen (Engels)
Blz 8/12
Leeswijzer / voorlichting
De Wegbereiders Met de Rugzak naar het Voortgezet Onderwijs – draaiboek Handreiking voor het regulier onderwijs voor de implementatie van de lgf-wetgeving zoals die vanaf 1 augustus 2003 geldt. (Nederlands) Ouders en Rugzak Handvat voor een Handelingsplan Met de invoering van de Rugzakwetgeving moet er jaarlijks in overeenstemming met ouders een handelingsplan worden opgesteld. Voorlichtingsinformatie voor ouders. (Nederlands)
Ouders en Rugzak Sterker in je schoenen Voorlichting over rechten en plichten van ouders bij de keuze voor een reguliere school voor hun gehandicapte kind. (Nederlands) De Wegbereiders 8e Etappe De stand van zaken aangaande de inrichting van de Regionale Expertise Centra. Laatste etappe van de begeleiding door de Wegbereiders. (nederlands) Nynke Heeringa, Monique Spierenburg en Eric Hermans Kom op, in de Takken Onderzoek naar regelgeving die integratie van gehandicapte leerlingen binnen het regulier onderwijs tegenwerken. (Nederlands)
Blz 9/12
Leeswijzer / voorlichting
Gemeente Amsterdam, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Amsterdamse Keuzegids voortgezet onderwijs 2004 Beschrijving van alle amsterdamse scholen voor voortgezet onderwijs. (Nederlands) Onderwijsraad De Rugzak gewogen Aanleiding tot dit advies vormt de adviesaanvraag die de Onderwijsraad in het kader van het projectonderwerp over de modernisering van de gewichtenregeling basisonderwijs heeft ontvangen. (Nederlands)
Blz 10/12
Leeswijzer / regelgeving
Wet van 28 november 2002 tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra (regeling leerlinggebonden financiering) Staatsblad 2002 nr 631 (Nederlands) Gemeente Amsterdam, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling] Handleiding Kernprocedure 2003-2004 Beschrijving van de procedure voor het aanmelden van leerlingen voor een amsterdamse school voor voortgezet onderwijs voor het schooljaar 2004/2005 (Nederlands) Algemene Wet Bestuursrecht Wet (Nederlands)
Inrichtingbesluit Wet op het Voortgezet Onderwijs Algemene Maatregel van Bestuur (Nederlands)
Blz11/12
Leeswijzer / regelgeving
Uitleg – Gele Katern Aanvulling regeling Indicatiecriteria leerlinggebonden financiering (lgf) Indicatiecriteria voor speciaal onderwijs en het aanmeldingsformulier voor de commissies voor de indicatiestelling. Ministeriële regeling (Nederlands) Wet op het Voortgezet Onderwijs Wet (Nederlands)
Blz 12/12
-
Van:
Pierik L'Istelle
Aan:
Ferdi Ploeger
Betreft
aanmelding Sterre
Geachte heer Ploeger en mevrouw Brouwers, Sterre kan niet toegelaten worden op de IVKO.
.
--
Tijdens ons overleg van 25 maart hebben we Uiteengezet wat de mogelijkheden van Sterre zijn en de verwachtingen die u heeft van de IVKO. Ik heb aangegeven dat ik open sta voor het overwegen van de aanname van Sterre en wil onderzoeken of het docententeam kan voldoen -aan de qroommden die nodig zijn voor het succesvol functioneren van Sterre op onze school. U heeft aangegeven dat er sprake is van voorwaarden waaraan de IVKO zou moeten voldoen om het functioneren van Sterre tot een succes te maken. De volgende voorwaarden zijn daarbij door u gesteld: - Sterre wordt in een situatie geplaatst waarin ze kan samenwerken met andere leerlingen. Er moet sprake zijn van een wederzijdse dialoog tussen Sterre en de andere kinderen. Sterre mag niet genegeerd worden. Als voorbeeld gafu aan dat Sterre bij het samenwerkenroulerend gekoppeld kan worden aan een klasgenoot. Het werkboekje waar op de MS0 mee gewerkt wordt heeft voor Sterre geen betekenis. De docent zal ondersteund worden door een externe deskundige die advies geeft over de wijze waarop de lesstof aan Sterre gepresenteerd moet worden. Sterre wordt fulltime begeleid door een onderwijsassistente.
-
Vervolgens heb ik samen met de zorgco6rdinator bekeken wat de mogelijkheden van het docententeam zijn ten opzichte van de door u gestelde voorwaarden. Het onderwijs op de TVKO bestaat uit en combitie van kunstvakken en zaakvakken. De kunstvakken vragen een Qsieke inspanning van de leerlingen. Daarnaast wordt er aan de leerlingen geleerd om te observeren, te analyseren en feedback aan elkaar te gevea Dit betekent dat er intensief en gelijkwaardig wordt samengewerkt. Bij de zaakvakken wordt er van onze leerlingen verwacht dat er enerzijds zelfstandig gewerkt wordt in het werkboekje, anderzijds wordt bij de vakoverstijgende opdrachten een gelijkwaardige intellectuele en/ of creatieve bijdrage gevraagd.
Daarnaast is het aannamebeleid er op gericht leerlingen aan te spreken die zich binnen de theoretische leerweg in het vmbo ofop havo nivo kunnen ontwikkelen. De kriteria .voor . aiie leerlien die zich OD de ivko aanmelden ziin :aantoonbare affiniteit met de kunstzuinige vakken, de cito score die past bij vmbo t of havo, en vermogen tot zelfstandig werken.
.
.
Bij de afweging of Sterre op de IVKO zou kunnen functioneren heb ik een uiteenzetting gemaakt van enerzijds de door u gestelde voorwaarden en de mogeiijkheden van Stem en anderzijds de voorwaarden voor deelname aan ons kunstonderwijs en de mogelijkheden van de docenten. Ik heb hierbij de volgende mensen geconsulteerd. de onderwijscoördinator R. van Grieken, de zorgcoördinator R Buijs, drrimadocent G. van de Berg, docent Duits W. Ruch en de adjunct directeur D. Carpay.
Ik hoop U hiermee voldoende ge.fnformeerd te hebben,
Mocht u bezwaar willen aantekenen tegen dit besluit Runt u m beroep gaan bij het bestuur van
1090 AA Amsterdam
Aan: cc:
Van: Betreft: Datum:
het Bevoegd gezag van de IVKO-school t.a.v. de heer Pieter Hettema Pierik l’Istelle, directrice IVKO Reinoud Buijs, zorgcoördinator IVKO Frits Otto, samenwerkingsverband Annemieke Postmaa, ACTB Ferdi Ploeger, Yvonne Brouwers bezwaar op toelatingsverzoek Sterre voor de IVKO-school 24 april 2004
Geacht bestuur, Op 1 februari 2004 verzochten wij u schriftelijk gemotiveerd om toelating van onze dochter Sterre Virginie Ploeger, geboren 11 juni 1991 te Amsterdam, voor de IVKO met ingang van het schooljaar 2005/2006. Heden ontvingen wij uw besluit om Sterre niet toe te laten. Wij maken tegen dit besluit bezwaar. Tijdens de gesprekken die wij over dit toelatingsverzoek de afgelopen weken gevoerd hebben met Pierik l’Istelle en Reinoud Buijs hebben wij de voorwaarden genoemd die nodig zijn om het functioneren van Sterre op school tot een succes te maken. In uw besluit refereert u hieraan. Wij menen dat deze voorwaarden in feite voor alle leerlingen gelden. Voor Sterre moet hierop evenwel meer gelet worden. De door u in uw besluit vervolgens genoemde werkwijze op de IVKO-school sluit naar ons oordeel naadloos aan op de door ons genoemde voorwaarden. Vervolgens stelt u dat de criteria die voor alle leerlingen gelden die zich op het IVKO aanmelden zijn: aantoonbare affiniteit met de kunstzinnige vakken, de cito-score die past bij vmbo t… en vermogen tot zelfstandig werken. Naar aanleiding hiervan stellen wij het volgende: Sterre heeft een aantoonbare affiniteit met kunstzinnige vakken. Dit zal zonder meer door de directeur van haar huidige basisschool bevestigd worden. Tijdens het aannamegesprek op de IVKO van 25 maart j.l. was dit overigens geen punt van discussie. Ten aanzien van de door u genoemde cito-score die past bij vmbo-t het volgende: het Inrichtingbesluit w.v.o. maakt in art 3 eerste lid onder b een uitzondering voor leerlingen die, zoals Sterre, de basisschool op de leeftijd van 14 jaar verlaten en toelating wensen tot het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs: voor deze leerlingen hoeft de directeur van de basisschool niet te verklaren dat grondslag voor het volgen van aanvullend voortgezet onderwijs in voldoende mate is gelegd. Anders dan voor vwo, havo of mavo worden in het Inrichtingbesluit voor het vbo geen aanvullende eisen gesteld. In uw schoolgids zijn wij ook niet tegengekomen dat ten aanzien van de toelating voor de IVKO hierover aanvullende eisen gesteld worden. Tenslotte ten aanzien van het door u gevraagde vermogen tot zelfstandig werken. Dit is een naar onze mening zeer relatief criterium, immers de leerlingen op het IVKO worden in hun zelfstandigheid gestuurd door het “werkboekje”. Uw school vindt het dus blijkbaar nodig zelfstandig werkende leerlingen in deze zelfstandigheid te begeleiden. Zoals besproken geldt dit begeleiden, zij het in een iets andere vorm, eveneens voor Sterre.
van ’t Hofflaan 13, 1097 EL Amsterdam, 020 6659630, [email protected]
Vanaf 1 augustus 2003 moet ook uw school in het schoolplan en schoolgids hebben opgenomen op welke wijze aan de zorg voor leerlingen met een leerlinggebonden budget vorm is gegeven. Wij hebben moeten vaststellen dat uw school terzake nog geen beleid heeft geformuleerd. Wellicht ten overvloede vermelden wij het volgende: Artikel 15 van het Inrichtingbesluit w.v.o. geeft regels voor de beslistermijn bij bezwaar. Additioneel geldt nog voor bezwaar ten aanzien van toelating van leerlingen met een leerlinggebonden budget dat, alvorens u besluit op ons bezwaarschrift, advies gevraagd moet worden van de Adviescommissie voor Toelating en Begeleiding (ACTB) (“Wet van 28 november …”, 2002, stb 631 art XIII). De ACTB is vooralsnog gevestigd in Den Haag, postadres Postbus 19521, 2500 CM Den Haag, 070-3122880.
Vriendelijke groet, Ferdi Ploeger, Yvonne Brouwers
van ’t Hofflaan 13, 1097 EL Amsterdam, 020 6659630, [email protected]
Rik van Riel, 09:26 AM 17-05-04 +0200, RE: Sterre
Page 1 of 2
X-XS4ALL-DNSBL-Checked: mxzilla3.xs4all.nl checked 195.241.80.19 against DNS blacklists X-XS4ALL-Pad: empty From: "Rik van Riel" To: "'Ferdi Ploeger'" Cc: "P. Hettema (E-mail)" , "Pierik L'Istelle (E-mail)" , Subject: RE: Sterre Date: Mon, 17 May 2004 09:26:34 +0200 X-Mailer: Microsoft Outlook CWS, Build 9.0.2416 (9.0.2910.0) Importance: Normal X-Virus-Scanned: by XS4ALL Virus Scanner Geachte heer Ploeger, Ter bevestiging van ons telefoongesprek van vrijdag 14 mei j.l. deel ik u mee, dat uw bezwaar door het bestuur van de MSA (bevoegd gezag van de IVKO-school) op 10 mei 2004 is ontvangen. Gedurende de periode tussen uw verzending (datum brief 24 mei) en de ontvangst op het centraal bureau van de MSA was er voorjaarsvakantie en werd er geen post verwerkt. Namens het bevoegd gezag van de MSA worden bezwaren als deze in formele zin behandeld door de centrale directie. In de praktijk treed ik op als contactpersoon en ben tevens belast met de voorbereiding van de behandeling. U kunt mij bereiken via de mail (adres is u bekend) of op 5979874 (rechtstreeks) of via 5979803 (secretariaat centrale directie, Luke v.d. Have). Ik bied u namens de MSA nogmaals mijn verontschuldigingen aan voor de vertraging die is ontstaan door de voorjaarsvakantie. Met vriendelijke groet, Rik van Riel Centraal Bureau MSA
-----Oorspronkelijk bericht----Van: Ferdi Ploeger [mailto:[email protected]] Verzonden: donderdag 13 mei 2004 20:55 Aan: [email protected] Onderwerp: Sterre Geachte heer v. Riel, Op 24 april 2004 verstuurden wij per post een bezwaarschrift op een afwijzing van ons toelatingsverzoek voor Sterre voor het IVKO. Tot op heden vernamen wij niets van u. Vandaag heb ik geprobeerd contact op te nemen met Pieter Hettema, maar in
Printed for Ferdi Ploeger
17-May-04
Rik van Riel, 09:26 AM 17-05-04 +0200, RE: Sterre
Page 2 of 2
plaats van terug te bellen deelde de receptie mij mee dat het afhandelen van het bezwaarschrift bij u belegd is. In verband met het verlopen van termijnen in de bezwaarprocedure, verzoek ik u mij per omgaand de ontvangst van ons bezwaarschrift te bevestigen. Vriendelijke groeten, Ferdi Ploeger vt Hofflaan 13 1097 EL Amsterdam 020 6659630 [email protected]
Printed for Ferdi Ploeger
17-May-04
Van: Aan:
Betreft: Aanwezig:
Datum:
Ferdi Ploeger K. Joustra, onderwijsconsulent ACTB Jan Willem van Dommelen, advocaat ouders Rik van Riel, MSA Ferd Stouten, MSA verslag hoorzitting nav bezwaarprocedure over toelating Sterre op het IVKO Ferd Stouten, bestuur MSA Rik van Riel, bestuur MSA Ferdi Ploeger, vader van Sterre 5 juli 2004
De hoorzitting werd gehouden in het Montessoricollege Oost, Polderweg 3 te Amsterdam, op 5 juli 2004 naar aanleiding van het bezwaarschrift door ouders ingediend op het besluit van Pierik l’Istelle, directeur van het IVKO, om Sterre niet toe te willen laten op het IVKO met ingang van 1 augustus 2005. Ferd Stouten en Rik van Riel, namens de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) gesprekspartner, beschikten alleen over de brieven gewisseld tijdens de aanmelding, de afwijzing en het bezwaarschrift. Voorts de brieven van de ACTB waarin de procedure werd uitgelegd en de brief van Jan Willem van Dommelen, advocaat van ouders, waarin zij gesommeerd werden voor de zomervakantie te besluiten. Ferdi heeft de schoolloopbaan van Sterre uitgelegd en toegelicht: basisschool, Tyltylschool en @rchipel. In dit traject bleek steeds het speciaal onderwijs Sterre niet te willen en kunnen opvangen. In een rechtszaak die ouders tegen een basisschool hebben moeten voeren, is de Tyltylschool als deskundige opgetreden voor de basisschool met argumenten die tegen toelating pleitten. Voorts heeft Ferdi uitgelegd dat de schoolgang voor kinderen als Sterre nergens anders in Nederland dan op de @rchipel heeft plaatsgevonden. Ervaring met kinderen als Sterre in het voortgezet onderwijs bestaat niet in Nederland. Voor ervaringen moet je naar het buitenland. Uitgelegd werd door Ferdi dat deze schoolgang van Sterre voor het speciaal onderwijs (REC’s) bedreigend is voor de eigen positie en dat om die reden medewerking van het REC niet te verwachten valt. Om die reden hebben ouders advies aan de ACTB gevraagd voor de verplichte winkelnering bij het REC. Deze analyse werd door Ferd en Rik gedeeld. Als het bevoegd gezag van het IVKO (MSA) wil instemmen met de toelating van Sterre per 1 augustus 2005, dan dient het concrete onderwijs aan Sterre in de tijd tot 1 augustus 2005 te worden georganiseerd: bekostiging, bemensing en invulling. Ouders hebben daarvoor al toezegging te kunnen worden geholpen door het Seminarium voor Orthopedagogiek. Van de zijde van MSA vermoedde men veel problemen om de leerkrachten te motiveren mee te werken aan de schoolgang van Sterre. MSA had afgezien van de invulling van de verplichting in schoolplan en schoolgids beleid op te nemen ten aanzien van leerlingen met een leerlinggebonden budget (art 24 en 24a WVO) uit pragmatische overwegingen: “dat kwam toch nooit voor”. De opmerkingen in het directeurenoverleg van het samenwerkingsverband (nov 2003) heeft men destijds voor kennisgeving aangenomen. Dat er gesprekken gevoerd zijn tussen het samenwerkingsverband
en de zorgcoordinatoren van IVKO en MSA was bij het bestuur van MSA onbekend, al sloot men dat niet uit. Omdat de toelichtende CdRom, die in tweevoud bij de aanmelding was gevoegd, bij Fred Stouten en Rik van Riel onbekend was bood Ferdi aan deze vandaag nog te verzenden. De gesprekspartners van MSA deelden mee hiervan vanwege ontbreken van tijd toch geen kennis te kunnen nemen. Ferdi heeft wel het juninummer van de Stichting Dyade achtergelaten: hierin stond een artikel over de @rchipel en inclusief onderwijs (met foto’s van Sterre). Gesprekspartners van MSA hadden moeite om voor de vakantie te besluiten, stelden voor om dit voor 1 september te doen. Ferdi was hierop tegen omdat het dan onmogelijk zou worden een eventuele bodemprocedure voor 1 augustus 2005 afgerond te krijgen. Bovendien is het komende jaar hard nodig alles rond de schoolgang van Sterre te organiseren. Ferdi gaf aan dat, als niet voor de vakantie besloten zou worden, toch in kort geding zou worden geprobeerd MSA tot besluiten te dwingen. Rik van Riel dacht niet dat een rechter hen tot het onmogelijke zou kunnen veroordelen. Ferdi heeft in het gesprek ook aangegeven dat, als Sterre niet toegelaten wordt, Sterre thuis komt te zitten. Dit feit om mee te nemen in de afwegingen. Ferd Stouten en Rik van Riel gaven aan nog her en der advies te zullen inwinnen.
ONDERWIJS
e
consulenten Advies van K. Joustra inzake Sterre Ploeger. (Drachten, 13/7/2004)
De onderwijsconsulenten zijn ingesteld door de minister van OCW en bemiddelen en adviseren op verzoek als er problemen zijn rond de plaatsing van
Inleiding een geïndiceerde leerling. Op 27 juni 2004 heeft de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (hierna: MSA) de ACTB op grond van artikel XII lid 2 en lid 3 van de Regeling leeriinggebondenfinanciering (hierna: LGF) vetzocht advies uit te brmgen, inzake: Het besluit tot afwijzing van Sterre Ploeger van de MSA d.d. 23 (?) april 2004, waartegen de ouders van Sterre op 24 april 2004 bezwaar hebben aangetekend. Op grond van artikel XII LGF is het bevoegd gezagverplicht het advies van de ACTB af te wachten alvorens een (definitieve) beslissing op bezwaar te nemen. De ACTB heeft (op grond van artikel 6 lid 2 van de regeling ACTB) mij als onderwijsconsulent ingeschakeld om de MSA, de IVKO- school en de ouders te begeleiden en te adviseren bij het onderhavige plaatsingsprobleemen om bij beide partijen relevante gegevens op te vragen. Aanpak Ik heb op 21 juni 2004 een gesprekgevoerd met de heer Ploeger, de vader van Sterre. Ik heb op 12 juli 2004 een gesprek gevoerd met de rector van de IVKO-school, mevrouw Pierik L'lstelle, de heer Van Riel en de heerstouten, vertegenwoordigers van het bevoegd gezag MSA en de heer R. Buys zorgcoördinator van de IVKO-school. Ik heb de verschillende documenten rond Sterre gelezen (onder andere correspondentie tussen de ouders en de school en de evaluatiegegevens van de pilot "lnclusief Onderwijs Almeren)enheb het schoolplan van de IVKO-school, wat betreft het aanbieden van zorg, bestudeerd. Mij is op 12 juli 2004 toegeze dat het zorgplan van de school rechtstreeks naar de ACTB zal worden gezonden. Feiten Sterre Ploeger is meervoudig gehandicapt en heeft een cluster 3 indicatie. Sterre is tot heden (juli 2004) leerling van de @rchipelschool te Almere. Ze is op deze school geplaatst in een aanpak binnen de pilot "lnclusief Onderwijs" (hierna: de pilot). In het evaluatieverslagvan de pilot neemt Sterre een centrale plaats in. Bij het beëindigen van de pilot is niet meegenomen hoe een verdere ontwikkeling van Sterre binnen het regulier onderwijs gestalte zou moeten krijgen. Per september 2005 moet Sterre naar het Voortgezet Onderwijs. Er is geen pilot als "lnclusief Onderwijs" of een soortgelijk initiatief, voorhanden in het Voortgezet Onderwijs. In een brief d.d. 1 februari 2004 heben de ouders van Sterre, Sterre aangemeld bij de IVKO- school voor plaatsing per schooljaar 2005 2006. Op 23 (?) april 2004 heeft het bevoegd gezag van delVKO- school (MSA) Sterre afgewezen.
Koninginnegracht 25
L
1
2514AB
Den Haag
I T 070 312 28 87 ( F 070 312 28 7 0 1 E [email protected] I www.onderwijsconsulenten.nl
Gespreksversla~en 1. Gesprek met vader Ploeger op 21 juni 2004: In het gesprek komt duidelijk naar voren dat gezien de ervaringen binnen de pilot, ouders voortzetting van de ontwikkeling van Sterre binnen het regulier onderwijs willen. Vader schetst de gang van zaken tot nu toe en geeft aandat alle procedures rond Sterre, wat betreft schoolkeuze, vanuit de ontvangende partij zeer moeizaam verlopen. De ouders willen dat Sterre een plaats krijgt binnen het regulier voortgezet onderwijs in Amsterdam. In een brief d.d. 1 februari 2004 hebben de ouders Sterre aangemeld bij de IVKO-school voor plaatsing per schooljaar 20052006. Doel van deze vroege aanmelding: tijd vinden voor het creeren van aanvullende aspecten die bij een plaatsing bij een leerling met een vraagstelling als Sterre nodig is (zie o.a het evaluatie rapport "Inclusief Onderwijs Almere"). Ik bevestig mijn positie als begeleidervan ouder en school bij de onderhavige plaatsingsproblematiek, in casu op verzoek van deACTB. Ik zeg toe een poging te doen om voor de zomervakantie advies uit te brengen aan de ACTB. In het gesprek komt nog aan de orde de gang van zaken rond het bezwaarschrift van de ouders. Ik geef aan dat de IVKO-school gehouden is aan termijnen en dat er initiatief moet worden genomen om snel tot een hoorzitting te komen Ik neem hierover contact op met de IVKO-school (de heer van Riel). Vader zegt toe nog enige achtergrond informatie te mailen.
2. Gesprek met de IVKO-school op 12 juli 2004: Aanwezig: mevr. Pierik L'lstel, directeur; de heer R Buys, zorgcoördinator van de IVKO-school; De heren R. van Riel en F. Stouten, vertegenwoordigersMSA en Onderwijsconsulent K. Joustra. Het gesprek start met een algemene verkenning van de vraagstelling van Sterre gekoppeld aan de visie van de school als uitdrager van de ideeën van Montessori. Wat is de opdracht van de school: het ontwikkelen van kinderen /jongeren met recht doen op verschillen die je hebt, gekoppeld aan een verantwoordelijkheid die je draagt als school voor de gehele populatie van de school. De school heeft een groot respect voor de houding van de ouders. Bij de vraag of de school de verantwoordelijkheid wil nemen voor plaatsing van Sterre komen de volgende aspecten aan bod: Intern overleg met een representatief deel van het team leert dat er geen draagvlak is voor een dergelijke verantwoordelijkheid (onderzoek zorgcoördinator/ directeur): - de aard van het onderwijs op de IVKO-school impliceert een zeer dynamische interactie tussen leerlingen onderling en hun docenten; - er zijn veel wisselingen tijdens de dagdelen; ook wat betreft locaties; - de lessenstructuur vraagt veel zelfstandigheid van de leerling;
- de docenten hebben te weinig expertise wat betreft differentiatiemodellen -
bij een vraagstelling als die van Sterre, zowel didactisch als methodische onderbouwing; in de leervoorwaardelijkesfeer ziet de leiding geen mogelijkheden Sterre verantwoord in te passen in het rooster van de school.
Ik merk op dat deze gegevens zeer verdedigend en statisch zijn ten opzichte van ontwikkelingen binnen het onderwijs: Wat doet de school om het referentiekader van de docent te verbreden naar kinderen /jongeren meteen niet alledaagse vraagstelling? Hoe sta je als school in het integratieproces van gehandicapteleerlingen in het regulier onderwijs? Het bevoegd gezag geeft aan dat de school wel degelijk aandacht geeft aan deze vraagstelling, maar dat er grenzen zijn aan het haalbare. Het bevoegd gezag (de heer Stouten) geeft nog aan dat ook gebouwtechnisch er bezwaren kleven aan een toelatirg van een leerling als Sterre ('zelfs voor de doorsnee leerling van het IVKO geeft dat problemen") Hij vraagt zich tevens af of de bekostigingsgrondslagvan een school als de IVKO ingesteld is op leerlingen met een vraagstelling als Sterre. Conclusie Op basis van het gesprek met de IVKGschool heb ik geen mogelijkheden gezien die tot een plaatsing van Sterre kunnen leiden. Er is uitgebreid gesproken binnen het management van de school. Wat naar voren komt is dat een vraagstelling als die van Sterre binnen de huidige ontwikkeling van de school in hetzorgtraject niet haalbaar is met ais argumenten; de vraagstelling staat te ver af van de huidige expertise binnen de school en binnen het docententeam en managementteam is te weinig draagvlak om een positieve beslissing aangaande Sterre te kunnen nemen.
P -
Naar mijn inschatting moet het in principe mogelijk zijn Sterre met eerder genoemde faciliteiten binnen een school als de IVOK-school op te vangen, mits het zorgplan Voortgezet Onderwijs wordt uitgebreid en ingezet en mits de voorzieningen van de pilot worden voortgezet (één-op-één begeleiding in de klas en individueel leerplan, opgesteld door orthopedagoog). Hiervoor is dan wel noodzakelijk dat er ruimte wordt gecreëerd in het referentiekader van de docenten. Een mogelijkheid om na te gaan, hoe een gehandicapt kind, waarbijwe niet goed weten hoe de perceptie is, reageert en zich ontwikkelt, zou binnen een school waarbij kunstzinnige vorming voorop staat een prima start zijn naar een verdere ontwikkeling van integratie van onze gehandicapte medemens. Ik rapporteer bovenstaandebevindingen aan de ACTB en verstrek de documenten die ik van partijen heb verkregen aan de ACTB. Alle partijen krijgen een afschrift van dit advies .
Partijen krijgen de gelegenheid om binnen 10 dagen hun reactie op dit advies in te dienen bij de ACTB. De ACTB zal dit advies en de reacties van partijen betrekken in haar advies. Met vriendelijke groet,
K. Joustra Onderwijsconsulent
De heer Slob (ChristenUnie): Ik heb op dit punt een amendement op stuk nr. 27 ingediend. Volgens mij is daarin uitgewerkt wat hier vergeten is. Staatssecretaris Adelmund: Van beide amendementen heb ik een voorkeur voor het amendement op stuk nr. 22, omdat het zo uitgebreid is uitgewerkt. Als wij het derde lid aanpassen, zouden beide amendementen wellicht in elkaar geschoven kunnen worden. Het amendement op stuk nr. 14 is vervangen door het amendement op stuk nr. 23. Vele leden hebben gesproken over de meervoudig gehandicapten. De bekostiging in dezen zal natuurlijk niet verdwijnen. Het huidige artikel VII biedt een goede basis voor het behoud van de expertise van de MG-scholen. Het amendement is niet echt nodig, maar het is wel preciezer. Het zegt ook iets over de inzet van de middelen en het biedt criteria. Ik heb er dus geen bezwaar tegen. Het amendement op stuk nr. 15 is vervangen door het amendement op stuk nr. 24. Met dit wetsvoorstel wordt een ongelooflijk belangrijke grote stap gezet. Wat regelt dit wetsvoorstel? Het speciaal onderwijs mag geen kinderen meer weigeren op basis van hun handicap. Dat is de grote winst van dit wetsvoorstel. Er wordt zelfs gesproken over kinderen met een perspectief van 24 maanden. Het regulier onderwijs heeft de omkering van de bewijslast gekregen. De school moet beleid formuleren in het schoolplan en de schoolgids. In individuele gevallen kunnen er echter externe belemmeringen zijn. In de wet is het leerrecht zonder ondergrens vastgelegd. Een van de instellingen wees erop dat het onderwijskundig heel verantwoord zou kunnen verlopen, maar dat er problemen zijn ten aanzien van vervoer, huisvesting en zorg. Dergelijke zaken worden door derden geregeld. De zorg is dat die fricties zo hard zijn, dat ze ingrijpen op het leerrecht, dat helder in dit wetsvoorstel staat. Ik heb daar begrip voor; ik ken discussies over de onmogelijkheid om een bed binnen te rijden in een onderwijsinstelling. Zoiets vraagt overleg, onder meer met de gemeente. In het kader van de omkering van de bewijslast moet uiteengezet worden wat eraan gedaan wordt. Ik wil niet dat de
fricties, die zeker niet principieel liggen, het leerrecht benadelen. Ik zou het heel jammer vinden als wij deze wetgeving heel erg verzwaren met het onderwerp van de denominatie. In dat geval kan ik de novelle voor de Eerste Kamer al schrijven. De ruimte is helder in de wet aangegeven. De gewisselde argumenten zijn afdoende. WSNS is echt een ander proces dan LGF. Bij het eerste gaat het over wat je qua richting met elkaar kunt afspreken en over hoe je gezien de richting met elkaar kunt samenwerken. Bij de REC hebben wij beide zaken juist gescheiden. Dat is nadrukkelijk aan de orde geweest bij de vormgeving van dit proces. Het geval dat er in de regio geen opvang is, is al in de huidige wetgeving ondervangen. De omschrijving is daar ruimer. Helaas ging het debat weer helemaal naar het laagste punt van de rivier. Het zou mij een lief ding waard zijn als wij niet op deze wijze ook deze wet weer moeten kleuren. Het gaat om wat in het wetsvoorstel geregeld wordt. Er is geen ondergrens in handicap. Er is een leerrecht voor kinderen, ook voor zwaar gehandicapte kinderen. In Nederland hebben wij de scholen en het speciaal onderwijs nog lang niet voldoende toegerust om alle kinderen die plek te geven die hen toekomt. Mevrouw Smits (PvdA): De staatssecretaris heeft gewezen op de problemen rond huisvesting, vervoer en zorg. Dat wordt door derden beı¨nvloed, maar het leerrecht staat vast. Wat doet de staatssecretaris eraan om dat leerrecht te effectueren als dit soort elementen een rol speelt? Die verbouwing moet er wel komen en de school kan dat niet afdwingen. Mevrouw Lambrechts (D66): Ik ben het hier zeer mee eens. Als wij het zouden willen, zouden wij dit soort zaken ook kunnen regelen. Daarnaast is de principie¨le vraag aan de orde of je vindt dat een kind recht heeft op toegang tot de school en niet geweigerd kan worden, niet alleen vanwege de handicap, maar ook vanwege denominatieve verschillen. Ik vind datgene wat nu in artikel 40, lid 4, staat, verder gaan dan wat wij hier afspreken over dit wetsvoorstel. Staatssecretaris Adelmund: De woorden van mevrouw Lambrechts en mevrouw Smits zijn mij uit het
hart gegrepen. Natuurlijk moet ook het andere proces zo snel mogelijk bij de kladden worden gepakt. Dit gebeurt overigens al volop. Van alle kanten komt nu informatie beschikbaar. De samenwerking met VWS is essentieel. Men kan zich voorstellen dat kinderen met een PGB ook voor LGF in aanmerking komen. Dan is het de vraag op welke wijze beide regelingen gecombineerd kunnen worden. Het gaat om kinderen in het regulier onderwijs die zorg nodig hebben, terwijl daar nu eenmaal minder voorzieningen zijn dan in het speciaal onderwijs. Ik noem ook de overloop tussen WSNS, LGF en eerdere regelingen. Op welke wijze kunnen reguliere arrangementen voor zorg op maat voor KDC’s samengesteld worden? Op dit moment lopen er pilotprojecten terzake waarin VWS participeert. Een stuurgroep faciliteert de inzet van de KDC’s. Een meerderheid van de Kamer heeft gepleit voor het instellen van een commissie op dit terrein. Als deze functioneert, krijgen wij exact in beeld waar leerlingen worden geweigerd omdat bijvoorbeeld het bed niet door de deur kan en wat de gemeente heeft gedaan om de belemmeringen weg te nemen. Mijn ervaring is dat in dit soort gevallen de gewenste samenwerking snel tot stand komt. Ik wil echter graag af van de incidenten. Wij moeten naar een systematische samenwerking. Daartoe dienen de schotten tussen OCW en VWS te worden weggenomen. Op dit moment zitten wij nog in het stadium van de pilots. Bijvoorbeeld op een school in Oegstgeest worden er in samenwerking met VWS oplossingen gezocht voor leerlingen met gedragsmoeilijkheden. In het kader van de voor- en vroegschoolse educatie wordt er standaard met VWS overlegd over de daartoe benodigde voorzieningen. Het leerrecht voor zwaar gehandicapte kinderen brengt een intensief traject van afstemmen en samenwerken met zich. Ik spreek mevrouw Vliegenthart hier zeer regelmatig over. De ontschotting is echter een groot organisatorisch vraagstuk. De voorzieningen van OCW zijn zelden goed afgestemd op die van VWS. Van de week kon bijvoorbeeld een voorschool in Utrecht niet geopend worden omdat VWS in verband met de hygie¨ne andere eisen stelt aan de tegelhoogte in een gebouw. Dit zijn natuurlijk gruwelijke voorbeelden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 728, nr. 29
27
Uitspraak
Page 1 of 6
Home > Uitspraken zoeken > Resultaat > Uitspraak
LJN-nummer: AN9477 Zaaknr: 57111 / KG ZA 03-263 Opnieuw zoeken Terug naar de lijst
Bron: Rechtbank Zutphen Datum uitspraak: 17-11-2003 Datum publicatie: 4-12-2003 Soort zaak: civiel - civiel overig Soort procedure: eerste aanleg - enkelvoudig
RECHTBANK ZUTPHEN SECTOR CIVIEL VOORZIENINGENRECHTER Kort-gedingnummer: 57111 / KG ZA 03-263 vonnis van : 17 november 2003 Vonnis in kort geding in de zaak van: 1. [eiser A], en diens echtgenote 2. [Eiser B. ], beiden wonende te [plaats], eisers in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van [Kind 1] en [Kind 2], procureur: mr. A.J. Zeyl, advocaat: mr. S.M.M. Teklenburg te Eindhoven, tegen: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid VERENIGING CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS TE ZUTPHEN, gevestigd te Zutphen, gedaagde, gemachtigde: mr. A. de Vries te Voorburg. Partijen worden hierna mede de ouders en de school genoemd. 1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE De ouders hebben onder overlegging van producties de school op 18 september 2003 gedagvaard tegen de openbare zitting van 24 september 2003. Ter zitting heeft de school onder overlegging van producties geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde met veroordeling van de ouders in de proceskosten. Partijen hebben hun standpunten aan de hand van pleitnota's mondeling toegelicht, waarna de mondelinge behandeling is aangehouden tot 3 november 2003. Tijdens laatstgemelde zitting zijn twee informanten gehoord en hebben partijen hun standpunten - de ouders aan de hand van een pleitnota - nader toegelicht, waarna zij vonnis hebben gevraagd.
2. VASTSTAANDE FEITEN De volgende feiten zullen in dit kort geding als tussen partijen voorlopig vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen, voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist. 2.1 De ouders hebben medio 2001 hun beide kinde[Kind 1]Kind 1] en [Kind 2] (hierna mede te noemen: [Kind 1] en [kind 2]) aangemeld bij de VSO/ZMOK school voor speciaal onderwijs Klein Borculo (hierna mede te noemen: Klein Borculo) vanwege ernstige problemen op de reguliere basisschool. 2.2 [Kind 1] en [kind 2] zijn leerlingen met een cluster 4 problematiek (psychische problemen, gedrags- of ontwikkelingsstoornissen, in samenhang met cognitieve en/of fysieke/somatische problemen) in de zin van artikel 2 lid 4 van de Wet op de
http://www.rechtspraak.nl/uitspraak/show_detail.asp?ui_id=54494&webpage=/uitspraak/s...
03-Jun-04
Uitspraak
Page 2 of 6
expertisecentra. 2.3 Het verslag van het Eindonderzoek van Klein Borculo d.d. 12 maart 2002 ten aanzien van [Kind 1], opgemaakt door drs. L.M.T.Dronkert, GZ-psycholoog, houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: "(…) ADVIES: (…) Op grond van het bovenstaande wille we [Kind 1] adviseren zijn opleiding voort te zetten op de VSO "Klein Borculo" en wel in de VMBO-richting. (…)". 2.4 Het Psychologisch Diagnostisch Eindonderzoek van Klein Borculo d.d. 10 april 2003 ten aanzien van [kind 2], opgemaakt door drs. L.M.Th. Dronkert, GZpsycholoog, houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: "(…) CONCLUSIE/ADVIES (…) Wij adviseren gezien de bevindingen [kind 2] te plaatsen in de 1e klas van het VMBO kader/theoretisch gerichte leerweg binnen de VSO "Klein Borculo". (…)". 2.5 In maart 2002 hebben de ouders [Kind 1] en [kind 2] bij de school aangemeld, respectievelijk voor klas 2 vmbo/havo en voor een sportklas 1, eveneens niveau vmbo/havo. De school heeft deze aanmeldingen niet in behandeling genomen. 2.6 Bij brief van 4 september 2003 heeft de school - voor zover hier van belang het volgende bericht aan de ouders: "(…) In het door u gevoerde gesprek met mw [mevrouw A] en de heren [Heren B. en C. ] is u nogmaals uitgelegd dat uw zonen [Kind 1] en [kind 2] niet voldoen aan onze toelatingscriteria (waaronder een positief plaatsingsadvies van de afleverende school) en dus niet aangemeld kunnen worden aan onze school. (…)". 2.7 [Kind 1] en [kind 2] volgen sedert de aanvang van het schooljaar 2003/2004 geen onderwijs aan een reguliere onderwijsinstelling doch volgen beperkt onderwijs aan het instituut Berkel-B. Zij staan nog wel ingeschreven als leerling bij Klein Borculo. 2.8 Bij afzonderlijke beschikkingen van 9 oktober 2003 heeft de Commissie voor Indicatiestelling, Regionaal Expertisecentrum Oost Nederland te Zwolle besloten dat [Kind 1] en [kind 2] in aanmerking komen voor een leerlinggebonden budget of vanaf 30 september 2003 voor toelating tot het speciaal onderwijs voor cluster 4 scholen. 2.9 Op 22 oktober 2003 heeft de toelatingscommissie van de school gesproken met de ouders, bijgestaan door hun advocaat. Tijdens dit gesprek zijn de cluster 4 indicaties overgelegd en is gesproken over de onderwijskundige rapporten en de CBCL-vragenlijsten aangaande [Kind 1] en [kind 2]. Tevens was bij dat gesprek als toehoorder aanwezig G. Uneken, onderwijsconsulent. Met instemming van de ouders heeft de toelatingscommissie vorenbedoelde rapporten en vragenlijsten voorgelegd aan twee externe deskundigen. 2.10 De afzonderlijke en ongedateerde rapportage van drs. D.J. Bartels, GZpsycholoog bij AOB Compaz te Deventer, houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: met betrekking tot [Kind 1] "(…) Conclusie Afgaande op de dossiergegevens, lijkt de aard van de problematiek bij [Kind 1] voornamelijk internaliserend (naar binnen gericht). Hij lijkt tamelijk veel psychische problemen te hebben waarmee hij geneigd is zich af te sluiten. Hij lijkt door zijn problemen wat onvoorspelbaar te kunnen reageren, zeker als de druk opgevoerd wordt doordat hij op een nieuwe school komt met grote groepen en veel drukte. Het tempo van de lessen kan problemen geven in verband met (schrijf)motoriek. Hij heeft een kleine groep nodig, zodat hij veel persoonlijke aandacht kan krijgen en docenten de vinger aan de pols kunnen houden. Te denken valt aan twee maal per dag een gesprekje. Dit moet ook weer niet te
http://www.rechtspraak.nl/uitspraak/show_detail.asp?ui_id=54494&webpage=/uitspraak/s...
03-Jun-04
Uitspraak
Page 3 of 6
nadrukkelijk of mechanistisch gebeuren zodat een flink improvisatievermogen van de docenten wordt vereist. De op het Baudartius College te bieden zorg lijkt niet verder te kunnen gaan dan één keer per week een persoonlijk gesprek. Advies Plaatsing in het reguliere onderwijs met vergaande handelingsaanwijzingen lijkt niet mogelijk. Gezien de aard van de problematiek bij [Kind 1] lijkt Oscar (voorheen De Moerbosch) wellicht een goede optie. (…)". met betrekking tot [kind 2] "(…) Conclusie Op basis van de beschikbare gegevens lijkt de aard van de problematiek bij [kind 2] een mengvorm te zijn van neuro-biologische problemen (ADHD, PDD-Nos) en sociaal-emotionele problemen (o.a. geslotenheid, moeite samen te werken, conflicten met anderen, niet goed omgaan met tegenslag). In kleine stapjes en met veel geduld en inzet van ouders en docenten zal hij vorderingen kunnen maken. Hij heeft zeer veel extra aandacht nodig in de leersituatie: omgaan met regels, hanteren van conflicten en tegenslag etc. In vrije situaties, zoals die in een grote klas binnen en buiten de lessen kan ontstaan dient hij extra begeleid te worden. Dit zal dagelijks het geval moeten zijn. De op het Baudartius Colleges te bieden zorg, ook met ambulante begeleiding lijkt (voorlopig) daarin niet toereikend. Advies [kind 2] lijkt momenteel (nog) niet gebaat bij plaatsing in regulier onderwijs. Voortzetting van het Zmok is aan te bevelen. Bij gunstige persoonlijkheidsontwikkeling is het misschien mogelijk dat hij later het reguliere onderwijs met succes kan volgen. (…)". 2.11 De afzonderlijke rapportage d.d. 26 oktober 2003 van F. Meijer, directeur Rentray - Suringarschool, school voor VSO ZMOK te Eefde, houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: met betrekking tot [Kind 1] "(…) Leervermogen: (…) Werkhouding: (…) Persoonlijkheidskenmerken: (…) Diversen: Bij [Kind 1] is ADHD geconstateerd. Ook is er sprake van psychiatrische problematiek. De ouders onderkennen de problemen van [Kind 1]. Dit blijkt vooral uit de resultaten van een vragenlijst die zij hebben ingevuld. In het dossier wordt ook gesproken van autistivorm gedrag. Advies: Uit bovenstaande constateringen is naar mijn mening speciaal onderwijs in cluster 4 voor [Kind 1] de beste vorm van onderwijs. (…)". Met betrekking tot [kind 2] "(…) Leervermogen: (…) Werkhouding; (…) Persoonlijkheidskenmerken: (…) Diversen: Er is sprake van seksuele obsessies. [kind 2] maakt op de ouders en de leerkrachten een depressieve indruk. Ook geven zij aan dat hij ongelukkig is.
http://www.rechtspraak.nl/uitspraak/show_detail.asp?ui_id=54494&webpage=/uitspraak/s...
03-Jun-04
Uitspraak
Page 4 of 6
ADHD is geïndiceerd. Bovendien is er sprake van PDD NOS. De ouders geven aan dat [kind 2] veelvuldig last heeft van nachtmerries. [kind 2] voelt zichzelf bedreigd. Hij vindt dat zijn jeugd verknald is en heeft last van schuldgevoel. Ook is er sprake van wantrouwen naar zijn omgeving. Hij blijkt geen contacten met leeftijdsgenoten te onderhouden. Advies: [kind 2] heeft behoefte aan rust, structuur en een school met kleine klassen, waar hij veel aandacht kan krijgen en waar tijd en begrip is voor zijn lage frustratietolerantie en ruimte voor sociale vaardigheidstrainingen. Ik adviseer stellig een school met cluster 4 onderwijs. (…)". 2.12 Bij afzonderlijke besluiten van 29 oktober 2003 heeft het bevoegd gezag van de school besloten [Kind 1] en [kind 2] niet toe te laten tot de school. 2.13 Op 23 september 2003 heeft de kantonrechter te Zutphen aan de ouders machtiging verleend om als wettelijke vertegenwoordigers van [Kind 1] en [kind 2] in de onderhavige procedure als eisers q.q. in rechte op te treden.
3. DE VORDERING, DE GRONDEN EN HET VERWEER 3.1 De ouders vorderen dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal bepalen, dat de school [Kind 1] en [kind 2] [naam] binnen twee dagen na dit vonnis als leerling toe moet laten tot haar onderwijsinstelling, zulks onder verbeurte van een dwangsom van EUR € 500,00 per kind per dag dat de school in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen, en tevens de school zal veroordelen in de kosten van deze procedure. 3.2 Aan deze vordering hebben de ouders tegen de achtergrond van de vaststaande feiten het volgende ten grondslag gelegd. De school handelt jegens hen onrechtmatig door in strijd met het Besluit leerlinggebonden financiering [Kind 1] en [kind 2] ondanks een positieve beschikking van de Commissie voor Indicatiestelling niet toe te laten tot haar onderwijsinstelling. Voorts handelt de school onrechtmatig door in strijd met de Wet op het voortgezet onderwijs geen schriftelijk toelatingsbeleid te hebben geformuleerd. Tenslotte heeft de school onrechtmatig gehandeld doordat de school bij het nemen van de afwijzende besluiten van 29 oktober 2003 zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat de in die besluiten genoemde gronden die beslissingen niet kunnen dragen. 3.3 De school heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop zo nodig in het hierna volgende zal worden ingegaan.
4. DE BEOORDELING 4.1 Ter ondersteuning van de stelling dat de school onrechtmatig handelt door [Kind 1] en [kind 2] niet toe te laten tot haar onderwijsinstelling, hebben de ouders aangevoerd, dat het Besluit leerlinggebonden financiering ouders de keuzemogelijkheid biedt om hun kinderen in het voortgezet speciaal onderwijs dan wel het reguliere onderwijs te plaatsen indien voldaan is aan de voorwaarde dat door de Commissie voor Indicatiestelling een positieve beschikking is afgegeven. Nu aan deze voorwaarde is voldaan, is de school verplicht om de beide kinderen te accepteren. 4.2 In deze stelling kunnen de ouders niet worden gevolgd. Krachtens het op artikel 27 van de Wet op het voortgezet onderwijs rustende Inrichtingsbesluit W.V.O. beslist het bevoegd gezag over de toelating van leerlingen. Bij die beslissing dient het bevoegd gezag zich weliswaar te houden aan de in dat besluit neergelegde voorwaarden doch voor het overige komt het bevoegd gezag vrijheid toe bij het door hem vast te stellen toelatingsbeleid. Voor een op de school rustende toelatingsverplichting als door de ouders betoogd, valt noch in enige wetsbepaling noch in de wetsgeschiedenis steun te vinden, zodat deze stelling van de ouders moet worden verworpen.
http://www.rechtspraak.nl/uitspraak/show_detail.asp?ui_id=54494&webpage=/uitspraak/s...
03-Jun-04
Uitspraak
Page 5 of 6
4.3 De enkele omstandigheid, dat het door het bevoegd gezag van de school gehanteerde toelatingsbeleid ondanks de wettelijke verplichting daartoe tot op heden niet schriftelijk is vastgelegd, maakt de beslissingen om [Kind 1] en [kind 2] niet toe te laten tot de onderwijsinstelling op zich niet onrechtmatig. Daartoe zou nodig zijn, dat het bevoegd gezag bij het nemen van die beslissingen zou hebben gehandeld in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dienaangaande hebben de ouders aangevoerd, dat de school bij het nemen van de afwijzende besluiten van 29 oktober 2003 zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat de in die besluiten genoemde gronden die beslissingen niet kunnen dragen. 4.4 Zoals hiervoor onder 4.2 overwogen komt het bevoegd gezag van de school beleidsvrijheid toe op het gebied van het toelatingsbeleid. Dit impliceert, dat dit beleid en de daarop gebaseerde beslissingen van 29 oktober 2003 slechts marginaal kunnen worden getoetst. 4.5 Met betrekking tot het door haar gehanteerde toelatingsbeleid van leerlingen met een cluster 4 indicatie heeft de school onweersproken gesteld, dat in beginsel slechts kinderen worden toegelaten bij een positief advies van de speciale school waarvan de leerling afkomstig is, maar dat het feitelijk beleid zodanig is dat met inachtneming daarvan een verantwoorde afweging wordt gemaakt. Naast een vaststaande procedure zijn de inhoudelijke afwegingsaspecten onder meer: a. de mate waarin de leerling kan functioneren in reguliere klassen (28 leerlingen); b. de mate waarin de leerling zelfstandig alsook in samenwerking met andere kinderen kan werken; c. de zwaarte van de handicap; d. de grenzen in de zorg waarmee de school te maken heeft. 4.6 Tussen partijen staat vast, dat de toelatingscommissie van de school heeft gesproken met de ouders, bijgestaan door hun advocaat, kennis heeft genomen van de ten aanzien van [Kind 1] en [kind 2] overgelegde onderwijskundige rapporten en CBCL-vragenlijsten, advies heeft ingewonnen van twee externe deskundigen, die onafhankelijk van elkaar hun advies hebben gegeven en tevens contact heeft gehad met drs. L.M.Th. Dronkert, GZ-psycholoog verbonden aan de scholengemeenschap Klein Borculo, school voor VSO-ZMOK, de school waar [Kind 1] en [kind 2] het laatst onderwijs hebben genoten. 4.7 Op basis van de verkregen informatie en de adviezen van deskundigen - zoals hiervoor onder 2.10 en 2.11 weergegeven - heeft het bevoegd gezag van de school besloten [Kind 1] en [kind 2] niet toe te laten tot de onderwijsinstelling. Blijkens de inhoud van die besluiten heeft het bevoegd gezag daaraan ten grondslag gelegd: "De reden hiervoor is dat onze zorgstructuur en het daarbij passende pedagogische klimaat, onvoldoende basis bieden om [Kind 1]/[kind 2] adequaat op te vangen c.q. ontwikkeling te bieden. De eventuele inzet van extra financiële middelen en ambulante begeleiding ("de rugzak") zijn in het specifieke geval van [Kind 1]/[kind 2] niet voldoende om hem díe hulp en zorg te bieden die hij nodig heeft. Zoals ook aangegeven in de diverse rapportages is [Kind 1]/[kind 2] vooral gebaat bij het krijgen van onderwijs in een kleine groep waarbij hij veel persoonlijke aandacht krijgt." 4.8 De ouders hebben weliswaar aangevoerd, dat de onderwijskundige rapporten onwaarheden bevatten, vaag zijn en innerlijke tegenstrijdigheden bevatten doch zij hebben nagelaten deze stelling feitelijk te onderbouwen. Ook is door de ouders niet gesteld en evenmin is op andere wijze gebleken, dat de door hen gepretendeerde onwaarheden, vaagheden en innerlijke tegenstrijdigheden van doorslaggevende betekenis zijn geweest op de genomen afwijzende besluiten. De inhoud en strekking van alle overgelegde schriftelijke informatie en adviezen is van zodanige gelijke aard, dat de school in redelijkheid heeft kunnen beslissen als hiervoor sub 4.7 weergegeven. De verklaring van de informant [Naam D] doet daaraan niet af.
http://www.rechtspraak.nl/uitspraak/show_detail.asp?ui_id=54494&webpage=/uitspraak/s...
03-Jun-04
Uitspraak
Page 6 of 6
4.9 Gelet op het vorenstaande behoort de vordering van de ouders te worden afgewezen, met hun veroordeling in de proceskosten.
5. BESLISSING De voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding: 1. wijst de vordering af; 2. veroordeelt de ouders in de kosten van het geding die voor zover gevallen aan de zijde van de school tot op deze uitspraak worden begroot op EUR 205,00 wegens verschotten en EUR 703,36 wegens salaris gemachtigde; 3. verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Aldus gewezen door mr. J.J. van Oostveen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 november 2003 in tegenwoordigheid van Chr.D.W. van Meurs.
http://www.rechtspraak.nl/uitspraak/show_detail.asp?ui_id=54494&webpage=/uitspraak/s...
03-Jun-04
is besproken met het LGF agendaoverleg. Zoals ik bij vraag 80 heb aangegeven is het budget niet toereikend om de t-1 bekostiging om te zetten in een t-bekostiging. De € 600 000 moeten gezien worden als een tegemoetkoming in de kosten waar de scholen nu al mee worden geconfronteerd en die op basis van t-1 worden vergoed. 82 Welke invloed heeft de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen, d.d. 17 november 2003, op het toelatingsbeleid regulier onderwijs? Deze uitspraak van de voorzieningenrechter heeft geen invloed op het algemene toelatingsbeleid. Het betreft hier immers één bepaalde zaak met de daaraan verbonden specifieke omstandigheden, zowel voor wat betreft de inhoud van de zaak als de wijze waarop de procedure is verlopen. Er is in het regulier onderwijs geen sprake van een toelatingsrecht voor geïndiceerde leerlingen. Het bevoegd gezag beslist over de toelating van leerlingen. Daarbij moet natuurlijk wel rekening worden gehouden met de wettelijke voorschriften omtrent de toelating. Er is echter ruimte voor het bevoegd gezag om per situatie te bezien of toelating van een leerling gelet op de specifieke omstandigheden van die leerling en de specifieke situatie van de school, mogelijk is. Indien de ouders bezwaar aantekenen tegen een besluit van het bevoegd gezag over de toelating, wordt een advies uitgebracht door de adviescommissie toelating en begeleiding (ACTB). Indien dit nog niet leidt tot een de ouders tevredenstellende oplossing, kan in beroep worden gegaan bij de rechter. In de onderhavige kwestie is nog geen ACTB advies gegeven aangezien de ouders zich direct tot de voorzieningenrechter hebben gewend. 83 Klopt het dat behalve extra middelen voor de zitplaatsenregeling gemeentes geen compensatie voor prijsstijgingen hebben gekregen, met als gevolg dat sommige kinderen in het speciaal onderwijs niet meer in aanmerking komen voor geschikt vervoer? Wordt hierover tussen de ministeries Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Verkeer en Waterstaat overleg gepleegd? Nee. De financiering aan de gemeenten ten behoeve van het leerlingenvervoer vindt plaats via het gemeentefonds. Dit fonds wordt jaarlijks met het accres, waarin ook een vergoeding zit voor de ontwikkeling van de lonen en de prijzen, aangepast. 84 Waarom hebben leerlingen met een verstandelijke handicap geen recht op een huiswerkcomputer en zitten er geen gradaties in de mate van handicap en dus ook in de mogelijkheden tot schoolse vaardigheden? Als regel worden vanwege de Wet REA geen hulpmiddelen en voorzieningen verstrekt aan leerlingen die deelnemen aan het speciaal onderwijs. Immers de bekostiging van het speciaal onderwijs is er op gericht om een voor de betreffende handicap adequaat onderwijsaanbod te bieden inclusief de inzet van de daartoe benodigde voorzieningen en hulpmiddelen, o.a. op het gebied van de ICT. De enige uitzondering betreft de zogenaamde huiswerkcomputer. Bij een dure verstrekking als de huiswerkcomputer wordt een zorgvuldige afweging gemaakt van de kosten en de baten. Voor leerlingen, die deelnemen aan het speciaal onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen, is de afweging gemaakt dat zij niet of slechts in zeer geringe mate te maken krijgen met het maken van huiswerk, het primaire criterium op basis
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 27 728, nr. 62
26