;y
. o. "'"°[°..
.ooo, .......
. .....
!.
[
RECHTBANK VAN EE
T'i[
OPENBARE zITrING VAN HET KORT GEDING VAN 30 juni 2008.
NR. 08/943/C register van kort geding Bijlagen: 1 dagvaarding 1 verzoekschrift vrijwillige tussenkomst 1 beschikking art. 747 § 1 Ger.W. 7 conclusies
In zake van :
X MERCK SHARP & DOHME BV, besloten vennootschap naar Nederlands recht, met maatschappelijke zetel te 2031 BN Harlem, Waarderweg, 39, Nederland, ingesehreven bij de Kamer van Koophandel van Amsterdam onder nummer 34028461, met BTW nummer NL001019612B01, en met Belgische zetel te 1180 Ukkel, Waterloosesteenweg, 1135, KBO nr. 0401.988.586. EISERES Vertegenwoordigd door Mtr Christophe RONSE en Mtr William TIMMERMANS, advocaten (1000 Bmssel, Havenlaan, 86 C - bus 414).
Tegen :
1. De BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de Minister van Sociale Zaken, wiens kantoor gevestigd is te 1040 Brussel, Handels straat, 78-80.
EERSTE VERWEERDER Vertegenwoordigd door Mtr Pierre SLEGERS en Mtr Luc DEPRE, advocaten (1170 Watermaal-Bosvoorde, Terhulpsesteenweg, 178).
2
2. Itet RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- en INVALIDITEITS VERZEKERING, openbare instelling, met zetel te 1150 Brussel, Tervurenlaan, 211. TWEEDE VERWEERSTER vertegenwoordigd door Mtr Calude VERHEYLEWEGHEN, advocaat (1731 Zellik, Noorderlaan, 30).
In aanwezigheid van :
1. De V.Z.W. FEDERATION BELGIAN GENERICS ("FEBELGEN") met maatsehappelijke zetel te 2610 Wilrijk, Laarstraat, 16, bus 8, KBO nr. 0476.316.223. 2. De N.V. EUROGENERICS, met maatschappelijke zetel te 1020 Brussel, Esplanade B 22, KBO nr. 0419.806.694. 3. De N.V. RATIOPHARM BELGIUM, met maatschappelijke zetel te 1200 Brussel, Sint-Lzmbertusstraat, 141, KBO nr. 0445.712.228. 4. De N.V. TEVA GENERICS BELGIUM, met maatschappelijke zetel te 2610 Wilrijk, Laarstraat, 16, KBO nr. 0459.187.904. 5. De N.V. SANDOZ, met maatschappelijke zetel te 1800 Vilvoorde, Medialaan, 40, KBO nr. 0457.517.227. VRIJWILLIG TUSSENKOMENDE PARTIJEN Vertegenwoordigd door Mtr Kristof ROOX en mtr Benito BOONE, advocaten (1000 Bmssel, Koningsstraat, 71).
In dit geding wordt geconcludeerd en gepleit in het Nederlands ter openbare zitting van 23 juni 2008. Na beraad spreekt de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel volgend bevelsehrift uit : Gezien :
de dagvaarding betekend door exploot van Mtr Guy Schelfhout loco Mtr Stefan Sacre, gerechtsdeurwaarder
verblijvende te Koekelberg, dd. 2 juni 2008; de besehikking art. 747 § 1 Ger.W. dd. 9 juni 2008;
her verzoekschrift tot vrijwillige tussenkomst neergelegd ter zitting van 9 juni 2008; de conclusie voor eiseres neergelegd ter griffie op 18 juni 2008; de conclusie voor eerste verweerder neergelegd ter griffie op 13 juni 2008 en de aanvullende en' syntheseconclusie
neergelegd ter griffie op 20 juni 2008;
de conclusie voor tweede verweerster neergelegd ter griffie
op 13 juni 2008 en de syntheseconclusie neergelegd ter
zitting van 23 juni 2008;
de conclusie voor de vrijwillig tussenkomende partijen neergelegd ter griffie op 16 juni 2008 en de syntheseconclusie neergelegd ter zitting van 23 juni 2008;
Gehoord in hun pleidooien de raadslieden van partijen;
1. Feiten en vorderingen.
1.1.- MERCK SHARP & DOME BV, een besloten vennootschap naar Nederlands recht, hierna MSD genoemd, maakt deel uit van een intemationaal farmaceutische groep gecontroleerd door de vennootschap naar Amerikaans recht, MERCK & Co, INC. MSD commercialiseert innovatieve farmaceutische produkten van de vennootschap naar Amerikaans recht MERCK & Co, INC. in de Benelux met inbegrip van de specialiteiten Fosamax® en Fosavance® met alendronaat als actief bestanddeel, geneesmiddelen die gebruikt kunnen worden voor de behandeling van botziekten, zoals onder meer osteoporose.
MSD commercialiseert in Belgi
de volgende geneesmiddelen met
alendronaat als actief bestanddeel : Fosamax® 10 mg tabletten, registratiedatum 11 april 1996 Fosamax® 70 mg, registratiedatum 9 juli 2001 Fosavance®, 70 mg 1.2. De vennootschap naar Iers recht, MSD Overseas Manufacturing Company, was houder van een aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen met bet voornaamste werkzaam bestanddeel alendronaat, dat onder her hummer 96C0027 oorspronkelijk was toegekend aan haar Italiaanse zustervennootschap
Istituto Gentili SpA, (hiema ABC 96C0027), en waarvan de geldigheidsduur verstreken is op 14 april 2008.
Istituto Gentili droeg dit ABC over aan MSD Overseas Manuafacturing Company.
MSD is houder van een Europees octrooi nr. EP 1.175.904 dat de
uitvinding beschermt inzake het gebruik van alendronaat bij de vervaardiging van een geneesmiddel voor een specifieke therapeutische toepassing in de behandeling van botziekten met als eenheidsdosering 70 mg alendronaatverbinding.
Dit octrooi werd op 28 maart 2007 aan MERCK & Co, INC. toegekend.
Bij vonnis op 8 april 2008 uitgesproken door de 24 ste kamer van deze rechtbank werd het Belgische luik van dit octrooi in zijn geheel nietig verklaard. De vennootschap naar Amerikaans recht, MERCK & Co, INC. zou in tussentijd hoger beroep tegen dit vonnis hebben ingesteld. 1.3. - Tussen partijen is een geschil ontstaan naar aanleiding van het systeem van de referentietemgbetaling dat geregeld wordt in de artikelen 35 ter en 35 quater van de gecoSrdineerde wet van 14 juli
1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (hierna de ZlV - wet) en in artikel 55 bis van het KB van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkomeing van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten (hierna her KB van 21 december 2001). Het systeem van de referentieterugbetaling is gericht op een verlaging van de vergoedingsbasis voor de berekening van de tussenkomst van het RIZIV ten voordele van de patient van een referentiespecialiteit buiten octmoi, zodra er een generische specialiteit met hetzelfde werkzaam bestanddeel vergoedbaar is, waarbij de vergoedingsbasis van de generische specialiteit op het ogenblik van haar aanneming minstens 16 % lager ligt of lag ten opzichte van de vergoedingsbasis van de referentiespecialiteit. De toepassing van de referentieterugbetaling vindt van rechtswege plaats op 1 januari en op 1 juli van elk jaar waarbij de aangepaste lijst
van de vergoedbare farmaceutische specialiteiten bij Ministerieel Besluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad in de loop van de tweede maand die voorafgaat aan de datum van inwerkingstreding van de aangepaste lijst (artikel 35 ter ZIV-wet). 1.4. - De octrooibescherming voor alendronaat verviel op 14 april 2008 zodat een aantal generische producenten klaarstonden om een generische versie van Fosamax® aan te bieden.
Zo kregen onder meer de NV EUROGENERICS, de NV
RATIOPHARM BELGIUM, de NV TEVA PHARMA BELGIUM NV, alsook de NV SANDOZ zowel een markt- als een prijsvergunning voor een generische versie van Fosamax®, en werd de opname van die generische producten op de lijst van de
5
vergoedbare specialiteiten aangevraagd en verkmgen in toepassing van de KB van 21 december 2001.
1.5. - Bij brief van 5 februari 2007 deelde de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid aan de raadsman van MSD mee dat de eerste generische altematieven van Fosamax® op de lijst van vergoedbare farmaceutische specialiteiten werden opgenomen op 1 januari 2007. De Minister vervolgde dat in het geval zou blijken dat de generische
specialiteiten effectief op de Belgische markt beschikbaar waren, Fosamax® vanaf 1 juli 2007 zou women opgenomen in het systeem van de referentieterugbetaling en MSD hiervan op de hoogte zou worden gebracht uiterlijk op 1 april 2007. De Minister liet verder weten dat de wettelijke procedure een
mogelijkheid voorzag om een dossier in te dienen bij de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (hierna CTG) om hierop een uitzondering te bekomen.
1.6. - Bij vonnis op 19 oktober 2007 uitgesproken in de zaak MSD en MSD Overseas Manufacturing Company tegen de BELGISCHE STAAT en tegen de NV MERCK zei de 24 ste kamer van huidige rechtbank voor recht dat op datum van in beraad name van de zaak
(op 8 juni 2007) niet voldaan was aan de grondvoorwaarden om de regelingen voorzien in artikel 35 ter en 35 quater van de ZIV-wet toe te passen op de farmaceutische specialiteit Fosamax® minstens zolang bet aanvullend beschermingscertificaat nr. 96C0027 nog van kracht was.
Verder legde de rechtbank een verbod op aan de BELGISCHE STAAT om tot en met 14 april 2008 enige maatregel te nemen of in stand te houden waarbij de farmaceutische specialiteit Fosamax® onderworpen werd aan de regelingen voorzien in artikel 35 ter en 35 quater van de ZIV-wet met dien verstande dat dit verbod zou komen te vervallen indien bet aanvullend beschermingscertificaat nr. 96C0027 v66r 14 april 2008 zou worden nietig verklaard door een in
kracht van gewijsde gegane, dan wel vooflopig uitvoerbare gerechtelijke uitspraak op straf van een dwangsom in bet vonnis bepaald.
1.7. - Bij brief van 21 maart 2008 laat her RIZIV aan MSD weten dat Fosamax® vanaf 1 juli 2008 aan het referentieterugbetalingssysteem zal worden onderworpen.
Het RIZIV herinnert MSD aan de wettelijke mogelijkheid die er bestaat om een dossier in te dienen bij de CTG om een uitzondering te bekomen.
Bij brief van 28 maart 2008 stellen de raadslieden van MSD de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid "in gebreke" zich te
onthouden van enige opname van Fosamax® in her referentieterugbetalingssyteem.
Diezelfde dag richten diezelfde raadslieden een brief aan het RIZIV waarin ze her vragen dat het tegen 4 april 2008 zou willen bevestigen dat het zich onthoudt van een opname van Fosamax® in het referentieterugbetalingssysteem.
Bij aangetekende brief van 4 april 2008 laat her RIZIV aan MSD weten dat bet ingaat op het verzoek dat haar raadslieden geformuleerd hebben in hun brief van 28 maart 2008.
Bij aangetekende brief van 20 mei 2008 laat het RIZIV aan MSD weten dat Fosamax® toch onderworpen wordt aan het referentieterugbetalingssyteem met ingang vanaf 1 juli 2008. 1.8. - In het B.S. van 30 mei 2008 wordt het M.B. van 27 mei 2008
gepubliceerd waarbij Fosamax® wordt opgenomen in de lijst van geneesmiddelen onderworpen referentieterugbetaling.
1.9.
aan het systeem van
Op 2 juni 2008 dagvaardt MSD zowel de BELGISCHE
STAAT als her RIZIV om hier in kort geding te verschijnen. De vordering die MSD tegen beide verwerende partijen richt, en geherformuleerd bij eonclusies, strekt ertoe :
In afwachting van een uitspraak ten gronde en bij wege dringende en voorlopige maatregel :
van
Verweerders het verbod Ol) te leggen enige uitvoering te geven aan enige ministeri le beslissing tot toepassing van de artikelen 35 ter en 35 quater van de gecodrdineerde wet van 14juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen op de specialiteit Fosamax®, in al zijn vormen, onder verbeurte van een dwangsom van vijf miljoen euro per vastgestelde inbreuk na betekening van de tussen te Icomen beschikking, Minstens de bovenvermelde verbodsmaatregelen op te leggen voor
war betrefl de special#e# Fosamax® 70 mg dan wel Fosamax® 10 rag, onder verbeurte van dezelfde dwangsom, MSD toe te laten een kopie van de beschikking te communiceren aan de groothandelaars, apothekers en het geneesherenkorps,
1.10.- De BELGISCHE STAAT en het RIZIV concluderen tot de onontvankelijkheid, minstens ongegrondheid van de vordering.
7
1.11.- Bij verzoekschrift neergelegd ter zitting van 9 juni 2008 verklaren de VZW FEDERATION BELGIAN GENERICS (hierna
FEBELGEN), de NV EUROGENERICS, de NV RATIOPHARM BELGIUM, de NV TEVA GENERICS BELGIUM en de NV SANDOZ vrijwillig te verschijnen ...........
FEBELGEN is de koepelorganisatie van de Belgische generieke geneesmiddelenbedrijven. De andere vrijwillig tussenkomende partijen zijn vergunninghouders, invoerders en verdelers van generieke geneesmiddelen, onder meer van geneesmiddelen op basis van het werkzaam bestanddeel alendronaat.
De vrijwillig tussenkomende partijen formuleren geen vordering tegen een partij in zake en geen van de partijen in zake formuleert een 6n van de vrijwillig tussenkomende partijen. vordering tegen
2. In reehte 2.1. - Het geschil dat vandaag tussen partijen bestaat, betreft de vraag
of er op bet ogenblik waarop de minister op 27 mei 2008 besliste de lijst van geneesmiddelen die onderworpen worden aan de
referentieterugbetaling te wijzigen en hierin het geneesmiddel Fosamax® met actief bestanddeel alendronaat op te nemen, al dan niet prima facie voldaan is aan de voorwaarden voor bet systeem van de referentieterugbetaling geregeld in de artikelen 34, 35 ter en 35 quater van de ZIV-wet en artikel 55 bis van het KB van 21 december 2001.
2.2.- Reehtsmaeht
Verwerende partijen voeren aan dat de kort gedingrechter zonder rechtsmacht is om van de vordering kennis te nemen. Op grond van artikel 584, eerste lid, in fine Ger.W. zijn slechts die zaken aan de rechtsmacht van de voorzitter, zetelend in kort geding onttrokken, waaromtrent de wet niet alleen het bodemgeschil, maar ook het treffen van voorlopige maatregelen aan de rechtelijke macht onttrekt, hetzij impliciet, hetzij door toekenning van deze macht aan een andere instantie. (LINDEMANS, D., Kort Geding, Antwerpen, Kluwer, 1985, 46, nr. 68). In dit verband dient verwezen naar de artikelen 17 en 18 van de GecoSrdineerde Wetten op de Raad van State. Overeenkomstig
artikel 17 § I kan de Raad van State als enige de schorsing bevelen van de tenuitvoerlegging van een voor vernietiging vatbare akte van een administratieve overheid. Overeenkomstig artikel 18 kan de Raad van State, in geval van vordering tot schorsing, ats enige, bij voorraad alle nodige maatregelen bevelen om de belangen van de
partijen of van de personen die belang hebben bij de oplossing van de zaak, veilig te stellen, met uitzondering van de maatregelen die
betrekking hebben op de burgerlijke rechten, die overeenkomstig artikel 144 G.W. tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken behoren. a
De bevoegdheid van de Raad van State doet geen afbreuk aan de recbtsmacht van huidige rechtbank om uitspraak te doen over
geschillen betreffende subjectieve rechten, waarbij het de kort gedingrecbter toekomt om in geval van hoogdringendheid vooflopige maatregelen te bevelen ter voorkoming van schade, wanneer deze het gevolg is van een ogenschijnlijke sehending van een subjectief recht van 66n van de partijen, waaraan een rechtsplicht in hoofde van de andere beantwoordt.
Het Hof van Cassatie besliste in zijn arrest van 4 maart 2004 (C.03.0346.N - C.03.0448.N - C.03.0449. zie www.cass.be) in verband hiennee het volgende : "Overwegende dat het bestuur dat oio grond van zijn discretionaire bevoegdheid een beslissing neemt, over een beoontelingsvrijheid beschikt die het de mogelijkheid biedt zelf te oordelen over de wijze waarop het zijn bevoegdheid uitoefent en de meest geschikt lijkende oplossing te kiezen binnen de door de wet gestelde grenzen ; Dat de rechterlijke macht bevoegd is om een door het bestuur bij de uitoefening van zijn niet-gebonden bevoegdheid begane onrechtmatige aantasting van een subjectief recht zowel te voorkomen als te vergoeden, maar daarbij aan het bestuur zijn beleidsvrijheid niet vermag te ontnemen en zich niet vermag in de plaats van het bestuur te steUen : dat de rechter in kort geding dit evenmin mag doen; Dat de rechter in kort geding op grond van een voorlopige en marginale beoordeling van de zorgvuldigheid waarmee het bestuur moet handelen, bepaalde daden kan opleggen of verbieden, maar dit enkel kan doen wanneer hij in redelijlcheid tot de conclusie lcomt dat het bestuur niet heeft gehandeM binnen de grenzen waarin het moet optreden;
Dat de kort gedingrechter bij de voorlopige beoordeling van de rechtmatigheid van het overheidsoptreden een criterium dat aan de overheidsbeslissing ten grondslag ligt, niet mag uitsluiten zonder te beslissen dag prima facie, dit criterium niet regelmatig was aangewend ; dat hij evenmin naar eigen opvatting andere criteria in de plaats mag stellen die tot een andere beslissing leiden." De vordering van MSD strekt ertoe een beweerde sehending van subjeetieve rechten die zij meent te putten onder meer uit de artikelen 34, 35 ter en 35 quater van de ZIV-wet en van artikel 55 bis van her KB van 21 december 2001, stop te zetten.
De kort gedingrechter heeft rechtsmacht om voorlopig en marginaal
te oordelen of bet besmur bij de uitoefening van zijn bevoegdheid prima facie een onrechtmatige aantasting heeft begaan van de subjectieve rechten van MSD, zonder zich in de plaats te kunnen stellen van het bestuur. De kort gedingrechter kan enkel binnen dit strikt gedefinieerd kader voorlopige maatregelen nemen teneinde eventueel door het bestuur begane onrechtmatige aantastingen van subjectieve rechten te voorkomen.
2.3. - Bevoegdheid In de dagvaarding wordt vermeld dat de zaak spoedeisend is. De kort
gedingrechter is bijgevolg bevoegd om de grond van de zaak te onderzoeken. (Cass., 11 mei 1990, Pax., 1990, I, 1045).
2.4.- Ontvankelijkhheid 2.4.1. - MSD betwist dat de vrijwillig tussenkomende partijen over een voldoende belang zouden beschikken om tussen te komen in het hangende geschil. 2.4.2. - De vrijwillig tussenkomende partijen wijzen er terecht op dat zij als generische industrie er een reeds verkregen en dadelijk belang in de zin van artikel t8 Ger.W. bij hebben om tussen te komen in de hangende procedure aangezien zij voordeel kunnen halen uit bet doen in werking treden van de referentieterugbetaling.
2.5. - Hoogdringendheld
Er is sprake van hoogdringendheid telkens een onmiddellijke beslissing wenselijk is om schade van een bepaalde omvang, dan wel enastige ongemakken te voorkomen. MSD maakt aannemelijk dat gezien vanuit haar standpunt, haar vordering spoedeisend is, omdat zij met het instellen van haar vordering beoogt om aan verwerende partijen het verbod op te leggen uitvoering te geven aan het MB van 27 mei, om Fosamax® te onderwerpen aan het referentieterugbetalingssysteem voorzien in bet KB van 21 december 2001, tot wanneer de bodemrechter uitspraak heeft gedaan over bet geschil tussen partijen. Indien de uitvoefing van het MB niet zou worden opgeschort, lijkt het
aannemelijk dat MSD mogelijkerwijze schade van een aanzienlijke omvang lijdt waarbij MSD heeft aangetoond dat de maatregelen die ze vraagt op te leggen, slechts dan efficient of adequaat zouden zijn, indien ze in kort geding worden bevolen.
10
2.6. - Geen schijn van rechten 2.6.1. - Ter staving van de gegrondheid van haar vordering voert MSD aan dat de grondvoorwaarden voor de toepassing van de referentieterugbetaling niet vervuld zijn. Vooreerst, zo stelt MSD, is Fosamax® niet buiten octrooi. Ten tweede is er geen geldige temgbetaling van de generische specialiteit voorhanden tijdens de referteperiode tot 30 april 2008. Ten derde is er geen generische specialiteit effectief op de markt in de referentieperiode tot 30 april 2008. Tot slot, zo betoogt de MSD, zijn de procedurele voorwaarden voor de toepassing van het referentietemgbetalingssysteem niet nageleefd. 2.6.2. - Verwerende partijen wijzen er voomerst terecht op dat voor de
mferentietemgbetaling in de zin van de artikelen 35 ter en 34 ZIV wet, vereist is dat het voornaamste werkzaam bestanddeel niet meer het voorwerp uitmaakt van octrooibescherming. Het voomaamste werkzaam bestanddeel van het referentiegeneesmiddel Fosamax® is buiten octrooi, sinds het ABC 96C0027 op alendronaat op 14 april 2007 verstreken is.
Bovendien is bij vonnis op 8 april 2008 uitgesproken door deze recbtbank bet Europese doseringsoctrooi EP '904 vernietigd in Belgi waarbij dit vonnis gezag van gewijsde heeft en het Belgische luik van dit Europese octrooi prima facie niet meer geldig is. Ten tweede voemn verwerende partijen terecht aan dater binnen de referteperiode tot en met 30 april 2008 generieke versies van geneesmiddelen op basis van alendronaat vergoedbaar waren.
Zo blijkt uit de stukken die voorliggen dat onder meer de specialiteiten Beenos 70 mg en Alendronate Ratiopharm 70 mg op geldige wijze terugbetaalbaar waren op 30 april 2008. Ten derde blijkt eveneens (aan de hand van de stukken 10 ben 10 d bundel vrijwillig tussenkomende partijen) dat beide geneesmiddelen in de referteperiode op de markt beschikbaar waren. Er is niet aangetoond dat de grondvoorwaarden voor de toepassing van de referentieterugbetaling prima facie niet zouden zijn vervuld.
Tot slot wordt MSD niet gevolgd waar zij stelt dat procedumregels zouden zijn gescbonden.
Dat MSD op 4 april 2008 een brief vanwege het RIZIV ontvangt waarin haar wordt meegedeeld dat de toepassing van het
11
referentieterugbetalingssysteem op Fosamax® wordt stopgezet, is op dat ogenblik juridisch niet relevant voor MSD : MSD beschikte sinds de ontvangst van de aangetekende brief van het RIZIV van 21 maart
2008 waarbij zij op de hoogte wordt gebracht van bet felt dat Fosamax® vanaf 1 juli 2008 aan het terugbetalingssysteem zal worden onderworpen, op grond van het KB van 21 december 2001 over een aantal wettelijke procedures teneinde onder meer een uitzondering te bekomen op de toepassing van de bepaling van artikel 35 ter § 1 eerste lid van ZIV - wet. MSD koos ervoor om de procedures die haar wettelijk ter beschikking stonden, terzijde te laten en de termijnen voor het voeren van die procedure te laten verstrijken, en in de plaats daarvan de Minister "in gebreke te stellen" en om bet RIZIV te "vragen zich te onthouden" van enige opname van Fosamax® in het referentieterugbetalingssyteem. Prima facie kan MSD dan ook in het kader van deze procedure niet
aanvoeren dat de brief die ze op 4 april 2008 vanwege het RIZIV ontving en waarbij haar werd meegedeeld dat de toepassing van het referentieterugbetalingssysteem op Fosamax® werd stopgezet, haar rechtmatige belangen zou hebben geschaad. MSD is er niet in geslaagd aan te torten dat de procedurele voorwaarden voor de toepassing van bet referentieterugbetalingssysteem prima facie zouden zijn geschonden. De vordering van MSD is niet gegrond.
OM DEZE REDENEN, Annemie ROBIJNS, Rechter, aangesteld om de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg zetelende te Brussel, te vervangen; Bijgestaan door E. MELIS, griffier;
Gezien de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken; Rechtsprekend over het voorlopige, op tegenspraak, Alle andere of strijdige besluiten verwerpend; Neemt akte van de vrijwillige tussenkomsten, Verklaart de vordering ontvankelijk maar ongegrond, Veroordeelt MSD tot het betalen van de kosten in haar hoofde begroot
op 248,74 EUR (dagvaarding) + 1.200 EUR (RPV), in hoofde van de BELGISCHE STAAT begroot op 1.200 EUR (RPV en in hoofde van het RIZIV begroot op 1.200 EUR (RPV).,
12
Zegt dat de vrijwillig tussenkomende partijen hun eigen kosten dragen, Aldus gewezen en uitspraak gedaan ter openbare zitting van het kort geding van 30 juni 2008.
E. MELIS
A. ROBIJNS