Heden, de van: 1. 2. 3.
februari tweeduizendenzes, ten verzoeke
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Nederlandse Katholieke Sportfederatie gevestigd te Den Bosch; de stichting met volledige rechtsbevoegdheid Nederlandse Christelijke Sport Unie gevestigd te Amersfoort; de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Nederlandse Culturele Sportbond gevestigd te Amsterdam,
te dezen allen domicilie kiezende te Amsterdam, aan de Herengracht 499 (1017 BT), ten kantore van YORK advocaten | lawyers, van wie mrs. Richard A. Korver en Catelijne A. Vilé als advocaten deze zaak behandelen, alsmede te Arnhem, aan de Velperweg 1 (6824 BZ), ten kantore van mr. F.J. Boom, die ten deze als procureur optreedt; Heb ik,
krachtens mondeling last van de E.A. Voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem, IN KORT GEDING GEDAGVAARD: De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Nederlands Olympisch Comite*Nederlandse Sport Federatie gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem (6816 VD) aan de Papendallaan 60; Aldaar mijn exploit doende en afschrift dezes latende aan:
OM: op woensdag 8 maart tweeduizendenzes om 11:00 uur , in persoon of vertegenwoordigd door een procureur te verschijnen ter terechtzitting van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem, alsdan en aldaar zitting houdende in Kort Geding in het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat 2-4;
20060049 d.d. 23-02-2006 2 van 8
MET AANZEGGING: dat bij verschijning ter terechtzitting van gedaagde een vast recht zal worden geheven van € 248,00, waarvan vermindering kan worden verleend aan on- en minvermogenden, alsmede dat indien gedaagde niet op voorgeschreven wijze in het geding verschijnt en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, de Voorzieningenrechter verstek tegen haar zal verlenen en de vordering zal toewijzen, tenzij deze hem/haar onrechtmatig of ongegrond voorkomt; alsmede dat geen uitstel voor antwoord op of verweer tegen de eis zal worden verleend, maar dat uitsluitend mondeling verweer tegen de eis ter genoemde zitting kan worden gevoerd; TENEINDE: Alsdan namens eisers te horen eis doen en concluderen als volgt: Relevante feiten en omstandigheden 1.
Eisers, hierna gezamenlijk verder te noemen “de Koepels”, zijn levensbeschouwelijke sportkoepels. De Koepels zijn landelijk en door het ministerie van VWS erkende sportkoepels die plaats bieden aan alle sporten en verenigingen die dezelfde doelstelling onderschrijven. De Koepels bieden ondersteuning aan de sporten en verenigingen. Tevens leveren de Koepels op basis van jarenlange ervaring en opgebouwde kennis een zinvolle bijdrage aan de ontwikkeling en uitvoering van het landelijke sportbeleid voor zowel leden als niet-leden. De Koepels hebben in totaal een ledenaantal van plusminus 800.000.
2.
Gedaagde, hierna te noemen “NOC*NSF”, bevordert de sport en houdt zich bezig met het uitdragen van de olympische beweging in Nederland. NOC*NSF heeft binnen de georganiseerde sport de regiefunctie die bestaat uit het bepalen van het beleid en de afstemming daarvan met en op andere partijen, alsmede de realisatie en bewaking van het beleid. NOC*NSF geeft uitvoering aan het door de Algemene Vergadering van NOC*NSF vastgestelde landelijke beleid ten aanzien van de georganiseerde sport en is coregisseur met betrekking tot de anders en ongeorganiseerde sport.
3.
Tussen de Koepels en NOC*NSF is een overeenkomst d.d. 26 januari 2004
20060049 d.d. 23-02-2006 3 van 8
(productie 1) gesloten waarin de taakverdeling tussen partijen en de randvoorwaarden zijn overeengekomen, zoals de hoogte van de exploitatiebijdrage voor de Koepels. Deze overeenkomst is tot stand gekomen na jaren van intensief overleg en diende ter vervanging van het convenant van 1991 waarin de financiële zekerheid van de Koepels voordien was geregeld. 4.
In de overeenkomst is kort gezegd overeengekomen in de art. 1.2 en 1.4dat 40% van de koepelfinanciering, die de Koepels hebben ontvangen ten behoeve van bestedingsjaar 2001, ter besteding van bepaalde themagebieden zou komen. Deze financiering zal eindigen op 31 december 2006 met de intentie te komen tot een nieuwe overeenkomst. De resterende 60% zal dienen ter dekking van de kosten van het algemeen functioneren van de Koepels, alsmede ter dekking van de algemene kosten van de activiteiten. Deze financiering is krachtens de overeenkomst voor onbepaalde tijd. Als gevolg hiervan ontvangen de Koepels in totaal een bedrag van € 1.329.885,00 per jaar. Deze gelden zijn afkomstig van De Stichting Nationale Sporttotalisator ( hierna ook aan te duiden als: “SNS” dan wel “Lotto” ). In het totaal heeft NOC*NSF 38 miljoen euro aan Lottogelden te besteden. NOC*NSF verdeelt deze gelden onder haar leden en haarzelf. Hierdoor ontstaat een vreemde situatie aangezien NOC*NSF niet als onafhankelijk kan worden aangemerkt.
5.
In voornoemde overeenkomst is art. 5.6 overeengekomen dat als de koepelfinanciering niet door het Ministerie van VWS wordt overgenomen, deze voor onbepaalde tijd blijft gedekt vanuit de middelen van SNS of haar rechtsopvolger(s).
6.
Op 4 en 12 november 2004 werden de Koepels uitgenodigd door de voorzitster van het NOC*NSF, mevrouw E. Terpstra. Tijdens deze bijeenkomsten werd door de voorzitster voor het eerst aan de Koepels medegedeeld dat de Koepels, net als de overige buitengewone leden van NOC*NSF, in de toekomst geen aanspraak meer zouden kunnen maken op financiering van SNS gelden en dat zij zou trachten een afbouwregeling voor de Koepels te regelen. Deze afbouwregeling zou inhouden dat vanaf 2006 gedurende 5 jaar de financiering zou worden afgebouwd.
7.
Op 16 november 2004 heeft een Algemene Ledenvergadering van NOC*NSF plaatsgevonden waarin de vergadering heeft ingestemd met het
20060049 d.d. 23-02-2006 4 van 8
stopzetten van de (basis)financiering aan de Koepels en de gesprekken met de Koepels te vervolgen en als datum 1 maart 2005 te hanteren voor uiteindelijke besluitvorming. (notulen vergadering; productie 2). Op 1 maart 2005 is de Ledenvergadering van NOC*NSF akkoord gegaan met de nieuwe subsidierichtlijn met ingang van 2006, zoals in de brief van E. Terpstra, was voorgesteld. 8.
Tegen dit besluit van de Algemene Ledenvergadering van NOC*NSF hebben de Koepels een procedure aangespannen bij uw Rechtbank tot vernietiging van dit besluit op grond van art. 2:15 lid 1 sub b BW. Deze dagvaardings-procedure is aanhangig gemaakt op 15 februari 2006. De dagvaarding zal als productie 3 in het geding worden gebracht. Het besluit van de Algemene Ledenvergadering had niet in alle redelijkheid en billijkheid genomen kunnen worden indien het de belangen van alle bij het besluit betrokken partijen waren afgewogen. NOC*NSF en haarleden hebben zich niet redelijk en billijk jegens elkaar c.q. de Koepels bedragen. Tevens is nadat het besluit is genomen naar voren gekomen dat de leden niet volledig en daardoor onjuist zijn geïnformeerd door NOC*NSF met betrekking tot deze kwestie.
9.
Noch de inhoud van de overeenkomst tussen partijen, noch het bestaan van die overeenkomst zelve is door het bestuur van gedaagde aan de Algemene Ledenvergadering gemeld. Het lijkt er daarbij op dat het bestuur van gedaagde die kennis willens en wetens aan haar leden heeft willen onthouden. Indien de Ledenvergadering hiervan wel kennis had genomen, zou het thans genomen besluit nimmer genomen kunnen zijn , of althans dit niet had kunnen gebeuren zonder de overeenkomst met de Koepels op ordentelijke wijze te doen eindigen.
10.
In de periode nadat is gedagvaard door de Koepels, te weten 10 november 2005, totdat de dagvaarding is aangebracht bij de Rechtbank Arnhem d.d. 15 februari 2006, hebben de koepels getracht het geschil in der minne te schikken. Daartoe is op verschillende wijze actie ondernomen. Ondermeer door een brief van de raadslieden van de Koepels d.d. 29 december 2005 aan het NOC*NSF (productie 4) echter hierop is het NOC*NSF niet inhoudelijk ingegaan.
11.
Inmiddels hebben de Koepels, zoals ieder jaar, de subsidieaanvraag voor het komende jaar ingediend. De subsidieaanvragen 2006 (productie 5) zijn door NOC*NSF bij
20060049 d.d. 23-02-2006 5 van 8
brief d.d. 30 januari 2006, gedeeltelijk afgewezen (productie 5a) Sommige aangevraagde bedragen heeft NOC*NSF toegekend op basis van de overeenkomst. Echter andere bedragen worden niet toegekend aan de Koepels, terwijl deze bedragen op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst wel aan de Koepels dienen te worden toegekend. Het grootste gedeelte van de subsidieaanvraag, te weten de koepelfinanciering c.q. basisfinanciering, wordt op onjuiste gronden niet toegekend aan de Koepels. NOC*NSF maakt misbruik van haar monopoliepositie als verdeler van de Lottogelden door de overeengekomen toekenning van de basisfinanciering aan Koepels niet toe te kennen in afwachting van de uitkomst van de door de Koepels aangespannen juridische procedure (productie 5a). 12.
Op grond van de overeenkomst (art. 5.5. e.v.) hebben de Koepels recht op de koepelfinanciering. Zolang NOC*NSF deze financiering niet toekent aan de Koepels, handelt zij onrechtmatig doordat zij haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet nakomt.
Vordering 13.
De Koepels zijn van mening dat NOC*NSF onrechtmatig handelt door haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet na te komen. De Koepels vorderen nakoming van de overeenkomst door NOC*NSF op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag met een maximum van € 1.300.000,00.
Verweer gedaagde 14.
NOC*NSF heeft de aangevraagde subsidie op basis van verschillende gronden en berekeningsmethodieken niet (volledig) toegekend aan de Koepels. De voornaamste financiering, te weten de koepelfinanciering, is volgens NOC*NSF komen te vervallen.
15.
NOC*NSF ziet geen mogelijkheid tot het toekennen van koepelfinanciering door het besluit van de Algemene Ledenvergadering hieromtrent. NOC*NSF beroept zich daarbij mede op de
20060049 d.d. 23-02-2006 6 van 8
substantiële wijziging van de omstandigheden in de sportwereld door het wegvallen van de geldstroom van Ministerie van VWS. Weerlegging verweer 16.
Het is de Koepels onduidelijk op grond waarvan NOC*NSF zich niet acht gehouden te zijn alle afspraken zoals overeengekomen in de tussen partijen gesloten overeenkomst d.d 26 januari 2004.
17.
Het door de Algemene Ledenvergadering genomen besluit met betrekking tot de koepelfinanciering kan voor NOC*NSF geen reden zijn om haar verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst niet na te komen. Een dergelijk besluit ontslaat NOC*NSF namelijk niet van deze verplichtingen. De inhoud van de tussen partijen gesloten overeenkomst kan niet worden gewijzigd door een besluit van de Algemene Ledenvergadering van NOC*NSF. Door het besluit tracht NOC*NSF de door haar aangegane verplichtingen ten opzichte van de Koepels te omzeilen.
18.
De Koepels betwisten de substantiële wijziging van de omstandigheden niet. De Koepels zijn NOC*NSF tegemoet gekomen om deze wijziging op te vangen door in te stemmen met een tijdelijke afwijking, te weten een eenmalige solidariteitskorting voor het jaar 2005, van de overeenkomst. Echter deze wijziging was bij NOC*NSF al bekend ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met de Koepels hetgeen blijkt uit het gespreksverslag van het gesprek tussen de Koepels en NOC*NSF d.d. 21 januari 2004 (productie 6) en het verslag van “4 bestuurlijk-koepeloverleg” d.d. 26 januari 2004 (productie 7). Tijdens het ondertekenen van de overeenkomst, 26 januari 2004, maakte mevrouw Terpstra de kanttekening dat de waarde van het contract met het oog op de bezuinigingen betrekkelijk was (productie 7 punt 3). NOC*NSF kan zich dan ook niet op onvoorziene omstandigheden beroepen. Verder is de substantiële wijziging in art. 5.6 lid 2 van de overeenkomst voorzien door overeen te komen dat de koepelfinanciering gedekt blijft vanuit de middelen van SNS. De overeenkomst is tot op heden ongewijzigd tussen partijen van kracht. Het niet nakomen van de overeenkomst door NOC*NSF is dan ook onrechtmatig en in strijd met de redelijkheid en billijkheid.
20060049 d.d. 23-02-2006 7 van 8
Spoedeisend belang 19.
Het niet toekennen van het aangevraagde subsidiebedrag voor koepelfinanciering van in totaal 1,3 miljoen euro brengt de Koepels in acute grote liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen, hetgeen tot grote consequenties voor de Koepels, haar leden en haar personeel kan leiden. Het afwachten van de uitkomst van de 2:15 BW procedure, danwel het starten van een arbitrageprocedure tot nakoming van de overeenkomst is voor de Koepels gezien het voorgaande niet mogelijk. Het is essentieel dat op korte termijn duidelijkheid komt in deze kwestie.
20.
Aangezien de pogingen om deze kwestie in der minne op te lossen de afgelopen maanden op niks zijn uitgelopen, is het voeren van deze Kort Geding procedure onvermijdelijk.
21.
Mogelijkerwijs zal NOC*NSF als verweer aanvoeren dat in artikel 12.3 van de overeenkomst een arbitrageclausule is opgenomen. Naast het feit dat niets over spoedarbitrage is opgenomen en deze kwestie zich, als hiervoor betoogd, niet leent voor een langer lopende (arbitrage) procedure is het zo dat het meest principiële verweer van NOC*NSF, namelijk de beslissing van de Algemene Ledenraadvergadering, ook reeds wordt bestreden middels een bodemprocedure die aanhangig is gemaakt voor uw Rechtbank, zodat het voor de hand ligt het thans gevraagde voorlopige oordeel ook van uw Rechtbank te vragen.
Bewijsmiddelen 22.
De Koepels zullen als bewijsmiddelen de hierboven genoemde producties 1 t/m 7 in het geding brengen. De Koepels bieden aan, doch slechts voorzover de bewijslast op hen rust, hun stellingen te bewijzen met alle middelen rechtens.
MITSDIEN: Het U EA Vrouwe/Heer Voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem moge behagen om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar
20060049 d.d. 23-02-2006 8 van 8
bij voorraad, gedaagde te veroordelen om uiterlijk binnen 2 weken na datum van het vonnis tot nakoming van haar (financiële) verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst met de Koepels d.d. 26 januari 2004 over te gaan, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij in gebreke mocht blijven aan deze veroordeling te voldoen, zulks met een maximum van € 1.300.000,00; met verwijzing van gedaagde in de kosten van dit geding. De kosten dezes zijn voor mij, deurwaarder €