ProDef BULLETIN professionals bij defensie juni 2015 | nummer 4
INHOUD
Ambtenaren verdienen beter
2
Column duo-voorzitter
door Marc de Natris
3
Defensiepersoneel dupe van bijzondere positie militair
5
Opbouwpercentage militair pensioen omlaag
Onlangs las ik in de krant dat Maxime Verhagen, vandaag de dag voorzitter van Bouwend Nederland, aangaf dat “de werkgevers absoluut niet bang zijn voor massale stakingen”.
6
Gevolgen krijgsmacht versnelde verhoging AOW-leeftijd
8
Hoe weerbaar is de Medezeggenschap?
11
Gezocht: Burger-lid pensioenwerkgroep
13
Gepensioneerdenorganisaties gaan voor persoonlijk pensioen
15
Column vice-voorzitter over La Courtine
9 12 15
EN VERDER Computips: Waar ben ik GPS? Juridisch: Bevordering ELTN onterecht uitgesteld Koninklijke PIT Pro rege: Hulp voor Helden
www.ProDef.nl
H
ij voegde hieraan toe dat “als het bedrijfsleven zijn zin niet krijgt, dan kunnen de vakbonden een nieuwe cao wel op hun buik schrijven.” Zijn ferme uitspraken worden bevestigd door de praktijk. In de eerste maanden van 2015 zijn er wederom aanzienlijk minder (42%) CAO’s afgesloten ten opzichte van dezelfde periode in 2014. In 2014 was eenzelfde tendens waarneembaar t.o.v. 2013. Een CAO begint een schaars goed te worden in Nederland. Ondanks het op 16 april jl. met de minister afgesloten deelakkoord heeft Defensie ook nog steeds geen CAO. Het defensiepersoneel is dus al bijna 850 dagen ‘CAO-loos’. Dezelfde werkgevers geven in hun statement af dat ‘verworven rechten’ niet meer van deze tijd zijn. Toeslagen voor het werken in weekenden en/of op feestdagen past niet meer in het 24/7 tijdperk. Seniorendagen, die in het kader van het langer doorwerken een belangrijke bijdrage zouden kunnen leveren aan het gezond langer doorwerken, zijn volgens de werkgevers niet meer van deze tijd. De verworven rechten moeten eerst worden ingeleverd, voordat er sprake kan zijn van een loonsverhoging. Onze werkgever, de overheid, is het hier roerend mee eens. Sterker nog, het kabinet heeft in deze een voortrekkersrol. Waar in het verleden de overheid een voorbeeldfunctie had, zie je vandaag de dag dat zij haar personeel verwaarloost. Het lijkt erop dat iedere Europese tegenvaller dient te worden bekostigd door een nieuwe nullijn voor de ambtenaar. Het valt mij steeds weer op dat de (defensie)ambtenaren hier gelaten mee om gaan. Ze blijven netjes hun werk doen. De minister van Defensie hoeft dan ook vooralsnog niet bang te zijn. Zeker bij Defensie prevaleert de can do mentaliteit, het werk wordt niet neergelegd. Ondanks de recente uitspraak van premier Rutte dat er beperkte ruimte is voor een loonsverhoging van ambtenaren, acht ik het niet ondenkbeeldig dat ook bij Defensie het arbeidsvoorwaardenoverleg, net zoals bij de sectoren Politie en Rijk, een keer stil zal worden gelegd. Ik hoop echter van harte dat dit niet nodig zal blijken, want ‘ambtenaren verdienen beter’.
1
Colofon
Column duo-voorzitters
Het ProDef bulletin is een uitgave van de Gezamenlijke Officierenverenigingen en Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (GOV|MHB). Het bulletin verschijnt 8 keer per jaar.
Adres secretariaat GOV|MHB en redactie ProDef bulletin: Wassenaarseweg 2 2596 CH Den Haag 070-3839504 www.prodef.nl
[email protected] (secretariaat/administratie)
[email protected] (redactie ProDef bulletin) Redactie M.E.M. de Natris (hoofdredacteur), R. Bliek, T. Kofman, R. Groen, R.E.W. Pieters, P.J.G. van Sprang, drs. M.A.M. Weusthuis (eindredacteur) Aan dit nummer werkten mee: H. Boomstra (cartoon), drs. R.W. Mannak (correcties), L. van der Biessen, J.L.R.M. Vermeulen Vormgeving Frank de Wit, Zwolle Drukwerk Èpos|Press, Postbus 1070, 8001 BB Zwolle Advertenties 070-3839504 © ProDef bulletin Overname van artikelen is enkel toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder uitdrukkelijke vermelding van de bron. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de teksten in dit bulletin. Wijzigingen adres- en persoonsgegevens Svp doorgeven aan het secretariaat van de GOV|MHB: 070-3839504
[email protected] Juridisch advies Voor arbeidsgerelateerde vragen en/of conflicten beschikt de GOV|MHB over drie juridische adviseurs. De procedure loopt in aanvang via de coördinator M.E.M. de Natris (duo-voorzitter GOV|MHB, 070-3839504 of
[email protected]). In spoedeisende gevallen kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact worden opgenomen met: • mr B. Blonk 070-3839504
[email protected] Kopij Kopij voor nummer 5 van het ProDef bulletin dient voor 1 juli 2015 per e-mail bij de redactie aanwezig te zijn.
2
door Ruud Vermeulen
Vertrouwen personeel in Defensie als werkgever “2014 is voor Defensie een bewogen jaar geweest. Desondanks keert het vertrouwen bij het personeel in Defensie als werkgever voorzichtig terug.” Dat stelt Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) luitenant-generaal Bart Hoitink in zijn jaarverslag.
M
inister Jeanine HennisPlasschaert stuurde het gisteren naar de Tweede Kamer, meldt de site van het ministerie van Defensie op 21-05-2015. In het rapport omschrijft de IGK het als volgt: “Bij sommigen keren vertrouwen en elan inderdaad terug, voor anderen is het gewenste perspectief nog ver weg.” De IGK stelt in het verslag: “ Het is goed dat juist nu in politiek en samenleving de discussie wordt gevoerd over het versterken van het budget voor Defensie. Voor Defensie is het een kans om invulling te geven aan de aspecten die het vertrouwen en perspectief van ons personeel bepalen. Overal waar ik kom, constateer ik dat het arbeidsvoorwaardenoverleg dat op 31 oktober 2014 is gestart, de gemoederen volop bezig houdt. Het personeel snakt naar zichtbare resultaten die kunnen bijdragen aan een verder herstel van vertrouwen in Defensie als betrouwbare werkgever. Het is goed te constateren dat een eerste deelakkoord is bereikt, waarin de nullijn van de afgelopen jaren wordt losgelaten en ruimte komt voor salarisontwikkeling. Daarbij is het van groot belang dat Defensie na jaren van bezuinigingen een toekomstbestendig arbeidsvoorwaardenpakket realiseert, waarin onder meer de bijzondere positie van militair weer volledig wordt herkend en erkend.” Een paar opmerkingen. In mijn ogen zit er licht tussen de stelling van Directie Communicatie: “vertrouwen bij het personeel in Defensie als werkgever keert terug”, versus de conclusie van de IGK: “Bij sommigen keert het vertrouwen terug en bij anderen is het gewenste perspectief
nog ver weg”. Het is ook naar mijn eigen, op vele bezoeken gebaseerde waarneming, zeker geen breed gedragen herstel. Kort geleden is uitgelekt dat Defensie er 250 oplopend tot 375 miljoen bij gaat krijgen, of meer correct geformuleerd, minder gaat bezuinigen. In alle belangrijke kranten van Nederland heeft de GOV|MHB duidelijk gemaakt dat dit bedrag volstrekt onvoldoende is om de tekorten binnen Defensie op te kunnen heffen. Dit punt gaat zeker niet bijdragen aan het draagvlak onder het personeel. Er is een eerste deelakkoord bereikt. De salarisverbetering van 0,8% is een sigaar uit eigen doos. Het kabinet en in het bijzonder de departementen van Binnenlandse Zaken en Financiën, zijn tot nu toe niet bereid om geld uit te trekken voor een goede CAO voor de overheid. Dit is dan ook de reden van de acties bij de politie, arbeidsinspectie etc. Ik vrees dat de stelling van Directie Communicatie een hoog wishful thinking gehalte heeft. Het jaarverslag van de IGK geeft in zijn stellingname en in de onderliggende factoren precies de stand van zaken weer, maar ook de factoren om tot verbetering te komen. En voor die laatste staat de wind niet gunstig.
Redactioneel Defensiepersoneel financieel dupe van Bijzondere Positie militair Zowel militairen als burgerpersoneel worden in hun loonzakje geraakt door de bijzondere positie van de militair. Waar dit echter bij het burgerpersoneel ‘slechts’ eenmaal het geval is, is dit bij militairen dubbel het geval. Navolgend een toelichting.
D
Bijzondere Positie
e Militaire Ambtenarenwet 1993 legt de militair beperkingen op in de uitoefening van zijn of haar (grond)rechten, ten behoeve van de taakstelling van de krijgsmacht. Het bekendste voorbeeld hiervan is het stakingsverbod. Sommige algemene wetgeving biedt de minister van Defensie daarnaast de mogelijkheid, eveneens in het belang van de taakstelling van krijgsmacht, de militair te ontheffen van verplichtingen die gelden voor werknemers in Nederland. Een voorbeeld hiervan is de ontheffing van de Arbeidstijdenwet. Deze beperkingen en ontheffingen vormen de bijzondere positie van de militair als werknemer in Nederland. Ter compensatie van deze bijzondere positie zijn in de arbeidsvoorwaarden van militairen bijzondere bepalingen opgenomen, of worden ‘reguliere’ arbeidsvoorwaarden – arbeidsvoorwaarden die ook gebruikelijk zijn binnen andere (overheids)sectoren -
(financieel) ruimer ingevuld. De twee meest kenmerkende bijzondere arbeidsvoorwaarden, die één op één gerelateerd zijn aan de bijzondere positie van de militair, zijn de toelages voor varen, oefenen en meerdaagse inzet (onderdeel van de Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid (VROB)) en de uitzendtoelage (onderdeel van de Regeling voorzieningen bij vredesen humanitaire operaties (VVHO)). Alle genoemde toelages betreffen een afkoop voor de ‘overuren’ op het moment dat de militair is vrijgesteld van het maximaal aantal werkuren op een dag, zoals opgenomen in de Arbeidstijdenwet.
Financiële ruimte
Arbeidsvoorwaarden kosten financiële ruimte en die wordt door het kabinet vastgesteld. Volgens de minister van Defensie is het mogelijk gebleken binnen deze financiële ruimte keuzes te maken die recht doen aan de verschillende belangen, ook waar
deze de bijzondere positie van de militair en de krijgsmacht raken. (Antwoorden op Kamervragen inzake de Bijzondere Positie van de militair, d.d. 8 januari 2015, kenmerk 2015 D00116). De GOV|MHB deelt deze conclusie van de minister van Defensie echter in het geheel niet. De financiële ruimte die het kabinet tot op heden heeft vastgesteld, biedt absoluut niet de ruimte om keuzes te maken die recht doen aan de belangen van de militair in relatie tot zijn of haar bijzondere positie, integendeel! De (zeer) beperkte financiële ruimte die geboden werd en tot op heden geboden wordt, dwingt tot keuzes die ook het burgerpersoneel bij Defensie negatief raken t.o.v. hun burgercollega’s bij de andere overheidssectoren.
Communicerende vaten
Het Kabinet stelt jaarlijks de financiële ruimte vast die de overheidswerkgevers kunnen gebruiken voor het verbeteren van
3
Redactioneel de arbeidsvoorwaarden van de ambtenaren binnen hun eigen sector. Deze financiële ruimte is voor alle overheidswerkgevers procentueel gelijk. Het is vervolgens aan de overheidswerkgevers en de Centrales van Overheidspersoneel om deze financiële ruimte te verdelen over de verschillende arbeidsvoorwaarden. Onnodig te vermelden dat bij deze verdeling het principe van de ‘communicerende vaten’ opgaat. Dit betekent dat, omdat Defensie geen extra financiële ruimte krijgt voor het invullen van de bijzondere (en unieke!) arbeidsvoorwaarden die gerelateerd zijn aan de bijzondere positie van de militair, de benodigde financiële ruimte voor deze arbeidsvoorwaarden moet komen uit de versobering van andere arbeidsvoorwaarden. Zo geschiedde! De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in 2014 berekend dat sinds de invoering van het sectoroverlegmodel in 2002, de lonen van het overheidspersoneel gemiddeld 18% zijn gestegen. Dezelfde berekening toont echter aan dat de lonen voor het defensiepersoneel in diezelfde periode slechts 14% zijn geste-
Cartoon
4
gen. Een verschil van 4%! Ter vergelijking: in dezelfde periode zijn de lonen in de markt, volgens het CBS, gemiddeld met 21,4% gestegen. Ongeveer 2,75% van dit verschil valt te verklaren door de financiële ruimte die nodig is voor de eerder genoemde bijzondere (en unieke) arbeidsvoorwaarden (2013). Anders gezegd: de bijzondere positie van de militair heeft het defensiepersoneel, zowel militairen als burgermedewerkers, tot op heden dus (minimaal) 2,75% loongroei gekost. Een nadere beschouwing van de eerder genoemde, één op één aan de bijzondere positie te relateren bijzondere en unieke arbeidsvoorwaarden, leert dat de militair ook daar wordt uitgeknepen. Tijdens missies ontvangen militairen gemiddeld het minimumloon per gemaakt ‘overuur’ (‘Naar Mali: voor weinig extra’s dan minimumloon en een gratis maaltijd’, ProDef-Bulletin nr. 3 2014). Tijdens varen, oefenen en meerdaagse inzet zelfs nog minder! Waar de burgermedewerker bij Defensie en de militair dus samen in het loonzakje tekort worden gedaan, geldt voor de militair datzelfde ook nog eens tijdens het varen, oefenen, meerdaagse inzet en missies.
Keuzes die recht doen
De minister schrijft in haar antwoorden op de Kamervragen over de bijzondere positie van de militair dat ‘het mogelijk is gebleken binnen de financiële ruimte keuzes te maken die recht doen aan de verschillende belangen, ook waar deze de bijzondere positie van de militair raken’. De GOV|MHB komt echter tot de conclusie dat (in ieder geval 2,75% van) de 4% lagere loongroei en (minder dan) het minimumloon voor ‘overuren’ tijdens varen, oefenen, meerdaagse inzet en missies, duidelijk aantonen dat van ‘keuzes die recht doen aan de verschillende belangen, ook waar deze de bijzondere positie van de militair raken’, absoluut geen sprake is. De GOV|MHB is van mening dat er pas echt keuzes gemaakt kunnen worden die recht doen aan de verschillende belangen, wanneer het kabinet zijn verantwoordelijkheid neemt voor de bijzondere positie die het de militairen zelf heeft opgelegd. Dat wil zeggen, verantwoordelijkheid in de vorm van het toekennen aan Defensie van additionele (specifiek toegewezen) financiële ruimte ter financiering van de bijzondere positie van militair.
Medezeggenschap
door René Bliek
Het liever niet gelijk hebben In een eerder door mij geschreven bijdrage voor het ProDef-Bulletin gaf ik aan dat de medezeggenschapscommissie (MC) samen met hun hoofd diensteenheid (HDE) goed moeten weten wat de eenheid nog wel en niet meer kan en dat ze samen keuzes moeten maken (ProDef-Bulletin nr. 3 | 2015).
I
k had niet verwacht dat zo snel in de media door o.a. de Luitenant-generaal De Kruif toegegeven zou worden dat bijvoorbeeld de Landmacht onvoldoende inzetbaar is. In verband hiermee kunnen militairen nog amper professioneel oefenen. Ook het Verantwoordingsonderzoek van de Rekenkamer over het jaar 2014 bij het ministerie van Defensie en de onlangs naar de Tweede Kamer gestuurde Kamerbrief ‘Materiële Knelpunten’, toont aan dat het defensiepersoneel zich niet voor niets zorgen maakt over de staat van het materieel én het personeel bij Defensie. Reden te meer om gemotiveerd, juist als lid van de medezeggenschap of van een vakbond, mee te denken met Defensie. Maar dan wel positief kritisch.
Balans
Het is een feit dat er geen balans is tussen de operationele doelen en de benodigde financiële middelen. Het antwoord hierop is eenvoudig: keuzes maken en prioriteiten stellen. Dat is nu echter net wat de politiek en Defensie niet doen.
Weten waar je over praat
De politiek heeft wel de keuze gemaakt om minder geld aan Defensie toe te wijzen en ziet nu wel in dat het misschien toch wat te veel bezuinigd heeft op het departement. Gedane zaken nemen echter geen keer, dus vooruitkijken. Maar dan graag wel realistisch. Juist dat realistische moet naar mijn mening gebaseerd zijn op een visie en feiten. En durven accepteren dat een visie betekent ‘keuzes maken’. Keuzes die pijn kunnen doen. Je kunt ook thuis immers je geld maar één keer uitgeven. Het is verstandig bij de aanschaf van een nieuwe privé auto om van te voren te weten of je alle bijkomende kosten wel of niet kan betalen. Daar gaat nu op dit moment Defensie de mist mee in. Weten wij bij Defensie wel echt wat het kost om onze huidige organisatie duurzaam in stand te houden? Wat kost nu bijvoorbeeld een wapensysteem aan:
• research and development (R&D); • aanschaf van het systeem; • personeel dat het systeem bedient; • het gebruik van het systeem (reservedelen, munitie en brandstof); • (groot) onderhoud; • extra onderhoud ten gevolge van een hogere inzet dan tijdens de ontwerpfase is ingeschat; • afstoting? Hoe betrouwbaar zijn de getallen die Defensie noemt? Ik adviseer dan ook een ieder het Life Cycle Costing artikel van de Militaire Spectator, jaargang 184, nummer 5 – 2015, goed te lezen. Onze uitdaging blijft dat een verkeerde inschatting dodelijk kan zijn. Operationeel, omdat je jouw mensen tijdens een missie in gevaar brengt, bijvoorbeeld omdat de inlichtingenkant niet een juiste weergave van de werkelijkheid liet zien. In het vredes bedrijfsvoeringsproces omdat de financiële middelen niet de bijbehorende uitgaven/ verplichtingen afdekken. Gevolg: opnieuw afstoten van systemen en eenheden, want meer geld naar Defensie daar geloof je toch als militair op de werkvloer niet meer in.
Kortom, of meer geld naar Defensie, of minder doelen. Ik hoef hopelijk hier niet uit te leggen dat 250 miljoen euro niet genoeg is. Maar aan de andere kant: er is toch geen dreiging voor Nederland zelf, toch? Misschien is het goed om dan nogmaals te kijken naar de speech van de oud-Commandant der Strijdkrachten generaal b.d. Peter van Uhm tijdens TEDx Amsterdam. Dat willen wij toch onze huidige militairen niet aandoen, vechten met zo’n wapen! Medezeggenschapper, als u denkt dat het binnen uw eenheid allemaal nog wel kan is dat natuurlijk uw goed recht, maar realiseert u zich wel dat niet alleen onze minister verantwoordelijk is. Een ieder binnen Defensie moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Al is het alleen maar om er voor te zorgen dat u en uw collega’s uw functies professioneel kunnen uitvoeren én dat er geen onnodige beschadigingen aan materieel plaatsvinden. Natuurlijk blijft u uw opdracht uitvoeren, zo lang als het kan en helaas ook als u niet altijd voldoende middelen heeft. Daar staan immers onze defensiemedewerkers om bekend. Sluit uw ogen echter niet op het moment dat het echt niet meer kan. Wanneer can do echt omgeslagen is in can’t do!
Nederland denkt dat deze verzekering niet meer nodig is.
5
Redactioneel Wat betekent de versnelde verhoging AOW-leeftijd voor de krijgsmacht? Dinsdag 2 juni, de laatste dag dat de ‘oude’ Eerste Kamer nog zitting had, besloot zij nog even snel in te stemmen met de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd. Met het instemmen door de Eerste Kamer wordt de AOW-leeftijd al in 2018 66 jaar en in 2021 67 jaar. Maar wat betekent dit voor de krijgsmacht? Oudere militairen
De (versnelde) ophoging van de AOW-leeftijd komt voort uit financiële afwegingen van het kabinet. Mensen leven nu en naar de toekomst toe langer, dus dat zou een groter financieel beslag gaan leggen op de AOW-uitkeringen. Om dat te voorkomen heeft het kabinet besloten om werkenden ‘gewoon’ langer te laten doorwerken. Voor het gemak (van het kabinet) zijn hierbij alle werkenden over een kam geschoren. Het is niet uit te sluiten dat de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd in de toekomst zal inhouden dat (ook) militairen langer dan nu zullen moeten blijven werken. Zeker wanneer de AOW-leeftijd blijft stijgen tot wellicht 71,5 jaar in 2060, zoals het CBS medio december 2014 verkondigde. De taakstelling van de krijgsmacht stelt echter bijzondere eisen aan militairen. De specifieke taakstelling laat het niet toe om ‘oude’ militairen in te zetten. De Verenigde Naties hanteert hiervoor bij VN-missies zelfs een harde leeftijdsgrens, voor het overgrote deel van de functies: 55 jaar. Stuurt een land een militair naar een missiegebied die daar zijn of haar 55e verjaardag viert, dan zit deze militair de volgende dag in het vliegtuig op weg naar huis. Nederland hanteert voor haar militairen dezelfde operationele leeftijdsgrens. Op grond van de specifieke (operationele) eisen die worden gesteld aan de militair kent deze een wettelijk geregelde ontslagleeftijd, die gelegen is voor de AOWleeftijd. (MAW art. 12f). Momenteel is deze ontslagleeftijd voor het (zeer) beperkte aantal militairen dat hun volledige werkende leven bij Defensie doorbrengen (nog) 60 jaar (AMAR art. 39a), en voor enkele specifieke categorieën militairen tussen de 60 en 65 jaar (AMAR art. 39b). De (versnelde) ophoging van de AOWleeftijd kent dan ook een aantal (mogelijke) gevolgen: • Militairen moeten veel langer dan nu blijven werken, waardoor er een grote(re) groep militairen ontstaat die niet inzetbaar is voor operationele inzet. Dit heeft
6
direct tot gevolg dat een kleinere groep militairen de operationele inzet, meer dan nu al het geval, voor zijn rekening zal moeten nemen. (Nu al zijn er militairen die 16 keer voor korte of lange(re) tijd op missie zijn geweest!) • Militairen moeten veel langer dan nu blijven werken, waardoor de doorstroom, in het kader van de loopbaanpatronen, verstopt raakt. Juist carrièremogelijkheden is een van de belangrijkste criteria voor de aantrekkelijkheid van een werkgever. Weinig doorgroeimogelijkheden zijn in 2015 zelfs de belangrijkste reden om van werkgever te veranderen (Whitepaper: de 50 populairste werkgevers van 2015, Intermediair, 28-05-2015). Het ‘verstoppen’ van de doorstroom zal de aantrekkelijkheid van Defensie dan ook niet doen toenemen. De GOV|MHB is van mening dat om voornoemde redenen het veel langer doorwerken door militairen onwenselijk is voor die militairen, het thuisfront en Defensie als aantrekkelijke werkgever. Defensie probeert de verhoging van de AOW-leeftijd (grotendeels) te compenseren middels een uitgekiend diensteindestelsel. Aan deze optie hangt echter een financieel beslag. Aangezien ook Defensie het geld slechts één keer kan uitgeven, zou dit kunnen inhouden dat er op andere vlakken binnen Defensie moet worden versoberd. De GOV|MHB is er van overtuigd dat de werkgever Defensie, in samenspraak met de Centrales van Overheidspersoneel (Centrales) tot zo’n uitgekiend diensteindestelsel kan komen. De grote vraag hierbij is echter of het kabinet, als veroorzaker van de problematiek én als achterban van de werkgever Defensie, op dit punt zijn verantwoordelijkheid neemt en de werkgever in deze volledig ondersteunt (ook wanneer dit financiële consequenties betreft!).
AOW-gat
Omdat de militair gedwongen ontslagen wordt vóór de AOW-leeftijd, ontvangt deze een wettelijk geregelde uitkering tot aan zijn of haar pensioen, zijnde 65 jaar. Vanaf de 65e verjaardag zou de gewezen militair
AOW en pensioen ontvangen. Echter, met de verhoging van de AOW-leeftijd blijft slechts het pensioen over en is er dus sprake van een AOW-gat. De minister van Defensie heeft, in samenspraak met de Centrales, vanuit het oogpunt van goed werkgeverschap gemeend een voorziening te (gaan) treffen ter voorkoming van een (te) grote inkomensterugval. Deze voorziening komt ten laste van de defensiebegroting. Nu de AOW-leeftijd versneld wordt verhoogd, betekent dat dat de kosten van deze voorziening op korte(re) termijn een groter beslag gaan leggen. Geld dat niet kan worden uitgegeven aan andere (noodzakelijke) zaken binnen Defensie. Omdat er, in tegenstelling tot andere werknemers, sprake is van een gedwongen ontslag, is de GOV|MHB van mening dat het kabinet hier zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Verantwoordelijkheid in vorm van additionele gelden voor Defensie, specifiek voor de voornoemde voorziening.
Samengevat
De versnelde verhoging van de AOW-leeftijd heeft door de bijzondere positie van de militair uitsluitend negatieve consequenties voor de krijgsmacht en haar militairen. Het kabinet zal als veroorzaker van de problematiek, de juiste consequenties moeten trekken.
A OW
Georganiseerd Overleg
door René Pieters
Opbouwpercentage militaire pensioenen omlaag
V
Het percentage waarmee de militaire pensioenen jaarlijks worden verhoogd wordt met ingang van 1 januari 2016 verlaagd van 1,75% naar 1,657%. Dat is de uitkomst van de vergadering van het Sector Overleg Defensie van dinsdag 2 juni jl.
ersobering van de pensioenen in 2016, als gevolg van aanpassingen van de fiscale wetgeving door de regering, een actie bekend als Witteveen II, maakte het noodzakelijk voor Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel om te praten over een eventuele aanpassing van de militaire pensioenen in 2016. Dit was voor het tweede achtereenvolgende jaar, omdat de regering ook voor 2015 de wetgeving had aangepast om de pensioenen te versoberen, bekend als Witteveen I. In 2015 hebben Defensie en de Centrales een versobering echter kunnen voorkomen door het verkrijgen van een zogenaamde fiscale aanwijzing: een goedkeuring door de fiscus van een licht van de wet afwijkende pensioenregeling. Reden voor de GOV|MHB en de andere Centrales om Defensie te bewegen ook voor 2016 een aanwijzing van het ministerie van Financiën te vragen. De GOV|MHB is namelijk van mening dat het onwenselijk is om de militaire pensioenen voor 2016 aan te passen, terwijl er in het eerste deelakkoord arbeidsvoorwaarden
een afspraak staat dat Defensie en de Centrales op een dusdanig moment overeenstemming dienen te bereiken over een nieuw militair pensioenstelsel dat deze dan op 1 januari 2017 ingevoerd kan worden. Deze afspraak betekent immers dat dan voor 2017 de militaire pensioenen wederom aangepast moeten worden.
Werkgroep Postactieven
In de Werkgroep Postactieven, waar dit onderwerp op de agenda staat, bleek dat een poging op ambtelijk niveau om het ministerie van Financiën te bewegen Defensie voor 2016 (wederom) een aanwijzing te geven, waren gestrand. Daarop heeft de GOV|MHB de minister van Defensie, net als in 2014, persoonlijk verzocht om in persoon de staatssecretaris van Financiën om een aanwijzing voor 2016 te vragen. Helaas bleek dat ook bij de tweede poging Defensie van het ministerie van Financiën te horen had gekregen dat het niet van plan was om Defensie voor 2016 wederom een aanwijzing te verstrekken. Over het alternatief voor de aanwijzing voor 2016: het verlagen van de pensioenopbouw en tegelijkertijd
het verhogen van het nabestaandenpensioen, kon vervolgens geen overeenstemming worden bereikt.
Sector Overleg Defensie
Om die reden stonden de militaire pensioenen 2016 op dinsdag 2 juni in het Sector Overleg Defensie (SOD) op de agenda. In deze vergadering heeft o.a. de GOV|MHB (nogmaals) aangegeven, op grond van bovengenoemd argument, niet van zins te zijn mee te werken aan het versoberen van de militaire pensioenen in 2016. Reden hiervoor is dat GOV|MHB van mening is dat deze regering weliswaar met de mond belijdt dat het de inzet van militairen erkent en waardeert, maar dat dit niet blijkt uit haar daden. Hierbij is de versobering van de militaire pensioenen slechts één voorbeeld. Omdat ook in het SOD de stemmen staakten, is nu de uitzonderlijke situatie ontstaan dat het bestuur van ABP een besluit moet nemen. Gebonden aan de wetgeving, zoals deze door de huidige regering is vastgelegd, zal ABP de opbouw van de militaire pensioenen in 2016 verlagen van 1,75% naar 1,657%. Een versobering van de militaire pensioenen in 2016 heeft o.a. tot gevolg dat er sprake is van premie vrijval, voor zowel de militair als de werkgever. De premie vrijval van de werknemer vloeit rechtstreeks in zijn loon. Over de premie vrijval voor de werkgever is in het SOD afgesproken dat dit geld zal terugvloeien naar de militairen. Als het aan de GOV|MHB ligt zal deze vrijval worden besteed aan verbeteringen binnen het militaire pensioenstelsel.
7
Medezeggenschap
door René Bliek
De weerbare medezeggenschapscommissie Al eerder heb ik geschreven over het stellen van de juiste vragen door de medezeggenschapscommissie (MC) aan het hoofd diensteenheid (HDE). Maar juist het stellen van die vragen kan soms leiden tot onprettige situaties. Het kan zelfs leiden tot interne meningsverschillen in de MC, met de achterban of met het HDE.
H
et is voor mij een gegeven dat er meningsverschillen zijn. Er zijn immers verschillende belangen. Dat wil echter niet zeggen dat partijen niet respectvol met elkaar om kunnen gaan. Belangrijk is wel dat partijen elkaar goed begrijpen. Harder gaan praten betekent niet dat je gelijk krijgt. Een goed voorbeeld om aan te geven hoe moeilijk elkaar begrijpen kan zijn, is de gevoerde discussie over het ‘geneeskundig voorzieningen niveau’ bij Defensie tussen de bonden, HDE’n, de projectleider en MC’s. Voor mij is het daarbij logisch dat je anderen beïnvloedt en zelf wordt beïnvloed. Een ieder doet dat veelal reeds ongemerkt in zijn eigen privé- en werkomgeving. Je probeert dingen naar je hand te zetten, kleine kinderen zijn hier tegenover hun ouders al meesters in.
Manipuleren
Sommige mensen accepteren geen nee: ze blijven proberen om anderen op meerdere manieren te manipuleren. Manipuleren heeft veelal een negatieve klank, maar dat is naar mijn mening te kort door de bocht. Het is voor een ieder zijn of haar eigen verantwoordelijkheid in hoeverre je je laat manipuleren. Dat moet wel gebeuren op basis van gelijkwaardigheid en transparantie. Gelijkwaardigheid betekent in deze dat je zowel invloed geeft als ontvangt. Transparantie betekent dat je je hiervan bewust bent. Dat houdt wel in dat jij, als uniek persoon die bewust manipuleert, erop aanspreekbaar bent. Manipuleren gebeurt natuurlijk ook binnen Defensie. Gerelateerd aan de medezeggenschap zie je o.a. de volgende tactieken: • Ze zetten je onder druk: “Je moet nu instemmen met dit reorganisatieplan, anders verliezen we te veel tijd en dat is niet goed voor de achterban. Die wil duidelijkheid”; • Ze schuiven het probleem af : “Daar heb ik geen zeggenschap over, dat ligt op een hoger dek”; • Ze doen net alsof ze het beste met je voor hebben: “Het is ook in jouw voordeel dat je nu instemt”; • Ze bagatelliseren het onderwerp van besluitvorming:
8
“Ach, doe niet zo moeilijk, het valt toch wel mee met die werkdruk”. De medezeggenschapscommissie moet zich daarbij altijd realiseren wat het doel is van die manipulatie. De belangrijkste daarvan zijn: • Je wilt je zin krijgen; • Je wilt risico mijden. Zowel het HDE als de medezeggenschapscommissies zijn gevoelig voor manipulaties. Het is belangrijk dat je om kunt gaan met de manipulaties van anderen en dat je bewust keuzes maakt bij het beïnvloeden van anderen. Medezeggenschapper, probeer te ontdekken wat de beste argumenten of ideeën zijn over het bereiken van een win-winsituatie. Goede argumenten gedijen in transparantie. Probeer als medezeggenschapper je eigen belang niet te laten prevaleren. Je zit er immers niet voor jezelf, maar voor de achterban. Ik begrijp dat dit soms erg moeilijk kan zijn, maar het draagt wel bij tot een grotere professionaliteit van de medezeggenschapscommissie. Probeer wel elkaar
er op aan te spreken als je denkt dat een collega voor eigen belang gaat. Vergeet ook niet dat het HDE een eigen belang heeft, wat trouwens niet wil zeggen dat dit belang niet goed is voor de betrokken eenheid. Kijk maar naar de verschillende defensieonderdelen, ook die proberen op argumenten een deel van het geld dat de belastingbetaler aan Defensie besteed te claimen. Kortom, vergeet niet dat ieder mens zeggenschap heeft over eigen normen, waarden en gedragingen. Juist bij Defensie zijn die normen hoog, maar ook de verwachtingen van de belastingbetaler m.b.t. Defensie zijn hoog. Vinden wij als individu en als medezeggenschapper dat wij niet meer waar kunnen maken dat wat de politiek van ons verwacht, dan kan er een tijd komen dat de medezeggenschap aangeeft dat bepaalde organisatiedelen niet meer voor hun taak berekend zijn. Grenzen laten ook zien waar wij verantwoordelijk voor willen zijn en waar we niet verantwoordelijk voor willen zijn. We moeten duidelijk maken wat we wel en wat we niet (meer) accepteren. Het is en blijft dus uitdagend die medezeggenschap.
Draag niet dit t-shirt en besluit pas na het horen van alle argumenten.
Computips
door Leen van der Biessen
Waar ben ik? Als Columbus geweten had dat hij in Amerika was i.p.v. in India, zouden de Indianen nu heel anders heten. Plaatsbepaling is een essentieel onderdeel van het leven geworden. GPS We willen allemaal graag weten waar we zijn. Waar we nu de beschikking hebben over GPS (Global Positioning System) waren er tijden dat we het alleen met de klok, de sextant en het kompas konden uitvinden. In de zestiger jaren maakten we bij de Marine gebruik van het zgn. Decca systeem. Dat werkte alleen langs de kusten van WestEuropa, maar was wel redelijk nauwkeurig. Moest je verder dan had je LORAN (Long Range Navigation,) maar dat was een stuk minder nauwkeurig. Hoe anders is het nu, met een eenvoudige smartphone kan je tegenwoordig al je positie bepalen. Navigatie voor de auto
Voor de losse kastjes is in mijn visie TomTom nog steeds de beste. Voor de telefoon kan je ook de TomTom app kopen maar die is vrij prijzig. De aangewezen app hiervoor is Here van Nokia, waarmee je gratis offline kaarten kan downloaden en dat werkt prima. Outdoor navigatie De vele wandelaars en fietsers onder ons willen natuurlijk graag weten waar ze zijn, maar ook weten hoe ze bijv. een route moeten lopen, hoe je die verkrijgt en vervolgens in je apparaat krijgt. Hiervoor bestaan twee mogelijkheden: Je doet het met je telefoon, of je doet het met een speciaal daarvoor geschikt outdoor apparaat. Outdoor met je telefoon De hiervoor aangewezen app is OSMAND (Open Street Map All Navigation Device) voor zowel iOs als Androïd. Deze app is geba-
seerd op de kaarten van het Open Street Map project, (www.Openstreetmap.org), dat wereldwijd door vrijwilligers wordt gemaakt en veel nauwkeuriger kaarten oplevert dan bijv. Google Maps. Waar je bij Google Maps altijd online moet zijn, kun je bij OSMAND de kaarten downloaden voor offline gebruik. De gratis app is beperkt tot het downloaden van 10 kaarten. Als je de app koopt voor het luttele bedrag van 7 euro éénmalig, kan je ongelimiteerd kaarten, stemmen en zelfs offline Wikipedia per land downloaden. Als je kaarten download zorg er dan via de instellingen in de app zelf voor dat die op de externe micro-SD kaart worden gedownload. Kaarten nemen immers veel ruimte in beslag. Een micro-SD kaart van 32 Gb koop je tegenwoordig voor ca 15 tot 20 euro. Er is één nadeel aan deze app, de interface is wat minder makkelijk en het kost enige tijd voordat je er goed mee kan omgaan. Met de app kan je navigeren met zowel de fiets (er zijn steeds mooiere fietshouders te koop), lopend of met de auto, van tevoren te kiezen als je een route instelt. Zorg ervoor dat de kaartrotatie in de beweegrichting is om deze goed te kunnen blijven aflezen tijdens het navigeren. OSMAND kan ook GPX bestandjes inladen waarmee je van tevoren tochten kan downloaden (iets wat bij Google Maps ten enenmale ontbreekt); hierover later meer. Er zit in de app een uitgebreide ook offline POI (Points of Interest) database en ook de Wikipedia functie (voor de betaalde app). Vooral in het buitenland waar online zijn duur is, is dit een uitstekende manier om zaken die om je heen zijn te weten, want de Wikipedia plug-in weet waar je bent en geeft naar aanleiding daarvan de relevante informatie weer. Outdoor met je telefoon: de nadelen Outdoor met je telefoon heeft echter ook nadelen. Ten eerste; als je het scherm permanent hebt aanstaan op maximale helderheid, want dat wil je buiten, dan gaat de batterij natuurlijk niet langer dan een uur of twee mee. De oplossing hiervoor is de aanschaf van een powerbank. Een powerbank
van 6000 mAh waarbij je een gemiddelde smartphone ca. twee keer kunt opladen kost ca. 40 euro. Zie bijv. www.xtorm.eu. Voor de fiets zijn ook USB opladers te koop die op de naafdynamo kunnen worden aangesloten, maar deze zijn wel redelijk kostbaar. Het volgende nadeel is het scherm zelf. In fel zonlicht, (de gewenste omstandigheid als we outdoor gaan) is dat slecht af te lezen. De Samsung super AMOLED schermen doen het wel het beste in deze omstandigheid. Ten derde komen we natuurlijk outdoor ook nog wel eens regen tegen, en daar kunnen de gemiddelde smartphones niet zo goed tegen. Er zijn wel modellen zoals de Sony Experia lijn en sommige Samsung modellen die waterdicht zijn, maar daar zit natuurlijk ook weer een prijskaartje aan vast. Outdoor met een speciaal apparaat Ik beperk mij hier tot de recreatieve wandelen fietsnavigatie. Het hiervoor aangewezen apparaat is de Garmin Oregon 650. Dat is op dit ogenblik het beste apparaat voor de wandelaar en fietser die wil weten waar hij of zij is. Het apparaat is minder geschikt voor navigatie in de auto, het kan overigens wel. Dit apparaat heeft een scherm dat je in fel zonlicht nog gewoon heel goed kan aflezen, is waterbestendig en heeft twee AA-batterijen als voeding, die je makkelijk kunt wisselen met andere (oplaadbare) AAbatterijen. Een hoogtemeter, een 3-assig elektronisch kompas en een camera zijn ook aanwezig. Ook hier geldt dat het apparaat zeer veel mogelijkheden heeft en er wel enige tijd in moet worden gestoken om het onder de knie te krijgen. De beste manier om dat te doen is via het boekje GPSwijzer van Foeke Jan Reitsma en Joost Verbeek. Waypoints en foto’s Met de Oregon kun je heel gemakkelijk waypoints maken (via een hardware knop)
9
nelux en omringende landen zijn te vinden op www.freizeitkarte-osm.de. Op deze site zijn vrijwel alle kaarten van West-Europa direct te downloaden. Voor overige gebieden kunnen kaarten worden aangemaakt via http://garmin.openstreetmap.nl. Hierbij kies je een eigen grid uit, die dan wordt gegenereerd en naar je eigen e-mail adres wordt gestuurd. Voor de fietsers onder ons kan je de Benelux fietskaart met knooppunten weergave downloaden van www. openfietsmap.nl. Voor onze watervrienden zijn er ook kaarten beschikbaar via www. openseamap.org. Garmin zelf biedt topografische kaarten die alleen al voor de Benelux 139 euro kosten en niet veel meer informatie geven dan de OSM kaarten.
waarnaar je terug kunt navigeren. Je kunt ook een foto maken waarnaar toe je terug kunt navigeren. Satelliet systemen De Oregon serie toestellen kunnen de twee nu operationele satellietsystemen ontvangen, zijnde het Amerikaanse GPS systeem en het Russische Glonass systeem. Als beide systemen zijn ingeschakeld geeft dat een zeer nauwkeurige positie tot op 2 of 3 meter. Vooral voor geocachers (spoorzoeken m.b.v. van GPS apparaten) is dit een fijne optie. Voor normaal gebruik is GPS alleen nauwkeurig genoeg. Als er twee systemen staan ingeschakeld kost dat uiteraard ook meer batterij power. Of in de toekomst het Europese Galileo GPS systeem ondersteund gaat worden is nog niet bekend.
GPX tracks GPX files zijn een op een XML standaard gebaseerde bestands format, waarin gewoon lengte- en breedtegraad informatie staan. We spreken in het algemeen over GPX tracks (soms ook wel spoor genoemd). Op het internet zijn op vele sites een onnoemelijke hoeveelheid GPX-tracks te vinden die dan in de Oregon- of de OSMAND
Waar ben ik geweest Zowel in de OSMAND app als in de Oregon zijn er mogelijkheden om je eigen routes op te nemen en op te slaan als GPX track. De Oregon heeft hiervoor uitgebreide voorzieningen en heeft ook nog de functie BackTrack, waarmee je een zojuist opgenomen track kan teruglopen of fietsen. Om een route op te nemen is ook de Google app MyTracks zeer geschikt. Alternatieven Voor de fietser is er tegenwoordig ook de Mio Cyclo serie. Deze is alleen geschikt voor de fietser en niet voor de wandelaar en moeilijk te beheren, heeft geen verwisselbare batterijen en het scherm haalt het niet bij dat van de Oregon. Dit is geen goede investering voor het geld dat je er voor moet betalen. Winkels De Oregon is natuurlijk geen eenvoudig apparaat en die kan je het beste kopen in een gespecialiseerde winkel zoals Waypoint. Zie www.gps.nl.
Kaarten voor de Oregon Tegenwoordig zijn alle benodigde kaarten gratis te downloaden. Kaarten voor de Be-
app kunnen worden ingelezen. Als je dan in het gebied bent, kun je de track via het apparaat of de app gaan wandelen of fietsen. Een van de mooiere sites voor wandelaars is www.mooisteroutes.nl. Dit is de opvolger van het ooit zeer populaire On-track. Hoe maak je eigen routes Voor de fietser is er de mooie site www. route.nl (van de Falk kaartenmakers organisatie), waarin duizenden knooppuntroutes zijn te vinden en waarmee ook eigen knooppuntroutes kunnen worden gemaakt. Als je een account hebt aangemaakt, kun je de kaart en de beschrijving downloaden, maar ook de GPX track opslaan en vervolgens gebruiken. Garmin stelt het programma Basecamp (als opvolger voor MapSource) tegenwoordig gratis beschikbaar. In dit programma kun je via bovengenoemde kaartensites ook kaarten verkrijgen speciaal voor Basecamp.
10
Met Basecamp kan je de Oregon beheren, maar ook eigen routes maken en als GPX exporteren voor andere apparaten en apps. Voor de fietsers is er ook de app Bikenode, die alle NL knooppunten laat zien.
Workshop Bij voldoende belangstelling zal er op 15 en 17 september 2015 van 17.30 tot ca 21.00 in het pand van de GOVMHB/KVMO/ NOV op de Wassenaarsweg 2, 2596 CH te Den Haag, een workshop over dit onderwerp worden gehouden, exclusief voor GOV|MHB leden (KVMO, NOV, KVNRO, MHB). De kosten hiervan bedragen 30 euro per persoon, incl. rijstmaaltijd. U kunt uw belangstelling hier voor kenbaar maken via het email adres:
[email protected]. Op de www.prodef.nl vindt u een iets uitgebreidere versie van dit verhaal met aanklikbare links.
Pensioenen
Gezocht:
Lid Werkgroep Pensioenen en Sociale zekerheid GOV|MHB De Werkgroep Pensioenen en Sociale zekerheid (WPS) met leden van alle bij de GOV|MHB aangesloten verenigingen, is op zoek naar een nieuw lid namens de vereniging van burgerambtenaren, de VMHB.
D
e werkgroep adviseert het bestuur van de GOV|MHB op de terreinen van sociale uitkeringen en pensioenen, en specifieke defensieregelingen zoals de SBK’s en de UGM. De werkgroep functioneert verder als denktank voor ontwikkelingen op de genoemde terreinen. Leden van de WPS maken deel uit van verschillende overleggen bij o.a. Defensie, de CMHF en het ABP. Onderwerpen die daarin aan de orde komen worden in de WPS besproken en zo mogelijk van een advies voorzien. Het gaat om stevige, vaak financieel-technische kost, waarvoor we iemand zoeken die liefst bekend is met de materie. Bij het burgerlid gaat het ook om iemand die denkt en spreekt vanuit de burgerbelangen en die o.a. specifiek de wijzigingen in de middelloon pensioenregeling bij het ABP in de gaten houdt. De werkgroep vergadert maximaal één keer per maand twee uur tijdens kantoortijden op het kantoor van de GOV|MHB in Den Haag. De voorbereidingstijd is afhankelijk van de materiekennis een halve tot een hele dag per vergadering. Heeft u interesse in de functie neem dan contact op met de voorzitter van de werkgroep, Martin Weusthuis op tel 070 3839504.
Medezeggenschap De volgende medezeggenschapsverkiezingen zijn gepland: Defensieonderdeel Eenheid
Uiterste datum indienen kandidatenlijst
Kiesdatum
CZSK
DOPS Zr. Ms. Johan de Witt
gesloten
22-06-2015
CDC
Interne Ondersteunings Groep van staf Divisie facilitair en logistiek
gesloten
16-07-2015
CDC
Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum (voorheen IDGO)
15-07-2015
26-08-2015
DMO
Defensie Pijpleiding Organisatie
05-08-2015
23-09-2015
Kijk voor de actuele verkiezingen op:
www.ProDef.nl
11
Juridische zaken
door Bert Blonk
Bevordering tot eerste luitenant ten onrechte uitgesteld Een officier in opleiding was in augustus 2012 bevorderd tot tweede luitenant. Toen in augustus 2014 de bevordering tot eerste luitenant moest komen, ontstond er een probleem.
D
e militair had in juni 2014 een besluit ontvangen waarin zijn bevordering tot eerste luitenant per augustus 2014 was aangekondigd. Maar nadat hij in augustus, ten overstaan van collega’s, de rangonderscheidingstekens uitgereikt had gekregen, ontving hij in november 2014 een besluit met de strekking dat de bevordering met een jaar was uitgesteld. De opgegeven reden was dat de militair nog niet beschikte over de vereiste ervaringsopbouw. De militair was het daarmee niet eens en maakte bezwaar tegen dat besluit. Voor de hoorzitting verzocht hij mij hem te ondersteunen. De militair voerde aan dat hem niet kon
worden verweten dat zijn opleiding zodanig vertraagd was, dat hij pas in juni 2014 aan zijn startfunctie kon beginnen. Ook voerde hij aan dat een aantal collega’s die ook te kampen hadden met vertraging in de opleiding, maar die een paar maanden eerder met hun startfunctie waren begonnen, wel in augustus 2014 de bevordering hadden gekregen. Tot slot beriep hij zich op het feit dat, met het besluit van juni 2014 en het feitelijke bevorderingsritueel, de bevordering vast stond en niet meer mocht worden ingetrokken. Het besluit op bezwaar pakte goed uit; de militair werd alsnog per augustus 2014
bevorderd. Helaas gaf het besluit geen inzicht in de overwegingen die daartoe hadden geleid. Slechts was vermeld dat hem in zijn specifieke geval de ervaringseis niet kon worden tegengeworpen. Was hier sprake van angst voor precedentwerking dat het bevoegde gezag ervan weerhield om de juistheid van de bezwaargronden te erkennen? Was het bevoegde gezag van mening dat de gestelde feiten tezamen in redelijkheid de bevordering rechtvaardigden, ongeacht de juridische beoordeling van de bezwaargronden? We zullen het nooit weten, maar het resultaat was wel mooi binnengehaald.
advertentie
Oversluiten van uw hypotheek Via onze website kunt u zelf een aantal zaken rondom de hypotheek uitzoeken en berekenen. Bijvoorbeeld of het oversluiten van uw hypotheek zinvol kan zijn. De rentes zijn op dit moment historisch laag. Wij krijgen daarom steeds meer vragen of het verstandig is de hypotheek over te sluiten. Of oversluiten zinvol is hangt samen met diverse factoren. Bijvoorbeeld uw toekomstplannen, maar bovenal met de kosten waar u mee te maken krijgt. Vaak betaalt u een boete als u de hypotheek over wilt sluiten. Ook krijgt u te maken met andere bijkomende kosten zoals: taxatie, notaris, advieskosten, eventuele NHG kosten etc.
rentevaste periode wordt gemiddeld met de lagere rente van uw nieuw te kiezen rentevaste periode. Rentemiddeling kan zinvol zijn indien de rente bij uw huidige geldverstrekker lager is dan de rente die u nu betaalt. Of als u over een langere periode zekerheid wilt. Rentemiddeling is minder interessant voor (bank)spaar en hybride hypotheken. Hoe lager de betaalde rente, des te hoger de spaarpremie - en vice versa. Dit heeft dus een dempend effect op de maandlasten.
Zelf berekenen of oversluiten zinvol is Het is verstandig uw hypotheek periodiek onder de loep te nemen. Middels de berekeningsmodule via onze website www.prinsenland. nl kunt u zelf een berekening maken. In de berekeningsmodule wordt al rekening gehouden met bijkomende kosten voor het oversluiten waaronder de boeterente. Wij gaan uit van een terugverdientermijn van de bijkomende kosten binnen de restant rentevaste periode. De berekeningsmodule is slechts ter indicatie. Wilt u advies? Dan zult u contact met ons op moeten nemen.
Niet alle banken werken mee aan rentemiddeling. Banken waarbij rentemiddeling mogelijk is zijn bijv. (hangt af van type product); Centraal Beheer Achmea, ING, Obvion, Regiobank, SNS, Van Lanschot, Westland Utrecht en Woonfonds.
Rentemiddeling Rentemiddeling is wat anders dan het oversluiten van de hypotheek. Rentemiddeling houdt in dat de rente van de restant
Heeft u hulp nodig of is iets onduidelijk? Dan bent u uiteraard van harte welkom om contact met ons op te nemen: 010 - 455 25 00. Voordeligste rente 10 jaar vast NHG vanaf 2,15 % (per 11 juni 2015) Voordeligste rente 20 jaar vast NHG vanaf 2,60 % (per 11 juni 2015)
Tel 010-4552500 | www.prinsenland.nl |
[email protected] | facebook.com/prinsenland
12
Pensioenen
door Martin Weusthuis
Gepensioneerdenorganisaties kiezen voor persoonlijke pensioenrekening In een publicatie april 2015 hebben o.a. de pensioenkoepels KNVG en NVOG hun voorkeur uitgesproken voor een nieuw pensioenstelsel in de vorm van een persoonlijke beleggingsrekening, die ook gaat gelden voor de reeds gepensioneerden. De ANBO vond het nog te vroeg voor deze ingrijpende stellingname.
D
e gepensioneerdenorganisaties concluderen dat de eisen van het nieuwe FTK (stelsel van rekenregels voor pensioenfondsen) zullen leiden tot een lange tijd van niet indexeren en dus een verlies van koopkracht. De organisaties constateren dat de huidige zekerheid die is ingebouwd in de pensioenregelingen van Nederlandse pensioenfondsen met een eindloon- of een middelloonstelsel, slechts schijnzekerheid biedt. De buffers die langdurig moeten worden opgebouwd om die zekerheid te gaan bieden, vragen zoveel kapitaal dat tijdens die opbouw indexatie niet mogelijk zal blijken. De gepensioneerdenorganisaties willen geen buffers opbouwen voor toekomstige generaties. Keuze voor reëel stelsel De gepensioneerdenorganisaties stellen zich de vraag wat de voorkeur geniet: A. een stelsel met een hoge mate aan schijnzekerheid, met hoge buffers en een prudent beleggingsbeleid, waardoor de uitkeringen in reële termen 30% tot 40% lager uitkomen dan onder B; B. een stelsel zonder zekerheid met meer beleggingsvrijheid en een prudent premie- en uitkeringsbeleid, waardoor een relatief hoge, stabiele en geïndexeerde pensioenuitkering kan worden bereikt. Het antwoord is dat een nieuw stelsel niet meer moet worden gebaseerd op zekerheid, omdat die zekerheid niet bestaat en de prijs ervoor te hoog is. Gekozen wordt voor een variatie op variant 4 in het SER-rapport over de toekomst van pensioenregelingen in Nederland. De gepensioneerdenorganisaties spreken van het Individueel Solidair Defined Contribution (ISDC) systeem: • iedere deelnemer, ook de gepensioneerde, heeft zijn eigen pensioenbeleggingsrekening; • alle deelnemers, ook de gepensioneerden, delen collectief het beleggingsrisico; • alle deelnemers, ook de gepensioneerden delen collectief het langlevenrisico; • na pensioendatum worden de pensioenuitkeringen onttrokken aan de pensi-
oenbeleggingsrekening. Administratieve splitsing in een opbouw- en een uitkeringsfase, zoals in variant 4 van de SER, is niet nodig. Overgang naar de persoonlijke pensioenrekening De transitie naar de persoonlijke pensioenrekening wordt vorm gegeven door de actuariële geldswaarde behorend bij de opgebouwde pensioenaanspraken uit te rekenen en die vervolgens toe te kennen aan de individuele deelnemer. Dat is een momentopname en daarna is die geldswaarde en dus het pensioen, onderhevig aan het rendement op beleggingen in het fonds en de risico’s zoals bijv. het langlevenrisico. Jaarlijks wordt de balans opgemaakt en het nieuwe pensioen vastgesteld. Een deel van het vermogen wordt niet toegekend aan de individuele deelnemer, maar komt terecht in een collectieve buffer op fondsniveau. Die wordt zo klein mogelijk gehouden. Doorsneepremie De ouderenorganisaties onttrekken zich aan de discussie over de wijze van premiebetaling. Dat is een veel besproken punt in de discussie over de toekomst van de Nederlandse pensioenen. In het huidige systeem betaalt de jongere actieve actuarieel gezien te veel premie voor zijn pensioenopbouw en de oudere actieve betaalt te weinig premie voor zijn pensioenopbouw. De ouderenorganisaties zeggen simpelweg dat die discussie hen niet deert omdat gepensioneerden in hun actieve loopbaan alle fases van premiebetaling hebben doorlopen, dus uiteindelijk een actuarieel faire premie hebben betaald. Er is geen enkele grond, juridisch, economisch of moreel, zo stellen de organisaties, om de kosten die samenhangen met het verlaten van de systematiek van de doorsneepremie, ten laste te brengen van het fondsvermogen. Het feit dat vele gepensioneerden in de goede beleggingsjaren van de vorige eeuw, onafhankelijk van hun leeftijd geen actuarieel kostendekkende premies hebben betaald, wordt niet aangeroerd.
Het pensioen Het moet heel duidelijk zijn dat het uiteindelijke pensioen niet een zeker pensioen is, maar een beoogd pensioen op basis van een aantal prudente rekenregels. “Dit beoogd pensioen beoogt geen enkele garantie, noch zekerheid te geven… Het per deelnemer bepaalde ‘beoogd pensioen’ wordt o.b.v. een zorgvuldige omschrijving en zonder garanties, zekerheden of omringende waarschijnlijkheidsgebieden gecommuniceerd naar de deelnemers.” Het daadwerkelijk uitbetaalde pensioen op pensioendatum kan dus afwijken van dat beoogd pensioen. Doordat het langlevenrisico wordt gedeeld door alle deelnemers, incl. de gepensioneerden, wordt het beoogd pensioen levenslang uitgekeerd. Tevens willen de gepensioneerdenorganisaties het mogelijk maken om het saldo van de pensioenbeleggingsrekening aan te wenden voor bijzondere bestedingen, bijv. aflossing hypotheek en besteding aan zorg voor de deelnemer of de partner. GOV|MHB Geholpen door de strenge indexatie-eisen van het nieuwe FTK komen de gepensioneerdenorganisaties tot dit veel op het standpunt van de VCP (de vakcentrale waarbij de GOV|MHB is aangesloten) lijkende voorstel. Het ISDC-voorstel beperkt zich wel tot zaken die alleen de gepensioneerde aangaan. Maar dat een aantal toonaangevende gepensioneerdenorganisaties het ontbreken van zekerheid in de pensioenen onder ogen ziet verdient onze belangstelling.
13
Koninklijke PIT Pro Rege lanceert nieuw programma en nieuwe website “De naam Hulp voor Helden staat symbool voor onze missie” De stichting Koninklijke PIT Pro Rege (stichting KPPR) zet zich al ruim 140 jaar in voor het welzijn van mensen die militair of veteraan zijn. Recent lanceerde de stichting een nieuw programma. Onder de naam Hulp voor Helden gaat KPPR donateurs werven en nieuwe projecten ondersteunen. De naam ‘Hulp voor Helden’ zal beeldbepalend worden voor de stichting. “Voor onze trouwe achterban is de naam ‘Koninklijke PIT Pro Rege’ heel vanzelfsprekend. Er ligt een stuk geschiedenis in opgesloten”, zegt directeur Cor Louwerse. “Onze wortels gaan terug naar 1874, toen De Nederlandse Militaire Bond werd opgericht, de eerste militair tehuisorganisatie. In de jaren die volgden, werden ook andere activiteiten ontplooid. Uiteindelijk bundelden de stichtingen PIT en KNMB Pro Rege hun krachten en gingen in 2009 verder onder de naam ‘Koninklijke PIT Pro Rege’. In de volksmond wordt deze naam al afgekort tot ‘KPPR’.” Betrokkenheid vergroten De oorspronkelijke achterban van Stichting KPPR is aan het vergrijzen. Een goede reden om de promotie van de stichting nieuw leven in te blazen. “Wij willen jongere mensen nadrukkelijk bij de stichting betrekken. Voor hen is de naam ‘Koninklijke PIT Pro Rege’ nietszeggend en ronduit ingewikkeld. Daarom presenteren we onze projecten onder de naam ‘Hulp voor Helden’. Deze naam geeft precies aan waar wij voor staan. In de wereld van vandaag en morgen is er meer dan ooit behoefte aan hulp voor helden.” De missie van Hulp voor Helden Met deze ‘helden’ doelt Louwerse op mensen die militair of veteraan zijn. Als professionals zijn zij in dienst van Defensie. Maar als mens hebben zij behoefte aan aandacht, erkenning en steun. “Wij zien het als onze missie om het welzijn te bevorderen van mensen die militair of veteraan zijn. Daarbij hebben we ook veel aandacht voor hun thuisfront. Iedereen moet deze militairen en veteranen gaan zien als helden, om de eenvoudige reden dat zij zich inzetten en offers brengen voor de veiligheid en vrede in de wereld”, stelt Louwerse. “Ze worden vaak geconfronteerd met vijanden als angst, eenzaamheid, gebrek aan erkenning, emoties en herbelevingen: ervaringen die inslaan als een bom. Daarom moeten we hen en hun thuisfront bijstaan.” Ondersteuning met fondsen Onder de naam Hulp voor Helden voegt de stichting de daad bij het woord. Voor de uitvoering van activiteiten werkt Hulp voor Helden samen met uiteenlopende organisaties. De nieuwe website laat zien welke projecten Hulp voor Helden ondersteunt. “We maken het bovendien mogelijk om voor een specifiek project te doneren”, zegt Louwerse. “Mensen kunnen zelf kiezen waaraan ze willen bijdragen. Daarmee willen we de betrokkenheid van donateurs verder vergroten.” Aansprekende projecten Op de website is bij elk project te zien hoeveel procent van het streefbedrag dat jaar is binnengehaald. Louwerse licht de structuur van de projecten verder toe. “We richten ons op drie hoofdthema’s, die elk een eigen website hebben binnen de portal www.hulpvoorhelden.nl. Helden Actief ondersteunt militairen in actie. Projecten zijn onder meer de ECHOS Homes en dagboekjes. Helden Terug richt zich op ondersteuning van veteranen. Goede voorbeelden zijn de Veteranenhond en de Witte Anjer. En onder de naam Helden Spirit zetten we ons in voor aandacht, steun en geestelijke verzorging.” Gedeelde missie “We hopen dat heel Nederland onze missie gaat delen. Laten we onze militairen en veteranen de aandacht, erkenning en steun geven die zij verdienen!”
[Zie vervolgpagina voor verkorte versie.]
14
www.hulpvoorhelden.nl
Over Defensie
door Tom Kofman
Terug naar de tijd van toen…
E
Van het arbeidsvoorwaardenfront valt niet veel meer te melden dan dat er zijdens de werkgever weinig beweging in zit. Sector Rijk en politiebonden resten niet veel meer dan actie voeren tegen deze al jaren voortetterende halsstarrigheid. Sector Defensie maakt even pas op de plaats in de luwte van het strijdgewoel.
r is dus ruimte voor andere zaken! De afgelopen tijd kwam een aantal keren de naam van het slaperige Franse plaatsje La Courtine naar boven drijven. De eerste keer was toen mijn dochter (op weg naar een geheel zelfvoorzienende bio-boer in de Creuse) belde met de mededeling dat zij op een verharde weg reed waar overal bordjes opdoemden met de tekst Danger de mort. Kon dus niet anders dan de directe omgeving van La Courtine zijn. De tweede keer was aan de hand van een zeer leesbaar artikel over dit Franse oefenoord in de Defensiekrant. De landmacht is terug op het oude nest. Het 17e pantserinfanteriebataljon oefent op deze historische gronden. Dit artikel direct digitaal doorgezet naar een aantal oud La Courtine-gangers. Ik meldde het voorafgaande tevens aan een aantal medelanders in de Limousin en dat leverde nog al wat reacties op. De voorganger bij de Telegraaf van de illustere Henk van der Meijden (pagina Privé), dhr. L. van Dam, vertelde mij dat hij
in de jaren zestig een keer door zijn toenmalige hoofdredacteur J.J.F. Stokvis naar La Courtine werd gestuurd om verslag te doen van een door Defensie georganiseerde bonte avond met de artiesten André Carrell (conferencier en vader van der Rudi), het komisch duo de Wama’s (Dick en Wim) en de zangeres Conny Vandenbos (een roosje). Transport vice versa met een vliegtuig van Defensie. Dolle pret en een doorslaand succes. Mijn directe buurman deed de ontboezeming dat hij ooit zijn in La Courtine gelegerde broer was gaan opzoeken. In die tijd kon je de bloemetjes daar nog eens lekker buiten zetten. La Courtine heeft haar bekendheid in niet geringe mate te danken aan een ander groot Neerlandsch artiest, t.w. de komiek/zanger/acteur Rijk de Gooijer (duo Kraaijkamp/De Gooijer). Hij bracht de lofzang “Brief uit La Courtine” ten gehore op vinyl, radio en TV. Het werd toentertijd een absolute hit. Onvergetelijk: de generaal die door een slang werd gebeten en de trieste officier Aernoud Dendermonde, waarvan slechts de bril werd teruggevonden.
Tijd om zelve maar eens op locatie te gaan proeven wat La Courtine zoal te bieden heeft. Bleek achteraf zo haar beperkingen te hebben… Het was om te beginnen een schitterende lentedag met strak blauwe hemel, zonder ook maar een zuchtje wind en een buitentemperatuur van een dikke 20 gr/C toen ik de 4 x 4 over de prachtige, bochtige wegen van de Limousin en de Creuse naar het oord van bestemming dirigeerde. De gebouwen van het kazernecomplex (Quartier général Benoît) lagen er spic en span bij, maar verder viel er in het dorp minder dan niets te beleven. De drie terrassen zaten zonder klandizie, het SNCFstationnetje was voor de helft geannexeerd door de lokale boulangerie en verder leek het dorp een doorgangsroute voor vrachtauto’s. Doodtij zo gezegd, maar ik heb geen enkele spijt van het uiterst aangename tripje naar dit oord met landmachtwortels uit lang vervlogen tijden. Moraal van dit verhaal: internationale samenwerking maakt een hoop los en is -net als melk- �goed voor elk!
15
Haal meer uit uw lidmaatschap!
Met onderstaande bedrijven en organisaties hebben we afspraken gemaakt die extra voordeel kunnen opleveren! Verzekeringen met interessante kortingen OHRA • Inter Assure • InterPolis Hypotheken met gunstige voorwaarden Rabobank Adviseurs voor hypotheken en verzekeringen Prinsenland Adviseurs Reizen met aantrekkelijke korting Avis autohuur • Weekendjeweg.nl KLEDING WEBWINKEL MET GROTE COLLECTIE UNDERFASHION.NL Cards tegen bijzondere tarieven American Express • Mastercard Persoonlijke ontwikkeling Open Universiteit Nederland picompany
En dit is nog niet alles, ga voor het volledige overzicht van onze voordelen, inclusief alle info naar: www.prodef.nl/ledenvoordeel. Mailen kan ook:
[email protected]
KVNRO