ProDef BULLETIN PROFESSIONALS BIJ DEFENSIE foto: wikipedia.org
augustus 2015 | nummer 5
INHOUD
Oxi of Nai
2
Column duo-voorzitter
door Marc de Natris
3
Voorlopig akkoord loonsverhoging Defensie
6
AOW-gat voorziening voor Defensie
Op het moment dat ik dit schrijf staat het zomerreces voor het Georganiseerd Overleg voor de deur. Ik verwacht dat de zomer 2015, net als vorig jaar, geen komkommertijd zal blijken te zijn.
7
Aanpassing Toelage Buitenland
9
GOV|MHB Medezeggenschapsdag
10
Pensioenstelsel Nederland opgeschud
11
Nabestaandenpensioen militair omhoog
13
Versterking veiligheidsketen KMar
14
Reorganisatie IT Defensie
16
Column vice-voorzitter
9 12
EN VERDER Overzicht MZ-verkiezingen Juridisch: Verklaring Geen Bezwaar Gevaar van onbetaald verlof
www.ProDef.nl
H
et Griekse Oxi en later Nai zal, ook nu de Grieken in de eurozone willen blijven, de gemoederen bezig blijven houden. Wat de uitkomst ook wordt, het Nederlandse deel van de rekening zal uiteindelijk bij de belastingbetaler worden neergelegd. Ik verwacht dan ook dat de eerste gevolgen van de Griekse crisis zullen doordreunen in de begroting 2016 die op ‘Prinsjesdag’ zal worden gepresenteerd. Ik ben benieuwd waar dan de rekening zal worden weggelegd. Ik hoop voor Defensie dat het Kabinet deze keer niet voor de gemakkelijkste weg kiest en de motie-Van der Staaij nog verder uitkleedt. Immers, iedere keer als er weer ‘moeilijke’ beslissingen in het belang van Nederland moeten worden genomen zijn Defensie en het defensiepersoneel het haasje. Ik zeg op voorhand dan ook Oxi tegen deze strategie. Zoals gebruikelijk in het Georganiseerd Overleg zijn er voor het scheiden van de markt, in de laatste weken voor het reces, nog de nodige afspraken met de werkgever gemaakt. Zo is op 9 juli jl. invulling gegeven aan de afspraak in het Eerste Deelakkoord dat voor 1 oktober 2015 duidelijkheid zal worden gegeven over de compensatie voor het AOW-gat. Een gat dat ontstaat omdat de pensioenleeftijd en de datum dat AOW wordt ontvangen steeds verder uit elkaar gaat lopen. De werkgever en de vakbonden zijn een voorlopige voorziening overeengekomen. Voorlopig, omdat beide partijen hun verantwoordelijkheid hebben genomen in afwachting van de uitkomst in de individuele rechtszaken die thans en in de nabije toekomst onder de rechter (zullen) liggen. De verwachting is dat deze rechtszaken zullen worden uitgevochten tot aan de Centrale Raad van Beroep. Het duurt dus nog wel even voordat er definitief duidelijkheid gaat ontstaan of de voorlopige voorziening, ondanks de geboden compensatie, de toets van (leeftijds)discriminatie kan doorstaan. Voor de nadere details verwijs ik u graag naar het artikel op blz. 6 Op het laatste moment is er door drie Centrales, waaronder de CMHF waartoe de GOV|MHB behoort, met het Kabinet overeenstemming bereikt over een loonsverhoging voor o.a. het defensiepersoneel. Hierover is veel onduidelijkheid vanwege de, in mijn ogen, foutieve berichtgeving in de media. Nadere informatie over het onderhandelaarsresultaat vindt u in het artikel op pagina 3. Een onderhandelaarsresultaat dat het bestuur van de GOV|MHB met een positief advies aan u voor legt. Het is aan u om hier, vóór 10 augustus, Oxi of Nai tegen te zeggen. Ik wens u allen een goed verlof toe.
1
Colofon
Column duo-voorzitters
Het ProDef bulletin is een uitgave van de Gezamenlijke Officierenverenigingen en Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (GOV|MHB). Het bulletin verschijnt 8 keer per jaar.
Adres secretariaat GOV|MHB en redactie ProDef bulletin: Wassenaarseweg 2 2596 CH Den Haag 070-3839504 www.prodef.nl
[email protected] (secretariaat/administratie)
[email protected] (redactie ProDef bulletin) Redactie M.E.M. de Natris (hoofdredacteur), R. Bliek, T. Kofman, R. Groen, R.E.W. Pieters, P.J.G. van Sprang, drs. M.A.M. Weusthuis (eindredacteur) Aan dit nummer werkten mee: H. Boomstra (cartoon), drs. R.W. Mannak (correcties), O. Borgeld en J.H. de Jonge Vormgeving Frank de Wit, Zwolle Drukwerk Èpos|Press, Postbus 1070, 8001 BB Zwolle Advertenties 070-3839504 © ProDef bulletin Overname van artikelen is enkel toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder uitdrukkelijke vermelding van de bron. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de teksten in dit bulletin. Wijzigingen adres- en persoonsgegevens Svp doorgeven aan het secretariaat van de GOV|MHB: 070-3839504
[email protected] Juridisch advies Voor arbeidsgerelateerde vragen en/of conflicten beschikt de GOV|MHB over drie juridische adviseurs. De procedure loopt in aanvang via de coördinator M.E.M. de Natris (duo-voorzitter GOV|MHB, 070-3839504 of
[email protected]). In spoedeisende gevallen kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact worden opgenomen met: • mr B. Blonk 070-3839504
[email protected] Kopij Kopij voor nummer 6 van het ProDef bulletin dient voor 1 september 2015 per e-mail bij de redactie aanwezig te zijn.
2
door Harm de Jonge Waarnemend voor duo-voorzitter Ruud Vermeulen
Het Defensie plofkip gevoel De verwachtingen waren hoog gespannen en de adem werd ingehouden. Immers, in juni zou het dan toch eindelijk echt gaan gebeuren: hét antwoord van het Kabinet op de gestelde vragen in de motie- Van der Staaij.
I
n die, met ruime meerderheid aangenomen Tweede Kamermotie van ruim tien maanden geleden, werd de regering opgeroepen om nu eens eindelijk helder aan te geven wat het ambitieniveau van de krijgsmacht dient te zijn en welke middelen daarbij horen. Aanleiding destijds was de toezegging van de minister-president om te streven naar een budget voor Defensie gelijk aan twee procent van het BBP. Al op 7 november werd de Kamer gemeld: ‘We werken er aan‘. Dat kon ook zo snel, want het lijkt allemaal niet zo ingewikkeld. We hebben immers nog steeds het rapport Verkenningen van een tijdje geleden op de plank liggen. Velen staken de loftrompet over de helderheid van dat rapport. Sinds die tijd hebben we vele indrukwekkende veiligheidsanalyses mogen lezen, van bekende instituten als AIV, Clingendael, HCSS, en die namen ons stap voor stap mee in de ontwikkelingen in deze complexe wereld. We staren dus niet in de mist, zou je zeggen. Enige onzekere factor is dan wellicht het budget wat je hieraan kunt besteden. Maar daar vroeg Van der Staaij niet om. Hij wil graag weten wat de regering denkt dat nodig is om de taken zoals die aan de krijgsmacht zijn gegeven goed te kunnen uitvoeren. Het debat hoe dat financieel te borgen komt dan als afgeleide daar van. In kleine hoogwaardige en sterk gecompartimenteerde werkgroepen op het mini sterie werd met man en macht gewerkt, gepraat, afgewogen en geschreven aan de vele opties. Benodigde middelen werden vastgesteld en in volgorde van prioriteit ingedeeld, commandanten werden geraadpleegd. En jawel, al op 19 juni 2015, kwam het antwoord. In veel woorden meldden de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken dat er ‘spanningen en instabiliteit‘ zijn en een ‘verslechtering van de veiligheidssituatie aan de randen van Europa’. Buitengewoon ernstig allemaal, maar dat wisten we al.
Echter, onze minister lijkt er toch niet zo zeker van en gelukkig meldt zij op 3 juli 2015 aan de Kamer dat er nu eerst tijd wordt ingeruimd voor ‘dialoog op ambtelijk niveau met deskundigen en maatschappelijke geledingen in sessies zoals bij Clingendael en HCSS’, voor ‘de gedachtevorming over de richting waarin de krijgsmacht zich moet ontwikkelen’. Tegen Prinsjesdag krijgt de Kamer meer te weten. En met een grote zucht krimpt het plofkip gevoel ineen. De verwachting is lek geprikt. En vlak voor het zomerreces krijgen de Opco’s te horen dat een aantal missies verlengd wordt, betaald wordt via ‘kasschuiven’ en dat de tekorten in de exploitatie van opleiding en training dit jaar zelf moeten worden opgelost. Grote oefeningen worden onmiddellijk geschrapt. NRC columnist Marc Chavannes schreef er op 9 juli jongstleden een indrukwekkend stuk over met de titel: “Defensie: missies op de pof en oorlog op een ouwe slof”. Hij eindigt met de budgettaire benadering: “Als nu volstrekt duidelijk is wat er aan investeringen en herstel van de krijgsmacht gedaan moet worden, durft dan de coalitie nog vijf miljard uit te geven aan belastingverlaging?” Onze minister weet exact wat de krijgsmacht nodig heeft, maar behoeft tijd en ruimte om de financiële armslag te bevechten. Daar heeft zij steun bij nodig. Daartoe krijgt zij onze steun.
Redactioneel Bovensectoraal akkoord over loons verhoging voor o.a. defensiepersoneel Het kabinet en de Centrales van Overheidspersoneel hebben overeenstemming bereikt over een loonsverhoging voor o.a. rijksambtenaren, leraren, politie en defensiepersoneel. Inkomensontwikkeling
Het principeakkoord betekent dat ambtenaren in 2015 een inkomensontwikkeling kennen van 2,05% plus een eenmalige uitkering van € 500,-. Hiervan is voor (o.a.) defensiemedewerkers 0,8% (met terugwerkende kracht) reeds toebedeeld per 1 januari 2015. De overige 1,25% en de eenmalige uitkering volgen met ingang van september 2015. Voor 2016 geldt een inkomensontwikkeling van 3,0% per 01 januari 2016.
Bovensectoraal overleg
De CMHF (de Centrale waarbij o.a. de GOV|MHB is aangesloten) en de overige Centrales van Overheidspersoneel hebben afgelopen weken met vertegenwoordigers van het kabinet de arbeidsvoorwaardenruimte voor overheidspersoneel verkend. Deze verkenningen hebben op vrijdag 10 juli geleid tot een onderhandelaarsovereenkomst loonruimte publieke sector 2015/2016 tussen drie van de vier Centrales en overheids- en onderwijswerkgevers. Alleen de Centrale ACOP – de Centrale van overheidspersoneel van de FNV-bonden – kon niet instemmen. In de onderhandelaarsovereenkomst zijn afspraken over de arbeidsvoorwaardenruimte vastgelegd. Het gaat hierbij om loonafspraken in alle kabinets- en onderwijssectoren. Ook de Universitair Medische Centra en decentrale sectoren zoals gemeenten, provincies en waterschappen, zijn bij deze afspraken betrokken. Met de overeenkomst wordt meer dan 1 miljard euro geïnvesteerd in de lonen van werknemers in de publieke sector. Dit betekent, na een jarenlange nullijn, meer dan 5 procent bruto loonstijging in 2015 en 2016.
De inkomensontwikkelingen werken één op één door in een hogere pensioengrondslag en daarmee in een hogere pensioenopbouw. De inkomensontwikkeling over 2015 komt voor 0,8 procent uit het akkoord over de aanpassing van de ABP-regeling van vorig jaar. De onderhandelaarsovereenkomst bevat twee nieuwe afspraken over het ABP-pensioen: • Het wordt vanaf 1 januari 2016 de ambitie de pensioenen aan te passen aan de prijzen in plaats van aan de lonen. In de komende jaren zal open en reëel overleg worden gevoerd over een houdbare pensioenambitie voor de lange termijn. Daarbij wordt de mogelijkheid om weer terug te keren naar loonindexatie uitdrukkelijk betrokken. • Er worden tot 1 januari 2021 geen premieopslagen geheven bovenop de verplichte kostendekkende premie. Beide veranderingen samen leiden tot een verlaging van de werkgeverspremie, waaruit 1,4 procent van de loonruimte over 2016 wordt gefinancierd.
GOV|MHB
De GOV|MHB is blij dat het kabinet – uiteindelijk – besloten heeft om geld vrij te maken voor het verbeteren van de lonen van ambtenaren. Voor wat betreft de maatregelen die het pensioen raken is de GOV|MHB positief kritisch in het licht van de aangekondigde aanpassingen van zowel het militaire als burgerlijke pensioenstelsel, maar zal deze ontwikkelingen blijven volgen. In zijn totaliteit is de GOV|MHB dan ook positief gestemd over dit principeakkoord. Ambtenaren verdienen nu beter.
2015 2016 1 Vrijval ABP 2015 0,80% 2 Vrijval ABP 2016 1,40% 3 Verhoging 2015 structureel 1,25% 4 Verhoging 2016 structureel 1,60% 4 Eenmalige nominale verhoging 500,- Totaal
Met dit principeakkoord is de loonruimte vanuit het kabinet ingevuld tot en met 31 december 2016. Dit principeakkoord staat echter los van het arbeidsvoorwaardenoverleg binnen de overlegsector Defensie m.b.t. het gesloten deelakkoord. Dit principeakkoord geeft Defensie en de Centrales binnen de sector Defensie nu meer lucht om rustig na te
Geef uw mening voor 10 augustus! denken over de invulling van de afspraken uit het eerste deelakkoord en de inzetbrief van de Centrales. Defensie heeft immers tot en met 31 december 2016 geen loonruimte meer over om de resterende afspraken in het eerste deelakkoord te effectueren. Tenzij de minister van Defensie en/of de Centrales nog ergens geld weten te vinden. Gezien het reces en de korte reactietijd die het kabinet biedt om te reageren op het nu gesloten principeakkoord heeft het bestuur van de GOV|MHB besloten niet het land in te gaan om de mening van de leden te vernemen. Desondanks wil de GOV|MHB natuurlijk wel de mening van haar leden weten! Geef daarom uw mening, voor 10 augustus! Reageer op
[email protected] o.v.v. Principeakkoord loonsverhoging én uw lidmaatschapsnummer. Structurele loonsverhoging 0,80% 1,40% 1,25% 1,60%
2,05% 3,00% 5,05% (plus 500 eenmalig) (plus 500,- eenmalig)
N.B. 1 De vrijval ABP 2015 is in de sector Defensie in juni (met terugwerkende kracht tot 1 jan 2015) reeds uitgekeerd. N.B. 2 De 1,25% en de €500 zijn per september 2015 beschikbaar.
3
Redactioneel Loonsverhoging ambtenaren gefinancierd uit de pensioenen? Er zijn veel vragen over de wijze waarop de loonsverhoging van 5,05% in het bovensectorale akkoord wordt gefinancierd. Niet in het minst door de mediaberichtgeving dat de loonsverhoging zou worden betaald door een greep uit de (ABP) pensioenkas. Een uitleg. Extra geld
Het kabinet heeft geld vrijgemaakt voor het ophogen van de lonen van militairen, burgermedewerkers bij Defensie en andere (rijks)ambtenaren. Voor 2015 biedt dit de mogelijkheid voor een loonsverhoging van 1,25% per 1 september en een eenmalige bruto uitkering van € 500,-, eveneens in september. Voor 2016 biedt dit de mogelijkheid voor een loonsverhoging van 1,6% per 1 januari. Van de 5,05% loonsverhoging betreft 2,85% dus extra geld van het kabinet.
Pensioenen
De financiering van de loonsverhoging ‘vanuit’ de pensioenen betreft het deel werkgeverspremies dat de overheidswerkgevers minder hoeven af te dragen aan ABP, als gevolg van een drietal maatregelen.
Verlaging pensioenopbouw
Het kabinet heeft in 2014 besloten dat een hogere AOW-leeftijd betekent dat werknemers langer moeten doorwerken en daarom langer hun pensioen kunnen opbouwen. Om die reden heeft het kabinet middels een aanpassing van de fiscale regels een lager fiscaal vrijgesteld opbouwpercentage voor de pensioenen bij wet afgedwongen. Dit staat bekend onder de naam ‘Witteveen II’. Door het opbouwpercentage te verlagen wordt de jaarlijkse pensioenpremie lager. Hierdoor houden de overheidswerkgevers (en ook de werknemers) premiegeld over. Het is dit geld – de vrijval van het werkgeversdeel van de pensioenpremies – dat terugvloeit naar de ambtenaren in de vorm van 0,8% inkomensontwikkeling. Hierover hebben de overheidswerkgevers en de Centrales al in november 2014 in de Pensioenkamer het ‘Pensioenakkoord’ gesloten. Voor o.a. militairen en burgermedewerkers bij Defensie geldt dat zij deze 0,8% inkomensontwikkeling in juni, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015, reeds hebben ontvangen.
Herstelpremie
Pensioenfondsen dienen jaarlijks te bezien of er voldoende ‘geld in kas’ is om de pensioenen, nu en in de toekomst, te kunnen uitbetalen. Hierbij wordt het aanwezige ver-
4
mogen (o.a.) afgezet tegen de (langlopende) betalingsverplichtingen. Die verhouding heet de dekkingsgraad. Zo mag ABP de pensioenen pas volledig indexeren – volledig mee laten stijgen met de lonen - bij een dekkingsgraad van 135%. Ter illustratie: op de peildatum voor 2015 (1-10-2014) was de dekkingsgraad van ABP 102,3%. Dit komt voornamelijk door de zeer lage langlopende rente die op dit moment wordt gehanteerd voor de berekening van de langlopende betalingsverplichtingen. Wanneer de dekkingsgraad te laag is kan een pensioenfonds een extra premie heffen om daarmee de dekkingsgraad te verhogen: de herstelpremie. Voor ABP geldt daarbij dat een herstelpremie van 1,0%punt een verhoging van de dekkingsgraad oplevert van (slechts) 0,1%punt. Ter illustratie: een rentestijging van 1,0%punt levert een verhoging van de dekkingsgraad op van 12%punt. Vanwege de zeer geringe invloed van de herstelpremie op de dekkingsgraad van ABP is er in het bovensectorale akkoord besloten om tot 2021 deze herstelpremie niet meer te heffen. Tegelijkertijd is er ook besloten de vrijval van het werkgeversdeel van deze herstelpremie terug te laten vloeien naar de werknemers in de vorm van 0,4% inkomensontwikkeling.
Indexatie
Wanneer er sprake is van het indexeren van de pensioenen, dan kan dit op twee manieren geschieden: • middels loonindexatie: de pensioenen stijgen mee met de gemiddelde loonstijging van alle deelnemers in het fonds; • middels prijsindexatie: de pensioenen stijgen mee met de inflatie van het desbetreffende jaar. Afhankelijk van de gemiddelde loonstijging en de inflatie is de ene vorm gunstiger dan de andere. Voor beide vormen geldt dat hieraan specifieke rekenregels zijn verbonden. Die rekenregels beïnvloeden ook de hoogte van de noodzakelijke pensioenpremie. Door deze specifieke rekenregels komt de
pensioenpremie voor het, in voorkomend geval, hanteren van de methode van loonindexatie hoger uit dan bij de methode van prijsindexatie. ABP hanteerde tot nu toe de methode van loonindexatie. In het bovensectorale akkoord is besloten om (tijdelijk, maar zonder vooraf afgesproken einddatum) per 1 januari 2016, de methode van prijsindexatie te gaan hanteren. Hierbij is nadrukkelijk afgesproken dat een terugkeer naar de methode van loonindexatie nadrukkelijk wordt meegenomen in de komende discussie over de wijziging van het pensioenstelsel (in 2020), zoals recentelijk aangekondigd door staatssecretaris Klijnsma. Tegelijkertijd is er ook besloten de vrijval van het werkgeversdeel van de lagere pensioenpremie als gevolg van het hanteren van de methode van prijsindexatie terug te laten vloeien naar de werknemers in de vorm van 1,0% inkomensontwikkeling. Van de totaal 5,05% loonsverhoging betreft 2,2% dus het terugvloeien van het werkgeversdeel van de pensioenpremie.
GOV|MHB
De GOV|MHB onderkent dat aan het laten vervallen van de herstelpremie én het overgaan van de methode loonindexatie naar prijsindexatie mogelijk risico’s zijn verbonden. Zo betekent het niet langer heffen van een herstelpremie dat het langer kan duren voordat de benodigde dekkingsgraad voor indexatie van de pensioenen wordt gehaald. ‘Kan duren’ omdat de invloed van de herstelpremie minimaal is t.o.v. de invloed van de rentestand. Gezien de loonruimte die het laten vervallen van de herstelpremie oplevert t.o.v. het effect van de herstelpremie op de dekkingsgraad van ABP, is
Redactioneel deze maatregel voor de GOV|MHB zeker acceptabel. Over de keuze van het overstappen van de methodiek van loonindexatie naar prijsindexatie is de GOV|MHB wat minder enthousiast. De gevolgen op de lange termijn van deze keuze zijn namelijk lastig te voorspellen. Deze gevolgen zijn namelijk afhankelijk van een veelvoud van factoren, zoals: • Wat doen de lonen de komende jaren? • Wat doet de rente de komende jaren? • Wat doet de inflatie de komende jaren? Als de rente niet veel stijgt de komende jaren en de dekkingsgraad dus laag blijft, is er geen sprake van indexatie. En vloeit er dus, als gevolg van de nu gemaakte keuze, geen bloed. Als de rente (en inflatie) wel behoorlijk stijgt de komende jaren en de dekkingsgraad stijgt zo hoog dat indexatie mogelijk is, maar de loonstijging achter blijft bij de inflatie, dan is de nu gemaakte keuze een goede geweest.
Als de rente behoorlijk stijgt de komende jaren maar de loonstijging overstijgt de inflatie, dan is de nu gemaakte keuze (achteraf gezien) een verkeerde. Hoewel het adagium ‘resultaten uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst’ natuurlijk altijd opgaat, kan het verleden wel als indicatie dienen. Een vergelijking van de loonindexatie versus de prijsindexatie over de afgelopen 15 jaar leert dat het verschil tussen die twee zeer beperkt was. Gezien de financiële toestand in de wereld, evenals de acties van de afgelopen kabinetten op het gebied van lonen en pensioenen, heeft de GOV|MHB niet de indruk dat de lonen de aankomende jaren exorbitant zullen stijgen. Daarmee ligt het ook niet voor de hand dat er in de nabije toekomst een groot verschil gaat ontstaan tussen loonindexatie en prijsindexatie. Voor de komende jaren lijkt de keuze een papieren tijger, omdat de dekkingsgraad zich in regionen bevindt waarin indexatie niet of nauwelijks mogelijk is.
Voor de GOV|MHB heeft uiteindelijk een combinatie van factoren de doorslag te geven. Het feit dat er afspraken liggen om de militaire pensioenregeling aan te passen(2017), én het hele Nederlandse pensioenstelsel te wijzigen (2020), én in het bovensectorale akkoord is afgesproken dat bij deze laatste een terugkeer naar de methode van loonindexatie nadrukkelijk wordt meegenomen, maakt dat deze maatregel voor de GOV|MHB ook (enigszins) acceptabel is. Het bevreemdt de GOV|MHB wel dat de media spreken over een greep uit de (ABP) pensioenkas, als zou ABP met het huidige pensioenkapitaal de loonsverhoging financieren. Zoals hierboven beschreven is daar absoluut geen sprake van. Het huidige pensioenkapitaal binnen het private pensioenfonds ABP wordt niet gebruikt voor financiering van de loonsverhoging. De GOV|MHB betreurt het dan ook dat de media door deze toonzetting, een verkeerd beeld schetst bij de (gewezen) ambtenaren.
Pensioenen
door Martin Weusthuis
De lange en de nog langere rente De kranten stonden dezer dagen weer vol over DNB die de rente verlaagt die pensioenfondsen in rekening moeten brengen om hun (toekomstige) betalingsverplichtingen te berekenen. Echter, er werd weer niet de goede informatie bijgeleverd. Waar het deze keer om gaat is de rente die moet worden gehanteerd voor betalingsverplichtingen die 20 jaar en langer lopen, de zgn. Ultimate Forward Rate (UFR). Voor dergelijke langlopende schulden zijn weinig marktcijfers voorhanden, met als gevolg dat de rente gekunsteld wordt vastgesteld. De rente die wordt gebruikt voor korter lopende betalingsverplichtingen en waarvoor wel veel marktcijfers bestaan, is de zgn. rentetermijnstructuur (RTS) en die ligt al lang veel lager, momenteel onder de 1,5%. DNB heeft de UFR laten dalen van een vaste 4,2% naar het tienjaarsgemiddelde van de UFR, nu 3,3%. Daar waar in het verleden in de pensioenwereld alles werd berekend met de toen veilige vaste 4% rekenrente, worden steeds meer parameters afgeleid van actuele marktcijfers. Bij het ABP gaat het in 2015 om 2%punt dekkingsgraadverlies. Statistische cijfers laten zien dat rentestanden de laatste 10 jaar zijn blijven zakken. Het gevolg van dat doorschuiven van het tien-
jaarsgemiddelde betekent dat steeds lagere rentestanden worden opgenomen in het gemiddelde en dat die 3,3% gaat dalen. In 2020 zal dan voor een grijs pensioenfonds als het ABP een effect op de dekkingsgraad zichtbaar zijn van 7%punt.
Pensioenfondsen en gepensioneerdenorganisaties hebben sterk negatieve geluiden laten horen omdat de indexatie nog weer verder in de toekomst wordt geschoven. Maar actieve werknemers worden ook het slachtoffer. Omdat bij het ABP in de premiestelling gebruik wordt gemaakt van de in de toekomst te verwachten rendementen, ook (UFR)rendementen op vastrentende waarden, moet de kostendekkende premie omhoog om hetzelfde pensioen te kunnen blijven inkopen. Het gaat om 2% à 3%punt. Dezelfde overheid die eerder via een strenger FTK en nu weer via een lagere UFR als wetgever de premie omhoog stuwt, geeft als werkgever in de onderhandelingen over verhoging van de premie geen duimbreed toe. Dat zou zo maar kunnen betekenen dat de op te bouwen pensioenen weer verder dalen.
5
Arbeidsvoorwaarden
door René Pieters
Overeenstemming over (voorlopige) voorziening AOW-gat defensiepersoneel Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel hebben overeenstemming bereikt over de voorziening t.b.v. het ondervangen van de negatieve gevolgen van het ontbreken van de AOW-uitkering, zoals afgesproken in het eerste deelakkoord arbeidsvoorwaarden.
D
Voorziening
e overeengekomen voorziening onderscheidt twee categorieën belanghebbenden:
1. De gewezen militair ambtenaar en burgerambtenaar bij Defensie die worden geconfronteerd met een AOW-gat; 2. De gewezen militair ambtenaar of gewezen burgerambtenaar bij Defensie die, tussen 1 januari 2013 en 1 oktober 2015, na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar geen aanspraak heeft gehad op een AOW-uitkering. Voor de eerste categorie geldt dat de gewezen militair ambtenaar of gewezen burgerambtenaar bij Defensie een maandelijkse tegemoetkoming ontvangt. Deze tegemoetkoming is gebaseerd op het voor het desbetreffende individu geldende bruto AOW-bedrag, indien daarop aanspraak zou hebben bestaan (incl. de inkomensondersteuning AOW en de maandelijkse opbouw vakantiegeld). Dit bedrag is dus net als het AOW-bedrag gebaseerd op de huwelijkse staat van de individuele gewezen militair of burgerambtenaar bij Defensie. Voor de tweede categorie geldt dat de gewezen militair ambtenaar of gewezen burgerambtenaar bij Defensie, in aanmerking komt voor een schadevergoeding in de vorm van een eenmalige overgangsuitkering. Deze overgangsuitkering is gebaseerd op het gedurende deze periode, van één tot maximaal drie maanden, gederfde bruto AOW-bedrag, indien daarop aanspraak zou hebben bestaan (incl. de inkomensondersteuning AOW en de maandelijkse opbouw vakantiegeld). Voor zowel de tegemoetkoming als de overgangsuitkering geldt dat de fiscale effecten van algemeen geldende wetgeving niet worden gecompenseerd.
Voorlopig
De nu overeengekomen voorziening kent een ‘voorlopige’ status. De reden voor deze voorlopige status is tweeledig:
6
• In de eerste plaats omdat deze voorziening deel uitmaakt van het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden waarover Defensie en de Centrales momenteel onderhandelen. Pas nadat de achterban van Defensie en de Centrales hebben ingestemd met de uitkomst van het totale pakket kan er sprake zijn van een definitieve voorziening; • Ten tweede omdat er op dit moment vele juridische procedures lopen aangaande het AOW-gat, aangespannen door gewezen defensiemedewerkers. Niet uit te sluiten valt dat in dit proces van juridische procedures de Centrale Raad van Beroep een of meerdere uitspraken doet die nopen tot aanpassing van de nu overeengekomen voorziening. Vanwege de nu nog lopende juridische procedures, zijn Defensie en de Centrales overeengekomen dat indien een gewezen militair ambtenaar of gewezen burgerambtenaar bij Defensie, op grond van een rechterlijke uitspraak, aanspraak verkrijgt op een schadevergoeding (op welke wijze dan ook) ter zake van het AOW-gat, de tegemoetkoming of overgangsuitkering niet wordt uitgekeerd, of de reeds genoten tegemoetkoming of overgangsuitkering hierop in mindering wordt gebracht of wordt teruggevorderd.
GOV|MHB
De GOV|MHB onderkent dat er op dit moment veel gaande is rondom de wijze waarop Defensie omgaat met het AOWgat bij gewezen militair ambtenaren en gewezen burgerambtenaren. Zo is er sprake van verschillende juridische procedures en heeft ook de Commissie voor de Rechten van de Mens zich hier, middels een brief aan de Vaste Commissie Defensie van de Tweede Kamer, t.o.v. Defensie kritisch over uitgelaten. Defensie heeft zich echter op het standpunt gesteld dat het ultimo de Centrale Raad van Beroep is die bepaalt of Defensie op een juridisch correcte wijze omgaat met gewezen militair ambtenaren en gewezen burgermedewerkers. Eventuele uitspraken van de Centrale Raad van Beroep laten echter, naar het zich laat aanzien, nog geruime tijd op zich wachten. Het is om die reden dat de GOV|MHB haar verantwoordelijkheid heeft genomen in deze. Het kan volgens de GOV|MHB namelijk niet zo zijn dat gewezen militair ambtenaren en gewezen burgerambtenaren bij Defensie grote financiële offers moeten brengen vanwege het ontstaan van een AOW-gat, dat uiteindelijk zelfs enkele jaren kan beslaan. Daarom heeft de GOV|MHB ervoor gekozen om met de bovengenoemde voorlopige voorziening in te stemmen.
A OW
Georganiseerd Overleg
door René Pieters
Toelage Buitenland aangepast Met ingang van 1 juli jl. is de Toelage Buitenland aangepast. Verschillende parameters leveren in de toekomst een hogere of lagere toelage op dan heden het geval is. Door het aanpassen van verschillende parameters komt een rechtvaardiger Toelage Buitenland tot stand.
S
inds de invoering van de Nieuwe Systematiek Toelage Buitenland (NSTB) in 2008 is door o.a. de GOV|MHB in het Georganiseerd Overleg met regelmaat aandacht gevraagd voor het feit dat de NSTB in een aantal gevallen tot onbevredigende uitkomsten leidt. Met name de militairen geplaatst aan de andere kant van de Atlantische Oceaan bleken in veel gevallen geld toe te moeten leggen op hun buitenlandplaatsing. Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel kwamen tot de conclusie dat het huidige stelsel voldoende mogelijkheden biedt om door aanpassingen in de parameters te komen tot een rechtvaardiger uitkomst, die bovendien op korte termijn kan worden geïmplementeerd. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • de factor afstand krijgt meer gewicht; • de factor meeverhuisde kinderen krijgt meer gewicht; • de zogeheten ‘meerkosten beginperiode’ zijn bedoeld voor kosten bij aankomst in het buitenland.
Afstand
Gezinnen met kinderen krijgen meer punten voor de parameter ‘Afstand’, met uitzondering van gezinnen, zowel met als zonder kinderen, geplaatst én woonachtig in België of Duitsland. Aan hen worden minder punten voor de parameter ‘Afstand’ toegekend. Als gevolg van deze aanpassing ontvangen gezinnen geplaatst en woonachtig in België of Duitsland voortaan € 40,48 per maand minder aan buitenlandtoelage. Gezinnen met kinderen geplaatst én woonachtig in de rest van Europa ontvangen € 40,48 per maand meer aan buitenlandtoelage. Gezinnen met kinderen geplaatst én woonachtig buiten Europa ontvangen € 80,96 per maand meer aan buitenlandtoelage.
Meeverhuisde kinderen
Gezinnen zonder kinderen ontvangen geen tegemoetkoming meer voor de parameter ‘Verlies schooljaren kinderen’. Als gevolg van deze aanpassing ontvangen gezinnen zonder kinderen geplaatst én woonachtig in Europa (incl. België of Duitsland) daardoor per maand € 141,68 minder aan buitenlandtoelage. Gezinnen zonder kinderen geplaatst
én woonachtig buiten Europa ontvangen € 202,40 minder aan buitenlandtoelage. De verhoging toelage buitenland (VTB), het bedrag per maand waarmee de toelage wordt verhoogd voor elk meeverhuisd kind, wijzigt per kind woonachtig binnen Europa van € 41,95 in € 76,80 en per kind woonachtig buiten Europa van € 95,00 in € 164,69.
dewerkers die na die datum een plaatsingsbeschikking krijgen, alle hierboven bedoelde genoemde wijzigingen van toepassing zijn.
Meerkosten beginperiode
Met betrekking tot de parameter ‘Afstand’: • Alle gezinnen geplaatst én woonachtig in België of Duitsland behouden de maandelijkse tegemoetkoming in de toelage buitenland gedurende de initiële dan wel de voor of op 1 juli 2015 afgesproken resterende plaatsingsduur; • Aan de gezinnen met kinderen geplaatst én woonachtig buiten België en Duitsland wordt met ingang van de peildatum het nieuwe aantal punten voor ‘Afstand’ toegekend;
De maandelijkse tegemoetkoming ‘meerkosten beginperiode’ wordt uit de buitenlandtoelage gehaald en voortaan in zijn geheel bij aanvang van de plaatsing uitbetaald. Gelijktijdig wordt het maximaal te lenen bedrag aanloopkosten gehalveerd. De bedragen van de eenmalige tegemoetkoming meerkosten beginperiode zijn als volgt: binnen Europa Voor de defensieambtenaar die metterwoon gevestigd is in het land van plaatsing
buiten Europa
€ 5.062,13 € 9.063,49
Voor alle medewerkers met een plaatsingsbeschikking (dan wel een eerder afgesproken verlenging) van voor 1 juli 2015 geldt het volgende.
Met betrekking tot de parameter ‘Verlies schooljaren kinderen’: • De gezinnen zonder kinderen behouden de maandelijkse tegemoetkoming in de toelage buitenland gedurende de initiële dan wel de voor of op 1 juli 2015 afgesproken resterende plaatsingsduur; • De gezinnen met kinderen gaan met in-
€ 1.457,28 € 2.431,28 Voor de defensieambtenaar die van rijkswege wordt gehuisvest in het land van plaatsing Het bovenstaande tabelbedrag hoort bij een plaatsingsduur van 36 maanden. Bij alle plaatsingsperiodes die afwijken van 36 maanden, wordt het tabelbedrag evenredig aangepast met een maximum van de duur van de initiële plaatsingsperiode. De tegemoetkoming meerkosten beginperiode hoeft niet te worden terugbetaald indien de plaatsing door onvoorziene omstandigheden voortijdig wordt beëindigd én de beëindiging het gevolg is van omstandigheden die niet aan de militair of burger ambtenaar te wijten zijn.
Overgangsbeleid
De bovengenoemde wijzigingen gelden per 1 juli 2015. Dat betekent dat voor alle me-
7
Onvoorziene effecten
gang van 1 juli 2015 het nieuwe bedrag van de verhoging toelage-buitenland ontvangen. Met betrekking tot de parameter ‘meerkosten beginperiode’: • Iedereen behoudt de maandelijkse tegemoetkoming in de toelage buitenland gedurende de initiële dan wel de voor of op 1 juli 2015 afgesproken resterende plaatsingsduur.
Cartoon
8
Indien de datum van 1 juli 2015 leidt tot kennelijke onredelijkheid in gevallen waarin de datum van de plaatsingsbeschikking ligt na de peildatum maar er al voor de peildatum een voornemen tot plaatsing bestond, dan kan de betrokken medewerker de Begeleidingscommissie Buitenland (BCO) verzoeken om daarover een zwaarwegend advies uit te brengen zoals bedoeld in de instellingsbeschikking van de BCO.
Technische invoering
Als gevolg van de noodzakelijke aanpassingen van de technische systemen is het niet mogelijk bovengenoemde wijzigingen al in de maand juli op de loonstroken door te voeren. Naar verwachting zullen bovengenoemde wijzigingen in de maand september, met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015, worden geëffectueerd.
GOV|MHB
De GOV|MHB is tevreden dat na een langdurig proces er nu eindelijk overeenstemming is op bovengenoemde elementen van de Toelage Buitenland. Met het wijzigen van deze elementen wordt aan een belangrijk deel van de klachten die bestaan over de huidige Toelage Buitenland, met name in Noord Amerika en De West, tegemoetgekomen. Op andere klachten m.b.t. plaatsingen in het buitenland, zoals tegemoetkoming woninghuur, zijn de onderhandelingen nog gaande. De GOV|MHB verwacht dat ook voor de noodzakelijke wijzigingen t.b.v. deze klachten tot overeenstemming zal worden gekomen. Al zal dit naar alle waarschijnlijkheid nog enige tijd vergen.
Medezeggenschap
door Peter van Sprang
Medezeggenschapsdag GOV|MHB Op 22 oktober 2014 werd een Medezeggenschapsdag van de CMHF- sector Defensie gehouden, die – na enkele jaren niet te hebben plaatsgevonden – een succes bleek te zijn. Op dit moment wordt een nieuwe Medezeggenschaps(mid)dag voorbereid. Te bespreken onderwerpen
Als een van de belangrijkste onderwerpen zal zeker op de agenda geplaatst worden de evaluatie van het Besluit Medezeggenschap Defensie (BMD). Bij de introductie van dit Besluit, in 2008, was een van de grootste aandachtspunten het bewerkstelligen van een cultuuromslag (met betrekking tot het omgaan van medezeggenschap) binnen Defensie. Interessant is om na te gaan of deze doelstelling inmiddels is bereikt. Een tweede onderwerp betreft het opleidingscircuit op het gebied van medezeggenschap binnen Defensie. Via een raamovereenkomst met de externe partner GITP/SBI worden op velerlei aspecten opleidingen verzorgd. In het kader van het al dan niet verlengen van deze overeenkomst is een evaluatie van deze opleidingen gewenst. Naast de door Defensie zelf georganiseerde bijeenkomsten wensen wij ook als GOV|MHB uw mening over de door u gevolgde opleidingen, teneinde deze in het
overleg aan de orde te kunnen stellen. Overige te bespreken onderwerpen (kunnen) zijn: • gewenst niveau van medezeggenschap: artikel 7 BMD (TRMC) versus niveau in huidige medezeggenschapsstructuur; • omgaan met politiek primaat: wat is de ruimte?; • invulling vroegtijdige betrokkenheid van de medezeggenschap; • het belang van het nakomen van termijnen in relatie tot tijdige duidelijkheid voor het personeel; • de kwaliteit van reorganisatieplannen. Maar, last but not least; waarbij kan de GOV|MHB u als vertegenwoordiger van de CMHF-sector Defensie in een medezeggenschapscommissie ondersteunen.
Tussenstand
• Op 10 juli jl. werd met enkele leden van de GOV|MHB, die zitting hebben in een medezeggenschapscommissie, vooruitgeblikt
op een te houden medezeggenschapsdag. •E nkele zaken die daarbij onder meer naar voren kwamen, waren: • z org/aandacht voor tijdige aanlevering aan de leden van de medezeggenschap van de te bespreken stukken; • c onstante problematiek van de werkdruk (zowel van leden van de medezeggenschap als in zijn algemeenheid); •a andacht/openheid met betrekking tot de loopbaanpatronen (blijft toch vaak nog steeds een moeizaam te doorgronden proces); •n ader bezien van de bestaande procedures in het Besluit Medezeggenschap Defensie, bijv. verkiezingen, zittingstermijn, opleidingen (in zijn algemeenheid moet het flexibeler); •h et beter uitdragen van de beeldvorming van (het deelnemen aan) de medezeggenschap (o.a. het ’leereffect’); •h et zorgen voor een goed communicatieplan naar de eenheid toe (wat speelt; wie doet wat etc.).
De volgende medezeggenschapsverkiezingen zijn gepland: Defensieonderdeel Eenheid
Uiterste datum indienen kandidatenlijst Kiesdatum
CDC
Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum (voorheen IDGO) gesloten
26-08-2015
CDC
FBD
07-09-2015
gesloten
t/m 11-09-2015
CZSK
Directe Operaties Commando Zeestrijdkrachten
gesloten
10-09-2015
DMO
Defensie Pijpleiding Organisatie
05-08-2015
23-09-2015
CLAS
MatlogCo afdeling Techniek
17-08-2015
01-10-2015
CLAS
13 Gemechaniseerde Brigade 30 Natresbataljon
25-08-2015
06-10-2015
CZSK
Geneeskundige en Personele Zorg van D-P&BV
19-08-2015
30-09-2015
CZSK
Sea Train Command van D-OPS
19-08-2015
30-09-2015
CZSK
Marineopleidingscentrum van D-P&BV
26-08-2015
07-10-2015
CLAS
Opleidings- en Trainingscommando (OTCLOG)
02-09-2015
14-10-2015
CLAS
Explosieven Opruimingsdienst Defensie
04-09-2015
29-10-2015
CLAS
Koninklijke Militaire School
08-10-2015
19-11-2015
Kijk voor de actuele verkiezingen op:
www.ProDef.nl
9
Pensioenen
door Martin Weusthuis
Toekomst pensioenstelsel Nederland Staatssecretaris Klijnsma heeft vorig jaar in de Nationale Pensioendialoog overleg gevoerd met eenieder die dat wilde over veranderende maatschappelijke omstandigheden, de arbeidsmarkt van de 21-ste eeuw en een daarbij passend pensioenstelsel. Aanleiding
De gedachte is dat meer flexibiliteit, maatwerk en keuzemogelijkheden in dat pensioenstelsel moeten worden ingebracht. Op dit moment is het stelsel nog gebaseerd op de maatschappijvorm en arbeidsmarkt van de vorige eeuw. Het gevolg is dat nu veel mensen geen of weinig pensioen opbouwen zoals bijv. flexwerkers, ZZP-ers, werknemers zonder pensioenregeling en veel zelfstandigen. En daartegenover staan veel mensen die een vaste baan hebben en verplicht veel sparen voor hun pensioen. Verder is er de roep om meer zeggenschap over eigen pensioen omdat pensioenverzekeraars en pensioenfondsen bastions zijn die door steeds meer mensen worden gewantrouwd. Dat heeft natuurlijk te maken met de huidige economische omstandigheden die ertoe leiden dat pensioenkoopkracht verloren gaat. Als je koopkracht verliest wil je weten waar die blijft en vervolgens blijkt er bij pensioenfondsen geen duidelijk zicht te zijn op de eigendom van een eigen pensioenpot en blijken er grepen uit de kas mogelijk. Uitzendingen van NOVA van enkele jaren geleden en onlangs van omroep MAX over Zwarte zwanen versterken het beeld van pensioenuitvoerders die slordig omgaan met de hun toevertrouwde gelden.
Hoofdlijnennota
Het kabinet is nu na die brede maatschappelijke discussie onlangs gekomen met een Hoofdlijnennota met daarin de contouren van een nieuw Nederlands pensioenstelsel. De volgende richtinggevende voorstellen worden gedaan.
Persoonlijke pensioenrekening met risicodeling
10
1. Aanvullend pensioen voor iedereen
Het kabinet wil de verplichtstelling tot pensioenopbouw voor werknemers handhaven. Tegelijkertijd is het ongewenst dat er werknemers zijn en bovendien een heterogene groep van zelfstandigen, die geen pensioenregeling kennen. Het kabinet wil een gedifferentieerde aanpak voor deze groepen om te komen tot pensioenopbouw. Er wordt voor deze groepen vooralsnog geen verplichting opgelegd, het kabinet wil samen met alle belanghebbende partijen de mogelijkheden verkennen voor een toereikend pensioen voor alle werkenden.
2. Overstappen naar degressieve pensioenopbouw
Op dit moment kennen pensioenfondsen de methodiek van de doorsneepremie, d.w.z. dat iedere deelnemer (jong of oud, man of vrouw) hetzelfde vaste percentage van zijn salaris betaalt aan pensioenpremie. Het kabinet constateert dat de doorsneesystematiek in de weg staat aan transparantie en een evenwichtige verdeling van risico’s. Bij een doorsneepremie nl. is er geen relatie tussen premie en pensioenopbouw en de jongere subsidieert de oudere. Het kabinet wil daarom de doorsneepremie afschaffen vanaf 2020 en heeft een voorkeur voor een stelsel van degressieve opbouw. Dat is een stelsel waarbij de premie voor alle deelnemers gelijk blijft, maar waarbij de pensioenopbouw actuarieel wordt vastgesteld. In dat systeem neemt de pensioenopbouw af naarmate de leeftijd vordert. Er is nl. steeds minder tijd om over de ingelegde premie rendement te halen.
Dit is een omstandig en moeilijk verhaal omdat de huidige ouderen, d.w.z. vanaf ongeveer 45 jaar, die als jongere de pensioenopbouw van de toen ouderen hebben gesubsidieerd, nu recht hebben op hun subsidie van de huidige jongeren. Dat gaat echter niet meer door omdat in een systeem van degressieve opbouw de individuele premie volledig wordt besteed aan de individuele pensioenopbouw. Er is daarom een enorm financieringsgat van afhankelijk hoe je dat berekent, tot 100 miljard euro.
3. Een persoonlijk pensioenvermogen
De huidige collectieve solidaire pensioenregelingen zijn verre van eenvoudig opgezet en niet meer transparant. Het is ook vaak onduidelijk hoe in naam van die collectiviteit en die solidariteit geldstromen lopen. De individuele deelnemer weet niet meer hoeveel pensioenkapitaal hij heeft opgebouwd en waar hij recht op heeft. Het kabinet wil nu iedereen zijn persoonlijke pensioenpot geven, waarbij de risico’s nog wel collectief worden gedeeld. Dat wil zeggen, die risicodeling kan alleen indien deze bijdraagt aan een hoger pensioen, aan meer transparantie en tegelijkertijd goed uitlegbaar en fiscaal goed te begrijpen is.
GOV|MHB
De GOV|MHB is tevreden met de conclusies en beleidsaanzetten in de Hoofdlijnennota. De pensioenwereld wordt stevig opgeschud, maar gezien de veranderende wijze van leven en de gewijzigde verhoudingen op de arbeidsmarkt is dat ook nodig. Het vertrouwen in pensioenfondsen is tanende, deelnemers begrijpen niet veel van de ontzettend ingewikkelde financiële constructies en willen simpelweg weten hoeveel pensioenkapitaal ze individueel hebben opgebouwd en hoe hoog hun individuele pensioen is en ze willen niet dat het fondsbestuur schuift met gelden. Het idee van de Persoonlijke Pensioen Rekening komt uit de boezem van de Vakcentrale voor Professionals (VCP). De GOV|MHB is aangesloten bij de VCP en heeft de idee van zo’n persoonlijk pensioenvermogen steeds ondersteund. Het is een enorme ommezwaai, maar noodzakelijk in het licht van de moderne maatschappij.
Georganiseerd Overleg
door Martin Weusthuis
Nabestaandenpensioen militairen hoger Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel hebben overeenstemming bereikt over het verhogen van het nabestaandenpensioen naar 70%, m.i.v. 1 januari 2016. Versobering militaire pensioenen
Op 2 juni jl heeft de GOV|MHB bericht over de versobering van de militaire pensioenen als uitkomst van het Sector Overleg Defensie. Tijdens dit overleg bleek dat het Defensie niet gelukt was middels een zogenaamde fiscale Aanwijzing het opbouwpercentage op het bestaande niveau te houden. Hierdoor daalt het opbouwpercentage van 1,75% naar 1,657%.
Premievrijval
Als gevolg van de daling van het opbouwpercentage daalt ook de benodigde premie voor zowel de militair als voor Defensie. Over de besteding van de premievrijval voor Defensie is nu overeenstemming bereikt in de vorm van het ophogen van het nabestaandenpensioen (NP) van 5/14 naar 70%. Die 70% hebben betrekking op het percentage van het in dat jaar opgebouwde ouderdomspensioen (OP) van de militair zelf. Het gaat hier om het NP dat tot uitkering
komt bij overlijden van de militair na pensioendatum. Het NP voor de partner van de militair dat tot uitkering komt als de militair overlijdt voor zijn pensioendatum is altijd op het niveau van 5/7 deel gebleven.
PPP
Omdat in 2004 het NP uit bezuinigingsoverwegingen werd verlaagd van 5/7 deel (ca. 70%) naar 5/14 deel (ca 35%), heeft toen een flink aantal militairen besloten om dat andere 5/14 deel dan maar zelf te financieren om het NP voor hun partner op peil te houden. Dat gebeurde door middel van het vrijwillige Partner Plus Pensioen (PPP). Voor deze militairen gaat gelden dat het PPP per 1 januari 2016 komt te vervallen omdat 70%NP fiscaal het maximale NP is dat kan worden opgebouwd.
Rekenvoorbeeld
Daarna volgde dus een aantal jaren van 5/14 deel opbouw en nu wordt de opbouw weer verhoogd naar 70%. Als de jaarlijkse opbouw van het OP voor 2004 bijv. 750 euro bedroeg, was de jaarlijkse opbouw aan NP in die jaren 535 euro. Tussen 2004 en 2016 werd het NP bij dat OP verlaagd tot 277 euro en vanaf 2016 wordt het NP weer verhoogd tot 525 euro.
GOV|MHB
Nu de door de GOV|MHB ongewenste daling van het opbouwpercentage van de militaire pensioenen een feit is, is de GOV|MHB blij dat de premievrijval in ieder geval behouden blijft voor diezelfde militaire pensioenen. Voor de militair zonder partner geldt dat hij dat verhoogde NP op pensioendatum kan toevoegen aan zijn eigen ouderdomspensioen.
Het NP dat werd opgebouwd voor 2004 is op het niveau van 5/7 deel gebleven. ADVERTENTIE
Aankoopmakelaardij Uit een steekproef onder huizenkopers blijkt dat ongeveer 56% een aankoopmakelaar in de arm neemt. De belangrijkste redenen om een aankoopmakelaar in te schakelen zijn het gemak en de kennis en ervaring van de aankoopmakelaar en tijd. De aankoop van een woning is veelal de grootste uitgave in uw leven. U wilt er zeker van zijn dat u geen miskoop doet. De aankoopmakelaar haalt de emotie uit de koop en is een professioneel onderhandelaar. De aankoopmakelaar krijgt waarschijnlijk meer van de prijs af dan u zelf had kunnen doen. Bovendien neemt de aankoopmakelaar u een hoop werk uit handen! Wat doet Prinsenland Adviseurs voor u? • Vooronderzoek maximaal te financieren hypotheekbedrag • Behartiging van alleen uw belangen • Vooronderzoek werkelijke waarde aan te kopen woning, d.m.v. erkend taxateur • Voeren van de prijsonderhandelingen • Advies over eventuele bouwtechnische keuring • Controle erfpachtstukken • Controle stukken VVE • Opnemen correcte ontbindende voorwaarden koopakte • Controle van de koopakte • Bij de notaris; controle akte en nota van afrekening
Kosten aankoopmakelaardij De opstartkosten bedragen € 395 ,- euro inclusief BTW. Daarnaast brengen wij 7,5% van het verschil tussen vraagprijs en uiteindelijke koopsom in rekening. Gaat de aankoop niet door? Dan brengen wij u voor een volgende woning geen nieuwe opstartkosten in rekening. Korting indien wij ook uw hypotheek verzorgen Wij zijn er van overtuigd dat u door het inschakelen van de aankoopmakelaar kosten bespaart. Verzorgen wij ook de hypotheek voor u? Dan krijgt u 10% korting op de totale kosten van de aankoopmakelaardij. Wat doen wij niet? Meegaan met bezichtigingen. Dit is ook niet nodig omdat wij, voordat we een openingsvoorstel uitbrengen, een gedegen waardeonderzoek naar de woning (laten) uitvoeren.
Tel 010-4552500 | www.prinsenland.nl |
[email protected] | facebook.com/prinsenland
11
Juridische zaken
door Bert Blonk
Raad van State over de verklaring van geen bezwaar
D
De verklaring van geen bezwaar (VGB) zorgt al geruime tijd voor onrust. Grotendeels hangt dit samen met de invoering van de Beleidsregel veiligheidsonderzoeken Defensie op 1 november 2013, maar ook onder de oude Beleidsregeling justitiële antecedenten bij veiligheidsonderzoeken Defensie, kwamen intrekkingen van de VGB voor die door de defensiegemeenschap als onevenredig werden beleefd.
e heersende gedachte over de nieuwe Beleidsregel is, dat deze over het algemeen strenger is dan de oude Beleidsregeling. Een uitspraak van de Raad van State van 3 juni jl. bewijst dat dit niet zo is. Het ging hier om een militair die vóór 1 november 2013 was veroordeeld voor een zedendelict. In overeenstemming met de oude Beleidsregeling werd de VGB ingetrokken. De militair betoogde echter dat ten tijde van die intrekking de nieuwe Beleidsregel gold en dat de overgangsregel daarin zo moest worden geïnterpreteerd dat het minst strenge beleid op zijn casus moest worden toegepast. De nieuwe Beleidsregel is inderdaad gunstiger voor de militair omdat bij de besluitvorming over de intrekking zaken als de zwaarte van de opgelegde straf, de
relevantie van het strafbare feit voor de door de militair uitgeoefende functie en de zienswijze van diens commandant moeten worden meegewogen. Als deze weging voor de militair gunstig uitpakt, dan mag hij zijn VGB, ondanks de strafrechtelijke veroordeling, gewoon houden. De Raad van State volgde dit betoog en droeg Defensie op een nieuw besluit te nemen.
nadenken, bijvoorbeeld over de vraag welke strafbare feiten onverenigbaar zijn met welke functies. Ik ben zeer benieuwd hoe Defensie hier uitwerking aan gaat geven.
Oppervlakkig gezien lijkt het hier te gaan om een ‘gevalletje’ overgangsrecht, maar de kenners onder ons hebben natuurlijk al begrepen dat de Raad van State de toepassing van de nieuwe Beleidsregel op scherp heeft gedraaid. Defensie was immers gewend om zoveel mogelijk algemene criteria te hanteren en alles over één kam te scheren. Met deze uitspraak moet Defensie ineens gaan
door Onno Borgeld
Het gevaar van onbetaald verlof Voor medewerkers van Defensie bestaat de mogelijkheid om voor een periode in het belang van de ambtenaar met onbetaald verlof te gaan. Aan deze mogelijkheid is een stevige financiële angel verbonden in de vorm van de pensioenpremies die aan het ABP moeten worden afgedragen.
D
efensie is van mening dat deze kosten voor rekening van de ambtenaar komen nu hij/zij niet werkt voor de algemene zaak. Want ondanks dat de ambtenaar met onbetaald verlof is bouwt deze wel pensioenrechten op. Daarom verhaalt Defensie de (normaal) door de ambtenaar betaalde pensioenpremie en die welke door het ministerie wordt afgedragen, op de (met verlof zijnde) ambtenaar. Dit kan oplopen tot een bedrag van ruim boven de duizend euro per maand. Hieruit kan je de les trekken: ga je met onbetaald verlof, dan lever je in de orde van
12
grootte € 1200,- per maand in! Recentelijk was een officier hierover niet juist geïnformeerd en hij kon daarom de heldere afweging niet maken. Op zijn loonstrook (zonder inkomsten) zag hij de aftrekposten van Defensie verschijnen en hij wist niet waar hij aan toe was. Negatief loon als je met verlof bent, hoe kan dat? Hij heeft bezwaar aangetekend en tijdens het bezwaar bleken twee zaken: 1. D efensie gaat uit (bij de inhouding) van de arbeidsduur van 1 januari. Als dus de arbeidsduur nadien van 100% naar bijvoorbeeld 40% is gewijzigd, doet dat
in de optiek van Defensie niet ter zake. De stand van 1 januari is voor Defensie bepalend! 2. Als de betrokken ambtenaar elders, bijvoorbeeld in het buitenland, pensioen opbouwt kan dat worden verrekend. Hierdoor hoeft de ambtenaar veel minder pensioenpremie via Defensie aan het ABP af te dragen. Deze laatste mogelijkheid is binnen Defensie niet of nauwelijks bekend en de betrokken ambtenaar wordt er ook niet op gewezen terwijl er wel mogelijkheden zijn.
Reorganisatie
door René Bliek
Versterking veiligheidsketen KMar
Z
Zoals u allen weet zijn veiligheid en vrede niet vanzelfsprekend. Verhoudingen zijn verslechterd, de toekomst is onzekerder en we hebben genoeg plekken in de wereld waar nu uitdagingen zijn die direct of indirect ook gevolgen kunnen hebben voor onze veiligheid en samenleving.
olang alles zich maar blijft afspelen in de Oekraïne, het Midden-Oosten en Afrika, blijft het voor de gemiddelde Nederlander echter een ‘ver van mijn bed show’, helaas ook voor veel politici. Echter, wat recent is gebeurd in Brussel, Parijs, Verviers en Kopenhagen kan ook in ons dierbare Nederland gebeuren.
Mede om die reden heeft het kabinet besloten tot een herbezinning op de weerbaarheid van de gehele veiligheidsketen in Nederland. Geconcludeerd werd dat op een viertal terreinen het huidige dreigingsbeeld leidt tot knelpunten op langere termijn. Om deze knelpunten op te lossen heeft het kabinet besloten de veiligheidsketen op een aantal punten substantieel te versterken. Deze punten zijn: 1. intensiveren van preventiemaatregelen; 2. uitbreiding van het bereik en intensiteit van de activiteiten van AIVD en MIVD in binnen- en buitenland; 3. meer capaciteit ten behoeve van te beveiligen objecten en uitbreiding van snel beschikbare interventiecapaciteit, en; 4. meer Nederlandse inzet (niet-militair) in risicolanden en multilaterale fora en samenwerkingsverbanden met het oog op de verwevenheid van interne en externe veiligheid. Concreet betekent dit voor Defensie dat er extra geld wordt vrijgemaakt voor de MIVD en de Koninklijke Marechaussee (KMar), voor materieel en personeel, om invulling te geven aan maatregel 2 en 3.
KMar
Bij de KMar wordt o.a. een nieuwe eenheid opgericht: een Eskadron Hoog Risico Beveiligingen (HRB). Dit HRB-Eskadron bestaat uit zes pelotons, waarvan de eerste twee al eind 2015 operationeel moeten zijn. Het formatieplafond van de KMar wordt uitgebreid met 417 arbeidsplaatsen, te weten zes pelotons van 60 arbeidsplaatsen en een overhead van 57 arbeidsplaatsen. Het HRB-eskadron heeft als doel, in aanvulling op andere organisaties, een bijdrage te leveren aan de veiligheid van de staat door het bewaken en beveiligen van personen, objecten en diensten specifiek tegen grof geweld en terrorisme. Het HRB-
eskadron neemt daartoe o.a. de beveiliging van objecten met een hoog risico over van de Nationale Politie. Samenwerking met de andere eenheden binnen en buiten de KMar is van toepassing wanneer de situatie hierom vraagt. Zo beschikken eenheden als de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) en de Dienst Speciale Interventies (DSI) over specifieke capaciteiten en kwaliteiten die aanvullend kunnen zijn aan de beveiliging door het HRB-eskadron. Ook aan deze laatstgenoemde eenheden wordt capaciteit toegevoegd.
Overleg met Centrales
In het laatste informeel overleg Reorganisaties (io REO) Bestuursstaf en KMar zijn de diverse concept Voorlopig Reorganisatie Plannen besproken. Bijzonder hierbij is dat het overgrote deel van de vergadering ging over het uitbreiden van capaciteit voor Defensie. Bijzonder, omdat de afgelopen jaren het io REO voornamelijk in het teken stond van inkrimpingen. Gelukkig is het voor allen aan tafel duidelijk dat het gehele proces moet leiden tot het tijdig kunnen uitvoeren van de door het kabinet verstrekte opdracht aan Defensie. Een streven waar de GOV|MHB zich maximaal voor zal inzetten. Daarbij zijn wij niet echt bezorgd over de huidige regelgeving tussen medezeggenschap, werkgever en de bonden, maar wel over de snelle besluitvorming binnen Defensie, met als voorbeeld het mogelijk maken van het informatie gestuurde optreden bij de KMar. Dit hangt weer samen met de toekomstbestendige IT en het alloceren van de juiste financiële middelen door de Commandant der Strijdkrachten.
“Alert en gemotiveerd tot het uiterste.” Dat stelde minister-president Mark Rutte na zijn bezoek aan de Bijstandseenheid van de KMar. Toch zien wij nog wel enkele uitdagingen. Ik noem er enkele: • personeel & organisatie - tijdige kwalitatieve en kwantitatieve personele vulling; - hoe om te gaan met de rechtspositionele personele gevolgen, bijv. als gevolg van het uitstellen van reeds geplande vervolgopleidingen. • informatievoorziening - het tijdig realiseren van additionele IVen ICT behoeften. • aanschaf materieellogistiek - voertuigen; - kleding. • huisvesting/infrastructuur. De KMar kan deze uitdagingen niet alleen oplossen en is afhankelijk van andere defensieonderdelen en het Rijks Vastgoed Bedrijf.
GOV|MHB
Je moet het maar kunnen: de Tweede Kamer beveiligen
De GOV|MHB is blij dat het kabinet (eindelijk) inziet dat de veiligheidsketen in Nederland versterkt in plaats van afgebroken dient te worden. De gebeurtenissen om ons heen, evenals de open Nederlandse samenleving, vereisen dat. De GOV|MHB hoopt dat alle betrokken onderdelen, zowel binnen als buiten de defensieorganisatie, inzien dat Defensie en de Nederlandse samenleving niet gebaat is bij vertragingen in het ‘versterken van de veiligheidsketen’. Het laatste wat we immers willen is dat vertragingen de reden zijn dat de Nederlandse Staat in voorkomend geval met lege handen staat.
13
Reorganisatie
door René Bliek
Weer een stap verder naar een toekomstbestendiger IT Defensie Om Defensie effectief en doelmatig te kunnen laten functioneren is moderne informatietechnologie (IT) cruciaal. In het bijzonder in het operationele domein nemen het aantal en het belang van IT-toepassingen in hoog tempo toe.
C
ommandanten zien zich in toenemende mate geconfronteerd met snel veranderende omstandigheden, complexe situaties en inventieve tegenstanders. Het nemen van de juiste beslissing op het juiste moment vereist betrouwbare informatie. Niet alleen de betrouwbaarheid van informatie is een aandachtspunt, maar ook het vinden van de juiste informatie in grote gegevensverzamelingen. Beschikbare gegevens nemen in volume enorm toe en daarmee ook de behoefte om de relevante gegevens terug te vinden en te integreren met informatie van bijvoorbeeld NAVOpartners. Verleden Vanaf 2011 is er door Defensie bijna 200 miljoen euro bezuinigd op de IV/ITexploitatie. Het was daarna wachten op het vallen van de bom. Dat gebeurde gelukkig pas begin 2014. Defensie werd toen geconfronteerd met ernstige verstoringen in de IT-dienstverlening. Uit naspeuring naar de oorzaak bleek dat er, door een
gebrek aan financiële middelen, bewust risico’s waren genomen. Sommige personen doen dat ook in hun privé situatie. Stel, je hebt een auto/bestelbus en je weet dat je de distributieriem moet vervangen, maar je hebt daar geen geld voor. Ook weet je dat het een onderdeel is dat je preventief moet vervangen bij een bepaalde kilometerstand. Wat te doen? De koe met de gouden horens stilzetten tot je weer genoeg geld hebt, of denken ‘het kan nog wel die extra kilometers?’ Ik hoef u niet uit te leggen wat de gevolgen kunnen zijn, maar in het ergste geval kan er motorschade ontstaan doordat een van de zuigers tegen een geopende klep aanstoot. Dan kan reparatie een dure grap worden. Defensie heeft ervoor gekozen om door te rijden en risico te lopen. Helaas werd het dus een dure grap. Dan praat ik nog maar niet over het verlies aan productieve uren van het defensiepersoneel, door het niet gebruik kunnen maken van de IT-voorzieningen.
Het HLO en de sourcing documentatie schetsen drie grote uitdagingen.
14
Overigens wel lekker rustig, een dag geen mail. Wel was meteen duidelijk dat voor de langere termijn de verouderde inrichting van de huidige IT niet is te handhaven. De kosten voor de instandhouding zouden immers sterk stijgen, terwijl de continuïteit en betrouwbaarheid zouden afnemen. Toekomst Om toch te kunnen komen tot een toekomstbestendige IT heeft Defensie de noodzakelijke veranderingen in diverse documenten in kaart gebracht en in het High Level IT Ontwerp (HLO) vertaald naar ontwerpprincipes: wat moet de IT bewerkstelligen, binnen welke kaders en in welke samenhang? Het vormt de stip aan de horizon. Dit IT-ontwerp en een daarbij passende sourcing strategie zijn getoetst door adviesbureau Gartner. Gelukkig stelt Gartner als hoofdconclusie dat het HLO als richtinggevend document aansluit bij de doelstellingen van Defensie en als strategische intentie aansluit bij in
zijn in te schatten. Wel weten we dat we het vooral moeten hebben van slimmer werken. En dat wil ook zeggen dat we met minder mensen kunnen werken. Kijk maar bij mijn eigen internet aansluiting thuis. Vroeger belde je de storingsdienst, maar nu heb je een applicatie ontvangen die je zelf opstart en dan automatisch alles controleert en desnoods reset. De computer heeft weer een deel van de taak van de mens over genomen.
Als hier maar aandacht voor is! de markt geobserveerde bewegingen. Wel dient Defensie zich in twee verschillende modus operandi te organiseren. Een deel van de organisatie dat zich richt op het bieden van continuïteit en stabiliteit in de IT-dienstverlening; En een ander deel dat zich gelijktijdig richt op het door middel van kort-cyclische innovatie en flexibiliteit aanbieden van nieuwe vormen van ITdienstverlening. Als leek denk ik dan: “Oké, ik moet mijn oude auto/bestelbus houden en in stand houden, maar ik mag wel een state of the art nieuwe auto/bestelbus aanschaffen. Dat betekent dat ik nu extra kosten ga maken en dat ik een transitie traject ga uitvoeren dat lang en kostbaar kan zijn.” Zoals het nu beschreven is in een brief aan de Kamer denkt Defensie dat het huidige systeem nog vijf jaar in stand moet worden gehouden. Tot en met 2017 is daar 40 miljoen Euro voor gereserveerd. Vanaf 2017 zal een kostencalculatiemodel Defensie ondersteunen bij het vaststellen van de bijbehorende financiële kaders. Fasering De tijdelijke commissie ICT-projecten (de commissie-Elias) adviseerde om ITontwikkelingen te faseren en in elke fase een bruikbaar product op te leveren. Het tempo en de omvang van de verandering worden zo in overeenstemming gebracht
met het realisatievermogen van de organisatie en de beschikbare budgettaire ruimte. Defensie heeft dit advies overgenomen. Door de gewijzigde zienswijze van de IT-sourcing strategie, van overgaan van eigen personeel naar de markt naar samenwerkingsverbanden met meerdere marktpartijen, kan er sneller gebruik worden gemaakt van de kennis en kunde in de markt. Essentieel is daarbij dat Defensie de regie en de eindverantwoordelijkheid voor de integratie in eigen hand houdt. Dit alles zal er naar verwachting toe leiden dat er minder personeel nodig zal zijn voor het beheer van de huidige IT en dat er nieuwe kennis en vaardigheden bij het personeel nodig zijn voor de nieuw toe te passen technologie. Personeel Kortom, er moet veel gebeuren in het ITdomein en dat heeft mede tot gevolg dat er gereorganiseerd moet worden, immers de oude organisatie bestaande uit een JIVC en een OPS zijn opgebouwd met de oude filosofie in het achterhoofd. Naar verwachting komt er op korte termijn, na de zomervakantie, een beleidsvoornemen. De gevolgen zullen groot zijn voor het personeel. Zeker als we in ogenschouw nemen dat de productiviteitseffecten van ICT op dit moment voor Defensie niet goed
Risico’s Adviesbureau Gartner heeft ook risicogebieden geïdentificeerd. Gartner adviseert deze risico’s te mitigeren en heeft ze in zijn rapport benoemd. Ook geeft het in zijn rapport mogelijke vervolgstappen aan. GOV|MHB Voor de GOVMHB is dit alles wel een reden tot waakzaamheid. Allereerst omdat moderne informatietechnologie (IT) onontbeerlijk is, maar dat het nog vele jaren zal duren voor we daar zijn waar we moeten zijn. Daarnaast zal er extra geld nodig zijn om te voorkomen dat we in 2018 de disaster zone bereiken. Als Defensie niets doet zullen vanaf dat moment de continuïteit en beveiliging niet meer kunnen worden gegarandeerd. Tot slot zijn voor het verder opdelen van de dienstverlening richting specifieke leveranciers meer detail en verbijzondering nodig, net als bij de recent vastgelegde business effecten. Het is en blijft uitdagend werken bij Defensie, zeker als we nu al weten dat we met minder mensen in de toekomst hetzelfde kunnen doen. Over hoe om te gaan met die gevolgen en de nog bijkomende mismatch van het zittende personeel moeten we samen met de collega bonden en Defensie tijdig gaan nadenken. Voor je het weet is het al 2016.
15
Over Defensie
door Tom Kofman
Blok aan het been exit!
H
De afgelopen maanden heb ik mij telkenmale verbaasd over de negatieve grondhouding van minister (‘aasgier’) Stef Blok (Wonen en Rijksdienst) ten aanzien van de gerechtvaardigde ‘wensen’ van ca. 1.000.000 overheidsdienaren ter zake van een CAO die al meer dan 1.600 dagen op zich laat wachten.
oe kan het in vredesnaam bestaan, dat je het meest kostbare dat je als werkgever in huis hebt, te weten het menselijk kapitaal, dag in dag uit schoffeert met minder dan niks voorstellen. Tot mijn grote verbazing zag ik een dezer schitterende julidagen de gebeeldhouwde kop van Ronald Plasterk (BiZa en Koninkrijkrelaties) op het scherm verschijnen die de ‘blijde’ boodschap bracht dat er overeenstemming was bereikt over een loonstijging (5,05%) voor één miljoen overheidsdienaren (zeven sectoren). PM Mark Rutte bevestigde later deze boodschap. Blok beton Stef Blok was blijkbaar linksom gepasseerd.
sectoren een uitgewerkte CAO op tafel ligt die voor de leden van de ‘bonden’ acceptabel en tevens werkbaar is.
Hosanna roepen is hier in mijn optiek niet aan de orde. Wél is er tevredenheid over het feit dat nu eindelijk de nullijn wordt losgelaten. Er zal nog veel water door de Rijn moeten stromen voor er bij de respectievelijke
Deze veranderingen leiden tot een verlaging van de werkgeverspremie, waaruit 1,4% procent van de loonruimte over 2016 wordt gefinancierd…..CMHF, CNV en het AC kunnen zich vinden in het voorstel van het ka-
Wat gaat er veranderen: • Vanaf 1 januari 2016 ligt er de ambitie om de pensioenen aan te passen aan de prijzen in plaats van aan de lonen. In de komende jaren zal er ‘open en reëel’ overleg worden gevoerd over een houdbare pensioenambitie voor de lange termijn. De mogelijkheid om terug te keren naar loonindexatie blijft open. • Er worden tot 1 januari 2021 door ABP geen premieopslagen geheven bovenop de verplichte kostendekkende premie.
binet. De FNV gaat vooralsnog niet akkoord, omdat de kaders van Ton Heerts de idee zijn toegedaan dat het kabinet wat al te snel gaat. De ouderenorganisatie ANBO stelt dat de deelnemers van ambtenarenpensioenfonds ABP voortaan minder pensioen opbouwen. Op termijn kan dit leiden tot een 8% lager pensioen voor jonge deelnemers. Het is beslist niet overdreven om te stellen dat de ‘generositeit’ van het kabinet een hoog ‘sigaar uit eigen doos’ gehalte kent. Voor gepensioneerden zit er helaas wéér niets in het vat. Je zou bijna de idee krijgen dat de ouderen een blok aan het been van de samenleving zijn. Zij hebben heden ten dage weinig tot niets te verwachten van de politiek (links/rechts/midden). Slechts 50plus (Krol/Van Rooijen) en de SP (Roemer c.s.) maken duidelijk dat ook de ouderen in onze samenleving er nog wel degelijk toe doen.
Haal meer uit uw lidmaatschap! Met onderstaande bedrijven en organisaties hebben we afspraken gemaakt die extra voordeel kunnen opleveren! VERZEKERINGEN MET INTERESSANTE KORTINGEN OHRA • INTER ASSURE • INTERPOLIS HYPOTHEKEN MET GUNSTIGE VOORWAARDEN RABOBANK ADVISEURS VOOR HYPOTHEKEN EN VERZEKERINGEN PRINSENLAND ADVISEURS REIZEN MET AANTREKKELIJKE KORTING AVIS AUTOHUUR • WEEKENDJEWEG.NL KLEDING WEBWINKEL MET GROTE COLLECTIE UNDERFASHION.NL CARDS TEGEN BIJZONDERE TARIEVEN AMERICAN EXPRESS • MASTERCARD PERSOONLIJKE ONTWIKKELING OPEN UNIVERSITEIT NEDERLAND • PICOMPANY
En dit is nog niet alles, ga voor het volledige overzicht van onze voordelen, inclusief alle info naar: www.prodef.nl/ ledenvoordeel. Mailen kan ook:
[email protected]
KVNRO