PROCEDURE WAARSCHUWINGSSIGNALERING EN ZONERING VAN RUIMTEN BIJ HANDELINGEN MET IONISERENDE STRALING
Inleiding In een aantal situaties is het nodig om de aandacht te vestigen op risico’s van ioniserende straling voor veiligheid, gezondheid en milieu. Om medewerkers en bezoekers te wijzen op deze risico's worden aanwijzingen, geboden en verboden in de vorm van veiligheids- en gezondheidssignaleringen gebruikt. Daarnaast kan de aandacht van de werknemers op bijzondere omstandigheden op de werkplek worden gevestigd door het classificeren van werkplekken met een speciaal risico, ofwel het instellen van werkplekzonering. Naast de reguliere medewerkers hebben vooral studenten, patiënten, bezoekers, hulpverleners (brandweer) en schoonmakers behoefte aan eenduidige en te begrijpen informatie. Daarom zijn er (wettelijke) normen voor veiligheidsborden in verband met de eenduidigheid. Deze regeling is in hoofdzaak gebaseerd op het Besluit stralingsbescherming (2002) en de Regeling waarschuwingssignalering ioniserende straling (2002). Daarnaast zijn elementen verwerkt uit de Europese Richtlijn 96/29/Euratom (1996).
Doel Doelen van waarschuwingssignalering en/of werkplekzonering zijn: het voorkomen dat personen binnen de inrichting ongemerkt blootgesteld worden aan ioniserende straling het voorkomen van verspreiding van radioactieve besmetting het voorkomen van zoekraken of ontvreemding van bronnen van ioniserende straling het vestigen van de aandacht van de medewerkers op de bijzondere omstandigheden op de werkplek het verschaffen van informatie aan hulpverleners in geval van noodsituaties als brand
Definities Gecontroleerde zone: een zone waarvoor om redenen van bescherming tegen ioniserende straling of preventie van de verspreiding van radioactieve besmetting een bijzondere regeling geldt en waarvan de toegang wordt gecontroleerd. Bewaakte zone: een zone die is onderworpen aan een passend toezicht met het oog op bescherming tegen ioniserende straling. Potentiële blootstelling: een blootstelling die niet met zekerheid zal optreden maar waarvan de waarschijnlijkheid van optreden en de grootte van de daarbij eventueel optredende blootstelling van tevoren kunnen worden geschat.
VERSIE 1
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
Voorbeelden van scenario's ten behoeve van de bepaling van de potentiële blootstelling zijn: brand het niet volgen van procedures en instructies (b.v. voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen) het falen van beschermende voorzieningen (ventilatie, afscherming, interlocks, etc.)
Bouwkundige en technische voorzieningen Ruimten waarin met radioactieve stoffen wordt gewerkt worden zodanig ingericht, dat zij voldoen aan de eisen en kenmerken conform de “Bijlage radionuclidenlaboratoria” van mei 2002. De voorzieningen, installaties en (stralingsmeet-)apparatuur dienen in goede staat van onderhoud te verkeren en regelmatig te worden gecontroleerd.
Werkplekzonering Normering van werkplekzonering Voor een gecontroleerde of bewaakte zone gelden de volgende bepalingen: de zone is gemarkeerd d.m.v. waarschuwingssignalering op daarvoor geschikte plaatsen, er is sprake van passend toezicht op de arbeidsomstandigheden met het oog op de stralingshygiëne, er is een systeem van monitoring van de werkplek, aan de personen die in de zone werkzaam zijn, zijn schriftelijke werkinstructies gegeven, toegesneden op de specifieke toepassing van ioniserende straling. Voor een gecontroleerde zone geldt bovendien: toegang tot de zone wordt beperkt tot bevoegde personen, in geval van de mogelijkheid op verspreiding van radioactieve stoffen: er zijn voorschriften voor toegang van de zone en het verlaten ervan door personen en goederen, gericht op de preventie van verspreiding van radioactieve besmetting. Criteria voor het instellen van werkplekzonering Bij het instellen van een gecontroleerde of bewaakte zones wordt gebruik gemaakt van de volgende gegevens uit de risicoanalyse: verwachte effectieve en equivalente dosis voor werknemers bij de uitvoering van de reguliere handelingen, potentiële blootstelling van personen, risico van verspreiding van radioactieve besmetting, risico van zoekraken of ontvreemding van bronnen van ioniserende straling.
VERSIE 1
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
Een werkplek wordt aangemerkt als bewaakte zone indien: a) de mogelijk door de werknemer te ontvangen effectieve dosis in een kalenderjaar hoger is dan 1 mSv en lager dan 6 mSv; b) de mogelijk door de werknemer te ontvangen equivalente dosis in een kalenderjaar groter is dan: 15 mSv voor de ooglens, maar niet de waarde van 50 mSv overschrijdt, of 50 mSv voor de huid (gemiddeld over 1 cm2), maar niet de waarde van 150 mSv overschrijdt,of 50 mSv voor handen, onderarmen, voeten en enkels, maar niet de waarde van 150 mSv overschrijdt; c) de potentiële blootstelling voor personen niet als verwaarloosbaar klein wordt ingeschat; d) het risico van verspreiding van radioactieve besmetting niet als verwaarloosbaar klein wordt ingeschat, of e) het gevolg van zoekraken of ontvreemding van bronnen niet als een verwaarloosbaar klein risico wordt ingeschat. Een werkplek wordt geclassificeerd als gecontroleerde zone indien: a) de mogelijk door de werknemer te ontvangen effectieve dosis in een kalenderjaar hoger is dan 6 mSv; b) de mogelijk door de werknemer te ontvangen equivalente dosis in een kalenderjaar hoger is dan: 50 mSv voor de ooglens, of 150 mSv voor de huid (gemiddeld over 1 cm2), of 150 mSv voor handen, onderarmen, voeten en enkels; c) er een mogelijkheid is van verspreiding van radioactieve stoffen uit de ruimte zodanig dat personen een dosis ontvangen in een kalenderjaar hoger dan: een effectieve dosis van 1 mSv, of een equivalente dosis van 15 mSv voor de ooglens, of 50 mSv voor de huid (gemiddeld over 1 cm2 ), of 50 mSv voor handen, onderarmen, voeten en enkels; d) de potentiële blootstelling voor personen als hoog wordt ingeschat; e) het risico van verspreiding van radioactieve besmetting als hoog wordt ingeschat, of f) het gevolg van zoekraken of ontvreemding van bronnen als een hoog risico wordt ingeschat.
VERSIE 1
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
Waarschuwingssignalering voor bronnen en zones Normering van waarschuwingssignalering Het algemene waarschuwingsbord of -teken voor ioniserende straling is weergegeven in figuur 1. Als regel is het minimaal 7,5 cm breed, tenzij dat in de situatie waarin het moet worden aangebracht niet past. Onder of naast het algemene waarschuwingsteken worden een of meerdere rechthoekige onderschriftborden met verklarende teksten aangebracht (zie figuur 1). Het onderschriftbord is geel met een zwarte rand en zwarte tekst. Het waarschuwingssymbool wordt geplaatst: op (individuele) bronnen van ioniserende straling; op bronhouders die een bron bevatten, en bij of op de toegang van bewaakte en gecontroleerde zones. Het bord met verklarende tekst 1 wordt geplaatst op of bij de toegang van gecontroleerde en bewaakte zones. Het bord met verklarende tekst 2 wordt geplaatst op toestellen en ingekapselde bronnen, op bronhouders die een bron bevatten, en op of bij de toegang van gecontroleerde en bewaakte zones. De verklarende tekst 1 luidt: “GECONTROLEERDE ZONE” indien het een gecontroleerde zone betreft; “BEWAAKTE ZONE” indien het een bewaakte zone betreft; Een aanduiding van het mogelijk aanwezige dosistempo binnen de zone wordt aangegeven als dit meer dan 10 Sv per uur bedraagt.
VERSIE 1
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
De verklarende tekst 2 luidt: “RÖNTGENSTRALING” indien het een of meerdere toestellen betreft, en/of “RADIOACTIEVE STOFFEN” indien het radioactieve stoffen betreft;
radioactieve stoffen gecontroleerde of bewaakte zone
……
Telefoon:
……
Bij calamiteiten:
röntgenstraling gecontroleerde of bewaakte
Lokaal deskundige:
Geen toegang voor onbevoegden
Telefoon:
Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Het symbool voor verboden toegang, aangevuld met een wit rechthoekig onderschriftbord met de tekst ”GEEN TOEGANG VOOR ONBEVOEGDEN” is weergegeven in figuur 2. Dit symbool wordt geplaatst bij of op de toegang van ruimten. Een voorbeeld van een bord met vermelding van de naam en het telefoonnummer van de lokaal deskundige en een telefoonnummer voor calamiteit- of incidentmelding is weergegeven in figuur 3. Dit bord kan worden geplaatst zowel bij of op toegang van zones als op individuele bronnen. Actieve signalering (in de vorm van een lamp of lichtbak op of bij de toegang van ruimten waar toestellen worden toegepast) kan worden aangebracht om aan te geven of het toestel al dan niet is ingeschakeld. Hetzelfde geldt voor ruimten met een ingekapselde bron in een bronhouder; de signalering geeft dan aan of de bron zich al dan niet in de bestralingspositie bevindt. Met betrekking tot zonering kan actieve signalering op twee manieren worden toegepast: a) de signalering geeft aan of de zonering van kracht is dan wel of de ruimte is vrijgegeven, of b) de signalering geeft een nadere aanwijzing met betrekking tot de regeling van de toegang tot de zone. Bijvoorbeeld: toegankelijk, beperkt toegankelijk of geen toegang.
VERSIE 1
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
……
Criteria voor het aanbrengen van waarschuwingssignalering Waarschuwingssignalering op bronnen en bronhouders moet worden aangebracht, indien het bronnen betreft die niet vrijgesteld zijn of uitgesloten zijn in de zin van het Besluit Stralingsbescherming Uitzondering 1: Het waarschuwingsbord hoeft niet te worden gebruikt voor radioactieve stoffen in verspreidbare vorm en voor ingekapselde bronnen waarvan de afmetingen te klein zijn voor een met het blote oog herkenbaar waarschuwingsteken. Uitzondering 2: Het onderschriftbord hoeft niet te worden gebruikt bij ingekapselde bronnen waarvan de afmetingen te klein zijn om een onderschriftbord te plaatsen. Waarschuwingssignalering op of bij de toegang van ruimtes wordt uitsluitend aangebracht indien het bewaakte of gecontroleerde zones betreft. Het verbodsbord wordt in elk geval toegepast bij gecontroleerde zones zonder fysieke toegangsbeperking (b.v. permanente toegangscontrole, cijferslot, pasjessysteem, etc.). Verder kan het verbodsbord worden toegepast voor alle ruimtes waarvoor een toegangsregeling bestaat. Bijlage 4 (in 2.11) geeft voorbeelden van zonering van werkplekken en waarschuwingssignaleringen van ruimten en bronnen. Bron: - Europese Richtlijn 96/29/Euratom (1996). - Besluit stralingsbescherming (2002) - Ministeriële Regeling “waarschuwingsignalering ioniserende straling” (2002) - Arbo informatie AI-27 ‘Ioniserende straling’ (2003) - IAVM, werkgroep straling, uitwerking classificatie van ruimten, juni 2003
VERSIE 1
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
BIJLAGE:
VOORBEELDEN VAN ZONERING VAN WERKPLEKKEN EN WAARSCHUWINGSSIGNALERING VAN RUIMTEN EN BRONNEN
Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven van de classificatie van werkplekken. Omdat de te verwachten blootstelling van werknemers en het risico van potentiële blootstellingen afhankelijk is van de getroffen maatregelen en voorzieningen rond een toepassing, kan de classificatie van een specifieke werkplek afwijken. Toestellen Alle toestellen die niet zijn vrijgesteld of uitgesloten in de zin van het BS worden voorzien van signalering A+D, in elk geval op grond van criterium e. type ruimte
stralingsbron
gecontroleerde zone
Deeltjesversnellerruimte, cyclotron
geactiveerde machineonderdelen, target
ruimte met cyclotron met inherente afscherming
geactiveerde machineonderdelen, target
versnellerruimte (versnellerruimte, cyclotron)
versnellergedeelte
Deeltjesversnellerruimte (patiëntbehandelkamer)
gantry
CT-diagnostiekruimte (EBT)
CT-toestel
interventie radiologie/cardiologie-kamer/AAA-stent
spec. röntgentoestel
bewaakte zone
0
signalering ruimte2 A+B+D+E
a
A+C+D+E
c
A+B+D
0
c
A+C+D
0
c
A+C+D
a, b
A+B+D
0
/scopie
criterium
1
a 0
0
Indicerend
Doorlichtkamer
röntgentoestel
c
A+C+D
Röntgendiagnostiekkamer
gefixeerd röntgentoestel(len)
c
A+C+D
Traumakamers
gefixeerd en mobiel röntgentoestel
c
A+C+D
Operatiekamers(niet AAA-stent), verpleegafdelingen
mobiel röntgentoestel
Opslagruimte
(onderdelen van) röntgentoestel(len)
VERSIE 1
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
1
Indicerend criterium: a: verwachte effectieve dosis b: verwachte equivalente dosis c: potentiële blootstelling d: risico verspreiding radioactieve besmetting e: risico zoekraken of vervreemding bron
2
Waarschuwingssignalering: A: waarschuwingsteken ioniserende straling B: onderbord tekst: "GECONTROLEERDE ZONE" C: onderbord tekst: "BEWAAKTE ZONE" D: onderbord tekst: "RÖNTGENSTRALING" E: onderbord tekst: "RADIOACTIEVE STOFFEN"
WAARSCHUWINGSSIGNALERING EN ZONERING VAN WERKPLEKKEN: Open stoffen: Alle (houders van) radioactieve stoffen in hoeveelheden die niet zijn vrijgesteld of uitgesloten in de zin van het BS worden voorzien van signalering A+E, in elk geval op grond van indicerend criterium e. Type ruimte
Stralingsbron
gecontroleerde zone
I-131 Patiënttherapie; toegang tot gebied met
Radiofarmaca
Radiofarmaca
Patiëntenonderzoekskamer / meetkamer t.b.v.
Radiofarmaca
zone
0
patiëntkamers Bereidingsruimte Nucleaire Geneeskunde
bewaakte
0 0
diagnostiek
criterium
1
signalering ruimte2
d
A+B+E
d
A+B+E
d
A+C+E
d
A+B+E
Radionuclidenlaboratorium op B-niveau
radioactieve stoffen
Radionuclidenlaboratorium op C-niveau
radioactieve stoffen
0
d
A+C+E
Radionuclidenlaboratorium op D-niveau
radioactieve stoffen
0
d
A+C+E
Opslagruimte voor radioactief afval, Xmax > 200 Re
radioactieve stoffen
d
A+B+E
Opslagruimte voor radioactief afval, 200 Re>Xmax>2 Re
radioactieve stoffen
0
d
A+C+E
Opslagruimte voor radioactief afval, Xmax < 2 Re
radioactieve stoffen
0
VERSIE 1
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
0
Indicerend
0
4-2-2010
1
Indicerend criterium: a: verwachte effectieve dosis b: verwachte equivalente dosis c: potentiële blootstelling d: risico verspreiding radioactieve besmetting e: risico zoekraken of vervreemding bron
VERSIE 1
2
Waarschuwingssignalering: A: waarschuwingsteken ioniserende straling B: onderbord tekst: "GECONTROLEERDE ZONE" C: onderbord tekst: "BEWAAKTE ZONE" D: onderbord tekst: "RÖNTGENSTRALING" E: onderbord tekst: "RADIOACTIEVE STOFFEN"
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
WAARSCHUWINGSSIGNALERING EN ZONERING VAN WERKPLEKKEN: Ingekapselde bronnen: Alle (houders van) ingekapselde bronnen die niet zijn vrijgesteld of uitgesloten in de zin van het BS worden voorzien van signalering A+E, in elk geval op grond van indicerend criterium e. type ruimte
Stralingsbron
Therapiebronnenkamer, Activiteit > 1 GBq
radioactieve bron
Therapiebronnenkamer, 1 MBq < activiteit < 1 GBq
radioactieve bron
Bergplaats, activiteit > 1 GBq
radioactieve bron
Bergplaats, 1 MBq < activiteit < 1 GBq
radioactieve bron
Therapiebronnenkamers met actieve signalering
radioactieve bron in op afstand
gecontroleerde
bewaakte
geen
Indicerend
zone
zone
zonering
criterium1
0 0 0 0 0
bedienbare bronhouder Telkamers (o.a. LSC en gammacounter)
beta-/gamma-bron in stevige
0
bronconstructie Bron t.b.v. bloedbestraling (> 1 GBq; inherente
Cs-137
0
afscherming) 1
Indicerend criterium: a: verwachte effectieve dosis b: verwachte equivalente dosis c: potentiële blootstelling d: risico verspreiding radioactieve besmetting e: risico zoekraken of vervreemding bron
VERSIE 1
2
Waarschuwingssignalering: A: waarschuwingsteken ioniserende straling B: onderbord tekst: "GECONTROLEERDE ZONE" C: onderbord tekst: "BEWAAKTE ZONE" D: onderbord tekst: "RÖNTGENSTRALING" E: onderbord tekst: "RADIOACTIEVE STOFFEN"
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
signalering2
c
A+B+E
c
A+C+E
e
A+B+E
e
A+C+E
WAARSCHUWINGSSIGNALERING EN ZONERING VAN WERKPLEKKEN: Diversen: type ruimte
Stralingsbron
annex gelegen ruimte H*(10) > 0,12 mSv/week
geen
annex gelegen ruimte 0,12 mSv/week > H*(10) > 0,02
geen
gecontroleerde
bewaakte
geen
Indicerend
zone
zone
zonering
criterium1
0 0
mSv/week annex gelegen ruimte H*(10) < 0,02 mSv/week
geen
afvoerleidingen nucl. geneeskunde, r.a. lab's etc.
radioactieve stoffen
signalering2
a
A+B
a
A+C
d
A+E (op leiding)
1
Indicerend criterium: a: verwachte effectieve dosis b: verwachte equivalente dosis c: potentiële blootstelling d: risico verspreiding radioactieve besmetting e: risico zoekraken of vervreemding bron
VERSIE 1
2
Waarschuwingssignalering: A: waarschuwingsteken ioniserende straling B: onderbord tekst: "GECONTROLEERDE ZONE" C: onderbord tekst: "BEWAAKTE ZONE" D: onderbord tekst: "RÖNTGENSTRALING" E: onderbord tekst: "RADIOACTIEVE STOFFEN”
FHML/ CRISP, STRALINGSBESCHERMINGSEENHEID RANDWIJCK (SBE)
4-2-2010
Regeling Stralingshygiëne Randwijck: bescherming werknemer, milieu en patiënt (2007)