Ankerverhaal kern 3
De wensdoos ‘Ziezo,’ zegt Ashraf, ‘de hut is klaar.’ Samen met Kim heeft hij een hut gemaakt in de tuin. De hut is een
a 2/3 doos waar de nieuwe koelkast in gezeten heeft. Op de zijkant zit nog een etiket a 2/3 met ‘voorzichtig’ erop. Ze hebben de doos op z’n kant a 2/3 gelegd en een oude deken voor de ingang a 2/3 gehangen. Drie kleinere dozen zijn de tafel en de stoelen. supergrote
Kim zegt: ‘Ik haal binnen wat spulletjes voor in de hut. Zet jij die losse dozen nog even in de schuur? Die hebben we niet meer nodig. Dan vraag ik aan papa of we in de hut mogen eten.’ Ashraf pakt de grootste doos. Hij vult hem met stukken karton die nog bij de hut lig-
G i P
a 2/3
gen. Er ligt nog een doos. Ashraf pakt de
leg uit/synoniem
doos op. Hij is van stevig karton en de
doe voor
buitenkant a 2/3 is wit met zwarte letters.
laat zien wijs aan (de cijfers verwijzen naar de pagina’s
Het is eigenlijk een heel gewone, heel saaie
a 2/3 doos. Toch draait Ashraf hem om en om i. Het zijn de
zwarte letters die hem nieuwsgierig maken. Sommige zijn nog goed te
in reuzenleesboek 3)
lezen, maar andere zijn half uitgeveegd, of helemaal weg. Ashraf leest halve woorden, zoals: wensdo.., drie ma.. .ensen, uw wens.. ko... ui.. Probeer met de kinderen deze tekst te ontcijferen. Gebruik hierbij de verhaalplaat op pagina 2-3 of zet de tekst op het bord. Wanneer het ontcijferen niet lukt, geeft u geen oplossing maar leest u verder. Wensdo? Zou dat wensdoos moeten zijn? Waar komt die doos ineens vanniet meer weten
daan? Ashraf kan zich niet herinneren
G dat hij hem uit de schuur
gehaald heeft.
1
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 3, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
Ashraf staat nog met de doos in zijn handen als Kim terugkomt. Ze draagt een blad
a 4/5 met bekers melk en boterhammen.
‘We mogen onze boterhammen in de hut eten,’ roept ze. Ashraf helpt Kim alles in de hut te zetten. Dan laat hij haar de doos zien. een wens doen wat je gewenst hebt gebeurt ook echt
‘Wensdoos, driemaal wensen uw wensen komen uit
G,
G,’ leest Kim.
‘Je kunt het bijna niet lezen. Wat is er met die doos? Ik weet niet eens waar hij vandaan komt. Zit er iets in? Nee, niks.’ Kim geeft de doos weer aan Ashraf. Ze houdt haar handen omhoog. ‘Moet je zien, ik heb wel vieze handen gekregen van die doos. Wacht, ik ga ze eerst even afspoelen.’ Ze rent naar het buitenkraantje en wast haar handen. Ashraf zet de doos neer en houdt zijn handen óók onder de kraan. Hij hoort de papa van Kim in de keuken bezig. ‘Ik wou dat ik zeep had,’ zegt Ashraf. ‘Mijn handen worden zo niet schoon.’ Hij blijft wrijven en boenen
i tot zijn handen rood worden. Afdrogen gaat
gemakkelijk aan zijn T-shirt. Ashraf wil de doos weer oppakken. Hé, had ik hem bij de keukendeur gezet? denkt hij. En ... hé, er schuift iets in de doos, er zat toch niks in? ‘Schiet eens op,’ roept Kim. ‘Ik heb honger.’ Ashraf kijkt in de doos. Er ligt een doosje in. Een doosje dat heerlijk ruikt naar rozen en lavendel. Ashraf maakt het doosje open. Er zit een stukje zeep in. ‘Hoe kan dat?’ zegt Ashraf. Hij laat de zeep aan Kim zien.
Ja, hoe kan dat? Hoe zou die zeep in de doos komen? Wie heeft een idee? U laat de oplossing in het ongewisse en rondt af met: ‘Ik ben benieuwd; ik lees weer verder.’
2
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 3, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
ankerverhaal
A n ke r v e r h a a l ke r n 3
A n ke r v e r h a a l ke r n 3
‘Ik zei dat ik zeep nodig had en moet je zien. Ineens ligt er zeep in de doos. Raar hoor.’ De papa van Kim komt met een wasmand de tuin in. Hij veegt de waslijnen
a 6/7 schoon en hangt lakens a 6/7 op. ‘Ja, dat is heel raar,’ zegt Kim. ‘Ik heb zelf gezien dat de doos leeg was. Zit je me voor de gek te houden, Ashraf? Heb jij de zeep er zelf in gelegd?’ ‘Hé hallo, ik loop toch niet met zeep op zak. Nee, het is een wensdoos, dat staat erop. Misschien is het waar. Misschien kunnen we nog meer wensen. Kim denkt na. Een wens doen is moeilijker dan het lijkt. Ashraf pakt een boterham en propt
i hem in zijn mond.
‘IJf,’ roept hij. ‘Ik hef fin in ijff.’ ‘IJs? Ja, dat is een goed idee. Goed, daar gaat ie dan: wij willen ijs. Kijk vlug in de doos.’ ‘Waar is de doos? Waar heb je hem gelaten?’ Ze kijken rond. De doos is niet meer in de hut. Kim loopt naar buiten. ‘Ha, hier staat hij, bij de ingang,’ roept ze. Zou er weer iets in de doos zitten of niet; wat denken jullie? Wat zou het kunnen zijn? Ik ben heel benieuwd. Ik lees gauw weer verder. als je heel verbaasd bent, maak je grote ogen
In de doos zitten twee ijsjes met nootjes en chocola. Kim en Ashraf kijken elkaar met grote ogen aan
G i.
‘Hoe kan dat?’ zegt Kim. Ze zegt het heel zacht, en kijkt snel om zich heen. ‘Wacht even.’ ‘Papa,’ roept ze. ‘We hebben een wensdoos. Eerst zat er zeep in en nu zitten er ijsjes in.’ je kan het nét zien
Papa’s hoofd piept achter een laken vandaan
G i.
‘Een wensdoos?’ lacht hij. geluk hebben
‘Dat is boffen
G. Had voor mij ook maar een ijsje gewenst.’
Kim kijkt boos. Papa gelooft er niks van. Hij denkt zeker dat ik de ijsjes en de zeep zelf gepakt heb, denkt Kim. Ze gaat met Ashraf de hut in.
3
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 3, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
‘Wat staat er precies op die doos?’ vraagt ze. Ashraf leest hardop: ‘Wensdoos. Driemaal wensen. Uw wensen komen uit.’ Kim roept: ‘Driemaal, dat is drie keer. We mogen drie keer wensen. Oei, dan is er dus nog maar één wens over. Daar moeten we heel goed over nadenken, Ashraf.’ Waarom moeten ze hier heel goed over nadenken? Als de kinderen er niet uit komen, kunt u ze op weg helpen: Stel je voor dat ze een heel klein dingetje wensen, bijvoorbeeld een snoepje. Hebben ze dan goed over die wens nagedacht? ‘Het moet iets belangrijks zijn, niet zoiets kleins als zeep of ijs. Wat zou jij het allerhéél erg graag
liefste
G willen hebben? Alleen het woord
zeggen, hoor, niet “ik wil” erbij, anders een wens komt uit; wat je gewenst hebt, gebeurt ook echt
gaat je wens meteen in vervulling.’
G
Ze neemt een grote hap van haar ijsje. Ashraf denkt na. ‘Een dinosaurus a 10/11,’ zegt hij, ‘of een giraf
a 10/11, of een kasteel, of een fiets,
en jij?’ ‘Een pony a 10/11,’ zegt Kim zacht. ‘Maar een fiets en een pony kunnen niet in de doos. En een kasteel en een dinosaurus helemaal niet. We hebben nog maar één wens. We moeten iets wensen wat we allebei willen.’ Wie weet een goede wens voor Ashraf en Kim? Zijn de andere kinderen het hiermee eens? Waarom wel of niet? Laat de kinderen hier even over nadenken en redeneren. ‘Ik weet het,’ zegt Ashraf. ‘Een poesje. Dat vinden wij allebei leuk.’ Kim zegt niks. Ze denkt dat een poes ook niet mag. Ze heeft het pas nog gevraagd, toen Pluis, de poes van oom Bart, jongen kreeg. Oom Bart woont naast hen en Kim gaat iedere dag naar de jonge poesjes kijken. Zo lief!
4
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 3, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
ankerverhaal
A n ke r v e r h a a l ke r n 3
A n ke r v e r h a a l ke r n 3
Maar ze mag er zelf geen uitzoeken. Alle poesjes hebben al een nieuw over een paar dagen
baasje. Binnenkort
G komen die baasjes ze ophalen. Eén wit poesje blijft
bij Pluis, de moederpoes. Dat poesje heet Witje. Het is het liefste poesje uit het nest. Kim denkt dat oom Bart Witje zelf wil houden. Ashraf ziet dat Kim geen ja durft te zeggen. Hij zegt: ‘Trouwens, wat kunnen wij eraan doen dat we een wensdoos hebben? Dat onze wensen in vervulling gaan, dat is toch niet onze schuld? Wij zeggen alleen maar hardop wat we willen hebben.’ ‘Zo is het,’ lacht Kim. trucjes
‘Een poes, ja, wij willen een poes. Die kunnen we kunstjes
G leren en
aaien en we nemen hem om de beurt een week in huis. Waar is de doos?’ De doos is weg. Hij stond achter Ashraf, maar ze kunnen hem niet meer vinden. Ze zoeken in de tuin, in de keuken, niets. ‘Papa,’ roept Kim, maar er komt geen antwoord. Papa is er niet. Kim heeft het warm gekregen. Ze pakt een fles limonade uit de koelkast. ‘Laten we maar naar de hut gaan,’ zegt ze. ‘Ik heb zin in limonade en koek. Wil jij ook?’ Ashraf zucht: ‘Waar kan die doos toch gebleven zijn? Jammer van die poes. Wat zei je, oh ja, koek. Ja goed, ik wil ook wel koek.’ Maar hoe Kim ook zoekt, de koektrommel is leeg en nergens is koek te vinden. In de tuin komen ze papa tegen. ‘Wat is er met jullie?’ lacht papa. ‘Ruzie? Of hebben jullie je pijn gedaan?’ Kim bromt: ‘De wensdoos is weg, en we hadden net zo’n leuke wens gedaan.’ Piep, piep, horen ze. Wat is dat? Ashraf en Kim kijken rond. Waar komt dat geluid vandaan. Piep, piep, piep. Het gepiep komt uit de hut! Ze rennen de hut in. Daar staat de wensdoos. En in de wensdoos ... staat voer voor katten in de vorm van harde brokken
weer een doos. ‘Kattenbrokken’
G a 16/17 staat er op die doos. En daar-
naast zit een poesje. Een echt poesje, dat precies lijkt op Witje van oom Bart. Oh, wat lief. Kim en Ashraf knielen voor de doos en aaien het poesje. Dan pakt Kim het uit de doos. ‘Dat moet papa zien,’ zegt ze.
5
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 3, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
ankerverhaal
A n ke r v e r h a a l ke r n 3
Maar papa is al achter hen aan gekomen. ‘Waar komt dat poesje vandaan?’ vraagt hij. En dan vertelt Kim hem nog een keer van de wensdoos. ‘Onze drie wensen zijn in vervulling gegaan,’ zegt ze. ‘Jammer dat jullie maar drie wensen mochten doen,’ lacht papa. ‘Ik weet nog wel een paar dingen die ik graag wil hebben. Weet je zeker dat het maar drie keer werkt?’ ‘Ja hoor,’ roept Ashraf. ‘Ik heb nog een wens gedaan, en die is niet uitgekomen.’ Kim lacht. brommend, zoemend geluid dat een poes maakt als dingen onverwacht tegelijk gebeuren, noem je dat toevallig wild zoekend iets pakken
‘Klopt, we hadden ook koek gewenst, voor bij de limonade.’ Ze aait het kleine poesje, zodat het hard gaat spinnen ‘Da’s ook toevallig Hij graait
G,’ lacht papa.
G i in de plastic zak die hij bij zich heeft en haalt er een pak
koekjes uit. ‘Hè?’ zegt Kim.
de poes draait zich eruit
G i.
Dan begint Witje te piepen en te wringen
G i om los te komen. Ashraf en
Kim hebben het druk met hun nieuwe poesje. zonder dat iemand het merkt
Papa pakt de wensdoos op en gaat stilletjes
G weg.
‘Die twee hebben niets meer te wensen,’ lacht hij. Hij zet de doos in de schuur bij het oud papier. Dan gaat hij naar zijn werkkamer. ‘Ik mag wel eens opruimen, voor ze het zien,’ bromt hij. Hij pakt de plakstift, de schaar, het witte karton en het zwarte papier van het bureau en legt alles in de kast.
Auteur: Truus van de Waarsenburg
6
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 3, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl