Jaarverslag 2014
Jaarverslag 2014
Deze tekst is ook te vinden op de site van de g emeente ’s-Hertogenbosch: www.s-hertogenbosch.nl
2
Voorwoord Voor u liggen de jaarstukken 2014 van de gemeente ’s-Hertogenbosch. Deze stukken zijn opgesteld in de vorm van een programmarekening. De programma’s waarvan verslag wordt gedaan, zijn een uitwerking van het collegeprogramma en laten zien welke keuzes zijn gemaakt.
De programmarekening is een belangrijk instrument waarmee de gemeenteraad zijn kaderstellende en met name controlerende rol kan uitoefenen. De belangrijkste onderdelen van de jaarstukken zijn het jaarverslag en de jaarrekening. Het jaarverslag is opgebouwd rond vijf pijlers en zeven paragrafen. De vijf pijlers zijn: • Stad van modern bestuur • Sociale kwaliteit • Fysiek • Werk en economie • Algemene dekkingsmiddelen
Conform de opzet van de begroting 2014 wordt per pijler een reeks programma’s gepresenteerd aan de hand van de volgende drie vragen: • Wat wilden we bereiken? Hierbij wordt van de beschikbare outcome–indicatoren aangegeven wat de doelstelling was en wat de realisatie is. Uit doelmatigheidsoverwegingen worden niet alle indicatoren jaarlijks gemeten. Wanneer in het verslagjaar geen meting heeft plaatsgevonden, wordt dit aangegeven. Net als in voorgaande jaarverslagen leggen we verantwoording af in meerjarenperspectief. Het jaarverslag is daarmee het controle instrument op de meerjarige effecten van ons beleid. Dit jaarverslag bevat een meerjarenverantwoording conform onderstaande opstelling:
Indicator
3
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
• Wat hebben we ervoor gedaan? Hierbij wordt aangegeven welke output we wilden bereiken en of deze is gerealiseerd. Zoals besloten in het initiatiefvoorstel ‘Optimaliseren P&C-cyclus’ wordt hierbij kort toegelicht wat er is gerealiseerd. Als de realisatie niet of gedeeltelijk heeft plaatsgevonden, wordt aangegeven waarom dat zo is. Voor zover mogelijk is ook het (maatschappelijke) effect van het niet of gedeeltelijk realiseren van de werkzaamheden opgenomen. • Wat heeft het gekost? Hierbij worden de lasten en baten van het desbetreffende programma gepresenteerd.
Alleen de pijler ‘Algemene dekkingsmiddelen’ heeft, vanwege het specifieke karakter ervan, een andere indeling.
Na de pijlers volgen de paragrafen, waarin wij verantwoording afleggen over het gevoerde beleid ten aanzien van het beheer. De paragrafen vormen een dwarsdoorsnede van het jaarverslag.
De jaarrekening bestaat uit een totaaloverzicht van alle baten en lasten en een hoofdstuk waarin de financiële positie van de gemeente wordt toegelicht. Het gaat hier om een toelichting op de balans. De meer technische onderdelen van de jaarrekening zijn als bijlagen opgenomen en worden elektronisch verspreid.
Met de opzet en inhoud van deze rekening willen we bijdragen aan een herkenbare invulling van de controlerende en taakstellende functies van de gemeenteraad.
’s-Hertogenbosch, 21 april 2015 Burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch
4
De secretaris,
De burgemeester,
mr. drs. I.A.M. Woestenberg
mr. dr. A.G.J.M. Rombouts
Inhoud 7
Inleiding
35
Deel I: Jaarverslag
35
Programma’s
37
Stad van modern bestuur
38
Bestuursorganen en -ondersteuning
44
Dienstverlening
51
Sociale kwaliteit
52
Sociale verbanden
58
Gezondheid
68
Veiligheid
76
Leren en opgroeien
87
Cultureel klimaat
97 98
Fysiek Wonen en werkomgeving
117
Bereikbare stad
123
Sport en recreatie
131
Milieurespecterende ontwikkelingen
149
Cultuurhistorische kwaliteit
157
Werk en economie
158
Ruimte voor bedrijvigheid
169
Werk en inkomen
179
Algemene dekkingsmiddelen
180
5
De inkomsten van de gemeente
185
186 194 200 209 215 223 228
Paragrafen Lokale heffingen Weerstandsvermogen en riscobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
245
Deel II: Jaarrekening
246
Overzicht van baten en lasten
248
Balans en toelichting
266
Afdeling Orthen
268
Controleverklaring
6
Inleiding Groei zet door, maar herstel blijft fragiel Om beter te kunnen duiden wat er in 2014 is gebeurd op tal van beleidsterreinen in ’s-Hertogenbosch en waar de gemeente zich voor heeft ingezet, wordt eerst kort ingegaan op een aantal belangrijke nationale macro sociaal-economische ontwikkelingen. De Nederlandse economie liet na een dip in het eerste kwartaal van 2014 vervolgens drie kwartalen op rij groei zien, maar de groeicijfers laten de nul nog niet overtuigend achter zich en het herstel blijft bescheiden en broos. De economische situatie is nog verre van robuust. Nog heel veel mensen ondervinden de gevolgen van de langdurige crisis en veel bedrijven hebben nog last van de zwakke conjunctuur. Een flinke tegenvaller kan de economie zo weer in de min duwen. Het conflict in Oekraïne, spanningen in het Midden-Oosten en de hernieuwde onrust rond Griekenland blijven daarbij onzekere factoren. Toch lijkt er sprake te zijn van een trendbreuk in vergelijking met voorgaande jaren. Kromp de Nederlandse economie in 2013 nog met 0,8%, in 2014 is de economie volgens eerste berekeningen gegroeid met 1%. Deze groei is te danken aan meer export, hogere investeringen en meer bestedingen door consumenten. De consumptie van de overheid liep enigszins terug. De verkopen in de detailhandel zijn in 2014 voor het eerst sinds 2008 weer gegroeid. De omzet nam met 0,5% toe. Vooral non-food winkels lieten een herstel zien. De sterkste stijging in omzet deed zich voor bij internetwinkels en postorderbedrijven. Na jaren van onafgebroken banenverlies trok in 2014 de werkgelegenheid licht aan. Het betrof vooral banen op tijdelijke contractbasis en toename van zelfstandigen. Het aantal werklozen is echter nauwelijks veranderd. Dit komt omdat zich meer mensen – waaronder relatief veel jongeren - aanboden op de arbeidsmarkt. Van maart tot en met september daalde de werkloosheid nog. Daarna trad weer een stijging in. Gecorrigeerd voor seizoensinvloeden waren in het laatste kwartaal van 2014 volgens het CBS 643.000 mensen werkloos. Bij 45-plussers was de werkloosheid nog hoger dan een jaar eerder. Bij 45-minners juist minder. De kortdurende werkloosheid nam af, terwijl het aantal mensen dat langdurig werkloos is, bleef toenemen. Vooral bij 45-plussers is de werkloosheid vaak langdurig. Eind 2014 waren er meer dan 5 keer zoveel werklozen als vacatures. Daarmee blijft de arbeidsmarkt nog steeds ruim. Het aantal faillissementen nam, na een jarenlange toename, af. Het herstel van de economie is ook zichtbaar op de woningmarkt. Er zijn in 2014 fors meer woningen verkocht, meer huizen in aanbouw genomen en de huizenprijzen vertoonden sinds april weer een stijging. Het aantal huizenbezitters dat “onder water staat” (waarde van de woning is aanzienlijk lager dan de hypotheeksom) is in 2014
7
afgenomen tot circa 1 miljoen huishoudens. Dit is nog altijd bijna 1 op de 4 huizenbezitters. Extra aflossingen door huizenbezitters op hun hypotheken en behoedzame prijsstijgingen van woningen vormen een belangrijke reden voor deze afname. Maar de groep mensen die als gevolg van die onderwaarde moeilijk kan verhuizen, blijft ook de komende tijd groot. De inflatie is in 2014 gemiddeld uitgekomen op 1 procent. De prijsstijging van producten en diensten die consumenten kopen is in 25 jaar niet zo laag geweest. Veel producten en diensten waar consumenten geld aan uitgeven zijn niet of nauwelijks in prijs gestegen. De stijging van de woninghuren droeg in 2014 het meeste bij aan de inflatie. Gemiddeld waren de huren ruim 4% hoger dan in 2013. Belastingverhogingen leverden ook een bijdrage aan de inflatie. Zo ging de motorijtuigenbelasting in januari 2014 fors omhoog. De inflatie werd in 2014 flink gedrukt door prijsdalingen van gas, elektriciteit en autobrandstoffen.
Ontwikkelingen in ‘s-Hertogenbosch ‘s-Hertogenbosch is geen afgeschermd eiland in Nederland en onttrekt zich dus ook niet aan het bovengeschetste beeld. De gevolgen van de langdurige crisis en opeenvolgende recessies zijn en blijven ook in ’s-Hertogenbosch nog steeds zichtbaar, merkbaar en voelbaar, maar eveneens zijn er hier eerste tekenen van voorzichtig herstel. De kerncijfers laten het volgende beeld zien:
Consumentenvertrouwen is, na een eerdere stijging, weer iets gedaald Volgens de meest recente raming van het CBS is de Nederlandse economie in het 4e kwartaal van 2014 met 1% gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. Het vertrouwen van consumenten nam sinds medio 2013 bijna iedere maand toe. Medio 2014 kwam het vertrouwen uit op -2; het beste cijfer sinds het begin van de crisis. Hierna nam het consumentenvertrouwen weer iets af tot -7 eind december 2014. De consumenten zijn in de tweede helft van 2014 pessimistischer geworden over hun eigen economische situatie. Dit geldt zowel voor hun economische situatie van het afgelopen jaar als voor hun verwachting voor het komend jaar.
BBP NL: % volumemutaties [Bron: CBS] jaar
Consumentenvertrouwen NL [Bron: CBS]
Index
6
40
kwartaal
4
30 20
2
10 0
0
2008
-2
2009
2010
2011
2012
2013
2014
-10 -20 -30
-4
-40 -6
-50
8
j fmamj j asond j fmamj jasond j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj jasond j fmamj j asond j fmamj j as 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
De werkgelegenheid is verder afgenomen Uit de meest recente cijfers van het vestigingenregister blijkt dat tussen april 2013 en april 2014 het aantal arbeidsplaatsen in ’s-Hertogenbosch verder is afgenomen met 860 personen (-0,9%) tot 92.600. De grootste dalingen hebben zich voorgedaan in met name de bouwnijverheid en aanverwante bedrijvigheid en de zakelijke en financiële dienstverlening. Zo hebben vele Bossche/Rosmalense bouwbedrijven personeel af gestoten. In de financiële sector zijn veel banen verdwenen bij banken en accountancy. Ook in de detailhandel zijn veel (bekende) zaken gesloten. Tussen april 2013 en april 2014 is het aantal bedrijven in ’s-Hertogenbosch toegenomen tot 11.340. Dit betekent een toename van 190 bedrijven (1,7%). Vooral het aantal eenpersoonsbedrijven is sterk gestegen. In het oog springende grote nieuwe bedrijven zijn Luminex dat is gevestigd op bedrijventerrein De Brand. Luminex in ’s-Hertogenbosch is het Europese hoofdkantoor voor de beursgenoteerde Amerikaanse moeder. Verder heeft multinational Honeywell er voor gekozen om in ’s-Hertogenbosch de hoofdvestiging voor Nederland op te zetten in Brabant Poort. Er komen ook verschillende dochterondernemingen naar ‘s-Hertogenbosch. Het innovatieve en snelgroeiende PlantLab huist sinds oktober officieel in de De Gruyter Fabriek. Er is negen maanden gewerkt om het gebouw van 20.000 m2 te verbouwen. De Kamer van Koophandel (KvK) presenteert sinds 2013 geen kwartaalcijfers meer over het aantal oprichtingen en opheffingen in ’s-Hertogenbosch. Uit de landelijke cijfers blijkt echter dat het aantal faillissementen in Nederland in het 4e kwartaal van 2014 verder is afgenomen tot 2.217. Een jaar geleden waren dit er 2.996. Het afgelopen jaar is het aantal faillissementen in Nederland ieder kwartaal afgenomen. In totaal waren er in 2014 in heel Nederland 9.665 faillissementen. In 2013 waren dit er met 12.450 veel meer.
Index
Index
Arbeidsplaatsen [Bron: LISA]
Aantal bedrijven [Bron: LISA]
170
125 Nederland
120
Nederland
160 150
115
140 's-Hertogenbosch
110
's-Hertogenbosch
130 120
105
110 100
100
199719981999200020012002200320042005200620072008200920102011201220132014
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
De situatie op de arbeidsmarkt blijft zorgelijk en steeds meer mensen vragen om hulp Na een ‘piek’ in februari 2014 (8.369) laten de cijfers zien dat het aantal Bossche niet werkende werkzoekenden licht is afgenomen tot 8.096 eind november 2014. In december steeg het aantal NWW’ers weer tot 8.264. Het werkloosheidspercentage (volgens de UWV Werkbedrijf definitie) bedroeg hiermee 11,3%. Dit was hoger dan gemiddeld in Nederland (10,6%).
9
Na een ‘dip’ in de zomer van 2013 nam het aantal openstaande vacatures weer licht toe tot 1.669 eind november 2014. Eind december 2014 was er een sterke daling: toen stonden er 1.155 vacatures open in de regio Noordoost-Brabant. Vanaf begin 2013 nam het aantal WWB-uitkeringen (WWB = vanaf 1 januari 2015 Participatiewet) toe tot medio 2014. Hierna bleef het aantal bijstandsuitkeringen ongeveer stabiel met ongeveer 3.800. Bij het aantal WW-uitkeringen is er een stijging zichtbaar tot begin 2014. Daarna nam het aantal uitkeringen iets af tot ongeveer 4.000. Ten opzichte van vorig jaar nam het aantal 45-plussers met een WW-uitkering eind december 2014 toe (6%). Het aantal 27-minners (-24%) en 27-45 jarigen (-16%) met een uitkering nam af. In 2014 was het totaal aantal aanvragen voor bijzondere bijstand (5.560) een stuk hoger dan in voorgaande jaren. Vooral in het eerste half jaar zijn er relatief veel aanvragen gedaan. In het 3e en 4e kwartaal is het aantal aanvragen vergelijkbaar met 2013. Het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening nam in het 3e kwartaal van 2014 af. In het 4e kwartaal is weer sprake van een flinke stijging. Ook het aantal hulpvragen bij het Bureau Sociaal Raadslieden was het afgelopen jaar beduidend hoger dan voorgaande jaren. Verder deelde de Voedselbank in 2014 410 voedselpakketten in één week uit, tegen 300 in één week in december 2013. Dit is dus beduidend meer dan een jaar geleden. WW-uitkeringen [Bron: UWV Werkbedrijf]
Niet werkende werkzoekenden [Bron: UWV Werkbedrijf] 9.000
5.000
8.000
4.000
7.000
3.000
6.000
2.000
5.000
1.000
4.000
3.000
0 j fmamj j a s ond j fmamj j a s ond j fmamj j a s ond j fmamj j a s ond j fmamj j a s ond j fmamj j a s ond j fmamj j a s ond j fmamj j a s ond 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
j
f m a m j
j a s o n d j
f m a m j
2012
2014
j a s o n d j
f m a m j
2013
j a s o n d
2014
Aanvragen Bijzondere Bijstand [Bron: Weener XL]
WWB - uitkeringen 21 - - 65 jaar [Bron: Weener XL]
6.000
4.000
2010
2011
2012
2013
2014
5.000
3.600
3.200
4.000
2.800
3.000
2.400
2.000
2.000
1.000
1.600
j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj j asond
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Aanvragen Schuldhulpverlening [Bron: Weener XL] 700
2010
2011
2012
2013
2014
600 500
400 300 200 100 0 jan
10
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
0 jan
2014
dec
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Aantal verkochte woningen nam toe, de transactieprijs schommelde rond 225.000 euro Sinds het begin van 2013 staan er in ’s-Hertogenbosch steeds minder woningen te koop. Eind 4e kwartaal 2014 waren dit er 1.322, zo blijkt uit cijfers van de NVM. Een jaar eerder waren dat er 1.495. Bijna de helft van de te koop staande woningen was een appartement. Ten opzichte van 2013 nam vooral het aantal te koop staande hoekwoningen af. Het aantal twee-onder-één kappers, tussenwoningen, appartementen en vrijstaande woningen nam iets minder snel af. Sinds het 2e kwartaal van 2009 schommelde het aantal verkochte woningen per kwartaal rond de 200 – 250, enkele uitzonderingen daargelaten. Vanaf medio 2013 lag het aantal verkochte woningen bijna elk kwartaal boven de 250. In het 4e kwartaal van 2014 werden zelfs 420 woningen verkocht. Dit is het hoogste aantal verkochte woningen sinds het begin van de crisis. De transactieprijs voor de gemiddelde woning schommelde van kwartaal tot kwartaal omdat het om vrij beperkte aantallen gaat. Sinds 2009 varieerde de kwartaalprijs tussen de € 225.000 en € 250.000. In 2013 lag de transactieprijs voor de gemiddelde woning in alle kwartalen ver onder de € 225.000. In 2014 schommelde de kwartaalprijs zo rond de € 225.000. In het 4e kwartaal 2014 zijn er bouwvergunningen afgegeven voor 279 woningen. Dit zijn er meer dan in de eerste drie kwartalen van 2014 samen. In totaal zijn er in heel 2014 457 bouwvergunningen afgegeven. Dit zijn er meer dan in 2012 en 2013. Daarnaast zijn er in het 4e kwartaal van 2014 269 nieuwe woningen opgeleverd. Dit betekent dat er totaal in 2014 481 nieuwbouwwoningen opgeleverd zijn. Dit zijn er minder dan in 2013. In 2014 zijn de volgende grotere woningbouwprojecten in onze gemeente gerealiseerd: •
126 appartementen de Vliert (Amazones)
•
88 appartementen Paleiskwartier (Jheronimus)
•
55 woningen De Hoven De Groote Wielen
•
34 appartementen Churchilllaan
Te koop staande woningen [Bron: NVM]
Verkochte woningen [Bron: NVM] 500
2.000
400
1.500
300 1.000
200
500 0
100 0
1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e
1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2007
2014
Transactieprijs woningen [Bron: NVM]
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bouwvergunningen nieuwbouwwoningen [Bron: afdeling Bouwen]
€ 280.000
1.000 € 260.000
800
€ 240.000
4e kwartaal
600
€ 220.000
3e kwartaal
€ 200.000
400
2e kwartaal
€ 180.000
200
1e kwartaal
1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
0 2010
11
2011
2012
2013
2014
Leegstand kantoorruimte minder dan landelijk en opnieuw vrij constant Het leegstandspercentage van kantoren in ’s-Hertogenbosch was begin 2015 12%. Aanzienlijk minder dan het landelijk gemiddelde dat uitkomt op ruim 16% van de totale voorraad aan kantoren. Het leegstandspercentage van kantoren is zowel in ’s-Hertogenbosch als landelijk het afgelopen jaar ongeveer gelijk gebleven.
Leegstandspercentage kantoren [Bron: DTZ] 20 's-Hertogenbosch
Nederland
16 12 8 4 0
1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Aantrekkelijke en krachtige stad Door ’s-Hertogenbosch te vergelijken met andere steden in Nederland wordt onze eigen positie ook duidelijker. Daaruit komt ‘s-Hertogenbosch als een aantrekkelijke en krachtige stad naar voren. Al jaren doet ’s-Hertogenbosch het goed als woonstad. In de jaarlijkse woonaantrekkelijkheidsindex van de Atlas voor gemeenten valt op dat onze stad niet alleen hoog scoort (de 5e plaats na Amsterdam, Utrecht, Amstelveen en Haarlem), maar ook dat ’s-Hertogenbosch al vele jaren tot de top vijf behoort. Deze hoge positie hebben we vooral te danken aan onze ligging, goede externe verbindingen, bereikbaarheid van banen, bijzondere woonvormen, veelheid aan voorzieningen, het culturele aanbod, het cultuurhistorisch decor en de nabijheid van natuur en landschap. ’s-Hertogenbosch scoort al jaren zeer goed op cultureel gebied en dan ook op nagenoeg alle cultuuruitingen. Dat het culturele leven bruist in de stad blijkt wel uit het feit dat meer dan 50% van de bewoners zelf meedoet. Zo sloot, als treffend voorbeeld van de culturele participatie, ’s-Hertogenbosch op 11 oktober elf dagen carnavalesk feest af met de musical “ ’t Bosch Mysterie”. Het schouwspel op de Bossche markt was letterlijk en figuurlijk het klapstuk van het “Miraokuls Spektaokul” dat werd gehouden ter gelegenheid van het 132-jarig bestaan van Oeteldonk (11x11+11). Het spektakel werd gedragen en bezocht door zeer vele Bosschenaren en niet alleen door leden van de Oeteldonksche Club. Onze Binnenstad is en blijft populair. In 2014 is ’s-Hertogenbosch verkozen tot de beste Nederlandse stedentrip. Jaarlijks trekken we vele toeristische bezoekers: ruim 1,4 miljoen die 3,2 miljoen bezoeken aan onze stad brachten. Hiermee staat ’s-Hertogenbosch vijfde op de ranglijst, achter de vier grote steden. We zien echter dat ook hier de crisis
12
steeds zichtbaarder wordt. Ondanks die mooie vijfde plaats nemen zowel de bezoekersaantallen als de bestedingen af. Een groot gedeelte van de bezoekers komt naar de binnenstad om te funshoppen. Daarbij maken bezoekers ook graag gebruik van de locale horeca om een terrasje te pakken of te lunchen of te dineren. De stad heeft dan ook verhoudingsgewijs veel cafés en restaurants. De culinaire kwaliteit van de restaurants wordt als middelmatig beoordeeld. De binnenstad als motor van ons succes hapert echter. Er komt steeds meer leegstand van kantoren, winkels, horeca en voorzieningen. Wij hebben de ambitie om tot de top 10 van binnensteden te blijven behoren. Wij hebben daarom samen met partners in de (binnen)stad verkend welke mogelijkheden er zijn om samen die motor weer op toeren te krijgen en de concurrentiepositie te versterken. Dit heeft geresulteerd in het Actieplan Binnenstad dat medio 2014 is uitgebracht. Hierin zijn acties opgenomen die erop gericht zijn de economische positie van de binnenstad te versterken. In sociaal-economisch opzicht staat ’s-Hertogenbosch al vele jaren in de top. Ondanks de afname van het aantal banen blijft de stad het economische gezien goed doen. Vorig jaar stond ’s-Hertogenbosch van alle Nederlandse steden in een onderzoek van Elsevier naar economische toplocaties op een vierde plaats. Ook in de sociaal-economische index van de Atlas voor gemeenten staan we bovenin, namelijk zesde. Sterke punten zijn het aantal banen per inwoner en veel werkgelegenheid in de zakelijke diensten. Het afgelopen jaar is in regionaal verband vol ingezet op agri & food. Zwakke punten zijn relatief meer arbeidsongeschikten, bijstandsgerechtigden en laagopgeleiden. Qua winkelstad neemt ’s-Hertogenbosch al vele jaren een toppositie in. Op onderwijsgebied behoort AVANS-hogeschool tot de beste HBO-instellingen van Nederland en is het Koning Willem I College verkozen tot de beste grote ROC-opleiding van het land. De kanteling in de richting van de netwerksamenleving heeft zich in 2014 verder voltrokken. Daarmee verandert ook de positie, koers en rol van de gemeente ‘s-Hertogenbosch. De gemeente wordt steeds meer een van de partners in de netwerksamenleving en niet meer dé partner. De tijd is voorbij dat de overheid wel wist wat goed was voor de inwoners en de norm was. Daarmee verandert ook de rol en de werkwijze van het college van burgemeester en wethouders, van de gemeenteraad en van de ambtelijke organisatie. De invloed van burgers, bedrijfsleven, onderwijs en overige organisaties op beleidsontwikkeling en besluitvorming is toegenomen en werd via processen als burgerparticipatie en co-creatie actief bevorderd. Het organiserend vermogen in de stad is wederom groot gebleken. Dat we er relatief goed voorstaan op een aantal terreinen betekent nog niet dat we het in absolute zin goed doen. Daarom moeten we waken voor zelfgenoegzaamheid. Waarvoor ook bestuurlijk deskundige Jos van der Lans waarschuwde in zijn essay “De zelfkwelling van Den Bosch” in het in november 2014 in opdracht van het college uitgebrachte memorandum “Open blik op ’s-Hertogenbosch, een document ter inspiratie”. In dit boekje hebben vier externe gezaghebbende experts een essay geschreven
13
over belangrijke uitdagingen voor ’s-Hertogenbosch. Er is en blijft dus nog veel werk aan de winkel.
Samenwerking in de regio en BrabantStad De samenwerking en versterking van de positionering van de stad in de regio en via BrabantStad heeft het afgelopen jaar verder gestalte gekregen, maar ook in grotere verbanden zoals Europa met het voorbereiden van subsidieaanvragen voor diverse projecten. In 2014 is verder uitvoering gegeven aan de Strategische Agenda BrabantStad 20122020. Die agenda gaat over: • Economische versterking (top 5 EU op gebied van kennis en innovatie) • Vergroten internationale allure (hogere mate van stedelijkheid door samenwerking) • Bevorderen (internationale) bereikbaarheid • Versterken ruimtelijke structuur (mozaïekmetropool: sterke steden, echte dorpen) Dit heeft geleid tot diverse mooie resultaten voor ’s-Hertogenbosch. Een goed voorbeeld van Brabantse samenwerking is de komst van de Graduate School met drie masteropleidingen, t.w. data science, entrepeneurschap en governance naar ’s-Hertogenbosch. Deze samenwerking met TU Eindhoven, Tilburg University en de provincie draagt bij aan de versterking van de kennisinfrastructuur van de stad. Een ander voorbeeld van samenwerking is het nieuw ingerichte Brabant C Cultuurfonds, waarmee kansrijke culturele initiatieven in Brabant een financiële impuls kunnen krijgen. Ook de verduurzaming van de Brabantse woningmarkt is een onderwerp dat gedurende 2014 op de agenda van BrabantStad bleef staan en recent tot concreet resultaat is gekomen. Medio 2014 vond de Expeditie BrabantStad plaats, waarvoor onder andere raads- en statenleden en collegeleden van B&W van de B5-steden en van Gedeputeerde Staten waren
uitgenodigd.
Daarnaast
waren
er
diverse
Brabantse
Kamerleden
en
Europarlementariërs aanwezig. In één dag trok het gezelschap langs de vijf BrabantStadsteden waarbij elke stad een resultaat van Brabantse samenwerking liet zien. In ‘s-Hertogenbosch stond de innovatieve economie centraal en gaf PlantLab een presentatie over de innovaties in de agrofood-sector en de meerwaarde hiervan voor Brabant. Gedurende het jaar heeft BrabantStad diverse lobbytrajecten gevoerd richting de ministeries, onder andere over een MIRT Verkenning voor de regio Noordoost Brabant, de Agenda Stad, metropoolvorming en het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie in 2016. BrabantStad heeft meegeschreven aan het werkdocument van het ministerie van BZK om de Urban Agenda op de Europese Agenda te plaatsen. Daarnaast werkte BrabantStad aan de voorbereidingen van het subsidieprogramma OP-Zuid. Dit heeft geleid tot een gezamenlijke subsidieaanvraag met betrekking tot het thema ’koolstofarme economie’.
14
In 2014 is ook een start gemaakt met een nieuwe projectenagenda voor BrabantStad waarbij het versterken van agglomeratiekracht, het verbeteren van de connectiviteit en het verbinden van kennis centraal staan. In 2015 zal deze agenda nader worden uitgewerkt. In Noordoost Brabant is het afgelopen jaar via de triple helix samenwerking in Agrifood Capital hard gewerkt aan enerzijds versterking van de productiestructuur, anderzijds de versterking van het woon-, werk- en leefklimaat in de regio. Concreet resultaat van deze samenwerking is de regionale detailhandelsvisie, welke voorjaar 2015 zal worden vastgesteld door de provincie en de in Noordoost Brabant samenwerkende 19 gemeenten. Via Agrifood Capital wordt een regionaal economisch stimuleringsbeleid gevoerd, waarbij voor de gemeente de realisatie van de Agrifood Campus in de Spoorzone een belangrijk speerpunt vormt. Met diverse gemeenten in de Meierij is in 2014 intensief overleg gevoerd over verdere samenwerking. Dit wordt in 2015 voortgezet. Ook met Oss is overleg gaande over verdere samenwerking op diverse beleidsterreinen.
Woningmarkt De woningmarkt en bouwsector in Nederland en dus ook in ’s-Hertogenbosch hebben het moeilijk gehad in de afgelopen periode. De oorzaken hiervan lagen enerzijds in de economische teruggang vanaf 2008. Tevens is er als gevolg van het stelsel van de hypotheekrenteaftrek en het tot 2008 geldende beleid van banken m.b.t. kredietverschaffing, sprake geweest van een ‘luchtbel’ in de prijs van koopwoningen. De doorstroming op de woningmarkt is sinds 2008 gestagneerd, de prijzen van bestaande koopwoningen zijn gemiddeld met zo’n 20% gedaald, het aantal kooptransacties en de werkgelegenheid in de bouw namen af. De nieuwbouwproductie van woningen in Nederland is sinds het uitbreken van de crisis al met 35% gedaald en deze is in 2014 opnieuw met 7% gekrompen. Het aantal opgeleverde woningen daalt daarbij naar 45.000 in Nederland en tot 481 in ’s-Hertogenbosch. Toch is in de loop van 2014 een aantal indicatoren m.b.t. de koopwoningmarkt weer op groen komen te staan, waardoor het lijkt dat het dieptepunt in de bouwproductie voorbij is. Zowel de Rabobank (grootste hypotheekverstrekker in Nederland) als het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) voorzien een toename van de dynamiek op de koopwoningmarkt. Doordat de woningprijs en de hypotheekrente naar verwachting niet snel zullen stijgen, worden woningen betaalbaarder. Ook zal het reëel beschikbare inkomen per huishouden verder toenemen, evenals de werkgelegenheid. En gezien de lichte stijging van het algehele consumentenvertrouwen, is de verwachting dat het vertrouwen in de woningmarkt eveneens gaat toenemen. Huishoudens vinden het nu duidelijk een gunstiger moment om actief te worden op de woningmarkt dan in de afgelopen jaren; dit gaat ook op voor huishoudens die hun verhuisplannen tij-
15
dens de crisis hebben uitgesteld. Omdat de economie in 2015 naar verwachting weer aantrekt, zal ook het herstel van de koopwoningmarkt weer worden ingezet. Woningbouw is niet alleen van groot belang voor een goede werking van de woningmarkt, maar is tevens een economische en werkgelegenheidsfactor van betekenis. Woningbouw wordt dan ook als een van de belangrijkste motoren van de economie beschouwd. Uit berekeningen blijkt dat elke woning die gebouwd wordt in de regio ’s-Hertogenbosch ca. twee voltijdbanen oplevert, waarvan 1,2 in de bouw en 0,8 bij toeleveranciers (o.a. ook woninginrichters). Voor de lokale economie en werkgelegenheid is het herstel van de woningproductie dan ook duidelijk van belang.
Omleiding Zuid-Willemsvaart Met de openstelling van het nieuwe Maximakanaal in december kwam er een einde aan bijna twee eeuwen beroepsvaart door de Bossche binnenstad. Vanaf 2011 is er gewerkt aan de aanleg van 9 kilometer vaarweg, de bouw van negen bruggen, twee sluizen, vier gemalen en vier sifons, waaronder voor de Aa. Een mega infrastructurele klus die erin resulteerde dat de bereikbaarheid over water van Brabant een stuk beter en duurzamer is geworden. Op het nieuwe kanaal kunnen namelijk veel grotere (container) schepen varen dan voorheen mogelijk was. Ook de leefbaarheid in de binnenstad is erop vooruit gegaan. Het frequent wachten met bijbehorende files voor openstaande bruggen is voorbij. In april 2014 is gestart met de aanleg van het nieuwe Kanaalpark. Het Kanaalpark ligt pal naast het Maximakanaal en vormt een grote ecologische zone met een nieuw meanderend riviertje er doorheen, de Rosmalense Aa. Er wordt 42 hectare nieuwe natuur gemaakt. Op 28 januari 2014 is het plan van aanpak voor de Visie oude tracé van de Zuid Willemsvaart vastgesteld inclusief het Amendement Zuid Willemsvaart. In 2014 zijn nadere inhoudelijke kaders en uitgangspunten voor de beide uit te werken scenario’s uitgewerkt. Deze zullen in 2015 aan de gemeenteraad worden aangeboden.
Sociale domein in beweging De taken uit de AWBZ naar de WMO en de jeugdzorgtaken van rijk en provincie naar gemeenten zijn sinds 1 januari 2015 overgeheveld naar gemeenten. Wie zijn precies de bewoners waarvoor wij ons gaan inzetten, welke partners hebben het juiste aanbod, hoe gaan we om met overgangssituaties, hoeveel budget krijgen we precies, hoe werken we samen in de regio en hoe vullen we onze rol als centrumgemeente in. Allemaal vragen waar we in 2014 een antwoord op zochten en vonden, samen met de gemeenteraad en maatschappelijke partners. Een operatie van ongekende omvang. Het kalen-
16
derjaar 2014 heeft voornamelijk in het teken gestaan van het zorgvuldig voorbereiden daarop. De benodigde informatie van het rijk kwam vaak laat, en de cijfers en de bezuinigingspercentages bleken niet te kloppen met de cijfers van aanbieders. Onze belangrijkste prioriteit was continuïteit voor de huidige ontvangers van hulp. Op 28 januari 2014 stelde de gemeenteraad het Tactisch kader Jeugdwet en Wmo 2015 vast waarin kaderstellende keuzes werden gemaakt ten aanzien van de inrichting en financiering van het nieuwe stelsel. Op 7 oktober 2014 heeft de gemeenteraad voor beide wetten een beleidsplan en een verordening vastgesteld. Langs de hierin vastgestelde lijnen kreeg in 2014 ook de voorbereiding op de komst van de sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin vorm. Per 1 januari 2015 zijn deze in de zes delen van de gemeente operationeel. De feitelijke transformatie moet mede in de wijken gaan plaatsvinden de komende jaren. Dat gebeurt ook via het Maatschappelijk Initiatieven Fonds dat eind 2014 is ingericht. Dit is een instrument waarmee het mogelijk wordt om snel in te spelen op maatschappelijke initiatieven van inwoners die beogen de sociale kwaliteit van de stad te verbeteren. Hiermee is bijvoorbeeld ontmoetingsplaats de Huiskamer van Katrien mogelijk gemaakt. De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft als centrumgemeente een belangrijke rol in subregio de Meierij voor de Wmo (7 gemeenten) en in de regio Noordoost-Brabant (18 gemeenten) voor de Jeugdhulp. Alles is erop gericht om de kwaliteit, effectiviteit en efficiency van de dienstverlening maximaal te borgen binnen de afgenomen rijksbudgetten. Adequate monitoring is hierbij essentieel om tijdig te kunnen bijsturen. Zowel lokaal als regionaal is ook daar veel aandacht voor geweest in 2014.
Leren en opgroeien Met ons jeugdbeleid hebben we ook in 2014 ingezet op de talentontwikkeling van alle jongeren tot en met 23 jaar. Door het creëren van basisvoorzieningen (in 2014 is bijvoorbeeld Brede Bossche School Boschveld opgeleverd) en het scheppen van randvoorwaarden, krijgen alle Bossche jongeren de kans hun talenten optimaal te benutten. Hierdoor wordt de basis gelegd voor maatschappelijke en duurzame arbeidsparticipatie. Kinderen en jongeren die risico lopen, kregen speciale aandacht en ondersteuning. Er is fors ingezet op de voorbereiding van de transitie van de jeugdzorg. De omvorming van zorg(advies)teams primair en voortgezet onderwijs naar een jeugdnetwerk en basisteams jeugd en gezin (BJG) is gerealiseerd. Een integrale benadering vormt daarbij de sleutel tot succes: “één kind, één plan, één regisseur”. We hebben ook in 2014 stevig ingezet op de preventie van schooluitval. Het Regionaal Meld en Coördinatiepunt (RMC) richt zich op vermindering van het aantal voortijdig schoolverlaters, maximale participatie van jongeren in de maatschappij, met name op de arbeidsmarkt en optimale ontwikkeling/ontplooiing van jongeren door het volgen van de opleiding die bij hen past. Voor niet-leerplichtige jongeren die zijn uitgevallen
17
in het reguliere onderwijs hebben we T.O.M. (Traject Op Maat) ingezet. Tevens is de inzet op het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs gecontinueerd. Speerpunten zijn bijvoorbeeld de ontwikkeling van de kindcentra, brede scholen, aanpak taalachterstanden, ondernemendheid binnen het onderwijs, etc. In augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs in werking getreden. Passend onderwijs moet ervoor zorgen dat alle leerlingen een plek in het onderwijs krijgen die zo goed mogelijk past bij hun individuele behoeftes. De gemeente ‘s-Hertogenbosch heeft samen met de schoolbesturen voor regulier en speciaal onderwijs overeenstemming bereikt over de ondersteuningsplannen. Wat betreft jongerenparticipatie is in 2014 een nieuwe weg ingeslagen: het concept van Citytrainers werd ingezet om meer jongeren te betrekken bij de samenleving en door middel van de Changemakers Challenge ontmoetten jongeren en gemeente elkaar.
Werk en inkomen Het jaar 2014 was van groot belang voor het domein werk en inkomen in onze gemeente. In juli 2014 stelde de Eerste Kamer namelijk de Participatiewet vast. Met als basis de strategische visie Sociale kracht van de Stad (februari 2012) en het tactische kader In goede banen (juni 2012) besloot de gemeenteraad in december 2014 hoe we deze wet in onze gemeente gaan uitvoeren en welke verordeningen daarbij van kracht zijn. Net als bij de beide andere transities is de regio ook voor de Participatiewet een belangrijk bestuurlijk en geografisch kader. Landelijk bepaalde men namelijk dat iedere arbeidsmarktregio een zogenaamd werkbedrijf moet vormen. Partners als ondernemersorganisaties, UWV, vakbonden, SW-bedrijven en gemeenten werken daarin samen om zoveel mogelijk mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen. In Noordoost-Brabant kreeg dit werkbedrijf gestalte binnen de reeds bestaande netwerkorganisatie AgriFood Capital. Het bedrijfsleven vormt de regionale banenmotor. Gemeenten en andere instanties is er daarom veel aan gelegen het hen daarbij zo makkelijk mogelijk te maken. Met dat doel voor ogen stelde de raad tegelijk met het voorstel ter uitvoering van de participatiewet ook het functionele ontwerp werkgeversdienstverlening vast. Dit betekent een harmonisatie van de dienstverlening aan bedrijven door alle gemeenten en SW-bedrijven in de regio. Een forse tegenvaller ontstond na ontvangst van de voorlopige beschikking 2015 voor het kunnen uitbetalen van uitkeringen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als gevolg van een nieuw verdeelmodel is er een geprognosticeerd tekort van bruto € 5,7 miljoen in 2015, oplopend tot € 11 miljoen vanaf 2018. Vanzelfsprekend is hiertegen bezwaar aangetekend.
18
In 2014 kreeg ook Weener XL gestalte als samenvoeging van de voormalige gemeentelijke afdelingen Arbeidsmarkt en Sociale Zaken en Weener Groep. Vanuit één organisatieonderdeel behartigt de gemeente nu haar taken op het gebied van werk en inkomen. Om ook alle cliënten op één locatie van dienst te kunnen zijn, startte in 2014 ook een beperkte verbouwing van de uit 1968 stammende locatie aan de Van Herpensweide. Financieel kon Weener XL haar eerste boekjaar afsluiten met een positief resultaat ten opzichte van de begroting.
Cultureel klimaat Er is hard gewerkt aan de voorbereiding van de besluitvorming over de nieuwe huisvesting van de bibliotheek op het GZG-terrein. In het nieuwe bestuursakkoord worden andere keuzes gemaakt die vorm zullen krijgen in de Hinthamerstraat. In 2014 zijn de opdrachten voor ontwerpen voor een nieuw theater aan de Parade verleend. Er is gekozen voor een proces waarbij betrokkenen en bewoners beslissen over de keuze tussen de twee ontwerpen die in de selectieprocedure overblijven. Presentatie en selectie vinden in 2015 plaats. De stad zet daarmee een volgende stap in het bij de tijd brengen van de voorzieningen. In 2014 zijn de subsidieovereenkomsten met structureel gesubsidieerde organisaties anders ingericht. Eerder gaven deze al inzicht in meerjarige ontwikkelingen, zowel feitelijk in het verleden als verwachtingen voor de toekomst. Nu is daaraan een scherpere profilering van de organisaties toegevoegd. Zo wordt een eerste stap gezet om de subsidieafspraken ondernemender te richten. Daarnaast is er een aantal budgetten bepaald die gekoppeld zijn aan een doel, zonder dat te koppelen aan één organisatie. Het gaat dan om cabaret (via de cabaret-alliantie), om de stimulering van podiumkunstproducties en om de programmering van de Willem II fabriek (via een subsidiebudget om samenwerking van partners in de fabriek te stimuleren). Met deze pilots doen we ervaring op die we gebruiken om de subsidiëring in de komende jaren verder te flexibiliseren. De Willem II fabriek is in 2014, na een uitgebreide verbouwing, heropend. Het historisch zo belangrijke pand is met medefinanciering door de Provincie gerestaureerd en het interieur heeft nu een prachtige open sfeer. In de Willem-II fabriek willen we een sterk accent leggen op de jonge kunstenaars en bij samenwerking tussen organisaties en tussen disciplines. We stellen de activiteiten voorop en werken met een minimale overhead. We sturen op de doelstellingen doordat een deel van de subsidies niet meer aan de afzonderlijke organisaties wordt toegekend, maar beschikbaar worden gesteld aan samenwerkingsprojecten. Daarbij zijn bewust ook partijen van buiten de Willem II fabriek in beeld. Verschillende organisaties hebben in 2013 en 2014 een transitiesubsidie van de gemeente gekregen om bezuinigingen door Rijk en Provincie op te vangen via de wer-
19
ving van meer publiek en meer inkomsten. De organisaties die een transitiesubsidie ontvingen, zijn in staat gebleken om hun begroting sluitend te houden. Het gaat om organisaties die een bijdrage leveren aan onze bovenstatelijke uitstraling, die overigens grotendeels nog steeds in belangrijke mate financiering van andere overheden krijgen. Er borrelen weer meer initiatieven in de stad op waarbij de inspanningen om toegankelijker te zijn voor jongeren, vruchten lijken af te werpen. Het budget voor Incidentele Culturele Activiteiten was in augustus 2014 al uitgeput. Ook steeds meer jongeren doen een beroep op dit budget voor activiteiten zoals culturele festivals of avonden.
Herindeling en verkiezing gemeenteraad In 2014 gaf zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer het definitieve groene licht voor de herindeling van de gemeente Maasdonk per 1 januari 2015. De dorpskernen Nuland en Vinkel zijn naar ’s-Hertogenbosch gegaan en de dorpskern Geffen is naar Oss gegaan. Het hele jaar is hard gewerkt aan de voorbereiding van de herindeling. Dit verliep in een goede samenwerking met Maasdonk en Oss. Het resultaat is dat al het personeel kon worden geplaatst en dat er een gedegen basis was gelegd voor een vlotte start per 1 januari. Als gevolg van de herindeling werd de verkiezing van de gemeenteraad uitgesteld van maart naar 19 november 2014. Deze verkiezing is goed verlopen. De gestage afname van de opkomst in de afgelopen decennia zette zich sterk door. De opkomst nam af van 49,5% in 2010 naar 40,5% in 2014. In aanloop naar de verkiezingen is in opdracht van uw raad een communicatiecampagne rond opkomstbevordering uitgevoerd.
Veiligheid Het gaat steeds beter met de veiligheid. De Veiligheidsmonitor bevat hierover gedetailleerde informatie. De activiteiten in de wijken hebben resultaat. De veiligheidsindex is verder gestegen. In 2008 was het indexcijfer voor de veiligheid 18,4. In 2014 is de gemiddelde index voor de hele stad gestegen naar 20,2. Behalve de wijk Binnenstad (18,0) hebben alle wijken een veiligheidsindex van minimaal 18,4 (doelstelling coalitieakkoord). Er waren in 2014 11% minder geweldsincidenten dan in 2013. Het aantal incidenten huiselijk geweld is heel licht gestegen. Ten opzichte van 2013 is het aantal fietsendiefstallen (-4%) en auto-inbraken (-11%) licht afgenomen. Het aantal woninginbraken is met 22% weer verder gedaald. Ten opzichte van 2011 is er zelfs sprake van een halvering. In 2008 stond ’s-Hertogenbosch nog in de top 10 van gemeenten in Nederland met de meeste woninginbraken. In 2014 stonden we op plaats 148.
20
De invoering van de landelijke politie en de totstandkoming van de politie eenheid Oost-Brabant heeft geleid tot aanzienlijke wijzigingen in de samenwerkingsverbanden en de overlegsituaties. De Taskforce continueerde de aanpak van georganiseerde criminaliteit, nu in het hele gebied van Brabant en Zeeland. De aanpak van handhavingsknelpunten is gecontinueerd. Er zijn diverse integrale handhavingsacties uitgevoerd in samenwerking met politie, OM, belastingdienst en overige instanties. Ook de taskforce woninginbraken is gecontinueerd. Verder heeft het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) een ondermijningsbeeld opgesteld (integraal beeld van criminele netwerken). Andere resultaten zijn de uitbreiding van het Keurmerk Veilig Ondernemen op industrie- en bedrijfsterreinen en een gemeentebreed onderzoek naar de behoefte aan cameratoezicht in de openbare ruimte. In 2014 heeft uw raad het Integraal Veiligheidsplan ’s-Hertogenbosch 2015 – 2018 vastgesteld. De uitvoering van dit plan geschiedt op basis van een Uitvoeringsplan dat door het college wordt vastgesteld.
Speerpunten Wij hebben bij aanvang van deze collegeperiode een aantal speerpunten benoemd die in deze periode moeten zijn afgerond of opgestart:
• JB500
tentoonstelling van groot aantal werken van Jeroen Bosch in 2016
• Versterking economische promotie
Topkennisinstituut op het gebied van food, health en farma
• Theaterinfrastructuur
besluit over (nieuw) theater
• GZG
besluit over en start bouw van Stadsbibliotheek/ Stadsarchief en zekerheid komst commerciële trekker
• Paleiskwartier,
publieke functie bij de Hofvijver
• Weenergroep,
duidelijkheid over de positie als arbeidsontwikkelbedrijf en passende huisvesting
• VMBO
op basis van vernieuwde visie op (beroeps) onderwijs realiseren van nieuwe huisvesting
• Veilige wijken
elke wijk na 2014 een veiligheidsindexcijfer van tenminste 18,4
Met deze speerpunten zijn we al een eind op weg. Een aantal projecten is al ver op koers, maar op andere terreinen constateren we dat de economische omstandigheden
21
belemmerend werken. Een compleet overzicht van de stand van zaken wordt gegeven in de diverse pijlers. In deze inleiding geven we kort aan waar we staan:
De voorbereidingen van JB500 zijn in volle gang. Nooit eerder zijn zoveel werken van Jheronimus Bosch tegelijk te zien als tijdens de grote tentoonstelling in Het Noordbrabants Museum van 12 februari tot en met 8 mei 2016. Een heel jaar lang staat Nederland in het teken van Jheronimus Bosch. In ’s-Hertogenbosch zijn gedurende heel 2016 diverse festivals en grote publieksevenementen te bezoeken met Bosch als inspiratiebron. Doelstelling is om het aantal bezoekers en bezoeken aan de stad en de bestedingen te doen toenemen. Inzet is een duurzame economische en culturele structuurversterking van de stad. Ook de middelen voor het flankerend beleid JB500 worden hiervoor benut. Er is en wordt nog hard gewerkt aan diverse projecten uit het flankerend beleid om JB500 succesvol te laten verlopen en in de jaren erna hiervan blijvend de vruchten te plukken. In 2014 is hard gewerkt aan de voorbereiding van de besluitvorming over de nieuwe huisvesting van de bibliotheek op het GZG-terrein. In het onlangs verschenen nieuwe bestuursakkoord worden andere keuzes gemaakt die vorm zullen krijgen op de huidige plek in de Hinthamerstraat. In 2014 hebben 5 architecten opdracht gekregen om een voorlopig ontwerp voor een nieuw theater aan de Parade te maken. Uit de vijf ontwerpen kiest de gemeente er twee. Inwoners en andere belanghebbenden kiezen uiteindelijk uit deze twee ontwerpen het beste ontwerp. Presentatie en selectie vinden in 2015 plaats. In 2014 hebben de gemeente, HAS Hogeschool, Avans Hogeschool, ZLTO en Agrifood Capital, begeleid door experts, intensief overleg gevoerd dat heeft geresulteerd in een hoofdlijnenplan voor de zogeheten ‘AgriFood Campus ’s Hertogenbosch’. Kerndoel van het plan is het gebied rond de Onderwijsboulevard te versterken als kennis- en opleidingscentrum, als broedplaats voor innovatieve agrifood-bedrijven en als testcentrum. De campus wordt gezien als verbindende schakel tussen universiteiten en ondernemingen, waar bedrijven hun technieken en productplannen kunnen door ontwikkelen tot concrete, marktrijpe producten. Het hoofdlijnenplan richt zich daarop via drie speerpunten: het grensvlak ‘food & health’, het thema ‘smart farming’ en food marketing. Binnen die terreinen onderscheidt de locatie zich nu al en moet de campus versterkt worden door de bouw van nieuwe laboratoria, ‘business schools’, huisvestingsfaciliteiten voor startende bedrijven en innovatieprogramma’s. In 2015 wordt dit uitgewerkt in businessplannen voor afzonderlijke projecten. Als gevolg van de moeilijke marktomstandigheden wordt het GZG-terrein gefaseerd ontwikkeld. In september 2014 heeft de raad een ruimtelijk kader voor het GZG-terrein vastgesteld, op basis waarvan bouwplanprocedures kunnen worden gevoerd. Dat kader komt in de plaats van een bestemmingsplan. De sloop van het jaren 60 gebouw is in november 2014 gestart.
22
Een besluit over het stedelijk VMBO-college is genomen. Op de locatie Jeroen Boschcollege wordt een nieuwe campus ontwikkeld. Daarmee is een belangrijke stap gezet in de structuurversterking van het beroepsonderwijs in onze stad. In maart 2014 is het nieuwe werk-ontwikkelbedrijf WeenerXL van de gemeente van start gegaan. WeenerXL is een samenvoeging van het SW-bedrijf Weener Groep en een groot deel van de afdeling Arbeidsmarkt en Sociale Zaken. Het bedrijf zet zich in voor alle Bosschenaren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Met uitzondering van de Binnenstad (18,0), als een gebied met een afwijkende dynamiek in leefbaarheid en veiligheid, hebben alle wijken een veiligheidsindexcijfer van tenminste 18,4 behaald.
23
Budgettaire dimensie Inleiding Deze budgettaire dimensie geeft inzicht in de uitkomst van de rekening van de gemeente ’s-Hertogenbosch over 2014. De presentatie van het resultaat op hoofdlijnen gebeurt integraal. Een meer gedetailleerde analyse is opgenomen bij de behandeling van de programma’s in het vervolg van dit jaarverslag. Het voorstel tot bestemming van het gerealiseerd resultaat vormt het sluitstuk van deze budgettaire dimensie.
Uitkomst De uitkomst van de rekening is als volgt opgebouwd: Bedragen x € 1.000
Begroting
Rekening
2014 na wijziging
2014
Verschil
Lasten
553.006
505.773
47.233
V
Baten
507.090
505.305
1.785
N
Totaal saldo baten en lasten
- 45.916
- 468
45.448
V
-Toevoegingen
72.317
83.689
11.372
N
-Beschikkingen
118.233
84.050
34.183
N
45.916
361
45.555
N
-
- 107
107
N
Mutaties eigen vermogen
Per saldo mutaties eigen vermogen Geraamd/gerealiseerd resultaat
Ten opzichte van de begroting is het totaal saldo van baten en lasten € 45,4 miljoen hoger dan begroot. Tegenover een begrote onttrekking aan de reserves van € 45,9 miljoen staat een werkelijke onttrekking van € 0,4 miljoen, waardoor per saldo een nadeel van € 45,6 miljoen is ontstaan. Uiteindelijk resteert een negatief gerealiseerd resultaat van € 0,1 miljoen.
De managementrapportage liet een geprognotiseerd negatief resultaat zien van € 0,4 miljoen. Het gerealiseerde resultaat is € 0,3 miljoen lager dan het geprognosticeerde resultaat uit de managementrapportage. Belangrijkste redenen hiervoor zijn de afboeking van de boekwaarde van de Bartenbrug (€ 5,0 miljoen) en een aanvullende storting in de voorziening voor planschades voor de Bartenbrug (€ 370.000) zoals door uw raad besloten in december 2015 en een lagere OZB opbrengst (€ 1,0 miljoen). Hier tegenover staan onder meer een vrijval van het krediet voor De Biechten (€ 2,0 miljoen), een vrijval van de voorziening scholing en activering (€ 1,8 miljoen) en een vrijval van niet geoormerkte gelden voor DIE en inburgering (€ 1,1 miljoen).
24
Onderstaand lichten wij de belangrijkste afwijkingen (groter dan € 200.000) ten opzichte van de begroting toe. Bedragen x € 1.000
Resultaat voor
Saldo
Resultaat na
bestemming
resultaatbestemming
bestemming
WMO (reserve WMO)
4.892
-4.892
-
Sociale culturele accommodaties
2.029
-
2.029
Openbare orde en Veiligheid (meerdere reserves)
305
-60
245
Veiligheidsregio Brabant-Noord
399
-
399
3.060
-3.060
-
-1.623
-
-1.623 -641
Onderwijshuisvesting (reserve onderwijshuisvesting) Vervroegingsbijdrage Voorziening planschades Bartenbrug Bouwgrondexploitatie (meerdere reserves) Afboeking boekwaarde Bartenbrug Parkeren (reserve parkeer en verkeer) Sport en recreatie Maatschappelijk vastgoed
-641
-
9.752
-9.752
-
-5.010
-
-5.010
1.261
-1.261
-
-363
-
-363 -450
-450
-
WWB inkomensdeel (reserve FWI inkomensdeel)
1.236
-1.236
-
Vrijval niet geoormerkte gelden DIE en inburgering
1.146
-
1.146
Vrijval voorziening scholing en activering
1.780
-
1.780
-647
46
-601
21.254
-21.254
-
Personeelskosten (meerdere reserves) Nog niet gerealiseerde investeringen en (meerdere reserves) Facilitaire dienstverlening
205
-
205
Rentevergoeding restituties Belastingdienst
289
-
289
657
-
657
1.748
-
1.748
-1.012
-
-1.012
237
-110
127
4.945
-3.978
967
45.448
-45.555
-107
Voormalig personeel Financiering OZB Algemene uitkering (reserve nog uit te voeren werken) Overig (meerdere reserves) Totaal
WMO De kosten voor de WMO zijn in 2014 lager uitvallen dan begroot. Conform het besluit van de gemeenteraad zijn de resterende middelen toegevoegd aan de reserve Wmo. Het verschil met de begroting bedraagt € 4,9 miljoen. De stand van de reserve is ultimo 2014 € 14,7 miljoen euro. De belangrijkste oorzaken van de verschillen zijn: • Bestedingsplan 2014 reserve Wmo kan slechts beperkt geoperationaliseerd worden. Er is daardoor een voordeel van € 2,8 miljoen. Innovaties zullen eerst in 2015 en 2016 concreet beslag kunnen krijgen. Er is nu noodzakelijkerwijs veel aandacht voor inbedding van een overgangsjaar (bestaande klanten met doorlopende indicaties behouden hun aanspraak in 2015). • Huishoudelijke verzorging, voordeel € 409.000. Het aantal klanten is opmerkelijk gedaald. In de begroting was rekening gehouden met een stijging van het aantal klanten met 2,3%, rekening houdend met de bevolkingsprognose en het rijksbeleid om mensen met een beperking langer zelfstandig thuis te laten wonen. De praktijk laat in 2014 een ander beeld zien. Er doen minder klanten een beroep op hulp bij het
25
huishouden. Meer burgers (met hogere inkomens) regelen en bekostigen hulp bij het huishouden waar mogelijk zelf. Berichtgeving over rijksbezuinigingen en verhoging van (landelijke) eigen bijdrage, dragen daartoe bij. Ten opzichte van 2013 is het aantal klanten met 5% gedaald van 2.684 naar 2.558. • Eigen bijdrage, nadeel € 158.000. Door de daling van het aantal klanten wordt minder eigen bijdrage ontvangen. • PGB’s, voordeel € 662.000. Het aantal PGB-houders daalt van 884 in 2013 naar 751 in 2014. Dit houdt onder meer verband met de aankondiging van strengere landelijke verantwoordingseisen PGB via de Sociale Verzekeringsbank. De gemeente controleert verder alle PGB-houders op de werkelijke besteding van hun PGB-budget. Niet bestede middelen worden teruggevorderd. • Woonvoorzieningen fluctueren sterk en zijn lastig te ramen. Er is in 2014 een incidenteel voordeel ten opzichte van de begroting van € 495.000. De komende jaren zullen de kosten voor woningaanpassingen toenemen. Het zorgkantoor bouwt het aantal plaatsen in verzorgingshuizen in ‘s-Hertogenbosch af waardoor mensen langer thuis moeten blijven wonen. • Vervoersvoorzieningen, voordeel € 334.000. De kosten voor vervoersvoorzieningen zijn lager dan begroot. We constateren dat het gebruik van de regiotaxi dit jaar daalt. Klanten bezoeken minder sociale aangelegenheden vanwege de extra kosten (recessie). Verder zorgen nieuwe vervoersinitiatieven met vrijwilligers (bijvoorbeeld seniorenbus) op kleine schaal ook voor een afname van het gebruik regiotaxivervoer. • Innovatiegelden, voordeel € 157.000. Het voordeel wordt verklaard door minder aanbestedingsadvieskosten. Aanbesteding hulpmiddelen is uitgesteld naar 2015. Verder kan de zorgcoöperatie hulp bij het huishouden pas in 2015 worden opgestart als gevolg van het feit dat het ministerie onze aanvraag om een huishoudelijke hulp toelage eind 2014 heeft goedgekeurd.
Sociale culturele accommodaties In het verleden heeft het gemeentelijk grondbedrijf oude complexen aangekocht en herbestemd. De opbrengst is gereserveerd voor nieuwbouw van De Biechten. Inmiddels is besloten om de nieuwbouw niet zelf uit te voeren, maar dit door de woningbouwcorporatie te laten doen. Wij zijn dit pand vervolgens gaan huren. Deze huur komt ten laste van de algemene middelen en is ook geraamd in de begroting. De gereserveerde gelden ad € 2 miljoen kunnen derhalve vrijvallen.
Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid maakt voor een aanzienlijk deel van de uitvoering gebruik van inhuur personeel. Tegenover het voordeel van € 0,6 miljoen staat dan ook een nadeel op inhuur personeel van € 331.000, waarvan de kosten zijn verantwoord onder de personeelskosten. Het resterend netto voordeel is hoofdzakelijk het gevolg van de minder dan verwachte inzet van flexibel (camera) toezicht. Daarnaast zijn de
26
kosten voor nazorg ex gedetineerden lager dan geraamd doordat meer dan verwacht gebruik kon worden gemaakt van AWBZ- en forensische middelen.
Veiligheidsregio Brabant Noord Het voordeel is hoofdzakelijk het gevolg van de hoger dan verwachte rijksbijdrage als compensatie voor het vervallen van de mogelijkheid tot BTW compensatie door de veiligheidsregio (€ 235.000). Daarnaast droeg met name de uitbetaling van het voordeling rekeningresultaat 2013 bij aan het voordeel (€ 134.000).
Onderwijshuisvesting De belangrijkste afwijkingen van de begroting voor onderwijshuisvesting zijn de volgende: Als gevolg van achterblijvende investeringen ontstaat er een netto voordeel van € 1,95 miljoen aan kapitaallasten. Hierop is deels geanticipeerd door het opnemen van een stelpost van € 0,6 miljoen, waardoor € 1,35 miljoen voordeel resteert. De volgende projecten zijn vertraagd dan wel uitgesteld: BS ‘t Ven, Sint Janslyceum, BS Noorderlicht, BS Cirkel Noord, Sportzaal Binnenstad en de Gabriëlschool. Daarnaast zijn ook diverse onderhoudsprojecten later gedaan dan de planning. Een voordeel van € 0,47 miljoen ontstaat wegens meer verhuur van voornamelijk lege schoollokalen en lagere exploitatiekosten. De begrote tijdelijke voorzieningen voor de kindercampus Noord laten een voordeel zien van € 0,73 miljoen. Dit omdat er een alternatieve oplossing is gevonden voor tijdelijke huisvesting aan de Klokkenlaan. Ook is er een voordeel op de exploitatie van de Brede Bossche Scholen van € 0,38 miljoen, veroorzaakt door lagere energie-, beheer en schoonmaakkosten en hogere inkomsten uit verhuur. Al deze posten zijn verrekend met de reserve Onderwijshuisvesting die ultimo 2014 € 17,7 miljoen euro bedraagt.
Vervroegingsbijdrage Conform uw besluit bij het gemeentelijk jaarverslag 2013 is in 2014 de vervroegingsbijdrage ombouw A59 alsnog ten laste van de algemene dienst gebracht. In 2003 was eerder besloten deze kosten ten laste te brengen van de grondexploitatie Heesch-West. Bij het concept-voorontwerp bestemmingsplan Heesch-West laat die grondexploitatie echter een fors tekort zien. Hierdoor is het nu hoogst onwaarschijnlijk dat de vervroegingsbijdrage daadwerkelijk binnen deze gebiedsontwikkeling zal worden terugverdiend. Deze vervroegingsbijdrage is een investering in een nieuwe weg, te weten de A59, die buiten het grondbedrijf is gerealiseerd. Daarom en vanwege de financiële positie van het grondbedrijf heeft uw raad er mee ingestemd dat deze vervroegingsbijdrage alsnog binnen de algemene dienst wordt geactiveerd. In 2014 leidt vanwege de gemeentelijke boekhoudregels dit tot een niet begrote inhaalafschrijving over voorgaande jaren van € 1.265.000 en niet begrote kapitaallasten over 2014 van € 358.000.
27
Voorziening planschades Bartenbrug Door de langdurige vertraging in de realisatie van de Bartenbrug zijn ondernemers in het gebied dermate zwaar getroffen in hun bedrijfsvoering, dat het nadeel wat hierdoor is ontstaan redelijkerwijs niet (volledig) ten laste van de betreffende ondernemers behoort te blijven. Mede op basis van een motie van uw gemeenteraad beoordeelt een onafhankelijk bureau of de schadeclaims van deze ondernemers gerechtvaardigd zijn. Bij de jaarrekening 2013 is een inschatting gemaakt van het totaal uit te keren schadebedrag en is hiertoe een voorziening getroffen. Deze voorziening is gevormd op basis van een globale raming van de totaal uit te keren schadebedragen. Daadwerkelijke schadebeoordelingen hadden op dat moment nog niet plaatsgevonden. Inmiddels is op grond van het advies van een extern bureau een groot deel van de schade-uitkeringen over de jaren 2012 en 2013 door ons college vastgesteld. Tot moment van oplevering van de nieuwe brug over de Aa (ultimo 2016) ramen wij nu het totaal uit te keren schadebedrag op circa € 975.000. In de jaarrekening 2014 ontstaat hierdoor een incidenteel nadeel van € 640.000 vanwege een aanvullende dotatie aan de voorziening planschades.
Bouwgrondexploitatie Voor een toelichting op het onderwerp bouwgrondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid.
Afboeking boekwaarde Bartenbrug Conform besluitvorming in de Raad van 15 december 2014 wordt de boekwaarde/totale kosten van het (oude) ontwerp voor de Bartenbrug afgeboekt in de jaarrekening 2014.
Parkeren Er is een voorzichtige opwaartse beweging te zien in de parkeeropbrengsten. Deze zijn – exclusief de naheffingsaanslagen – € 0,6 miljoen hoger dan de begroting 2014 en € 0,8 miljoen hoger dan in 2013. De inkomsten uit naheffingsaanslagen zijn € 0,7 miljoen lager dan begroot ten gevolge van de hoge betalingsbereidheid (96%) en de nieuwe aanbesteding, welke is gebaseerd op een meer preventieve benadering van de burger. We zien dat er vaker, maar korter wordt geparkeerd. Daarnaast zien we een verschuiving van straatparkeren naar de parkeergarages. Met name is het gebruik van de parkeergarage Paleiskwartier bovengemiddeld toegenomen. Ten aanzien van de betalingswijzen zien we dat het belparkeren behoorlijk stijgt t.o.v. 2013.
In de begroting 2014 is uitgegaan van eerdere ingebruikname van de parkeergarage St. Jan dan oorspronkelijk was gepland. Ten opzichte van deze bijgestelde planning is wat vertraging opgetreden. Hierdoor zijn de kapitaallasten ruim lager dan geraamd in de begroting 2014. Daarnaast zijn ook de onderhoudskosten van bestaande garages beduidend lager dan geraamd.
28
Per saldo wordt een lagere onttrekking aan de reserve Parkeer en Verkeer gedaan ad € 1,3 miljoen.
Sport en recreatie Het programma Sport en Recreatie kent een nadelig resultaat ten opzichte van de begroting 2014. De belangrijkste redenen zijn: • Een al enige jaren openstaande ombuigingstaakstelling ‘Herbestemming sportpark De Saren’ is als gevolg van slechte marktontwikkelingen nog steeds niet gerealiseerd (€ 103.000 nadeel). Het is niet realistisch te veronderstellen dat het perceel op korte termijn verkoopbaar is tegen de gewenste opbrengst. • De bezetting van de binnensportaccommodaties loopt de laatste jaren stapsgewijs terug. Sportverenigingen verminderen het aantal uren zaalhuur om financiële redenen en in sommige zalen loopt ook het onderwijsgebruik licht terug. Een langere termijn ‘actieplan binnensport’ is noodzakelijk om een structureel oplopend tekort op de exploitatie binnensport te voorkomen (€ 147.000 nadeel). • Door de sportieve successen van de lokale topsportclubs (SPM Shoeters, FCK de Hommel) en het hosten van aansprekende topsportevenementen (o.a. badminton, tennis), is er minder ruimte voor regulier sportgebruik en commerciële evenementen. Hiermee voldoet Maaspoort Sports & Events weliswaar volledig aan haar inhoudelijke doelstelling, maar staat wel het exploitatieresultaat onder druk. Dit wordt versterkt door niet voorziene hogere lasten in relatie tot de exploitatie van de businessclub. De terugtrekking van Eiffel als sponsor van het Bossche basketbal heeft onvoorzien grote invloed op de exploitatie van de businessclub. Een voorstel voor een structurele oplossing is in voorbereiding (€ 113.000 nadeel).
Maatschappelijk vastgoed In de raadsinformatiebrief Vastgoedscan Oost/Hintham wordt aangegeven dat huidige gebruikers van het pand en locatie Seringenstraat 27-29/Van Broeckhovenlaan 4 (trefpunt Oost en enkele muziekgezelschappen) dit pand vanaf 2011 tijdelijk om niet in gebruik hebben in afwachting van definitieve invulling. In overleg met de huidige gebruikers wordt een oplossing gezocht voor een blijvende huisvesting in dit pand voor de komende 10 jaar. Voor zover dit leidt tot consequenties in de subsidierelatie, wordt dit aan de orde gesteld bij de Voorjaarsnota. Ook voor de overige leegstaande ruimten worden nieuwe huurders gezocht. Hierdoor is een tekort ontstaan in 2014. De panden Boschveldweg 469 - 471 (Willem II fabriek), Citadellaan 7 (Kruithuis) en Bethaniestraat 2-4-6 (Oude St. Jacobskerk) zijn in de begroting 2014 rendabel geraamd terwijl de exploitatie een nadeel laat zien van € 270.000. Dit nadeel kan niet binnen de exploitatie worden opgevangen en zal daarom bij de rekening als nadeel worden gepresenteerd. Pand Boschveldweg (Willem II fabriek) is dit jaar niet rendabel, als gevolg van een huurgewenning periode na de restauratie. Het pand Citadellaan (Kruithuis) is ingebracht in het Herbestemmingsteam, van waaruit een haalbaarheids-
29
studie wordt uitgevoerd voor een kostendekkende exploitatie. In het pand Bethaniestraat is de afdeling SO/BAM gehuisvest. In 2014 worden de tekorten van bovenstaande panden wel gedekt door incidentele voordelen binnen de volledige pandenexploitatie.
WWB inkomensdeel Bij de managementrapportage voorzagen we een tekort van € 0,5 miljoen op het I-deel (het BUIG-budget). In plaats van een tekort is er een positief resultaat van € 1,1 miljoen gerealiseerd. Deze voordelige ontwikkeling is vooral het effect van iets lagere uitkeringsaantallen en lagere gemiddelde uitkeringskosten en daarnaast hogere bijdrage Rijk in kosten BBZ. Conform afspraken met de Raad wordt dit voordeel in de reserve WWB gestort. Omdat in de begroting per saldo een onttrekking aan de reserve WWB geraamd was van € 0,1 miljoen, bedraagt het voordeel ten opzichte van de begroting € 1,2 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn: • Eind september 2014 is het definitieve budget voor het Inkomensdeel bekendgemaakt. Het kwam uit op € 55 miljoen, € 2,9 miljoen lager dan begroot. • Het aantal bijstandsklanten valt met 3.710 ruim lager uit dan verwacht (begroot 3.846) en ook lager dan eerder verwacht in de managementrapportage (3.730). Daarnaast is de gemiddelde uitkeringsprijs die we aan de klanten betalen lager dan begroot. Deze lagere uitkeringsprijs wordt voornamelijk gerealiseerd door hogere parttime inkomsten van klanten en lagere loonheffingskosten. Dit levert een voordeel van € 3,6 miljoen op. • Er wordt een voordeel van € 0,6 miljoen gerealiseerd op de declarabele kosten BBZ voor de jaren 2013 en 2014. Door toenemende dienstverlening aan deze doelgroep zijn de uitvoeringskosten in 2013 en 2014 hoger uitgevallen dan begroot. We zullen deze positieve ontwikkeling nadrukkelijk meenemen in het licht van het verwachte tekort op het BUIG-budget ten gevolge van de invoering van het nieuwe verdeelmodel.
Vrijval voorziening scholing en activering Met de invoering van de participatiewet verandert het karakter van het fonds scholing en activering. Deze voorziening is destijds gevormd om de rijksmiddelen en de middelen die begroot waren voor uitgaven in het kader van het participatiebudget te oormerken voor uitgaven in dat kader. Anders zou er sprake zijn van terugvordering van niet bestede middelen. Tweede oogmerk was ook om de ombuigingen op het participatiebudget op te vangen en in die zin had het fonds ook het karakter van een egalisatiereserve. Vanaf 2015 vervalt deze verplichte besteding en er is dus ook geen sprake meer van een voorziening. De middelen voor participatie zijn een onderdeel geworden van het sociaal deelfonds en in die zin vrij besteedbaar. Het fonds vervalt als voorziening en komt ten gunste van het gerealiseerd resultaat. Het gaat om een bedrag van € 1,8 miljoen ultimo 2014.
30
Vrijval niet geoormerkte gelden DIE en inburgering Hetgeen is opgemerkt over de voorziening scholing en activering geldt ook voor de op de balans gereserveerde middelen voor uitgaven in het kader van afbouw Bureau DIE en inburgering. Het gaat om een bedrag van € 1,4 miljoen. Van dit bedrag is echter € 261.000 nog geoormerkt (trajectkosten Inburgering en Handhavingsgelden volgens de decembercirculaire 2013). Zodoende komt € 1,1 miljoen ten gunste van het gerealiseerd resultaat.
Wij willen de vrij gevallen middelen van de voorziening scholing en activering en gelden inburgering & educatie, ondanks het vervallen van de wettelijke verplichting, onverminderd inzetten voor maatregelen om het tekort op het BUIG budget te beperken. Daarom zullen wij een apart raadsvoorstel voorleggen met maatregelen om het tekort op het BUIG budget te beperken
Personeelskosten De personeelskosten laten een overschrijding zien van € 0,6 miljoen op een totaal aan kosten van € 88 miljoen. Het nadeel op de personeelskosten bestaat uit een nadelig saldo van € 0,1 miljoen doordat er meer ingehuurd wordt ten opzichte van de ontstane vacatureruimte en een nadeel van € 0,5 miljoen door de in 2014 afgesloten cao.
Bij de managementrapportage hebben we voor de personeelskosten een nadeel van € 242.000 gerapporteerd. In de managementrapportage gingen we ervan uit dat de frictiekosten Maasdonk (€ 260.000) gedekt zouden worden door het frictiebudget Maasdonk.
Nog niet gerealiseerde investeringen en projecten Op het investeringsplan staan uitgaven, die geheel of gedeeltelijk gedekt worden uit reserves. Daarnaast worden er projecten uitgevoerd die ook geheel of gedeeltelijk gedekt worden uit reserves. Bij de financiële managementrapportage is aangegeven dat van de begrote onttrekkingen aan reserves een bedrag van € 45,7 miljoen in 2014 niet gerealiseerd zal worden. Het betreffen hier investeringen en projecten die een meerjarig karakter hebben. Daarnaast is er voor een bedrag van € 21,3 miljoen ten opzichte van de managementrapportage op lopende (investerings)projecten minder onttrokken dan begroot (o.a. de projecten Verlengde Parallelweg, GSB aandachtbuurten (fysiek en algemeen), luchtkwaliteit, Spoorbrug over de Dieze, bodemsanering, energiebesparing, voorbereidingskrediet Theater aan de Parade).
Facilitaire dienstverlening Als gevolg van aanbestedingsvoordeel en toenemende digitalisering zijn de kosten van kopiëren en printen € 51.000 lager dan voorzien. De toenemende digitalisering leidt ook tot lager dan begrote kosten voor kantoorbenodigdheden (€ 100.000) en portokosten (€ 44.000).
31
Rentevergoeding restituties Belastingdienst Een drietal ingediende verzoeken voor Ambsthalve terugaaf van BTW is afgewikkeld door de Belastingdienst. Het betreft hier SCC Rosmalen, Sporthal van BBS Windkracht 5 en Sporthal BBS Haren Donk Reit. Deze middelen zijn ingezet (conform besluit managementrapportage 2013) voor het verlagen van de boekwaarden van de activa waarover de restitutie plaatsvond. In 2014 hebben we tevens de rentevergoeding over voorvermelde resituties van de belastingdienst ontvangen tot een bedrag van € 289.000, deze middelen kunnen bij de rekening vrijvallen.
Voormalig personeel Het voordeel op de kosten van voormalig personeel ad € 657.000 wordt met name veroorzaakt door meevallende FPU- en WW-uitkeringen. Met name door soberdere regelingen blijven medewerkers langer doorwerken.
Financiering Het financieringsresultaat bedraagt € 1,75 miljoen voordelig. Oorzaak hiervan is herfinanciering van langlopende leningen gedurende het jaar tegen lager dan begrote rentepercentages. In de begroting gaan we voor langlopende leningen uit van een rentepercentage van 4%. In werkelijkheid hebben we een lening van € 40 miljoen voor één jaar aangetrokken tegen een tarief van 0,395%, een lening van € 25 miljoen voor 15 jaar tegen 2,68% en een lening van € 25 miljoen voor 15 jaar tegen 2,722%. Deze rente afspraken zijn verwerkt in de begroting 2015.
OZB Lagere opbrengst OZB (€ 542.000 nadeel) De lagere opbrengst OZB wordt met name veroorzaakt, doordat de waardeverlaging als gevolg van bezwaar en beroep van niet-woningen hoger is dan ingeschat. Met name debet daaraan zijn forse huurverlagingen na afloop van meerjarige huurovereenkomsten, die effect hebben op de WOZ-waarde.
OZB voorgaande jaren (€ 470.000 nadeel) De lagere opbrengst OZB voorgaande jaren wordt met name veroorzaakt door de waardeverlaging van een specifiek WOZ-object. Dit object is gewaardeerd volgens de daarvoor beschikbare taxatiewijzers. In 2014 heeft de Rechtbank die taxatiewijzers en de daarop gebaseerde waardevaststelling echter deels verworpen. Daardoor moest de WOZ-waarde voor meerdere belastingjaren aanmerkelijk verminderd worden. Vanaf belastingjaar 2015 is met deze gecorrigeerde waarde rekening gehouden.
32
Algemene uitkering De algemene uitkering uit het gemeentefonds leidt tot een voordeel van € 127.000. De vaststelling van de basisgegevens/uitkeringsbasis leidt tot een naverrekening voor het jaar 2012 van € 175.000 nadelig. Dit wordt veroorzaakt door een hogere WOZwaarde. Voor 2013 levert deze naverrekening per saldo een voordeel van € 713.000 op. De belangrijkste oorzaken zijn een bijstelling naar boven van het aantal bijstandontvangers en het klantenpotentieel. De algemene uitkering over het jaar 2014 laat een nadeel van € 410.000 zien. Hiervan kan de volgende specificatie worden gegeven: (bedrag x € 1.000) Accres
- 471
Basisgegevens/uitkeringsbasis
- 21
Verdeelreserve 2013/2014
200
Informatievoorziening sociaal domein (overheveling budget vanuit het gemeentefonds naar de VNG)
- 100
Taakmutatie e-overheid
- 18 410
Ombuigingen In deze jaarrekening rapporteren we voor de laatste keer over de ombuigingen uit de begroting 2011 (spoor 1 en 2) voor het jaar 2014. In totaal komen de ombuigingen neer op € 15 miljoen in 2014. De ombuigingen zijn volledig gerealiseerd.
Bezuinigingsimplementatiefonds In de raadsvergadering van 12 april 2012 heeft uw raad een viertal amendementen aangenomen voor de bezuinigingen 2011, waaronder amendement 2. Hierin wordt gevraagd € 1 miljoen te storten in een in te stellen bezuinigingsimplementatiefonds om de ontstane frictiekosten bij het doorvoeren van de bezuinigingen te bekostigen. We hebben destijds toegezegd u halfjaarlijks te informeren over de inzet van het fonds, zodat u uw toezichthoudende taak optimaal kunt blijven uitoefenen. In 2014 hebben we één keer een beroep gedaan op het bezuinigingsimplementatiefonds, namelijk: • Grafisch atelier (samenloop bezuiniging en wegvallen CBK) € 15.000 Na deze onttrekking resteert een bedrag van afgerond € 500.000.
Voorstel bestemming gerealiseerd resultaat Het gerealiseerd resultaat bedraagt -/- € 0,1 miljoen. Wij stellen voor het totale rekeningresultaat te verwerken in de algemene reserve, hetgeen onze bestendige gedragslijn is.
33
Het streefniveau van de algemene reserve is 15 procent van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Voor 2014 is dit € 23,3 miljoen. De werkelijke stand van de algemene reserve per 31 december 2014 is € 23,8 miljoen. Voor het verwerken van het gerealiseerd resultaat in de algemene reserve neemt de algemene reserve af tot € 23,7 miljoen en is daarmee € 0,4 miljoen hoger dan de benodigde algemene reserve.
34
Deel I: Jaarverslag
Programma’s
Stad van modern bestuur Sociale kwaliteit Fysiek Werk en economie Algemene dekkingsmiddelen
Bestuursorganen en -ondersteuning Dienstverlening
36
Stad van modern bestuur
Bestuursorganen en -ondersteuning
Ambitie Onze ambitie is het waarborgen van een democratisch bestuur, dat toegankelijk, doelmatig, doeltreffend, transparant en betrouwbaar optreedt. De betrokkenheid van burgers is hierbij van essentieel belang. Zo ontstaat draagvlak voor genomen besluiten. Zowel de raad als het college streven deze ambitie vanuit hun eigen - duale – rol na. In het duale stelsel bestaat een duidelijk onderscheid tussen bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en wethouders. Zo stelt de raad de financiële en beleidsmatige kaders vast en controleert de uitvoering door het college. Het college is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van beleid, binnen de door de raad gestelde kaders.
Versterken controlefunctie bij raadswerk
raad
en
betrokkenheid
burger
Wat wilden we bereiken? De raad werkt volgens een aan het begin van deze raadsperiode vastgesteld werkplan. Hierin beschrijft hij de gewenste werkwijze en ontwikkelpunten van de raad. Speerpunten zijn het vergroten van de betrokkenheid van de Bossche burgers en organisaties bij het werk van de raad en een versterking van de controlerende functie van de raad. Indicatoren
Nulmeting *
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
Aantal hearings en beleidsdebatten door de raadscommissies. Bron: administratie griffie
3
3
4
0
4
Aantal burgerinitiatieven. Bron: administratie griffie
1
1
0
1
2
83
0
32
5
100
3
3
3
3
3
Aantal gasten van de raad. Bron: administratie griffie Aantal onderzoeken door de rekenkamercommissie. Bron: administratie rekenkamercommissie * 2009
38
Stad van modern bestuur Bestuursorganen en -ondersteuning
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator Jaarlijkse beleidsdebatten en hearings over politieke thema’s.
Gerealiseerd Nee
Beknopte toelichting Er hebben het afgelopen jaar geen hearings/ beleidsdebatten plaatsgevonden.
Het afleggen van werkbezoeken in de stad.
Ja
Er zijn het afgelopen jaar meerdere (7) werkbezoeken afgelegd.
Het stimuleren van burgerinitiatieven op de agenda van de raad.
Ja
Er is één burgerinitiatief ingediend.
Actieve informatieverstrekking over het werk en agenda’s van raad en commissies (website en Bossche omroep).
Ja
Aantal gasten van de raad.
Ja
Gast van de raad kent een sterk wisselende belangstelling, met in 2014 een aantal van vijf personen.
De transparantie van het raadswerk vergroten door het optimaliseren van de website van de raad.
Ja
Het raadsgedeelte van de website is gemoderniseerd.
Jaarlijkse onderzoeken door de rekenkamercommissie naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid.
Ja
De rekenkamercommissie heeft in 2014 drie geplande onderzoeken uitgevoerd (Onderzoek Informatievoorziening complexe projecten, onderzoek Doorwerking en vooronderzoek Veiligheid). Daarnaast is een overdrachtsdocument voor de nieuwe gemeenteraad opgesteld.
Versterken toegankelijkheid en transparantie college Wat wilden we bereiken? Het college heeft in het coalitieakkoord 2010-2014 te kennen gegeven meer te willen uitgaan van het benutten van en ruimte geven aan de samenleving. Een meer toegankelijke en transparante werkwijze vraagt inzet van zowel de gemeente als van de burger. We willen als gemeente gebruik maken van wat de inwoners en organisatie in onze stad al kunnen en weten. We zoeken naar nieuwe en creatieve vormen van cocreatie en communicatie waarin we ruimte geven hiervoor.
39
Stad van modern bestuur Bestuursorganen en -ondersteuning
Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
% inwoners dat het (helemaal) eens is met de stelling: ”de gemeente reageert goed op problemen in de buurt”. Bron: omnibusenquête
23%
25%
25%
25%
26%
% inwoners dat interesse heeft in het bijwonen van informatiebijeenkomsten over wijk, buurt of straat. Bron: omnibusenquête
48%
45%
44%
44%
55%
% inwoners dat het (helemaal) eens is met de stelling: “De gemeente betrekt inwoners actief bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen”. Bron: omnibusenquête
18%
19%
17%
17%
20%
% inwoners dat zegt voldoende geïnformeerd te worden door de gemeente. Bron: communicatieonderzoek
84%
87%
73%
73%
84%
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Vanuit het uitgangspunt ‘digitaal tenzij....’ gaan we het gemeentelijk communicatieinstrumentarium doorlichten en inrichten. Dit is een proces dat over meerdere jaren wordt vormgegeven. In dit licht kijken we onder andere naar de gemeentelijke pagina’s in de Bossche omroep en de wijknieuwsbrieven.
Ja
Vanaf begin 2014 publiceert de gemeente ‘s-Hertogenbosch de officiële bekendmakingen elektronisch via de landelijke Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties. Hiermee stellen we publicaties op eigentijdse wijze, conform weten regelgeving, digitaal beschikbaar.
Sociale media, zoals de gemeentelijke twitter, de gemeentelijke Facebookpagina en Linkedin, zetten we in het communicatiebeleid in voor interactie met en meldingen van burgers, co-creatie, webcare, dienstverlening, arbeidsmarktcommunicatie en crisiscommunicatie.
Ja
Afgelopen jaar hebben we sterk ingezet op informatie, interactie en webcare via de sociale media: Twitter, Facebook, Linkedin, Instagram. De buitenbeter-app is opgeleverd voor ’s-Hertogenbosch. Hiermee kunnen bewoners gemakkelijk meldingen in de openbare ruimte doorgegeven via hun smartphone.
De gemeente werkt samen met de wijken aan e-communities in de wijk. We beginnen met enkele pilots die aansluiten op initiatieven van bewoners zelf. Onder de noemer ‘Samenwerken aan je buurt’ is de inzet dat bewoners, gemeente en partners meer en meer met elkaar communiceren via een digitaal (buurt)platform. Hier vindt ook de interactie tussen bewoners onderling plaats. Ideaaltypisch worden de e-communities gevoed door de buurt zelf, de gemeente en de overige partners. We zorgen ervoor dat de gemeente en de overige partners de specifieke informatie over de wijk eenvoudig kunnen inpluggen op deze e-community.
Ja
Als vervolg op “Samenwerken aan je buurt” zijn buurtsites (zoals Buurtkiep) en sites van wijkraden (Molenhoek) doorontwikkeld. In onze werkprocessen sluiten we digitaal steeds meer aan waar de bewoners zelf met elkaar het gesprek voeren. Zo is bijvoorbeeld De Buurtkiep, het online buurtplatform van Muntel, Vliert en Orthenpoort ingezet voor de communicatie rondom de herinrichting van het Kapelaan Koopmansplein. Half september 2014 was de aftrap van het project ‘Kapelaan Koopmansplein knapt op!’. Ruim 200 buurtbewoners vulden de enquête op de Buurtkiep in, waarin ze onder meer aangaven wat voor soort plein ze wilden. Op basis hiervan is een eerste schetsontwerp gemaakt en gepresenteerd aan de buurt.
40
Stad van modern bestuur Bestuursorganen en -ondersteuning
In het communicatiebeleid voor brede doelgroepen gebruiken we begrijpelijke taal.
Ja
Zowel in de brieven aan inwoners, als op internet, Bossche omroep en sociale media schrijven we in begrijpelijke taal. We trainen hier medewerkers in.
De gemeentelijke website ondersteunt informatieverstrekking, participatie, dienstverlening en stadspromotie. De informatie wordt steeds meer op maat aangeboden. Nieuwe ontwikkelingen worden doorgevoerd, zoals uitbreiding van de digitale dienstverlening, een mobiele website, een persoonlijke pagina en dergelijke.
Ja
De mobiele website is vormgegeven. We werken daarnaast aan een zogenaamde toptakenwebsite. Veel gebruikers willen zo snel mogelijk doen waarvoor ze naar de website komen. Zo snel mogelijk een taak afronden. Bijvoorbeeld een nieuw paspoort aanvragen of een parkeervergunning. Daarom richten we de website in volgens het toptaken-principe: niet zoveel mogelijk informatie ontsluiten, maar de gebruiker zo goed mogelijk helpen snel een taak af te ronden. Tweede kwartaal 2015 leveren we de eerste fase van de nieuwe toptakenwebsite op.
We bevorderen de uitwisseling tussen burgers en maatschappelijke organisaties van Leuven, Trier en ’s-Hertogenbosch. Doel is onderhouden van vriendschappelijke relaties, kennisuitwisseling en inhoudelijke samenwerking. In 2014 zullen voor beide stedenbanden 8 uitwisselingen plaatsvinden.
Ja
Er hebben tussen Leuven en ’s-Hertogenbosch 13 uitwisselingen plaatsgevonden: vier op cultureel vlak, zes op sportief vlak en drie overige. In totaal is er € 13.251 subsidie verstrekt. Tussen Trier en ’s-Hertogenbosch hebben zeven uitwisselingen plaatsgevonden: twee op het gebied van cultuur, drie op het gebied van sport, één op het gebied van onderwijs en één overige. Er is € 10.684 subsidie verstrekt.
In 2014 is het 70 jaar geleden dat ’s-Hertogenbosch is bevrijd. Het laatste lustrummoment voor de nog levende Bossche eerste generatie om hier inhoud aan te geven. Na de lustrumherdenking in 2009 is de relatie met Wales door tweede en derde generaties en de Stichting October 1944 voortgezet, mede gefaciliteerd door de gemeente. Eveneens zijn de contacten met Wales (Royal Welsh) voortgezet en worden jaarlijks herdenkingen in Wales en ’s-Hertogenbosch bezocht. In 2014 kiezen we voor nog één goed afsluitingsmoment, in zowel Wales en ’s-Hertogenbosch. Daarna concentreren we ons op de nationale Dodenherdenking. Uitwisselingen tussen Wales en ’s-Hertogenbosch eindigen en de aan de gemeente gelieerde Stichting October 1944 houdt op te bestaan. Met een herdenkingsprogramma in ’s-Hertogenbosch op 27 oktober 2014, en een bestuurlijk en cultureel bezoek van onze stad aan Cardiff in de zomer van 2014, sluiten we alle gegroeide formaliteiten tussen het land van onze bevrijders Wales en een blijvend dankbaar ’s-Hertogenbosch af.
Ja
Er zijn twee grotere herdenkingen geweest rond de 70e verjaardag van de bevrijding van ‘s-Hertogenbosch. In juni heeft het stadsbestuur tijdens de voetbalwedstrijd Nederland - Wales met 146 kinderen een speciaal eerbetoon richting Wales gehouden. Ook is het stadsbestuur met zo’n 300 Bosschenaren - verenigd in muziekgezelschappen naar Armed Forces Day in Cardiff geweest. Daar is afscheid genomen van de formele relatie die ‘s-Hertogenbosch decennia lang heeft onderhouden met The Royal Welsh, de stad Cardiff, The Welsh Assembly en The Veteranbranches (met bevrijders). Daar heeft het stadsbestuur nog één keer de nog levende bevrijders en alle familieleden bedankt voor hun inzet voor de bevrijding van onze stad. In oktober heeft ‘s-Hertogenbosch de officiële herdenking met de Britten afgesloten, met een vijfdaags programma. Vanaf 2015 maakt de herdenking onderdeel uit van de nationale Dodenherdenking. Op onze Bevrijdingsdag 27 oktober zal voortaan de lokale veteranendag centraal staan.
41
Stad van modern bestuur Bestuursorganen en -ondersteuning
We bereiden samen met de gemeenten Maasdonk en Oss de effectuering voor van de voorgenomen herindeling met de gemeente Maasdonk. Daarbij rekenen wij erop dat de wetgever in 2014 de herindeling per 01-01-2015 ook formeel mogelijk maakt. Onze inspanningen zijn er op gericht de bewoners van Vinkel en Nuland en de inwoners van ’s-Hertogenbosch tijdig en goed te informeren en waar mogelijk te betrekken.
Ja
We brengen als college 4 keer per jaar een werkbezoek aan wijken, waarbij onze bijzondere aandacht uitgaat naar wijken die achterblijven bij het stedelijk veiligheidsindexcijfer (18,4 in 2008). Bij het organiseren van de werkbezoeken is het uitgangspunt ‘voor de wijk en door de wijk’.
Nee
We ondersteunen en bevorderen de ontwikkeling van bewonersnetwerken die zich inzetten voor de leefbaarheid van hun woonomgeving, zowel in fysieke als in sociale zin. Waar er sprake is van bewonersinitiatieven op dit vlak zullen we daar als gemeente vooral op aansluiten, dan wel deze loslaten, en deze zeker niet overnemen.
42
Ja
In het afgelopen jaar is de implementatie van de dorpen Nuland en Vinkel naar de nieuwe gemeente – van Maasdonk naar ’s-Hertogenbosch- succesvol verlopen. Het proces is stapsgewijs begeleid door een communicatiewerkgroep met vertegenwoordigers uit Maasdonk, Oss en ’s-Hertogenbosch. We hebben de toekomstige nieuwe inwoners in het laatste half jaar van 2014/begin 2015, hartelijk verwelkomd via een reeks van verschillende communicatiemomenten en middelen. Onder meer met een huis-aanhuis verspreiding van een serie informatieve ansichtkaarten, publicaties in de huis-aan-huisbladen en een ‘ABC drukwerk’. In deze laatste publicatie zijn alle belangrijkste gemeentelijke onderwerpen en diensten/producten kort en bondig uitgelegd. De publieksvoorlichting is afgesloten met de bezorging van een ‘digitale sleutel’ met daarin het nieuwe welkomsmagazine dat de gemeente voortaan verstrekt aan alle nieuwe inwoners. We hebben door gewijzigde prioriteitstelling geen werkbezoeken aan wijken gebracht. Afzonderlijke portefeuillehouders hebben wel regelmatig op wijk- en buurtniveau geopereerd.
Op meerdere initiatieven van bewoners op dit vlak zijn we aangesloten. In het burgerjaarverslag geven we een toelichting op een aantal inhoudelijke projecten en voorbeelden.
Stad van modern bestuur Bestuursorganen en -ondersteuning
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
24.062
28.368
26.188
24.367
1.821
V
Baten
1.473
980
1.000
1.016
16
V
22.589-
27.388-
25.188-
23.351-
1.837
V
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen -Toevoegingen
6.838
6.234
13.375
10.070
3.305
V
-Beschikkingen
6.501
7.458
11.753
7.193
4.560
N
337-
1.224
1.622-
2.877-
1.255
N
22.926-
26.164-
26.810-
26.228-
582
V
Per saldo mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Hogere opbrengsten onderzoeken afdeling Onderzoek en Statistiek (€ 195.000V) • GSB/ISV (€ 477.000 V) Tegenover dit voordeel staan nadelen bij andere programma’s. Per saldo is geen sprake van een resultaat. • Hogere personeelskosten (€ 410.000 N) • Wachtgelden wethouders (€ 152.000 V) • Onderzoekskosten gemeenteraad en gemeentelijke rekenkamer (€ 82.000 V)
43
Stad van modern bestuur Bestuursorganen en -ondersteuning
Dienstverlening
Ambitie Het college heeft in het coalitieakkoord 2010-2014 te kennen gegeven meer te willen uitgaan van het benutten van en ruimte geven aan de samenleving. Dit betekent onder meer deregulering door middel van minder regels en vereenvoudiging van de uitvoering. Wij willen bovendien het niveau van publieke dienstverlening verder verbeteren. En qua prestaties op dat gebied willen we tot de best presterende gemeenten gaan horen, in een termijn van 3 tot 5 jaar.
Burgers en bedrijven verwachten een goed functionerende, dienstverlenende overheid die de vraag van de burger centraal stelt. Samenwerking tussen overheidsorganisaties en met ketenpartners, waarbij wij onze processen afstemmen en gebruik maken van elkaars informatie, is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Daarbij zijn standaarden en kwaliteit van gegevens(beheer) belangrijk. Hiervoor sluiten we aan op landelijke ontwikkelingen. Doelstellingen om onze ambitie te realiseren zijn het toegankelijker maken van de dienstverlening, verbetering van de digitale dienstverlening en verlichting van de administratieve druk voor burgers en bedrijven. In het kader van toegankelijker maken van de dienstverlening zijn we onder meer in 2012 gestart met een Gemeentelijk Contact Centrum (GCC).
Toegankelijker maken van de dienstverlening Wat wilden we bereiken? We willen de klanttevredenheid verhogen. Daarvoor is het nodig om de burgergerichte instelling in de organisatie te blijven verbeteren, waaronder een correcte, kwalitatief goede en snelle benadering van burgers. We willen in onze communicatie met burgers en bedrijven eenvoudig en begrijpelijk zijn en we willen onze bereikbaarheid verder verbeteren.
44
Stad van modern bestuur Dienstverlening
Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
6,8
6,9
7,2
7,2
7
% inwoners dat (zeer) tevreden is over de telefonische bereikbaarheid. Bron: omnibusenquête
78%
79%
81%
81%
80%
% inwoners dat het (helemaal) eens is met de stelling ‘de gemeente ’s-Hertogenbosch heeft het afgelopen jaar haar dienstverlening merkbaar verbeterd.’ Bron: omnibusenquête
30%
24%
23%
23%
28%
% inwoners dat (zeer) tevreden is over de antwoordtermijn van brieven. Bron: omnibusenquête
52%
67%
67%
67%
70%
Totaaloordeel over bezoek aan de balie van het Stadskantoor. Bron: Benchmark Publiekszaken
7,8
7,8
7,8
8,3
8
Oordeel over gemeentelijke dienstverlening in het algemeen. Bron: omnibusenquête
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Verdere uitbouw van het Gemeentelijk Contactcentrum (GCC). Alle gemeentelijke afdelingen zijn, met enkele afgesproken uitzonderingen, uiterlijk in 2014 met de kanalen telefonie, digitaal loket en sociale media aangesloten op het GCC. Voor het kanaal post is dat reeds geëffectueerd en de besluitvorming over de organisatie, inrichting en werkwijze van het kanaal balie is nagenoeg afgerond. Het kanaal e-mail vergt meer inspanningen.
Ja
WXL/WERK heeft gewacht op momentum (verhuizing naar andere locatie en uitrol zaaksysteem) voor ze aansluiten bij GCC; besluit valt in 2015.
Het digitale kanaal is aantrekkelijk voor de burger én voor de gemeentelijke organisatie. Beiden ervaren hiervan de efficiencyvoordelen. De mogelijkheden groeien om producten en diensten digitaal van gemeenten af te nemen. We willen het digitale kanaal steeds nadrukkelijker inzetten als hét kanaal waar de burger gebruik van gaat maken. We overwegen om sommige (eenvoudige) producten alleen nog digitaal te verstrekken. Daarmee nemen we gedeeltelijk afscheid van de multichannel benadering. Voor allerlei diensten blijft overigens de faceto-face benadering mogelijk, zelfs noodzakelijk.
Ja
Volledig werken op afspraak wordt ondersteund door het volledig digitaal maken en verzetten van afspraken. Er zijn diverse webformulieren gerealiseerd en verbeterd, o.a. een klachtenformulier en een formulier voor het GCC dat is gekoppeld aan het systeem voor de meldingen openbare ruimten. Wij bieden maatwerk-ondersteuning voor minder digivaardigen.
Veel brieven zijn de afgelopen jaren in klare taal gesteld. Waar dat nog niet gebeurt, zal de invoering van het ‘zaaksysteem’ een goede gelegenheid bieden om ook die brieven te verbeteren. Het zaaksysteem is leidend in het registreren, beheren en behandelen van zaken. Het ondersteunt het (dienstverlenings)proces en verzorgt de dossieropbouw ervan.
Ja
Continue sturing op gebruik van sjablonen en toepassing Klare taal is en blijft nodig
45
Stad van modern bestuur Dienstverlening
Doorontwikkeling van de digitale dienstverlening Wat wilden we bereiken? We willen de digitale dienstverlening verbeteren door de kwaliteit van onze informatiehuishouding te verbeteren, standaard ICT-middelen gericht in te zetten en zaakgericht werken in te voeren binnen onze organisatie. Het doel hiervan is de (digitale) communicatie en transacties met burgers en bedrijven te verbeteren en te vereenvoudigen. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
% inwoners dat het (helemaal) eens is met de stelling ‘de informatie op de gemeentelijke website is goed’. Bron: omnibusenquête
62%
64%
58%
58%
70%
% inwoners dat (zeer) tevreden is over de toegankelijkheid van de website. Bron: omnibusenquête * Vraagstelling was in 2011 iets anders, dus dat kan de afwijking ten opzichte van de nulmeting deels verklaren.
80%
73%
69%
69%
75%
Wordt nog niet gemeten
65%
66%
66%
67%
% inwoners dat (zeer) tevreden is over de mogelijkheden van dienstverlening via internet (bv. afspraken maken of aanvragen in dienen). Bron: omnibusenquête
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Verdere implementatie zaakgericht werken. Het doel van zaakgericht werken is een efficiënte interne digitale bedrijfsvoering. Doordat de ‘zaak’ centraal gesteld wordt is er beter inzicht in het proces en kan de voortgang beter worden teruggekoppeld aan burgers en bedrijven.
Gedeeltelijk
Nog niet alle afdelingen beschikken over het zaaksysteem. Daarnaast is het nog niet gelukt inwoners inzicht te geven in lopende zaken. Dit wordt nog gerealiseerd via ‘mijn overheid’.
Innovatie digitale dienstverlening: het aanbieden van innovatieve vormen van digitale dienstverlening draagt bij aan het stimuleren van dienstverlening via het digitaal kanaal (Digitaal Loket). In 2014 bouwen we de ervaring met dienstverlening via Facebook, Twitter, mobiele website en webcare in samenhang verder uit. Hierbij kijken we ook naar de inzet van open data. ‘Webcare’ is het beleid van bedrijven en overheden om actief te reageren op uitlatingen over dat bedrijf of die overheid in sociale media.
Ja
Het webcareteam is in bedrijf en getraind. Het aantal volgers via Twitter en Facebook is gestegen.
46
Stad van modern bestuur Dienstverlening
Output indicator
Gerealiseerd
Verbetering van de digitale producten. We richten ons op het verbeteren van de informatie in het Digitaal Loket en de uitbreiding van het aantal zaken dat elektronisch afgehandeld kan worden. Hieronder valt ook de implementatie van hierop gerichte landelijke i-NUP bouwstenen zoals webrichtlijnen en eHerkenning. I-NUP is de overheidsbrede implementatie-agenda dienstverlening e-overheid. Ook ontsluiten we steeds meer informatie via de landelijke website ‘overheid.nl’ en ‘mijn.overheid. nl’ en bieden we steeds meer gemeentelijke bekendmakingen digitaal aan.
Gedeeltelijk
Beknopte toelichting De digitale producten en de informatie daarover worden steeds meer en beter ontsloten in het klantcontactsysteem. De bouwstenen e-herkenning en MijnOverheid (berichtenbox en lopende zaken) staan technisch gereed, maar moeten nog verder geïmplementeerd worden.
Verlichting van de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven Wat wilden we bereiken? We willen de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven verlichten door niet meer naar de bekende weg te vragen en door de regeldruk te verminderen. Dit doen we door projecten en activiteiten gericht op de vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Dit leidt tot meer efficiency voor burger en de organisatie. Hier ligt een relatie met Zaakgericht werken (procesoptimalisatie), de doorontwikkeling van de digitale dienstverlening (voorzieningen om dit mogelijk te maken) en de invoering van basisregistraties. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
% inwoners dat het (helemaal) eens is met de stelling: ‘de gemeente is alleen geïnteresseerd in regels en formulieren’. Bron: omnibusenquête
31%
27%
27%
27%
25%
% inwoners dat het (helemaal) eens is met de stelling: ’de gemeente heeft duidelijke regels en verordeningen’. Bron: omnibusenquête
56%
61%
57%
57%
65%
% inwoners dat het (helemaal) eens is met de stelling: ’een burger in onze gemeente heeft te maken met tegenstrijdige gemeentelijke regels’. Bron: omnibusenquête
18%
16%
15%
15%
15%
47
Stad van modern bestuur Dienstverlening
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
De gemeente is een van de (beoogde) bronhouders van de Basisregistratie Grootschalige Topografie. Wij voeren de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) in voor dat deel waarvoor wij verantwoordelijk worden en sluiten daarbij aan op landelijk ontwikkelde standaarden. In 2012 en 2013 hebben wij de wettelijke invoering voorbereid. In 2014 sluiten wij aan op de landelijke voorziening en voldoen daarmee aan de wettelijke taken in het kader van de wet BGT.
Gedeeltelijk
In 2014 zijn alle noodzakelijke aanpassingen doorgevoerd. De aansluiting op de landelijke voorziening realiseren we medio 2015.
Eén van de speerpunten van de gemeentelijke visie Publieke Dienstverlening is de afdelingsmonitor Publieke Dienstverlening. In 2013 is met een actieteam begonnen om de eerste gemeentelijke afdelingen door te lichten op mogelijkheden voor vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Deze werkwijze heeft vooralsnog een pilotstatus. Hierbij wordt een koppeling gemaakt met Zaakgericht werken (procesoptimalisatie) en de doorontwikkeling van digitale dienstverlening en voorzieningen. Het grote voordeel van deze geïntegreerde aanpak is dat er een totaalbeeld ontstaat van de ontwikkelmogelijkheden op het gebied van publieke dienstverlening.
Ja
De doorlichting van de afdelingen heeft een aantal thema’s opgeleverd die de performance van de publieke dienstverlening verhogen. Hierbij gaat het om verdergaande procesoptimalisatie en digitalisering, het pro-actief handelen en de verdere ontwikkeling van samenwerking tussen organisatie-onderdelen. Deze activiteiten zullen hun weerslag krijgen in de voorbeeldprojecten in het programma dienstverlening 2015-2017
In 2014 zal deze geïntegreerde aanpak aan de hand van de pilotresultaten verder worden uitgevoerd. Hierbij zal o.a. gebruik worden gemaakt van: 1. Het onderzoek (2012) van Zenc (= een onderzoeksbureau dienstverlening) om te komen tot procesoptimalisatie van de 21 meest gevraagde gemeentelijke producten. Vermindering van de indieningsvereisten is hier een onderdeel van. De vervolgaanpak hierop zal uiteindelijk leiden tot een vermindering van de regeldruk. Onder andere vereenvoudiging van aanvraagformulieren of meer algemene regels. 2. Verbetering van de dienstverlening aan onze bedrijven in navolging van het ‘Bewijs van goede dienst’ o.a. op basis van benchmarking. In navolging van 2011 heeft onze gemeente ook in 2013 dit bewijs gehaald. In 2015 zal er wederom een meting plaatsvinden. 3. Participatie in de jaarlijkse landelijke benchmark ‘Minder Regels Meer Service’ van het ministerie van Binnenlandse Zaken. 4. Resultaten en deelname aan het landelijke programma en taskforce ‘Beter & Concreter’. Een belangrijk onderdeel is het benoemen en aanpassen van knellende rijksregelgeving.
Ja
Alle projecten hebben we in 2014 voortgezet volgens afspraak. Ten aanzien van het project ‘bewijs van goede dienst’ vindt in 2015 de volgende meting plaats.
48
Stad van modern bestuur Dienstverlening
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
4.999
5.766
5.788
5.961
173
N
Baten
2.507
2.751
2.558
2.867
309
V
2.492-
3.015-
3.230-
3.094-
136
V
260
260
260
260
-
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen -Toevoegingen -Beschikkingen Per saldo mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
-
520
520
478
42
N
260-
260
260
218
42
N
2.752-
2.755-
2.970-
2.876-
94
V
Belangrijkste verschillen • Hogere opbrengst eigen verklaringen rijbewijzen (€ 46.000 V) • Lagere personeelskosten (€ 70.000 V)
49
Stad van modern bestuur Dienstverlening
Sociale verbanden Gezondheid Veiligheid Leren en opgroeien Cultureel klimaat
50
Sociale kwaliteit
Sociale Verbanden
Ambitie ’s-Hertogenbosch is een sterke sociale stad waarin mensen zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf en voor de ander. Bewoners zien naar elkaar om en doen ook zelf soms een beroep op een ander. Elkaar helpen, ondersteunen en zorgen voor elkaar vindt plaats dankzij de sociale verbanden van mensen. Mensen verbinden zich vooral in het dagelijks leven via school, werk, buurt, verenigingen en sport- en cultuuractiviteiten die de gemeente waar nodig faciliteert. Talloze vrijwilligers zetten zich in voor activiteiten, diensten en voorzieningen in wijken en buurten en staan daarmee voor een leefomgeving die sociaal, veilig en leefbaar is. De kracht van onderlinge netwerken en hulp kan intensiever worden benut en gesteund. Dit moet ook kansen bieden aan mensen voor wie dat door een bepaalde kwetsbaarheid, beperking of gedragsprobleem niet zomaar vanzelfsprekend is. Onze diensten en activiteiten in het gewone leven moeten er steeds op zijn gericht dat deze groepen geen belemmeringen ervaren om mee te doen. Hiervoor werken we samen met vrijwilligersorganisaties, het bedrijfsleven en onze maatschappelijke partners.
52
Sociale kwaliteit Sociale verbanden
Sociaal netwerk Wat wilden we bereiken? We willen dat meer mensen in staat zijn om zelf of met behulp van hun sociaal netwerk hun leven vorm te geven. Onder een sociaal netwerk verstaan wij familieleden, vrienden, goede kennissen en buren op wie je een beroep kunt doen als dat nodig is. Om bij het vorm geven van je dagelijks leven voor bijvoorbeeld huishoudelijke taken, opvoeding of persoonlijke verzorging ondersteuning te kunnen krijgen van je sociaal netwerk is nabijheid van belang. Als familie niet in de buurt woont, is het opbouwen en onderhouden van sociale netwerken via buurt, werk of dagbesteding, verenigingen en sociale activiteiten belangrijker. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2012
2013
2014
Ambitie 2014
% inwoners dat voor hulp terecht kan bij hun sociaal netwerk
67%*
67%
67%
69%
>67%
% inwoners dat voor hulp gebruik maakt van hun sociaal netwerk
11%*
11%
11%
9%
>11%
7
7
7
7,9
7
% inwoners dat zelden of nooit familie of vrienden ontmoet
1%
3%
3%
2%
<=1%
% inwoners dat aangeeft te weinig sociale contacten te hebben Bron: Enquête sport en welzijn, O&S
8%
11%
11%
10%
<=8%
Het rapportcijfer dat mantelzorgers geven aan de mate van ondersteuning.
*nieuwe indicator, nulmeting najaar 2012
53
Sociale kwaliteit Sociale verbanden
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Er is een stedelijke digitale talentenbank ontwikkeld en deze is in alle wijken in gebruik. Met dit digitale instrument stimuleren wij onderlinge hulp en vrijwillige inzet voor en door mensen in de buurt. Kwetsbare en krachtige mensen, verenigingen en organisaties worden met elkaar in contact gebracht om talenten, materialen en diensten uit te wisselen. Ook biedt de digitale talentenbank de werkers in de stad de mogelijkheid om in de ondersteuning gebruik te maken van informele vormen van ondersteuning of hiernaar door te verwijzen.
Ja
Op Platform073 vinden inwoners, organisaties en bedrijven elkaar voor het uitwisselen van gratis diensten, kennis en materialen
Met de subsidieregeling ‘Goed voor elkaar’ stimuleren we dat bewoners activiteiten en diensten organiseren voor mensen met een beperking, waardoor deze beter dan voorheen mee kunnen doen. De ‘Goed voor elkaar’ regeling wordt meer en ook onder andere doelgroepen (bijvoorbeeld vrijwilligersorganisaties) gepromoot zodat er meer diversiteit in aangeboden activiteiten ontstaat.
Ja
In 2014 is het budget voor ‘Goed voor elkaar’ opgehoogd met € 50.000. In totaal is er bijna € 150.000 besteed aan circa 75 bewonersinitiatieven.
Met de Bewoners Initiatief Gelden worden bewoners gestimuleerd activiteiten in hun wijk te organiseren. Dit versterkt de onderlinge verbondenheid in de wijk en het sociaal netwerk van mensen.
Ja
Er zijn 480 aanvragen beoordeeld en 425 aanvragen toegekend (totaal € 182.000).
In de (sociale) media laten we inspirerende voorbeelden van de sociale kracht van de stad zien. Hiermee doen we een beroep op alle inwoners om zich voor elkaar en in het bijzonder voor kwetsbare personen in te zetten.
Gedeeltelijk
In 2014 vooral ingezet op voorbereiding van nieuwe taken. Facebookpagina ’s-Hertogenbosch voor elkaar biedt ruimte voor initiatieven.
De medewerkers van het Steunpunt Informele zorg van Divers bevorderen dat beroepskrachten en vrijwilligers in de wijken meer oog hebben voor de behoeften van mantelzorgers. Zij bieden hen hierin praktische ondersteuning zodat het aantal casussen dat het steunpunt zelf oppakt afneemt. Daarnaast streven we ernaar dat het aantal vrijwilligers dat mantelzorgers ondersteunt, toeneemt.
Gedeeltelijk
De uitbreiding van de expertise over mantelzorg is vooral gerealiseerd door deskundigheidsbevordering onder vrijwilligers die al in de wijken werken. Het aantal casussen dat steunpunt zelf oppakt is afgenomen.
De stadskunstenaar Lucas de Man voert minstens één project uit waarin hij samen met bewoners, bedrijven en vrijwilligersorganisaties op een creatieve manier de kracht van “ontmoetingen” laat zien.
Ja
In het najaar van 2014 is het project OOG Den Bosch gerealiseerd: een multidisciplinaire stadsproject. Samen met (ondernemende) inwoners, bezoekers, overheids- en onderwijsinstellingen, bedrijven en organisaties keek De Man vanuit drie perspectieven naar ’s-Hertogenbosch: ik, de ander en o.n.s. (onderzoek naar samen-leven).
54
Sociale kwaliteit Sociale verbanden
Samenleven met elkaar en voor elkaar Wat wilden we bereiken? Een passend activiteiten-, diensten- en voorzieningenaanbod in de wijken en de stad draagt eraan bij dat ook mensen met een beperking of kwetsbaarheid kunnen participeren. Om beter aan te sluiten bij de behoeften van deze mensen dagen we vrijwilligers en hun organisaties uit meer gerichte hulp, diensten en activiteiten te realiseren. Indicatoren
% vrijwilligers % inwoners dat zich vrijwillig inzet op het gebied van zorg of hulp voor anderen Bron: Enquête sport en welzijn, O&S.
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
34%
38%*
38%
34%
>33%
19%**
19%
19%
19%
>19%
*
De definitie van vrijwilligerswerk is in 2012 iets verruimd ten opzichte van voorgaande jaren. Hiermee sluiten we aan op de landelijke definitie van vrijwilligerswerk. ** nieuwe indicator, nulmeting najaar 2012
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Als gemeente experimenteren we met nieuwe vormen van ondersteuning aan bewonersinitiatieven. Een voorbeeld hiervan is de adviesvouchers ten behoeve van de realisatie van een bewonersbedrijf in de Hambaken.
Ja
Via het Maatschappelijk Initiatieven Fonds ondersteunen we bewonersinitiatieven financieel. We nemen een actieve rol in het proces.
Ook het gemeentebestuur toont expliciet haar erkenning en waardering van vrijwilligers. Er wordt minimaal één keer per maand door één van de wethouders een werkbezoek bij een burgerinitiatief of vrijwilligersorganisatie afgelegd.
Ja
Er zijn diverse werkbezoeken afgelegd.
Wij faciliteren en beheren samen met een aantal partners de facebookpagina ’s-Hertogenbosch voor elkaar. www.facebook.com/voorelkaar is het digitale platform voor actieve bewoners, vrijwilligers en mantelzorgers in ’s-Hertogenbosch en biedt de mogelijkheid om informatie en onderlinge kennis en ervaringen uit te wisselen. Wij streven naar meer dan 400 volgers.
Ja
De facebookpagina wordt goed bezocht en heeft circa 1000 likes.
Wij benutten de kracht van vrijwilligers en hun organisaties om ondersteunende diensten en activiteiten voor kwetsbare burgers te organiseren. Vernieuwing van het aanbod aan begeleiding en dagbesteding in het gewone leven moet een beroep op zorgvoorzieningen verminderen. Daarbij streven we naar een stijging van 10% van vrijwilligersorganisaties die dit in 2015 aanbieden. Er worden twee grote inloopbijeenkomsten georganiseerd waar wij vrijwilligersorganisaties uitnodigen hun kennis en ervaringen te delen en de mogelijkheid bieden om inspiratie op te doen.
Gedeeltelijk
Er zijn twee inloopbijeenkomsten georganiseerd.
55
Sociale kwaliteit Sociale verbanden
We organiseren ‘Het Beste Vrijwilligersidee van ’s-Hertogenbosch’. Hier presenteren vrijwilligersinitiatieven hun ideeën die bijdragen aan meer onderlinge hulp, ondersteuning kwetsbare inwoners en een prettige Bossche Samenleving. De drie beste ideeën ontvangen dezelfde avond een financiële bijdrage om hun plannen uit te voeren.
Ja
Vrijwilligersnetwerk Galant krijgt de opdracht om vrijwilligersorganisaties te stimuleren en te ondersteunen om mensen met een beperking vrijwilligerswerk te bieden en de toegankelijkheid van de organisatie te vergroten. Bijvoorbeeld in de vorm van scholing en coaching. Wij streven naar een stijging van 10% van vrijwilligersorganisaties die dit in 2015 aanbieden.
Gedeeltelijk
Galant is in gesprek met organisaties om duidelijk te krijgen wat zij nodig hebben om mensen met een beperking vrijwilligerswerk te laten doen.
Ja
Vervoerdienst is niet uitgevoerd omdat stedelijke inzet Seniorenbus dit overbodig maakt. Naast klussendienst zijn andere diensten gestart bv Wereldkeuken
Kroon op je wijk ontwikkelt zich in Boschveld en de Hambaken verder naar een buurtdienstenbedrijf. In Boschveld wordt, naast een klussendienst, ook gedacht aan een vervoersdienst.
In totaal zijn voor 2014 zes ideeën beloond met een geldbedrag.
Divers krijgt de opdracht in alle twaalf de wijken te werken met brede wijkwerkers die als voornaamste taak krijgen de inwoners (0-99 jaar) en hun wijk te kennen en om onderlinge hulp, vrijwillige inzet of informele vormen van ondersteuning door inwoners te stimuleren en te ondersteunen. In de brede wijkwerkers zijn de verschillende werksoorten als opbouwwerk, jeugd- en jongerenwerk en ouderenadviseurs gebundeld. De situatie in een wijk bepaalt de omvang van de formatie van brede wijkwerkers en welke aanvullende specialistische inzet nodig is die ingeroepen kan worden uit een stedelijke flexibele pool. Eind 2014 wordt deze werkwijze in twee wijken geëvalueerd met bewoners en partners in deze wijken.
Gedeeltelijk
Evaluatie beschikbaar in eerste kwartaal 2015
Via de subsidieregeling sociale activering bijzondere groepen faciliteren we minimaal 46 instroomtrajecten en minimaal 182 trajecten voor mensen met problemen op meerdere leefgebieden en een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Dit betreft onder andere Van Harte Resto, SOS Rommelmarkt, Zelfkrant, Pastoraal UitzendBureau (PUB), Voedselbank, Jong Actief en de Werkcaroussel.
Gedeeltelijk
De aantallen voor 2015 zijn iets lager dan verwacht omdat vier organisaties zijn verhuisd en daarom tijdelijk minder trajecten hebben uitgevoerd. Drie van deze organisaties zijn op ons verzoek verhuisd naar een gezamenlijke locatie.
We stimuleren de samenwerking tussen de BOSApartners (BOndgenoten Sociale Activering) en faciliteren de gemeenschappelijke huisvesting van SOS Rommelmarkt, PUB en de Zelfkrant in één pand.
Ja
In september 2014 is gezamenlijke huisvesting van PUB, SOS Rommelmarkt en Zelfkrant geopend.
Het bedrijfsleven wordt met behulp van nieuwe vormen van maatschappelijk betrokken ondernemen door Mooi zo, Goed zo proactief benaderd en gestimuleerd een grotere bijdrage te leveren aan de samenleving.
Ja
Er zijn 33 organisaties geholpen met het bv realiseren van projecten of het uitvoeren van klussen.
56
Sociale kwaliteit Sociale verbanden
In het kader van het Rijksprogramma koplopergemeente seksuele diversiteit 2012- 2014 zijn voor ’s-Hertogenbosch vijf speerpunten benoemd: voorlichting, veiligheid, sport, ouderen en zichtbaarheid en bespreekbaarheid. Samen met onze lokale partners wordt per speerpunt minimaal één project uitgevoerd. Het programma sluiten we met een brede bijeenkomst in 2014 af.
Ja
De afgelopen drie jaren hebben we ons onder de naam Koploper-gemeente Seksuele Diversiteit in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur ingezet voor verdraagzaamheid ten aanzien van homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders. Onder de nieuwe naam van Regenboog-stad ’s-Hertogenbosch gaan we de komende drie jaar hiermee verder.
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
27.707
27.022
29.127
25.161
3.966
V
Baten
4.313
2.316
2.874
3.360
486
V
- 23.394
- 24.706
- 26.253
- 21.801
4.452
V
4.238
-
2.676
3.687
1.011
N
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen -Toevoegingen -Beschikkingen Per saldo mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
1.884
941
4.590
2.883
1.707
N
- 2.354
941
1.914
- 804
2.718
N
- 25.748
- 23.765
- 24.339
- 22.605
1.734
V
Belangrijkste verschillen • De Biechten. Geen nieuwbouw maar huur (€ 2.029.000 V) • Hogere kapitaallasten (€ 195.000 N) • Hogere personeelskosten (€ 123.000 N)
57
Sociale kwaliteit Sociale verbanden
Gezondheid
Ambitie We willen dat onze inwoners gezond, zelfredzaam en zelfstandig zijn en zich actief inzetten voor andere inwoners en de Bossche samenleving. De meeste inwoners slagen er op eigen kracht in, soms met hulp van familie, vrienden of kennissen, om zelfredzaam en zelfstandig deel te nemen in onze samenleving. Sommige inwoners ervaren problemen, omdat ze een bepaalde kwetsbaarheid hebben. We spreken over mensen met een beperking. Deze definitie omvat niet alleen mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, maar omvat alle mensen die om wat voor reden dan ook niet volledig zelfstandig en zelfredzaam zijn. Er is een grote diversiteit binnen deze doelgroep, bijvoorbeeld door het soort problemen dat mensen hebben, maar ook door de zwaarte en complexiteit van de problemen.
Gezonde leefstijl Wat wilden we bereiken? In de aandachtsbuurten hebben inwoners een slechtere gezondheid dan in de andere wijken. Dit wordt veroorzaakt door verschil in inkomen, opleiding en leefsituatie (sociaal economische status). Een gezonde leefstijl draagt bij aan de gezondheid van mensen. Onze inwoners zijn hiervoor in eerste instantie zelf verantwoordelijk. De gemeente heeft hierin met het rijk een ondersteunende rol. Wij leveren een bijdrage aan het verbeteren van de gezondheidsbeleving van inwoners. Vooral de gezondheidsbeleving in aandachtbuurten heeft onze aandacht. Met onze lokale aanpak sluiten we aan op de speerpunten van het rijksbeleid. Onze aanpak spitst zich toe op alcoholgebruik, overgewicht en depressiepreventie. Jeugdigen hebben hierbij onze speciale aandacht. We zoeken hierbij nadrukkelijk naar de verbinding met het Centrum voor Jeugd en Gezin.
58
Sociale kwaliteit Gezondheid
Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2012
2013
2014
Ambitie 2014
Het % Bosschenaren dat de eigen gezondheid als goed, zeer goed of uitstekend beoordeelt. Bron: Enquête Sport en Welzijn
87%
85%
85%
85%
>=87%
Het % Bosschenaren woonachtig in een van de aandachtsbuurten dat de eigen gezondheid als goed, zeer goed of uitstekend beoordeelt. Bron: Enquête Sport en Welzijn
79%
80%
80%
76%
>=79%
Het % kinderen met overgewicht. Bron: Enquête Kind en Opvoeding
14%
13%
13%
12%
<=14%
Het % jongeren onder de 16 dat geen alcohol gebruikt. Bron: Enquête Kind en Opvoeding
75%
88%
88%
93%
>=75%
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Novadic-Kentron en de GGD voeren het regionale project alcoholpreventie 16- uit. Ze richten zich op voorlichting op scholen en ouders in het voortgezet onderwijs en op striktere handhaving in de horeca. Novadic-Kentron richt zich met alcoholpreventieve maatregelen ook op 55-plussers. Met de diëtisten in de regio zijn hierover afspraken gemaakt.
Ja
We continueren de afspraken met de zorgverzekeraars en het zorgkantoor over de samenwerking op een aantal terreinen waar zorg en welzijn elkaar raken. Onderdeel van deze afspraken is onder andere de ontwikkeling van de basis GGZ. Doel is dat mensen met psychische klachten vroegtijdig in de eerste lijn (huisartsen) geholpen worden om dure tweedelijns-GGZ zorg te voorkomen. De zorgverzekeraars, huisartsen, Juvans, Reinier van Arkel en Novadic-Kentron voeren enkele pilots uit die betrekking hebben op angst- en depressiestoornissen en op de zelfredzaamheid van mensen.
Ja
In één wijk voeren we een pilot uit met als doel het wijkgericht gezondheidswerk van de GGD beter aan te laten sluiten bij de wijkteams waarin uitvoerders samenwerken. Op basis van de uitkomsten van de pilot maken we met de GGD afspraken over hoe we de aansluiting ook in andere wijken beter vorm gaan geven.
Gedeeltelijk
Gemeente, Jeroen Bosch Ziekenhuis en GGD voeren de pilot LEFF (Lifestyle Effective Fun and Freedom) uit. Zij ondersteunen ouders en kinderen met overgewicht in het duurzaam ontwikkelen van een gezonde leefstijl.
Ja
Project wordt in 2015 voortgezet
De gemeente gaat in overleg met scholen en andere lokale partners inzetten op het stimuleren van een gezonde leefstijl bij kinderen en jongeren.
Ja
Plan van aanpak JOGG (Jongeren op gezond gewicht) is gereed
59
Sociale kwaliteit Gezondheid
Onder het convenant met VGZ hangt een uitvoeringsprogramma met diverse onderwerpen waaronder wijkgericht werken, preventie, basisggz en ouderenzorg/dementie
Pilot is voorbereid en start in tweede kwartaal 2015
Zorgteams op scholen signaleren fysieke gezondheidsproblemen bij leerlingen en leiden toe naar een passend hulpaanbod.
Ja
Sinds 1 januari 2015 is in alle zes wijken een Basisteam Jeugd en Gezin (BJG) gerealiseerd, die aansluiting heeft met kinderopvang en het primair onderwijs. Voor het voortgezet onderwijs zijn er vaste contactpersonen voor het zorgadviesteam van de school benoemd, die onderdeel uitmaken van het stedelijk BJG-netwerk 13-23 jaar.
We organiseren samen met onder andere de GGD, Divers en een aantal sportverenigingen een gezondheidsweek voor basisschoolleerlingen en hun ouders, waarbij bewustwording van een gezonde, actieve leefstijl en vooral het besef dat bewegen leuk is centraal staat.
Ja
Deelname door 18 basisscholen
Voor jongeren bieden we het programma ‘Get a Tasty Green Lifestyle Experience’ aan van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De jeugd ervaart wat onze ‘levende’ omgeving te bieden heeft en raakt actief betrokken bij de natuur om hun interesse te wekken voor gezond en verantwoordelijk geproduceerd voedsel. Zo worden zij later bewuste consumenten.
Gedeeltelijk
Activiteiten zijn afgesloten en verder ontwikkeld onder de noemer Power Up (door alle samenwerkende partners) op voortgezet onderwijs
Toegang Wat wilden we bereiken? Wij dragen bij aan de (financiële) zelfredzaamheid van mensen. Klanten kunnen rekenen op informatie, advies en ondersteuning op het terrein van zorg en welzijn via onder andere het Wmo-loket en financiële en sociaal-juridische ondersteuning via Bureau Sociaal Raadslieden. We gaan uit van een actieve opstelling van de klant en het nemen van eigen verantwoordelijk voor zijn of haar problemen. Daarom bekijken we eerst wat iemand zelf, of met behulp van zijn of haar sociale netwerk, het probleem kan oplossen om een beroep op dure ondersteuning en zorg te voorkomen. Wij proberen te voorkómen dat mensen tussen de wal en het schip raken door ze op tijd te ondersteunen als zij die verantwoordelijkheid (tijdelijk) niet kunnen nemen. Deze toegang organiseren we zoveel mogelijk op wijkniveau.
60
Sociale kwaliteit Gezondheid
Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
2012
2013
Realisatie 2014
Ambitie 2014
Percentage inwoners dat na een eerste gesprek problemen zelf of met de omgeving oplost. Bron: rapportage sociaal team en Juvans
*
*
38%
35%
Hoger
Aantal toekenningen van een individuele verstrekking in relatie tot het aantal hulpvragen bij het Wmoloket. Bron: managementinformatie
*
*
26%
25%
Lager
7,5
Eenmaal per twee jaar
8
Niet gemeten Uitsluitend gemeten is de tevredenheid huishoudelijke hulp = 7,5 (2013 was het cijfer ook 7,5)
7,5
14%
14%
Geen meting
15%
Lager
7,2
7,2
7,2
7,2
7,2
Tevredenheidscijfer gebruikers individuele verstrekkingen. Bron: klanttevredenheidsonderzoeken leveranciers
% inwoners dat behoefte heeft aan informatie over een Wmovoorziening, maar niet weet waar zij terecht kan voor deze informatie. Bron: Sport en Welzijnsonderzoek Tevredenheidscijfer gebruikers bureau sociaal raadslieden
61
Sociale kwaliteit Gezondheid
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
In en vanuit de wijkpleinen werken bewoners, professionals en vrijwilligers intensiever dan voorheen samen aan het geven van informatie, advies en ondersteuning aan bewoners met vragen. Waar mogelijk is het contact bij de bewoners thuis. Aan elk wijkplein zijn enkele professionals verbonden. Deze uitvoering wordt gebundeld. Door bijvoorbeeld de samenwerking met MEE wordt de dienstverlening voor nieuwe doelgroepen uitgebreid.
Ja
Er is een toename van het aantal professionals en vrijwilligers dat werkzaam is vanuit een wijkplein. De samenwerking tussen vrijwilligers en professionals is vergroot.
Via onder andere het Wmo loket zetten we meer in op het zelf oplossende vermogen van bewoners door in de gesprekken met een brede blik te kijken wat het resultaat van de ondersteuning moet zijn en welke oplossingen daaraan bijdragen.
Ja
Klanttevredenheidsscore 7,5
In Kruiskamp / Schutskamp is een wijkteam aan de slag. Ze werken vanuit het wijkplein. Het team biedt samen met bewoners, vrijwilligers en professionals de hulp die nodig is. Het team gaat sturen op zoveel mogelijk inzet vanuit het huishouden zelf en zijn sociale omgeving. Wanneer er toch professionele inzet nodig is, is eerst de generalist uit het team aan zet en pas in tweede instantie specialisten. In april 2014 vindt een eerste tussenevaluatie plaats. Op basis hiervan zullen we de inzet, werkwijze of doelstellingen aanscherpen.
Ja
De tussenevaluatie heeft plaatsgevonden en de raad is hierover geïnformeerd. Op basis van de evaluatie zijn er aanpassingen geweest. Zo is bepaald dat collectieve en preventieve activiteiten door basisprofessionals worden uitgevoerd en zijn de werkprocessen aangepast. De nieuwe wijkteams zijn daarmee eind 2014 gestart.
Ook in de Hambaken streven we naar een compacte inzet van professionele ondersteuning. Belangrijk daarin is de verdere ontwikkeling van het wijkteam. Professionals zijn zichtbaarder aanwezig voor bewoners en bewoners kennen hen. Problematiek die specialistische aandacht behoeft wordt opgeschaald naar stedelijk niveau. Hierbij blijft de eerstelijns professional aandacht houden voor het huishouden in de wijk. Het wijkteam stimuleert en faciliteert vrijwilligers- en bewonersinitiatieven gericht op versterking van burgerkracht in de wijk. We monitoren de inzet en werkwijze van het team.
Ja
De resultaten van wijkteam Hambaken zijn gebruikt voor de doorontwikkeling en implementatie van de (nieuwe) sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin.
In 2014 starten we ook in enkele andere wijken met uitvoering via wijkteams. Bij de vormgeving ervan benutten we de ervaringen van de wijkteams in Kruiskamp/ Schutskamp en de Hambaken.
Ja
We hebben nu stadsdekkend 6 sociale wijkteams met 6 basisteams jeugd en gezin.
De professionele ouderenadviseurs ontwikkelen zich tot generalistische brede wijkwerkers in de frontoffice. Zij zijn in de aandachtsgebieden verbonden aan de wijkpleinen of in de overige wijken aan het netwerk van professionals.
Ja
Deze professionele ontwikkeling vraagt tijd. Via periodieke evaluaties wordt deze gevolgd. In het voorjaar 2014 gaven betrokkenen aan tevreden te zijn over de ontwikkeling.
We streven naar een hoger aantal vrijwilligers in de wijkpleinen die kwetsbare bewoners ondersteunen.
Ja
Aantal vrijwilligers neemt toe. Bovendien worden enkele stedelijke vrijwilligersdiensten aan de wijkpleinen toegevoegd wat tot een extra toename leidt.
62
Sociale kwaliteit Gezondheid
Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor cliëntondersteuning (huidige MEE). In 2014 besluiten we hoe we met deze gelden bewoners het beste kunnen ondersteunen.
Ja
Clientondersteuning is opgenomen in de gezamenlijke BCF-opdracht MEE en Juvans voor 2015, aldus besloten door de Raad.
We anticiperen op maatregelen uit het zorgakkoord door een concurrerend tarief voor inkoop hulp bij het huishouden in natura af te spreken waardoor thuiszorgaanbieders, waar mogelijk, een deel van hun medewerkers in loondienst kunnen houden. Ook zetten we in op volumebeheersing en sturing op het resultaat (met behoud klanttevredenheid) om hiermee de rijksbezuiniging van € 700.000 voor ’s-Hertogenbosch op te vangen
Ja
Per 1 januari 2014 is een nieuwe werkwijze hulp bij het huishouden van kracht om betere, efficiëntere en goedkopere zorg te kunnen leveren. En daarmee een oplossing te bieden voor de forse rijksbezuiniging op hulp bij het huishouden, die daarmee opgevangen is. De nieuwe werkwijze stuurt op het resultaat van een schoon en leefbaar huis.
Door de totstandkoming van zorgcoöperaties te stimuleren zorgen we ervoor dat gebruikers en aanbieders (onder andere voor hulp bij het huishouden) elkaar vinden. Hiermee dragen we bij aan een toekomstbestendige Wmo en anticiperen we op de structurele korting van 40% op het budget voor hulp bij het huishouden
Ja
Aanvraag huishoudelijke hulp toelage is recent goedgekeurd door het ministerie van VWS. Met de huishoudelijke hulp toelage, ad € 1 mln voor 2015 en 2016 is beoogd de vraag naar particuliere huishoudelijke hulp te stimuleren en daarmee de werkgelegenheid te behouden. Hiertoe ontvangen burgers die niet voor een gemeentelijke maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden in aanmerking (willen) komen in 2015 en 2016 van de gemeente een tegemoetkoming in de kosten van particuliere hulp die ze afnemen van de zorgcoöperatie hulp bij het huishouden ‘s-Hertogenbosch. Deze zorgcooperatie is (verplicht) georganiseerd door de gecontracteerde aanbieders hulp bij het huishouden in ‘s-Hertogenbosch. Daarnaast wordt de zorgcoöperatie hulp bij het huishouden ingezet voor de ondersteuning van mantelzorgers. Mantelzorgers kunnen tegen gereduceerd tarief een beroep doen op de zorgcoöperatie hulp bij het huishouden om hen te ontlasten bij het eigen huishouden.
We versterken het zelf oplossende vermogen van burgers door: - Het voeren van een vraagverhelderend gesprek samen met de klant waarin we verkennen wat het resultaat van de ondersteuning moet zijn en welke oplossingen daaraan bijdragen; - De zorguitvoerders de precieze invulling van de ondersteuning te laten bespreken met de klant, in afstemming met vrijwilligers en/of mantelzorgers; - Burgers met een beperking te stimuleren zelf hulp bij het huishouden te regelen met een persoonsgebonden budget.
Ja
De monitor nieuwe werkwijze hulp bij het huishouden van juni 2014 laat een hoge klanttevredenheid van 7,5 zien. Wat opvallend hoog scoort is dat inwoners vinden dat ze de regie hebben over hun eigen plan.
Via Bureau Sociaal Raadslieden verlenen we sociaal-juridische diensten aan alle inwoners door middel van (wijk)spreekuren zowel op afspraak als vrije inloop met inzet van vrijwilligers in samenwerking met partners op wijk- en stedelijk niveau.
Ja
We nemen een besluit over een compensatiemaatregel voor chronisch zieken en gehandicapten conform de kaders uit het regeerakkoord.
Ja
63
Sociale kwaliteit Gezondheid
De maatwerkvoorziening voor chronisch zieken en gehandicapten is vormgegeven via de collectieve verzekering. De maatwerkvoorziening is hier sinds 1 januari 2015 in ondergebracht.
Tijdelijke ondersteuning Wat wilden we bereiken? Zoveel mogelijk inwoners zijn zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam. Dit vraagt soms dat inwoners worden ondersteund. In eerste instantie gaat het dan om tijdelijke en kortdurende ondersteuning waardoor iemand zo snel mogelijk weer zelfstandig is. In dat kader streven we ernaar om de doorstroming van bestaande opvangvoorziening naar zelfstandig (begeleid) wonen te verbeteren. We proberen hiermee een beroep op zwaardere zorg te voorkomen. Voor inwoners met beperkingen en complexe problemen is soms intensievere en langduriger ondersteuning nodig. Zij krijgen een ‘zorgleefplan’ waarin de doelen van de ondersteuning op alle leefgebieden zijn vastgelegd. De gemeente zorgt dan voor hulpmiddelen, ondersteuning of zelfs regievoering. Dit is altijd maatwerk. Hiervoor maken we ook gebruik van aanbod van verschillende zorgen welzijnsorganisaties. We streven naar een samenhangende inzet van organisaties die ondersteuning bieden (sociale teams) zodat er per huishouden één plan is met efficiënte samenhangende uitvoering (één gezin, één plan, één regisseur). Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie 2013
2012
Realisatie
Ambitie
2014
2014
Via kortdurende ondersteuning wordt het probleem opgelost. Bron: rapportage Juvans
*
*
83%
84%
80%
Behaalde resultaten uit het zorgleefplan voor mensen met een beperking of meervoudige en complexe problemen. Bron: Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg (CvTB)
*
*
49% Na afloop van de hulpverleningstrajecten zijn de problemen op leefgebieden met 49% afgenomen.
50%
ntb
Tevredenheidscijfer van mensen met beperkingen en meervoudige en complexe problemen die ondersteuning hebben gehad. Bron: CvTB
*
*
80% van de mensen die ondersteuning hebben gehad van het CvTB zijn hier tevreden over.
84%
Hoger
47
47
47
25
25
Aantal 2de fase opvangwoningen *nieuwe indicator, nulmeting eind 2013
64
Sociale kwaliteit Gezondheid
Wat hebben we ervoor gedaan?
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
In 2014 bereiden wij ons verder voor op de decentralisatie van taken vanuit de AWBZ naar de Wmo: individuele begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf (logeren) en persoonlijke verzorging. We stellen de tactische beleidskaders vast voor onder meer toegang, ondersteuningsaanbod, inkoop/ opdracht-geverschap, sturing en monitoring/ verantwoording. We werken nauw samen met inwoners (cliënten), adviesraden, zorg- en welzijnsinstellingen, werkbedrijven en de regiogemeenten in de Meierij. Omdat de transities AWBZ en Jeugdzorg dezelfde uitgangspunten hebben en sommige bewoners met beide te maken hebben, worden beide transities zoveel mogelijk gezamenlijk vorm gegeven.
Ja
Strategische en tactische beleidskaders en verordeningen zijn door de Raad op 16 oktober 2014 vastgesteld. Daarna heeft het college de beleidsregels vastgesteld. Sinds 1 januari 2015 is de uitvoering gestart.
In 2014 starten wij het inkooptraject voor 2015, maken wij onze (nieuwe) uitvoeringsorganisatie Wmo gereed, starten we de publiekscommunicatie en voeren we kantelingsgesprekken met bestaande cliënten. Eind 2014 verschijnt een nieuwe Verordening Wmo 2015 waarin is voorgesorteerd op de nieuwe taken.
Ja
Alles is volgens planning verlopen. Inkooptraject 2015 is in oktober 2014 afgerond, vaststelling van de verordening eveneens in oktober 2014, publiekscommunicatie is gestart en wordt in 2015 verder uitgebreid.
In de opdrachten aan de welzijnsinstellingen maken we afspraken om ervoor te zorgen dat mensen die ondersteuning bieden de ‘eigen kracht gedachte’ in hun dagelijks werk toepassen en zorgen dat hun medewerkers hiervoor zijn toegerust.
Gedeeltelijk
We bepalen samen met uitvoerders een methodiek om de mate van zelfredzaamheid van cliënten te meten.
Ja
Eind 2014 zijn alle sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin operationeel. Het instrument Zelfredzaamheidsmatrix wordt in de teams toegepast. Het instrument wordt ook al toegepast in het Centrum voor Trajectbegeleiding. In de opdrachtformulering voor Juvans 2015 is opgenomen dat het instrument ook in de uitvoerings-praktijk van Juvans zal worden toegepast.
Alle eenvoudige Wmo-aanvragen worden binnen vijf werkdagen afgehandeld en alle andere Wmohulpvragen binnen 25 werkdagen (complexe woningaanpassingen en kindervoorzieningen uitgezonderd).
Ja
Alle eenvoudige aanvragen werden in 2014 binnen 3 werkdagen afgehandeld en alle andere Wmoaanvragen binnen 25 werkdagen (complexe woningaanpassingen en kindvoorzieningen uitgezonderd). De laatste weken van 2014 was een toename van vragen merkbaar vanwege de nieuwe taken Wmo en Jeugdhulp. Afhandeling reguliere Wmo-aanvragen werd hiermee de laatste maand vertraagd.
65
Sociale kwaliteit Gezondheid
De kanteling is onderdeel van het opleidings- en trainingsprogramma dat Divers, Juvans en MEE hebben voor hun medewerkers. De ontwikkeling naar de brede wijkwerker is hier onderdeel van. Net als de kanteling bij de overheid gaat het om een meerjarig proces.
We streven ernaar dat bij de diensten hulp bij het huishouden en vervoer zoveel mogelijk mensen uit de bijstand en Wsw worden ingezet.
Ja
In 2014 zijn 23 medewerkers huishoudelijke hulp en één beleidsmedewerker vanuit de WWB/WW aan de slag gegaan bij de gecontracteerde thuiszorgaanbieders IVT thuiszorg en Tzorg. Verder hebben deze partijen zich bereid verklaard om alle werkende hulpen van Pantein-Vivent (circa 300) een marktconform dienstverband CAO VVT aan te bieden bij faillissement van Pantein-Vivent. Verder is 1 WWB’er gaan werken in de winkel bij hulpmiddelenleverancier Welzorg.
De wijze van opdrachtverlening aan welzijnsinstellingen is vernieuwd zodat hiermee beter aangesloten wordt bij de ontwikkelingen in het sociale domein, zoals de transities AWBZ en Jeugdzorg.
Nee
In 2015 wordt de opdracht via de BCF-systematiek verleend. Aangekondigd is wel dat we in 2015 zullen starten met de ontwikkeling van een nieuwe manier van inkopen. Dat zal zijn effect krijgen in de opdracht aan divers per 2016.
Divers en Juvans hebben gezamenlijk de ontwikkelopdracht gekregen om op twee of drie hulpverleningsthema’s (door hen zelf nader te bepalen) lichtere en collectieve vormen van begeleiding/hulpverlening te ontwikkelen en uit te voeren, met inzet van vrijwilligers en zichtbare synergie voor beide organisaties.
Ja
De gezamenlijke opdracht aan Divers en Juvans met betrekking tot de inzet van vrijwilligers in de hulpverlening en de extra opdracht Juvans met betrekking tot online hulpverlening, zijn volgens afspraak uitgevoerd en afgerond/geïmplementeerd
Ouders of verzorgers die vanwege sociale en/of medische omstandigheden niet in staat zijn fulltime voor hun kind(eren) te zorgen worden tijdelijk voor een aantal uren per week ontlast. Wij vergoeden de kosten van de kinderopvang.
Ja
In 2014 gaan we werken met één centrum voor complexe casuïstiek en één samenhangende aanpak voor huishoudens met meervoudige en complexe problematiek. Dit heeft gevolgen voor de opdrachtverlening aan onder andere SMO en Juvans. We houden de budgetten voor 2014 in stand maar vragen deze partijen flexibiliteit op de inhoud van de opdrachten.
Gedeeltelijk
In de eerste helft 2015 wordt het organisatieontwerp C3 dat is opgesteld in 2014 naar de praktijk vertaald. In de 2e helft 2015 functioneert C3. De planontwikkeling heeft vertraging opgelopen omdat de afstemming in de regio met de verschillende partijen meer tijd nodig heeft dan aanvankelijk was gedacht.
Het Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg (CvTB) bereikt minimaal 400 nieuwe cliënten met complexe problemen waarbij sprake is van zorgmijdend gedrag. Het CvTB houdt bij 80% van de cliënten na beëindiging van een traject vinger aan te pols om te monitoren of de behaalde resultaten blijvend zijn.
Ja
Het aantal nieuwe aanmeldingen per jaar stabiliseert rond de 400. Hoe dit zich gaat ontwikkelen in relatie tot de SWT’s en BJG’s zal in 2015 blijken.
Samen met het zorgkantoor, zorginstellingen en corporaties werken we aan doorvoering van de extramuralisering in alle wijken en organiseren we daarop de samenwerking in de zorg (vanuit zorgverzekeraar, zorginstelling en Wmo).
Ja
De samenwerking verloopt naar tevredenheid. In 2015 ontwikkelen we samen verder door.
We maken voor de stad en wijken zorgscans waarin we de zorgontvangers en het aanbod van zorgtoegankelijke voorzieningen en woonvormen in beeld brengen. Met bewoners, zorginstellingen, zorgkantoor/zorgverzekeraar en corporaties bekijken we of het gezamenlijke aanbod op gebiedsniveau slimmer georganiseerd kan worden.
Ja
De woon-zorgscans zijn gereed.
66
Sociale kwaliteit Gezondheid
Wat heeft het gekost?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
15.713
18.115
19.415
17.777
1.638
V
Baten
765
557
528
845
317
V
- 14.948
- 17.558
- 18.887
- 16.932
1.955
V
910
259
569
1.251
682
N
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen -Toevoegingen -Beschikkingen Per saldo mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaa
437
851
2.246
926
1.320
N
- 473
592
1.677
- 325
2.002
N
- 15.421
- 16.966
- 17.210
- 17.257
47
N
Belangrijkste verschillen • Tolk en vertaalkosten (€ 37.000 V) • Hogere personeelskosten (€ 110.000 N) • Lagere kapitaallasten (€ 30.000 V)
67
Sociale kwaliteit Gezondheid
Veiligheid
Ambitie Wij streven naar een stad waarin mensen veilig zijn en zich veilig voelen. Door ongewenst gedrag te voorkomen, te helpen waar het kan en te straffen waar het moet. Dat geldt zowel voor de stad als geheel als voor de woon- en leefomgeving in buurt en wijk. Wij willen een veilig klimaat voor bedrijvigheid, winkelen en recreëren. Jeugd verdient in relatie tot veiligheid extra aandacht. Voorts willen wij de fysieke veiligheid van bewoners waarborgen. Speerpunten van veiligheidsbeleid zijn (jeugd-)overlast, geweld en vermogensdelicten. Daarbij willen wij ons vooral richten op de geprioriteerde thema’s in het Integraal Veiligheids Plan 2010-2014.
Veilige woon- en leefomgeving Wat wilden we bereiken? Wij willen een veilig woon- en leefklimaat voor bewoners realiseren. Daarom streven wij naar een afname van overlast, verloedering, onveiligheidsgevoelens, geweld en vermogensdelicten. In het coalitieakkoord hebben we aangegeven dat in 2014 geen enkele wijk lager dan een veiligheidsindexcijfer van 18,4 (bron: Veiligheidsmonitor 2009) mag scoren. Indicatoren
De schaalscore sociale overlast De schaalscore voor fysieke verloedering
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2012
2013
2014
2014
2
2,1
2.0
<=1,8
1,9
Ambitie
4 Geen meting
3,8
3.8
<=3,6
Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt
2% Geen meting
3%
2%
<=2%
Het percentage Bosschenaren dat geconfronteerd wordt met huiselijk geweld
9%
8%
9%
9%
<=8%
16
15
12
9
<=12
Het aantal auto-inbraken per 1000 inwoners
18
11
12
10
<=15
Het aantal fietsdiefstallen per 1000 inwoners
15
9
9
8
<=7
Het aantal woninginbraken per 1000 adressen
Bron: Veiligheidsmonitor en voortgangsrapportage objectieve veiligheid 2012
68
Sociale kwaliteit Veiligheid
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Uitvoering geven aan het plan van aanpak Schone en Veilige Wijken (2012) met een breed pakket van maatregelen. Specifieke aandacht gaat uit naar de wijken die in de veiligheidsmonitor 2012 nog een lager indexcijfer scoren dan 18,4: Binnenstad (17,2), Noord (17,3) en West (17,5). Er zijn wijkrapportages opgesteld waarin een aanpak op lange en op korte termijn wordt beschreven. Tevens zijn voor wijken sleutelprojecten geformuleerd die van belang zijn voor alle wijken en voor enkele wijken in het bijzonder. Dit laat onverlet dat alle maatregelen worden uitgevoerd die in de wijkrapportages zijn vermeld. De maatregelen zijn onderverdeeld in de rubrieken ‘Schoon’ en ‘Veilig’ maar kennen een integrale aanpak zowel op het gebied van sociaal, fysiek, schoon en veilig en worden samen met bewoners en/ of ondernemers opgepakt.
Ja
Er is uitvoering gegeven aan het plan van aanpak Schone en Veilige Wijken.
In B5-verband werken wij verder aan de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Ook aan integrale veiligheid werken we intergemeentelijk met andere partners samen. Het gaat hierbij vooral om borging in de staande organisatie(s).
Ja
Uitgebreid van B5 naar BZ80/samenwerking Noord Brabant en Zeeland op het gebied van ondermijnende criminaliteit. Samenwerking met het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) gecontinueerd. Begin gemaakt met borging.
We houden een dag- en nachtopvang met een gebruikersruimte voor harddrugsverslaafden in stand met 20 bedden. In 2014 is de interne verbouwing van de opvang aan de Oranje Nassaulaan van Novadic-Kentron gereed.
Ja
Voor medische heroïnebehandeling zijn 20 plaatsen beschikbaar. Bij de deelnemers aan deze behandeling treedt verbetering op van het lichamelijk, geestelijk en sociaal functioneren. Voor de maatschappij leidt deze voorziening tot minder criminele activiteiten en ander illegaal gedrag en tot minder overlast in de openbare ruimte.
Ja
Voor niet-verslaafde dak- en thuislozen hebben we een dag- en nachtopvang: het Inloopschip. In de tweede helft van 2014 is de interne verbouwing van het Inloopschip gereed.
Nee
Met het nieuwe huisvestingsplan van Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) is de verbouwing van het inloopschip van de baan. Het gereserveerde budget is nu toegezegd voor het realiseren van het nieuwe huisvestingsplan.
Juvans pakt met prioriteit huiselijk geweld op door dagelijks met politie af te stemmen over nieuwe meldingen en hier binnen 48 uur actie op te ondernemen.
Ja
Deze procedure is conform afspraak gevolgd. In 2014 heeft de politie 29 onderzoeken uitgevoerd. In 22 gevallen is een huisverbod opgelegd.
De burgemeester maakt door tussenkomst van de politie gebruik van zijn bevoegdheid om al dan niet een tijdelijk huisverbod op te leggen. Over eventuele verlenging daarvan laat hij zich door het regionaal interventieteam huiselijk geweld van Juvans adviseren. Het regionaal interventieteam coördineert ook de hele periode, richting partners en richting het gezin zelf.
Ja
Regiovisie geweld in huiselijke kring en het uitvoeringsprogramma 2015 zijn vastgesteld in de regio in november 2014.
69
Sociale kwaliteit Veiligheid
’s-Hertogenbosch maakt als centrumgemeente vrouwenopvang afspraken met de regiogemeenten over de borging van bestrijding van huiselijk geweld in de reguliere hulpverlening. Deze afspraken richten zich onder meer op de taakverdeling tussen centrum- en regiogemeenten.
Ja
In 2014 is tijdens het regionaal bestuurlijk overleg het inrichtingsplan Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) bestuurlijk vastgesteld. Het Veilig Thuis is meldpunt per 1-12015 operationeel.
Buurtbemiddeling wordt doorontwikkeld en de mogelijkheden om buurtbemiddeling toe te passen worden verruimd. Vrijwilligers bieden voortaan ook buurtbemiddeling aan nieuwe doelgroepen zoals bij mensen met psychiatrische problemen. Ook passen zij nieuwe vormen toe; zo kunnen melders van burenconflicten voortaan ook gecoacht worden in het zelfstandig aanpakken van het buurtconflict.
Gedeeltelijk
De ontwikkeling van de buurtbemiddeling is er vooral op gericht om de vrijwilligers in staat te stellen zoveel mogelijk zelf te doen. De professionele inzet verschuift daarbij van zelf doen meer en meer naar ondersteuning, coaching en competentieontwikkeling van vrijwilligers. Daarbij blijft kwaliteit wel voorop staan.
Bureau Nazorg wil het huidige recidivepercentage van 75% terugbrengen naar 50%. Dit doen we door het huidige aanbod op de vijf leefgebieden (wonen, werken, gezondheid, relaties en inkomen) te verbeteren, beter aan te sluiten bij de behoefte van de klant en meer aansluiting te zoeken bij initiatieven in de stad.
Ja
Het recidivepercentage is 49%. Het outreachend werken, starten tijdens de detentie met resocialisatie, werpt zijn vruchten af.
In 2014 schenken we vooral aandacht aan het leefgebied wonen. Er zijn meer mogelijkheden voor huisvesting van ex-gedetineerden.
Ja
In 2014 is huisvesting beschikbaar gekomen voor tenminste 12 personen. Dit wordt voorlopig voldoende geacht.
Zolang het budget toereikend is blijven we in 2014 preventieadviezen verstrekken aan slachtoffers van een woninginbraak en hun buren. De subsidieregeling van € 100 voor PKVW-maatregelen (Politie Keurmerk Veilig Wonen) blijft, zolang het budget nog toereikend is, ook in stand.
Ja
Er zijn in 2014 460 preventie- adviezen uitgebracht en ca. 500 subsidies verleend. Het subsidiebudget was eind 2014 op, maar de regeling wordt in 2015 met nieuw budget voortgezet.
Verder zullen acties uit het plan van aanpak woninginbraken (2012) door de Taskforce woninginbraken ten uitvoer worden gebracht die in 2013 nog niet zijn gerealiseerd, zoals maatregelen voor communicatie, voor de omgeving (CPTED) en voor het hang- en sluitwerk. CPTED: Crime Prevention Through Environmental Design)
Ja
De Taskforce heeft de acties uit het Plan van aanpak in 2014 voortgezet. Acties, bijvoorbeeld volgend uit CPTED, zijn voor zover mogelijk uitgevoerd. Enkele acties lopen door in 2015.of langer.
Afhankelijk van het aantal auto-inbraken, dat in 2012 sterk daalde, wordt in 2014 indien nodig een schouw gehouden.
Nee
In 2014 was er sprake van een verdere daling van het aantal auto inbraken. Daarom andere prioriteit gelegd.
Verbetering van de verlichting van de hotspots wordt nog geregeld voor de Pelssingel, St. Janssingel en Buitenhaven.
Ja
Op alle drie locaties is de openbare verlichting vervangen door nieuwe LED-verlichting.
We bouwen voort op de interventie-aanpak in Hambaken en Barten-Zuid met een structurele intensieve integrale aanpak, 4 acties per jaar, op basis van gedegen informatievoorziening.
Ja
Bedacht moet worden dat op deze acties meerdere deelactiviteiten volgen. De geplande invulling in 2014 was één actie in de Hambaken en één in Barten-Zuid. Die zijn uitgevoerd (controles in de openbare ruimte) en zijn opgevolgd door separate acties van onder meer Sociale recherche, UWV, Sociale Verzekeringsbank en Belastingdienst. Daarnaast zijn er interventies gepleegd ten aanzien van de OMG’s (Outlaw Motorcycle Gangs), in de Gestelsebuurt (vier intimiderende gezinnen) en lopen de vervolgacties op de handhavingsactie op het Woonwagencentrum Deuteren nog steeds door.
70
Sociale kwaliteit Veiligheid
Bedrijvigheid en veiligheid Wat wilden we bereiken? Winkelcentra en bedrijventerreinen moeten een veilige omgeving zijn met een beperkt aantal vermogensdelicten. Uitgaan en recreëren moeten ook bij een zeer intensief gebruik van de openbare ruimte zonder onveiligheid of onveiligheidsgevoelens kunnen plaatsvinden. Indicatoren
Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt in het winkelgebied in de eigen buurt
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2012
2013
2014
Ambitie 2014
3% Geen meting
2%
3%
<=3%
Het aantal incidenten winkeldiefstal per 1000 inwoners
5
4
4
4
<=4
Het aantal bedrijfsdiefstallen per 1000 inwoners
4
3
3
2
<=4
4% Geen meting
3%
2%
<=2%
Het aandeel bewoners dat zich vaak onveilig voelt rond uitgaansgelegenheden Bron: Veiligheidsmonitor en Voortgangsrapportage objectieve veiligheid 2012
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
In winkelcentra en op bedrijventerreinen werken we mee aan het toepassen van het Keurmerk Veilig Ondernemen. We doen aan periodieke monitoring Leefbaarheid & Veiligheid in winkelcentra. We voeren periodiek overleg met ondernemers, winkeliersen ondernemersverenigingen (actief accountmanagement). We sturen op ontwikkelingen en realisatie daarvan in het openbare gebied die de kwaliteit, veiligheid en leefbaarheid positief beïnvloeden. Verder concentreren wij ons vooral op horeca, toerisme en evenementen die evidente bronnen van onveiligheid zijn.
Ja
Keurmerk Veilig Ondernemen geïntensiveerd op industrie- en bedrijfsterreinen. Uitgaande van kracht van de stad, faciliteren wij ondernemersverenigingen als zij een keurmerk willen.
In de horeca passen we Keurmerk Veilig Uitgaan en daaruit voortvloeiende maatregelen toe.
Ja
De kwaliteitsmeting zoals deze aan het Keurmerk ten grondslag ligt, is in april 2014 uitgevoerd. Daaruit is onder meer gebleken dat het aantal geweldsincidenten (per 1000 inwoners) tijdens de uitgaansuren in 2012 en 2013 met 18% is gedaald. Dit is voor een deel ook het gevolg van de afname van het (jonge) uitgaanspubliek. Maatregelen zoals calamiteitenverlichting Parade/ Torenstraat zijn uitgevoerd.
71
Sociale kwaliteit Veiligheid
Jeugd en veiligheid Wat wilden we bereiken? Een samenleving waarin de jeugd zich geborgen en geaccepteerd weet en in staat gesteld om positief te participeren en zich op de toekomst te richten. Het gaat er om dat jongeren zich veilig voelen, maar het gaat er ook om de overlast die sommige jongeren en jeugdgroepen veroorzaken terug te dringen. In hun groei naar volwassenheid zoeken jongeren grenzen op. Als grenzen worden overschreden past corrigerend optreden. Daarom willen we tijdig preventief ingrijpen, wanneer risicogedrag van een kind of een groep kinderen gesignaleerd wordt. Het is van belang om de aanpak met de betrokken organisaties goed af te stemmen. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2012
2013
2014
Ambitie 2014
Het percentage jongeren (12-17 jaar) dat zich veilig voelt in de wijk
91%
94%
-
65%
>90%
Het percentage jongeren dat zich veilig voelt rond de school
83% Geen meting (in 2011 88%)
89%
88%
>=83%
8
8
7
10
15% Geen meting (in 2011 15%)
14%
13%
15%
Aantal incidenten per 1000 inwoners van overlast door jongeren Het percentage Bosschenaren dat aangeeft vaak overlast te hebben van groepen jongeren in de eigen buurt Bron: Jongerenenquête, Leerlingthermometer, Veiligheidsmonitor en Voortgangsrapportage objectieve veiligheid 2012
72
Sociale kwaliteit Veiligheid
10
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
We zetten het ambulant jongerenwerk in om contacten te leggen, problemen te signaleren en jaarlijks 1000 jongeren door te verwijzen naar adequate hulpverlening.
Ja
Op straat worden contacten met jongeren gelegd waarbij jongerenwerkers jongeren naar activiteiten in de jongerencentra leiden
Ja
Jongerenwerkers brengen overlastgevende en hinderlijke jongeren in contact met klagende buurtbewoners om afspraken te maken die de overlast beperken.
Ja
Tegen overlastveroorzakers treden we handhavend op met politie, toezichthouders en straatcoaches.
Ja
We richten ons vooral op de integrale aanpak van overlastgevende jeugdgroepen en individuen.
Ja
We besteden aandacht aan alcohol- en drugsgebruik door jeugdigen en aan veiligheid in en rond scholen.
Ja
73
Sociale kwaliteit Veiligheid
Beknopte toelichting We bereiken meer dan 1000 jongeren
Regie op buurt- en wijkoverstijgende aanpak en gevallen waarin bijzondere expertise is vereist. Samenwerking op wijkniveau sociaal wijkteam, basisteam jeugd, wijkmanagement en afdeling Openbare Orde en Veiligheid.
Fysieke veiligheid Wat wilden we bereiken? De fysieke veiligheid van de burgers verdient optimale aandacht de gemeente. Voorkomen is beter dan genezen, maar we moeten ook voorbereid zijn op de bestrijding van rampen en crises.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
In het verlengde van het regionaal rampen- en crisisplan geven wij onze eigen rampen- en crisisbeheersingstaak voor het grondgebied ’s-Hertogenbosch verder gestalte in samenwerking met de Veiligheidsregio Brabant Noord:
Ja
Continue proces.
• het gezamenlijk opstellen van regionale draaiboeken voor de diverse onderdelen van crisisbeheersing. Den Bosch gaat het regionale draaiboek “Grootschalig Evacueren” voor haar rekening nemen. Verder gaat Den Bosch dienen als vraagbaak voor de regio aangaande Juridische Zaken en Protocollaire Zaken.
Nee
Draaiboeken zitten in de slotfase en zullen in maart/april 2015 worden gepresenteerd. Deze vraagbaakfunctie is al in werking.
• ongeveer 50 personen zullen worden opgeleid voor hun taak binnen de crisisorganisatie.
Nee
Deze personen worden in 2015 door de Veiligheidsregio opgeleid. Ten behoeve van de opleiding en training heeft de gemeente zelf een elearningprogramma aangeschaft. Er is een priority gerealiseerd voor die personen die actief zijn tijdens een crisis/incident; hierdoor is de bereikbaarheid onderling verbeterd.
Problemen met de telefonische bereikbaarheid van personen binnen de crisisorganisatie worden aangepakt.
Ja
Deze oefening heeft niet plaats gevonden, in 2015 zal opnieuw met de Veiligheidsregio worden overlegd hoe dat te gaan regelen.
In 2014 wordt een grote oefening bevolkingszorg gehouden.
Nee
Verbouwing is gereed.
In Rosmalen verbouwen we de brandweerkazerne.
Ja
74
Sociale kwaliteit Veiligheid
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
20.249
19.791
20.345
19.817
528
V
Baten
1.412
1.229
1.147
1.977
830
V
- 18.837
- 18.562
- 19.198
- 17.840
1.358
V
-Toevoegingen
1.540
295
1.115
1.269
154
N
-Beschikkingen
1.265
184
1.426
1.551
125
V
Per saldo mutaties eigen vermogen
- 275
- 111
311
282
29
N
- 19.112
- 18.673
- 18.887
- 17.558
1.329
V
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Lagere personeelskosten (€ 134.000 V) • Lagere kapitaallasten (€ 141.000 V) • Veiligheidsregio (€ 399.000 V) • Openbare orde en veiligheid, mn cameratoezicht (€ 280.000 V) • Openbare verlichting; langere levensduur (€ 100.000 V) • Regionale aanpak huiselijk geweld. Extra budget vanuit ministerie. (€ 161.000 V)
75
Sociale kwaliteit Veiligheid
Leren en Opgroeien
Ambitie Alle jongeren ontwikkelen zich optimaal, zowel in cognitief, sociaal-emotioneel als in fysiek opzicht (ze hebben een fijne jeugd). Dit leidt tot maatschappelijke, economische en sociale zelfstandigheid. Met ons jeugdbeleid willen we de talentontwikkeling van alle jeugdigen tot en met 23 jaar vergroten. Wij dragen zorg voor basisvoorzieningen en scheppen randvoorwaarden waardoor alle Bossche jongeren de kans krijgen hun talenten optimaal te benutten. We versterken de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt; aandachtspunten zijn het stimuleren van werken in de zorg en techniek. Hiermee wordt het fundament gelegd voor maatschappelijke en duurzame arbeidsparticipatie. Speciale aandacht en ondersteuning krijgen jongeren die risico’s lopen. Een integrale benadering vormt daarbij de sleutel tot succes: “één kind, één plan, één regisseur”.
Jongerenparticipatie Wat wilden we bereiken? We willen dat jongeren nu en in de toekomst maatschappelijk betrokken zijn en in staat zijn zelfstandig initiatieven te ontplooien. Daarvoor moeten ze al jong leren om verantwoordelijkheid te dragen en actief te worden. We vinden het belangrijk dat jongeren leren zelf activiteiten op te zetten en uit te voeren. Jongeren tot 12 jaar kunnen dit nog niet alleen. Hier ligt een belangrijke rol voor ouders, andere wijkbewoners en soms professionals. In de wijken vinden activiteiten plaats in de Brede Bossche Scholen (BBS-en), sociaal-culturele accommodaties en jongerenaccommodaties.
Jongerenparticipatie kent verschillende vormen. Maatschappelijke participatie in de vorm van het organiseren van activiteiten, het uitvoeren van een maatschappelijke stage of het verrichten van vrijwilligerswerk. Of door betrokkenheid bij het maken en uitvoeren van gemeentelijke plannen en projecten. Jongerenparticipatie wordt uitgevoerd in samenhang met de programma’s voor sportparticipatie en jongerencultuur.
76
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
% jongeren dat vrijwilligerswerk doet Bron: jongerenenquête O & S
20%
27%
27%
18%
25%
Organisatie en uitvoering van activiteiten door jongeren binnen de jongerenvoorzieningen Bron: Gemeente/Jeugd en Onderwijs
40%
65%
75%
75%
60%
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator Uitbreiden activiteiten in Klup Up verband (naschools aanbod alle Brede Bossche Scholen) Er zijn in de stad vier jongerenruimtes beschikbaar waar jongeren zoveel mogelijk eigen activiteiten organiseren en uitvoeren. Deze jongerencentra zijn de uitvalsbasis van de jongerenwerkers. Zij zoeken jongeren op in de wijk en motiveren ze tot het ontwikkelen van activiteiten. Jaarlijks wordt één wijkspeelplaats gerealiseerd Jongerenambassadeurs worden ingezet om jongeren te betrekken bij (gemeentelijke) activiteiten en actuele thema’s in de stad.
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Ja Gedeeltelijk
Er zijn drie jongerencentra gerealiseerd.
Ja Gedeeltelijk
Overgang naar nieuwe benadering jongerenambassadeurs via concept Citytrainers
Werven van maatschappelijke stageplaatsen en opnemen in digitale stagebank
Ja
Er zijn 750 maatschappelijke stageplaatsen.
Er is een digitale app die voor jongeren in beeld brengt welke activiteiten voor jongeren in de stad georganiseerd worden.
Ja
Wiggle app is operationeel
Het aantal jongerenambassadeurs wordt uitgebreid naar 30.
77
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
Gedeeltelijk
Vanwege de overgang naar concept Citytrainers voor jongerenambassadeurs, is het aantal jongerenambassadeurs nog niet uitgebreid.
Opvoeding Wat wilden we bereiken? Een stabiele thuissituatie en een goede gezondheid zijn belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Soms hebben ouders hierbij hulp nodig. De Centra voor Jeugd en Gezin spelen een centrale rol. Zorg (advies) teams rond scholen nemen hierbij een belangrijke plaats in.
Met de vaststelling van het raadsvoorstel de Sociale kracht van de stad (februari 2012), kunnen we de ambities voor het Centrum voor Jeugd en Gezin (uit het beleidsplan Centrum voor Jeugd en Gezin 2012-2016) voor 2013 bevestigen en uitvoeren.
Ouders moeten toegerust zijn om problemen in het gezin zoveel mogelijk zelf op te lossen. Er wordt uitgegaan van eigen kracht en verantwoordelijkheid en het belang van de directe leefomgeving. Problemen van jeugdigen en hun ouders worden op tijd gesignaleerd, het hulpaanbod is snel beschikbaar en toegankelijk. Wij willen de zorg ontschotten zodat bij meervoudige problematiek sprake is van één kind, één plan, één regisseur.
Jeugdzorg komt onder verantwoordelijkheid van de gemeente. In ’s-Hertogenbosch gaat het Centrum voor Jeugd en Gezin functioneren als front office voor de jeugdzorg. De gemeente wordt dan verantwoordelijk voor de uitvoering van de totale zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. De enkelvoudige ambulante provinciale jeugdzorg valt sinds 2013 onder de verantwoordelijkheid van de gemeente.
De ontwikkeling van kinderen vindt zoveel mogelijk plaats in de eigen omgeving. Ouders krijgen zo min mogelijk professionele ondersteuning om het beste uit de eigen mogelijkheden te halen. Wie meer ondersteuning nodig heeft, krijgt deze snel en in de eigen omgeving. Alleen als het niet anders kan, worden kinderen behandeld in bijvoorbeeld dagopvang, tehuizen of speciale scholen. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
Aantal gestarte trajecten ketencoördinatie Bron: CJG
145
361
314
432
145
Aantal kinderen/jongeren in geïndiceerd jeugdzorg Bron: Zorg voor Jeugd
500
486
475
500
450
Klanttevredenheid CJG: % ouders dat (zeer) tevreden is over het CJG Bron: enquête Kind en Opvoeding O & S
89%
89%
89%
83%
90%
78
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Inzet zorg (advies) teams en wijkteams, door middel van spreekuren, contacten, huisbezoeken.
Ja
Beknopte toelichting Zorgteams zijn actief op 51 basisscholen en zorgadviesteams op 11 scholen voortgezet onderwijs.
Er wordt standaard één programma voor opvoedingsondersteuning gebruikt in contacten met ouders. Wijkgerichte, integrale aanpak op basis van één plan (in aandachtswijken) om te beginnen in Kruiskamp en Noord.
Wijkteam Helftheuvel is volledig operationeel.
Stedelijk basisaanbod voor opgroei- en opvoedondersteuning, zoveel mogelijk wijkgericht uitgevoerd. Collectief aanbod voor jeugd en ouders in de wijken organiseren in nauwe samenhang met het wijkteam en de zorg(advies)teams.
Ja
Omvorming van zorg(advies)teams primair en voortgezet onderwijs naar jeugdnetwerk en basisteams jeugd en gezin (BJG) in de zes gebieden en een stedelijk BJG-netwerk 13-23 jaar. Realisatie coördinatie complexe zorg is sinds 1 januari 2015 taak en verantwoordelijkheid van het BJG,
Optimaliseren van de coördinatie van complexe zorg; school als vindplaats en actieterrein.
Ja
Professionals krijgen een of meerdere modules kennisbevordering aangeboden, ter voorbereiding op de transitie en transformatie jeugdzorg.
Professionalisering en deskundigheidsbevordering van beroepskrachten en vrijwilligers die met kinderen werken (zoals medewerkers kinderopvang, leerkrachten, kinderwerkers, jongerenwerkers, sportcoaches, opvoedondersteuners).
Ja
Uitwerken van regionaal transitieplan jeugdzorg, waarin onder meer de organisatie en uitvoering van de jeugdbescherming is opgenomen en de aansluiting tussen basiszorg in gemeenten en de gespecialiseerde zorg.
Ja
Talentontwikkeling van jongeren Wat wilden we bereiken? Kinderen en jongeren moeten de ruimte krijgen om hun talenten te ontwikkelen. Naast het gezin en de leefomgeving leveren de kinderopvang en het onderwijs hieraan een belangrijke bijdrage. Kinderen starten zonder achterstand in het onderwijs en beschikken over voldoende taalvaardigheden. Dit is van essentieel belang voor een succesvolle scholing en de kansen op de arbeidsmarkt. Taal opent deuren naar de samenleving: naar de medemens, naar kennis, naar onderwijs en naar werk.
Ieder kind moet zo goed mogelijk onderwijs krijgen, ongeacht de extra zorgbehoefte. In het nieuwe stelsel Passend Onderwijs1 krijgen de scholen in het primair en voortgezet onderwijs een zorgplicht. Daarvoor stellen zij tenminste eens in de vier jaar een
79
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
ondersteuningsplan op, waarover samenwerkingsverbanden (van schoolbesturen) en de gemeente overeenstemming moeten bereiken. Om te kunnen voldoen aan de zorgplicht is een goede samenwerking tussen de (jeugd)zorg en het onderwijs noodzakelijk.
Jongeren behalen een startkwalificatie (tenminste diploma HAVO of MBO-2). De meeste jongeren doorlopen het onderwijs zonder veel problemen. Omdat er (nog) niet voor iedereen passend onderwijs is, de motivatie ontbreekt of er een verkeerde schoolkeuze wordt gemaakt verlaten nog teveel jongeren zonder startkwalificatie het onderwijs. Het Regionaal Meld en Coördinatiepunt (RMC) richt zich op vermindering van het aantal voortijdig schoolverlaters, maximale participatie van jongeren in de maatschappij, met name op de arbeidsmarkt en optimale ontwikkeling/ontplooiing van jongeren door het volgen van de opleiding die bij hen past. Voor niet-leerplichtige jongeren die zijn uitgevallen in het reguliere onderwijs zetten we T.O.M. (Traject Op Maat) in. Door een begeleidingstraject op maat helpen we jongeren zonder startkwalificatie om terug te keren naar school of bij het vinden van werk al dan niet gecombineerd met een opleiding.
Schoolverzuim is vaak een signaal van voortijdig schoolverlaten en moet daarom tot een minimum worden beperkt.
Een groot aantal jongeren gaat naar het VMBO. Met een hoogwaardig aanbod willen wij deze jongeren een goed perspectief bieden en stimuleren dat het als leuk en stimulerend wordt ervaren om naar school te gaan. Het is aan het onderwijs, om samen met het bedrijfsleven, het voortouw te nemen voor deze kwaliteitsimpuls. Wij willen hen daarin ondersteunen en daarbij passende onderwijshuisvesting realiseren.
1 Na goedkeuring van Wet Passend Onderwijs wordt met ingang van schooljaar 2014/2015 de zorgplicht doorgevoerd. Indicatoren
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
210*
247
284
327
290
Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters Bron: K2O
462
369
342
248
300
Aantal leerlingen dat verzuimt Bron: K2O
947
984
1041
961
800
Aantal doelgroeppeuters dat bereikt wordt met VVE Bron: Gemeente/Jeugd en Onderwijs
Nulmeting
*Als gevolg van de gewijzigde definitie van doelgroeppeuter wordt hier uitgegaan van nulmeting uit 2011.
80
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Het aantal kindcentra 0-13 waarbinnen kinderopvang, peuterarrangementen en basisonderwijs vanuit een doorgaande pedagogische didactische ontwikkelingslijn worden aangeboden wordt verder uitgebreid.
Ja
Aanbieden van voorschoolse en vroegschoolse educatieve programma’s (VVE): alle doelgroepkinderen kunnen hieraan deelnemen.
Ja
Uitvoeren bestuursafspraken met het Rijk om de aanpak van taalachterstanden bij jonge kinderen een extra kwaliteitsimpuls te geven.
Ja
Binnen de bestuursafspraken zijn op verschillende onderdelen ambities geformuleerd: VVE, schakelklassen, schakelbouw en zomerscholen. Uitvoering van de verschillende ambities is in gang gezet. Periode waarin ambities gerealiseerd moet zijn loopt tot en met 2015.
Stimuleren breed taalbeleid o.a. door de inzet van taalambassadeurs.
Ja
Raad heeft in juni besluit genomen om te komen tot nieuw VMBO.
Regisseren van proces om te komen tot een nieuw stedelijk VMBO.
Ja
Implementatie van het uitvoeringsplan voortijdig schoolverlaten met daarin een duidelijke rol voor leerplicht. Leerplichtambtenaren werken nauw samen met scholen en hulpverleners om snel te kunnen ingrijpen en daardoor verzuim en schooluitval te voorkomen.
Ja
Met betrokken partijen wordt een integrale aanpak ontwikkeld.
We ontwikkelen een integrale jongerenaanpak voor jongeren van 18 tot 27 jaar op het terrein van voortijdig schoolverlaten en de uitvoering van de WWB.
Gedeeltelijk
Het actieplan leerbanen heeft last van de economische crisis. Met name de specifieke doelgroep jongeren binnen het actieplan heeft het lastig om een plek op de arbeidsmarkt te krijgen. Er zijn 89 leerbanen gerealiseerd.
Vanuit het Actieplan Leerbanen worden jaarlijks 100 plaatsen gerealiseerd.
Gedeeltelijk
81
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
Alle basisscholen zijn getrans-formeerd tot kindcentra 0-13, er zijn verschillende stadia van samenwerking.
Leven lang leren Wat wilden we bereiken? Het menselijk kapitaal in de regio ’s-Hertogenbosch wordt beter benut en ontwikkeld. We zien dat te veel mensen weinig onderwijs hebben genoten, niet over (de juiste) diploma’s beschikken en daardoor weinig kansen hebben op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Een kwart van de mensen heeft geen startkwalificatie. Ook als je de Nederlandse taal en samenleving niet begrijpt, zijn je kansen op werk, of andere vormen van deelname aan onze samenleving erg klein. Een breed en aantrekkelijk (beroeps)onderwijsaanbod is voor Bossche inwoners, het bedrijfsleven en de regio belangrijk.
In aansluiting op talentontwikkeling van jongeren, willen we dat meer volwassen inwoners beschikken over een basis aan reken-, taal-, computer- en budgetteringsvaardigheden, dat zij alsnog een diploma halen en in hun talenten blijven investeren. Werkgevers hebben steeds vaker behoefte aan hoger opgeleide werknemers vaak met specifieke vaardigheden. Goed opgeleid personeel is noodzakelijk voor het regionale bedrijfsleven om concurrerend te blijven. We stimuleren werknemers én werkgevers om te (blijven) investeren in de talentontwikkeling van zichzelf en van hun personeel. Door een leven lang te leren zijn werknemers ook op hogere leeftijd goed inzetbaar in het arbeidsproces. Om hoger opgeleiden te binden aan de stad moet ‘s-Hertogenbosch (blijven) investeren in een aantrekkelijk werkklimaat, een gevarieerd cultuuraanbod en goede infrastructuur.
Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
Aandeel lager opgeleiden in de beroepsbevolking Bron: Economische Monitor
22%
22%
22%
22%
21%
Aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking Bron: Economische Monitor
39%
41%
41%
41%
41%
82
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
In 2014 starten 200 volwassenen een educatietraject.
Ja
70% van de educatietrajecten wordt succesvol afgerond.
Ja
We ondersteunen het Bossche taalnetwerk om mensen met een taalachterstand onderwijs te bieden, gericht op het leren van de Nederlandse taal.
Ja
We ondersteunen het Bossche taalnetwerk.
We handhaven de verplichtingen van de oude wet inburgering.
Ja
Conform de wet inburgering handhaven wij de verplichtingen.
Voor uitkeringsgerechtigden met een taalachterstand zetten we op arbeidsparticipatie gerichte taaltrajecten in.
Ja
We combineren werk en het opdoen van werkervaring met het leren van taal op de werkplek.
Wij ondersteunen en stimuleren de samenwerkende partners in de actielijn Alle Talenten Benut van 5* Noordoost Brabant Werkt! in onder meer het ontwikkelen van maatwerkaanbod voor (post-initiele) scholing en het inzichtelijk maken daarvan voor werkgevers in Noordoost-Brabant.
Ja
Dit wordt onder andere gedaan in het Servicepunt Leren en Werken en door acties van de drie project-ontwikkelaars voor goed en voldoende personeel in de vijf speerpuntsectoren.
We stimuleren het behalen van een (hoger) diploma bij inwoners van de regio Noordoost-Brabant via onder meer het Servicepunt Leren en Werken; in 2014 krijgen 600 mensen loopbaanadvies, volgen 150 plaatsingen in opleidingen, stages, e.d., behalen 150 mensen een ervaringscertificaat en volgen 400 mensen een duaal traject op MBO of HBO niveau (exclusief BBL).
Gedeeltelijk
De markt voor ervaringscertificaten is volledig opgedroogd; ook duale trajecten kwamen maar mondjesmaat tot stand in 2014. Redenen: minder stimulerings-middelen, minder capaciteit en andere prioriteiten in het Servicepunt, werkgevers hebben andere prioriteiten.
Wij ondersteunen en stimuleren de samenwerkende partners in de actielijn Werkgevers aan Zet van 5* Noordoost Brabant Werkt! bij het ontwikkelen en verspreiden van acties op het gebied van duurzame inzetbaarheid van personeel bij bedrijven in de regio.
Gedeeltelijk
We hebben het regionaal plan van aanpak duurzame inzetbaarheid opgesteld; dit is een belangrijk thema bij het informeren en activeren van werkgevers in de sectoren; 4 (deel)aanvragen opgesteld voor financiering van acties duurzame inzetbaarheid in de regio o.a. Excelleren.nu en MKB Nederland; het meeste komt in 2015 tot uitvoering.
In het project Excelleren.nu wordt de leercultuur bij 150 mkb-bedrijven in de regio bevorderd.
Gedeeltelijk
In 2014 beperkt resultaten geboekt door de werkgeversorganisaties BZW, MKB, etc.; het blijkt moeilijker dan gedacht om werkgevers te interesseren om aan de slag te gaan met duurzame inzetbaarheid, zeker bij mkb-bedrijven en zeker in tijden van crisis; eind 2014 extra impuls door ontsluiten regionale netwerken van werkgevers; 2 (deel)aanvragen opgesteld voor in totaal circa 30 bedrijven; realisatie gepland in 2015.
83
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
279 volwassenen zijn een educatietraject gestart.
Passende (voldoende en adequate) onderwijsvoorzieningen Wat wilden we bereiken? Wij bieden passende gebouwen voor de ontwikkeling van talenten van jongeren. Gebouwen die qua omvang en capaciteit voldoende zijn om alle leerlingen te huisvesten (zorgplicht) en voldoen aan de wettelijke eisen van regelgeving. Gebouwen waarin onderwijs kan plaatsvinden volgens de huidige pedagogische en didactische inzichten. Onderwijshuisvesting wordt ontwikkeld vanuit de principes “kwaliteit en gezondheid”. Basis voor een goede ontwikkeling zijn kindcentra 0-13. Wij willen zoveel mogelijk ook andere maatschappelijke functies in fysieke zin combineren met onderwijs. Het gaat dan om multifunctionele accommodaties waarbij onderwijs samengaat met sport, voor- en buitenschoolse opvang en ontmoetingsmogelijkheden voor wijkbewoners, jong en oud.
Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
Percentage scholen dat beschikt over gebruiksvergunning Bron: Gemeente/Jeugd en Onderwijs
100%
100%
100%
100%
100%
Voldoen aan zorgplicht (voldoende bruto vloeroppervlakte in relatie tot leerlingen aantal) Bron: Gemeente/Jeugd en Onderwijs
100%
100%
100%
100%
100%
84
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Uitvoeren van uitbreiding/vervanging Sancta Maria Mavo en Sint Janslyceum, nieuwbouw kindcentrum ’t Ven, BBS Boschveld en gymzaal Binnenstad.
Gedeeltelijk
Voorbereiding vervangende nieuwbouw kindcentrum Noorderlicht/Cirkel-Noord.
Gedeeltelijk
Uitvoeren renovatie schoolgebouw Klimop t.b.v. huisvesting kindcentrum Mgr Bekkersschool.
Ja
Uitbreiding Ds Piersoncollege.
Gedeeltelijk
Aanpassing van bestaande gebouwen t.b.v. energiebesparing en beter binnenklimaat.
Ja
Voortzetting voorbereiding van het realiseren van een adequate huisvesting voor het stedelijk VMBO.
Ja
Verdere implementatie van de decentralisatie van het management en beheer bij Brede Bossche Scholen: onderbrengen bij externe organisatie.
Gedeeltelijk
85
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
Beknopte toelichting BBS Boschveld is opgeleverd St. Janslyceum is in uitvoering, oplevering mei 2015 Gymzaal Binnenstad is in uitvoering, oplevering juli 2015 Overige onderwijshuisvestings-projecten: bouwheerschap bij onderwijsbesturen
Wat heeft het gekost?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
51.860
47.990
53.312
51.539
1.773
V
Baten
13.722
10.078
12.138
13.749
1.611
V
- 38.138
- 37.912
- 41.174
- 37.790
3.384
V
4.528
1.629
1.629
1.665
36
N
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen -Toevoegingen -Beschikkingen
5.977
4.609
7.656
4.254
3.402
N
Per saldo mutaties eigen vermogen
1.449
2.980
6.027
2.589
3.438
N
- 36.689
- 34.932
- 35.147
- 35.201
54
N
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Lagere uitgaven kinderopvang SMI (€ 108.000 V)
86
Sociale kwaliteit Leren en Opgroeien
Cultureel klimaat
Ambitie Theater, beeldende kunst, amateurkunst, muziek en cultuurhistorie zijn de hoofdingrediënten van onze culturele vitaliteit. De aantrekkelijkheid van ’s-Hertogenbosch als woonstad, centrumstad en als vestigingsstad voor bedrijven is in hoge mate te danken aan ons vitale cultureel klimaat. De afgelopen tien jaar is het gelukt om het culturele klimaat van ’s-Hertogenbosch een flinke impuls te geven. We willen die gewonnen culturele vitaliteit behouden. De bezuinigingen vragen van onze organisaties dat zij hun exploitatie aanpassen terwijl ze ook voortdurend moeten inzetten op vernieuwing van hun aanbod en de relaties met afnemers. Daarbij is ook de economische crisis merkbaar.
In directe en indirecte zin worden ook de landelijke bezuinigingen met de voorbereidingen van de provinciale en rijks kunstenplannen voor 2013-2016 in 2013 en daarna voelbaar in onze stad. Het ziet er naar uit dat een aantal landelijk en / of provinciaal gesubsidieerde organisaties in onze stad direct te maken krijgt met minder of geen subsidie. We doen een beroep op de veerkracht van de culturele ondernemers in onze stad en zullen ze blijven steunen in hun ambities. Maar we houden wel rekening met een negatief effect door de bezuinigingen op de resultaten in de komende jaren. Om die reden zijn vanaf de begroting 2012 de normcijfers van de indicatoren bij “Wat willen we bereiken” enigszins naar beneden bijgesteld.
87
Sociale kwaliteit Cultureel klimaat
Programmalijn Maken (kunstproductie) Wat wilden we bereiken? Het is belangrijk dat er beeldende kunstenaars, regisseurs en andere makers op gebied van cultuur in de stad functioneren. Zij zorgen voor de levendigheid en dynamiek van het culturele klimaat. Op dit moment gaat er veel landelijke en provinciale subsidie naar culturele organisaties in onze gemeente, maar het is nog de vraag of dit zo blijft, gezien de landelijke voorstellen voor bezuinigingen op makersorganisaties per 2013. Met het BrabantBod proberen de vijf Brabantse steden, de provincie èn de culturele organisaties van bovenlokaal belang er voor te zorgen dat de culturele infrastructuur zoveel mogelijk overeind blijft. We willen dat de podia en festivals mede verantwoordelijkheid gaan nemen voor de producties en uitvoeringen van startende en veelbelovende makers. We willen bereiken dat beeldende kunstenaars na de academie in de stad blijven en kansen krijgen. Wij willen de verantwoordelijkheid daarvoor leggen bij de samenwerkende partners in de Willem II fabriek en het SM’s. Indicatoren
Het percentage inwoners dat het culturele leven van ’s-Hertogenbosch typeert als bij de tijd, vernieuwend of modieus
88
Sociale kwaliteit Cultureel klimaat
Nulmeting
56%
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
54%
54%
51%
52%
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
De theatergezelschappen Matzer en Artemis ontvangen een bijdrage in hun huisvestingskosten.
Ja
Beide gezelschappen blijven voorstellingen maken voor podia, festivals en scholen binnen de gemeente.
Het cabaretproductiehuis bouwt de samenwerking met de Koningstheateracademie verder uit.
Ja
Er is samenwerking bij afstudeerproducties, try outs van nieuwe voorstellingen, het bieden van repetitie- en lesruimten en tijdens de Nederlandse Cabaretdagen en de masterclass (door Youp van ’t Hek) waar ook een TV documentaire van is gemaakt (en uitgezonden).
We subsidiëren Theaterfestival Boulevard om minimaal 10 producties (mede) te realiseren.
Ja
Theaterfestival Boulevard heeft onder de titel Fabrikaat een apart programma opgezet waarin jonge makers de kans krijgen om hun producties te tonen. In totaal zijn 28 co-producties gerealiseerd.
We ondersteunen Festival Cement voor het organiseren van een jaarlijks festival in ‘s-Hertogenbosch waar pas afgestudeerde theatermakers hun producties kunnen tonen.
Ja
Festival Cement heeft de afgelopen twee jaar een aparte subsidie gekregen om vier jonge makers de kans te geven een eigen productie te maken. Deze subsidie heeft als hefboom gewerkt om de positie van het festival te versterken. Er is zo meer subsidie van anderen voor dit doel verkregen.
We evalueren de afspraken met de podia en festivals over de uitvoering van het plan voor talentontwikkeling en -presentatie. Producties van jonge makers moeten getoond zijn en zoveel mogelijk in circuit zijn gebracht.
Ja
Deze afspraken zijn vastgelegd voor drie jaar (2013, 2014 en 2015). In 2015 zullen we evalueren of deze afspraken de beste manier zijn om het doel te bereiken. Afspraken per 2016 hangen af van de uitkomst.
We ontwikkelen een organisatie- en exploitatiemodel voor het Kunstencluster WII, met een accent op publieksbereik, jonge makers en integratie van disciplines.
Ja
De organisatie voor 2014 is opgetuigd en akkoord bevonden in de stuurgroep van “bewoners”. De opening was op 19 september 2014.
We investeren in, faciliteren en ondersteunen de Atelierbeheerstichting om voldoende betaalbare werk- en experimenteerruimte voor kunstenaars te realiseren.
Ja
ABS voert succesvol beleid dat bestaat uit het realiseren van tijdelijke en permanente ateliers. ABS streeft naar 300 ateliers in de verhuur in 2017, waarvan 90-120 permanent. In 2014 verhuurde ABS 249 ateliers waarvan 60 permanent.
We investeren in, faciliteren en ondersteunen de werkplaatsen zoals het Grafisch Atelier en de Digitale Werkplaats om kunstenaars faciliteiten te bieden die zij individueel niet kunnen realiseren.
Ja
Na de opheffing van het Centrum voor Beeldende Kunst (CBK) is bART met de Digitale Werkplaats samengegaan onder de naam Wave of Tomorrow.
In samenwerking met Het Zuidelijk Toneel zetten we ‘Stadskunstenaar’ Lucas de Man als verbinder van het culturele en sociale domein in. Deze vier jaar durende pilot ondersteunen we met een subsidie.
Ja
Het project OOG Den Bosch is in november 2014 afgerond. Over een vervolg wordt met de stadskunstenaar overlegd.
89
Sociale kwaliteit Cultureel klimaat
Programmalijn Meemaken (presentatie van kunst) Wat wilden we bereiken? De programmalijn Meemaken gaat over de manier waarop publiek in aanraking wordt gebracht met cultuur. We vinden het belangrijk dat podia, expositieplekken en dergelijke een sterkere relatie leggen met de cultuurmakers in onze gemeente. Pas dan wordt hun werk immers zichtbaar. Op het gebied van de beeldende kunst wordt daartoe onder meer het kunstencluster in de Willem II fabriek ontwikkeld. Op het gebied van de podiumkunsten en culturele evenementen is de samenwerking met de programmalijn Maken al aardig op gang gekomen. Wij vragen aan de culturele organisaties om tot verdere samenwerking, afstemming en grotere effectiviteit te komen. Uiteraard houden de verschillende podia zoals Theater aan de Parade, Muziekcentrum De Toonzaal, poppodium W2, Vrienden van de Kamermuziek, Verkadefabriek en de musea en expositieplekken als Museum Slager, SM’s, Noord-Brabants Museum, JBAC en de partners in de Willem II fabriek hun brede programmeringsfunctie. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
Percentage inwoners dat het cultureel klimaat typeert met: ‘er vinden veel kunst- en cultuuractiviteiten plaats’
64%
69%
69%
65%
63%
Percentage inwoners dat het cultureel klimaat typeert als levendig
58%
60%
60%
63%
55%
Percentage inwoners dat tenminste jaarlijks eenmaal: podiumkunsten toneel, kleinkunst, musical, dans bezoekt
62%
62%
62%
59%
60%
Percentage inwoners dat tenminste jaarlijks eenmaal: podiumkunsten concert, opera, uitvoering koor bezoekt
62%
65%
65%
59%
62%
Percentage inwoners dat tenminste jaarlijks eenmaal: podiumkunsten film bezoekt
68%
76%
76%
70%
68%
Percentage inwoners dat tenminste jaarlijks eenmaal: museum, galerie, atelier, archief bezoekt
59%
64%
63%
63%
55%
Percentage inwoners dat jaarlijks tenminste eenmaal Bossche festivals bezoekt
73%
79%
77%
68%
71%
90
Sociale kwaliteit Cultureel klimaat
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Samen met de ZNTM wordt gewerkt aan de toekomstige huisvesting voor het Theater aan de Parade. Het besluitvormingsproces is in een planning gevat. Het streven is om eind 2016 te starten met de sloop van het huidige theater.
Ja
25 juni 2013 is de gemeenteraad akkoord gegaan met het opstarten van het proces om een nieuw theater te bouwen op de huidige locatie aan de Parade. Op 28 januari 2014 is het Plan van Aanpak in de gemeenteraad vastgesteld. Met dat besluit is een aanbestedingsvorm gekozen, een organisatievorm voor het verdere project ingericht, alsook de communicatie met publieksgroepen vastgelegd. De architectenselectie is in volle gang en wordt mei 2015 afgerond door inwoners uit 2 ontwerpers te laten kiezen.
We subsidiëren Poppodium W2, Theater aan de Parade, Muziekcentrum De Toonzaal, Vrienden van de Kamermuziek en Verkadefabriek voor het verzorgen van een breed podiumkunstenaanbod. Met alle organisaties voeren we gesprekken over ontwikkelingen op de langere termijn en maken we specifieke prestatie-afspraken.
Ja
We verstrekken subsidies aan podia, gezelschappen en maken specifieke afspraken over prestaties en ambities.
We ondersteunen Theaterfestival Boulevard, Kunstbende, het Internationaal Vocalisten Concours, Jazz in Duketown, BTherefestival en November Music voor het realiseren van hun culturele evenement. Met alle organisaties voeren we gesprekken over ontwikkelingen op de langere termijn en maken we specifieke prestatie-afspraken.
Ja
Alle genoemde festivals worden gerealiseerd
We evalueren de subsidieregeling Incidentele Culturele Activiteiten om te bezien of de gewenste flexibiliteit hiermee inderdaad is verbeterd.
Ja
Vanaf. 1 januari 2013 zijn de regelingen Overige culturele activiteiten en Incidentele culturele evenementen samengevoegd. De regeling is vereenvoudigd en geldt voor activiteiten, evenementen en historische publicaties.
We ondersteunen 4 series van bijzondere muziekuitvoeringen en één literair evenement.
Ja
Vijf organisaties ontvangen subsidie.
We ondersteunen Boschtion voor het verzorgen van radio- en tv programma’s.
Ja
Boschtion ontving subsidie conform het daarvoor bestemde deel in de uitkering van het gemeentefonds.
We ondersteunen de musea en erfgoedinstellingen Stedelijk Museum SM’s, het Noord Brabants Museum, Museum Slager, het Jheronimus Bosch Art Centre onder andere voor hun exposities, collectie(vorming) en educatieve activiteiten. Met alle organisaties maken we specifieke prestatieafspraken.
Ja
Met alle organisaties zijn afspraken gemaakt over de prestaties.
We maken met het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch (SM’s) na verzelfstandiging subsidieafspraken die rechtdoen aan een publieksgerichte aanpak bij een onderscheidend profiel.
Ja
Het SMs is verzelfstandigd en heeft nu eigen subsidieafspraken volgens het model dat voor alle culturele organisaties geldt.
We investeren in de totstandkoming van een tweejaarlijkse expositie met bovenlokale uitstraling van KW 14.
Ja
Met onze instemming heeft KW14 pas in 2016 een tentoonstelling die dan mede door JB500 wordt gefinancierd. In 2014 is er geen subsidie verstrekt.
We stellen het Kruithuis ter beschikking aan kunstenaarsinitiatief StOK.
Ja
Bijdrage is verstrekt.
91
Sociale kwaliteit Cultureel klimaat
We dragen bij in de huisvestingskosten van de Koningstheaterakademie.
Ja
De Koningstheaterakademie heeft subsidie ontvangen
In het kader van het Keramisch Spoor realiseren we keramische kunstwerken in de openbare ruimte waarbij we de burgers van de stad betrekken. In 2014 realiseren we een kunstwerk in Boschveld.
Ja
Er lopen drie projecten: Boschveldboulevard, AnneFrankplein en Paards-kerkhofweg. De Boschveldboulevard is afgerond. Annefrankplein en Paardskerkhofweg lopen in 2015 door.
We investeren afwisselend in publieksevenementen als de Kunstnacht en de atelierroute, omdat daarmee een groot publiek wordt bereikt.
Ja
In 2013 was er de kunstnacht. In 2014 de atelierroute.
Programmalijn Meedoen (participatie) Wat wilden we bereiken? We willen ruimte bieden aan de diverse manieren waarop mensen cultuur beleven en daarbij mensen aanspreken in hun directe leefomgeving. Zo willen we meer jongeren en volwassenen die daar eerder niet mee in aanraking kwamen, interesseren voor cultuur. Anderzijds zullen we groepen die uit zichzelf al participeren, meer aan ongesubsidieerde cultuuraanbieders overlaten. Hierin ligt de belangrijke koerswijziging voor De Muzerije. Indicatoren
Percentage participanten amateurkunst
92
Sociale kwaliteit Cultureel klimaat
Nulmeting
46%
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
61%
61%
61%
50%
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
We subsidiëren de Muzerije voor haar taak om de cultuurdeelname in de stad te bevorderen. Meer dan voorheen ligt het accent daarbij op het werk met nieuwe doelgroepen in wijken, werken op scholen en het ondersteunen van amateurkunst in de stad. Het reguliere cursusaanbod zal op marktconforme wijze worden aangeboden.
Gedeeltelijk
We dragen de Muzerije op een werkplan te maken om de servicefunctie voor de amateurkunst verder te concretiseren.
Ja
Het activiteitenplan is in het eerste kwartaal 2014 aangeleverd.
We subsidiëren de bibliotheek om kennis en informatie te bieden en om lezen en taalvaardigheid te bevorderen. De focus ligt daarbij wat taalvaardigheid betreft op de jeugd van 0 tot 13 jaar en de samenwerking met de scholen.
Ja
Belangrijk instrument is het realiseren van de schoolbibliotheken. Daarbij ligt de bibliotheek op schema.
Voor de zomer van 2014 leggen we een uitwerking van het plan voor de nieuwbouw van de toekomstgerichte bibliotheek op het GZG terrein aan de raad voor.
Nee
We maken afspraken met organisaties die culturele activiteiten voor jongeren organiseren. We gaan een website maken die een overzicht geeft van alle activiteiten voor en door jongeren.
Ja
Het betreft de interactieve app. Wiggle die sinds juni 2014 actief is.
We ondersteunen minimaal 10 incidentele culturele activiteiten die al dan niet in festivalverband worden georganiseerd en we maken boekuitgaven over de geschiedenis van ’s-Hertogenbosch mogelijk.
Ja
Subsidiebudget is in 2013 samengevoegd met budget voor incidentele culturele evenementen. Dit jaar zijn 32 subsidies aangevraagd, waarvan 27 zijn toegekend en gerealiseerd.
We ondersteunen het Makershuis bij zijn culturele activiteiten in de wijken.
Ja
Subsidiëring voor 2014 heeft plaats gevonden.
We subsidiëren Bureau Babel voor het bemiddelen van cultureel aanbod voor primair en voortgezet onderwijs.
Ja
De subsidiëring heeft plaats gevonden. Babel zet nu in op de realisatie van een doorgaande leerlijn in het onderwijs, samen met onderwijs en aanbieders cultuureducatie.
We investeren via de combinatiefunctionaris voor primair onderwijs in cultuurdeelname van kinderen in hun eigen omgeving en op school aansluitend op de activiteiten van de Brede Bossche Scholen.
Ja
Dit is onderdeel van de prestatieafspraken met de Muzerije.
We subsidiëren de combinatiefunctionaris voortgezet onderwijs om ervoor te zorgen dat VO scholen cultuureducatie opnemen in het schoolwerkprogramma.
Ja
De combinatiefunctionaris is aangesteld bij de Muzerije om zo de relatie met o.a. amateurkunstverenigingen snel te kunnen leggen.
We subsidiëren de wijktheaters in de Brede Bossche Scholen om vooral jonge amateurs de kans te bieden om op te treden.
Ja
We subsidiëren de wijktheaters in de BBS-en structureel.
We ondersteunen minimaal 65 amateurkunstverenigingen.
Ja
Het aantal verenigingen dat subsidie aanvraagt is redelijk constant.
We ondersteunen minimaal 18 speciale projecten door amateurkunstverenigingen.
Ja
We hebben 24 projecten gesubsidieerd.
93
Sociale kwaliteit Cultureel klimaat
De Muzerije is momenteel in transitie. Afspraken over de output zullen pas gemaakt kunnen worden voor het jaar 2015. In het bestuurlijk overleg is afgesproken dat voor 2014 wel een tussenvorm met indicatoren onder voorbehoud wordt gehanteerd.
Gezien het grote aantal onzekerheden zijn de plannen nog niet voldoende uitgewerkt voor besluitvorming.
Ruimte voor cultureel ondernemerschap Wat hebben we ervoor gedaan? De culturele organisaties zullen meer ondernemerschap nodig hebben om de inkomsten te vergroten. Maar nu het cultuurbeleid meer dan ooit onder druk staat en tegelijkertijd belangrijker is dan ooit, wordt het ook zaak te ondernemen door het aangaan van nieuwe activiteiten, nieuwe samenwerkingsvormen en nieuwe opvattingen van het cultureel en bedrijfsmatig functioneren. We willen met de culturele organisaties komen tot een verdere modernisering van de subsidieafspraken. We willen culturele organisaties meer ruimte geven in de wijze waarop zij onze gezamenlijke ambities bereiken. Daarom streven we naar eenvoudige afspraken en weinig bureaucratie. Daar staat tegenover dat we het monitoren en evalueren van de beleidsuitvoering willen verbeteren, zowel kwantitatief als kwalitatief. Indicatoren
Aantal kwalitatieve evaluaties van een beleidsterrein
Nulmeting
Geen meting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
1
2
2
3
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
In de subsidieafspraken geven we duidelijk aan WAT wij willen dat de culturele organisaties bereiken. Zij geven zelf meer aan HOE ze dat willen bereiken. De subsidieafspraken worden flexibeler en ondernemender opgesteld. Aanvullend op bestaande onderwerpen maken we daarbij ook de eigen inkomsten van culturele organisaties inzichtelijk.
Gedeeltelijk
In alle bestuurlijke subsidieoverleggen is het onderwerp besproken. Er lopen een paar kleinere pilots met subsidies op overkoepelende doelen.
We ronden het proces af over de herijking van de Cultuurnota. Daarin komen conclusies over de mogelijkheden om het draagvlak voor cultuur te verbeteren en mogelijkheden om het ondernemerschap van culturele organisaties te versterken.
Gedeeltelijk
Ondernemerschap is onderwerp geweest van de Toekomstagenda Cultuur en zal in de komende periode beslag krijgen
We beschrijven de rol en de grenzen van de lokale overheid op het gebied van ondernemerschap door gesubsidieerde organisaties.
Gedeeltelijk
Ondernemerschap is onderwerp geweest van de Toekomstagenda Cultuur en zal in de komende periode beslag krijgen
Vervolgens zetten we de conclusies over ondernemerschap en draagvlak om in concrete afspraken met culturele organisaties.
Gedeeltelijk
Ondernemerschap is onderwerp geweest van de Toekomstagenda Cultuur en zal in de komende periode beslag krijgen
We handhaven het in 2013 ontwikkelde format voor subsidieafspraken met vergelijkende cijfers over meer jaren
94
Sociale kwaliteit Cultureel klimaat
Ja
In de subsidieafspraken zijn meerjarige trends zichtbaar gemaakt.
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
We breiden de tweejaarlijkse Cultuurmonitor uit met kwalitatieve evaluaties op wisselende beleidsonderdelen.
Ja
Afgelopen jaar is het beleid cultuurparticipatie (Typisch Den Bosch) geëvalueerd. Rapportages zijn op de website van de gemeente gepubliceerd.
In de financieringsvorm voor de Willem II fabriek zoeken we naar nieuwe vormen voor de traditionele vaststaande subsidieafspraken.
Ja
Introductie van de profileringsgelden: huisvestingslasten worden gesubsidieerd in ruil voor activiteiten voor kunstencluster totaal. We volgen dit drie jaar.
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
22.490
19.458
24.882
20.539
4.343
V
Baten
2.017
914
961
700
261
N
- 20.473
- 18.544
- 23.921
- 19.839
4.082
V
1.382
153
1.405
1.447
42
N
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen -Toevoegingen -Beschikkingen
4.451
1.735
8.349
4.386
3.963
N
Per saldo mutaties eigen vermogen
3.069
1.582
6.944
2.939
4.005
N
- 17.404
- 16.962
- 16.977
- 16.900
77
V
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Lagere personeelskosten (€100.000 V) • Lagere kapitaallasten (€ 115.000 V) • Hogere kosten evenementen en volksfeesten (€ 54.000 N)
95
Sociale kwaliteit Cultureel klimaat
Wonen en werkomgeving Bereikbare stad Sport en recreatie Milieurespecterende ontwikkelingen Cultuurhistorische kwaliteit
96
Fysiek
Wonen en werkomgeving
Ambitie Het accent ligt in de fysieke pijler vooral op volkshuisvesting, bereikbaarheid, openbare ruimte, groen, duurzaamheid, milieu, sportvoorzieningen en cultuurhistorie. Brabantstad en het Ruimtelijk Regionaal Overleg (RRO) Noordoost-Brabant zijn voor ons belangrijke gremia om ons beleid in af te stemmen en samenwerking te zoeken. Gezamenlijk bewandelen we ook de ‘wegen’ naar Den Haag en Brussel. Onze ambitie is: naar een complete, compacte, contrastrijke en duurzame stad.
Behouden en versterken centrumfunctie Wat wilden we bereiken? Wij streven naar behoud en versterking van onze centrumfunctie en economische aantrekkelijkheid van onze stad. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
Verhouding aantal arbeidsplaatsen en feitelijke beroepsbevolking Bron: Economische monitor
1,47
1,36
1,3
1,3
>1,42
m2 verkoopvloeroppervlakte winkels per 1.000 inwoners Bron: Economische monitor
1.818 m2
1.863 m2
1.859 m2
1.853m2
minimaal 1.848 m2
Woonaantrekkelijkheidsindex Bron: Atlas voor gemeenten
5e plaats
3e plaats
4e plaats
5e plaats
Top 5
98
Fysiek Wonen en werkomgeving
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
In 2014 werken we binnen het bestuurlijke samenwerkingsverband BrabantStad verder aan de beleidsagenda ‘Strategische Agenda BrabantStad 2012-2020’. Speerpunten in deze agenda zijn: 1. Economische versterking (top 5 EU op gebied van kennis en innovatie), 2. Vergroten internationale allure (hogere mate van stedelijkheid door samenwerking), 3. Bevorderen (internationale) bereikbaarheid en 4. Versterken ruimtelijke structuur (mozaiekmetropool: sterke steden, echte dorpen). Deze agenda wordt door de vijf brabantse steden en de provincie verder uitgewerkt in bestuurlijke uitvoeringsprogramma’s met concrete acties en projecten. Waar deze acties en projecten raadsbevoegdheden raken (zoals het budgetrecht), worden deze vanzelfsprekend eerst ter besluitvorming door ons college aan de gemeenteraad voorgelegd. Mede op basis van de gezamenlijke beleidsagenda vindt bovendien namens BrabantStad een actieve lobby plaats richting Den Haag en Brussel.
Gedeeltelijk
Dit heeft geleid tot diverse mooie resultaten voor ’s-Hertogenbosch. Een goed voorbeeld van Brabantse samenwerking is de komst van de Graduate School naar ’s-Hertogenbosch. Deze samenwerking met TU Eindhoven, Tilburg University en de provincie draagt bij aan de versterking van de kennisinfrastructuur van de stad. Een ander voorbeeld van samenwerking is het nieuw ingerichte Brabant C Cultuurfonds, waarmee kansrijke culturele initiatieven in Brabant een financiële impuls kunnen krijgen. Ook de verduurzaming van de Brabantse woningmarkt is een onderwerp dat gedurende 2014 op de agenda van BrabantStad bleef staan en recent tot concreet resultaat is gekomen. Medio 2014 vond de Expeditie BrabantStad plaats. Gedurende het jaar heeft BrabantStad diverse lobbytrajecten gevoerd richting de ministeries, onder andere over een MIRT Verkenning voor de regio Noordoost Brabant, de Agenda Stad, metropoolvorming en het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie in 2016. In 2014 is ook gestart met een nieuwe projectportfolio BrabantStad. Uitgangspunt zijn gezamenlijke projecten die de agglomeratiekracht versterken, de onderlinge connectiviteit en het innovatievermogen.
De 5 sterrenregio Noordoost Brabant werkt met een geactualiseerde Agenda 2020 aan een versterking van het woon-, werk- en leefklimaat in de regio enerzijds en anderzijds aan een versterking van de productiestructuur. Het accent ligt daarbij op de topsector Agro&food. De governance van de regio is vernieuwd, in het bijzonder met een triple helix samenwerking (3O) rondom Agro&Food. Deze samenwerking krijgt de middelen om een regionaal economisch stimuleringsbeleid te voeren.
Ja
In 2014 zijn alle voorbereidingen getroffen voor het oprichten van de stichting AgriFoodCapital. In Noordoost Brabant wordt via deze triple helix samenwerking gewerkt aan enerzijds versterking van de productiestructuur, anderzijds de versterking van het woon-, werk- en leefklimaat in de regio. Concreet resultaat van deze samenwerking is de regionale detailhandelsvisie, welke voorjaar 2015 zal worden vastgesteld door de provincie en de in Noordoost Brabant samenwerkende 19 gemeenten. Via Agrifood Capital wordt een regionaal economisch stimuleringsbeleid gevoerd, waarbij voor de gemeente de realisatie van de Agrifood Campus in de Spoorzone een belangrijk speerpunt vormt. Voor de verduurzaming van de landbouw is nu een weg ingeslagen die niet alleen de achterkant (handhaving), maar ook aan de voorkant (innovatie) agrarische bedrijven duurzamer wil maken.
Met de gemeenten in onze directe regio onderzoeken wij de mogelijkheden naar verdere samenwerking; niet in de laatste plaats met buurgemeente Oss aangezien de ‘buurrelatie’ grondig verandert met de aanstaande herindeling van Maasdonk.
Ja
Met diverse gemeenten in de Meierij is in 2014 intensief overleg gevoerd over verdere samenwerking. Inzet is een gezamenlijke “Agenda”op thema’s als wonen, werken, natuur en landschap, vrije tijd, etc. Met Oss is in 2014 afgetast welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn. De eerste resultaten liggen op het vlak van kennisuitwisseling over het buitengebied, BrabantStad en ruimtelijke afstemming in het kader van goed nabuurschap.
99
Fysiek Wonen en werkomgeving
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Met het rijk en de provincie maken wij in het kader van de Gebiedsagenda Brabant afspraken over de actualisering van de gezamenlijke investeringsagenda MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport).
Ja
In het kader van de Gebiedsagenda Brabant zijn het afgelopen jaar plannen van verschillende overheden verder op elkaar afgestemd. Het Rijk start ook een MIRT Verkenning voor de regio Noordoost Brabant, met name gericht op een duurzame landbouw.
In het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) Noordoost-Brabant overleggen wij met de provincie over de uitwerking van ons stedelijk ruimtelijk beleid en de afstemming met de regio.
Ja
In het kader van de provinciale verordening Ruimte zijn in 2014 regionale afspraken gemaakt over kantoren, het kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwprogramma en detailhandelprogramma.
Wij continueren ons beleid ten aanzien van de aandachtsbuurten conform de Lange Termijn Planning aandachtsbuurten, zoals in 2011 door uw raad is vastgesteld.
Ja
De gemeenteraad heeft besloten de sociale programma’s in de aandachtsbuurten op peil te houden. In de begroting 2014 zijn middelen opgenomen tot 2016. Zie ook de toelichting onder “Stedelijke vernieuwingsgebieden verbeteren”.
Met de Bossche zones (Spoorzone en A2zone) blijven wij ons inzetten om publieke en private partners aan ons te binden door middel van public affairs en communicatie. Het accent ligt vooralsnog op de Spoorzone. Een ontwikkeling van Avenue 2 is pas na 2025 aan de orde.
Ja
In 2014 zijn diverse projecten in de Spoorzone opgestart en afgerond. Als voorbeelden kunnen genoemd worden de Jheronimus toren, Hofvijver, fly-over en spoorbruggen over de Dieze, werkzaamheden Parallelweg 2e fase en start bouw Livin’.
Wij hebben de ambitie om tot de top 10 van winkelsteden te blijven behoren. De binnenstad als motor van ons succes hapert echter. Wij willen daarom samen met partners in de (binnenstad) verkennen welke mogelijkheden er zijn om samen die motor weer op toeren te krijgen en de concurrentiepositie te versterken.
Ja
Medio 2014 is het Actieplan Binnenstad uitgebracht. Hierin staan acties die erop gericht zijn de economische positie van de binnenstad te versterken.
Speerpunten en centrumprojecten: - De Groote Wielen: De verwachting voor 2014 is dat ongeveer 100 woningen worden opgeleverd dan wel in aanbouw zullen zijn.
Ja
Er zijn in 2014 50 woningen opgeleverd. Per 1 januari 2015 zijn iets meer dan 100 woningen in uitvoering. De markt trekt voorzichtig aan.
- In 2014 is de besluitvorming over de Ruimtelijke Structuur Visie afgerond.
Ja
Op 28 januari 2014 is de Ruimtelijke Structuurvisie vastgesteld.
- Op basis van een door de raad vastgesteld Plan van Aanpak willen wij in 2014 een Visie opstellen voor het oude tracé van de Zuid Willemsvaart door de binnenstad.
Gedeeltelijk
Op 28 januari 2014 is het plan van aanpak voor de Visie oude tracé van de Zuid Willemsvaart vastgesteld inclusief het Amendement Zuid Willemsvaart. In 2014 zijn nadere inhoudelijke kaders en uitgangspunten voor de beide uit te werken scenario’s uitgewerkt. Besluitvorming hierover is gepland in het eerste half jaar van 2015.
- GZG: het GZG wordt gefaseerd gerealiseerd. Dat betekent dat er een bestemmingsplan wordt gemaakt voor de eerste fase dat in 2014 aan de raad wordt voorgelegd. Dat bestemmingsplan is mede een basis om een besluit te kunnen nemen om het jaren 60 deel te gaan slopen. In 2014 zal worden gewerkt aan concrete bouwplannen. De daarover af te sluiten contracten zijn ook nodig om tot sloop te kunnen overgaan.
Gedeeltelijk
In september 2014 heeft de raad een ruimtelijk kader vastgesteld, op basis waarvan bouwplanprocedures kunnen worden gevoerd. Dat kader komt in de plaats van een bestemmingsplan. De sloop van het jaren 60 gebouw is in november 2014 gestart.
- Centrumplan Rosmalen: de ambitie is een afgeslankt plan (7500 m2 bvo winkels en ca. 35 wooneenheden) waarbij bebouwd parkeren voor bezoekers is vervangen door maaiveld parkeren.
Gedeeltelijk
De WABO procedure voor het nieuwe plan van 7500 m2 BVO is eind 2014 in procedure gegaan.
100
Fysiek Wonen en werkomgeving
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
- Zuidwalgebied: Op basis van een door de raad vastgestelde kader stellende nota zal in 2014 de verdere planontwikkeling en formele bestemmingsplanprocedure worden doorlopen waarna gestart kan worden met de daadwerkelijke herontwikkeling. Dit nadat meer duidelijkheid bestaat over Paleis van Jusitie, Huis van Bewaring en KPN-locatie.
Nee
Weliswaar is het Spinhuiswalcomplex verkocht aan een vastgoedbedrijf, er zijn nog geen concrete plannen aan de gemeente aangeboden. Er loopt dus ook nog geen procedure.
- Heesch West: In 2014 worden de formele procedures gestart ter vaststelling van bestemmingsplan, beeldregieplan, MER, Gemeenschappelijke Regeling en Gebiedsontwikkelingsovereenkomst en wordt de Gemeenschappelijke Regeling opgericht.
Gedeeltelijk
De Gemeenschappelijke Regeling is opgericht en de benodigde verordeningen zijn vastgesteld. Er komt een actualisering van het conceptvoorontwerp bestemmingsplan en van de MER. Enerzijds omdat de onderliggende stukken verouderd zijn. Anderzijds omdat de onderliggende behoefteraming door het Regionaal Ruimtelijk Overleg in 2015 wordt geactualiseerd.
Evenwichtige woningmarkt Wat wilden we bereiken? De ambitie voor het woonbeleid is opgenomen in de Nota Wonen 2012: het creëren van een evenwichtige woningmarkt met een gedifferentieerd en aantrekkelijk aanbod van woningen en woonmilieus zodat mensen naar tevredenheid in onze stad kunnen wonen en leven. We streven naar een stad waar voldoende, betaalbare en passende woningen zijn en goede keuzemogelijkheden zijn in gevarieerde en sterke buurten waarin mensen zich thuis kunnen voelen De doelstellingen m.b.t. het wonen voor de komende jaren zijn als volgt: Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2009
2012
2013
2014
2014
Te realiseren woningen per jaar Bron: Woningmarktmonitor
1369
515
600
481
500-700*
Gemiddelde inschrijfduur voor een huurwoning Bron: Woonservice
4 jaar
5,2 jaar **
5 jaar
5,7 jaar
4,3 jaar
61
18
110
43
100
7,9 (2008)
7,9
7,8
7,8
7,9
Te realiseren seniorenwoningen per jaar Bron: afdeling WGZ (Wonen) Rapportcijfer voor de eigen woning Bron L&V enquête Rapportcijfer voor de eigen woonomgeving Bron: L&V enquête *)
7.4
7,4
7,3
7,3
7,5
De problemen op de woningmarkt en de consequenties daarvan voor de afzetmogelijkheden in de woningbouw, leiden er toe dat geen goede duidelijkheid kan worden gegeven over de te verwachten woningproductie per jaar. Daarom is gekozen voor een bandbreedte van 500 tot 700 woningen per jaar. **) In 2012 is de druk op de huurmarkt verder toegenomen. Het aantal woningzoekenden is gestegen, terwijl het woningaanbod is gedaald. Hierdoor is het aantal reacties per geadverteerde woning en de gemiddelde inschrijfduur bij verhuring gestegen: bij reguliere woningtoewijzing 5,8 jaar, voor lotingwoningen 1,7 jaar. Gemiddeld 5,2 jaar.
101
Fysiek Wonen en werkomgeving
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
De gemeentelijke invloed op het functioneren van de woningmarkt is slechts beperkt. De woningmarkt wordt namelijk grotendeels bepaald door externe (macroeconomische) ontwikkelingen, consumentenvertrouwen, rijks- en Europese regelgeving en (markt)partijen. Er is sprake van een nieuwe realiteit in de woningmarkt. In de afgelopen decennia was een sterk programmatische en planmatige aanpak van de woningbouw gebruikelijk. Omdat op dit moment de daadwerkelijke bouw van woningen afhankelijk is van de marktomstandigheden en de afzetbaarheid van woningen zetten wij in op een meer organische en gefaseerde aanpak. Dus niet álles vooraf gedetailleerd in bestemmingsplannen vastleggen en méér aandacht voor de markt van vraag en aanbod. Juist het meebewegen met de dynamiek van de markt biedt dan perspectief. Ruimte bieden aan initiatieven waar het mogelijk is, gebaseerd op zorgvuldigheid en maatwerk. En inspelen op de ontwikkelingen in de woningmarkt; waarbij bouwplannen, afhankelijk van de afzetbaarheid van de woningen, worden gefaseerd en opgeknipt in kleinere deelplannen.
Gedeeltelijk
Het aantal gerealiseerde woningen in 2014 is uitgekomen op 481. Oorzaken zijn de invloeden van de economische recessie op de woningmarkt en de verminderde woningproductie door woningcorporaties. Toch staat 2014 ook weer in het teken van herstel van de woningmarkt: de verwachting is dan ook dat in 2015 ca. 600 woningen opgeleverd gaan worden. De startersleningen voor koopwoningen hebben mede gezorgd voor een aantrekkende koopwoningmarkt.
In feite is er een nieuw speelveld ontstaan. Wij willen kansen pakken door o.a. experimenten aan te gaan met vormen van collectief en particulier opdrachtgeverschap, bijzondere woonvormen en huisvesting van specifieke doelgroepen.
Ja
Door de economische recessie en ingezet rijksbeleid is er een nieuw speelveld ontstaan in de woningmarkt. Er wordt meer aangesloten bij de behoefte van de woonconsument. Er komt meer vraag om zelf opdrachtgever te zijn van je nieuwe huis. Het gaat dan om vormen van collectief opdrachtgeverschap, zoals bij de school aan de Gelderse Dam. Maar ook voor Vrij Spel aan de Jan Sluytersstraat is de belangstelling groot.
Wij geven uitvoering aan het Actieprogramma Wonen, bestaande uit een verzameling van al bestaande en van nieuwe maatregelen, bedoeld om de lokale woningmarkt een impuls te geven.
Ja
De voortgang m.b.t. het Actieprogramma Wonen is weergegeven in de Raadsinformatiebrief december 2014. De belangrijkste punten zijn: - Met de woningcorporaties zijn akkoorden gesloten met betrekking tot de woonlastenaanpak en woonruimteverdeling. - Er treedt weer herstel op op de kopersmarkt - De startersleningen zijn een succes; 140 aanvragen. - De transformatie van leegstaande kantoren naar woningen heeft een vlucht gekregen.
Wij zijn gestart met de voorbereiding van de ontwikkeling van de locatie Jan Sluytersstraat, als proeftuin voor bepaalde vormen van woningbouw, een vorm van (collectief) particulier opdrachtgeverschap, een andere vorm van projectontwikkeling en/of welstandsvrij bouwen. Het accent in onze aanpak ligt op consumentgericht bouwen. Met deze experimentele aanpak hopen we de woningbouw een nieuwe impuls te geven.
Ja
3 CPO-projecten zijn in 2014 gestart: - Jan Sluysterstraat - Geldersedam - Boschveld
102
Fysiek Wonen en werkomgeving
Stedelijke vernieuwingsgebieden verbeteren Wat wilden we bereiken? De stedelijke vernieuwingsgebieden (voorheen GSB aandachtsgebieden) die op leefbaarheid en veiligheid achterblijven bij het stedelijke gemiddelde dienen opgetrokken te worden tot het stedelijke gemiddelde. De waardering van bewoners voor hun buurt moet toenemen. Daartoe vinden in deze gebieden ingrijpende fysieke en sociale kwaliteitsimpulsen plaats. Daarnaast zullen wij bezien welke maatregelen nodig zijn voor niet aandachtsbuurten die in de gevarenzone komen. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2012
2013
2014
Ambitie 2014
Rapportcijfer voor de eigen woonomgeving in de aandachtsgebieden (bron: L&V)
6,9
Geen meting
Geen meting
6,6
>6,9 In wijken waar de sted. vernieuwing is afgerond moet het stedelijk gemiddelde minimaal benaderd zijn.
Sociale samenhang in de aandachtsgebieden (bron L&V)
5,7
Geen meting
Geen meting
6,5
>5,7 In wijken waar de sted. vernieuwing is afgerond moet het stedelijk gemiddelde minimaal benaderd zijn.
>=6.2
Geen meting
Geen meting
6,6
>=6,5 In wijken waar de sted. vernieuwing is afgerond moet het stedelijk gemiddelde minimaal benaderd zijn.
Algemene waardering woonomgeving (bron L&V)
103
Fysiek Wonen en werkomgeving
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator Boschveld Het bouwplan fase 2 (sloop/nieuwbouw) zal in 2014 worden opgeleverd. Aansluitend zal fase 3 ter hand worden genomen, eveneens sloop/nieuwbouw van corporatie BrabantWonen. Als het in 2013 gelukt is om een uitbater te contracteren voor een nieuwe supermarkt in het winkelcentrum, er overeenstemming is bereikt met de huidige vastgoedeigenaren en de benodigde vergunningen zijn verleend, is het mogelijk dat in 2014 gestart zal worden met de feitelijke bouw. De corporaties BrabantWonen en Zayaz hebben verder renovatieprojecten in voorbereiding en/of uitvoering. Tijdens de herstructurering van de wijk blijven wij stevig inzetten op het op peil houden van de dagelijkse leefbaarheid. Wij besteden, samen met de wijk, extra aandacht aan tijdelijk braakliggende bouwterreinen. Samen met de partners in de wijk blijven we inzetten op de pijlers die zijn afgesproken, namelijk gemengde buurt, zorgzame buurt, actieve buurt en jong zijn. Bij de pijler gemengde buurt volgen we de uitverhuizingen nauwgezet en zorgen, vanuit het Wijkplein ervoor, dat nieuwe bewoners goed geïnformeerd zijn over de wijk en de activiteiten die daar plaatsvinden. Bij de pijler zorgzame buurt gaan we verder met het inpassen van de functie Wijkplein in de nieuwe BBS. Vanuit het Wijkplein worden ook de activiteiten van de Talentenbank en Kroon op je Wijk (actieve buurt) aangeboden. De Talentenbank is steeds beter verankerd in de wijk en het aantal matches van vraag en aanbod groeit. De onderneming Kroon op je wijk gaat na de realisatie van de klussendienst in 2013, in 2014 één of meer nieuwe diensten realiseren. De presentie-methode Buurtman/buurtvrouw heeft zijn toegevoegde waarde bewezen. Deze werkwijze wordt voortgezet of geïmplementeerd in het reguliere werk. Met de Talentenbank-plus benadering blijven we de vrijwillige inzet van bewoners voor Boschveld, in beperkte mate en op afroep, ondersteunen. Bij de pijler jong zijn zetten we naast de fysieke bouw van de BBS ook in op de sociale verankering van de BBS in de wijk door via KlupUp een gevarieerd pakket aan activiteiten na schooltijd aan te bieden en het project Vreedzame school/vreedzame wijk op te starten. Voor de leerlingen waar zorgen over zijn is er een directe lijn tussen zorgteam en wijknetwerk. Leerlingen van groep 8 van de basisschool volgen we bij de overgang naar het voortgezet onderwijs.
104
Fysiek Wonen en werkomgeving
Gerealiseerd
Gedeeltelijk
Beknopte toelichting
Voorbereiding en uitvoeren fase 2 en 3 liggen op schema. Voor de supermarkt is een ondernemer in beeld. De onderhandelingen met de bewoners van de woningen boven de geplande winkel lopen nog. Er is dus nog niet gestart met de bouw. De corporaties werken bij meerdere complexen aan renovatie en hebben vervolgplannen
Het wijkplein is ingepast in de nieuwe BBS. De Talentenbank is steeds beter verankerd in de wijk en het aantal matches van vraag en aanbod is gegroeid. De Copernikkel, (voorheen kroon op je wijk onderneming) is vanaf medio 2014 gevestigd in het winkelcentrum aan de Copernicuslaan en daar uitvalsbasis voor verschillende bewonersactiviteiten. Vanuit daar zijn ook nieuwe diensten ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld de Wereldkeuken. De presentie-methode Buurtman/buurtvrouw heeft zijn toegevoegde waarde bewezen. Binnen de pijler jong is het nieuwe BBS-gebouw gerealiseerd. De BBS is een ontmoetingsplaats voor tal van activiteiten; de buurthuisfunctie is in het nieuwe gebouw opgenomen. Met de Pluspakketten (kleine projectsubsidies). Hiermee worden kleine samenwerkingsprojecten in de wijk mogelijk gemaakt. Het project Vreedzame school/ vreedzame wijk is inmiddels van start gegaan. Medio 2014 is Humanitas van start gegaan met een pilot “mentormaatjes, een nieuwe stap”. In deze pilot wordt extra aandacht geschonken aan jongeren die problemen hebben bij de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs.
Output indicator Bartjes In 2013 is BrabantWonen gestart met de renovatie van de woningen aan de Kastanjestraat; in 2014 worden de woningen aan het Lariksplein e.o. gerenoveerd. Direct aansluitend aan de renovatie wordt het openbare gebied door ons aangepakt waar dat kansrijk is én leidt tot verbetering van de leefomgeving. Deze aanpak is door ons in 2013 gestart en wordt in 2014 onverminderd voortgezet. Om de leefbaarheid op buurtniveau te verbeteren zorgen we ervoor dat we overlast en ontoelaatbaar gedrag in eerste instantie vanuit de overheid zichtbaar en repressief aanpakken. We spelen steeds in op actuele situaties in het renovatie- en inrichtingsproces om bewoners actief te krijgen en medeverantwoordelijkheid te geven. We verbinden deze bewoners met elkaar en met wijkprofessionals. Op individueel niveau versterken we kwetsbare bewoners door de huis-aan-huisgesprekken te benutten om een talentenbank op maat op te zetten en te werken vanuit één vast aanspreekpunt. We bouwen als professionele partners gezamenlijk aan het vertrouwen in instanties door te werken vanuit gemeenschappelijke afspraken. Eikendonk Langzaamaan nadert de wijk Eikendonk zijn voltooiing. In 2013 zijn ruim 100 huurwoningen opgeleverd. De laatste 36 nieuwbouwwoningen in de wijk, het zogenaamde middenblok, worden eind 2013, begin 2014 in aanbouw genomen na het doorlopen van de RO-procedure. In 2014 starten wij met de aanleg van de laatste fase van het openbare gebied, die wij in 2015 hopen af te ronden. Gestelsebuurt De eerste fase van de wijk Meerendonk wordt in 2014 afgerond met de bouw van 36 seniorenhuurwoningen ten noorden van BBS Nieuw Zuid. Aansluitend leggen wij de openbare ruimte aan. Er staan in de eerste fase dan nog enkele duurdere tweekappers te koop. In de loop van 2013 zullen wij ons via een verkennende studie beraden, over het verder in ontwikkeling nemen van de tweede, noordoostelijke fase van Meerendonk. Afhankelijk van de uitkomst van deze studie wordt de planvorming voor de tweede fase in 2014 in voorbereiding genomen. Sociaal gezien investeren we in het vormgeven van goede voorzieningen zoals de BBS Nieuw-Zuid, waarmee we bewonersinitiatieven faciliteren en zorgen voor gericht aanbod aan o.a. laag-taalvaardigen. De wijkprofessionals en vrijwilligers van het Wijkplein zijn meer gericht op individuele ondersteuning van kwetsbare bewoners. De Talentenbank ontwikkelt zich verder en laat een groei van matches tussen vraag en aanbod zien.
105
Fysiek Wonen en werkomgeving
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Gedeeltelijk
De woningen aan het Lariksplein e.o. zijn gerenoveerd. In de openbare ruimte zijn het zgn. Wilgenplein, alsmede de wijkspeelplaats respectievelijk heringericht en opgeknapt. De realisatie van een vissteiger aan de Aa is akkoord en wordt voorjaar 2015 uitgevoerd. Voor het gebied ten zuiden van de Wilgenstraat is het bestek gereed en aanbesteed. De hierin onderscheiden werkvakken worden in 2015 en verder uitgevoerd. Duidelijk waarneembaar is dat bewoners actiever zijn geworden; zij zetten zich vaker in voor acitiviteiten die in de wijk plaatsvinden. Daarbij blijft professionele inzet en onder-steuning van bewoners echter noodzakelijk. Er is een vaste groep werkers in de wijk aanwezig (o.a. een wijkwerker). Het vertrouwen van professinals in de bewoners is toegenomen evenals het vertrouwen van bewoners in de aanwezige professionals.
Ja
Het middenblok is 2e helft 2014 in aanbouw genomen en wordt dit jaar opgeleverd. Start bouw is later dan aanvankelijk gepland. Wij streven er echter nog steeds naar om de aanleg van de openbare ruimte eind 2015 af te ronden.
Gedeeltelijk
Door financiële prioriteitstelling bij BrabantWonen is start bouw van de 36 seniorenhuurwoningen aanzienlijk vertraagd. Deze worden nu in het voorjaar 2015 in aanbouw genomen. De verkoop en bouw van de dure tweekappers verloopt voorspoedig. De laatste 10 tweekappers worden in 2015 in aanbouw genomen. De verkennende studie naar de mogelijkheden van een uitbreiding van Meerendonk in noordoostelijke richting wordt naar verwachting voor het zomerreces afgerond. Er is een gevarieerd aanbod van activiteiten voor en door bewoners beschikbaar in de BBS; ‘ABC leert mee’ biedt binnen de BBS taalonderwijs aan, dat is afgestemd op de behoefte van de cursisten. In de Wijkwinkel werken spreekuur-houders vanuit Divers, Juvans en gemeente (WMO-consulent, Sociaal Raadslieden); dit spreekuur wordt echter door een beperkt aantal bezoekers gebruikt. Het aanbod van de Talentenbank is opgenomen in dat van Platform 073 (matches op buurtniveau).
Output indicator Hambaken Er is door de gemeente in overleg met de klankbordgroep Hambaken een fysiek projectenplan gemaakt voor de periode 2012 t/m 2014 voor de openbare ruimte. Er wordt ingezet op parkeerplaatsen in de Sprookjesbuurt, de aanpak van de fietspaden en reconstructie van de Zirkoon en het Wielsem. Tevens worden in de 1e t/m de 4e Hambaken onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Zayaz wil op termijn 75 Mondriaanwoningen aan het Wielsem, tegenover het winkelcentrum en de Brede Bossche School De Hambaken, slopen en vervangen door zorgwoningen. Deze termijn is echter opgeschoven in verband met de investeringsstop die Zayaz in 2012 heeft ingesteld. Het jaar 2014 is het tweede jaar van het uitvoeringsplan Hambaken. Samen met de wijkraad Hambaken werken we aan een leefbare en veilige buurt. In 2014 liggen de accenten op verdere versterking van een compacte inzet van professionele ondersteuning. Versnippering wordt zoveel mogelijk voorkomen en het uitvoeringprogramma is richtinggevend. Er wordt vraaggericht gewerkt. Om de kracht in de wijk te versterken wordt vooral ook naar kansen gekeken en benut. De verdere ontwikkeling van het wijkteam is gericht op het principe ’één gezin, één plan’ en het verbinden met kansen en maatschappelijke participatie. In 2014 werkt het wijkteam vanuit het vernieuwde Wijkplein in de BBS. De samenhang met de school in de BBS wordt verder ontwikkeld.
106
Fysiek Wonen en werkomgeving
Gerealiseerd Gedeeltelijk
Beknopte toelichting Het fysiek projectenplan gemaakt voor de periode 2012 t/m 2014 voor de aanpak van de openbare ruimte is afgerond op twee projecten na. De reconstructie van een gedeelte van het Wielsem nabij de BBS en het winkelcentrum wordt in 2015/2016 uitgevoerd samen met een reconstructie van een gedeelte van De Zirkoon. Eind 2014 is gestart met het opstellen van een integraal plan voor de Hambaken. Deze gaat voornamelijk in op de sociale pijler. De fysieke pijler gaat in op welke wijze de openbare ruimte optimaal beheerd kan worden. In 2014 is uitvoering gegeven aan een programma op de onderdelen sociaal, veilig en fysiek. Aan Hambaken Gym is een ontwikkelopdracht gegeven om kinderen en jongeren te stimuleren tot meer zelfredzaamheid. In Noorderpoort is met inzet van een kwartiermaker een Bewonersbedrijf opgericht waar diensten ontstaan en bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Om de draagkracht bij kwetsbare bewoners te vergroten is ingezet op projecten waarbij bewoners elkaar ondersteunen. Voor de aanpak van individuele vragen en problemen zijn sociale wijkteams gevormd. De Wijk- en Buurtmonitor laat zien dat doelen m.b.t. de leefbaarheid/ wijkveiligheid zijn gehaald. De afgesproken fysieke projecten in de openbare ruimte zijn uitgevoerd, pleinen, fietspaden, Het Wielsem. De plannen van Zayaz om de woningen aan het Wielsem te slopen zijn gecancelled. In samenspraak met de bewoners hebben betreffende woningen een facelift gekregen. Er is een begin gemaakt om het tweejarig uitvoeringsprogramma te evalueren en er zijn voorbereidingen getroffen voor een vervolg in de komende jaren.
Output indicator Orthen-Links De uitvoering van sloop en de nieuwbouw zorgt de komen jaren voor veel bewegingen in Orthen Links. Met het leefbaarheidsplan gaan we er vanuit dat de huidige bewoners prettig kunnen blijven wonen in hun buurt. Nadruk ligt op het zoveel mogelijk beperken van de overlast die de herstructurering met zich mee brengt. In 2014 worden straatcontactpersonen geworven. Met onder andere de resultaten van de gevoerde huis aan huis gesprekken wordt het plan van aanpak sociale visie verder uitgevoerd. Er worden informatiebijeenkomsten gehouden over onderwerpen die de bewoners hebben aangedragen zoals onder andere “omgaan met geld”, mogelijkheden voor zelfstandig ondernemers en het Taalnetwerk. In 2014 wordt het beheer van het buurthuis overgedragen aan de bewoners. Het sociaal beheer wordt verminderd. De procedure voor de eerste fase, de appartementen, is doorlopen. De bouw kan worden gestart afhankelijk van de zienswijzen op bestemmingsplan Orthen-Links. Kruiskamp en Schutskamp Samen met de partners in de wijk blijven we inzetten op de drie pijlers die zijn afgesproken in het ontwikkelplan Kruiskamp Schutskamp 2012 – 2022. Bij de pijler leefbaarheid en veiligheid geven we verschillende ontwikkellocaties een impuls door deze te combineren met het vitaliseren van de openbare ruimte, samen met bewoners. Daarnaast blijven we het buurt informatie netwerk verder uitbouwen en zetten we in op terugdringen jeugdoverlast. Bij de Pijler kwaliteit van wonen wordt ingezet om het voorzieningenaanbod in de wijk toekomstbestendig te maken. Bij de pijler samenleven en zorg gaan we middels het Wijkteam Helftheuvel (pilot wijkteam sociaal DNA) inzetten op het verbeteren van de positie van kwetsbare huishoudens, het stimuleren en faciliteren van buurtinitiatieven en zelforganisatie, het vergroten van de sociale samenhang en het terugdringen van maatschappelijke kosten. In april 2014 is er een eerste tussenevaluatie, om te zien of we op deze onderdelen verbeteringen hebben geboekt.
107
Fysiek Wonen en werkomgeving
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Gedeeltelijk
Zes jaar geleden werd het besluit genomen om de 260 huurwoningen in de wijk te slopen en nieuwbouw te plegen. De vernieuwing van de wijk zal de komende jaren fasegewijs ingevuld gaan worden. De procedure bestemmingsplan is afgerond en in de zomer is gestart met nieuwbouw, een appartementen complex van 50 huurwoningen. Verwachte oplevering in zomer 2016. Voor de nieuwbouw moest het oude buurthuis De Herpen wijken. Ook een 12-tal woningen aan de Adelheidstraat zijn in afwachting van nieuwbouw gesloopt. In het voorjaar zijn in een tweetal woningen een tijdelijk buurthuis en het wijkplein gerealiseerd. Tijdens de vernieuwing van de wijk zorgen BrabantWonen en gemeente op basis van een leefbaarheidplan dat het prettig wonen blijft.
Gedeeltelijk
Als uitvloeisel van het vitaliseringsplan, dat in 2014 door het college is vastgesteld, zijn de eerste vitaliseringsplannen opgesteld en in 2014 in uitvoering genomen. In 2015 wordt er gestart met een 2e fase van de Zeehelden buurt. In 2015 zal in overleg met de wijkraad een jaarplan vitalisering voor 2016-2019 worden opgesteld. Ervaring met het pilot wijkteam Kruiskamp Schutskamp heeft geleid tot een verdere aanscherping van de opdracht van de wijkteams. De uitkomsten van de evaluatie waren meer indicatief dan representatief. De evaluaties geven de indruk dat de kanteling vruchten afwerpt (transformatie werkt) en dat door de teams met name lichte ondersteuning is geboden (nog geen transitietaken uitgevoerd). Het team kwam te weinig toe aan collectieve en preventieve activiteiten en de taken hadden deels overlap met de taken van basisprofessionals. In het najaar van 2014 zijn er stadsdekkend wijkteams gevormd die vanaf januari 2015 operationeel zijn geworden. Deze teams richten zich vooral op huishoudens met een meervoudige ondersteuningsbehoefte. Collectieve en preventieve taken en de enkelvoudige ondersteuning blijven taken van de basisprofessionals.
Schone, hele en veilige openbare ruimte Wat wilden we bereiken? Een schone, hele en veilige openbare ruimte waar de burgers tevreden over zijn, zich betrokken bij voelen en zich actief opstellen bij acties en activiteiten in het kader van leefbaarheid. De verloedering van de openbare ruimte wordt aangepakt. Ondanks de bezuinigingen trachten we het inmiddels bereikte onderhoudsniveau overal in de stad te handhaven. Dat wil zeggen consolideren van het onderhoudsniveau sober tot basis. Daar waar wenselijk i.v.m. veiligheid, worden aanpassingen gedaan aan de openbare ruimte. Bewoners worden gestimuleerd om ook hun bijdrage te leveren aan een betere leefbaarheid van de openbare ruimte. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2011
2013
2014*
2014
4,7 (2008)
3,8
3,8
3,8
Rapportcijfer klanttevredenheid schoonhouden naaste woonomgeving2 (KTO R&B)
6,2
6,6
6,4
6,6
Rapportcijfer klanttevredenheid onderhoud groen (KTO R&B)
7,3
7,8
7,4
7,3
Rapportcijfer klanttevredenheid straatmeubilair (KTO R&B)
7,2
7,2
7,1
7,2
Rapportcijfer klanttevredenheid onderhoud wegen (KTO R&B)
7,1
7,6
7,2
7,1
Rapportcijfer klanttevredenheid onderhoud speelvoorzieningen (KTO R&B)
6,9
6,8
6,7
Kengetal verloedering (L&V) 0= weinig voorkomend, 10= veel voorkomend) 1
7,5
Het klanttevredenheidsonderzoek 2011 geeft aanleiding om kritisch om te gaan met de in 2010 vastgestelde ambitie 2014. We streven er naar om, ondanks de doorgevoerde bezuinigingen, minimaal het positieve resultaat van 2011 vast te houden. Voor de speelvoorzieningen blijft het streven een 7,5 te behalen. 1. Samengesteld uit de onderwerpen: hondenpoep op straat, rommel op straat, bekladding van muren en/of gebouwen, vernieling van telefooncellen en bushokjes. 2 Samengesteld uit indicators: verwijderen zwerfafval, verwijderen graffiti, vegen van straten, verwijderen van herfstblad, leegmaken papierbakken, verwijderen van onkruid tussen de stoeptegels, wieden van onkruid. * Deze meting wordt 1 keer per 2 jaar verricht. De eerstvolgende meting is in 2015.
108
Fysiek Wonen en werkomgeving
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator Herinrichting van de Markt in Rosmalen.
Geïntensiveerd Onderhoud: afronding van de 2e fase herinrichting Verwersstraat, herinrichting Peperstraat, Oude Dieze en Triniteitsstraat. Ponte Palazzo, herinrichting omgeving.
Gerealiseerd Nee
Ja
Gedeeltelijk
Beknopte toelichting Loopt gelijktijdig met Komplan Zuid Uitvoering voorzien in 2015. Afgerond in 2014.
Oplevering medio 2015
Nieuwe Bartenbrug, afronding herinrichting omgeving (Muntelbolwerk, Graafseweg, Hinthamereinde) en herinrichting van de omgeving van de Watertoren (Aastraat, Bossche Pad).
Nee
Vertraging Bartenbrug. In 2014 is besloten tot een nieuw ontwerp. Herinrichting omgeving volgt na oplevering nieuw ontworpen brug.
Eikendonk, inrichting openbare ruimte (middenblok).
Nee
Inrichting in 2015 na oplevering bouwplan.
Zuiderpark/Stadswalzone, afronding herinrichting omgeving nieuwe parkeergarage.
Gedeeltelijk
Is zo goed als afgerond. Oplevering medio 2015.
Herinrichting openbare ruimte Vestingwerken.
Gedeeltelijk
Bolwerk Sint Jan en Buitenhaven afgerond in 2015.
De aanleg van de wijkspeelplaats in Boschveld, bij de nieuwe BBS.
Ja
Afgerond in 2014.
De afronding van de aanleg wijkspeelplaats Meerendonk.
Ja
Afgerond in 2014.
De afronding van de aanleg wijkspeelplaats Zuiderpark.
Ja
Afgerond in 2014.
Afronding van de uitvoering buurtpleinen. Planvorming en start aanleg van de laatste 2 buurtpleinen. Planten van bomen in het kader van het Bomenplan.
Gedeeltelijk Ja
Ja
Uitvoering geven aan de Lichtvisie voor de binnenstad.
Nee
We gaan verder met het omvormen van duurdere beplanting als bezuinigingsmaatregel. Er zullen heesters en éénjarigen worden omgevormd en plantenbakken verwijderd. De bewoners zullen vooraf worden ingelicht over de maatregelen. We bieden de bewoners aan om het beheer in eigen hand uit te voeren als middel om de omvormingen te voorkomen. De opbrengsten van het zelfbeheer zullen een zodanig rendement op moeten leveren dat de bezuinigingsdoelen worden gerealiseerd.
Gedeeltelijk
Hofstad 2e fase in 2015. Palmboomstraat en Kapelaan Koopmansplein uitvoering 2015. In 2014 is een aantal projecten uitgevoerd. Vaststelling en start Uitvoering 2015. Het omvormen van duurdere beplanting is in de meeste wijken gerealiseerd. In Rosmalen is er nog steeds veel weerstand tegen de maatregel en zijn we in overleg met de bewoners. Het aanzien van het groen is door deze maatregelen versoberd, de kleur en variatie verdwijnen.
We realiseren de bezuinigingsmaatregel tot het verlagen van de frequentie van het repareren en vervangen van het straatmeubilair.
Ja
Bezuiniging is gerealiseerd.
We realiseren de bezuinigingsmaatregel tot het verlagen van de frequentie van klein onderhoud aan verkeerslichten.
Ja
Bezuiniging is gerealiseerd.
109
Fysiek Wonen en werkomgeving
Output indicator We passen bij de hotspots inbraken en de donkere plekken in de stad de openbare verlichting aan, conform het beleidsplan openbare verlichting.
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Ja
Het beleidsplan Openbare Verlichting is conform planning uitgevoerd.
Samen met de bewoners worden wijkacties uitgevoerd. In een gecoördineerde actie wordt een wijk of buurt helemaal schoon gepoetst en worden kleine reparaties uitgevoerd. Voorwaarde is dat bewoners minimaal 1 dagdeel meehelpen.
Ja
Er zijn 11 wijkacties uitgevoerd. Voor het eerst zijn ook in de buurten Hengmeng, Lugteren en Graafsewijk Noord acties georganiseerd.
We organiseren de zwerfafvaldag, waarbij bewoners en verenigingen een ochtend actief meehelpen met het opruimen van zwerfafval.
Ja
De zwerfafvaldag op 29 maart was met bijna 1.000 deelnemers een groot succes.
We werven vrijwilligers voor de begeleiding van de P.J. Friends-actie waarin scholieren onder begeleiding een stukje van hun buurt schoon houden. De inzet concentreert zich in de wijk West. Bij de werving wordt samen gewerkt met Zayaz en BrabantWonen.
Ja
In 2014 zijn er in totaal 28 P.J.-Friends acties gehouden. Door de samenwerking met Zayaz en Brabantwonen breidt het aantal gebieden waar P.J. acties worden gehouden zich nog steeds uit. Dit blijft vooralsnog geconcentreerd in West (Boschveld, Schutskamp, Deuteren, Belgische buurt en Hollandse buurt). Daarnaast ontstaat een bredere en solidere basis van vrijwilligers.
In 2012 is de problematiek rondom zwerfafval en de gemeentelijke aanpak geanalyseerd. Verbeterpunten hieruit worden ook in 2014 ingezet waarbij de prioriteit bij de aandachtsgebieden ligt.
Ja
In 2014 is een plan opgesteld gericht op de zwerfvuilaanpak en de eigen verantwoordelijkheid van bewoners, bezoekers en ondernemers in de Binnenstad. Dit plan wordt in 2015 uitgevouwen. Daarnaast is de samenwerking met de woningcorporaties geintensiveerd en zijn de bestaande initiatieven als bewustwording door middel van communicatie, wijkacties, buurtveger, voorlichting op scholen e.d. voortgezet.
We willen onze werkzaamheden op het gebied van reiniging beter zichtbaar maken voor de burger. Door voor de burger zichtbaar te reinigen, wordt geprobeerd het gedrag van de burger positief te beïnvloeden.
Ja
De reinigingswerkzaamheden in Rosmalen worden voortaan in de social media gemeld.
Naar aanleiding van het burgerinitiatief ‘gemeente Bijt Hond’ zijn de afgelopen jaren diverse uitbreidingen en verbeteringen van de hondenvoorziening doorgevoerd. In 2013 evalueren we de genomen maatregelen en stand van zaken. In 2014 wordt op basis van bijgewerkt foldermateriaal en de bevindingen uit de evaluatie een communicatietraject ingezet.
Gedeeltelijk
De voorgenomen evaluatie in 2013 is uitgesteld vanwege onduidelijkheden rond de uitspraak van het Gerechtshof over de hondenbelasting, waardoor een evaluatie bij hondenbezitters op dat moment niet gepast gevonden werd. De communicatiemiddelen t.a.v. hondenvoorzieningen zijn medio 2014 geactualiseerd.
In het kader van “Samen voor een schoon ‘s-Hertogenbosch” worden de volgende acties georganiseerd:
110
Fysiek Wonen en werkomgeving
Verbetering kwaliteit groen Wat wilden we bereiken? Verbetering van de kwantiteit en kwaliteit van het groen in en om de stad. Deze ambitie hebben wij reeds enkele jaren verankerd in onze aanpak voor De Groene Delta. Deze aanpak is succesvol en inmiddels wordt gewerkt aan een vervolg in de vorm van een Uitvoeringsprogramma De Groene Delta II 2013 - 2015. Daarnaast werken wij regionaal aan de verbinding van de Groene Delta met andere grootschalige groene landschapen zoals het Groene Woud. Wij hebben de ambitie de Groene Delta op te schalen naar de grotere regio Noordoost Brabant.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Nee
Toelichting heeft betrekking op de eerste 3 items. In 2014 heeft besluitvorming plaatsgevonden rondom Landschap van Allure. De investeringsaanvraag ‘Harba Lorifa’ is niet gehonoreerd. In hetzelfde jaar is er een nieuw programma onder de naam De Bossche Buitens ingediend. Ook deze is niet gehonoreerd.
Uitvoeringsprogramma De Groene Delta II In het programma Groene Delta II gaat het voor de gemeente ‘s-Hertogenbosch vooral om de gebieden Hooge Heide, Diezemonding en Maasuiterwaarden en Groene Vingers. Het idee is om de uitvoering voort te zetten en te komen tot realisatie van uiteenlopende projecten op het gebied van natuur, landschap, cultuurhistorie en recreatie. Andere partners blijven binnen De Groene Delta investeren in onder andere de Natura 2000-gebieden De Gement, Moerputten en Het Bossche Broek, de Heinis en het Dynamisch Beekdal van de Aa. De inhoud en de financiering van het Uitvoeringsprogramma De Groene Delta II hangt nauw samen met de Investeringsaanvraag voor Landschap van Allure Het Groene Woud. Onder de naam ‘Harba Lorifa’ gaat het vooral om het Kanaalpark Zuid-Willemsvaart. Het Kanaalpark vormt een robuuste verbinding tussen Maas en Het Groene Woud. Naast eigen investeringen vragen wij een bijdrage van de provincie. In de toekenning van de eerste ronde provinciale subsidie hebben wij geen bijdrage gekregen.
In overleg met de provincie en partners van De Bossche Buitens is bepaald dat er ondanks de afwijzing van de aanvraag gezocht wordt naar alternatieve financiering en realisatie. Dit proces is lopende en wordt naar verwacht medio 2015 afgerond.
Het Investeringsprogramma ‘Harba Lorifa’ richt zich op het versterken van de relatie stad en Het Groene Woud. Het is een regionaal programma met publieke en private partijen. Het betreft naast het Kanaalpark Zuid-Willemsvaart ook projecten als een Boomkronenpad- en belevingscentrum IJzeren Man (gemeente Vught), Natuurontwikkeling Essche Stroom, Transformatie Buurtschap De Ruiting bij Esch (gemeente Haaren) en twee landgoederen namelijk Haanwijk (Sint-Michielsgestel) en Denneboom (gemeente Schijndel).
De planning voor het nieuwe programma voor De Groene Delta II is aangepast naar aanleiding van de besluitvorming rond Landschap van Allure. De nieuwe planning is om het programma medio 2015 te laten vaststellen.
111
Fysiek Wonen en werkomgeving
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Wij werken aan een publiek-private samenwerking rondom Intratuin en de voormalige Proefboerderij. De ambitie voor de voormalige Proefboerderij is komen tot een ‘stads- en streekboerderij’ met een lokale (’s-Hertogenbosch – Rosmalen) tot regionale functie (Het Groene Woud).
Gedeeltelijk
De Stadsboerderij Eygentijds is al in bedrijf. De gemeente is nog in gesprek met Intratuin over landschappelijke inpassing in het Kanaalpark.
Binnen De Groene Delta en Landschap van Allure wordt extra ingezet op het realiseren van twee robuuste verbindingen van Het Groene Woud naar de Maas. In De Groene Delta zijn deze aangeduid als ‘Rondje west’ en ‘Rondje oost’. ‘Rondje oost’ valt samen met het Kanaalpark Zuid-Willemsvaart. Rondje west is deels gekoppeld aan het project Gebiedsversterking Oostelijke Langstraat (GOL). Het is een omvangrijk integraal project, met daarbinnen de realisatie van een faunatunnel onder de A59, dat gecombineerd wordt met het project HoWaBo (hoogwaterbestrijding rond ’s-Hertogenbosch).
Ja
Het Kanaalpark Zuid-Willemsvaart is in uitvoering genomen. In GOL-verband is positief besloten over een faunatunnel onder de A59 in combinatie met het project HoWaBo.
Een deel van de opgave binnen het ‘Rondje west’ is gelegen in de Kloosterstraat. Voor dit gebied inclusief de omgeving van Den Dungen wordt in 2013-2014 gewerkt aan een integrale visie en uitvoeringsprogramma.
Gedeeltelijk
Er is een bestuurlijk commitment over de visie op hoofdlijnen voor de Dungense polder (voormalige Kloosterstraat). De raad wordt in 2015 geïnformeerd over het bestuurlijke resultaat en de vervolgstappen. In de loop van 2015 zal na goedkeuring een uitwerking plaatsvinden van de vervolgstappen zijnde een beheers- en inrichtingsplan.
112
Fysiek Wonen en werkomgeving
Bestemmingsplannen en RO-procedures Wat wilden we bereiken? Het realiseren van de programma’s voor de functies als wonen, werken en voorzieningen in stedenbouwkundig aantrekkelijke woon- en werkgebieden. Daarnaast willen wij belanghebbenden en belangstellenden vroegtijdig in de planvorming van deze gebieden betrekken. Tevens blijft het van belang om de door ons vervaardigde RO-producten zoals bijvoorbeeld de gestandaardiseerde en gedigitaliseerde bestemmingsplannen via internet meer toegankelijk te maken. Ten gevolge van het recente actualisatieprogramma van bestemmingsplannen is daar een grote slag in geslagen. Daarnaast willen we alert kunnen blijven reageren op initiatieven vanuit de markt. Vaak resulteert dit in een RO-procedure op maat. Deze kan bestaan uit een bestemmingsplan- of afwijkingsprocedure.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Per 1 juli 2013 gelden voor het gemeentelijk grondgebied van ’s-Hertogenbosch actuele bestemmingsplannen, behoudens enkele gebieden. Hierover bent u reeds, via het 2-jaarlijkse overzicht bestemmingsplannen, geïnformeerd. Een actualisatieopgave blijft echter bestaan aangezien bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. De jaarlijkse opgave van deze actualisatie is beperkt ten opzichte van voorgaande jaren.
Ja
Zie het 2-jaarlijkse overzicht bestemmingsplannen.
In 2014 wordt aangevangen met de bestemmingsplannen voor: - ‘t Zand - Orthenpoort - van Broeckhovenlaan - Kruisstraat II - Buurtschap Kruisstraat - A2
Gedeeltelijk
Met het bestemmingsplan Kruisstraat II wordt in 2015 een aanvang genomen, zodat in 2016 tijdig over een actueel plan kan worden beschikt. Voor de A2 wordt overwogen een beheersverordening vast te stellen.
113
Fysiek Wonen en werkomgeving
Output indicator Gezien de complexiteit van de huidige economische situatie wordt geconstateerd dat het proces van initiatief tot realisatie niet meer zo continue is als voorheen. Initiatieven die in eerste instantie kansrijk lijken en om snelle besluitvorming vragen blijken verderop in het proces, om moverende redenen, geen doorgang te kunnen vinden. Dit betekent dat we als organisatie snel moeten kunnen schakelen en dat lange termijn planningen moeilijk te maken zijn. Er staan nog bestemmingsplannen op de rol voor de volgende ruimtelijke ontwikkelingen: - GZG-terrein - Jan Sluijterstraat - Brand II - Orthen-links - Molenhoekpassage Afgezien van deze plannen is er voor 2014 geen planning van andere op ontwikkeling gerichte bestemmingsplan- of afwijkingsprocedures. Naar verwachting zal voor het centrumplan Rosmalen een (bouwplangebonden) afwijkingsprocedure worden gevoerd.
Gerealiseerd Gedeeltelijk
Beknopte toelichting Voor het GZG terrein is nog geen ruimtelijke procedure opgestart. De overige plannen zijn in procedure danwel reeds vastgesteld. Naast de genoemde ruimtelijke ontwikkelingen, zijn voor een groot aantal (ca. 60) andere ruimtelijke ontwikkelingen in 2014 procedures (bestemmingsplan procedure of afwijkingsprocedure) gevoerd. De belangrijkste zijn: Bestemmingsplannen: - De Lanen - Duetstraat-Refreinstraat - Schietbaan Kloosterstraat - De Hoef Zuid - Rijzertlaan - Hockeycomplex - Geldersedam - Boschveldweg - Pompen en Verlouw - Afwijkingsprocedures: - Stadionlaan – Tivoliweg - Woonboulevard De Herven - Boschveld 3e fase - Appartementen Meerendonk - Helftheuveltoren - Appartementen Zeeheldenbuurt - Bouwblok G Paleiskwartier
Inspirerend architectuurklimaat Wat wilden we bereiken?
Een architectuurklimaat dat creativiteit bevordert, eenvormigheid voorkomt en aan de bouwwerken uit de verschillende perioden, statements uit de 21e eeuw toevoegt.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Ondersteuning initiatieven van het Bosch Architectuur Initiatief (zoals de jaarlijkse prijsvraag) en het City Change Centre.
Ja
Ondersteuning in de vorm van subsidieverstrekking en daarnaast is actief bijgedragen aan diverse bijeenkomsten en projecten, zoals de ideeënprijsvraag “Laat De Heus Vonken”, BAI-night en de Dag van de Architectuur.
114
Fysiek Wonen en werkomgeving
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
62.289
65.159
90.274
62.244
28.030
V
Baten
30.494
33.292
45.626
31.469
14.157
N
- 31.795
- 31.867
- 44.648
- 30.775
13.873
V
-Toevoegingen
8.445
3.771
3.966
15.076
11.110
N
-Beschikkingen
16.165
8.892
22.113
17.306
4.807
N
7.720
5.121
18.147
2.230
15.917
N
- 24.075
- 26.746
- 26.501
- 28.545
2.044
N
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen
Per saldo mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Vervroegingsbijdrage A59 (1.623.000 N) • Automatisering BAG (€ 131.000 N) • Voorziening planschades Bartenbrug (€ 641.000 N) • Leges omgevingsvergunningen (€ 112.000 V) • Hogere kosten gladheidbestrijding, o.a. aanpassing materieel (€ 172.000 N) • Lagere kapitaallasten (€ 595.000 V) • Hogere kosten baggerwerkzaamheden (€ 143.000 N)
115
Fysiek Wonen en werkomgeving
116
Fysiek Wonen en werkomgeving
Bereikbare stad
Ambitie Onze ambitie is het verbeteren van de bereikbaarheid van de stad. Centraal daarbij staat een goede bereikbaarheid van de stad voor alle vervoersmodaliteiten. Bij werkzaamheden in de openbare ruimte moet de overlast voor burgers zo veel mogelijk beperkt worden.
Goede bereikbaarheid voor alle verkeersmodaliteiten Wat wilden we bereiken? Zoals opgenomen in de geactualiseerde Koersnota Infrastructuur (2013-2015) staat een goede bereikbaarheid van de stad voor alle vervoersmodaliteiten centraal. Wij bezien bereikbaarheid nadrukkelijk met in acht name van leefbaarheid en economische bereikbaarheid. We willen komen tot een trendbreuk in de keuze van vervoermiddel. Extra impulsen ten aanzien van fiets en Openbaar Vervoer (OV) gebruik in samenhang met het op orde brengen van de infrastructuur voor de auto moeten uiteindelijk in 2015 leiden tot een afname van 10% in het aandeel van de auto t.o.v. de periode 20042006. Aan de basis hiervan liggen onder andere het geleidelijk autoluwer maken van de binnenstad, het intensiveren van het transferiumgebruik, het vrijmaken van extra ruimte voor OV-doorstroomassen en het stimuleren van het fietsgebruik o.a. via investeren in fietsnetwerk, fietsparkeren, innovatie en communicatie. Met het Rijk, provincie, regio en bedrijfsleven streven wij naar een integrale aanpak van de belangrijkste aansluitingen op de ringstructuur van onze stad (N65, A59, N279, parallelwegen A2/ Bruistensingel) samen met andere overheden (en bedrijfsleven).
117
Fysiek Bereikbare stad
Indicatoren
Index auto*
Nulmeting
Realisatie 2012
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2013
2014
2014
100
102,1
91,2
92
-8%
100
93,1
****
****
+5%
100
117,7
****
****
+2%
****
****
auto 50% fiets 44% OV 6%
Bron: telling ORV Index fiets
Bron: telling ORV Index OV
Bron: telling ORV Bepaling modal split intern
auto 61% fiets 34% OV 5% (2007-2009)
Bron: bewerking CBS-gegevens Mobiliteits-onderzoek Nederland *** Ketenmobiliteit, Gebruik transferia ***
336.000
469.000
556.000
496.750
Bron: Stadstoezicht Veiligheid: slachtoffer-ongevallen
149 (2008)**
De Minister van I&M heeft 10 (2012)*** aangegeven dat de ongevallengegevens niet de vereiste statistische betrouwbaarheid hebben.
-14%
Bron: VIA Tevredenheid bereikbaarheid van het centrum per fiets
89%
86%
87%
****
90%
36%
43%
38%
****
42%
50%
50%
49%
****
55%
Bron: Omnibus Tevredenheid bereikbaarheid van het centrum per auto
Bron: Omnibus Tevredenheid bereikbaarheid van het centrum per OV
Bron: Omnibus Tevredenheid bereikbaarheid van het centrum via Transferia
55%
53%
52%
****
60%
53%
56%
52%
****
59%
Bron: Omnibus Ervaring verkeersveiligheid Bron: Omnibus
*)
Bij de index auto is de randweg in de nulmeting nog niet meegenomen omdat in 2009 de randweg nog niet open was en er daarom geen cijfers beschikbaar zijn. Een vergelijking is daarom niet mogelijk. **) In de vorige jaarrapportage was de waarde 85; dit is overige gewonden ongevallen. Daar komen nu de meldkamerongevallen bij, waardoor de cijfers niet vergelijkbaar zijn. Daarom is nu gekozen voor de landelijke definitie van slachtofferongevallen. ***) Op basis van de recente actualisering van de Koersnota zijn deze ambities bijgesteld ****) Een aantal gegevens is nog niet beschikbaar i.v.m. aanlevering door derden danwel niet voorhanden voor 2013 en 2014 i.v.m. geen of beperkte registratie in voornoemde jaren.
118
Fysiek Bereikbare stad
500.000
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator Uitvoering Parallelweg 2de fase.
Gerealiseerd Gedeeltelijk
Beknopte toelichting Opening 2015.
Uitvoering herinrichting Willems- en Wilhelminaplein.
Ja
Uitvoering parkeergarage Hekellaan
Gedeeltelijk
Opening 2015.
Uitwerken van de verschillende projecten vanuit het Bereikbaarheidsprogramma Koersnota 2013: - Uitwerkingsplan Transferia - Nota Parkeernormen - Haalbaarheidsstudie NS-station Maaspoort
Gedeeltelijk Nee Gedeeltelijk
Besluitvorming in 2015. Volgt in 2015. Quick Scan uitgevoerd. Verkenning 2015.
Gedeeltelijk
Studie uitgevoerd. Besluit en uitvoering 2015.
- Start uitbreiding bestaande Parkeerrouteinformatiesysteem (PRIS)
Fase 1 is volledig gerealiseerd. Fase 2 volgt.
- Start realisatie OV binnenstadshaltes op de binnenstadsring.
Nee
Voorbereiding is gestart. Realisatie 2015.
- Start realisatie van de doorstromingsmaatregelen OV op de binnenstadsring.
Nee
Voorbereiding is gestart. Realisatie 2015.
- Studie en start realisatie eerste fase van de stedelijke HOV-as Rosmalen/DGW - Start van de integrale aanpak van de doorstroomassen MagistratenlaanZandzuigerstraat-Hambakenweg en Gestelseweg-Merwedelaan-Bruistensingel. Uitwerken van de verschillende projecten die voortvloeien uit de studie Oost-West Verbindingen waaronder Stadionweg-Tivolilaan. Continue monitoring verkeer en vervoer.
Gedeeltelijk Ja/Gedeeltelijk
Gedeeltelijk
Ja
Studie afgerond. Realisatie 2015. Fase 1A in voorbereiding. Realisatie 2015.
Opening Stadionlaan-Tivoliweg in 2015. Snelfietsroute in realisatie. Effectief via vaste telpunten, parkeerapparatuur en via 50 verkeerslichtenregelingen
Realisatie van het programma ‘lekker fietsen’: hiertoe behoren onder andere uitvoering fietsnetwerk (o.a. Reitscheweg, Hervensebaan,Senecalaan/De Pettelaar, F59/Aartshertogenlaan (Noordkant), Kooikersweg, Fietspad Hintham (fietspad langs de Aa), Diezekade, Maastrichtseweg, Zuiderparkweg, Woltersstraat) en promotiecampagnes.
Gedeeltelijk
Actief inspelen op kleine verkeersvragen en –knelpunten.
Ja
Diverse verkeersdrempels op verzoek en in overleg met bewoners, zebrapaden aangelegd in schoolomgevingen, aanbrengen van mobiele snelheidsdisplays om de snelheid te controleren en te monitoren.
Vervangen van 2 verkeersregelinstallaties.
Ja
De VRI’s Orthenseweg – Citadellaan – Vogelstraat en Blauwe Sluisweg – Groote Vlietlaan alsmede 2 GOP-jes (Geregelde OversteekPlaats), Molenstraat en Maaspoortweg zijn vervangen en aangepast. Door de WillemsUnie zijn de verkeerslichten op de aansluiting afrit A2-Bruistensingel vervangen. Deze installaties komen in beheer bij de gemeente.
Uitvoering van maatregelen doorstroming Openbaar Vervoer
Ja
Verkeerslichtbeïnvloeding: Project ombouw VECOM (Vehicle Communication) naar KAR (KorteAfstandsRadio) afgerond. Dit is een combinatie van prioriteit OV in verkeersregeling, doorstroming OV en KAR.
119
Fysiek Bereikbare stad
-
Reitscheweg Azielaan – Tivoliweg Zandzuigerstraat Van Broeckhovenlaan Fietsstraat Maastrichtseweg Rotonde Azielaan – Balkweg Fietspad Molenstraat-Stadionlaan Fietspad Graaf van Solmsweg.
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
- prioriteit OV in verkeersregelingen
Ja
OV-prioriteit in VRI’s op OV-doorstroomassen
- KAR-communicatie tussen bussen en verkeersregelinstallaties
Ja
Communicatie vindt plaats met VRI’s op OV-doorstroomassen
- kleine infrastructurele maatregelen
Ja
In 2014 zijn diverse kleinschalige verkeerskundige projecten uitgevoerd zoals herprofilering Bernadettestraat in Maliskamp, herprofilering Klokkendiep in Noord, fietsoversteek Groote Wielen aangepast, rotonde Vlietdijk-Laaghemaal veiliger gemaakt voor fietsers.
Uitvoering van benuttings- en verkeersmanagement maatregelen, o.a.: - Regelscenario Brabanthallen verder uitbouwen
Ja
Wordt sinds 2012 ingezet bij grote evenementen.
- Regelscenario Binnenstad operationeel en uitbouwen
Ja
Wordt sinds juli 2014 ingezet. Als een transferium vol is wordt hierover geïnformeerd op de A2, A59 en N65.
Uitvoering diverse projecten Zuid Willemsvaart samen met WillemsUnie
Ja
De projecten zijn uitgevoerd, de overdracht wordt geregeld.
Uitvoering verkeersveiligheidprojecten
Ja
Voorbereiding reconstructie Kooikersweg, Admiraliteitslaan en Kruiskampsingel, studie middeneiland in Stationssingel-Wilhelminabrug, uitvoering kruising Rietveldenweg-Zandzuigerstraat, verkeersveiligheidsaudits in Engelen en omgeving, uitvoering BrabantsVerkeersveiligheidslabel voor basisscholen, Totally Traffic voor voortgezet onderwijs, BOB-campagnes, Bossche Verkeersquiz voor basisscholen, fietstrainingen en opfriscursussen voor senioren.
120
Fysiek Bereikbare stad
Beperken negatieve effecten voor de burger Wat wilden we bereiken? Wij willen bij het uitvoeren van projecten in de openbare ruimte de belangen met betrekking tot bereikbaarheid zorgvuldig afwegen, de overlast van de werkzaamheden beperken en duidelijk zijn in de interne en externe communicatie.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Vroegtijdige programmering en afstemming van projecten in de openbare ruimte om de bereikbaarheid van de stad tijdens de uitvoering van werken te waarborgen.
Ja
De programmering krijgt steeds meer vorm, daarnaast wordt de programmering jaarlijks eerder vastgesteld.
Vroegtijdige afstemming op de belangen van derden door middel van intensieve communicatie tijdens het voortraject, bij de start en tijdens de uitvoering.
Ja
In 2014 zijn de geplande projecten op 2 momenten gepubliceerd in de Bossche Omroep. In 2015 gaan we eens per kwartaal publiceren.
Tijdige publicatie en afstemming van werkzaamheden en omleidingsroutes met openbaar vervoer en hulpdiensten.
Ja
Er is regelmatig en tijdig overleg over de planning met de vervoerder en hulpdiensten.
Via internet: “Haal meer uit de weg” publiceren we actuele werkzaamheden. Hiermee communiceren we welke gevolgen werkzaamheden voor de bereikbaarheid hebben, welke afstemming met andere werkzaamheden en evenementen plaats heeft gevonden en welke maatregelen we nemen om overlast te beperken. Met “Haal meer uit de weg” communiceren we op de gemeentelijke website en de provinciale website. Hier worden de werkzaamheden getoond voor de hele regio, inclusief de actuele verkeerssituatie.
Ja
In 2014 is conform de doelstelling gewerkt.
121
Fysiek Bereikbare stad
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
28.539
26.240
41.589
36.264
5.325
V
Baten
13.237
13.914
14.085
13.663
422
N
- 15.302
- 12.326
- 27.504
- 22.601
4.903
V
-Toevoegingen
598
-
-
82
82
N
-Beschikkingen
10.419
6.276
21.376
11.751
9.625
N
9.821
6.276
21.376
11.669
9.707
N
- 5.481
- 6.050
- 6.128
- 10.932
4.804
N
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen
Per saldo mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Afboeken Bartenbrug (€ 5.009.000 N) • Hogere personeelskosten (€ 158.000 N) • Lagere kapitaallasten (173.000 V)
122
Fysiek Bereikbare stad
Sport en recreatie
Ambitie Sport en bewegen is al voor veel mensen onderdeel van hun dagelijks leven. Toch is er vanuit
maatschappelijk
en
gezondheidsoogpunt
nog
een
wereld
te
winnen.
Overgewicht, vereenzaming, uitsluiting, onaangepast gedrag, drop-outs, welvaartsziekten en psychische nood: allemaal vraagstukken waaraan sport en bewegen een positieve bijdrage kan leveren. Benutten we de maatschappelijke waarde van sport wel genoeg? Spelen en sporten kinderen wel genoeg om hun ontwikkeling te stimuleren en bewegen mensen wel voldoende om welvaartsziekten voor te blijven? De uitdaging ligt er om, ondanks teruglopende financiële middelen en oplopende kosten, de aandacht voor sport en bewegen hoog te houden. Hoe verleiden we mensen om goed voor zichzelf te zorgen, in beweging te komen en te blijven en een bijdrage te leveren aan de organisatie van de sportbeoefening in de stad. Een passend sportaanbod, sterke sportaanbieders, voldoende en goede accommodaties en een sterke (top)sportcultuur zijn hierbij onmisbaar. Onze ambitie blijft om de maatschappelijke waarde van sport ten volle te benutten.
Iedereen sport mee Wat wilden we bereiken? We willen dat inwoners van onze stad goed voor zichzelf zorgen. Dat ze gezond zijn, goed in hun vel zitten, betrokken zijn bij hetgeen om hen heen gebeurt en iets kunnen betekenen voor de mensen om hen heen. Voldoende bewegen en sporten helpt en hoort daarbij. In een tijd dat voldoende lichaamsbeweging niet vanzelfsprekend is streven we ernaar om het aantal kinderen dat voldoet aan de beweegnorm minimaal gelijk te houden en een stijging te realiseren in het aantal jongeren dat hieraan voldoet. Voor kinderen en jongeren betekent dat alle dagen van de week een uur per dag bewegen, waarvan minimaal twee keer per week intensief. Volwassenen en ouderen die aan de beweegnorm voldoen bewegen minimaal vijf dagen per week een half uur per dag matig intensief. Hoewel we graag willen dat nog veel meer mensen de beweegnorm halen, stellen we een reëel streefpercentage, dat voor volwassenen en ouderen licht stijgt. Vanwege de grote verschillen tussen zomer en winter (in de zomer bewegen mensen aanzienlijk meer dan in de winter) hebben we beide percentages opgenomen.
123
Fysiek Sport en recreatie
Indicatoren
Nulmeting
Percentage kinderen (4 tot 12 jaar) dat voldoet aan de beweegnorm
Realisatie
Realisatie
2012
2013
Realisatie Ambitie 2014 2014
21% winter 61% zomer
22% winter 58% zomer
22% winter 58% zomer (2012)
20% winter 59% zomer
21% winter 61% zomer
31% winter 54% zomer
30% winter 47% zomer
30% winter 47% zomer (2012)
40% winter 54% zomer
34% winter 57% zomer
Bron: Kind en Opvoeding
Percentage jongeren (12 tot 18 jaar) dat voldoet aan de beweegnorm Bron: enquête VO (2009) en enquete Kind en Opvoeding en Jongerenenquete, O&S (vanaf 2012)
Percentage volwassenen (18-65 jarigen) dat voldoet aan de beweegnorm
38% winter 50% zomer
37% winter 51% zomer
37% winter 51% zomer (2012)
32% winter 45% zomer
41% winter 53% zomer
36% winter 49% zomer
31% winter 46% zomer
31% winter 46% zomer (2012)
30% winter 41% zomer
39% winter 52% zomer
Bron: sportparticipatieonderzoek Percentage ouderen (vanaf 65 jaar) dat aan de beweegnorm voldoet
Bron: sportparticipatieonderzoek
* Door een gewijzigde onderzoeksmethodiek zijn de cijfers van de nulmeting en verdere jaren niet vergelijkbaar. De ambitie 2014 is gebaseerd op de nulmeting.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Op 15 basisscholen en 9 scholen van het voortgezet onderwijs, waar de sportparticipatie relatief laag is, zetten we combinatiefunctionarissen in die zowel tijdens als buiten schooltijd de verbinding tussen school en sport(verenigingen) maken.
Ja
Op 15 basisscholen en 8 scholen van het voortgezet onderwijs (2 scholen zijn gefuseerd tot de Bossche vakschool) is een combinatiefunctionaris actief die zowel tijdens als buiten schooltijd verbindingen tussen school en sport legt. Op nog eens 7 basisscholen legt de vakleerkracht bewegingsonderwijs verbinding met sport tijdens schooltijd.
We organiseren samen met sportverenigingen de kennismakingscursussen waaraan minimaal 1800 kinderen deelnemen.
Ja
Ongeveer 50 sportverenigingen hebben kennismakingscursussen verzorgd. Hieraan hebben bijna 1.900 kinderen deelgenomen.
We zetten tot Citytrainer opgeleide jongeren in bij het activeren van hun leeftijdsgenoten, vooral in wijken waarin sprake is van achterstanden. Zij worden daarbij begeleid door medewerkers Sport.
Ja
Ongeveer 80 Citytrainers hebben zich ingezet bij sportactiviteiten voor jongeren. Sommigen doen dit wekelijks, anderen incidenteel.
We ondersteunen minimaal 5 sportaanbieders bij het opzetten en/of uitbreiden van het sportaanbod voor gehandicapten en begeleiden 100 gehandicapten naar een voor hen passend sportaanbod.
Ja
Er zijn 8 sportaanbieders ondersteund en gestart met passend aanbod voor gehandicapten. Er zijn ruim 100 gehandicapten begeleid naar beweegaanbod in samenwerking met sportloket Tolbrug.
We ondersteunen minimaal 20 initiatieven van volwassenen bij het opzetten van een voor hen passend sport- of beweegaanbod.
Ja
Ruim 20 initiatieven van bewoners zijn ondersteund bij het opzetten van sport- of beweegaanbod.
124
Fysiek Sport en recreatie
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
We ondersteunen de organisatie van Meer Bewegen voor Ouderen (60 groepen per week) bij zorginstellingen. Daarnaast zijn er, afhankelijk van cofinanciering door derden, in maximaal 4 wijken buurtsportcoaches actief die ouderen begeleiden naar een sportaanbod en sportverenigingen en andere aanbieders ondersteunen bij de opzet van een voor deze doelgroep passend sport- of beweegaanbod.
Ja
Er zijn 2 zorginstellingen ondersteund bij de organisatie van 61 groepen Meer Bewegen voor Ouderen per week. Er zijn in 3 wijken buurtsportcoaches actief geweest die ruim 160 ouderen begeleid en 6 sportverenigingen ondersteund hebben. Er was onvoldoende cofinanciering van derden voor een 4e wijk.
We dragen bij aan gemeentebrede programma’s in het kader van gezondheid, overgewicht, participatie en veiligheid door de organisatie van activiteiten toegesneden op bovenstaande doelstellingen en de doelstellingen van die programma’s.
Ja
We hebben bijgedragen aan de programma’s Be Active, JOGG, LEFF, Het gewone leven en Jongerenambassadeurs.
Sterk Sportnetwerk Wat wilden we bereiken? Essentieel in een beweegvriendelijke stad zijn krachtige en initiatiefrijke sport- en beweegaanbieders. Zij zorgen gezamenlijk voor een breed en divers beweegaanbod. Een sterk sportnetwerk moet zich echter niet beperken tot sportaanbieders, maar uitgebreid worden met bedrijfsleven en tal van maatschappelijke organisaties. Samen bouwen aan een sport- en beweegklimaat, waar gezondheid, sociale ontmoeting en sportieve uitdaging samen gaan. Wij willen meebouwen aan een breed en betrouwbaar netwerk op het gebied van sport en bewegen dat goed verspreid is over de stad. Inwoners moeten via dit netwerk hun weg kunnen vinden naar een voor hen betaalbaar, bereikbaar (dichtbij huis), laagdrempelig en aantrekkelijk aanbod. Indicatoren
Percentage kinderen en jongeren (4 tot 18 jaar) dat lid is van een sportvereniging
Nulmeting
4-11 jaar: 70% 12-17 jaar: 64%
Realisatie
Realisatie
2012
2013
Realisatie Ambitie 2014 2014
4-11 jaar: 72% 12-17 jaar: 69%
4-11 jaar: 72% 12-17 jaar: 69% (2012)
4-11 jaar: 76% 12-17 jaar: 69%
Bron: enquete Kind en Opvoeding en Jongerenenquete, O&S Percentage inwoners (18 jaar en ouder) dat in georganiseerd verband sport
60%
59%
59% (2012)
54%
65%
72%
75%
75% (2012)
73%
75%
Bron: sportparticipatieonderzoek Percentage inwoners dat vindt dat er (ruim) voldoende mogelijkheden zijn om te sporten en te bewegen in verenigingsverband Bron: sportparticipatieonderzoek
125
Fysiek Sport en recreatie
4-11 jaar: 72% 12-17 jaar: 67%
Indicatoren
Nulmeting
Percentage inwoners dat actief is als vrijwilliger in de sport*
Realisatie
Realisatie
2012
2013
2014
29%
29% (2012)
31%
33%
Realisatie Ambitie 2014
35%
Bron: sportparticipatieonderzoek Aantal scholen met een extra sportaanbod
16 basisscholen 7 middelbare scholen
Bron: Afdeling Sport en Recreatie (tellen)
25 basisscholen 8 middelbare scholen
24 basisscholen 8 middelbare scholen
22 basisscholen 8 middelbare scholen
25 basisscholen 7 middelbare scholen
* In eerdere begrotingen was een verkeerde nulmeting opgenomen. Dit cijfer is hier hersteld en de ambitie 2014 is hiermee in lijn gebracht.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
We participeren in netwerken bestaande uit partijen in de stad, zoals scholen, sportaanbieders en bedrijven, om een sportief aanbod te stimuleren; hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches.
Ja
We participeren onder andere in netwerken van Brede Bossche Scholen, sportpunten en ’S-PORT SUPPORT. Medewerkers ‘S-PORT nemen deel in hun eigen (buurt en wijk) netwerken.
We initiëren en begeleiden minimaal 50 trajecten waarin sportverenigingen en andere sportaanbieders ondersteund worden bij het versterken van hun organisatie.
Ja
Er zijn meer dan 50 verenigingen ondersteund op het gebied van vrijwilligers, ledenwerving, clubpromotie, Veilig Sportklimaat, beleidsvraagstukken, sponsoring, bestuursveranderingen en subsidieaanvragen. ‘S-PORT SUPPORT heeft hierin 35 trajecten voor haar rekening genomen.
We gaan de samenwerking tussen (sport)organisaties op de sportpunten stimuleren en zetten combinatiefunctionarissen en/of buurtsportcoaches mede daarvoor in.
Ja
De samenwerking tussen verenigingen onderling en met de wijk is verbeterd door de inzet van combinatiefunctionarissen en/of buurtsportcoaches op sportpunt Hambaken, Maaspoort en West en bij de Sport Alliantie Rosmalen.
We leiden minimaal 50 jongeren op tot Citytrainer. Zij worden ondersteund en/of betrokken bij de organisatie van (sportieve) activiteiten in de stad.
Ja
Er zijn 56 Citytrainers opgeleid. Zij zijn actief betrokken geweest bij de organisatie van vele activiteiten.
We stimuleren het werken als vrijwilliger in de sport(vereniging) door met minimaal 2 andere partijen 30 volwassen vrijwilligers op te leiden.
Ja
Er zijn 18 volwassenen tot Citytrainer opgeleid en 12 vrijwilligers begeleid bij het verbeteren van hun competenties. Er is hierbij samengewerkt met PICOS en Osperon.
We zetten in op het verder ontwikkelen van het platform ’S-PORT waar iedereen die bij wil dragen aan de sport in ’s-Hertogenbosch haar kennis, ideeen, initiatieven en middelen inbrengt. De bijbehorende website ontsluit alle belangrijke informatie op het gebied van sport en bewegen.
Ja
Velen zetten zich in voor de sport in de stad. Het platform krijgt steeds meer vorm, onder andere door de organisatie van het ’S-PORTCAFÉ en een update van de website.
126
Fysiek Sport en recreatie
Ruimte voor sport Wat wilden we bereiken? De fysieke omgeving kan uitnodigen tot bewegen en sporten of juist niet. De omgeving waarin je woont, werkt en leeft zou moeten prikkelen en uitdagen om in beweging te komen. Natuurlijk horen betaalbare, goed onderhouden en bereikbare sportaccommodaties daarbij, maar ook een sportief en uitdagende ingerichte openbare ruimte is van groot belang. Door het sportief inrichten van de ruimte willen we onze inwoners uitdagen om in beweging te komen en te blijven. Indicatoren
Percentage inwoners dat de kwaliteit van de sportvoorzieningen als matig of onvoldoende beoordeelt
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
5%
6%
6% (2012)
6%
5%
53%
59%
59% (2012)
64%
55%
35%
39%
39% (2012)
31%
32%
Bron: Sportparticipatieonderzoek Percentage inwoners dat het aantal mogelijkheden om te sporten/bewegen in de openbare ruimte (ruim) voldoende vindt
Bron: Sportparticipatieonderzoek Percentage inwoners dat zegt bepaalde sportvoorzieningen te missen* Bron: Sportparticipatieonderzoek
* In eerdere begrotingen was een verkeerde nulmeting opgenomen. Dit cijfer is hier hersteld en de ambitie 2014 is daarmee in lijn gebracht.
127
Fysiek Sport en recreatie
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
De ontwikkeling van de sportpuntgedachte voor Hambaken, West (Schutskamp), Maaspoort en Rosmalen wordt voortgezet. Elk sportpunt kent zijn eigen dynamiek wat betreft aanpak, ontwikkeling en samenwerkingsmogelijkheden. We hebben oog voor die diversiteit en bieden ruimte aan maatwerk.
Ja
De samenwerking tussen verenigingen op de sportpunten is geïntensiveerd en het aanbod aan activiteiten toegenomen. De sportpuntgedachte wordt opgenomen in de sportwijkaanpak.
We leggen één kunstgrasveld aan.
Ja
Op het sportcomplex van voetbal vereniging BLC is een kunstgras voetbalveld aangelegd. Het asfalt handbalveld voor Blauw Wit is vervangen door een kunstgrasveld.
We stimuleren de ontwikkeling en het gebruik van (regionale) fiets- en wandelpaden (linie 1629) waarbij er aantrekkelijke verbindingen worden gelegd naar het buitengebied en omliggende natuurgebieden.
Gedeeltelijk
Als onderdeel van de campagne ‘Lekker fietsen’ is het gebruik van de fiets en wandelpaden verder gestimuleerd. Er is hierbij geen directe relatie gelegd met linie 1629.
We stimuleren het gebruik en de inrichting van de openbare ruimte voor sportieve activiteiten.
Ja
Op diverse plekken in de stad zijn voorzieningen gerealiseerd, waaronder een loop-trim route op West waar ook outdoor-fitness toestellen zijn geplaatst. Het kunstgras handbalveld op Sportpark de Hambaken is openbaar toegankelijk. Op diverse plekken in de stad zijn nieuwe sportveldjes gerealiseerd of bestaande verbeterd.
De focus ligt op het optimaliseren van het gebruik van bestaande sportvoorzieningen en de levensduur te verlengen.
Ja
Zowel bij het gebruik als de onderhoudsplanning wordt gelet op optimalisatie van gebruik en levensduur van de sportvoorzieningen.
We onderhouden onze sportaccommodaties, openluchtaccommodaties en recreatieve voorzieningen voor zowel de breedte- als de topsport op een sobere, doelmatige wijze.
Ja
We onderhouden de sportaccommodaties sober maar doelmatig. Ieder jaar wordt de staat van onderhoud getoetst om de levensduur van onze accommodaties te borgen.
We stimuleren commerciële en non-profit sportaanbieders om zich te vestigen in onze gemeente.
Ja
Er is met diverse sportaanbieders contact geweest en gezocht naar vestigingsmogelijkheden.
De uitwerking van de toegekende provinciale subsidies voor verbetering van de topsportvoorzieningen Hockey en Turnen wordt voortgezet.
Ja
Realisatie van de verbetering van de topsportvoorzieningen is in voorbereiding.
De realisatie van nieuwbouw van een sporthal bij het Sint Jans lyceum wordt verder voorbereid alsook de realisatie van een vervangend tafeltenniscentrum als onderdeel van de nieuwe gymaccommodatie van Basisschool Cirkel Noord, een vervangende gymzaal als integraal onderdeel van de nieuwbouw Basisschool het Ven, een nieuwe gymzaal in de BBS Boschveld.
Ja
De nieuwbouw van het Sint Jans Lyceum wordt in september 2015 in gebruik genomen. Het definitief ontwerp van de nieuwe gymzaal/tafeltenniscentrum Cirkel Noord is gereed voor uitvoering. De planontwikkeling van de nieuwbouw ’t Ven is in volle voorbereiding. De nieuwe gymzaal BBS Boschveld is reeds in gebruik genomen.
128
Fysiek Sport en recreatie
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
17.046
17.279
17.937
17.791
146
V
Baten
4.814
4.642
5.299
5.155
144
N
- 12.232
- 12.637
- 12.638
- 12.636
2
V
-Toevoegingen
1.216
400
400
400
-
-Beschikkingen
1.760
1.621
1.621
1.424
197
N
544
1.221
1.221
1.024
197
N
- 11.688
- 11.416
- 11.417
- 11.612
195
N
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen
Per saldo mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Hogere personeelskosten (€ 141.000 N) • Lagere kapitaallasten (€ 250.000 V) • Binnensportaccommodaties, lagere opbrengsten (€ 147.000 N) • Maaspoort Sport & Events, lagere opbrengsten (€ 113.000 N) • Verkoop de Saren in 2014 niet gereed (€ 102.000 N) • Opbrengst grondverkopen (storting in reserve bij programma Milieurespecterende maatregelen) (€ 60.000 V)
129
Fysiek Sport en recreatie
130
Fysiek Sport en recreatie
Milieurespecterende ontwikkelingen
Ambitie ’s-Hertogenbosch wil een aantrekkelijke, duurzame stad zijn, natuurlijk, schoon en veilig. Beperking van energie en grondstoffen, zorg voor gezondheid en hinder, integraal waterbeheer en een zorgvuldig ruimtegebruik zijn speerpunten. De inzet richt zich daarbij met name op: • een klimaatneutrale stad; • een compacte, levendige stad met een zorgvuldig, duurzaam ruimtegebruik; • een robuust, veilig en mooi watersysteem; • aanpak en borgen van situaties qua hinder, luchtkwaliteit, bodemverontreiniging, geluid en gevaar.
Dé uitdaging daarbij zien wij in een grote betrokkenheid en verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven en intermediairs. Stimulering van het zelforganiserend vermogen en een stringente handhaving – met adequate afhandeling van milieuklachten – maken hiervan deel uit. Voorzien is in een forse aanpak met hoge “investeringen” in o.a. energie, water, lucht en educatie. De economische crisis maar ook de klimaatcrisis bieden kansen voor innovatie op het gebied van economie, duurzaamheid (in brede zin) en participatie. De inzet is vooral gericht op uitvoering. Via een uit te werken opzet van monitoring zal zo scherp mogelijk in beeld worden gebracht waar en hoe vooruitgang wordt geboekt. De uitvoering van het meer specifiek geformuleerde duurzaamheidsbeleid (conform Raadsinformatiebrief Duurzaamheidstoets d.d. 14-2-2012) zal volgens de volgende sporen lopen: • de Duurzaamheidstoets voor de grotere gemeentelijke investeringen (gebouwen, grond- weg- en waterbouw, leveringen en diensten) zal uitvoeringsgericht worden gevolgd; duurzaam inkopen is hiervan een onderdeel; • de Klimaatneutrale stad wordt regelmatig geüpdatet via het Klimaatprogramma 2008-2015; • met een Visie Duurzame Mobiliteit is de koers op dit front uiteengezet; • met de actualisering van de pakketten Duurzame stedelijke ontwikkeling woon- en werkgebieden, in combinatie met het pakket voor Duurzaam Bouwen is een nieuwe basis gelegd voor een meer duurzame stadsontwikkeling.
131
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Klimaatneutrale stad Wat wilden we bereiken? De doelstelling is om per 2050 een klimaatneutrale stad te zijn. Om dit te bereiken wordt ingezet op zeer forse energiebesparing en opwekken van duurzame energie in de volgende stappen, zoals vastgesteld in het Klimaatprogramma in 2008 en de update in 2013: • 2020: klimaat neutrale gemeentelijke organisatie; • 2035: klimaatneutrale gebouwde omgeving; • 2050: klimaatneutrale stad. Om de doelstelling te bereiken is medewerking van alle partijen in de stad noodzakelijk: bedrijven, burgers, instellingen, woningcorporaties etc. De rol van de gemeente is afhankelijk van de invloed en middelen die de gemeente heeft. Voor gemeentelijke gebouwen is de gemeente bepalend. Voor windenergie gaat het bijvoorbeeld om ruimte te scheppen in bestemmingsplannen. Voor woningen, bedrijven en verkeer en vervoer gaat het om stimuleren, motiveren en faciliteren van alle betrokkenen. De ambitie voor de klimaatneutrale stad moet zoveel mogelijk gekoppeld worden met het bereiken van een schonere, gezondere en groenere woon-, werk- en leefomgeving, bijvoorbeeld door de inzet van schoner vervoer, groene daken, duurzame materialen e.d. Indicatoren
Nulmeting
particuliere woningeigenaren verbeteren hun woning energetisch corporatiewoningen verbeterd tot energielabel C, waar mogelijk B gemeentelijke gebouwen energielabel B
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
400
2300 (cumulatief)
2850 (cumulatief)
3150 (cumulatief)
2700
1300
Niet te bepalen 1)
Nog niet 32% label A/B bekend (7.284 woningen) 2)
Niet te bepalen 2)
30
61
80
92
90
bedrijven nemen deel aan Bossche energieconvenant
0
42
50
53
60
Bedrijven worden gehandhaafd op verplichte energiemaatregelen
0
250
300
327 (en 212 hercontroles)
350
Aantal lokale duurzame energie-installaties
5
- Windturbines - Windturbines in voorbereiding - Warmte-koude opslag - Biomassa
1 (cumulatief)
1 (cumulatief)
1
minimaal 3
minimaal 6
6
21
30
41
40
1
2
2
De ambities voor 2014 zijn aangepast conform de ‘update klimaatprogramma 2013’ en enkele verbeterde cijfermatige inzichten van daarna. 1)
2)
Het is niet goed mogelijk om uitspraken te doen over labelverbeteringen als gevolg van energetische maatregelen. Dit heeft o.a. te maken met een herberekening van een groot aantal labels in 2012. Wat we wel kunnen constateren is dat het tempo van ca. 400 per jaar dat in 2010 is ingezet, gecontinueerd lijkt te worden. In april 2014 heeft de Gemeente ‘s-Hertogenbosch een Lokaal Woonlastenakkoord gesloten met de drie woningcorporaties en het Stedelijk Huurdersplatform. Hierin zijn de prestatieafspraken mbt energielabels losgelaten, en wordt veel meer gestuurd op woonlasten. De aangeleverde data maken een onderverdeling in 3 categorieën: label A /B (32%), label C/D (50%) en label E/F/G en onbekend(18%).
132
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Ja
Zie onder
Voortzetting van het Bossche Energieconvenant.
Ja
Begin 2014 hebben alle deelnemers actiepunten opgesteld voor 2014 en 2015. In 2014 is een projectaanjager aangesteld om de deelnemers te ondersteunen bij de realisatie van de energiebesparingsplannen. Samen met BZW en Spark is het jaarlijkse Bossche energiecongres georganiseerd.
Uitvoeren van het energiebesparingsprogramma voor gemeentelijke gebouwen, dat leidt tot een energieneutrale gemeentelijke organisatie in 2020. Financieren van maatregelen isolatie, duurzame energie e.d. uit o.a. het energiebesparingsfonds.
Ja
In 2014 zijn 12 gemeentelijke gebouwen energetisch verbeterd.
Uitvoeren van het beleidsplan openbare verlichting.
Ja
Energiebesparing door standaard toepassen van LED-verlichting en waar mogelijk dimmen.
De projecten EnergieNul73 en De Slimme Buurt gericht op verbetering van particuliere woningen in combinatie met een intensieve communicatiecampagne (wijkgerichte aanpak.
Ja
Beide projecten zijn afgerond. Energie Nul73 maakt een doorstart als bewonerscommunity en platform van adviseurs en uitvoerende bedrijven. Het programma Slimme Buurt wordt (deels) voorgezet door de Energiecoöperatie 073 en Buurtkracht (Enexis).
Met de woningcorporaties een aanpak ontwikkelen om te komen tot het verlagen van woonlasten. Afspraken mbt energie maken hier een belangrijk onderdeel van uit.
Ja
Woonlastenakkoord gesloten in april 2014. Woonlastenprogramma met concrete activiteiten. Start campagne Woonlasten de Baas.
Uitvoering voorbeeldprojecten.
Gedeeltelijk
Realisatie eerste nul-op-de-meter (energieneutrale) particuliere rijwoning van Nederland. Toepassing van riothermie bij Kwekkelstijn. Dit zijn voorbeelden van beperkte omvang. Realiseren van voorbeelden met enige omvang is minder dan gepland.
Innovatieprogramma in samenwerking met bedrijven, gericht op economische ontwikkeling en duurzaamheid (bedrijvenactieplan klimaatneutraal).
Gedeeltelijk
Diverse acties, o.a. i.s.m. Spark en het BEC. Verbinding tussen innovatie, duurzaamheid en economische ontwikkeling komt nog onvoldoende van de grond.
Uitvoering en onderzoek van diverse duurzame energie toepassingen zoals zonne-energie bij particulieren en bedrijven en het uitwerken van nieuwe windenergielocaties zoals de Brand.
Ja
In 2014 is het voorontwerp bestemmingsplan De Brand-2 en windturbines vastgesteld. Met het raadsbesluit ‘Windturbines De Rietvelden/ Treurenburg’ is een belangrijke stap gezet naar meer opwekking van duurzame energie.
Algemeen Een brede uitvoering van het Energie- en Klimaatprogramma 2008-2015 en de Update 2013 (via convenanten, het stimuleren van innovatie, opzetten van samenwerkingsverbanden, energieeisen in de milieuvergunningen, initiëren van initiatieven lokaal en regionaal, informatievoorziening en kennisontwikkeling). Specifiek
133
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Duurzame stadsontwikkeling en duurzaam bouwen Wat wilden we bereiken? Een compacte, levendige en duurzame stad. Dit betekent m.n. een intensief en flexibel ruimtegebruik voor de concentratiegebieden, maar in balans met de laagdynamische (woon-)milieus waar groen, natuur en landschap de boventoon voeren. De gemeentelijke prioriteiten liggen bij energie, integraal waterbeheer en de toepassing van duurzame materialen (m.n. de toepassing van duurzaam hout). Voor hinder (m.n. geluid), veiligheid en lucht geldt dat naast de wettelijke vereisten vooral naar optimalisatie van ontwerp en uitvoering van het plan wordt gestreefd. De uitvoering (van plan naar ontwerp, aanleg en beheer) zal beter gestuurd en gevolgd moeten worden. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
Percentage nieuwe plannen/herstructureringsplannen grote/middelgrote locaties op basis van Basispakketten Duso:
- basisniveau
50
50
75*
75*
75**
- plusniveau
25
25
50*
50*
50**
- plusplusniveau
0
0
0
0*
25
Bron: Milieu
* Het betreft inschattingen. Grotendeels gaat het om invullingen/uitwerkingen van reeds lang lopende projecten. ** Oorspronkelijke percentages zijn bijgesteld aan de hand van de werkelijkheid anno nu en voorziene planontwikkelingen.
134
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Uitvoeren Duurzaamheidstoets grotere gemeentelijke investeringen (gebouwen, grond-, weg- en waterbouw, leveringen en diensten) met herijking van Duurzaam Inkopen
Gedeeltelijk
Enkele, grotere gemeentelijke projecten/investeringen zijn getoetst. Bij enkele achterwege gebleven omdat de implementatie onvoldoende (tijdig) kon worden geconcretiseerd. Herijking Duurzaam Inkopen is vertraagd en kan pas in 2015 worden uitgevoerd.
Uitvoeren/toetsen grote/middelgrote ontwikkelingslocaties/herstructureringsplannen/ infra c.a. op Basispakketten duurzame stedelijke ontwikkeling woon- en werklocaties
Gedeeltelijk
Grotendeels gaat het om invulling en uitwerking van lang lopende projecten. Soms gaat het om sterk private ontwikkelingen. Bij enkele, relatief nieuwe ontwikkelingen (HeeschWest en vm GZG) is deze toets breed doorgezet.
Actualisatie inhoud Basispakketten met herijking pakket Duurzaam Bouwen.
Gedeeltelijk
Eerder al beperkte evaluatie van het Basispakket gepleegd met verkenning van nieuwe instrumenten. De uitwerking is vertraagd vanwege prioriteiten bij de uitvoering.
Uitvoering (beter) sturing- en volgsysteem Basispakketten per plangebied.
Gedeeltelijk
Prioriteit is gegeven aan sterkere uitvoering. Instrumentele ontwikkeling wacht op actualisatie.
Een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem Wat wilden we bereiken? Om ’s-Hertogenbosch te beschermen tegen hoog water is waterberging noodzakelijk. Kansen om water en groen te combineren met ruimtelijke ontwikkelingen (nieuw en bestaand) moeten leiden tot een mooi watersysteem met voldoende waterberging in stedelijk gebied. Het oppervlaktewater in ’s-Hertogenbosch is waardevol als vaarwater, zwem- zeil- en viswater, belevingswater en waternatuur. Echter, door onze positie aan de uitmonding van de rivieren Aa en Dommel in de Maas blijven we kwetsbaar voor hoog water. We willen graag blijven genieten van het water in ’s-Hertogenbosch en het ook ‘beleven’. In 2009 hebben de waterpartners uitgesproken een klimaatbestendig, mooi en robuust watersysteem na te streven. Dit voornemen is beschreven in Waterplan 2, de basis voor het waterbeleid in ’s-Hertogenbosch. In het Waterstructuurplan (2012) wordt de uitvoering van de beleidsdoelen beschreven. De doelen op het gebied van optimalisatie van de waterketen en afkoppelen staan in het Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP). Omdat de watertaken door diverse partners worden uitgevoerd (waterschappen Aa en Maas, Dommel, Rijkswaterstaat en Brabant Water) is een goede onderlinge samenwerking noodzakelijk. Ook de betrokkenheid van burgers zal door informatie en samenwerking in projecten worden vergroot.
135
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
De programmering voor 2014 op basis van het Waterplan 2 en het Waterstructuurplan is als volgt: Uitvoering van maatregelen die zijn opgenomen in het Waterstructuurplan zoals onderzoek naar de functie, behoefte en inrichting van plassen inclusief waterberging en verondieping
Gedeeltelijk
We zijn gestart in 2014. In 2015 wordt de verkenning verder gemaakt.
Uitbreiden van informatie voor burgers en externe partijen op internet onder het beeldmerk Waardevol Water.
Ja
Informatie over Water op de website is bijgewerkt en uitgebreid. Intern zijn wateraspecten sterker in beeld o.a. door reactie op de water-aspecten in WABO-aanvragen en de waterkaart op Geoweb.
Uitvoering van visie Stads Aa binnen reguliere onderhoudsbudgetten van gemeente en Waterschap Aa en Maas.
In 2015 wordt gezocht naar financiering voor de nog niet uitgevoerde maatregelen.
Voorbereiden van de overdracht van de stadstraverse van de Zuid Willemsvaart van Rijkswaterstaat aan de gemeente. Opstellen van een ontwikkelkader voor de stadstraverse.
De formele overdracht heeft op 5 januari 2015 plaats gevonden.
Het uitvoeren van een grondwaterstudie op basis van de meetgegevens van het grondwatermeetnet die beschikbaar komen in 2012 en 2013.
Gedeeltelijk
De aanpak en het doel van de grondwaterstudie zijn bepaald. De studie wordt uitgewerkt in 2015.
Onderzoek vergroten waterbeleving en -berging Zuiderpark.
Ja
Onderzoek afgerond. Resultaten worden ten uitvoer gebracht bij de realisatie van plannen in Zuid.
Realisatie natuurvriendelijke oevers aan de hand van het oeverplan dat in 2013 is opgesteld
Ja
Financiering wordt gezocht binnen de gemeente en bij het waterschap om realisatie mogelijk te maken.
B5 milieu heeft in 2013 een promovendus de hitte eilanden in ’s-Hertogenbosch laten inventariseren. In 2014 de consequenties en eventuele acties uit de klimaatscan hitte bepalen.
Ja
Scan resultaten worden verwerkt in actualisatie Waterplan.
Landelijke is het Deltaprogramma opgericht om ons in de toekomst te beschermen tegen hoog water:
Ja
Toelichting op de 3 onderstaande items:
Binnen het Deltaprogramma Rivieren wordt een regionale visie op hoogwaterbescherming van de Maas gevormd. ’s-Hertogenbosch levert hieraan een bijdrage.
Ja
Koploperproject Maasoeverpark ’s-Hertogenbosch benoemd en meegenomen in Voorkeursstrategie.
Binnen het Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering wordt onderzoek gedaan naar stedelijke ontwikkelingen afgestemd op een veranderend klimaat. ’s-Hertogenbosch participeert om kennis te vergaren. Het Deltaprogramma Zoetwater richt zich op de beschikbaarheid van voldoende zoetwater. In dit kader voert ’s-Hertogenbosch een verkenning uit naar effecten en knelpunten bij extreme droogte (klimaatscan droogte). In het kader van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan gaan we naast het regulier onderhoud de volgende projecten uitvoeren:
136
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Proeftuin Paleiskwartier inclusief minisymposium klimaatverandering voor collega’s en waterschap.
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Gelijktijdig met de vitalisering van de openbare ruimte in Kruiskamp en Schutskamp vervangen we de kleinere diameters van riolering en koppelen we het hemelwater af van het verhard oppervlak.
Ja
In de Generaal Rossstraat en Van Baarlestraat is de bestaande riolering vervangen en is een hemelwaterriolering aangelegd om het hemelwater af te koppelen.
In fases vervangen van de besturingssystemen van gemalen en bergbezinkbassins.
Ja
De eerste vervangingen zijn gereed.
In fases vervangen van de riolering in het herontwikkelingsplan Boschveld.
Ja
In Boschveld is in de Celsiusstraat, ’s-Gravenzandstraat en Edisonstraat de riolering vervangen en is er een extra riool aangelegd voor het afkoppelen van het hemelwater.
We voeren in regionaal verband (De Meierij) onderzoek uit naar alternatieve vormen van inzameling van afvalwater, waaronder urine-inzameling.
Ja
In 2014 is een pilot van warmte terugwinning uit rioolwater (riothermie) uitgevoerd in combinatie met zwembad Kwekkelstein in Rosmalen.
Aanleg van een aanvoerleiding voor water uit de Dieze naar West. Dit water moet voor verbetering van de waterkwaliteit in de wijk West gaan zorgen. De leiding loopt vanaf de Dieze, langs de Parallelweg en door Boschveld.
Ja
Het laatste deel van de aanvoerleiding is aangelegd. Bij de Dieze is gestart met de bouw van een opvoergemaal, dat water uit De Dieze pompt in de aanvoerleiding.
In 2012 is de invloed van de klimaatontwikkeling op het rioolstelsel bepaald. In 2014 richten we ons op de knelpunten in de openbare ruimte die wateroverlast veroorzaken.
Ja
Deze knelpunten worden meegenomen bij de uitvoering van andere projecten in de openbare ruimte.
We gaan bij de renovatie van wegen het hemelwater afkoppelen van het verhard oppervlak.
Ja
In 2014 is onder meer bij de volgende wegen het hemelwater afgekoppeld: Klokkediep, Slagenweg, Willem van Nassaulaan, Tuinstraat en Weidestraat.
In 2014 starten we met het meten van de waterkwaliteit op locaties waar verwacht wordt dat overstortingen een relatief grote invloed hebben op de waterkwaliteit.
Nee
De uitgangpunten worden samen met de partners in het samenwerkingsverband opgesteld, het meten is nog niet gestart.
We voeren een grondwaterstudie uit op basis van de meetgegevens van het grondwatermeetnet.
Ja
De Grondwaterstudie is gestart in 2014 en wordt afgerond in 2015. De resultaten worden verwerkt in de actualisatie van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (2015).
137
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Adequaat bedrijvenbestand/milieuhinderlijke activiteiten Wat wilden we bereiken? In 2014 kennen we een adequaat bedrijvenbestand wat betekent dat de Bossche bedrijvigheid en overige milieuhinderlijke activiteiten structureel voldoen aan actuele voorschriften en maatregelen van milieu, veiligheid en duurzaamheid. Dit houdt in dat alle vergunningen actueel zijn. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2012
2013
2014
Ambitie 2014
Percentage Actuele vergunningen
90%
95%
90%
85%
100%
Percentage aanpassing vergunningen binnen 1 jaar
90%
98%
100%
100%
100%
Bron: Milieu / Omgevingsdienst
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Adequate handhaving conform handhavingsprogramma 2012-2014.
Gedeeltelijk
De door de OmgevingsDienst Brabant Noord (ODBN) uit te voeren 300 controles bij bedrijven uit het basistakenpakket zijn afgehandeld. Ook de 150 controles gericht op energiebesparing bij bedrijven die door de gemeente worden uitgevoerd zijn afgehandeld. Dit is een actie uit het energieprogramma. De 90 controles bij de resterende bedrijven en de horecacontroles zijn nagenoeg niet afgehandeld. Het bleek noodzakelijk de resterende en beperkte gemeentelijke capaciteit in te zetten op de begeleiding van de ODBN. Deze vraagt veel capaciteit in de begeleiding naar een volwassen organisatie.
Tijdige integratie van alle milieu-, veiligheid- en duurzaamheidsaspecten binnen de WABO beschikkingen (wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Naar verwachting circa 20 stuks
Gedeeltelijk
Milieudeel vergunning door ODBN afgehandeld. Door Natuurbeschermingswetgeving loopt met name vergunningverlening bij agrarische bedrijven achterstand op doordat vergunning milieu gekoppeld is met vergunning NB-wet die door Provicie moet worden afgegeven. De Provincie heeft ongeveer een jaar achterstand met verwerken vergunningen.
Beoordeling wettelijk verplichten milieu meldingen voor nieuwe bedrijven en wijzigingen/ aanpassingen binnen bestaande bedrijven. Naar verwachting 100/150 stuks
Ja
Voorschrijven maatwerkvoorschriften voor bedrijven die onder algemene milieuregels vallen. De voorschriften hebben veelal betrekking op geluid. Het gaat om ongeveer 40 stuks.
138
Gedeeltelijk
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Alle meldingen zijn verwerkt door ODBN en gemeente.
De begeleiding van de doorgroei van de OmgevingsDienst Brabant Noord (ODBN) naar een volwassen organisatie heeft een deel van de reguliere capaciteit gevergd. Niet alle maatwerkvoorschriften zijn afgerond.
Output indicator Uitvoeren van bedrijfscontroles conform het handhavingsprogramma 2012-2014
Gerealiseerd
De begeleiding van de doorgroei van de OmgevingsDienst Brabant Noord (ODBN) naar een volwassen organisatie heeft een deel van de reguliere capaciteit gevergd.
Nee
De begeleiding van de doorgroei van de OmgevingsDienst Brabant Noord (ODBN) naar een volwassen organisatie heeft een deel van de reguliere capaciteit gevergd.
Integrale controles
Het uitvoeren van controles bij relevante branches gericht op energiebesparing Het uitvoeren van themacontroles (o.a. horeca).
Beknopte toelichting
Gedeeltelijk
Ja
Forse energiebesparing is gerealiseerd.
Gedeeltelijk
De begeleiding van de doorgroei van de OmgevingsDienst Brabant Noord (ODBN) naar een volwassen organisatie heeft een deel van de reguliere capaciteit gevergd. Wel zijn incidenten aangepakt.
De uitvoering van de vergunningen en een deel van de controles zal worden uitgevoerd door de omgevingsdienst Brabant noord (ODBN). De landelijk vastgestelde basistaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving richten zich in onze gemeente op 300 van de 2.800 bedrijven. Dit zijn de vergunningplichtige – en de zwaardere meldingsplichtige bedrijven. De programmering en planning van de controles geschiedt door de ODBN.
Ja
De begeleiding van de doorgroei van de OmgevingsDienst Brabant Noord (ODBN) naar een volwassen organisatie heeft een deel van de reguliere capaciteit gevergd. Geplande controles ODBN en milieudeel vergunningen zijn uitgevoerd (volledige capaciteit hiervoor overgeheveld).
In een dienstverleningsovereenkomst zijn hiervoor afspraken gemaakt, waarbij is aangesloten op de bestuurlijk vastgestelde beleidsregels toezicht en het daarop vormgegeven handhavingsprogramma.
Nee
139
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Geen DVO afgesloten, er zijn werkafspraken gemaakt.
Verbeteren luchtkwaliteit Wat wilden we bereiken? De hoogste concentraties van luchtverontreiniging worden in ’s-Hertogenbosch veroorzaakt door het verkeer. Door generieke en locatiespecifieke maatregelen willen we dat de luchtkwaliteit op plaatsen waar mensen worden blootgesteld structureel verbetert. Dat doen we omdat ook beneden de normen gezondheidswinst te behalen valt én om de schommelingen in concentraties op te kunnen vangen. Op plaatsen waar de gezondheid niet direct in het geding is, willen we dat in de hele stad tijdig aan de normen wordt voldaan. In 2015 dient aan de Europese luchtkwaliteitsnormen voor stikstof dioxide te worden voldaan. De normen voor fijn stof worden niet overschreden. Daar waar mogelijk wordt gewerkt aan meer structurele oplossingen voor de langere termijn waarbij ambities op het gebied van leefbaarheid, bereikbaarheid en klimaatbeleid zo veel mogelijk worden gecombineerd. Dat gebeurt onder de noemer duurzame mobiliteit. In het coalitietakkoord is daarbij ingezet op nieuwe vormen van schoon openbaar vervoer, actief stimuleren van schoon vervoer en bevoorrading binnenstad, versterken transferia & pendels en reductie van autoverkeer rond de binnenstad.
140
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Opschalen van nul emissie busvervoer te beginnen in de Bossche binnenstad zoals de elektrische transferiumbus;
Ja
De binnenstadsbusjes zijn gerealiseerd. Gewerkt wordt aan transferiumbussen in 2016.
Ontwikkeling van een “Sustainable Urban Logistics Plan”; een plan voor efficiëntere en schonere bevoorrading van de binnenstad. Dit plan wordt in samenwerking met 8 Europese partners opgesteld;
Ja
Het project is afgerond, met de opgedane kennis is een concept-plan opgesteld. E.e.a. wordt geoperationaliseerd uitgewerkt ism ondernemers. Is onderdeel van het programma “Beter Benutten”.
Doorzetten/opzetten van (nieuwe) projecten duurzame mobiliteit met het bedrijfsleven, onder meer binnen het Bossche Energie Convenant (BEC), innovatieve elektrische taxi, elektrische transferiumbus, deelautosysteem De Gruyterfabriek, bevoorrading binnenstad;
Ja
Doorlopend. Een voorbeeld is de opzet verbetering van het project “Paleiskwartier elektrisch” waar bedrijven elektrische auto’s delen.
Uitvoering programma luchtkwaliteit;
Ja
Een voorbeeld is de milieuzone. Deze wordt gehandhaafd en regelmatig geëvalueerd Administratieve last voor ondernemers is verminderd.
Structurele aanpak activiteiten duurzame mobiliteit;
Gedeeltelijk
Onderdeel is bijvoorbeeld het faciliteren van elektrisch rijden. In ’s-Hertogenbosch zijn inmiddels meer dan 100 laadpunten.
Verdere vergroening van het gemeentelijke wagenpark en contractvervoer (klimaatneutraal in 2020);
Ja
Voortschrijdend, er zijn diverse elektrische voertuigen, zuinige personenauto’s en vuilniswagens op groen gas.
Voortzetten langjarige monitoring luchtkwaliteit;
Ja
Meetprogramma is geëvalueerd en geoptimaliseerd. De resultaten worden maandelijks gepubliceerd op internet.
Evaluatie milieuzone binnenstad.
Ja
Het wagenpark in de binnenstad is schoner dan daar buiten.
141
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Aanpak bodemverontreiniging en bescherming Wat wilden we bereiken? De aanpak richt zich op het geschikt maken van de bodemkwaliteit, inclusief grondwater, voor alle ontwikkelingspotenties, zowel bij ontwikkelings- en herstructureringslocaties alsook voor natuur-, water-, energiedoeleinden etc. Over het algemeen zal de ruimtelijke ontwikkeling leidend zijn voor aanpak en tempo van bodemsanering. Dit betreft het grootste deel van de bodemsaneringsactiviteiten. Voor een beperkt aantal locaties/gebieden geldt dat er sprake is van verontreiniging, met name van het grondwater, met ontoelaatbare verspreidingsrisico’s en zónder directe samenloop met ruimtelijke ontwikkelingen. Uit het langjarig onderzoek “Gemeentedekkend beeld bodemverontreiniging” dat in 2013 afgerond is, blijkt dat het 10 locaties betreft. De aanpak beslaat doorgaans een periode van 5 tot 15 jaar, en kan intensief of extensief (monitoren) zijn. Indicatoren
Nulmeting
Saneren (ontwikkel)locaties Onderzoek locaties met mogelijk (grote) grondwaterverontreiniging
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
8
11
8
14
20
95% is al in beeld
97% in beeld
97% in beeld
100%
100% van de potentiële verontreiniging in beeld
Bron: Milieu
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Voorbereiden en uitvoeren van (meerjarige) sanering van gemeentelijke projecten.
Ja
Veertien diverse saneringen, o.a. bij omlegging Zuid-Willemsvaart/Kanaalpark. Ambitie 2010 t/m 2014 (=20) is behaald.
Stimuleren van onderzoek en zo nodig de aanpak van verontreiniging bij bestaande bedrijven.
Ja
Met name via afstemming met Bodemcentrum die namens bedrijven bodemsanering verzorgt
Adequaat toezicht op lopende saneringen zowel van gemeente als van derden (totaal geraamd 2013: 20).
Ja
Op lopende saneringen (gemiddeld circa 20) is adequaat toezicht gehouden
Stimuleren van duurzaam gebruik van de ondergrond i.v.m. ondergronds bouwen, energie-opslag/ onttrekking al dan niet in combinatie met langdurige grondwatersaneringen, kabels en leidingen etc..
Ja
Er is een uitvoeringsprogramma 2014-2016 opgesteld, met tien thematische en gebiedsgerichte projecten
Strikte handhaving van de grondstromen en toepassingen van (licht) verontreinigde grond.
Ja
Toezicht houden op 99 activiteiteten met grondverzet, eveneens grotendeels bij ZW-vaart/Kanaalpark
142
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Beperken geluidshinder Wat wilden we bereiken? Doelstelling van het gemeentelijke geluidbeleid is het beheersen van een acceptabel geluidsniveau in de leefomgeving van zowel weg- en railverkeer, als van bedrijvigheid, horeca en evenementen. Ons principe is dat het totaal aantal gehinderden niet toeneemt.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
In 2014 wordt, in het kader van de Europese richtlijn omgevingslawaai uitvoering gegeven aan het actieplan geluid
Nee
In 2014 wordt de sanering van wegverkeer voor de woningen die hiervoor (vanuit rijkswege) in aanmerking komen afgerond.
Gedeeltelijk
Inmiddels is duidelijk dat maar 9 woningen in aanmerking komen voor verbetering. Op dit moment wordt bekeken of het doelmatig is om door te gaan of te wachten op meer woningen (schaalvoordeel).
Blijvende aandacht voor controle en handhaving van horeca en evenementen.
Gedeeltelijk
Aantal controles afgenomen door onvoldoende capaciteit.
143
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Plan loopt tot en met 2017. Er zijn nog geen geschikte projecten (groot onderhoud wegen) voorbij gekomen die in aanmerking komen voor stillere wegdekken.
Burgers naar vermogen vrijwaren van risico’s Wat wilden we bereiken? De risico’s van bedrijvigheid, opslag en vervoer worden naar vermogen beperkt voor inwoners, werkenden, bezoekers, passanten e.d.. Als uitgangspunt geldt het uitvoeringskader Externe Veiligheid (2010). Een volledige uitschakeling van risico’s is echter niet mogelijk.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Veiligheid risicobedrijven up to date houden, ook voor wat betreft de aan- en afvoer. Op een adequate uitvoering zal worden toegezien.
Ja
Toezicht en handhaving lopen volgens regulier programma via de Omgevingsdiensten. Bij deze diensten is aanzet ontwikkeld voor een hogere attentiewaarde van dit aspect.
Afweging risico’s van m.n. (verzwaring van) transportroutes in relatie tot de bestaande stad en bij ruimtelijke ontwikkelingen. Vooral het inzetten op een afgewogen beleid in de richting van het Rijk m.b.t. de spoorzone als gevolg van de herroutering van goederen van de Brabantroute over ‘s-Hertogenbosch. Aangedrongen zal worden op monitoring en handhaving.
Ja
Nadrukkelijk in beeld bij PHS/herroutering goederenvervoer door Zuid-Nederland. Idem monitoring huidig vervoer in samenspraak met de Veiligheidsregio.
Lacunes in de beheersbaarheid van de transportroutes (m.n. de Spoorzone) bezien (bluswatercapaciteit en bereikbaarheid).
Gedeeltelijk
In overleg met de Veiligheidsregio. Uitvoering i.o.m. Prorail en bij ontwikkelingen in de Spoorzone.
Optimaliseren van de risicocommunicatiemiddelen, waaronder de actualiteit van de provinciale risicokaart, opnemen risicokaart in eigen GIS-systeem, de dekking via alarmering, risicocommunicatie voor specifieke gebieden (Spoorzone) en specifieke bedrijven.
Gedeeltelijk
Update risicokaart iom de Omgevingsdienst. Risicocommunicatie vwb alarmering (Was-palen, Alert-communicatie) is nog in ontwikkeling. Risicocommunicatie Spoorzone, te beginnen met het Paleiskwartier en ’t Zand in voorbereiding genomen.
Samenwerking op gebied van externe veiligheid. Bezien wordt of parallel aan de RUD-vorming kennis en ervaring kan worden geoptimaliseerd.
Gedeeltelijk
Omgevingsdienst heeft plan van aanpak gepresenteerd rondom kennisvergroting, uitwisseling, update risicokaart en advisering bij ruimtelijke plannen. De rijkssubsidie aan de gemeente wordt na 2014 beëindigd en voor een beperkt deel aan de OBDN uitgekeerd.
144
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Milieubewuster gedrag Wat wilden we bereiken? Een milieubewuster gedrag van inwoners, bedrijven, bezoekers etc.. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
2012
2013
2014
2014
8
9
11
10
25
2000
3000
3000
3000
2500
Jaarlijkse acties met subsidie Aantal leerlingen Natuur en milieueducatie
Wat hebben we ervoor gedaan?
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Prominent laten zien van alle milieu- en duurzaamheidsinitiatieven (beleid, plannen en uitvoering) en uitdagen tot meedoen.
Ja
Met name bij klimaat en waterprojecten is de samenwerking met lokale partijen belangrijk. Via bijeenkomsten, nieuwsbrieven, milieupagina in de Bossche Omroep, BEC-congres, pers-gesprekken en digitale media als facebook en twitter.
Actief ondersteunen, aanbieden en begeleiden van leerlijnen natuur en milieu-educatie op basisscholen, zodat hiervan een forse uitbreiding plaatsvindt. Deze initiatieven met externe partijen opzetten en waar mogelijk met externe middelen financieren.
Ja
Naast het aanbod van de Groene Poort met ca 125 groepen en het Bewaarde land met ca 30 groepen primair onderwijs zijn bij alle BBS-en NMEleerroutes uitgezet en ondersteunend materiaal ontwikkeld dat nu beschikbaar komt voor alle basisscholen.
Actief ondersteunen van initiatieven van lokale groepen met voorrang voor de prioriteiten energie/ klimaat, integraal waterbeheer, lucht en communicatie.
Ja
In totaal zijn 10 lokale duurzame initiatieven financieel ondersteund.
Actief ontsluiten van milieu-informatie via de gemeentelijke website.
Ja
Beschikbare milieu-informatie wordt via gemeentelijke website beschikbaar gesteld.
De drie kinderboerderijen begeleiden bij de ontwikkeling tot natuur- ontmoetingsplek voor bewoners en scholen in de wijk.
Ja
De drie kinderboerderijen beschikken over concreet lesmateriaal dat met behulp van de vrijwilligers door de scholen gebruikt kan worden. Leerkrachten worden dit jaar begeleid om materiaal te gebruiken.
145
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Onderhoud openbare ruimte Wat wilden we bereiken? We beperken de milieubelasting bij het onderhoud van de openbare ruimte en we benutten de kansen op het gebied van ecologisch beheer.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
We gaan bij wegen waar het vervangen van asfalt nodig is en waar de geluidsbelasting hoog is, verder met het toepassen van geluids-reducerend asfalt.
Ja
In 2014 is o.a. de Zandzuigerstraat en een deel van de Bruistensingel voorzien van geluidsreducerend asfalt.
Conform het Beleidsplan Openbare Verlichting (2011) worden de armaturen van de openbare verlichting vervangen door energiezuinige armaturen met een betere lichttechniek zoals wit licht. Dit witte licht vergroot de verkeersveiligheid en verbetert de gezichtsherkenning.
Ja
Gerealiseerd conform planning.
De Groene Delta bestaat uit ruim 20 afzonderlijke gebieden. In de periode 2011 t/m 2014 worden jaarlijks 5 gebiedsbeheerplannen in detail uitgewerkt. Hierin wordt vastgelegd welk eindresultaat wordt nagestreefd en worden de beheermaatregelen hierop afgestemd.
Gedeeltelijk
In 2015 is o.a. gewerkt aan het beheerplan voor het kanaalpark. De realisatie van de plannen verloopt trager dan gepland en loopt door in 2015.
In 2013 is het ecologisch beheer verder uitgebreid om de kwetsbare planten en dieren te behouden of te stimuleren (actieplan biodiversiteit). In 2014 zal dit beleid worden voortgezet. Op locaties in de wijken waar wij kansen zien voor het ecologisch beheer zal dit nog verder worden uitgebreid. Uiteindelijk ontstaat hierdoor een aaneengesloten ecologische groenstructuur waar planten en dieren hun leefgebied vinden en waar zij zich langs verplaatsen. Het resultaat is een soortenrijke stad met veel bloemen, vlinders en bijen.
Ja
Het ecologisch beheer van de bermen, watergangen en de natuurlijke beplanting is voortgezet en is waar mogelijk uitgebreid.
In 2014 gaan we een onderzoek doen naar een verkeersmanagementsysteem om de doorstroming nog verder te optimaliseren en de verstoringen (nog) sneller te signaleren.
146
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Goede afvalzorg Wat wilden we bereiken? Onze dienstverlening ten aanzien van het inzamelen en bewerken van afvalstoffen baseren op de beginselen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen tegen een marktconforme prijs / kwaliteitsverhouding.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Het onderzoek om samen met het Waterschap Aa en Maas een tankvoorziening te realiseren voor transportbrandstof uit biogas (voor gemeentelijke voertuigen) zal in 2014 worden afgerond. Om redenen van opslag en actieradius is het onderzoek eerder al verschoven van CNG naar LNG (van gasvorm naar vloeibaar).
Nee
We werken samen met de Weener Groep door het bieden van werk op locatie. De schoonmaak van de locatie Treurenburg is aan de Weenergroep opgedragen. Ook bij de catering worden mensen van de Weenergroep ingezet. Recentelijk is op het milieustation Treurenburg een brengvoorziening voor herbruikbare goederen ingericht waarvoor de Weener Groep werkzaamheden verricht. Ook worden ondergrondse containers bij de Weenergroep geassembleerd.
Ja
Inzet bij catering inmiddels gestopt.
Met ingang van 2011 worden alle semi-ondergrondse containers vervangen door volledig ondergrondse containers waarvan het gebruik beter te monitoren is. Hierdoor zal de milieuprestatie van de afvalinzameling toenemen en wordt de service aan de burgers vergroot.
Ja
Realisatie verloopt conform planning.
Met ingang van 2013 wordt de afvalkalender in principe alleen nog digitaal beschikbaar gesteld in combinatie met een APP voor smartphones en tablets. Daarnaast moet het ook in 2014 mogelijk worden digitaal afspraken te maken voor de ophaalservice aan huis (grof afval, snoeiafval en wit- en bruingoed).
Gedeeltelijk
App heeft 45.000 unieke downloads (NB geen adressen maar devices). Inwoners kunnen mail sturen voor een afspraak dan bellen wij binnen twee werkdagen terug.
In het voorjaar van 2014 zal een voorstel voor een nieuw Afvalstoffenplan aan de raad worden aangeboden. Onderdeel daarvan zal zijn een nieuw inzamelplan om onze ambitie inzake afvalscheiding te kunnen realiseren. In dat verband gaan wij in 2013 en 2014 een aantal pilots uitvoeren om inzamelmodellen in de praktijk te testen.
Ja
Mede op van basis van diverse pilots is plan op 4 november 2014 door de raad vastgesteld.
147
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Momenteel zijn we bezig om de financiële haalbaarheidsstudies nogmaals door te rekenen op basis van de laatste informatie en te verfijnen. Mogelijke investeringen zullen middels een kredietaanvraag in het tweede kwartaal voorgelegd worden aan het bestuur.
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
40.712
41.973
44.868
41.839
3.029
V
Baten
38.536
38.534
41.294
41.461
167
V
Totaal saldo baten en lasten
- 2.176
- 3.439
- 3.574
- 378
3.196
V
-Toevoegingen
25.359
25.025
27.579
27.838
259
N
-Beschikkingen
Mutaties eigen vermogen
26.773
27.151
29.656
27.175
2.481
N
Per saldo mutaties eigen vermogen
1.414
2.126
2.077
- 663
2.740
N
Geraamd/gerealiseerd resultaat
- 762
- 1.313
- 1.497
- 1.041
456
V
Belangrijkste verschillen • Lagere personeelskosten (€ 362.000 V) • Lagere kapitaallasten (€ 200.000 V) • Storting opbrengst grondverkopen uit programma Sport en Recreatie in reserve (€ 60.000 N)
148
Fysiek Milieurespecterende ontwikkelingen
Cultuurhistorische kwaliteit
Ambitie De hoofdambitie is en blijft het behouden en versterken van de cultuurhistorische kwaliteit van de stad en haar directe omgeving. Naast de instrumenten uit het bestaand beleid zijn er drie nieuwe deelambities, conform de cultuurhistorische beleidsvisie uit 2013: - In de eerste plaats wordt de cultuurhistorie van de stad overgebracht op een veel breder publiek. Daarmee wordt de betrokkenheid van bewoners, werkers en ondernemers met de stad vergroot. - In de tweede plaats richten we onze aandacht op het gegeven dat veel monumentale gebouwen (waaronder veel kerken) beschikbaar komen voor een nieuwe functie. - In de derde plaats willen wij in de toekomst een groter accent leggen op de cultuurhistorische relicten in het buitengebied. Dit in navolging van het beleid van Rijk en Provincie. De relicten uit 1629 zijn daar onderdeel van. De aanscherping van bestaand beleid richt zich op de monumentensubsidies (inzetten op de plekken waar dit voor de stad het meeste oplevert) en extra aandacht voor duurzaamheid van monumenten.
149
Fysiek Cultuurhistorische kwaliteit
Behoud van en versterking cultuurhistorische kwaliteit
Wat wilden we bereiken? Met het behouden en versterken van de cultuurhistorische kwaliteiten van de stad en haar directe omgeving behouden en versterken we de aantrekkelijkheid van de stad om er te wonen of te werken. Dat geldt ook voor bezoekers die naar de stad komen als toerist of om er te winkelen
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator De aanwijzing van een tweetal nieuwe gemeentelijke beschermde stadsgezichten en ca. 25 gemeentelijke archeologische monumenten.
Gerealiseerd Nee
Beknopte toelichting I.v.m. andere prioriteiten is nog geen besluitvorming tot stand gekomen. Eerst zal nog inspraak gevoerd moeten worden.
Restauratie van minimaal 15 monumenten en beeldbepalende panden (verlenen van gemeentesubsidie voor restauratie).
Ja
Trend: naast individuele restauraties met positief effect op uitstraling ook toenemend aantal grotere en collectieve restauraties.
Documentatie en onderzoek van archeologische en bouwhistorische elementen die door bouwactiviteiten verloren dreigen te gaan. Conform het vastgestelde beleid zullen niet in alle gevallen de kosten op de initiatiefnemer worden verhaald. In die gevallen zal de gemeente het onderzoek daarom zelf uitvoeren.
Ja
Er werden in dit kader omstreeks 10 onderzoeken verricht m.b.t. archeologie. In circa 75 gebouwen werden bouwhistorische waarnemingen en kleine documentaties verricht en 12 ervan werden uitgebreid bouwhistorisch onderzocht.
Aanpassing van het gemeentelijk monumentenbeleid aan het nieuwe rijksbeleid. Het rijksbeleid voor de monumentenzorg is ingrijpend gewijzigd. Het monumentenbeleid wordt meer geïntegreerd in bestemmingsplannen. Daarnaast heeft het Rijk nieuwe instrumenten voor de herbestemming van grotere leegkomende monumenten aangekondigd. Wij willen daar in 2014 actief mee aan de slag.
Ja
Input landelijk aangeleverd via de Federatie Grote Monumentengemeenten (FGM) en Bestuurlijk Platform Erfgoedgemeenten. T.a.v. herbestemming is er goede/intensieve samenwerking met Bisdom en Kerkbestuur en ingesteld gemeentelijk Herbestemmingsteam Monumenten ’s-Hertogenbosch. Loopt volgens planning.
Wegens de bij de gemeente ’s-Hertogenbosch aanwezige expertise adviseert zij een tiental buurgemeenten op het gebied van archeologie.
Ja
Is “ongoing business”. In 2014 is voor ca. 350 uur geadviseerd m.b.t. ca. 140 projecten.
Voorzien in noodzakelijke dekking aandeel gemeente in subsidiabele instandhoudingskosten voor de Sint Jan.
Ja
Voor 2014 gerealiseerd.
Ten behoeve van herbestemming van leegkomende monumenten wordt een subsidieregeling ontworpen die voorziet in een subsidie op haalbaarheidsonderzoeken.
Ja
Via Algemene Subsidie Verordening (ASV). Zodra budget structu-reel beschikbaar is wordt een separate subsidieverordening gemaakt.
De kennis die in onze stad is opgebouwd over de bouwhistorie en de stadsarcheologie wordt op professionele basis bewaard, beheerd en ontsloten.
Ja
150
Fysiek Cultuurhistorische kwaliteit
Output indicator
Gerealiseerd
Op basis van de archeologische en bouwhistorische verwachtingskaart zullen aan bouwers in de stad adviezen worden verstrekt om ervoor te zorgen dat zo goed mogelijk wordt omgegaan met bestaande monumentale waarden.
Ja
De inventarisatie van cultuurhistorische elementen in het buitengebied die in 2011 gereed gekomen is, dient als inspiratiebron voor ruimtelijke plannen, zoals bijvoorbeeld de Groene Delta en de Groene Vesting. Ook zal dit de basis zijn voor verdere beleidsontwikkeling.
Ja
Reconstructie van de historische put op de markt uit 1520.
Gedeeltelijk
Beknopte toelichting
Ontwerp is klaar, bouwvergunning is afgegeven. Uitvoering volgt zodra voldoende budget beschikbaar is.
Uitvoering jaarschijf 2014 uit het ontwikkelingsplan Versterkt Den Bosch. Dit zijn de volgende projecten: - De openbare ruimte van de Buitenhaven wordt in 2014 verbeterd, onder meer met de aanleg van een voetpad langs de vestingmuur met zicht op de Stadsdommel en de passantenhaven.
Ja
Project is in uitvoering.
- Na de bouw van de Sortiebrug over de Aa bij de Citadel die in 2013 start, wordt een trap gerealiseerd aan de monding van de Zuid-Willemsvaart naar de Diezebrug. Hierdoor ontstaat een wandelroute om de Citadel.
Ja
Gereed.
- Bij de Hinthamerpoort (Muntelbolwerk) worden de aarden wallen op het gerestaureerde Ravelijn teruggebracht. Het middelpunt van de Halve Maan wordt aan de stadszijde weer herkenbaar door reconstructie van de Hoektoren. De toren krijgt een ecologische functie in de oever van de Aa.
Nee
- Het bezoekerscentrum Bolwerk Sint Jan op de voormalige Sint-Janspoort wordt medio 2014 opgeleverd. Middeleeuws straatwerk, rondeeltoren en vestingmuur bieden aanleiding om bezoekers kennis te laten maken met de “Wereld van Jeroen Bosch”.
Ja
Project is in uitvoering. Opening voorzien medio 2015.
- Bij de toegang tot de stad vanuit Parkeergarage Vonk en Vlam komen bezoekers eveneens op een eigentijdse wijze in contact met de vesting zoals die er in de tijd van Bosch waarschijnlijk heeft uitgezien. De muurrestauratie en realisatie van een looppad over de ‘weergang’ is in 2014 in uitvoering.
Ja
Project is in uitvoering.
Uitvoering kan (pas) ter hand worden genomen na realisatie van de brug.
- In vervolg op de verkeerskundige herinrichting van het Wilhelminaplein (‘Heetmanplein’, 2013) wordt een inrichtingsplan ontwikkeld voor een herkenbare stadsentree, waarin de vestingmuur weer zichtbaar en herkenbaar wordt gemaakt.
Nee
Wijze van inrichting, m.n. reconstructie van de poort, was onderwerp van het bestuursakkoord na de verkiezingen in november 2014. Dit geeft duidelijkheid over uitgangspunten op hoofdlijnen.
- Er wordt in de periode 2014-2017 gewerkt aan het toeristische (vesting)varen in en om de stad en de ontwikkeling van onderdelen uit de linie 1629 om ’s Hertogenbosch (de Groene Vesting).
Ja
Een aantal partijen heeft nieuwe vaararrangementen ontwikkeld. Het Linieboek is gepresenteerd; een inspiratiedocument met plannen voor de inrichting van Linie 1629.
151
Fysiek Cultuurhistorische kwaliteit
Output indicator - De realisatie van Vestingprojecten wordt mogelijk gemaakt met steun van derden. De beschikbare fondsen en subsidies zijn als gevolg van de aanhoudende economische crisis sterk beperkt. De in het verleden behaalde multiplier op de gemeentelijke bijdrage van 3, zullen we realistisch moeten bijstellen tot 1.
Gerealiseerd Ja
Beknopte toelichting In 2014 is een subsidie verworven van de provincie Noord-Brabant en is een bijdrage ontvangen van de Stichting ’s-Hertogenbosch Vestingwerken.
Cultuurhistorische informatie beter toegankelijk voor publiek
Wat wilden we bereiken? Het toegankelijk maken en beter presenteren van cultuurhistorische informatie moet ertoe bijdragen dat mensen die in de stad wonen en werken zich meer betrokken voelen bij hun stad, hun omgeving en de geschiedenis daarvan. Wij willen daarmee voldoen aan de toenemende vraag van burgers in een sterk veranderende samenleving om meer te weten te komen over hun eigen geschiedenis en die van hun stad. Tegelijkertijd versterkt dit ons landelijk imago als cultuurhistorische interessante stad.
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Uitwerken van samenwerkingsmogelijkheden tussen Stadsbibliotheek, Stadsarchief en front office van de afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten met het oog op huisvesting van deze drie op het GZG-terrein
Ja
Is vastgelegd in brochure Agora en raadsvoorstel juni 2014. In het bestuursakkoord na de verkiezingen van november 2014 is afgesproken dat de gezamenlijke huisvesting op het GZG terrein geen doorgang zal vinden.
Uitvoering geven aan de publieksgerichte voorstellen zoals genoemd in de Cultuurhistorische Visie door een coördinatieteam bestaande uit de leiding van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, De VVV-Noordoost Brabant, BAM en Stadsarchief
Ja
Conform planning zoals in collegebesluit van juni 2014 vastgelegd.
Mede in het kader van deze Visie publieksevenementen organiseren, bijvoorbeeld Open Monumenten Dag en Maand van de Geschiedenis, arrangementen voor bezoekers aan de stad samenstellen, wijkgerichte activiteiten organiseren en verder uitbouwen van de ondersteuning aan onze ambassadeurs, onder andere stadsgidsen en Binnendiezeschippers
Ja
Onder andere: Open Monumentendag, Wereld van Bosch, Week van de geschiedenis in RosmalenNoord. Aanzet tot een serie betaalbare toeristische boekjes over diverse onderwerpen van de gemeente (’s-Bosch-reeks).
Gedeeltelijk
Kranten tot 1941 beschikbaar via de site van de Koninklijke Bibliotheek. De kranten tussen 19412013 worden geïndexeerd en staan in de acceptatieomgeving.
Digitaal bronnen ontsluiten en op internet zetten, variërend van historisch bewoningsonderzoek tot kranten uit de 20e eeuw
152
Fysiek Cultuurhistorische kwaliteit
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Uitvoering geven aan het gesubsidieerde en internationale project BoschDocuments, waarbij oude documenten waarin Jheronimus Bosch of een van zijn werken worden genoemd, digitaal ontsloten worden
Ja
Gaande; ca. 500 van de 1500 documenten zijn opgenomen.
In nauwe samenwerking met de afdeling DFZ en ICT de gemeentelijke organisatie adviseren over optimaliseren van het informatiebeheer, onder andere door per afdeling informatiebeheerplannen op te stellen
Ja
Door een reorganisatie is de auditfunctie naar Documentaire Zaken gegaan; ter voorbereiding op informatiebeheerplannen zijn per afdeling risicoanalyses gehouden.
Sociale media gaan inzetten bij communicatie met de klanten van het stadsarchief en de BAM
Nee
Uitvoering van de wettelijke taken van het Stadsarchief, zoals in goede geordende staat brengen en houden van ons stedelijk geheugen en beschikbaarstelling van bronnen.
Ja
Archiefinspectie verder uitbouwen om de gemeentelijke informatiehuishouding te verbeteren.
Gedeeltelijk
Wegens reorganisatie is inspectietaak gescheiden van auditfunctie. Wel zijn regelgevingen gemoderniseerd.
Het bewaren en toegankelijk maken van de resultaten van archeologisch en bouwhistorisch onderzoek voor het Bossche publiek en voor andere belangstellenden.
Ja
Dit is een doorlopende taak. Het gebeurt op verschillende manieren: door de presentatie in het Groot Tuighuis, d.m.v. artikelen in de lokale pers, tijdschriften (zoals Bossche Kringen) en vakpers met (inter)-nationale reikwijdte, en door bijdragen aan publieksevenementen zoals Open Monumenten en ‘De Wereld van Jeroen Bosch’. De presentatie op internet via de gemeentelijk website is dit jaar gestagneerd wegens enerzijds capaciteitsproblemen, anderzijds juist ook wegens prioritering van de ontwikkeling van een nieuwe, verbeterde presentatie op internet.
De resultaten van het archeologisch onderzoek tussen 1977 en 2012 zullen worden verwerkt in een publieksboek, dat in 2014 gereed zal zijn.
Nee
Wegens toevalsvondsten en uitval van personeel is de realisatie van het boek vertraagd tot 2016.
De resultaten van het bouwhistorisch onderzoek zullen inzichtelijk worden gemaakt en digitaal worden ontsloten middels 3d-reconstructies. Deze worden tevens ingezet voor een augmented-realityproject en de productie van een app in samenwerking met het stadsarchief en JB500 (flankerend beleid).
Ja
De uitwerking van dit project loopt voor op schema en zal zoals afgesproken ruim voor 2016 gereed zijn.
De resultaten van het archeologisch en bouwhistorisch onderzoek zullen in 2015- 2016 worden ingezet in een (deels digitale) publiekspresentatie, “de digitale stad van Jheronimus Bosch” (werktitel), i.s.m. JB500 (flankerend beleid).
Ja
Een ontwerp voor de publiekspresentatie is gereed; de bouw wordt uitbesteed, opdrachtverlening heeft medio februari 2015 plaatsgevonden. De presentatie dient 1 januari 2016 te zijn opgeleverd.
153
Fysiek Cultuurhistorische kwaliteit
Wegens andere prioriteiten niet gelukt. Vele kleinere bestanden geordend en in goede staat gebracht.
Output indicator In 2013 is het voor het publiek toegankelijk archeologisch en bouwhistorisch depot in het gebouw Bethaniëstraat 4 geopend. Doel is om aan de hand van vondsten en presentaties het publiek te laten zien hoe bouwhistorici en archeologen door hun werk het verleden van de stad opnieuw tot leven kunnen brengen. In het gebouw is een wisselende publiekspresentatie ingericht. De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch verzorgt rondleidingen in het depot. Verder zijn er activiteiten ten behoeve van het onderwijs en worden er workshops georganiseerd voor volwassenen. Het bewaren en toegankelijk maken van de resultaten van archeologisch en bouwhistorisch onderzoek voor het Bossche publiek en voor andere belangstellenden. De resultaten van het archeologisch onderzoek tussen 1977 en 2012 zullen worden verwerkt in een publieksboek, dat in 2014 gereed zal zijn. In 2013 zal de opening plaatsvinden van een voor het publiek toegankelijk archeologisch en bouw-historisch depot in het gebouw Bethaniestraat 4. Doel is om aan de hand van vondsten en presentaties het publiek te laten zien hoe bouwhistorici en archeologen door hun werk het verleden van de stad opnieuw tot leven kunnen brengen. In verband met bezuinigingen is de opzet vooralsnog bescheiden gebleven. In het gebouw zal een wisselende publiekspresentatie worden ingericht. De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch zal rondleidingen in het depot verzorgen. Verder zijn er activiteiten ten behoeve van het onderwijs en worden er workshops georganiseerd voor volwassenen.
154
Fysiek Cultuurhistorische kwaliteit
Gerealiseerd Ja
Beknopte toelichting Dit is een doorlopende taak. In 2014 zijn rondleidingen verzorgd door gidsen van de Kring, educatieve ontvangsten georganiseerd ten behoeve van scholen en workshops/rondleidingen gegeven aan groepen in het kader van volwasseneneducatie (bijvoorbeeld Boschlogie). Bovendien was het Groot Tuighuis onderdeel van publieksevenementen zoals Open Monumenten en ‘De Wereld van Jeroen Bosch’. Daarnaast is het Groot Tuighuis een aantal malen benut als locatie voor bijeenkomsten en symposia van binnen- en buitengemeentelijke organisatie-onderdelen of organisaties die zich bezighouden met erfgoed, of via de welke erfgoed gepromoot kan worden.
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na
2014
Verschil
wijziging
Lasten
5.905
6.187
6.695
5.744
951
V
Baten
203
273
273
202
71
N
- 5.702
- 5.914
- 6.422
- 5.542
880
V
-Toevoegingen
473
290
334
337
3
N
-Beschikkingen
1.299
1.172
2.064
1.187
877
N
826
882
1.730
850
880
N
- 4.876
- 5.032
- 4.692
- 4.692
-
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen
Per saldo mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Lagere kapitaallasten (€ 188.000 V) • GSB/ISV (€ 170.000 N) Tegenover dit nadeel staan voordelen bij andere programma’s. Per saldo is geen sprake van een resultaat.
155
Fysiek Cultuurhistorische kwaliteit
Ruimte voor bedrijvigheid Werk en inkomen
156
Pijler Werk en economie
Ruimte voor bedrijvigheid
Ambitie Het accommoderen van economische groei. Wij geven ruimte aan de economische functie als motor voor de ontwikkeling van onze gemeente en de regio Noordoost Brabant en doen dat door het bevorderen van een goed ondernemingsklimaat. Daartoe werken we regionaal samen. We bieden kantoor- en bedrijfslocaties aan en werken met partners aan sectoren als ICT, Logistiek en aan Citymarketing. Voor wat betreft economische structuurversterking zetten we in op een aantal sterke en moderne sectoren, zoals Agro&Food, health en ICT. Innovatie en duurzaamheid zijn belangrijke voorwaarden voor succes. In deze tijden van economische en financiële crises moeten bedrijfsleven, instellingen en overheid beter en slimmer (samen-)werken en zichzelf vernieuwen.
Versterken van het vestigingsklimaat Wat wilden we bereiken? We streven naar versterking van het vestigingsklimaat. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Realisatie 2014
Ambitie 2014
99390
-1,00%
-2,8% (2011-2013)
-3,5% (2011-2014)
1% (in de periode 2011-2014)
Groei aantal arbeidsplaatsen
Bron: Landelijk Informatiesysteem van Arbeidsplaatsen Aantal starters
1080
Nog niet bekend
1299 (2012)
1.183 (2013)
Bron: Kamer van Koophandel Acquisitie bedrijven, instellingen, opleidingen
3
10
5
4
Bron: EZ
3
Positie ranglijst economisch best presterende gemeenten
1
1
4
4
Bron: Bureau Louter
158
700
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Top 10
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Promotie/Acquisitie Uitvoering geven aan een actieplan ICT in samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven. Centrale thema’s zijn: samenwerking onderwijs en bedrijfsleven, kennisdeling en innovatie en promotie en netwerkvorming. Zorgdragen voor promotiemateriaal met name digitaal, o.a. via website en in overleg met Oss en BOM: plan van aanpak promotie en acquisitie Heesch-West.
Ja
Gedeeltelijk
Beknopte toelichting Diverse bijeenkomsten georganiseerd met onderwijs en bedrijfsleven, mede in samenwerking met Jamfabriek en ICT-Community. Daarnaast diverse publicaties: nieuwsbrieven, artikelen in Bedrijvig Brabant en Bedrijvig Den Bosch. Met BOM overleg gehad over op te stellen bidboek, aanzet hiertoe is gemaakt. Met Oss vindt afstemming over promotie en acquisitie plaats.
Een stevigere acquisitie van nieuwe bedrijven, samen met zittende bedrijven en instellingen.
Ja
Testimonials opgesteld. Diverse ‘leads’ gevolgd. Luminex (EMEA), Honeywell is opgewaardeerd tot Nederlands hoofdvestiging, Nedis is opgewaardeerd tot Europese hoofdvestiging.
Uitvoering promotie en acquisitieplan regio Noordoost voor de logistieke sector.
Ja
Voorstel is in samenwerking met de logistieke platforms uitgewerkt en ligt ter goedkeuring voor . Start uitrol 2015.
Continuering van de promotie- en acquisitie-aanpak rond de thema’s ‘food & health’.
Ja
Is in 2014 gecontinueerd met vernieuwde website en twitteraccount en diverse bijeenkomsten voor ondernemers en onderwijs. Dit in samenwerking met Agrifood Capital.
Gedeeltelijk
Het aantal partners dat zich aansluit bij de merkstrategie ‘s H. Neemt gestaag toe. Dit blijft een zaak van continue aandacht. Gestart is met een vernieuwing van de ‘s H website als uitvoering van het actieplan Binnenstad en ter voorbereiding op JB500 in 2016.
In navolging van het cultureel themajaar Compleet Cultureel in 2013, willen we onderzoeken hoe de komende jaren andere speerpunten van de gemeente/de stad in de etalage kunnen worden gezet.
Ja
Dit heeft geresulteerd in een campagne gastvrijheid in 2015 waarin cultuur nadrukkelijk gekoppeld wordt aan winkelen, eten & drinken en overnachten. 2016 staat in het teken van Jeroen Bosch, met eveneens gastvrijheid als rode draad.
Vanuit het stedelijke Bezoekersmanagement en in samenwerking met DOCIS (Directeuren Overleg Culturele Instellingen) en Brabantstad, blijven wij nadere invulling geven aan gezamenlijke marketing gericht op het thema “cultuur”, mede in samenhang met de ambities voor JB500.
Ja
Zie ook beide punten hierboven. Samenwerking met Brabantstad vindt plaats in Visit Brabant.
Ja
Malaise heerste ook in 2014. Op alle genoemde gebieden is flink werk verzet, al is veel in planstadium gebleven. Omgevingsvergunning Molenhoekpassage verleend. Uitwerking financiële en ruimtelijke kaders Helftheuvelpassage vindt plaats. RO-procedures Centrumplan Rosmalen (ontwerpbeschikking omgevingsvergunning) in gang gezet.
Citymarketing Structurele uitwerking van de Merkstrategie ’s-Hertogenbosch (‘sH). Dit in samenwerking met partners in de stad en binnen de terreinen Wonen, Werken en Beleven (= onder andere vrije tijd).
Detailhandel/horeca/warenmarkt Vanwege economische malaise is een aantal plannen voor winkelcentra in de woonwijken vertraagd. In de markt draait alles om investeringsbereidheid en financieringsmogelijkheden. Deze staan sterk onder druk. Onze gemeentelijke inzet blijft gericht op uitvoering, in 2014 met name van Molenhoekpassage, centrum Rosmalen, Boschmeerplein/Oude Vlijmenseweg, Boschveld, Paleiskwartier en Helftheuvelpassage. De tijd zal leren wat de markt kan waarmaken.
159
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Openbare ruimte bij de winkelcentra in aandachtsgebieden krijgt prioriteit bij verbeteringsinitiatieven.
Ja
Plannen Boschmeerplein naar eindfase gebracht.
Voor de binnenstad blijven wij voortvarend werken aan (plan-)ontwikkeling van de GZG-locatie, onder meer voor de economische functies detailhandel en horeca. Ambitie is om tot de top 10 van Nederlandse binnensteden te behoren; uitbreiding met grootschalig aanbod is daarvoor van groot belang.
Ja
Top 10-ambitie voor binnenstad op koers. M.n. leegstand is één van de laagste scores van Nederland. Ontwikkeling GZG-terrein: sloop hoogbouw gestart. Actieplan Binnenstad moet onder andere zorgen voor vermindering regeldruk voor ondernemers en het tegengaan van winkelleegstand.
Vinger aan de pols houden bij winkelleegstand in de binnenstad en zo nodig samen met eigenaren en ondernemers die problematiek aanpakken; wij onderzoeken of het zin heeft om als gemeente te investeren in actieve retailacquisitie.
Ja
Opstellen bidbook retailacquisitie binnenstad (wordt 1e kwartaal 2015 afgerond).
Voor zover door ons beïnvloedbaar willen we het gedifferentieerde productenaanbod in de binnenstad in stand houden. De kracht van de stad zit onder meer in de ‘couleur locale’, het specialistische, onderscheidende winkelaanbod.
Ja
Diverse nieuwe lokale bedrijven gevestigd: food gerelateerde speciaalzaken.
De herontwikkeling en uitbreiding van de woonboulevard op De Herven zal naar verwachting worden voltooid, inclusief aanpassing van de infrastructuur.
Gedeeltelijk
Is vertraagd door een bezwaar. Inmiddels onherroepelijk en in aanbouw. Infrastructuur in openbaar gebied is gereed.
Kwaliteitsverbetering van de warenmarkten, met name in de binnenstad.
Ja
Continue proces van kleine stapjes.
Mogelijkheden Winkeltijdenwet met betrekking tot koopzondagen en daarmee herziening verordening winkeltijdenwet in beeld brengen.
Ja
Binnenstad en woonboulevard alle zondagen geopend.
Opstellen van een ontwikkelingsgericht horecabeleidsplan.
Nee
Stimuleren hotelvestiging.
160
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Ja
Mede door economische crisis zijn prioritering en urgentie van dit beleidsproject verlaagd. Vestiging van grootschalig(e) hotel(s) stokt op financiering van het vastgoed. Ontwikkeling kleinschalige hotels is kansrijker. Initiatieven voor kleinschalige hotels worden mogelijk gemaakt.
Output indicator
Gerealiseerd
Onderwijs en Arbeidsmarkt Ondernemers, overheden, onderwijs en overige organisaties in Noordoost Brabant werken sinds eind 2011 vanuit 5-sterren Noordoost Brabant (5* NOB) aan de realisatie van een gezamenlijke strategische agenda voor de hele regio NoordoostBrabant. Onderwijs en arbeidsmarkt is in 2012 als één van de zeven thema’s onder de strategische agenda 5* NOB gebracht. 5* NOB Werkt! heet het samenwerkingsverband, waarin partners samen werken aan oplossingen voor een goed functionerende arbeidsmarkt in Noordoost-Brabant. Belangrijk onderdeel van het uitvoeringsprogramma is het regionale stimuleringsbudget 5* NOB Werkt: Zaait en Oogst. Dit regionale budget is bestemd voor financiering van versterking of uitbreiding van bestaande of start van nieuwe lokale acties, projecten, netwerken of andere initiatieven, die belangrijk zijn voor het te behalen resultaat in de actielijnen. Het aanjaagteam heeft een eerste inventarisatie gedaan in de regio voor mogelijke projectrichtingen voor 2013 en eventueel in latere jaren.
Beknopte toelichting
Ja
5*NOB heet inmiddels Agri Food Capital (AFC). In 2014 kwamen de regionale actieplannen voor goed en voldoende personeel voor de 5 speerpuntsectoren (agro en food, zorg en welzijn, techniek, services en logistiek) tot uitvoering. Vijf nieuwe projecten gingen in de regio van start met een bijdrage uit AFC, waaronder Onderzoek Logistiek Expertisecentrum. Vanuit de crisisaanpak werden in de regio onder meer 200 startersbeurzen en instroomarrangementen voor 70 werkzoekenden gerealiseerd. Bij de Soete Moeder startten bijvoorbeeld 8 jongeren een leerwerktraject en bij de Schoonmaak coöperatie van o.a. WeenerXL 20 WWB-ers.
De gemeente heeft een bijdrage ontvangen waarmee wij het project Efficiënte personeelsvoorziening voor de ICT sector in de periode 2013-2014 willen realiseren.
Ja
Efficiënte personeelsvoorziening: project is eind 2014 succesvol af gerond: realiseren ICT Community, betere aansluiting onderwijs en bedrijfsleven, onder andere door concept Jamfabriek waar studententeams ondernemersvragen beantwoorden
Samenwerking tussen Stedelijk VMBO en Logistiek Platform ’s-Hertogenbosch gericht op imagoverbetering logistieke opleiding met als doel groei van aantal leerlingen dat de opleiding Logistiek wil volgen. De Bossche logistieke bedrijven bieden snuffelstages, nemen actief deel aan loopbaanoriëntatiedagen (VMBO Carrousel), organiseren open dagen voor diverse doelgroepen.
Ja
Instroom opleiding logistiek is in 2 jaar verdubbeld.
Verbeteren aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs wat betreft techniek, logistiek en ICT.
Ja
Stichting Vijfsterren Logistiek werkt actief samen met AFC/NOB Werkt! aan de human capital agenda. De stuurgroep Techniek is gestart met vertegenwoordigers van techniekbedrijven en het regionale (beroeps)onderwijs. In Toptechniek in Bedrijf werden de Vakmanschaps- en Technologieroute ontwikkeld als doorlopende leerlijn tussen het voortgezet onderwijs en het MBO.
Ja
Traject voor tweemeting wordt uitgevoerd in 2015.
Ja
Vestigingsmogelijkheden gecreëerd op SPARKcampus, in ZLTO-pand. Ondernemerslift is opgegaan in Ondernemerslift-Plus: crowdfundingevenement georganiseerd voor starters.
Accountmanagement en dienstverlening Dienstverlening aan de ondernemers verbeteren; uitvoeren verbeterpunten voortvloeiend uit het Bewijs van Goede dienst. Voorzieningen stimuleren voor startende ondernemers (huisvesting door BIM, Ondernemerslift, Ondernemerslift+).
161
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Continuering periodiek overleg met ondernemersverenigingen. We toetsen regelmatig bij hen, maar ook in één-op-één contacten met ondernemers, in hoeverre onze accountmanagement-inzet en -taakuitvoering aansluiten bij de ondernemersverwachtingen.
Ja
Dit zijn permanente activiteiten. Ook met ondernemersverenigingen in Nuland en Vinkel zijn de contacten opgestart.
Contact intensiveren met ondernemers gericht op het opsporen van projectmogelijkheden die bijdragen aan een versterking van de economische structuur van de stad en onze promotie- en acquisitieactiviteiten. Daarbij zal ook worden aangesloten op de activiteiten die worden ontwikkeld voor de speerpunten van de regionale economie.
Ja
Ondernemers worden gestructureerd benaderd.
Reclame-inkomsten waar mogelijk verhogen; kwaliteit verbeteren.
Ja
Ondanks moeilijke markt substantiële inkomstenverhoging en kwaliteitsverbetering; Aanschaf hardware voor stads-/evenementenpromotie.
Versterken van de economische structuur Wat wilden we bereiken? Om de economische structuur in onze gemeente te versterken willen wij nadrukkelijker onze sterke en moderne sectoren, zoals toerisme en recreatie (binnenstad), financiële en zakelijke dienstverlening (waaronder ICT) en AgroFood en Health ontwikkelen en profileren. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Realisatie 2014
Ambitie 2014
Aandeel kennisintensieve bedrijven Bron: vestigingenregister
15% van de werkgelegenheid
16% van de werkgelegenheid
16% van de werkgelegenheid
16% van de werkgelegenheid
15% van de werkgelegenheid
Aandeel food&health Bron: vestigingenregister
20% van de werkgelegenheid
21% van de werkgelegenheid
21% van de werkgelegenheid
20% van de werkgelegenheid
22% van de werkgelegenheid
Aandeel financiële en zakelijke dienstverlening Bron: vestigingenregister
25% van de werkgelegenheid
26% van de werkgelegenheid
25% van de werkgelegenheid
25% van de werkgelegenheid
25% van de werkgelegenheid
Aandeel creatieve bedrijvigheid Bron: vestigingenregister
10% van de werkgelegenheid
11% van de werkgelegenheid
11% van de werkgelegenheid
11% van de werkgelegenheid
10% van de werkgelegenheid
Aantal Nederlandse toeristische bezoeken Bron: Continu Vakantie Onderzoek
7e positie Ned. steden
8e positie Ned. steden
8e positie Ned. steden
8e positie Ned. steden
Positie in top 10 Ned. steden handhaven
124.730
125.820
121.930
139.050
Groei van 5%
Aantal hotelovernachtingen Bron: Toeristenbelasting
162
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
In het licht van de crisis zullen we: 1. in elk geval onze eigen majeure structuurversterkende projecten moeten afmaken: • De ‘Agora’ met een toekomstbestendige bibliotheek • Een nieuw centrum voor Rosmalen • Een nieuwe huisvesting voor het VMBO • Een nieuw theater
Ja
2. Met JB500 geven wij inhoud aan een internationale, culturele, inspirerende meerjarenmanifestatie. De inzet is een culturele sector die een impuls krijgt en structureel op een hoger niveau presteert, bezoekers die onze stad sneller en beter weten te vinden en te bereiken en een stad die er na afloop fysiek beter bij ligt en er economisch en sociaal beter voor staat.
Ja
3. Met beleggers, corporaties en andere vermogensbeheerders willen wij komen tot meerjarenafspraken waarbij de inzet is om te komen tot een hoger rendement per geïnvesteerde euro. Dat betekent nog meer schaarste aan ontwikkellocaties vooral investeren in lopende (gebieds)ontwikkelingen. Op het gebied van financiering willen wij in 2014 een operationeel fonds voor economische structuurversterking en startersleningen (werknaam Economisch Investeringsfonds ’s-Hertogenbosch).
Ja
Economische structuurversterkende projecten De uitvoering van het Economisch Actieplan 2010 – 2014 wordt voortgezet.
Beknopte toelichting Planvorming van al deze projecten is in 2014 doorgegaan.
Ja
wIn 2014 6 projecten gerealiseerd, o.a. lokale stimuleringsaanpak crowdfunding, productie bidbook Agrifood Campus ’s-Hertogenbosch en versterking acquisitie food-bedrijven.
Wij blijven nieuwe MBO- en HBO-opleidingen die een versterkend effect hebben op de economische structuur faciliteren in onze stad.
Ja
Daarenboven is er het initiatief om een Graduate School op te zetten in het Mariënburgklooster.
We zetten onze ondersteuning aan het Valorisatieplan ‘Ondernemerslift-Plus Noordoost Brabant’ voort.
Ja
10 Bossche innovatieve startende ondernemers zijn doorgeleid naar Ondernemerslift-Plus, waar ze coaching en/of een lening hebben ontvangen.
We realiseren een fondsmanagement-organisatie voor het te ontwikkelen Economisch Investeringsfonds ’s-Hertogenbosch.
Gedeeltelijk
Voorbereiding oprichting neemt meer tijd dan voorzien.
We participeren in de planvorming voor en realisatie van een kleinschalig incubatorpand/ weefselkweek-lab voor food & health-activiteiten in Willemspoort.
Ja
Realisatie Ademgebouw aan Onderwijsboulevard (buffergebouw Paleiskwartier).
We ondersteunen bedrijfsleven en onderwijs in de regio bij de realisatie van een ‘innovatie- en ontwikkelcentrum doelgroepenvoeding’ met een hoog ambitieniveau.
Ja
Via realisatie Ademgebouw.
We blijven een actieve rol vervullen in de regionaaleconomische samenwerking 5* NOB, onder meer via ondersteuning van het actieprogramma Agro & Food Noordoost Brabant.
Ja
5*NOB heet nu Agrifood Capital. Deelname in bestuur, in themagroepen en in toetsingscomité subsidie-aanvragen
163
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Projecten van het innovatieplatform ‘Fhealinc’ worden voortgezet; wij blijven dit ondersteunen.
Ja
Fhealinc-projecten lopen nu onder vlag van Agrifood Capital, verenigd binnen ambitie-programma Agrifood Campus ‘s-Hertogenbosch.
Wij spelen een voortrekkersrol bij de realisatie van nieuwe experimenteerfaciliteiten voor bedrijven en kennisinstellingen in onze stad in food & health.
Ja
In voorbereiding living lab insectenteelt (bij HAS0, testcentrum versproducten (bij versmarkt Van Heinde) en operationeel living lab gezonde leefstijl (bij JBZ)
We faciliteren de planvorming voor en realisatie van een innovatieve vershal in het PaleiskwartierZuid.
Ja
Planvorming voltooid, opening voorzien eind 2015.
Wij stellen een Businessplan ICT-community op, met investeringen door partners om de ICT-sector in de regio te versterken met als doel behoud en uitbreiding van werkgelegenheid. Speerpunten zijn innovatie, netwerkvorming en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Ja
Plan is uitgewerkt in samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven
Uitvoering Meerjarig Actieplan Logistiek Platform ’s-Hertogenbosch gericht op organisatie van kortlopende functiespecifieke opleidingen, imagoverbeteringsactiviteiten, ontwikkeling van logistieke concepten.
Ja
Gestart in 2014 met bijeenkomsten gericht op kennisdelen, kennis uitwisselen met als doel samenwerkingen te bevorderen en initiëren van logistieke projecten
Verdere uitbouw van het lokale energieplatform Bosch Energie Convenant.
Ja
Ledenaantal is gegroeid naar 52 bedrijven.
Opzetten van een structuur voor parkmanagement voor Regionaal Bedrijventerrein (RBT) Heesch West.
Ja
Structuur is gereed.
Stimulering aanleg glasvezelinfrastructuur op de Bossche bedrijventerreinen conform uitkomst Strategische Verkenning Glasvezelinfrastructuur ’s-Hertogenbosch.
Ja
Op Treurenburg en in Paleiskwartier is een glasvezelinfrastructuur gerealiseerd. Uitrol op De Herven gestart.
Ja
Doorlopende activiteit; zie hieronder.
Ja
Doorlopende activiteit. Nieuwe bezoekerswebsite; internationalisering van o.a. websites en menukaarten; samenstellen en verkopen arrangementen; gratis wifi; bereikbaarheid/bewegwijzering.
Toerisme/Citymarketing/Evenementen In samenwerking met de Stichting Jheronimus Bosch 500, de VVV en het stedelijke Bezoekersmanagement de stad ‘Bosch-proof’ maken voor 2016. Doel tot en met 2016 is programmering, productontwikkeling en marketing bevorderen, samenhang creëren met het overige aanbod in de stad en beleving realiseren bij bewoners en (potentiële) bezoekers. Met een structuurversterkend (flankerend) beleid JB500 willen wij, samen met de andere partners in de stad en met de Brabantstad- en regiopartners er voor zorgen dat bezoekers(stromen) in de piekjaren zich gastvrij ontvangen voelen, voldoende goede verblijfsaccommodatie ter beschikking hebben, zich makkelijk en snel kunnen verplaatsen, optimaal kunnen deelnemen aan de verschillende activiteiten en zich veilig voelen. Hierover worden de bezoekers optimaal geïnformeerd. Daarnaast is het beoogde effect om via een goede internationale marketing te zorgen dat bezoekers langer in de stad verblijven.
164
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Op basis van de Toeristisch-Recreatieve Visie Buitengebied geven we de koppeling tussen stad en regio meer vorm met als doel een zichtbaar profiel en de bevordering van meerdaags toerisme.
Gedeeltelijk
Gezien de overige prioriteiten is hier beperkt aandacht aan besteed.
In samenwerking met de Provincie (Vrijetijdseconomie), Regio Noordoost Brabant, Het Groene Woud, de B5 en de VVV wordt er nadrukkelijk aandacht besteed aan regioprofilering en de afstemming met de stedelijke citymarketing en de Toeristisch- Recreatieve Visie Buitengebied.
Ja
Dit is vooral een rol die wordt ingevuld door de VVV Noordoost Brabant. Daarnaast is Visit Brabant in september gelanceerd. Dit moet nog handen en voeten krijgen.
Zakelijk toerisme: de in 2011 gerealiseerde Convention Bureau Brabant stevig vorm geven,’sHertogenbosch als congresstad op de kaart zetten om zo congressen naar de stad te halen op basis van de geformuleerde doelstellingen in het businessplan.
Ja
Er is na 3 jaar continuïteit. De founders van het eerste uur hebben de samenwerking voor het komende jaar weer toegezegd, zoals de VVV, Hoteloverleg, Libema en de gemeente. Ook Eindhoven is inmiddels toegetreden. Het komende jaar wordt ingezet op een vernieuwd businessplan en meer samenwerking met AgriFood Capital.
In samenwerking met de HAS, Avans, Koning Willem I, ZLTO en de Restaurant Alliantie het economische speerpunt food koppelen aan de vrije tijd en het zakelijk toerisme.
Ja
Blijft de komende jaren een aandachtspunt. Ook vanuit de lijn Beleef AgriFood vanuit AgriFood Capital, opening Van Heinde in 2015 en de ambitie omtrent European Region of Gastronomy.
Wij zullen meer focus aanbrengen op de inzet van stedelijke evenementen als instrument van de nieuwe citymarketingstrategie “’s-Hertogenbosch”.
Ja
Blijft ook in werkplan Evenementen 2015 e.v. een aandachtspunt, ook in het kader van integrale visie (in ontwikkeling) op Citymarketing en implementatie ‘sH-merkstrategie.
Bij toekenning van subsidies voor evenementen zal vanuit citymarketing steeds meer het criterium worden gehanteerd in hoeverre een evenement inzetbaar is binnen de nieuwe citymarketingstrategie én in staat is om landelijke exposure te genereren voor onze stad.
Ja
Bezien wordt of het evenement het imago van dynamische stad versterkt, of zorgt voor landelijke publiciteit en of het specifieke doelgroepen naar de stad trekt. Bosch Winterparadijs in combinatie met Joris’ Kerstboom is een goed voorbeeld.
165
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Het bieden van ruimte voor economische activiteiten Wat wilden we bereiken? We willen ruimte bieden voor economische activiteiten. Dit doen we door een gevarieerd pakket aan werklocaties aan te bieden, zoals bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Uitgifte van kantoor- en bedrijfskavels is mede afhankelijk van de doorwerking van de financiële en economische crisis op de investerings- en financieringsmogelijkheden van bedrijven. Het is een moeilijke markt. Herstructurering van bedrijventerreinen houdt prioriteit. Overaanbod en leegstand van kantoor- en bedrijfsruimte is ongewenst en wordt naar vermogen tegengegaan. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Realisatie 2014
Ambitie 2014
24,15
50,75
50,57
50,18
Minimaal 15 ha op voorraad
13,7
8,5
8,5
0
Minimaal 20 ha (in de periode 2011-2014)
44 wp per ha
34 wp per ha
34 wp per ha
33 wp per ha
Minimaal 45 wp per ha
Hectare terstond uitgeefbaar bedrijventerrein (netto) Bron: ETIN Aantal hectare gestructureerde bedrijventerreinen Rietvelden Bron: Gemeente
Aantal werkzame personen per hectare op bedrijventerreinen (bruto) Bron: Gemeente Aanbodspercentage kantoor- en bedrijfsruimte
10,40%
- kantoorruimte
15%
- bedrijfsruimte
10,90%
166
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Minimaal 5% en maximaal 10% 11,20%
12,5%
6,40%
7,2%
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
Bedrijventerreinen en kantoorlocaties De kantoorleegstand terugdringen. Op basis van inzicht in kwaliteit en bezetting kantoren wordt overleg met eigenaren en ontwikkelaars opgestart. Voor stroomlijnen van afstemming en procedures is er een gemeentelijke taskforce Aanpak leegstand kantoren opgestart. In 2014 zal de herontwikkeling en/of sloop van oude kantoren intensief worden voortgezet met minimaal 5.000m² transformatie per jaar.
Beknopte toelichting
Ja
Meer dan 15.000m² gesloopt, getransformeerd en in voorbereiding middels een aanvraag WABO.
Bedrijventerrein De Herven upgraden; daarvoor zo mogelijk subsidie aanvragen.
Ja
Subsidie verkregen. Er is gestart met de bouw parkeergarage voor Bolduc, verbouwing kantoor Europalaan tot ‘Het Nieuwe Kantoor/flex’, verbouwing 4 kantoren Europalaan met formule BLAUW. Plan opgesteld voor upgrading infrastructuur Europalaan, Amerikastraat en Australiëlaan.
Vaststelling bestemmingsplan bedrijventerrein De Brand 2, start bouwrijp maken voor één of twee grote afnemers van grond.
Nee
Vaststelling in 2015 wegens ingediende bezwaren tegen windmolens.
Waar mogelijk bedrijfskavels uitgeven, waaronder Empel-Zuid, Treurenburg en De Groote Vliet.
Gedeeltelijk
Er hebben met meerdere gegadigden over diverse locaties gesprekken plaatsgehad. Dat heeft nog niet tot uitgifte geleid.
Opstellen monitor uitgifte bedrijventerreinen in samenwerking met de provinciale werkgroep Werken regio Noordoost Brabant.
Ja
Ter vaststelling aanbieden van de Gebiedsvisie Industriehaven en omgeving.
Nee
Gereed en geïmplementeerd.
Aanleg 2e auto ontsluiting loopt vertraging op.
De aantrekkelijkheid van de stad voor prioritaire sectoren vergroten door te werken in en aan kennisclusters in de vorm van campusachtige locaties, zoals de Spoorzone met zijn onderwijsinstellingen en kennisinstituten.
Ja
Via versterking kenniscentrumfunctie HAS-ZLTO, SPARK-campus en Graduate School Data Sciences.
Voorstellen RBT Heesch West voor wat betreft MER, voorontwerp bestemmingsplan, Gebiedsovereenkomst, Gemeenschappelijke regeling.
Ja
Gemeenschappelijke Regeling (GR) is opgericht. De GR zal nu MER, Voorontwerp bestemmingsplan ter vaststelling aanbieden aan de gemeenteraden.
167
Werk en economie Ruimte voor bedrijvigheid
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000):
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Verschil
Lasten
11.819
11.311
10.681
10.332
349
V
Baten
8.179
7.749
8.588
8.940
352
V
- 3.640
- 3.562
- 2.093
- 1.392
701
V
Totaal saldo baten en lasten
Mutaties eigen vermogen -Toevoegingen
325
75
2.378
2.432
54
N
-Beschikkingen
1.891
-
833
380
453
N
Per saldo mutaties eigen vermogen
1.566
- 75
- 1.545
- 2.052
507
N
- 2.074
- 3.637
- 3.638
- 3.444
194
V
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Lagere personeelskosten (€ 265.000 V) • Lagere kapitaallasten (€ 132.000 V) • Maatschappelijk vastgoed (€ 150.000 N)
168
Werk en inkomen
Ambitie We willen bevorderen dat volwassenen zelfstandig en onafhankelijk zijn. Daarvoor is allereerst een eigen inkomen belangrijk, het liefst doordat je werkt. Bijna al onze huishoudens (94%) voorzien zelf in een eigen inkomen. Onafhankelijk van de overheid. Werkenden zijn gemiddeld gezonder, maatschappelijk actiever en gelukkiger. Van onze beroepsbevolking werkt bijna drie kwart. Dat is veel. We streven naar een zo hoog mogelijke arbeidsparticipatie. De flexibiliteit van de arbeidsmarkt groeit nog steeds. Meer dan 90% van de huidige vacatures heeft een tijdelijk karakter. De baan voor het leven bestaat nauwelijks meer. We hebben naast goed opgeleide en gekwalificeerde mensen, dus ook een arbeidsmarkt nodig waarin vraag en aanbod op een goede wijze op elkaar aansluiten. Dit is een gezamenlijke regionale opgave van ondernemers, overheden en onderwijsinstellingen.
De dienstverlening aan inwoners die (tijdelijk) voor hun inkomen afhankelijk zijn van de gemeente staat in dienst van terugkeer naar het arbeidsproces. Mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt stimuleren we om zoveel mogelijk zelf te doen, hun capaciteiten in te zetten bij het vinden van werk en hiervoor de eigen netwerken in te schakelen. Voor mensen die ver van de arbeidsmarkt staan, is er ondersteuning en begeleiding, eveneens gericht op het vinden van een baan. Betaald werk is de enige remedie om boven het sociaal minimum uit te stijgen. Steeds meer mensen zijn (tijdelijk) afhankelijk van een uitkering. Ook voor de toekomst geldt dat nieuwe werkgelegenheid maar deels past bij de vaardigheden van de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daarom maken we afspraken met werkgevers om kansen te ontwikkelen voor deze groep. Als werkgever geven we zelf het goede voorbeeld. Ook organiseren we zelf meer werk om mensen aan de onderkant meer kansen te bieden op terugkeer in het arbeidsproces. We bieden mogelijkheden maar mensen zijn zelf verantwoordelijk om aan het werk te komen en te blijven!
169
Werk en economie Werk en inkomen
Zoveel mogelijk mensen werken Wat wilden we bereiken? Werk is dè manier om economisch maar ook sociaal zelfredzaam te zijn. We willen zoveel mogelijk inwoners aan het werk helpen. We sluiten aan bij wat mensen al kunnen. We proberen iedereen zo regulier mogelijk te laten werken. Daarvoor zetten we ook de mogelijkheden van de wet Sociale Werkvoorziening in. Onze aandacht gaat in het bijzonder uit naar jongeren zonder startkwalificatie. Inwoners zijn vooral zelf aan zet bij het zoeken naar werk. Wie echter tijdelijk geen werk heeft, bieden we - naast begeleiding naar werk - een bijstandsuitkering voor het noodzakelijke levensonderhoud. We zien werk als belangrijke sleutel voor onafhankelijkheid en hebben daarom ook zicht op problemen die er kunnen spelen op andere leefgebieden die werken belemmeren. Voor hen die niet volledig kunnen werken, geldt dat zij op andere wijze hun bijdrage kunnen leveren aan onze samenleving. Indicatoren
Nulmeting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Realisatie 2014
Ambitie 2014
Het aandeel mensen (15-65 jr.) dat werkt of actief naar werk zoekt (Bruto arbeidsparticipatie) Bron: Economische Monitor
71%
73%
66,1%*
66,8%*
73%
Het aantal mensen dat een bijstandsuitkering ontvangt Bron: Macro Economische Verkenning CPB
3167
3233
3459
3799
max. 3200
365
288
405
504
365
Het aantal jongeren (18-27 jr.) dat een bijstandsuitkering ontvangt Het aantal mensen dat een uitkering heeft maar hiervoor:
- betaald werk verricht (parttime inkomsten)
eerste meting 2013 (% van totaal)
€ 2.422.234
€ 2.641.934
2.2 miljoen
- op een andere wijze een (maatschappelijke) bijdrage levert aan de samenleving. Bron: managementinformatie AmSZ
eerste meting 2013 (% van totaal)
85 **
85**
ntb
Aantal werknemers binnen de sociale werkvoorziening (WSW):
- Binnen (beschut/intern geplaatst)
441
343
374
359
330
- Buiten (werken op locatie. groepsdetacheren, individuele detachering, begeleid werken) Bron: Weener Groep
786
908
886
908
870
Het aandeel mensen dat via social return geplaatst is: - Bij de gemeente - Buiten
5%
5%
5%
5%
7%
50
51
86
222
100
* Etin, de instantie die deze indicator meet bestaat niet meer. Dit zijn de cijfers van het CBS. ** Vanuit eerdere initiatieven participeren 85 Wwb’ers in een participatiebaan. Met het ingaan van de Participatiewet op 1 januari 2015 wordt het beleid omtrent participatie verder uitgewerkt en geïmplementeerd. Met de start van Weener XL hebben we hier alvast een voorschot opgenomen door mensen te vragen maatschappelijk te participeren. Aangezien het beleid nog niet volledig is geïmplementeerd en nog niet iedereen daarvoor in beeld is zijn er nog geen betrouwbare cijfers beschikbaar.
170
Werk en economie Werk en inkomen
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator Voorkomen instroom in de bijstand Alle mensen die op het eind van hun WW periode zitten en in de Wwb terecht dreigen te komen worden in samenwerking met het UWV actief begeleid. In deze periode begeleiden wij ze bij het zoeken naar een baan en maken wij ze bewust van wat het aanvragen van een Wwb-uitkering betekent.
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Ja
Deze aanpak is succesvol in het voorkomen van bijstandsafhankelijkheid. Vanuit dit project begeleiden we meer mensen naar een baan dan verwacht.
Bij alle mensen die een uitkering hebben aangevraagd gaan wij direct aan de slag met actieve begeleiding. Dit betekent deelnemen aan sollicitatietrainingen, workshops, inzet van het programma Actief naar werk en bemiddeling door het Werkgever Service Punt. Ook gaan mensen naar vermogen 2 dagen per week aan het werk om in het juiste arbeidsritme te komen.
Ja
We zien dat ons poortproces zijn vruchten afwerpt. De mensen die recht hebben op een uitkering en niet zelfstandig in hun inkomen kunnen voorzien, krijgen een uitkering. Iedereen die zelfstandig in zijn inkomen kan voorzien, wordt dusdanig ondersteund dat zich dat snel vertaalt in een baan zodat een uitkering niet nodig is.
Bij elke nieuwe aanvraag vindt grondig onderzoek plaats naar het recht op bijstand om onrechtmatige uitkeringsverstrekking te voorkomen.
Ja
Door onze intensieve aanpak en de controle op het hebben van recht bij het aanvragen van een uitkering zorgen wij ervoor dat alleen mensen die recht hebben op een uitkering hier aanspraak op kunnen maken.
We ondersteunen en adviseren ondernemers (incl ZZP’ers) die tijdelijk in de problemen zitten door het bieden van hulp bij schulden, een tijdelijk aanvullend inkomen of coaching bij de doorontwikkeling van het bedrijf.
Ja
We zien meer aanvragen Bbz, vooral van gevestigde én startende ondernemers. Daarmee gaan we in tegen de landelijke ontwikkeling van 27% minder Bbz-aanvragen. 28% van alle aanvragen wordt toegekend. Er zijn nog veel ondernemers in vooral MKB en zzp-ers die behoefte hebben aan tijdelijke financiële ondersteuning. We hebben veel publiciteit aan deze ondersteuning hebben gegeven, hierdoor weten ondernemers ons goed te vinden.
Ja
Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zetten we intensieve instrumenten, zoals werkervaringsplaatsen in om de afstand tot werk te verkleinen. Iedereen die zelfstandig werk kan vinden, wordt met minder arbeidsintensieve instrumenten, zoals sollicitatietraining ondersteunt.
Ja
Alle uitkeringsgerechtigden die begeleid worden naar werk zijn volledig in beeld. Sinds november werken we met een instrument waarmee we alle klanten op een uniforme manier in beeld kunnen brengen. Met dit systeem kunnen we werkzoekenden ook matchen op vacatures.
Bevorderen uitstroom uit de bijstand Onze ondersteuning richten we primair op mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Mensen die zelfstandig werk kunnen vinden worden vooral gestimuleerd hun eigen kracht en netwerken te benutten bij het vinden van werk. Wij diagnosticeren wat iemand zelf kan en passen onze ondersteuning aan op competenties en vaardigheden die iemand heeft
171
Werk en economie Werk en inkomen
Output indicator In samenwerking met werkgevers ontwikkelen wij arrangementen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen.
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Ja
We zetten intensieve werkgeversbenadering in. Aangezien de arbeidsmarkt over gemeentegrenzen heen gaat pakken we dit in 2015 steeds meer, gezamenlijk met andere gemeentes, werkgevers en het UWV op.
Gedeeltelijk
De screening voor dit traject is streng, in deze economische tijden is het heel moeilijk om vanuit de uitkering te starten met een levensvatbaar bedrijf. Deze stap is dan ook voor het merendeel van de klanten te groot, waardoor BBZ niet mogelijk is. Vanaf eind 2013 is nieuw beleid ingezet voor parttime ondernemers met een Wwb-uitkering. Zij kunnen als zelfstandig ondernemer parttime werken in hun bedrijf. De inkomsten worden verrekend met de WWB-uitkering.
Ja
Door te blijven controleren of mensen recht hebben op een uitkering zorgen we ervoor dat alleen die mensen die hier recht op hebben gebruik maken van een uitkering.
Ja
Het werkgeversteam is actief in het aangaan van contacten met werkgevers. Samen met werkgevers wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor de doelgroep.
Voor mensen met minder kansen op de reguliere arbeidsmarkt organiseren wij via detachering werkplekken. Hiermee ontzorgen wij werkgevers en maken we het mogelijk om deze mensen toch aan het werk te krijgen.
Ja
Via Weener XL en de Schoonmaakcoöperatie detacheren wij mensen naar werk.
Voor mensen die nog niet kunnen werken organiseren wij werkervaringsplaatsen. Op deze werkervaringsplaatsen wordt gewerkt aan de persoonlijke leerdoelen van de uitkeringsgerechtigde. Het doel van een werkervaringsplaats is altijd het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt.
Ja
Het inzetten van werkervaringsplaatsen draagt succesvol bij aan het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt van werkzoekenden. Daarom hebben wij dit instrument vaker ingezet dan verwacht.
Voor mensen zonder perspectief op werk stimuleren wij maatschappelijke participatie. Wij zoeken hierin sterk de samenwerking met de stad.
Ja
Vanuit eerdere initiatieven participeren 85 Wwb’ers in een participatiebaan. Met het ingaan van de Participatiewet op 1 januari 2015 wordt het beleid omtrent participatie verder uitgewerkt en geïmplementeerd Met de start van Weener XL hebben we hier alvast een voorschot opgenomen door mensen te vragen maatschappelijk te participeren.
We stimuleren parttime werk bij bijstandsgerechtigden, dit kan in loondienst of als zelfstandige.
Ja
In 2014 is € 2.641.934 aan part-time inkomsten verrekend met de uitkering.
Periodiek geven we voorlichting aan uitkeringsgerechtigden over uitstroom middels ondernemerschap. Uitkeringsgerechtigden die dat willen en kunnen worden ondersteund om te starten als ondernemer.
Wij toetsen periodiek, vanuit risicoprofielen en op basis van (fraude)signalen de rechtmatigheid van een uitkering. We werken mee aan multidisciplinaire interventies of themacontroles gericht op fraude en veiligheid. Vergroten perspectief We organiseren, samen met werkgevers, werk dat past bij de individuele mogelijkheden van mensen met een WWB-uitkering of een WSWdienstverband. Hiervoor benaderen we werkgevers actief, zetten we breed in op social return en op samenwerkingsverbanden met grote werkgevers.
172
Werk en economie Werk en inkomen
Aansluiting vraag en aanbod op de arbeidsmarkt Wat wilden we bereiken? Er is een goede aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Werkgevers kunnen in de regio geschikt personeel vinden zodat ze hier blijven of zich hier vestigen. Meer hierover is ook te vinden in het programma ruimte voor bedrijvigheid. Werknemers kunnen een passende baan vinden waarin ze hun talenten ontwikkelen. Het opleidingsaanbod sluit aan bij de vraag van werkgevers in stad en regio. Meer hierover is ook te vinden in het programma leren en opgroeien. Om de aansluiting tussen vraag en aanbod mogelijk te maken hebben ondernemers, onderwijs en regio elkaar nodig. De arbeidsmarkt stopt immers niet bij onze gemeentegrens. Wij zetten er op in, om samen met werkgevers in de Meierij en de regio Noordoost-Brabant, voor een zo groot mogelijke groep mensen in de bijstand en in de Wsw, zo regulier mogelijk werk mogelijk te maken. Als dat niet kan, organiseren we aangepast werk of accepteren dat een deel van de groep niet kan werken. De gemeente heeft hier twee verantwoordelijkheden, een coördinerende en netwerkbevorderende rol, en een uitvoeringsrol. De uitvoeringsrol is hierboven beschreven bij bemiddeling naar werk.
Indicatoren
Nulmeting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Realisatie 2014
Ambitie 2014
Aantal sectorplannen (integrale aanpak vraag en aanbod speerpuntsector)
0
0
1
5
3
Aantal werkgevers, waarmee een duurzame relatie op het gebied van personeel bestaat
0
317
378
383
400 *
*Gefinancierd uit tijdelijke middelen
173
Werk en economie Werk en inkomen
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator
Gerealiseerd
We geven met onze samenwerkingspartners (ondernemers, onderwijs en overheden) uitvoering aan de acties in de 10 actielijnen van het Uitvoeringsprogramma 2013- 2015 van 5* Noordoost Brabant Werkt!. Hoofdopgave hierin is samen werken aan oplossingen voor de huidige (crisis) en toekomstige (krapte) op de regionale arbeidsmarkt.
Ja
Op basis van een gezamenlijk regionaal marktbewerkingsplan benaderen we werkgevers om een beter beeld te krijgen van hun behoefte op het gebied van personeel, nu en in de toekomst. Dat doen we vraaggericht en in afstemming met andere partners zoals UWV, onderwijs en kenniscentra. Deze partners stemmen hun dienstverlening af op de informatie over de personeelsbehoefte van werkgevers.
Ja
Voor de vier speerpuntsectoren agro & food, zorg en welzijn, industrie / techniek, en services maken we met de partners plannen voor de periode 20132015, zodat werkgevers aan voldoende en goed gekwalificeerd personeel kunnen blijven komen
Ja
We bevorderen dat MBO en HBO opleidingen in onze regio aansluiten bij de behoefte van werkgevers door o.a. regionale arbeidsmarktinformatie, sectorale aanpak, netwerkvorming bedrijven, werkgeversbenadering en samenwerking.
Ja
In de regio Meierij werken we met gemeenten en SW-bedrijven samen om de kansen op de arbeidsmarkt van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten. Deze samenwerking vergroot de kans dat werkgevers aan personeel komen en dat inwoners aan werk komen.
Gedeeltelijk
174
Werk en economie Werk en inkomen
Beknopte toelichting
Dit doen we in het Werkbedrijf Noordoost-Brabant (samenwerking tussen gemeenten, SW bedrijven, UWV en werkgevers) in de arbeidsmarktregio Noordoost Brabant.
Financieel basisniveau voor iedereen Wat wilden we bereiken? Iedereen is economisch zelfstandig en kan deelnemen. Dat betekent enerzijds dat iedereen beschikt over voldoende basisinkomen om deel te kunnen nemen aan de samenleving en anderzijds dat iedereen weet om te gaan met geld. Hierdoor wordt uitsluiting door financiële omstandigheden voorkomen. Wie (tijdelijk) onvoldoende inkomen heeft of wie de eigen verantwoordelijkheid niet kan nemen, biedt de gemeente een toegankelijk vangnet van (tijdelijke) inkomensondersteuning en schuldhulpverlening zodat mensen daarna weer op eigen kracht verder kunnen. We stimuleren daarom zoveel mogelijk dat mensen zelf de regie blijven houden. Indicatoren Schaalscore zelfredzaamheid van minima (schaalscore 0-10)
Nulmeting *
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Realisatie 2014
Ambitie 2014
7,6
7,1
7,1
7,8
7,8
% minima dat minimaal 1 keer per maand sport
54%
56%
56%
54%
50%
% minima dat vindt dat zij voldoende sociale contacten hebben
59%
61%
61%
60%
65%
% minima dat wel eens vrijwilligerswerk doet
27%
38%
38%
32%
33%
38% (2011), gelijk aan landelijk gemiddelde
43%
38%
41%
Gelijk of hoger dan landelijk gemiddelde
Bron: enquête welzijn/O&S Het slagingspercentage schuldhulpverlening is minimaal gelijk aan het landelijk gemiddelde
Bron: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK)
* De nulmeting is in het verleden foutief bepaald. Dit is nu gecorrigeerd.
175
Werk en economie Werk en inkomen
Wat hebben we ervoor gedaan? Output indicator Verstrekken bijstandsuitkering We blijven ervoor zorgen dat iedere inwoner die daar recht op heeft, tijdig een bijstandsuitkering ontvangt
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
Ja
We werken binnen de wettelijke termijnen voor het verstrekken van een uitkering.
Ja
Elk jaar ontvangen mensen met een laag inkomen kwijtschelding van belasting. Bij de kwijtschelding ontvangen deze mensen een informatieblad met onze voorzieningen voor mensen met lage inkomens. Het gaat om circa 4.000 huishoudens.
We stellen een werkgroep in die de mogelijkheden in beeld brengt waar de kosten bewindvoering omlaag kunnen. Daarbij wordt de optie om het als gemeente zelf te gaan doen en de mogelijkheid om een maximale termijn te verbinden aan bewindvoering in ieder geval meegenomen.
Gedeeltelijk
Pilot Beschermingsbewind is gestart in de vorm van langdurig beheer waardoor we meer mensen met hetzelfde budget kunnen helpen. Beleidsmatig wordt dit onderwerp in 2015 verder uitgewerkt.
De landelijke compensatieregeling voor chronisch zieken en gehandicapten vervalt. We nemen een besluit over de inzet van de financiële middelen ter compensatie van beperkingen voor chronische zieken en gehandicapten
Ja
Per 1 januari 2015 biedt de gemeente via VGZ en CZ een collectieve aanvullende verzekering aan voor inwoners met een inkomen tot 130% van het bijstandsniveau.
De langdurigheidstoeslag wordt omgevormd als gevolg van het regeerakkoord. De rijksoverheid moet hier richting aan geven. Dan passen wij de verordening aan en gaan we deze regeling uitvoeren.
Ja
Op 16 december 2014 is de verordening individuele inkomenstoeslag door de raad vastgesteld.
Er komen extra middelen voor armoedebestrijding naar de gemeente. De middelen willen we herinvesteren in de bijzondere bijstand, met name in de collectieve zorgverzekering en de langdurigheidstoeslag.
Ja
Hiertoe is een raadsbesluit genomen op 22 april 2014.
Ja
We verlenen inwoners hulp bij (problematische) schulden. De toegang tot schulddienstverlening is per 1 juli 2014 gewijzigd en verbeterd; er is meer aanbod en we bieden maatwerk.
We kijken bij de toegang naar achterliggende oorzaken van financiële problemen; we bieden maatwerk voor de klant en richten ons op het bereiken van een totaaloplossing
Ja
Dit is onderdeel van de nieuwe intakeprocedure. Er wordt per cliënt een diagnose gesteld en een passend aanbod samengesteld
We passen binnen schuldhulpverlening uitsluitingsregels toe voor draaideurklanten, voor fraudeurs en voor klanten die niet of onvoldoende meewerken.
Ja
De beleidsregels schulddienstverlening zijn hierop aangepast
We zetten in op groepsgewijze aanpak o.a. bij budgetbegeleiding (cursussen), mensen leren van elkaar door oplossingen met elkaar te delen en bovendien is het goedkoper dan een individuele aanpak
Ja
De groepsgewijze aanpak werkt voor de meeste klanten goed omdat ze zich gesteund voelen en leren van elkaar. We zetten erop in dat meer dan 50% van onze klanten een groepsgewijze aanpak krijgt in plaats van individuele budgetbegeleiding.
Bijzondere bijstand In het najaar publiceren we in de Bossche omroep een artikel over sociale activering. Het verenigingsleven start dan weer op en kinderen en volwassenen melden zich dan aan bij verschillende verenigingen. We wijzen ze dan op de mogelijkheid om gebruik te maken van het Jeugdsportfonds, het Jeugdcultuurfonds, Stichting Leergeld en de mogelijkheid voor bijzondere bijstand voor volwassenen.
Schuldhulpverlening We verlenen inwoners hulp bij problematische schulden en financiële problemen. Inwoners zijn hierbij vooral zelf aan zet. Samen voorkomen we nieuwe schulden.
176
Werk en economie Werk en inkomen
Output indicator
Gerealiseerd
Beknopte toelichting
We begeleiden eigen huisbezitters met schuldenproblematiek samen met banken en hypotheekverstrekkers. We voorkomen hiermee dat huisbezitters vanwege (tijdelijke) financiële tegenslag gedwongen zijn hun woning te verkopen en/of dat de schuldensituatie problematisch wordt.
Ja
Betreft zowel informatieve vragen als dienstverleningstrajecten ten aanzien van de huisbezitters.
We stimuleren en versterken de inzet van vrijwilligers die bij lichtere financiële problemen ondersteuning kunnen bieden als budgetcoach
Ja
Humanitas en Divers leveren vrijwilligers voor de budgetcursus. De vrijwilligers van Divers op de wijkpleinen maken gebruik van het uitvraagprotocol van schulddienstverlening. Er is voorlichting gegeven aan de vrijwilligers en er wordt nadrukkelijk onderlinge afstemming gezocht bij de nieuwe werkwijze. Ook schakelen we regelmatig de thuisadministratie van Humanitas in.
Wat heeft het gekost ?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Verschil
Lasten
129.164
116.197
147.806
151.049
3.243
N
Baten
111.716
96.058
124.422
132.481
8.059
V
Totaal saldo baten en lasten
- 17.448
- 20.139
- 23.384
- 18.568
4.816
V
3.750
93
339
1.331
992
N
Mutaties eigen vermogen -Toevoegingen -Beschikkingen
- 491
1.741
3.062
2.310
752
N
- 4.241
1.648
2.723
979
1.744
N
- 21.689
- 18.491
- 20.661
- 17.589
3.072
V
Per saldo mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Vrijval voorziening scholing en activering (€ 1.780.000 V) • Vrijval niet geoormerkt deel DIE en inburgering (€ 1.146.000 V)
177
Werk en economie Werk en inkomen
178
Werk en economie Werk en inkomen
Algemene dekkingsmiddelen
De inkomsten van de gemeente
De pijler Algemene dekkingsmiddelen omvat de programma’s Beleggingen en overige baten en lasten, Gemeentelijke belastingen en Algemene uitkering gemeentefonds. Deze financiële programma’s zijn sterk verweven met de functionele programma’s. Daarom komen niet alle onderdelen van deze pijler hier aan de orde. Wanneer dit het geval is, geven wij aan op welke plaats in het jaarverslag meer informatie te vinden is.
Beleggingen en overige baten en lasten Het programma Beleggingen en overige baten en lasten bestaat uit de netto-inkomsten van de gemeentelijke beleggingen en de netto-opbrengst van de bespaarde rente over het eigen vermogen. Ook de posten onvoorzien, saldi kostenplaatsen en de nog niet verdeelde budgetten vallen onder dit programma. In de Inleiding (budgettaire dimensie) hebben wij de meest relevante afwijkingen toegelicht.
In de begroting 2014 is een bedrag van € 225.000 geraamd voor onvoorziene uitgaven. Van het geraamde bedrag is € 125.000 uitgegeven aan de subsidiering van de dorpskernen voor de viering van het 1200 jarig bestaan (€ 100.000) en aan het CCC (€ 25.000).
180
Algemene dekkingsmiddelen De inkomsten van de gemeente
Wat heeft het gekost?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Bedragen x € 1.000
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Verschil
Lasten
10.656
8.105
8.338
10.306
1.968
N
Baten
49.968
46.825
53.158
55.088
1.930
V
Totaal saldo baten en lasten
39.312
38.720
44.820
44.782
38
N
-Toevoegingen
13.920
10.560
16.292
16.434
142
N
-Beschikkingen
6.166
961
968
846
122
N
Per saldo mutaties eigen vermogen
- 7.754
- 9.599
- 15.324
- 15.588
264
N
Geraamd/gerealiseerd resultaat
31.558
29.121
29.496
29.194
302
N
Mutaties eigen vermogen
Belangrijkste verschillen • Hogere personeelskosten (€ 1.313.000 N) • Herfinanciering tegen lagere rente (€ 1.748.000 V) • Kapitaallasten (€ 1.625.000 N) • Voormalig personeel (€ 657.000 V) • Rentevergoeding restituties belastingdienst (€ 289.000 V)
181
Algemene dekkingsmiddelen De inkomsten van de gemeente
Gemeentelijke belastingen Informatie over dit programma is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen waarin we ook ingaan op beleidsuitgangspunten, belastingvoorstellen, kwijtscheldingsbeleid en landelijke ontwikkelingen. Deze paragraaf is qua omvang breder dan het programma gemeentelijke belastingen, omdat onder lokale heffingen ook de afvalstoffenheffing en de rioolheffing vallen. Deze belastingen zijn onder de functionele programma’s geraamd, omdat het hier niet om algemene dekkingsmiddelen gaat.
Wat heeft het gekost?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baten. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000): Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na wijziging
2014
Verschil
Lasten
5.075
5.763
5.761
5.043
718
V
Baten
36.638
37.001
37.319
36.412
907
N
Totaal saldo baten en lasten
31.563
31.238
31.558
31.369
189
N
- Toevoegingen
-
-
-
-
-
- Beschikkingen
-
-
-
-
-
Per saldo mutaties eigen vermogen
-
-
-
-
-
31.563
31.238
31.558
31.369
189
Mutaties eigen vermogen
Geraamd/gerealiseerd resultaat
Belangrijkste verschillen • Lagere personeelskosten (€ 637.000 V) • Lagere opbrengst OZB (€ 1.012.000 N) • Lagere kosten uitvoering Wet WOZ taxaties (€ 67.000 V)
182
Algemene dekkingsmiddelen De inkomsten van de gemeente
N
Algemene uitkering Wat heeft het gekost?
Exploitatie De exploitatie bestaat uit de jaarlijkse lasten en baken. In totaal gaat het om de volgende bedragen (x € 1.000) Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014 na wijziging
2014
Verschil
Lasten
-
-
-
-
-
Baten
149.997
152.543
155.820
155.920
100
Totaal saldo baten en lasten
149.997
152.543
155.820
155.920
100
V
N
Mutaties eigen vermogen - Toevoegingen
- 245
-
-
110
110
- Beschikkingen
-
-
-
-
-
Per saldo mutaties eigen vermogen Geraamd/gerealiseerd resultaat
183
245
-
-
- 110
110
N
150.242
152.543
155.820
155.810
10
N
Algemene dekkingsmiddelen De inkomsten van de gemeente
Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
184
Paragrafen
185
Paragrafen
Lokale heffingen
1
Inleiding
In de Jaarrekening 2014 volgen we zoveel mogelijk de indeling en de inhoud uit de begroting 2014. Op die manier stellen we u in staat een vergelijking te maken tussen de begrote situatie en de realisatie. Achtereenvolgens treft u de volgende onderdelen aan: • Beleidsuitgangspunten • Overzicht belastingen en heffingen • Landelijke ontwikkelingen • WOZ-bezwaarschriften • Belastingvoorstellen 2014
2
Beleidsuitgangspunten In het coalitieakkoord 2010-2014 is opgenomen dat de stijging van de belastingtarieven
beperkt
blijft
tot
de
jaarlijkse
ontwikkeling
van
lonen
en
prijzen
(inflatiecorrectie).
Doelstelling is om de woonlasten zoveel mogelijk te ontzien. Voor een aantal heffingen, zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt daarnaast het principe van 100% kostendekking als uitgangspunt genomen. Ditzelfde uitgangspunt van 100% kostendekkendheid hanteren we bij de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening via zogenaamde retributies.
De gemeente ’s-Hertogenbosch voert een actief en maximaal kwijtscheldingsbeleid. Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm. Kwijtschelding heeft vooral betrekking op de afvalstoffenheffing en rioolheffing.
186
Paragraaf Lokale heffingen
3
Overzicht van belastingen en heffingen De belangrijkste belastingen en retributies die momenteel door de gemeente geheven worden, zijn: • onroerende zaakbelastingen (OZB); • belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten (RZB); • afvalstoffenheffing en overige reinigingsheffingen; • rioolheffing; • hondenbelasting; • precariobelasting; • leges; • toeristenbelasting; • parkeerbelastingen. Daarnaast worden onder meer nog enkele retributies, zoals marktgelden, haven- en liggelden en begraafplaatsrechten, geheven. Ten behoeve en op verzoek van de ondernemers in de Binnenstad en Rosmalen heffen we reclamebelasting. Van de belastingen die de Gemeentewet kent, worden in ’sHertogenbosch de baatbelastingen en woonforensenbelasting niet geheven.
4
Landelijke ontwikkelingen No-cure-no-pay organisaties (NCNP) De (relatieve) groei van NCNP blijft doorzetten. Als gevolg van de gemiddelde WOZwaardedaling én de inzet van informeel contact daalt het aantal bezwaarschriften tegen de WOZ-waarde. NCNP richt zich minder op de individuele woningeigenaar en meer op de bezitters van meerdere objecten. Mede daardoor is het absolute en relatieve aandeel van bezwaren die door NCNP zijn ingediend, gestegen. Het bedrag aan betaalde kostenvergoedingen is in 2014 uitgekomen op € 45.000 (gelijk aan 2013). Eind 2014 is de lang verwachte aanpassing van het besluit proceskosten gerealiseerd. De aanpassing is echter beperkt tot een verruiming van het begrip “samenhangende zaken”. Juist bij bezwaarschriften van bezitters van meerdere objecten zou dit vanaf 2015 tot enige verlaging van de kosten moeten leiden.
Wijziging waarderingsgrondslag Gemeenten zijn vrij in de keuze om de WOZ-objecten te waarderen op basis van vierkante meters of op basis van kubieke meters. De meeste gemeenten baseren de WOZwaarde op kubieke meters. Met de komst van de basisregistraties komt er waarschijnlijk een einde aan die keuze vrijheid. Omdat de BAG-registratie geschiedt op basis van vierkante meters, wordt dát de standaard. Bij het opstellen van de begroting 2014 werd ingeschat dat die verplichting op zijn vroegst zou gaan gelden vanaf belasting-
187
Paragraaf Lokale heffingen
jaar 2016. Sedert het opstellen van de begroting 2014 is er echter geen nieuws of ontwikkeling te melden. Indien de WOZ-waardering daadwerkelijk gebaseerd moet worden op vierkante meters, dan zal de huidige inhoudsregistratie van de objecten vervangen worden door de BAG-registratie.
Toenemende druk op kostenonderbouwingen De tarieven van de leges en bestemmingsheffingen (zoals de rioolheffing en de afvalstoffenheffing) mogen niet meer dan kostendekkend zijn. De geraamde opbrengsten mogen niet uitgaan boven de kosten van de taken waarop de heffing betrekking heeft. In de jurisprudentie werden steeds strengere eisen gesteld aan de kostenonderbouwingen. De Hoge Raad heeft die lijn doorbroken. Enerzijds dient een eiser de stelling dat de opbrengstlimiet is overschreden, goed te motiveren. En anderzijds is de bewijslast aan de zijde van de gemeente genuanceerd. De rechtbanken en gerechtshoven hebben deze nieuwe lijn direct in lopende zaken overgenomen en daarmee is het risico met betrekking tot de juridische houdbaarheid van de kostenonderbouwingen afgenomen. Wel blijft het zaak om goede kostenonderbouwingen op te stellen.
Overschrijding macro-norm Bij het schrijven van de begroting 2014 dreigde “Den Haag” met mogelijke sancties vanwege de overschrijding van de macro-norm. Alhoewel de gemeente ’s-Hertogenbosch altijd ruimschoots binnen die macro-norm is gebleven, viel niet uit te sluiten dat ook onze gemeente geconfronteerd zou worden met compenserende maatregelen. In het rapport ‘Evaluatie systematiek macronorm OZB’ is geconcludeerd dat de macronorm OZB geen effectief beheersingsinstrument is gebleken. Om die reden is voorgesteld deze norm af te schaffen. De werkgroep die deze evaluatie heeft uitgevoerd, heeft een aantal mogelijke alternatieven geschetst. Het kabinet vindt de alternatieven in het rapport nog onvoldoende uitgewerkt om nu al te besluiten tot aanpassing of afschaffing van de huidige norm. Daarom wordt de macronorm OZB in 2015 nog gehandhaafd als instrument. Vooral met het oog op de omvangrijke decentralisaties per 2015 heeft het kabinet besloten om dat jaar met een schone lei te beginnen. Dat betekent dat de overschrijding van de macronorm OZB in 2014 met € 11 miljoen niet in mindering wordt gebracht op de nieuwe macronorm voor 2015. Het kabinet is daarnaast voor 2016 en verder voornemens om samen met de VNG te komen tot een woonlastennorm. Daartoe zal door de werkgroep die het evaluatierapport over de macronorm OZB heeft opgesteld de variant van de woonlastennorm verder worden uitgewerkt.
Voortzetten informeel contact In 2009 behoorde de gemeente ’s-Hertogenbosch met ruim 8% bezwaren nog tot de top tien van Nederland. De afgelopen jaren is veel tijd en energie gestoken in (het promoten van) informeel contact. Ervaring en onderzoek leerde namelijk dat burgers
188
Paragraaf Lokale heffingen
mede door de beperkte transparantie bij de totstandkoming van de WOZ-waarde, kozen voor het indienen van een bezwaarschrift. Mede door de inzet van diverse informele contactmomenten is het bezwaarpercentage bij de woningen nu ongeveer 1% en dat is onder het landelijk gemiddelde van ongeveer 2%. Hierin zien we een bevestiging dat de informele contactmomenten een bijdrage leveren aan de transparantie van de WOZ-waardering en de publieke dienstverlening. Het voornemen is dan ook om de informele contactmomenten voort te zetten.
Openbaarheid WOZ-waarden De geplande openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen is uitgesteld. Die openbaarheid is namelijk gekoppeld aan de realisatie van de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ). Alle gemeenten dienen aangesloten te worden op die LV WOZ. Vervolgens kunnen
de
(andere)
gebruikers
van
de
WOZ-waarden
(Rijksbelastingdienst,
Waterschappen) de benodigde WOZ-gegevens zelf betrekken uit die LV WOZ. De ontwikkeling/realisatie van de LV WOZ gaat echter minder snel dan oorspronkelijk gepland. Pas als minimaal 70% van de gemeenten is aangesloten op de LV WOZ, worden de WOZ-waarden van de woningen openbaar. Begin 2015 waren er (pas) twee gemeenten aangesloten. Met name tal van ICT-knelpunten bij de ontwikkeling van en aansluiting op de LV-WOZ zijn debet aan de vertraging.
Reclamebelasting In 2014 is voor het eerst reclamebelasting geheven. De introductie ervan vond plaats op verzoek van de ondernemers in Rosmalen en de Binnenstad. Met de opbrengst van de reclamebelasting financieren de ondernemers gezamenlijke investeringen in de winkelgebieden. Om daarmee de winkelgebieden aantrekkelijk te houden. De ondernemers leggen jaarlijks verantwoording af voor het gevoerde beleid en stellen een begroting op voor de komende jaren.
5
WOZ-bezwaarschriften Met ingang van de jaarrekening 2012 is voor het eerst een apart onderdeel van deze paragraaf gewijd aan de WOZ-bezwaarschriften. Directe aanleiding daarvoor is het in 2012 verschenen rapport “De burger betrokken?” van de Rekenkamer. In dit rapport beveelt de Rekenkamer aan om jaarlijks uw Raad op de hoogte te houden over de ontwikkelingen van de hoeveelheid bezwaarschriften en de kosten van bezwaarafhandeling. Afgelopen jaren is het aantal bezwaarschriften afgenomen. Maar net als vorig jaar benadrukken we dat dit “product” conjunctuurgevoelig is: er is een duidelijke relatie tussen het aantal bezwaarschriften en de waardeontwikkeling in onze gemeente ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Hieronder treft u enkele gegevens en kengetallen aan:
189
Paragraaf Lokale heffingen
Formele bezwaarregels Verminderingen nav informeel contact * Ambtshalve verminderingen **
Bezwaarregels door gemachtigden
2011
2012
2013
2014
4.164
3.076
2.097
1.541
-
498
161
158
39
374
480
470
60
271
452
713
€ 26.826
€ 37.249
€ 45.389
€ 45.468
WOZ-ontwikkeling landelijk
-2,3%
-2,0%
-3,6%
-5,4%
WOZ-ontwikkeling gemeente
-4,5%
-0,9%
-6,9%
-5,7%
€ 22,39
€ 22,28
€ 20,34
€ 20,03
€ 9,79
€ 10,25
€ 8,15
€ 7,96
Kostenvergoeding bezwaarfase
Totale kostprijs per biljet Waarvan kostprijs bezwaar & beroep
* dit wordt pas separaat bijgehouden sedert 2012 ** in 2011 waren de meeste ambtshalve verminderingen nog als bezwaarregel geregistreerd
De Rekenkamer adviseerde om burgers en bedrijven actief te informeren over de totstandkoming van de WOZ-waardering. Naast gebruikmaking van toelichtingen en een voorlichtingsfilm is er vooral ingestoken op het intensiveren van informeel contact: • informeel contact over wijziging van de geregistreerde objectkenmerken ter verificatie en ter voorbereiding op een ontwikkeling van de WOZ-waarde; • informeel contact over wijziging van huurderssituaties ter verificatie; • informeel overleg met woningbouwverenigingen en terugkerende bezwaarmakers om
vooraf
overeenstemming
te
krijgen
over
de
uitganspunten
bij
de
her waardering; • informeel overleg met taxateurs ná verzenden van de beschikkingen, zodat toelichting kan worden gegeven en fouten direct kunnen worden hersteld; • taxatie op locatie (bij de burger thuis) in enkele wijken in plaats van bureautaxaties om alle grieven ter plekke te kunnen bespreken en nadere toelichting te kunnen geven. Informeel contact vergt tijd. Maar de ervaringen en de resultaten zijn positief.
De groei van de “no cure no pay” bureaus (NCNP) blijft ook in dit opzicht een blokkade opwerpen. Deze NCNP gedijen namelijk juist bij een formele procedure, omdat ze primair uit zijn op de kostenvergoeding die in dat formele circuit gegenereerd kan worden. Burgers en bedrijven die gebruik maken van de diensten van NCNP worden juist afgeschermd van het informele contact. Uiteindelijk pakt dat negatief uit voor de belastingplichtigen. NCNP levert namelijk doorgaans pas in een zeer laat stadium de motivatie aan en wil ten behoeve van de kostenvergoeding formele contactmomenten. Bezwaren zijn daardoor veel later afgehandeld, de burger krijgt niet de mogelijkheid
190
Paragraaf Lokale heffingen
van informele toelichting en de maatschappelijke kosten zijn veel hoger. We blijven alert op extra/nieuwe mogelijkheden om alle vastgoedeigenaren en -gebruikers te overtuigen van de voordelen van de rechtstreekse/informele contacten boven die van de NCNP-werkwijze.
6
Belastingvoorstellen 2014 Tijdens de begrotingsbehandeling heeft de gemeenteraad – conform de voorstellen van het college – de belastingtarieven voor 2014 geïndexeerd met 0,705%. Een overzicht van de tarieven is te vinden in de begroting 2014 en de bijbehorende belastingvoorstellen. Het tarief voor het eigenarendeel van de onroerende zaakbelastingen voor woningen is niet geïndexeerd. De waardedaling van de woningen was immers groter dan de inflatie. In het coalitieakkoord is bepaald dat de inflatiecorrectie achterwege blijft indien de waardedaling groter is dan de inflatiecorrectie. Bij het opstellen van de begroting 2014 in het eerste halfjaar van 2013 is uitgegaan van een waardedaling van 8% bij de woningen en 4,5% bij de niet-woningen. Bij een actualisatie van de waardeontwikkeling eind 2013 is uitgegaan van een waardedaling van 6,5% bij de woningen en van 4,5% bij de niet-woningen. Belastingsoort
Tariefvoorstel bij begroting 2014
Tarief bij wijzigingsvoorstel
Onroerende zaakbelasting eigendom woningen
0,1018% van de WOZ-waarde
0,1002% van de WOZ-waarde
Onroerende zaakbelasting eigendom niet-woningen
0,2586% van de WOZ-waarde
0,2586% van de WOZ-waarde
Onroerende zaakbelasting gebruik niet-woning
0,2071% van de WOZ-waarde
0,2071% van de WOZ-waarde
Waardeontwikkeling (bedragen x € 1.000.000): WOZ-waarde per 1-1-2014 Woningen Niet-woningen Totale WOZ-waarde
191
Paragraaf Lokale heffingen
Begroting 2014 (na wijziging)
Werkelijk 2014
14.438
14.420
4.867
4.740
19.305
19.160
In 2014 zijn de navolgende opbrengsten verantwoord, exclusief de afwikkeling van aanslagen over eerdere jaren (bedragen x € 1.000): Soort belasting
Raming 2014 (na wijziging)
Opbrengst 2014
Verschil: N = nadeel; V = voordeel
15.324
15.267
57 N
8.534
8.591
57 V
OZB (eigendom + gebruik)
35.657
35.114
543 N
RZB (eigendom + gebruik)
8
7
1N
Hondenbelasting
800
813
13 V
Precariobelasting
340
367
27 V
Toeristenbelasting
420
446
26 V
Leges Burgerzaken
1.503
1.472
31 N
Parkeerbelastingen
1.428
723
705 N
Afvalstoffenheffing Rioolheffing (eigendom + gebruik)
Toelichting op de (belangrijkste) afwijkingen: -
De lagere opbrengst Afvalstoffenheffing wordt verklaard doordat er een verschuiving plaats vindt van meerpersoonshuishoudens naar eenpersoonshuishoudens.
-
De meeropbrengst Rioolheffing is tot stand gekomen bij de grootverbruikers: het waterverbruik bij de bedrijven neemt toe.
-
De OZB-opbrengst is een stuk lager dan begroot. De waardeverlaging als gevolg van bezwaar en beroep van niet-woningen is hoger dan ingeschat. Met name debet daaraan zijn forse huurverlagingen na afloop van meerjarige huurovereenkomsten die effect hebben op de WOZ-waarde.
-
De meeropbrengst Precariobelasting is veroorzaakt door een niet begrote groei van het aantal precario-objecten.
-
Belastingplichtig voor de Toeristenbelasting zijn hoteliers, de bed & breakfast houders en campinghouders. Elk kwartaal doen zij aangifte van het aantal overnachtingen, aan de hand waarvan de aanslagen worden opgelegd. Eind 2013 werd al enig herstel van de branche ingezet en dat herstel heeft zich in 2014 voortgezet.
-
De begroting van de leges Burgerzaken wordt gebaseerd op het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar. Dat wordt gedaan in verband met de jaarlijks sterk wisselende afzet van reisdocumenten en rijbewijzen. De realisatie in 2014 heeft door een lagere afzet ten opzichte van de begroting een nadeel opgeleverd van € 31.000.
-
De inkomsten uit naheffingsaanslagen zijn € 0,7 miljoen lager dan begroot ten gevolge van de hoge betalingsbereidheid (96%) en de nieuwe aanbesteding, welke is gebaseerd op een meer preventieve benadering van de burger.
192
Paragraaf Lokale heffingen
Kwijtschelding van gemeentelijke heffingen De gemeente ’s-Hertogenbosch voert een actief en maximaal kwijtscheldingsbeleid. Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm. Kwijtschelding heeft vooral betrekking op de afvalstoffenheffing en rioolheffing. In 2014 was er een bedrag van € 1.236.000 begroot; de realisatie bedroeg € 1.239.000.
Ontwikkeling woonlasten Jaarlijks publiceert het COELO (onderzoeksinstituut van de Rijksuniversiteit Groningen) de kerngegevens van de belastingen van de 35 grootste gemeenten. Daarin is opgenomen een overzicht van de (ontwikkeling van de) woonlasten. Als woonlasten worden in aanmerking genomen OZB eigendom, rioolheffing (eigendom en gebruik) en afvalstoffenheffing. De woonlasten in de gemeente ’s-Hertogenbosch ontwikkelen zich positief ten opzichte van vergelijkbare gemeenten. In de jaren 2011, 2012 en 2013 waren er respectievelijk 8, 7 en 4 gemeenten met lagere woonlasten. Die positie is in 2014 gehandhaafd. De (gemiddeld) te betalen woonlasten in 2014 zijn gedaald ten opzichte van 2013. Deze daling is toe te schrijven aan de daling van de tarieven van de afvalstoffenheffing.
In deze paragraaf schetsen we niet alleen de ontwikkeling van de woonlasten ten opzichte van andere gemeenten en ten opzichte van voorgaande jaren. We geven ook een overzicht van de realisatie van de woonlasten in het afgelopen jaar versus de begrote woonlasten. In onderstaande tabel geven we inzicht in de realisatie van de woonlasten in 2014 ten opzichte van de begroting 2014. Bij de uiteindelijke vaststelling van de tarieven voor belastingjaar 2014 is uitgegaan van een daling van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen met 6,5%. Voor bedrijfspanden is bij de begroting uitgegaan van een daling van de (gemiddelde) WOZ-waarden met 4,5%. De woningen blijken in werkelijkheid gemiddeld met 6,25% in waarde te zijn gedaald en de bedrijfspanden gemiddeld met 6,40%.
WOZ-waarde
Woonlasten
Woonlasten
Lastenstijging
Lastenstijging
Lastenstijging
eigenaar (€)
gebruiker (€)
eigenaar (€)
gebruiker (€)
eig. + gebr. (€)
begr.
real.
begr.
real.
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
Woning € 146.000
€ 209
€ 209
€ 305
€ 305
€ 0
0,0%
€ 0
0,0%
€ 0
0,0%
Woning € 246.000
€ 309
€ 309
€ 305
€ 305
€ 0
0,0%
€ 0
0,0%
€ 0
0,0%
€ 410
€ 410
€ 305
€ 305
€ 0
0,0%
€ 0
0,0%
€ 0
0,0%
€ 1071
€ 1050
€ 854
€ 838
- € 21
- 2,0%
- € 16
- 1,9%
- €37
- 1,9%
Woning € 347.000 Bedrijf € 390.000
193
Paragraaf Lokale heffingen
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
1
Inleiding In 2012 is een nota risicomanagement en weerstandsvermogen opgesteld. In deze nota staat op welke wijze de risico’s binnen onze gemeente worden geïnventariseerd, gekwalificeerd en beheerst. Feitelijk is deze nota de invulling van de eerste aanbeveling van de rekenkamercommissie naar het onderzoek over risicomanagement binnen onze gemeente (2011).
Het Bossche risicomanagement is geen op zichzelf staand proces maar bewust verankerd in onze gemeentelijke processen. Het is gekoppeld aan ons integrale management. Wij streven niet naar een modieus management control model, dat de capaciteit van onze gemeentelijke organisatie overstijgt. Wij kiezen, vanuit een realistisch beeld van onze organisatie, voor een praktische aanpak. Deze paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing vormt de weerslag van dit beleid.
Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen en haar taken te kunnen voortzetten. In deze paragraaf gaan we achtereenvolgens in op: • Rapportage grote fysieke projecten • Het beleid ten aanzien van weerstandscapaciteit • De weerstandscapaciteit • De risico’s • Een confrontatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s
2
Rapportage grote fysieke projecten In de motie ‘verbeteren actieve informatieplicht’ heeft uw raad opgeroepen om de informatievoorziening bij complexe en risicovolle projecten aanmerkelijk te verbeteren en adequaat invulling te geven aan de actieve informatieplicht. De maatregelen om de projectsturing binnen de ambtelijke organisatie te verbeteren, zijn opgenomen in het Kwaliteitsprogramma Projectsturing. Dit programma heeft een bestuurlijk-strategische en een organisatorische invalshoek met als uitgangspunt te komen tot het realiseren van projecten binnen de daartoe gestelde voorwaarden uitgaande van de
194
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
aspecten Geld, Risico, Organisatie, Tijd, Informatie, Communicatie en Kwaliteit (GROTICK). Tot de maatregelen vanuit de bestuurlijk-strategische invalshoek behoort onder meer een duidelijker gestructureerde informatievoorziening over fysieke projecten aan de raad via de reguliere P&C-cyclus via het jaarverslag en de managementrapportage. Zie hiervoor de in het bijlagenboek opgenomen monitor Werk in Uitvoering.
3
Beleid ten aanzien van weerstandscapaciteit Voor de weerstandscapaciteit wordt een streefwaarde van de algemene reserve van 15% van de algemene uitkering gehanteerd. Het percentage wordt als een streefwaarde gehanteerd. Het ene jaar zit de algemene reserve daar wat boven, het andere jaar daar wat onder.
4
Weerstandscapaciteit Met de weerstandscapaciteit bedoelen we de aanwezige middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te dekken. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met het eerste wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het huidige niveau. Met structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van programma’s. Hieronder wordt zowel op de incidentele als de structurele weerstandscapaciteit van de gemeente ‘s-Hertogenbosch ingegaan.
Incidentele weerstandscapaciteit
Hiertoe behoren: 1. Algemene reserve 2. Bestemmingsreserves 3. Stille reserves
1. Algemene reserve Uitgangspunt is een algemene reserve van 15 procent van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Voor 2014 bedroeg de algemene uitkering € 155,5 miljoen. Het streefniveau van de algemene reserve (15 procent van € 155,5 miljoen en) is € 23,3 miljoen. De werkelijke stand per 31 december 2014 is € 23,8 miljoen. Door het verwerken van het
195
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
gerealiseerd resultaat in de algemene reserve neemt de algemene reserve af tot € 23,7 miljoen en is daarmee € 0,4 miljoen hoger dan de benodigde algemene reserve.
2. Bestemmingsreserves Bij bestemmingsreserves heeft de raad een bedrag gereserveerd voor een, door de raad zelf, bepaalde aanwending. De raad kan te allen tijde een besluit nemen tot een andere aanwending, waardoor deze reserves dus op incidentele basis kunnen worden ingezet om tegenvallers het hoofd te bieden. Dit is echter niet voor alle bestemmingsreserves mogelijk. Als voorbeeld kunnen de reserve activa (€ 51,5 miljoen) en de reserve Essent (€ 290,9 miljoen) genoemd worden. De reserves activa dienen ter dekking van afschrijvingen van investeringen die in het verleden al gedaan zijn. Als deze reserves voor een ander doel worden aangewend, zijn toekomstige afschrijvingen niet meer gedekt en ontstaat een tekort op de reguliere exploitatie. Ook inzet van de reserve Essent dividend compensatie leidt direct tot een tekort op de reguliere exploitatie. De renteopbrengst van deze reserve wordt namelijk als dekking ingezet in de reguliere exploitatie. Als dan middelen uit de reserve worden gehaald, vervalt een deel van de dekking en dient er direct omgebogen te worden. Vooralsnog zijn bestemmingsreserves niet vrij besteedbaar. De
stand
van
de
bestemmingsreserves
per
31
december
2014
bedraagt
€ 578,2 miljoen. Een overzicht van alle reserves is opgenomen in de staat van reserves, welke is opgenomen in het bijlagenboek.
3. Stille reserves Van stille reserves is sprake als de marktwaarde van de bezittingen (activa) van de gemeente de boekwaarde daarvan overstijgt. Het gaat hierbij om vaste activa (panden). Voorwaarde voor het opvoeren van deze stille reserves in de weerstandscapaciteit is dat de activa direct verkoopbaar zijn indien de gemeente dat zou willen. Als gevolg van de recessie is de vastgoedbranche stevig onder druk komen te staan. De gemeentelijke panden zijn over het algemeen minder courant, omdat de gebruiksmogelijkheden relatief beperkt zijn. Gezien de huidige marktomstandigheden voorzien wij geen stille reserve op onze panden. Bij de verkoop van Essent heeft de gemeente ’s-Hertogenbosch een bedrag op rekening gestort voor het opvangen van eventuele risico’s, een zogenaamde escrow. De vordering moet worden beschouwd als een risicoreservering. De totale escrow bedroeg € 800 miljoen. Het aandeel van de gemeente hierin is 3,73%, zijnde € 29,9 miljoen. De helft van de escrow minus de tot dan toe ingediende claims is in het voorjaar van 2011 vrijgevallen. Ons aandeel hierin bedroeg € 13,3 miljoen. Het restant van de escrow valt in 2015 vrij. Het betreft € 400 miljoen verminderd met de nog in te dienen claims en vermeerderd met de nog te ontvangen rente over dit bedrag. Ons aandeel hierin bedraagt dus maximaal € 14,9 miljoen plus de nog te ontvangen rente. Inmiddels is
196
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
besloten om bij uitkering van de escrow in 2015 de ontvangen gelden in het structuurfonds te storten (raad november 2011).
Structurele weerstandscapaciteit
Hiertoe behoren: 1. Post onvoorzien 2. Onbenutte belastingcapaciteit
1. Post onvoorzien De post voor onvoorziene uitgaven bedroeg in de begroting 2014 € 225.000. Van het geraamde bedrag is € 125.000 uitgegeven aan de subsidiering van de dorpskernen voor de viering van het 1200 jarig bestaan (€ 100.000) en aan het CCC (€ 25.000).
2. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit geeft een indicatie van de mogelijkheden die een gemeente heeft om haar inkomsten via extra belastingopbrengsten te verhogen. De belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente ’s-Hertogenbosch zijn de OZBinkomsten, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor ‘s-Hertogenbosch is berekend welke mogelijkheid er nog is om de OZB te verhogen tot het normtarief-OZB voor toelating tot artikel-12 van de Financiële verhoudingwet (Fvw). Het normtarief artikel-12 bedraagt voor 2014 0,1651% van de WOZ-waarde. Het gewogen OZB-tarief ligt in ‘s-Hertogenbosch op 0,1528%. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt dus 0,0123% van de WOZ-waarde wat overeenkomt met een ruimte van € 2,9 miljoen. De afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn reeds volledig kostendekkend. Samengevat hebben we wel onbenutte belastingcapaciteit, maar tegelijkertijd hebben we politiek afgesproken die niet te benutten.
5
Risico’s Tegenover de hierboven geïnventariseerde weerstandscapaciteit staan de risico’s die de gemeente loopt. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van onderhavige paragraaf. Hiervoor zijn immers verzekeringen afgesloten of voorzieningen gevormd. De risicoparagraaf geeft een inventarisatie van de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Mogelijke voor- of nadelen op exploitatieposten worden hier niet als risico gedefinieerd.
197
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
De onderstaande risico-inschatting is gestoeld op diverse subjectieve aannames. De globale inschatting van kans en omvang is tijdsgebonden, waarbij het (voortschrijdend) inzicht sterk afhankelijk is van vele onzekere toekomstige factoren. Onder risico’s verstaan wij de onzekerheid (kans) dat een gebeurtenis zich voordoet waarbij zowel positieve als negatieve effecten kunnen optreden. Daarom kunnen er geen voorzieningen voor worden gevormd.
De gemeente ’s-Hertogenbosch geeft in onderstaande tabel een overzicht van de mogelijke financiële risico’s, waarbij de gemeente benadrukt dat dit geen toezegging dan wel schuldbekentenis van haar zijde is. De kans van optreden is weergegeven middels de cijfers 1 tot en met 5, waarbij 1 staat voor een kleine kans en 5 voor een grote kans. De inschatting van de omvang van de financiële gevolgen indien het risico zich manifesteert, is weergegeven door middel van een maximum. Ieder risico heeft een minimum van 0 (in het geval zich een risico niet voordoet). In theorie kan aan ieder risico ook een verwachtingswaarde worden gehangen. Een reële inschatting hiervan te geven is in de praktijk echter vrijwel onmogelijk.
Risico
Begroting 2015 Aard
Jaarrekening 2014
Maximum Kans in euro
Aard
Verklaring mutatie
Maximum Kans in euro
Gewaarborgde geldleningen
Incidenteel
12.930.000
2
Incidenteel
13.010.000
2
Nieuwe garantie aan sportverenigingen
Afgegeven garanties op aan zorginstellingen verstrekte geldleningen
Incidenteel
915.000
2
Incidenteel
915.000
2
De Muzerije
Incidenteel
545.000
2
Incidenteel
545.000
2
(Leningen aan) deelnemingen in verbonden partijen
Incidenteel
PM
2
Incidenteel
PM
2
Koepelovereenkomst Libéma inzake Sportiom
Incidenteel
1.500.000
2
Incidenteel
1.500.000
2
Schadeclaim MGX
Incidenteel
PM
1
Reserve onderwijshuisvesting
Structureel
3.500.000
2
Structureel
3.500.000
2
ODBN (omgevingsdienst)
Structureel
PM
3
Bezuinigingen vanaf 2015
Maasdonk
Incidenteel
3.000.000
4
Herindeling op 01.01.2015
Is afgewikkeld
In het bijlagenboek is een toelichting op genoemde risico’s opgenomen.
198
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
6
Confrontatie weerstandscapaciteit en risico’s Het (theoretisch) maximale risico dat de gemeente loopt, bedraagt in 2014 circa € 19,5 miljoen (begroting 2015 bijna € 20 miljoen en jaarverslag 2013 € 21 miljoen). De genoemde risico’s zijn, op een bedrag van € 3,5 miljoen en een PM bedrag na, incidenteel. Op de risico’s voor de ODBN en Maasdonk na bevinden alle risico’s zich in categorie 2. De kans dat deze risico’s zich voordoen is klein. Bij ODBN moet in 2015 bezuinigd worden. Daar kan een financieel risico ontstaan. Het bedrag kunnen we nu nog niet invullen, maar het zal niet fundamenteel zijn. Bij Maasdonk is het bedrag twee jaar geleden bepaald op € 3 miljoen. In relatie tot onze weerstandscapaciteit is dit een overzienbaar bedrag.
Stresstest De 100.000+ gemeenten hebben gezamenlijk een stresstest ontwikkeld. Wij nemen deel aan deze test. Hierdoor is het mogelijk om op basis van een vaste set aan indicatoren de ontwikkeling van de financiële positie van onze gemeente van jaar op jaar te volgen. Deze test is voor onze gemeente uitgevoerd op de cijfers van de jaarrekening 2014. Uit de test blijkt dat onze gemeente, evenals vorig jaar, een gezonde financiële basis heeft. Wel zien we dat als gevolg van investeringen in publieke voorzieningen de indicatoren over de schuldpositie zich minder goed ontwikkelen. Omdat we een gezonde financiële basis hebben, scoren we op deze indicatoren desondanks ruim voldoende.
199
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Onderhoud kapitaalgoederen
Ambitie Voor een positieve bijdrage aan de leefbaarheid van wijken en buurten, is het belangrijk dat de gemeentelijke gebouwen, sportvoorzieningen en de openbare ruimte schoon, heel, veilig, functioneel en aantrekkelijk zijn en blijven. Uitdaging hierbij is om met de beschikbare middelen door slim te combineren, de inzet van de juiste onderhoudsmaatregelen en tijdige herinrichting of aanpassingen een aantrekkelijke en goed bruikbare voorziening te realiseren. Waarbij het streven is om dit op een duurzame en meest economische wijze te realiseren.
Openbare Ruimte, vitalisering Wat wilden we bereiken? Onder de noemer van “vitalisering” wordt de veroudering van de openbare ruimte structureel aangepakt. De aanpak gaat uit van een integrale werkwijze. Het betreft het technisch, functioneel of kwalitatief vernieuwen van de openbare ruimte door zo nodig wijzigen van de inrichting en waar nodig toepassen van nieuwe materialen. Budgetten vitalisering zijn vooral bedoeld als aanvulling op bestaande projectbudgetten om gedateerde (bestrating)materialen die echter technisch nog voldoen te kunnen vervangen. Bij de verdeling van de budgetten wordt de volgende indeling nagestreefd: 1. Gebiedsaanpak 60% 2. Hoofdstructuur 20% 3. Projecten 20%.
200
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Wat hebben we er voor gedaan?
In de volgende gebieden zijn in 2014 vitaliseringsprojecten uitgevoerd of in uitvoering gekomen: • Hintham Zuid (fase13), • Kruiskamp (Zeeheldenbuurt), • Schutskamp (Hudsonpark) • Boschveld • Zandzuigerstraat • Deken van Roestellaan (2de fase) • Burgemeester Nieuwenhuijzenstraat • Rietveldenweg • Henriettewaard • Buitenhaven • Sparrenburg • Geldersedam – Willem van Nassaulaan • Hekellaan • Casinotuin • Slagenweg • Reitscheweg
Ook is in 2014 voor een aantal vitaliseringsprojecten de voorbereiding gestart: Diezekade,
Rietveldenweg
(gedeelte
Boksheuvelstraat-Oude
Vlijmenseweg),
Boschveldweg, Tuinstraat-Weidestraat, Oude Engelense weg – Oude Vlijmenseweg, renoveren groenvoorziening Sparrenburg, vernieuwen bestratingsmaterialen in oude wijken.
201
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Openbare ruimte, onderhoud Wat wilden we bereiken?
Een schone, hele en veilige openbare ruimte waar de burgers tevreden over zijn, zich betrokken bij voelen en zich actief opstellen bij acties en activiteiten in het kader van leefbaarheid. De verloedering van de openbare ruimte wordt aangepakt. We trachten het bereikte onderhoudsniveau overal in de stad te handhaven. Dat wil zeggen consolideren van het onderhoudsniveau sober tot basis. Daar waar wenselijk i.v.m. veiligheid, worden aanpassingen gedaan aan de openbare ruimte. Bewoners worden gestimuleerd om ook hun bijdrage te leveren aan een betere leefbaarheid van de openbare ruimte. Nulmeting
Realisatie 2012
Realisatie 2014 3
Ambitie 2014
4,7 (2008)
3,8
3,8
3,8
Rapportcijfer klanttevredenheid schoonhouden naaste woonomgeving 2 (KTO R&B)
6,2
6,6
6,4
6,6
Rapportcijfer klanttevredenheid onderhoud groen (KTO R&B)
7,3
7,8
7,4
7,3
Rapportcijfer klanttevredenheid straatmeubilair (KTO R&B)
7,2
7,2
7,1
7,2
Rapportcijfer klanttevredenheid onderhoud wegen (KTO R&B)
7,1
7,6
7,2
7,1
Rapportcijfer klanttevredenheid onderhoud speelvoorzieningen (KTO R&B)
6,9
6,8
6,7
7,5
Indicatoren Kengetal verloedering1 (L&V) 0= weinig voorkomend, 10= veel voorkomend)
1 2 3
Samengesteld uit de onderwerpen: hondenpoep op straat, rommel op straat, bekladding van muren en/of gebouwen, vernieling van telefooncellen en bushokjes. Samengesteld uit indicators: verwijderen zwerfafval, verwijderen graffiti, vegen van straten, verwijderen van herfstblad, leegmaken papierbakken, verwijderen van onkruid tussen de stoeptegels, wieden van onkruid. In 2014 is geen nieuwe meting uitgevoerd, de realisatie 2014 komt daardoor overeen met die van 2013.
Het klanttevredenheidsonderzoek 2011 geeft aanleiding om kritisch om te gaan met de in 2010 vastgestelde ambitie 2014. We streven er naar om, ondanks de doorgevoerde bezuinigingen, minimaal het positieve resultaat van 2011 vast te houden. Voor de speelvoorzieningen blijft het streven een 7,5 te behalen.
202
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Wat hebben we er voor gedaan?
Wegen In de “Strategie vitalisering hoofdstructuurwegen ’s-Hertogenbosch” is het vitaliseringsplan uitgewerkt voor de wegen en civieltechnische kunstwerken in de hoofdstructuur. We streven naar een kwaliteitsniveau van 95% voldoende op de beleidsthema’s: veiligheid, duurzaamheid, comfort en aanzien. Dit gewenste kwaliteitsniveau is van toepassing op alle verhardingen. In 2014 heeft een inspectie van het wegenareaal plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat in vergelijking met 2007 en 2011, het kwaliteitsniveau gemiddeld is verbeterd. De gegevens van Vinkel en Nuland zijn hierin niet meegenomen. De kwaliteit van Vinkel en Nuland is lager dan de gemiddelde kwaliteit in ’s-Hertogenbosch. De verhardingen van parkeervakken zijn in kwaliteit achteruit gegaan en scoren op het thema veiligheid, duurzaamheid en aanzien beduidend minder dan het ambitieniveau. Daarnaast is de kwaliteit (duurzaamheid) van wegen met betonstenen (aanleg 19751995) sterk in kwaliteit achteruit gegaan. Herstraten is hier noodzakelijk, niet vanwege verzakkingen of oneffenheden maar omdat de stenen zijn versleten.
In de hoofdstructuur waar het vervangen van asfalt nodig is en waar de geluidsbelasting hoog is passen we geluid reducerend asfalt toe. In 2014 is o.a. de Zandzuigerstraat en een deel van de Bruistensingel voorzien van geluid reducerend asfalt.
In 2014 zijn conform het beheerplan verhardingen o.a. herstraatwerkzaamheden uitgevoerd aan de Kuipertjeswal – Kruisbroedershof, Oude Dieze e.o., Rector Zwijssenstraat, Het Klokkediep, Slagenweg, Rompertsebaan, Zwartbroekweg, Zilverpark, Gageldonk, Fluitenkruid, Generaal Rosslaan, Rudolf van Baarlestraat en de Kooikersweg. We hebben onderhoud aan asfalt uitgevoerd in o.a. Graaf van Solmsweg (combi aanleg vrij liggend
fietspad),
Maliskampsestraat
2e
fase,
Bernadettestraat,
Citadellaan,
Westerparklaan, Kooikersweg, Rietveldenweg, van Rijckevorsel van Kessellaan – Burg. van de Venpark, De Vlacie, Hennen Weide, Bruistensingel en de Harendonkweg. Daarnaast is er op vele locaties schade aan verharding gerepareerd zoals sleuven en scheuren in asfalt als gevolg van kabelwerkzaamheden en opdruk door boomwortels.
Civieltechnische kunstwerken In 2014 is het areaal vaste civieltechnische kunstwerken geïnspecteerd en is een concept meerjarenplanning opgesteld. Dit vormt de basis voor de verdere uitwerking van het beheerplan kunstwerken en het beleidsplan kapitaalgoederen; beide worden in 2015 opgesteld. Het groot onderhoud aan de Trierbrug en Willemsbrug is in 2014 afgerond. De voorbereidingen voor het vervangen van de Mariabrug zijn gestart. De feitelijke vervanging vindt plaats in 2015. Voor de Industriehavenbrug zijn de voorbereiding van de noodzakelijke versterkingen en aanpassingen gestart. In 2015 worden de werkzaamheden aan deze brug uitgevoerd.
203
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Riolering In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsbeheer Plan (VGRP) en in het Waterplan 2 ’s-Hertogenbosch liggen de beleidskaders vast. De financiële consequenties uit het VGRP zijn ondervangen in het rioolfonds. In 2014 is het reguliere onderhoud conform planning uitgevoerd. Daarnaast is in de Generaal Rossstraat en Van Baarlestraat in het kader van vitalisering van de openbare ruimte de bestaande riolering vervangen. Ook is een hemelwaterriolering aangelegd om het hemelwater af te koppelen. Tegelijkertijd met de vervanging van riolering in Boschveld is het laatste deel van de aanvoerleiding naar West aangelegd. Deze aanvoerleiding loopt vanaf de Dieze langs de Parallelweg naar West en zorgt voor verbetering van de waterkwaliteit in die wijk. Bij de Dieze is gestart met de bouw van een opvoergemaal, dat water uit de Dieze in de aanvoerleiding pompt. Bij de renovatie van wegen wordt het hemelwater afgekoppeld van het verhard oppervlak. In 2014 is naast het werk in Boschveld onder meer bij de volgende wegen het hemelwater afgekoppeld: Klokkediep, Slagenweg en Willem van Nassaulaan. Ook worden de knelpunten in het rioolstelsel aangepakt, we hebben ons in 2014 gericht op de knelpunten die wateroverlast in de openbare ruimte tot gevolg hebben. Bij het oplossen van deze knelpunten liften we mee met andere projecten in de openbare ruimte. In 2014 is een pilot van warmte terugwinning uit rioolwater (riothermie) uitgevoerd in combinatie met zwembad Kwekkelstein in Rosmalen.
De renovatie van het hoofdgemaal Oude Engelenseweg is in uitvoering en wordt in het tweede kwartaal 2015 in gebruik genomen. De renovatie van de gemalen Engelerschans en Molenberg volgen na de renovatie van het gemaal Oude Engelenseweg. Op basis van de eerste meetgegevens van het grondwatermeetnet is een grondwaterstudie gestart, deze studie wordt in 2015 afgerond. De resultaten worden verwerkt in de actualisatie van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan.
Water Het onderhoud aan de watergangen is conform de beleidskaders uitgevoerd. Conform de meerjarenplanning is gestart met de uitvoering van baggeren in Empel en Rosmalen, deze werkzaamheden lopen door tot begin 2016. De mogelijkheden om de beschoeiingen in de wijk Noord tot milieuvriendelijke oevers om te vormen zijn bekeken volgens planning.
Verkeers- en straatmeubilair De voetgangersbewegwijzering in de binnenstad is toe aan groot onderhoud. We zijn in 2014 gestart om de huidige stand van zaken in beeld te brengen en de behoefte te onderzoeken van aanpassingen van de voetgangersbewegwijzering. In 2015 zal dit zijn vervolg krijgen.
204
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Groen Het onderhoud van groen is uitgevoerd conform het vastgestelde niveau van sober/ basis. De meting van klanttevredenheid (2013) voor het onderhoud van groen is met een rapportcijfer 7,4 redelijk goed te noemen. De ambitie van 7,5 is net niet gehaald, maar gelet op het beschikbare budget dat per oppervlakte ca. 7 % lager ligt dan in vergelijkbare gemeenten, is deze klanttevredenheid goed te noemen. De bezuinigingen op onderhoud van groen door het omvormen van duurdere beplanting is in de meeste wijken gerealiseerd. Uitzondering hierop zijn de wijken in Rosmalen, hier stuitten we op veel weerstand en zijn we nog steeds in gesprek met de bewoners. Het in onderhoud nemen van de beplanting door burgers, om de omvorming te voorkomen is op enkele plaatsen gelukt. Participatie in relatie tot bezuiniging blijkt echter niet overal succesvol te zijn. De hoeveelheid eenjarigen en plantenbakken is de afgelopen jaren door bezuiniging nagenoeg terug gebracht tot nul. Het aanzien van het groen in de stad is door dit pakket aan maatregelen versoberd, de kleur en variatie verdwijnt.
Ecologie en duurzaamheid Het ecologisch beheer van de bermen, watergangen en de natuurlijke beplanting is voortgezet en is waar mogelijk uitgebreid. Er wordt samengewerkt met bewoners, de agrarische natuurvereniging, natuurmonumenten om zoveel mogelijk het natuurlijk beheer onder de aandacht te brengen. Ook zijn er bij-vriendelijke bloembollen aangeplant en kruidenrijke mengsels ingezaaid, waardoor er in het voorjaar en in de zomer bloeiende bermen zijn die een bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Het overleg over het beheer van het kanaalpark is 2014 opgestart, met diverse marktpartijen, de natuurverenigingen en belanghebbenden. Het doel is om in het kanaalpark een zo natuurlijk mogelijk beheer te gaan uitvoeren. Ook in 2014 hebben we de onkruidbestrijding op verharding chemie-vrij uitgevoerd. Ook bij het onderhoud aan de openbare verlichting zijn energiebesparing, duurzaamheid en veiligheid benoemd als belangrijke uitgangspunten. In de afgelopen jaren zijn daarom alleen energiezuinige lampen gebruikt bij vervanging. Onveilige en donkere plekken zijn volgens planning aangepakt. De gerealiseerde energiebesparing wordt ingezet om te investeren in verdere energiebesparing en kwaliteitsverbetering.
205
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Wat heeft het gekost?
Groen incl. bomen Speelvoorzieningen Straatmeubilair Verhardingen Reiniging Civieltechnische kunstwerken Openbare verlichting Verkeersregelinstallaties Riolering Gemalen en drukriool Water en havens Totaal 1 1
Areaal
Eenh.
Kengetal onderhoud
Begroting 2014
Realisatie 2014
8.065.854
m2
€ 0,96
€ 7.248.720
€ 7.125.283
2.385
st.
€ 349,56
€ 833.710
€ 832.433
59.751
st.
€ 16,81
€ 1.004.280
€ 1.016.864
8.224.741
m2
€ 0,62
€ 5.094.090
€ 5.082.806
16.290.595
m2
€ 0,28
€ 4.621.240
€ 4.524.180
121.800
m2
€ 10,73
€ 1.306.880
€ 1.326.286
26.742
st.
€ 57,01
€ 1.524.460
€ 1.440.428
76
st.
€ 8.312,24
€ 631.730
€ 637.799
679.372
m1
€ 3,06
€ 2.080.950
€ 2.513.461
262
st.
€ 3.467,10
€ 908.380
€ 597.971
4.118.673
m2
€ 0,16
€ 676.650
€ 955.447
16.290.595
€ 1,59
€ 25.931.090
€ 26.052.957
Totaal areaal openbare ruimte is m2 verharding en groen, exclusief bossen.
In 2014 is ca. 0,5% meer besteed aan onderhoud dan begroot. De overschrijding bij water en havens wordt veroorzaakt door het vegen van waterlopen en de baggerprojecten Noord en Empel-Rosmalen. Deze projecten zijn uitgevoerd in samenwerking met het waterschap en vergden meer middelen dan beschikbaar.
Onderhoud gemeentelijke gebouwen (Maatschappelijk vastgoed) Wat wilden we bereiken? • Onderhoud van kapitaalgoederen op het onderhoudsniveau: “sober en doelmatig”. • Monumentale panden in stand houden. • Gemeentelijke gebouwen voorzien van een energielabel en onderzoek naar de mogelijkheden om energieprestaties van gebouwen te verbeteren.
Wat hebben we er voor gedaan? In 2014 zijn de gemeentelijke gebouwen conform de Meerjaren Onderhouds Planning (MOP) onderhouden. Daarbij worden planmatige activiteiten vlak voor de daadwerkelijke uitvoering nogmaals gecheckt op doelmatigheid en eventueel bijgesteld of uitgesteld op basis van de actuele technische staat of gewijzigde plannen met het gebouw. Hierdoor zijn we in staat om zo efficiënt mogelijk te werken en besparingen op uitgaven te realiseren.
206
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
De onderhoudsstaat van onze gemeentelijke gebouwen is goed te noemen. Daarbij zijn onze uitgaven in de jaarlijkse benchmark gemeentelijk vastgoed onder het landelijk gemiddelde, wat ons sterkt in de inspanningen om de instandhouding van ons vastgoed doelmatig uit te voeren. Wel hebben we geconstateerd dat de MOP bijstelling behoeft en beter conform de inmiddels landelijk gebruikelijke NEN 2767 methodiek kan worden opgezet. Hiermee zijn we in staat om op basis van conditiescores te sturen en niet meer activiteiten-gedreven ons onderhoud inplannen. Dit gaan we in 2015 invoeren.
Duurzaamheid Specifieke aandacht hebben we voor duurzame maatregelen in de gemeentelijke gebouwen, zowel in bestaande gebouwen als in nieuwbouw situaties. Wederom zijn 27 gebouwen verduurzaamd en naar ‘label B’ gebracht. Daarnaast hadden we in 2014 de volgende projecten onder handen: -
De werkzaamheden aan 5 panden om te verduurzamen naar minimaal label B zijn in 2014 aanbesteed.
-
pilotproject zonnepanelen
-
inzichtelijk maken slimme meters. De aansluitingen grootgebruikers (44) zijn gereed. Momenteel zijn we toe aan de eerste aansluitingen bij kleine gebruikers (minimaal 97).
Monumenten De monumenten in de gemeentelijke vastgoedportefeuille hebben onze speciale aandacht. Naast monumentale gebouwen die in gebruik zijn bij gemeente of externe huurders, heeft de gemeente ook onverhuurde monumenten in eigendom als de kerktoren van de St. Jan, de toren van de Lambertuskerk en de molen in Rosmalen. Deze worden onderhouden conform een meerjaren onderhoudsplanning met gekwalificeerde uitvoerende partijen.
Onderhoud sportvoorzieningen Wat wilden we bereiken? We willen de burgers van onze gemeente goed functionerende, eigentijdse en goed onderhouden sportaccommodaties bieden. Bij “eigentijds” hoort ook het streven naar het verbeteren van de energieprestatie van de sportgebouwen. Het niveau van onderhoud wordt bepaald door aspecten van veiligheid, gebruikswaarde en het sporttechnische speelniveau van de gebruikers. Het huidige onderhoudsniveau is te typeren als sober, doch doelmatig.
207
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Wat hebben we er voor gedaan? Het onderhoudsprogramma Sport en Recreatie omvat groen en civieltechnisch onderhoud van voornamelijk buitensport- en recreatievoorzieningen, het onderhoud van gebouwen en onderhoud van de sporttechnische inventaris van de sportaccommodaties. Het onderhoud is in 2014 grotendeels conform de onderhoudsplanning uitgevoerd. De staat van onderhoud van velden en gebouwen is ondanks een sober en doelmatig onderhoudsregime voldoende te noemen. Schoon, heel en veilig is het uitgangspunt. In 2014 zijn de energie besparingsmaatregelen in kaart gebracht waarmee alle gebouwen van Sport en Recreatie in 2015 naar energielabel B worden gebracht. We treffen deze maatregelen altijd in combinatie met andere onderhoudswerkzaamheden. Naast het reguliere onderhoud is er geïnvesteerd in nieuwe kunstgrasvelden bij voetbalvereniging BLC en bij handbalvereniging Blauw-Wit. Bij de binnensport is extra geïnvesteerd in een ingrijpende renovatie van de was- en kleedgelegenheid van hal 1 van de Hazelaar.
208
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Financiering
1
Inleiding De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) stelt regels aan de financieringsfunctie van gemeenten en biedt een kader voor de beheersing van de risico’s die uit deze functie voortvloeien. Op lokaal niveau is deze regelgeving vertaald in een treasurystatuut dat door de gemeenteraad is vastgesteld. In dit statuut is de bestuurlijke infrastructuur voor de uitvoering van de treasuryfunctie vastgelegd. Daarnaast zijn hierin de doelstellingen van de treasuryfunctie gedefinieerd: • Het continu verzorgen van voldoende liquiditeit voor de gehele gemeente. • Het minimaliseren van de rentekosten binnen het kader van de Wet fido. • Het maximaliseren van de renteopbrengsten binnen het kader van de Wet fido. Deze paragraaf vormt de verantwoording van het gevoerde treasurybeleid.
2
Algemene ontwikkelingen Eurocrisis De Europese staatsschuldencrisis of eurocrisis is de financiële crisis die eind 2009 uitbrak binnen de Eurozone nadat Griekenland zijn schulden niet meer zelfstandig kon financieren als gevolg van de kredietcrisis. Sinds dat moment heerste op financiële markten regelmatig onrust of zelfs paniek. Na Griekenland volgden meer landen die technisch failliet dreigden te gaan. Door deze staatsschuldencrises liep op een aantal momenten de monetaire unie en daarmee de euro gevaar. Medio 2014 kon van een voorlopig einde van deze crisis worden gesproken.
In juni 2014 heeft de Europese Commissie aanbevelingen gedaan om de crisis te bestrijden en groei te versterken. De aanbevelingen zijn gericht op economische groei, een beter concurrentievermogen en meer banen.
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft op 4 november 2014 het toezicht op de grote banken overgenomen van de nationale toezichthouders. Hiermee is de ECB dé toezichthouder in de EU geworden en spelen de nationale banken hierin een kleinere rol. Deze stap wordt gezien als een belangrijk moment in de oprichting van een Europese bankenunie. De bankenunie bestaat uit drie pijlers: Europees toezicht op banken, een
209
Paragraaf Financiering
Europese aanpak van banken in nood en een Europees depositogarantiestelsel.
Schatkistbankieren Vanaf 15 december 2013 zijn decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige liquide middelen moeten aanhouden bij het Ministerie van Financiën. Voor onze gemeente gold hierbij in 2014 een drempel van € 3,8 miljoen. Het drempelbedrag is gedefinieerd als een gemiddeld bedrag per kwartaal. Gedurende de vier kwartalen van 2014 heeft onze gemeente het drempelbedrag niet overschreden. We verwachten overigens in de toekomst ook geen storting te doen in ’s Rijks schatkist. In de wet is een uitzondering opgenomen voor bestaande uitzettingen. Deze uitzettingen zullen tot het einde van hun looptijd worden geëerbiedigd. Zodra de looptijd van die beleggingen is verstreken, moeten deze middelen in de schatkist worden aangehouden of aan andere overheden worden uitgeleend. Dit houdt in dat onze uitzettingen bij de Rabobank tot het einde van de looptijd kunnen blijven staan. Daarmee kunnen we concluderen dat de Wet schatkistbankieren voor onze gemeente voorlopig geen effect zal hebben.
Rentetarief De herfinancieringsrente (refi-rente: het tarief dat banken moeten betalen wanneer zij geld van de ECB lenen) is met ingang van 10 september 2014 verlaagd naar 0,05%. De korte rente (1 maands Euribor) schommelde in het eerste halfjaar van 2014 rond 0,2%. Daarna is de 1 maands Euribor gedaald tot -/- 0,02% halverwege oktober 2014. In de resterende maanden van het jaar is de 1 maands Euribor weer gestegen tot ongeveer 0,025% eind 2014. De lange rente (10 jaars fixe) is in 2014 gedaald van 2,9% aan het begin van het jaar naar 1,4 % aan het einde van het jaar.
Zoals uit bovenstaande blijkt, is als gevolg van de Europese schuldencrisis sprake van sterk wisselende rentetarieven die zich op een historisch dieptepunt bevinden. Om die reden hebben we het tarief voor de korte rente in de begroting 2014 verlaagd van 2,0% naar 1,0%. Voor de lange rente, die gelijk is aan het gehanteerde omslagpercentage, zijn wij er vanuit gegaan dat de rentedaling geen structureel karakter heeft. Het omslagpercentage in de begroting 2014 is daarom gelijk aan dat van 2013: 4%. In plaats van het verlagen van het omslagpercentage hebben wij incidenteel ruimte geraamd, die ontstaat doordat de werkelijke rente lager is dan het gehanteerde omslagpercentage.
Ons beleid is om een zo groot mogelijk deel van de financieringsbehoefte te dekken met kortlopende leningen. Hierdoor hebben we geprofiteerd van het lage niveau van de korte rente, waardoor we een voordeel op de rentekosten hebben gerealiseerd van
210
Paragraaf Financiering
€ 1,75 miljoen. Dit voordeel hadden we bij de managementrapportage al gemeld. Door herfinanciering van langlopende leningen gedurende het jaar tegen lager dan begrote rentepercentages is dit voordeel ontstaan.
Bijgevoegde grafiek laat de werkelijke ontwikkeling van de rentetarieven zien, waarbij het 1 maands Euribor tarief als indicatie voor de korte rente is gehanteerd en de 10 jaars fixe als indicatie voor de lange rente.
3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 -0,5 jan-14
feb-14
mrt-14
apr-14
mei-14
jun-14
jul-14
10 jaar fixe
aug-14
sep-14
okt-14
nov-14
dec-14
1 maands Euribor
Ontwikkeling rentetarieven 2014
3
Risicobeheer Onder risico’s worden verstaan renterisico’s over vlottende en vaste schuld, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. In de huidige situatie manifesteren alleen de eerste twee genoemde risico’s zich voor onze gemeente.
Renterisico – vlottende schuld (kasgeldlimiet) In de Wet fido is een begrenzing opgenomen van de kortlopende middelen die gemeenten mogen opnemen, de zogenaamde kasgeldlimiet. De limiet bedroeg in 2014 € 43,7 miljoen ofwel 8,5% van het begrotingstotaal van € 513,8 miljoen. Voor het eerste halfjaar van 2014 heeft de provincie voor Heesch-West een ontheffing voor een bedrag van € 14,1 miljoen verleend. Hiermee komt de totale kasgeldlimiet voor de eerste twee kwartalen van 2014 uit op € 57,8 miljoen. Deze limiet hebben we in het eerste kwartaal met € 26,7 miljoen overschreden, in het tweede kwartaal bedroeg de overschrijding € 32,8 miljoen. In het tweede halfjaar van 2014 hebben we de kasgeldlimiet niet overschreden.
211
Paragraaf Financiering
Wij streven ernaar om - binnen de wettelijke grenzen van de kasgeldlimiet - een zo groot mogelijk deel van de financieringsbehoefte te dekken met kortlopende leningen, tenzij er een aanzienlijke rentestijging op de kapitaalmarkt wordt verwacht. Deze werkwijze heeft een aantal voordelen. Ten eerste is de rente op kortlopende leningen vrijwel altijd lager dan op langlopende leningen. Gedurende 2014 bedroeg dit verschil ongeveer 2,7% in het begin van het jaar en daalde naar ongeveer 1,35% aan het einde van het jaar. Bovendien trekken wij de benodigde korte financiering wekelijks aan. Het weektarief lag in 2014 gemiddeld 22 basispunten onder het tarief dat onze huisbankier in rekening brengt. Ten tweede ontstaat meer flexibiliteit.
Renterisico – vaste schuld (renterisiconorm) De renterisiconorm begrenst de rentegevoeligheid van de vaste schuldpositie van de gemeente. Het renterisico wordt bepaald door de som van het bedrag aan aflossing en het bedrag aan renteherziening op de vaste schuld. De renterisiconorm bedraagt 20 procent van het begrotingstotaal. Dit houdt in dat maximaal 20 procent van het totaal van de begroting aan rentegevoeligheid onderhevig mag zijn. In onderstaande tabel wordt deze norm afgezet tegen de feitelijke situatie. Hieruit blijkt dat wij ruim binnen de gestelde norm zijn gebleven. Bedragen x € 1.000 Begrotingstotaal 2014 Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage Renterisiconorm
Rekening 2014
Begroting 2014
513.768
513.768
20%
20%
102.754
102.754
102.754
102.754
56.017
55.683
+ 46.737
+ 47.071
Toets Renterisiconorm Renterisiconorm Renterisico op vaste schuld Ruimte(+) / Overschrijding(-) Renterisiconorm 2014
Kredietrisico Kredietrisico’s ontstaan enerzijds door het verstrekken van leningen, anderzijds door het verstrekken van gemeentegaranties. Het treasurystatuut bepaalt dat uitzettingen en garanties alleen tot stand komen indien zij een publieke taak dienen. Bij het beoordelen van verzoeken om leningen of garanties wordt in elk geval nagegaan of voor de sector waarin de instelling werkzaam is een zogenaamd waarborgfonds bestaat. Ondanks deze terughoudendheid is het latente kredietrisico de laatste jaren toegenomen als gevolg van de economische crisis.
212
Paragraaf Financiering
De gemeente heeft in 2014 geen leningen afgewaardeerd en is niet aangesproken op haar garanties. De uitzetting aan een sportvereniging voor de aanschaf van zonnepanelen wordt gefinancierd uit het revolving fund zonne-energie voor sportverenigingen.
4
Gemeentefinanciering Leningenportefeuille De post opgenomen langlopende leningen heeft zich in 2014 als volgt ontwikkeld: Bedragen x € 1.000
Bedrag
Gemiddelde rente
Beginstand per 1 januari 2014
216.105
2,588%
Nieuwe leningen
100.000
1,529%
-0,403%
Reguliere aflossingen
-53.421
1,262%
0,270%
Renteherziening (oud)
-2.596
4,325%
-0,017%
2.596
1,153%
-0,014%
262.684
2,423%
-0,165%
Renteherziening (nieuw)
Eindstand per 31 december 2014
Invloed op gem. rente
De nieuw aangetrokken leningen zijn aangewend voor herfinanciering en het financieren van investeringen. De aflossingen betreffen een jaarlening van € 40 miljoen, een tienjarige fixe lening van € 10 miljoen en overige aflossingen voor een bedrag van € 3,4 miljoen. Ten slotte heeft voor een tweetal leningen een renteherziening plaatsgevonden.
Uitzettingen De verstrekte langlopende leningen hebben zich in 2014 als volgt ontwikkeld: Bedragen x € 1.000
Bedrag
Gemiddelde rente
Beginstand per 1 januari 2014
203.311
4,454%
Nieuwe uitzettingen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen
Eindstand per 31 december 2014
Invloed op gem. rente
26
0,000%
-0,001%
-17.471
2,708%
0,166%
-1.497
4,521%
-0,001%
184.369
4,618%
0,164%
In 2014 is sprake van een nieuwe uitzetting aan een sportvereniging voor de aanschaf van zonnepanelen (€ 26.000).
213
Paragraaf Financiering
Ter compensatie van het vervallen Essent dividend is in 2009 € 175 miljoen van de verkoopopbrengst uitgezet bij de Rabobank. De eerste € 75 miljoen van deze uitzetting is in vijf jaarlijks gelijke termijnen vrijgevallen. De laatste termijn viel vrij in oktober 2014. Het resterende bedrag van € 100 miljoen valt in twee gelijke delen vrij in 2024 en 2029.
De resterende aflossingen hebben betrekking op vervroegde en reguliere aflossingen. Zayaz heeft haar lening voor Woonwagencentrum De Moerputten (€ 1,3 miljoen) vervroegd afgelost. Omnia Wonen Harderwijk heeft naar aanleiding van de verkoop van haar volledige vastgoed in onze stad haar lening (€ 0,1 miljoen) vervroegd afgelost. De overige aflossingen bedroegen € 2,5 miljoen.
Garanties In 2014 is een garantie aan de Bossche Reddings Brigade verstrekt voor de aankoop van een bedrijfsruimte op de Tweeberg (€ 40.000).
214
Paragraaf Financiering
Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoeringsprocessen zorgen ervoor dat de programma’s worden uitgevoerd. Deze processen worden effectief, efficiënt, transparant en conform de geldende wet- en regelgeving ingericht. De gemeente als bedrijfshuishouding maakt voor de burger collectieve producten, voornamelijk diensten. Om deze producten te kunnen voortbrengen is inzet van productiemiddelen nodig zoals personeel, financiën, informatievoorziening,
organisatie,
automatisering,
huisvesting,
communicatie,
juridische
deskundigheid etc. Bedrijfsvoering is het organiseren van de inzet van deze middelen. De bedrijfsvoering is niet alleen intern gericht. Burgers verwachten bijvoorbeeld van een gemeente dat de kwaliteit van de dienstverlening steeds verder verbeterd wordt. In deze paragraaf geven wij inzicht in de stand van zaken en de beleidsuitvoering omtrent de bedrijfsvoering.
1
Bedrijfsvoering voor bestuurlijke en ambtelijke organisatie We hebben het digitale besluitvormingsproces voor college en raad verder geoptimaliseerd. Vooruitlopend op structurele wijzigingen binnen ons bestuurlijk informatiesysteem (BIS) starten we met twee dossiers: het GZG-terrein en de theater-discussie. De (nieuwe) raad steekt in op volledig papierloos werken. Samen met de griffie werken we aan nieuwe stappen om de hoeveelheid e-mails naar raadsleden en de organisatie te verminderen en andere (papierloze) informatiestromen. Per 1 januari 2015 zijn we verplicht om algemeen verbindende voorschriften digitaal bekend te maken via het elektronisch gemeenteblad. De voorbereidingen hiertoe zijn in 2014 afgerond.
2
Personeel en organisatie Bezuinigingen en personele bezetting We hebben in het afgelopen jaar te maken gehad met de personele gevolgen van de decentralisaties, ombuigingen en de herindeling. Hierbij zijn geen gedwongen ontslagen gevallen. Medewerkers zijn herplaatst op basis van het principe mens-volgt-werk. Ook zijn medewerkers aangesteld in de flexibele schil, en zijn - daar waar mogelijkmedewerkers vanuit de flexibele schil in vaste dienst gekomen. De vaste formatie is
215
Paragraaf Bedrijfsvoering
dan ook nagenoeg in omvang gelijk gebleven (zie de formatie-tabel). In de hele organisatie zijn we doorgegaan met structuur- en procesveranderingen, vooral via de integratie van de verschillende organisatieonderdelen en het integraal samenwerken. We hebben volop ingezet op veranderend vakmanschap, als gevolg van nieuwe taken, anders werken en veranderende rollen en verantwoordelijkheden. Via strategische personeelsplanning hebben we aandacht gegeven aan het inzetbaar houden van het volledige personeelsbestand, nu en in de toekomst. Flexibiliteit, duurzame inzetbaarheid,
kennisbehoud
en
verjonging
zijn
daarin
de
belangrijkste
aandachtsgebieden.
Ruimte voor Werk Het Stadskantoor is met 750 werkplekken ingericht op 1200 medewerkers. Niemand heeft een eigen werkplek. Alle werkplekken zijn van iedereen. Informatie is overal in het gebouw digitaal toegankelijk. Het Stadskantoor en de inrichting ervan zijn hiermee een materiële vertaling van ons bedrijfsconcept: “Hoe doen wij ons werk”. In 2014 is vanuit het project Ruimte voor Werk het volgende gerealiseerd: • de uitrol van nieuwe vaste werkstations, laptops en tablets; • de uitrol van smartphones; • de afronding van de nieuwe Plaza met ontmoetingsruimten, teamruimten, een creatieve ruimte en een nieuw cateringconcept; • inspiratietrainingen Ruimte@werk voor medewerkers en leidinggevenden; • open koffie bijeenkomsten; • trainingen binnen het ontwikkelprogramma Digitaal doorontwikkelen.
Formatie en bezetting per 31-12-2014
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
Aantal fte (formatie)
1378*
1366
1420
1427
1524
1503
1.481
1.431
1.434
Aantal medewerkers
1358
1366
1395
1416
1497
1516
1.474
1.430
1.446
% Aantal mannen
55%
55%
56%
57%
59%
60%
60%
62%
63%
% Aantal vrouwen
45%
45%
44%
43%
41%
40%
40%
38%
37%
Functieniveau laag (1 t/m 5)
13%
14%
15%
17%
18%
19%
20%
21%
22%
Functieniveau midden (6 t/m 9)
38%
38%
38%
38%
38%
39%
39%
38%
38%
Functieniveau hoog (10 + hoger)
49%
48%
47%
45%
44%
42%
41%
41%
40%
Deeltijd totaal
38%
37%
37%
38%
36%
35%
36%
36%
36%
% mannen deeltijd
19%
19%
20%
22%
24%
25%
28%
32%
32%
% vrouwen deeltijd
81%
81%
80%
78%
76%
75%
72%
68%
68%
* exclusief het aantal fte Griffie
216
Paragraaf Bedrijfsvoering
Herindeling met gemeente Maasdonk De personele gevolgen van de herindeling met Maasdonk hebben we gedurende het jaar opgevangen. Op 1 maart 2014 is de formele inpassingsprocedure gestart. Op dat moment waren van de 80 te plaatsen medewerkers van Maasdonk (60 FTE) er al 39 ingestroomd op reguliere vacatures in Oss, ‘s-Hertogenbosch of elders. Van de 80 te plaatsen medewerkers zijn, conform de afgesproken verdeelsleutel, 45 geplaatst in ’s-Hertogenbosch, 30 in Oss en 5 personen zijn uitgestroomd naar externe organisaties. De colleges van Oss en ’s-Hertogenbosch stelden op 8 juli jl. het plaatsingsvoorstel vast. Alle medewerkers zijn uiteindelijk geplaatst. Dit is zonder bezwaarschriften verlopen. Het uitgangspunt van de ambtelijke organisatie was om er alles aan te doen om medewerkers van Maasdonk een soepele overgang en een warm welkom te bieden in onze organisatie. Onze nieuwe medewerkers hebben de werkzaamheden voor Maasdonk kunnen afronden en op maat de werkzaamheden voor de nieuwe organisatie kunnen oppakken. Het plaatsingsproces is afgerond op 1-1-2015.
e-HRM De uitrol van P-punt, het e-HRM systeem, is ook in 2014 volgens planning verlopen. Diverse bestaande analoge personele processen zijn gedigitaliseerd. Daarnaast zijn ook nieuwe processen ingericht zoals “Agressiemelding” en “Risico Inventarisatie & Evaluatie thuiswerkplek” en is het uitruilen arbeidsvoorwaarden volledig in het E-HRM systeem ondergebracht. Ter ondersteuning voor de aansturing van de wijkteams van de sector MO zijn ook externen (medewerkers van samenwerkende organisaties) opgenomen in P-punt.
Arbo en ziekteverzuim Het ziekteverzuim is met 4,1% iets gestegen ten opzichte van 2013. Hiermee zitten we nog steeds bij de laagste percentages van de 100.000+ gemeenten. Dit is exclusief de vier grote gemeenten. Er hebben zich 23 gemelde arbo-ongevallen voorgedaan. Er zijn daarbij geen ongevallen met ernstig blijvend lichamelijk of geestelijk letsel geweest. Het aantal agressiemeldingen is gelijk gebleven met 2013. In 2014 zijn er 17 meldingen betreffende agressie tegen medewerkers gedaan. Eén melding betreft agressie tegen een externe die werkzaamheden namens de gemeente uitvoerde. 12 gevallen betreffen schelden en / of dreigementen en vijf gevallen fysiek geweld. Het onderwerp agressie is op verschillende manieren onder de aandacht gebracht bij de medewerkers, bijvoorbeeld via een voorlichtingssessie in het kader van VPT (Veilig Publieke Taak).
Ongewenste gedragingen, agressie en pesten Bij de externe vertrouwenspersonen is acht keer melding gedaan van ongewenste gedragingen binnen de eigen organisatie.
217
Paragraaf Bedrijfsvoering
Integriteit We hechten zeer aan een integer ambtelijk apparaat. Daar hoort bij het regelmatig met elkaar spreken over situaties die wel of niet kunnen. Een integere medewerker denkt na over randgevallen, stelt dilemma’s ter discussie, is open over keuzes die hij maakt en laat zijn grens niet alleen bepalen door wat “de wet zegt”. We moeten zelf steeds blijven letten op nieuwe dilemma’s en oude gewoontes die in een nieuwe tijd niet meer zonder meer acceptabel zijn. “Kleur bekennen 2.0” is sinds 2014 ons geactualiseerde integriteitsbeleid, met behoud van de intenties van de gedragscode. We bieden nieuwe medewerkers een introductieprogramma aan. De workshop integriteit is en blijft onderdeel van dit introductieprogramma. Het aantal nieuwe medewerkers, vast en tijdelijk, dat een ambtseed en daarbij ook een cursus Integriteit heeft gevolgd in 2014 is 53 personen. Daarnaast bieden we alle medewerkers de gelegenheid om een opfriscursus te doen. Tevens kan er naar behoefte een facultatieve afdelingssessie worden gevolgd. In 2014 hebben wij vanwege aantasting van de integriteitsregels vijf disciplinaire maatregelen opgelegd aan medewerkers. In 2013 waren dit 11 disciplinaire maatregelen. En in 2012 zes. Bij de disciplinaire maatregelen in 2014 gaat het over maatregelen met betrekking tot een geldboete, korting op verlofuren, het tijdelijk terugzetten in salaris en ontslag.
Ouderschapsverlof Op 31 december 2014 maakten 57 medewerkers gebruik van ouderschapsverlof. Het aantal vrouwen dat van de regeling gebruik maakte is 35 en het aantal mannen 22.
Stagiaires in 2014 In 2014 zijn er in totaal 143 studenten gestart met een stage. In onderstaande tabel staat de onderverdeling naar (opleidings)type. Opleiding stagiaires Universitair HBO
218
1 93
MBO2
3
MBO3
5
MBO4
18
Werkervaringsplekken
20
Overig
2
Totaal
143
Paragraaf Bedrijfsvoering
Inkoop In het kader van de inkoopprofessionalisering zijn we medio 2014 een organisatiebreed onderzoek gestart naar de behoefte aan inkoopondersteuning. Het onderzoek moet leiden tot een toekomstbestendig inkoopmodel. De aanbevelingen verwachten we begin 2015. In het kader van de herindeling zijn alle overeenkomsten van de voormalige gemeente Maasdonk beëindigd of overgeheveld naar Oss cq. ‘s-Hertogenbosch. Dit is met goed gevolg afgerond. Verder vormde de inkoop van jeugdzorg in regioverband een omvangrijk project. Zowel het contracteren van partijen bij jeugdzorg als bij de WMO is goed verlopen.
3
Financieel Beheer Interne controle Interne controle of organisatiebeheersing is geen los proces dat toegevoegd wordt, maar het maakt integraal deel uit van de bedrijfsvoering of het procesverloop. Een getrouwe en rechtmatige uitvoering wordt in eerste instantie geborgd door een adequate opzet en inrichting van de administratieve organisatie met daarin gedefinieerd de benodigde processtappen en functiescheidingen. Beheersing- en controlemaatregelen zijn dus als routinematige activiteiten ingebouwd in de processen en activiteiten. De verbijzonderde interne controle bestaat uit het achteraf toetsen van de betrouwbaarheid van de in de administratie en rapportage opgenomen gegevens en de juiste uitvoering van de wettelijke en gemeentelijke regels en uitvoeringsvoorschriften. Bij verbijzonderde interne controle heeft iemand van buiten het betreffende werkproces zichtbaar, dat wil zeggen waarneembaar door derden, een controle uitgevoerd op de naleving van de procesafspraken. De verbijzonderde interne controle vindt decentraal plaats. De sectoren voeren verspreid over het jaar deze controles uit en rapporteren hier tweemaal per jaar over. Centraal worden deze rapportages beoordeeld en tot een totaalrapportage verwerkt. Deze worden in het Controllersoverleg besproken. Er zijn in 2014 geen bijzonderheden geconstateerd.
Maasdonk De gemeente Maasdonk is vanaf het begrotingsjaar 2015 opgehouden te bestaan. Conform het door u vastgestelde herindelingsontwerp en herindelingsadvies zijn de kernen Nuland en Vinkel met ingang van 1 januari 2015 aan het grondgebied van onze gemeente toegevoegd. De gevolgen hiervan zijn meegenomen in de begroting 2015. Na het opstellen van de jaarrekening 2014 van Maasdonk zullen de financiële consequenties van de herindeling pas bekend zijn en verwerken we deze in onze eigen gemeentelijke financiële positie.
219
Paragraaf Bedrijfsvoering
Horizontaal Fiscaal Toezicht In 2011 hebben wij met de Belastingdienst een convenant gesloten betreffende horizontaal fiscaal toezicht. In dit convenant is vastgelegd dat de Belastingdienst op termijn zijn controlestrategie voor onze gemeente wil aanpassen. De nieuwe controlestrategie is gebaseerd op wederzijds vertrouwen, begrip en transparantie. De gemeente dient daartoe aan te tonen dat de eigen fiscale processen en relevante fiscale risico’s worden beheerst. Als dit helemaal op orde is en de gemeente legt fiscale vraagstukken in een vroegtijdig stadium voor aan de Belastingdienst, dan zijn de belastingaangiftes op voorhand in beginsel akkoord voor de Belastingdienst. In 2011 heeft de Belastingdienst geoordeeld dat op papier de opzet van onze fiscale beheersing in orde is. Sinds 2012 werken wij conform deze opzet. In 2014 is de werking van de fiscale beheersing door Deloitte getoetst door middel van een audit. De resultaten van deze audit waren grotendeels positief. Het rapport over deze audit is in december aan de Belastingdienst voorgelegd.
Vennootschapsbelasting Tot op heden is vennootschapsbelasting (Vpb) voor gemeenten niet of nauwelijks een issue, maar dat gaat veranderen. Want op Prinsjesdag 2014 heeft het Kabinet het wetsvoorstel Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen aan de Tweede Kamer aangeboden. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting per 1 januari 2015 tot wet verheven en treedt een jaar later in werking.
Het voornaamste doel van het wetsvoorstel is het creëren van een gelijk speelveld voor overheidsbedrijven die in concurrentie treden met private ondernemingen maar niet aan vennootschapsbelasting zijn onderworpen én private ondernemingen die dat wel zijn. Volgens het wetsvoorstel worden overheidsondernemingen belastingplichtig, tenzij een wettelijke vrijstelling van toepassing is. Denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan een vrijstelling bij de uitvoering van overheidstaken. Een en ander komt mede onder grote druk van de Europese Commissie tot stand. Ter vergelijking: het BTW Compensatie Fonds had min of meer hetzelfde doel, maar heeft die uitwerking, ook volgens het rijk, niet gehad.
In het voorjaar is ambtelijk gestart met het invoeringstraject. Hierin is aandacht besteed aan scholing van medewerkers, het in kaart brengen van de fiscale positie van de gemeente op basis van de Vpb-wetgeving, fiscale optimalisatie en het treffen van administratieve en eventueel zelfs organisatorische aanpassingen. In dit traject worden wij begeleid door EY. Vooralsnog schatten wij in dat voor het invoeringstraject een aanvullend budget noodzakelijk zal zijn van € 150.000. Hiertoe is in deze jaarrekening een voorziening getroffen.
220
Paragraaf Bedrijfsvoering
4
Informatisering en automatisering ICT is anno nu een bepalende succesfactor in alle processen van onze gemeente. Goede informatie speelt een cruciale rol bij het opstellen en uitvoeren van (nieuw) beleid. We ondersteunden deze processen met gemeentebrede informatievoorzieningen. We volgden de landelijke ontwikkelingen (Decentralisaties sociaal domein, i-NUP, wetgeving, beveiliging) ook dit jaar uiteraard nauwgezet en vertaalden deze samen met de sectoren naar consequenties voor onze organisatie. Grote projecten waar we afgelopen jaar met succes aan hebben gewerkt zijn de transities in het sociaal domein en de daaraan voorafgaande vorming van Weener XL en de sector Maatschappelijke Ontwikkeling en het project herindeling Maasdonk. We werkten daarnaast verder aan meerjarige programma’s: in 2014 voerden we zaakgericht werken inclusief digitale archivering in bij 30 van de 35 afdelingen. We zetten ICT in als aanjager van innovatie en doorontwikkeling van publieke dienstverlening en startten een programma met een integrale aanpak voor beter gebruik van onze basisregistraties (en kernregistraties). Ook buiten de programma’s ondersteunden we de sectoren met raad en daad om hun informatievoorziening te verbeteren of te vernieuwen. We zorgden ook voor een stabiele, betrouwbare ICT-omgeving. De doorontwikkeling van het flexibele kantoorconcept hield in dat we het gebruik van smartphones en meer mobiele apparatuur verder hebben gestimuleerd en ondersteund. Al deze inspanningen leverden direct en indirect een bijdrage aan verbetering van onze bedrijfsvoering en de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Onze organisatie is zich ervan bewust dat ze bij de uitvoering van al haar taken sterk afhankelijk is van betrouwbare informatievoorziening. De i-professionals voorzagen in deze behoefte met robuuste, veilige en eigentijdse ICT voorzieningen.
5
Onderzoeken ex artikel 213a Gemeentewet Conform de Gemeentewet (artikel 213a) verricht het college jaarlijks een doelmatigheids- en doeltreffendheid-onderzoek. In 2014 hebben de volgende doelmatigheidsonderzoeken plaatsgevonden: • de efficiency van de aanbesteding inhuur personeel via marktplaats. • het sportstimuleringsbeleid.
221
Paragraaf Bedrijfsvoering
222
Paragraaf Bedrijfsvoering
Verbonden partijen
Inleiding Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke èn financiële band heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht (via aandelen). Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Verbonden partijen zijn vennootschappen (nv’s en bv’s) en gemeenschappelijke regelingen. Stichtingen en verenigingen kúnnen ook verbonden partijen zijn als de gemeente een zetel in het bestuur heeft en financiële risico’s loopt.
Kaders Verbonden partijen In de raadsvergadering van 5 juli 2011 zijn de kaders voor de omgang met de verbonden partijen vastgesteld. De kaders zijn opgesteld vanuit de duale rol- en taakverdeling tussen raad en college en geven een antwoord op de vraag hoe gaan wij in ’s-Hertogenbosch om met onze verbonden partijen?
De volgende tien gemeentelijke kaders zijn vastgesteld: 1. Afbakening van het begrip verbonden partijen; 2. Afbakening van het begrip publiek belang; 3. Periodieke evaluatie; 4. Gebruik afwegingskader verbonden partijen en criteria nieuwe deelnemingen; 5. Informatieverstrekking aan de raad; 6. Afbakening aangaan indirecte deelnemingen; 7. Uitgangspunt gemeentelijke rollen en uitvoeringsprotocol college; 8. Bestuurlijke vertegenwoordiging in verbonden partijen; 9. Een raad van toezicht bij stichtingen; 10. Afbakening van de statutaire taken Algemene Vergadering van Aandeelhouders/ Algemene Leden Vergadering en Raad van Commissarissen/Raad van Toezicht van privaatrechtelijke deelnemingen; Verder is er een afwegingskader dat de gemeente doorloopt bij deelname, heroverweging en evaluatie van de verbonden partijen.
223
Paragraaf Verbonden partijen
Amendement Verbonden partijen: code Tabaksblat en balkenendenorm Uw raad heeft in de raadsvergadering van 5 juli 2011 ingestemd met een amendement Verbonden partijen. Het amendement luidt: Dat de gemeente zich actief inzet voor toepassing en naleving van de code Tabaksblat door verbonden partijen. Dat bij verbonden partijen, waarin de gemeente een meerderheidsbelang heeft, de zogeheten balkenendenorm voor bezoldiging als richtlijn wordt hanteert. Als hiervan wordt afgeweken, wordt de motivatie hiervoor in de jaarrekening weergegeven en uw raad hierover in kennis gesteld. Dit is tot nu toe niet het geval.
Uitvoeringsprotocol Verbonden partijen We hebben in 2011 een uitvoeringsprotocol opgesteld. In dit uitvoeringsprotocol staan allereerst de bestuurlijke en ambtelijke bevoegdheden, verantwoordelijkheden en verdeling van de taken ten aanzien van de verbonden partijen uitgewerkt. Hoofddoel is een eenduidige verantwoordelijkheidsverdeling aan te geven, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Hierdoor kan de sturing en controle op de verbonden partij goed worden vorm gegeven en ontstaat duidelijkheid over organisatorische aspecten, zoals advisering aan college en raad, ambtelijk vooroverleg en routing van de stukken. Daarnaast zijn in het protocol de condities beschreven op basis waarvan ambtelijke voordracht in privaatrechtelijke verbonden partijen (deelnemingen en stichtingen) mogelijk is.
Deelnemingen De gemeentelijke belangen brengen we in hoofdzaak in via de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. In die vergadering treedt de functioneel betrokken portefeuillehouder op als, gemandateerd, gemeentelijke vertegenwoordiger. Voor de vervulling van functies (commissaris dan wel bestuurder) in vennootschappen zijn in het uitvoeringsprotocol Verbonden partijen bepalingen opgenomen ter voorkoming van belangenverstrengeling. Tevens is in de besturingsfilosofie een bepaling opgenomen dat een ambtelijk advies over een aandeelhoudersvergadering van een deelneming onafhankelijk en waardevrij is opgesteld. Het algemeen beheer deelnemingen (ABD) stelt een dergelijk advies op.
224
Paragraaf Verbonden partijen
De bijlage behorende bij deze jaarrekening bevat een geactualiseerde lijst van verbonden partijen. Deze lijst van verbonden partijen bevat conform de BBV de volgende informatie: • naam en vestigingsplaats; • het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; • de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft; • het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar. Indien deze nog niet bekend of in concept zijn, hebben we de meest recente en definitieve cijfers opgenomen. • Het resultaat van de verbonden partij. Hiervoor geldt hetzelfde als bovenstaand is gemeld. Daarnaast is per verbonden partij nadere detailinformatie opgenomen zoals het bestuurlijke belang (bestuurders, data benoeming, termijnen en herbenoemingen), het financieel belang (financiële verhoudingen met de gemeente), de activiteiten en prestaties van de verbonden partij en het risicomanagement.
Momenteel participeert de gemeente in de volgende deelnemingen:
Directe deelnemingen: Advisering door Ambtelijk Beheer Deelnemingen • nv Maatschappij tot Exploitatie van Industriegebouwen (nv MEI); • nv Bossche Investeringsmaatschappij (nv BIM); • nv Ontwikkelingsmaatschappij Sport & Vrije Tijd ’s-Hertogenbosch; • bv Exploitatiemaatschappij Combibad Kwekkelstijn; • bv Zuid Nederlandse Theatermaatschappij (bv ZNTM); • Bossche banen bv; • bv Willemspoort;
Advisering door de vakafdeling • Coöperatieve Vereniging Midwaste milieu U.A.; • BNG nv; • De Schoonmaak Coöperatie • Enexis Holding nv; • CBL Vennootschap bv; • Vordering Enexis bv; • Verkoop Vennootschap bv; • Publiek belang elektriciteitsproductie bv; • Claim Staat Vennootschap bv;
225
Paragraaf Verbonden partijen
Indirecte deelnemingen: Advisering door Ambtelijk Beheer Deelnemingen • bv Paleiskwartier; • bv Haverleij; • cv Willemspoort; • nv Verhuurmaatschappij De Vliert;
Advisering door de vakafdeling • Brabant Life Sciences Seed Fonds bv.
Ambtelijke advisering bij deelnemingen (ABD) De ambtelijke advisering aan het college van burgemeester en wethouders rondom de deelnemingen ligt bij de betreffende vakafdeling. De vakafdeling toetst onder meer op de realisatie van de doelstellingen, budgetoverschrijdingen en afwijkingen, beheersing en bijsturing op het gebied van (tussentijdse) rapportages. Naast de vakafdeling is bij een aantal deelnemingen een Ambtelijk Beheer Deelnemingen (ABD) ingesteld, Het betreft die deelnemingen waarbij wij als gemeente een bestuurlijk belang hebben van meer dan 20%. Dit ABD is een ambtelijk adviesorgaan ter advisering van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvvA). De taken van elk ABD kunnen per AVvA verschillen. Dit is onder meer afhankelijk van de statuten van de deelneming. In algemene zin wordt dan ook gesteld dat de taak van het ABD gekoppeld is aan de bevoegdheid van de aandeelhouders in de Avva. Het ABD is interdisciplinair samengesteld, waardoor brede advisering vanuit de financiële, juridische en inhoudelijke disciplines kan plaatsvinden.
Ambtelijke advisering bij stichtingen en verenigingen De ambtelijke ondersteuning ten aanzien van stichtingen en verenigingen vindt plaats door de vakafdelingen. De vakafdeling is verantwoordelijk voor het besluitvormingstraject, inclusief integrale advisering en toezending van de stukken aan het college van burgemeester en wethouders en raad. Het is vanuit het uitvoeringsprotocol toegestaan dat ambtenaren zitting nemen in het bestuur van een stichting.
Gemeenschappelijke regelingen Onder de verbonden partijen vallen ook de meeste gemeenschappelijke regelingen (GR). Hier wordt alleen ingegaan op GR’s waar we als gemeente zowel een bestuurlijk als financieel belang hebben. GR’s zijn een verlengstuk van het lokale bestuur waarbij de gemeente grotendeels verantwoordelijk blijft voor het realiseren van de beoogde doelstelling van de GR en de financiering. Gedragsregels hiervoor zijn vastgelegd in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen en het interne uitvoeringsprotocol Verbonden Partijen. De GR behartigt een of meer belangen van betrokken gemeenten. In de regeling van de GR wordt inhoud gegeven
226
Paragraaf Verbonden partijen
aan onder meer de samenwerkingsvorm, de bestuurlijke vertegenwoordiging en de wijze van toetreding en opheffing. De gemeente ’s-Hertogenbosch neemt deel in de volgende gemeenschappelijke regelingen die vallen onder de definitie verbonden partijen: • Gemeenschappelijke regeling Stadsgewest ’s-Hertogenbosch; • Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord; • Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant; • Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Brabant Noord (OBN) • GR Heesch-West;
Op internet is het register van de gemeenschappelijke regelingen geplaatst. Het register bevat alle gemeenschappelijke regelingen waar de gemeente in participeert. In dit register staat nog een aantal gemeenschappelijke regelingen opgenomen. Dat zijn echter geen verbonden partijen. En zijn om die reden hier niet opgenomen
Zware regionale samenwerkingsverbanden In april 2014 hebt u het raadsvoorstel Raadscontrole op zware GR’s en regionale samenwerkingsverbanden vastgesteld. Daarin staat opgenomen dat 2 aanvullende samenwerkingsverbanden in deze paragraaf opgenomen worden, namelijk de samenwerkingsverbanden BrabantStad en Agrifood/stichting 3 O’s. Deze zware regionale samenwerkingsverbanden zullen over dezelfde onderwerpen verantwoording afleggen als de in deze paragraaf opgenomen gemeenschappelijke regelingen.
227
Paragraaf Verbonden partijen
Grondbeleid
1
Inleiding Het grondbedrijf speelt een belangrijke rol bij het verwezenlijken van de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening. Door middel van haar grondbedrijf is de gemeente in staat om, in samenwerking met corporaties en marktpartijen, ruimtelijke ontwikkelingen echt tot stand te brengen.
Bij actief grondbeleid staat het grondbedrijf zelf aan de basis van concrete ontwikkelinitiatieven op het gebied van wonen, werken, winkelen en recreëren. Het grondbedrijf koopt in dat geval gronden, maakt de grond bouwrijp, verkoopt de bouwrijpe gronden en maakt het openbaar gebied woonrijp. Op deze wijze heeft de gemeente optimaal grip en regie op de gewenste ontwikkelingen en op de voortgang hiervan. Maar niet in alle gevallen is het voor het grondbedrijf mogelijk of gewenst om de grond voor een ontwikkeling in eigendom te krijgen. In die gevallen faciliteert de gemeente
zo
optimaal
mogelijk
de
particuliere
initiatiefnemer(s)
van
deze
ontwikkeling.
Het actieve grondbeleid is voor gemeentelijke grondbedrijven niet zonder risico. De afgelopen jaren schetsten wij in de paragraaf Grondbeleid, in begroting en jaarrekening, uitvoerig de gevolgen van de crisis op de vastgoedmarkt sinds 2008. Als gevolg van deze crisis zijn de grondverkopen de afgelopen jaren sterk gedaald. Ook staan de grondprijzen onder druk. In den lande zijn er diverse gemeenten die de afgelopen jaren de tekorten van hun grondbedrijven met grote bijdragen vanuit de algemene middelen hebben moeten afdekken. Ons grondbedrijf is evenwel de crisis tot nu toe goed doorgekomen. In deze jaarrekening maken we wederom de stand op.
Over 2014 laat de woningmarkt landelijk een gematigd positief beeld zien. Er was gemiddeld sprake van een toename van het aantal verkochte woningen en licht stijgende huizenprijzen, hoewel dit niet gold voor iedere regio en iedere woningcategorie. Ook voor 2015 zijn de verwachtingen niet ongunstig, hoewel in 2014 wel sprake was van een kleine inhaalslag die in 2015 niet meer aan de orde is. Positief zijn echter nog wel de zeer lage hypotheekrente, het gegeven dat de woningprijzen nog steeds relatief laag zijn en het voorzichtige economische herstel. Het toegenomen vertrouwen op de woningmarkt kan echter ook zo weer omslaan, gelet op de onzekere poli-
228
Paragraaf Grondbeleid
tieke, economische en internationale omstandigheden. Bij het commercieel vastgoed (winkels, kantoren, bedrijven) is het beeld minder gunstig omdat daarbij sowieso (nog) sprake is van een overaanbod. Bovendien is dit commercieel vastgoed meer nog dan de woningmarkt conjunctuur gevoelig.
Meer structureel is van belang dat er zich aanzienlijke verschillen aftekenen tussen regio’s. Er is daarbij sprake van een tendens naar concentratie in de stedelijke regio’s. Landelijk onderzoek (onder leiding van Prof. mr. Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft) naar de woningmarkt toont al enkele jaren aan dat ’s-Hertogenbosch valt binnen het sterkste marktgebied. Dit gebied omvat niet alleen de noordvleugel en een groot deel van de zuidvleugel van de Randstad. Het behelst ook het westelijk deel van Gelderland en het middendeel van Brabant. Dit sterke marktgebied in Nederland vormt als het ware het rompgebied van ons land. Het gebied komt vergaand overeen met de verzameling van regio’s die economisch en demografisch het hoogste scoren; de samenhang is evident, want bereikbaarheid van arbeidsplaatsen bij de keuze van een woonplaats speelt uiteraard een rol. En omgekeerd: bedrijven vestigen zich graag op locaties waar zij gekwalificeerde (jonge) arbeidskrachten kunnen aantrekken. Deze constatering biedt ook een goede uitgangspositie voor ons grondbedrijf voor de toekomst.
Desalniettemin zal in de komende jaren niet het beeld van voor de crisis herleven. De nieuwe realiteit is er een van structureel minder nieuwe woningen en commercieel vastgoed én lagere prijzen dan voor de crisis. Het grondbedrijf moet inspelen op de nieuwe marktsituatie. Dit blijkt in de grote gebiedsontwikkelingen (zoals De Groote Wielen, maar ook bijvoorbeeld de Jan Sluyterstraat), waar organisch moet worden ontwikkeld, inspelend op de vraag van de markt en zonder teveel extra publieke eisen op te werpen. Maar daarnaast is meer dan vroeger sprake van een veelkleurig palet van – vaak – door particulieren geïnitieerde projecten met geheel verschillende –herontwikkelingsopgaven zoals transitie kantoren, herbestemming oude kerken en gebouwen, Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, innovatieve woonconcepten, woon/zorg concepten en nieuwe combinaties van woon/werkproducten.
In deze paragraaf Grondbeleid schetsen wij de huidige financiële positie van het grondbedrijf. Voor de goede orde: het grondbedrijf is niets anders dan de optelsom van alle grondexploitaties die door de gemeente worden uitgevoerd in het kader van het grondbeleid. Grondexploitaties zijn een financiële vertaling in de vorm van een op te stellen projectbegroting van alle projecten in het kader van het grondbeleid waarbij de gemeente een actieve rol speelt. Minimaal twee maal per jaar actualiseren wij onze grondexploitaties. Via de managementrapportage informeren wij u jaarlijks tussentijds over de financiële positie van het grondbedrijf. Vervolgens maken wij in de jaarrekening een uitgebreide stand van zaken op per 31 december van het afgelopen jaar. Dit
229
Paragraaf Grondbeleid
gebeurt op basis van de meest actuele exploitatiebegrotingen van de projecten. Hiertoe beoordelen wij kritisch faseringen, prijsniveaus, woningbouwprogramma’s etc. en, voor zover nodig, passen wij de grondexploitaties hierop aan.
De financiële positie van het grondbedrijf beschrijven we aan de hand van de volgende onderdelen: de boekwaarde, het geraamd eindresultaat van alle complexen tezamen, de werkelijke algemene reserve en de berekening van de benodigde algemene reserve. Hierbij passen wij de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling toe, alsmede het
risicomodel,
zoals
die
zijn
vastgesteld
door
uw
Raad.
Tot slot merken wij nog op dat deze toelichting op de financiële positie van ons grondbedrijf is gemaakt zonder rekening te houden met de samenvoeging met delen van de gemeente Maasdonk. De in 2013 uitgevoerde analyse van deze Maasdonkse grondexploitaties op basis van de Bossche normen en uitgangspunten resulteerde in een verwacht incidenteel nadeel. Dit nadeel is becijferd in de stukken die uw raad in het kader van de herindeling zijn voorgelegd. De grondexploitaties op het grondgebied van Vinkel en Nuland gaan onderdeel uitmaken van ons grondbedrijf nadat de jaarrekening 2014 van de voormalige gemeente Maasdonk is opgesteld.
2
Boekwaarde De kost gaat voor de baat uit. Het grondbedrijf maakt veelal eerst kosten voordat opbrengsten worden gerealiseerd uit de verkoop van bouwgrond. De optelsom van alle reeds gemaakte kosten minus de reeds gerealiseerde opbrengsten vormt de boekwaarde van het grondbedrijf. In de komende jaren moet deze boekwaarde dus door middel van grondverkopen goedgemaakt worden.
De boekwaarde in het afgelopen jaar De totale boekwaarde van het grondbedrijf is het afgelopen jaar gedaald naar € 84,4 miljoen. Vorig jaar was dit nog € 93,9 miljoen. Onderstaand overzicht licht deze daling toe:
230
Paragraaf Grondbeleid
Noot
(bedragen x € 1 mln. (met correctie afrondingsverschillen))
Boekwaarde per 1-1-2014
93,9
Bij: vermeerderingen 2014 - kosten aankopen
1
6,5
- kosten bouw- en woonrijpmaken
2
11,4
- saldo van rentebaten en –lasten en beheeropbrengsten en -kosten
3
1,9
- resultaten van afgesloten complexen ten gunste van de algemene reserve grondbedrijf
4
1,4
- tussentijdse positieve resultaten van complexen ten gunste van de algemene reserve van het grondbedrijf
5
1,6
- terugdraaien eerder getroffen verliesvoorzieningen
6
7,1 30,0
Af: verminderingen 2014 - opbrengsten verkopen
7
17,9
- bijdragen van derden en van de algemene dienst
8
17,2
- voorzieningen bij in exploitatie genomen gronden ten laste van de algemene reserve
9
3,5
- afwaarderingen van nog niet in exploitatie genomen gronden ten laste van de algemene reserve
10
0,3
- exploitatiesaldi overige gronden ten laste van de algemene reserve
11
0,6
39,5 Boekwaarde per 31-12-2014
84,4
Tabel 1
Toelichting bij tabel 1:
1. Op 22 april 2014 heeft uw Raad ingestemd met het voorstel van ons college om bij het project Kom Rosmalen de overstap te maken naar actieve grondpolitiek. Vrijwel alle verwervingskosten in 2014 hebben betrekking op de aankoop van gronden binnen dit project. Afgesproken is dat de vorige eigenaar van deze gronden, Forum, een eerste recht van koop heeft op de te zijner tijd door de gemeente uit te geven bouwrijpe gronden. Een recht overigens, dat Forum kan kwijtraken, indien door Forum niet wordt voldaan aan vooraf geformuleerde mijlpalen en uitgangspunten.
2. Bij actief grondbeleid verwerft de gemeente niet alleen grond. Ook geeft zij opdracht om deze grond bouwrijp te maken. Dit omvat o.a. sloop van opstallen, grondsanering, ophogen, aanleg riolering en aanleg bouwstraten. De bouwrijpe kavels kunnen vervolgens worden verkocht aan corporaties, marktpartijen en particulieren. Deze zorgen er op hun beurt voor dat de grond daadwerkelijk wordt bebouwd. De gemeente staat vervolgens aan de lat voor de aanleg van het open-
231
Paragraaf Grondbeleid
baar
gebied.
Dit
noemen
wij
het
woonrijp
maken
van
het
gebied.
Tot vorig jaar bedroegen deze kosten bouw- en woonrijpmaken op jaarbasis (ruim) meer dan € 20 miljoen. In 2013 daalde dit tot onder de € 14 miljoen, om in 2014 nog verder te dalen tot een bedrag van € 11,4 miljoen. Deze kosten zijn gemaakt in een veelheid aan complexen. De grootste bedragen zijn in 2014 hiervoor uitgegeven in de complexen Boschveld, Meerendonk, Zeeheldenbuurt, De Hoef, Eikendonk en Groote Wielen. Hierbij gaat het bij genoemde projecten om totaalbedragen tussen de ruim € 0,5 miljoen tot maximaal € 1,6 miljoen. Eveneens binnen deze range valt een betaling aan Rijkswaterstaat van ruim € 0,7 miljoen. Reeds in 2012 heeft de gemeente aan Rijkswaterstaat een totaalbedrag betaald van € 3,8 miljoen ten behoeve van aanpassingen aan kunstwerken bij de aanleg van het Maximakanaal. Deze werkzaamheden zijn op verzoek van de gemeente gedaan en dienen uiteindelijk ten behoeve van een goede ontsluiting van de toekomstige ontwikkelinglocatie Avenue2. Op grond van de met Rijkswaterstaat in 2007 gesloten overeenkomst heeft afgelopen jaar een laatste betaling plaatsgevonden met hetzelfde doel.
3. Jaarlijks kent het grondbedrijf rentebaten en -lasten en beheerbaten en –lasten. Indien het saldo hiervan negatief is (meer lasten dan baten), verhoogt dit de boekwaarde. Per saldo is over 2014 sprake van € 1,9 miljoen meer lasten dan baten. Ten opzicht van 2013 (toen € 0,2 miljoen meer lasten dan baten) is sprake van hogere beheerskosten / lagere beheersopbrengsten op met name de complexen Kop van ’t Zand en Boschveld. Daarnaast kende het grondbedrijf over 2014 meer rentelasten dan in het jaar ervoor. In 2013 profiteerde het grondbedrijf met name van een lagere rentevoet (korte termijn-financiering) die de provincie tijdelijk toestond in het kader van het project Heesch-West. Bovendien was in dat jaar de boekwaarde, waarover de rente wordt berekend, aanzienlijk lager dan in 2014.
4. In 2014 zijn de complexen van Broeckhovenlaan 6, Geert Grootestraat, Kerkhoek, Maliskamp en woning Graafsebaan afgesloten nadat in 2014 verkopen plaatsvonden. Eveneens afgesloten is het complex Heuvelstraat Engelen, waarbinnen al eerder verkoop had plaatsgevonden. Daarnaast zijn twaalf complexen afgerond waarbinnen de inkomsten en uitgaven in het kader van exploitatieovereenkomsten zijn verantwoord. Met deze exploitatieovereenkomsten wordt geregeld dat de gemeentelijke kosten worden verhaald bij particuliere ontwikkelingen.
232
Paragraaf Grondbeleid
5. Tussentijdse resultaatneming is in twee gevallen aan de orde: A. Als bij een project met redelijke zekerheid kan worden vastgesteld, dat er een positief resultaat gerealiseerd gaat worden. Bij de projecten Concordia-Wolfsdonken en Empel-Oost is het verantwoord tussentijds een positief resultaat te nemen ten gunste van de algemene reserve van het grondbedrijf. Het gaat om een totaalbedrag van €1,2 miljoen. Bij de jaarrekening 2013 is door de accountant gewezen op een mogelijke winstneming op het complex Concordia-Wolfsdonken. Op basis van een nadere analyse komen wij tot de conclusie dat inderdaad het resterende positief saldo ultimo 2014 inderdaad vrijwel geheel kan worden toegevoegd aan de algemene reserve.
B. Als binnen een grondexploitatie met een verwacht positief eindresultaat grond wordt verkocht, draagt het project bij aan de reserve grote werken. Bij de grondexploitaties Meerendonk, Orthen-Links, De Hoef en Geert Grootestraat hebben in 2014 verkopen plaatsgevonden. Daarom zijn hierbij conform de Nota Bovenwijks 2014 tussentijds positieve resultaten genomen. Het betreft een totaalbedrag van € 0,4 miljoen. Dit bedrag is gestort in de reserve grote werken.
6. Op 28 januari 2003 besloot de gemeenteraad financieel bij te dragen aan de vervroegde ombouw van de A59. Met de provincie is toentertijd overeengekomen dat de vervroegingsbijdragen door de participerende gemeenten terugverdiend zouden mogen worden door de gezamenlijke ontwikkeling van bedrijventerrein Heesch-West. Voor de gemeente ‘s-Hertogenbosch ging het om een vervroegingsbijdrage van € 6,3 miljoen.
Uit voorzichtigheidsoverwegingen is in de jaarrekening 2005 een verliesvoorziening getroffen ter grootte van deze vervroegingsbijdrage ten laste van de algemene reserve van het grondbedrijf. In 2014 is op basis van het forse tekort van de grondexploitatie bij het concept-voorontwerp bestemmingsplan geconcludeerd dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de vervroegingsbijdrage daadwerkelijk binnen deze gebiedsontwikkeling zal worden terugverdiend. Daarom én vanwege de financiële positie van het grondbedrijf, heeft uw raad bij het jaarverslag 2013 besloten de vervroegingsbijdrage alsnog te activeren binnen de algemene dienst van de gemeente. Vanwege de boekhoudregels is het pas mogelijk om in deze jaarrekening 2014 dit besluit van uw raad te effectueren en de getroffen verliesvoorziening terug te draaien.
Los hiervan is uit een nadere analyse / update van de grondexploitatie gebleken dat de eerder getroffen voorziening op het complex Station-Oost kan worden verlaagd. Dit betreft een bedrag van € 0,8 miljoen.
233
Paragraaf Grondbeleid
7. Met een totale grondopbrengst van € 17,9 miljoen laat 2014 een positiever beeld zien dan de voorafgaande twee jaren. Het niveau van voor de crisis wordt echter niet gehaald. Onderstaande grafiek 1 geeft inzicht in de opbrengsten uit verkopen over de afgelopen 10 jaar. Het effect van de crisis is onmiskenbaar.
Grafiek 1: Ontwikkeling opbrengst grondverkopen 70
Bedragen x
1,= mln
60 50 40 30 20 10 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Jaren Grafiek 1
De meeste grondopbrengsten zijn in 2014 gerealiseerd in De Groote Wielen. Dit leverde circa € 7,7 miljoen op. Daarnaast is ook in de Hoef, Meerendonk, Paleiskwartier en Orthen-Links grond voor woningbouw verkocht. Hierbij gaat het om in het totaal € 8,1 miljoen. De overige opbrengsten grondverkopen zijn het gevolg van enkele kleinere transacties ten behoeve van woningbouw, groenontwikkeling en de levering van bestaand vastgoed. Verkoop van bedrijfskavels heeft het afgelopen jaar niet plaatsgevonden.
8. Onder het kopje van ontvangen bijdragen vallen twee grote posten op. In beide gevallen gaat het om bijdragen vanuit de algemene dienst aan het grondbedrijf. Het eerste geval betreft een bijdrage vanuit het structuurfonds aan het project Kom Rosmalen. De door uw raad hiervoor beschikbaar gestelde middelen ter grootte van € 7 miljoen zijn toegevoegd aan de betreffende grondexploitatie voor dat project. Dit ter afdekking van het verwachte tekort op deze grondexploitatie. Op 22 april 2014 is hiertoe door uw raad een krediet beschikbaar gesteld.
De tweede grote post betreft de ontvangen bijdrage van de algemene dienst ad. € 6,3 miljoen in het kader van de vervroegingsbijdrage ombouw A59. Zie hiervoor de toelichting op punt 6.
234
Paragraaf Grondbeleid
Daarnaast zijn ook nog de volgende bijdragen van meer dan € 100.000 ontvangen (bedragen x € 1 miljoen): Complex
Bijdrage
Bedrag
Eikendonk
Bijdrage GSB/ISV in tekort gebiedsexploitatie
1,1
Woonboulevard
Bijdrage ontwikkelaar particulier initiatief
0,5
Boschveld
Bijdragen onderwijs /maatschappelijk vastgoed t.b.v. aanleg parkeerplaatsen en speelplaats BBS
0,4
Grasso
Bijdrage provincie in renovatie
0,4
Paleiskwartier
ISV-bijdrage bodemsanering
0,3
Eikendonk
Bijdrage Gemeentelijk Rioleringsplan in bouwrijpmaken
0,3
Zeeheldenbuurt
Bijdrage Gemeentelijk Rioleringsplan in herinrichting
0,3
Zeeheldenbuurt
Bijdrage vitaliseringsplan in herinrichting
0,3
Barten-noord
Terugstorting gsb-middelen in reserve GSB-gemeentelijke middelen
-/- 0,8
Tabel 2
9. In de managementrapportage 2014 wezen wij u op de positieve ontwikkeling van de afzet van kavels voor woningbouw ten opzichte van de twee voorgaande jaren. In contrast hiermee staat de ontwikkeling van de afzet van bedrijfsterreinen. Wij onderzoeken weliswaar de mogelijkheden om de afzet van bedrijfsterreinen te verhogen. Maar de afzet voor bedrijfsterreinen is onmiskenbaar de belangrijkste risicofactor voor ons grondbedrijf.
In tegenstelling tot hetgeen bij de managementrapportage hierover als verwachting is uitgesproken, achten wij het in dit licht toch gewenst om op de grondexploitatie De Rietvelden een aanvullende verliesvoorziening te treffen ter grootte van € 3,1 miljoen. Hiermee wordt met name ingespeeld op de druk die op de grondprijzen staat.
Los hiervan is het noodzakelijk om op het complex Molenhoek een verliesvoorziening te treffen van € 0,1 miljoen, m.n. door oplopende plankosten. Tot slot boeken we op de complexen Brabantbad en Henriëttewaard de jaarlijkse rentekosten af (totaal € 0,2 miljoen).
10. Bij de ‘nog niet in exploitatie genomen gronden’ geldt dat deze moeten worden afgewaardeerd als de marktwaarde lager is dan de boekwaarde. Bij de complexen Noordoost hoek Groote Wielen en Avenue 2 leidt dit tot het afwaarderen van rentekosten.
235
Paragraaf Grondbeleid
11. Conform de gemeentelijke boekhoudregels (BBV) heeft de gemeente een categorie gronden waarbij nog geen reëel en stellig voornemen bestaat om deze gronden in de nabije toekomst te gaan bebouwen. Dit worden de ‘overige gronden’ genoemd. Alleen de verwervingskosten mogen hierbij worden geactiveerd. De verdere inkomsten en uitgaven bij deze gronden worden jaarlijks verrekend met de algemene reserve van het grondbedrijf. Over 2014 is hierbij sprake van een nadeel van € 0,6 miljoen. Voornamelijk is dit het gevolg van rentekosten.
De boekwaarde in perspectief In onderstaande afbeelding is goed het effect van de crisis op de boekwaarde zichtbaar. In de periode 2004-2009 is sprake van een dalende boekwaarde. De opbrengst uit verkopen in met name De Groote Wielen en Empel is in deze goede jaren voor de crisis groter dan de gemaakte kosten voor aankopen en bouw- en woonrijpmaken. Alleen in 2006 stijgt de boekwaarde vanwege aankopen in Empel en de Rietvelden. Vervolgens stijgt de boekwaarde vanaf 2010. Dit is het gevolg van achterblijvende opbrengsten. Zoveel mogelijk wordt de stijging van de boekwaarde gedempt door ook de kosten te beperken. In de afgelopen paar jaar is dit slechts gedeeltelijk mogelijk gebleken. Er diende namelijk toch kosten gemaakt te worden om het woonrijpmaken van deelgebieden af te ronden en vanwege enkele strategisch investeringen. Denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan de verwerving van een deel van de locatie GZG en renovatie van het monumentale deel van het Grasso-complex.
Grafiek 2: ontwikkeling boekwaarde 120
Bedragen x
1,= mln.
100 80 60 40 20 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010 Jaren
Grafiek 2
236
Paragraaf Grondbeleid
2011
2012
2013
2014
Wij verwachten dat de grondopbrengsten in 2015 niet het niveau van 2014 zullen halen. De woningmarkt ontwikkelt zich weliswaar voorzichtig positief, maar 2015 lijkt voor onze gemeente een overgangsjaar te worden. Meer dan in 2015 zullen vanaf 2016 projecten gereed voor realisatie zijn. Een daling van de boekwaarde in 2015 zoals we die over het boekjaar 2014 zien, is niet te verwachten.
Tot slot wijzen wij u er nog op dat deze boekwaarde exclusief de boekwaarde is van de reeds verworven gronden voor Heesch-West. Deze gronden staan ultimo 2014 op de balans van de grondgebiedsgemeenten Maasdonk en Bernheze. Op termijn worden deze gronden ingebracht in de Gemeenschappelijke Regeling Heesch-West. De totale boekwaarde van Heesch-West bij de betrokken gemeenten tezamen, bedraagt ultimo 2014 € 66,4 miljoen. Door alle gemeenten samen is een voorziening getroffen van € 18,7 miljoen. De netto-boekwaarde is daarmee € 47,7 miljoen. Het aandeel van ’s-Hertogenbosch hierin is € 26,2 miljoen, zijnde 55%. Vanaf 2015 stijgt het aandeel van ’s-Hertogenbosch in de GR naar 58% vanwege de samenvoeging met een deel van Maasdonk.
3
Algemene reserve Door het aan- en verkopen van grond alsmede het bouw- en woonrijpmaken loopt het grondbedrijf risico’s. Hiermee wordt zoveel mogelijk rekening gehouden binnen de grondexploitaties. De algemene reserve van het grondbedrijf dient ter afdekking van de risico’s die resteren, ondanks goed onderbouwde ramingen en nadat een reële waardering van de boekwaardes heeft plaatsgevonden.
Als uit een grondexploitatieberekening een verwacht verlies blijkt, dan wordt hiervoor direct een voorziening getroffen. Deze wordt getroffen ten laste van deze algemene reserve. Positieve resultaten van grondexploitaties worden toegevoegd aan deze reserve. Winstneming vindt slechts plaats op het moment dat de exploitatie van een complex wordt beëindigd of wanneer tussentijds met redelijke zekerheid vast te stellen is, dat er winst gerealiseerd wordt. De stand van deze reserve bepaalt dus in hoeverre het grondbedrijf risico’s op kan vangen, welke de grondexploitaties te boven gaan.
De algemene reserve in het afgelopen jaar Het saldo van de algemene reserve blijft ten opzicht van 2013 vrijwel stabiel. Er is sprake van een marginale daling van € 10,4 miljoen naar € 10,0 miljoen. De ontwikkeling van de reserve in het afgelopen jaar kan als volgt worden toegelicht:
237
Paragraaf Grondbeleid
Noot
(Bedragen x € 1 mln.) (met correctie afrondingsverschillen))
1
10,4
Algemene reserve per 1-1-2014 Toevoegingen 2014 - saldo erfpachtsgronden
2
0,4
- resultaten van afgesloten complexen
1,4
- tussentijdse positieve resultaten van complexen
1,6
- terugdraaien eerder getroffen verliesvoorzieningen
0,8 4,3
Onttrekkingen 2014 - voorzieningen bij in exploitatie genomen gronden
3,5
- afwaarderingen van nog niet in exploitatie genomen gronden
0,3
- exploitatiesaldi overige gronden - afdracht aan reserve grote werken
0,6 3
0,4 4,7
Algemene reserve per 31-12-2014
10,0
Tabel 3
Veel van deze posten zijn al toegelicht bij tabel 1. Als aanvulling hierop nog het volgende: 1. Aangesloten wordt bij de stand van de algemene reserve van het grondbedrijf conform de paragraaf grondbeleid van de jaarrekening 2013. In het raadsvoorstel bij die jaarrekening is uw raad voorgesteld de vervroegingsbijdrage ombouw A59 alsnog ten laste te brengen van de algemene dienst. In de tekst van de paragraaf grondbeleid in de jaarrekening 2014 is al uitgegaan van een stand ná effectuering van dit besluit. Op formele gronden heeft de boekhoudkundige verwerking van dit raadsbesluit pas plaatsgevonden in het boekjaar 2014. Zie verder de toelichting op de boekwaarde, eerder in deze paragraaf.
2. Bij het grondbedrijf zijn erfpachtsgronden in beheer. Deze leveren over 2014 een positief resultaat op.
3. Bij de toelichting op de boekwaarde is aangegeven dat bij de grondexploitaties Meerendonk, Orthen-Links, De Hoef en Geert Grootestraat in 2014 verkopen hebben plaatsgevonden. Daarom zijn hierbij conform de Nota Bovenwijks 2014 tussentijds positieve resultaten genomen. Het betreft een totaalbedrag van € 0,4 miljoen. Dit bedrag is vanuit de algemene reserve vervolgens gestort in de reserve grote werken.
238
Paragraaf Grondbeleid
Risicoprofiel grondbedrijf Aan grondexploitaties zijn onlosmakelijk risico’s verbonden. Het is nodig om een reserve aan te houden om deze risico’s op te kunnen vangen. In de nota grondbeleid 2010 is door uw raad een normatief risicomodel vastgesteld. Hiermee kan de benodigde omvang van de algemene reserve van het grondbedrijf worden bepaald. De accountant heeft in voorgaande jaren positief geoordeeld over de wijze waarop de risicoanalyse binnen het grondbedrijf plaatsvindt.
Bepaling benodigde algemene reserve Het volgende overzicht geeft de ontwikkeling van de benodigde algemene reserve aan in 2014 ten opzichte van het voorgaande jaar: Ontwikkeling benodigde algemene reserve
(Bedragen x € 1 mln.)
Benodigd per 1-1-2014
18,4
Benodigd per 31-12-2014
18,6
Meer benodigde algemene reserve
0,2
Tabel 4
De benodigde algemene reserve is ten opzichte van 2013 vrijwel gelijk gebleven. Bij het complex Rietvelden is na het treffen van de verliesvoorziening de aan te houden risicobuffer gedaald met bijna € 1 miljoen. Ook becijfert het model € 0,8 miljoen minder aan te houden risicobuffer voor De Groote Wielen. Dit is het gevolg van de daling van de boekwaarde als gevolg van de in 2014 gerealiseerde verkopen. In het bijzonder voor Heesch-West is daarentegen de aan te houden algemene reserve gestegen. Het gaat hierbij om een stijging met € 1,7 miljoen. Op een drietal andere projecten (Jan Sluyterstraat, Kom Rosmalen en Kop van ’t Zand) wordt voor het eerst een risicobuffer noodzakelijk geacht, dan wel een hogere buffer dan vorig jaar.
Ruim 80% van de benodigde algemene reserve is gerelateerd aan een drietal projecten. Het gaat hierbij om Heesch-West, De Groote Wielen en Bedrijventerrein Rietvelden (inclusief Middenterrein). Dit zijn dan ook zonder meer de meest risicovolle projecten voor ons grondbedrijf.
Tot slot wijzen wij u nog op onze samenwerkingsverbanden met private partijen. Voor de gebiedsontwikkeling in het kader van Willemspoort achten wij het noodzakelijk om een beperkte risicobuffer aan te houden. Hiermee is rekening gehouden in bovenstaande berekening van de benodigde algemene reserve. Voor de andere samenwerkingsverbanden (Haverleij B.V. en B.V. Paleiskwartier) zien wij - op basis van de meest recente cijfers - geen aanleiding om daarvoor nog een aparte risicobuffer op te nemen.
239
Paragraaf Grondbeleid
4
Geraamd eindresultaat Als bij grondexploitaties verliezen worden verwacht, dan wordt hiervoor direct een voorziening ten laste van de algemene reserve van het grondbedrijf gevormd. Maar op enkele grondexploitaties verwachten wij in de toekomst uiteindelijk een positief resultaat te behalen. Het geraamd eindresultaat van het grondbedrijf is het totaal van deze verwachte positieve eindresultaten. Hierbij wordt rekening gehouden met alle, op het moment van berekening bekende, omstandigheden en met zo goed mogelijke aannames over de toekomstige kosten en opbrengsten. Hierop wordt vervolgens nog de verwachte afdracht aan de reserve Grote Werken in mindering gebracht. De hoogte van deze afdracht wordt becijferd op basis van de uitgangspunten zoals vastgelegd in de Nota Bovenwijks.
Hiermee is nog niet het bedrag bepaald dat feitelijk per saldo op termijn ten gunste van de algemene reserve kan komen. Wij houden ook nog rekening met noodzakelijke toekomstige afwaarderingen op nog niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). Het gaat hierbij om gevallen waarbij afwaarderingen nodig zijn vanwege de op de boekwaarden bijgeschreven rente- en beheerskosten. Grondslag bij deze NIEGG is dat de boekwaarden niet hoger mogen worden dan de marktwaarde. Daarnaast mogen op de categorie ‘overige gronden’ van het grondbedrijf alleen de verwervingskosten worden geactiveerd. De overige jaarlijkse inkomsten en uitgaven bij deze gronden worden steeds verrekend met de algemene reserve van het grondbedrijf. Voor zover sprake is van een negatief exploitatiesaldo op deze overige gronden, betekent dit een nadeel voor de algemene reserve van het grondbedrijf. Voor al deze toekomstige afwaarderingen op en negatieve exploitatiesaldi op overige gronden gaan wij uit van een stelpost van € 5 miljoen.
Ontwikkeling geraamd eindresultaat Ten behoeve van deze jaarrekening 2014 zijn alle grondexploitaties wederom geactualiseerd. Op basis hiervan becijferen wij het geraamde eindresultaat voor het grondbedrijf als volgt (bedragen x € 1 mln.): Bedrag Contante waarde geraamd eindresultaat lopende grondexploitaties
20,2
Geraamde afdracht Bovenwijks aan reserve Grote Werken
-/- 2,6
Stelpost afwaarderingen nog niet in exploitatie genomen gronden en negatieve exploitatiesaldi overige gronden
-/- 5,0
Totaal
12,6
Tabel 5
240
Paragraaf Grondbeleid
Het verwachte positieve eindresultaat op lopende grondexploitaties is ongeveer € 0,9 miljoen hoger dan in de jaarrekening 2013 geraamd. Op enkele complexen is sprake van een rentevoordeel over 2014, wat zich vertaalt in een hoger eindresultaat op termijn. Daarnaast zijn bij het complex Empel-Oost de nog te maken kosten woonrijpmaken aanzienlijk naar beneden bijgesteld. Gedeeltelijk maakt dit het mogelijk om tussentijds een positief resultaat in te boeken, voor de rest stijgt hiermee het verwacht eindresultaat op dat project.
Het toekomstig positief eindresultaat verwachten wij met name te realiseren binnen De Brand, Treurenbrug en 1e en 2e fase Empel.
Conclusie In de volgende drie tabellen worden de onderdelen die tezamen de Financiële Positie van het Grondbedrijf per 31 december 2014 vormen samengevat (alle bedragen x € 1 mln.). Ter vergelijking zijn ook de cijfers over het vorige jaar weergegeven. Boekwaarde
2013
2014
Boekwaarde per 31-12
93,9
84,4
Voor de afdekking van risico’s beschikbare algemene reserve
2013
2014
Stand reserve per 31-12
10,4
10,0
-/- Benodigde reserve per 31-12 o.b.v. risicoanalyse
18,4
18,6
Saldo
-/-8,0
-/- 8,6
Eindresultaat totale exploitaties
2013
2014
Geraamd toekomstig eindresultaat
11,7
12,6
Tabel 6
Hierbij trekken wij de volgende conclusies:
1. De financiële positie van het grondbedrijf laat in grote lijnen een stabiel beeld zien. Alleen de daling van de boekwaarde is opvallend. Deze daling met € 9,5 miljoen is groter dan verwacht vanwege de hogere opbrengsten uit grondverkopen. Deze verkopen beïnvloeden niet of nauwelijks de overige indicatoren (werkelijke en benodigde algemene reserve en toekomstig resultaat). Deze boekwaarde is overigens exclusief de boekwaarde van Heesch-West, waarover ’s-Hertogenbosch voor 55% (vanaf 2015: 58%) het risico draagt.
2. De verkopen 2014 betreffen vrijwel uitsluitend kavels ten behoeve van woningbouw. Al enkele jaren is de verkoop van grond voor commercieel vastgoed gering te noemen.
241
Paragraaf Grondbeleid
3. Het grootste risico voor ons grondbedrijf ligt dan ook bij de afzet van bedrijfsterreinen. Denk hierbij in het bijzonder aan Heesch-West en De Rietvelden. Niet voor niets treffen we in deze jaarrekening juist voor De Rietvelden een extra verliesvoorziening met het oog op de druk die er op de uitgifteprijzen staat. En voor HeeschWest zien wij een sterke stijging van de benodigde risicobuffer. Wij onderzoeken in dit licht de mogelijkheden om de afzet van bedrijfsterreinen te verhogen. Niet als doel op zich, maar vooral als bijdrage aan het in ons bestuursakkoord gestelde belangrijke doel om het aantal arbeidsplaatsen te laten toenemen.
4. De woningmarkt ontwikkelt zich voorzichtig positief en landelijk maakt ’s-Hertogenbosch onderdeel uit van wat genoemd wordt het sterkste marktgebied. Dit biedt op het vlak van de afzet van woningbouwkavels een vertrouwenwekkende uitgangspositie voor ons grondbedrijf voor de toekomst. De nieuwe realiteit is echter hoe dan ook er een van structureel minder nieuwe woningen en commercieel vastgoed én lagere prijzen dan voor de crisis.
5. De onzekerheid voor de komende jaren is en blijft bovendien groot. Zowel politiek, economisch als internationaal zijn er veel ontwikkelingen die het voorzichtige herstel van 2014 weer spoedig teniet zouden kunnen doen.
6. De algemene reserve kent nog steeds een ontoereikend saldo. Dit is verdedigbaar, omdat deze reserve opgebouwd is om in tijden als deze te gebruiken om voorziene verliezen op te vangen. Het grondbedrijf is deze crisis tot op heden goed doorgekomen. Wel dient op termijn deze reserve weer op peil te worden gebracht. Dit kan door het realiseren van positieve resultaten. Per saldo verwachten wij op termijn positieve eindresultaten voor een totaalbedrag van € 12,6 miljoen. Het gaat hierbij vooral om de bedrijventerreinen De Brand en Treurenburg alsmede nog te realiseren positieve resultaten bij de afronding van de 1e en 2e fase Empel. Maar ook hiervoor geldt, dat deze alleen behaald worden als er daadwerkelijk grond wordt verkocht.
7. Daarmee luidt onze eindconclusie: de huidige financiële positie van het grondbedrijf is, naar omstandigheden, redelijk te noemen. Hierbij moet wel worden aangetekend dat vanaf 2015 enkele grondexploitaties in Nuland en Vinkel worden toegevoegd aan ons grondbedrijf. Niet alleen brengt dit een eenmalig nadeel met zich mee vanwege het toepassen van de Bossche normen en uitgangspunten op deze grondexploitaties. Uw raad is over dit verwachte nadeel geïnformeerd in de stukken inzake de herindeling. Maar sowieso is bij deze Maasdonkse grondexploitaties, ook na het afdekken van dit nadeel in het kader van de frictiekosten van de herindeling, sprake van een aanzienlijk risicoprofiel. Dit geeft een extra druk op ons grondbedrijf vanaf komend jaar.
242
Paragraaf Grondbeleid
Voor het grondbedrijf in het algemeen is de vraag cruciaal of het ingezette voorzichtige en kwetsbare herstel doorzet en of een antwoord kan worden gevonden op de vraag hoe met name de afzet van bedrijfsterreinen kan worden verbeterd. Tot die tijd proberen we waar mogelijk ontwikkelingen tegen de stroom in wél tot stand te brengen. Het blijft onze opgave om het grondbedrijf ook door de komende lastige jaren te helpen. Daarmee zorgen wij er voor dat ook op termijn in continuïteit gewerkt kan (blijven) worden aan het realiseren van de ambities van de stad op het gebied van ruimtelijke ordening door het creëren van ruimte voor wonen, werken, winkelen en recreëren.
243
Paragraaf Grondbeleid
Overzicht van baten en lasten Balans en toelichting Afdeling Orthen Controleverklaring
244
Deel II: Jaarrekening
245
Jaarrekening
Overzicht van baten en lasten
Lasten (x € 1.000) Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
2013
2014
2014
2014
primitief
na wijzig.
24.062
28.368
26.188
24.367
4.999
5.766
5.788
5.961
Totaal stad van modern bestuur
29.061
34.134
31.976
30.328
31
Sociale verbanden
27.707
27.022
29.127
25.161
32
Gezondheid
15.713
18.115
19.415
17.777
33
Veiligheid
20.249
19.791
20.345
19.817
34
Leren en opgroeien
51.860
47.990
53.312
51.539
35
Cultureel klimaat
22.490
19.458
24.882
20.539
Totaal sociale kwaliteit
138.019
132.376
147.081
134.833
51
Wonen en werkomgeving
62.289
65.159
90.274
62.244
52
Bereikbare stad
28.539
26.240
41.589
36.264
53
Sport en recreatie
17.046
17.279
17.937
17.791
54
Milieurespecterende ontwikkelingen
40.712
41.973
44.868
41.839
Progr.
Pijler
nummer 11/12
Bestuursorganen en -ondersteuning
13
Dienstverlening
55
Cultuurhistorische kwaliteit Totaal fysiek
5.905
6.187
6.695
5.744
154.491
156.838
201.363
163.882
71
Ruimte voor bedrijvigheid
11.819
11.311
10.681
10.332
72
Werk en inkomen
129.164
116.197
147.806
151.049
Totaal Werk en economie
140.983
127.508
158.487
161.381
10.656
7.880
8.238
10.306
5.075
5.763
5.761
5.043
-
-
-
-
15.731
13.643
13.999
15.349
-
225
100
-
478.285
464.724
553.006
505.773
73.537
49.044
72.317
83.689
551.822
513.768
625.323
589.462
91
Beleggingen en overige baten en lasten
92
Gemeentelijke belastingen
93
Algemene uitkering gemeentefonds Totaal Algemene dekkingsmiddelen
91
Onvoorzien Totaal saldo van baten en lasten
91
Mutatie reserves Geraamd/gerealiseerd resultaat
246
Jaarrekening Overzicht van baten en lasten
Baten (x €1.000)
Saldi (x €1.000)
Rekening
Begroting
Begroting
Rekening
Rekening
2013
2014
2014
2014
2014
primitief
na wijzig.
saldi
1.473
980
1.000
1.016
23.351
N
2.507
2.751
2.558
2.867
3.094
N
3.980
3.731
3.558
3.883
26.445
N
4.313
2.316
2.874
3.360
21.801
N
765
557
528
845
16.932
N
1.412
1.229
1.147
1.977
17.840
N
13.722
10.078
12.138
13.749
37.790
N
2.017
914
961
700
19.839
N
22.229
15.094
17.648
20.631
114.202
N
30.494
33.292
45.626
31.469
30.775
N
13.237
13.914
14.085
13.663
22.601
N
4.814
4.642
5.299
5.155
12.636
N
38.536
38.534
41.294
41.461
378
N
203
273
273
202
5.542
N
87.284
90.655
106.577
91.950
71.932
N
8.179
7.749
8.588
8.940
1.392
N
111.716
96.058
124.422
132.481
18.568
N
119.895
103.807
133.010
141.421
19.960
N
49.968
46.825
53.158
55.088
44.782
V
36.638
37.001
37.319
36.412
31.369
V
149.997
152.543
155.820
155.920
155.920
V
236.603
236.369
246.297
247.420
232.071
V
-
-
-
-
-
V
469.991
449.656
507.090
505.305
468
N
84.497
64.112
118.233
84.050
361
V
554.488
513.768
625.323
589.355
107
N
N = nadeel
247
V = voordeel
Jaarrekening Overzicht van baten en lasten
Balans en toelichting
Alle bedragen in de balans en de toelichting luiden in miljoenen euro, tenzij anders vermeld. 31-12-2014
01-01-2014
Mutaties
31-12-2013
0,3
0,4
-
0,4
0,3
0,4
-
0,4
454,2
430,4
- 79,7
510,1
87,8
82,4
78,6
3,8
125,5
117,9
-
117,9
667,5
630,7
- 1,1
631,8
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA - Kosten van onderzoek en ontwikkeling
MATERIËLE VASTE ACTIVA - Economisch nut - Economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven - Maatschappelijk nut
FINANCIËLE VASTE ACTIVA - Kapitaalverstrekking aan: a) Deelnemingen
19,8
20,0
-
20,0
b) Gemeenschappelijke regelingen
-
-
-
-
c) Overige verbonden partijen
-
-
-
-
-
-
-
-
8,5
9,5
-
9,5
31,7
31,7
-
31,7
-
-
-
-
- Leningen aan: a) Openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden b) Woningbouw-corporaties c) Deelnemingen d) Overige verbonden partijen - Overige langlopende leningen
144,1
162,1
-
162,1
- Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd > 1 jaar
-
-
-
-
- Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd > 1 jaar
-
-
-
-
- Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar
-
-
-
-
- Bijdrage aan activa in eigendom van derden
VASTE ACTIVA
248
Jaarrekening Balans en toelichting
10,0
3,6
-
3,6
214,1
226,9
-
226,9
881,9
858,0
- 1,1
859,1
31-12-2014
01-01-2014
Mutaties
31-12-2013
26,8
36,9
-
36,9
VOORRADEN - Grond- en hulpstoffen a) Niet in exploitatie genomen bouwgronden b) Overige grond- en hulpstoffen - Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie - Gereed product en handelsgoederen - Vooruitbetalingen
14,3
15,2
-
15,2
44,2
44,7
-
44,7
0,2
0,3
-
0,3
-
0,1
-
0,1
85,5
97,2
-
97,2
24,1
21,3
- 0,2
21,5
-
-
-
-
UITZETTINGEN MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD KORTER DAN ÉÉN JAAR - Vorderingen op openbare lichamen - Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden
1,1
1,0
-
1,0
- Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar
- Overige verstrekte kasgeldleningen
-
-
-
-
- Rekening-courantverhouding met het Rijk
-
-
-
-
3,9
4,4
-
4,4
-
-
-
-
- Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen - Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd < 1 jaar - Overige vorderingen
6,7
6,6
- 0,1
6,7
- Overige uitzettingen
9,2
14,7
-
14,7
45,0
48,0
- 0,3
48,3
0,2
0,2
- 0,6
0,8
- Van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel
15,9
5,4
-
5,4
- Overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen
11,6
9,7
- 0,1
9,8
27,5
15,1
- 0,1
15,2
158,2
160,5
- 1,0
161,5
1.040,1
1.018,5
- 2,1
1.020,6
LIQUIDE MIDDELEN
OVERLOPENDE ACTIVA
VLOTTENDE ACTIVA
TOTAAL ACTIVA
249
Jaarrekening Balans en toelichting
31-12-2014
01-01-2014
Mutaties
31-12-2013
EIGEN VERMOGEN - Algemene reserve - Bestemmingsreserves - Gerealiseerd resultaat
VOORZIENINGEN
23,8
23,8
2,7
21,2
578,2
585,7
- 2,0
587,7
- 0,1
-
- 2,7
2,7
601,9
609,5
- 2,0
611,6
51,4
48,9
- 0,1
49,0
35,0
35,0
35,0
-
-
-
-
-
227,7
181,1
- 35,0
216,1
VASTE SCHULDEN, MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD VAN ÉÉN JAAR OF LANGER - Obligatieleningen - Onderhandse leningen van: a) Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen b) Binnenlandse banken en overige financiële instellingen c) Binnenlandse bedrijven
-
-
-
-
d) Openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden
-
-
-
-
e) Overige binnenlandse sectoren
-
-
-
-
f) Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
-
-
-
-
1,2
1,2
-
1,2
- Door derden belegde gelden - Waarborgsommen
VASTE PASSIVA
250
Jaarrekening Balans en toelichting
0,2
0,1
-
0,1
264,1
217,4
-
217,4
917,4
875,8
- 2,1
878,0
31-12-2014
01-01-2014
Mutaties
31-12-2013
-
-
-
-
60,0
46,0
-
46,0
NETTO-VLOTTENDE SCHULDEN MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD KORTER DAN ÉÉN JAAR - Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden - Overige kasgeldleningen - Banksaldi
5,9
40,0
-
40,0
19,0
11,9
- 0,3
12,1
84,9
97,9
- 0,3
98,1
- Verplichtingen die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen
24,3
28,1
0,3
27,8
- Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel
9,8
13,7
-
13,7
- Overige vooruitontvangen bedragen
3,7
3,0
-
3,0
37,8
44,8
0,3
44,5
122,7
142,7
-
142,6
1.040,1
1.018,5
- 2,1
1.020,6
24,5
26,3
-
26,3
- Overige schulden
OVERLOPENDE PASSIVA
VLOTTENDE PASSIVA
TOTAAL PASSIVA
BORGSTELLINGEN EN GARANTSTELLINGEN
251
Jaarrekening Balans en toelichting
Aansluiting beginbalans met jaarverslag 2013 In de balanscijfers per 1 januari 2014 zijn de volgende wijzigingen verwerkt: - De bestemming van het rekeningresultaat (€ 2,7 miljoen) - De verzelfstandiging van het SM’s (-/- € 2,1 miljoen) - De verschuiving van activa voor afvalstoffendienst en riolering van materiële vaste activa met economisch nut naar materiële vaste activa met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven als gevolg van een wijziging van het BBV (€ 79,7 miljoen) - De verschuiving van MTN leningen van onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen naar obligatieleningen (€ 35 miljoen) Bestemming
Verzelfstandiging
rekeningresultaat
SM’s
Totaal
Vaste activa
- 1,1
Vlottende activa
- 1,0
- 1,0
- 2,1
- 2,1
-
Algemene reserve
2,7
Bestemmingsreserves Rekeningresultaat
2,7 - 2,0
- 2,7
Overige vaste passiva
-
- 2,0 - 2,7
- 0,1
Vlottende passiva
- 1,1
- 0,1
-
-
- 2,1
- 2,1
Algemeen De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), de Kadernota rechtmatigheid en de Financiële verordening (artikel 212 Gemeentewet).
Stelselwijziging In 2014 is een stelselwijziging doorgevoerd voor de vervroegingsbijdrage ombouw A59.
In 2003 was besloten de kosten voor de vervroegingsbijdrage ombouw A59 ten laste te brengen van de grondexploitatie Heesch-West. Bij het concept-voorontwerp bestemmingsplan Heesch-West liet die grondexploitatie echter een fors tekort zien. Hierdoor is het nu hoogst onwaarschijnlijk dat de vervroegingsbijdrage daadwerkelijk binnen deze gebiedsontwikkeling zal worden terugverdiend. Deze vervroegingsbijdrage is een investering in een nieuwe weg, te weten de A59, die buiten het grondbedrijf is gerea-
252
Jaarrekening Balans en toelichting
liseerd. Daarom en vanwege de financiële positie van het grondbedrijf heeft uw raad er mee ingestemd dat deze vervroegingsbijdrage alsnog binnen de algemene dienst wordt geactiveerd.
Effecten stelselwijziging De voor de vervroegingsbijdrage ombouw A59 gevormde voorziening in het grondbedrijf vervalt als gevolg van deze stelstelwijziging. Dit heeft een positief effect van € 6,3 miljoen op de algemene reserve van het grondbedrijf. Tegelijkertijd is de vervroegingsbijdrage ombouw A59 in de algemene dienst geactiveerd voor een bedrag van € 6,3 miljoen. In 2014 leidt dit tot een niet begrote inhaalafschrijving over voorgaande jaren van € 1.265.000 en niet begrote kapitaallasten over 2014 van € 358.000.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Immateriële vaste activa Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. Het saldo van agio en disagio wordt lineair afgeschreven in een termijn die maximaal gelijk is aan de looptijd van de lening. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een actief worden geactiveerd indien het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen, vaststaat dat de voltooiing van het actief technisch uitvoerbaar is, het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en de uitgaven betrouwbaar zijn toe te rekenen aan het actief. Bijdragen van derden worden in mindering gebracht. Afschrijving vindt lineair plaats in vijf jaar.
Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden geactiveerd voor zover de aanschafwaarde groter is dan € 10.000 en/of de gebruiksduur langer is dan drie jaar. Investeringen met economisch nut, waarvoor al dan niet ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven, worden gewaardeerd op de aanschaffingskosten verminderd met bijdragen van derden en afschrijvingen. In de aanschaffingskosten zijn opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief is toegerekend. Voor investeringen met een maatschappelijk nut gelden dezelfde waarderingsregels waarbij tevens dekkingen uit reserves in mindering worden gebracht op de aanschaffingskosten.
De afschrijvingen worden berekend op basis van de geschatte economische levensduur, die in het merendeel van de gevallen voor inventaris 10 jaar bedraagt en voor bedrijfs-
253
Jaarrekening Balans en toelichting
gebouwen 40 jaar. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Indien de bedrijfswaarde duurzaam lager is dan de aldus berekende boekwaarde, vinden aanvullende afwaarderingen plaats.
Financiële vaste activa De onder de financiële vaste activa opgenomen aan derden verstrekte leningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. De belangen in deelnemingen en verbonden partijen worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs of lagere marktwaarde. Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd onder de voorwaarde dat het bij de bijdrage gaat om een investering die bijdraagt aan de publieke taak, dat de gemeente de derde partij kan verplichten daadwerkelijk te investeren én dat bij het in gebreke blijven de gemeente de middelen terug kan vorderen of (mede)eigenaar wordt van de investering. De afschrijvingsduur van bijdragen aan activa in eigendom van derden is gelijk aan de afschrijvingsduur die gehanteerd zou zijn indien de gemeente het actief zelf gerealiseerd zou hebben.
Voorraden De gronden bij complexen in exploitatie zijn opgenomen tegen de daaraan bestede kosten, inclusief de bijgeschreven rente en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde grondverkopen. De tussentijds berekende winst of verlies wordt op de boekwaarde gemuteerd ten gunste c.q. ten laste van de algemene reserve. Als uit de kostprijsberekening blijkt dat er een verlies op een complex ontstaat, wordt hiervoor een voorziening getroffen die direct ten laste van de algemene reserve wordt gebracht. Overeenkomstig de in een jaar binnen een grondexploitatie gerealiseerde grondverkopen vindt jaarlijks een winstneming plaats ter grootte van de berekende bijdrage aan de reserve Grote Werken. De hoogte van de afdracht wordt berekend conform de in de nota Bovenwijks vastgelegde wijze van toerekening van kosten bovenwijks. Indien en voor zover de betreffende grondexploitatie een negatief verwacht eindresultaat laat zien, is geen sprake van een afdracht aan de reserve Grote Werken. Voor het overige vindt winstneming plaats op het moment dat de exploitatie van een complex wordt beëindigd of wanneer tussentijds met redelijke zekerheid vast te stellen is, dat er winst gerealiseerd wordt. In het laatste geval wordt het saldo van de negatieve boekwaarde, na aftrek van de nog te verwachten kosten én de nog verwachte afdrachten aan de reserve Grote Werken, als resultaat genomen.
De gronden bij complexen nog niet in exploitatie worden gewaardeerd tegen de daaraan bestede kosten inclusief de bijgeschreven rente en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen, dan wel tegen de lagere marktwaarde. Bij nog niet in exploitatie genomen gronden moet op basis van een raadsbesluit een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. De markt-
254
Jaarrekening Balans en toelichting
waarde is hierbij in beginsel beperkt tot de waarde van de grond in de huidige bestemming. Wanneer na een raadsbesluit meer duidelijkheid bestaat over de nadere invulling van de toekomstige bouwlocatie en de daartoe te maken kosten, geldt de verwachte marktwaarde in de toekomstige bestemming als toets. Bij overige gronden bestaat (nog) geen reëel en stellig voornemen om deze in de nabije toekomst te bebouwen. Deze gronden worden gewaardeerd tegen de (historische) verkrijgingsprijs en bijkomende kosten. Als sprake is van een duurzaam lagere marktwaarde worden deze gronden afgewaardeerd. De jaarlijkse exploitatiebaten en –lasten van deze gronden worden verrekend met de algemene reserve van het grondbedrijf.
De overige voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of netto-opbrengstwaarde, indien deze lager is. Voor incourante voorraden worden voorzieningen getroffen.
Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen.
Algemene reserve Dit zijn de vrij besteedbare middelen van de exploitatieresultaten tot en met het verslagjaar.
Bestemmingsreserves Deze reserves betreffen de reeds bestemde gedeelten van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar.
Voorzieningen Voorzieningen worden getroffen voor verplichtingen, verliezen en bestaande risico’s waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten. Voorzieningen worden tevens getroffen voor kosten die in een volgend jaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het boekjaar of voorgaande jaren en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren. Ook van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden behoren tot de voorzieningen, met uitzondering van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. De voorzieningen zijn opgenomen tegen nominale waarde.
Overige activa en passiva De overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
255
Jaarrekening Balans en toelichting
Resultaatbepalingsgrondslagen De lasten en baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Alle lasten en baten, die betrekking hebben op het boekjaar en ten tijde van het opstellen van de jaarrekening bekend zijn, worden in het betreffende verslagjaar verwerkt. Vervolgens worden de reserves gemuteerd voor de bedragen welke door de raad zijn goedgekeurd; dit betekent dat zij onderdeel uitmaken van de begroting of gebaseerd zijn op een door de raad genomen besluit. Hieruit volgt het gerealiseerde resultaat.
Materiële vaste activa De samenstelling van de materiële vaste activa is als volgt:
Gronden en terreinen Woonruimten
31-12-2014
01-01-2014
36,1
36,0
1,0
1,1
Bedrijfsgebouwen
406,1
384,0
Grond- weg- en waterbouwkundige werken
188,6
175,7
Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
5,2
4,9
20,9
20,7
9,6
8,3
667,5
630,7
Het verloop van de materiële vaste activa met een economisch nut is als volgt:
Boekwaarde 1 januari 2014 Investeringen Bijdragen van derden
Gronden en terreinen
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond- weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Totaal
27,8
0,9
372,7
3,1
1,6
16,7
7,6
430,4
0,3
-
36,4
0,5
1,0
4,4
2,0
44,6
-
-
- 0,6
-
-
-
-
- 0,6
Desinvesteringen
-
-
- 1,7
- 0,8
- 0,4
- 8,9
-
- 11,8
Afschrijvingen desinvestering
-
-
-
0,8
0,4
8,6
-
9,8
- 0,2
- 0,1
- 11,9
- 0,1
- 0,5
- 4,4
- 0,9
- 18,1
Duurzame waardeverminderingen
Afschrijvingen
-
-
-
-
- 0,1
-
-
- 0,1
Boekwaarde 31 december 2014
27,9
0,8
394,9
3,5
2,0
16,4
8,7
454,2
256
Jaarrekening Balans en toelichting
Het verloop van de materiële vaste activa met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven, is als volgt: Gronden en terreinen Boekwaarde 1 januari 2014
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond- weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Totaal
8,2
-
11,3
55,6
3,3
4,0
-
82,4
Investeringen
-
-
0,2
7,2
0,9
0,9
-
9,2
Bijdragen van derden
-
-
-
-
-
-
-
-
Desinvesteringen
-
-
-
-
-
-
-
-
Afschrijvingen desinvestering
-
-
-
-
-
-
-
-
Afschrijvingen
-
-
- 0,3
- 2,1
- 1,0
0,4-
-
- 3,8
Duurzame waardeverminderingen
-
-
-
-
-
-
-
-
Boekwaarde 31 december 2014
8,2
-
11,2
60,7
3,2
4,5
-
87,8
Overige materiële vaste activa
Totaal
117,9
Het verloop van de materiële vaste activa met een maatschappelijk nut is als volgt: Gronden en terreinen
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond- weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Boekwaarde 1 januari 2014
-
0,2
-
117,0
-
-
0,7
Investeringen
-
-
-
50,7
-
-
0,3
51,0
Bijdragen van derden
-
-
-
- 22,8
-
-
-
- 22,8
In mindering gebrachte reserves
-
-
-
- 10,5
-
-
-
- 10,5
Desinvesteringen
-
-
-
- 1,9
-
-
-
- 1,9
Afschrijvingen desinvestering
-
-
-
1,9
-
-
-
1,9
Afschrijvingen
-
-
-
- 5,6
-
-
- 0,1
- 5,7
Duurzame waardeverminderingen
-
-
-
- 4,4
-
-
-
- 4,4
Boekwaarde 31 december 2014
-
0,2
-
124,4
-
-
0,9
125,5
Reserves die dienen ter dekking van investeringen met een maatschappelijk nut worden op het moment van activeren direct in mindering gebracht op de aanschafwaarde. Naast diverse gronden van het grondbedrijf, die verantwoord zijn onder de voorraden, zijn tevens de Brabanthallen en gronden aan de Ertveldweg verpacht.
Financiële vaste activa In
de
financiële
vaste
activa
is
een
voorziening
opgenomen
voor
de
nv
Ontwikkelingsmaatschappij Sport & Vrije Tijd ’s-Hertogenbosch voor een bedrag van € 4,5 miljoen. De lening aan het Sportiom is ook voorzien (€ 1,7 miljoen).
257
Jaarrekening Balans en toelichting
Voorraden De waardering van de voorraden (zowel in exploitatie genomen gronden, niet in exploitatie genomen gronden alsmede overige grond- en hulpstoffen) is gebaseerd op de inzichten van eind februari 2015 en de daarbij behorende inschatting van uitgangspunten, parameters en risico’s. Uiteraard betreft dit een inschatting die omgeven is door onzekerheden, die periodiek wordt herzien en waarbij de waardering in het komende jaar zowel positief als negatief kan uitvallen. Het college is van mening dat op basis van de huidige informatie en inzichten de beste schatting is gemaakt voor de waardering van de voorraden. De risico’s zijn nader toegelicht in de paragraaf Grondbeleid in het jaarverslag. De grootste risico’s ten aanzien van de huidige schattingen en de mogelijke uitkomst daarvan zijn gelegen in de complexen Heesch-West en de Rietvelden. Voor HeeschWest wordt uitgegaan van de veronderstelling dat hier in 2017 gestart kan worden met de uitgifte. Voor dit project houden wij een specifieke voorziening aan ter hoogte van € 10,3 miljoen. De getroffen verliesvoorzieningen op het complex de Rietvelden bedragen tot op heden in het totaal € 7,8 miljoen. Voor beide genoemde projecten wordt daarnaast binnen de algemene reserve van het grondbedrijf nog een risicobuffer aangehouden ter grootte van respectievelijk € 8,6 miljoen (Heesch-West) en € 3,3 miljoen (de Rietvelden).
Het verloop van de bouwgronden in exploitatie kan als volgt worden gespecificeerd: Boekwaarde 1 januari 2014
43,4
Overboeking van niet in exploitatie genomen bouwgronden
12,7
Investeringen
14,5
Toeslag grote werken Fonds economische ontwikkeling Geactiveerde exploitatiesaldi Afwaardering complexen Afsluiten complexen
Winstnemingen / (Verliesnemingen)
Grondverkopen
0,4 0,8 - 0,2 -
- 2,0
- 15,8
Bijdragen derden
- 9,3
Boekwaarde 31 december 2014
44,5
De getroffen verliesvoorzieningen op gronden bedragen € 40,2 miljoen per ultimo 2014. Dit is afgezien van de aparte verliesvoorziening voor Heesh-West en van de afwaardering op NIEGG’s en overige gronden.
258
Jaarrekening Balans en toelichting
Geraamde uitkomsten Op basis van de laatst bekende exploitatie-opzetten is onderstaande raming van de nog te maken kosten en nog te realiseren inkomsten opgesteld: Boekwaarde 31 december 2014
44,5
Geraamde nog te maken kosten
175,0
Geraamde opbrengsten
242,9
Geraamd eindresultaat
23,4
Het geraamd eindresultaat op basis van contante waarde bedraagt 17,6 miljoen.
Niet in exploitatie genomen bouwgronden De gemiddelde boekwaarde van de nog niet in exploitatie genomen gronden bedraagt € 9,26 per m².
Overlopende activa Voor een gedetailleerd overzicht van het verloop van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel wordt verwezen naar het in het bijlagenboek opgenomen overzicht.
Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
Stand 1 januari 2014
Toevoegingen ten laste van exploitatie
Algemene
Bestemmings-
Gerealiseerd
reserve
reserves
resultaat
Totaal
23,8
585,7
-
609,5
-
86,0
-
86,0 - 81,7
Onttrekkingen ten gunste van exploitatie
-
- 81,7
-
Onttrekkingen in verband met afschrijvingen op activa
-
- 4,7
-
- 4,7
Omzetting rioolreserve in voorziening
-
- 0,7
-
- 0,7
Omzetting reserve afvalstoffenheffing in voorziening
- 6,4
- 6,4
Gerealiseerd resultaat 2014
-
-
- 0,1
- 0,1
Stand 31 december 2014
23,8
578,2
- 0,1
601,9
In bovenstaande cijfers is, conform een in 2014 door de commissie BBV uitgebrachte notitie, de omzetting van de rioolreserve en de reserve afvalstoffenheffing in een voorziening als directe balansmutatie verwerkt.
259
Jaarrekening Balans en toelichting
260
Jaarrekening Balans en toelichting
5,2
7,0
2,9
5,6
Reserve Bodemsanering
Reserve Parkeer & Verkeer
Reserve FWI inkomensdeel
Reserve Parallelweg
585,7
4,1
Reserve nog uit te voeren werken
Totaal
8,6
Reserve ICT
43,4
7,8
Reserve GSB, gem.middelen
Overig
7,3
15,8
Reserve screening
Reserve Energiebesparing
12,7
Reserve WMO
4,4
17,5
Bestemmingsreserve onderwijshuisvesting
Algemene reserve Grondbedrijf
51,0
107,2
Reserves vaste activa
285,2
Structuurfonds
86,0
36,6
-
1,1
0,1
0,8
4,4
2,3
0,8
3,0
10,2
1,1
4,7
1,7
5,2
8,4
5,7
Toe-
voegingen
Stand per
01-01-2014
Essent dividend compensatie
Omschrijving reserve
88,8
48,9
1,9
0,1
3,1
0,4
2,1
3,6
0,1
0,5
4,2
3,6
2,8
1,5
-
15,9
-
Onttrekkingen
4,7
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4,7
-
-
vingen op activa
i.v.m. afschrij-
Onttrekkingen
578,2
31,1
3,7
3,9
4,0
5,6
6,4
7,2
8,5
9,8
10,4
13,3
14,7
17,7
51,5
99,6
290,9
31-12-2014
Stand per
Het verloop van de grootste bestemmingsreserves ziet er als volgt uit:
Bestemd voor door de raad vastgestelde projecten
Ter egalisering en dekking van risico aandeel WWB, BBZ/IOAW/IOAZ en de langdurigheidstoeslag.
Financiering van parkeervoorzieningen en projecten in het kader van verkeer.
Projecten die nog in uitvoering zijn, maar waarvan de inkomsten al gerealiseerd zijn.
Budgetoverheveling management rapportage
Egalisatiereserve om de kosten van ICT te dekken
Gemeentelijke middelen ter financiering van GSB projecten volgens LTP GSB
Financiering van activiteiten m.b.t. energiebesparende maatregelen.
Afdekking van algemene bedrijfsrisico's van het grondbedrijf
Bestemd voor de dekking van incidenteel nieuw beleid
De reserve is gevormd als buffer van overschotten en tekorten voor de uitvoering WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) ingegaan vanaf 1-12007. In januari 2014 heeft de Raad besloten om de reserve om te vormen tot een reserve sociaal domein. Daarmee is deze breder inzetbaar.
Nieuwbouw, uitbreiding en renovatie van onderwijshuisvesting. Bestedingsplan op basis van IHP.
Reserve ter afdekking afschrijvingen van investeringen met economisch nut
Bestemd voor door de raad vastgestelde projecten
Bestemd voor structurele compensatie weggevallen Essent dividend
Toelichting aard en reden reserve
Voor een gedetailleerd overzicht van de reserves wordt verwezen naar de staat van reserves die is opgenomen in het bijlageboek. Deze staat toont het verloop per reserve gedurende het jaar. Tevens is de aard en reden van elke reserve vermeld.
Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen is als volgt: Stand 1 januari 2014
48,9
Toevoegingen ten laste van exploitatie
7,0
Omzetting rioolreserve in voorziening
0,7
Omzetting reserve afvalstoffenheffing in voorziening
6,4
Vrijval ten gunste van exploitatie
- 1,8
Aanwendingen
- 9,8
Stand 31 december 2014
51,4
Voor een gedetailleerd overzicht van de voorzieningen wordt verwezen naar de staat van voorzieningen die is opgenomen in het bijlageboek. Deze staat toont het verloop per voorziening gedurende het jaar. Tevens is de aard en reden van elke voorziening vermeld.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Rentelast 2014 - Obligatieleningen
-
- Onderhandse leningen van: a) Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen b) Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
6,0
c) Binnenlandse bedrijven
-
d) Openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden
-
e) Overige binnenlandse sectoren
-
f) Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
-
- Door derden belegde gelden - Waarborgsommen Totaal
261
6,0
Jaarrekening Balans en toelichting
Overlopende passiva Voor een gedetailleerd overzicht van het verloop van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel wordt verwezen naar het in het bijlagenboek opgenomen overzicht.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Op jaarbasis bedragen onze inkoopverplichtingen ongeveer € 245 miljoen. De grootste inkooppakketten zijn WMO en jeugdzorg, nieuwbouw en renovatie, aanleg en onderhoud wegennetwerk en realisatie en onderhoud kunstwerken. Ook kennen we jaarlijkse subsidieverplichtingen voor een bedrag van ongeveer € 55 miljoen. Voor het opnemen van niet uit de balans blijkende verplichtingen in de jaarrekening hanteren wij de volgende voorwaarden: • Het zijn geen verplichtingen die betrekking hebben op going concern posten. • De verplichtingen zijn niet op een andere plaats in het jaarverslag dan wel de jaarrekening opgenomen. • De verplichtingen zijn bestuurlijk relevant.
Er zijn geen individuele niet uit de balans blijkende verplichtingen die aan deze voorwaarden voldoen. Wel hebben we borg- en garantstellingen verleend, die onderstaand zijn toegelicht.
Borg- en garantstellingen Het totale bedrag van de borg- en garantstellingen ad € 24,5 miljoen bestaat uit: - Een verstrekte borgstelling aan Haverleij B.V. voor het aangaan van een rekeningcourant bij de BNG van maximaal € 15,9 miljoen. De partners van de gemeente in Haverleij B.V. - Heijmans Vastgoed B.V. en Bouwfonds Ontwikkeling B.V. - hebben zich beiden voor 1/3 van de bovenstaande twee borgstellingen aansprakelijk gesteld. - Gewaarborgde geldleningen voor een totaal van € 8,6 miljoen.
Onze gemeente is een achtervangovereenkomst aangegaan met de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Mochten deze fondsen tekorten krijgen dan zijn alle gemeenten verplicht om, voor hun aandeel, een renteloze lening te verstrekken aan het waarborgfonds.
262
Jaarrekening Balans en toelichting
Maximaal kan onze gemeente voor ongeveer € 440 miljoen verplicht worden om renteloze leningen te verstrekken aan de stichting WSW, en voor ongeveer € 395 miljoen aan de stichting WEW. Tot op heden hebben geen van beide fondsen enige aanspraak gemaakt op de achtervangfunctie.
Gebeurtenissen na balansdatum Per 1 januari 2015 heeft de herindeling van de gemeente Maasdonk plaatsgevonden. De kern Geffen is overgegaan naar de gemeente Oss, de kernen Nuland en Vinkel zijn overgegaan naar de gemeente ‘s-Hertogenbosch. De gemeente ‘s-Hertogenbosch is de rechtsopvolger van de gemeente Maasdonk, met als gevolg dat het besluit tot het vaststellen van het jaarverslag en de jaarrekening 2014 en tot bestemming van het gerealiseerde resultaat van de voormalige gemeente Maasdonk aan de raad van onze gemeente wordt voorgelegd. De balans van de gemeente Maasdonk op 31-12-2014 zal in overleg met de gemeente Oss worden gesplitst. Na goedkeuring van de provinciale toezichthouder verwerken we eventuele financiële effecten in de jaarrekening 2015.
Het verwachte gerealiseerde resultaat van de voormalige gemeente Maasdonk bedraagt op basis van de concept jaarrekening € 9,3 miljoen negatief. De verwachting van het college is dat dit deels vanuit de bestaande reserves van de voormalige gemeente Maasdonk gedekt kan worden en deels vanuit de (toekomstig) te ontvangen compensatie binnen de algemene uitkering. Voor een mogelijk restrisico is binnen de paragraaf weerstandsvermogen rekening gehouden. Wij merken op dat het uiteindelijke financiële effect afhankelijk is van de definitieve splitsingsbalans.
263
Jaarrekening Balans en toelichting
Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) De Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) regelt dat de bezoldiging van bestuurders en hoogste leidinggevenden in de publieke en semipublieke sector wettelijk aan een maximum is gebonden. Deze wet verplicht ingevolge artikel 4 onder meer tot jaarlijkse publicatie van de daarin genoemde financiële arbeidsvoorwaarden van topfunctionarissen van de gemeente (de secretaris en de griffier), ongeacht of zij de norm overschrijden. De salarissen van andere functionarissen van de gemeente moeten ook openbaar gemaakt worden, indien zij de norm overschrijden.
In 2014 bestond de bezoldiging van de secretaris en de griffier uit de volgende bedragen: Naam
Functie
Periode
Fte
Beloning
Belastbare kosten vergoeding
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn
Beëindigingsuitkeringen
Secretaris
01-01/31-12
1,0
123.771
499
20.978
-
A. v.d. Jagt
Griffier
01-01/30-09
1,0
73.186
374
13.272
-
A. v.d. Jagt
Gewezen Griffier
01-10/31-12
1,0
29.413
124
4.424
-
I. Woestenberg
In 2014 is ook geen sprake geweest van andere functionarissen binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch die de WNT-norm hebben overschreden. Hiermee is de WNT-norm in 2014 niet overschreden.
264
Jaarrekening Balans en toelichting
Benutting drempelbedrag schatkistbankieren Het drempelbedrag voor het begrotingsjaar bedraagt € 3.777.536. In het kader van het drempelbedrag zijn de volgende bedragen buiten ‘s Rijks schatkist aangehouden: Kwartaal 1
€ 1.578.764
Kwartaal 2
€ 801.949
Kwartaal 3
€ 768.038
Kwartaal 4
€ 844.705
Er heeft geen storting in de schatkist plaatsgevonden.
Bijlagen Het Besluit Begroting en Verantwoording schrijft voor dat de staat van reserves, de staat van voorzieningen, het verloopoverzicht van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen en nog te ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel en de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen toegevoegd worden aan de jaarrekening. Deze informatie is opgenomen in het bijlagenboek en gewaarmerkt door onze accountant.
265
Jaarrekening Balans en toelichting
Afdeling Orthen
De gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch heeft op 14 december 1995 besloten om de afdeling Orthen als historische eenheid te laten voortbestaan met handhaving van een eigen begroting en rekening. Tevens is hierbij de nieuwe regeling ten aanzien van de samenstelling, kandidaatstelling, verkiezing en benoeming van de commissie uit de ingezetenen van de afdeling Orthen vastgesteld. Genoemd raadsbesluit is op 2 januari 1996 door de raad van de nieuwe gemeente ’s-Hertogenbosch bekrachtigd.
Het volgende overzicht van lasten en baten van de afdeling Orthen kan worden gegeven: (bedragen x € 1.000) Exploitatie
Begroting 2014
Rekening 2014
Lasten Kosten secretaris commissie
1
1
Huren
15
15
Overige goederen en diensten
12
6
6
6
Subsidies Onvoorziene uitgaven
2
0
Subsidie beheer en exploitatie gemeenschapshuis
9
9
Toevoeging algemene reserve
0
0
45
37
Totaal lasten
Baten Beschikking algemene reserve
11
4
Rente beleggingen
15
15
Huren/pachten
19
18
Totaal baten
45
37
266
Jaarrekening Afdeling Orthen
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen
1-1-2014
Vermeerderingen
Vermeerderingen
31-12-2014
Kapitaalreserve
248
-
-
248
Saldi-reserve
117
-
-
117
Algemene reserve
240
9
4
245
Totaal
605
9
4
610
267
Jaarrekening Afdeling Orthen
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan:
de gemeente ‘s-Hertogenbosch
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport op pagina 245 tot en met 265 opgenomen jaarrekening 2014 en de daarbij behorende bijlagenboek (bijlagen 1 tot en met 7) van de gemeente ‘s-Hertogenbosch gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en het overzicht van baten en lasten over 2014 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de in het bijlageboek opgenomen staat van reserves (bijlage 1), staat van voorzieningen (bijlage 2), verloop voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel (bijlage 3) en andere toelichtingen, de Bijlage Brabantstad (bijlage 4), de SiSa-verantwoording aangaande Openbaar vervoer (provinciaal deel, bijlage 5 en stadsgewestelijk deel, bijlage 6) en de SiSa-bijlage met verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen (bijlage 7). Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ‘s-Hertogenbosch is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado), het Controleprotocol WNT en het controleprotocol dat vastgesteld is op 4 oktober 2005 door de gemeenteraad van de gemeente ‘s-Hertogenbosch. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
268
Jaarrekening Controleverklaring
Pagina 2
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door de gemeenteraad bij raadsbesluit van 4 oktober 2005 vastgesteld. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT-informatie de toleranties gehanteerd zoals vastgelegd in het Controleprotocol WNT. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeente ‘s-Hertogenbosch een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Eindhoven, 22 april 2015
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. M.H. de Hair RA
269
Jaarrekening Controleverklaring
Voor meer informatie: Gemeente ‘s-Hertogenbosch Postbus 12345 5200 GZ ‘s-Hertogenbosch Tel.: (073) 615 51 55 www.s-hertogenbosch.nl
270
Fotografie: Wim Hollemans Fotografie Frank Tielemans Fotografie Architectenbureau H-J Henkel b.n.a. Vakgroep Planvisualisatie, Ivo Mulder Henk van Esch
Fotostudio Schuurmans Sandra Verhage
april 2015
Sandra Peerenboom