ESIF Doelstelling “Investeren in groei en werkgelegenheid” Operationeel programma EFRO Vlaanderen 2014 – 2020
Prioriteit 3. Bevorderen van overgang naar koolstofarme economie
Oproep FICHE Specifieke doelstelling 1 – Stijging van doorgedreven energetische renovaties van residentiële gebouwen tot bijna-energieneutraal niveau GTI Limburg
1 Context van de projectoproep 1.1. Prioriteit 3 ‘Bevorderen van overgang naar koolstofarme economie’ De Europese Unie legt zichzelf met de EU2020 strategie 3 ambitieuze doelstellingen op: een vermindering van het energieverbruik met 20%, een stijging van het aandeel van hernieuwbare energiebronnen tot 20% en een vermindering van de uitstoot van de broeikasgassen met minstens 20% ten opzichte van 1990. Om aan het behalen van deze doelstellingen een bijdrage te leveren, formuleerde het EFRO-programma Vlaanderen 2014-2020 binnen Prioriteit 3, 4 specifieke doelstellingen: 1. ‘Stijging van doorgedreven energetische renovaties van residentiële gebouwen tot bijna-energieneutraal niveau’. 2. ‘Verbeterde duurzame stedelijke mobiliteitssystemen die kaderen in een gemeentelijk/stedelijk klimaatplan’. 3. ‘Verhoogde energie-efficiënte bij KMO’s (energie-efficiënte bedrijfsgebouwen en productieprocessen)’. 4. ‘Stijgend gebruik van groene warmte en een toename van de productie van hernieuwbare energie’. Het totale budget voor deze prioriteit bedraagt 45 miljoen euro, voor een periode van 2014 tot 2020. Er zal over worden gewaakt dat enkel projecten worden gesteund die additioneel en complementair zijn t.o.v. het bestaande instrumentarium. Agentschap Ondernemen – EFRO – inhoudelijke fiche prioriteit 3 – specifieke doelstelling 1 Pagina 1 van 5
1.2.
Specifieke Doelstelling ‘Stijging van doorgedreven energetische renovaties van residentiële gebouwen tot bijna-energieneutraal niveau’ Binnen deze specifieke doelstelling wordt voornamelijk de daling van de CO2 uitstoot door toename van bijna-energieneutrale bestaande residentiële gebouwen (inclusief sociale huisvesting), en verhoging van kennis en verspreiding van innovatieve duurzame bouwtechnieken (sensibilisering, demonstratie en samenwerking) beoogt. Dit dient in het bijzonder te gebeuren door: concrete investeringen in de sociale woningbouw tot BEN (Bijna Energie Neutraal) niveau; het verhogen en dissemineren van kennis van innovatieve duurzame bouwtechnieken gericht op energie-efficiëntie. Deze oproep richt zich specifiek op het verhogen en dissemineren van kennis van duurzame bouwtechnieken. Projecten die concrete investeringen in de sociale woningbouw tot BEN niveau voorzien, behoren niet tot deze oproep. Dit zal in een later stadium aan bod komen. De bouwsector in Vlaanderen is goed voor 6% van de Vlaamse tewerkstelling. Rekening houdend met bouwverwante bedrijven kan dit percentage oplopen tot 12%. Door nieuwe Europese en daaraan gekoppelde Vlaamse regelgeving worden er hogere eisen gesteld aan de bouwsector. Deze kunnen enkel gehaald worden door gebruik van hoogtechnologische materialen en nieuwe innovatieve bouwprocedés. De bouwsector beschikt reeds over de nodige competenties om innovatieve ideeën uit te werken en te brengen tot een fase van pre-productie. Er zijn echter nog obstakels bij het commercialiseren van deze innovaties. Het opzetten van demonstratieprojecten kan er voor zorgen dat innovatieve ideeën in de markt worden gezet en eventueel kunnen geëxporteerd worden. Daarnaast is de bouwsector in Vlaanderen sterk gefragmenteerd en zijn diverse actoren in het bouwprocedé niet op elkaar afgestemd. Kennis rond energie-efficiëntie en hernieuwbare energie kan nog verder gestimuleerd worden door middel van samenwerking, facilitering en disseminatie. Disseminatie kan leiden tot marktontplooiing en standaardisering van verregaande standaarden. De bouwsector kent bijvoorbeeld reeds alle nieuwe technieken om te voldoen aan de energieprestatie-eisen van 2020. Projecten die de opstart beogen van een Vlaams kennisplatform behoren niet tot de scope van deze oproep. Voorkeur wordt gegeven aan:
Demonstratieprojecten van doorgedreven energetische renovaties waarbij nieuwe bouwconcepten of materialen worden uitgetest; Opleidings- en vormingsinfrastructuur m.b.t. bijna-energieneutraal gerelateerde technieken en technologieën in de bouwsector; Innovatieve samenwerkingsmodellen.
Het project moet inpasbaar zijn in het SALK. Dit moet duidelijk worden toegelicht in het projectvoorstel (zie aanvraagformulier – link met het beleid). Projecten dienen bij te dragen de output en resultaatsindicatoren (zie 4. Indicatoren). 1.3. GTI Limburg en SALK Om de territoriale cohesie te versterken, voorziet het EFRO-programma in het instrument van de “Geïntegreerde Territoriale Investeringen” (GTI). Een GTI laat toe dat een specifieke geïntegreerde strategie wordt ontwikkeld, die rekening houdt met de Agentschap Ondernemen – EFRO – inhoudelijke fiche prioriteit 3 – specifieke doelstelling 1 Pagina 2 van 5
specifieke sociaal-economische en territoriale kenmerken van het gebied. Dit zal een regioversterkende aanpak toelaten, gebaseerd op samenwerking tussen verschillende overheidsniveaus en over administratieve grenzen heen. GTI Limburg speelt in op de specifieke sociaal-economische reconversieproblematiek in de provincie, als gevolg van de sluiting van Ford Genk. Om deze structurele problemen het hoofd te bieden, werd een geïntegreerde strategie (SALK – Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat) uitgewerkt, welke een totaalvisie voor Limburg formuleert om het economisch weefsel te verstevigen en de jobcreatie te versterken. Binnen het EFRO-programma werd 43,3 miljoen euro (gespreid over Prioriteit 1, 2 en 3) voorzien voor GTI Limburg. Het SALK werd, samen met een uitvoeringsplan, goedgekeurd door de Vlaamse Regering bij beslissing van 15 juli 2013 ( VR 2013 1507 DOC.0813 ). Projectvoorstellen in het kader van deze oproep dienen tevens te kaderen binnen de, door de Vlaamse Regering vastgelegde uitvoeringsmodaliteiten, voorziene acties en geplande financiering. De betrokken documenten zijn terug te vinden op www.efro.be .
2. Oproepmodaliteiten 2.1. Looptijd van de projecten Om in aanmerking te kunnen komen, dienen projecten op vrij korte termijn realiseerbaar te zijn. De projectduur bedraagt in principe maximaal 2 jaar voor werkingsprojecten, maximaal 3 jaar voor investeringsprojecten. Investeringsprojecten zijn projecten die voor meer dan 50% bestaan investeringskosten. Projecten dienen van start te kunnen gaan binnen de 6 maand na goedkeuring. Een project kan starten vanaf 1 januari 2014 (ingeval de staatsteunregelgeving van toepassing is, komen slechts uitgaven in aanmerking vanaf de indiening van de aanvraag). 2.2. steunintensiteit en financiering Het EFRO - steunpercentage bedraagt maximaal 40%. De EFRO – bijdrage en (eventuele) cofinanciering door het Vlaamse overheid kunnen samen maximaal 85% bedragen van de totale projectkosten. De toekenning van Vlaamse, provinciale of andere cofinanciering dient uiterlijk bij de definitieve goedkeuring van het project te worden bevestigd. Aan de projectpromotoren wordt een eigen financiële bijdrage van minimaal 15% gevraagd. Voor deze oproep wordt een budget voorzien van 1.000.000 euro EFRO-steun.
3. Beoordelings- en selectiecriteria van de “Projectoproep” Projectvoorstellen worden beoordeeld op basis van objectieve ontvankelijkheids- en selectiecriteria. De ontvankelijkheidscriteria zijn de inpasbaarheid in het programma, eventuele oproepspecifieke vereisten, het feit of de promotor rechtspersoonlijkheid heeft en mogelijke overlapping met andere subsidies. De selectiecriteria hebben betrekking op: 1. Scope / inhoud 2. Kwaliteit 3. Begroting en financieel plan 4. Communicatie 5. Planning 6. Indicatoren De van toepassing zijnde indicatoren vindt u in de webapplicatie, wanneer u een Agentschap Ondernemen – EFRO – inhoudelijke fiche prioriteit 3 – specifieke doelstelling 1 Pagina 3 van 5
projectvoorstel aanmaakt. Binnen dezelfde webapplicatie vindt u bovendien per indicator een helptekst waarin er toelichting gegeven wordt m.b.t. de interpretatie van de indicator. In de oproep zijn mogelijk voorwaarden en/of voorkeuren naar projecten toe opgesomd (zie ‘context van de projectoproep’, en ‘oproepmodaliteiten’). Indien dit zo is wordt hiermee rekening gehouden bij de beoordeling van de ontvankelijkheidscriteria (indien voorwaarden), hetzij bij de scoring op de selectiecriteria (indien voorkeuren).
4. Indicatoren Bij indiening van een projectvoorstel, dient te worden aangegeven welke bijdrage aan de programma-indicatoren wordt geleverd: ID Indicator Type Meeteen Streefwaar Omschrijving indicator heid de (2023) O.3.1 Aantal Ouput Aantal 32 Een ondersteunde kennisontwikkelingsactie demonstraties en kan worden omschreven pilots die leiden als zijnde een tot samenwerking, kwaliteitsverhogi facilitering, demonstratie, ng en stimulering disseminatie of effectieve van EE en HE investering rond energieefficiëntie en hernieuwbare energie. O.3.2 Aantal gezinnen Output Aantal 140 Aantal gezinnen met een met een verbeterde verbeterde energieconsumptie als energie gevolg van een consumptie doorgedreven energetische renovatie. R.3.1 Geschat jaarlijks Resultaat Ton 14.900.000 volume CO2-eq broeikasgasuitsto ot residentiële gebouwen
5. Praktische modaliteiten 5.1. Selectieprocedure De ingediende projectvoorstellen worden onderworpen aan een ontvankelijkheidstoets en een beoordeling. Projecten kunnen worden goedgekeurd onder voorwaarden, waaraan binnen een termijn van maximum 6 maanden dient te worden voldaan. 5.2. Praktische info bij projectindiening Projectvoorstellen kunnen vanaf de bekendmaking van de projectoproep en tot afsluiting van de oproepperiode, bij het programmasecretariaat worden ingediend. Het indienen gebeurt uitsluitend elektronisch door middel van de webapplicatie, beschikbaar op de EFRO-website (www.efro.be). De uiterste indieningdatum voor projecten wordt vastgelegd op 23 juni 2016. Indien gewenst, kan bij het opstellen van de projectaanvraag begeleiding worden verstrekt door de provinciale en grootstedelijke contactpunten, welke deel uitmaken van het programmasecretariaat. Er wordt sterk aanbevolen van deze begeleiding gebruik te maken met het oog op de volledigheid en kwaliteit van het projectvoorstel (naleving van EFRO-reglementering, eligibiliteit van de uitgaven, wetgeving inzake Agentschap Ondernemen – EFRO – inhoudelijke fiche prioriteit 3 – specifieke doelstelling 1 Pagina 4 van 5
overheidsopdrachten, mededingingsregels, …). Volgende bijlagen moeten aan uw projectvoorstel toegevoegd worden: Een verklaring omtrent de inkomsten; Een verklaring omtrent de wet op de overheidsopdrachten (+ eventueel aanbestedingsplan); Enkel indien van toepassing: Cofinancieringsbewijzen (indien nog niet toegekend, moeten minstens de verstuurde aanvraagbrieven bijgevoegd worden); Demimisverklaring; Eigendomsbestemming; Het is ook erg belangrijk om de praktische gidsen grondig door te nemen vooraleer een projectvoorstel aan te maken. Deze vindt u ook terug op www.efro.be. Voor het aanmaken van een projectvoorstel zijn volgende gidsen de belangrijkste: Praktische gids ‘projectindiening’ Draaiboek ‘Communicatie voor promotoren’ Praktische gids PROJECTUITVOERING en SUBSIDIABILITEIT Praktische gids rond overheidsopdrachten Praktische gids staatssteun Provinciale EFRO-contactpunten : Provincie Antwerpen, Bezoekersadres: Desguinlei 100, 2018 Antwerpen, Postadres: Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen
[email protected] (03/240 68 24) Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt
[email protected] (tel. 011/23.74.32) Provincie Vlaams Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven
[email protected] (tel. 016/26.72.19) Provincie Oost-Vlaanderen, Seminariestraat 2, 9000 Gent
[email protected] (tel 09/267.86.00)
[email protected] (tel. 09/267.86.37) Provincie West-Vlaanderen, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries
[email protected] (tel.050/40.31.72) Stedelijke EFRO-contactpunten : Stad Antwerpen, bezoekadres: Francis Wellesplein 1, 2018 Antwerpen correspondentie: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen
[email protected] (tel. 03/338.61.92) Stad Gent, Bezoekadres: Keizer Karelstraat 1, 9000 Gent Correspondentie: Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent
[email protected] (tel. 09/266.58.08) Centraal Programmasecretariaat Entiteit Europa Economie, Koning Albert II-laan 35 bus 12, 1030 Brussel
[email protected] (02/553.37.25)
[email protected] (02/553.37.04)
[email protected] (tel. 02/553.27.22)
Agentschap Ondernemen – EFRO – inhoudelijke fiche prioriteit 3 – specifieke doelstelling 1 Pagina 5 van 5